6 december 2014
WERELD SPELERS HOE BELGISCHE BEDRIJVEN DE WERELD VEROVEREN
Met een oppervlakte van 30.528 vierkante kilometer is België maar een klein stipje op een wereldkaart, een speldenprik op de wereldbol. En toch werken in dat minilandje enkele economische wereldspelers. Bedrijven die het kleine België ontgroeid zijn, en voluit voor de wereldmarkt gaan. Wat is het verhaal achter hun internationaal succes? U leest het in de reeks ‘Wereldspelers’. BEDRIJF 5: JAN DE NUL GROUP
‘Blij dat we niet beursgenoteerd zijn’
Noem ons gerust nomaden die de wereld
RONDBAGGEREN De baggerreus Jan De Nul Group liet de consolidatiegolf in zijn sector aan zijn neus voorbijgaan, en baggerde zich op eigen kracht naar de wereldtop. ‘Wij zijn begenadigd met een slecht karakter.’
oen ik hier in 1973 begon, waren er in Europa 28 baggerbedrijven’, zegt Jan Pieter De Nul, CEO van baggergroep Jan De Nul. ‘Eén daarvan is failliet gegaan, de vier die vandaag nog bestaan, zijn het resultaat van 27 andere die onderweg zijn gefuseerd of overgenomen.’ Daardoor blijven er in België maar twee baggerbedrijven over: Jan De Nul en zijn Antwerpse concurrent DEME. Maar in tegenstelling tot die laatste is Jan De Nul helemaal organisch uitgegroeid tot een wereldspeler. Zonder overnames of fusies dus. ‘We hebben altijd alles op eigen kracht gedaan’, benadrukt de CEO. ‘Een overname in bijvoorbeeld Nederland was mogelijk geweest, maar dan bots je toch op juridische en culturele problemen.’ ‘Het geeft ook het voordeel dat je functioneel geen dubbele vloot krijgt’, vult financieel directeur Paul Lievens aan. ‘Bij een fusie tussen gelijken verdubbelt het aantal schepen en werknemers. Maar voor sommige types schepen is één groep genoeg, en dan zit je er toch plots met twee. Wij laten onze schepen liever op maat van de evolutie van de markt maken, dat is veel gerichter en efficiënter.’ ‘Bij overnames in onze sector wordt altijd verkondigd dat 1+1 gelijk is aan 2,5’, zegt Jan Pieter De Nul. ‘Maar in de realiteit komen ze meestal uit op pakweg 1,7. Dan spreek je dus over waardevernietiging. Bovendien ontstaat zo de perfecte voedingsbodem voor conflicten. Wat wil je ook? De werknemers van bedrijven die twintig jaar lang tegen elkaar hebben gevochten, moeten plots allemaal aan hetzelfde zeel trekken.’ Ook in de rest van Europa vond de voorbije decennia een consolidatiegolf plaats. Dat zorgt ervoor dat Jan De Nul niet zomaar een Nederlandse concurrent zoals Van Oord of Boskalis kan overnemen, als het bedrijf dat al zou willen. Europa zou daar bezwaar tegen aantekenen vanwege de mededingingsregels.
Hit and run Het gros van de klussen die Jan De Nul binnenhaalt zijn zogenoemde ‘hit and run’-projecten die over de hele wereld verspreid zijn. ‘Beschouw ons gerust als nomaden die voortdurend rondtrekken’, zegt Lievens lachend. Die grote, eenmalige contracten verklaren meteen ook waarom de sector zo conjunctuurgevoelig is. Er zijn wel enkele langetermijninkomsten zoals het 26-jarige concessie en onderhoudscontract voor de Argentijnse rivieren Río Paraná en Río de la Plata, maar dat zijn eerder uitzonderingen. De activiteiten die het meest in het oog springen bij het grote publiek zijn de bagger- en landwinningsprojecten, die ruim 60 procent van de omzet vertegenwoordigen. Die gaan van de aanleg en het onderhoud van havens over de verdieping van kanalen, landwinning en bescherming van stranden tot het baggeren van rots of zandbanken in volle
© Frank Toussaint
‘T
