Jaarverslag 2010 van
De Stichting Fonds voor Urgente Noden voor Haarlem en Omgeving
Inhoudsopgave Blz.
Voorwoord
1
Inleiding
3
Hoofdstuk 1: De financiering van de Stichting
4
Hoofdstuk 2: Een analyse van de bij de Stichting ingediende aanvragen om ondersteuning Par. 1: Algemeen Par. 2: Een nadere analyse van de ingediende aanvragen
7 7 8
Hoofdstuk 3: Signaleringen vanuit de praktijk
16
Hoofdstuk 4: Het functioneren van de Stichting Par. 1: Het bestuur Par. 2: De Raad van Toezicht Par. 3: De ambtelijk secretaris Par. 4: Gebeurtenissen in 2010 waarbij de Stichting vertegenwoordigd was
20 20 21 25
Hoofdstuk 5: Financiën
27
Bijlage: Controleverklaring van de Accountant
31
Voorwoord
25
Fonds Urgente Noden – meer dan alleen een materiële steun in de rug “De Stichting verleent materiële hulp aan inwoners, die in een acute financiële noodsitu atie verkeren en geen beroep (meer) kunnen doen op een wettelijke voorliggende voorzi ening (…)”. Dit is kort samengevat het doel van onze stichting, die door meer en meer partners wordt gesteund. Hoewel de materiële steun in nood de primaire bijdrage is die wij leveren, wordt het steeds duideli jker dat het emotionele effect van zo’n steuntje i n de rug vanuit de samenleving voor betrokkenen ook van groot belang is. Mensen die s amen met een hulpverlener de weg naar ons weten te vinden, verkeren in een urgente noodsituatie of beginnen met een nieuwe start. De steun die uitgaat van een financiering voor bijvoorbeeld de basisinrichting van de woning is meer waard dan het geld op zich. We krijgen deze geluiden ook regelmatig te horen van de hulpverleners waarmee de mensen de opwaartse lijn hebben ingezet. Een steeds bredere basis Het stemt mij zeer positief en hoopvol voor de toekomst van ons fonds dat een steeds bredere coalitie met ons samenwerkt om schrijnende gevallen van armoede te bestri jden. In het afgelopen jaar is de groep partners verder uitgebreid met 3 grote Wooncorporaties. Dit vergroot niet alleen onze financiële slagkracht, maar geeft ons ook to egang tot een steeds breder netwerk. Er vormt zich een brede maatschappelijke coalitie tegen a rmoede in onze stad. Wij ervaren een grote betrokkenheid van de leden van de Raad van Toezicht. De vertegenwoordigers van de fondsen en de hulpverlenende instellingen en maatschappelijke organisaties die in genoemde Raad zitting hebben, denken mee en t onen zich medeverantwoordelijk dat de vragen om hulp aan ons fonds zo goed mog elijk beantwoord worden. De crisis, de noden, en de toekomst In 2007 en 2008 zagen wij een sterke stijging in het aantal aanvragen. Door de financiële en economische crisis was bij velen de verwachting dat het aantal aanvragen versneld zou doorstijgen. In 2009 en 2010 hebben we echter geen verdere stijging gezien. “Nie uwe” werklozen hebben vaak nog een netwerk en/of een bu ffer en komen daardoor niet direct in grote problemen. In tijden van crisis gaat iedereen ook bewuster met zijn geld om. Als de werkloosheid langer aanhoudt is er wel een vertraagd effect te verwachten. Wat ons extra zorgen baart is de verharding van incassomethoden. Waar enkele jaren g eleden gemiddeld na 6 maanden werd overgegaan tot incasso, is nu steeds vaker 2 maa nden de grens. De extra incassokosten en rentekosten zijn dan vaak de laatste klap. Ik hoop dat dit verslag u een goed inzicht geeft in onze activiteiten, en dat we ook in het komende jaar verder met u mogen samenwerken. Niny van Oerle, Voorzitter.
Inleiding Het thans voorliggende Jaarverslag omvat de activiteiten die door de Stichting Fonds voor Urgente Noden voor Haarlem en Omgeving in 2010 zijn uitgevoerd. Bij deze verslaglegging is nagenoeg hetzelfde stramien aangehouden zoals in de vorige jaren. Zo wordt in het eerste hoofdstuk ingegaan op de wijze waarop onze Stichting de financiële middelen heeft verzameld die nodig zijn om de ingediende aanvragen van de hulpverleners te honoreren. In dit hoofdstuk zal blijken dat als gevolg van de extra bijdragen die door de fondsen en donateurs in 2009 zijn verricht de Stichting in 2010 geen extra beroep behoefde te doen op de fondsen en op andere sponsors en dat zelfs een buffer kon worden opgebouwd voor de volgende jaren. Daar de Stichting niet van zins is blijvend een buffer te handhaven, zal in 2011 eerst de buffer van voorbije jaren worden aangesproken voordat een beroep zal worden gedaan op onze vaste contribuanten. In hoofdstuk twee wordt ingegaan op de aard en omvang van de aanvragen die bij onze Stichting in 2010 zijn ingediend. Anders dan in voorafgaande verslagjaren worden in dit hoofdstuk ook de aanvragen betrokken die vanuit de zogenaamde “noodpotten” voor urgente noden door zes hulpverleningsinstellingen zijn gehonoreerd. Als gevolg van deze gewijzigde opzet kunnen niet al de cijfers die in dit hoofdstuk worden gepresenteerd vergeleken worden met de uitkomsten uit de voorafgaande jaren. In hoofdstuk drie komen de problemen aan de orde die uit de aanvragen naar voren zijn gekomen die door de hulpverleners worden ingediend. Tevens wordt in dit hoofdstuk verslag gedaan van de activiteiten die door het bestuur van onze Stichting zijn ondernomen om meer bewoners uit Zuid-Kennemerland bij het werk van onze Stichting te betrekken. Voorts wordt in dit hoofdstuk stilgestaan bij het vergroten van de financiële basis van onze Stichting. Hoofdstuk vier heeft betrekking op het functioneren van de Stichting. Aandacht wordt besteed aan het functioneren van het Bestuur en van de Raad van Toezicht. In dit hoofdstuk wordt tevens, in het kort, ingegaan op de beleidsvorming welke zich tijdens de vergaderingen van de Raad van Toezicht in 2010 heeft voorgedaan. Het Jaarverslag wordt afgesloten met de Jaarrekening 2010. De bedoeling daarvan is dat onze Stichting daarmee verantwoording aflegt over de besteding van de middelen die zij van de deelnemende fondsen, van de sponsors en donateurs en van de gemeente Haarlem heeft ontvangen. Tenslotte nog dit. De in hoofdstuk 5 gepresenteerde cijfers lopen niet geheel synchroon met de cijfers die in de hoofdstukken 1 en 2 worden gepresenteerd.
