Jaarverslag 2010
Jaarverslag 2010
We work for growth
Financiële kalender
18 mei 2011
Tussentijdse verklaring Q1 2011
23 mei 2011
Gewone algemene vergadering
25 augustus 2011
Halfjaarresultaten 2011
16 november 2011
Tussentijdse verklaring Q3 2011
2000 Antwerpen
2 maart 2012
Jaarresultaten 2011
Tel. +32 3 231 87 70
28 mei 2012
Gewone algemene vergadering
Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113
[email protected]
Jaarverslag 2010
2
Financiële kalender
18 mei 2011
Tussentijdse verklaring Q1 2011
23 mei 2011
Gewone algemene vergadering
25 augustus 2011
Halfjaarresultaten 2011
16 november 2011
Tussentijdse verklaring Q3 2011
2 maart 2012
Jaarresultaten 2011
28 mei 2012
Gewone algemene vergadering
Jaarverslag 2010
4
Overeenkomstig het KB van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een Belgische gereglementeerde markt, dient Ackermans & van Haaren haar jaarlijks financieel verslag verkrijgbaar te stellen voor het publiek. Dit verslag bevat het gecombineerde enkelvoudige en geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur, opgesteld overeenkomstig artikel 119, laatste lid W. Venn. Het verslag bevat voorts een verkorte versie van de enkelvoudige jaarrekening, opgesteld overeenkomstig artikel 105 W. Venn., en de integrale versie van de geconsolideerde jaarrekening. De volledige enkelvoudige jaarrekening wordt overeenkomstig de artikelen 98 en 100 W. Venn., samen met het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris, neergelegd bij de Nationale Bank van België. De commissaris heeft met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven. Overeenkomstig artikel 12, §2, 3° van het KB van 14 november 2007 verklaren de leden van het executief comité (namelijk Luc Bertrand, Tom Bamelis, Piet Bevernage, Piet Dejonghe, Werner Poot en Jan Suykens) dat, voor zover hen bekend: a) de jaarrekeningen vervat in dit verslag, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van Ackermans & van Haaren en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen; b) het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van Ackermans & van Haaren en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden. Het jaarverslag, de integrale versies van de enkelvoudige en van de geconsolideerde jaarrekening alsook de verslagen van de commissaris over voormelde jaarrekeningen zijn beschikbaar op de website (www.avh.be) en zijn kosteloos en op eenvoudig verzoek verkrijgbaar op het volgende adres:
Begijnenvest 113 • 2000 Antwerpen • Telefoon +32 3 231 87 70 • Fax +32 3 225 25 33 • E-mail
[email protected]
Jaarverslag 2010
Inhoudstafel
7 9 12 14 17
Mission statement Woord van de voorzitters Markante feiten Bestuur, controle en dagelijkse leiding Activiteitenverslag
19
Bouw, bagger en concessies
22 26 28 29
DEME Algemene Aannemingen Van Laere Rent-A-Port NMP
31
Vastgoed en aanverwante diensten
34 37 40 42 43 45
Extensa Leasinvest Real Estate Financière Duval Cobelguard Anima Care
48 52 55 57
Delen - Private Bank Bank J.Van Breda & C° ASCO-BDM
60 62
GIB Sofinim
75
Energie en grondstoffen
78 80 81 82 83
Sipef Henschel Groep Sagar Cements Oriental Quarries & Mines Max Green
86 89 90 100 104 111 172 174
Maatschappelijk verantwoord ondernemen Mecenaat Verklaring inzake deugdelijk bestuur Risicofactoren Jaarverslag van de raad van bestuur Financiële staten Algemene gegevens betreffende de vennootschap en het kapitaal Woordenlijst
Financiële diensten
Private equity
5
6
Jaarverslag 2010
Mission statement
Onze missie is aandeel-
Positionering
houderswaarde creëren
• een onafhankelijke gediversifieerde groep • geleid door een ervaren, mulidisciplinair managementteam • met een gezonde financiële structuur ter ondersteuning van de groei-ambities van de participaties
door te investeren op lange termijn in een beperkt aantal strategische participaties met internationaal
Lange termijn perspectief • duidelijke afspraken met participaties rond doelstellingen • verantwoordelijkheid van de participaties voor de eigen financiële positie • streven naar jaarlijkse groei van de resultaten van elke deelneming en van de groep in zijn geheel • focus op groeisectoren in een internationale context
groeipotentieel. Proactieve aandeelhouder • betrokkenheid bij selectie van topmanagement en definitie van lange termijn strategie • permanente dialoog met management • opvolging van en controle op strategische focus, operationele en financiële discipline • actieve steun aan het management voor specifieke operationele en strategische projecten
7
8
Jaarverslag 2010
Woord van de voorzitters
Dames en heren, Met een groei van het BNP van 2% in 2010 hield België beter stand dan het gemiddelde van de Europese landen. Alhoewel de nieuwe evenwichten nog broos blijven, heeft dit geleid tot een vermindering van het Belgische overheidstekort in 2010. Het is onze hoop dat de verdere verbetering van de Belgische overheidsfinanciën in het lopende jaar een gunstig effect zullen hebben op onze lokale investeringen. Op niveau van de wereldeconomie bereikt de groei van het BNP meer dan 4% en is de crisis duidelijk voorbij. Om die reden zijn we overtuigd dat we ons verder moeten ontplooien in de opkomende regio’s in Azië en Latijns-Amerika. In 2010 hebben alle segmenten van de groep een hogere winstbijdrage geleverd. Dit resulteert in een substantiële stijging (37%) van het nettoresultaat van de groep tot 160,8 miljoen euro (117,5 miljoen euro in 2009). In het segment bouw, bagger en concessies presteerde DEME (AvH 50%) heel sterk met een quasi volledige bezetting van de vloot en een record omzetstijging van 28% tot 1.801 miljoen euro (tegenover 1.403 miljoen euro in 2009). De forse stijging van de prijs van een vat olie, alsook de stijging van de prijzen van de meeste grondstoffen bieden een contracyclische steun aan de activiteiten van DEME, daar ze wereldwijd aanleiding geven tot een nieuwe golf van investeringen in nieuwe haveninfrastructuur voor de verscheping van grondstoffen en tot een grote behoefte voor nieuwe LNG terminals. Alhoewel dit zich nog niet duidelijk vertoont in het orderboek per einde 2010 (1.935 miljoen euro t.o.v. 2.122 miljoen euro in 2009), heeft deze trend zich versneld in de eerste maanden van 2011. Dit resulteert in een orderboek dat in het eerste kwartaal bijna 2.500 miljoen euro heeft bereikt. De EBITDA van DEME bedroeg 329 miljoen euro in 2010 (tegenover 289 miljoen euro in 2009), een groei van 14%. Het nettoresultaat bedroeg 116,5 miljoen euro tegenover 103 miljoen euro in 2009, een groei van 12,6%. De gestegen omzet en het verder groeiende orderboek hebben geleid tot belangrijke investeringen (700 miljoen euro over de laatste 2 jaren), ter uitbreiding en modernisering van de vloot. In 2011 zullen 8 nieuwe schepen worden geleverd, waaronder een nieuwe grote trailer (30.000 m3) en een tweede grote cutter, met een verfijning van de technieken zoals ingezet op de d’Artagnan.
Het is duidelijk dat de teams van DEME met volle intensiteit benomen worden door de nieuwe contracten en de daaropvolgende uitvoering. Niettemin blijft DEME ook actief als ondernemer in de exploitatie van nieuwe windparken, van ‘ocean-mining’ in partnership met IHC, een oude partner van de groep, en van de ontwikkeling van hernieuwbare energie uit golven en getijden via DEME Blue Energy. Ook op milieuvlak heeft DEME een aantal duurzame activiteiten ontwikkeld, waaronder de oprichting van ‘Purazur’, een belangrijke nieuwe stap naar het aanbieden van gespecialiseerde waterzuiveringsdiensten. Dit aanbod sluit naadloos aan bij de gronden slibsaneringsactiviteiten van DEC. Het is deze capaciteit tot innovatie en creativiteit die het vertrouwen van AvH in de toekomst van dit bedrijf, dat zich telkens hernieuwt, blijft waarmaken. Algemene Aannemingen Van Laere (AvH 100%) realiseerde een licht positief (0,5 miljoen euro) resultaat in een moeilijke markt. De orderportefeuille voor 2011 is beter gevuld. Meldenswaardig is dat Van Laere in 2010 bekroond werd met de ‘Innovation award’ voor de ‘Aqua-Shell’ bouw en renovatie van kaaimuren. De versterking van het management en de verdere specialisatie van Van Laere naar PPS en restauratiewerken en parkings zijn duidelijke prioriteiten voor het komende jaar. Rent-A-Port (AvH 45%) heeft samen met andere leden van de groep bijgedragen tot de oprichting van Otary RS NV (windparken). Er werd een klein verlies geboekt in 2010 (-3,8 miljoen euro), maar er worden nu belangrijke nieuwe projecten ontwikkeld in Oman, Nigeria, Vietnam en België. De pijpleidingenmaatschappij NMP (AvH 75%) boekte opnieuw een zeer stabiel nettoresultaat van 2,0 miljoen euro in 2010 (2,1 miljoen euro in 2009). Het segment vastgoed en aanverwante diensten toont duidelijk een verbetering met een bijdrage tot het groepsresultaat van 8,6 miljoen euro tegenover een verlies van 0,7 miljoen euro in 2010. Niettegenstaande de verbetering van de conjunctuur waren er weinig opleveringen in de promotieactiviteiten, wat - tijdelijk - een domper zet op de resultaten van het vastgoedsegment. Leasinvest Real Estate (AvH 30,01%) slaagde er het afgelopen jaar in om de gemiddelde bezettingsgraad stabiel te houden op 97,5% en het huurrendement op 7,41%. De portefeuille van Leasinvest is relatief versterkt in Luxemburg (45%) tegenover
9
Jaarverslag 2010
10
België (55%). De vermindering van het kantorenvastgoed in de Brusselse perifierie gaat ook samen met de groei van de commerciële en logistieke portefeuille. Dit alles resulteert in een nettoresultaat van 14,3 miljoen euro (18,4 miljoen euro in 2009), na minderwaarden op de portefeuille van 9,3 miljoen euro. Zolang de conjunctuur niet duurzaam positief evolueert, zullen vastgoedbedrijven geconfronteerd worden met minwaarden bij het vertrek van een huurder. Het team van Leasinvest, samen met de kwaliteit van de gebouwen, maakten dat Leasinvest tot nu toe relatief weinig getroffen werd door deze evolutie.
goede huisvader van de bank heeft zijn kracht ten volle bewezen in de ergste crisis die de markten ooit gekend hebben sinds de grote depressie. De focus op kwaliteit en lange termijn is hierbij een sleutelgegeven. Met een cost-income ratio van 41,7% (48,3% in 2009), houdt de bank een zeer performant profiel aan. De groei van het nettoresultaat met 57% tot 54,3 miljoen euro (34,6 miljoen euro in 2009) biedt nieuwe middelen aan om deel te nemen aan de verdere consolidatie van de sector. Met een core tier1-kapitaalratio van 25,3% voldoet de bank vandaag reeds aan de toekomstige Bazel-III ratio’s.
Bij Extensa (AvH 100%) zorgde het goede resultaat van de verkavelingen voor een kleine bijdrage tot het resultaat van 1,2 miljoen euro (tegenover een verlies van -7,8 miljoen euro in 2010). Ook Turkije draagt licht bij tot het resultaat. De verwachtingen rond Tour & Taxis, met resp. de bouw van het BIM (Brussels Instituut voor Milieubeheer) gebouw en de residentiële wijken, en de ontwikkeling van de Cloche d’Or in Luxemburg zijn zeer beloftevol. Op niveau van AvH betekenen beide projecten ontwikkelingen van ongeveer 400.000 m2. Het rendement op het eigen vermogen van 125 miljoen euro haalt op dit moment onze maatstaven nog niet. De omvang van beide projecten zou nochtans moeten toelaten om dit in de nabije toekomst wel te halen.
De versnelde expansie van de bank ging gepaard met een verschuiving van de groei, daar 2/3 van de inflow van de nieuwe middelen toevertrouwd aan de Bank van buiten de Antwerpse hoofdzetel kwam. De samenbrenging van het beheer van de fondsen van de bank met het beheer van de fondsen van Capfi heeft hiertoe ook bijgedragen. Vertrekkende van een hoger toevertrouwd vermogen in het begin van 2011, zou het resultaat van de Bank opnieuw gunstig moeten evolueren in het lopende jaar.
Voor Groupe Financière Duval (AvH 39,2%) was 2010 ook een moeilijk economisch jaar. Nochtans waren de vakantieparken van de groep (100.000 bedden) goed bezet. De vertraging van de vastgoedactiviteit heeft wel geleid tot een aanzienlijk orderboek voor het komend jaar. Met een resultaat van 3,2 miljoen euro (3,7 miljoen euro in 2009) heeft Duval goed weerstand geboden in een moeilijke markt. De goede evolutie van ons partnership met Mr. Eric Duval heeft er ons toe gebracht onze participatie te consolideren in een nieuwe holding waarin wij samen met onze partner elk de helft bezitten. Financière Duval verwacht een globale verbetering van haar activiteiten in 2011. Cobelguard (AvH 39,6%) vertoonde opnieuw een mooie groei van respectievelijk omzet (van 53 miljoen euro naar 59 miljoen euro), EBITDA (van 3,9 miljoen euro naar 5,1 miljoen euro) en resultaat (van 2,1 miljoen euro naar 2,9 miljoen euro) in 2010. Een strategische stap werd gezet met de oprichting van BeMarc, de nieuwe meldkamer voor alarmcentrales. Tenslotte zal het komende jaar de eerste grote contracten inleiden van het nieuwe Luxemburgs filiaal. Zoals Financière Duval investeert Anima Care (AvH 100%) ook in rusthuizen en service flats. Het management team van dit nieuwe bedrijf volgt een versneld groeipad. Het break-even werd behaald in 2010, weliswaar met een significante EBITDA. De veroudering van de Belgische bevolking ondersteunt ten volle dit beloftevol nieuwe initiatief. Het herstel van de financiële markten heeft opnieuw geleid tot een substantiële groei van het toevertrouwd vermogen van het cliënteel van Delen - Private Bank (AvH 78,75%) (15.272 miljoen euro tegenover 13.243 miljoen euro in 2009). Het investeringsmodel van
Bank J.Van Breda & C° (AvH 78,75%) toont voor het tweede jaar op rij een mooie groei van de winst met 10% tot 25,7 miljoen euro (23,3 miljoen euro in 2009). De tevredenheid van het cliënteel wordt bevestigd door de verdere aangroei van 13% van het toevertrouwd vermogen (6.369 miljoen euro tegenover 5.644 miljoen euro in 2009). De exposure op de PIIGS landen bedroeg slechts 25 miljoen euro, waarvan 15 miljoen euro op Italië. De gezonde liquiditeitspositie van de bank en de sterke kernkapitaalratio van 11,3% maken dat ook Bank J.Van Breda & C° reeds vandaag voldoet aan de solvabiliteitsnormen van Bazel III die we voor 2019 verwachten. Het prospectus tot overname van het Antwerps Beroepskrediet met een vriendschappelijk voorwaardelijk tegenbod werd per einde maart goedgekeurd door de FSMA. Dit zou de positie van de bank op zeer aanvullende wijze moeten versterken in de Antwerpse regio. In 2010 verkocht Asco-BDM (AvH 50%) zowel Asco Life (levensverzekeringen) als Bruns ten Brink (autoverzekeringen in Nederland). Samen met de aanstelling van een nieuw management team is hierbij de strategische herpositionering van deze specialist in transporten schadeverzekeringen verwezenlijkt. Het private equity segment heeft in 2010 duidelijk genoten van de herstructureringen van de eerste helft van 2009. Het lichte conjunctuurherstel heeft geleid tot een forse verbetering van het resultaat van 7,8 miljoen euro tot 13 miljoen euro in 2010. Dit resultaat houdt rekening met een goodwill impairment van 4,8 miljoen euro op Distriplus, wat betekent dat de courante winst van de private equity deelnemingen 18,1 miljoen euro in 2010 bedroeg. Niettegenstaande deze mooie verbetering bereikt het gecorrigeerd netto-actief van de private equity portefeuille binnen Sofinim (AvH 74%) en GIB (AvH 50%) einde 2010 slechts 468,5 miljoen euro (tegenover 448,1 miljoen euro). Deze cijfers maken onmiddellijk duidelijk dat de groep nog ver staat van het normaal potentieel op het geïnvesteerd vermogen van de private equity. Vermeldenswaardig zijn de aanhoudende herstructureringen bij Distriplus, met een
vervanging van de verschillende ‘patrons d’enseigne’. Het entrepreneurship van het AR Metallizing team, dat een wereldleider geworden is in de productie van gemetalliseerd papier, is een voorbeeld voor de groep. Tenslotte heeft het team van Groupe Flo in Parijs een ware turnaround bevestigd in 2010 met een bijna verdriedubbeling van het nettoresultaat tot 15,3 miljoen euro en een substantiële verdere afbouw van de schuldpositie tot 88 miljoen euro (tegenover 112 miljoen euro in 2009), wat meer in lijn staat met de groeiende EBITDA van 48,8 miljoen euro. Het segment energie en grondstoffen droeg in 2010 16,5 miljoen euro bij tot het resultaat van de groep (tegenover 12,8 miljoen euro in 2009). De zeer hoge prijzen voor grondstoffen bevestigen de strategie van de groep naar de verdere uitbouw van deze sector. Vandaag neemt Sipef het overgrote deel van het resultaat voor haar rekening. Dit werd recent nog versterkt door de verdere opbouw van onze participatie in Sipef tot 25,4% per einde maart 2011 tegenover 20,9% per einde 2009. De hoge prijzen voor palmolie en rubber hebben het resultaat fors verbeterd van 60,2 miljoen USD tot 84,8 miljoen USD. Daarenboven is het professionalisme van het management met de focus op de uitbreiding van de plantages indrukwekkend. We zijn overtuigd dat de ambitieuze operationele objectieven ook op termijn zullen gehaald worden. In India evolueert de expansie van onze twee investeringen volgens plan. In beide gevallen worden aanzienlijke verhogingen van de capaciteiten uitgevoerd, maar vertonen de financiële cijfers nog weinig resultaat.
Op niveau van Max Green wordt de laatste fase van de ombouwwerkzaamheden van de Rodenhuize centrale van steenkool naar biomassa uitgevoerd. Samen met de windparken bij DEME en Rent-A-Port Energy, de warmtekrachtcentrale bij Spano, de 100% duurzame palmolie bij Sipef, hoort de nieuwe biomassacentrale van Max Green binnen onze visie naar de toekomst van de hernieuwbare energieën, en naar de duurzaamheid van deze sector. In de loop van 2010 is de nettothesaurie gedaald van 122,1 miljoen euro tot 77,7 miljoen euro. De recente verkoop van Engelhardt is hierin nog niet begrepen. Het ‘AvH-model’, dat een consistente opbouw van het eigen vermogen van de groep viseert, werd opnieuw waargemaakt in het voorgaande boekjaar (1.711 miljoen euro vs 1.596 miljoen euro per 31 december 2009, na uitbetaling van het dividend). Het herstel van de groei in 2010 is verwezenlijkt en heeft de raad van bestuur ertoe aangezet om opnieuw een verhoging van het brutodividend van 1,44 euro per aandeel tot 1,55 euro voor te stellen. Wij danken alle medewerkers van de groep voor hun creativiteit en toewijding die geleid hebben tot het resultaat van 2010.
Alain Dieryck
Luc Bertrand
Voorzitter van de raad van bestuur
Voorzitter van het executief comité
11
Jaarverslag 2010
Markante feiten 2010
12
DEME - London Gateway
Januari • AvH verkoopt - samen met haar (50%) verzekeringsdochter ASCO - 100% van Asco Life.
Februari • BDM verkoopt haar Nederlandse verzekeringsdochter Bruns ten Brink.
Sipef
• AR Metallizing rondt de overname van de activa van haar Italiaanse concurrent Rotoflex succesvol af. De participatie van Sofinim daalt tot 70%. • Sipef verkrijgt de RSPO certificatie voor haar palmolieactiviteiten in Noord-Sumatra.
Juli
• Bank Delen wordt voor de vierde opeenvolgende keer door Euromoney verkozen tot ‘Best Private Bank in Belgium’.
• Leasinvest Real Estate verkoopt de erfpachten op Axxes Business Park (Gent).
Maart
• Anima Care verwerft haar derde rusthuis, namelijk Résidence du Peuplier (Haut-Ittre), het eerste in Wallonië.
• Cindu (Sofinim 50%) verkoopt haar 50% belang van Cindu Chemicals aan het Amerikaanse Koppers.
Augustus
• DEME start met de baggerwerken voor de London Gateway containerterminal.
• DEME ondertekent een groot contract voor de Olympische Winterspelen 2014 in Sochi, Rusland.
• AvH verhoogt haar participatie in het Indiase Oriental Quarries & Mines van 28% naar 50% d.m.v. een kapitaalverhoging.
September
Juni • DEC (dochteronderneming van DEME), Extensa en BPI starten met de ontwikkeling van brownfields via Terrenata.
• Sagar Cements kondigt de intentie tot fusie met Amareswari Cement aan. De closing wordt verwacht in de eerste helft van 2011.
13
Hertel
A.A. Van Laere
Oktober • Sofinim verhoogt haar participatie in Hertel tot 46,5%. • AvH verhoogt haar participatie in Financière Duval tot een co-controle positie (50/50 van 78%). De nieuwe holdingvennootschap heet ‘Holding Groupe Duval’. • Leasinvest Real Estate verkoopt de zakelijke rechten op het gebouw Louizalaan 250 (Brussel).
November • Algemene Aannemingen Van Laere en Leasinvest Real Estate starten met het project van het Rijksarchief in Brugge.
AR Metallizing
Markante feiten 2011 Januari • Bank J.Van Breda & Co brengt een vriendschappelijk, voorwaardelijk tegenbod uit op Antwerps Beroepskrediet. • Er werd besloten de participatie van AvH in Alcofina terug te verkopen, aangezien het nog niet tot een concreet investeringsproject had geleid.
Februari • AvH verhoogt haar participatie in Sipef tot 25,4%.
December • Sofinim verkoopt Engelhardt Druck aan de Duitse industriële drukker Rahning. • AvH (45%) richt, samen met de overige aandeelhouders van Rent-A-Port, Rent-A-Port Energy op met het oog op de bouw en uitbating van windmolenparken in de Noordzee.
Maart • DEME en IHC Merwede bundelen krachten voor ontwikkeling van diepzee mijnbouwactiviteiten.
Jaarverslag 2010
Bestuur, controle en dagelijkse leiding 14
Raad van bestuur
Executief comité
Voorzitter
Alain Dieryck
Bestuurders
Luc Bertrand Jacques Delen Teun Jurgens Pierre Macharis Thierry van Baren Frederic van Haaren Pierre Willaert
Teun Jurgens
Frederic van Haaren
Thierry van Baren
Jacques Delen
Voorzitter
Luc Bertrand
Leden
Tom Bamelis Piet Bevernage Piet Dejonghe Werner Poot Jan Suykens
Pierre Macharis
Luc Bertrand
Alain Dieryck
Pierre Willaert
15
Van links naar rechts: Piet Dejonghe, Jan Suykens, Luc Bertrand, Piet Bevernage, Werner Poot, Tom Bamelis
Opvolging participaties
Commissaris
(Samen met de leden van het executief comité) John-Eric Bertrand André Xavier Cooreman Marc De Pauw Matthias De Raeymaeker Koen Janssen
Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCV, vertegenwoordigd door Marnix Van Dooren en Christel Weymeersch
Groepsdiensten Financiën
Juridische en administratieve zaken
Tom Bamelis Financieel directeur Hilde Delabie Group controller Ben De Voecht Group controller Marc De Groote Accountant Bart Bressinck Accountant Jean-Claude Janssens Treasurer Katia Waegemans Information & communication manager
Piet Bevernage Sofie Beernaert Edouard De Saegher Brigitte Adriaensens Michel Malengreau
Secretaris-generaal Legal counsel Admin. en personeelszaken (tot 31/3/2011) Corporate secretary Sofinim Fiscaal adviseur
16
Jaarverslag 2010
Activiteitenverslag
17
Bouw, bagger en concessies
Vastgoed en aanverwante diensten
DEME
Extensa Group
50%
100%
A. A. Van Laere
Leasinvest Real Estate
100%
30%
Private banking
Private equity
Energie en grondstoffen
Delen Private Bank
Sofinim
Sipef
74%
23%
GIB
Henschel
50%
50%
79%
Bank J.Van Breda & C° 79%
Rent-A-Port
Cobelguard
ASCO-BDM
Sagar Cements
45%
40%
50%
15%
NMP
Financière Duval
75%
39%
Oriental Quarries & Mines 50%
Anima Care
Max Green
100%
20%
18
Segment
B o u w, b a g g e r e n concessies
Jaarverslag 2010
Bouw, bagger en concessies
20
Het segment bouw, bagger en concessies kende een goed jaar en realiseerde een stijging van de bijdrage tot het groepsresultaat tot 58,7 miljoen euro. Dit wordt grotendeels verklaard door het sterke resultaat van DEME.
DEME - Brabo in Sochi (Rusland)
DEME AvH 50%
De Belgische bagger- en milieugroep DEME is een van de grootste en meest gediversifieerde bagger- en marinebouwbedrijven ter wereld.
21
A. A. Van Laere - Scheepvaartmuseum (Amsterdam)
Rent-A-Port - Haven van Duqm (Oman)
NMP
A.A. Van Laere AvH 100%
Rent-A-Port AvH 45%
Nationale Maatschappij der Pijpleidingen AvH 75%
Van Laere is een algemeen aannemer van grote bouwprojecten, actief in diverse sectoren in de Benelux en Noord-Frankrijk.
Rent-A-Port is gespecialiseerd in havenontwikkeling en -logistiek, op basis van knowhow van de 4 Vlaamse havens en van maritieme structuren.
NMP realiseert en beheert pijpleidingen voor het vervoer van industriële gassen en van producten voor de petrochemische industrie.
B o u w, b a g g e r e n c o n c e s s i e s
DEME
22
DEME is één van de grootste waterbouwbedrijven ter wereld. Vanuit haar kernactiviteit, baggerwerken en civiele werken op het water, heeft de groep complementaire nevenactiviteiten ontwikkeld zoals milieuwerken (vooral behandeling van grond en slib), diensten aan de olie- en gassector en de winning van bouwaggregaten uit de zee.
Financieel overzicht 2010 2010 mag terecht een recordjaar voor DEME worden genoemd. De groep realiseerde in 2010 een omzetstijging van 28% tot 1.801 miljoen euro. De Europese markten wogen zwaar door in de omzet, met o.a. grote contracten voor de London Gateway containerterminal en verscheidene grootschalige offshore windparken in de Noordzee. Daarnaast was DEME zeer actief in Afrika en Zuid-Amerika en in de groeiende Russische markt. De activiteiten van DEME in
Deelnemingspercentage AvH: 50% DEME NV www.deme.be
2010
2009
2008
Omzet
1.800.609
1.402.569
1.508.776
EBITDA
328.739
288.966
301.963
EBIT
176.872
146.785
174.744
Nettoresultaat
116.519
102.988
114.827
Nettocashflow
274.293
246.206
247.785
Eigen vermogen (deel groep)
667.273
569.546
499.609
(¤ 1.000)
Netto financiële positie Balanstotaal Personeel
-481.040
-358.257
-373.373
2.172.474
1.828.328
1.788.679
3.635
3.532
3.577
de olie- en gassector en de mariene infrastructuurprojecten blijven nog steeds een interessante motor in het Midden-Oosten. De milieuafdelingen krijgen met enkele grote en complexe saneringsprojecten ook vaste voet aan grond in de rest van Europa en in Amerika. Met gespecialiseerde mariene en offshore waterbouwkundige specialisten als GeoSea en Tideway verwierf DEME ook een steeds groter aandeel in het sterk groeiende marktsegment van offshore windenergie. Daarnaast bevestigt de lancering van nieuwe initiatieven in het domein van de zogenaamde 'blauwe energie' de reputatie van DEME als pionier in de ontwikkeling van milieuvriendelijke energieproductie. Het orderboek kon op een zeer hoog peil vernieuwd worden (1.935 miljoen euro, tegenover 2.122 miljoen euro eind 2009). Bovendien konden begin 2011 reeds 500 miljoen euro nieuwe opdrachten opgetekend worden. Het orderboek telt heel wat nieuwe opdrachten gespreid over alle continenten, onder meer in Brazilië, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Rusland, Panama, Mexico en Angola. De operationele cashflow (EBITDA) steeg met 14% tot 328,7 miljoen euro, hetgeen 18,3% van de omzet vertegenwoordigde. Deze EBITDA-marge werd beïnvloed door de huur van extra schepen en door het groter aandeel van general contracting opdrachten. De nettowinst steeg met 13% van 103,0 miljoen euro tot 116,5 miljoen euro. DEME's investeringsprogramma draait op volle toeren. Na de levering van 6 nieuwe vaartuigen in 2009 werd in 2010 de ‘Samson’, een backackter voor zwaar werk, in gebruik genomen. Momenteel zijn er nog 8 vaartuigen in aanbouw: het valpijpschip 'Flintstone', de grindhopperzuiger 'Victor Horta', twee zeewaardige cutterzuigers met een vermogen van 12.860 kW, de 'Al Jarraf' en de 'Amazone', de hopperzuiger 'Breughel' met een vermogen van 11.000 m³, het DP2 hefeiland 'Neptune', de Next Generation+ megasleephopperzuiger 'Congo River' met een beuninhoud van 30.000 m³ en 's werelds krachtigste zeewaardige rotssnijkopzuiger, de 'Ambiorix'.
Operationeel overzicht 2010 Bagger- en waterbouwwerken De traditionele bagger- en waterbouwwerken vormen nog steeds de kernactiviteit van de groep. In 2010 vertegenwoordigde dit segment 67% van de omzet. De activiteiten in de Benelux hielden gelijke tred met de vorige jaren. Het contract voor onderhoudsbaggerwerken langs de Schelde en in de toegangsgeulen tot de Antwerpse sluizen ging het derde jaar in, en de onderhoudswerken in de drukke vaargeulen voor de Belgische kust en in de havens van Oostende en Blankenberge werden voortgezet. De verdieping van de Schelde werd zowel op Belgisch als op
Van links naar rechts: Eric Tancré, Lieven Durt, Christian Van Meerbeeck, Philip Hermans, Marc Maes, Theo Van De Kerckhove, Martin Ockier, Harry Mommens, Pierre Potvliege, Bernard Paquot, Pierre Catteau, Alain Bernard, Dirk Poppe
23
Offshore windpark
London Gateway
Nederlands grondgebied voltooid. In Amsterdam zette de Nederlandse dochteronderneming, de Vries & van de Wiel, de werkzaamheden voor de bouw van de 2de Coentunnel verder. Het Europese werkterrein is in 2010 nog in belang toegenomen. Zo werd in Duitsland de sterke marktpositie in het segment van onderhoudsbaggerwerken in de voornaamste vaargeulen gehandhaafd, werd het eerste contract in de Baltische Zee in de wacht gesleept en haalde GeoSea een aantal grote contracten binnen voor de bouw van offshore windparken. In Italië werden nieuwe contracten getekend voor de civieltechnische werken aan de zuidelijke kaaimuur langs het Cagliari Porto Canale. Dankzij een goede diversificatie van de activiteiten handhaafde DEME haar sterke positie in het Middellandse Zeegebied, en speelde ze een toonaangevende rol in havenuitbreidingswerken en in de onderhoudssector in Frankrijk. In het Verenigd Koninkrijk werd het grootschalige London Gateway Portproject langs de Theems in maart 2010 opgestart. In Rusland behoudt DEME een hoge activiteitsgraad, o.m. met de uitvoering van de bouwwerken voor de volgende Olympische Winterspelen in Sochi in 2014. In 2010 handhaafde DEME haar sterke positie overal in Subsaharaans Afrika. Hoogtepunten waren de voltooiing van de heraanleg van het toegangskanaal in Durban en de grootschalige landwinningswerken in het kader van het EKO Atlantic City-project in Lagos, Nigeria. Na een jarenlange afwezigheid trekt DEME ook opnieuw naar de Democratische Republiek Kongo voor een complexe onderhoudscampagne langsheen de Congo-rivier. In Latijns-Amerika werden de baggerwerken voor de verdieping en verbreding van de vaargeul in het meer van Maracaibo in Venezuela
Vlaanderen 19 in Angola
voltooid en was er een onderhoudscampagne op de Orinoco-rivier. In het Panamakanaal werden de baggerwerken voortgezet voor het toegangskanaal langs de kant van de Stille Oceaan en werd de opdracht uitgebreid met de gunning van verdiepingswerken in het Gatun-meer, tussen de bestaande sluizen. DEME was ook prominent aanwezig in Brazilië, met o.a. de verbreding en verdieping van het toegangskanaal naar de haven van Itaguai en baggerwerken in Santos, waar DEC ook startte met de eerste sanerings- en stabilisatiewerkzaamheden. Het belangrijkste wapenfeit was echter de gunning van een raamcontract voor bagger- en onderhoudsbaggerwerken in alle havens van Vale, 's werelds grootste producent van ijzererts. In Mexico realiseerde DEME een belangrijke doorbraak met het baggercontract voor de nieuwe LNG-terminal in Cuyutlan, Manzanillo. Middle East Dredging Company (MEDCO), een joint venture van DEME, UDC en de overheid van Qatar, kende een verdere expansie op basis van enkele grote werven in het emiraat Abu Dhabi, waaronder de bouw van de nieuwe haven van Khalifa die in 2010 werd voltooid. Het belangrijke landwinningsproject voor Takreer in Ruwais zal begin 2011 worden afgerond. Als belangrijk onderdeel van haar groei- en investeringsprogramma liet MEDCO de zelfvarende cutterzuiger 'Al Jarraf' eind 2010 met succes te water. In India wordt steeds vaker een beroep gedaan op de diensten van ISD voor (onderhouds)baggerprojecten, wat de lokale marktpositie van DEME versterkt. DEME zet haar commerciële inspanningen verder om de concessie voor de exploitatie van een steengroeve in Oman succesvol uit te baten en een break-even resultaat te behalen. De grote landuitbreidingswerken in Singapore werden in 2010
B o u w, b a g g e r e n c o n c e s s i e s
24
voortgezet. Het lopende project voor de uitbreiding rond Jurong Island en Tuas B vorderde langzaam maar zeker en de zandaanvoer voor de uitbreidingswerken voor de containerterminal van Pasir Panjang werd verzekerd. De verdieping van de toegangsgeul naar de haven van Mai Liao (Taiwan), voor rekening van de Formosa Plastics Group, werd in het eerste kwartaal van 2010 met succes afgerond. De saneringsbaggerwerken in de Pasig-rivier in Manilla (Filippijnen) werden sneller dan gepland voltooid en zullen leiden tot een efficiënte hoogwaterbeheersing in Metro Manilla en een betere bevaarbaarheid. De omvangrijke werken voor de aanleg van de kaaien voor Newcastle Coal Infrastructure Group in Newcastle (Australië) werden in het eerste kwartaal van 2010 met succes uitgevoerd. Bovendien haalde DEME het contract binnen voor het uitvoeren van de voorbereidende werken in het kader van het toekomstige LNG-monsterproject in Gladstone. Ter voorbereiding van de bouw van de buitenhaven in Port Hedland (Quantum) voor BHP Billiton werd de eerste ontwikkelingsfase voor de baggerwerken voltooid en voerde GeoSea uitvoerig bodemonderzoek uit voor het verder bijsturen van het volledige bouwproject.
Activiteiten in de olie- en gassector Tideway Offshore and Marine Contractors, de dochteronderneming van DEME die zich toespitst op de olie- en gassector, slaagde er in 2010 in om de omzet van 2009 te verdubbelen, zowel voor de aanleg van sleuven en aanlandingen als in het typische domein van valpijpsteenbestorting. Dit segment vertegenwoordigde 10% van de totale omzet in 2010. In de Noordzee werden verscheidene projecten uitgevoerd voor verschillende operatoren, waaronder Talisman, Chevron, Wintershall, Total, BP en Shell. Zo werkte Tideway mee aan het Skarv-project en het Idun Field-project voor BP, het grootste steenbestortingsproject ooit in de Noorse wateren. In het kader van het Nord Streamproject werd de voorbereiding van de zeebodem voor de aanleg van een dubbele gaspijpleiding tussen Rusland en Duitsland met succes afgerond. Er werden ook nieuwe projecten opgestart in Canada, Rusland, Australië en Maleisië. In Rusland haalde Tideway het prestigieuze project in de Baai van Prirazlomnoya binnen, dat in 2011 zal worden uitgevoerd.
De 'Flintstone', het nieuwe valpijpschip van Tideway met een vermogen van 19.000 ton, werd in april 2010 te water gelaten en zal in de eerste helft van 2011 aan Tideway worden overgedragen.
Hijsen van zware lasten op zee Scaldis Salvage and Marine Contractors, waarin DEME een belang van 55% heeft, nam deel aan tal van grote bergingsprojecten, scheepswrakruimingen en hijsoperaties in heel Europa. 2010 was een bijzonder druk jaar, met flink wat nieuwe opdrachten zoals dienstverleningsopdrachten voor civieltechnische projecten, olie- en gasbedrijven en activiteiten in de sector van hernieuwbare energie, waarvoor het kraanschip 'Rambiz' voltijds werd ingezet.
Nearshore en offshore waterbouwwerken DEME-dochter GeoSea is gespecialiseerd in rotsboringen en installaties voor de bouw van steigerfunderingen en aanlegsystemen, de installatie van offshore structuren, offshore windparken en geotechnisch onderzoek op grote diepte. De onderneming verdubbelde ruimschoots haar omzet van 2009 en verwacht ook de komende jaren een forse groei. De toenemende aandacht voor hernieuwbare energie vormt immers een belangrijke impuls voor de bouw van offshore windparken. Dankzij de ervaring van GeoSea in dit gespecialiseerde domein werden belangrijke opdrachten getekend in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Australië. In Zeebrugge (België) werd de aanlanding voor de kabelverbinding van het Belwind-project door middel van een horizontaal gestuurde boring uitgevoerd. Grootschalige projecten voor de aanleg van een windpark in Walney (51 molens in de Ierse Zee) werden voltooid in opdracht van Dong Energy. Met behulp van de 'Goliath', die eind 2009 in gebruik werd genomen, werden funderingspalen tot 600 ton in de zeebodem geheid. Tegelijk zette GeoSea, in joint venture met Scaldis, het hefeiland 'Buzzard' in om het Ormondeproject tot een goed eind te brengen. Hier werd gebruik gemaakt van een nieuw ontwikkeld onderwaterframe om funderingspalen te installeren. De onderneming haalde een aantal nieuwe opdrachten binnen voor het Borkum West offshore windpark ten noorden van Duitsland. Tegelijk werd het Baltic II-contract ondertekend voor 80 offshore funderingen, 'jackets' en funderingspalen. GeoSea installeert de funderingen en turbines op de Thorntonbank in opdracht van C-Power. DEME's offshore onderhoudstak Offshore Wind Assistance voerde dan weer inspectiewerken uit in het kader van dit project, waarvoor het ook een contract sloot met Repower.
Milieuactiviteiten: bodemsanering en de opslag van verontreinigde baggerspecie DEC-Ecoterres, de milieutak van de groep, bevestigde haar leiderspositie en realiseerde een omzetstijging van maar liefst 50% ten opzichte van 2009. De milieuactiviteiten vertegenwoordigden 13% van de omzet in 2010. Langetermijnopdrachten in de Benelux en grote milieucontracten in het Verenigd Koninkrijk en Brazilië garanderen de continuïteit van de milieutak. DEC saneerde de site in Stratford voor de Olympische Spelen in 2012 en startte met de sanering en herwaardering van de site van een voormalige Avenue cokesfabriek in de buurt van het Engelse Chesterfield. De referenties en ervaringen op het Europese vasteland Scaldis - Rambiz in Ormonde
Verdeling van omzet naar regio n Europa n Midden-Oosten & India n Afrika n Amerika n Asia Pacific
Verdeling van omzet naar activiteit
10% 10% 51%
13%
n Infrastructuurbaggerwerken n Onderhoudsbaggerwerken n Valpijp en aanlandingen n Milieu n Waterbouw
Bouwmaterialen DBM (DEME Building Materials) dreef haar strategie van investeringen in mariene aggregaten verder door, met een geografisch evenwichtige spreiding van grindconcessies in Franse, Britse, Belgische en Duitse wateren. Daarnaast werden duurzame samenwerkingsbanden gesmeed met Franse, Britse en Duitse partners in de bouwsector. Een nieuwe grindhopperzuiger met een beuninhoud van 5.000 m³, de 'Victor Horta', werd eind 2010 gedoopt en te water gelaten en zal de DBM-vloot in 2011 vervoegen. Naast de verwerkingsfabriek in Vlissingen opent DBM nieuwe verwerkingsfabrieken in Amsterdam, Duinkerke en Oostende om nog meer marktaandeel in de Benelux te verwerven.
Projectontwikkeling en concessies In 2010 streefde DEME er verder naar om zo vroeg mogelijk bij de ontwikkeling van nieuwe projecten te worden betrokken via concessieovereenkomsten en PPS-overeenkomsten (Publiek-Private Samenwerking). In het nichedomein van offshore windparken lanceert DEME in verscheidene Europese landen initiatieven via haar concessiespecialist
13%
10%
51%
16%
16%
vormen een belangrijke factor om de stap naar andere continenten te wagen. Zo gingen dit jaar de saneringswerken en ondergrondverbetering in de haven van Santos, Brazilië, van start en zette DEC zijn eerste stappen op de Canadese markt met een proefproject voor grondverwerking voor Waterfront Toronto. Hoewel waterzuivering niets nieuws is voor DEC, werd met de oprichting van Purazur een belangrijke stap gezet naar het aanbieden van gespecialiseerde sleutelklare waterzuiveringsdiensten en -installaties. Dit aanbod sluit naadloos aan bij de grond- en slibsaneringsactiviteiten van DEC. DEC kocht in het noorden van Gent een terrein van 140 ha van het vroegere Nilefos Chemie en zal dit terrein via een joint venture ontwikkelen. In Zweden werden bodemsaneringsprojecten uitgevoerd in Gävle, Timrä en Söderhamn. In Noorwegen leidt DEC voor ExxonMobil een proefproject voor de neutralisatie en stabilisatie van zuurteer op de Valloy-site. In Frankrijk blijft Extract-Ecoterres gestaag groeien en handhaaft de onderneming haar leiderspositie. In België voltooide DI-DEC de bouw van de installatie voor de verwerking en opslag van slib in de haven van Antwerpen in het kader van het AMORAS-project.
10%
Power@Sea. Het belangrijkste voorbeeld hiervan is de deelname van Power@Sea aan het Thornton-project van C-Power. Power@Sea is voorts betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe offshore windprojecten in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Nederland en Polen. De activiteiten van nieuwkomer DEME Blue Energy (DBE) in het domein van getijden- en golfenergie passen naadloos in DEME's strategie om van bij het prille begin aan vernieuwende projecten mee te werken, die uiteindelijk spin-offs kunnen opleveren voor de volledige groep. De activiteiten van DBE, in combinatie met de expertise van GeoSea en Tideway op het vlak van offshore windenergie, maken van DEME een speerpunt voor toekomstige doorbraken en initiatieven in het domein van hernieuwbare energie. Dankzij synergieën tussen de verschillende disciplines, het centrale competentiecentrum en de financiële engineeringafdeling, die onder meer projectfinancieringen coördineert, ontwikkelde DEME als all-in dienstverlener oplossingen voor complexe offshore infrastructuurprojecten. Gebruik makend van deze competenties kan DEME bovendien een actieve rol spelen in de langetermijn ontwikkeling en planning van kustbescherming langs de Belgische kust, het zogenaamde 'Vlaamse Baaien’-plan. Daarnaast werkt DEME ook mee aan onderzoeksprojecten, bijvoorbeeld om nieuwe systemen te ontwikkelen die elektriciteit opwekken uit golfenergie, zoals het FLANSEAproject, dat wordt gesponsord door het IWT, het Vlaamse Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie. Om haar kernactiviteiten te ondersteunen zette DEME, in het kader van een partnerschap, het nieuwe CTOW (Combined Marine Terminal Operations Worldwide) op. Deze onderneming verleent mariene diensten, in de ruimst mogelijke zin, aan uitbaters van zeeterminals en laat zo toe om ook stroomopwaarts diensten te verlenen in synergie met de competenties van DEME.
Vooruitzichten 2011 Voor 2011 verwacht DEME, mede dankzij een aanhoudend sterke vraag in de markt, een activiteitsgraad en resultaten in lijn met 2010. De geografische spreiding van het orderboek en het feit dat alle specialisaties van de groep bijdragen aan het resultaat, ondersteunen het vertrouwen in de goede perspectieven op middellange termijn.
25
B o u w, b a g g e r e n c o n c e s s i e s
Algemene Aannemingen Van Laere
26
Als algemeen aannemer actief in diverse sectoren is Van Laere reeds decennialang een belangrijke speler in de Belgische bouwsector. Van Laere voert bouwwerken uit voor zowel private als publieke opdrachtgevers en heeft ervaring in PPS-projecten (Publiek Private Samenwerking).
Deelnemingspercentage AvH: 100% A.A. Van Laere NV www.vanlaere.be
(¤ 1.000) Omzet
2010
2009
2008
116.175
161.044
135.590
Nettoresultaat
452
-1.448
2.411
Nettocashflow
2.422
591
4.332
Eigen vermogen (deel groep)
32.972
32.337
34.085
Netto financiële positie
10.139
15.823
21.299
Balanstotaal
80.985
93.208
85.697
466
524
542
Personeel
Operationeel overzicht 2010 2010 was een moeilijk jaar door de terugval die de bouwsector - en in het bijzonder het segment van de grotere bouwprojecten waarin Van Laere actief is - gekend heeft. De groep Van Laere slaagde er echter in een licht positief resultaat te realiseren. De lagere omzet en marge bij Algemene Aannemingen Van Laere werd gecompenseerd door de positieve resultaten van dochterbedrijven Groupe Thiran, Anmeco en Arthur Vandendorpe. Een aantal prestigieuze projecten werden in 2010 met de nodige luister opgeleverd en geopend. Het Shopping Center ‘K in Kortrijk’ (project in tijdelijke vereniging) is een binnenstedelijk project bestaande uit een winkelcentrum, een ondergrondse parking en appartementen. Ook het project De Singel (eveneens in tijdelijke vereniging) te Antwerpen werd in 2010 in gebruik genomen en is niet alleen qua architectuur, maar ook op technisch vlak een bijzondere realisatie. In het kader van het project President in Luxemburg is een gerechtelijke procedure aan de gang. Hiervoor werden geen provisies aangelegd. In het kader van een diversificatie van de activiteiten bouwt Van Laere niet alleen onder- en bovengrondse parkings, maar exploiteert ze deze sinds kort ook. Zo werd te Mechelen een DBFMO (Design, Build, Finance, Maintenance and Operate)-opdracht in de wacht gesleept voor de ondergrondse parking Schuttersvest. Daarnaast werd ook de bouw van ondergrondse parkings te Roeselare en Anderlecht in de tweede helft van het jaar opgestart. De samenwerking met Leasinvest Real Estate werd verdergezet, met o.a. de start van de bouw van het nieuwe Rijksarchief te Brugge. Ook dit PPS-project omvat alle DBFMO aspecten. Van Laere speelt hier de rol van ontwikkelaar en uitvoerend aannemer, maar zal ook instaan voor de exploitatie van de parking. Leasinvest Real Estate neemt de terbeschikkingstelling op lange termijn aan de Regie der Gebouwen van het Rijksarchief voor haar rekening. Het geklasseerde Rode Kruisgebouw zal volledig volgens de regels der kunst gerestaureerd worden door Arthur Vandendorpe. Op het vlak van burgerlijke bouwkunde werd in 2010 begonnen met een paar grote projecten. In opdracht van Tuc Rail werden twee grote werken voor de aanleg van het GEN/RER (Gewestelijk Express Net) in en rond Brussel opgestart, met name te Braine l'Alleud (in tijdelijke vereniging) en Hoeilaart. In Evere is de bouw van de tunnel Leopold III - laan ter hoogte van de NATO (project in tijdelijke vereniging) van start gegaan. Technische innovatie behoort zonder twijfel tot de succesfactoren van Van Laere. Zo werd het unieke ‘Aqua-Shell capping beam system’ voor de bouw en renovatie van kaaimuren bekroond met de Innovation Award 2010. De prijs wordt toegekend door specialisten van het WTCB en de Confederatie Bouw.
Van links naar rechts: Geert De Kegel, Peter Veegaete, Jean Marie Kyndt, Natalie Verheyden, Jan Bettens, Kristof D’heedene, Rudi De Winter
27
K in Kortrijk
Leopold III tunnel
Airport Plaza
Anmeco
Groupe Thiran
Anmeco heeft een positieve bijdrage geleverd tot het resultaat, dankzij haar handelsmerk van unieke staalstructuren met hoge moeilijkheidsgraad. De overkapping van het binnenplein van het Scheepvaartmuseum te Amsterdam is een mooi voorbeeld van het vakmanschap, net zoals de luifel op het Europakruispunt te Brussel. Verder voerde Anmeco ook diverse staalconstructieopdrachten uit in opdracht van wegenbouwaannemers.
Groupe Thiran is als algemeen aannemer hoofdzakelijk actief in Wallonië en Brussel en heeft opnieuw een positief jaar achter de rug. Vermeldenswaard zijn de projecten ‘Clinique d'Ottignies’, het ‘Home Reine Fabiola’ te Oudergem en het appartementencomplex voor Immolux te Dinant. Ook het orderboek van Thiran is behoorlijk gevuld voor 2011.
Vooruitzichten 2011 Arthur Vandendorpe Ook in 2010 heeft Vandendorpe, actief in de niche van restauratiewerken, positief bijgedragen tot het resultaat en blijft deze dochteronderneming mooie synergieën bieden met Van Laere. Vermeldenswaard zijn o.a. de restauratiewerken Volkstheater en Sint-Michielskerk te Gent, de onderwijzerswoning te Zedelgem en de projecten La Palma, St. Petrus en Pauluskerk en de Kapucijnenkerk te Oostende. Het orderboek is reeds behoorlijk gevuld voor 2011. De restauratie van het Rode Kruisgebouw in opdracht van Van Laere (PPS project Rijksarchief Brugge) maakt hiervan een belangrijk deel uit.
De markt kent een voorzichtige heropleving, waardoor de orderportefeuilles van Van Laere en haar dochterondernemingen voor 2011 reeds beter gevuld zijn. Bovendien zijn er een aantal grote aanbestedingen in 2011 waarvoor Van Laere als kandidaat voor deelname aan de aanbesteding werd geselecteerd. Van Laere is voorzichtig optimistisch voor de evolutie in 2011.
B o u w, b a g g e r e n c o n c e s s i e s
Rent-A-Port Van links naar rechts: Marcel Van Bouwel, Geert Dom, Marc Stordiau, Valentijn Maussen, Lutgart Devillers
28
Rent-A-Port ontwikkelt havenprojecten op basis van de havengerelateerde en logistieke knowhow van de Vlaamse havens en van de knowhow van maritieme structuren in de Noordzee.
In 2010 heeft Rent-A-Port haar positie verstevigd in een aantal belangrijke havenconcessies, met daarbij telkens een sterke focus op consultancy, port engineering en havenmanagement. Het geconsolideerde resultaat van Rent-A-Port was in 2010 echter negatief, als gevolg van de beslissing om de offshore mijnbouwactiviteiten in Liberia stil te leggen en deze concessie niet verder uit te baten. Andere projecten en concessies leverden positieve resultaten op en zijn ook naar de toekomst hoopgevend. In Nigeria werd de concessie van de O.K. Free Trade Zone in Ogun en Ondo State verder ontwikkeld. Er werden een aantal initiatieven opgezet om een positieve benadering van het project door de lokale bevolking te bewerkstelligen. In Oman heeft Rent-A-Port in een nauw partnership met de Haven van Antwerpen, Consortium Antwerp Port genoemd, een manage-
Deelnemingspercentage AvH: 45% Rent-A-Port NV www.rentaport.be
(¤ 1.000)
2010
2009
2008
Omzet
6.106
7.153
5.876
EBITDA
-1.449
-1.912
2.134
EBIT
-5.453
-2.518
1.730
Nettoresultaat
-3.761
105
3.013
Nettocashflow
-88
75
3.125
3.346
5.288
5.450
Eigen vermogen (deel groep) Netto financiële positie
-8.836
-6.802
-2.126
Balanstotaal
21.729
22.171
17.118
15
16
10
Personeel
Haven van Duqm (Oman)
mentcontract en een havenconcessie voor 28 jaar onderhandeld voor de haven van Duqm. Deze concessie behelst niet alleen het beheer van de nieuwe haven, maar ook de ontwikkeling van een enorme industriële zone, waarvan de eerste fase 2.000 hectare telt. Samen met de Vlaamse overheid (‘Departement Mobiliteit & Openbare Werken: Dienst Maritieme Toegang’) wordt er thans in Duqm een loodsdienst opgericht. In Vietnam is het project Dinh Vu goed geëvolueerd, o.a. dankzij de opstart in 2011 van de nieuwe diepzeehaven van NoordVietnam (het project ‘Lach Huyen’), in het verlengde van het Dinh Vu schiereiland. De nieuwe haven van Lach Huyen zal de strategische ligging van het Dinh Vu schiereiland nog bevestigen en de ontwikkelingskracht van het Rent-A-Port project versterken. In Qatar werden interessante havenstudies uitgevoerd en haveninstallaties gesuperviseerd (o.a. in Doha en Messaied). In december 2010 werd een nieuwe zusterfirma, Rent-A-Port Energy, opgericht waarin de knowhow en het beheer van concessies inzake windmolenparken van Rent-A-Port zal gebundeld worden. Rent-A-Port Energy zal op actieve wijze deelnemen en bijdragen leveren als aandeelhouder van Otary NV. Deze nieuwe Belgische vennootschap zal fungeren als kenniscentrum en exportmotor van de Belgische knowhow inzake concessies van offshore windmolenparken.
NMP
Nationale Maatschappij der Pijpleidingen (NMP),
29
oorspronkelijk opgericht door de Belgische Staat, is gespecialiseerd in de realisatie en het beheer van pijpleidingen voor het vervoer van industriële gassen en van producten voor de petrochemische industrie.
Pijpleidingen vormen strategische, betrouwbare, veilige en milieuvriendelijke aanvoerlijnen voor de petrochemie en zijn onontbeerlijk voor haar verankering in België. Als beheerder van een pijpleidingennetwerk van 700 km draagt NMP hiertoe bij. Zoals verwacht werden in 2010 geen uitbreidingen aan het netwerk gerealiseerd en werden evenmin belangrijke aanpassingswerken uitgevoerd. Wel werden de voorbereidingen opgestart voor het uitvoeren van een inline inspectie op de propyleen- en ethyleenleidingen tussen Antwerpen en Feluy (voorzien in 2011 en 2012) en de daarbij noodzakelijke aanpassingen aan de leidingen. Besprekingen met betrekking tot een mogelijk uitbreidingsproject in de Antwerpse havenzone zijn recent opgestart, en zouden op termijn aanleiding kunnen geven tot een behoorlijke stijging van de inkomsten van NMP. Een uitgesteld aanpassingsproject in Geel wordt terug actueel en zou in 2012 uitgevoerd worden. Verder worden een aantal potentiële projecten nader bekeken. Het resultaat over boekjaar 2010 ligt in de lijn van de verwachtingen. Voor 2011 wordt een gelijkaardig resultaat verwacht.
Deelnemingspercentage AvH: 75% Nationale Maatschappij der Pijpleidingen NV
(¤ 1.000)
2010
2009
2008
Omzet
12.321
12.803
13.548
EBITDA
4.367
4.519
5.205
EBIT
2.542
2.656
3.500
Nettoresultaat
1.973
2.126
15.500(1)
Nettocashflow
3.798
3.989
17.205
Eigen vermogen (deel groep)
27.704
27.113(2)
50.028
Netto financiële positie
12.393
9.879(2)
30.742
Balanstotaal
46.463
47.739
72.074
5
5
5
Personeel
Meerwaarden op verkoop dochteronderneming: € 12 mio (2) Na uitbetaling dividend van € 25 mio (1)
30
Segment
Va s t g o e d e n aanverwante diensten
Jaarverslag 2010
Vastgoed en aanverwante diensten
32
Alle participaties van het segment vastgoed en aanverwante diensten realiseerden in 2010 een positieve bijdrage tot het groepsresultaat. De totale bijdrage steeg hierdoor tot 8,6 miljoen euro.
Extensa - Tour & Taxis
Extensa AvH 100% Extensa is een vastgoedontwikkelaar met focus op residentiële en gemengde projecten in België, het Groothertogdom Luxemburg, Oost-Europa en Turkije.
Leasinvest Real Estate (LRE) AvH 30% De beursgenoteerde bevak LRE beheert vastgoed in kantoren, logistieke en retailgebouwen in België en het Groothertogdom Luxemburg.
33
Leasinvest Real Estate - Canal Logistics
Financière Duval - Les Eleis Cherbourg
Anima Care - Haut-Ittre
Financière Duval AvH 39%
Cobelguard AvH 40%
Anima Care AvH 100%
Financière Duval is een multidisciplinaire Franse vastgoedgroep met activiteiten in promotie en bouw, toerisme, gezondheid en parkings.
Cobelguard is een bewakingsfirma gespecialiseerd in statische en mobiele bewaking, winkeldiefstalpreventie, technische alarmpermanentie en veiligheidsadvies.
Anima Care legt zich toe op de zorg- en gezondheidssector in België en focust op het hogere marktsegment van seniorenhuisvesting en -zorg.
Va s t g o e d e n a a n v e r w a n t e d i e n s t e n
Leasinvest - Extensa
34
De AvH-groep is actief in • vastgoedbeheer, via Leasinvest Real Estate (LRE): een beursgenoteerde bevak met een vastgoedportefeuille ter waarde van 494 miljoen euro geïnvesteerd in kantoren, logistieke en retailgebouwen in België en het Groothertogdom Luxemburg; • vastgoedontwikkeling via Extensa met zowel residentiële verkavelingen als gemengde ontwikkelingen in België, het Groothertogdom Luxemburg, Oost-Europa en Turkije.
De AvH-groep bezit in totaal 1.204.102 aandelen (30,0%) van de beursgenoteerde bevak Leasinvest Real Estate, waarvan 29,3% rechtstreeks via Extensa Group. LRE droeg in 2010 5,0 miljoen euro (t.o.v. 5,9 miljoen euro over 2009) bij tot het resultaat van AvH. Nadat de voorbije jaren aanzienlijke provisies waren genomen als gevolg van de wereldwijde vastgoedcrisis, leverden de ontwikkelingsactiviteiten van Extensa in 2010 terug een bescheiden positief resultaat van 1,2 miljoen euro (-7,8 miljoen euro in 2009). Dit resultaat is voornamelijk afkomstig van de verkavelingactiviteit. Op de in aanbouw zijnde appartementen werden de eerste winsten erkend. Het geconsolideerd eigen vermogen van Extensa Group bedroeg 124,8 miljoen euro (117,7 miljoen euro in 2009), rekening houdend met een achtergestelde lening van AvH ten bedrage van 13,9 miljoen euro. De netto financiële schulden zijn gedaald tot 75,3 miljoen euro eind 2010 (83,9 miljoen euro op het einde van het boekjaar 2009).