Het blijft opmerkelijk dat Jan De Nul zonder fusies of overnames als familiebedrijf de status van wereldspeler heeft bereikt. En dat zonder extern kapitaal op te halen. Was er dan nooit een drang om naar de beurs te trekken? ‘Onze sector is heel cyclisch’, zegt financieel directeur Paul Lievens. ‘Wij spreken wel eens van de zeven vette en de zeven magere jaren. In die context is het nogal onzinnig om elk kwartaal een tradingupdate te doen. Pas op, geen slecht woord over onze beursgenoteerde sectorgenoten. Maar ik ben blij dat wij daar niet bij horen.’ De beurs geeft ook weinig gratie bij fouten. ‘We hebben in 2007 een investeringsplan aangevat van 2,3 miljard euro’, illustreert Lievens. ‘De crisis heeft wel duidelijk gemaakt dat de timing verkeerd of op zijn minst riskant was, maar we hebben toch doorgezet. Waardoor we nu de grootste en modernste baggervloot ter wereld hebben. Maar kun je je voorstellen dat je in het midden van een crisis om de zoveel maanden aan je aandeelhouders moet vertellen: We hebben wéér een schip van 200 miljoen euro besteld?’ De Nul is een risicovol bedrijf dat probeert zo risicoloos mogelijk te zijn, benadrukt Lievens. ‘We zijn actief in vreemde landen met niet altijd evenveel rechtszekerheid. We hangen af van eenmalige projecten en moeten zwaar investeren. Maar we dekken ons in via Credendo (het vroegere Delcredere, red) tegen problemen in verre landen, zetten in op verschillende types van schepen en projecten en spreiden onze financieringskanalen.’ De Nul ontwerpt ook zijn eigen schepen. ‘We zouden dat kunnen overlaten aan consultants. Maar als er ergens iets verkeerd loopt, willen wij zelf snappen waar het probleem zit en hoe we dat moeten oplossen. Een consultant geeft alleen de analyse en niet de oplossing.’
Jan Pieter De Nul en Paul Lievens
zee. Bovendien is Jan De Nul zich de laatste jaren gaan diversifiëren en positioneren in gespecialiseerde offshorediensten, inclusief windturbineparken, goed voor 15 procent van het jaarlijkse omzetcijfer. Met zulke zaken heeft de groep al meer dan zestig jaar ervaring. Toch gaan zijn roots verder terug. De eerste aannemer, Cornelis De Nul (°1790), begon in 1823 met een schrijnwerkerij. Jan De Nul was overigens de eerste in de familie die als burgerlijk ingenieur afstudeerde en die het familiebedrijf in 1938 structuur gaf als aannemer van civiele werken. Die bouwkunde is vandaag goed voor een vijfde van de omzet. Meer dan de helft zijn Belgische projecten. Het helpt niet dat de regelgeving en het burgerprotest tegen grootschalige projecten met de jaren alleen maar is toegenomen, zucht Jan Pieter De Nul. ‘Neem nu de Oosterweelverbinding. Er is ondertussen al 300 miljoen
euro uitgegeven aan allerhande studies over hoe we de ring rond Antwerpen moeten sluiten, maar er liggen nog geen twee stenen op elkaar. Soms denk ik dat er een exces aan democratie is. Er is zeker te veel bureaucratie. Ik ben niet tegen ambtenaren, maar er zijn er gewoon te veel.’ ‘Mensen vergeten dat er ook een kostprijs hangt aan het níet bouwen van infrastructuur’, sakkert De Nul. ‘Die gevolgen voelen ook wij. We kunnen amper mensen uit Antwerpen of uit het Mechelse overtuigen om in Aalst te komen werken. De verkeersproblemen op dat traject zijn verschrikkelijk.’
Volgende generatie Hij mag er zich dan wel over opwinden, het wordt toch de volgende generatie die daar moet mee om gaan. ‘Ik ben 67, mijn pensioenleeftijd komt in zicht’, lacht De Nul. ‘Ik heb te veel bedrijven gezien waar de baas te lang gebleven is. Dat zal mij niet overkomen. Het zal hier met andere woorden geen oudmannekeskot worden. Hoe motiveer je anders de jonge generatie om hier te komen werken?’ Met Julie (32) en Pieter Jan (30) De Nul is de opvolging in elk geval verzekerd. Het is opmerkelijk dat in dit familiebedrijf geen derdegeneratieproblematiek bestaat, waarbij de takken van de stamboom zo ver uitgewaaierd zijn dat er onenigheid woekert. ‘Wij zijn begenadigd met een slecht karakter’, ginnegapt Jan Pieter De Nul. ‘Gezien de ouderdom van het bedrijf zouden er minstens dertig aandeelhouders moeten zijn. Maar mijn grootvader is in minder vriendelijke omstandigheden gescheiden van zijn broer, en ook mijn vader en zijn broer zijn hun eigen weg gegaan.’ Daar stopt de onenigheid wel. Jan Pieter is samen met zijn jongere broer Dirk nog altijd de enige aandeelhouder van de baggergroep. Maar aangezien alleen de CEO kinderen heeft, is er slechts één vertakking naar de volgende generatie.