Hoofdstuk 1: De financiering van de Stichting Evenals in voorafgaande jaarverslagen zal ook in dit jaarverslag nader worden ingegaan op de wijze waarop onze Stichting aan de middelen komt die nodig zijn om de ingediende aanvragen om financiële ondersteuning te kunnen honoreren. Daarbij gaat het om twee verschillende “geldstromen”, namelijk de middelen die nodig zijn voor de instandhouding van de infrastructuur, en voor het honoreren van de aanvragen die door de hulpverleners van de aangesloten instellingen ten behoeve van hun cliënten zijn ingediend. Ad a. In totaal verstrekt de gemeente Haarlem onze Stichting jaarlijks een structurele subsidie van € 35.000 voor de organisatiekosten. De wijze waarop de gemeente Haarlem met onze Stichting samenwerkt is in een convenant vastgelegd dat op 29 juni 2007 werd ondertekend. Ad b. Het overzicht op de volgende bladzijde geeft een beeld van de giften waarover onze Stichting jaarlijks kan beschikken en van namen van de fondsen en donateurs die dit bedrag hebben bijeengebracht. Tabel 1: De namen van Fondsen/instellingen en andere donateurs die in 2009 en 2010 aan de Stichting een bijdrage hebben verleend Fondsen/instellingen
Stichting I.S.C.C. Haarlem en omstreken
2009
15.000
Vereniging Sint Vincentius van Paulo Haarlem
1.000
Stichting Gereformeerd of Burgerweeshuis
3.500
Stichting Weeshuis der Doopsgezinden
7.500
Stichting Sluyterman van Loo
4.000
Jan Rodink Stichting
5.000
Stichting AVIOM
10.000
15.000
Stichting Coelombie Fonds NN
2010
10.000
1.000 5.000
7.000
Sint Jacobs Godshuis
25.000
10.000
Stichting Familiefonds Van Dusseldorp
10.000
Stichting Carmen
10.000
25.000
Stichting Jacobus van Zanten
5.000
5.000
Stichting Nederkoorn-van Dijk
1.000
Stichting J. C. Ruigrok
10.000
Wooncorporaties Pré Wonen, Elan Wonen en Ymere Subtotaal Fondsen/instellingen
11.309 129.000
67.309
Overige bijdragen Lionsclub Heemstede/Bennebroek
2.500
Kledingmagazijn Sint Vincentius Haarlem
1.250
PCI Kathedrale Basiliek St. Bavo
500
Parochie en PCI OLV Onbevlekt Ontvangen
1.000
PCI H. Adelbertus Haarlem-Noord
300
Diaconie Protestantse Gemeente Haarlem-Noord
476
Particuliere giften
385
Stichting Haarlems Tuberculosefonds
5.000
Stichting DBL
6.000
Stichting Ziekenverpleging Doopsgezinde Gem. Haarlem
5.000
Opbrengst Diaconale Zondag
8.190
Subtotaal overige contribuanten Totaal
630 4.809
28.801
7.239
157.801
74.548
In het Jaarverslag 2009 is uitvoerig stilgestaan bij de oorzaken die er toe hebben geleid dat in 2009 de fondsen en overige subsidiënten aanzienlijk meer geld hebben bijeengebracht dan in 2008. Voorts is gebleken, dat in 2009 het aantal aanvragen aanzienlijk minder was dan in het jaar daarvoor. Het gevolg van een en ander was, dat de middelen die door de Stichting in 2009 waren verzameld ruimschoots voldoende waren om in 2009 aan de behoefte te voorzien en dat er een buffer ontstond. Omdat de Stichting geen egalisatiereserve nodig heeft om slechte jaren op te vangen, daar hiervoor met de subsidiënten bindende afspraken zijn gemaakt in de Raad van Toezicht, heeft de Stichting een deel van de buffer in 2010 ingezet bij het honoreren van de in dat jaar binnengekomen aanvragen. Voorts heeft onze Stichting in 2010 geen actief fondswervingsbeleid nagestreefd. De resultaten van hoofdstuk 1 (aanbod) en 2 (vraag) wijzen uit dat ook in 2011 voor het honoreren van de binnenkomende aanvragen een deel van de dan nog aanwezige buffer kan wor-
den ingezet en dat eerst in de tweede helft van 2011 door de Stichting de fondswerving ter hand moet worden genomen. Nieuwe donateurs Dankzij inspanningen vanuit het bestuur kon de Stichting in 2010 de Wooncorporaties Pré Wonen, Elan Wonen en Ymere toevoegen aan de lijst van instellingen welke onze Stichting ondersteunen. Genoemde Corporaties hebben zich bereid verklaard om gedurende een periode van tenminste drie jaar een jaarlijkse bijdrage van € 0,50 per woning te doneren. In 2010 betekende dit dat een bedrag werd gestort van € 11.309. Voorts kan uit Tabel 1 worden afgelezen, dat een drietal Parochiële Caritas Instellingen, die in 2009 deelnamen aan de collecte welke gehouden werd tijdens de Diaconale Zondag, ook in 2010 onze Stichting met een gift hebben bedacht. Het bestuur van onze Stichting is de goede gevers dankbaar voor hun giften en hoopt ook in 2011 op uw gulle steun te mogen rekenen.
Hoofdstuk 2: Een analyse van de bij de Stichting ingediende aanvragen om ondersteuning in 2010 1. Algemeen In het jaar 2010 heeft het bestuur van de Stichting Fonds voor Urgente Noden voor Haarlem en Omgeving en de zes instellingen, aan wie het bestuur van de Stichting het verstrekken van kleine giften heeft gemandateerd, in totaal 216 aanvragen voor financiële hulp ontvangen en verwerkt. Van de 216 behandelde aanvragen zijn er 11 niet gehonoreerd. De redenen hiervoor waren: Vier aanvragen zijn doorverwezen; Drie aanvragen zijn tijdens de behandeling ingetrokken; Twee aanvragen betroffen geen urgente noden; Een aanvraag was niet volledig en werd teruggestuurd en later niet meer ingediend; Een aanvraag werd rechtstreeks door een cliënt ingediend. Het totale bedrag dat in 2010 door de Stichting Urgente Noden voor Haarlem en Omgeving aan hulp aan cliënten en hulporganisaties werd uitgekeerd, bedroeg € 98.770,49. Dit is een stijging van ruim 30% ten opzichte van 2009. Het bovengenoemde totaalbedrag bestaat enerzijds uit bedragen die in 2010 door het bestuur van de Stichting zijn toegekend aan de hulpverlenende organisaties; de zogenaamde grote aanvragen. En anderzijds uit de bedragen die door zes instellingen zelfstandig kunnen worden toegekend vanuit de aan hen door onze Stichting ter beschikking gestelde budgetten (de zogenaamde “noodpot”); de kleine aanvragen. Zoals is vermeld hebben zes instellingen van de Stichting toestemming gekregen om cliënten uit deze noodpot kleine bedragen te verstrekken, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Deze toestemming is door de Stichting verleend als de aanvragen van cliënten betrekking hebben op zogenoemde “kleine urgente noden” van maximaal € 100 per aanvraag en als de verstrekte gift een wezenlijk onderdeel vormt binnen het hulpverleningsproces. De hulpverlenende instellingen die in 2009 over een noodpot beschikten zijn: de Stichting Kontext, de Stichting MEE Noord-West Holland/Zuid-Kennemerland, de GGD en de Stichting Vrouwenopvang. In 2010 zijn aan deze lijst twee nieuwe instellingen toegevoegd: de RIBW/KAM en de Reclassering Nederland, afdeling Haarlem. Het bestuur van de Stichting heeft er voor gekozen om door middel van voorliggende analyse verantwoording af te leggen aan de Fondsen en aan andere donateurs over de besteding van de middelen die zij aan onze Stichting hebben toevertrouwd. Bij deze verantwoording stond voorop dat dit niet ten koste mocht gaan van de privacy van onze cliënten. In de gegeven voorbeelden worden daarom geen namen genoemd en worden situaties zoveel mogelijk in algemene termen weergegeven zodat het anonieme karakter gehandhaafd blijft.