Operationeel overzicht 2010 Extensa Group Voor de verkavelingprojecten te Kontich 'Groeningen' (499 wooneenheden) en Leuven 'Parkveld' (62 wooneenheden) werd reeds in 2009 een aanvraag tot vergunning ingediend. De uitspraken van respectievelijk de Raad van State en de Raad voor Vergunningsbetwistingen hieromtrent worden nog steeds afgewacht. In de loop van het jaar werd een verkavelingvergunning verkregen voor fase 2 in het project 'De Nieuwe Heide' te Hasselt evenals een gewijzigde verkavelingvergunning voor fase 1 van het project 'De Lange Velden' te Wondelgem. De wegenis- en infrastructuurwerken van de tweede fases van deze projecten werden intussen voorlopig opgeleverd. In 2010 werden verschillende projectgronden doorverkocht: GentWondelgem (6,3 miljoen euro), Herent (1,5 miljoen euro) en HasseltKuringen (1,2 miljoen euro). In het stadsontwikkelingsproject 'CederPark' te Hasselt werd de bouw van fase 1 (21 appartementen en 25 woonhuizen) volop voortgezet. De helft van het aantal wooneenheden werd verkocht en de eerste woningen evenals de ondergrondse parking werden voorlopig opgeleverd. In het binnenstedelijk project 'De Munt' te Roeselare werd een deel van de bouwwerkzaamheden van fase 1 voorlopig opgeleverd en werd inmiddels gestart met de bouwwerkzaamheden van de grote ondergrondse parking (550 parkingplaatsen) en van een tweede residentiële fase. In fase 1 werden 32 van de 38 appartementen verkocht en werd 71% van de retailoppervlakte verhuurd. Verder werd een bouwvergunning verkregen voor fase 3 van het project voor de De Munt - Roeselare
Van links naar rechts: Laurent Jacquemart, Ward Van Gorp, Kris Verhellen
35
Cederpark - Hasselt
bouw van 4.987 m² appartementen en 2.374 m² retailoppervlakte. Het project zal in totaal 134 appartementen en 8.634 m² retail tellen. In 2010 werden eveneens een aantal nieuwe ontwerpen van projecten uitgewerkt op gronden in portefeuille van Extensa, zoals o.a. een appartementsgebouw (45 units) in Zwijndrecht, een appartementsgebouw (32 units) in Schilde en een verkavelingproject (40 loten) in Edegem. Ook werd in het begin van het jaar het filiaal Immobilière du Cerf (50%) opgericht ten einde een residentieel project te ontwikkelen op 8 ha grond in de gemeenten La Hulpe en Rixensart. Eind 2010 werd dan weer een samenwerkingsverband opgezet tussen Extensa, DEC (DEME) en BPI (CFE) onder de benaming ‘Terrenata’ met het oog op de sanering en herontwikkeling van brownfield sites. Nadat het Brussels Gewest op 23 april 2009 in een besluit de Stad Brussel heeft opgedragen om binnen de drie jaar een bijzonder bestemmingsplan goed te keuren voor de site van Tour & Taxis (totaal bouwvolume 370.000 m²), werd op 17 februari 2010 de in oktober 2007 ingediende aanvraag tot bouwvergunning afgeleverd (voorlopig beperkt tot 218.000 m²). In maart 2010 werd een bijkomende aanvraag tot bouwvergunning ingediend voor een nieuw op te richten passief kantoorgebouw van 16.725 m² dat zal verhuurd worden aan het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM). Deze vergunning heeft eveneens betrekking op een nieuw te bouwen ondergrondse publieke parking van 249 plaatsen. Er wordt verwacht dat deze vergunning in 2011 zal verkregen worden, waarna de bouw kan starten.
Bomonti - Istanbul
Deelnemingspercentage AvH: 100% Groep Extensa - Leasinvest Real Estate www.extensa.be
2010
2009
2008
Vastgoedinvesteringen & -leasings
48,5
58,1
58,0
Grondontwikkeling
16,2
17,7
17,2
Vastgoedprojecten
53,3
52,7
47,5
Leasinvest Real Estate (LRE)(1)
80,9
80,7
77,6
(¤ mio) Balans
Andere activa
42,8
17,5
36,4
Totaal actief
241,7
226,7
236,7
124,8
117,7
119,3
97,7
88,2
98,4
Eigen vermogen (deel groep)(2) Financiële schuld
(3)
Andere passiva
19,2
20,8
19,0
Totaal passief
241,7
226,7
236,7
Contributie AvH-resultaat
2010
2009
2008
LRE (incl LREM)
5,0
5,9
6,4
Extensa
1,2
-7,8
-1,7
(1) Aantal aandelen 1.173.866 (29,3%) (2) Inclusief achtergestelde lening van € 13,9 mio vanwege AvH-groep (3) Netto financiële schuld: € 75,3 mio (2010), € 83,9 mio (2009), € 80,2 mio (2008)
Va s t g o e d e n a a n v e r w a n t e d i e n s t e n
36
Tour & Taxis - Brussel
De Stad Luxemburg (Groothertogdom) keurde in juli 2010 het masterplan (Plan d'Aménagement Particulier - PAP) voor de ontwikkeling van de site ‘Grossfeld’ goed. Dit plan werd in november 2010 definitief en uitvoerbaar en het laat een gemengde ontwikkeling van ongeveer 400.000 m² toe (o.a. voor woningen, kantoren, shopping, hotel). Op basis van dit masterplan zullen in 2011 bouwvergunningen worden aangevraagd voor een eerste fase van appartementsgebouwen. De ontwikkelingsvennootschap Grossfeld PAP (50%) is een joint venture met de Luxemburgse familiale groep Promobe Participations. In het 'Extensa Business Park' in Trnava, Slowakije (Top Development, Extensa 50%) werden verschillende percelen verkocht (onder andere ten behoeve van een McDonalds drive in). In 2010 konden de reeds geopende retailparken uit het Belrompartnership in Roemenië zich stabiliseren. Daardoor dienden geen verdere provisies te worden aangelegd voor de huurgarantie op het al verkochte retailpark (53.000 m2) in Targu Mures (Extensa 30%) en kon de waardering van het retailpark (51.500 m2) in Focsani (Extensa 20%) behouden blijven. Extensa Romania (100%) werd opgericht in december 2007 en treedt op als projectontwikkelaar voor twee joint ventures waarin Extensa Group voor 50% participeert. Voor het kantoorgebouw (24.000 m2) op een zichtlocatie in de wijk Pipera van Boekarest werd in het derde kwartaal van 2010 een bouwvergunning verkregen. De oude bestaande gebouwen werden inmiddels volledig gesloopt. Voor het residentieel project in Arad, een stad in het noordwesten van Roemenië, wordt een aangepaste vergunning, op basis van de veranderde marktomstandigheden, verwacht in 2011. Extensa Istanbul (50%) heeft eind 2009 de bouwvergunning ontvangen voor het project 'Bomonti Apartman' gelegen in het centrum
van Istanbul. De bouwwerken begonnen in het eerste kwartaal van 2010 en de oplevering is voorzien in het tweede kwartaal 2011. Eind 2010 waren al 48% van de appartementen op plan verkocht. Voor het project ‘Bomonti Studyo’, dat bestaat uit 114 appartementen, werd eind oktober 2010 een bouwvergunning verkregen. De start van de werf is voorzien voor Q1 2011. Uit de Belgische vastgoedinvesteringsportefeuille (50,8 miljoen euro, 14 gebouwen per eind 2009) werden in 2010 naast het prestigieuze pand aan de Tervurenlaan 72 te Brussel (aan Delen - Private Bank) ook enkele kleine gebouwen verkocht. De portefeuille investeringsgebouwen verminderde daardoor tot 40,5 miljoen euro. De belangrijkste activa, het Koninklijk Pakhuis en het Openbaar Pakhuis van Tour & Taxis en het kantoorgebouw Researchdreef in Anderlecht, zijn quasi volledig verhuurd, met een resterende gemiddelde contractuele huurperiode van meer dan 3 jaar. Daarnaast bezit Extensa nog een participatie in Retail Estates van 8,0 miljoen euro (7,3 miljoen euro eind 2009).
Van links naar rechts: Michel Van Geyte, Micheline Paredis, Jean-Louis Appelmans
Leasinvest Real Estate (LRE) Leasinvest Real Estate is actief in 3 markten, die elk op een andere manier door de economische conjunctuur beïnvloed worden. De Belgische kantorenmarkt werd nog steeds geconfronteerd met lage verhuringvolumes, lage huurprijzen en belangrijke leegstanden (> 11%). Ook de logistieke markt kende een moeilijk jaar als gevolg van de economische crisis. De retailmarkt bleef het daarentegen zeer goed doen. LRE realiseerde in 2010 een aantal belangrijke transacties: • In januari werd het kantoorgebouw gelegen te Zwijndrecht (Antwerpen) succesvol opgeleverd en vast verhuurd voor 15 jaar aan Cegelec NV; • In maart werd 100% van de aandelen van Canal Logistics NV verworven. Het project 'Canal Logistics', gelegen in Brussel (Neder-over-Heembeek) langs het kanaal, betreft een belangrijk en uniek logistiek project met 50.000 m2 opslag en 2.500 m2 kantoren, dat in 2 fases gebouwd wordt. De oplevering van de eerste fase gebeurde eind maart 2010 en de tweede fase is voorzien voor het tweede trimester van 2011. Voor de nog niet verhuurde eerste fase werd een huurgarantie van de verkoper/ projectontwikkelaar ontvangen tot maart 2011; • In juli werden in het kader van een dynamisch gebouwenbeleid 7 kantorengebouwen van het Axxes Business Park verkocht voor een bedrag van 44,4 miljoen euro; • In augustus werd 25% van het kantoorgebouw The Crescent (Anderlecht/Brussel) ter beschikking gesteld aan Agence et Messageries de la Presse, een overeenkomst die zal ingaan vanaf mei 2011. Eind 2010 was dit opgelopen tot 30%, wat bewijst dat dit pand goed gepositioneerd is in de markt;
Brixton - Zaventem
37
Deelnemingspercentage AvH: 30% Leasinvest Real Estate Comm. va www.leasinvest.be
(¤ 1.000) Nettoresultaat(1)
2010
2009
2008
14.266
18.380
22.833
Eigen vermogen (deel groep)
275.408 274.924 264.438
Vastgoedportefeuille (reële waarde)
493.900 537.518 563.234
Huurrendement (%)
7,41
7,48
7,27
Bezettingsgraad (%)
97,45
97,74
97,29
Netto-actief waarde (in €)
68,92
68,79
66,17
Slotkoers (in €)
63,36
58,97
48,05
4,10
4,00
3,80
Per aandeel:
Brutodividend (in €)
(1) T.e.m. 2007 eindigde het boekjaar van LRE per 30 juni. In 2008 kende LRE een verlengd boekjaar van 18 maanden.
Cegelec - Zwijndrecht
Va s t g o e d e n a a n v e r w a n t e d i e n s t e n
38
Montimmo - Luxemburg
Rijksarchief - Brugge
• In oktober werd het kantoorgebouw gelegen aan de Louizalaan 250 te Brussel verkocht voor 24,1 miljoen euro; • Eind 2010 werd met de bouw gestart van het nieuw Rijksarchief te Brugge, dat in 2009 toegewezen werd aan het consortium Algemene Aannemingen Van Laere - LRE. Leasinvest Real Estate zal dit project pas overnemen na de oplevering, voorzien eind 2012, en dan voor 25 jaar vast verhuren aan de Regie der Gebouwen.
Gedurende de laatste twee trimesters van 2010 werden de gemiddelde looptijden van de bankkredieten en rente-indekkingen anticipatief verlengd. Hierdoor blijft enerzijds de kredietverstrekking verzekerd voor een langere periode en zullen anderzijds de renteverhogingen een lager nadelig effect op de te betalen rentekosten hebben. Eind 2010 bedroeg de reële waarde ('fair value') van de geconsolideerde vastgoedportefeuille, inclusief de projectontwikkelingen, 494 miljoen euro (tegenover 538 miljoen euro per 31.12.09). De 8,2% daling is vnl. het gevolg van de verkoop van het Axxes Business Park en het kantoorgebouw Louizalaan 250 en van afwaarderingen op het gebouw The Crescent en op de eerste fase van 'Canal Logistics'. Deze vastgoedportefeuille bestond uit 56% kantoren, 24% logistieke en 20% retail ruimten en was gespreid over 37 gebouwen in België (55% op basis van de reële waarde van de portefeuille) en 15 gebouwen in Luxemburg (45%). De gemiddelde 'duration' van de portefeuille bedroeg 3,8 jaar (2009: 3,9 jaar). De bezettingsgraad (inclusief de huurgarantie op de eerste fase van 'Canal Logistics' bleef constant op 97,45% (2009: 97,74%). Het huurrendement op de reële waarde bedroeg 7,41% (2009: 7,48%). Per 31.12.10 bedroeg het eigen vermogen (aandeel groep) 275,4 miljoen euro. Het geherwaardeerde netto actief was 68,92 euro per aandeel op basis van de reële waarde van het vastgoed (68,79 euro per 31.12.09). De financiële schulden per 31.12.10 daalden door de hogervernoemde verkopen tot 220 miljoen euro (255 miljoen euro per 31.12.09). Daardoor zakte de schuldgraad (berekend volgens
LRE is zich bewust van de groeiende bezorgdheid naar duurzaamheid van haar gebouwen en neemt waar mogelijk energiebesparende maatregelen. Voorbeelden hiervan zijn de levering van groene stroom (AlpEnergie, 2009), het opwekken van stroom door zonneceltechnologie op het dak van een logistiek centrum (Wommelgem, 2009) en de plaatsing van een groen (regenwaterabsorberend) dak (Canal Logistics, 2010). LRE: Portefeuille per type 13% n Kantoren Brussel n Kantoren Luxemburg n Kantoren Mechelen n Kantoren Antwerpen n Logistiek België n Logistiek Luxemburg n Retail België n Retail Luxemburg
5% 4%
21%
2%
21%
28%
6%
39
The Crescent - Anderlecht
The Crescent - Anderlecht
KB 21.06.06) tot 44,13% (47,61% per 31.12.09). Het balanstotaal van LRE per 31.12.10 bedroeg 514,0 miljoen euro (2009: 552,1 miljoen euro). De huuropbrengsten kenden een lichte daling over het boekjaar 2010 door de verkopen tijdens 2010 tot 38,4 miljoen euro (39,2 miljoen euro per 31.12.09). LRE sloot haar boekjaar 2010 af met een nettoresultaat (aandeel groep) van 14,3 miljoen euro (18,4 miljoen euro per 31.12.09), hetzij 3,57 euro per aandeel (4,60 euro per 31.12.09). Het netto-courant resultaat bedroeg 22 miljoen euro en was vergelijkbaar met dat in 2009. De koers van het LRE-aandeel schommelde in het kalenderjaar 2010 tussen 56,66 euro en 68,89 euro. De slotkoers op het einde van het jaar bedroeg 63,36 euro. Het brutodividend per aandeel over het boekjaar 2010 zal 4,10 euro bedragen, wat een dividendrendement (op basis van de slotkoers) opleverde van 6,47% (boekjaar 2009: 6,78%).
Vooruitzichten 2011
Na het afsluiten van het boekjaar werd er in januari 2011 in het retailpark te Nossegem (Zaventem) de huurovereenkomst met hoofdhuurder Redevco Belgium NV vroegtijdig verbroken. LRE verhuurt sindsdien dit uitstekend gelegen retailgebouw rechtstreeks aan bekende retailers zoals Brico, Leenbakker, Blokker en Tony Mertens.
Bij Extensa moet de verdere verkoop van centraal gelegen appartementen (voornamelijk Istanbul, Roeselare, Hasselt) in aanbouw en van reeds vergunde bouwgronden in belangrijkere mate bijdragen tot het resultaat van 2011. De aanvang van de concrete realisatie van nieuwbouwprojecten, zowel op de site Tour & Taxis in Brussel als Grossfeld in Luxemburg, kunnen de resultaten verder positief beïnvloeden. In 2011 heeft Leasinvest Real Estate belangrijkere opzegmogelijkheden van huurcontracten dan in 2009 en 2010, die kunnen resulteren in een lagere bezettingsgraad indien deze panden niet opnieuw verhuurd zouden worden. LRE blijft voorstander van een constante proactieve commerciële aanpak naar de huurders toe om zodanig leegstand te beperken. De economische conjunctuur kende eind 2010 hoopvolle tekenen van verbetering. Gezien de vastgoedmarkt laatcyclisch is en gemiddeld 18 maanden achterloopt op de economische evolutie is de herneming van de vastgoedmarkt maar ten vroegste te voorzien vanaf 2012. De impact van de financiële en economische crisis kan echter leiden tot verdere negatieve variaties in de reële waarden van vastgoedbeleggingen en financiële activa. LRE zal zich blijven focussen op een dynamisch beheer van haar gebouwenportefeuille, wat kan resulteren in verdere vervreemding van bestaande gebouwen enerzijds en het vinden van geschikte vervangingsinvesteringen anderzijds.
Va s t g o e d e n a a n v e r w a n t e d i e n s t e n
Financière Duval
40
Financière Duval is een multidisciplinaire vastgoedgroep in Frankrijk die zowel haar privé- als publieke klanten een totaalaanbod in het vastgoed wil leveren, van het zoeken van terreinen tot de uitbating van gebouwen, promotie/bouw en andere vastgoeddiensten.
Financieel overzicht 2010 Zoals verwacht werd 2010 een overgangsjaar voor de groep Financière Duval in een omgeving die nog steeds beïnvloed werd door de economische crisis. Desondanks is de groep erin geslaagd haar posities in de verschillende activiteiten te versterken. De omzet steeg van 308 miljoen euro tot 321 miljoen euro en het nettoresultaat bedroeg 3,2 miljoen euro (tegenover 3,7 miljoen euro in 2009). In lijn met haar strategie heeft de groep haar vastgoedportefeuille versterkt en de recurrente omzet doen stijgen tot 75% van de totale omzet (tegenover 70% in 2009). AvH heeft in het vierde kwartaal haar participatie via een kapitaalverhoging verhoogd tot een co-controle positie (50/50 van 78,37%) naast de stichter-CEO Eric Duval, om zo de verdere uitbouw van de groep te ondersteunen.
Operationeel overzicht 2010 Vastgoedactiviteiten (Promotie en bouw; Beheer; Parkings) CFA (Financière Duval 85%) is een bekende promotor in de sector van het commerciële en professionele vastgoed en focust op de aanleg van stadscentra, winkelcentra, activiteitenparken, ondernemingsvastgoed en publiek-private samenwerkingen. Daarnaast ontwikkelt de groep activiteiten in projectmanagement (ALAMO) en treedt zij op als algemeen aannemer van sleutel-op-de-deur bouwwerken (MCG). De afwachtende houding van investeerders en banken in een moeilijke economische markt hebben een rem gezet op de activiteiten en hebben opnieuw voor vertragingen gezorgd in de pool 'Promotie en bouw'. Hierdoor is de omzet nog niet terug op het niveau voorafgaand aan de crisis en bedroeg deze 72 miljoen euro in 2010, in vergelijking met 70 miljoen euro in 2009. De projectportefeuille kon echter wel versterkt worden en bedroeg ongeveer
900 miljoen euro eind 2010. 2011 zou gekenmerkt moeten worden door een stijging van de omzet van de pool 'Promotie en bouw'. Yxime (Financière Duval 95,1%) is een vastgoedbeheerder die meer dan 4.500.000 m2 kantoorgebouwen en magazijnen in Frankrijk beheert. In een context van sterke concurrentie, daling van de indexen en hernieuwde huurcontracten aan lagere prijzen, is Yxime erin geslaagd haar marktaandeel te behouden en nieuwe klanten binnen te halen. De onderneming realiseerde in 2010 een omzet van 20 miljoen euro (tegenover 24 miljoen euro in 2009). Sinds juli 2010 is Yxime ISO 9001 gecertificeerd in property en facility management en bevestigt hiermee haar positie als een van de leiders in de Franse markt. ParkA’ baat in Parijs 12 parkings uit, met in totaal 5.200 parkeerplaatsen, en is daarmee de vierde grootste parkinguitbater in Parijs. Op het domein van de geautomatiseerde drooghavens is de piloot-site in Marseille in het zuiden van Frankrijk in volle ontwikkeling. Deze nieuwe activiteit 'Port à sec' wekt veel interesse op in binnen- en buitenland, maar deze contacten nemen tijd om geconcretiseerd te worden.
Uitbatingsactiviteiten (Toerisme; Sport en vrije tijd; Gezondheid) Odalys (Financière Duval 75%) is de belangrijkste onderneming in de groep en beheert en commercialiseert vakantiewoningen en residentiële recreatieparken. Als de tweede grootste beheerder van vakantiewoningen in Frankrijk heeft Odalys in 2010 de symbolische kaap van 100.000 bedden overschreden en heeft ze 2 miljoen klanten ontvangen in 283 residenties in Frankrijk, Spanje en Italië. De omzet is met 10% gestegen van 157 miljoen euro tot 163 miljoen euro. Odalys blijft haar strategie verderzetten om haar aanbod in alle segmenten uit te breiden en aan te sluiten bij de top van het gamma. Odalys City ontwikkelt residenties in het stadscentrum van Straatsburg en Dijon en Odalys Campus opent in 2012 haar eerste residentie voor studenten in Marseille. In totaal zullen 4.000 extra bedden uitgebaat worden vanaf het eerste trimester van 2011 en 5.000 bedden vanaf 2012, wat een groei van 10% betekent. Les Nouveaux Golfs de France (NGF Golf, Financière Duval 100%) baat sinds begin 2011 27 golfterreinen uit (22 in 2009). Een ongewoon langdurige sneeuw op de terreinen, een daling van de consumptie en een regenseizoen hebben een sterke impact gehad op het gebruik van de terreinen en verklaren de daling van de resultaten. De overname van vier prestigieuze golfterreinen vlakbij Parijs en de focus op de commerciële ontwikkeling zouden NGF Golf moeten toelaten geleidelijk terug het niveau van haar vroegere resultaten te behalen. Residalya (Financière Duval 93,6%) ontwikkelt en beheert rust- en verzorgingstehuizen en heeft een capaciteit van 1.102 bedden ver-
Eric Duval
41
Palais des Congres - Antibes
deeld over 18 rusthuizen. De omzet is gestegen van 33 miljoen euro tot 37,7 miljoen euro. Gedurende het ganse jaar heeft Residalya bevredigende bezettingsgraden genoteerd. De opening van Besançon - de eerste residentie ontstaan door interne groei - is in zeer goede omstandigheden gebeurd. Residalya zet haar politiek van renovatie en uitbreiding verder.
Vooruitzichten 2011 Ondanks de huidige onzekere economische situatie en een risico op een zwakke groei, inflatiegolven en hogere rentevoeten, verwacht Financière Duval een globale verbetering van haar activiteiten in 2011. De groep, waarvan de structuur inmiddels vastligt, heeft geen plannen voor externe groei. Ze zal focussen op interne en organische groei in alle activiteiten en de niche-activiteiten in de vastgoedpool verder ontwikkelen. De groep streeft er ook naar de intrinsieke rentabiliteit van alle activiteiten te verbeteren en de schuldgraad te verminderen.
Toulouse
Deelnemingspercentage AvH: 39,2% Financiere Duval sas www.financiereduval.com
2010
2009
2008(1)
Omzet
321.324
308.307
318.260
EBITDA
21.906
21.008
23.560
EBIT
11.677
12.149
16.198
(¤ 1.000)
Nettoresultaat
3.230
3.682
5.241
Nettocashflow
14.968
14.013
15.278
Eigen vermogen (deel groep)(2)
94.759
83.264
78.921
Netto financiële positie
-72.785
-81.592
-69.425
Balanstotaal
476.000
400.141
396.609
1.932
1.761
1.430
Personeel
(1) Exclusief Vacances Bleues, gedeconsolideerd in 2009 (2) Inclusief de achtergestelde lening van AvH in 2008 en 2009
Va s t g o e d e n a a n v e r w a n t e d i e n s t e n
Cobelguard Van links naar rechts: Stefan De Bock, Kathy Vandenborre, Denise Van Wanseele, Steven Van Doorne, Dirk Goethals, Katrien Neyrinck
42
Cobelguard Security is de grootste, Belgisch verankerde, bewakingsfirma, gespecialiseerd in de statische bewaking van roerende en onroerende goederen, mobiele bewaking, winkeldiefstalpreventie en technische alarmpermanentie en veiligheidsadvies.
Financieel overzicht 2010 In het afgelopen jaar realiseerde de Cobelguard groep opnieuw een belangrijke omzetgroei, zowel bij bestaande als bij nieuwe klanten. De omzet bedroeg 58,6 miljoen euro (versus 53 miljoen euro in 2009), wat een stijging betekende van meer dan 10%. Niettegenstaande een voortdurende druk op de marges kon Cobelguard - dankzij de schaalgrootte en een continue, nauwgezette opvolging van de kosten - zowel het operationeel resultaat (4,3 miljoen euro of een marge van 7,4%) als het nettoresultaat licht laten stijgen (tot 2,9 miljoen euro). Het geconsolideerd eigen vermogen bedroeg op het einde van het boekjaar 10,3 miljoen euro, voor een positieve netto financiële positie van 0,7 miljoen euro.
Deelnemingspercentage AvH: 39,6% Cobelguard NV
2010
2009
2008
Omzet
58.560
52.963
46.624
EBITDA
5.100
3.994
3.728
EBIT
4.318
3.162
3.025
Nettoresultaat
2.884
2.031
2.006
Nettocashflow
3.656
2.863
2.709
10.335
7.931
6.549
Eigen vermogen (deel groep) Netto financiële positie Balanstotaal Personeel
D&S Holding is de moedervennootschap van onder meer Cobelservices en Cobelguard. Cobelservices biedt specifieke diensten aan op het vlak van dag- en nachtreceptie, parkingboys, stewards, hostesses en aanverwante diensten. Cobelguard richt zich vooral op de bewaking van bedrijven, bioscopen, klein- en grootdistributie, havens, parkings, en op het toezicht op beurzen en evenementen. Daarnaast biedt Cobelguard interventie na alarm en mobiele bewakingsopdrachten (patrouille) aan. Cobelguard is tevens één van de marktleiders in België op het vlak van winkeldiefstalpreventie. Op 15 oktober 2010 richtte Cobelguard als hoofdaandeelhouder de coöperatieve vennootschap BeMARC - de nieuwe meldkamer op, samen met Michel Verstraelen en Yvan Huyghebaert. BeMARC staat voor ‘Monitoring and Alarm Receiving Center’ en zal in de loop van het tweede semester 2011 diensten aanbieden eigen aan een meldkamer en instaan voor technische permanentie van roerende en onroerende goederen, alsook voor technische processen. Als unieke speler opent BeMARC onder de vorm van de coöperatieve structuur een deel van haar kapitaal voor een selectie van geïnteresseerde partners. Dit maakt van BeMARC op vandaag een belangrijke challenger die met een hoogkwalitatieve dienstverlening wil bijdragen aan de verdere ontwikkeling van deze veelbelovende markt. In 2010 kenden de activiteiten van Cobelguard in het Groothertogdom Luxemburg een mooie groei. Bovendien zijn er veelbelovende nieuwe klanten voor 2011 in het vooruitzicht. Het voorbije jaar heeft Cobelguard sterk geïnvesteerd in haar Human Capital door specifieke bedrijfseigen trainingsprogramma's voor operationeel leidinggevenden, sterke carrièrebegeleiding voor het Junior Management en diverse retentie initiatieven.
www.cobelguard.be
(¤ 1.000)
Operationeel overzicht 2010
682
-2.317
-3.085
21.422
20.749
17.956
1.300
1.261
1.129
Vooruitzichten 2011 Cobelguard wil in 2011 de groeitrend van de laatste jaren voortzetten en haar marktaandeel op de Belgische en Luxemburgse markt versterken met respect voor een kwalitatieve dienstverlening en een extreme klantgerichtheid. Ook de professionele en commerciële uitbouw van de meldkamer BeMARC wordt een uitdaging. Technologie als differentiator staat centraal. Verder zal Cobelguard blijven creatief inspelen op opportuniteiten voor nieuwe diensten binnen de bewakingssector die zich zouden aandienen in binnen- en buitenland.
Anima Care Van links naar rechts: Ingrid Van de Maele, Johan Crijns
Anima Care legt zich toe op de zorg- en gezondheidssector in België en focust op het hogere marktsegment van de seniorenhuisvesting en -zorg. In de residentiële ouderenzorg investeert Anima Care zowel in de uitbating als in het vastgoed. Anima Care beschikt sinds begin februari 2011 over een portefeuille van 766 rusthuisbedden en serviceflats, waarvan 320 rusthuisbedden en 38 service flats in exploitatie.
Operationeel overzicht 2010 In 2010 realiseerden de bestaande 2 woonzorgcentra in Aalst en in Berlare een gevoelige verbetering van hun operationeel resultaat, dankzij een efficiënt beheer en een continu hoge bezettingsgraad. Daarnaast werden diverse overnamemogelijkheden onderzocht. Uiteindelijk werden 2 overnames succesvol afgerond, samen goed voor 90 woongelegenheden (waarvan 34 RVT-bedden). In juli verwierf Anima Care het woonzorgcentrum ‘Résidence du Peuplier’ in Haut-Ittre (49 bedden). In december werd de controle verworven over ‘Philemon & Baucis’ (41 bedden), een woonzorgcentrum voor zwaar zorgbehoevende senioren in Zoutleeuw. Anima Care verwierf ook terreinen in Haut-Ittre en Aalst die haar zullen toelaten de bestaande woonzorgcentra gevoelig uit te breiden en legde diverse waardevolle contacten voor toekomstige projecten.
Financieel overzicht 2010 Anima Care realiseerde in 2010 een positief nettoresultaat. Met het oog op de realisatie van haar projecten en ter financiering van de recente acquisities werd het kapitaal van Anima Care in 2010 verhoogd met 15,3 miljoen euro (waarvan 3,9 miljoen euro werd volstort) tot 20,3 miljoen euro. Daartegenover bedroegen de netto financiële schulden 8,4 miljoen euro per 31.12.10. Het feit dat Anima Care zich wil positioneren als kwaliteitsvolle speler in de markt van ouderenzorg en ook het vastgoed van haar rusthuizen in eigendom wenst te houden, verklaart voor een groot deel deze nettoschuldpositie. Door de nieuwe woonzorgcentra en de kapitaalverhoging nam het balanstotaal toe tot 28,2 miljoen euro in 2010.
Vooruitzichten 2011
43
Schaalvergroting is de belangrijkste sleutel om de winstgevendheid van Anima Care verder te verhogen. In 2011 zal Anima Care daarom actief verder werken aan haar expansie. Hiervoor zal zij niet enkel diverse overnamedossiers onderzoeken, maar ook investeren in de uitbreiding van 3 van haar bestaande woonzorgcentra. Anima Care rekent erop dit jaar met de bouw van een nieuw op te richten woonzorgcentrum met serviceflats (110 bedden) in Zemst te kunnen starten. Op 1 februari 2011 verwierf Anima Care het woonzorgcentrum ‘Clos du Trimbleu’ te Blegny. Dit woonzorgcentrum telt 47 bedden, waarvan 35 RVT-bedden. In 2011 zal ook de bouw van een nieuw woonzorgcentrum met een capaciteit van 120 bedden in het centrum van Blegny aangevat worden. Naast de focus op groei zal verder gesleuteld worden aan de verbetering van kwaliteit en operationele excellentie. De front- en backoffice systemen zullen volledig geïntegreerd worden waardoor de operationele kosten worden geoptimaliseerd en de communicatie en kruisbestuiving over alle vestigingen heen tot bijkomende synergieën zal leiden. Tot slot zal veel aandacht worden besteed aan het optimaliseren, coachen en ontwikkelen van de management teams. Zij vertalen immers Anima Care's kwaliteitsmissie en cultuur op de vloer.
Deelnemingspercentage AvH: 100% Anima Care www.animacare.be
(¤ 1.000)
2010
2009
Omzet
8.808
4.572
EBITDA
1.178
197
EBIT
245
-438
Nettoresultaat
4
-517
Nettocashflow
937
118
Eigen vermogen (deel groep)
9.889
5.749
Netto financiële positie
-8.394
-8.557
Balanstotaal
28.150
18.640
151
103
Personeel
44
Segment
Financiële diensten
Jaarverslag 2010
Financiële diensten
46
Het segment financiële diensten kende opnieuw een zeer sterk jaar en droeg 63,6 miljoen euro bij tot het resultaat van de groep. Zowel Delen Private Bank als Bank J.Van Breda & C° realiseerden een recordgroei van toevertrouwd vermogen en boekten een stijging van hun nettoresultaat.
Delen - Private Bank
Delen - Private Bank AvH 79% Delen - Private Bank legt zich toe op vermogensbeheer en patrimoniaal advies voor een ruim cliënteel van voornamelijk particulieren.
47
Bank J.Van Breda & C°
ASCO-BDM
Bank J.Van Breda & C° AvH 79%
ASCO-BDM AvH 50%
Bank J.Van Breda & C° is een gespecialiseerde adviesbank die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen.
De verzekeringsgroep ASCO-BDM richt zich via professionele makelaars voornamelijk op maritieme en industriële verzekeringen.
Financiële diensten
Delen - Private Bank
48
Delen - Private Bank (dochter van Delen Investments Comm. VA) legt zich toe op vermogensbeheer en patrimoniaal advies voor een ruim cliënteel van voornamelijk particulieren. Het beheerd vermogen bleef groeien en steeg op 31 december 2010 tot een historisch record van 15,3 miljard euro. Delen - Private Bank versterkt aldus verder haar positie in de private bank sector in België.
Financieel overzicht 2010 (Delen Investments cva geconsolideerd) Delen - Private Bank kende een heel sterk jaar. Het beheerd vermogen kende in 2010 opnieuw een recordgroei en bedroeg op het einde van het jaar 15.272 miljoen euro (vergeleken met 13.243 miljoen euro op 31 december 2009). Sinds einde 2008 is het toevertrouwd vermogen met 4,9 miljard euro of 47,7% toegenomen. Bank Delen profiteerde enerzijds van de impact van de heroplevende financiële markten op haar klantenportefeuilles, maar tekende anderzijds ook een belangrijke nettogroei op van nieuwe vermogens, zowel van bestaande als van nieuwe klanten. Dat deze toevloed van vermogens het recordniveau van 2009 nog gevoelig overtrof, getuigt van het vertrouwen van het cliënteel in Bank Delen. De voorzichtige beleggingsstrategie en het dynamische 'goede huisvader'-beheersmodel blijven hun toegevoegde waarde bewijzen.
De brutobedrijfsopbrengsten groeiden tot 141,0 miljoen euro, voornamelijk dankzij het hogere niveau aan activa in beheer en dankzij de aankopen als gevolg van de vermindering van de cashcomponent in de portefeuille van de klanten. In vergelijking met 2009 stegen de bruto-opbrengsten met 36,5% en de bedrijfskosten met 19,0%. Eind 2010 telde de groep Delen 232 personeelsleden. De costincome ratio is zeer competitief met 41,7% (48,3% in 2009) en de nettowinst bedroeg 54,3 miljoen euro (34,6 miljoen euro in 2009). Het geconsolideerde eigen vermogen van de groep is op 31 december 2010 naar 344,1 miljoen euro gestegen (t.o.v. 303,6 miljoen euro op 31 december 2009). Het nuttig eigen vermogen (rekening houdend met de immateriële vaste activa van 177,4 miljoen euro) groeide aan tot 144,9 miljoen euro op het einde van het jaar (vergeleken met 132,0 miljoen euro eind 2009). Bank Delen is ruim gekapitaliseerd en de groep voldoet ruimschoots aan de geldende Bazel II-vereisten op het vlak van eigen vermogen. De Core Tier1kapitaalratio bedroeg 25,3% op het einde van het jaar. De daling van deze ratio is een verwachte evolutie door de beslissing om de beleggingen te heroriënteren van bijna uitsluitend staatsobligaties naar een meer gediversifieerde portefeuille. Deze diversificatie resulteert in licht hogere rentes maar verhoogt tevens de regulatorische kapitaalvereiste. Bank Delen beschikt over een solide, eenvoudig te begrijpen balans. De cashtegoeden op de balans blijven wel conservatief belegd in kwaliteitsvol overheidspapier (geen PIIGS exposure), in kwaliteitsvolle kortetermijn verplichtingen van blue-chip bedrijven, bij kwaliteitsbanken op korte termijn of geplaatst bij de Nationale Bank. De impact van de Bazel III-regelgeving zal voor Bank Delen gering zijn gezien het kapitaal van de bank uitsluitend uit Core Tier1-kapitaal bestaat, de beleggingsporte-
Delen - Private Bank: Beheerd vermogen (€ mio)
n Discretionair beheer
n Adviesbeheer
15.000 12.500 10.000 7.500 5.000 2.500 0 1992
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Van links naar rechts: Paul De Winter, Filips De Ferm, Arnaud van Doosselaere, Jacques Delen, René Havaux, Thierry Maertens, Bernard Woronoff
49
feuille conservatief is en de ratio's van de bank reeds ruimschoots de toekomstige vereisten overtreffen. Het rendement op het (gemiddelde) eigen vermogen bedroeg 16,8%, een zeer bevredigend cijfer.
Operationeel overzicht 2010 Delen - Private Bank legde zich in 2010 verder toe op het toepassen van haar investeringsprincipes van dynamische goede huisvader. Ondanks de sterke stijging van de beheerde kapitalen in de voorbije jaren is de aanpak van de Bank inzake vermogensbeheer onveranderd gebleven en blijft deze zijn toegevoegde waarde bewijzen. Het beursjaar 2010 was net zoals 2009 atypisch, met snel evoluerende markten, waarin diepe ongerustheid plaats maakte voor de grote euforie. De meeste groeilanden en de VS mochten het rendement van hun aandelenmarkt met dubbele cijfers optekenen maar de Europese beurs eindigde het jaar in het rood. De euro kwam onder grote druk te staan en de rentes van bepaalde landen zochten recorddieptes op, terwijl die van andere sterk stegen. Bank Delen heeft de laatste twee jaren de grote cashposities en binnenkomende kapitalen herbelegd binnen deze volatiele financiële markten. Daarbij bleef Bank Delen de voorkeur geven aan ondernemingen met een gezonde balans en een aanwezigheid in de groeimarkten, evenals aan defensieve of ondergewaardeerde sectoren. Voor het staatsobligatiegedeelte van de portefeuille van de klanten bleef de Bank kiezen voor kortetermijn beleggingen en kwaliteitsvolle overheden. Trouw aan haar conservatieve beheersprincipes had de Bank geen schuldpapier van de PIIGS landen en slechts in beperkte mate
Deelnemingspercentage AvH: 78,75% Delen Investments cva www.delen.be
2010
2009
2008
Brutobedrijfsopbrengsten
141.000
103.281
104.485
Nettoresultaat
54.281
34.570
32.469
Nettocashflow
59.240
38.803
36.581
(¤ 1.000)
Eigen vermogen
344.089
303.597
281.083
Beheerd vermogen van cliënteel
15.272.179
13.242.869
10.342.784
Cost-income ratio
41,7%
48,3%
46,1%
Return on equity
16,8%
11,8%
12,3%
Core Tier1-kapitaalratio
25,3%
33,1%
30,6%
232
214
215
Personeel
Financiële diensten
50
financiële aandelen in de portefeuille van haar klanten. Voorzichtige investeringen in buitenlandse munten dragen ook bij aan de diversificatie van de portefeuilles. Bank Delen blijft marktaandeel winnen in de Belgische private banking markt dankzij de recordgroei van nieuwe vermogens. Alle vestigingen van Bank Delen droegen hiertoe bij en de klemtoon van de groei verschuift van de historische zetels naar de nieuwe vestigingen. Twee derde van de netto instroom van kapitalen komt nu van kantoren buiten de hoofdzetel in Antwerpen. De investeringen in de lokale teams werpen hun vruchten af en moedigen Bank Delen aan om haar netwerk verder te ontwikkelen met investeringen in personeel en gebouwen (o.m. in Brussel en Gent) om zo haar cliënteel nog beter te kunnen ontvangen en bedienen. In 2011 zal Bank Delen opnieuw nieuwe medewerkers in dienst nemen en opleiden om deze groei te begeleiden. Bank J.Van Breda & C° droeg via haar 41 kantoren opnieuw in belangrijke mate bij tot het resultaat van Bank Delen. Op 31 december 2010 beheerde Bank Delen 1.968 miljoen euro voor rekening van cliënten aangebracht door het netwerk van Bank J.Van Breda & C°. Daarnaast verzorgt Bank Delen de effectenadministratie van Bank J.Van Breda & C° (270 miljoen euro). Op die manier vertegenwoordigde Bank J.Van Breda & C° ongeveer 15% van het totaal beheerd vermogen bij Bank Delen. In 2010 zette Bank Delen haar strategie verder om de kwaliteit en efficiëntie van het vermogensbeheer te optimaliseren door te streven naar een groter aandeel van beheersmandaten. Op het einde
van 2010 werden 71% (10.816 miljoen euro) van de aan Bank Delen toevertrouwde vermogens rechtstreeks discretionair of via eigen patrimoniale beveks beheerd. Dit vertegenwoordigt nu meer dan 15.000 beheersmandaten. De discipline waarvan Bank Delen getuigt in de toepassingen van haar model wordt gedeeld door al haar commerciële teams. Het beheersmodel van Bank Delen komt sterker uit iedere overname. Het in 2007 overgenomen Capital & Finance bracht bovendien bijkomende knowhow bij op het vlak van het dynamische portefeuillebeheer via patrimoniale beveks, die nu volledig deel uitmaakt van de strategie van de Bank binnen één familie van geïntegreerde Hermes Universal beveks.
Vooruitzichten 2011 Begin 2011 blijft er een zekere nervositeit op de financiële markten. Twijfels blijven bestaan omtrent obligaties van bepaalde Europese landen en de bestendigheid van sommige financiële ondernemingen. Evenementen van de laatste maanden op internationaal vlak in het Midden Oosten en Japan dicteren een voorzichtige inschatting van de markten. Anderzijds zouden de financiële markten het herstel van de reële economie en de positieve resultaten van ondernemingen, ook in groei-economieën, moeten erkennen. Het is meer dan ooit noodzakelijk om de markt van nabij te volgen, maar er zullen zich desalniettemin mooie beleggingskansen aandienen. Het discretionair beheer van Bank Delen, gebaseerd op ervaring en langetermijnperspectief, moet in deze context het verschil trachten te maken. De Bank zal zich verder inzetten om nieuwe kapitalen aan te trekken, met een focus op regio's waar haar naambekendheid in de lift zit. De
51
financiële resultaten van de Bank in 2011 zouden de verdere groei van de beheerde activa in de tweede helft van 2010 alvast ten volle moeten weerspiegelen. De intentie om nieuwe medewerkers aan te trekken om de groei te begeleiden maakt een verdere daling van de cost-income ratio onwaarschijnlijk. De Bank begint in 2011 volop met het investeringsprogramma in haar zetels te Brussel en Gent. Delen - Private Bank blijft externe groei-opportuniteiten evalueren als ze zich voordoen. De Bank is overtuigd dat haar model, dat zich in België aan een gestaag ritme ontwikkelt, ook toepasbaar zou kunnen zijn op andere markten waar de Bank nog niet aanwezig is.
Financiële diensten
Bank J.Van Breda & C°
52
Bank J.Van Breda & C° is een gespecialiseerde adviesbank die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen, zowel voor hun privé- als professionele belangen, met een specifieke focus naar vermogensopbouw, -beheer en bescherming.
Bank J.Van Breda & C° heeft in 2010 in een moeilijke marktomgeving een nettowinst gerealiseerd van 25,7 miljoen euro, een stijging met 10% tegenover 2009, dankzij een verdere versnelling van de commerciële prestaties. Dit is het hoogste resultaat sinds de verkoop van Leasing J.Van Breda & C° in 2005 en, abstractie makend van de inkomsten uit deze vroegere dochteractiviteit, zelfs het hoogste uit de geschiedenis van de bank.
Stijging van het bankproduct en nettowinst met 10% Het geconsolideerde bankproduct steeg met 8,5 miljoen euro tot 93,4 miljoen euro (+10%). • Ondanks de volumegroei in kredieten (+13%) en deposito's (+10%) steeg het renteresultaat slechts met 0,1 miljoen euro (+0,09%), als gevolg van de aanhoudende verstoring van de depositomarkt waarbij een aantal banken omwille van hun liqui-
diteitsbehoeften spaargeld aanzienlijk boven de risicovrije rente vergoeden. • De groei in toevertrouwde activa (+15%) zorgde anderzijds voor een stijging van de commissie-inkomsten met 13%. • De minwaarden op de indekkingsinstrumenten die de bank gebruikt om haar renterisico te beheersen bedroegen dit jaar 0,7 miljoen euro, aanzienlijk minder dan in 2009. De kosten stegen in 2010 met slechts 5% tot 53,5 miljoen euro (tegenover 50,9 miljoen euro in 2009). Bank J.Van Breda & C° bleef immers investeren in commerciële slagkracht, informaticatoepassingen en verbeterde huisvesting. Mede dankzij haar nominatie als Beste Werkgever in 2006 en 2010 is de bank erin geslaagd om haar positie op de arbeidsmarkt te versterken en nieuwe werknemers aan te trekken. De stijging van de personeelskosten was deels toe te schrijven aan de stijging van het aantal medewerkers tot 418 (+5% tegenover 399 eind 2009). De relaties met het cliënteel worden verzorgd vanuit 41 locaties, waarvan 9 zelfstandige agentschappen. De stijging van de niet-personeelskosten was volledig toe te schrijven aan de hogere bijdrage die het depositobeschermingsfonds oplegt als gevolg van de kredietcrisis bij de grootbanken. Deze bijdrage is meer dan verdubbeld tegenover 2009 en verviervoudigd tegenover 2008. Indien abstractie wordt gemaakt van deze bijdrage, zou de bank een lichte kostendaling realiseren als gevolg van efficiëntiewinsten en de sensibilisering rond kostenbewustzijn. De cost-income ratio daalde naar 57%. Bank J.Van Breda & C° blijft hierdoor een van de meest performante Belgische banken. Rekening houdend met een stijging van de afschrijvingen voor
Bank J.Van Breda & C°: Door cliënten belegd vermogen (€ mio)
n Toevertrouwde activa
n Cliëntendeposito’s
n Kredieten aan doelgroepcliënten
4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Van links naar rechts: Vic Pourbaix, Dirk Wouters, Carlo Henriksen, Peter Devlies
53
kredietverliezen tot 3,8 miljoen euro, hetgeen weliswaar slechts 0,15% van de kredietportefeuille vertegenwoordigt, stijgt het resultaat voor belastingen met 12,3% tot 36,3 miljoen euro en na belastingen met 10% tot 25,7 miljoen euro.
Sterke solvabiliteit Eind 2010 bedroeg het eigen vermogen van Bank J.Van Breda & C° 259 miljoen euro (tegenover 244 miljoen euro eind 2009). De bank heeft geen toxische producten en geen eigen aandelenposities in haar portefeuille en belegt traditioneel enkel in obligaties, waarvan 98% uitgegeven of gewaarborgd door Europese overheden. De exposure op de PIIGS-landen bedroeg slechts 25 miljoen euro (10 miljoen euro op Griekenland en 15 miljoen euro op Italië) en bedroeg aldus 5% van de totale beleggingsportefeuille van de bank. De bank blijft bovendien goed gewapend om het hoofd te bieden aan de uitdagingen van de financieel-economische crisis dankzij een gezonde liquiditeitspositie (waarbij de kredietportefeuille volledig wordt gefinancierd met cliëntendeposito's). Hierdoor behoudt de bank haar uiterst lage en dus gezonde financiële hefboom (verhouding activa op eigen vermogen) die slechts 12,4 bedroeg op het einde van het jaar. Aldus behoudt de bank een sterke kernkapitaalratio van 11,3% en een solvabiliteitsratio van 14,7%. Hiermee beschikt de bank over voldoende middelen om op eigen kracht verder te groeien, zelfs bij onvoorziene marktomstandigheden. Bank J.Van Breda & C° voldoet nu reeds aan de solvabiliteitsnormen die het Basel III-akkoord tegen 2019 wil opleggen.
Deelnemingspercentage AvH: 78,75% Bank J.Van Breda & C° NV www.bankvanbreda.be
2010
2009
2008
Bankproduct
93.441
84.969
79.860
Nettoresultaat
25.664
23.317
20.619
(¤ 1.000)
Eigen vermogen
258.671
243.731
222.599
Balanstotaal
3.202.819
3.025.601
2.943.818
Totaal belegd door cliënten
6.368.943
5.644.268
5.009.245
Privé-kredietverlening
2.631.339
2.328.371
2.202.059
Waardevermindering op kredieten
0,15%
0,09%
0,19%
Cost-income ratio
57,2%
59,9%
59,6%
Return on equity
10,2%
10,0%
9,6%
Core Tier1-kapitaalratio
11,3%
11,8%
10,1%
Solvabiliteitsratio (RAR)
14,7%
14,6%
12,5%
418
399
403
Personeel
Financiële diensten
54
op een laag niveau bleven. Bovendien blijft kredietverlening voor doordachte en voorzichtige investerings- en groeiprojecten hierdoor mogelijk, zelfs in een moeilijke financieel-economische omgeving. Daarnaast heeft de bank een aanvullende activiteit van autofinanciering aan particulieren. Op het einde van 2010 bedroeg de totale portefeuille 293 miljoen euro tegenover 286 miljoen euro eind 2009 (+3%).
Vooruitzichten 2011
Toevertrouwd vermogen op recordniveau De nichestrategie waarmee Bank J.Van Breda & C° zich richt tot ondernemers en vrije beroepen heeft opnieuw haar succes bevestigd. Tegen de markttrend in steeg de cliëntentevredenheid voor het tweede jaar op rij. Deze trend werd ook duidelijk in de groei van de commerciële volumes met meer dan één miljard euro, waardoor zowel het toevertrouwd vermogen als de kredietportefeuille een sterke stijging kenden. Het totaal belegd vermogen door cliënten steeg per 31.12.2010 met 12,8% tot 6.369 miljoen euro, waarvan 2.597 miljoen euro cliëntendeposito's (+10%) en 3.772 miljoen euro toevertrouwde activa (+15%). In het vermogensbeheer beheerde Bank Delen eind 2010 1.968 miljoen euro voor cliënten van Bank J.Van Breda & C° (tegenover 1.668 miljoen euro in 2009, +18%). Dankzij de consistente beleggingsstrategie genoten de portefeuilles van het herstel op de aandelenbeurzen en werd het beheerd vermogen op geen enkele wijze getroffen door waardeverminderingen op CDO's of obligaties uit de PIIGS-landen. De verzekeringsbeleggingen groeiden met 105 miljoen euro tot een volume van 1.414 miljoen euro (+8%). De uitstaande reserves in andere verzekeringsproducten (vooral groepsverzekeringen) stegen per einde boekjaar met 32% tot meer dan 185 miljoen euro. De beleggingsfondsen groeiden tot een belegd kapitaal van 205 miljoen euro (+22%). Ook in 2010 bleef het kredietvolume uit het doelgroepbankieren verder stijgen tot 2.285 miljoen euro (+14%). De kredietverlening aan succesvolle ondernemers en vrije beroepen steunt op een langetermijnrelatie, waardoor de afschrijvingen voor kredietverliezen ondanks de crisis met 0,15% van de gemiddelde kredietportefeuille
Met de sterke financiële prestaties van 2010 is de bank goed gewapend om het hoofd te bieden aan een financieel-economische omgeving die gedurende een lange periode erg uitdagend zou kunnen blijven. De verstoring van de depositomarkt dreigt te blijven wegen op het renteresultaat en het broze herstel van de economie kan een impact hebben op de waardeverminderingen op de kredieten. Hoewel de evolutie van de nettowinst moeilijk te voorspellen is, verwacht de bank ook in 2011 - zonder onvoorziene omstandigheden - opnieuw een degelijk resultaat neer te zetten, en dit om diverse redenen: • De eigen portefeuille van de bank is conservatief belegd, zonder subprime-kredieten of andere toxische producten. • Met haar strategie van vermogensbegeleiding gebaseerd op de langetermijnbelangen van de cliënt is de bank slechts in beperkte mate onderhevig aan de volatiliteit van de financiële markten. • De versterking van de commerciële slagkracht en de hoge cliëntentevredenheid zal resulteren in een sterke groei van de commerciële volumes. • Deze volumegroei zal het bankproduct ondersteunen en dankzij de kostenefficiëntie van de bank ook het resultaat ten goede komen. • De voorzichtige kredietpolitiek zou blijvend moeten leiden tot lager dan gemiddelde waardeverminderingen op kredieten.
Gebeurtenissen na 31/12/2010 Bank J.Van Breda & C° heeft op 31 januari 2011 haar intentie kenbaar gemaakt om een vriendschappelijk en voorwaardelijk tegenbod (490 euro per aandeel) uit te brengen op alle uitstaande aandelen van de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Antwerps Beroepskrediet (‘ABK’).
ASCO-BDM Van links naar rechts: François De Maeyer, Michel de Lophem, Jos Gielen, Luc De Backer, Wilfried Van Gompel, Bart Dewulf
De verzekeringsgroep ASCO-BDM richt zich via
55
professionele makelaars voornamelijk op maritieme en industriële verzekeringen. BDM is een verzekeringsagentuur, die voor rekening van de verzekeraar ASCO en van een aantal belangrijke internationale verzekeraars risicodekkingen aanbiedt in nichemarkten. De aanwezigheid van ASCO bij de verzekeraars waarvoor BDM onderschrijft heeft belangrijke voordelen: ze verschaft BDM een grotere stabiliteit en versterkt de capaciteit via directe toegang tot de herverzekeringsmarkt.
De strategische herpositionering van BDM, gestart eind 2009, werd in 2010 verdergezet en resulteerde in 7% meer premievolume in het Marine segment. Door de aanwerving van nieuwe medewerkers en de daarmee gepaard gaande stijging van de personeelskosten had het gestegen marktaandeel echter nog geen positieve impact op het operationeel resultaat van dit segment. Als gevolg van de uitbouw en de internationalisering van de transportactiviteit worden in 2011 hogere inkomsten verwacht. In het Property & Casualty segment verschoof het accent van de massarisico's naar producten en oplossingen met een hoge toegevoegde waarde die actief gepromoot worden via een beperkt aantal professionele bemiddelaars. Hierdoor daalde het operationeel resultaat van dit segment slechts met 2% ondanks een vermindering van het premievolume met 8%. Voor 2011 ligt de focus op de commercialisering van de nieuwe niche-producten en verdere kostenbeheersing. De tegenvallende resultaten in beide segmenten leidden tot een operationeel resultaat (EBITDA) van 16.477 euro. Een uitzonderlijk resultaat van 1,2 miljoen euro (ingevolge de verkoop van dochter Bruns ten Brink) kon niet verhinderen dat de gestegen bedrijfskosten het nettoresultaat reduceerden tot 1,1 miljoen euro. Voor verzekeraar ASCO werd 2010 gekenmerkt door een belangrijke ommezwaai in haar portefeuillesamenstelling. Er werden geen nieuwe onderschrijvingen meer verricht door de voormalige agenturen Bruns ten Brink en I.B.I.S., terwijl de eerste onderschrijvingen via de agenturen Unireas en Almarisk aan de portefeuille werden
toegevoegd. Dit alles resulteerde in 26,3 miljoen euro ontvangen premies (een stijging met 29% t.o.v. 2009). De schadelasten evolueerden mee in gunstige zin. Het positieve bruto technisch resultaat werd echter geneutraliseerd door de zware herverzekeringslasten, wat uiteindelijk resulteerde in een breakeven resultaat. Voor 2011 wordt een verdere verfijning van het herverzekeringsprogramma in het vooruitzicht gesteld.
Deelnemingspercentage AvH: 50% www.bdmantwerp.be
2010
2009
2008
49.686
49.254
48.972
Bedrijfsopbrengsten
6.234
6.542
6.239
Nettoresultaat
1.133
746
841
Eigen vermogen
4.506
3.373
2.628
26.313
20.331
20.026
(¤ 1.000) BDM(*) Geïnde premies
ASCO NV Bruto premies Nettoresultaat Eigen vermogen Personeel (*)
38
440
-2.471
10.079
10.054
9.471
65
63
64
IFRS-cijfers, excl. contributie in 2008 en 2009 van Bruns ten Brink (verkocht in 2010)
56
Segment
Private equity
Jaarverslag 2010
Private equity
58
Alural
NMC
Het private equity segment heeft in 2010 13,0 miljoen euro (inclusief meerwaarden) bijgedragen tot het resultaat van de groep. Zonder rekening te houden met een goodwill impairment van 4,8 miljoen euro (deel AvH) binnen Distriplus, bedroeg de courante bijdrage van de private equity deelnemingen zelfs 18,1 miljoen euro in 2010 (3,4 miljoen euro in 2009). De meeste deelnemingen realiseerden dan ook een substantieel beter resultaat, wat een voorzichtig economisch herstel bevestigt.
Sofinim 74%
50,0%
Investeringsmaatschappijen
Buy-outs
Groeikapitaal
30,7%
60,0%
29,8%
48,3% Axe Investments
Distriplus
NMC
Alural
Egemin
Specialty retail
Foam products
Aluminium coating
Handling & automation
46,5%
22,2%
20,2%
50,0%
Euro Media Group
Corelio
Amsteldijk Beheer*
Broadcast facilities
Media & printing
GIB 50%
Hertel
Mercapital
Industrial services
30,0%
50,0%
70,0%
72,9%
Manuchar
Turbo’s Hoet
AR Metallizing
Spanogroup
Trading, distribution & logistics
Trucks, parts & leasing
Metallized paper
Wood based solutions
81,9%
47,7%
12,0%
Groupe Flo
Atenor
Trasys
Restaurants
Real estate
IT services
(*) Ex-Cindu
Financieel overzicht 2010 In 2010 vertoonde de private equity markt de eerste tekenen van herstel. Ondanks de economische onduidelijkheid die er nog heerst, beginnen vele bedrijven weer op middellange termijn vooruit te blikken en posities in te nemen. De interesse om te groeien via overnames stijgt, banken zijn opnieuw bereid een groter deel van de acquisitiekost te (her)financieren, private equity fondsen beschikken nog over veel middelen en steeds meer bedrijven worden te koop gesteld. Alle (des)investeringstrajecten blijven echter veel tijd vergen omdat de prijsverwachtingen vaak nog ver uit elkaar liggen. Eind 2010 werd een nieuwe Europese richtlijn (AIFMD) goedgekeurd. Deze richtlijn beoogt de werking van ondermeer private equity beheerders te regelen, waarbij nieuwe regels worden vastgelegd op het vlak van corporate governance, rapportering aan en erkenning door prudentiële toezichthouders. De Europese wetgever heeft wel erkend dat vennootschappen, zoals AvH, andere doelstellingen hanteren dan klassieke private equity fondsen, waardoor deze maatregel niet op hen van toepassing zal zijn. In lijn met de vorige jaren weerspiegelen de resultaten van AvH inzake private equity vooral de onderliggende gang van zaken van
de portfoliobedrijven. De aandacht ging vooral naar de opvolging van de operationele toegevoegde waarde, de strategie op lange termijn, het hanteren van conservatieve balansstructuren en het bewerkstelligen van groei op organische wijze, via acquisities of dankzij het herfocaliseren op de kernactiviteiten. In 2010 investeerde AvH 14,8 miljoen euro in private equity via vervolginvesteringen, ter financiering van de uitkoop van andere aandeelhouders of ter versterking van de balans. Het niveau van desinvesteringen bedroeg 18,8 miljoen euro (aan realisatiewaarde). De courante bijdrage van het segment private equity tot de resultaten van de groep bedroeg in 2010 18,1 miljoen euro, tegenover 3,4 miljoen euro in 2009, wat een hele vooruitgang betekent. Inclusief meer(min)waarden droeg private equity 13,0 miljoen euro bij tot het geconsolideerd resultaat van AvH. Het gecorrigeerd netto-actief van de private equity portefeuille, inclusief latente meer(min)waarden op de beursgenoteerde aandelen Atenor en Groupe Flo, bedroeg eind 2010 468,5 miljoen euro (t.o.v. 448,1 miljoen euro eind 2009).
59
Private equity
GIB Deelnemingspercentage AvH: 50%
60
Via GIB, dat door AvH en NPM (Nationale Portefeuillemaatschappij) paritair gecontroleerd wordt, geeft AvH gestalte aan haar partnership met de groep Frère. De portfolio van GIB bleef ongewijzigd in 2010. Daarnaast deelt Sofinim een 50/50 deelneming met NPM, met name in Distriplus.
agressieve commerciële strategie die toelaat om de kracht en de uitstraling van haar merken te versterken en zo haar concurrentiële positie te consolideren. De groei van de omzet gekoppeld aan de structurele maatregelen die de groep genomen heeft aan het begin van de crisis, zorgde ervoor dat Groupe Flo haar rentabiliteit duurzaam kon verbeteren. Ze realiseerde een EBITDA van 48,8 miljoen euro (een stijging van 39%) en een nettoresultaat van 15,3 miljoen euro (5,9 miljoen euro in 2009). Bovendien werd ook de aandacht voor schuldverlaging behouden in 2010 door het verstandig beheer van operationele investeringen en een optimalisatie van het netwerk. De netto financiële schuld bedroeg op het einde van het jaar 88,1 miljoen euro, of een leverage ratio (nettoschuld/EBITDA) van minder dan 2. In 2011 blijft Groupe Flo focussen op operationele excellentie, een versnelde herstructurering van Bistro Romain en de prioritaire ontwikkeling van het belangrijkste merk Hippopotamus. De groep zet ook de optimalisatie van haar processen verder door een commerciele herlancering, een aangepast aanbod en prijszetting, de alignering tussen personeelsaantal en het activiteitsniveau en een vermindering van de centrale kosten. Deze acties zullen leiden tot een versterking van het economisch model van Groupe Flo en zullen haar capaciteit versterken om in de beste omstandigheden voordeel te halen uit het economisch herstel.