> Deze week:
CONNECT
Tijd Connect biedt bedrijven, organisaties en overheden toegang tot het netwerk van De Tijd. Om hun visie, ideeën en oplossingen te delen met de De Tijd-community. Jan De Nul Group is verantwoordelijk voor de inhoud.
2
Jan De Nul Group in de wereld
inter view
• Spanje • Portugal • Roemenië • Cyprus • Malta • Turkije • Rusland
EUROPA • België • Italië • Kroatië • Hongarije • Zweden • Noorwegen • Denemarken • Duitsland • Nederland • Verenigd Koninkrijk • Ierland • Frankrijk
Goed geoliede machine met een
© Frank Toussaint
NEURAAL NETWERK
AFRIKA • Marokko • Algerije • Tunesië
• Senegal • Ghana • Sierra Leone • Liberia • Nigeria • Congo • Kameroen • Angola • Namibië • Zuid-Afrika • Mauritius • Mozambique • Seychellen
Er is bij Jan De Nul Group altijd wel iemand te vinden die een oplossing weet voor een nieuw probleem, zo klopt de bagger- en bouwgroep zich op de borst. Net daarom is een eilandmentaliteit uit den boze.
ie bladert door het met foto’s gelardeerde jaarverslag van Jan De Nul, voelt zich maar kleintjes. Gigantische schepen, enorme sluizen en uitgestrekte werven passeren de revue, en dat van over de hele wereld. ‘Een land kan maar zo groot worden als zijn geografie toelaat’, zo verklaart Jan Pieter De Nul. ‘In België zaten we op de grenzen van onze groei.’ In dat lijstje ontbreken enkele opvallende namen, zoals de Verenigde Staten en China. ‘In de VS worden we tegengehouden door de protectionistische Jones Act’, zucht de CEO van Jan De Nul. ‘Amerikanen zijn de kampioenen van de vrijhandel, op voorwaarde dat het ergens anders is.’ Ook China is geen groeimotor voor de onderneming. ‘Je kunt daar alleen werken als ze je nodig hebben’, zegt De Nul. ‘Wij hebben er wel al dingen gedaan, maar dat was toen de economie witheet stond en ze dringend buitenlandse schepen nodig hadden. Anders gaat al het werk naar Chinese bedrijven. Zij trekken zelf ook steeds meer naar het buitenland. Ze winnen niet zozeer op lage prijzen, maar wel met een zeer goedkope financiering met lage rentes. Dat is te danken aan de hoge deviezenpositie van China.’ ‘In Afrika komen ze niet alleen met bagger, maar met China Inc.’, vult financieel directeur Paul Lievens aan. ‘Het is een totaalpakket van spoorwegen, havens, eigen arbeiders en ingenieurs,… dat ze meer dan terugverdienen met de grondstoffen die ze er weghalen. Het gaat daar dus eigenlijk om een geografische expansie van hun eigen bevoorrading.’ ‘De wereld kan praktisch niet meer vergroten voor ons’, besluit Jan Pieter De Nul.
W
€2.1 00.000.000 omzet in 2013
89 landen gewerkt €550.000.000
Reeds in
bedrijfskasstroom
€123.000.000 nettowinst
Verdeling omzet in 2013 2% Afrika 10% Australië
32% Europa 25% Latijns-Amerika 31% Azië en het Midden-Oosten
Sleutel-op-de-deur
© Jan De Nul Group
Het grote publiek kent Jan De Nul waarschijnlijk het beste van de palmeilanden die het voor de kust van Dubai heeft opgespoten. Dat project viel onder de bagger- en mariene divisie van Jan De Nul. Naast de klassieke baggerdiensten en landwinningsactiviteiten biedt deze divisie ook gespecialiseerde diensten voor de installatie van onderzeese structuren voor de olie-, gas- en hernieuwbare energiemarkten. Denk bijvoorbeeld aan het baggeren van geulen voor kabels of pijpleidingen. Jan De Nul neemt in zijn projectaanpak de volledige verantwoordelijkheid op, van het uittekenen van de plannen tot het uitvoeren van de werken. Vooral bij de offshoreactiviteiten vraagt dat vaak om een speciale aanpak, zegt Edward Van Melkebeek, adjunctdirecteur Offshore Divisie. ‘In Papoea-Nieuw-Guinea moesten we bijvoorbeeld een schip aanpassen, zodat het een geul kon baggeren in uitzonderlijk ondiep water. Dat was nodig om een nieuwe pijpleiding van 52 kilometer te leggen in de Omati-rivier die alleen omgeven is door regenwoud.’
V.l.n.r. Julie De Nul, Frederik Deroo, Edward Van Melkebeek, Pieter Jan De Nul, Paul Lievens, Dirk Van Rompaey, Mieke Fordeyn, Walter De Jonghe en Dirk Traen.