De analyse wordt via twee benaderingen uitgevoerd. In de eerste benadering wordt van alle aanvragen nagegaan waaraan (de doeleinden) de verstrekte middelen zijn besteed; zie hiervoor paragraaf 2.1. Bij de tweede benadering wordt aandacht besteed aan een aantal kenmerken van de personen die de gift/lening hebben ontvangen; zie hiervoor paragraaf 2.2. 2.
Een nadere analyse van de ingediende aanvragen
2.1 Alle aanvragen onderscheiden naar bestedingsdoeleinden De Stichting ontving zelf 114 aanvragen. In totaal werd door ons fonds een bedrag van € 92.880,23 besteed om deze aanvragen te honoreren, oftewel gemiddeld € 814,74 per ingediende grote aanvraag. Van de ingediende aanvragen werden er 103 gehonoreerd. In deze paragraaf wordt nagegaan waaraan de 103 ontvangers deze ondersteuning hebben besteed. De zes hulpverleningsinstellingen die beschikten over een zogenaamde “noodpot” honoreerden tezamen 102 kleine aanvragen (aanvragen kleiner dan € 100) voor een totaal bedrag van € 5.890,26, dit is gemiddeld € 57,74 per kleine aanvraag. 1 Bij de analyse wordt uitgegaan van de 205 gehonoreerde aanvragen (de grote en de kleine aanvragen) waaraan in 2010 een bedrag van in totaal € 98.770,49 werd besteed. Opgemerkt zij, dat de hierna te presenteren gegevens niet vergeleken kunnen worden met de gegevens uit eerdere jaren omdat in 2010 voor het eerst het aantal aanvragen dat via de noodpotten liep, in de analyse wordt meegenomen. De doeleinden waarvoor in 2010 aanvragen werden ingediend waren zeer divers en kunnen worden onderscheiden in een tiental categorieën. Voor de gehanteerde categorieën wordt verwezen naar Tabel 1. Dit zijn drie categorieën meer dan vorig jaar omdat de toen gebruikte indeling te grof van opzet was waardoor bijna 30% van de geanalyseerde aanvragen in de categorie “overige doeleinden” terecht kwam. Dit jaar zijn toegevoegd de categorieën Inboedel, Vervoer en School. Voorts is in dit Jaarverslag nog een verdere verfijning toegepast door aandacht te besteden aan alle doeleinden/artikelen die soms in één aanvraag worden aangevraagd. Bijvoorbeeld wanneer een cliënt in een aanvraag een bijdrage verzocht voor een wasmachine (witgoed), een kast (inboedel), alsmede vloerbedekking (woonkosten). In onze analyse is de aanvraag dan opgesplitst naar de verschillende doeleinden en resulteert dit in meerdere toekenningen. Het hiervoor aangehaalde voorbeeld zou zodoende resulteren in een drietal toekenningen. De toegepaste verfijning houdt in dat in de navolgende tabel het aantal toekenningen 14 hoger ligt dan het totaal aantal aanvragen. 1
Onbekend is het aantal aanvragen dat door de instellingen niet werd gehonoreerd.
Tabel 1: De toekenningen gespecificeerd naar bestedingsdoeleinden, naar de bedragen die per categorie zijn toegekend, absoluut en in %, en het gemiddeld bedrag dat per categorie is toegekend Categorie
Wonen Gezondheid Witgoed Leges/ID kosten Leefgeld Energie Inboedel School Vervoer Overige doeleinden Totaal
Aantal toekenningen 49 19 21 18
Bedrag in €
Bedrag in %
Gemiddelde in €
45.739,97 10.423,44 10.217,10 1.940,78
46,3 10,6 10,3 2,0
933,47 548,60 486,53 107,82
48 3 7 3 30 21
6.250,90 2.435,50 3.637,00 1.458,00 8.098,55 8.569,25
6,3 2,5 3,7 1,5 8,2 8.7
130,23 811,83 519,57 486,00 269,95 408,06
219
98.770,49
100
451,01
In Tabel 1 worden de categorieën en het aantal toekenningen nader in beeld gebracht. Hieruit blijkt dat onze Stichting ook dit jaar het grootste bedrag beschikbaar stelt in de categorie Wonen. Het gaat hier hoofdzakelijk om het inrichten van het huis voor wat betreft een aantal basisbehoeften zoals behangen, schilderen en het leggen van vloerbedekking. Daarnaast heeft de Stichting in enkele gevallen ook uitkomst geboden bij het overbruggen van huurachterstanden teneinde uitzetting te voorkomen. Een aanzienlijk deel van de aanvragen in deze categorie wordt aangevraagd door hulpverlenende organisaties die zich bezighouden met het opvangen van dak- en thuislozen, die dankzij de bijdrage een kans hebben gekregen om zelfstandig te gaan wonen. De Stichting biedt deze mensen een uitweg om letterlijk de eerste stap over de drempel te zetten. De tweede categorie Gezondheid maakt in 2010 ruim 10% van het totaal aan toegekende bedragen uit. In een aantal gevallen heeft onze Stichting hulp geboden bij noodzakelijke tandartskosten en het verschaffen van medicijnen. In andere gevallen zijn cliënten voorzien van bijdragen voor de aanschaf van een tillift of een sta-opstoel wanneer deze attributen niet via de voorliggende voorzieningen te verkrijgen waren. Evenals vorige jaren bedraagt de vraag in de categorie Witgoed ruim 10% van het totaal van de toegekende bedragen. In de meeste gevallen gaat het om cliënten die niet of nauwelijks hebben kunnen sparen wegens een laag inkomen en zich plotseling voor een dure reparaties of aanschaf gesteld zien. Het zijn overwegend gezinnen met kinderen of senioren die een beroep doen op de Stichting voor deze apparatuur.