Van links naar rechts: Dominique Giraudier, Arnaud Louet, Eric Vincent
Groupe Flo
is de Franse leider inzake commerciële restauratie. De strategie en de ontwikkeling steunen op een portefeuille van complementaire merken van themarestaurants (Hippopotamus, Tablapizza en Taverne de Maître Kanter) en de uitbating van bekende brasserieën. In een moeilijke omgeving overwon Groupe Flo de crisis. De omzet is met 3,9% gestegen tot 379 miljoen euro (+6% op vergelijkbare basis). De totale verkoop via de diverse merken steeg met 8,7% tot 571 miljoen euro, en werd ondersteund door de ontwikkeling van de franchise restaurants (18 openingen in 2010, 37 sinds 1 januari 2009). De evolutie van het aanbod, de kwaliteit van de dienstverlening, het dynamisme van de merken en hun netwerk verklaren deze verbetering. Groupe Flo bevestigt hiermee haar keuze voor een
Deelnemingspercentage GIB: 47,68% www.groupeflo.com
2010
2009
378.838
364.469
EBITDA
48.790
35.087
Nettoresultaat
15.328
5.855
Eigen vermogen (deel groep)
138.944
122.113
Netto financiële positie
-88.144
-112.152
(¤ 1.000) Omzet
61
Groupe Flo
Trasys is actief in de informatica met een ruime waaier van diensten en competenties (advies, uitvoering van projecten, uitbating van informaticainfrastructuur), zowel voor de publieke sector als voor privébedrijven. De onderneming stelt meer dan 600 personen te werk in België, Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Griekenland en Spanje. Trasys kende een overgangsjaar met het aflopen van het raamcontract voor het Europees Parlement, de vernieuwing van het raamcontract voor de Europese Commissie, en een belangrijke daling in volume in de energiesector. Bijgevolg verminderde de brutomarge met 12% tot 19,2 miljoen euro. Commercieel haalde Trasys in 2010 belangrijke contracten binnen bij de Europese instellingen, de federale en regionale overheden, in de industrie en in de financiële sector. In het bijzonder won Trasys met zijn partners vier loten van het raamcontract voor de Europese Commissie, goed voor 320 miljoen euro over vier jaar. Daarnaast won de onderneming nieuwe klanten zoals FOD Volksgezondheid, FOD Economie, THALES Communication, AXA, CETREL en BNP Paribas Fortis. Trasys zet haar strategie verder op het vlak van het verbreden van haar diensten in consultancy en in projecten met hogere toegevoegde waarde. Ze streeft bovendien naar groei in sleutelsectoren zoals de Europese instellingen, Energie, Industrie en Financiën. Daarnaast gaat Trasys verder met operationele en organisationele verbeteringen.
Trasys
Van links naar rechts: Benoît Görtz, Jan Jannes, Thomas Ducamp, Chris De Hous, Willy Sempels, Didier Debackere, Bernard Geubelle, Bruno Lemaire, Evangelos Evangelides
Deelnemingspercentage GIB: 81,90% www.trasys.be
2010
2009
Omzet
61.541
71.315
EBITDA
4.049
6.387
(¤ 1.000)
Nettoresultaat Eigen vermogen (deel groep) Netto financiële positie
359
2.127
16.186
15.767
-13.089
-13.680
Private equity
Sofinim Deelnemingspercentage AvH: 74%
62
Bijna alle portfoliomaatschappijen van Sofinim deden het in 2010 behoorlijk goed en konden de gevolgen van de crisis goed opvangen. Voor sommigen was de verbetering substantieel, zoals bij Amsteldijk (het vroegere Cindu), AR Metallizing, Corelio, Egemin, NMC en Spano. Een aantal participaties werd weer winstgevend, of verbeterden hun winstcijfers zonder evenwel (voorlopig) de winsten van voor de financiële crisis neer te zetten. Het betreft hier ondermeer Hertel en Turbo’s Hoet Groep. Bij een beperkt aantal vennootschappen daalde de winst in beperkte mate zoals bij Manuchar en Axe Investments. Bij enkele vennootschappen verbeterden de marges en daalden de kosten, maar lagen uitzonderlijke kosten aan de basis van een negatieve contributie tot het AvH groepsresultaat. Alle participaties staan klaar om opnieuw met groei aan te knopen of hun groei verder te zetten.
NMC
Ondanks het bestuderen van vele dossiers bleven de investeringen in 2010 beperkt tot vervolginvesteringen, en dan in het bijzonder bij Hertel. Daarnaast kon Sofinim een (gedeeltelijke) exit realiseren bij AR Metallizing, Blomhof, Engelhardt, Mercapital, en onrechtstreeks bij Amsteldijk. Engelhardt Druck is een in Nordlingen (Duitsland) gelegen drukkerij van etiketten voor de drank- en voedingsindustrie. Sofinim bezat 97,5% van het kapitaal sinds 2006, toen ze die participatie overkocht van Illochroma. Na een succesvol stabiliseren van het bedrijf in standalone, kon Engelhardt nadien terug aanknopen met groei, in een nochtans moeilijke markt. Engelhardt werd eind 2010 verkocht aan het Duitse Druckhaus Rahning. Het Engelhardt management verwerft een sleutelrol in het aansturen van de nieuwe groep. De verkoopprijs werd voor het grootste stuk slechts geïncasseerd in 2011 en in functie van de resultaten van de komende jaren is nog een earn out mogelijk, waardoor de meerwaarde nog kan toenemen. Sofinim kon ook 2 kleinere participaties afstoten die nog voortkomen uit de in 2003 verkochte deelneming in Coditel. Blomhof (aandeel Sofinim 20,5%) werd verkocht in 2010 en Coditel US werd vereffend begin 2011. De meerwaarden private equity komen in totaal toch licht negatief uit, als gevolg van de waardeverminderingen op vendor loans met betrekking tot een verkochte deelneming.
63
Spanogroup
Henschel
Alural is actief in de oppervlaktebehandeling (voornamelijk poederlakken) van aluminium bestemd voor de bouwwereld. Ondanks de moeilijke omstandigheden in de bouwsector, kon Alural in 2010 de omzet met 4,3% doen stijgen, met een hoger marktaandeel tot gevolg. In België en Frankrijk werd het verschil vooral in de eerste jaarhelft gemaakt, met een grotere seizoenspiek dan in 2009. Polen kon pas in de tweede jaarhelft een voorsprong tov 2009 opbouwen. Naast een verdere verbetering van de operationele processen werd in 2010 substantieel geïnvesteerd in de bouw van een nieuwe horizontale en verticale lijn in Lummen, de verdere installatie van een ERP-systeem en in de opleiding van personeel. De horizontale lijn werd in 2010 opgeleverd en draaide reeds een deel van het jaar. Deze initiatieven leidden tot een verbetering van
de operationele cashflow (EBITDA) en nettowinst. Vooral de vestiging in Tisselt wist, na vele moeilijke jaren, terug aan te knopen met winstcijfers. In Lummen is door de focus op de diverse investeringsprogramma's de efficiëntieverbetering nog niet volledig tot uiting gekomen. De oplevering van de verticale lijn in 2011 zou een verdere verbetering van de kosten moeten bewerkstelligen. Ondanks het zware investeringsprogramma van de laatste jaren bleef Alural quasi schuldenvrij. Alural Frankrijk moet de groei bij een aantal klanten kunnen bestendigen. Om die reden werd er begin 2011 overgegaan tot de aankoop van grond naast de bestaande fabriek. Voor Polen wordt een verdere verbetering van de markt verhoopt. Bij een heropleving van de conjunctuur, die Alural nog niet in 2011 verwacht, zal het resultaat van deze acties ten volle tot uiting komen.
Deelnemingspercentage Sofinim: 60% www.alural.be
2010
2009
Omzet
31.684
30.379
EBITDA
2.397
2.148
751
-200
6.229
5.421
-397
248
(¤ 1.000)
Nettoresultaat Eigen vermogen (deel groep) Netto financiële positie
Alural
Private equity
Amsteldijk Beheer
64
(het voormalige Cindu) is een vastgoedvennootschap die gronden ter beschikking stelt aan twee voormalige dochterbedrijven. Daarnaast bezit zij nog een beperkt aantal gronden in Uithoorn (Nederland). Begin 2010 werd de verkoop van Cindu Chemicals (50% Amsteldijk Beheer) aan het Amerikaanse beursgenoteerde bedrijf Koppers succesvol afgerond. Zodoende werd de toekomst van Cindu Chemicals veiliggesteld en kwam er een einde aan de operationele betrokkenheid van Amsteldijk Beheer bij het bedrijf. Op de verkoop van Cindu Chemicals realiseerde zij een mooie meerwaarde. Sindsdien houdt Amsteldijk Beheer zich nog enkel bezig met het opvolgen van een aantal langlopende verplichtingen in de vergunningensfeer en werkt zij verder aan de verkoop van het overtollige vastgoed.
AR Metallizing, het voormalige Alupa, voltooide in 2010 de acquisitie van de activa van haar belangrijkste concurrent Rotoflex uit Noord-Italië en groeide zo - onder de nieuwe naam AR Metallizing uit tot de wereldleider in de productie van gemetalliseerd papier voor de drankenindustrie. Mede dankzij deze overname en haar leiderspositie heeft AR Metallizing in 2010 haar omzet meer dan verdubbeld tot 69 miljoen euro. Het integratieproces verliep sneller dan gepland en zorgde voor een belangrijke kruisbestuiving en uitwisseling van ervaring en kennis. De operationele en kwaliteitsverbeteringen die hieruit voortvloeiden werden structureel ingebed en tilden de winstmarges naar een hoger niveau. De EBITDA steeg van 1,1 miljoen euro naar 11,1 miljoen euro. Ook de nettowinst kende een spectaculaire stijging, hoewel deze negatief beïnvloed werd door een aantal eenmalige kosten tbv 1,2 miljoen euro, gerelateerd aan het overname- en integratieproces. In de netto financiële schuld is ook een bedrag opgenomen van 1,6 miljoen euro mbt een achtergestelde, converteerbare lening nav de overname van Rotoflex. Dankzij de grote sprong voorwaarts op het vlak van technologische capaciteiten, geografische spreiding en klantenbestand vervult de groep nu een leidende rol in een consoliderende sector. De groep ziet een belangrijk potentieel voor de verdere ontwikkeling van de markt van gemetalliseerde etiketten, voornamelijk op het zuidelijk halfrond. Bovendien neemt AR Metallizing resoluut het voortouw
Deelnemingspercentage Sofinim: 50% Amsteldijk Beheer
2010
2009
-273
1.738
3.201
514
Eigen vermogen (deel groep)
4.079
5.278
Netto financiële positie
1.613
948
(¤ 1.000) EBITDA Nettoresultaat
AR Metallizing - van links naar rechts: Giancarlo Rossetto, Agostino Rossetto, Martin Raeymakers, Paul van Emmerick, Jacky Vanden Ecker, Stefano Risso (Jost Orichel ontbreekt)
om de verpakkingsindustrie een technologisch en economisch antwoord te bieden op de kernvraag hoe verpakking meer duurzaam kan gemaakt worden. De overname creëerde immers een stevig platform voor productontwikkeling, wat al leidde tot diversificatie naar andere verpakkingstoepassingen, alsook met betrekking tot technische textielen en de auto-industrie. De voornaamste uitdaging in 2011 zal er in bestaan de aangekondigde prijsverhogingen van grondstoffen te kunnen opvangen.
Deelnemingspercentage Sofinim: 70% www.armetallizing.com
2010
2009(*)
Omzet
69.346
39.494
EBITDA
11.110
1.127
(¤ 1.000)
5.844
-1.583
Eigen vermogen (deel groep)
Nettoresultaat
11.542
5.874
Netto financiële positie
-6.837
-4.703
(*)
AR Metallizing
Boekjaar van 15 maanden.
Atenor Group beëindigde het boekjaar 2010 met een licht negatief resultaat, in lijn met het dieptepunt van de economische crisis in de sector van de onroerend goed promotie. Dankzij de verkoop van twee onderdelen (Fosny 13.200 m², Broodthaers 17.700 m²) van het project South City in Brussel (Atenor aandeel 40%) bleef het operationeel resultaat wel positief. In de loop van 2010 bekwam Atenor de bouwvergunning voor het project UP-site, waarvan de bouw inmiddels werd aangevat. Dit gemengd stadsproject in Brussel, gelegen aan de rand van het kanaal vlak tegenover de site van Tour & Taxis, heeft betrekking op 30.000 m² kantoren (waar reeds een afnemer werd gevonden voor 13.000 m²) en op meer dan 47.000 m² residentiële bewoning. De woontoren van meer dan 140 meter hoog zal sterk opvallen in dit stadsdeel in volle herontwikkeling Ook voor de projecten in Hongarije en in Roemenië werden in de loop van 2010 bouwvergunningen bekomen. Dit heeft toegelaten de commercialisatie aan te vatten in weliswaar moeilijke marktomstandigheden. Nieuwe dossiers werden opgestart in Brussel, waaronder een project in de Europese wijk waar Atenor ook in onderhandeling is voor diverse andere promotiedossiers. Gelet op de evolutie van de gediversifieerde projectenportefeuille en gezien de ruime financiële middelen (dankzij ondermeer een obliga-
65
Atenor - UP-site
tielening van 75 miljoen euro met een maturiteit van 5 jaar die begin 2010 werd geplaatst), staat Atenor in een gunstige uitgangspositie om haar activiteiten verder te zetten in een markt waarin de eerste tekenen van heropleving worden waargenomen.
Deelnemingspercentage Sofinim: 12,01% www.atenor.be
(¤ 1.000) Omzet Atenor van links naar rechts, boven: Laurent Collier, Olivier Rallet, Sidney Bens onder: William Lerinckx, Stephan Sonneville
Axe Investments legde zich, zoals in de voorbije jaren, in 2010 voornamelijk toe op het beheer van de participatie in Xylos en het Ahlers gebouw. De basisactiviteiten van Xylos (systeemintegratie en ICT trainingen) bleven sterk presteren. De investeringen in kwaliteit en in nieuwe diensten moeten een verdere groei van de omzet en van de resultaten bewerkstelligen. Na de grondige renovatie van het Ahlers gebouw zijn de verdiepingen in eigendom van Axe quasi volledig verhuurd. Deze huurinkomsten vormen, samen met de winstbijdrage van Xylos en de waardeaanpassingen van de belangen in de KBC groep en Agfa-Gevaert, de belangrijkste componenten van het winstresultaat voor 2010. Voor de ruime liquiditeiten waarover Axe beschikt, wordt verder gekeken naar interessante private equity investeringen.
EBITDA
2010
2009
10.944
35.490
4.253
13.489
-1.599
7.316
Eigen vermogen (deel groep)
101.092
117.807
Netto financiële positie
-46.993
-71.567
2010
2009
858
907
Nettoresultaat
Deelnemingspercentage Sofinim: 48,34% www.axe-investments.com
(¤ 1.000) Omzet EBITDA
357
342
Nettoresultaat
241
1.576
16.126
16.250
9.359
9.274
Eigen vermogen (deel groep) Netto financiële positie
Private equity
66
Corelio - van links naar rechts: Renaat Truijen, Luc Missorten, Jan Lynen, Geert Steurbaut, Gert Ysebaert, Bruno de Cartier, Hans Cockx, Hans De Rore, Quentin Gemoets
Corelio,
waarin Synvest (Sofinim 49,9%) een belang aanhoudt van 40,3%, handhaafde in 2010 haar positie op de lezersmarkt als grootste Belgische krantenuitgever. De verkochte krantenoplage van De Standaard, Het Nieuwsblad en L'Avenir bedroeg globaal gemiddeld 442.128 exemplaren. De Standaard bereikte een nieuw oplagerecord, Het Nieuwsblad telde terug meer dan 1 miljoen lezers en in Franstalig België kon L'Avenir zijn marktaandeel verstevigen. Die sterke prestatie binnen de basisactiviteiten werd mede ondersteund door innovatieve redactionele initiatieven op nieuwe media zoals iPhone en iPad. Na een moeilijk advertentiejaar in 2009, trok de markt in 2010 opnieuw aan. De interne regie Corelio Connect speelde met zijn aangepaste structuur maximaal in op zowel de print- als de online behoeften van de adverteerder. Het rekruteringsmedium Jobat realiseerde een geslaagde turnaround. Passe-Partout, de huis-aanhuisbladen divisie, stemde zijn strategie af op de ingrijpend gewijzigde lokale advertentiemarkt wat onder meer resulteerde in een verhoogde commerciële slagkracht.
Distriplus - van links naar rechts: boven: Claudine Lachman, Jan Vandendriessche, Marc Huybrechts, Maud Leschevin onder: Inge Neven, Philippe Bierler, Veerle Hoebrechs, Philippe Crépin
Distriplus is actief in de gespecialiseerde distributie in België en het Groothertogdom Luxemburg via de ketens Planet Parfum, Club en Di.
Midden vorig jaar bundelden Corelio en Concentra de krachten van hun respectievelijke coldsetdrukkerijen in de joint-venture Coldset Printing Partners. Hierdoor zijn efficiëntieverbeteringen en schaalvoordelen mogelijk en kunnen toekomstige investeringen optimaal worden gestructureerd. In het verlengde van deze deal nam de heatsetdivisie van Corelio Printing ook een belangrijk gedeelte over van het handelsfonds van Concentra Grafic. De samenwerking met Sanoma Magazines kreeg vorm door inbreng van 49% van Humo (en het management van dit succesvolle weekblad) in ruil voor een participatie van Sanoma van 25% in Desert Fishes (productiehuizen Woestijnvis en De Mensen). De holding boven Desert Fishes, NV De Vijver (Corelio 40%), trad het voorbije jaar in de schijnwerpers via Flanders-Classics als nieuwe wielerorganisator van onder meer De Ronde van Vlaanderen, Omloop Het Nieuwsblad en Parijs-Brussel.
Met 76 winkels in België en in het Groothertogdom Luxemburg is Planet Parfum de nummer 2 op het vlak van selectieve distributie van parfumerie. De keten werd geconfronteerd met moeilijke marktomstandigheden en de belangrijke eindejaarsperiode werd verstoord door het winterweer. De omzet daalde met 2,1% tot 87,2 miljoen euro en de brutomarge daalde met ruim 6%. Het nettoresultaat werd bezwaard door 13 miljoen euro uitzonderlijke afwaarderingen op goodwill. Club verdeelt boeken en papierwaren via 32 winkels. De omzet steeg in 2010 met 1% tot 54,8 miljoen euro dankzij de opening van 3 nieuwe winkels en sterke marketingacties rond sleutelmomenten (start van het schooljaar en kerstmis) en ondanks lagere cijfers in geschenken door de grotere concurrentie. Intussen wordt een nieuw winkelconcept getest in Kortrijk. In december heeft Distriplus beslist om haar online activiteit (Proxis.be) aan Azur te verkopen om zich op haar kernactiviteit te concentreren. In 2010 werd de vernieuwing van de parfumerie- en drogisterijketen Di verdergezet. Na de herstructurering van 2009 werd de nadruk met succes gelegd op de commerciële activiteit: sinds medio 2010 kent Di elke maand positieve groeicijfers met als hoogtepunt december. Op jaarbasis steeg de omzet met 5,3% tot 77 miljoen euro. Ook bij Di werd met succes een nieuw concept getest (Westland
Deelnemingspercentage Sofinim: 50% www.planetparfum.be www.club.be Distriplus - Di
Shopping Center in Anderlecht). Daarnaast werden 5 winkels geopend in een nieuw zelfstandig distributieconcept op commissiebasis. Eind 2010 telde Di 101 verkoopspunten (inclusief 11 zelfstandigen). Binnen de groep Distriplus werd ook verder gewerkt aan verschillende verbeteringsprojecten voor de ondersteunende diensten. Hierdoor werd het onder meer mogelijk om vanaf begin 2010 de logistiek van de 3 ketens op één fysisch platform te integreren, wat tot belangrijke besparingen leidt. Deze transversale integratie vindt ook plaats op het vlak van HR (nieuw IT systeem en transversale organisatie geïmplementeerd in 2010), IT (nieuw kassasysteem voor Planet Parfum en Di, upgrade voorzien voor Club in 2011) en het financieel beheer.
Egemin - van links naar rechts: Jo Janssens, Jan Vercammen, Geert Stienen
Egemin International: De wereldwijde crisis en de daarmee gepaard gaande vermindering van de economische activiteit vertaalde zich pas in 2010 met enige vertraging in een daling van de investeringen in de automatiseringssector. Deze marktsituatie leidde tot een hardere concurrentie met een sterke druk op de marges. Ondanks een dalend brutomargepercentage slaagde Egemin Automation er in het jaar af te sluiten met een operationeel resultaat (EBITDA) van 4,4 miljoen euro, in lijn met 2009. Dit resultaat is zowel het gevolg van een verdere groei van het aantal projecten als van een sterke bewaking van de overheadkosten. Verder droegen de afwezigheid van goodwillafschrijvingen en herstructureringskosten bij tot een beter resultaat. De divisie Handling Automation kon haar marktpositie handhaven dankzij succesvolle projecten in haar doelsegmenten, het key account management en een verhoogde aandacht voor life cycle services. De inspanningen op vlak van order intake (+ 38% tov 2009) zorgden ervoor dat de omzet op peil bleef. De divisie Life Sciences bleef lijden onder de kostenbesparingen in de farmaceutische sector. Een oriëntatie naar nieuwe segmenten
www.di.be
2010
2009
Omzet
230.779
234.675
EBITDA
10.090
12.344
-18.186
-7.358
(¤ 1.000)
Nettoresultaat Eigen vermogen (deel groep) Netto financiële positie
55.908
74.094
-70.357
-62.856
zoals ziekenhuizen en laboratoria, zou verdere groeimogelijkheden moeten bieden. De divisie Process Automation kende een uitstekend 2010, met belangrijke projecten in de markt van de tankopslag. Ook de vooropgestelde uitbouw van de activiteiten in Nederland leverde reeds mooie resultaten op. De divisie Infra Automation presteerde opnieuw goed, met een gevuld orderboek voor de komende jaren en heel wat nieuwe investeringen in de pijplijn. In de tweede jaarhelft werkte Egemin Automation aan een verscherping van haar strategische positionering, onder andere aan de hand van klanteninterviews. De oefening bevestigde de nieuwe oriëntatie van de laatste twee jaren gebaseerd op life cycle services en key account management en benadrukte tevens het belang van een sterkere specialisatie op specifieke marktsegmenten. 2011 wordt een belangrijk jaar in de implementatie van deze strategie, met de nadruk op de internationale organisatie, marktsegmentatie en het aligneren van het productaanbod van alle vestigingen.
Deelnemingspercentage Sofinim: 29,76% www.egemin.be
(¤ 1.000) Bedrijfsopbrengsten
2010
2009
86.517
106.598
EBITDA
4.379
4.295
Nettoresultaat
2.706
1.170
Eigen vermogen (deel groep)
9.462
6.489
18.861
15.097
Netto financiële positie
67
Private equity
68
Euro Media Group
Euro Media Group van links naar rechts: Chantal Barry, Philippe Nicolas, Barry Johnstone, Jean-Pierre Barry, Luc Geoffroy
Euro Media Group (EMG) is de Europese leider op de markt van audiovisuele technische diensten en een neutrale aanbieder van hoogtechnologische diensten, gaande van de captatie van beeld en geluid tot het beheer ervan. EMG beschikt over het grootste studiopark (90 studio's) en de belangrijkste vloot van mobiele eenheden in Europa (67 mobiele eenheden). In 2010 zette de groep haar strategie van externe groei verder met 2 overnames. In april werd Aerial Camera Systems (Verenigd Koninkrijk) overgenomen, dat de groep een expertise op het vlak
van de nicheactiviteit van luchtcamera's bezorgt. In oktober volgde de overname van het Italiaanse 3ZERO2, dat een toegang geeft tot de Italiaanse markt en bij uitbreiding het Middellandse Zeegebied. 2010 werd ook gekenmerkt door de oprichting in januari van Euro Media France (onderneming ontstaan uit de fusie van EMT, SFP en VCF) en de opening in december in Parijs van 5 nieuwe studio's - van een nieuwe televisiegeneratie - die volledig uitgetekend en gebouwd werden door de groep. Naast de technische middelen die gebruikt werden voor de opnames van films van Woody Allen, Martin Scorsese, Luc Besson en Roman Polanski, werd het jaar 2010 ook gedreven door de opnames en uitzending van internationale sportevenementen zoals de Olympische Winterspelen in Vancouver en de Wereldbeker Voetbal in Zuid-Afrika. EMG realiseerde ook een grote primeur met de live uitzending in 3D van de finale van het Tornooi van de VI Naties in een dertigtal cinemazalen. In België nam EMG 2 nieuwe HD captatiewagens in gebruik in het kader van een meerjarig contract met de openbare omroep VRT. Ten slotte zette Euro Media Group eind oktober met de registratie van het Document de Base bij de AMF (Autorité des Marchés Financiers) haar eerste stap in het proces voor het verkrijgen van een beursnotering. Als gevolg van de erg volatiele marktsituatie eind 2010 is die beursintroductie uitgesteld.
Deelnemingspercentage Sofinim: 22,2% www.euromediagroup.com / www.ubf.nl
2010
2009
Omzet
288.720
262.768
EBITDA
47.925
44.814
Nettoresultaat
-1.672
8.067
157.669
157.336
-121.642
-110.357
(¤ 1.000)
Eigen vermogen (deel groep) Netto financiële positie
69
Hertel
Hertel
is met ruim 13.000 werknemers in meer dan 25 landen, actief op het vlak van industrieel onderhoud en nieuwbouw. In 2010 versterkt Hertel haar positie in het Verre Oosten, het Midden Oosten en het gebied rond de Kaspische Zee verder. Met een acquisitie in Australië positioneerde Hertel zich voor de sterk opkomende LNG markt in deze regio. Het aandeel van de omzet en de winst in deze regio's is de laatste jaren sterk gegroeid. Dit vormt de bevestiging van de strategische keuzes die daaromtrent gemaakt werden de laatste jaren, en maakt van Hertel een steeds meer globale speler. In Europa daarentegen werd een bescheiden groei gerealiseerd en stonden de marges sterk onder druk. De omzet in 2010 nam toe tot 854 miljoen euro. Ten opzichte van vorig jaar kon Hertel de EBITDA met 14% doen groeien. Met een bankenconsortium werd de bedrijfsfinanciering met het oog op de verdere groei van de groep, voor de komende jaren op punt gesteld. Ook stapte Hertel over naar een rapportering volgens de IFRS normen. In het kader van de uitstap van een aandeelhouder kon Sofinim haar participatie naar 46,5% optrekken, wat het vertrouwen in het verdere groeipotentieel van de groep bevestigt.
Hertel - van links naar rechts: Simon Kramer, Mark Witjens, Ton Louwers, André Schouten, Chris Melsen, David Fitzsimons, Joost Knoll, Marc van den Boom, John Potts
Deelnemingspercentage Sofinim: 46,55% www.hertel.com
(¤ 1.000) Omzet
2010
2009
853.689
758.946
EBITDA
48.355
42.441
Nettoresultaat
11.714
10.157
Eigen vermogen (deel groep)
91.868
76.700
-130.414
-83.975
Netto financiële positie
Private equity
70
Manuchar
Voor Manuchar was 2010 een reflectie van de voornaamste trend in de wereld van de globale supply chain. Door dalende marges en de afzwakkende rol van pure trading moet de toegevoegde waarde van Manuchar steeds meer gezocht worden in activiteiten van logistieke dienstverlening en lokale distributie. In die optiek, en in lijn met de keuze die meer dan 10 jaar geleden gemaakt werd, investeerde Manuchar in 2010 verder in nieuwe filialen, in nieuwe regionale subfilialen in de landen waar Manuchar reeds aanwezig was, en in de optimalisatie van de bestaande infrastructuur via nieuwe, grotere of beter gepositioneerde magazijnen. De focus lag hierbij op Afrika, met nieuwe filialen in Ivoorkust, Kenia en Algerije. Een tweede evolutie is de uitbouw van trafieken voor nieuwe producten zoals polymeren en papierproducten. Door synergieën op het vlak van logistiek, personeel of geografische aanwezigheid wordt op die manier het bestaande verkoopsnetwerk verder geoptimaliseerd. Deze logische evoluties zullen ongetwijfeld verdergezet worden in de komende jaren. De chemicaliënactiviteit, het belangrijkste segment voor Manuchar, vertoonde een degelijk jaar zonder meer, tevens door de mindere resultaten van Brazilië dat traditioneel de grootste bijdrage levert. De toenemende geografische diversificatie begint vruchten af te werpen, met verscheidene filialen die ofwel de breakeven status voorbij zijn, of hun bijdrage gevoelig verhoogd hebben.
De omzet binnen de staalactiviteit nam opnieuw gevoelig toe in vergelijking met 2009 door een stijging van de volumes en de prijzen. Aangezien dit segment nog sterk gericht is op pure trading gebeurde dit evenwel in een context van dalende marges. Deze activiteit blijft echter belangrijk door de logistieke combinatiemogelijkheden met andere producten.
Deelnemingspercentage Sofinim: 30% www.manuchar.com
2010
2009
Omzet
599.989
447.138
EBITDA
18.783
20.664
7.708
11.434
50.204
41.278
-192.493
-104.897
(¤ 1.000)
Nettoresultaat Eigen vermogen (deel groep) Netto financiële positie
Bij Mercapital vielen in de loop van 2010 geen bewegingen te noteren in het SPEF I fonds (Sofinim 2%) van Mercapital. Dit investeringsfonds is in vereffening geplaatst en omvat nog één participatie (Record) en een escrow-rekening betreffende de verkochte deelneming in de vennootschap Santos. Wat het tweede Mercapital fonds, SPEF II (Sofinim 1,3%) betreft, werd beslist de levensduur van het fonds met 1 jaar te verlengen. Hoewel diverse onderhandelingen voor de verkoop van de resterende deelnemingen werden aangevat, werden geen verkopen gereali-
seerd in 2010. In de loop van 2011 worden enkele verkopen van participaties verwacht. De focus van het Mercapital team bleef op de realisatie van de business plannen van de diverse vennootschappen. Hierbij dient genoteerd dat voor de Spaanse economie vooralsnog geen substantiële verbetering zichtbaar is.
71
NMC is een Belgische groep die zich toelegt op de ontwikkeling,
Deelnemingspercentage Sofinim: 30,66%
productie en verdeling van synthetische schuimproducten voor een brede waaier van toepassingen, zoals binnen- en buitenhuisinrichting, isolatie, verpakkingen en oplossingen op maat. NMC telt 1.150 medewerkers. De hoofdzetel en de R&D afdeling zijn in Eynatten gevestigd, en de productiesites en distributiecentra zijn strategisch verspreid over Europa. In 2010 realiseerde NMC een omzetstijging van meer dan 10% en bereikte zo opnieuw haar activiteitenniveau van 2008. Alle activiteiten gingen erop vooruit door het gunstigere economische klimaat. Bovendien versterkten de vernieuwende projecten Nomawood (synthetische oplossingen voor terrasbekleding) en Nomatec (geïntegreerde isolatie) de effecten van deze heropleving. Het operationeel resultaat nam toe ondanks de belangrijke stijging van de prijzen voor plastiek en de transportkosten. Bovendien werden belangrijke middelen besteed aan de lancering en ontwikkeling van het Level DS concept, een praktische en decoratieve oplossing voor de droogbouw, en aan de Nomawood producten. De balans van de groep verbeterde verder, wat toelaat in te spelen op strategische opportuniteiten die zich zouden kunnen voordoen. Voor 2011 moet NMC rekening houden met belangrijke additionele kosten op het vlak van plastiek grondstoffen. Het bedrijf zal deze
trachten te compenseren door maatregelen om de verkoopprijzen en de volumes te verhogen en door productiviteitsverbeteringen. Ondanks de onzekere economische context, heeft het management vertrouwen in de concurrentiële positie en in de strategische mogelijkheden voor het bedrijf en verwacht het een goed jaar.
NMC
NMC - van links naar rechts: Yves Noël, Hubert Bosten
www.nmc.be
(¤ 1.000)
2010
2009
Omzet
174.152
155.543
EBITDA
27.118
21.386
Nettoresultaat
12.241
6.510
Eigen vermogen (deel groep) Netto financiële positie
82.797
71.005
-10.541
-19.999
Private equity
72
Spanogroup - A&S Energie
Spanogroup
Deelnemingspercentage Sofinim: 72,92% www.spanogroup.be
2010
2009
Omzet
210.971
181.383
EBITDA
24.460
16.586
3.361
-2.910
(¤ 1.000)
Nettoresultaat Eigen vermogen (deel groep) Netto financiële positie
70.739
66.892
-65.359
-41.164
Spanogroup - van links naar rechts: Jan Ide, Chantal Mestdag, Jan Goeminne, Tony Himpe, Wim Seynaeve, Frank Bruyneel
is actief op het vlak van houttransformatie via 5 business units: Spano (bouw- en spaanplaten), Dekaply (decoratieve houten platen), Spanolux MDF (medium density fiberboard), Balterio (laminaatvloeren) en A&S Energie (hernieuwbare energie). In deze drie laatste BU's heeft Spanogroup een participatie van 50%. Spanogroup heeft in Europa een belangrijke marktpositie op het vlak van ondermeer brandvertragende en watervaste bouw- en spaanplaten en (lichte) MDF. 2010 werd gekenmerkt door een belangrijk herstel van de verkoopsvolumes en door een lichte stijging van de verkoopsprijzen, waardoor de omzet met 16% toenam. Omwille van de sterk gestegen grondstof- en energiekosten vertaalde deze positieve trend zich nog onvoldoende zichtbaar in de marges. Het doorrekenen van de sterk gestegen grondstof- en energiekosten in de verkoopsprijzen blijft dan ook een uitdaging voor Spanogroup. Medio 2010 is de biokrachtcentrale van A&S Energie, met een capaciteit van 25 MW elektrisch, met succes opgestart in Oostrozebeke. Deze unieke centrale verbruikt uitsluitend niet-recycleerbaar houtafval als brandstof en voorziet de Spano site voor 100% van hernieuwbare groene stroom. Via A&S Energie (een 50/50 samenwerking met Aspiravi) is Spano nu ook actief als producent en aanbieder van groene stroom in België. Met de lancering van SpanoTech, een nieuw productgamma van structurele en isolerende houtproducten, speelt Spano in op de sterk groeiende vraag naar oplossingen voor de houtskeletbouw, laagenergie- en passiefbouw.
73
Turbo’s Hoet Groep
Turbo’s Hoet Groep - van links naar rechts: Angelo Noto, Peter Tytgadt, Henri Thysen, Piet Wauters, Bart Dobbels, Dries Moens, Jeroen Velthuis, Pierre Mylle
Turbo's Hoet Groep (THG) behaalt haar omzet uit 4 divisies:
Deelnemingspercentage Sofinim: 50%
Dealerships (verkoop en onderhoud van vrachtwagens), Leasing & renting (verhuur op korte en lange termijn van vrachtwagens), Turbo's (distributie en revisie van turbo's) en Parts (distributie en revisie van onderdelen). Alle divisies spelen een vooraanstaande rol in hun marktsegment: zo is de groep één van de grootste DAF-dealers wereldwijd (met 22 vestigingen in België, Frankrijk, Rusland en Bulgarije), één van de grootste onafhankelijke spelers in de Europese turbo aftermarket, de grootste onafhankelijke leasingmaatschappij voor vrachtwagens in België en één van de belangrijkste spelers in de onderdelenmarkt in de Benelux en Frankrijk. In het vierde kwartaal heeft THG in Frankrijk HNVI gekocht, waardoor ze nu beschikt over bijkomende garages in Le Havre en Rouen. Het aantal inschrijvingen van nieuwe vrachtwagens in Europa kende in 2010 een gemengd beeld: tijdens de eerste jaarhelft werden in vergelijking met 2009 circa 16% minder vrachtwagens ingeschreven, maar tijdens de tweede jaarhelft kon een aanzienlijke stijging worden vastgesteld. Over het volledige jaar 2010 werden uiteindelijk 8% meer nieuwe vrachtwagens ingeschreven dan in 2009. De omzet nam elk kwartaal toe, waardoor voor het volledige boekjaar 2010 een omzetstijging van 12% werd gerealiseerd. Het nettoresultaat bedroeg 1,9 miljoen euro en was ook merkelijk beter dan in 2009.
www.turbos-hoet.com
2010
2009
Omzet
275.577
246.453
EBITDA
11.218
12.793
1.863
3
(¤ 1.000)
Nettoresultaat Eigen vermogen (deel groep) Netto financiële positie
75.313
73.439
-91.636
-115.004
74
Segment
Energie en grondstoffen
Jaarverslag 2010
Energie en grondstoffen
76
Het segment energie en grondstoffen droeg in 2010 16,5 miljoen euro bij tot het resultaat van de groep. Sipef neemt hiervan het overgrote deel voor haar rekening.
Sipef
Sipef AvH 23% Sipef is een agro-industriële groep gespecialiseerd in tropische landbouw, met plantages voor palmolie, rubber en thee in het Verre Oosten.
77
Henschel
Oriental Quarries & Mines
Henschel AvH 50%
Sagar Cements AvH 15%
Henschel Groep ontwikkelt en vervaardigt laadbakken en kippers voor lichte vrachtvoertuigen en lasconstructies zoals telescopische kranen.
Het beursgenoteerde Indische bedrijf Sagar Cements produceert een ruim assortiment van cement en klinkerstenen.
Oriental Quarries & Mines (OQM) AvH 50%
Max Green AvH 20%
OQM ontgint en produceert aggregaten in steengroeven in India, zowel bestemd voor de wegenbouw als voor de productie van beton.
Max Green is een joint venture met Electrabel en richt zich op projecten op het vlak van hernieuwbare energie op basis van biomassa.
Max Green
Energie en grondstoffen
Sipef
78
Sipef is een agro-industriële groep, genoteerd op NYSE Euronext Brussel, gespecialiseerd in tropische landbouw, voornamelijk in de productie van duurzame ruwe palmolie en rubber in het Verre Oosten.
De kernactiviteiten van de groep concentreren zich op het eiland Sumatra in Indonesië, waar 41.000 hectaren beplant zijn met oliepalmen en 6.004 hectaren met rubberplantages. Enkel de theeplantages bevinden zich op het eiland Java. Deze Indonesische activiteiten vertegenwoordigden 53% van de omzet in 2010, maar zijn goed voor twee derde van het operationeel resultaat. Door de recente expansie wordt ook Papoea-Nieuw-Guinea steeds belangrijker. De 13.110 beplante hectaren van oliepalmen en rubberplantages vertegenwoordigden 37% van de omzet en 30% van de bedrijfswinst. De Afrikaanse belangen zijn beperkt tot de productie van bananen en tropische bloemen in het zuiden van Ivoorkust. Sipef staat dus synoniem voor directe investeringen in de agroindustrie en is een USD-pure play in duurzame palmolie en rubber in het Verre Oosten.
Operationeel overzicht 2010 Net zoals in 2008 en 2009 heeft Sipef opnieuw een geconsolideerd resultaat opgetekend dat de vorige jaren in belangrijke mate overschrijdt, en dat vooral gebaseerd is op sterke marktprijzen voor palmolie, rubber, thee en bananen. Op operationeel vlak was 2010 een moeilijk jaar. Weersinvloeden hadden wereldwijd een grote impact op de productie van de meeste landbouwproducten. De productievolumes van Sipef stonden het ganse jaar onder druk door de overvloedige regen van El Niño in Papoea-Nieuw-Guinea in het begin van het jaar en de daaropvolgende La Niña in Indonesië op het einde van het jaar. Deze onregelmatigheden, in combinatie met de sterkere lokale munten, hadden ook hun invloed op de productiekosten, die gemiddeld 10% tot 20% stegen tegenover het crisisjaar 2009. De onverwachte weerspatronen, de groeiende vraag naar plantaardige oliën vanuit het Verre Oosten, een stijgende ruwe olieprijs en een zwakkere dollar zorgden voor hogere prijzen van de meeste voedingsgrondstoffen. De globale voorraden zijn ook historisch laag, waardoor de kleinste onregelmatigheid in het aanbod grote effecten had op de prijszetting. Na een vrij stabiele eerste jaarhelft werden vooral naar het jaareinde toe de prijzen voor palmolie, rubber en thee naar ongekende hoogten gedreven. Dit vertaalde zich in gevoelig hogere marges voor deze producten, en voor Sipef in een IFRS-resultaat dat dit van 2009 met 41% overschreed. De uitzonderlijke weersomstandigheden hadden ook een tijdelijke invloed op de expansieplannen en vertraagden de nieuwe aanplant van oliepalmen in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. Niettemin heeft Sipef inmiddels de kaap van 50.000 hectaren oliepalmen overschreden, waarvan 20% het productiestadium nog niet heeft bereikt. Daarnaast werd geïnvesteerd in de optimalisatie van het transport dankzij de verharding van het interne wegennet en werd de huisvesting van de arbeiders verder uitgebreid en verbeterd. De lange reeks van verkopen in de voorbije jaren van niet-kernactiviteiten werd afgerond met de realisatie van de overblijvende Braziliaanse activa. Sipef is thans volledig geconcentreerd op belangen die bijdragen aan de expansie en aan de toenemende rentabiliteit van de groep.
Vooruitzichten 2011 Ondanks erg hoge prijzen voor palmolie en rubber blijft er een sterke vraag naar deze producten. Enkel indien door goede oogsten de wereldvoorraden zich zullen normaliseren mag er een prijsdaling verwacht worden.
Van links naar rechts: Didier Cruysmans, Thomas Hildenbrand, Matthew Adams, François Van Hoydonck, Johan Nelis, Paul Nellens
79
Ondertussen heeft Sipef reeds een belangrijk deel van haar verwachte producties verkocht aan prijzen boven de 1.100 USD voor palmolie en boven de 4.200 USD voor rubber. Er zal ook in de volgende maanden ingespeeld worden op opportuniteiten, zodat gesteld kan worden dat Sipef opnieuw afstevent op een goed jaar. Het uiteindelijke winstniveau zal afhangen van de impact van de exporttaxen, die worden geheven op palmolie in Indonesië, van de weersomstandigheden die de producties kunnen beïnvloeden en van de evolutie van de vraag naar deze grondstoffen in de tweede jaarhelft. Het lange termijn plan voorziet in een geleidelijke uitbouw van de omvang naar 100.000 hectaren (aandeel van de groep), in een 70/30 verhouding gespreid over Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea en over palmolie- en rubberplantages. Deze omvang maakt het voor de groep mogelijk om efficiënt haar middelen aan te wenden als middelgrote speler in de plantagesector. De nadruk blijft liggen op de landbouw, zonder directe verticale integratie naar raffinage, maar met preferente banden naar spelers in deze sector die zelf beperkte plantageactiviteiten bezitten. De bewuste keuze voor een duurzaamheidsbeleid met certificatie werpt tevens zijn vruchten af voor de leveringen aan de voedings- en de energiesector in Europa. Dankzij de uitzonderlijke cashflows van de laatste jaren heeft Sipef zich inmiddels goed gepositioneerd om de bestaande expansieprogramma's in de provincies Noord Sumatra en Bengkulu in Indonesië en in West New Britain in Papoea-Nieuw-Guinea verder te zetten, ondermeer met de bouw van nieuwe extractiefabrieken in beide landen. Waar mogelijk zullen ook bijkomende belangen worden verworven van partners in bestaande investeringen en zal de prospectie verdergezet worden naar duurzame uitbreidingsprojecten in palmolie en rubber. Deze zoektocht naar agronomisch kwalitatieve
gronden wordt bemoeilijkt door de hogere duurzaamheidseisen die worden opgelegd en door de uitzonderlijke winstmarges die thans in de sector worden gerealiseerd. AvH heeft in het eerste kwartaal 2011 haar participatie verhoogd tot 25,4%.
Deelnemingspercentage AvH: 22,74% Sipef NV www.sipef.be
(USD 1.000)
2010
2009
2008
Omzet
279.400
237.829
279.402
EBITDA
112.597
84.673
84.558
EBIT
118.212
82.671
81.354
Nettoresultaat
84.843
60.174
58.765
Nettocashflow
86.380
71.346
65.763
368.548
296.918
247.140
56.484
36.108
14.454
500.556
423.739
373.230
Eigen vermogen (deel groep) Netto financiële positie Balanstotaal
Energie en grondstoffen
Henschel Groep Van links naar rechts: Andreas Vogelmann, Reiner Maas, Wim Ceuppens, Alicja Ozimek, Christopher Maas
80
Het zwaartepunt van de activiteiten van Henschel ligt enerzijds op de ontwikkeling en de vervaardiging van laadbakken en kippers voor lichte vrachtvoertuigen en anderzijds op de vervaardiging van lasconstructies, met bijzondere focus op telescopische kranen voor mobiele kraanvoertuigen.
Deelnemingspercentage AvH: 50% Henschel, Telemond, Teleskop www.hengineering.be www.teleskop.com.pl
(¤ 1.000)
2010(1)
2009(2)
2008(2)
Omzet
59.230
60.820
78.573
EBITDA
5.482
8.539
12.728
EBIT
2.799
6.434
10.712
Nettoresultaat
2.170
4.339
Nettocashflow
4.853
6.444
12.267
36.685
31.007
25.895
Eigen vermogen (deel groep)
3.789(3)
Netto financiële positie
-9.388
2.496
-5.803
Balanstotaal
62.683
52.456
47.863
605
487
576
Personeel
Geconsolideerde cijfers Henschel, Teleskop, Telemond (2) Geconsolideerde cijfers Henschel, Teleskop (3) Inclusief uitzonderlijke negatieve mark-to-market mbt wisselkoersindekkingen (1)
Henschel Engineering heeft in 2010 de delokalisatie van de productie van laadbakken en kippers van België naar Polen afgewerkt. Deze delokalisatie heeft tot duidelijk positieve resultaten geleid op het vlak van productie-efficiëntie. De markt voor laadbakken herstelde zich langzaam in 2010, in tegenstelling tot de markt voor telescopische kranen die medio 2010 abrupt met bijna 50% ineenstortte. De achteruitgang van de markt voor roosterkranen, die in de nieuwe firma Montel worden geproduceerd, volgde met enkele maanden vertraging. In combinatie met een plotse stijging van de grondstofprijzen en ondanks nieuwe producten en personeelsinkrimpingen heeft dit geleid tot een duidelijke achteruitgang van het resultaat. Bovendien werd een aanzienlijk deel van het personeel ingezet voor de productieaanloop van de nieuwe producten (chassis voor mobiele kranen, bovenwagens en steunpoten). Omdat de markt was ingestort, werden ook de bestellingen van deze nieuwe producten met meer dan een half jaar uitgesteld. Voor de hele kranensector wordt pas vanaf eind 2011 en in het bijzonder 2012 op een heropleving van de vraag gerekend. Alle geplande investeringen m.b.t. de uitbreiding en verbetering van de productie - voor een grootteorde van 10 miljoen euro - werden uitgevoerd. Teleskop en Montel zijn daarmee goed voorbereid voor de toekomst en staan klaar voor de productie van een breed productgamma, met name alle lasbouwgroepen voor kranen, ook boven 1000 ton hefvermogen. De onderneming is hiermee de enige volledig geïntegreerde producent op één site in Europa. In de Poolse kustregio is Henschel op een nieuwe site begonnen met de parallelle uitbouw van het productgamma op het maritieme gebied, o.a. spreaders voor container handling en lasbouwgroepen voor graafmachines.
Sagar Cements
Sagar Cements produceert een ruim assortiment
81
van cement in haar fabriek in het Nalgonda district van Andhra Pradesh (India). De fabriek heeft een capaciteit van 2,1 miljoen ton klinkerstenen per jaar en een cementcapaciteit van 2,5 miljoen ton per jaar. De dochteronderneming Sagar Power baat twee waterkrachtcentrales uit met een gezamenlijk geïnstalleerd vermogen van 8,5 MW, die voorzien in een deel van de energiebehoefte van de cementfabriek. Aan de behoefte aan kalksteen wordt voldaan door de eigen groeve, die naast de fabriek gelegen is.
Tijdens het afgelopen jaar werd de verkoop van cement tijdelijk negatief beïnvloed door externe factoren. De verkoopprijzen bleven onder zware druk door de overcapaciteit in de zuidelijke regio van India. In combinatie met de lage bezettingsgraad had dit een negatieve impact op de resultaten. Tegen het jaareinde begonnen de cementprijzen terug te stijgen. Bovendien werden de volumes ook opnieuw getroffen door een zware en langdurige moesson. De politieke onrust over de mogelijke splitsing van de staat Andra Pradesh bleef het openbare leven beïnvloeden, maar leidde dit jaar niet tot een belangrijke verstoring van de logistiek. De sluimerende impact op de economie in Andra Pradesh blijft evenwel een aandachtspunt. Vicat Sagar Cement Private Limited (een joint venture met de Franse Vicat Group) werkt verder aan de installatie van een productiefaciliteit met een cementcapaciteit van 5,5 miljoen ton per jaar en een klinkercapaciteit van 4 miljoen ton per jaar in Gulbarga, in de naburige staat Karnataka. De fabriek zal ook beschikken over een 60 MW elektriciteitscentrale voor eigen gebruik en heeft voldoende kalksteenreserves. De werken verlopen nog steeds volgens schema. Verwacht wordt dat de fabriek tegen 2012/2013 operationeel zal zijn. De totale kosten van de fabriek zullen oplopen tot 25 miljard Rs.
Deelnemingspercentage AvH: 15% Sagar Cements LTD www.sagarcements.in
(¤ 1.000)
2010
2009
2008
12 maanden 12 maanden
9 maanden
Omzet
81.923
72.898
31.044
EBITDA
8.630
14.681
5.114
EBIT
4.158
10.623
3.203
-231
3.809
1.506
34.372
31.488
28.056
-40.513
-32.279
-36.880
92.640
77.188
73.276
P&L
60,61
67,57
63,69
Balans
59,76
67,04
67,62
Nettoresultaat Eigen vermogen (deel groep) Netto financiële positie Balanstotaal Wisselkoers €/INR
Energie en grondstoffen
Oriental Quarries & Mines Vijay Dhaul
82
Oriental Quarries & Mines (OQM) is actief in de ontginning en de productie van aggregaten, zowel bestemd voor de wegenbouw als voor de productie van beton. Het werd in 2008 opgericht als een dochtermaatschappij van Oriental Structural Engineers (OSE), een van de belangrijkste bouwondernemingen in India. OSE heeft meer dan 39 jaar ervaring in de bouw van bestrating voor wegen, autosnelwegen en landingsbanen, bruggen, viaducten, dijken met verstevigde aarde en grondwerken en in het opstarten van ontginningen voor eigen gebruik.
Deelnemingspercentage AvH: 50% Oriental Quarries & Mines PL www.orientalindia.com
(¤ 1.000)
2010
2009
Omzet
6.463
2.692
EBITDA
604
356
EBIT
503
336
Nettoresultaat
258
235
8.728
3.445
Eigen vermogen (deel groep) Netto financiële positie
4.380
1.023
11.288
4.158
P&L
60,61
67,57
Balans
59,76
67,04
Balanstotaal Wisselkoers €/INR
AvH verwierf in april 2009 een deelneming van 28% in OQM, die intussen, middels een kapitaalverhoging, opgedreven werd tot 50%. In het boekjaar 2009-2010 startte OQM met twee operationele groeves in Rajasthan en een in Gwalior (Madhya Pradesh). De aggregaten van de OQM groeves in Noord India worden o.a. gebruikt voor belangrijke infrastructuurwerken als onderdeel van de uitvoering van het Golden Quadrilateral Project (vb de Yamuna Express Way Agra - Noida). Het nieuwe formule 1 circuit in Noida wordt ook met de kwaliteitsstenen van OQM gebouwd. Een bijkomende groeve in Bangalore werd operationeel in november 2010 en focust vooral op de markt van kant-en-klaar beton. Ondanks het feit dat OQM er over het algemeen in geslaagd is om de output in lijn te brengen met de verhoogde capaciteit, werden de verkoopvolumes negatief beïnvloed door de zware en langdurige moesson tijdens de tweede jaarhelft. OQM realiseerde een omzet van 6,5 miljoen euro in 2010 (2,7 miljoen euro in het vorige jaar) en het nettoresultaat steeg tot 0,3 miljoen euro.
Max Green
Max Green is een joint venture vennootschap
83
(tussen Electrabel en Ackermans & van Haaren) gericht op de verwezenlijking van projecten op het vlak van hernieuwbare energie op basis van biomassa. Deze joint venture werd in augustus 2009 opgericht.
Het eerste project betreft de verdere ombouw van de centrale Rodenhuize 4 in de Gentse kanaalzone tot een 100% biomassaeenheid. De centrale in Rodenhuize werd oorspronkelijk gebouwd als kolencentrale. In 2005 en 2008 werd reeds een aantal aanpassingen doorgevoerd in één van de eenheden waardoor de productie van groene elektriciteit mogelijk werd via de bijstook van houtpellets bij de klassieke brandstof steenkool. Vanaf 1 januari 2010 werd echter geen steenkool meer verbrand. Van bij de aanvang van het project was voorzien dat de eenheid Rodenhuize 4 zou worden omgebouwd naar een eenheid die elektrische energie opwekt uitsluitend op basis van biomassa. Dit zijn in casu houtpellets afkomstig van producenten die aan duurzaam bosbeheer doen. Deze laatste stap van de geplande ombouw- en onderhoudswerkzaamheden is eind augustus 2010 gestart en gaat gepaard met belangrijke investeringen. Na de ombouw zal de centrale Rodenhuize 4 een groene elektriciteitscapaciteit hebben van 180 MW, wat overeenstemt met het jaarlijks verbruik van ongeveer 320.000 gezinnen. Naast de verkoop van de elektrische energie verkrijgt Max Green ook inkomsten uit de eraan verbonden groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong. Bij de toekenning van deze certificaten wordt door de VREG (Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt) de energie die nodig is voor de productie en het transport van de houtpellets in rekening gebracht, zodat enkel ondersteuning wordt gekregen voor de nettoproductie van groene elektriciteit. Biomassa speelt een centrale rol in het nationaal actieplan van België inzake hernieuwbare energie. Met een geschatte jaarlijkse productie van 1,3 TWh groene elektriciteit zal Max Green een substantiële bijdrage leveren aan het behalen van de 20/20/20-doelstellingen in Vlaanderen. Met de huidige stand van de technologie gebeurt dit bovendien met een globale maatschappelijke kost die lager is dan voor alle andere hernieuwbare energiebronnen. Dankzij de continue werking van de centrale produceert Max Green op een zeer kosteneffectieve wijze baseload elektriciteit zonder dat dit gepaard gaat met belangrijke investeringen aan het net of in back-up capaciteit,
waardoor extra kosten voor de gebruiker tot een minimum worden beperkt. Desondanks heeft de Vlaamse Regering in de loop van de maand december een ontwerp van decreet goedgekeurd inzake het steunmechanisme voor de productie van hernieuwbare energie. Na goedkeuring van dit decreet door het Vlaamse Parlement zullen in de toekomst substantieel minder groenestroomcertificaten aan Max Green worden toegekend. Deze wetswijziging zal een aanzienlijke impact hebben op de activiteiten en de resultaten van de vennootschap. Anderzijds zal het nieuwe decreet wel een verhoogde reglementaire zekerheid bieden die noodzakelijk is om de exploitatie te kunnen voortzetten. Indien ook voor nieuwe projecten een stabiel wettelijk kader kan gecreëerd worden, is het de bedoeling dat Max Green in de toekomst ook andere projecten in hernieuwbare energie bestudeert.
Deelnemingspercentage AvH: 19,7% Max Green NV (¤ 1.000)
2010
2009
Omzet
96.558
48.011
EBITDA
9.682
5.863
Nettoresultaat
6.456
3.871
Eigen vermogen (deel groep)
10.389
3.933
Balanstotaal
10.773
18.080
Jaarverslag 2010
84
Algemene info
Jaarverslag 2010
Maatschappelijk verantwoord ondernemen 86
Ackermans & van Haaren draagt de familiale waarden van de oprichtende families (die nog steeds nauw betrokken zijn bij het bedrijf) hoog in het vaandel. Zo bepalen elementen als continuïteit, ethisch ondernemen, denken op lange termijn, waardecreatie door
Deze elementen kenmerken het maatschappelijk verantwoord en duurzaam beleid dat de groep in de praktijk op verschillende vlakken tracht te voeren, zowel op het niveau van de groep als van de participaties. Verschillende maatregelen werden reeds geïmplementeerd ter bevordering van een lange termijn economisch beleid, vrijwaring van het milieu, sociaal verantwoord ondernemen, deugdelijk bestuur en een verantwoord personeelsbeleid. Deze inspanningen zullen in de toekomst nog verder uitgebreid worden. De groep speelt hiermee in op de steeds strenger wordende eisen van de samenleving en van de stakeholders (zoals werknemers, cliënten en aandeelhouders) op het gebied van transparantie en verantwoordelijkheid. In dit hoofdstuk(*) worden een aantal initiatieven rond maatschappelijk verantwoord ondernemen toegelicht, zowel op het niveau van de groep als van de belangrijkste geconsolideerde participaties. De aangehaalde voorbeelden zijn louter illustratief en doen geen afbreuk aan de waarde van de andere inspanningen binnen de groep. (*) De structuur van dit hoofdstuk werd geïnspireerd op de indeling van KBC Asset Management voor Socially Responsible Investment (www.kbcassetmanagement.com/sri).
groei, werken met partners en wederzijds respect reeds decennialang het beleid van de groep.
Ter illustratie: DEME’s Code of Ethics
Personeelsbeleid Mensen spelen een cruciale rol in de succesvolle uitvoering van elke bedrijfsstrategie, zowel bij Ackermans & van Haaren als bij de participaties. Een prioriteit is dan ook het aantrekken en behouden van getalenteerde mensen met complementaire kennis en ervaring. De groep streeft ernaar het personeelsbestand van ongeveer 17.000 medewerkers (via haar aandeel in de participaties) gemotiveerd en geëngageerd te houden. Daarnaast wordt de werknemers een veilige en gezonde werkomgeving geboden. AvH is tevens actief betrokken bij de selectie van het topmanagement van haar participaties. Heel wat participaties hebben hun voorschriften en aanbevelingen inzake personeelsbeleid gebundeld in hun ISO en VCA certificatie of in de veiligheidshandboeken. Deze zijn vaak via het intranet beschikbaar voor alle medewerkers. Participatie
Certificatie
DEME
ISO 9001, ISO 14001, VCA & OHSAS, ISM, ISPS, Beste Werkgever 2007-2011, Randstad Award, Belgian Globe Award
Van Laere
ISO 9001:2008, VCA
Cobelguard
ISO 9001:2008, VCA
Bank J.Van Breda & Co
Beste Werkgever 2006 en 2010
Corelio
ISO 14001
Hertel
ISO 14001, ISO 9001, OHSAS 18001, VCA, VCA-p (petrochemie), Investors In People
Sipef
RSPO
De groep maakt in het personeelsstatuut, het selectie- en promotiebeleid en de evaluatiesystemen geen enkel onderscheid naar geslacht, geloofsovertuiging, afkomst of seksuele geaardheid. De groep verbiedt bovendien alle vormen van discriminatie bij aanwerving en promotie. Samen met andere Vlaamse bedrijven heeft Ackermans & van Haaren dan ook een charter voor genderdiversiteit ondertekend. Een mooi voorbeeld op het vlak van gelijke kansen is de ‘Action Handicap’ van Groupe Flo. Sinds 2007 moedigt zij de integratie van mindervalide medewerkers in de filialen aan en zorgt zij voor de nodige training en ondersteuning. Training en opleiding is voor alle medewerkers een belangrijk element om hun talent verder te ontwikkelen en zo bij te dragen tot het succes van de groep. Sommige participaties hebben eigen opleidingscentra, zoals Hertel (Hertel School of Management, Hertel School of Operations) en Egemin (Egemin Academy), terwijl andere een beroep doen op externe organisaties. Zo volgen bij Cobelguard alle agenten sectoriële opleidingsprogramma’s bij erkende opleidingscentra in België. Ten slotte spelen ook veiligheid en gezondheid een belangrijke rol in het personeelsbeleid van alle participaties. HSEQ-programma’s worden geïmplementeerd, net zoals initiatieven gericht op certifi-
catie en programma’s zoals Six Sigma en Lean Manufacturing. Ze zorgen ervoor dat veiligheid niet alleen in de hoofden en harten van de mensen speelt, maar verbeteren continu de werkmethoden en de ontwikkeling van alle medewerkers met de nadruk op gedragsmatige aspecten.