Verdeling omzet volgens activiteit 3% Milieuactiviteiten 14% Offshorewerken 61% Bagger- en mariene werken 22% Civiele bouw
Ook bij de civiele bouwkunde, de divisie waarmee het ooit allemaal begon voor Jan De Nul, hanteert de groep een totaalconcept. Als een soort van sleutel-op-de-deur verzorgt Jan De Nul met eigen ingenieurs en materieel van naaldje tot draadje complexe projecten als de bouw van waterzuiveringsinstallaties, rioleringen en leidingen, kaaimuren, tunnels, bruggen, wegen of sluizen. Ongeveer tweederde van de omzet van deze divisie wordt in eigen land gegenereerd, zegt Dirk Van Rompaey, directeur Civiele Divisie. ‘Voor grote design and build en publiek-private samenwerkingen van meer dan 100 miljoen euro waren we in het verleden te klein. Bij die projecten worden namelijk referenties gevraagd en dan is het moeilijk opboksen tegen grote internationale spelers met veel meer ervaring. Maar we hebben onszelf in de voorbije tien jaar naar een hoger niveau getild en halen nu in België regelmatig zulke opdrachten binnen. De A11-verbindingsweg tussen Knokke-Heist en Brugge die we aan het aanleggen zijn, is bijvoorbeeld een project met bouwkosten van 425 miljoen euro.’ Bovendien slaagde Jan De Nul er voor dit project in om als eerste bedrijf in Europa een greenfield ‘Public Listed Bond’ uit te geven met een garantie van de Europese Investeringsbank. Het ging in totaal over een financieringsbedrag van 578 miljoen euro met een eindvervaldag in 2045. ‘Dit was mogelijk dankzij onze multidisciplinaire projectaanpak. Dat is onze sterke troef,’ voegt Paul Lievens toe.
Atypische bezigheid De milieutak Envisan is de jongste divisie van De Nul. ‘In de jaren 90 werden zowel de bagger- als civiele divisie in toenemende mate geconfronteerd met milieuaspecten’, zegt Walter De
Olierijke waters, ondiepe gronden
In Saoedi-Arabië was Jan De Nul de hoofdaannemer van ‘Manifa Field’, een ontwerp- en bouwproject dat 41 kilometer snelweg omvat om 27 nieuwe in zee aan te leggen eilanden te verbinden. Het ondiepe water maakte het onmogelijk voor staatsbedrijf Saudi Aramco om conventionele offshore-olieboorplatforms neer te poten. De oplossing? Het opspuiten van een eiland op elke boorlocatie. Elk eiland heeft plaats voor tien boorputten. Om de fauna en flora te behouden en de kostwinning van de lokale vissersgemeenschap niet in gevaar te brengen, verbond Jan De Nul de eilanden met bruggen in plaats van met dijken. Daardoor kunnen de getijden hun werk doen en blijft de waterkwaliteit in de baai op peil. Als het olieveld van staatsbedrijf Saudi Aramco op volle toeren draait, kan het 900.000 vaten per dag voortbrengen. Het is een van de meest prestigieuze projecten uit de
WERELDSPELERS • Egypte • Djibouti
• Taiwan • Filipijnen
• Mexico • Bahama’s • Dominicaanse Republiek • Belize • Britse Maagdeneilanden • Guadeloupe • Honduras • Barbados • El Salvador • Nicaragua • Trinidad & Tobago • Costa Rica • Colombia
OCEANIË • Australië • Nieuw-Caledonië • Nieuw-Zeeland AMERIKA • Canada • Jamaica
© Jan De Nul Group
AZIË • Oman • Verenigde Arabische Emiraten • Qatar • Irak • Saoedi-Arabië • Libanon • Turkmenistan • Sri Lanka
• Singapore • Indonesië • Brunei • Papoea-Nieuw-Guinea • Maleisië • Vietnam • Thailand • Hongkong • India • China • Pakistan • Zuid-Korea • Myanmar
Jonghe, directeur Milieudivisie. ‘Het is een wat atypische bezigheid. Een normale aanbesteding gebeurt in functie van het rendement dat een opdrachtgever verwacht. Bij milieuactiviteiten gaat het eerder om een oplossing vinden voor een probleem, zoals een zwaar vervuild terrein.’ Envisan doet aan bodemsanering, grondwatersanering, sedimentbehandeling en milieubaggeren. ‘Wij ‘ontzorgen’ de eigenaar door de milieulast uit zijn handen te nemen’, vat De Jonghe samen. Saneren wordt - opnieuw in de filosofie van een complete dienstverlening - vaak betrokken bij het baggeren en de civiele bouwkunde.