Dankzij de uitbreiding van het aantal categorieën voor bestedingsdoeleinden is het totaalbedrag bij Overige doeleinden dit jaar flink gereduceerd. Zoals gezegd is een aantal toekenningen dit jaar ondergebracht in de nieuwe categorieën Vervoer, Inboedel en School. De categorie Vervoer vormt een belangrijk aandeel van het totaal aantal toekenningen. Naast de kosten die de Stichting heeft betaald voor reiskosten voor bus en trein, is ook een groot aantal cliënten geholpen bij de aanschaf van een degelijke (tweedehands) fiets. Het onderstaande diagram brengt in beeld de bedragen die per categorie zijn toegekend. Diagram 1: Het totale bedrag dat werd toegekend per bestedingscategorie in 2010
De cijfers die in Tabel 1 worden weergegeven bevatten ook de toekenningen die door de zes instellingen vanuit de noodpotten zijn betaald. Worden deze uitgaven in de analyse betrokken dan blijkt, dat 39 van de 48 toekenningen die aan leefgeld worden besteed afkomstig zijn uit de noodpotten van de instellingen. Bij de categorie vervoer zijn 18 van de 30 uitgaven die voor vervoer worden gebruikt afkomstig uit de noodpotten. Voorts wordt het merendeel van de uitgaven ten behoeve van het betalen van legeskosten/ID kosten vanuit de noodpotten bekostigd (14 van de 18 toekenningen). Onderstaand volgen een aantal voorbeelden ter illustratie van de hulp die onze Stichting in 2010 aan cliënten heeft geboden. Voorbeeld 1 De heer M. heeft 13 maanden in pension “de Herberg”gewoond. Meneer was destijds dakloos, had relatieproblemen, ging scheiden in 1998, en verloor zijn baan in 2007, waarna hij uiteindelijk via het Leger des Heils in het pension terechtkwam. Gezien de ernstige depressie die meneer heeft doorgemaakt, is hij echt alles en iedereen kwijtgeraakt. Toen hij een woning kreeg toegewezen moest hij derhalve zelf zorgen voor de
inrichting daarvan; de middelen daarvoor ontbroken echter. Van zijn familie en eventuele vrienden behoefde hij niets te verwachten. Hij diende daarom bij onze Stichting een aanvraag in om ondersteuning. Zijn begeleider spreekt over een bijzonder gemotiveerde en actieve man die hij graag een nieuwe start gunt: “Het zou mooi zijn als wij hem met jullie steun weer op weg kunnen helpen.”
Voorbeeld 2 De heer A. loopt langdurig in de ziektewet en heeft zodoende een klein inkomen van ongeveer € 800,- in de maand. Hij is dakloos geweest en heeft sinds kort een herkanswoning toegewezen gekregen. Door het kleine maandinkomen is meneer niet in staat om duurzame gebruiksgoederen en spullen voor het opknappen van zijn herkanswoning te kopen zoals verf, behang en vloerbedekking. Er wordt een beroep gedaan op ons Fonds.
Voorbeeld 3 Het gezin D. is berooid uit de Verenigde Staten teruggekomen na het faillissement van hun bedrijf aldaar. Het gezin (vader, moeder en twee kinderen van 8 en 6 jaar) heeft half december een voorschot van ca. € 575,= ontvangen van de Sociale Dienst. Dit bedrag is een voorschot op de eerste uitkering, die pas eind januari zal worden verstrekt. Het gezin komt momenteel van alles te kort en wordt zoveel mogelijk “bijgespijkerd” door o.a. Stem in de Stad en de PCI van de Groenmarktkerk. De urgente nood wordt snel opgelost: ons Fonds zorgt voor het overbruggen van de eerste levensbehoeften en de vaste lasten.
Voorbeeld 4 Mevrouw D. is een alleenstaande moeder en is 41 jaar. Zij leeft van een Wajonguitkering en heeft een zoon van 8 jaar. Zij heeft een schuld van € 4.500,= welke zij met € 100,= per maand aflost. Mevrouw heeft last van ADHD en heeft zodoende veel problemen om haar gezin goed draaiende te houden. Zij accepteert sinds het vaststellen van de diagnose ondersteuning van de schuldhulpverlening. Dit was in het verleden heel anders, aldus het GGD-team. Mevrouw heeft niet veel geld om van rond te komen maar heeft nu echt een ledikant en matras voor haar zoon nodig en ook is er dringend behoefte aan een wasmachine. Men doet een beroep op ons Fonds Voorbeeld 5 Mevrouw Van der V. is gescheiden en zorgt sinds 2002 alleen voor haar 3 kinderen. Mevrouw heeft schulden af te lossen en zit sinds juni van dit jaar in budgetbeheer/schuldhulpverlening bij de Gemeente Haarlem. Mevrouw heeft ca. € 90,= per
week aan leefgeld. Haar oudste dochter gaat voor het eerst naar de middelbare school. De afstand is niet te lopen: het betreft meer dan 5 kilometer. Wij zouden de dochter een enorm plezier doen met een bijdrage voor een fiets. Ons Fonds zorgt dat de fiets er komt. 2.2 De grote aanvragen nader geanalyseerd In de voorliggende paragraaf zal met behulp van een aantal kenmerken van de aanvragers worden getracht een profiel te schetsen van de cliënten die in 2010 bij de hulpverleningsinstellingen om financiële hulp hebben aangeklopt. Achtereenvolgend zal worden ingegaan op: a. De leeftijd van de cliënten die een aanvraag indienden; b. De gemeenten van herkomst van de cliënten; c. De wijk van herkomst (voor de Haarlemse cliënten); d. De hulpverleningsinstellingen die de financiële hulp aanvroegen. Per aspect wordt indien mogelijk gekeken naar het aantal aanvragen dat werd ingediend, het totale bedrag dat daarmee was gemoeid en het gemiddeld bedrag dat door de Stichting per categorie werd uitgekeerd. Ad a. De leeftijd van cliënten waarvoor een aanvraag is ingediend Op het aanvraagformulier dat door onze Stichting wordt gehanteerd, is de leeftijd van de cliënten aangegeven. De onderstaande Tabel 2 geeft een beeld van de leeftijdsverdeling, de bedragen die in het jaar 2010 per leeftijdscategorie werden uitgekeerd en het gemiddelde uitgekeerde bedrag per ontvangen aanvraag. Tabel 2: Ontvangen grote aanvragen gespecificeerd naar leeftijd van de aanvragers Leeftijd
Aantal aanvragen
Tot 25 jaar
14
Van 25 tot 35 jaar
14
Van 35 tot 45 jaar
32
Van 45 tot 55 jaar
27
Van 55 tot 65 jaar
13
65 jaar en ouder Totaal
Bedrag in €
Bedrag in %
9.428,45
10,2
11.003,00
11,8
29.739,05
32,0
25.414,31
27,4
4.808,03
5,2
14
12.487,39
13,4
114
92.880,23
100
Gemiddelde 673,43 785,93 931,03 941,26 369,85 891,93 814,74
Uit Tabel 2 kan worden afgelezen, dat cliënten in de leeftijdscategorie 55 tot 65 jarigen over het algemeen de laagste bedragen aanvroegen: gemiddeld € 369,85 per aanvraag. Dit komt overeen met het vorig jaar, ook toen scoorde deze categorie eveneens gemiddeld het laagst. Opvallend is dat in 2010 het aantal aanvragen in de leeftijdscategorie 65-plus overduidelijk is toegenomen in vergelijking met vorig jaar. Was in 2009 nog 5% van de gehonoreerde aanvragen bestemd voor cliënten van 65 jaar of ouder, in 2010 is dit percentage gestegen naar ruim 13%. Uit deze gegevens kan worden geconcludeerd dat of de AOW-gerechtigden in het afgelopen jaar de weg naar onze Stichting hebben weten te vinden, en/of de urgente nood onder deze leeftijdscategorie sterk is toegenomen. Verder kan worden gesteld dat er bij de jongeren een verschuiving heeft plaatsgevonden van de 25 tot 35 jarigen naar cliënten van 25 jaar of jonger. Terwijl in 2009 23,1% van de gehonoreerde bedragen aan 25 tot 35 jarigen werd besteed, is dit percentage in 2010 gehalveerd tot 11,8%. Voorts kan uit Tabel 2 worden afgelezen, dat van onze cliënten wederom meer dan de helft (59,4% in 2010 tegenover 55,4% in 2009) tussen de 35 en 55 jaar oud is; de middelbare leeftijd. Ten slotte kon uit de verzamelde gegevens worden afgeleid dat de leeftijd van onze cliënten net als in 2009 ook dit jaar reikt van 18 jaar tot en met 85 jaar. Uit de ruwe data kon tevens worden vastgesteld dat bij 46 van de 103 gehonoreerde aanvragen (45%) kinderen betrokken zijn, tegenover 50% in 2009. Bij deze aanvragen werd voor een bedrag van € 46.955,46 (50,5%) toegekend, tegenover € 36.975,90 (50,7%) in 2009. In Diagram 2 worden vorenstaande gegevens nog eens visueel weergegeven.