Lange termijn economisch beleid Economische relaties met klanten en leveranciers Ackermans & van Haaren hecht veel belang aan professionele dienstverlening en streeft ernaar dat haar participaties hun cliënten steeds een oplossing op maat aanbieden. Het productaanbod moet niet alleen continu aan de wensen en noden van de cliënten aangepast worden, maar waar mogelijk dienen deze producten en diensten een duurzaam karakter te hebben. AvH wil tevens bij voorkeur samenwerken met leveranciers die dezelfde waarden op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen delen. Dit heeft voornamelijk betrekking op mensenrechten, tewerkstellingsbeleid, corruptiebestrijding en milieubescherming. Een aantal voorbeelden tonen aan dat eenzelfde beleid gevoerd wordt bij de participaties. Bank J.Van Breda & C° is erin geslaagd om haar klantentevredenheid (gemeten op basis van de ‘Net Promotor Score’) voor het tweede jaar op rij te laten stijgen, in tegenstelling tot een daling van deze score voor de Belgische bank- en verzekeringssector. Het persoonlijk contact, de kennis van de leefwereld en de kwaliteit van de vermogensbegeleiding zijn volgens de cliënten de belangrijkste reden. Bank Delen werd in 2010 al voor de vierde opeenvolgende keer door Euromoney bekroond als ‘Best Private Bank’ in België. Euromoney bevraagt ieder jaar zowel private bankers als asset managers naar de deskundigheid, ervaring, strategie en service van de private banken. Alural heeft een multi-stakeholder platform opgezet waar het klanten en leveranciers samenbrengt. Ideeën voor potentiële innovaties, voornamelijk op het vlak van milieuvriendelijkheid, kunnen door alle partijen worden voorgelegd, besproken en al dan niet uitgewerkt tot concrete oplossingen.
Innovatie De stijgende vraag naar verantwoordelijke en ethische bedrijfsvoering uit zich ook in een extra dimensie op het vlak van innovatie, zowel op technologisch vlak als op het vlak van de aangeboden diensten en producten. Het volstaat immers niet langer om nieuwe toepassingen te ontwikkelen; deze dienen ook rekening te houden met de impact op de samenleving. Zo heeft Algemene Aannemingen Van Laere voor de bouw van de 860 meter lange kaaimuur langsheen het Kanaaldok B2 in de haven van Antwerpen gebruik gemaakt van een innovatief concept. Begin 2010 kreeg het voor dit project de Innovation Award, toegekend door specialisten van het WTCB en de Confederatie Bouw. Dankzij dit concept verloopt het werk op de werf gemakkelijker en technisch vooruitstrevender, waardoor de kaaimuur sneller in gebruik kan genomen worden.
87
Jaarverslag 2010
Een ander voorbeeld is de technologie die Spanogroup ontwikkeld heeft om hout te recycleren in plaatmateriaal. Op die manier wordt een belangrijke hoeveelheid hout die anders in de diverse huisvuilverbrandingsinstallaties terecht komt, niet verbrand maar gerecycleerd in nieuwe producten.
88
De Nomawood terrassen van NMC zijn een revolutie op het vlak van terrasbouw en combineren esthetiek met een innovatieve techniek. De terrassen zijn uv- en waterbestendig, kleurecht en vormvast en vergaan niet. Bovendien hebben ze een heel positieve milieubalans met 0% tropisch hout en zijn ze 100% recycleerbaar.
Milieu In 2009 werd binnen de AvH structuur het segment ‘Energie en grondstoffen’ gecreëerd. De groep richt zich hiermee onder andere op de sector van hernieuwbare energie. Zo wint Max Green, de joint venture met Electrabel, hernieuwbare energie op basis van biomassa (houtpellets) en zal zij met haar eerste project in de centrale Rodenhuize (Gent) voorzien in het jaarlijks energieverbruik van ongeveer 320.000 gezinnen. Daarnaast heeft een groot aantal participaties in het voorbije jaar investeringen gedaan op het vlak van hernieuwbare energie, energiebesparingen of co-generatie. Sommige initiatieven betreffen een uitbreiding van de activiteiten, zoals de opening van de A&S Energie biokrachtcentrale (recyclage van hout) door Spano en Aspiravi, de bouw van windmolenparken voor de Belgische kust via C-Power en Rent-A-Port Energy (Seastar en Rentel), de oprichting van DEME Blue Energy (energie uit golfslag en getijden) en van Purazur (waterzuivering). Bovendien integreerde het merendeel van de participaties milieuvriendelijke initiatieven in hun bestaande activiteiten en dagdagelijkse werking. Afhankelijk van de aard van de activiteit variëren deze van het milieubewust gebruik van kantoormaterialen over de keuze van bedrijfswagens tot het aanpassen van volledige productieprocessen en aanbieden van milieuvriendelijke oplossingen. Voorbeelden hiervan zijn het BIM-gebouw op de Tour & Taxis-site van Extensa (het eerste grootschalige passief kantoorgebouw in België), de energiebesparende maatregelen in gebouwen van Leasinvest Real Estate, de milieuvriendelijke technologische ontwikkelingen bij DEME (zoals het gebruik van zeewater ipv vet voor de smering) en haar activiteiten op het vlak van bodemsanering via haar milieutak DEC-Ecoterres en de keuze van ecologische en energie-efficiënte infrastructuur bij Egemin. Ook AvH zelf probeert haar ecologische voetafdruk te verminderen, o.a. door het aantal kopies te beperken, steeds rectoverso te printen en bedrijfswagens aan te kopen ipv op korte termijn te leasen. Dit jaarverslag werd ook gedrukt op FSC papier en de internetversie wordt meer gebruiksvriendelijk gemaakt om het online raadplegen aan te moedigen en het aantal gedrukte exemplaren te verminderen.
Sociaal verantwoord ondernemen Sinds jaar en dag steunt Ackermans & van Haaren bepaalde projecten van wetenschappelijke en sociaal-culturele aard die, waar mogelijk, een band vertonen met de Antwerpse regio. Hierbij wordt ernaar gestreefd een duurzame relatie op te bouwen met de partners, met dien verstande dat deze relatie periodiek wordt geëvalueerd. Deze projecten worden toegelicht in het hoofdstuk over mecenaat (pag. 89). DEME is vaak actief in ontwikkelingsgebieden en aldus een voorloper van nieuwe economische ontwikkelingen die de lokale bevolking op termijn een verhoogde levensstandaard bieden. Om ook op korte termijn aandacht te hebben voor hun leefomgeving, heeft DEME in 2010 beslist om het ‘DEME for Life’ Fonds op te richten. Werknemers kunnen hierop een beroep doen om initiatieven op te starten in de nabijheid van werven. Zo werd recent de bouw goedgekeurd van een opvangtehuis voor kinderen tussen 8 en 14 jaar in Santos, Brazilië. Ook Sipef hecht veel belang aan haar sociale verantwoordelijkheid en een goede verstandhouding met de gemeenschappen in en rond de plantages (vnl. Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea), waar het merendeel van de arbeiders leeft met hun familie. Sipef voorziet o.a. in woongelegenheid, energie, medische zorgen, scholen, speelpleinen, sportclubs, ontmoetingsruimten en gebedshuizen. Eenzelfde ingesteldheid en gelijkaardige initiatieven zien we bij de meeste participaties die in minder ontwikkelde gebieden actief zijn, zoals Sagar Cements, Oriental Quarries & Mines (beide in India), Manuchar (Zuid Afrika, El Salvador, Kenya, Sri Lanka) en Rent-A-Port (Nigeria en Oman). Dichter bij huis leveren Het Nieuwsblad en De Standaard (Corelio) al meer dan 20 jaar hun artikels aan Kamelego, de opvolger van De Braillekrant. Op die manier wordt het nieuws beschikbaar gesteld aan blinden en slechtzienden, maar ook aan rusthuizen, bibliotheken of lezers met dyslectische problemen.
Deugdelijk bestuur Ackermans & van Haaren hanteert als referentiecode voor deugdelijk bestuur de Belgische Corporate Governance Code. De verklaring hieromtrent wordt in detail toegelicht in dit jaarverslag op pag. 90-99.
Risk management In het hoofdstuk ‘Risicofactoren’ (pag. 100-102) worden zowel de risico’s als internationale investeringsmaatschappij, als de operationele en financiële risico’s verbonden aan de verschillende segmenten beschreven.
Jaarverslag 2010
Mecenaat
Sinds jaar en dag steunt Ackermans & van Haaren
89
bepaalde projecten van wetenschappelijke en sociaal-culturele aard die, waar mogelijk, een band vertonen met de Antwerpse regio. Hierbij wordt ernaar gestreefd een duurzame relatie op te bouwen met de partners, met dien verstande dat deze relatie periodiek wordt geëvalueerd.
In 2010 heeft Ackermans & van Haaren 210.100 euro besteed ter ondersteuning van verschillende instellingen, organisaties en projecten, waaronder:
Cultureel • Festival van Vlaanderen (www.festivalbxl.be en www.festivalgent.be) • Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen (www.kmska.be)
Wetenschappelijk • de Duve Institute (www.deduveinstitute.be) • Insead (www.insead.edu) • Instituut voor Tropische Geneeskunde (www.itg.be) • Thierry Latran Foundation (www.fondation-thierry-latran.org) • UCL Fondation Louvain (www.uclouvain.be/fondation-louvain) • Universiteit Antwerpen Management School (UAMS, www.antwerpmanagementschool.be) • Vlerick Leuven Gent Management School: Leerstoel ‘Doing Business in Europe’ (www.vlerick.be)
Sociaal • Estreda-Condorcet Coupole Bruxelloise de l’Autisme (www.estreda-condorcet.be) • Fondation Willem-Jan Berbers - Mumbai 2008 • Hoger Wal (via Koning Boudewijnstichting) (jeugdwerking) (www.hogerwal.be) • Monnikenheide (www.monnikenheide.be) • Sint-Egidiusgemeenschap (www.santegidio.be) • SOS Kinderdorpen (www.sos-kinderdorpen.be)
de Duve Institute
Het de Duve institute (International Institute of Cellular and Molecular Pathology) is een multidisciplinair biomedisch onderzoeksinstituut. Het werd opgericht door Prof. Christian de Duve (Nobelprijswinnaar 1974). Het onderzoek is gebaseerd op drie principes: prioriteit aan fundamenteel onderzoek en de vrijheid van de onderzoekers, speciale aandacht voor medische voordelen en multidisciplinaire samenwerking. Ackermans & van Haaren steunt het instituut met post-doctorale beurzen voor onderzoek in celbiologie en aanverwante pathologieën.
Jaarverslag 2010
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
90
1. Algemeen Ackermans & van Haaren hanteert als referentiecode de Belgische Corporate Governance Code (de ‘Code’), zoals bekendgemaakt op 12 maart 2009. De Code kan geraadpleegd worden op de website van de Commissie Corporate Governance (www.corporategovernancecommittee.be). Op 14 april 2005 heeft de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren het eerste Corporate Governance Charter (‘Charter’) goedgekeurd. De raad van bestuur heeft dit Charter nadien verschillende malen aangepast: • op 18 april 2006 werd het Charter in overeenstemming gebracht met verschillende Koninklijke Besluiten genomen in uitvoering van de Europese regels inzake marktmisbruik; • op 15 januari 2008 heeft de raad van bestuur artikel 3.2.2. (b) van het Charter aangepast ter verduidelijking van de procedure inzake onderzoek naar onregelmatigheden; • op 12 januari 2010 werd het Charter aangepast aan de nieuwe Code en aan de nieuwe onafhankelijkheidscriteria van artikel 526ter W.Venn.
De raad van bestuur zal het Charter in de loop van dit jaar actualiseren om het in overeenstemming te brengen met de Wet van 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen en de (op datum van deze verklaring nog niet-gepubliceerde) Wet van 20 december 2010 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders van genoteerde vennootschappen. De raad van bestuur zal tevens zijn beleid inzake de voorkoming van marktmisbruik (afdeling 5 van het Charter) verscherpen door de invoering van een verbod op ‘short selling’ en speculatieve handel in aandelen. Het Charter kan in drie talen (Nederlands, Frans en Engels) geraadpleegd worden op de website van de vennootschap (www.avh.be). Dit hoofdstuk (de ‘Verklaring inzake Deugdelijk Bestuur’) bevat de informatie zoals bedoeld in de artikelen 96, §2 en 119, tweede lid, 7° W.Venn. In dit hoofdstuk wordt voorts, overeenkomstig de voorschriften van de Code, bijzondere aandacht besteed aan feitelijke informatie omtrent deugdelijk bestuur en wordt uitleg gegeven over de afwijkingen tijdens het afgelopen boekjaar op bepaalde bepalingen van de Code overeenkomstig het ‘pas toe of leg uit’- principe.
2. Raad van bestuur 2.1 Samenstelling Naam
Geboren
Aard mandaat
Einde mandaat
Alain Dieryck
1943
Voorzitter, niet-uitvoerend
2013
Luc Bertrand
1951
Uitvoerend
2013
Jacques Delen
1949
Niet-uitvoerend
2012
Teun Jurgens
1948
Niet-uitvoerend
2014
Pierre Macharis
1962
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
2012
Thierry van Baren
1967
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
2014
Frederic van Haaren
1960
Niet-uitvoerend
2013
Pierre Willaert
1959
Onafhankelijk (tot 1 juli 2011), niet-uitvoerend
2012
Alain Dieryck heeft de wens geuit om vervroegd een einde te stellen aan zijn bestuurdersmandaat en zal ontslag nemen als voorzitter en bestuurder van de vennootschap op de gewone algemene vergadering van 23 mei 2011. De raad van bestuur zal aan de gewone algemene vergadering van 23 mei 2011 voorstellen om Julien Pestiaux te benoemen tot onafhankelijk bestuurder voor een periode van 4 jaar.
Alain Dieryck
(°1943, Belg) is voorzitter van de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren. Hij studeerde af als doctor in de rechten (KUL - 1967) en behaalde tevens het diploma van licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen (UCL - 1968). Hij trad in dienst bij Ackermans & van Haaren in 1969. Hij werkte ook enkele jaren op de juridische dienst van Dredging International en eindigde zijn actieve loopbaan als secretaris-generaal bij Ackermans & van Haaren in 2003. Alain Dieryck is sinds 1985 bestuurder van Ackermans & van Haaren en is er voorzitter sinds 2006. Daarnaast bekleedde hij bestuursmandaten bij de Spaarbank Dipo en Record Bank (ING groep). Hij is vandaag ook actief als bestuurder in caritatieve instellingen.
Luc Bertrand (°1951, Belg) is voorzitter van het executief comité van Ackermans & van Haaren. Hij studeerde af als handelsingenieur (KUL - 1974). Luc Bertrand startte zijn loopbaan bij Bankers Trust, waar hij de functie bekleedde van Vice-President en Regional Sales Manager, Northern Europe. Sinds 1986 is hij actief bij Ackermans & van Haaren. Hij bekleedt verschillende bestuursmandaten binnen de groep Ackermans & van Haaren, alsook daarbuiten. Hij is onder meer voorzitter van de raad van bestuur van DEME, Dredging International, Finaxis, Sofinim en Leasinvest Real Estate. Luc Bertrand is tevens actief op maatschappelijk vlak, hij is o.m. voorzitter van Guberna (Belgian Governance Institute) en van Middelheim Promotors en is lid van een aantal andere raden van bestuur van verenigingen zonder winstoogmerk. Luc Bertrand werd in 1985 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren. Jacques Delen (°1949, Belg) behaalde in 1976 het diploma van wisselagent. Jacques Delen is thans voorzitter van het directiecomité van Bank Delen. Hij is tevens bestuurder van de beursgenoteerde plantagegroep Sipef en van Bank J.Van Breda & C°. Jacques Delen werd in 1992 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren en is voorzitter van het remuneratiecomité.
Teun Jurgens (°1948, Nederlander) studeerde af als landbouwkundig ingenieur aan de Rijks Hogere Landbouwschool in Groningen (Nederland). Hij was o.a. deel van het management team van Banque Paribas Nederland en oprichter van Delta Mergers & Acquisitions. Teun Jurgens werd in 1996 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren en was tot 31 december 2010 lid van het remuneratiecomité. Pierre Macharis (°1962, Belg) studeerde af als licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen (1986) en behaalde tevens het diploma van industrieel ingenieur in automatisering (1983). Hij is thans CEO en voorzitter van het directiecomité van het beursgenoteerde VPK Packaging Group, een verticaal geïntegreerde verpakkingsgroep met hoofdzetel in België. Pierre Macharis is tevens voorzitter van Cobelpa, de Belgische vereniging van papier- en pulpproducerende bedrijven, en is bestuurder bij CEPI, de Europese vereniging van papier- en pulpproducerende bedrijven. Pierre Macharis werd in 2004 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren en is lid van het remuneratiecomité.
Thierry van Baren (°1967, Fransman/Nederlander) is licentiaat en geaggregeerde in de filosofie en behaalde een MBA aan de Solvay Business School. Hij is thans zelfstandig consultant. Thierry van Baren werd in 2006 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren en is lid van het auditcomité en, sinds 1 januari 2011, van het remuneratiecomité. Frederic van Haaren (°1960, Belg) is zelfstandig ondernemer en schepen van openbare werken van de Gemeente Kapellen. Hij is tevens actief als bestuurder van verschillende vennootschappen en verenigingen. Zo bekleedt hij onder meer een bestuursmandaat bij Multi Communications NV (moedermaatschappij van Decofun, Funinvest en Kidslab) en Ebco BVBA, is hij voorzitter van de vzw Consultatiebureau voor het Jonge Kind te Kapellen en van Basisschool Zonnekind te Kalmthout en bestuurder bij Bosgroepen Antwerpen Noord. Frederic van Haaren werd in 1993 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren en is lid van het auditcomité. Pierre Willaert (°1959, Belg) is licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen en behaalde het diploma van de Belgische Vereniging van Financiële Analisten (ABAF-BVFA), waarvan hij nog steeds lid is. Hij was lange tijd actief als financieel analist bij Bank Puilaetco, waar hij verantwoordelijk was voor de opvolging van de Belgische genoteerde aandelen. Pierre Willaert was beherend vennoot en lid van het auditcomité van Bank Puilaetco tot in 2004. Hij is ook bestuurder bij Tein Telecom, een Brussels ICT bedrijf, dat onder meer gespecialiseerd is in videobewaking. Pierre Willaert werd in 1998 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren en is sinds 2004 voorzitter van het auditcomité. 2.2 Onafhankelijke bestuurders • Teun Jurgens (tot 25 mei 2010) • Pierre Macharis • Thierry van Baren (sinds 25 mei 2010) • Pierre Willaert (tot 1 juli 2011) Teun Jurgens en Pierre Willaert beantwoordden aan de onafhankelijkheidscriteria zoals deze waren vervat in enerzijds het oude artikel 524 W. Venn. (vóór de aanpassing door de Wet van 17 december 2008) en artikel 2.2.4. van het Charter (vóór de aanpassing door de raad van bestuur op 12 januari 2010). Krachtens de overgangsbepalingen van de Wet van 17 december 2008 verstrijkt het onafhankelijk karakter van het mandaat van Pierre Willaert op 1 juli 2011. Pierre Macharis en Thierry van Baren beantwoorden aan de nieuwe onafhankelijkheidscriteria van artikel 526ter W.Venn. De raad van bestuur zal aan de gewone algemene vergadering van 23 mei 2011 voorstellen om Julien Pestiaux te benoemen tot onafhankelijk bestuurder voor een periode van 4 jaar. Julien Pestiaux beantwoordt aan alle onafhankelijkheidscriteria van artikel 526 ter W.Venn.
91
Jaarverslag 2010
92
2.3 Overige bestuurders
2.6 Gedragsregels inzake financiële transacties
• Luc Bertrand • Jacques Delen • Alain Dieryck • Frederic van Haaren
De raad van bestuur heeft zijn beleid inzake de voorkoming van marktmisbruik bekendgemaakt in het Charter (afdeling 5). Deze regels zullen in de loop van dit boekjaar worden verscherpt door de invoering van o.m. een verbod op ‘short selling’ en op speculatieve handel in aandelen.
Luc Bertrand, Jacques Delen en Alain Dieryck zijn bestuurder van Scaldis Invest, die met een participatie van 33% de voornaamste aandeelhouder is van Ackermans & van Haaren. Luc Bertrand en Alain Dieryck zijn tevens bestuurder van Belfimas, die met een participatie van 91,35% Scaldis Invest controleert. Scaldis Invest en Belfimas zijn holdingvennootschappen die uitsluitend (rechtstreeks en onrechtstreeks) beleggen in aandelen Ackermans & van Haaren.
2.4 Activiteitenverslag De raad van bestuur is in 2010 acht maal bijeengekomen. De gemiddelde aanwezigheid bedroeg 94%. Jacques Delen en Pierre Macharis hebben niet deelgenomen aan de vergadering van de raad van bestuur van 12 mei 2010. Teun Jurgens en Pierre Willaert hebben niet deelgenomen aan de vergadering van de raad van bestuur van 15 december 2010. De raad van bestuur heeft in 2010 de resultaten van de groep en de ontwikkeling van de activiteiten van de verschillende participaties opgevolgd middels de rapportering verzorgd door het executief comité. De raad van bestuur heeft tevens tijdens het voorbije boekjaar belangrijke investerings- en desinvesteringsbeslissingen genomen. Op de vergadering van 10 november 2010 heeft de raad van bestuur samen met het executief comité beraadslaagd over de strategie van de groep. Op 14 en 15 december 2010 is de raad van bestuur bijeengekomen in Parijs en heeft hij managementpresentaties bijgewoond van de in Frankrijk gevestigde deelnemingen Groupe Flo, Financière Duval en Euro Media Group. Op periodieke basis vinden de evaluatieprocedures binnen de raad van bestuur plaats overeenkomstig artikel 2.7 van het Charter. Deze geschieden op initiatief en onder leiding van de voorzitter. De jaarlijkse evaluatie door de niet-uitvoerende bestuurders van de relatie tussen de raad van bestuur en het executief comité vond plaats op 12 januari 2010. Deze procedure geschiedde in afwezigheid van de uitvoerende bestuurder. De betrokken bestuurders hebben bij deze gelegenheid hun algemene tevredenheid uitgedrukt over de goede samenwerking tussen beide organen en hebben in dat verband enkele suggesties overgemaakt aan de uitvoerende bestuurder.
2.5 Gedragsregels inzake belangenconflicten De raad van bestuur heeft zijn beleid inzake verrichtingen tussen Ackermans & van Haaren of een met haar verbonden vennootschap enerzijds, en leden van de raad van bestuur of van het executief comité (of hun naaste familieleden) anderzijds, die aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten (al dan niet in de zin van het W.Venn.) bekendgemaakt in het Charter (artikelen 2.9. en 4.7.). In 2010 dienden geen beslissingen te worden genomen die aanleiding gaven tot toepassing van dit beleid.
3. Auditcomité 3.1 Samenstelling Voorzitter
Pierre Willaert onafhankelijk (tot 1 juli 2011), niet-uitvoerend bestuurder Thierry van Baren onafhankelijk (sinds 25 mei 2010), niet-uitvoerend bestuurder Frederic van Haaren niet-uitvoerend bestuurder
Thierry van Baren (sinds 25 mei 2010) en Pierre Willaert beantwoordden in 2010 aan de nieuwe onafhankelijkheidscriteria vervat in artikel 526ter W.Venn. Zoals hoger vermeld, verstrijkt het onafhankelijk karakter van het mandaat van Pierre Willaert op 1 juli 2011 overeenkomstig de overgangsbepalingen van de Wet van 17 december 2008. Alle leden van het auditcomité beschikken over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit: • Pierre Willaert (1959) is licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen en behaalde het diploma van de Belgische Vereniging van Financiële Analisten (ABAF-BVFA), waarvan hij nog steeds lid is. Hij was lange tijd actief als financieel analist bij Bank Puilaetco, waar hij verantwoordelijk was voor de opvolging van de Belgische genoteerde aandelen. Pierre Willaert was beherend vennoot en lid van het auditcomité van Bank Puilaetco tot in 2004. Pierre Willaert werd in 1998 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren en is sinds 2004 voorzitter van het auditcomité. • Thierry van Baren (1967) is licentiaat en geaggregeerde in de filosofie en behaalde een MBA aan de Solvay Business School. In het kader van deze opleiding specialiseerde hij zich o.m. in ‘Finance’, ‘Financial Accounting’ en ‘Managerial Accounting’. Thierry van Baren is thans zelfstandig consultant en is ook in die hoedanigheid vertrouwd met verschillende aspecten van boekhouding. Thierry van Baren werd in 2006 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren. • Frederic van Haaren (1960) is schepen van openbare werken van de Gemeente Kapellen en is tevens actief als bestuurder van verschillende vennootschappen en verenigingen. Als schepen is Frederic van Haaren vertrouwd met de voorbereiding en opvolging van begrotingen en heeft hij ervaring met het dragen van budgetverantwoordelijkheid. Frederic van Haaren werd in 1993 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren.
3.2 Activiteitenverslag Het auditcomité is in 2010 vier maal bijeengekomen. Op 26 februari en 20 augustus 2010 heeft het auditcomité zich, in aanwezigheid van de financiële directie en de commissaris, hoofdzakelijk gebogen over de analyse van, respectievelijk, de jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële rapportering. De leden van het auditcomité ontvingen voorafgaandelijk de beschikbare verslagen van de auditcomités van de operationele dochtervennootschappen van Ackermans & van Haaren. Het auditcomité van 1 april 2010 was voornamelijk gewijd aan de financiële verslaggeving zoals opgenomen in het jaarverslag van 2009 en de toetsing van de ‘één-op-één’-regel betreffende de nietauditdiensten geleverd door Ernst & Young. Tijdens de vergadering van het auditcomité van 17 december 2010 kwam de verslaggeving over de interne auditwerkzaamheden aan bod, de ICT-infrastructuur en de website en werd de interne auditplanning voor het boekjaar 2011 goedgekeurd. In het kader van de monitoring van de doeltreffendheid van de interne controle- en risicobeheerssystemen, werd eind 2010 de beveiliging van de informaticasystemen getest door een externe consultant. Deze tests brachten geen noemenswaardige onvolkomenheden aan het licht. Het auditcomité bracht stelselmatig en uitgebreid verslag uit over de uitoefening van zijn taken aan de raad van bestuur. Het auditcomité heeft de raad van bestuur, op zijn vergadering van 2 maart 2010, aanbevolen Ernst & Young Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door Marnix Van Dooren en Christel Weymeersch, voor te dragen voor herbenoeming.
4. Remuneratiecomité
te vervangen door Thierry van Baren. Thierry van Baren blijft tevens lid van het auditcomité.
4.2 Activiteitenverslag In 2010 is het remuneratiecomité twee maal bijeengekomen, m.n. op 5 oktober en op 10 november 2010. Op 5 oktober heeft het remuneratiecomité beraadslaagd over het voorstel om aan de bedienden en arbeiders van de vennootschap een resultaatsgebonden bonus toe te kennen overeenkomstig de bepalingen van de Wet van 21 december 2007. Op de vergadering van 10 november heeft het remuneratiecomité aanbevelingen gericht aan de raad van bestuur inzake de vergoeding van de bestuurders, de vaste en variabele vergoeding van de leden van het executief comité en de toekenning van aandelenopties aan voormelde personen en aan andere kaderleden van de groep. Het remuneratiecomité heeft tevens de bepalingen van de Wet van 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen die een impact hebben op het comité en het remuneratiebeleid grondig bestudeerd.
5. Benoemingscomité Overeenkomstig artikel 2.2.2. van het Charter, heeft de raad van bestuur op 2 maart 2010 beraadslaagd als benoemingscomité ter evaluatie van de herbenoeming van Teun Jurgens en Thierry van Baren. De raad van bestuur heeft vervolgens, op aanbeveling van het benoemingscomité, aan de gewone algemene vergadering van 25 mei 2010 voorgesteld om Teun Jurgens en Thierry van Baren te herbenoemen als, respectievelijk, bestuurder en onafhankelijk bestuurder.
4.1 Samenstelling Voorzitter
Jacques Delen niet-uitvoerend bestuurder Teun Jurgens onafhankelijk (tot 25 mei 2010), niet-uitvoerend bestuurder Pierre Macharis onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder
De raad van bestuur heeft op 11 januari 2011 de samenstelling van het remuneratiecomité gewijzigd ten einde deze in overeenstemming te brengen met het nieuwe artikel 526quater W.Venn. dat in werking is getreden op 1 januari 2011. Artikel 526 quater, §2 W.Venn. bepaalt dat het remuneratiecomité moet worden samengesteld uit een meerderheid van onafhankelijke bestuurders (in de zin van artikel 526ter W.Venn.). Het remuneratiecomité mag voorts enkel samengesteld zijn uit niet-uitvoerende bestuurders. De raad van bestuur heeft, in het licht van het voorgaande, beslist Teun Jurgens, als lid van het remuneratiecomité, per 1 januari 2011
De raad van bestuur heeft op 1 maart en 6 april 2011 beraadslaagd als benoemingscomité en heeft, overeenkomstig de procedure van artikel 2.2.2. van het Charter, beslist Julien Pestiaux voor te dragen aan de gewone algemene vergadering van 23 mei 2011 met het oog op diens benoeming als onafhankelijk bestuurder. Julien Pestiaux (°1979, Belg) studeerde af als ingenieur electromechanica (specialisatie energie) aan de Université Catholique de Louvain (2003) en behaalde aansluitend een Master in engineering management aan de Cornell University (Verenigde Staten). Julien Pestiaux is gespecialiseerd in energie- en klimaatthema’s en werkt momenteel als project manager aan een strategisch plan inzake duurzame energie voor het Waalse Gewest in samenwerking met de European Climate Foundation en Climact. Hij was voordien 5 jaar actief als projectleider bij McKinsey & C°. Alain Dieryck heeft de wens geuit om vervroegd een einde te stellen aan zijn bestuurdersmandaat en zal ontslag nemen als voorzitter en bestuurder van de vennootschap op de gewone algemene vergadering van 23 mei 2011.
93
Jaarverslag 2010
6. Executief comité 6.1 Samenstelling Voorzitter
Luc Bertrand Tom Bamelis Piet Bevernage Piet Dejonghe
94
de raad van bestuur moeten worden genomen. Tijdens het voorbije boekjaar heeft het executief comité de deelname aan de raden van bestuur van de dochtervennootschappen voorbereid en opgevolgd, nieuwe investeringsvoorstellen bestudeerd (zowel bij de huidige deelnemingen als daarbuiten), bepaalde desinvesteringen goedgekeurd, de trimestriële, halfjaarlijkse en jaarlijkse financiële verslaggeving voorbereid, de impact van voor de vennootschap relevante wetswijzigingen bestudeerd en een geactualiseerd arbeidsreglement voorbereid en goedgekeurd.
Werner Poot Jan Suykens Alain Dieryck, voorzitter van de raad van bestuur, woont in beginsel de vergaderingen van het executief comité als waarnemer bij.
Jan Suykens
(°1960, Belg) is lid van het executief comité van Ackermans & van Haaren. Hij is licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen (UFSIA, 1982) en behaalde aansluitend een MBA aan de Colombia University (1984). Hij werkte een aantal jaren bij Generale Bank in Corporate en Investment Banking vooraleer hij in 1990 Ackermans & van Haaren vervoegde.
7. Remuneratieverslag 7.1 Procedure ter ontwikkeling van een remuneratiebeleid en tot vaststelling van het remuneratieniveau In 2010 heeft de vennootschap de volgende procedure gevolgd ter ontwikkeling van haar remuneratiebeleid en tot vaststelling van het remuneratieniveau van de niet-uitvoerende bestuurders en de leden van het executief comité.
7.1.1 Remuneratiebeleid Piet Bevernage (°1968, Belg) is secretaris-generaal en lid van het executief comité van Ackermans & van Haaren. Hij behaalde een licentiaat in de rechten (KU Leuven, 1991) en een LLM aan de University of Chicago Law School (1992). Hij werkte eerst als advocaat in de Corporate en M&A-afdeling van Loeff Claeys Verbeke vooraleer hij in 1995 Ackermans & van Haaren vervoegde.
Piet Dejonghe (°1966, Belg) is lid van het executief comité van Ackermans & van Haaren. Na zijn studies als licentiaat in de rechten (KULeuven, 1989), behaalde hij nog een postgraduaat bedrijfskunde aan de KULeuven (1990) en een MBA aan Insead (1993). Voor hij in 1995 Ackermans & van Haaren vervoegde, was hij als advocaat verbonden aan Loeff Claeys Verbeke en actief als consultant bij Boston Consulting Group.
Tom Bamelis (°1966, Belg) is CFO en lid van het executief comité van Ackermans & van Haaren. Na zijn studies als handelsingenieur (KU Leuven, 1988), behaalde hij nog een master in Financial management (1991). Hij ging aan de slag bij Touche Ross en Group Bruxelles Lambert en begon in 1999 bij Ackermans & van Haaren. Werner Poot (°1971, Belg) is lid van het executief comité van Ackermans & van Haaren. Hij is burgerlijk ingenieur (KU Leuven, 1993) en behaalde nadien nog een master in industrial management en een master class in controllership (allebei aan Vlerick Management School). Hij werkte voor Union Minière en Sibelco voor hij in 2005 Ackermans & van Haaren vervoegde.
6.2 Activiteitenverslag Het executief comité is in 2010 negentien maal bijeengekomen. De gemiddelde aanwezigheidsgraad bedroeg 93%. Het executief comité is o.m. verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van Ackermans & van Haaren en bereidt de beslissingen voor die door
Op 23 april 2010 werd de Wet van 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Deze wet bevat een aantal bepalingen die ingrijpen op de samenstelling en werkwijze van het remuneratiecomité en op het toekomstige remuneratiebeleid van de vennootschap. Het remuneratiecomité heeft deze bepalingen grondig bestudeerd tijdens zijn vergadering van 10 november 2010 en zal in de loop van 2011 aanbevelingen verstrekken aan de raad van bestuur teneinde het remuneratiebeleid, ten aanzien van de nietuitvoerende bestuurders en de leden van het executief comité, waar nodig bij te sturen.
7.1.2 Remuneratieniveau De vergoeding van de leden van het executief comité bestaat uit vijf componenten (infra, 7.2.1). Deze componenten worden jaarlijks, doorgaans op een vergadering in november of december, geëvalueerd door het remuneratiecomité en getoetst op hun marktconformiteit. Deze toetsing geschiedt aan de hand van publieke gegevens (b.v. de remuneratiegegevens opgenomen in de jaarverslagen van andere vergelijkbare genoteerde vennootschappen) en salarisstudies. De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur. De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uitsluitend uit een vaste vergoeding. Deze vaste vergoeding bestaat uit een basisvergoeding en, desgevallend, een aanvullende vergoeding in functie van het lidmaatschap van de betrokken bestuurder van een bepaald comité. De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt periodiek getoetst door het remuneratiecomité. De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering.
7.2 Toepassing van het remuneratiebeleid op de leden van het executief comité in 2010
7.2.2 Relatief belang van elke component van de remuneratie
7.2.1 Principes
Het relatieve aandeel van elke component in de totale vergoeding van de leden van het executief comité, was in 2010 als volgt:
De vergoeding van de leden van het executief comité bestaat uit vijf componenten: • een vaste vergoeding, • een variabele vergoeding, m.n. een (cash)bonus gerelateerd aan het geconsolideerd nettoresultaat, • aandelenopties, • een groepsverzekering type ‘vaste bijdrage’ (pensioenvorming, dekking overlijdensrisico, dekking invaliditeit) en een hospitalisatieverzekering, en • een bedrijfswagen. De vennootschap streeft naar een evenwicht tussen een marktconforme vaste vergoeding enerzijds en een combinatie van kortetermijnincentives (zoals de jaarlijkse cash bonus) en langetermijnincentives (aandelenopties) anderzijds. De vaste vergoeding van de leden van het executief comité (wedde, groeps- en hospitalisatieverzekering, bedrijfswagen) evolueert in functie van hun verantwoordelijkheden en ervaring en van marktontwikkelingen. De bonus die wordt toegekend aan de leden van het executief comité is afhankelijk van vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria gemeten over een periode van één boekjaar en is met name afhankelijk van het geconsolideerd nettoresultaat (deel van de groep). Er is m.a.w. geen langetermijn-cashincentiveplan. De bonus wordt betaald in geld in de maand maart, na goedkeuring door de raad van bestuur van het geconsolideerd nettoresultaat over het voorgaande boekjaar. In 2010 was nog niet voorzien in een terugvorderingsrecht ten gunste van de vennootschap van de bonus die zou zijn toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens. De bedoeling is dergelijk terugvorderingsrecht in de loop van 2011 op te nemen in de overeenkomsten tussen de vennootschap en de leden van het executief comité. De toekenning van aandelenopties is niet gebonden aan vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria. De raad van bestuur beslist over de toekenning van aandelenopties aan de leden van het executief comité, op aanbeveling van het remuneratiecomité. De toekenning geschiedt in het kader van een aandelenoptieplan dat in 1999 werd goedgekeurd door de raad van bestuur en op basis waarvan ook andere personen dan de leden van het executief comité worden geïncentiveerd. Overeenkomstig de toepasselijke fiscale wetgeving worden de leden van het executief comité belast bij toekenning van de aandelenopties. De uiteindelijke waarde van deze component van de vergoeding is afhankelijk van de koersontwikkeling van het aandeel.
Vaste vergoeding
49,87%
Bonus
37,66%
Aandelenopties
4,95%
Groeps- en hospitalisatieverzekering
7,04%
Bedrijfswagen
0,48%
7.2.3 Kenmerken van de aandelenopties De aandelenopties, die onder het aandelenoptieplan van Ackermans & van Haaren, worden toegekend hebben volgende kenmerken: • Aanbod: begin januari. • Uitoefenprijs: prijs vastgesteld op basis van de gemiddelde slotkoers van het aandeel gedurende 30 dagen voorafgaand aan het aanbod. • Uitoefentermijn: de opties zijn uitoefenbaar vanaf het verstrijken van het derde kalenderjaar volgend op het jaar waarin het aanbod plaatsvindt tot het einde van het achtste jaar te rekenen vanaf de datum van het aanbod.
7.2.4 Wijzigingen in het remuneratiebeleid Het remuneratiebeleid onderging in 2010 geen belangrijke wijzigingen.
7.2.5 Remuneratiebeleid voor de komende twee boekjaren (2011-2012) De raad van bestuur verwacht in de komende twee boekjaren het remuneratiebeleid niet ingrijpend te zullen aanpassen, uitgezonderd de aanpassingen die voortvloeien uit de toepassing van de Wet van 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen (cfr. 7.4.8 hierna).
7.2.6 Vergoeding van de CEO Het bedrag van de remuneratie en andere voordelen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, door Ackermans & van Haaren of haar dochtervennootschappen in 2010 aan de CEO werden toegekend, kan als volgt worden uitgesplitst: Statuut
zelfstandige
Vaste vergoeding
€ 615.424
Variabele vergoeding
€ 539.155
Aandelenopties Groepsverzekering (type ‘vaste bijdrage’) en hospitalisatieverzekering (bijdragen gestort door de vennootschap) Voordelen in natura (bedrijfswagen)
€ 87.566 € 101.934
€ 3.449
95
Jaarverslag 2010
7.2.7 Vergoeding van de andere leden van het executief comité Het globale bedrag van de remuneratie en andere voordelen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, door Ackermans & van Haaren of haar dochtervennootschappen in 2010 aan de overige leden van het executief comité werden toegekend kan als volgt worden uitgesplitst:
96
Vaste vergoeding
€ 1.369.002
Variabele vergoeding
€ 959.298
Aandelenopties
€ 109.458
Groepsverzekering (type ‘vaste bijdrage’) en hospitalisatieverzekering (bijdragen gestort door de vennootschap)
€ 178.338
Voordelen in natura (bedrijfswagen)
€ 15.670
7.2.8 Opties uitgeoefend door de leden van het executief comité in 2010 en opties toegekend aan de leden van het executief comité in 2011 (I) Uitgeoefend in 2010 Naam
Aantal
Uitoefenprijs
Jaar van toekenning
Luc Bertrand
8.000
€ 15,98
2003
Tom Bamelis
3.500
€ 19,02
2004
Piet Bevernage
3.500
€ 15,98
2003
Piet Dejonghe
3.500
€ 15,98
2003
3.500
€ 19,02
2004
1.800
€ 28,26
2000
5.500
€ 15,98
2003
5.500
€ 19,02
2004
Jan Suykens
(ii) Toegekend in 2011 Vervaldatum
4 januari 2019
Uitoefenprijs
€ 60,81
Luc Bertrand
16.000
Jan Suykens
5.500
Tom Bamelis
4.000
Piet Bevernage
4.000
Piet Dejonghe
4.000
Werner Poot Totaal
2.500 36.000
7.2.9 Belangrijkste contractvoorwaarden De overeenkomsten van de leden van het executief comité bevatten de gebruikelijke bepalingen inzake vergoeding (vaste en variabele vergoeding), niet-concurrentie en confidentialiteit. De overeenkomsten gelden voor onbepaalde duur. Geen enkele overeenkomst werd afgesloten na 1 juli 2009.
De voorzitter van het executief comité kan zijn overeenkomst eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig deze overeenkomst beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 12 maanden. De andere leden van het executief comité kunnen hun overeenkomst eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig de overeenkomst van deze leden beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 18 maanden. Deze termijn kan oplopen tot maximum 24 maanden afhankelijk van de leeftijd van het betrokken lid van het executief comité op het ogenblik van de eenzijdige beëindiging van de overeenkomst door de vennootschap: • 18 maanden bij opzegging vóór 50ste verjaardag, • 20 maanden bij opzegging tussen 50ste en 52ste verjaardag, • 22 maanden bij opzegging tussen 52ste en 54ste verjaardag, • 24 maanden bij opzegging na 54ste verjaardag. In de loop van 2011 zullen de overeenkomsten tussen de vennootschap en de leden van het executief comité worden aangepast op minstens twee punten:
• de toekenningscriteria van de variabele vergoeding zullen uitdrukkelijk opgenomen worden in de betrokken overeenkomsten; • er zal voorzien worden in een terugvorderingsrecht ten gunste van de vennootschap van de variabele vergoeding die wordt toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.
Basisvergoeding voor de voorzitter van de raad van bestuur
€ 40.000
Basisvergoeding voor de bestuurders
€ 30.000
Bijkomende vergoeding voor de leden van het remuneratiecomité
€ 2.500
Bijkomende vergoeding voor de voorzitter van het auditcomité
7.3 Vergoeding van de (niet-)uitvoerende bestuurders Iedere bestuurder ontving in 2010 een tantième (over het boekjaar 2009). Het bedrag van de tantième bestaat uit een basisbedrag van 25.000 euro. Voor de voorzitter bedraagt dit 30.000 euro. Daarnaast ontvangen de bestuurders die lid zijn van een adviserend comité een bijkomend bedrag aan tantièmes, m.n. 2.500 euro voor de leden van het remuneratiecomité, 4.000 euro voor de leden van het auditcomité en 8.000 euro voor de voorzitter van het auditcomité. De bestuurders ontvingen in 2010 in totaal 217.000 euro aan tantièmes. Gelet op het feit dat de bedragen van de tantièmes niet gerelateerd zijn aan de omvang van de resultaten, kunnen deze worden gelijkgesteld met een vaste, niet-prestatiegebonden vergoeding. De bedragen van de individuele vergoeding en andere voordelen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, door Ackermans & van Haaren en haar dochtervennootschappen aan de respectieve bestuurders werden toegekend in 2010 (over het boekjaar 2009) zijn beperkt tot deze tantièmes, als volgt:
Bijkomende vergoeding voor de leden van het auditcomité
€ 10.000 € 5.000 97
8. Interne en externe audit 8.1 Externe audit De commissaris van de vennootschap is Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCV, vertegenwoordigd door Marnix Van Dooren en Christel Weymeersch. De commissaris verzorgt de externe audit (zowel op de geconsolideerde als op de enkelvoudige cijfers) van Ackermans & van Haaren en rapporteert tweemaal per jaar aan de raad van bestuur. De commissaris werd benoemd op de gewone algemene vergadering van 25 mei 2010 voor een termijn van drie jaar. De jaarlijkse vergoeding van de commissaris voor de controle van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekeningen van Ackermans & van Haaren bedraagt 35.000 euro (excl. btw). Daarnaast werd een bijkomende vergoeding betaald van 3.800 euro (excl. btw) aan Ernst & Young Tax Consultants CV voor fiscale adviezen. De totale vergoeding die in het afgelopen boekjaar werd betaald aan Ernst & Young door Ackermans & van Haaren en haar integraal geconsolideerde dochtervennootschappen (inclusief de hierboven reeds vermelde 35.000 euro) bedroeg 530.982 euro.
Alain Dieryck
€ 18.500
Luc Bertrand
€ 25.000
Jacques Delen
€ 27.500
Teun Jurgens
€ 27.500
8.2 Interne audit
Pierre Macharis
€ 27.500
Thierry van Baren
€ 29.000
Frederic van Haaren
€ 29.000
Pierre Willaert
€ 33.000
De interne audit wordt uitgeoefend door de group controllers, die rapporteren aan de voorzitter van het executief comité. Minstens één keer per jaar brengen de group controllers rechtstreeks verslag uit aan het auditcomité.
Voor de volledigheid weze opgemerkt dat Luc Bertrand daarnaast in 2010 nog een vergoeding ontving als voorzitter van het executief comité van Ackermans & van Haaren (zie hiervoor, 7.2.6) alsook een tantième van Sipef. Jacques Delen ontving in 2010, rechtstreeks en onrechtstreeks, een vergoeding als voorzitter van het directiecomité van Bank Delen t.b.v. € 725.000 en beschikt over een bedrijfswagen. Hij ontving in 2010 ook een tantième als bestuurder van Sipef. Op aanbeveling van het remuneratiecomité heeft de raad van bestuur op 10 november 2010 beslist de vergoeding van de bestuurders, die m.b.t. de boekjaren 2008 en 2009 gelijk was gebleven, als volgt aan te passen:
8.3 Belangrijkste kenmerken van de interne controle en beheerssystemen i.v.m. het proces van financiële verslaggeving en opstelling van de geconsolideerde jaarrekening Op het vlak van interne controle en risicobeheersing met betrekking tot financiële rapportering dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de rekeningen van Ackermans & van Haaren en deze van haar deelnemingen die in de geconsolideerde rapportering worden opgenomen. De voorbereiding van de rekeningen van Ackermans & van Haaren maakt het voorwerp uit van een geïntegreerde aanpak tussen boekhouding en rapportering waarbij gebruik wordt gemaakt van een professioneel consolidatiepakket dat de nodige ingebouwde controles en validaties bevat. Daarnaast worden belangrijke financiële transacties steeds onderworpen aan een bijzondere controle door de financiële directie. Ondanks haar beperkte omvang is AvH er op groepsniveau in geslaagd om een systeem van functiescheiding in te voeren.
Jaarverslag 2010
98
Ook op het niveau van de deelnemingen wordt streng gewaakt over de kwaliteit van de financiële rapportering en van de controle- en risicobeheerssystemen. Dit gebeurt in de eerste plaats via de deelname door de leden van het executief comité van Ackermans & van Haaren en haar overige medewerkers aan de vergaderingen van de raden van bestuur, en in bepaalde gevallen aan de vergaderingen van de auditcomités, van de deelnemingen. Daarnaast worden specifieke rapporteringsverplichtingen en richtlijnen opgelegd aan de deelnemingen die moeten toelaten om aan de geconsolideerde rapporteringsvereisten te kunnen voldoen. Voorts wordt op kwartaalbasis een volledig, intern verslag opgesteld over de geconsolideerde resultaten ter bespreking en evaluatie door het executief comité en de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren. De jaar- en halfjaarrapportering wordt door de financiële directie uitvoerig toegelicht in de schoot van het auditcomité dat tevens beschikt over de verslagen van de auditcomités van de dochtervennootschappen teneinde een transparante en onafhankelijke opvolging toe te laten. Tenslotte dient te worden gewezen op de rol van de interne auditor, die permanent toezicht houdt op de effectiviteit van de ingevoerde controlesystemen. Jaarlijks brengt de interne auditor verslag uit over haar bevindingen aan het executief comité en aan het auditcomité, waaruit de nodige aanbevelingen worden gedistilleerd.
9.3 Schematische voorstelling De aandeelhoudersstructuur en kruisparticipaties, zoals gekend op 31 december 2010, kunnen als volgt worden voorgesteld:
Stichting Administratie-kantoor ‘Het Torentje’ controle
Belfimas NV 91,35%
2,87%
33%
9. Aandeelhoudersstructuur en kruisparticipaties
Ackermans & van Haaren NV
9.1 Aandeelhoudersstructuur Scaldis Invest bezit 11.054.000 aandelen in het kapitaal van Ackermans & van Haaren, d.i. een deelneming van 33%. Scaldis Invest wordt op haar beurt gecontroleerd door Belfimas, die een deelneming bezit in het kapitaal van Scaldis Invest van 91,35%. De uiteindelijke controle over Scaldis Invest wordt uitgeoefend door Stichting Administratiekantoor ‘Het Torentje’.
9.2 Kruisparticipaties Ackermans & van Haaren bezit een deelneming van 2,87% in het kapitaal van Belfimas. Zij heeft deze deelneming begin 2011 verworven ingevolge de ontbinding en vereffening van haar dochtervennootschap Nationale Investeringsmaatschappij NV. Ackermans & van Haaren bezit per 31 december 2010 341.700 eigen aandelen. Deze aandelen werden tussen 2001 en 2010 verworven met het oog op de indekking van het aandelenoptieplan. Haar onrechtstreekse dochtervennootschap Brinvest NV (99,9%) bezit daarnaast 51.300 aandelen Ackermans & van Haaren.
Scaldis Invest NV
9.4 Referentieaandeelhouder Belfimas is (onrechtstreeks) de referentieaandeelhouder van Ackermans & van Haaren. Het enige doel van Belfimas is te beleggen, rechtstreeks of onrechtstreeks, in aandelen Ackermans & van Haaren. Elke overdracht van effecten uitgegeven door Belfimas, is onderworpen aan een statutair goedkeuringsrecht van de raad van bestuur van Belfimas. Twee bestuurders van Ackermans & van Haaren (Luc Bertrand en Alain Dieryck) maken deel uit van de raad van bestuur van Belfimas. De raad van bestuur heeft geen kennis van overeenkomsten tussen aandeelhouders van Ackermans & van Haaren.
10. Comply or explain Het Charter van Ackermans & van Haaren week in 2010 slechts op een beperkt aantal punten af van de bepalingen van de Code:
10.1 Genderdiversiteit Overeenkomstig bepaling 2.1 van de Code dient de raad van bestuur te worden samengesteld op basis van genderdiversiteit en diversiteit in het algemeen. De raad van bestuur van Ackermans & van Haaren is momenteel samengesteld uit acht mannen met uiteenlopende doch complementaire kennis en ervaring.
De raad van bestuur heeft kennis genomen van de recente aanbeveling van de Commissie Corporate Governance inzake de representativiteit van vrouwen in de raden van bestuur van beursgenoteerde vennootschappen. De raad van bestuur is tevens op de hoogte van de recente wetgevende initiatieven terzake. De raad van bestuur staat achter de aanbeveling van Commissie Corporate Governance en zal zich inspannen om zijn samenstelling in die zin aan te passen over de voorgestelde periode van 7 jaar (of vroeger indien de wettelijke vereisten strenger zouden zijn). 99
10.2 Samenstelling benoemingscomité Overeenkomstig bepaling 5.3./1 van Bijlage D van de Code dient het benoemingscomité te bestaan uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders. Het benoemingscomité van Ackermans & van Haaren bestaat uit alle leden van de raad van bestuur. Vermits de raad van bestuur slechts 3 onafhankelijke nietuitvoerende bestuurders telt (op een totaal van 8 bestuurders), wijkt het Charter op dit punt af van de Code. De raad van bestuur is van oordeel dat hij als geheel beter in staat is zijn omvang, samenstelling en opvolgingsplanning te evalueren.
10.3 Indiening van voorstellen voor de algemene vergadering Overeenkomstig bepaling 8.8 van de Code mag het vereiste minimumpercentage aandelen dat een aandeelhouder moet bezitten om voorstellen te kunnen indienen voor de algemene vergadering, niet meer bedragen dan 5% van het kapitaal. Deze aanbeveling werd niet als bepaling overgenomen in het Charter van de vennootschap. De raad van bestuur is evenwel bewust van het feit dat de (op datum van deze verklaring nog-niet gepubliceerde) Wet van 20 december 2010 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders van genoteerde vennootschappen, voormelde drempel zal verlagen tot 3%. De raad van bestuur zal na de inwerking treding van voormelde wet, het Charter op dit punt actualiseren.
Jaarverslag 2010
Risicofactoren
100
Dit hoofdstuk beschrijft in algemene bewoordingen enerzijds de risico’s waarmee Ackermans & van Haaren NV (‘AvH’) wordt geconfronteerd als internationale investeringsmaatschappij en anderzijds de operationele en financiële risico’s verbonden aan de verschillende segmenten waarin zij actief is (direct of via haar dochterbedrijven).
De verminderde controle, die daaruit zou kunnen voortvloeien, zou tot relatief meer risico’s kunnen leiden, maar wordt gecounterd door een nauwe samenwerking met en een actieve vertegenwoordiging in de raad van bestuur van de betrokken bedrijven.
Risico gerelateerd aan de beursnotering Het executief comité van AvH is verantwoordelijk voor de voorbereiding van een kader van interne controle en risicobeheer dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur. De raad van bestuur is bevoegd voor de beoordeling van de implementatie van dit kader, rekening houdend met de beoordeling daarvan door het auditcomité. Minstens éénmaal per jaar evalueert het auditcomité de systemen van interne controle die het management heeft opgezet om zich ervan te vergewissen dat de voornaamste risico’s behoorlijk werden geïdentificeerd, gemeld en beheerd. De dochtervennootschappen van AvH zijn verantwoordelijk voor het beheer van hun eigen operationele en financiële risico’s. Deze risico’s, die variëren naargelang de sector, worden niet centraal beheerd op het niveau van AvH. De managementteams van de betrokken dochtervennootschappen rapporteren aan hun raad van bestuur of auditcomité over hun risicobeheer.
Risico’s op het niveau van Ackermans & van Haaren Strategisch risico De doelstelling van AvH is aandeelhouderswaarde te creëren door te investeren op lange termijn in een beperkt aantal strategische participaties. De beschikbaarheid van opportuniteiten voor investeringen en desinvesteringen is echter onderhevig aan macro-economische, politieke, sociale en marktomstandigheden. De verwezenlijking van de doelstelling kan negatief beïnvloed worden door moeilijkheden bij het identificeren of financieren van transacties of bij de overname, integratie of verkoop van deelnemingen. De definitie en de uitvoering van de strategie van de deelnemingen is eveneens afhankelijk van deze macro-economische, politieke, sociale en marktomstandigheden. Door als proactieve aandeelhouder te focussen op lange termijn waardecreatie en op het behoud van operationele en financiële discipline, probeert AvH deze risico’s zo veel mogelijk te beperken. AvH werkt in verschillende deelnemingen samen met partners. In bepaalde deelnemingen bezit AvH een minderheidsdeelneming.
Ingevolge haar notering op Euronext Brussels is AvH onderworpen aan een hele reeks bepalingen op het vlak van o.m. informatieverplichtingen, transparantiemeldingen, openbare overname biedingen, corporate governance en misbruik van voorkennis. AvH besteedt de nodige aandacht aan de opvolging en naleving van deze steeds wijzigende wet- en regelgeving. De volatiliteit op de financiële markten heeft een invloed op de waarde van het aandeel van AvH (en van een aantal van haar genoteerde participaties). Zoals hoger vermeld, streeft AvH naar een systematische creatie van aandeelhouderswaarde op lange termijn. Koersschommelingen op korte termijn en de daaraan verbonden speculatie kunnen leiden tot een tijdelijk afwijkend risicoprofiel.
Liquiditeitsrisico AvH heeft voldoende middelen ter beschikking om haar strategie uit te voeren en heeft geen netto financiële schulden. De dochtervennootschappen zijn verantwoordelijk voor hun eigen schuldfinanciering, met dien verstande dat AvH in principe geen kredietlijnen of zekerheden verschaft aan of ten behoeve van haar participaties. De financiële schulden van ‘AvH en subholdings’ komen nagenoeg overeen met de door AvH uitgegeven thesauriebewijzen (‘commercial paper’- programma). AvH beschikt over bevestigde kredietlijnen van verschillende banken met wie op lange termijn samengewerkt wordt, en die de uitstaande commercial paper-verplichtingen ruim overtreffen. De raad van bestuur is van oordeel dat het liquiditeitsrisico eerder beperkt is.
Risico’s op het niveau van de participaties Bouw, bagger en concessies De operationele risico’s van dit segment zijn vooral verbonden aan de uitvoering van vaak complexe projecten en hebben o.m. betrekking op: het technische ontwerp van de projecten en de integratie van nieuwe technologieën; de bepaling van de prijs bij aanbesteding met, ingeval van afwijking, de mogelijkheid of onmogelijkheid om
zich in te dekken tegen meerkosten en prijsverhogingen; de prestatieverplichtingen (naar kost, conformiteit, kwaliteit, uitvoeringstermijn) met de rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen die daaraan verbonden zijn; en het tijdsverschil tussen de offerte en de effectieve uitvoering. Om deze risico’s het hoofd te kunnen bieden, werken de verschillende participaties met gekwalificeerde en ervaren medewerkers. AvH is in beginsel enkel betrokken bij de selectie van het topmanagement van de DEME-groep en niet bij het beheer van bovenvermelde operationele risico’s. De bouw- en baggersector is typisch onderhevig aan conjuncturele bewegingen. De markt van grote traditionele infrastructuurbaggerwerken kan sterke cyclische schommelingen ondergaan, zowel op nationaal als internationaal vlak. Het investeringsbeleid van klanten zoals de industrie en lokale en nationale overheden wordt hierdoor immers beïnvloed. DEME is in belangrijke mate actief buiten de eurozone. Het loopt daardoor niet alleen een wisselkoersrisico, maar in bepaalde gevallen ook een politiek risico. DEME dekt zich in tegen wisselkoersschommelingen of gaat over tot termijnverkoop van vreemde valuta’s. Ook bepaalde materialen of grondstoffen, zoals brandstof, worden ingedekt. Gelet op de grootte van de contracten in dit segment wordt ook het kredietrisico van nabij opgevolgd. Zo doet DEME in het kader van grote buitenlandse contracten geregeld een beroep op de Nationale Delcrederedienst, in zoverre het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door een kredietverzekering kan worden gedekt. Voor grote infrastructuurbaggerwerken is DEME afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinanciering organiseren. Van Laere factureert en wordt betaald à rato van de vooruitgang der werken. Bij NMP wordt het risico op discontinuïteit in de inkomsten eerder laag ingeschat, vermits zij lange termijn transportovereenkomsten heeft afgesloten met grote nationale of internationale petrochemische bedrijven. Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende banken, en anderzijds in belangrijke mate te consolideren op lange termijn. DEME waakt continu over haar balansstructuur en streeft een evenwichtige verhouding na tussen de geconsolideerde eigen vermogenspositie en de geconsolideerde nettoschulden. DEME beschikt over belangrijke krediet- en garantieverplichtingen bij een hele reeks internationale banken. Daarnaast beschikt zij ook over een commercial paper programma, voor korte termijn financiële noden. De investeringen van DEME gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afgeschreven. DEME streeft er daarom ook naar een aanzienlijk deel van haar schulden op lange termijn te structureren.
Vastgoed en aanverwante diensten De operationele risico’s in de vastgoedsector kunnen ingedeeld worden volgens de verschillende stappen in het proces. Een eerste cruciaal element betreft de kwaliteit van het aanbod van de juiste gebouwen en diensten. Daarnaast moeten langetermijnhuurcontracten met solvabele huurders een zo hoog mogelijke bezettingsgraad, zowel van het vastgoed als van de diensten, en een recurrente inkomstenstroom verzekeren en het risico op wanbetaling beperken. Tenslotte worden ook het renovatie- en onderhoudsrisico permanent opgevolgd. De vastgoedontwikkelingsactiviteit is onderhevig aan sterke cyclische schommelingen, i.e. het conjunctuurrisico. Zo volgen vastgoedontwikkelingsactiviteiten voor kantoorgebouwen meer de klassieke conjunctuurcyclus, terwijl de residentiële activiteiten meer rechtstreeks reageren op de conjunctuur, het vertrouwen en het renteniveau. Extensa Group is zowel aanwezig in de BeLux (waar het zwaartepunt van haar activiteit ligt) als in Turkije, Roemenië en Slovakije, en is daardoor ook onderhevig aan de plaatselijke conjunctuur. De spreiding van de vastgoedactiviteiten over verschillende sectoren (vb. residentieel, logistiek, kantoren, retail) leidt evenwel tot een beperking van dit risico. Het wisselkoersrisico is zeer beperkt omdat de meeste activiteiten zich in de BeLux bevinden, met uitzondering van de activiteiten van Extensa in Turkije (risico gelinkt aan de USD en de Turkse Lira) en in Roemenië (risico gelinkt aan de RON). Leasinvest Real Estate en Extensa Group beschikken over de nodige lange termijn kredietfaciliteiten en back-up lijnen voor hun commercial paper-programma om de bestaande en toekomstige investeringsnoden te dekken. Dankzij deze kredietfaciliteiten en back-uplijnen is het financieringsrisico ingedekt. Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende banken en anderzijds door de vervaldata van de kredietfaciliteiten te diversifiëren op lange termijn. Het indekkingsbeleid van de vastgoedactiviteiten is erop gericht het renterisico zoveel mogelijk in te perken. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van financiële instrumenten zoals spot & forward rentecollars, interest rate swaps en CAP’s.