Neuraal netwerk Er loopt een neuraal netwerk door Jan De Nul, waardoor het bedrijf zo weinig mogelijk moet uitbesteden en dus zo veel mogelijk zelf kan doen. Een concreet voorbeeld daarvan is te vinden in de Waaslandhaven. De Nul bouwt daar in het dokkencomplex op de linkeroever van de Schelde als lid van een consortium de grootste sluis ter wereld. De cijfers zijn indrukwekkend. De Deurganckdoksluis is 500 meter lang, 68 meter breed en 26 meter diep. Alleen al voor de vier stalen sluisdeuren en twee beweegbare bruggen is 12.000 ton staal nodig. Het project, met een prijskaartje van 272 miljoen euro, moet tegen de lente van 2016 klaar zijn. ‘We hebben dat werk binnengehaald met dank aan onze expertise op verschillende domeinen’, zegt Van Rompaey. ‘Dat gaat van het drogegrondverzet over het betonneren, maar ook over de staalconstructies en de elektromechanica waarvoor we een beroep konden doen op onze technische dienst en de kennis van onze collega’s bij de scheepsbouw.’
geschiedenis van Saoedi-Arabië. Het contract was goed voor 1,2 miljard dollar (963 miljoen euro).
Creatief saneren Vervuiling is voor de meeste bedrijven een groot probleem, maar voor andere - zoals Jan De Nul - is het een uitgelezen kans. Een mooi voorbeeld ligt in Roemenië. ‘Dat land was ooit een belangrijke olieproducent’, verklaart Walter De Jonghe, directeur Milieudivisie. ‘In 1937 was Roemenië de op een na grootste olieproducent in Europa. Dat bracht wel heel wat vervuiling mee.’
Van gasvrij naar gastvrij In Lier is Jan De Nul naarstig bezig een zwaar verontreinigd terrein in ere te herstellen. Daardoor kan op de plaats waar in de jaren 1920 een gasfabriek dichtging binnenkort weer geleefd worden. De voorbije 90 jaar lag het terrein braak vanwege de bodemvervuiling.Het gebied, samen met de aangrenzende terreinen bijna zes voetbalvelden groot, bleef lange tijd vergrendeld door erfgoedkwesties, de ligging in overstromingsgevoelig gebied en eigendomsversnippering. Aanvankelijk wou de stad Lier zelf de saneringslast dragen, maar moest daar wegens geldgebrek van afzien. In plaats daarvan deed Lier een beroep op de private markt. Via zijn dochter PSR Brownfield Developers kon Jan De Nul de verontreinigde gronden en het vastgoed aankopen. Nadat de gebouwen gesloopt waren, kon milieudivisie Envisan de bodem saneren. Daarna was het de beurt aan de civiele afdeling om de nieuwe gebouwen te ontwerpen. Tegen 2016 zullen er vier gebouwen verrijzen met in totaal 134 appartementen, vier winkelruimtes en een ondergrondse parking. Al meer dan 90 procent van de panden is ondertussen verkocht. Dit is nogmaals een mooi voorbeeld van de multidisciplinaire samenwerking bij Jan De Nul, maar daarenboven ook een getuigenis van de financiële slagkracht van de groep. ‘Dit traject zal acht jaar duren’, zegt CFO Paul Lievens. ‘Niet iedereen kan dat financieel overbruggen.’
© Frank Toussaint
In 2016 wordt het project in Lier opgeleverd
• Brazilië • Peru • Chili • Uruguay • Argentinië
Marathoninspanning op de Belgische Noordzee
“
Op de Lodewijk Bank, 40 kilometer van de Belgische kust, staat het gloednieuwe offshorewindpark Northwind. De molens kunnen genoeg energie produceren om aan 230.000 gezinnen stroom te leveren. Die elektriciteit moet dan natuurlijk wel aan land geraken. Jan De Nul installeerde daarvoor op de zeebodem in één stuk een hoogspanningskabel van 42 kilometer lang en meer dan 5.200 ton zwaar. ‘Dat werd nog nooit eerder ondernomen’, zegt Edward Van Melkebeek, adjunct-directeur Offshore Divisie bij Jan De Nul. Het werk had dan ook heel wat voeten in de aarde. Zo moest de Willem De Vlamingh, een multifunctioneel kabelleg- en valpijpschip, in Polen omgebouwd worden om de kabeldraaitafel te huisvesten. Alvorens de kabel te installeren moest wel eerst een gigantische geul gegraven worden waarin die kabel kon liggen om beschadiging te voorkomen. De twee ~ Walter De Jonghe, directeur Milieudivisie sleephopperzuigers die deze geul uitbaggerden, moesten laveren tussen zandbanken en twee drukke scheepskanalen én dicht bij het windmolenpark van C-Power op de Thornton Bank werken. 'Wat dit project nog opmerkelijker maakt, is dat onze eigen technische dienst een kabeldraaitafel voor 5.200 ton aan kabel moest ontwerpen en bouwen, omdat onze partner ons op het allerlaatste moment in de steek had gelaten’, merkt Van Melkebeek op.