Ad b. De gemeenten van herkomst van de cliënten De Stichting Fonds voor Urgente Noden voor Haarlem en Omgeving is werkzaam in Haarlem en in de overige gemeenten van Zuid-Kennemerland.
In 2010 zijn 22 van de 114 ontvangen aanvragen niet afkomstig van inwoners van de gemeente Haarlem. Tabel 3: Aantal aanvragen gespecificeerd naar gemeente van herkomst van de aanvrager en het bedrag dat in de onderscheiden gemeenten werd besteed Gemeenten
Haarlem
Aantal ontvangen aanvragen
Besteed bedrag
92
82.735,90
Bloemendaal/Bennebroek
6
4.400,88
Heemstede
3
1.909,00
Zandvoort
4
718,50
Velsen
4
2.030,00
Haarlemmermeer
3
1085,95
Overige gemeenten
2
0
114
92.880,23
Totaal
Er zijn in 2010 twee aanvragen van buiten het werkgebied van de Stichting binnengekomen, namelijk vanuit de gemeenten Vlijmen en Zaanstad. Deze aanvragen zijn doorverwezen naar de hulpverleningsinstellingen in de betreffende gemeenten. Uit Tabel 3 kan worden afgelezen dat bijna 81% van de aanvragen in 2010 is gedaan namens cliënten die afkomstig waren uit de gemeente Haarlem. Ad c. De aanvragen verdeeld over de gemeente Haarlem Op basis van de adressen en de postcodes van de cliënten is het mogelijk om na te gaan uit welke delen van de gemeente Haarlem aanvragers afkomstig zijn die in 2010 een beroep om hulp op onze Stichting hebben gedaan. De gemeente Haarlem is daarvoor opgedeeld in de navolgende wijken. Haarlem-Noord: Haarlem ten noorden van de spoorlijnen. Haarlem-Oost: ten zuiden van de spoorlijn, ten oosten van het Spaarne, de Schipholweg begrenst de zuidkant van de wijk. Centrum/Haarlem Zuid-West: ten zuiden van de spoorlijn, ten westen van het Spaarne tot aan de Randweg en de grens met de gemeente Heemstede. Schalkwijk: ten zuiden van de Schipholweg en ten oosten van het Spaarne.
Tabel 4: Aanvragen gespecificeerd naar wijk van herkomst van de aanvragers
Wijk
Aantal ontvangen aanvragen
Noord
13
Oost
19
Centrum/Zuid-west
17
Schalkwijk
43
Totaal
92
Uit Tabel 4 blijkt, dat het aantal aanvragen dat afkomstig is uit de wijk Schalkwijk het grootst is. Uit wijk Noord komen relatief weinig aanvragen gezien het aantal inwoners dat in deze wijk woonachtig is. Ad 4. Instellingen die in 2010 voor hun cliënten financiële hulp aanvroegen die werd gehonoreerd In Tabel 5 worden de namen van de 19 instellingen weergegeven die in het jaar 2010 één of meerdere aanvragen hebben ingediend. Tabel 5: De namen van instellingen die in 2010 aanvragen hebben ingediend en het aantal aanvragen dat werd ingediend Naam instelling Blijf van mijn Lijf Brijderstichting Diaconie PKN, afdeling H’lem Gemeente Haarlem GGD GGZ Heliomare Jeugdzorg Kontext Leger des Heils MEE Reclassering RIBW/KAM SHDH
Bedrag in €
Aantal ontvangen aanvragen 400,0 1 897,07 2 15.165,80 13 3.265,88 3.592,00 9.610,93 200,00 3.400,00 14.251,14 2.230,79 8.364,80 338,88 19.842,90 2.091,15
6 3 11 1 6 20 5 10 3 16 2
SIG Stem in de Stad Stichting Budget VIVA Vluchtelingenwerk Totaal
2.786,89 2.579,00 1.000,00 2.000,00 863,00 92.880,23
6 2 1 1 2 1112
Uit Tabel 5 kan worden afgelezen, dat de Stichting in 2010 de meeste aanvragen heeft ontvangen van de Stichting Kontext, deze instelling nam 20 van de 111 ontvangen aanvragen voor haar rekening. Bij genoemde stichting worden ook relatief veel aanvragen in behandeling genomen voor de kleine urgente noden van minder dan € 100,= om bijvoorbeeld eten of kleding te kopen. Wordt de hoogte van de toegekende bedragen in de beschouwing betrokken dan blijkt, dat de RIBW/KAM het grootste beslag legt op het bedrag dat in 2010 werd uitgekeerd voor de leniging van urgente noden waarover ons bestuur een besluit heeft genomen. Het verstrekte bedrag (€ 19.843,=) is meer dan een vijfde deel van het totale door het bestuur toegekende bedrag. Vanuit deze organisatie is er vooral veel vraag naar geld voor het opknappen en inrichten van woningen voor kansarme jongeren. De Diaconie der PKN, afdeling Haarlem neemt met € 15.166,= de tweede plaats in voor wat betreft het beslag op het ter beschikking gestelde budget. Opvallend is, dat de hoogte van het laatst genoemde bedrag is toegenomen van € 9.659,= in 2009 naar € 15.166,= in 2010 bij een gelijk blijvend aantal vragen van 13. Dit verschil wordt in hoofdzaak verklaard door een toename in aanvragen voor witgoed en voor het inrichten van woonruimten, waaronder babykamers. Op de derde plaats staat qua bedrag de Stichting Kontext. De gesprekken die in 2009 en 2010 door het bestuur zijn gevoerd met de zorginstelling hebben hun vruchten afgeworpen. Het GGZ in Geest, de stichting SHDH en de VIVA Thuiszorg hebben dankbaar gebruik gemaakt van de mogelijkheid die onze Stichting biedt om hun cliënten te helpen wanneer zich vragen voordoen met een karakter van urgente nood.
2
3 aanvragen zijn ingediend door privé personen en/of door bedrijven; deze zijn niet in deze tabel meegenomen.