Financiële diensten Het kredietrisico en het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille worden zowel bij Delen - Private Bank als bij Bank J.Van Breda & C° al jarenlang bewust erg laag gehouden. De banken beleggen conservatief. Bij Delen - Private Bank is kredietverlening aan klanten beperkt en wordt dit gedekt door de inpandneming van effecten. De kredietportefeuille van Bank J.Van Breda & C° is zeer gespreid onder het cliënteel van lokale ondernemers en vrije beroepen en wordt uitsluitend aan deze doelgroepklanten verstrekt. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie. Bank J.Van Breda & C° voert een voorzichtig beleid inzake renterisico, ruim binnen de normen van de Autoriteit voor Financiële Diensten
101
Jaarverslag 2010
en Markten. Daar waar de looptijden van activa en passiva onvoldoende overeenkomen, zet de bank indekkingsinstrumenten (een combinatie van renteswaps en opties) in om dit te corrigeren. Het renterisico bij Delen - Private Bank is beperkt gelet op het feit dat zij zich hoofdzakelijk richt op het beheren van vermogens, met een zeer beperkte kredietverlening en zonder het innemen van posities.
102
Het wisselkoersrisico is enkel van toepassing op Delen - Private Bank, die de posities in deviezen stelselmatig opvolgt en op de contantmarkt indekt. De belangrijkste positie is de participatie in de Zwitserse dochtervennootschap. Het liquiditeits- en solvabiliteitsrisico van de banken wordt permanent bewaakt dankzij een proactief risicobeheer. Bovendien beschikken beide groepen over meer dan voldoende liquide middelen om aan de verplichtingen te voldoen en over zuivere en sterke Core Tier 1 eigen vermogen ratio’s. Beide banken hebben voldoende bescherming tegen het business risico of inkomstenvolatiliteitsrisico. De exploitatiekosten van Delen Private Bank worden meer dan volledig gedekt door het aandeel vaste opbrengsten, terwijl bij Bank J.Van Breda & C° de inkomsten uit relatiebankieren zeer gediversifieerd zijn, zowel naar klanten als naar producten.
Private equity AvH stelt risicokapitaal ter beschikking in een beperkt aantal bedrijven met internationaal groeipotentieel. De investeringshorizon is gemiddeld langer dan deze van de traditionele spelers op de Private equity-markt. Deze investeringen gebeuren doorgaans met conservatieve schuldratio’s, waarbij in principe geen voorschotten of zekerheden aan of ten behoeve van de betrokken deelnemingen worden verleend. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bovendien bij tot een evenwichtige spreiding van de economische en financiële risico’s. AvH zal in de regel deze investeringen financieren via eigen vermogen. De conjuncturele situatie heeft een rechtstreekse impact op de resultaten van de participaties, voornamelijk bij de meer cyclische of consumentgedreven bedrijven. De spreiding van de activiteiten van de participaties over diverse sectoren zorgt hier voor een gedeeltelijke bescherming van het risico. Elke participatie is onderhevig aan specifieke operationele risico’s zoals de schommeling van de prijzen van diensten en grondstoffen, het vermogen om de verkoopprijs aan te passen, concurrentierisico’s e.d. De bedrijven volgen deze risico’s zelf op en kunnen deze door operationele en financiële discipline en strategische focus trachten in te perken. De opvolging en controle door AvH als proactieve aandeelhouder spelen ook op dit vlak een belangrijke rol. Verschillende participaties (vb. Hertel, Manuchar) zijn in belangrijke mate actief buiten de eurozone. Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.
Energie en grondstoffen De focus van het vijfde segment ligt op bedrijven in groeimarkten, zoals India, Indonesië en Polen. Vermits de betrokken bedrijven in belangrijke mate actief zijn buiten de eurozone (Sagar Cements en Oriental Quarries & Mines in India, Sipef in o.m. Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea) is het wisselkoersrisico (zowel op de balans als op de resultatenrekening) hier relevanter dan in de andere segmenten. Ook met het risico van schommelingen in de lokale conjunctuur en politieke situatie moet rekening gehouden worden. Tot slot is de groep in dit segment ook blootgesteld aan schommelingen in de prijzen van grondstoffen (vb. Sipef: palmolie, rubber en thee; Sagar Cements: cement).
103
Jaarverslag 2010
Jaarverslag van de raad van bestuur
104
Geachte aandeelhouder,
2. Activiteiten
Wij hebben de eer u verslag uit te brengen over
Voor een overzicht van de voornaamste activiteiten van de groep tijdens het boekjaar 2010, verwijzen wij naar het Woord van de voorzitters (pag. 9).
de activiteiten van onze vennootschap gedurende het afgelopen boekjaar en de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2010 ter goedkeuring voor te leggen. De jaarverslagen over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening worden samengevoegd overeenkomstig artikel 119 W.Venn.
I Enkelvoudige jaarrekening 1. Kapitaal en aandeelhouderschap Tijdens het afgelopen boekjaar hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in het kapitaal van de vennootschap. Het geplaatst kapitaal bedraagt 2.295.278 euro en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen, zonder vermelding van nominale waarde. Alle aandelen zijn volledig volgestort. In het kader van het aandelenoptieplan werden in 2010 49.000 nieuwe opties toegekend. De per 31 december 2010 toegekende en nog niet uitgeoefende opties geven gezamenlijk recht op verwerving van 363.000 aandelen Ackermans & van Haaren (1,08%). De vennootschap heeft op 31 oktober 2008 een transparantiemelding ontvangen in het kader van de overgangsregeling van de Wet van 2 mei 2007 waarbij Scaldis Invest NV - samen met Stichting Administratiekantoor ‘Het Torentje’ - haar deelnemingspercentage heeft meegedeeld. De relevante gegevens van deze transparantiemelding zijn terug te vinden op de website van de vennootschap (www.avh.be).
3. Toelichting bij de enkelvoudige jaarrekening 3.1 Financiële toestand per 31 december 2010 De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld overeenkomstig de Belgische boekhoudwetgeving. Het balanstotaal is licht gestegen van 1.299 miljoen euro per einde 2009 tot 1.305 miljoen euro op het einde van 2010. De activa bestaan uit 13 miljoen euro materiële vaste activa (voornamelijk het kantoorgebouw gelegen aan de Begijnenvest en Schermersstraat te Antwerpen), 60 miljoen euro geldbeleggingen en 1.227 miljoen euro financiële vaste activa. Dit bedrag is slechts licht gedaald in vergelijking met vorig jaar, wat weergeeft dat de samenstelling van de portefeuille van deelnemingen slechts beperkte wijzigingen onderging. Ackermans & van Haaren investeerde in 2010 immers vooral in de verdere uitbouw van bestaande deelnemingen zoals Anima Care en Financière Duval waarvan het kapitaal werd versterkt. Tevens werd Rent-A-Port Energy (AvH 45%) opgericht, een zustervennootschap van Rent-A-Port, met het oog op de ontwikkeling van windmolenparken op zee. De beleggingsportefeuille vertoont een toename tegenover 2009, onder impuls van gestegen beurskoersen. Als gevolg van de in 2010 ontvangen dividenden, heeft Ackermans & van Haaren haar schuldpositie kunnen handhaven op 544 miljoen euro tegenover 538 miljoen euro in 2009. Daarbij dient opgemerkt dat slechts 45 miljoen euro van dit bedrag een externe financiële schuld betreft, de rest betreft voornamelijk de schuld ten opzichte van de groepsvennootschap AvH Coordination Center, die de rol van interne bank van de AvH-groep vervult. Dankzij de dividenden die in de loop van 2010 werden ontvangen, sluit het boekjaar 2010 af met een winst van 53 miljoen euro. Inclusief de aan de algemene vergadering van 23 mei 2011 voorgestelde winstverdeling, bedraagt het eigen vermogen van Ackermans & van Haaren per einde 2010 761 miljoen euro. In dit bedrag wordt geen rekening gehouden met latente meerwaarden die in de portefeuille van AvH en groepsvennootschappen aanwezig zijn. Ackermans & van Haaren kocht in de loop van 2010 54.068 eigen aandelen in en verkocht er 41.300. Deze bewegingen kaderen uitsluitend in het aandelenoptieplan en de indekking ervan.
105
3.2 Bestemming van het resultaat
Kapitaal
De raad van bestuur stelt voor het resultaat (in euro) als volgt te bestemmen:
- Geplaatst - Uitgiftepremies
2.295.278 111.612.040
Reserves Overgedragen winst van het vorige boekjaar Winst van het boekjaar Totaal te bestemmen Toevoeging aan de wettelijke reserves Toevoeging aan de onbeschikbare reserves Toevoeging aan de beschikbare reserves Vergoeding van het kapitaal Tantièmes Over te dragen winst
593.064.330 53.121.448 646.185.778 0 998.953 2.126.298
- Wettelijke reserve - Onbeschikbare reserve - Belastingvrije reserve
248.081 17.919.986 0
- Beschikbare reserve
38.212.551
Overgedragen winst
590.884.326
Totaal
761.172.262
51.920.201 256.000 590.884.326
De raad van bestuur stelt voor een dividend uit te keren van 1,55 euro bruto per aandeel. Na inhouding van roerende voorheffing bedraagt het nettodividend 1,1625 euro per aandeel, of 1,3175 euro voor de coupons die worden aangeboden samen met een VVPRstripcoupon. Indien de gewone algemene vergadering dit voorstel goedkeurt, zal aan de loketten van Bank Delen, Bank J.Van Breda & C°, Bank Degroof, BNP Paribas Fortis, KBC Bank, ING Belgium, Dexia Bank en Petercam vanaf 1 juni 2011 het dividend betaalbaar worden gesteld tegen afgifte van coupon nr. 12. Na deze bestemming bedraagt het eigen vermogen 761.172.262 euro en is als volgt samengesteld:
4. Vooruitzichten De resultaten van het lopende boekjaar zullen, zoals in vorige jaren, in belangrijke mate afhangen van de dividenden die door groepsvennootschappen worden uitgekeerd en van de verwezenlijking van eventuele meer- of minwaarden.
5. Mededelingen 5.1 Belangrijke gebeurtenissen na afsluiting van het boekjaar Sinds de afsluiting van het boekjaar 2010 hebben er zich geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan die de ontwikkeling van de vennootschap aanmerkelijk kunnen beïnvloeden.
5.2 Toepassing van artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen Uittreksel uit de notulen van de vergadering van de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren van 10 november 2010: ‘Mandaat toekenning aandelenopties Vóór de raad van bestuur de beraadslaging over de toekenning van aandelenopties aanvat, deelt Luc Bertrand mee dat hij, als begunstigde van het aandelenoptieplan, een rechtstreeks belang heeft van vermogensrechtelijke aard dat strijdig is met de voorgestelde beslissing, in de zin van artikel 523 W.Venn.
Jaarverslag 2010
106
Overeenkomstig artikel 523 W.Venn. zal Luc Bertrand na afloop van deze vergadering de commissaris van de vennootschap op de hoogte brengen van het belangenconflict. Luc Bertrand verlaat de vergadering en neemt niet deel aan de beraadslaging en de besluitvorming over dit punt. Op basis van de aanbevelingen van het remuneratiecomité, besluit de raad van bestuur, onder het huidige aandelenoptieplan, aan Jacques Delen en Luc Bertrand, ieder afzonderlijk handelend, bijzondere volmacht te verlenen om maximum 53.000 opties op aandelen Ackermans & van Haaren aan te bieden aan de leden van het executief comité en bepaalde personeelsleden en zelfstandige dienstverleners van Ackermans & van Haaren, de Nationale Investeringsmaatschappij en Sofinim. Het aanbod van de opties dient plaats te vinden op 3 januari 2011. Net zoals de voorgaande jaren zal de uitoefenprijs worden vastgesteld op basis van de gemiddelde koers van het aandeel gedurende 30 dagen voorafgaand aan het aanbod. Aangezien het de politiek is van de vennootschap om de aandelenopties in te dekken middels inkoop van eigen aandelen zijn de vermogensrechtelijke gevolgen voor de vennootschap in beginsel beperkt tot de gedragen of gederfde interest over de periode gaande van de inkoop van de aandelen tot de wederverkoop aan de optiehouders. Luc Bertrand vervoegt opnieuw de vergadering.’ Uittreksel uit de notulen van de vergadering van de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren van 15 december 2010: ‘Inkoop eigen aandelen Vóór de raad van bestuur de beraadslaging over de inkoop van eigen aandelen (met het oog op de indekking van het aandelenoptieplan) aanvat, deelt Luc Bertrand mee dat hij, als begunstigde van het aandelenoptieplan, een rechtstreeks belang heeft van vermogensrechtelijke aard dat strijdig is met de voorgestelde beslissing, in de zin van artikel 523 W.Venn. Overeenkomstig artikel 523 W.Venn. zal Luc Bertrand na afloop van deze vergadering de commissaris van de vennootschap op de hoogte brengen van het belangenconflict. Luc Bertrand verlaat de
vergadering en neemt niet deel aan de beraadslaging en de besluitvorming over dit punt. De raad van bestuur heeft op 10 november aan Jacques Delen en Luc Bertrand, ieder afzonderlijk handelend, bijzondere volmacht verleend om maximum 53.000 opties op aandelen Ackermans & van Haaren aan te bieden aan de leden van het executief comité en bepaalde personeelsleden en zelfstandige dienstverleners van Ackermans & van Haaren, de Nationale Investeringsmaatschappij en Sofinim. Er werd tevens beslist de opties aan te bieden op 3 januari 2011. Vermits wij tussen 3 januari en 3 maart 2011 (d.i. de datum van publicatie van onze jaarresultaten) in een zogenaamde ‘gesloten periode’ vertoeven, tijdens dewelke wij niet kunnen overgaan tot inkoop van eigen aandelen, besluit de raad van bestuur vanaf morgen reeds te starten met de inkoop van eigen aandelen met het oog op de indekking van de toe te kennen aandelenopties. In de mate van het mogelijke zal gepoogd worden, zonder de markt te verstoren, het maximum aantal toe te kennen aandelenopties in te dekken. Indien dit niet mogelijk is tegen 31 december 2010, zal het saldo worden ingekocht na het verstrijken van de gesloten periode op 3 maart 2011. Luc Bertrand vervoegt opnieuw de vergadering.’
5.3 Bijkomende vergoeding commissaris Overeenkomstig artikel 134, §§ 2 en 4 W.Venn. delen wij u mee dat er een bijkomende vergoeding werd betaald van 3.800 euro (excl. btw) aan Ernst & Young Tax Consultants CV voor fiscale adviezen.
5.4 Onderzoek en ontwikkeling De vennootschap heeft geen werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling ondernomen.
5.5 Inkoop of vervreemding van eigen aandelen Op 9 maart 2009 heeft de buitengewone algemene vergadering de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren gemachtigd om eigen aandelen in te kopen binnen welbepaalde koersvorken en dit gedurende een periode van 5 jaar.
Tijdens het boekjaar 2010 heeft Ackermans & van Haaren 54.068 eigen aandelen verworven. Deze aandelen werden ingekocht met het oog op de indekking van de verbintenissen van de vennootschap in het kader van het aandelenoptieplan. Inclusief deze aandelen en rekening houdend met de verkoop van 41.300 aandelen ingevolge de uitoefening van opties, is de situatie per 31 december 2010 als volgt:
geval de mogelijkheid heeft om de aandeelhoudersovereenkomst op te zeggen.
II Geconsolideerde jaarrekening 1. Risico’s en onzekerheden Hiervoor verwijzen we naar de tekst op pag. 100.
Aantal eigen aandelen Fractiewaarde per aandeel Gemiddelde prijs per aandeel Totale investeringswaarde
341.700 (1,02%) 0,07 euro 52,34 euro 17.885.233 euro
Daarnaast bezit Brinvest, een onrechtstreekse dochtervennootschap van Ackermans & van Haaren, nog 51.300 aandelen Ackermans & van Haaren.
5.6 Mededeling op grond van de wet op de openbare overnamebiedingen Bij brief van 18 februari 2008 heeft Scaldis Invest de vennootschap een mededeling verstuurd, opgesteld overeenkomstig artikel 74, § 7 van de wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen. Uit deze mededeling blijkt dat Scaldis Invest meer dan 30% van de effecten met stemrecht bezit van Ackermans & van Haaren en dat Stichting Administratiekantoor ‘Het Torentje’ de uiteindelijke controle heeft over Scaldis Invest.
5.7 Beschermingsconstructies (i) Bevoegdheden van het bestuursorgaan De buitengewone algemene vergadering heeft op 9 maart 2009 de machtiging aan de raad van bestuur hernieuwd om, in geval van openbaar overnamebod op de effecten van Ackermans & van Haaren, tot kapitaalverhoging over te gaan onder de voorwaarden en binnen de grenzen zoals bedoeld in artikel 607 W.Venn. De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de kennisgeving van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten aan de vennootschap dat haar is kennis gegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na de datum van voormelde buitengewone algemene vergadering plaatsvindt. De raad van bestuur is tevens gemachtigd gedurende een periode van drie jaar, die verstrijkt op 2 april 2012, om aandelen van de vennootschap te verkrijgen of te vervreemden wanneer zulks noodzakelijk zou zijn om te voorkomen dat de vennootschap een ernstig en dreigend nadeel zou lijden. (ii) Belangrijke overeenkomsten De aandeelhoudersovereenkomst met betrekking tot DEME NV (DEME) die de vennootschap en haar dochtervennootschap Nationale Investeringsmaatschappij NV (NIM) op 22 maart 2007 hebben gesloten met Aannemingsmaatschappij CFE NV (CFE) kent bepaalde rechten toe aan deze laatste in geval van wijziging of overname van de rechtstreekse controle over Ackermans & van Haaren (of over NIM, zolang de deelneming in DEME wordt aangehouden door NIM). Deze rechten komen er in essentie op neer dat CFE in dergelijk
2. Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de ‘International Financial Reporting Standards (IFRS). Het geconsolideerd balanstotaal van de groep per 31 december 2010 bedraagt 5.604 miljoen euro, hetgeen een stijging betekent ten opzichte van het niveau van einde 2009 (5.322 miljoen euro). Dit balanstotaal is uiteraard afhankelijk van de manier waarop bepaalde deelnemingen in de consolidatie worden verwerkt. De toegepaste waarderingsregels zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van deze toegepast op de rekeningen van het jaar 2009. Het eigen vermogen per einde 2010 bedroeg 1.711 miljoen euro (51,09 euro per aandeel), een stijging met 115,9 miljoen euro ten opzichte van het niveau van einde 2009 en dit rekening houdend met een dividenduitkering van 48,2 miljoen euro in juni 2010. In de loop van 2010 werd voor 41,1 miljoen euro geïnvesteerd en voor 21,6 miljoen euro gedesinvesteerd (voornamelijk Engelhardt Druck). De investeringen betroffen enerzijds 14,8 miljoen euro vervolginvesteringen in private equity (voornamelijk verhoging van het deelnemingspercentage in Hertel) en anderzijds 26,3 miljoen euro, hoofdzakelijk in de verhoging van de participaties in Sipef, Financière Duval, Oriental Quarries & Mines en een kapitaalverhoging bij Anima Care. Eind 2010 bedroeg de netto-thesauriepositie van Ackermans & van Haaren 77,7 miljoen euro, in vergelijking tot 122,1 miljoen euro per einde 2009. Een (economische) opsplitsing van de resultaten over de verschillende activiteitspolen van de groep is weergegeven in de bijlage ‘Kerncijfers’ van het jaarverslag. Het segment bouw, bagger en concessies kende een goed jaar en realiseerde een stijging van de bijdrage tot het groepsresultaat tot 58,7 miljoen euro. Dit wordt grotendeels verklaard door het sterke resultaat van DEME.
DEME
(AvH 50%) presteerde in 2010 heel sterk met een quasi volledige bezetting van de vloot en een omzetstijging van 28% tot 1.801 miljoen euro (tegenover 1.403 miljoen euro in 2009). Dit resultaat is in belangrijke mate toe te schrijven aan de Europese markten, met o.a. het contract voor de London Gateway containerterminal en grootschalige offshore windparken in de Noordzee, maar ook in het Midden Oosten, India, Australië, West-Afrika en Zuid-Amerika. De operationele cashflow (EBITDA) steeg met 14% tot 328,7 miljoen euro, hetgeen 18,3% van de omzet vertegenwoordigde. Deze EBITDA-marge werd beïnvloed door de huur van extra schepen en door het groter aandeel van general contracting
107
Jaarverslag 2010
108
opdrachten. De nettowinst steeg met 13% van 103,0 miljoen euro tot 116,5 miljoen euro. Het orderboek kon op een zeer hoog peil vernieuwd worden (1.935 miljoen euro per 31.12.2010 tov 2.122 miljoen euro per 31.12.2009) en telt heel wat nieuwe opdrachten verspreid over de diverse activiteiten en alle continenten. Onder meer in Brazilië, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Rusland (Sochi), Panama, Mexico en Angola (Soyo) sleepte de groep grote contracten in de wacht. Bovendien konden begin 2011 reeds voor 500 miljoen euro nieuwe opdrachten opgetekend worden. De doorgedreven multidisciplinaire aanpak van DEME verklaart de vele opdrachten voor de bouw van offshore windparken en complexe maritieme constructies (vb. aanlegsteiger voor de olie en gassector).
Algemene Aannemingen Van Laere (AvH 100%) kende een moeilijk jaar door de terugval in het segment van de grotere bouwprojecten, maar slaagde er toch in een licht positief resultaat (0,5 miljoen euro) te realiseren. In 2010 werden enkele prestigieuze projecten opgeleverd, waaronder het Shopping Center K in Kortrijk en De Singel in Antwerpen, en werd gestart met de bouw van het Rijksarchief in Brugge. De markt kent een lichte heropleving, waardoor de orderportefeuille voor 2011 reeds beter gevuld is. Alle participaties van het segment vastgoed en aanverwante diensten realiseerden in 2010 een positieve bijdrage tot het resultaat. De totale bijdrage steeg hierdoor tot 8,6 miljoen euro.
Leasinvest Real Estate (AvH 30,01%) slaagde er het afgelopen jaar in om - ondanks een zwakkere huurmarkt - de gemiddelde bezettingsgraad stabiel te houden op 97,5% en het huurrendement op 7,41%. De vastgoedportefeuille telt nu 52 gebouwen met een totale oppervlakte van 348.703 m2, waarvan 55% in België en 45% in Luxemburg. Eind 2010 bedroeg de reële waarde (‘fair value’) van de geconsolideerde vastgoedportefeuille 494 miljoen euro (tegenover 538 miljoen euro per 31.12.09). Deze daling is voornamelijk het gevolg van de verkoop van de gebouwen Axxes Business Park en Louizalaan 250 in Brussel (69 miljoen euro) en netto-afwaarderingen op de portefeuille (-9,3 miljoen euro). Door deze verkopen daalde de schuldgraad tot 44,13% en kenden de huuropbrengsten een lichte daling tot 38,4 miljoen euro. LRE sloot haar boekjaar af met een nettoresultaat van 14,3 miljoen euro (18,4 miljoen euro per 31.12.09), na portefeuilleresultaat van
-9,3 miljoen euro in 2010 vs -2,6 miljoen euro (incl. meerwaarde van 15 miljoen euro op verkoop van Bian) in 2009.
Extensa (AvH 100%) realiseerde in 2010 een licht positief resultaat dat vooral gedreven werd door de verkoop van gronden (Wondelgem en Herent). Daarnaast werd een aanvang genomen met de bouw van appartementen van De Munt (Roeselare) en Bomonti (Istanbul), waarvan de verkopen vlot verlopen en voor het eerst bijdragen tot het resultaat. Op de site van Tour&Taxis worden de bouw van het BIM gebouw en de conceptuele ontwikkeling van de residentiële wijken intens voorbereid. Het masterplan van de site ‘Grossfeld’ (Stad Luxemburg) werd in november 2010 definitief en uitvoerbaar en moet in 2011 leiden tot een effectieve start van een deelproject van de ontwikkeling. Het segment financiële diensten kende opnieuw een zeer sterk jaar en droeg 63,6 miljoen euro bij tot het resultaat van de groep. Zowel Delen - Private Bank als Bank J.Van Breda & C° realiseerden een recordgroei van toevertrouwd vermogen en boekten een stijging van hun nettoresultaat.
Delen - Private Bank (AvH 78,75%) realiseerde opnieuw een heel sterk jaar met een recordgroei van het beheerd vermogen tot 15.272 miljoen euro (vergeleken met 13.243 miljoen euro eind 2009). Delen - Private Bank profiteerde enerzijds van de impact van de heroplevende financiële markten op haar klantenportefeuilles, maar tekende anderzijds ook een belangrijke nettogroei op van nieuwe vermogens, zowel van bestaande als van nieuwe klanten. De Brusselse zetels van Delen en Capfi droegen in belangrijke mate bij, naast alle andere regionale zetels en de agentschappen van Bank J.Van Breda & C°. De brutobedrijfsopbrengsten groeiden tot 141 miljoen euro, voornamelijk dankzij het hogere niveau aan activa in beheer en de geleidelijke transformatie van de cashcomponent in de portefeuille van de klanten. De cost-income ratio is zeer competitief met 41,7% (48,3% in 2009) en de nettowinst bedroeg 54,3 miljoen euro (34,6 miljoen euro in 2009). Het geconsolideerde eigen vermogen is op 31 december 2010 naar 344,1 miljoen euro gestegen (t.o.v. 303,6 miljoen euro op 31 december 2009). De Core Tier1-kapitaalratio daalde licht tot een nog steeds zeer sterke 25,3%. De nichestrategie van Bank J.Van Breda & C° (AvH 78,75%) heeft opnieuw haar succes bevestigd. Tegen de markttrend in steeg de cliëntentevredenheid, waardoor zowel het door cliënten belegd vermogen (+13%, 6.369 miljoen euro, waarvan 2.597 miljoen euro cliëntendeposito’s en 3.772 miljoen euro toevertrouwde activa) als de kredietportefeuille (2.631 miljoen euro) een sterke groei kenden. Dankzij de voorzichtige kredietpolitiek werden de voorzieningen voor kredietverliezen op een laag niveau (0,15%) behouden. Bank J.Van Breda & C° heeft in 2010 een mooie stijging van haar nettowinst gerealiseerd met 10% tot 25,7 miljoen euro (23,3 miljoen euro in 2009), dankzij een sterke commerciële prestatie. De costincome ratio daalde tot 57%, terwijl het eigen vermogen steeg tot 259 miljoen euro (t.o.v. 244 miljoen euro eind 2009). De bank beschikt over voldoende middelen en een sterke balans om op eigen
109
kracht te groeien, met een sterke Core Tier1-kapitaalratio van 11,3% en een financiële hefboom (verhouding activa op eigen vermogen) van slechts 12,4. Het private equity segment heeft in 2010 13,0 miljoen euro (inclusief meerwaarden) bijgedragen tot het resultaat van de groep. Zonder rekening te houden met een goodwill impairment van 4,8 miljoen euro (deel AvH) binnen Distriplus, bedroeg de courante bijdrage van de private equity deelnemingen 18,1 miljoen euro in 2010 (3,4 miljoen euro in 2009). De meeste deelnemingen realiseerden dan ook een substantieel beter resultaat, wat een voorzichtig economisch herstel bevestigt. In 2010 investeerde AvH 14,8 miljoen euro in private equity. Dit gebeurde uitsluitend onder de vorm van vervolginvesteringen, met de verhoging van de participatie in Hertel van 40,5% tot 46,5% als belangrijkste. Het niveau van desinvesteringen bedroeg 18,8 miljoen euro, voornamelijk de verkoop van Blomhof en Engelhardt. Het segment energie en grondstoffen droeg in 2010 16,5 miljoen euro bij tot het resultaat van de groep. Sipef neemt hiervan het overgrote deel voor haar rekening.
Sipef
(AvH 22,74%) heeft opnieuw een significante stijging van de omzet (tot 279 miljoen USD) gerealiseerd, ondanks een moeilijk jaar op operationeel vlak. De productievolumes stonden het ganse jaar onder druk door de overvloedige regen van El Niño in PapoeaNieuw-Guinea in het begin van het jaar en de daaropvolgende La Niña in Indonesië op het einde van het jaar. De groeiende vraag naar plantaardige oliën vanuit het Verre Oosten, een stijgende ruwe olieprijs en een zwakkere dollar dreven vooral naar het jaareinde toe de prijzen voor palmolie, rubber en thee naar ongekende hoogten. Dit vertaalde zich in een sterk hoger nettoresultaat voor de groep (84,8 miljoen USD). AvH heeft in het eerste kwartaal 2011 haar participatie verhoogd tot 25,4%.
2011 heeft Bank J.Van Breda & C° een vriendschappelijk, voorwaardelijk tegenbod uitgebracht met het oog op de overname van het Antwerps Beroepskrediet. DEME heeft begin 2011 500 miljoen euro nieuwe orders getekend.
4. Onderzoek en ontwikkeling Ackermans & van Haaren en de integraal geconsolideerde participaties hebben in 2010 geen activiteiten inzake onderzoek en ontwikkeling ondernomen.
5. Financiële instrumenten Binnen de groep kan gebruik worden gemaakt van financiële instrumenten voor risicobeheersing. Het betreft dan met name finan-ciële instrumenten die het risico van wijzigende interestvoeten of wisselkoersen beheersen. De tegenpartijen van deze financiële instrumenten zijn uitsluitend vooraanstaande banken. Per jaareinde 2010 had Ackermans & van Haaren noch enige andere integraal geconsolideerde deelneming binnen het segment ‘AvH en subholdings’ dergelijke instrumenten uitstaan. Op niveau van Bank J.Van Breda & C° wordt eveneens gestreefd naar een voorzichtig beleid inzake renterisico’s door gebruik te maken van renteswaps en opties. Een groot aantal deelnemingen van de groep is actief buiten de euro-zone (o.a. DEME, Sipef, Hertel Holding, Manuchar, Henschel Engineering). De indekking van het wisselkoersrisico wordt telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.
6. Vooruitzichten voor 2011 De geopolitieke onrust en de huidige economische conjunctuur blijven tot voorzichtigheid aanzetten. De raad van bestuur van AvH verwacht echter dat de courante resultaten van de meeste deelnemingen opnieuw groei zullen vertonen in het lopende boekjaar 2011.
3. Belangrijke gebeurtenissen na afsluiting van het boekjaar
Namens de raad van bestuur, 6 april 2011
Er hebben zich na balansdatum geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan die een significante invloed kunnen hebben op de activiteiten of op de financiële positie van de vennootschap. Eind maart
Luc Bertrand
Alain Dieryck
Voorzitter van het executief comité
Voorzitter van de raad van bestuur
110
Financiële staten
112
Jaarverslag 2010
Inhoudstafel
114
Geconsolideerde jaarrekening
114 Resultatenrekening 115
Staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
116 Balans 118 Kasstroomoverzicht 119
Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
120
1. Waarderingsregels
126
2.
130
3. Geassocieerde deelnemingen
131
4.
132
5. Segmentinformatie
142
6.
142
7. Goodwill
143
8.
Materiële vaste activa
144
9.
Vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde
145
10. Ondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode wordt toegepast
146
11. Financiële activa
151
12. Banken - vorderingen op kredietinstellingen & cliënten
153
13. Voorraden en onderhanden projecten in opdracht van derden
153
14. Leasing
154
15. Voorzieningen
154
16. Financiële schulden
155
17. Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties
156
18. Financiële instrumenten
158
19. Belastingen
159
20. Aandelenoptieplannen
160
21. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen
160
22. Tewerkstelling
160
23. Pensioenverplichtingen
161
24. Beëindiging van bedrijfsactiviteiten
161
25. Verbonden partijen
163
26. Winst per aandeel
163
27. Voorgestelde en uitgekeerde dividenden
164
Verslag van de commissaris
166
Enkelvoudige jaarrekening
170
Commentaren bij de enkelvoudige jaarrekening
Dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen
Bedrijfsacquisities en -verkopen
Immateriële vaste activa
De geconsolideerde jaarrekening van AvH is opgemaakt conform de International Financial Reporting Standaarden en IFRIC interpretaties van kracht per 31 december 2010, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie.
113
Resultatenrekening (categoriaal) (€ 1.000)
Toelichting
Bedrijfsopbrengsten
2009
2008
393.961
409.956
Verrichting van diensten
22.298
18.841
15.328
Leasingopbrengsten
10.334
10.789
10.521
Vastgoedopbrengsten Rente-opbrengsten bancaire activiteiten Ontvangen provisies bancaire diensten Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden
114
2010 338.703
48.778
44.250
54.461
105.389
118.432
143.755
25.546
23.024
24.409
116.598
163.769
145.374
Overige bedrijfsopbrengsten
9.761
14.857
16.108
Overige exploitatiebaten
12.001
10.300
18.229
Rente op vorderingen financiële vaste activa
3.460
3.587
3.613
Dividenden
8.224
6.339
14.401
Overheidssubsidies
184
184
Overige exploitatiebaten
132
189
214
-285.329
-352.467
-412.180
-85.558
-125.198
-97.971
-609
-1.807
-11.157
Exploitatielasten (-) Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen (-)
13
Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (-) Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-)
-57.479
-73.184
-107.450
-67.382
-66.008
-61.714
Afschrijvingen (-)
-8.665
-8.206
-7.146
Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-)
-5.106
-7.210
-52.162
-60.611
-70.261
-75.796
82
-593
1.217
65.375
51.794
16.004
Personeelslasten (-)
22
Overige exploitatielasten (-) Voorzieningen
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten
80
-25.990
10.257
Private equity
Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening 11
8.712
-964
9.484
Financiële activa voor handelsdoeleinden
18
-15
117
294
9
-10.768
-17.464
6.791
Vastgoedbeleggingen Afgeleide financiële instrumenten
18
Winst (verlies) op de overdracht van activa Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa
2.151
-7.679
-6.312
6.801
26.094
39.724 106
67
1.527
Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen
2.212
15.166
-13
Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa
955
2.938
25.319
3.567
6.463
14.312
Financieringsopbrengsten
Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa
17.791
19.328
25.287
Renteopbrengsten
16.224
18.299
22.263
1.567
1.028
3.025
Financieringslasten (-)
-20.758
-21.658
-24.288
Rentelasten (-)
-12.353
-14.747
-22.820
-8.405
-6.910
-1.468
135.425
103.267
96.559
Diverse financiële opbrengsten
Diverse financiële lasten (-) Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast
10
Overige niet-exploitatiebaten Overige niet-exploitatielasten (-)
Winst (verlies) vóór belasting Winstbelastingen
19
Uitgestelde belastingen Belastingen
Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd
Winst (verlies) van het boekjaar Aandeel van het minderheidsbelang Aandeel van de groep
426
1.237
1.777
-136
-604
-1.007
205.005
153.468
164.314
-12.031
-7.690
-9.664
17
3.620
4.672
-12.048
-11.310
-14.336
192.974
145.778
154.650
192.974
145.778
154.650
32.169
28.328
40.092
160.804
117.450
114.558
24
Winst per aandeel (€) 1. Gewone winst (verlies) per aandeel 1.1. Uit de voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten
4,86
3,54
3,45
1.2. Uit de voortgezette activiteiten
4,86
3,54
3,45
2. Verwaterde winst (verlies) per aandeel 2.1. Uit de voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten
4,85
3,54
3,44
2.2. Uit de voortgezette activiteiten
4,85
3,54
3,44
We verwijzen naar de segmentinformatie op pagina 132 tot 141 voor meer uitleg bij de geconsolideerde resultaten.
Staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (€ 1.000)
Winst (verlies) van het boekjaar Aandeel van het minderheidsbelang Aandeel van de groep
Niet-gerealiseerde resultaten Wijziging herwaarderingsreserve: effecten beschikbaar voor verkoop Belastingen
Wijziging herwaarderingsreserve: afdekkingsreserve Belastingen
Wijziging herwaarderingsreserve: omrekeningsverschillen
Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Aandeel van het minderheidsbelang Aandeel van de groep
2010
2009
2008
192.974
145.778
154.650
32.169
28.328
40.092
160.804
117.450
114.558
3.922
10.108
-135.710
-10.621
18.331
-114.600
2.181
-2.673
-5.464
-8.440
15.657
-120.064
2.115
-5.517
-23.639
-269
1.531
7.368
1.846
-3.987
-16.271
10.516
-1.562
624
196.896
155.886
18.940
32.537
28.730
34.491
164.359
127.156
-15.551
115
Activa (€ 1.000)
Toelichting
I. Vaste activa
116
2010
2009
2008
3.926.316
3.600.643
3.353.800
Immateriële vaste activa
6
3.379
2.564
1.185
Goodwill
7
141.168
140.367
140.675
Materiële vaste activa
8
108.761
96.424
92.413
Terreinen en gebouwen
64.056
59.755
43.336
Installaties, machines en uitrusting
18.549
20.954
22.682
Meubilair en rollend materieel
3.494
3.571
3.939
Overige materiële vaste activa
1.129
1.379
1.345
Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
3.141
327
30.679
Operationele leasing - als leasinggever (IAS 17)
6.055
6.426
6.780
9
501.403
554.867
551.048
Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast
10
947.575
814.536
726.457
Financiële vaste activa
11
398.886
395.566
391.963
326.187
320.805
321.741
Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa
23.336
22.363
22.048
Vorderingen en borgtochten
49.364
52.398
48.174
9.032
7.068
6.143
85.306
88.946
88.676
84.363
87.894
87.088
943
1.052
1.587
Vastgoedbeleggingen
Private equity deelnemingen
Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar
18
Vorderingen op meer dan één jaar Vorderingen uit financiële lease
14
Overige vorderingen Uitgestelde belastingvorderingen
19
10.247
9.815
11.119
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar
12
1.732.895
1.494.502
1.327.775
1.677.359
1.721.374
1.865.798
II. Vlottende activa Voorraden
13
21.944
21.375
21.553
Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten
13
11.469
10.685
9.250
480.803
576.519
530.924
Voor verkoop beschikbare financiële activa
Geldbeleggingen 11
478.884
569.957
519.918
Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading)
18
1.919
6.562
11.006
Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar
18
451
919
2.976
162.932
150.186
178.992
53.954
61.426
48.825
38.315
36.244
34.880
70.662
52.517
95.288
Vorderingen op ten hoogste één jaar Handelsvorderingen Vorderingen uit financiële lease
14
Overige vorderingen Terug te vorderen belastingen
19
2.043
1.511
5.915
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar
12
806.699
745.165
784.097
Geldmiddelen en kasequivalenten
168.562
189.364
305.126
Termijndeposito's tot drie maand
107.281
102.215
118.499
Liquide middelen
61.282
87.149
186.626
Overlopende rekeningen
22.457
25.651
26.964
0
0
0
5.603.675
5.322.017
5.219.598
III. Activa bestemd voor verkoop TOTAAL DER ACTIVA
Eigen vermogen en verplichtingen (€ 1.000)
Toelichting
2010
2009
2008
i. Totaal eigen vermogen
2.153.375
2.020.873
1.926.109
Eigen vermogen - deel groep
1.711.350
1.595.501
1.517.147
113.907
113.907
113.907
2.295
2.295
2.295
111.612
111.612
111.612
1.614.061
1.500.767
1.428.942 -11.564
Geplaatst kapitaal Aandelenkapitaal Agio Geconsolideerde reserves
1.697
-1.858
Effecten beschikbaar voor verkoop
Herwaarderingsreserves
12.063
19.824
5.459
Afdekkingsreserve
-11.138
-12.121
-9.040
772
-9.561
-7.983
Ingekochte eigen aandelen (-)
-18.315
-17.316
-14.138
Minderheidsbelang
442.026
425.372
408.962
ii. Langlopende verplichtingen
635.099
747.047
622.180
Omrekeningsverschillen
Voorzieningen
15
5.481
6.925
5.315
Pensioenverplichtingen
23
2.157
1.819
1.614
Uitgestelde belastingverplichtingen
19
11.681
10.700
11.021
Financiële schulden
16
265.913
333.367
303.472
171.626
258.784
225.894
89.543
74.296
68.988
54
16
31
4.690
271
8.559
24.233
26.895
20.735
5.697
13.719
7.210
319.937
353.623
272.814
2.815.200
2.554.096
2.671.309
Leningen van banken Achtergestelde leningen Financiële lease-overeenkomsten Overige financiële schulden Langlopende afdekkingsinstrumenten
18
Overige schulden Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties
17
iii. Kortlopende verplichtingen Voorzieningen
15
0
0
0
Pensioenverplichtingen
23
114
92
87
Financiële schulden
16
233.615
132.647
203.126
Leningen van banken
40.613
16.860
61.444
Achtergestelde leningen
17.605
7.015
9.462
15
16
15
175.382
108.755
132.205
Financiële lease-overeenkomsten Overige financiële schulden Kortlopende afdekkingsinstrumenten
18
1.414
1.563
2.162
Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten
13
6.042
5.176
5.673
Overige schulden op ten hoogste één jaar
73.022
80.442
93.643
Handelsschulden
38.872
53.378
44.234
2.544
2.893
2.916
Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten
15.418
14.416
11.810
Overige schulden
16.188
9.755
34.684
Ontvangen vooruitbetalingen op onderhanden projecten
Te betalen belastingen
19
10.349
6.254
9.853
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties
17
2.449.994
2.289.449
2.313.763
40.650
38.474
43.002
0
0
0
5.603.675
5.322.017
5.219.598
Overlopende rekeningen
iv. Verplichtingen bestemd voor verkoop totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen
117
Kasstroomoverzicht (indirecte methode) (€ 1.000)
2010
2009
2008
189.364
305.126
225.547
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten
65.375
51.794
16.004
Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast
31.030
31.125
18.207
372
448
573
-12.031
-7.690
-9.664
i. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans
Overige niet-exploitatiebaten (lasten) Winstbelastingen Aanpassingen voor niet-geldelijke posten Afschrijvingen
8.665
8.206
7.146
Bijzondere waardeverminderingsverliezen
5.181
7.422
52.202
Aandelenoptieplannen
1.258
753
535
301
893
-2.088
(Afname) toename van voorzieningen (Afname) toename van latente belastingen
118
Andere niet-kasopbrengsten (kosten) Cashflow Afname (toename) van het bedrijfskapitaal
-17
-3.620
-4.672
-491
-886
-665
99.644
88.444
77.578 161.259
-192.168
-35.024
Afname (toename) van voorraden, onderhanden projecten & ontvangen vooruitbetalingen
11.280
-1.904
6.196
Afname (toename) van vorderingen
-15.799
59.310
-74.933 -61.545
-303.601
-129.911
Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden)
Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken)
-16.042
-12.945
10.679
Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (banken)
126.859
53.717
276.086
Afname (toename) overige Operationele cashflow Investeringen
5.136
-3.292
4.775
-92.524
53.419
238.837 -627.346
-619.946
-640.591
Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa
-8.759
-6.142
-22.916
Investering in vastgoedbeleggingen
-4.808
-16.303
-51.346
-42.690
-42.820
-127.792
-2.056
-6.992
-7.665
Verwerving van geldbeleggingen
-561.633
-568.334
-417.628
Desinvesteringen
755.060
614.030
455.797
268
2.347
197
Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen
77.400
40.000
3.644
Overdracht van financiële vaste activa
21.960
14.598
97.279
9.767
15.836
561
Overdracht van geldbeleggingen
645.666
541.250
354.117
Investeringscashflow
135.114
-26.561
-171.548
Verwerving van financiële vaste activa Nieuwe leningen toegestaan
Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa
Terugbetaalde leningen
Financiële operaties Ontvangen interesten
21.946
24.732
23.105
Betaalde interesten
-11.778
-14.577
-21.786
Diverse financiële opbrengsten (lasten)
-7.396
-5.909
756
Afname (toename) van eigen aandelen
-2.337
-3.210
-1.571 108.705
-468
-85.021
Winstverdeling
(Afname) toename van financiële schulden
-47.700
-46.078
-46.124
Dividenden uitgekeerd aan derden
-16.017
-13.049
-13.473
Financieringscashflow
-63.750
-143.112
49.612
II. Netto toename in geldmiddelen en kasequivalenten
-21.160
-116.254
116.901
Wijziging consolidatiekring of -methode
570
1.293
-37.445
Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten
-212
-801
123
168.563
189.364
305.126
III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans Op pagina 136 van dit verslag is een opsplitsing opgenomen van dit kasstroomoverzicht per segment.
Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen Herwaarderingsreserves Geconsolideerde reserves
Effecten beschikbaar voor verkoop
Afdekkingsreserves
Omrekeningsverschillen
Ingekochte eigen aandelen
Eigen vermogen deel groep
Minderheidsbelang
Totaal eigen vermogen
Beginsaldo, 1 januari 2009
Aandelenkapitaal & agio
(€ 1.000)
113.907
1.428.942
5.459
-9.040
-7.983
-14.138
1.517.147
408.962
1.926.109
Winst Niet-gerealiseerde resultaten Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Uitkering dividend vorig boekjaar Verrichtingen met ingekochte eigen aandelen Andere (vnl. wijzigingen consolidatiekring / Belangen %) Eindsaldo, 31 december 2009
117.450 117.450
145.778
-3.082
-1.578
9.706
402
10.108
14.365
-3.082
-1.578
127.156
28.730
155.886
-46.078
-12.999
-59.077
-3.178
-3.178
454 1.500.767
28.328
14.365
-46.078
113.907
117.450
19.824
-12.121
-9.561
-17.316
-3.178
454
679
1.133
1.595.501
425.372
2.020.873
Herwaarderingsreserves Geconsolideerde reserves
Effecten beschikbaar voor verkoop
Afdekkingsreserves
Omrekeningsverschillen
Ingekochte eigen aandelen
Eigen vermogen deel groep
Minderheidsbelang
Totaal eigen vermogen
Beginsaldo, 1 januari 2010
Aandelenkapitaal & agio
(€ 1.000)
113.907
1.500.767
19.824
-12.121
-9.561
-17.316
1.595.501
425.372
2.020.873
Winst Niet-gerealiseerde resultaten Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Uitkering dividend vorig boekjaar Verrichtingen met ingekochte eigen aandelen Andere (vnl. wijzigingen consolidatiekring / Belangen %) Eindsaldo, 31 december 2010
160.804 160.804
192.974
367
3.922
983
10.332
3.554
-7.761
983
10.332
164.359
32.537
196.896
-47.700
-16.017
-63.717
-999
-999 188
134
322
-18.315
1.711.350
442.026
2.153.375
188 1.614.061
32.169
-7.761
-47.700
113.907
160.804
12.063
-11.138
772
-999
Algemene gegevens betreffende het kapitaal Geplaatst kapitaal Het geplaatst maatschappelijk kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde. Kapitaal Aantal aandelen Aantal VVPR strips
2010
2009
33.496.904
33.496.904
6.733.984
6.733.984
2010 Eigen aandelen - beginsaldo
2009
380.232
314.346
Inkoop eigen aandelen
54.068
66.886
Verkoop eigen aandelen
-41.300
-1.000
393.000
380.232
Eigen aandelen - eindsaldo
Toegestaan kapitaal De raad van bestuur kan in de gevallen voorzien in het bijzonder verslag, goedgekeurd door de buitengewone algemene vergadering van 9 maart 2009, het maatschappelijk kapitaal gedurende 5 jaar, te rekenen vanaf 2 april 2009, in één of meer malen verhogen met een bedrag van maximum 500.000 euro. De raad van bestuur kan tevens gebruik maken van het toegestaan kapitaal, in geval van openbaar overnamebod op effecten uitgegeven door de vennootschap, onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 607 van het Wetboek van Vennootschappen. De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de kennisgeving van de CBFA aan de vennootschap dat haar is kennis gegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na 9 maart 2009 plaatsvindt. Kapitaalbeheer AvH beschikt over een aanzienlijke cash reserve die deels belegd is in korte termijn deposito’s bij vooraanstaande financiële instellingen waarmee AvH al gedurende lange termijn samenwerkt, en deels geïnvesteerd is in liquide aandelen en in fondsen. Niettegenstaande AvH over een positieve netto-thesaurie beschikt, heeft ze wel financiële schulden op korte termijn onder de vorm van ‘commercial paper’. De huidige programma’s bieden AvH de mogelijkheid om in totaal voor 250 miljoen euro commercial paper uit te geven. Daarvan werd per einde 2010 slechts ten belope van 44,8 miljoen euro gebruik gemaakt. AvH beschikt over bevestigde kredietlijnen, gespreid over verschillende banken, die dit bedrag ruimschoots overstijgen. AvH en subholdings hanteren als regel dat geen verbintenissen worden aangegaan of zekerheden worden verstrekt voor verplichtingen van de operationele deelnemingen. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan daarvan worden afgeweken.
119
Toelichting 1: IFRS waarderingsregels Conformiteitsverklaring
120
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgemaakt conform de International Financial Reporting Standards en IFRIC interpretaties van kracht per 31 december 2010, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie. De voor AvH belangrijkste nieuwe of gewijzigde standaarden van kracht per 1 januari 2010 betreffen: • IFRIC 15 Overeenkomsten voor de bouw van onroerend goed: Deze interpretatie verschaft duidelijkheid over de vraag op welk moment en op welke wijze opbrengsten en daarmee samenhangende kosten in verband met de verkoop van onroerend goed dient te worden verantwoord indien de projectontwikkelaar en de koper een overeenkomst sluiten voordat de bouw van het onroerend goed is voltooid. Verder verschaft de interpretatie aanwijzingen over de vaststelling of een overeenkomst valt onder de reikwijdte van IAS 11 of IAS 18. • Verbeteringen van de IFRSs (gepubliceerd mei 2008): In mei 2008 heeft de IASB een bundel met wijzigingen van de standaarden gepubliceerd. • Verbeteringen van de IFRSs (gepubliceerd april 2009): In april 2009 heeft de IASB een bundel met wijzigingen van de standaarden gepubliceerd, hoofdzakelijk bedoeld ter verwijdering van inconsequenties en ter verduidelijking.
Voorstellingsbasis De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld volgens de historische kostprijsmethode, behalve voor financiële instrumenten en activa die aan reële waarde gewaardeerd worden.
Consolidatieprincipes De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van AvH NV, haar dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen alsook het aandeel van de groep in de resultaten van de geassocieerde deelnemingen.
1. Dochterondernemingen Dochterondernemingen zijn entiteiten die door de groep worden gecontroleerd. Er bestaat controle wanneer AvH de macht heeft om het financieel en operationeel beleid van een onderneming te sturen teneinde voordelen uit haar activiteiten te verwerven. De deelnemingen in dochterondernemingen worden integraal geconsolideerd vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle. De financiële staten van de dochterondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als AvH, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Alle intragroepsverrichtingen en niet gerealiseerde intragroepswinsten en -verliezen op transacties tussen groepsondernemingen worden geëlimineerd. Niet gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd tenzij het om een bijzondere waardevermindering gaat.
2. Gemeenschappelijke dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen Gemeenschappelijke dochterondernemingen
Ondernemingen die gezamenlijk worden gecontroleerd (gedefinieerd als die entiteiten waarin de groep de gezamenlijke controle heeft, onder meer via het aandeelhouderspercentage of contractuele overeenkomst met één of meerdere entiteiten van de joint venture) zijn opgenomen op basis van de vermogensmutatie-methode vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle. Geassocieerde deelnemingen Geassocieerde deelnemingen waarop de groep een aanzienlijke invloed van betekenis heeft, meer bepaald ondernemingen waarin AvH de macht heeft om deel te nemen (geen controle) aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van de deelneming, worden opgenomen volgens de vermogensmutatie-methode, vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle. Vermogensmutatiemethode Volgens de vermogensmutatiemethode worden de deelnemingen oorspronkelijk geboekt tegen kostprijs en wordt de boekwaarde vervolgens aangepast om het aandeel van de groep in de winst of het verlies van de deelneming op te nemen, en dit vanaf de aanschaffingsdatum. De financiële staten van deze ondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als AvH, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Niet gerealiseerde intragroepswinsten en -verliezen op transacties worden geëlimineerd ten belope van het belangenpercentage.
3. Private equity deelnemingen van Sofinim De gemeenschappelijke dochterondernemingen en de geassocieerde deelnemingen van Sofinim, ‘venture capitalist’, worden in toepassing van IAS 31, § 1 en IAS 28, § 1, gewaardeerd aan reële waarde conform IAS 39. Zij worden in de balans gepresenteerd als ‘private equity deelnemingen’ waarbij de schommelingen in de reële waarde worden opgenomen in het resultaat van de periode waarin de wijziging zich voordoet. Waarderingstechnieken Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via resultaat zijn eigen vermogensinstrumenten die behoren tot de investeringsportefeuille van Sofinim, waaronder ook de gemeenschappelijke dochterondernemingen en de geassocieerde deelnemingen. De reële waarde wordt op het moment van aanschaf gelijkgesteld aan de aanschaffingsprijs zoals die in een transactie met een derde partij is tot stand gekomen. In daaropvolgende periodes wordt deze waarde aangepast in functie van het gerealiseerde resultaat van de respectievelijke onderneming. Voor beursgenoteerde aandelen wordt als reële waarde in principe de beurskoers genomen, behalve in die gevallen waar in functie van de grootte van de aangehouden participatie en van de in de markt verhandelde volumes, de beurskoers als niet representatief wordt gezien voor de participatie in kwestie. Indien dat het geval is, wordt teruggegrepen naar de eerder vermelde waardering. Gerealiseerde winsten of verliezen op deze investeringen worden berekend als het verschil tussen de verkoopprijs en de boekwaarde
van de investering op het moment van de verkoop. Alle aankopen en verkopen van financiële activa volgens standaard marktconventies worden erkend op transactiedatum i.e. de datum waarop de groep zich tot de aankoop verbindt.
Immateriële vaste activa Immateriële vaste activa met een bepaalde levensduur worden gewaardeerd aan kostprijs, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Immateriële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde. De restwaarde wordt verondersteld nul te zijn. Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur, tevens aan kostprijs gewaardeerd, worden niet afgeschreven maar ondergaan jaarlijks een impairment test en wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen. Kosten voor het opstarten van nieuwe activiteiten worden in resultaat genomen op het moment dat ze zich voordoen. Onderzoeksuitgaven worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen. Ontwikkelingsuitgaven die voldoen aan de strenge erkenningscriteria van IAS 38 worden geactiveerd en afgeschreven over de economische levensduur.
Goodwill Goodwill is het positieve verschil tussen de kostprijs van de bedrijfscombinatie en het aandeel van de groep in de reële waarde van de verworven activa, de overgenomen verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de dochteronderneming, gemeenschappelijke dochteronderneming of geassocieerde deelneming op het moment van de overname. Goodwill wordt niet afgeschreven maar ondergaat een test op bijzondere waardeverminderingen bij iedere jaarafsluiting en wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen.
Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden geboekt tegen aanschaffings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele bijzondere waardeverminderingen. Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde. Herstellingsuitgaven voor materiële vaste activa worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen, tenzij ze resulteren in een verhoging van het toekomstig economisch nut van de respectievelijke materiële vaste activa, wat hun activering justifieert. Activa in aanbouw worden afgeschreven vanaf het moment dat de activa beschikbaar zijn voor gebruik. Overheidssubsidies worden in de balans gepresenteerd als uitgestelde baten en worden op systematische en rationele basis opgenomen in de resultatenrekening als baten over de gebruiksduur van het actief.
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Op elke afsluitdatum gaat de groep na of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig is, wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde van een actief wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van de reële waarde min verkoopkosten (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) of de gebruikswaarde (o.b.v. de actuele waarde van de geschatte toekomstige cashflows). De eruit resulterende bijzondere waardeverminderingen worden ten laste van de resultatenrekening geboekt. Eerder geboekte waardeverminderingen, behoudens op goodwill en op voor verkoop beschikbare financiële activa, worden via de resultatenrekening teruggenomen wanneer die niet meer geldig zijn.
Leasing en soortgelijke rechten vastgoedbeleggingen 1. De groepsvennootschap is leasingnemer Financiële leasing (groepsvennootschap draagt substantieel alle eigendomsrisico’s en -baten) Bij de aanvang van de leaseperiode worden de activa en verplichtingen in de balans opgenomen aan reële waarde van het geleased actief of indien lager, de contante waarde van de minimale leasebetalingen, zoals bepaald op het tijdstip van de aanvang van de lease. De disconteringsvoet gebruikt bij de berekening van de contante waarde van de minimale leasebetalingen is de impliciete rentevoet van de lease overeenkomst, zo die kan worden bepaald. In het andere geval dient de marginale rentevoet van de leasingnemer worden gebruikt. Operationele leasing (voordelen en risico’s blijven substantieel bij de leasinggever) De leasebetalingen worden opgenomen als lasten op lineaire basis over de leaseperiode, tenzij een andere systematische basis beter het tijdspatroon van de voordelen voor de gebruiker weergeeft.
2. De groepsvennootschap treedt op als leasinggever Financiële leasing De financiële leasingcontracten worden in de balans opgenomen onder de lange en korte termijnvorderingen aan de huidige waarde van de toekomstige leasingbetalingen en de al dan niet gegarandeerde residuwaarde. De gelopen rente wordt in het resultaat genomen, berekend aan de impliciete rentevoet. Acquisitiekosten met betrekking tot leasingcontracten toewijsbaar aan het contract worden gespreid over de looptijd van het contract opgenomen in het resultaat. Acquisitiekosten die niet toewijsbaar zijn aan een contract (supercommissies, bepaalde campagnes) worden onmiddellijk in resultaat genomen. Operationele leasing De operationele leasings betreffen leasings die niet kwalificeren als
121
122
een financiële leasing. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen operationele leasings die o.b.v. IAS 17 aan kostprijs worden gewaardeerd en operationele leasings die als een vastgoedbelegging worden beschouwd en die o.b.v. IAS 40.33 aan marktwaarde worden gewaardeerd waardoor de waardeschommelingen in de resultatenrekening zullen opgenomen worden. Het onderscheid tussen beide soorten hangt af van de berekeningswijze van de optie. Indien de aankoopoptie rekening houdt met de marktwaarde dan zal het contract als een vastgoedbelegging gekwalificeerd worden. In alle andere gevallen worden deze contracten beschouwd als operationele leasings conform IAS 17.
3. Vastgoedbeleggingen - verhuurde gebouwen en projectontwikkelingen De vastgoedbeleggingen omvatten zowel de gebouwen die verhuurklaar zijn (vastgoedbeleggingen in exploitatie), als de gebouwen in aanbouw of ontwikkeling voor toekomstig gebruik als vastgoedbelegging in exploitatie (projectontwikkelingen). De vastgoedbeleggingen worden aan reële waarde gewaardeerd, waarbij de waardeschommelingen in de resultatenrekening worden verwerkt. Op basis van schattingsverslagen wordt de reële waarde van verhuurde gebouwen jaarlijks bepaald.
Financiële instrumenten 1. Voor verkoop beschikbare financiële activa Voor verkoop beschikbare aandelen en effecten worden gewaardeerd aan reële waarde. De reële waardeschommelingen worden in het eigen vermogen gerapporteerd, tot verkoop of bijzondere waardevermindering, waarbij de gecumuleerde herwaardering in de resultatenrekening wordt opgenomen. Wanneer de reële waarde van een financieel actief niet betrouwbaar kan worden bepaald, wordt het gewaardeerd aan kostprijs. Wanneer een daling van de reële waarde van een voor verkoop beschikbaar financieel actief in het eigen vermogen wordt erkend en er objectieve duiding van bijzondere waardevermindering aanwezig is, worden de cumulatieve verliezen die voorheen rechtstreeks in het eigen vermogen werden gerapporteerd, in de resultatenrekening verwerkt.
2. Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via resultaat De reële waardeschommelingen van de ‘financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via resultaat’, in het bijzonder ‘private equity deelnemingen’, worden in de resultatenrekening verwerkt.
3. Afgeleide instrumenten De operationele dochterondernemingen binnen de AvH-groep zijn elk verantwoordelijk voor het beheer van hun risico’s zoals wisselrisico, interestrisico, kredietrisico, grondstoffenrisico, etc. De risico’s, die variëren naargelang de sector waarin de dochterondernemingen actief zijn, worden bijgevolg niet centraal beheerd op groepsniveau. De desbetreffende directies rapporteren evenwel aan hun raad van bestuur of auditcomité over hun risico-indekking. Op het niveau van AvH en subholdings worden de (voornamelijk) intrestrisico’s wel centraal beheerd door het AvH Coordination Center.