Bij milieuactiviteiten gaat het eerder om een oplossing vinden voor een probleem, zoals een zwaar vervuild terrein.
Op vraag van de Roemeense olieraffinaderij Petrom saneerde Envisan drie grote oliehoudende lagunes in de buurt van stad Pitești. ‘Er zijn een aantal manieren om dat soort vervuiling aan te pakken’, zegt De Jonghe. ‘Je kunt het in de grond laten zitten, er wat kalk op uitstrooien, grond over leggen en dan graszaadjes planten. Dan ziet het er uit alsof het gesaneerd is, maar dat is natuurlijk niet zo. Wij hebben van de nood een deugd gemaakt, en de 180.000 kubieke meter met olie vervuild slib integraal afgegraven. Met een permanente installatie – voor één keer zijn we dus afgeweken van onze strategie van ‘hit-and-run’ – zijn we er in geslaagd om daar vervolgens de aanwezige energie uit te puren.’
Envisan ontwikkelde en bouwde een geavanceerde verwerkingsinstallatie om het vervuilde slib te verbranden. De installatie bevat naast een eigen afvalwaterzuiveringsinstallatie, een turbine om de stoom van de verbranding om te zetten in elektriciteit. De economische crisis van de jongste jaren veroorzaakte flinke besparingen in Roemenië. ‘Milieuproblemen worden vaak maar aangepakt als het absoluut nodig is’, stelt De Jonghe vast. ‘Als het dan economisch tegenzit, belanden saneringsprojecten als eerste op de lange baan. Daardoor zaten we plots met een goede installatie, maar te weinig werk.’ Opnieuw maakte De Nul van de nood een deugd. ‘We hebben de installatie omgebouwd, zodat ze ook houtafval kan verwerken en op die manier groene energie kan produceren.’
>
© Jan De Nul Group
4
portret
16.000 KILOMETER HIERVANDAAN staat
geen bollenbak met bouten’
Willem de Vlamingh ingezet voor het Northwind Project
Als nomaden die de wereld rondtrekken, komen de medewerkers van Jan De Nul Group in andere culturen en klimaatzones. Dat kan al eens voor problemen zorgen.
De protectionistische attitude zorgt voor vervelende obstakels, legt hij uit. ‘Er is een importverbod op een aantal artikelen, en weinig te vinden op de lokale markt. Dat vraagt dus veel creativiteit en veel behelpen.’
Heteluchtkanonnen Naast de menselijke en politieke aspecten moet Jan De Nul ook opboksen tegen de natuurkrachten. In de wateren rond het OostRussische eiland Sakhalin bijvoorbeeld voert Jan De Nul sinds 2004 offshorewerken voor de olieen gasindustrie uit. Een van de gevaren van de extreem lage temperaturen die daar in winter heersen, is de vorming van ijs op het dek. Als die laag te dik wordt, kan het schip zijn stabiliteit verliezen en omkantelen. ‘Onze vaartuigen hebben daarom heteluchtkanonnen, zodat het ijs niet kan aanvriezen’, legt Edward Van Melkebeek adjunct-directeur Offshore Divisie uit. ‘We houden goed in de gaten wanneer er stormen verwacht worden, zodat die schepen op tijd naar veiligere oorden kunnen varen.’