Hoofdstuk 3: Signaleringen vanuit de praktijk Onze Stichting heeft thans drie en een half jaar ervaring opgedaan met het ondersteunen van mensen die als gevolg van omstandigheden vrijwel altijd buiten hun schuld in de knel zijn geraakt en daardoor aangewezen zijn op de hulp van derden. Tijdens ons werk zijn de leden van het bestuur en de ambtelijk secretaris tegen een aantal problemen opgelopen, die wij als bestuur niet kunnen oplossen omdat het of onze taak niet is of dat wij niet bij machte zijn om hiervoor een oplossing aan te dragen. In het voorliggende hoofdstuk willen wij een opsomming geven van de problemen waarmee onze Stichting het afgelopen jaar is geconfronteerd. Ook willen wij in dit hoofdstuk nader ingaan op de problemen die wij in voorafgaande jaren hebben gesignaleerd en waarvoor thans oplossingen zijn aangedragen. Naast het aanstippen van problemen zal er in het voorliggende hoofdstuk ook ruimte worden ingeruimd voor signaleringen van meer algemene aard die van belang kunnen zijn voor het optimaal functioneren van onze Stichting en voor het stroomlijnen van procedures die bij de verschillende instellingen en bij de gemeentelijke overheden in zwang zijn. 1. De gevolgen van de economische crisis In de Jaarverslagen van 2008 en 2009 is door het bestuur van de Stichting de verwachting uitgesproken, dat onze cliënten in de toekomst in toenemende mate een beroep zullen doen op onze Stichting. Als de vraag in 2009 en in 2010 wordt vergeleken met het aantal cliënten dat in 2008 een beroep deed op onze Stichting dan is van een toenemende vraag geen sprake. In 2009 werd zelfs aanmerkelijk minder een beroep onze Stichting gedaan dan het jaar daar voor. Wel moet worden opgemerkt, dat het gemiddelde bedrag dat per grote aanvraag werd uitgekeerd in de loop der jaren aanmerkelijk is gestegen, namelijk van € 645,89 in 2008 naar € 814,73 in 2010. De verklaring voor het uitblijven van de hausse in de zogenaamde grote aanvragen dient te worden gevonden in de aard van ons fonds; het is opgezet voor urgente noden en niet voor het lenigen van noden met een structureel karakter. Voor onze cliënten betekent dit, dat men voor de aanvulling van het inkomen niet bij ons fonds terecht kan en dat betekent voor een aantal mensen dat men schulden moet gaan maken. Uit de aanvraagformulieren van de laatste jaren blijkt, dat een aantal mensen torenhoge schulden heeft en dat een groot aantal van onze cliënten op de gemeente een beroep heeft moeten doen om deel te mogen nemen aan een schuldsaneringprocedure. 2. De plaats van onze Stichting in Zuid-Kennemerland Gesteld kan worden, dat de Stichting Fonds voor Urgente Noden voor Haarlem en Omgeving er in is geslaagd om na drie en een half jaar te hebben gewerkt een eigen plaats te “veroveren” binnen het hulpverleningscircuit van Zuid-Kennemerland en niet meer is weg te denken uit het breed en divers samengestelde hulpaanbod aan mensen die ineens in de knoei zijn geraakt.
Vanuit zeer verschillende kanten wordt onze Stichting geprezen voor haar snelheid van handelen en voor haar transparante werkwijze. Voorts wordt door instellingen die met ons werken gesteld, dat onze instelling wars is van bureaucratie en in is om nieuwe mogelijkheden te onderzoeken. 3. De samenwerking met de gemeentelijke overheden in Zuid-Kennemerland Bij dit punt moet uitdrukkelijk onderscheid worden gemaakt tussen het gemeentebestuur van Haarlem en de andere gemeentebesturen van Zuid-Kennemerland. Hoewel het gemeentebestuur van Haarlem bij de oprichting van onze Stichting zich enigszins afstandelijk opstelde en geen nauwe banden met onze Stichting wilde aangaan en onze verhouding tot elkaar regelde middels een opgesteld Convenant, heeft de gemeente Haarlem er wel in toegestemd om jaarlijks bij te dragen ten behoeve van de in standhouding van de infrastructuur van onze Stichting. Ook is er een jaarlijks overleg met de Directeur van de Sociale Dienst van de gemeente Haarlem waarin afspraken worden gemaakt en bevestigd ten aanzien van de inschakeling van de Sociale Dienst bij de uitvoering van onze werkzaamheden. Wat dit laatste betreft is afgesproken, dat de gemeente Haarlem weer voornemens is om een zogenaamde “Masterclass” te organiseren voor de medewerkers van de hulpverleningsinstellingen waarin nader zal worden ingegaan op de wijzigingen welke zich in de “voorliggende voorzieningen” hebben voorgedaan. Afgesproken is, dat deze bijeenkomst pas dan zal plaats vinden als meer zicht is op de wijzigingen welke zich bij de gemeente als gevolg van o.a. de bezuinigingen als gevolg van het rijksbeleid zullen voordoen. Bij de te organiseren “Masterclass” dient wel te worden opgemerkt, dat de leidinggevenden van de instellingen erop gewezen moet worden dat deze bijeenkomst bedoeld is om de juridische bagage van alle medewerkers, die met hulpvragen van cliënten van doen hebben, op te vijzelen. 4. De noodpotten voor kleine urgente noden Onze Stichting heeft in het recente verleden een zestal hulpverleningsinstellingen de beschikking gegeven over een beperkt budget van waaruit de leidinggevenden van deze instellingen zelfstandig in kunnen spelen op kleine urgente noden van hun cliënten. De kleine urgente noden moeten voldoen aan een aantal voorwaarden en de hulpverleningsinstelling dient achteraf bij onze Stichting haar uitgaven te verantwoorden. Gebleken is, dat in het afgelopen jaar een drietal instellingen zeer frequent gebruik hebben gemaakt. Twee instellingen hebben nog nauwelijks ervaring met deze “noodpot” kunnen opdoen omdat deze nog maar pas aan hen ter beschikking is gesteld en een instelling maakt op een zeer bijzondere wijze van deze noodpot gebruik door vanuit deze pot aan hun clënten leningen te verstrekken die weer moeten worden terugbetaald. Hoewel deze laatste noodpot nog nooit behoefde te worden aangevuld en ons bestuur de idee had dat deze noodpot niet werkte, was juist het tegendeel het geval.