Afgeleide instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Na de initiële erkenning worden deze instrumenten opgenomen in de balans aan hun reële waarde waarbij de wijzigingen in de reële waarde in resultaat worden geboekt tenzij deze instrumenten deel uitmaken van indekkingsverrichtingen. Kasstroom-indekkingen De waardeschommelingen van een afgeleid financieel instrument dat voldoet aan de strikte voorwaarden voor erkenning als kasstroom-indekking worden opgenomen in het eigen vermogen voor het effectieve deel. Het ineffectieve deel wordt rechtstreeks in de resultatenrekening geboekt. De dekkingsresultaten worden van het eigen vermogen naar de resultatenrekening overgeboekt op het moment dat de gedekte transactie zelf het resultaat beïnvloedt. Reële-waarde-indekkingen Waardeschommelingen van een afgeleid instrument dat formeel toegewezen werd voor de indekking van de veranderingen in de reële waarde van geboekte activa en passiva, worden uitgedrukt in de resultatenrekening samen met de winsten en de verliezen die voortvloeien uit de herwaardering aan reële waarde van het ingedekte bestanddeel. De waardeschommelingen van afgeleide financiële instrumenten die niet als reële-waarde- of kasstroom-indekking erkend zijn, worden onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.
4. Rentedragende schulden en vorderingen Financiële schulden en vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve-rentemethode.
5. Handelsvorderingen en overige vorderingen Handelsvorderingen en overige vorderingen worden gewaardeerd aan nominale waarde, verminderd met eventuele waardeverminderingen voor oninbare vorderingen.
6. Kas en kasequivalenten Kas en kasequivalenten, bestaande uit contanten en kortlopende beleggingen, worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde.
Voorraden / onderhanden projecten in opdracht van derden Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs (aanschaffings- of vervaardigingsprijs) volgens de FIFO-methode (first-in, first-out) of tegen de netto realiseerbare waarde wanneer deze lager is. De vervaardigingsprijs omvat alle directe en indirecte kosten die nodig zijn om de goederen tot hun afwerkingsstadium op balansdatum te brengen, wat overeenkomt met de geschatte verkoopprijs in normale omstandigheden, verminderd met de afwerkings-, marketing- & distributiekosten (netto realiseerbare waarde). Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd volgens de ‘Percentage of Completion’ methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.
Kapitaal en reserves
Belastingen
Kosten die verband houden met een kapitaaltransactie worden in mindering van het kapitaal gebracht. Ingekochte eigen aandelen worden aan aanschaffingsprijs in mindering van het eigen vermogen geboekt. Een latere verkoop of vernietiging geeft geen aanleiding tot resultaatsimpact; winsten en verliezen met betrekking tot eigen aandelen worden rechtstreeks in het eigen vermogen geboekt.
De belastingen omvatten zowel belastingen op het resultaat als de uitgestelde belastingen. Beide belastingen worden in de resultatenrekening geboekt behalve wanneer het bestanddelen betreft die deel uitmaken van het eigen vermogen en bijgevolg toegewezen worden aan het eigen vermogen. Uitgestelde belastingen worden berekend volgens de balansmethode, toegepast op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van de in de balans opgenomen activa en passiva en hun fiscale waarde. De voornaamste tijdelijke verschillen ontstaan uit verschillende afschrijvingsritmes van materiële vaste activa, voorzieningen voor pensioenen en overdraagbare fiscale verliezen. Uitgestelde belastingsverplichtingen worden erkend voor alle belastbare tijdelijke verschillen: • behalve wanneer de uitgestelde belastingverplichting voortvloeit uit de oorspronkelijke erkenning van goodwill of de initiële boeking van activa en passiva in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en die op het moment van de transactie geen invloed heeft op de belastbare winst; • behalve met betrekking tot investeringen in dochterondernemingen, gemeenschappelijke en geassocieerde ondernemingen, waar de groep bij machte is de datum waarop het tijdelijke verschil zal weggewerkt worden te controleren en niet verwacht wordt dat het tijdelijk verschil in de voorzienbare toekomst zal weggewerkt worden. Uitgestelde belastingsvorderingen worden geboekt voor de aftrekbare tijdelijke verschillen en op overgedragen recupereerbare belastingskredieten en fiscale verliezen, in de mate dat het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten zijn in de nabije toekomst om het belastingsvoordeel te kunnen genieten. De boekwaarde van de uitgestelde belastingsvorderingen wordt op elke balansdatum nagezien en verminderd in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn om alle of een gedeelte van de uitgestelde belastingen te kunnen verrekenen. Uitgestelde belastingsverplichtingen en -vorderingen worden bepaald met behulp van aanslagvoeten die verwacht worden van toepassing te zullen zijn in de jaren dat deze tijdelijke verschillen zullen gerealiseerd of afgerekend worden, gebaseerd op belastingspercentages die bekrachtigd of bevestigd zijn op de balansdatum.
Omrekeningsverschillen Enkelvoudige jaarrekeningen Transacties in vreemde valuta worden geboekt tegen de wisselkoers die geldt op datum van de transactie. Positieve en negatieve nietgerealiseerde omrekeningsverschillen, resulterend uit de omrekening van monetaire activa en passiva aan de slotkoers op balansdatum, worden als opbrengst respectievelijk kost in resultaat genomen. Geconsolideerde rekeningen Op basis van de slotkoersmethode worden de activa en passiva van de geconsolideerde dochteronderneming aan slotkoers geconverteerd terwijl de resultatenrekening aan gemiddelde koers wordt verwerkt, wat resulteert in omrekeningsverschillen rechtstreeks vervat in het geconsolideerd eigen vermogen.
Voorzieningen Indien een onderneming van de groep een (wettelijke of indirecte) verplichting heeft tengevolge van een gebeurtenis uit het verleden en het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van deze verplichting zal gepaard gaan met een uitgave en het bedrag van deze verplichting tevens op betrouwbare wijze kan bepaald worden, wordt op balansdatum een voorziening aangelegd. Ingeval het verschil tussen de nominale en verdisconteerde waarde materieel is, wordt een voorziening geboekt ten belope van de verdisconteerde waarde van de geschatte uitgaven. De eruit resulterende toename van voorziening à rato van de tijd, wordt als intrestlast geboekt. Herstructurering Herstructureringsvoorzieningen worden enkel geboekt als de groep formeel een gedetailleerd herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de geplande herstructurering reeds is aangevangen of de personeelsleden getroffen door de herstructurering erover werden geïnformeerd. Voor kosten die betrekking hebben op de normale groepsactiviteiten worden geen voorzieningen aangelegd. Garanties Voor garantieverplichtingen op geleverde producten of diensten en opgeleverde werken wordt op basis van statistische informatie uit het verleden een provisie aangelegd.
Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen worden vermeld in de toelichtingen, indien impact van materieel belang.
Personeelsbeloningen De personeelsbeloningen omvatten kortetermijnpersoneelsbeloningen, vergoedingen na uitdiensttreding, andere langetermijnpersoneelsbeloningen, ontslagvergoedingen en beloningen in de vorm van eigen-vermogensinstrumenten. De personeelsvergoedingen na uitdiensttreding omvatten pensioenplannen, levensverzekeringen en verzekeringen voor medische bijstand. Pensioenplannen onder vaste bijdrage plannen of te bereiken doel plannen worden verstrekt via afzonderlijke fondsen of verzekeringsplannen. Verder bestaan er nog personeelsbeloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten. Pensioenplannen Plannen met vaste bijdrage (‘Defined Contribution Plans’) De vaste bijdrage wordt ten laste van de resultatenrekening geboekt van het jaar waarop ze betrekking hebben.
123
124
Te bereiken doel plannen (‘Defined Benefit Plans’) De verplichting op balansdatum wordt berekend op basis van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen, verhoogd(verlaagd) met de niet-erkende actuariële winsten(verliezen) en na aftrek van de reële waarde van de pensioenplan-activa alsook de nog niet geboekte kosten voor gepresteerde diensten uit het verleden. Ingeval deze berekening in een positief saldo resulteert, wordt de activering begrensd tot het netto totaal van alle niet in rekening genomen kosten van gepresteerde diensten en contante waarde van om het even welke terugbetaling van het plan of verminderingen van toekomstige bijdragen tot het plan. Bij de introductie van een nieuw plan of bij de verbetering van een bestaand plan, worden de kosten betreffende gepresteerde diensten uit het verleden (of ‘servicekosten uit het verleden’ genoemd) gespreid ten laste genomen tot de voordelen verworven zijn. In de mate dat de pensioenvoordelen reeds onmiddellijk verworven zijn, worden deze kosten onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen. Het bedrag dat in de resultatenrekening wordt opgenomen, bestaat uit de huidige servicekost, de eventuele erkende servicekost van vroegere dienstjaren, de financieringslast, de verwachte opbrengst van de activa van het plan en de actuariële winsten en verliezen. Personeelsbeloningen in de vorm van eigen vermogeninstrumenten Binnen de groep AvH bestaan verschillende aandelenoptieplannen, die aan werknemers het recht geven om AvH aandelen of aandelen van bepaalde dochterondernemingen te kopen tegen een voorafbepaalde prijs. Deze prijs wordt bepaald op moment van toekenning van de opties en is gebaseerd op de marktprijs of de intrinsieke waarde. Tevens zijn op het niveau van bepaalde dochterondernemingen warrantenplannen opgesteld. De prestaties van de begunstigden worden gewaardeerd aan de hand van de reële waarde van de toegekende opties en warranten en als kost in de resultatenrekening erkend op het ogenblik van de geleverde prestaties tijdens de vestigingsperiode.
Erkenning van opbrengsten De opbrengsten worden conform de IFRS-normen erkend, rekening houdend met de specifieke activiteiten van elke sector.
Beëindigde bedrijfsactiviteiten De activa, passiva en netto-resultaten van beëindigde bedrijfsactiviteiten worden afzonderlijk in één rubriek gerapporteerd in de geconsolideerde balans en resultatenrekening. Dezelfde rapportering geldt voor activa en passiva bestemd voor verkoop.
Gebeurtenissen na balansdatum Er kunnen zich na balansdatum gebeurtenissen voordoen die bijkomende informatie geven over de financiële situatie van de onderneming op balansdatum (‘adjusting events’). Deze informatie laat toe schattingen te verbeteren en een betere weerspiegeling te geven van de werkelijke toestand op balansdatum. Deze gebeurtenissen
vereisen een aanpassing van de balans en het resultaat. Andere gebeurtenissen na balansdatum worden vermeld in de toelichting indien ze een belangrijke impact kunnen hebben.
Winst per aandeel De groep berekent zowel de basis als de verwaterde winst per aandeel in overeenstemming met IAS 33. De basis winst per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode. Verwaterde winst per aandeel wordt berekend volgens het gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode plus het verwateringseffect van warranten en aandelenopties uitstaande tijdens de periode.
Segmentinformatie AvH is een gediversifieerde groep actief in volgende kernsectoren: 1. Bouw, bagger en concessies met DEME, één van de grootste baggerbedrijven ter wereld, Rent-A-Port, Algemene Aannemingen Van Laere, een toonaangevende aannemer in België en de Nationale Maatschappij der Pijpleidingen. 2. Vastgoed en aanverwante diensten met Leasinvest Real Estate, een genoteerde vastgoedbevak, Extensa Group, een belangrijke gronden- en vastgoedontwikkelaar, Cobelguard, een bewakingsgroep, Groupe Financière Duval, actief in de ontwikkeling en exploitatie van vastgoed, vakantie- en rusthuizen in Frankrijk en Anima Care, het nieuwe initiatief van AvH in de zorg- en gezondheidssector. 3. Financiële diensten met Bank Delen, één van de grootste onafhankelijke privé-vermogensbeheerders in België, Bank J.Van Breda & C°, nichebank voor de ondernemer en de vrije beroepen in België en de verzekeringsgroep ASCO-BDM. 4. Private equity met Sofinim, één van de grootste risicokapitaalverschaffers in België, en GIB. 5. Energie en grondstoffen, voortvloeiend uit een recente ontwikkeling naar (hernieuwbare) energie en grondstoffen, met Sipef, Henschel, Sagar Cements, Oriental Quarries & Mines en Max Green. 6. De hoofdzetel-activiteiten zitten gebundeld in het 6e segment AvH en subholdings.
125
Toelichting 2: dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen 1. Integraal geconsolideerde dochterondernemingen Naam van de dochteronderneming
Ondernemingsnummer
Maatsch. zetel
Belangen % 2010
Belangen % 2009
Bouw, bagger en concessies
126
Algemene Aannemingen Van Laere
0405.073.285
België
100,00%
100,00%
Anmeco
0458.438.826
België
100,00%
100,00%
Groupe Thiran
0425.342.624
België
100,00%
100,00%
TPH Van Laere
43.434.858.544
Frankrijk
100,00%
100,00%
Vandendorpe
0417.029.625
België
100,00%
90,32%
Wefima
0424.903.055
België
100,00%
100,00%
RAB Invest
0820.897.736
België
100,00%
100,00%
Nationale Maatschappij der Pijpleidingen
0418.190.556
België
75,00%
75,00%
Quinten Matsys
0424.256.125
België
75,00%
75,00%
Canal-Re
2008 2214 764
Luxemburg
75,00%
75,00%
Extensa Group
0425.459.618
België
100,00%
100,00%
Extensa
0466.333.240
België
100,00%
100,00%
Extensa Development
0446.953.135
België
100,00%
100,00%
566454 / 514036
Turkije
100,00%
50,00%
Extensa Land II
0406.211.155
België
100,00%
100,00%
Extensa Luxembourg
1999.2229.988
Luxemburg
100,00%
100,00%
801.966.607
Nederland
100,00%
100,00%
Extensa Participations I
2004.2421.120
Luxemburg
100,00%
100,00%
Extensa Participations II
2004.2421.090
Luxemburg
100,00%
100,00%
Extensa Romania
J40.24053.2007
Roemenië
100,00%
100,00%
Extensa Slovakia
36.281.441
Slowakije
100,00%
100,00%
Grossfeld Immobilière
2001.2234.458
Luxemburg
100,00%
100,00%
Implant
0434.171.208
België
100,00%
100,00%
Kinna I
0465.054.721
België
100,00%
100,00%
Kinna II
0465.054.919
België
100,00%
100,00%
Vastgoed en aanverwante diensten
Extensa Istanbul(1)
Extensa Nederland
Leasinvest Finance
0461.340.215
België
100,00%
100,00%
Leasinvest Real Estate Management
0466.164.776
België
100,00%
100,00%
UPO Invest
0473.705.438
België
100,00%
100,00%
Vilvolease
0456.964.525
België
100,00%
100,00%
30,01%
30,01%
Leasinvest Real Estate(2)
0436.323.915
België
Leasinvest Services(3)
0878.901.063
België
Leasinvest Services(3)
0826.919.159
België
29,71%
Leasinvest Immo Lux
1991.8500.012
Luxemburg
30,01%
30,01%
Leasinvest Immo Lux Conseil
1991.4000.036
Luxemburg
30,01%
30,01%
Canal Logistics Brussels(4)
0888.064.001
België
30,01%
29,71%
Zebra Trading(5)
0424.903.946
België
Alm Distri(5)
0475.333.157
België
30,01%
Anima Care
0469.969.453
België
100,00%
30,01% 100,00%
De Toekomst vzw
0463.792.137
België
100,00%
100,00%
Gilman
0870.238.171
België
100,00%
100,00%
Rusthuis Kruyenberg
0452.357.718
België
100,00%
100,00%
Kruyenberg vzw
0462.433.147
België
100,00%
100,00%
Le Gui
0455.218.624
België
100,00%
Résidence du Peuplier(6)
0428.283.308
België
100,00%
Huize Philemon & Baucis(6)
0462.432.652
België
100,00%
Huize Philemon & Baucis WZC vzw(6)
0480.262.143
België
100,00%
Begin 2010 verwierf Extensa de overige 50% in Extensa Istanbul, met de integrale consolidatie van Extensa Istanbul als gevolg. (2) De controle over Leasinvest Real Estate vloeit voort uit de aandeelhoudersovereenkomst tussen Extensa en Axa Belgium. (3) Leasinvest Services werd verkocht als onderdeel van de verkoop van Axxes Business Park (bovengrondse parking) en een nieuwe entiteit met de naam Leasinvest Services werd opgericht. (4) Canal Logistics: een nieuw gebouwde opslag- en distributiesite in Neder-over-Heembeek van 27.700 m2 en 1.250 m2 kantoren, die kadert binnen een globaal project van 50.000 m2 opslag en 2.500 m2 kantoren. (5) Zebra Trading en Alm Distri fuseerden met Leasinvest Real Estate. (6) Anima Care realiseerde in 2010 de overname van 2 woon- en zorgcentra: Résidence du Peuplier (Haut-Ittre) en Philemon & Baucis (Zoutleeuw). (1)
Toelichting 2: dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen (vervolg) 1. Integraal geconsolideerde dochterondernemingen (vervolg) Naam van de dochteronderneming
Ondernemingsnummer
Maatsch. zetel
Belangen % 2010
Belangen % 2009
Financiële diensten Bank J.Van Breda & C°
0404.055.577
België
78,75%
78,75%
Van Breda Car Finance
0475.277.432
België
78,75%
78,75%
Beherman Vehicle Supply
0473.162.535
België
63,00%
63,00%
Station Zuid
0454.664.041
België
78,75%
78,75%
Fracav
0449.881.545
België
78,75%
78,75%
Finaxis
0462.955.363
België
78,75%
78,75%
Sofinim
0434.330.168
België
74,00%
74,00%
Sofinim Luxemburg
2003.2218.661
Luxemburg
74,00%
74,00%
Mabeco
0428.604.101
België
74,00%
74,00%
Private equity
Energie en grondstoffen Ligno Power
0818.090.674
België
72,93%
72,93%
U74300DL2001PTC111685
India
100,00%
100,00%
Anfima
0426.265.213
België
100,00%
100,00%
AvH Coordination Center
0429.810.463
België
99,99%
99,99%
Brinvest
0431.697.411
België
99,99%
99,99%
NIM - in vereffening
0403.232.661
België
100,00%
100,00%
Profimolux
1992.2213.650
Luxemburg
100,00%
Protalux - in vereffening
1991.4015.963
Luxemburg
AvH Resources India
Subholdings AvH
100,00% 100,00%
127
Toelichting 2: dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen (vervolg) 2. Gemeenschappelijke dochterondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast (€ 1.000) Naam van de dochteronderneming
Ondernemingsnummer
Maatsch. zetel
Belangen % 2010
Belangen % 2009
Totaal activa
Totaal verplichtingen
Omzet
Nettoresultaat
Bouw, bagger en concessies
128
DEME
0400.473.705
België
50,00%
50,00%
2.172.474
1.505.201
1.800.609
116.519
Rent-A-Port
0885.565.854
België
45,00%
45,00%
21.729
18.382
6.106
-3.761
Rent-A-Port Energy(1) Algemene Aannemingen Van Laere Parkeren Roeselare Nationale Maatschappij der Pijpleidingen Napro
832.273.757
België
45,00%
3.825
1.575
0
-4
0821.582.377
België
50,00%
4.728
4.336
841
-7
0437.272.139
België
37,50%
37,50%
553
12
203
133
Nitraco
0450.334.376
België
37,50%
37,50%
8.312
6.283
1.208
245
CBS-Invest(2)
0879.569.868
België
50,00%
50,00%
30.900
24.030
0
280
CBS Development(2)
0831.191.317
België
50,00%
322
245
0
8
J02.2231.18236250
Roemenië
50,00%
50,00%
11.618
4.967
0
-41 -104
50,00%
Vastgoed en aanverwante diensten Extensa Group
CR Arcade Exparom I
343.081.70
Nederland
50,00%
50,00%
12.314
12.470
0
Exparom II
343.081.66
Nederland
50,00%
50,00%
4.270
4.250
0
-7
J40.9671.21765278
Roemenië
50,00%
50,00%
8.818
9.035
0
-110
SC Axor Europe
566454 / 514036
Turkije
Extensa Land I(4)
0465.058.085
België
100,00%
100,00%
0
20
0
-41
Grossfeld PAP
2005.2205.809
Luxemburg
50,00%
50,00%
41.368
43.863
0
-922
Leasinvest Development(4)
0405.767.232
België
100,00%
100,00%
2.107
9
0
34
Metropool 2000(4)
0444.461.225
België
100,00%
100,00%
1
18
0
-30
Extensa Istanbul(3)
50,00%
Project T&T
0476.392.437
België
50,00%
50,00%
70.042
69.549
1.233
-601
T&T Koninklijk Pakhuis
0863.090.162
België
50,00%
50,00%
86.855
55.518
5.533
3.223
T&T Openbaar Pakhuis
0863.093.924
België
50,00%
50,00%
19.566
12.102
2.483
594
T&T Parking
0863.091.251
België
50,00%
50,00%
7.428
4.335
524
239
T&T Tréfonds
0807.286.854
België
50,00%
50,00%
3.019
2.991
5
-17
Top Development
35 899 140
Slowakije
50,00%
50,00%
17.655
8.601
426
-242
Holding Groupe Duval(11)
522734144
Frankrijk
50,00%
59.407
98
0
52
Financière Duval(5)
401922497
Frankrijk
39,18%
30,00%
473.842
379.083
321.324
3.230
Financiële diensten Asco
0404.454.168
België
50,00%
50,00%
55.962
45.883
26.313
38
BDM
0404.458.128
België
50,00%
50,00%
14.884
14.131
49.685
1.848
Bruns ten Brink(6)
033.174.736
Nederland
Delen Investments cva(7)
0423.804.777
België
78,75%
78,75%
1.485.054
1.140.965
141.000
54.281
Financière Flo(11)
39.349.570.937
Frankrijk
33,00%
33,00%
114.357
86.398
0
-1.898
Groupe Flo
09.349.763.375
Frankrijk
23,84%
23,65%
392.191
253.247
378.838
15.328
Trasys Group
0881.214.910
België
40,97%
40,97%
45.262
29.076
61.541
359
84.843
50,00%
Private equity
Energie en grondstoffen Sipef(8) (USD 1.000)
0404.491.285
België
22,74%
20,86%
500.556
132.007
279.400
Henschel Engineering(9)
0404.002.030
België
50,00%
50,00%
7.043
3.028
31.764
2.481
Telehold(9)
831.818.847
België
50,00%
49.655
14.793
19.556
-2.012
Telemond Holding Oriental Quarries & Mines(10) (INR miljoen) Max Green
0893.552.617
België
50,00%
12.817
8.548
22.781
1.701
50,00%
U10100DL2008PTC181650
India
50,00%
28,00%
675
153
392
16
0818.156.792
België
19,69%
19,69%
10.773
384
144.569
6.456
Rent-A-Port Energy werd eind 2010 opgericht en zal zich toeleggen op de activiteiten inzake ontwikkeling van offshore windparken. De projectontwikkeling De Munt in Roeselare verloopt via de vennootschappen CBS Invest en CBS Development. Begin 2010 verwierf Extensa de overige 50% in Extensa Istanbul, met de integrale consolidatie van Extensa Istanbul als gevolg. (4) Deze vennootschappen worden aan historische vermogensmutatiewaarde opgenomen, wegens te verwaarlozen activiteiten. (5) Via een kapitaalverhoging verwierf AvH in 2010 een co-controle positie in Groupe Duval (50% van 78%) (6) Bruns ten Brink, het Nederlandse filiaal van BDM, werd begin 2010 verkocht. (7) AvH houdt 78,75% aan van de commanditaire vennootschap op aandelen Delen Investments. (8) De aandeelhoudersovereenkomst tussen de familie Baron Bracht en AvH resulteert in een gezamenlijke controle van Sipef. (9) Partiële splitsing van Henschel Engineering, waarbij bedrijfstak ‘holding-, management- en consultancyactiviteiten’ zijn overgegaan op de nieuw opgerichte vennootschap Telehold. De aandeelhoudersstructuur bleef ongewijzigd. (10) In het eerste kwartaal 2010 werd via een kapitaalverhoging de participatie in Oriental Quarries & Mines (India) opgetrokken van 28% naar 50%. (11) Kerncijfers niet-geconsolideerd. (1) (2) (3)
Toelichting 2: dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen (vervolg) 2. Gemeenschappelijke dochterondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast (vervolg) (€ 1.000) Naam van de dochteronderneming
Ondernemingsnummer
Maatsch. zetel
Belangen % 2010
Belangen % 2009
0404.869.783
België
50,00%
50,00%
Totaal activa
Totaal verplichtingen
Omzet
Nettoresultaat
Subholdings AvH GIB-subgroep
68.738
9.010
0
109
IAS 31 biedt de keuzemogelijkheid om gemeenschappelijke dochterondernemingen in de geconsolideerde rekeningen op te nemen volgens de proportionele consolidatie- of de vermogensmutatiemethode. AvH opteert voor de vermogensmutatiemethode. De co-controles vloeien voort uit de bestaande aandeelhoudersstructuren of -overeenkomsten.
3. Belangrijkste dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen die niet zijn opgenomen in de consolidatiekring (€ 1.000) Naam van de dochteronderneming
Ondernemingsnummer
Maatsch. zetel
Belangen % 2010
Reden van nietopname in consolidatie
VLK Gmbh
163 826 669
S.C.I. De la Vallee
4384665881
19.992.223.718 0890.090.410
Totaal activa
Totaal verplichtingen
Omzet
Nettoresultaat
Duitsland
50,00%
(1)
41
54
0
-5
Frankrijk
100,00%
(1)
382
306
83
56
Luxemburg
50,00%
(1)
264
87
0
-11
België
50,00%
(1)
438
520
0
-133
Bouw, bagger en concessies Algemene Aannemingen Van Laere
Vastgoed en aanverwante diensten Extensa Group Beekbaarimo DPI
Subholdings AvH BOS
0422.609.402
GNR (USD 1.000) InTouch Telecom Europe Vlaamse Beleggingen (1)
Investering van te verwaarlozen betekenis
0082.92.942
België
100,00%
(1)
268
1
0
-3
Antillen
100,00%
(1)
77
2
0
-6
Nederland
50,00%
(1)
1.576
255
0
34
Nederland
100,00%
(1)
0
31
0
-14
129
Toelichting 3: geassocieerde deelnemingen 1. Geassocieerde deelnemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelneming
Ondernemingsnummer
Maatsch. zetel
Belangen % 2010
Belangen % 2009
0875.441.034
België
33,33%
33,33%
Totaal activa
Totaal verplichtingen
Omzet
Nettoresultaat
Bouw, bagger en concessies Algemene Aannemingen Van Laere Lighthouse Parkings
2.660
289
422
-1
Nationale Maatschappij der Pijpleidingen Belgian Pipe Control - vereffend
0446.109.037
België
18,75%
Vastgoed en aanverwante diensten Extensa Group
130
FDC Focsani
201 28 317
Nederland
20,00%
20,00%
9.083
480
0
-94
FDC Deva
341 41 084
Nederland
20,00%
20,00%
9.464
92
0
-46
Bel Rom Sapte
J40.9153.27052008
Roemenië
20,00%
20,00%
52.769
40.332
3.904
-1.469
Bel Rom Patru
J40.9114.26052008
Roemenië
20,00%
20,00%
38.588
32.995
0
-1.966
Bel Rom Fifteen
J32.2027.22941925
Roemenië
20,00%
20,00%
1.735
2.036
0
-166
Cobelguard
0465.761.831
België
39,60%
39,60%
21.422
11.087
58.560
2.884
Financière Duval(1)
401.922.497
Frankrijk
0464.646.232
België
39,38%
39,38%
1.113
884
661
2
0418.759.886
België
39,38%
39,38%
662
150
422
218
0415.155.644
België
39,38%
39,38%
284
19
115
68
30,00%
Financiële diensten Bank J.Van Breda & C° Finauto Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij Financieringsmaatschappij Definco Necadis Credit (vereffend)
0412.639.384
België
Informatica J.Van Breda & C°
0427.908.174
België
31,50%
31,50%
3.435
2.264
7.173
5
1998 2205 878
Luxemburg
15,00%
15,00%
57.351
891
0
3.091
L26942AP1981PLC002887
India
14,99%
14,99%
5.536
3.482
4.965
-14
411679
Abu Dhabi
35,00%
35,00%
19.548
15.712
0
-1.987
0422.516.360
België
Promofi
39,38%
Energie en grondstoffen Sagar Cements (INR miljoen) Gulf Lime (Dhs 1.000) Alcofina(2) (1) (2)
30,00%
Via een kapitaalverhoging verwierf AvH in 2010 een co-controle positie in Groupe Duval (50% van 78%). Aangezien de samenwerking binnen Alcofina nog niet tot een concreet investeringsproject in de productie van bio-ethanol in Brazilië heeft geleid, werd begin 2011 besloten de participatie van AvH terug te verkopen aan onze partner. Deze participatie zit op jaareinde vervat in de balansrubriek ‘Voor verkoop beschikbare financiële activa’.
2. Geassocieerde deelnemingen waarop geen vermogensmutatiemethode is toegepast (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelneming
Ondernemingsnummer
Maatsch. zetel
Belangen % 2010
Reden van nietopname in consolidatie
Totaal activa
Totaal verplichtingen
Omzet
Nettoresultaat
0475.296.317
België
33,33%
(1)
3.831
3.527
1.852
-774
0430.636.943
België
25,00%
(1)
33.733
26.112
720
-6
Bouw, bagger en concessies Algemene Aannemingen Van Laere Proffund
Subholdings AvH Nivelinvest (1)
Investering van te verwaarlozen betekenis
Toelichting 4: bedrijfsacquisities en -verkopen (€ 1.000) Bedrijfsacquisities
2010
2009
Vaste activa
31.374
17.150
Vlottende activa
2.025
2.075
33.399
19.225
Eigen vermogen - deel groep
-3.643
-6.366
Langlopende verplichtingen
-21.819
-8.594
Kortlopende verplichtingen
-7.938
-4.265
-33.399
-19.225
Totaal activa
Totaal van het eigen vermogen en verplichtingen Totale activa
33.399
19.225
Totale verplichtingen
-29.756
-12.859
3.643
6.366
Netto goodwill
Netto actief
984
92
Aankoopprijs
4.627
6.458
Anima Care heeft in 2010 2 woon- en zorgcentra (Haut-Ittre, Zoutleeuw) verworven, waarbij het woonzorgcentrum in Haut-Ittre voor een half jaar heeft bijgedragen en dat in Zoutleeuw vanaf het laatste kwartaal 2010. De contributie tot het geconsolideerd nettoresultaat van het boekjaar 2010 bedroeg 0,1 miljoen euro. Indien de vennootschappen waren opgenomen in de consolidatie vanaf 1 januari 2010, zou de bijdrage tot het nettoresultaat 0,3 miljoen euro hebben bedragen. Op jaarbasis realiseerden deze zorgcentra een omzet van 3,0 miljoen euro. Op het einde van het eerste kwartaal van het boekjaar 2010 heeft Leasinvest Real Estate 100% van de aandelen van de vennootschap Canal Logistics Brussels NV verworven. De leegstand van dit gebouw had geen impact op het netto courant resultaat van 2010 dankzij een huurgarantie vanwege de verkoper. De bedrijfsacquisities van 2009 betroffen de 2 woon- en zorgcentra (Aalst en Berlare) die Anima Care in 2009 heeft verworven. In 2010 vonden geen significante overdrachten van integraal geconsolideerde ondernemingen plaats.
131
Toelichting 5: segmentinformatie - resultatenrekening 2010 Segment 1 Bouw, bagger en concessies
Segment 2 Vastgoed en aanverwante diensten
Segment 3 Financiële diensten
Bedrijfsopbrengsten
125.704
70.114
141.486
Verrichting van diensten
12.321
8.808
(€ 1.000)
Leasingopbrengsten
1.839
Vastgoedopbrengsten Ontvangen provisies bancaire diensten
Segment 6 AvH en subholdings
Eliminaties tussen segmenten
233
3.859
-2.755
230
2.485
-1.547
Totaal 2010
338.703 22.298
8.495
10.334
105.389
105.389
48.778 25.546
25.546
110.689
5.909
116.598
Overige bedrijfsopbrengsten
2.694
4.780
2.056
62
3
1.375
-1.208
9.761
Overige exploitatiebaten
0
799
726
8.715
0
4.138
-2.377
12.001
2.661
2.093
-1.294
Dividenden
614
726
6.013
871
Overheidssubsidies
184 41
1.174
-1.083
132
-10.573
3.838
-285.329
Rente op vorderingen financiële vaste activa
132
62
Segment 5 Energie en grondstoffen
48.778
Rente-opbrengsten bancaire activiteiten Opbrengsten uit onderhanden projecten
Segment 4 Private equity
184
Overige exploitatiebaten Exploitatielasten (-) Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen (-) Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (-)
-122.778
-35.070
-78.025
-7.533
-85.558
519
-1.129
-609
-23.522
-8.681
-3.795
-1.491
-2.662
-12
-707
-8.665
230
-96
-3.826
-1.393
-21
-5.106
-18.252
-16.026
-18.849
-4.245
68
-116
-60
2.927
35.842
27.193
3.128
156
-2.576
0
-7.881
-751
8.712
0
0
Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) Personeelslasten (-) Afschrijvingen (-) Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-) Overige exploitatielasten (-) Voorzieningen
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening Private equity
-5.650
-77
-57.479
-32.143
-3.036
-77
-6.999
-67.382
3.838
190 -1.294
65.375 80
8.712
8.712 -15
-10.768
Afgeleide financiële instrumenten
-60.611 82
-15
Vastgoedbeleggingen
Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa
-115.019
-57.479
Financiële activa voor handelsdoeleinden
Winst (verlies) op de overdracht van activa
3.460 8.224
-10.768
2.887
-736
143
2.083
109
932
2.151
143
-78
4
-11
0
3.535
6.801
9
67
2.212
2.212
-52
924
82
955
105
18
3.443
3.567
Financieringsopbrengsten
630
2.302
13.516
579
1.156
-393
17.791
Renteopbrengsten
285
1.756
13.516
313
747
-393
16.224
Diverse financiële opbrengsten
345
546
266
410
-797
-15.273
-4.320
-86
-1.969
1.687
-20.758
-4.320
-77
-822
1.687
-12.353
-9
-1.146
-8.405
17.227
55
135.425
Financieringslasten (-) Rentelasten (-)
-636
-8.185
Diverse financiële lasten (-) Aandeel in de winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast Overige niet-exploitatiebaten
-162
-7.088
56.915
2.665
55.388
3.175
0
0
1.567
4
146
0
0
0
276
426
0
-54
0
0
0
-82
-136
59.821
19.831
91.135
16.440
17.382
394
-654
-739
-10.581
0
-46
-11
Uitgestelde belastingen
134
34
-136
Belastingen
-788
-773
-10.445
59.167
19.092
80.554
Overige niet-exploitatielasten (-)
Winst (verlies) vóór belasting Winstbelastingen
Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
16.440
0
-12.031
-16
17
-46
5
-12.048
17.336
384
0
Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd
Winst (verlies) van het boekjaar Aandeel van het minderheidsbelang Aandeel van de groep
205.005
192.974 0
59.167
19.092
80.554
16.440
17.336
384
493
10.468
16.940
3.458
810
0
0
192.974 32.169
58.674
8.625
63.614
12.982
16.526
384
160.804
Commentaar bij de segmentinformatie - resultatenrekening 2010 Bouw, bagger & concessies: bijdrage tot groepsresultaat van AvH: 58,7 miljoen euro DEME (AvH 50%) levert met 58,3 miljoen euro de grootste bijdrage. De bijdrage van DEME wordt opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode omdat DEME een deelneming is waarover AvH een gedeelde controle uitoefent. De volledige resultaatsbijdrage van DEME is bijgevolg gegroepeerd onder de lijn ‘aandeel in de winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast.’ Wij verwijzen naar pag. 22 van dit verslag voor commentaren omtrent de gang van zaken bij DEME. Rent-A-Port (AvH 45%) focust op internationale havengerelateerde concessies en engineering-projecten en wordt eveneens opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. De geconsolideerde rekeningen van Algemene Aannemingen Van Laere (AvH 100%) en van de Nationale Maatschappij der Pijpleidingen (AvH 75%) worden integraal geconsolideerd. De groep Van Laere kende een moeilijk jaar door de terugval in het segment van de grotere bouwprojecten, maar slaagde er toch in een licht positief resultaat (0,5 miljoen euro) te realiseren. NMP boekte in 2010 een resultaat in de lijn van de verwachtingen van 2,0 miljoen euro. Vastgoed en aanverwante diensten: bijdrage tot groepsresultaat van AvH: 8,6 miljoen euro Alle participaties van dit segment leverden in 2010 een positieve bijdrage tot het resultaat. De totale bijdrage steeg hierdoor tot 8,6 miljoen euro. De vastgoedbevak Leasinvest Real Estate - LRE (AvH 30,01%) valt, op basis van de aandeelhoudersovereenkomst tussen Axa Belgium en Extensa, onder de exclusieve controlebevoegdheid van AvH en wordt bijgevolg integraal opgenomen in consolidatie. LRE sloot haar boekjaar af met een nettoresultaat van 14,3 miljoen euro (18,4 miljoen euro per 31.12.09), na portefeuilleresultaat van -9,3 miljoen euro in 2010 vs -2,6 miljoen euro (incl. meerwaarde van 15 miljoen euro op verkoop van Bian) in 2009. Hierdoor daalde de bijdrage tot het AvH-groepsresultaat tot 5,0 miljoen euro (t.o.v. 5,9 miljoen euro in 2009). Extensa (AvH 100%) realiseerde in 2010 een licht positief resultaat dat vooral gedreven werd door de verkoop van gronden (Wondelgem en Herent) en de eerste bijdragen uit de verkopen en het bouwen van appartementen De Munt (Roeselare) en Bomonti (Istanbul). De bijdrage van Extensa bedroeg 1,2 miljoen euro, t.o.v. -7,8 miljoen euro in 2009. Cobelguard (AvH 39,6%, opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode) realiseerde in het afgelopen jaar opnieuw een belangrijke omzetgroei, zowel bij bestaande als bij nieuwe klanten. Niettegenstaande een continue druk op de marges kon Cobelguard - dankzij de schaalgrootte en een nauwgezette opvolging van de kosten - het nettoresultaat sterk verhogen tot 2,9 miljoen euro. AvH heeft in het vierde kwartaal 2010 haar participatie in Groupe Financière Duval via een kapitaalverhoging verhoogd tot een co-controle positie (50/50 van 78,37%) naast de stichter-CEO Eric Duval, om zo de verdere uitbouw van de groep te ondersteunen. Groupe Financière Duval (AvH 39,18%) blijft in de geconsolideerde rekeningen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode, conform de AvH-waarderingsregels waarin geopteerd is om gemeenschappelijke dochterondernemingen op te nemen via de vermogensmutatiemethode (en niet via proportionele consolidatie). Voor Groupe Financière Duval was 2010 zoals verwacht een overgangsjaar. Ondanks de economische moeilijkheden en de vertraging in de vastgoedactiviteit is de omzet gestegen van 308 miljoen euro naar 321 miljoen euro. De vakantieparken hebben een goed seizoen achter de rug en overschreden dit jaar de drempel van 100.000 bedden en 2 miljoen klanten. De nettowinst bedroeg 3,2 miljoen euro (tegenover 3,7 miljoen euro in 2009). Anima Care (AvH 100%), realiseerde in 2010 een omzet van 8,8 miljoen euro en een break-even resultaat, dankzij een gevoelige verbetering van het operationele resultaat in de bestaande centra in Aalst en Berlare enerzijds en de succesvolle overname van ‘Résidence du Peuplier’ (Haut-Ittre) en ‘Philemon & Baucis’ (Zoutleeuw) anderzijds.
Financiële diensten: bijdrage tot groepsresultaat van AvH: 63,6 miljoen euro De Finaxis groep (AvH 78,75%) waarin de bijdragen van Delen - Private Bank en Bank J.Van Breda & C° zijn opgenomen, vertegenwoordigt het leeuwenaandeel van het segment ‘financiële diensten’. Bank J.Van Breda & C° wordt, via Finaxis, integraal geconsolideerd, terwijl de resultaten van Delen Investments verwerkt worden via vermogensmutatie. Bank J.Van Breda & C° heeft in 2010 een mooie stijging van haar nettowinst gerealiseerd met 10% tot 25,7 miljoen euro (23,3 miljoen euro in 2009), dankzij een sterke commerciële prestatie, waarbij zowel het door cliënten belegd vermogen (+13%, 6.369 miljoen euro) als de kredietportefeuille (2.631 miljoen euro) een sterke groei kenden. Dankzij de voorzichtige kredietpolitiek werden de voorzieningen voor kredietverliezen op een laag niveau (0,15%) behouden. De cost-income ratio daalde tot 57%. Delen - Private Bank realiseerde opnieuw een heel sterk jaar met een recordgroei van het beheerd vermogen tot 15.272 miljoen euro (vergeleken met 13.243 miljoen euro eind 2009). De brutobedrijfsopbrengsten groeiden tot 141 miljoen euro, voornamelijk dankzij het hogere niveau aan activa in beheer en de geleidelijke transformatie van de cashcomponent in de portefeuille van de klanten. De cost-income ratio is zeer competitief met 41,7% (48,3% in 2009) en de nettowinst bedroeg 54,3 miljoen euro (34,6 miljoen euro in 2009). De verzekeringsgroep ASCO-BDM (AvH 50%) wordt eveneens opgenomen via vermogensmutatie. Private equity: bijdrage tot groepsresultaat van AvH: 13,0 miljoen euro AvH is actief in ‘private equity’ via Sofinim (minderheidsdeelneming van 26% in handen van NPM-Capital) enerzijds, en via GIB (gezamenlijke deelneming met de Nationale Portefeuille Maatschappij) anderzijds. GIB en de participaties die via GIB worden aangehouden (Groupe Flo en Trasys), worden verwerkt via de vermogensmutatiemethode. De deelnemingen in de private equity portefeuille van Sofinim worden gewaardeerd aan ‘fair value’. De schommelingen in ‘fair value’ worden in het resultaat opgenomen onder de rubriek ‘private equity’. Het private equity segment heeft in 2010 13,0 miljoen euro (inclusief meerwaarden) bijgedragen tot het resultaat van de groep. Zonder rekening te houden met een goodwill impairment van 4,8 miljoen euro (deel AvH) binnen Distriplus, bedroeg de courante bijdrage van de private equity deelnemingen 18,1 miljoen euro in 2010 (3,4 miljoen euro in 2009). De meeste deelnemingen realiseerden dan ook een substantieel beter resultaat, wat een voorzichtig economisch herstel bevestigt. Energie en grondstoffen: bijdrage tot groepsresultaat van AvH: 16,5 miljoen euro Sinds 2009 neemt AvH een vijfde segment op in de rapportering, met name ‘Energie en grondstoffen’. Enerzijds reflecteert dit het verwachte toenemend belang van de resultaatsbijdrage van Sipef, de Henschel groep en Sagar Cements. Anderzijds geeft dit een juist beeld van de strategie van AvH om zich ook te richten op opkomende markten (vb. Indië, Brazilië en Indonesië) en sectoren als hernieuwbare energie en grondstoffen (vb. Sagar Cements, Oriental Quarries & Mines, Max Green). Dit nieuwe segment wordt voornamelijk gedragen door de sterke bijdrage van Sipef (14,3 miljoen euro). Sipef (AvH 22,7%), Oriental Quarries & Mines (50%), Max Green (19,7%) en de Henschel groep (50%) zijn allen participaties aangehouden via co-controle en bijgevolg opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Ook het minderheidsbelang van 14,9% in Sagar Cements wordt op deze wijze verwerkt in de geconsolideerde rekeningen van AvH. AvH en subholdings: bijdrage tot groepsresultaat van AvH: 0,4 miljoen euro Naast de werkingskosten wordt de bijdrage van AvH en subholdings in grote mate beïnvloed door het al dan niet realiseren van meerwaarden op verkopen van aandelen. In 2010 werd o.m. de positie in KBC nagenoeg volledig afgebouwd.
133
Toelichting 5: segmentinformatie - activa 2010 (€ 1.000)
I. Vaste activa Immateriële vaste activa Goodwill
Segment 1 Bouw, bagger en concessies
Segment 2 Vastgoed en aanverwante diensten
Segment 3 Financiële diensten
Segment 4 Private equity
Segment 5 Energie en grondstoffen
Segment 6 AvH en subholdings
376.695
638.611
2.211.628
396.234
120.432
196.616
20
68
3.291
1.890
1.077
3.523 29.314
26.504
27.656
2.749
498.653
341.741
94.842
356.638
31.126
134
3.398
523
33
365.106
Vorderingen en borgtochten Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar Vorderingen op meer dan één jaar
398
181
1
3.001
343
32
3.403
5.629
140
8.919
76.128
8.235
76.128
Vorderingen uit financiële lease 140
683
Uitgestelde belastingvorderingen
253
3.470
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar
II. Vlottende activa Voorraden Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten Geldbeleggingen
120.432
2.797 43.726
947.575 -13.900
326.187 22.756
38.918
20.970
23.336 -13.900
49.364 9.032
120
85.306 84.363
4.177
120
943
2.347
10.247 1.732.895
124.155 17.872
21.944
2.146
9.323
11.469
84.214
423
107.215
-76.025
1.677.359
15.155
439.044
1
26.603
480.803
15.155
437.125
1
26.603
478.884
51.067
41.499
11.704
Vorderingen uit financiële lease
1.347.150
398.886
4.072
58.506
1.919
1.919
451
451
44.766
67.369
761
37.554
17.007
38.602
7.212
67.369
122
1.110
341
55
25.252
29.034
34
15.816
-74.626
30
1.653
-932
3
14.163
53.954
-73.694
70.662
414
2.043
389
62.335
168.562 107.281
806.699 36.583
162.932 38.315
806.699 14.970
Termijndeposito's tot drie maand
12.739
18.006
14.819
90
61.626
Liquide middelen
12.513
11.027
36.583
151
299
708
130
593
19.266
1.818
Overlopende rekeningen
96.424
90.228
Handelsvorderingen Overige vorderingen
12.947
1.732.895
Voor verkoop beschikbare financiële activa Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading) Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar Vorderingen op ten hoogste één jaar
Terug te vorderen belastingen Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar Geldmiddelen en kasequivalenten
3
141.168
326.187
Overige vorderingen
3.926.316
501.403
Private equity deelnemingen Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa
Totaal 2010
3.379
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
-13.900
134.678
Vastgoedbeleggingen Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast
Eliminaties tussen segmenten
2.048
61.282 -1.399
22.457
III. Activa bestemd voor verkoop TOTAAL DER ACTIVA
(€ 1.000)
Segmentinformatie proforma omzet Omzet lidstaten van de Europese Unie Overige landen binnen Europa Landen buiten Europa TOTAAL
0 466.923
762.766
3.558.777
480.448
120.854
303.831
-89.925
5.603.675
Bouw, bagger en concessies
Vastgoed en aanverwante diensten
Financiële diensten
Private equity
Energie en grondstoffen
AvH en subholdings
Eliminaties tussen segmenten
Totaal 2010
525.102
215.264
283.112
856.454
75.258
47.986
1.470
2.046
46.951
2.531
100.984
208.453
42.105
702.827
1.111.858
119.894
452.269 1.025.356
216.735
285.158
2.543
2.543
-3.884
-3.884
1.953.850
2.757.661
De proforma omzet bevat de omzet van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van de omzet zoals gerapporteerd in de wettelijke IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de op pag. 126 t.e.m.130 gerapporteerde consolidatiekring. In deze proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt, en de overige belangen proportioneel.
Toelichting 5: segmentinformatie - eigen vermogen en verplichtingen 2010 (€ 1.000)
Segment 1 Bouw, bagger en concessies
Segment 2 Vastgoed en aanverwante diensten
Segment 3 Financiële diensten
Segment 4 Private equity
Segment 5 Energie en grondstoffen
Segment 6 AvH en subholdings
Eliminaties tussen segmenten
Totaal 2010
i. Totaal eigen vermogen
400.151
375.739
609.566
468.262
113.802
185.856
2.153.375
Eigen vermogen - deel groep
393.224
183.281
482.462
354.597
111.942
185.844
1.711.350
113.907
113.907
Geplaatst kapitaal Aandelenkapitaal Agio Geconsolideerde reserves Herwaarderingsreserves
111.612 1.614.061
181.791
484.038
355.015
114.179
85.189
-625
1.490
-1.576
-417
-2.237
5.063
1.697
2.334
4.628
-1
39
5.063
12.063
-417
Afdekkingsreserve
-3.347
-193
-7.182
Omrekeningsverschillen
2.721
-652
978
-11.138 -2.276
Ingekochte eigen aandelen (-)
ii. Langlopende verplichtingen
2.295
111.612 393.849
Effecten beschikbaar voor verkoop
Minderheidsbelang
2.295
6.927
192.458
127.105
113.665
1.860
772 -18.315
-18.315
12
442.026
20.265
188.386
437.348
250
2.749
Voorzieningen
370
2.878
109
125
2.000
5.481
Pensioenverplichtingen
449
1.236
472
2.157
3.461
6.774
1.219
226
Financiële schulden
Uitgestelde belastingverplichtingen
15.845
174.374
89.543
51
Leningen van banken
15.842
155.784
Achtergestelde leningen Financiële lease-overeenkomsten
13.900
iii. Kortlopende verplichtingen
11.681 -13.900 -13.900
51
140
3.986
20.247
374
5.057
198.640
24.233 125
5.697
2.511.863
319.937 11.936
7.053
115.226
-76.025
Voorzieningen 114
Financiële schulden
1.684
169.219
Leningen van banken
1.683
38.930
Achtergestelde leningen
17.605
114 6.800
0
111.002
-72.694
17.605
1
15 130.288
32
6.800
110.987
15 -72.694
1.382
175.382 1.414
6.042
6.042
38.411
13.977
8.998
2.082
7.004
3.833
-1.282
73.022
32.704
5.678
7
281
3
482
-282
38.872
2.499
45
2.544
2.654
2.021
8.557
338
1
1.847
Overige schulden
555
6.233
434
1.463
7.000
1.504
Te betalen belastingen Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties Overlopende rekeningen
122
722
9.454
0
46
5
15.418 -1.000
2.449.994 217
14.723
24.316
16.188 10.349 2.449.994
3.055
3
386
-2.049
iv. Verplichtingen bestemd voor verkoop totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen
233.615 40.613
17.605
Overige financiële schulden Kortlopende afdekkingsinstrumenten Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten Overige schulden op ten hoogste één jaar Handelsschulden Ontvangen vooruitbetalingen op onderhanden projecten Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten
2.815.200 0
Pensioenverplichtingen
Financiële lease-overeenkomsten
89.543 4.690
319.937 46.507
265.913
54
4.690
Langlopende afdekkingsinstrumenten Overige schulden Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties
635.099
171.626 89.543
3
Overige financiële schulden
-13.900
40.650 0
466.923
762.766
3.558.777
480.448
120.854
303.831
-89.925
5.603.675
135
Toelichting 5: segmentinformatie - kasstroomoverzicht 2010 (€ 1.000)
i. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast Overige niet-exploitatiebaten (lasten) Winstbelastingen
Segment 1
Segment 2
Segment 3
Segment 5
Bouw, bagger en concessies
Vastgoed en aanverwante diensten
Financiële diensten
Energie en grondstoffen
Segment 4&6 AvH, subhold. & Private equity
28.460
7.591
62.295
166
90.851
2.927
35.842
27.193
156
552
13.400
93
17.350
-10.581
-46
187
Totaal 2010 Eliminaties tussen segmenten
189.364 -1.294
65.375 31.030
4
92
-654
-739
276
372
-11
-12.031
3.795
1.491
2.662
718
8.665
-230
175
3.822
1.414
5.181
Aanpassingen voor niet-geldelijke posten Afschrijvingen
136
Bijzondere waardeverminderingsverliezen
703
544
1.258
(Afname) toename van voorzieningen
Aandelenoptieplannen
188
50
253
-190
301
(Afname) toename van latente belastingen
-134
-34
136
16
-17
-10
-1.118
688
-51
-491
6.083
35.759
38.276
202
20.618
-1.294
99.644
-1.711
-6.353
-169.584
-1.488
-13.082
50
-192.168
-3.493
-34
-13.981
50
-15.799
-1.458
-696
4
1.596
Andere niet-kasopbrengsten (kosten) Cashflow Afname (toename) van het bedrijfskapitaal Afname (toename) van voorraden, onderhanden projecten & ontvangen vooruitbetalingen Afname (toename) van vorderingen Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (banken) Afname (toename) overige
Operationele cashflow
11
3.962
7.318
9.867
-8.208
-15.373
-3.724
-167
-1.739
11.280
-303.601 5.209
-303.601 -16.042
126.859 5.442
126.859 5.136
4.372
29.406
-131.308
-1.286
7.536
-1.244
-92.524
Investeringen
-7.945
-25.943
-553.542
-10.726
-21.789
0
-619.946
Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa
-4.603
-588
-3.242
Investering in vastgoedbeleggingen Verwerving van financiële vaste activa
-1.760
-17.118
Nieuwe leningen toegestaan
-1.582
-6
Verwerving van geldbeleggingen
-3
-3.422
-550.297
Desinvesteringen
246
78.516
637.872
181
6
4
Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen
-10.726
0
-13.082
-42.690
-468
-2.056
-7.914
-561.633
38.426
0
76
64
1.109
77.400 788
19.998
1
Overdracht van geldbeleggingen
637.080 -7.699
755.060 268
77.400
Terugbetaalde leningen
Investeringscashflow
-8.759 -4.808
Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa Overdracht van financiële vaste activa
-325
-4.808
52.572
84.330
-10.726
21.960
9.765
9.767
8.586
645.666
16.636
0
135.114
Financiële operaties Ontvangen interesten
285
1.756
19.538
760
-393
21.946
Betaalde interesten
-636
-7.910
-4.320
-600
1.687
-11.778
Diverse financiële opbrengsten(lasten)
184
-6.817
(Afname) toename van eigen aandelen (Afname) toename van financiële schulden
-19
-48.672
17.662
-10
Winstverdeling Dividenden uitgekeerd aan derden
-1.382
-11.290
-11.615
Financieringscashflow
-1.569
-72.932
21.266
-10
II. Netto toename in geldmiddelen en kasequivalenten
-4.895
9.046
-25.712
1.688
12.037
Transfer tussen segmenten Wijziging consolidatiemethode of kring
570
Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten
-212
III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans
25.252
29.034
-763
-7.396
-2.337
-2.337
30.621
-50
-468
-47.700
-47.700
8.269
-16.017
-11.749
1.244
-63.750
-12.023
12.424
0
-21.160
12.226
-25.951
0 570
36.583
19
-19
-212
389
77.305
168.562
Segmentinformatie - kasstroomoverzicht 2010 Segment 1: Bouw, bagger & concessies In het kasstroomoverzicht worden alleen de bewegingen van de groepen Nationale Maatschappij der Pijpleidingen (NMP) en Algemene Aannemingen Van Laere getoond. De kasstroombewegingen van DEME, de belangrijkste participatie uit dit segment, en van Rent-A-Port zijn niet opgenomen aangezien beide deelnemingen volgens de vermogensmutatiemethode verwerkt worden. De investeringen in dit segment zijn hoofdzakelijk toe te wijzen aan Van Laere, dat eind 2010 is gestart met de bouw van het nieuwe Rijksarchief te Brugge, dat in 2009 werd toegewezen aan het consortium Algemene Aannemingen Van Laere-Leasinvest Real Estate. Leasinvest Real Estate zal dit project pas overnemen na de oplevering, voorzien eind oktober 2012, en na de aanvang van een 25 jaar vast huurcontract met de Regie der Gebouwen. De investeringen worden ook beïnvloed door de recente diversificatie-strategie van Van Laere om niet alleen onder- en bovengrondse parkings te bouwen, maar tevens te exploiteren. Ter ondersteuning van de ontwikkeling van projecten en concessies in portefeuille, heeft AvH voor haar deel gevolgd in een kapitaalverhoging bij Rent-A-Port en heeft ze, samen met de aandeelhouders van Rent-A-Port, een nieuwe maatschappij Rent-A-Port Energy opgericht, die specifiek de offshore wind projecten zal opvolgen. Segment 2: Vastgoed en aanverwante diensten Enkel de kasstromen van Extensa, Leasinvest Real Estate en Anima Care zijn in het kasstroomoverzicht opgenomen. Groupe Financière Duval en Cobelguard worden verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode. De kasbewegingen van deze laatste participaties zijn bijgevolg niet zichtbaar in het kasstroomoverzicht. Dit segment realiseerde voor 25,9 miljoen euro investeringen. Extensa verwierf het resterende 50%-belang in het promotieproject in Istanbul (Turkije), Leasinvest Real Estate investeerde in Canal Logistics (een nieuw gebouwde opslag- en distributiesite in Neder-overHeembeek), AvH verhoogde haar participatie in Groupe Financière Duval via een kapitaalverhoging en Anima Care verwierf 2 woonen zorgcentra (Haut-Ittre, Zoutleeuw). In dit kader voltrok zich eind 2010 een kapitaalverhoging bij Anima Care, waarvan de volstorting in functie van de expansie zal verlopen.
Segment 3: Financiële diensten Dit segment bevat uitsluitend kasstromen die betrekking hebben op de rekeningen van Bank J.Van Breda & C° en van Finaxis aangezien de groepen Delen en BDM-Asco volgens de vermogensmutatiemethode verwerkt worden. Met de ontvangen dividendopbrengsten afkomstig van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° loste Finaxis in 2010 het saldo van haar achtergestelde schulden af, die in 2007 werden aangegaan in het kader van de overname van Capfi. De verkoop door Asco-BDM van zowel Asco Life (kleine levensverzekeraar vooral actief in tak 23) als Bruns ten Brink (Nederlands filiaal, vooral actief op vlak van autoverzekeringen) om zich volledig te focussen op haar kernactiviteit van transport- en schadeverzekeringen, zijn, zoals hierboven reeds vermeld, niet zichtbaar in dit kasstroomoverzicht. Segment 5: Energie en grondstoffen In het eerste kwartaal werd de participatie in Oriental Quarries & Mines opgetrokken van 28% naar 50%, door middel van een kapitaalverhoging. Voorst werd het belang in Sipef in 2010 verhoogd tot 22,7% en werd het kapitaal van Gulf Lime verhoogd. Segmenten 4 en 6: Private equity en AvH en subholdings In het segment private equity zijn de kasbewegingen van GIB en haar dochters niet opgenomen in het kasstroomoverzicht omdat deze participaties volgens de vermogensmutatiemethode worden verwerkt. Enkel de kasbewegingen van Sofinim zijn dus opgenomen. In 2010 investeerde AvH 14,8 miljoen euro in private equity. Dit gebeurde uitsluitend onder de vorm van vervolginvesteringen, met de verhoging van de participatie in Hertel van 40,5% tot 46,5% als belangrijkste. Het niveau van desinvesteringen bedroeg 18,8 miljoen euro, voornamelijk omwille van de verkoop van Blomhof en Engelhardt. In het kader van haar aandelenoptieplan en de indekking daarvan, heeft AvH in 2010 voor 3,1 miljoen euro aan eigen aandelen ingekocht en voor 0,8 miljoen euro aan eigen aandelen verkocht.
De 78,5 miljoen euro desinvesteringen zijn grotendeels toe te wijzen aan de verkoop van de gebouwen Axxes Business Park en Louizalaan 250 in Brussel door Leasinvest Real Estate en de verkoop van het gebouw Tervurenlaan 72 door Extensa.
Evolutie van de thesaurie van de AvH-groep 2006-2010(1) € miljoenen
2010
2009
2008
2007
2006
Eigen aandelen
17,8
15,4
12,7
11,3
9,0
- Portefeuille aandelen
26,6
28,8
39,2
225,9
233,7
- Termijndeposito’s
77,3
89,4
99,7
166,2
158,3
Liquide middelen
1,2
2,8
1,5
3,6
1,9
Financiële schulden
-45,1
-14,3
-46,6
-43,3
-62,2
Nettothesauriepositie
77,7
122,1
106,4
363,6
340,7
Overige beleggingen
(1)
Bevat de thesaurie en financiële schulden aan kredietinstellingen en t.o.v. financiële markten van de geconsolideerde ondernemingen opgenomen in de segmenten 'AvH en subholdings' en 'private equity', alsook de thesaurie van GIB (50%) en van Finaxis.