lk land is een uitdaging an sich’, zegt Yves Bosteels directeur Regio Oceanië en Indisch Subcontinent . ‘Het duurt zeven tot acht jaar vooraleer een werfleider de expertise heeft om elk nieuw project probleemloos aan te sturen. Dat heeft niet alleen te maken met technische bagage, maar ook met culturele aspecten. Ingenieurs zijn slim in fysica en wiskunde, maar leren hoe je met een andere cultuur omgaat? Dat leer je alleen door het veel te doen.’ In verre culturen werken ligt niet altijd voor de hand, meldt ook Christophe Leroy, bij Jan De Nul adjunct directeur Kwaliteitsdienst. Hij heeft negentien jaar buitenlandse ervaring. ‘Neem bijvoorbeeld Azië. Daar nemen ze je vaak pas ernstig als je grijs haar hebt. Dat maakt het niet gemakkelijk voor jonge ingenieurs. Je moet daar door en hopen dat na verloop van tijd iedereen beseft dat je weet waarover je praat.’ Voor Jan De Nul werken is niet te vergelijken met in het buitenland werken voor een klassiek bedrijf, ~ Yves Bosteels, directeur Regio Oceanië en Indisch Subcontinent zegt personeelsdirecteur Philip Piron. ‘Als Agfa-Gevaert of Bekaert een ingenieur naar een Ook afstanden zorgen voor hoofdbrekens. ‘In bepaalde locatie in het buitenland stuurt, dan is dat voor vier Argentinië zit ons logistiek hoofdkwartier in jaar of meer. Die expats krijgen dan een onderdompelingscurBuenos Aires, terwijl verschillende van onze sus om zo goed mogelijk met de lokale mensen te kunnen weractiviteiten honderden kilometers verder zitten’, ken. Bij Jan De Nul ligt dat anders. Onze ingenieurs doen korte legt Pieter Jan De Nul uit. ‘Je kunt met andere projecten en werken vooral samen met onze eigen mensen. woorden niet zomaar even langslopen om te Iemand die in Afrika een inburgeringscursus doet, zit misschien kijken hoe het daar gaat.’ drie maanden later in Zuid-Korea, waar ze alles op een heel Dat beaamt Bosteels. ‘Wij hebben in 2008 in andere manier doen. Hoe nuttig is zo’n onderdompeling dan?’ Nieuw-Caledonië, een archipel in de Stille Veel creativiteit Oceaan, een volledig nieuwe haven gebouwd. Ook de politieke cultuur is een factor waarmee de baggeraar Dat is op 16.000 kilometer van hier. Er is daar rekening moet houden. Zo bestaat er een tendens in een aantal geen bollenbak, waar je een paar bouten uit Zuid-Amerikaanse landen om een nationalistisch of protectiokunt draaien als je die vergeten bent. Je moet nistisch beleid te gaan voeren. ‘Het wordt je daar als buitenmet andere woorden volledig zelfbedruipend zijn, en dat vraagt een enorme logistieke voorlands bedrijf enorm moeilijk gemaakt’, zegt Pieter Jan De Nul, bereiding.’ regioverantwoordelijke Latijns-Amerika.
‘E
“
Met een andere cultuur omgaan leer je alleen door het veel te doen.
Puzzelen om de juiste mens op de juiste plaats te krijgen ‘Er is een heel kluwen van elementen waarmee je rekening moet houden bij de rekrutering: kennis, ervaring, partner, kinderen,…’, zegt Philip Piron, personeelsdirecteur bij Jan De Nul. ‘Al die puzzelstukjes moeten in elkaar passen.’ Kom je dan niet snel uit op jonge, avontuurlijke mensen? ‘Dat klopt, daarom rekruteren wij ook veel op campussen. Pas afgestudeerden hebben nog geen huisje-tuintjekindje en zijn het meest flexibel.’ Julie De Nul, eveneens actief op de personeelsdienst, ziet een opmerkelijke trend bij die jongeren. ‘Je ziet steeds meer dat de partner van de expat op zijn of haar strepen staat. Veel vrouwen bijvoorbeeld hebben een hoog diploma gehaald en willen daar ook iets mee doen. Zij willen geen huismoeder zijn in een ver land.’ Jan De Nul krijgt daarom ook vaak de vraag of het bedrijf geen job kan vinden voor de partner. ‘Maar het is al zo’n grote puzzel om de juiste mensen op de juiste plaats te krijgen’, zucht Julie De Nul. ‘Niet iedereen kan bijvoorbeeld goed om met de Afrikaanse cultuur. Het is dan onbegonnen werk om ook nog eens voor een partner die verpleegkunde heeft gestudeerd een job in het plaatselijk ziekenhuis te vinden.’ Zijn er geen banen bij Jan De Nul zelf voor die partners? ‘Dan krijg je andere problemen’, zegt Piron. ‘Er zijn vijf mensen met een partner, maar slechts één positie. Wie kies je dan? Je maakt niet één partner gelukkig, maar vier ongelukkig.’ Ook als de partner zelf een job vindt, is het niet altijd een voordeel, merkt Piron op. ‘Dat kan een probleem zijn als we onze werknemer naar een andere bestemming willen sturen.’