5. Bijzondere Bijstand In het verleden gingen de hulpverleners ervan uit, dat cliënten die een W.S.N.P.3- traject volgden niet in aanmerking konden komen voor Bijzondere Bijstand. In de meeste gevallen sprong onze Stichting dan bij en verstrekte middelen ter oplossing van een urgente nood. Uit gesprekken die door het bestuur van onze Stichting zijn gevoerd met ambtenaren van de Sociale Dienst van de gemeente Haarlem is gebleken, dat het wel mogelijk is om onder bepaalde voorwaarden Bijzondere Bijstand te verkrijgen. Een van de voorwaarden is dat de betrokkene bij de gemeente in een Wettelijk Schuldsaneringtraject moet zijn opgenomen. Naar aanleiding van deze constatering heeft ons secretariaat nagegaan hoeveel middelen onze Stichting in de afgelopen twee jaar onder deze titel aan cliënten heeft verstrekt. Voor 2009 betrof dit ca € 7.000 en voor 2010 ongeveer € 4.000. Het bestuur heeft bij de gemeente Haarlem actie ondernomen om tenminste het bedrag dat in 2010 ( onnodig) aan onze cliënten is verstrekt vergoed te krijgen. 6. Verbreding van het financiële draagvlak van de Stichting In 2009 heeft onze Stichting de drie grote in Haarlem werkzame Wooncorporaties benaderd met het verzoek om subsidie voor het werk van onze Stichting, dit tegen de achtergrond dat ca 30% van alle aanvragen van onze cliënten betrekking hebben op het bekostigen van activiteiten die van doen hebben met “wonen” in ruime zin. In 2009 is het bestuur van onze Stichting door de drie Wooncorporaties ontvangen en is door ons bestuur aan de hand van het Jaarverslag ons verzoek toegelicht. Begin 2010 heeft een deputatie uit ons bestuur een tweede gesprek gehad met de Wooncorporaties. Medio 2010 bereikte ons een brief van de Wooncorporaties waarin ons bestuur werd meegedeeld dat de Wooncorporaties bereid zijn onze Stichting voorlopig voor drie jaar te subsidiëren met een bedrag van € 0,50 per huurwoning die de Corporaties in beheer hebben; in 2010 betekende dit een subsidie van € 11.309. 7. De samenwerking met Bureaus voor urgente noden in Nederland In de laatste twee jaren is door Drs. A. de Jong het door hem ontwikkelde concept voor de Bureaus voor Urgente Noden over Nederland uitgerold en komen de thans in Nederland bestaande bureaus twee maal per jaar bijeen teneinde ervaringen uit te wisselen. Deze bijeenkomsten worden door de betrokkenen als zeer nuttig ervaren en telkens doet men ervaringen op die ook in het eigen bureau toepasbaar zijn. Voorts worden ter vergadering bepaalde te ondernemen gezamenlijke acties besproken en wordt gediscussieerd over het uniformeren van de door de bureaus gehanteerde definities zodat het werk onderling vergelijkbaar wordt. Een van de acties die door een van de bureaus is ondernomen (Den Haag) betreft een brief aan de Ministerie van VWS en Sociale Zaken en Werkgelegenheid waarin aandacht wordt gevraagd voor de consequenties van de zgn. “bronbelasting”.
3
Wet Sanering Natuurlijke Personen.
Deze belasting houdt in dat personen die geen ziektekostenverzekering hebben afgesloten er een krijgen vanwege het rijk. De daarvoor geheven premie wordt, met 30% boete verhoogd, bij de betreffende weigeraar in rekening gebracht. De mensen die dit treft, kunnen dit niet betalen en proberen via een bureau voor urgente noden hiervoor een uitweg te vinden. De betreffende bureaus weigeren echter de boete te betalen en ook de fondsen die de bureaus van middelen voorzien, wensen niet dat de middelen worden aangewend ter betaling van de boete. De Ministeries broeden momenteel en het ziet er naar uit dat voor dit probleem een oplossing zal worden gevonden. Tijdens de laatst gehouden bijeenkomst van de bureaus is gesproken over de oprichting van een landelijk kenniscentrum. Dit centrum zou bij één van de bureaus, centraal in Nederland, worden ondergebracht. Het zou moeten worden gefinancierd uit de contributies vanuit de bureaus urgente noden in Nederland. Tijdens deze vergadering bleek, dat een aantal van de deelnemende fondsen er niet voor voelt dat hun middelen voor overhead aangelegenheden worden aangewend; ook ZuidKennemerland was die mening toegedaan. Naar aanleiding hiervan zal de voorzitter van het overleg tezamen met de heer de Jong nagaan of er fondsen zijn in Nederland die eventueel genegen zijn om hiervoor middelen ter beschikking te stellen. Wordt vervolgd.
Hoofdstuk 4: Het functioneren van de Stichting In dit hoofdstuk zal het functioneren van de Stichting aan de orde worden gesteld. In de eerste drie paragrafen wordt het intern functioneren van onze Stichting beschreven op basis van de drie organen die onze Stichting telt: het bestuur, de Raad van Toezicht en de ambtelijk secretaris. In de vierde paragraaf komt het naar buiten treden van de Stichting aan bod. 1. Het bestuur Per 31 december 2010 bestond het bestuur van de Stichting Fonds voor Urgente Noden voor Haarlem en Omgeving uit: Mevr. N.W. van Oerle-van der Horst, voorzitter J.W.C. ter Braak, vicevoorzitter P.F. Schlicher, secretaris C. Cramer, penningmeester G.J. Jeronimus, lid Het bestuur is belast met het besturen van de Stichting en heeft daarbij de bevoegdheid tot het aangaan van verplichtingen en het afsluiten van overeenkomsten. Voorts beslist het bestuur van de Stichting over alle aanvragen voor financiële ondersteuning die door de hulpverleners namens hun cliënten bij het bureau van de Stichting worden ingediend. Dit laatste is één van de basisprincipes die binnen de Stichting gelden en is afgesproken met de geldgevende fondsen. In het jaar 2010 kwam het bestuur van de Stichting 16 maal bijeen. Doorgaans vergadert het bestuur gemiddeld eens per drie weken. Zijn er veel aanvragen om ondersteuning dan ligt de vergaderfrequentie hoger. Daarnaast is er wekelijks een druk mailverkeer tussen de bestuursleden onderling en met de ambtelijk secretaris. De vergaderingen van het bestuur vinden bijna allen plaats in het kantoor van het Sint Jacobs Godshuis, Emauslaan 6 te Haarlem. Naast het beoordelen van de 114 aanvragen, die door de ambtelijk secretaris van een preadvies waren voorzien, kwamen tijdens deze vergaderingen ondermeer de volgende punten aan de orde: Het bezoek aan de drie Wooncorporaties. Het doel van dit bezoek was de drie Corporaties te informeren over het werk van onze Stichting en ze te bewegen hieraan een bijdrage te verstrekken omdat 30% van de bij de Stichting ingediende aanvragen betrekking heeft op “wonen”. Het bezoek had succes. De directeuren van de Wooncorporaties hebben namelijk besloten de Stichting voor de komende drie jaar te subsidiëren. Uitgangspunt voor de subsidiebijdrage is dat onze Stichting voor iedere huurwoning € 0,50 subsidie ontvangt, hetgeen neerkomt op een bedrag van circa € 11.500 voor 2010. Het online plaatsen van een gefilmd interview ten behoeve van de vergadering van het symposium dat werd georganiseerd door Fondsen in Nederland (FIN). De deelnemers
aan dit interview waren de voorzitter en de secretaris van onze Stichting, alsmede de heer Van Noort, directeur van de afdeling Sociale zaken van de Gemeente Haarlem. Het benaderen van de ouderenbonden. Het doel hiervan was de bonden te informeren over onze Stichting en de mogelijkheden die deze kan bieden aan ouderen die geconfronteerd worden met urgente noden. De Stichting heeft hiertoe het initiatief genomen omdat gebleken was dat de ouderen onvoldoende gebruik maken van de mogelijkheden die de Stichting biedt. Het verslag van de bezoeken van de voorzitter aan thuiszorginstellingen Zorgbalans en aan het Zorgcentrum Schalkweide (St. Jacob) om deze instellingen meer te betrekken bij de mogelijkheden die ons Fonds te bieden heeft. De organisatie van de bijeenkomsten van de Raad van Toezicht op 15 april en 9 november, en het opstellen van een agenda voor deze bijeenkomsten. Het bezoek aan het Landelijk Beraad van Bureaus voor Urgente Noden door vicevoorzitter en de ambtelijk secretaris in het kader van een mogelijke oprichting van een kenniscentrum. Het verslag van het bezoek door de voorzitter aan de VIVA-Zorggroep en aan Axxicom Thuishulp. Interviews werden gegeven op respectievelijk 24 en 26 april aan het Haarlems Dagblad. In deze interviews heeft de voorzitter de missie en de werkwijze van het Fonds verklaard. Het bespreken van de fiscale en wettelijke mogelijkheden betreffende schenkingen en legaten in verband met de herdruk van de drieluikflyer. Het toekennen van een noodpot van € 1.000,- voor de Stichting RIBW/KAM waaruit aanvragen voor de kleine urgente noden tot € 100,= per aanvraag kunnen worden toegekend. Het bespreken van een beknopte beschrijving van de werkwijze van het Fonds door de secretaris voor de website. Ook de zogenaamde “noodpotjes“ worden in notitie onder de aandacht gebracht. Verslag van het bezoek aan de bijeenkomst ter gelegenheid van de opening van het Fonds Urgente Noden Friesland te Heerenveen. Verslag van de deelname aan de bijeenkomst van het Landelijk Beraad Noodfondsen te Rotterdam. Evaluatiegesprek met de ambtelijk secretaris. Voorbereidingen voor de opzet van het Jaarverslag 2010.