137
Toelichting 5: segmentinformatie - activa 2009 (€ 1.000)
I. Vaste activa Immateriële vaste activa Goodwill
Segment 2 Vastgoed en aanverwante diensten
Segment 3 Financiële diensten
Segment 4 Private equity
Segment 5 Energie en grondstoffen
Segment 6 AvH en subholdings
325.277
673.703
1.932.831
389.611
96.305
204.992
14
94
2.445
11
2.564
1.928
237
3.523
134.678
140.367
29.581
Materiële vaste activa
25.740
23.680
Vastgoedbeleggingen
2.749
552.118
292.621
80.380
314.753
27.255
1.836
1.564
799
362.314
Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast Financiële vaste activa
138
Vorderingen en borgtochten Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar Vorderingen op meer dan één jaar
423
1.342
771
1.412
223
28
752
6.316
143
10.911
77.668
10.226
77.668
Vorderingen uit financiële lease 143
685
Uitgestelde belastingvorderingen
245
3.966
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar
ii. Vlottende activa
92.413
96.305
3.221 51.128
814.536 -22.075
320.805 19.827
41.509
31.301
22.363 -22.075
52.398 7.068
225
88.946 87.894
3.244
225
1.052
2.359
9.815 1.494.502
90.194 19.261
21.375
6.659
4.026
10.685
78.022
166
90.937
-51.370
1.721.374
10.780
536.959
1
28.779
576.519
10.780
530.397
1
28.779
569.957
68.618
47.251
51.743
8.689
Vorderingen uit financiële lease
1.407.457
395.566
2.114
Vorderingen op ten hoogste één jaar
6.562
6.562
919
919
39.761
28.561
16.071
-50.077
2.381
-1.388
568
35.676
16.875
37.994
4.085
28.561
13.690
59
855
230
52
314
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar
150.186 61.426 36.244
-48.689
52.517 1.511
745.165
745.165
Geldmiddelen en kasequivalenten
28.460
7.592
62.295
47.120
Termijndeposito's tot drie maand
12.112
1.717
100
47.002
Liquide middelen
16.347
5.875
62.195
118
57
430
22.128
2.288
431.244
763.898
3.340.288
467.633
Financiële diensten
Private equity
Overlopende rekeningen
3.600.643
105.967
Handelsvorderingen Overige vorderingen
13.370
1.494.502
Voor verkoop beschikbare financiële activa Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading) Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar
Terug te vorderen belastingen
-22.075
320.805
Overige vorderingen
Voorraden Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten Geldbeleggingen
41
Eliminaties tussen segmenten
554.867
Private equity deelnemingen Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa
Totaal 2009
Segment 1 Bouw, bagger en concessies
166 166
43.731
189.364
41.284
102.215
2.448
87.149
2.041
-1.293
25.651
96.471
295.928
-73.445
5.322.017
Energie en grondstoffen
AvH en subholdings
Eliminaties tussen segmenten
64.001
3.650
-4.590
iii. Activa bestemd voor verkoop TOTAAL DER ACTIVA
(€ 1.000)
Segmentinformatie - proforma omzet Omzet lidstaten van de Europese Unie Overige landen binnen Europa
0
Bouw, bagger en concessies 459.500
Vastgoed en aanverwante diensten 171.112
260.032
802.565
7.715
12.682
Landen buiten Europa
409.441
140.834
30.213
TOTAAL
876.656
956.081
94.214
171.112
260.032
Totaal 2009 1.756.269 20.397 580.489
3.650
-4.590
2.357.154
De proforma omzet bevat de omzet van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van de omzet zoals gerapporteerd in de wettelijke IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de op pag. 126 t.e.m.130 gerapporteerde consolidatiekring. In deze proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt, en de overige belangen proportioneel.
Toelichting 5: segmentinformatie - eigen vermogen en verplichtingen 2009 (€ 1.000)
Segment 1 Bouw, bagger en concessies
Segment 2 Vastgoed en aanverwante diensten
Segment 3 Financiële diensten
Segment 4 Private equity
Segment 5 Energie en grondstoffen
Segment 6 AvH en subholdings
Eliminaties tussen segmenten
Totaal 2009
i. Totaal eigen vermogen
349.852
351.420
542.814
457.127
87.953
231.708
2.020.873
Eigen vermogen - deel groep
342.969
159.311
429.586
345.351
86.588
231.696
1.595.501
113.907
113.907
Geplaatst kapitaal Aandelenkapitaal Agio Geconsolideerde reserves Herwaarderingsreserves
158.846
429.097
346.009
92.922
125.174
1.500.767
465
489
-658
-6.334
9.930
-1.858
1.495
8.400
-1 -658
-2.813
-443
-8.207
Omrekeningsverschillen
-2.936
-586
296
9.930
6.883
192.110
113.228
-6.334 111.776
1.365 8.500
20.262
272.519
464.615
250
Voorzieningen
462
4.099
49
125
Pensioenverplichtingen
203
-9.561 -17.316
-17.316
12
425.372
2.976
6.925
551
1.819
3.599
5.661
1.217
223
257.299
82.471
13
Leningen van banken
15.656
243.127
iii. Kortlopende verplichtingen
338
74.296 13
14.171
8.175
5.059
21.836
403
4.354
16 -22.075
139.958
2.332.859
8.500
13.719 353.623
10.256
18
61.244
-51.370
Voorzieningen 92
Financiële schulden
1.888
109.138
Leningen van banken
1.888
14.972
Achtergestelde leningen
7.015
92 6.450
10
-47.689
7.015
94.166
6.450
10
55.819
16 -47.689
1.563
108.755 1.563
5.026
151
5.176
53.375
13.831
8.057
1.550
8
5.093
-1.473
80.442
45.240
7.763
9
179
8
650
-473
53.378
2.719
173
2.893
3.440
1.624
7.539
336
1.477
1.975
4.271
509
1.034
2.966
530
477
5.246
6.254
2.289.449
2.289.449
311
16.362
21.437
2.256
316
14.416 -1.000
-2.208
iv. Verplichtingen bestemd voor verkoop totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen
132.647 16.860
16
Overige financiële schulden
Te betalen belastingen Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties Overlopende rekeningen
55.835
7.015
Financiële lease-overeenkomsten
Overige schulden
2.554.096 0
Pensioenverplichtingen
Kortlopende afdekkingsinstrumenten Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten Overige schulden op ten hoogste één jaar Handelsschulden Ontvangen vooruitbetalingen op onderhanden projecten Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten
271 26.895
125
353.623 61.131
333.367 258.784
3
Langlopende afdekkingsinstrumenten Overige schulden Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties
10.700 -22.075
74.296
Overige financiële schulden
747.047
1.065
15.660
Financiële lease-overeenkomsten
-22.075
2.190
Financiële schulden Achtergestelde leningen
19.824 -12.121
Ingekochte eigen aandelen (-)
Uitgestelde belastingverplichtingen
111.612
-5.750
Afdekkingsreserve
ii. Langlopende verplichtingen
2.295
111.612 348.718
Effecten beschikbaar voor verkoop
Minderheidsbelang
2.295
9.755
38.474 0
431.244
763.898
3.340.288
467.633
96.471
295.928
-73.445
5.322.017
139
Toelichting 5: segmentinformatie - resultatenrekening 2009 Segment 1 Bouw, bagger en concessies
Segment 2 Vastgoed en aanverwante diensten
Segment 3 Financiële diensten
Segment 4 Private equity
Segment 5 Energie en grondstoffen
Segment 6 AvH en subholdings
Bedrijfsopbrengsten
180.550
59.816
151.795
8
53
5.125
-3.386
Verrichting van diensten
12.803
4.572
53
3.591
-2.178
(€ 1.000)
Leasingopbrengsten
2.052
Vastgoedopbrengsten Ontvangen provisies bancaire diensten
393.961 18.841 10.789
118.432
118.432
44.250 23.024
23.024
159.350
4.419
163.769
Overige bedrijfsopbrengsten
8.397
4.523
1.602
8
1.534
-1.208
14.857
Overige exploitatiebaten
76
771
302
7.505
4.222
-2.575
10.300
3.057
2.022
-1.492
76
586
302
4.385
990
62
1.210
-1.083
189
-11.311
4.469
-352.467
Rente op vorderingen financiële vaste activa
140
Totaal 2009
8.737
44.250
Rente-opbrengsten bancaire activiteiten Opbrengsten uit onderhanden projecten
Eliminaties tussen segmenten
Dividenden Overheidssubsidies
3.587 6.339
184
184
Overige exploitatiebaten Exploitatielasten (-)
-181.483
-32.301
Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen (-)
-118.674
-6.524
-125.198
-2.466
659
-1.807
-26.511
-5.645
Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (-) Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) Personeelslasten (-) Afschrijvingen (-) Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-) Overige exploitatielasten (-) Voorzieningen
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten
-73.184
-30.297
-3.555 -29
-1.245
-2.340
-5.658
-1.926
-29.848
-13.382
-18.501
-88
-505
-857
28.286
25.849
2.020
-18.039
-6.987
-964
-25.990
-964
-964
-5.464
-7.210
-7.435
4.469
-47
-1.963
-1.492
51.794
-17.464
-575
-7.104
876
12.282
1.373
876
234
413
-7.679 7.397
4.166
26.094
4
1.527
15.166
15.166
-3.118
5.991
65
2.938
960
1.406
4.097
6.463
705
2.888
15.189
322
605
2.026
15.189
291
99
862
-854
-15.987
-4.653
Rentelasten (-)
-705
-10.328
-4.653
Diverse financiële lasten (-) Aandeel in de winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast Overige niet-exploitatiebaten
-149
-5.659
50.953
1.929
27
1.210
Overige niet-exploitatielasten (-)
-70.261
117
-17.464
Financieringsopbrengsten
Winstbelastingen
-8.206
377
-593
Renteopbrengsten
Winst (verlies) vóór belasting
-100
-697
117
Afgeleide financiële instrumenten
Financieringslasten (-)
-66.008
-3
Vastgoedbeleggingen
Diverse financiële opbrengsten
-100
-3.894
Financiële activa voor handelsdoeleinden
Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa
-5.493
-73.184
Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening Private equity
Winst (verlies) op de overdracht van activa
-126.248
865
-642
19.328
830
-642
18.299
-2.196
2.134
-21.658
-83
-1.113
2.134
-14.747
-19
-1.083
-6.910
73
103.267
31
35.477
1 1
-102
1.417
13.418
35
1.028
1.237
-515
-89
50.850
12.054
66.249
10.090
13.371
855
-604 0
153.468
494
115
-8.926
627
Uitgestelde belastingen
1.670
526
1.305
120
3.620
Belastingen
-1.175
-411
-10.231
507
-11.310
51.344
12.168
57.323
Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
10.090
13.371
1.482
-7.690
0
Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd
Winst (verlies) van het boekjaar Aandeel van het minderheidsbelang Aandeel van de groep
145.778 0
51.344
12.168
57.323
10.089
13.371
540
12.859
12.063
2.255
611
50.804
-691
45.259
7.835
12.760
1.482
0
145.778 28.328
1.482
117.450
Toelichting 5: segmentinformatie - kasstroomoverzicht 2009 (€ 1.000)
i. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast Overige niet-exploitatiebaten (lasten) Winstbelastingen
Segment 1
Segment 2
Segment 3
Segment 5
Bouw, bagger en concessies
Vastgoed en aanverwante diensten
Financiële diensten
Energie en grondstoffen
Segment 4&6 AvH, subhold. & Private equity
31.510
20.745
155.617
0
97.254
-857
28.286
25.849
-47
56
12.013
87
18.740
285 27
510
494
115
-8.926
Totaal 2009 Eliminaties tussen segmenten
305.126 -1.492
51.794 31.125
-89
448
627
-7.690
Aanpassingen voor niet-geldelijke posten Afschrijvingen
3.894
Bijzondere waardeverminderingsverliezen Aandelenoptieplannen (Afname) toename van voorzieningen (Afname) toename van latente belastingen Andere niet-kasopbrengsten (kosten)
1.245
2.340
727
8.206
5.640
2.064
-282
7.422
906
12
753
-120
-3.620
-166 220
505
168
-1.670
-526
-1.305
893
-5
-619
-232
2.222
35.156
32.877
40
19.641
-1.492
88.444
Afname (toename) van het bedrijfskapitaal Afname (toename) van voorraden, onderhanden projecten & ontvangen vooruitbetalingen Afname (toename) van vorderingen Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (banken) Afname (toename) overige
21.581
-31.567
-78.014
8.500
45.476
-1.000
-35.024
49.180
-1.000
59.310
Cashflow
-901
-1.003
11.233
-4.083
10.757
-30.420
491
3.939
-30
-886
-1.904 3.980 -129.911 1.176
-129.911 8.500
-2.958
-12.945
53.717
53.717
-6.976
-747
-3.292
Operationele cashflow
23.803
3.589
-45.137
8.540
65.117
-2.492
53.419
Investeringen
-1.697
-23.108
-572.738
-24.809
-18.239
0
-640.591
Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa
-1.430
-126
-4.404
Investering in vastgoedbeleggingen Verwerving van financiële vaste activa
-181
-266
-16.303
-6.680
-24.809
Nieuwe leningen toegestaan Desinvesteringen
-42.820 -6.992
-568.334 1.046
36.921
518.637
924
14
1.391
Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen
-568.334 0
57.425
0
17
Overdracht van financiële vaste activa
40
-3.118
83
25
Overdracht van geldbeleggingen
40.000 -18 517.264
-650
614.030 2.347
40.000
Terugbetaalde leningen
Investeringscashflow
-11.065 -6.992
Verwerving van geldbeleggingen Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa
-6.142
-16.303
13.813
-54.101
-24.809
17.694
14.598
15.728
15.836
23.986
541.250
39.186
0
-26.561
Financiële operaties Ontvangen interesten
605
2.026
21.792
950
-642
24.732
Betaalde interesten
-705
-10.328
-4.653
-1.025
2.134
-14.577
-49
-4.797
-1.062
0
Diverse financiële opbrengsten(lasten) (Afname) toename van eigen aandelen (Afname) toename van financiële schulden
-3.210 -772
-17.914
-11.164
-56.171
Winstverdeling Dividenden uitgekeerd aan derden
-25.342
-5.221
-60
Financieringscashflow
-26.264
-36.234
5.916
0
-3.111
-18.832
-93.322
II. Netto toename in geldmiddelen en kasequivalenten Transfer tussen segmenten Wijziging consolidatiemethode of kring
62
Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten
III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans
28.460
-5.909 -3.210
1.000
-85.021
-46.078
-46.078
17.574
-13.049
-89.022
2.492
-143.112
0
-116.254
-16.269
15.281
6.332
15.344
-21.676
148
1.083
-801
8
-8
-801
166
90.851
189.364
7.592
62.295
0 1.293
141
Toelichting 6: immateriële vaste activa (€ 1.000)
Patenten, merken & andere rechten
Goodwill
Software
Overige immateriële activa
Totaal
Bewegingen in immateriële vaste activa - boekjaar 2009 Immateriële vaste activa, beginsaldo
0
0
1.185
Brutobedrag
67
2.451
2.499
5.017
Geaccumuleerde afschrijvingen (-)
-67
-2.451
-1.314
-3.833
1.732
1.732
Investeringen Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties Afschrijvingen (-) Immateriële vaste activa, eindsaldo
142
0
1.185
3
3
-355
-355
0
0
2.564
Brutobedrag
67
2.451
4.197
0
2.564 6.716
Geaccumuleerde afschrijvingen (-)
-67
-2.451
-1.633
-4.152
Bewegingen in immateriële vaste activa - boekjaar 2010 Immateriële vaste activa, beginsaldo
0
0
2.564
Brutobedrag
67
2.451
4.197
6.716
Geaccumuleerde afschrijvingen (-)
-67
-2.451
-1.633
-4.152
Investeringen
12
1.445
1.457
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties Afschrijvingen (-)
0
2.564
16
16
-657
-657
Immateriële vaste activa, eindsaldo
12
0
3.368
Brutobedrag
32
2.451
5.684
0
3.380 8.167
Geaccumuleerde afschrijvingen (-)
-20
-2.451
-2.316
-4.788
De investeringen in een nieuw informaticaplatform bij Bank J.Van Breda & C° vormen de grootste component van de immateriële vaste activa.
Toelichting 7: goodwill (€ 1.000)
2010
2009
Goodwill, beginsaldo
140.367
140.675
Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties
144.218
143.865
-3.851
-3.190
Bewegingen in goodwill
Geaccumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) Stijging van het deelnemingspercentage
-38
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties
984
Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-)
-79
Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-)
-66
Overige toename (afname)
92
-400
Goodwill, eindsaldo
141.168
140.367
Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties
145.231
144.218
-4.063
-3.851
Geaccumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-)
De goodwill ontstaan tengevolge van de overname van 2 woon- en zorgcentra door Anima Care werd in eerste instantie gealloceerd op de activa, op basis van de reële waarde. Het saldo bedraagt K€ 984. De goodwill is voornamelijk toe te wijzen aan Finaxis en voorts aan de dochterondernemingen aangehouden door Van Laere, Anima Care en Bank J.Van Breda & C° (overname binnenvaartklantenportefeuille in 2007).
Toelichting 8: materiële vaste activa (€ 1.000)
Terreinen en gebouwen
Installaties, machines en uitrusting
Meubilair en rollend materieel
Overige materiële vaste activa
Activa in aanbouw & vooruitbet.
Operationele leasing als leasinggever (IAS 17)
Totaal 2009
I. Bewegingen in materiële vaste activa - boekjaar 2009 Materiële vaste activa, beginsaldo
43.336
22.682
3.939
1.345
30.679
6.780
Brutobedrag
52.835
167.950
13.790
2.917
30.679
10.510
278.680
Geaccumuleerde afschrijvingen (-)
-9.499
-145.268
-9.851
-1.572
-3.730
-169.920
1.958
573
817
424
16.332
610
159
Investeringen Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties Overdrachten en buitengebruikstellingen (-)
16
44
-981
-18
-28
0
Afschrijvingen (-)
-2.825
-2.944
-1.320
-390
Overboekingen van (naar) andere posten
1.807
-5
5
128
56
-1
Overige toename (afname)
621
108.761
4.409 17.146
-15
-1.042 -370
-31.002
-7.849 -29.195 183
Materiële vaste activa, eindsaldo
59.755
20.954
3.571
1.379
327
6.426
92.413
Brutobedrag
75.047
169.189
14.359
2.868
327
10.526
272.316
Geaccumuleerde afschrijvingen (-)
-15.292
-148.235
-10.788
-1.489
-4.100
-179.904
ii. Overige informatie Financiële leases Nettoboekwaarde van MVA onder financiële lease
27
27
Materiële vaste activa verworven onder financiële lease (€ 1.000)
0 Terreinen en gebouwen
Installaties, machines en uitrusting
Meubilair en rollend materieel
Overige materiële vaste activa
Activa in aanbouw & vooruitbet.
Operationele leasing als leasinggever (IAS 17)
Totaal 2010
i. Bewegingen in materiële vaste activa - boekjaar 2010 Materiële vaste activa, beginsaldo
59.755
20.954
3.571
1.379
327
6.426
92.413
Brutobedrag
75.047
169.189
14.359
2.868
327
10.526
272.316
Geaccumuleerde afschrijvingen (-)
-15.292
-148.235
-10.788
-1.489
-4.100
-179.904
Investeringen
2.597
370
1.294
150
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties
4.534
77
41
-41
-78
-2.875
-2.810
-1.335
44
-2
Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) Afschrijvingen (-) Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen Overboekingen van (naar) andere posten
2.858
7.269 4.652 -119
-400
-371
-1
-7.790 -1
2
-44
0
Materiële vaste activa, eindsaldo
64.056
18.549
3.494
1.129
3.141
6.055
96.424
Brutobedrag
82.680
168.430
14.883
3.018
3.141
10.526
282.678
Geaccumuleerde afschrijvingen (-)
-18.624
-149.881
-11.389
-1.889
-4.471
-186.254
ii. Overige informatie Financiële leases Nettoboekwaarde van MVA onder financiële lease
64
64
Materiële vaste activa verworven onder financiële lease
81
81
De overname van 2 woon- en zorgcentra (Haut-Ittre, Zoutleeuw) door Anima Care en de eind 2010 gestarte bouw van het nieuwe Rijksarchief te Brugge door Van Laere vormen de voornaamste investeringen in 2010.
143
Toelichting 9: vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde (€ 1.000)
Verhuurde gebouwen
Operationele leasing als leasinggever IAS 40
Projectontwikkelingen
Totaal 2009
i. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar 2009 Vastgoedbeleggingen, beginsaldo
549.438
1.610
Brutobedrag
549.438
1.610
Investeringen
1.516
Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) Winsten (verliezen) door aanpassing van reële waarde
-19.580
Overboekingen van (naar) andere posten
12.868
Overige toename (afname)
144
230
0
551.048 551.048
14.787
16.303
-24.834
-24.834
1.886
-17.464
16.327
29.195
619
619
Vastgoedbeleggingen, eindsaldo
544.861
1.840
8.166
554.867
Brutobedrag
544.861
1.840
8.166
554.867
Huurinkomsten van vastgoedbeleggingen
39.315
216
39.531
Directe operationele kosten (incl onderhoud & herstellingen) van verhuurde gebouwen
-1.908
-3
-1.911
ii. Overige informatie Huurinkomsten en operationele kosten
Directe operationele kosten (incl onderhoud & herstellingen) van niet-verhuurde gebouwen
-414
-414
53.658
53.658
Aankoopverplichtingen Contractuele verplichtingen tot aankoop vastgoedbeleggingen Kerncijfers - gebouwen in portefeuille per 31-12-2009 (exclusief projectontwikkelingen) Contractuele huur
41.178
Huurrendement (%)
7,53%
Bezettingsgraad (%)
97,00%
Gewogen gemiddelde looptijd tot eerste break (# jaren)
(€ 1.000)
3,8
Verhuurde gebouwen
Operationele leasing als leasinggever IAS 40
Projectontwikkelingen
Totaal 2010
i. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar 2010 Vastgoedbeleggingen, beginsaldo
544.861
1.840
8.166
554.867
Brutobedrag
544.861
1.840
8.166
554.867
Investeringen
3.706
1.104
4.810
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties
20.320
6.420
26.740
Overdrachten en buitengebruikstellingen (-)
-75.188
Winsten(verliezen) door aanpassing van reële waarde
-10.107
-662
7.190
-7.190
Overboekingen van (naar) andere posten Overige toename (afname)
-75.188
941
-10.768 0 941
Vastgoedbeleggingen, eindsaldo
491.725
1.840
7.838
501.403
Brutobedrag
491.725
1.840
7.838
501.403
Huurinkomsten van vastgoedbeleggingen
36.776
217
Directe operationele kosten (incl onderhoud & herstellingen) van verhuurde gebouwen
-2.051
-2.051
-688
-688
28.258
28.258
ii. Overige informatie Huurinkomsten en operationele kosten
Directe operationele kosten (incl onderhoud & herstellingen) van niet-verhuurde gebouwen
36.993
Aankoopverplichtingen Contractuele verplichtingen tot aankoop vastgoedbeleggingen Kerncijfers - gebouwen in portefeuille per 31-12-2010 (exclusief projectontwikkelingen) Contractuele huur
36.580
Huurrendement (%)
7,45%
Bezettingsgraad (%)
96,50%
Gewogen gemiddelde looptijd tot eerste break (# jaren)
3,8
De investeringen in vastgoedbeleggingen bleven in 2010 hoofdzakelijk beperkt tot de overname door Leasinvest Real Estate van Canal Logistics (een nieuw gebouwde opslag- en distributiesite in Neder-over-Heembeek; fase 1 en grondverwerving fase 2). In 2010 realiseerde Leasinvest Real Estate de verkoop van de gebouwen Axxes Business Park en Louizalaan 250 in Brussel terwijl Extensa het gebouw in Tervurenlaan 72 aan Bank Delen verkocht. De variatie in de reële waarde van de vastgoedportefeuille van -10,8 miljoen euro is hoofdzakelijk het gevolg van een lagere waardering van de gebouwen door de externe schatter bij Leasinvest Real Estate. De aankoopverplichtingen hebben integraal betrekking op Leasinvest Real Estate en houden verband met de eind 2009 gegunde openbare aanbesteding voor de bouw van het Rijksarchief met ondergrondse parking te Brugge, toegewezen aan het consortium Algemene Aannemingen Van Laere - Leasinvest Real Estate en de Fase 2 van Canal Logistics. Waardering van de vastgoedbeleggingen De vastgoedbeleggingen worden aan reële waarde gewaardeerd, waarbij de waardeschommelingen in de resultatenrekening worden verwerkt. Verhuurde gebouwen en projectontwikkelingen Op basis van schattingsverslagen wordt jaarlijks de reële waarde van verhuurde gebouwen en projectontwikkelingen bepaald. Operationele leasings als leasinggever - IAS 40 Operationele leasings waarvan de aankoopoptie rekening houdt met de marktwaarde worden als vastgoedbeleggingen gekwalificeerd. In andere gevallen worden deze contracten als operationele leasing conform IAS 17 beschouwd.
Toelichting 10: ondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast (€ 1.000)
2010
2009
341.741
292.621
Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast Bouw, bagger & concessies Vastgoed en aanverwante diensten Financiële diensten Private equity Energie en grondstoffen AvH en subholdings Totaal
Bewegingen in ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast: beginsaldo
94.842
80.380
356.638
314.753
31.126
27.255
120.432
96.305
2.797
3.221
947.575
814.536
Vermogensmutatiewaarde
Goodwill opgenomen in VM-waarde
Totaal 2010
763.130
51.405
814.536
Aanschaffingen
22.315
2.438
24.752
Overdrachten (-)
-117
-117
135.425
135.425
Aandeel in winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen Impact dividenden uitgekeerd door deelnemingen (-) Overboekingen van (naar) andere posten Overige toename (afname) Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast : eindsaldo
9.954
9.954
-30.681
-30.681
-4.610
-839
-5.449
53.004
947.575
-846 894.571
-846
Rechtstreeks aangehouden participaties opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode IAS 31 biedt de keuzemogelijkheid om participaties aangehouden in co-controle in de geconsolideerde rekeningen op te nemen volgens de proportionele consolidatie- of de vermogensmutatiemethode. AvH opteert voor de vermogensmutatiemethode en past deze bijgevolg toe op haar deelnemingen DEME (50%), Rent-A-Port (45%), Holding Groupe Duval (50%), Groupe Financière Duval (39,2%), Delen Investments (78,75%), GIB-groep (50%), ASCO-BDM (50%), Sipef (22,7%), Henschel Groep (50%), Max Green (19,7%) en Oriental Quarries & Mines (50%). In deze balansrubriek zijn tevens de rechtstreeks aangehouden belangen in Cobelguard (39,6%), Promofi (15%), Sagar Cements (14,9%) en Gulf Lime (35%) opgenomen. Onrechtstreeks aangehouden participaties opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode De ondernemingen van het project ‘Tour & Taxis’ (50%) en de vastgoedprojecten in Roemenië en Slowakije zijn de voornaamste participaties, aangehouden door de integraal geconsolideerde dochtervennootschap Extensa. De verhoging van de participaties in Sipef, Groupe Financière Duval en Oriental Quarries & Mines vormen de voornaamste investeringen. Aangezien de samenwerking binnen Alcofina nog niet tot een concreet investeringsproject in de productie van bio-ethanol in Brazilië heeft geleid, werd begin 2011 besloten de participatie terug te verkopen aan onze partner. Eind 2010 werd deze participatie bijgevolg overgeboekt naar de balansrubriek ‘Voor verkoop beschikbare financiële activa’ (zie Toelichting 11). Het aandeel in de winst van de vermogensmutatievennootschappen wordt in sterke mate beïnvloed door de contributies van DEME (58,3 miljoen euro), Delen Investments (54,3 miljoen euro) en Sipef (14,6 miljoen euro). Deze participaties keerden tevens de grootste dividenden uit in 2010.
145
Toelichting 11: financiële activa 1. Financiële activa en passiva per categorie (€ 1.000)
Reële waarde
Financiële activa
Boekwaarde
2010
2009
2010
2009
326.187
320.805
326.187
320.805
1.919
6.562
1.919
6.562
Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening Private equity deelnemingen Financiële activa voor handelsdoeleinden Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading) Financiële activa beschikbaar voor verkoop Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa Voor verkoop beschikbare geldbeleggingen
23.336
22.363
23.336
22.363
478.884
569.957
478.884
569.957
Vorderingen en liquiditeiten
146
Vorderingen en borgtochten
49.364
52.398
49.364
52.398
131.026
133.390
122.679
124.138
Overige vorderingen
71.605
53.569
71.605
53.569
Handelsvorderingen
53.954
61.426
53.954
61.426
107.281
102.215
107.281
102.215
Vorderingen uit financiële lease
Termijndeposito's tot drie maand Liquide middelen Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten Afdekkingsinstrumenten
61.282
87.149
61.282
87.149
2.667.122
2.365.422
2.539.594
2.239.667
9.483
7.987
9.483
7.987
(€ 1.000)
Reële waarde
Boekwaarde
2010
2009
2010
2009
Leningen van banken
211.277
271.465
212.239
275.644
Achtergestelde leningen
113.626
85.828
107.148
81.311
69
32
69
32
180.072
109.027
180.072
109.027
38.872
53.378
38.872
53.378
2.544
2.893
2.544
2.893
15.418
14.416
15.418
14.416
Financiële passiva Financiële passiva gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs Financiële schulden
Financiële lease-overeenkomsten Overige financiële schulden Overige schulden Handelsschulden Ontvangen vooruitbetalingen op onderhanden projecten Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten Overige schulden Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties Afdekkingsinstrumenten
(€ 1.000)
Financiële activa
21.885
23.475
21.885
23.475
2.697.917
2.607.827
2.769.931
2.643.072
25.647
28.458
25.647
28.458
2010 Niveau 1
Niveau 2
2009 Niveau 3(1)
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3(1)
Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening Private equity deelnemingen
326.187
320.805
Financiële activa voor handelsdoeleinden Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading)
1.919
5.222
1.340
Financiële activa beschikbaar voor verkoop Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa Voor verkoop beschikbare geldbeleggingen Afdekkingsinstrumenten
23.336 477.109
1.775
22.363 569.957
9.483
7.987
25.647
28.458
Financiële passiva Afdekkingsinstrumenten (1)
Meer details vindt u in Toelichting 11.4 private equity deelnemingen.
De reële waarde van de effecten in de handels- en beleggingsportefeuille wordt bepaald aan de hand van de notering op de publieke markt (niveau 1), voor de afdekkingsinstrumenten is het de actuele waarde van toekomstige kasstromen rekening houdend met de geldende swaprente en volatiliteit (niveau 2). Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening zijn eigen vermogensinstrumenten die behoren tot de investeringsportefeuille van Sofinim, waaronder ook de gemeenschappelijke dochterondernemingen en de geassocieerde deelnemingen. De reële waarde (niveau 3) wordt op het moment van aanschaf gelijkgesteld aan de aanschaffingsprijs zoals die in een transactie met een derde partij is tot stand gekomen. In daaropvolgende periodes wordt deze waarde aangepast in functie van het gerealiseerde resultaat van de respectievelijke onderneming. Voor beursgenoteerde aandelen wordt als reële waarde in principe de beurskoers genomen, behalve in die gevallen waar in functie van de grootte van de aangehouden participatie en van de in de markt verhandelde volumes, de beurskoers als niet representatief wordt gezien voor de participatie in kwestie. Indien dat het geval is, wordt teruggegrepen naar de eerder vermelde waardering.
Met betrekking tot de sensitiviteit van de reële waarde dient opgemerkt dat deze, behoudens bijzondere aanpassingen, vooral beïnvloed wordt door gerealiseerde resultaten en door de deelneming uitgekeerde dividenden. Deze reële waarde kan bijgevolg afwijken van wat bekomen wordt op basis van een waardering aan de hand van marktmultiples of beurswaarderingen van andere bedrijven.
(€ 1.000)
2010
Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening
2009
924
Financiële activa voor handelsdoeleinden Financiële activa beschikbaar voor verkoop
Renteopbrengsten (lasten)
Gerealiseerde meerwaarden (minwaarden)
Renteopbrengsten (lasten)
Gerealiseerde meerwaarden (minwaarden)
5.991
-3
163
11
187
3.598
13.499
3.410
15.141
Vorderingen en liquiditeiten
14.997
16.137
6.880
16.644
Banken - vorderingen kredietsinstellingen & cliënten
98.346
101.601
Financiële passiva gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs
-12.353
-14.747
Afdekkingsinstrumenten
-18.251
-26.288
Banken - schulden aan kredietsinstellingen, cliënten en obligaties
-39.228
-46.896
Afdekkingsinstrumenten
2. Kredietrisico Het kredietrisico van NMP wordt afgedekt door het afsluiten van langetermijn contracten waarbij het leidingennet ter beschikking wordt gesteld van derden voor het transport van hun producten. Vermits de klanten van NMP grote nationale of internationale bedrijven zijn, wordt het risico op discontinuïteit in de inkomsten eerder laag ingeschat. Leasinvest Real Estate streeft naar een goede spreiding zowel naar aantal huurders als naar sectoren waarin deze huurders actief zijn teneinde wanbetaling en faillissement van huurders te beperken. Tevens wordt ervoor gezorgd dat de huurders een solvabele standing hebben en dat er langlopende huurcontracten worden afgesloten om de duurzaamheid van de huurinkomstenstroom te verzekeren en bijgevolg de duration van de huurcontracten te verhogen. Extensa Group is een vennootschap die rechtstreeks of onrechtstreeks (via participaties) actief is in vastgoedinvesteringen en projectontwikkeling. Het huurdersrisico binnen de bestaande vastgoedportefeuille van Extensa wordt beheerd door langetermijnhuurcontracten af te sluiten met solvabele partners die actief zijn in diverse economische markten. Voorafgaand aan de ondertekening van een nieuw ontwikkelingsproject wordt een uitgebreide analyse gemaakt van de eraan verbonden technische, juridische en financiële risico’s. Voor de kredietrisico’s aangaande de leasingportefeuille van Bank J.Van Breda & C° verwijzen we naar de kredietrisico-policy zoals beschreven in toelichting 12. Het private equity segment en AvH en subholdings investeren op lange termijn in een beperkt aantal bedrijven met internationaal groeipotentieel. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bij tot een evenwichtige spreiding van de economische en financiële risico’s. Bovendien zal AvH in de regel deze investeringen financieren via eigen vermogen.
Niet vervallen (€ 1.000)
Vervallen < 30 d
Vervallen < 60 d
Vervallen < 120 d
Vervallen > 120 d
24.098
7.575
6.050
2.386
6.822
1.322
6.261
3.296
Totaal
Vervaldagenbalans 2009 Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening Financiële activa voor handelsdoeleinden
320.805
320.805
6.562
6.562
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
592.320
592.320
Vorderingen
291.530
251.421
326.187
326.187
Vervaldagenbalans 2010 Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening Financiële activa voor handelsdoeleinden
1.919
1.919
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
502.219
502.219
Vorderingen
297.602
279.900
De vervallen vorderingen betreffen hoofdzakelijk de aannemingsactiviteit van Van Laere en de leasingportefeuille van Bank J.Van Breda & C°. Achterstallige vorderingen hebben meestal te maken met geschillen die tussen de bouwheer en de aannemer Van Laere ontstaan zijn. De aanstelling van experten en het bekomen van hun expertiseverslag kan maanden in beslag nemen en resulteert tussentijds vaak in blokkeren van betalingen. Verwachte verliezen op werven worden adequaat voorzien via waardeverminderingen op werven, opgenomen in de balansrubriek ‘Onderhanden projecten in opdracht van derden’ (Toelichting 13). In deze verliezen zijn eventuele waardeverminderingen op handelsvorderingen vervat, wat de lage gecumuleerde waardeverminderingen op handelsvorderingen verklaart.
147
(€ 1.000)
Financiële activa aan reële waarde via resultatenrek.
Financiële activa voor handelsdoeleinden
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
Vorderingen
-76.114
-20.569
Boekjaar 2009 Gecumuleerde waardeverminderingen - beginsaldo
-8.603
0
Wijzigingen in de consolidatiekring
-34
Bijzondere WV geboekt tijdens het boekjaar
-1.229
Bijzondere WV teruggenomen tijdens het boekjaar Bijzondere WV uitgeboekt tijdens het boekjaar
717
560
6.528
6.878
Andere wijzigingen Gecumuleerde waardeverminderingen - eindsaldo
-166 -8.603
0
-68.869
-14.560
-8.603
0
-68.869
-14.560
-21
-2.816
15.106
9.642
-147
-21
-53.931
-7.123
Boekjaar 2010 Gecumuleerde waardeverminderingen - beginsaldo
148
Bijzondere WV geboekt tijdens het boekjaar Bijzondere WV teruggenomen tijdens het boekjaar
631
Bijzondere WV uitgeboekt tijdens het boekjaar Andere wijzigingen Gecumuleerde waardeverminderingen - eindsaldo
-8.603
0
De waardeverminderingen op financiële activa aan reële waarde via resultatenrekening betreffen het private equity segment, waarin een aantal oude investeringen vervat zitten die in het verleden werden afgewaardeerd, met name Brepols, Lamitref en Net Fund Europe. De financiële activa beschikbaar voor verkoop noteren gecumuleerde waardeverminderingen voor een totaal van 54 miljoen euro die hoofdzakelijk toe te wijzen zijn aan het segment AvH en subholdings, met als voornaamste de in 2008 geboekte waardevermindering op Fortis-aandelen (- 44,3 miljoen euro). De verkoop van Asco Leven en de liquidatie van een oud investeringsdossier Belcadi (WV 13,9 miljoen euro) verklaren de uitgeboekte WV. De significante daling van de WV op vorderingen vloeit voort uit de (eenmalige) uitboeking van oude WV op leasingvorderingen. De leasingportefeuille van Bank J.Van Breda & C° telt eind 2010 voor 4,7 miljoen euro aan gecumuleerde waardeverminderingen.
(€ 1.000)
Financiële activa aan reële waarde via resultatenrek.
Financiële activa voor handelsdoeleinden
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
Boekjaar 2009 Persoonlijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden of verplichtingen van derden
23.591
Verplichtingen tot aankoop van vaste activa
5.310
Verplichtingen tot verkoop van vaste activa
123.466
68
Boekjaar 2010 Persoonlijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden of verplichtingen van derden
11.191
Verplichtingen tot aankoop van vaste activa
6.623
Verplichtingen tot verkoop van vaste activa
123.655
We verwijzen naar Toelichting 21 ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’ voor verdere uitleg.
68
Vorderingen en schulden
3. Wisselkoersrisico Aangezien Extensa Group aanwezig is in Turkije en Roemenië, zijn de lokale activiteiten onderhevig aan wisselkoersschommelingen, voornamelijk de USD in Turkije en de RON in Roemenië. Extensa Group heeft geen rechtstreekse exposure in RON (huuropbrengsten in euro) maar wordt geconfronteerd met verzwakte retailhandelaars die getroffen zijn door een gedaalde consumptie en de zwakkere RON. In sommige gevallen werden tijdelijke huurkortingen toegestaan. In Turkije loopt Extensa een USD-risico op de project-marge uit de verkopen van vastgoed. Het USD-wisselkoersrisico is momenteel niet ingedekt aangezien Extensa hoogstwaarschijnlijk de USD cashopbrengsten zal herinvesteren in andere USD-ontwikkelingsopportuniteiten. Het wisselkoersrisico van Bank J.Van Breda & C° is beperkt aangezien de bank enkel actief is in België en door de aard van haar cliënteel geen eigen materiële muntposities heeft. De strategie van AvH om zich ook te richten op opkomende markten resulteerde in 2 investeringen in Indische Rupie (14,9% belang in Sagar Cements, 50% in Oriental Quarries & Mines). Voorts houdt AvH een 35%-belang aan in Gulf Lime (Verenigde Arabische Emiraten). De overige integraal geconsolideerde participaties zijn niet onderhevig aan een wisselkoersrisico aangezien zij voornamelijk actief zijn in de euro-zone. Verschillende niet-integraal geconsolideerde participaties zoals DEME, Sipef, maar ook Hertel, Manuchar, Henschel e.a. zijn in belangrijke mate actief buiten de euro-zone. Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd. De hieronder vermelde koersen werden gebruikt om de balansen en resultaten van de buitenlandse entiteiten om te rekenen naar de euro: Slotkoers
Gemiddelde koers
US Dollar (USD)
1,3390
1,3215
Roemeense Lei (RON)
4,2620
4,2122
Indische Rupie (INR)
59,8802
60,6061
Turkse Lire (YTL)
2,0694
1,9965
Verenigde Arabische Emiraten-Dirham (AED)
4,9188
4,8780
4. Private equity deelnemingen (€ 1.000)
Private equity deelnemingen - reële waarde Private equity deelnemingen: beginsaldo
2010
2009
320.805
321.741
Aanschaffingen
12.941
8.304
Overdrachten ( - )
-16.272
-8.224
8.712
-964
326.187
320.805
Winst (verlies) op private equity participaties gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening Overige toename (afname)
-52
Private equity deelnemingen: eindsaldo
Conform IAS 31 en IAS 28 worden gemeenschappelijke dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen, aangehouden door voornamelijk Sofinim, het private equity vehikel uit de AvH-groep, aan reële waarde gewaardeerd, waarbij de waardeschommelingen in de resultatenrekening worden erkend (IAS 39). De private equity deelnemingen dragen bij tot het resultaat via de ‘fair value’ schommelingen enerzijds en de cash inkomsten via de uitkering van dividenden anderzijds.
(€ 1.000)
Totaal
Deel groep 2010
Deel groep 2009
4.577
4.577
3.387
-1.172
451
451
334
-89
1.573
-212
-157
693
177
157
116
1.109
0
0
-21
2.409
1.783
-424
-9.093
-9.093
-6.729
-2.722
805
805
596
258
258
258
191
-349
Aandeelhouders %
Fair value schommeling
AR Metallizing
70,00%
Alural
60,00%
Atenor
12,01%
-1.785
Axe Investments
48,34%
-19
Blomhof (verkocht in 2010)
20,54%
Amsteldijk Beheer (ex-Cindu)
50,00%
209
Distriplus
50,00%
Egemin Int
29,76%
Engelhardt (verkocht in Q4 2010)
Cash inkomsten
2.200
Euro Media Group
22,00%
148
148
109
421
Hertel Holding
46,55%
4.535
4.535
3.356
2.188
Manuchar
30,00%
1.366
900
2.266
1.677
1.885
NMC
30,66%
2.916
837
3.754
2.778
1.477
Spano Invest
72,92%
2.433
2.433
1.800
-1.570
Synvest - Corelio
49,99%
836
836
619
227
Turbo’s Hoet
50,00%
1.121
1.121
829
180
Sany-Turbos-Hoet.com
33,33%
-46
-46
-34
-87
14.399
10.655
2.006
Bijdragen deelnemingen Sofinim
8.712
5.686
Financière Flo - Groupe Flo (vermogensmutatie)
33,00%
3.019
546
Trasys Group (vermogensmutatie)
40,97%
147
872
13.821
3.423
Bijdragen private equity deelnemingen(1) (1)
Zie afzonderlijke bijlage ‘Kerncijfers’ - geconsolideerd groepsresultaat
149
Commentaar bij de private equity deelnemingen aan reële waarde Het private equity segment heeft in 2010 13,0 miljoen euro (inclusief meerwaarden) bijgedragen tot het resultaat van de groep. Zonder rekening te houden met een goodwill impairment van 4,8 miljoen euro (deel AvH) binnen Distriplus, bedroeg de courante bijdrage van de private equity deelnemingen 18,1 miljoen euro in 2010 (3,4 miljoen euro in 2009). De meeste deelnemingen realiseerden dan ook een substantieel beter resultaat, wat een voorzichtig economisch herstel bevestigt. In 2010 investeerde AvH 14,8 miljoen euro in private equity. Dit gebeurde uitsluitend onder de vorm van vervolginvesteringen, met de verhoging van de participatie in Hertel van 40,5% tot 46,5% als belangrijkste. Het niveau van desinvesteringen bedroeg 18,8 miljoen euro, voornamelijk de verkoop van Blomhof en Engelhardt. Het private equity segment heeft per 31 december 2010 een eigen vermogen (inclusief aandeel van derden) van 468,3 miljoen euro. Hierin is het aandeel van de deelnemingen in Groupe Flo en Trasys (via GIB aangehouden) opgenomen voor een bedrag van 31,1 miljoen euro. Op basis van de beurskoersen per 31 december 2010 overschrijdt de beurswaarde van Atenor de waarde waartegen deze participatie is opgenomen in de balans per 31 december 2010 met 7,3 miljoen euro. De boekwaarde van het belang in Groupe Flo daarentegen vertoont een (latente) minwaarde van 7,1 miljoen euro op basis van de beurskoers eind 2010.
5. Voor verkoop beschikbare financiële activa Voor verkoop beschikbare financiële activa - boekjaar 2009
Financiële vaste activa
Geldbeleggingen
Voor verkoop beschikbare financiële activa: beginsaldo reële waarde
22.048
519.918
Voor verkoop beschikbare financiële activa - boekwaarde
22.048
517.745
0
2.173
450
567.915
-1.233
-536.272
(€ 1.000)
150
Voor verkoop beschikbare financiële activa - aanpassing aan reële waarde Aanschaffingen Actuarieel rendement Overdrachten (-)
-6.604
Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde
24.999
Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-)
350
Overboeking van (naar) andere posten
748
Voor verkoop beschikbare financiële activa: eindsaldo reële waarde
22.363
569.957
Voor verkoop beschikbare financiële activa - boekwaarde
22.363
549.249
Voor verkoop beschikbare financiële activa - aanpassing aan reële waarde
20.708
Voor verkoop beschikbare financiële activa - boekjaar 2010
Financiële vaste activa
Geldbeleggingen
Voor verkoop beschikbare financiële activa: beginsaldo reële waarde
22.363
569.957
Voor verkoop beschikbare financiële activa - boekwaarde
22.363
549.249
(€ 1.000)
Voor verkoop beschikbare financiële activa - aanpassing aan reële waarde Aanschaffingen
20.708 138
560.906
-4.676
-640.532
Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde
81
-5.425
Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-)
-21
Actuarieel rendement Overdrachten (-)
Overboeking van (naar) andere posten
-6.022
5.451
Voor verkoop beschikbare financiële activa: eindsaldo reële waarde
23.336
478.884
Voor verkoop beschikbare financiële activa - boekwaarde
23.255
467.149
81
11.734
Voor verkoop beschikbare financiële activa - aanpassing aan reële waarde
In de rubriek ‘Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa’ zijn vnl. de participaties in Koffie F. Rombouts, Belfimas, Tikehau SS Fund Ltd ondergebracht. Aangezien Alcofina begin 2011 werd verkocht, werd deze participatie eind 2010 overgeboekt vanuit de balansrubriek ‘Ondernemingen waarop de vermogensmutatie wordt toegepast’. In 2010 werd 0,1 miljoen euro bijgestort in het Tikehau SS Fund, werd Asco Leven verkocht en zakte het belang van AvH in Koffie Rombouts verder naar 16%. De geldbeleggingen bestaan uit:
Aantal aandelen
Beleggingsportefeuille bij Bank J.Van Breda & C° (waarvan 98% obligaties) Hermes Universal Medium KBC Fortis CNP Retail Estates (bij Extensa & Leasinvest Real Estate) Andere
Reële waarde 437.125
91.000
8.030
175.000
4.462
2.782.844
4.761
95.044
3.479
290.864
13.380 7.646 478.884
De aanschaffingen en overdrachten werden in belangrijke mate door Bank J.Van Breda & C° gerealiseerd. Het segment AvH en subholdings verkocht in 2010 225.000 KBC aandelen. De daling van de latente meerwaarde van 20,7 miljoen euro tot 11,7 miljoen euro vloeit voort uit enerzijds de gerealiseerde verkopen en anderzijds de gestegen swaprentes en spreads die de waarde van de obligatieportefeuille van Bank J.Van Breda & C° negatief beïnvloeden.
Per segment wordt de reële waarde van de geldbeleggingen als volgt opgedeeld:
Reële waarde
Financiële diensten (vnl. Bank J.Van Breda & C°)
437.125
AvH en subholdings
26.603
Vastgoed en aanverwante diensten
15.155
Private equity
1
Bouw, bagger & concessies
0
Energie en grondstoffen
0 478.884
Kredietrisico van de beleggingsportefeuille Bank J.Van Breda & C° Het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille wordt al jarenlang bewust erg laag gehouden. De bank belegt enkel in obligaties, waarvan 98% uitgegeven of gewaarborgd door Europese overheden. De exposure op de PIIGS-landen bedraagt slechts 25 miljoen euro (10 miljoen euro op Griekenland en 15 miljoen euro op Italië) en bedraagt aldus 5% van de totale beleggingsportefeuille van de bank. Het investeringskader dat jaarlijks ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur bepaalt waarin belegd kan worden en welke limieten gelden. In de onderstaande tabel vindt u de samenstelling van de beleggingsportefeuille naar rating, sector, munt en eindvervaldag.
151 Samenstelling beleggingsportefeuille op 31/12/2010 Naar rating (Moody’s)
Naar sector
Naar restlooptijd
Naar munt
Aaa
65,9%
Overheden
94,2%
2011
23%
Aa1
26,7%
Overheidsgewaarborgd
3,6%
2012-2014
58%
Aa2
3,5%
Overige
2,2%
2015-2016
19%
Ba1
1,7%
Geen rating
2,2%
EUR
100%
Toelichting 12: banken - vorderingen op kredietinstellingen & cliënten (€ 1.000)
Reële waarde
Boekwaarde
2010
2009
2010
2009
Binnenlandse banken
25.736
28.820
25.736
28.827
Buitenlandse banken
9.277
6.162
9.277
6.185
35.013
34.982
35.013
35.012
i. Vorderingen op kredietinstellingen
Totaal kredietinstellingen
(€ 1.000)
ii. Leningen en vorderingen op cliënten Wissels en eigen accepten
Reële waarde 2010
Boekwaarde 2009
2010
2009
6.454
4.245
6.449
4.246
1.673.599
1.511.210
1.573.300
1.412.083
Hypothecaire leningen
527.172
415.813
502.186
392.319
Termijnkredieten/straight loans
363.778
341.703
361.393
338.538
Debetstanden/kaskredieten
34.986
43.467
34.986
43.467
Overige
26.120
14.002
26.120
14.002
Totaal cliënten
2.632.109
2.330.440
2.504.581
2.204.655
Totaal vorderingen op kredietinstellingen & clienten
2.667.122
2.365.422
2.539.594
2.239.667
Investeringskredieten en financieringen FV aanpassing ingedekte kredieten (FV hedge)
147
De integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° resulteert in de opname van de specifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden. De leningen en vorderingen op cliënten omvatten: • kredieten toegekend aan familiale ondernemers en vrije beroepen. De vele ondernemers en vrije beroepen die de voorbije jaren cliënt werden, vertrouwen een steeds groter deel van hun bankzaken aan de bank toe. • autofinancieringen verstrekt door Van Breda Car Finance, voor 100% dochteronderneming van de bank. De kredieten aan cliënten groeiden met 13%.
Kredietrisico De kredietportefeuille van Bank J.Van Breda & C° is zeer gespreid binnen het door de bank gekende cliënteel van lokale ondernemers en vrije beroepen. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie. De kredietportefeuille is onderverdeeld in risicocategorieën die elk hun specifieke opvolging krijgen. Over de kredieten uit de hoogste risicocategorie ‘onzeker verloop’ wordt tweemaal per jaar gerapporteerd aan de raad van bestuur. In het kader van Bazel II heeft Bank J.Van Breda & C° geopteerd voor de ‘standardised approach’. Vorderingen die dubieus worden, worden overgedragen naar de afdeling Betwiste Zaken. Er gelden criteria voor verplichte overdracht wanneer bepaalde gebeurtenissen zich voordoen bij onze cliënten, kredietnemers of borgen. Op de kredieten in de hoogste risicocategorie ‘onzeker verloop’ en op de vorderingen die dubieus worden, worden waardeverminderingen geboekt.
Niet vervallen
152
(€ 1.000)
30 d < vervallen < 60 d
60 d < vervallen < 120 d
120 d < vervallen
0
0
0
0
0
39.736
4.303
996
299
4.725
Vervallen < 30 d
Dubieus
Totaal
Vervaldagenbalans 2009 Binnenlandse banken
28.827
Buitenlandse banken
6.185
6.185
35.012
35.012
4.246
4.246
1.412.083
1.362.024
Totaal kredietinstellingen Wissels en eigen accepten Investeringskredieten en financieringen
28.827
0
Hypothecaire leningen
392.319
383.179
6.539
1.110
86
Termijnkredieten/straight loans
338.538
325.051
12.932
80
475
6.006
289
1.477
7
3.214
65.213
5.782
3.034
306
9.344
30 d < vervallen < 60 d
60 d < vervallen < 120 d
120 d < vervallen
0
0
0
Debetstanden/kaskredieten
43.467
32.474
Overige
14.002
14.002
2.204.655
2.120.976
Totaal cliënten
Niet vervallen
(€ 1.000)
Vervallen < 30 d
1.405
Dubieus
Totaal
Vervaldagenbalans 2010 Binnenlandse banken
25.736
Buitenlandse banken
9.277
9.277
35.013
35.013
6.449
6.449
Totaal kredietinstellingen Wissels en eigen accepten Investeringskredieten en financieringen
25.736 0
0
1.573.447
1.534.437
25.283
8.043
881
4.803
Hypothecaire leningen
502.186
494.855
5.267
1.110
243
711
Termijnkredieten/straight loans
361.393
347.708
11.930
125
1.630
3.792
1.110
938
10
2.762
46.272
10.388
3.692
10
8.276
Debetstanden/kaskredieten
34.986
26.374
Overige
26.120
26.120
2.504.581
2.435.943
Totaal cliënten
Toelichting 13: voorraden en onderhanden projecten in opdracht van derden (€ 1.000)
2010
2009
I. Voorraden, nettobedrag
21.944
21.375
Bruto-boekwaarde:
22.027
21.873
Grond- en hulpstoffen
2.299
2.529
Handelsgoederen Onroerende goederen bestemd voor verkoop Afschrijvingen en andere waardeverminderingen (-)
1
1
19.727
19.343
-83
-499
Geboekte WV op voorraden in resultatenrekening tijdens het boekjaar Terugname WV op voorraden in resultatenrekening tijdens het boekjaar
0
0
415
434
II. Onderhanden projecten in opdracht van derden Bedrag door (aan) opdrachtgevers verschuldigd voor onderhanden projecten, netto
5.427
5.508
Bedrag door klanten verschuldigd voor onderhanden projecten
11.469
10.685
Bedrag aan klanten verschuldigd voor onderhanden projecten (-)
-6.042
-5.176
65.661
134.169
Bedrag van gemaakte kosten en opgenomen winsten min verliezen
-120.858
-213.396
Bedrag van gerealiseerde opbrengsten
115.430
207.887
Opbrengsten onderhanden projecten
153
Onderhanden projecten op afsluitdatum
De onroerende goederen bestemd voor verkoop zijn hoofdzakelijk afkomstig van het segment ‘Vastgoed en aanverwante diensten’ en bevatten de grondenportefeuille van Extensa, gewaardeerd aan aanschaffingswaarde. Voorts houdt Algemene Aannemingen Van Laere 2 kleinere vastgoedposities aan in Namen en Brugge. Onderhanden projecten van Algemene Aannemingen Van Laere en Extensa worden gewaardeerd volgens de ‘Percentage of Completion’ methode, waarbij resultaat erkend wordt à rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt. De vooruitgang van de werken wordt bepaald op basis van de gedane kosten in verhouding tot de verwachte kostprijs van het ganse project. In de opstartfase van een project wordt geen resultaat erkend.
Toelichting 14: leasing (€ 1.000)
I. Leasinggever - financiële lease
< 1 jaar
1 jaar < > 5 jaar
> 5 jaar
Totaal 2010
< 1 jaar
Resterende looptijd
1 jaar < > 5 jaar
> 5 jaar
Totaal 2009
Resterende looptijd
Bruto lease-investeringen
41.858
85.328
7.873
135.059
40.584
88.925
9.072
138.581
Contante waarde van minimale leasebetalingen
35.764
77.771
6.593
120.128
33.918
80.345
7.549
121.812
Onverdiende financieringslasten De geaccumuleerde waardeverminderingen voor oninbare te vorderen minimale leasebetalingen Debiteuren leasing (€ 1.000)
II. Leasinggever - operationele lease
16.769
4.682
11.145
2.551
2.551 < 1 jaar
14.931
1 jaar < > 5 jaar
> 5 jaar
Totaal 2010
< 1 jaar
Resterende looptijd Toekomstige minimale leasebetalingen onder niet-opzegbare operationele leases (€ 1.000)
III. Leasingnemer - financiële lease
673
< 1 jaar
1.382
1 jaar < > 5 jaar
19
58
Minimale leasebetalingen - rente (-)
-4
-5
Contante waarde van de minimale leasebetalingen
15
53
Uitsplitsing leaseverplichtingen naar activa: Installaties, machines en uitrusting
1 jaar < > 5 jaar
> 5 jaar
Totaal 2009
Resterende looptijd
38
> 5 jaar
2.093
Totaal 2010
945
< 1 jaar
Resterende looptijd Minimale leasebetalingen - totaal
2.326
2.326
2.053
1 jaar < > 5 jaar
70
> 5 jaar
3.068
Totaal 2009
Resterende looptijd 1 1
78
17
-9
-1
69
16
69
33
16
-1 16
0
32 32
Toelichting 14: leasing (vervolg) (€ 1.000)
IV. Leasingnemer- operationele lease Toekomstige minimale leasebetalingen onder niet-opzegbare operationele leases
< 1 jaar
1 jaar < > 5 jaar
36
56
> 5 jaar
Totaal 2010
< 1 jaar
1 jaar < > 5 jaar
> 5 jaar
92
13
35
0
Operationele lease- en subleasebetalingen opgenomen in de winsten verliesrekening
1.937
Totaal 2009 48 1.685
De leasingschulden worden in de toelichting 16 ‘Financiële schulden’ gerapporteerd.
Toelichting 15: voorzieningen Voorzieningen voor garanties
154
Milieuvoorzieningen
Voorzieningen voor gerechtelijke procedures
Overige voorzieningen
(€ 1.000)
Totaal
Voorzieningen - boekjaar 2009 Voorzieningen, beginsaldo
3.933
77
Additionele voorzieningen Toename van bestaande voorzieningen
173
Toename door bedrijfscombinaties
1.137
5.315
49
167
2.259
2.308
1
171
344 15
15
Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-)
-1.021
-1.021
Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-)
-20
Voorzieningen, eindsaldo
-16
-36
3.085
122
167
3.551
6.925
3.085
122
167
3.551
6.925
Voorzieningen - boekjaar 2010 Voorzieningen, beginsaldo Additionele voorzieningen Toename van bestaande voorzieningen
173
61
61
11
184 -274
-428
-243
-309
Overboekingen van (naar) andere posten
-627
-627
Overige toename (afname)
-324
-324
2.083
5.481
Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-)
-57
-29
Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-)
-51
-16
Voorzieningen, eindsaldo
3.150
-68
149
99
In het saldo van 5,5 miljoen euro voorzieningen heeft 1,2 miljoen euro betrekking op huurgaranties gegeven door de vastgoedpoot.