Pragmatisch denken Jan De Nul Group is voortdurend op zoek naar versterking, en dat in alle geledingen. Er werken dus niet enkel ingenieurs bij Jan De Nul, al mag hun aantal (580) best wel gezien worden. Ook technische profielen als bouwkundigen en elektromechanici zijn graag gezien. Voor elk van hen geldt dat ze niet hoeven vast te roesten op hun plaats. Het bedrijf voorziet immers in specifieke opleidingen en moedigt ook verschuivingen in de groep aan. 'Onze ingenieurs kunnen zich gemakkelijk heroriënteren door te migreren naar een andere dienst’, illustreert Julie De Nul. Ingenieurs zijn daardoor geen vakidioten, maar wel gespecialiseerde generalisten. Sollicitanten moeten bovenal veel gezond verstand hebben. 'We zoeken bijvoorbeeld geen juristen die hun eigen wetten en regels stellen, maar juristen die pragmatisch in functie van de ingenieurs denken’, aldus Julie De Nul.
© Frank Toussaint
WERELDSPELERS
WERELD
© Jan De Nul Group
V.l.n.r. Yves Bosteels en Dominique Bombaert
Hoe boekt u internationaal succes?
Ontdek volgende week zaterdag wereldspeler Univeg in uw krant. Cristóbal Colón en Leiv Eiriksson in Vietnam
Univeg, geeft aan de retailers wat de klanten willen.
‘Als je de microgolf aanzette, viel de airconditioning uit’ ‘Je onthoudt vooral de mooie dingen van het avontuur dat je hebt meegemaakt’, getuigt De Nul-expat Dominique Bombaert. ‘De moeilijkere momenten worden de sterke verhalen.’
ombaert werkte in totaal vijftien jaar in het buitenland voor de baggeraar. Vooral de jongste drie jaar in centraal-Vietnam zijn hem aan de ribben blijven plakken. In Ha Tinh, de armste provincie van het land, baggerde De Nul een nieuw toegangskanaal en bassin voor een Taiwanees staalbedrijf. Er werd 80 miljoen kubieke meter opgespoten om 2.000 hectare land te creëren. In mensentaal: 32 piramides van Cheops gevuld met baggermaterie voor een oppervlakte van 2.800 voetbalvelden. Daarvoor kwamen de krachtigste paarden van stal, zoals de grootste sleephopperzuigers ter wereld, de zusterschepen Leiv Eiriksson en Cristóbal Colón. ‘Wij waren daar de eerste expats, want zolang het terrein niet opgespoten is, kunnen de andere contractanten niet beginnen’, zegt Bombaert.
B
“ De taal is een meer voor de hand liggende hindernis. ‘Ik had af en toe een vergadering met Vietnamezen en Taiwanezen, zij ieder met een tolk, ik met twee’, illustreert Bombaert. ‘Dat maakt het niet gemakkelijk om je boodschap duidelijk over te brengen.’
~ Hein Deprez, voorzitter Univeg
Lege winkelrekken Voor het jong, Westers gezin met twee kinderen was het niet gemakkelijk om te aarden in een arme, rurale maatschappij. ‘Jan De Nul doet alles om het verblijf zo aangenaam mogelijk te maken, maar het bedrijf kan natuurlijk niet toveren’, aldus Bombaert. ‘De dichtstbijzijnde supermarkt was drie uur rijden en eens ter plaatse bleek de helft van de rekken dan nog eens leeg te zijn. Gelukkig konden we via de firma af en toe dingen laten meekomen met de containers.’ ‘Er zijn ook menselijke dingen waaraan je moet wennen’, vertelt Bombaert. ‘Als mijn vrouw naar de winkel ging, werden onze blonde kindjes niet alleen nagestaard, maar ook aangeraakt door vreemde mensen. Ze zijn daar heel touchy feely. Het is dus echt aanpassen.’
VOLGENDE VERSCHIJNINGSDATUMS 13 december 2014 > Univeg 20 december 2014 > Vandemoortele Volg de andere wereldspelers online: Katoen Natie, Ageas, Soudal, Cartamundi op www.tijd.be/wereldspelers
Is uw bedrijf een succesvolle ‘Wereldspeler’ en wenst u deel te nemen aan deze exclusieve reeks, neem dan contact op met
Hindernissen Dominique Bombaert woonde in Ha Tinh met zijn gezin in een kleine vissersgemeenschap. ‘We zaten er tussen de lokale bevolking, volledig verwijderd van de beschaving. De elektriciteit was bijvoorbeeld heel onbetrouwbaar. Als je de microgolf aanzette, viel de airconditioning uit. De mensen hebben daar ook niet dezelfde luxe als wij. Toen ons bad geïnstalleerd werd, hadden ze de kraan er naast gezet. Pas toen ik die opendraaide en het water over de vloer stroomde, snapten ze wat er niet klopte. Dat soort toestanden.’ (lacht)
In een grotere wereld heb je een andere logica nodig.
Hans De Rore,
[email protected], Tel.: 02.422.05.01 Volg de reeks online
www.tijd.be/ wereldspelers
Dirk Vandekerckhove,
[email protected], Tel.: 02.423.16.48