Toelichting 16: financiële schulden (€ 1.000)
< 1 jaar
I. Financiële schulden
1 jaar < > 5 jaar
> 5 jaar
Totaal 2010
< 1 jaar
Resterende looptijd
1 jaar < > 5 jaar
> 5 jaar
Totaal 2009
Resterende looptijd
Leningen van banken
40.613
141.939
29.687
212.239
16.860
243.812
14.972
275.644
Achtergestelde leningen
17.605
32.448
57.095
107.148
7.015
38.747
35.549
81.311
15
18
36
69
16
13
3
Overige financiële schulden
175.382
4.690
180.072
108.755
271
Totaal
233.615
179.095
499.528
132.647
282.843
Financiële lease-overeenkomsten
Liquiditeitsrisico De financiële schulden, na intercompany-eliminatie, zijn afkomstig uit volgende segmenten: KT
LT
1.684
15.845
169.219
174.374
17.605
89.543
Private equity
0
0
Energie en grondstoffen
0
0
45.108
51
233.615
265.913
Bouw, bagger & concessies Vastgoed en aanverwante diensten Financiële diensten
AvH en subholdings Intercompany
-13.900
86.818
32 109.027
50.524
466.014
De schulden aangegaan door NMP ter financiering van de aanleg van de pijpleidingen (13,1 miljoen euro) dragen het meest bij tot de financiële schulden van het segment ‘Bouw, bagger & concessies’. In het kader van de terbeschikkingstelling van de pijpleidingen worden het volledig kapitaal en de intrestlasten doorgerekend aan de gebruiker van de pijpleiding. Leasinvest Real Estate en Extensa Group beschikken bij hun banken over de nodige lange termijn kredietfaciliteiten en back-up lijnen voor hun commercial paper-lijnen om de bestaande en toekomstige investeringsnoden te dekken. Door deze kredietfaciliteiten en back-uplijnen is het financieringsrisico ingedekt. Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende bankiers en anderzijds door de vervaldata van de kredietfaciliteiten te diversifiëren. Leasinvest Real Estate heeft anticipatief haar kredietlijnen bij verschillende banken verlengd met een toename van de gemiddelde duration van 1,7 tot 4,1 jaar als gevolg. De financiële schulden van het segment ‘Financiële diensten’ betreffen de achtergestelde leningen van Bank J.Van Breda & C°. De specifieke bancaire schulden zitten vervat in toelichting 17. De financiële schulden ‘AvH en subholdings’ komen nagenoeg overeen met het door AvH uitgegeven commercial paper. AvH en AvH-CC beschikken over bevestigde kredietlijnen, gespreid over verschillende banken, die de uitstaande CP-verplichtingen ruim overtreffen. Bovenop de financiële schulden onder de vorm van commercial paper heeft het segment nog 65.893.878 euro schulden ten opzichte van andere groepsbedrijven (het betreft deelnemingen die een deel van hun kasoverschotten in deposito brengen bij AvH Coordination Center). Deze bedragen worden uiteraard geëlimineerd in consolidatie.
ii. Schulden (of gedeelte van schulden) gewaarborgd door zakelijke zekerheden gesteld of onherroepelijk beloofd op de activa van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen (€ 1.000)
2010
2009
Leningen van banken
76.289
65.578
Overige financiële schulden Totaal
48.373
39.846
124.663
105.424
Toelichting 17: banken - schulden aan kredietinstellingen, clienten & obligaties (€ 1.000)
i. Schulden aan kredietinstellingen
Reële waarde 2010
Boekwaarde 2009
2010
2009
Rekening-courant / overnight
511
834
511
834
Deposito's met vaste looptijd
157.776
157.644
157.737
157.617
17.665
93.681
17.780
93.318
175.952
252.159
176.028
251.769
Overige deposito's Totaal
ii. Schulden aan cliënten
2010
2009
Rekening-courant / overnight
969.318
937.631
1.034.781
2010
979.832
2009
Deposito's met vaste looptijd
790.142
632.539
777.269
621.246
Overige deposito's - speciale deposito's - gereguleerde deposito's - overige deposito's - depositogarantiesysteem Totaal
20.553
14.454
20.553
15.795
569.493
594.832
590.131
600.009
40.655
39.771
40.656
39.772
1.103
1.103
1.103
1.103
2.391.264
2.220.330
2.464.493
2.257.757
iii. Schuldcertificaten inclusief obligaties
2010
2009
2010
2009
Schuldcertificaten
118.598
121.261
117.637
119.758
Kasbons
3.620
5.941
3.547
5.799
Niet converteerbare obligaties
8.483
8.136
8.226
7.989
130.701
135.338
129.410
133.546
2.697.917
2.607.827
2.769.931
2.643.072
totaal schulden aan kredietinstellingen, clienten & obligaties
De integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° resulteert in de opname van de specifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden. De externe institutionele financiering (interbancair + effecten geplaatst bij institutionelen) betreft slechts 5% van het balanstotaal van Bank J.Van Breda & C°. De belangrijkste financieringsbron is het cliënteel van de bank: vele duizenden lokale ondernemers en beoefenaars van vrije beroepen gebruiken Bank J.Van Breda & C° voor hun beleggingen en dagelijkse werking. Hierdoor beschikt de bank over een stabiele financieringsbron, waarvan de volumes gespreid zijn over een grote groep cliënten. Liquiditeitsrisico Bank J.Van Breda & C° Het liquiditeitsrisico van de bank wordt permanent bewaakt door een proactief Thesauriebeheer, binnen de krijtlijnen van het Asset & Liability Management. Ook in 2010 beschikte de bank over een ruime liquiditeitspositie, gekarakteriseerd door thesaurie-overschotten. Voor haar liquiditeitsbeheer maakt de bank o.a. gebruik van liquiditeitsgaprapporten, ratio-analyse en volumeprognoses op korte en lange termijn. De bank werkt ook met een interne liquiditeitsratio die de liquide activa en de beschikbare liquiditeit uit de beleggingsportefeuille afzet tegenover de kortetermijnverplichtingen. Ook de observatieratio’s die in 2009 door de CBFA werden geïntroduceerd, worden maandelijks opgevolgd. De bank bleef op elk moment ruim binnen de CBFA-normen. In de volgende tabel zijn de activa en passiva gegroepeerd per periode van vervaldagen.
155
Liquiditeitsgap (€ mio)
1 maand
1-3 maand
3-12 maand
1-5 jaar
5-10 jaar
> 10 jaar
Totaal
31/12/2010 Activa
409
141
396
1.317
547
358
3.168
Passiva
799
498
544
917
66
344
3.168
-390
-357
-148
+400
+481
+14
Gap 31/12/2009 Activa
399
140
432
1.221
477
306
2.975
Passiva
810
436
511
838
52
327
2.975
-411
-296
-80
383
425
-21
Gap
156
Bovenstaande tabel houdt rekening met interne assumpties rond de stabiliteit van tegoeden voor producten zonder vervaldag (bijv. zicht - en spaarrekening). Daarenboven heeft de bank een ruime portefeuille obligaties van hoge kwaliteit die gebruikt kunnen worden als buffer om liquiditeitsschommelingen in de thesaurie op te vangen. Eind 2010 bedroeg deze portefeuille 435 miljoen euro (inclusief gelopen rente).
Toelichting 18: financiële instrumenten Renterisico Bank J.Van Breda & C° De bank voert een voorzichtig beleid qua renterisico, ruim binnen de normen van de CBFA (Commissie voor Bank-, Financie- en Assurantiewezen). Daar waar de looptijden van activa en passiva onvoldoende overeenkomen, zet de bank indekkingsinstrumenten in om dit te corrigeren. Dit gebeurt met een combinatie van renteswaps (die de vlottende renteverplichtingen omzetten in vaste) en opties (die bescherming bieden tegen een stijging van de rente boven bepaalde niveaus). Het renterisico wordt o.a. gemeten aan de hand van de Basis Point Value-methodologie. Na een geleidelijke afbouw van het renterisico in 2009 werd er in 2010 voor geopteerd om het renterisico op een relatief laag niveau te houden. De bank voert tevens een uitgebreide rentegapanalyse uit en een scenarioanalyse die rekening houdt met wijzigende marktvoorwaarden, die toelaten de impact van stress-scenario’s te analyseren. Op 31/12/2010 zou een parallelle stijging van de volledige rentecurve met 100 basispunten of 1% het renteresultaat met -0,5 miljoen euro beïnvloeden. Op 31/12/2009 had dit een impact van -1,4 miljoen euro. Renterisico overige integraal geconsolideerde participaties NMP is niet onderhevig aan enig renterisico aangezien de intrestlasten integraal worden doorgerekend aan de gebruikers in het kader van de terbeschikkingstelling van de pijpleidingen. Het indekkingsbeleid van Leasinvest Real Estate is afgestemd om het renterisico voor ongeveer 75% van de financiële schulden veilig te stellen voor een periode van 4-5 jaar en ongeveer 50% voor de volgende 5 jaar. Gezien de schuldfinanciering van Leasinvest Real Estate gebaseerd is op een vlottende rentevoet, bestaat het risico dat bij een stijging van de rentevoeten de financieringskosten oplopen. Dit renterisico wordt ingedekt door financiële instrumenten zoals spot & forward rente-collars en interest rate swaps. De vervaldata van de rente-indekkingen situeren zich tussen 2011 en 2021. Leasinvest Real Estate heeft in 2010 gebruik gemaakt van de historisch lage rentevoeten om de duration van haar indekkingen te verlengen van 1,3 jaar naar 4,5 jaar door nieuwe forward cap’s, interest rate swaps en payer swaptions af te sluiten. Extensa streeft naar een minimale dekking van 50% van de geconsolideerde floating kredieten op korte termijn. In 2010 werden aldus cap opties gekocht voor een totaal notioneel bedrag van 50 miljoen euro over een periode van 7 jaar (2010-2017). Anima Care dekt haar renterisico in door maximaal leningen met een vaste rentevoet aan te gaan. Per eind 2010 bedraagt het uitstaand saldo aan leningen met een flexibele rentevoet 14,72% van de totale schuld. De financiële schulden van de segmenten private equity en AvH en subholdings komen nagenoeg overeen met het door AvH uitgegeven commercial paper (44,8 miljoen euro eind 2010). Per jaareinde 2010 was er geen enkel rente-indekkingsinstrument uitstaand. Sensitivity analyse voor het renterisico Indien de Euribor met 1% zou stijgen, zou dit een toename van de rentelasten met zich meebrengen van 0,9 miljoen euro (Extensa), 0,9 miljoen euro (Leasinvest Real Estate), 0,01 miljoen euro (Anima Care) en 0,4 miljoen euro (AvH en subholdings). Dit houdt evenwel geen rekening met de impacten die we zouden terugvinden op het actief. Bij Van Laere is de impact quasi nihil wegens indekking of vaste rentevoeten.
Toelichting 18: financiële instrumenten (vervolg) (€ 1.000)
Notioneel bedrag 2010
Indekking van het renterisico van een portefeuille
Boekwaarde 2010
Notioneel bedrag 2009
Boekwaarde 2009
Activa Reële waarde indekking Kasstroomindekking
66.182
260
127.439
1.437
50.076
78
< 1 jaar > 1 jaar
1.697
78
Passiva Reële waarde indekking Kasstroomindekking
67.273
724
432.136
14.795
384.636
18.174
< 1 jaar
444
247
> 1 jaar
15.075
17.927
157 (€ 1.000)
Winst 2010
Aanpassingen aan de reële waarde van indekkingsinstrumenten
Verlies 2010
Winst 2009
Verlies 2009
Reële waarde indekking van renterisico Reële waarde wijzigingen van de ingedekte positie
-665
Reële waarde wijzigingen van de indekkingsderivaten
711
Gespreide inresultaatname van reële waarde ingedekte positie bij aanvang
811
Kasstroomindekking van het renterisico Reële waarde wijzigingen van de indekkingsderivaten - ineffectief gedeelte
1.401
27
Inresultaatname van initiële intrinsieke waarde van indekkingsinstrumenten volgens het bij aanvang verwachte cashflowpatroon
-660
-35
Erkend in eigen vermogen
-1.165
Verlies 2010
1.946
Reële waarde wijzigingen van de indekkingsderivaten - effectief gedeelte
Erkend in eigen vermogen
Verlies 2009
-7.932
Stopzetting kasstroomindekking
-732
4
-4.530
Afgeleide financiële instrumenten voor handelsdoeleinden (€ 1.000) Volgens soort
Rente
Volgens type
Option
Boekwaarde Activa 2010
Notioneel bedrag
Passiva 2010
Te ontvangen (activa) 2010
45
Te leveren (passiva) 2010
Te ontvangen (activa) 2009
Te leveren (passiva) 2009
134.162
207
2.223
3.344
285.000
684
3.397
205.000
IRS
3.479
3.965
68.000
4.518
4.357
140.500
106.455
14
52
40.000
130.000
1.810
7.808
8.946
136.818
Overige
1.919
Equity option
1.579
1.665 1.907
7.408
FX forward
174.801
6.484 8.946
Overige Valuta (FX)
Notioneel bedrag
Passiva 2009
Cap/Floor/Collar FRA
Aandelen
Boekwaarde Activa 2009
1.580
6.223
78 459
912
15.882
36.579
906
667
30.470
33.528
512.117
182.343
604.802
278.929
FX option Totaal
9.704
10.128
14.471
10.283
< 1 jaar
451
970
919
1.316
> 1 jaar
7.334
9.158
6.990
8.967
Obligaties in trading
1.919
6.484
Aandelen in trading
0
78
Deze rubriek bevat de indekkingsinstrumenten, waarop Bank J.Van Breda & C°, Extensa Group en Leasinvest Real Estate beroep doen, die niet voldoen aan de criteria voor hedging.
Toelichting 19: belastingen I. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen opgenomen in de balans (€ 1.000)
Activa 2010
Immateriële vaste activa
-464
Materiële vaste activa
412
Vastgoedbeleggingen Afgeleide financiële instrumenten
158
-230 4.001
-4.167
-391
683
-1.074
-395
2.507
-2.903
6.195
401
5.794
7.371
-39
7.410
2.235
-2.235
1.759
-1.759
711
-711
-365
-1.149
-230
746 -3.252
-746 -3.252
1.081
-1.081
733
-733
38
202
-164
186
-186
24
144
-418
Overige passiva
-121
39
-418
-427
223
-183 -427
2.372
-2.372
2.463
-2.463
6.365
-711
7.076
6.875
-1.878
8.753
10.247
11.681
-1.434
9.815
10.700
-885
Fiscale verliezen Totaal
Netto 2009
-166
Overige activa Pensioenverplichtingen
Verplicht. 2009
-464
-1.514
Overheidssubsidies
Activa 2009
-4.515
LT vorderingen
Voorzieningen
Netto 2010
4.927
Voorraad en onderhanden projecten Geldbeleggingen
Verplicht. 2010
De evolutie van de netto-uitgestelde belastingvorderingen en- verplichtingen is voornamelijk toe te wijzen aan de evolutie van de herwaarderingsreserves ‘Effecten beschikbaar voor verkoop’ en ‘Afgeleide financiële instrumenten’ alsook van de fiscale verliezen.
II. Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen 6.658
6.658
6.816
6.816
Andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen (*)
Niet-geboekte fiscale verliezen
18.831
18.831
12.120
12.120
Totaal
25.488
25.488
18.936
0
0
18.936
(*) De andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen betreffen voornamelijk bedragen waarvan de recuperatie in de tijd begrensd is en afhankelijk is van de mate waarin tijdens die periode belastbaar resultaat wordt geboekt. Vorderingen die voortkomen uit terugvordering van niet aangewende DBI-overschotten zijn niet in dit overzicht opgenomen. 2010
2009
-12.117
-11.742
70
432
-12.048
-11.310
Herkomst en terugboeking van tijdelijke verschillen
1.662
2.830
Toevoeging (gebruik) van fiscaal overdraagbare verliezen
-1.645
791
III. Actuele en uitgestelde belastinglasten (-baten) Actuele belastingen, netto Belastingen op het resultaat van het boekjaar Aanpassingen aan belastingen van voorgaande perioden Totaal Uitgestelde belastingen, netto
Totaal Totaal actuele en uitgestelde belastingslasten (-baten)
17
3.621
-12.031
-7.690
IV. Aansluiting tussen toepasselijk en effectief belastingtarief Winst (verlies) vóór belasting
205.005
153.468
Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-)
-135.425
-103.267
69.579
50.201
Toepasselijk belastingtarief (%)
33,99%
33,99%
Belastingen op basis van het toepasselijk belastingtarief
-23.650
-17.063
Impact van tarieven in andere rechtsgebieden
596
749
Impact van niet-belastbare inkomsten
10.554
10.131
Impact van niet-aftrekbare kosten
-5.393
-5.421
Impact van teruggenomen (aangewende) fiscale verliezen
-375
-302
Impact van over(onder)schattingen voorgaande perioden
-76
-426
6.313
4.643
Overige toename (afname) Belasting op basis van het effectief belastingtarief
-12.031
-7.690
Winst (verlies) vóór belasting
205.005
153.468
Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-)
-135.425
-103.267
69.579
50.201
17,29%
15,32%
Effectief belastingtarief (%)
Toelichting 20: aandelenoptieplannen 1. ‘Equity settled’ optieplan AvH per 31 december 2010 Jaar van aanbod
Aantal toegekende opties
1999
10.650
-9.750
-900
0
30,00
01/01/2003 - 25/03/2010
2000
15.650
-14.650
-1.000
0
28,26
01/01/2004 - 12/01/2011
2001
109.500
-30.000
-10.500
69.000
32,33
01/01/2005 - 07/02/2012
2002
1.000
-1.000
0
30,65
01/01/2006 - 06/02/2013
2003
38.500
-34.000
1.000
15,98
01/01/2007 - 31/01/2011 + 5j
2004
32.500
-14.500
18.000
19,02
01/01/2008 - 26/01/2012 + 5j
2005
44.500
-1.000
43.500
27,08
01/01/2009 - 24/01/2013 + 5j
2006
46.000
-500
45.500
46,09
01/01/2010 - 03/01/2014 + 5j
2007
45.000
45.000
62,12
01/01/2011 - 08/01/2015 + 5j
2008
46.500
-2.000
44.500
66,05
01/01/2012 - 02/01/2016 + 5j
2009
49.500
-2.000
47.500
37,02
01/01/2013 - 05/01/2017
2010
49.000
49.000
52,05
01/01/2014 - 04/01/2018
488.300
Aantal uitgeoefende opties
Aantal vervallen opties
-3.500
-105.400
-19.900
Saldo
Uitoefenprijs (euro)
Uitoefentermijn
363.000
Het aandelenoptieplan van AvH, dat in maart 1999 werd goedgekeurd, beoogt de motivatie op lange termijn van uitvoerende bestuurders, leden van het executief comité, kaderleden en consulenten wiens activiteit essentieel is voor het succes van de groep. De opties geven recht op de verwerving van evenveel aandelen Ackermans & van Haaren. Het remuneratiecomité is belast met de opvolging van dit plan en met de selectie van de begunstigden. De opties worden gratis aangeboden en hebben een looptijd van 8 jaar. Conform de mogelijkheid geboden door de programmawet van 24 december 2002 werd in 2002 de looptijd van alle vóór 2003 uitstaande opties met drie jaar verlengd. De vennootschap heeft tevens van de mogelijkheid gebruik gemaakt om, binnen de grenzen bepaald door de Economische Herstelwet van 27 maart 2009, de uitoefentermijn van de opties die de vennootschap tussen 2 november 2002 en 31 augustus 2008 heeft aangeboden, zonder bijkomende last, met maximum 5 jaar te verlengen. IFRS 2 werd toegepast op de aandelenopties toegekend na 7 november 2002. De reële waarde per 31 december 2010 van de uitstaande opties 2003 tot en met 2010 bedraagt 3,9 miljoen euro en is berekend door een externe partij aan de hand van het Monte Carlo model, waarvan de voornaamste kenmerken:
Jaar toekenning
Beurskoers (€)
Dividend rendement
Volatiliteit
Intrestvoet
Fair Value (€)
Verwachte levensduur
Black & Scholes Value (€)
Verloop begunstigden
2003
15,75
3,24%
38,11%
3,46%
4,96
6,70
5,18
1,33%
2004
22,20
2,30%
28,09%
3,69%
7,10
6,10
7,67
1,33%
2005
28,06
1,92%
20,36%
3,16%
6,16
6,24
6,79
1,33%
2006
47,60
1,37%
18,10%
3,23%
10,22
5,95
11,94
1,33%
2007
66,90
1,35%
22,05%
4,04%
18,43
5,75
21,74
1,33%
2008
65,85
1,75%
20,24%
4,34%
14,84
5,90
17,78
1,33%
2009
37,02
2,66%
42,84%
3,39%
14,70
6,50
15,47
1,33%
2010
52,23
2,66%
34,34%
3,28%
16,74
7,29
16,53
1,33%
In 2010 werden 49.000 nieuwe aandelenopties toegekend met een uitoefenprijs van 52,05 euro per aandeel. De reële waarde bij toekenning werd vastgelegd op 0,8 miljoen euro en wordt over de ‘vesting’-periode van 4 jaar in resultaat genomen. Ter indekking van de uitstaande optieverplichtingen heeft AvH in totaal 393.000 eigen aandelen in portefeuille. 2. ‘Cash settled’ optie- en warrantenplannen bij de geconsolideerde dochterondernemingen van AvH De begunstigden van de optieplannen van Van Laere, Bank Delen, Bank J.Van Breda & C°, BDM en ASCO beschikken over een verkoopoptie lastens de respectievelijke moedervennootschappen Anfima, Delen Investments, Finaxis en AvH (die zelf over een koopoptie en een voorkooprecht beschikken om te verhinderen dat de aandelen zouden worden overgedragen aan derden). Deze optieplannen betreffen dus niet-beursgenoteerde aandelen, waarbij de waardebepaling in het optieplan is vastgelegd. De waardebepaling van de optieprijs is (afhankelijk van het optieplan) gebaseerd op de aangroei van het eigen vermogen, een multiple op de aangroei van de geconsolideerde winst of een marktwaardebepaling van de vennootschap. De waardering van de warranten toegekend aan de begunstigden van DEME, is gebaseerd op een multiple van de geconsolideerde cashflow. Conform IFRS 2 zit de impact van deze optie- en warrantenplannen op basis van de best mogelijke inschattingen in de schulden vervat. Deze schulden worden herzien ten gevolge van uitoefening, nieuwe toekenning of aanpassing van de parameters. Deze toe- of afnames van de schulden betekenen een kost respectievelijk opbrengst in de resultatenrekening. De totale schuld van de optie- en warrantenplannen van de integraal geconsolideerde ondernemingen per 31 december 2010 bedraagt 5,3 miljoen euro. 3. Eigen aandelen ingekocht In het kader van het bovenvermelde aandelenoptieplan AvH werden in de loop van 2010 54.068 eigen aandelen ingekocht alsook 41.300 verkocht ten gevolge van de uitoefeningen die in 2010 plaats vonden. Het totaal aantal eigen aandelen per eind december 2010 bedraagt 393.000.
159
Toelichting 21: niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen (€ 1.000)
2010
2009
Persoonlijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden of verplichtingen van derden
98.988
128.292
Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, als waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen
65.772
59.192
Goederen en waarden gehouden door derden in hun naam maar ten bate en op risico van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen voor zover deze goederen en waarden niet in de balans zijn opgenomen
10.832
12.311
Verplichtingen tot aankoop van vaste activa
54.803
80.821
Verplichtingen tot verkoop van vaste activa
373.312
288.347
315.974
343.911
- Financiële garanties
45.104
46.645
- Repo transacties + zakelijke zekerheden
90.290
50.290
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen van banken (Bank J.Van Breda & C°) - Kredietengagementen
160 De persoonlijke zekerheden zijn in 2010 samengesteld uit 48,9 miljoen euro aan garanties m.b.t. de vastgoedprojecten van Extensa en 35,2 miljoen garanties m.b.t. de bouwwerven van Algemene Aannemingen Van Laere. Het saldo van 14,9 miljoen euro betreffen waarborgen gesteld door AvH en subholdings (inclusief private equity) in het kader van de verkoop van participaties. De afname tegenover 2009 is voornamelijk het gevolg van het verlopen van de termijn voor verschillende garanties op niveau van AvH en subholdings. De zakelijke zekerheden bestaan voor 34,0 miljoen euro uit zekerheden gesteld door Extensa in het kader van haar activiteiten in de grond- en projectontwikkeling. Daarnaast vinden we voor 15,9 miljoen euro aan zekerheden bij Anima Care in het kader van de financiering van het vastgoed en 13,1 miljoen euro bij NMP in de vorm van in pand gegeven transportovereenkomsten. Het saldo komt toe aan zekerheden bij Algemene Aannemingen Van Laere. De onderaannemers van Algemene Aannemingen Van Laere hebben voor 10,8 miljoen euro aan waarborgen gesteld. De verplichtingen tot aankoop van vaste activa zijn voor 28,3 miljoen euro voor rekening van Leasinvest Real Estate en betreffen naast de tweede fase van Canal Logistics (opslagruimte te Brussel) ook het Rijksarchief Brugge. Het saldo is voornamelijk afkomstig van AvH en subholdings (inclusief private equity) en omvat ondermeer opties in het kader van aandelenoptieplannen of in het kader van aandeelhoudersovereenkomsten binnen private equity. De verplichtingen tot verkoop van vaste activa vertegenwoordigen call-opties op de activa van AvH en subholdings (inclusief private equity) ten belope van 281,8 miljoen euro. De toegekende aankoopopties op operationele leasingcontracten en op vastgoedbeleggingen bij Extensa Group en Leasinvest Real Estate alsook de verkoopverplichting Rijksarchief Brugge bij Algemene Aannemingen Van Laere verklaren de resterende 91,5 miljoen euro.
Toelichting 22: tewerkstelling I. Gemiddeld personeelsbestand
2010
2009
Bedienden en directie
699
651
Arbeiders
360
395
II. Personeelskosten (€ 1.000)
2010
2009
Bezoldigingen en sociale lasten
-63.012
-62.074
Pensioenkosten (vaste bijdragen en te bereiken doel)
-2.729
-2.514
Aandelenoptieplannen
-1.641
-1.421
-67.382
-66.008
2010
2009
Totaal In de hoofdzetel van Ackermans & van Haaren zijn 34 mensen tewerkgesteld.
Toelichting 23: pensioenverplichtingen (€ 1.000) Te bereiken doel plannen
310
116
Andere pensioenverplichtingen (brugpensioen)
1.961
1.795
Totaal pensioenverplichtingen
2.271
1.911
Totaal pensioenactiva
I. Te bereiken doel pensioenplannen
665
655
2010
2009
1. Bedragen opgenomen in balans Nettoverplichtingen (-vorderingen) uit hoofde van gefinancierde te bereiken doel plannen
-605
-733
Contante waarde van volledig of gedeeltelijk gefinancierde verplichtingen
2.595
2.279
Reële waarde van fondsbeleggingen (-)
-3.200
-3.012
249
194
-355
-539
Niet-opgenomen actuariële winsten (verliezen) Verplichtingen (-vorderingen) uit hoofde van te bereiken doel plannen, totaal Verplichtingen
310
116
Activa (-)
-665
-655
(€ 1.000)
2010
2009
2. Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening
341
150
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten
394
154
Rentekosten
108
126
Verwacht rendement op fondsbeleggingen (-)
-150
-134
-12
5
Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, beginsaldo
-539
-527
Betaalde bijdragen (-)
-157
-163
Opgenomen lasten
341
150
-355
-539
Opgenomen actuariële (winsten) verliezen, netto 3. Bewegingen in de verplichtingen (-vorderingen) uit hoofde van te bereiken doel plannen
Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, eindsaldo 4. Voornaamste actuariële veronderstellingen Disconteringsvoet
4,50-5,00%
4,55%-5,25%
Verwacht rendement op fondsbeleggingen
4,25%-5,00%
4,75%-5,00%
Verwacht percentage van loonsverhogingen
2,00%-3,50%
2,00%-3,50%
2,00%
2,00%
Percentage dat de tendens voor medische kosten weerspiegelt
II. Pensioenplannen met vaste bijdrage Totaal kosten opgenomen in de resultatenrekening
-2.519
-2.450
De te bereiken doel pensioenplannen betreffen voornamelijk de plannen bij AvH en subholdings.
Toelichting 24: beëindiging van bedrijfsactiviteiten Sinds 2006 vonden geen beëindiging van bedrijfsactiviteiten plaats.
Toelichting 25: verbonden partijen
TOTAAL 2009
Andere verbonden partijen
Geassocieerde deelnemingen
Private equity participaties
TOTAAL 2010
Dochterondernemingen
Boekjaar 2009 Andere verbonden partijen
Geassocieerde deelnemingen
Private equity participaties
Boekjaar 2010 Dochterondernemingen
(€ 1.000)
I. Activa jegens verbonden partijen Financiële vaste activa
8.844
38.418
Vorderingen en borgtochten: bruto
8.844
38.418
35.952
2.223
Vorderingen Handelsvorderingen
0
430
0
0
78
Overige vorderingen: bruto
35.874
2.223
430
Overige vorderingen: WV
47.262
6.992
39.009
47.262
6.992
39.009
0
38.606
41.665
2.318
380
78
148
38.527
41.923
2.318
380
0
-405
0
46.001 46.001
0
44.363 148 44.620 -405
Banken - vorderingen kredietinst. & cliënten
3.494
0
1.500
0
4.994
2.620
0
1.610
0
4.230
Overlopende rekeningen - activa
1.379
1.794
247
0
3.420
2.273
2.077
46
0
4.396
49.669
42.435
2.177
0
94.281
53.550
43.403
2.036
0
98.989
6.835
0
0
0
6.835
250
0
2.725
0
2.975
TOTAAL
II. Verplichtingen jegens verbonden partijen Financiële schulden Achtergestelde leningen Overige financiële schulden Overige schulden
0 6.835 487
0
0
0
Handelsschulden Overige schulden Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten en obligaties Overlopende rekeningen - passiva TOTAAL
2.725
6.835
250
487
3.261
250 0
0 487
487
3.261
2.725
1.642
0
4.902
149
149
1.492
4.753
138.435
0
1.123
0
139.558
138.807
0
716
0
139.523
274
0
69
0
343
137
0
72
0
209
146.031
0
1.192
0
147.223
142.454
0
5.155
0
147.610
161
Toelichting 25: verbonden partijen (vervolg) Andere verbonden partijen
TOTAAL 2010
Dochterondernemingen
Private equity participaties
Geassocieerde deelnemingen
Andere verbonden partijen
Bedrijfsopbrengsten
12.531
50
102
3
12.686
10.658
30
104
3
10.795
Verrichting van diensten
1.370
50
40
3
1.463
1.472
30
30
3
1.535
172
15 9.110
TOTAAL 2009
Geassocieerde deelnemingen
Boekjaar 2009
Private equity participaties
Boekjaar 2010
Dochterondernemingen
(€ 1.000)
III. Transacties tussen verbonden partijen
162
Renteopbrengsten bancaire activiteiten
110
Ontvangen provisies bancaire diensten
10.996
10.996
Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden
17
17
Overige bedrijfsopbrengsten
38
38
61
Overige exploitatiebaten
893
11.209
12.540
602
6.631
Rente op vorderingen financiële vaste activa
878
2.385
3.263
530
2.796
9.154
25
123
Dividenden
62
77
8.717
76
15
107
1
Exploitatielasten (-)
-1.132
0
-3.685
Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-)
-1.085
Overige exploitatiebaten
Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-)
-21
Overige exploitatielasten (-)
-26
361 361
0
-39 -3.646
Financieringsopbrengsten
1.757
34
27
Renteopbrengsten
1.757
34
27
Financieringslasten (-)
-211
0
-55
Rentelasten
-211
0
0
-55
74
89 9.110 0 61
24
348
7.605
3.706
22
348
4.102
47
129
1
-4.817
-2.102
0
-4.200
-1.124
-2.178
-21
104
-3.672
-28
1.818
1.917
6
9
1.818
1.917
6
9
-266
-83
0
-315
-266
-83
3.326 177 0
-6.302
-33
-2.211
-4.167
-4.195
104
0
1.931 0
-315
IV. Vergoedingen
1.931
-399 -399
2010
2009
256
217
Vergoeding van de bestuurders Tantièmes ten laste van AvH Vergoeding van de leden van het executief comité Vaste vergoeding
1.984
1.987
Variabele vergoeding
1.498
1.168
Groeps- en hospitalisatieverzekering
280
305
Voordeel in natura (bedrijfswagen)
19
17
De leden van het executief comité kunnen door de uitoefening van hun aandelenopties per eind 2010 op termijn in totaal 278.500 aandelen AvH verwerven
v. De commissaris Ernst & Young heeft de volgende bezoldigingen ontvangen voor: AvH
Dochterondernemingen(1)
35
790 11
11
4(2)
158
162
3
3
39
963
1.002
(€ 1.000) De uitoefening van een mandaat
AvH
Dochterondernemingen(1)
Totaal 2010 825
Totaal 2009 35
873
908
6
6
18
105
124
3
3
53
987
1.041
Bijzondere opdrachten - Andere controle-opdrachten - Belastingadviesopdrachten - Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten Totaal (1) (2)
Inclusief gemeenschappelijke dochterondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Er werd een bijkomende vergoeding betaald van 3.800 euro (excl. btw) aan Ernst & Young Tax Consultants CV voor fiscale adviezen.
Toelichting 26: winst per aandeel i. Voortgezette en beëindigde activiteiten
2010
2009
Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000)
160.804
117.450
33.103.904
33.137.604
4,86
3,54
Gewogen gemiddeld aantal aandelen(1) Winst per aandeel (€) Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) Gewogen gemiddeld aantal aandelen(1) Impact aandelenopties Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen Verwaterde winst per aandeel (€)
iI. Voortgezette activiteiten Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) Gewogen gemiddeld aantal aandelen(1) Winst per aandeel (€) Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) Gewogen gemiddeld aantal aandelen(1) Impact aandelenopties Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen Verwaterde winst per aandeel (€) (1)
160.804
117.450
33.103.904
33.137.604
85.586
72.345
33.189.490
33.209.949
4,85 2010
3,54 2009
160.804
117.450
33.103.904
33.137.604
4,86
3,54
160.804
117.450
33.103.904
33.137.604
85.586
72.345
33.189.490
33.209.949
4,85
3,54
Op basis van uitgegeven aandelen, gecorrigeerd voor eigen aandelen in portefeuille
Toelichting 27: voorgestelde en uitgekeerde dividenden (€ 1.000)
i. Vastgesteld en uitgekeerd gedurende het jaar
2010
2009
-47.700
-46.078
Dividend op gewone aandelen: - Slotdividend 2009: 1,44 euro per aandeel (2008: 1,39 euro per aandeel)
ii. Voorgesteld ter goedkeuring door de algemene vergadering Dividend op gewone aandelen: - Slotdividend 2010: 1,55 euro per aandeel (uitkering aan eigen aandelen uitgesloten)
-51.311
iiI. Dividend per aandeel (€) Bruto
1,5500
1,4400
Netto
1,1625
1,0800
1,3175
1,2240
Met VVPR strip Netto
163
VerslAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING DER AANDEELHOUDERS VAN ACKERMANS & VAN HAAREN NV OVER DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2010 Overeenkomstig de wettelijke bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening evenals de vereiste bijkomende vermeldingen en inlichtingen.
164
Verklaring zonder voorbehoud over de geconsolideerde jaarrekening Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van Ackermans & van Haaren NV en haar dochterondernemingen (samen ‘de Groep’) over het boekjaar afgesloten op 31 december 2010, opgesteld overeenkomstig de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie, en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. Deze geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans afgesloten op 31 december 2010, de geconsolideerde resultatenrekening, het geconsolideerde kasstroomoverzicht en het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2010, alsook het overzicht van de belangrijkste waarderingsregels en andere toelichtingen. Het geconsolideerde balanstotaal bedraagt 5.603.675 (000) euro en de geconsolideerde winst van het boekjaar, aandeel van de Groep, bedraagt 160.804 (000) euro. Verantwoordelijkheid van de raad van bestuur voor het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening Het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Deze verantwoordelijkheid omvat: het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of het maken van fouten bevat; het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels, en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de commissaris Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Overeenkomstig deze controlenormen hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controle-informatie over de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De keuze van deze controlewerkzaamheden hangt af van onze beoordeling alsook van onze inschatting van het risico dat de geconsolideerde jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of het maken van fouten. Bij het maken van onze risico-inschatting houden wij rekening met de bestaande interne controle van de Groep met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening ten einde in de gegeven omstandigheden de gepaste werkzaamheden te bepalen, maar niet om een oordeel te geven over de effectiviteit van de interne controle van de Groep. Wij hebben tevens de gegrondheid van de waarderingsregels en van de consolidatiegrondslagen, de redelijkheid van de betekenisvolle boekhoudkundige schattingen gemaakt door de Groep, alsook de voorstelling van de geconsolideerde jaarrekening, als geheel beoordeeld. Ten slotte hebben wij van de raad van bestuur en van de verantwoordelijken van de Groep de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de financiële toestand van de Groep per 31 december 2010, en van zijn resultaat en kasstromen voor het boekjaar afgesloten op die datum, in overeenstemming met de IFRS zoals aanvaard binnen de Europese Unie, en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. Bijkomende vermeldingen en inlichtingen Het opstellen en de inhoud van het geconsolideerd jaarverslag vallen onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermeldingen en inlichtingen op te nemen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen: Het geconsolideerd jaarverslag behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de geconsolideerde jaarrekening. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over de beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee de gezamenlijke in de consolidatie opgenomen ondernemingen worden geconfronteerd, alsook van hun positie, hun voorzienbare evolutie of de aanmerkelijke invloed van bepaalde feiten op hun toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwel bevestigen dat de verstrekte gegevens geen onmiskenbare inconsistenties vertonen met de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat.
Antwerpen, 19 april 2011 Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA Commissaris Vertegenwoordigd door Christel Weymeersch Marnix Van Dooren Vennoot Vennoot
165
Enkelvoudige jaarrekening Overeenkomstig artikel 105 W. Venn. wordt hierna een verkorte versie weergegeven van de enkelvoudige jaarrekening Ackermans & van Haaren. De volledige jaarrekening wordt overeenkomstig de artikelen 98 en 100 W. Venn. samen met het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris neergelegd bij de Nationale Bank van België. De commissaris heeft met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening een goedgekeurde verklaring zonder voorbehoud gegeven. De volledige jaarrekening, het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris liggen ter inzage op de zetel van de vennootschap en zijn op eenvoudig verzoek verkrijgbaar. De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld conform de Belgische boekhoudwetgeving. Adres: Begijnenvest 113, 2000 Antwerpen - Tel. +32 3 231 87 70 - Fax +32 3 225 25 33 - E-mail
[email protected]
Balans (€ 1.000)
Nota’s
2010
2009
2008
1.239.710
1.253.511
1.267.308
0
11
28
12.707
13.148
13.668
9.048
9.383
9.713
C. Meubilair en rollend materieel
749
793
869
D. Leasing en soortgelijke rechten
64
27
42
2.846
2.945
3.044
1.253.612
Activa 166
Vaste activa I. Oprichtingskosten II. Immateriële vaste activa III. Materiële vaste activa
(1)
A.Terreinen en gebouwen
E. Overige materiële vaste activa F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen IV. Financiële vaste activa
1.227.003
1.240.352
A. Verbonden ondernemingen
1.186.038
1.160.822
1.165.782
I. Deelnemingen
1.172.627
1.145.855
1.140.173
(2)
2. Vorderingen
13.411
14.967
25.609
24.482
54.525
57.492
24.482
52.294
57.492
0
2.231
0
C. Andere financiële vaste activa
16.483
25.005
30.338
I. Aandelen
16.481
25.003
30.336
2
2
2
65.544
45.710
51.784
B. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat
(3)
I. Deelnemingen 2. Vorderingen
2. Vorderingen en borgtochten in contanten
Vlottende activa V. Vorderingen op meer dan één jaar A. Handelsvorderingen B. Overige vorderingen VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering A. Voorraden 1. Grond-en hulpstoffen 2. Goederen in bewerking 3. Gereed product 4. Handelsgoederen 5. Onroerende goederen 6. Vooruitbetalingen B. Bestellingen in uitvoering VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar
3.979
4.576
5.192
A. Handelsvorderingen
1.652
2.288
2.021
B. Overige vorderingen
2.327
2.288
3.171
60.359
38.189
44.982
17.885
16.886
9.575
B. Overige beleggingen
42.474
21.303
35.407
IX. Liquide middelen
493
2.137
573
X. Overlopende rekeningen
713
808
1.037
1.305.254
1.299.221
1.319.092
(4)
VIII. Geldbeleggingen A. Eigen aandelen
totaal der activa
(5)
Balans (€ 1.000)
Nota’s
2010
2009
2008
Passiva Eigen vermogen
761.172
760.227
643.062
I. Kapitaal
2.295
2.295
2.295
A. Geplaatst kapitaal
2.295
2.295
2.295
111.612
111.612
111.612
56.381
53.255
50.026
248
248
248
B. Onbeschikbare reserves
17.920
16.921
13.743
1. Eigen aandelen
17.886
16.887
13.709
34
34
34
38.213
36.086
36.035
590.884
593.065
479.129
0
0
0
544.082
538.994
676.030
VIII. Schulden op meer dan één jaar
51
12
28
A. Financiële schulden
51
12
28
543.564
538.443
674.430
14
16
14
488.709
487.385
625.005
(6)
B. Niet opgevraagd kapitaal (-) II. Uitgiftepremies III. Herwaarderingsmeerwaarden IV. Reserves A. Wettelijke reserve
2. Andere C. Belastingvrije reserves D. Beschikbare reserves V. Overgedragen winst Overgedragen verlies (-) VI. Kapitaalsubsidies
Voorzieningen en uitgestelde belastingen VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten 1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 2. Belastingen 3. Grote herstellings- en onderhoudswerken 4. Overige risico's en kosten B. Uitgestelde belastingen
Schulden
B. Handelsschulden C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen D. Overige schulden IX. Schulden op ten hoogste één jaar A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen B. Financiële schulden
(7)
1. Kredietinstellingen 2. Overige leningen
488.709
487.385
625.005
C. Handelsschulden
195
402
346
1. Leveranciers
195
402
346
1.533
1.106
1.466
E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 1. Belastingen 2. Bezoldigingen en sociale lasten F. Overige schulden X. Overlopende rekeningen totaal der passiva
(8)
160
120
190
1.373
986
1.276
53.113
49.534
47.599
467
539
1.572
1.305.254
1.299.221
1.319.092
167
Enkelvoudige jaarrekening Resultatenrekening (€ 1.000)
Nota’s
2010
2009
2008
Kosten 5.801
8.701
31.035
483
558
703
5.148
5.512
5.564
D. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
907
759
666
E. Diverse lopende kosten
112
102
84
F. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële vaste activa en materiële vaste activa
633
639
629
3.534
19
102.990
612
0
48.084
2.922
19
54.906
0
0
0
19.115
33.103
5.132
0
3
2
17.660
32.967
5.078
3. Van vlottende activa
1.455
133
52
J. Uitzonderlijke kosten
0
30
0
K. Belastingen
0
240
0
53.121
165.617
0
53.121
165.617
0
649.186
644.746
527.409
53.121
165.617
-14.158
2. Overgedragen winst van het vorige boekjaar
596.065
479.129
541.567
Totaal
649.186
644.746
527.409
A. Kosten van schulden
(9)
B. Andere financiële kosten C. Diensten en diverse goederen
168
G. Waardeverminderingen
(10)
1. Op financiële vaste activa 2. Op vlottende activa H. Voorzieningen voor risico's en kosten I. Minderwaarde bij realisatie 1. Van materiële en immateriële vaste activa 2. Van financiële vaste activa
L. Winst van het boekjaar
(11)
M. Overboeking naar belastingvrije reserves N. Te bestemmen winst van het boekjaar
Resultaatverwerking A. Te bestemmen winstsaldo 1. Te bestemmen resultaat van het boekjaar
Resultatenrekening (€ 1.000)
Nota’s
2010
2009
2008
Opbrengsten 65.948
162.650
114.610
63.836
159.990
111.714
2. Interesten
966
1.462
1.745
3. Tantièmes
1.146
1.198
1.151
1.107
806
2.460
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
(12)
1. Dividenden
B. Opbrengsten uit vlottende activa
(13)
C. Andere financiële opbrengsten D. Opbrengsten uit geleverde diensten E. Andere lopende opbrengsten
124
4
6
2.541
3.648
2.531
276
322
281
9.211
47.759
0
8.552
37.614
659
10.145
9.369
91
12.757
10
5
12.220
9.010
30
537
349
56
F. Terugnemingen van afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële en immateriële vaste activa G. Terugnemingen van waardeverminderingen
(14)
1. Op financiële vaste activa 2. Op vlottende activa H. Terugnemingen van voorzieningen voor risico's en kosten I. Meerwaarde bij realisatie 1. Van immateriële en materiële vaste activa 2. Van financiële vaste activa 3. Van vlottende activa J. Uitzonderlijke opbrengsten
(15)
278
K. Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen 0
0
14.158
0
0
14.158
C. Toevoeging aan het eigen vermogen
3.125
3.229
1.506
3. Aan de overige reserves
3.125
3.229
1.506
D. Over te dragen resultaat
590.884
593.065
479.129
1. Over te dragen winst
590.884
593.065
479.129
F. Uit te keren winst
52.177
48.452
46.774
1. Vergoeding van het kapitaal
51.921
48.235
46.561
2. Bestuurders of zaakvoerders
256
217
213
646.186
644.746
527.409
L. Verlies van het boekjaar M. Onttrekking aan de belastingvrije reserves N. Te bestemmen verlies van het boekjaar
Resultaatverwerking
Totaal
169
Commentaren bij de enkelvoudige jaarrekening
Balans
Resultatenrekening
Activa 1. Materiële vaste activa: hebben voornamelijk betrekking op de terreinen en gebouwen gelegen in Antwerpen aan de Begijnenvest nrs 105 en 113 en in de Schermersstraat nrs 42-44. Sinds 1 januari 2008 heeft Leasinvest Real Estate zijn intrek genomen in het gebouw gelegen in de Schermersstraat 42 en werden de desbetreffende activa overgeboekt naar overige materiële vaste activa. 2. Financiële vaste activa: de voornaamste beweging in de portefeuille van Ackermans & van Haaren in 2010 betreffen de kapitaalsverhogingen bij Oriental Quarries & Mines en Financière Duval. Verder werd 2010 gekenmerkt door vervolginvesteringen in Anima Care, Gulf Lime en de oprichting van Rent-A-Port Energy alsook de verkoop van Asco Life. In 2010 verkocht Ackermans & Van Haaren tevens 225.000 aandelen KBC. 3. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat: de daling ten opzichte van jaareinde 2009 wordt verklaard door de overboeking van de participatie in Groupe Financière Duval naar verbonden ondernemingen als gevolg van de in 2010 gerealiseerde kapitaalsverhoging. Dit hangt samen met de verwerking van de herschikking en verhoging van het belang in Groupe Financière Duval. Als gevolg van het gestegen belangenpercentage werd deze deelneming overgeboekt naar ‘verbonden ondernemingen’. 4. Vorderingen op ten hoogste één jaar: onder deze post vinden we onder andere de terug te vorderen directe belastingen. 5. Eigen aandelen: de post ‘eigen aandelen’ is gestegen met de nettoinkoop van 12.768 eigen aandelen in 2010 ter indekking van het aandelenoptieplan.
Kosten 9. Financiële kosten: de financiële kosten bleven ook in 2010 op een laag peil n.a.v. de uitzonderlijk lage rentetarieven. 10. Waardeverminderingen van vlottende activa: deze hangen voor namelijk samen met de evolutie van de beurskoers van aandelen die zijn opgenomen in de beleggingsportefeuille. 11. Minderwaarde bij realisatie van financiële vaste activa: dit betreft in hoofdzaak de minderwaarde gerealiseerd op de transac tie naar aanleiding van de kapitaalsverhoging bij Financière Duval alsook op de verkoop van 225.000 aandelen KBC. Tegen over deze laatste staat een belangrijke terugname van de reeds geboekte waardeverminderingen waardoor netto een positief resultaat werd bekomen.
170
Passiva 6. Eigen vermogen: het eigen vermogen bedraagt 761,2 miljoen euro na winstverdeling. De raad van bestuur heeft ter goedkeu ring door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders een dividend van 1,55 euro bruto per aandeel voorgesteld. 7. Financiële schulden op korte termijn: de financiële schulden van Ackermans & van Haaren (489 miljoen euro) bestaan voornamelijk uit korte termijn voorschotten die werden verstrekt door Ackermans & van Haaren Coordination Center, waarvan het kapi taal volledig in handen is van groepsvennootschappen. 8. Overige schulden: omvat de dividenduitkering van 51,9 miljoen euro die ter goedkeuring wordt voorgesteld aan de algemene vergadering van 23 mei 2011.
Opbrengsten 12. Opbrengsten uit financiële vaste activa: In 2010 heeft Ackermans & van Haaren voor 63,8 miljoen euro dividenden geïnd van haar dochterbedrijven, in vergelijking met 159,9 miljoen euro in 2009 (in 2009 hadden sommige dividendinkomsten een niet-recurrent karakter). Bij deze post dient tevens opgemerkt te worden dat niet alle deelnemingen van de groep rechtstreeks door Ackermans & van Haaren aangehouden worden. Sommige participaties worden aangehouden via dochtermaatschappijen zoals Anfima, Sofinim of Nationale Investeringsmaatschappij. Dit heeft tot gevolg dat in de enkelvoudige rekeningen van Ackermans & van Haaren niet alle door de groep ontvangen dividenden zichtbaar zijn en dat de opgenomen dividenden bij Ackermans & van Haaren niet noodzakelijk overeenstemmen met het resultaat van de deelnemingen zoals dit in de geconsolideerde rekeningen wordt gerapporteerd. 13. Opbrengsten uit vlottende activa: betreffen voornamelijk dividendinkomsten uit de beleggingsportefeuille waarbij de toe name tegenover 2009 voornamelijk een gevolg is van de terug keer van dividend bij Ageas. 14. Terugnemingen van waardeverminderingen: zoals reeds vermeld in punt 11 werd een belangrijke terugname van waardevermin deringen geboekt n.a.v. de verkoop van KBC aandelen. Boven dien konden voorheen geboekte waardeverminderingen op de beleggingsportefeuille teruggenomen worden. 15. Meerwaarden bij de realisatie van activa: bevat voornamelijk de meerwaarde gerealiseerd op de liquidatie van Protalux.
171
Jaarverslag 2010
Algemene gegevens betreffende de vennootschap en het kapitaal 172
Algemene gegevens betreffende de vennootschap Maatschappelijke zetel Begijnenvest 113, 2000 Antwerpen BTW BE 0404.616.494 RPR Antwerpen
Datum van oprichting, laatste statutenwijziging De vennootschap werd opgericht op 30 december 1924 bij notariële akte, in extenso verschenen in de bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 15 januari 1925 onder nummer 566. De statuten werden meermaals gewijzigd en voor het laatst bij notariële akte op 9 maart 2009, bij uittreksel bekendgemaakt in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 2 april 2009 onder nummer 09048153.
Duur van de vennootschap Onbepaald
Rechtsvorm, toepasselijk recht Naamloze vennootschap naar Belgisch recht die een openbaar beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan in de zin van artikel 438 van het Wetboek van Vennootschappen.
Doel van de vennootschap De vennootschap heeft tot doel: (a) de studie, het toezicht en de directie van alle openbare of private werken, bijzonder op het gebied van de bouw in het algemeen, de organisatie, het bestuur van alle vennootschappen of ondernemingen en de bijstand aan dezen onder alle vormen; (b) de aanneming ter zee en te land van alle openbare of private werken op het gebied van de bouw en voornamelijk de aanneming van alle werken ter zee en op de binnenwateren, grote bevloeiingswerken en normalisering van waterlopen, grote werken voor drooglegging en bemaling, uitbaggering, boring, peiling en uitgraving van putten, ontwatering, bouw van kunstwerken, graafwerken en algemene aanneming van constructies, evenals het vlotbrengen van boten en schepen; (c) de prospectie te land en ter zee op het gebied van de ontginningsnijverheid, voornamelijk ruwe petroleum of aardgas en de minerale producten in het algemeen;
(d) de uitbating, productie, omvorming, verdeling, aankoop, verkoop en vervoer van alle producten van de ontginningsnijverheid; (e) de verwerving, uitbating, productief making, overdracht van gronden, onroerende goederen en welkdanige onroerende rechten; (f) het op om het even welke wijze verwerven, uitbaten, en te gelde maken van alle intellectuele rechten, brevetten en concessies; (g) het bij wijze van inschrijving, inbreng, fusie, samenwerking, financiële tussenkomst of anderszins verwerven van een belang of deelneming in alle bestaande of nog op te richten vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden of verenigingen zonder onderscheid in België of in het buitenland; (h) het beheren, valoriseren en te gelde maken van deze belangen of deelnemingen; (i) het rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan het bestuur, de directie, de controle en vereffening van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft; (j) het verlenen van alle advies en bijstand op alle mogelijke vlakken van de bedrijfsvoering aan het bestuur en de directie van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft, en in het algemeen het stellen van alle handelingen die geheel of gedeeltelijk, rechtstreeks of onrechtstreeks behoren tot de activiteiten van een holding. De vennootschap kan alle hoegenaamde burgerlijke-, commerciële-, industriële-, financiële-, roerende en onroerende verrichtingen uitvoeren, die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met haar doel of die van aard zijn de verwezenlijking daarvan te bevorderen. Zij kan zich ten gunste van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft borgstellen of haar aval verlenen, optreden als agent of vertegenwoordiger, voorschotten toestaan, kredieten verlenen, hypothecaire of andere zekerheden verstrekken. De bedrijvigheid van de vennootschap mag zowel in het buitenland als in België uitgeoefend worden.
Raadpleging van documenten i.v.m. de vennootschap De enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. De gecoördineerde versie van de statuten van de vennootschap kan geraadpleegd worden op de griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen. Het jaarlijks financieel verslag wordt verstuurd naar de aandeelhouders op naam alsook naar eenieder die hierom verzoekt. De gecoördineerde versie van de statuten en het jaarlijks financieel verslag zijn tevens beschikbaar op de website (www.avh.be).
Algemene gegevens betreffende het kapitaal Geplaatst kapitaal Het geplaatst maatschappelijk kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde.
Kapitaalverhogingen De meest recente kapitaalverhoging dateert van 11 oktober 1999, en dit in het kader van de fusie door overneming van Belcofi NV door Ackermans & van Haaren NV.
Toegestaan kapitaal De raad van bestuur kan in de gevallen voorzien in het bijzonder verslag, goedgekeurd door de buitengewone algemene vergadering van 9 maart 2009, het maatschappelijk kapitaal gedurende 5 jaar, te rekenen vanaf 2 april 2009, in één of meer malen verhogen met een bedrag van maximum 500.000 euro. De raad van bestuur kan tevens gebruik maken van het toegestaan kapitaal, in geval van openbaar overnamebod op effecten uitgegeven door de vennootschap, onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 607 van het Wetboek van Vennootschappen. De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de kennisgeving van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten aan de vennootschap dat haar is kennis gegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na 9 maart 2009 plaatsvindt. De kapitaalverhogingen waartoe krachtens deze machtigingen wordt besloten kunnen geschieden overeenkomstig de door de raad van bestuur te bepalen modaliteiten zoals onder meer door middel van inbreng in geld of, behoudens de wettelijke bepalingen, door niet-geldelijke inbrengen, of door middel van omzetting van beschikbare of onbeschikbare reserves en van uitgiftepremies met of zonder uitgifte van nieuwe aandelen of door uitgifte van al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties, alsook door uitgifte van warrants of andere roerende waarden, al dan niet gehecht aan andere effecten van de vennootschap, waarbij de raad gerechtigd is te beslissen dat de nieuwe effecten op naam zullen blijven. De bevoegdheden kunnen worden hernieuwd overeenkomstig de wettelijke bepalingen. De raad van bestuur kan, in het belang van de vennootschap, het voorkeurrecht van de aandeelhouders beperken of opheffen, naar aanleiding van een kapitaalverhoging of bij
uitgifte van converteerbare obligaties of obligaties waaraan warrants al dan niet verbonden zijn of, onder voorbehoud van de wettelijke beperkingen ter zake, bij uitgifte van warrants, die geschieden binnen de grenzen van het toegestaan kapitaal, inclusief ten gunste van één of meer bepaalde personen, of van personeelsleden van de vennootschap of haar dochtervennootschappen.
Aard van de aandelen De volgestorte aandelen en de andere effecten van de vennootschap bestaan op naam, aan toonder of in gedematerialiseerde vorm. Elke titularis kan op elk ogenblik op zijn kosten de omzetting vragen van zijn volgestorte effecten in een andere vorm, binnen de grenzen van de wet en zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de derde paragraaf van artikel 9 van de statuten. Sinds 1 januari 2008 mag de vennootschap geen aandelen aan toonder meer uitgeven en kunnen de aandelen op naam niet meer worden omgezet in aandelen aan toonder. Vanaf 1 januari 2008 worden aandelen aan toonder die geboekt zijn op een effectenrekening automatisch omgezet in gedematerialiseerde aandelen. Sinds dezelfde datum worden aandelen aan toonder die nog niet geboekt zijn op een effectenrekening automatisch omgezet in gedematerialiseerde aandelen van zodra ze geboekt worden op een effectenrekening. De effecten zijn ondeelbaar tegenover de vennootschap die de rechten behorende tot ieder aandeel waarover betwistingen zouden bestaan betreffende de eigendom, het vruchtgebruik of de naakte eigendom kan schorsen. Ingeval van vruchtgebruik zal de naakte eigenaar van het aandeel tegenover de vennootschap vertegenwoordigd worden door de vruchtgebruiker, behoudens andersluidende overeenkomst tussen partijen.
173
Jaarverslag 2010
Woordenlijst
174
Aanlandingen
Bevak
Plaatsen waar in zee geplaatste pijpleidingen of kabels aan land komen. De aanlanding kan een open gegraven structuur zijn of een tussen damplanken gegraven sleuf, waar de pijpleiding of sleuf aan land wordt getrokken en verbonden met de landleiding.
Beleggingsvennootschap met vast kapitaal (naar Belgisch recht).
Aanlegbaggerwerk Is zogenaamd ‘nieuw werk’ en staat tegenover ‘onderhoudsbaggerwerk’. Het betreft baggerwerk voor de aanleg van nieuwe haveninfrastructuur, het creëren van nieuwe vaargeulen of het verdiepen van bestaande vaargeulen, het opspuiten van stranden of nieuwe terreinen, enz.
Bevek Beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal (naar Belgisch recht).
Bezettingsgraad De bezettingsgraad houdt rekening met alle gebouwen, behoudens deze opgenomen onder projectontwikkelingen, en wordt berekend in functie van de geschatte huur: (geschatte huur - geschatte huur op leegstand) / geschatte huur.
Baggeren Alle werkzaamheden die nodig zijn bij het weghalen van zand, slib en andere lagen van de waterbodem en voor het opspuiten van nieuw land.
Bazel III Om financiële stabiliteit te verzekeren en een systeemcrisis van de financiële instellingen te vermijden, moeten banken - gefaseerd tegen 2019 - voldoen aan nieuwe eisen en extra buffers aanleggen. Zo stijgt de norm voor kapitaal van hoge kwaliteit (‘Tier1’) van 4% naar 8,5% van de risicogewogen activa en moet de verhouding kapitaal op balanstotaal minstens 3% bedragen. Daarnaast worden normen ingevoerd voor liquiditeit en voor de stabiliteit van de financiering.
Biomassa Biomassa is de biologisch afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en residuen van biologische oorsprong uit de landbouw (met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen), de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, alsook de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval.
Core Tier1-kapitaalratio
Discretionair vermogensbeheer
De Core Tier1-kapitaalratio bepaalt de algemene gezondheid en sterkte van een bank. Het is een van de voornaamste cijfers die door de bancaire toezichthouders wordt bekeken voor het beoordelen van de positie van de bank, en voor het beoordelen van de mate waarin de bank op de lange termijn in staat is om aan haar verplichtingen jegens klanten te voldoen. Tier1-kapitaal is het kernkapitaal ofwel de sterkste vermogenscategorie van een bank. Het bestaat voornamelijk uit aandelenkapitaal, ingehouden winsten, en andere vermogensbestanddelen die de vermogensstructuur van een onderneming permanent versterken en die daadwerkelijk beschikbaar zijn om verliezen op te vangen.
Vermogensbeheer waarbij de bank beleggingstransacties kan uitvoeren zonder de klant te contacteren.
Duration Gewogen gemiddelde looptijd van de huurcontracten, waarbij het gewicht gelijk is aan de verhouding van de huuropbrengst tot de totale huuropbrengsten van de portefeuille.
IFRS Cost-income ratio
International Financial Reporting Standards.
Dit geeft de verhouding weer tussen de kosten en het operationele inkomen van een onderneming. Hoe lager deze ratio, des te efficiënter zal de onderneming haar middelen aanwenden.
Sleepzuiger of sleephopperzuiger of trailer
Cutterzuiger
Een schip dat door middel van grote sterke pompen en motoren baggerspecie van de waterbodem kan zuigen. Dit gebeurt terwijl het schip zich voortbeweegt, door middel van een of twee sleeppijpen - voorzien van een sleepkop - die over de waterbodem worden gesleept.
Baggerwerktuig waarbij zich voor de zuigmond een stelsel van draaiende messen bevindt, dat de vaste bodem losmaakt, zodat de grond kan worden weggezogen.
Toevertrouwd vermogen Het totale door de klanten toevertrouwde vermogen aan de bank.
175
Jaarverslag 2010
Nota’s 176 ..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
177 ..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
Jaarverslag 2010
178
Contactpersonen
Concept en realisatie
Alle persberichten van AvH en haar belangrijkste dochterondernemingen, alsook de presentatie aan de investeerders kunnen geraadpleegd worden op de website www.avh.be. Voor alle vragen kan men terecht op het telefoonnummer +32 3 231 87 70 of via e-mail:
[email protected] ter attentie van Luc Bertrand, Jan Suykens of Tom Bamelis.
FBD nv (www.fbd.be)
Ce rapport annuel est également disponible en français. This annual report is also available in English. De Nederlandse versie van dit document moet beschouwd worden als het officiële referentiedocument.
Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113 2000 Antwerpen, België Telefoon +32 3 231 87 70 Fax +32 3 225 25 33 RPR Antwerpen BTW: BE 0404.616.494 E-mail:
[email protected] Website: www.avh.be, www.avh2010.be
Druk Deckers Snoeck
Foto’s Maatschappelijke zetel, raad van bestuur, executief comité, personeel: Nicolas van Haaren Gebouw Ackermans & van Haaren: Caroline Van Poucke, Marc Detiffe
Jaarverslag 2010
Jaarverslag 2010
We work for growth
Financiële kalender
18 mei 2011
Tussentijdse verklaring Q1 2011
23 mei 2011
Gewone algemene vergadering
25 augustus 2011
Halfjaarresultaten 2011
16 november 2011
Tussentijdse verklaring Q3 2011
2000 Antwerpen
2 maart 2012
Jaarresultaten 2011
Tel. +32 3 231 87 70
28 mei 2012
Gewone algemene vergadering
Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113
[email protected]