2. De Raad van Toezicht De Stichting kent een Raad van Toezicht. Deze heeft tot taak het toezicht houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de Stichting, alsmede het uitoefenen van die taken en bevoegdheden die in de statuten aan de Raad van Toezicht zijn opgedragen of toegekend. In 2010 kwam de Raad van Toezicht op 15 april en 9 november bijeen. De bijeenkomst in het voorjaar diende ter bespreking van het Jaarverslag en de Jaarrekening. De bijeenkomst in het najaar diende voor het opstellen van de Begroting voor het komend jaar.
De Raad van Toezicht wordt gevormd door afgevaardigden van de fondsen, van hulpverleningsinstellingen en van maatschappelijke organisaties die bij de Stichting zijn aangesloten. Dit betekent dat alle hulpverleningsinstellingen en maatschappelijke organisaties die bij de Stichting zijn aangesloten, alsmede de geldgevende fondsen, het recht hebben om één vertegenwoordiger naar de Raad van Toezicht af te vaardigen. De meeste instellingen en fondsen die bij de Stichting zijn betrokken, hebben van dit recht gebruik gemaakt. De leden van de Raad van Toezicht, alsmede de namen van de instellingen, organisaties en fondsen die zij vertegenwoordigen, zijn: Namens de Fondsen: Dhr. J.F. J. Hoefmans Dhr. Q.J.M. Kramer Mw. G.D. Bredius-Gockinga Mw. L.C.M. BlomjousMaillette de Buy Wenniger Mw. E.J. Bogaerds-Hauer Dhr. K. W. Sluyterman van Loo Dhr. J.F.H.M. van Exter Dhr. R. J. Kramer Dhr. J. Thöne Dhr. B. J. Dorlas Dhr. H. A. J. Moné Dhr. A. H. Kist Mw. I. Gudde-Reuten Dhr. U. J. M. Overmars Mw. A. H. van Stegeren4 Dhr. J. S. Van Zanten5
Kath. Stg. ISCC Haarlem en omstreken Vereniging Sint Vincentius van Paulo Haarlem Stg. Gereformeerd of Burgerweeshuis Stg. Weeshuis der Doopsgezinden Bavostichting Heemstede Stg. Sluyterman van Loo te Beverwijk Stg. Coelombie Jan Rodink Stichting Fonds NN Stg. AVIOM Sint Jacobs Godshuis Stg. Familiefonds van Dusseldorp Stg. Carmen Nederkoorn van Dijkstichting J. C. Ruigrok Stichting Stg. Fonds van Wijlen Dr. Jac. van Zanten
Namens de hulpverleningsinstellingen en maatschappelijke organisaties: Mw. J. van Keulen Stg. “Stem in de Stad” Dhr. C. van der Wal Stg. Kontext Dhr. A. Mol Elan Wonen, Pré Wonen en Ymere Dhr. E. Meyknecht Dekenaat Haarlem/Beverwijk Dhr. R. P.van der Jagt Diaconie Protestantse Gemeente Haarlem 6 Mw. Wiering-Speelman Stg. Comité Bijzondere Hulp Zuid-Kennemerland Mw. A. M. Bos7 Stg. MEE N.W.-Holland/Zuid-Kennemerland Dhr. H. Bax Stg. Humanitas Zuid-Kennemerland 8 Mw. I. C. ter Haar Stg. RIBW/KAM Dhr. D. J. van den Hoek Leger des Heils, Centrum voor Wonen, Zorg & Welzijn, Noord-Holland 4 5 6 7 8
Volgt dhr. C. Beke op per 9 november 2010 Toegetreden per 15 april 2010 Volgt mw. Cl. van Polvliet op Volgt mw. M. Moens op Volgt dhr. F. Haak op per 9 november 2010
Mw. H. Berkhout, dhr. P. Köhne Mw. I. Webbink, dhr. H. Hofman
GGD Zuid-Kennemerland AGZ Reclassering Nederland, afdeling Haarlem.
Samenvatting van de vergadering van de Raad van Toezicht op 15 april 2010 De voorzitter opent de vergadering en heet speciaal welkom de heer Van Zanten van de Stichting Fonds van Wijlen Dr. Jac. van Zanten die voor het eerst aan een vergadering van deze Raad van Toezicht deelneemt. Tijdens deze bijeenkomst stelt de Raad van Toezicht de jaarrekening 2009 vast met een batig exploitatiesaldo van € 82.289. Dit saldo wordt toegevoegd aan het beschikbaar budget. Het eigen vermogen bedraagt per 31 december 2009 € 159.410. De kascommissie, bestaande uit de heren Haak en Köhne hebben verklaard goedkeuring te kunnen hechten aan de samengestelde cijfers voor het afgelopen jaar: “De boekhouding werd ordentelijk bijgehouden.” Jaarrekening 2009 De voorzitter van de Raad van Toezicht wijst erop dat na het verzoek tot bijstorting het beschikbare budget van de Stichting per 31 december 2009 flink is toegenomen. Sinds dit verzoek is gedaan is het aantal aanvragen sterk afgenomen. In de discussie die tijdens deze vergadering werd gevoerd, bleek dat de vergadering het niet wenselijk achtte dat bij onze Stichting buffervorming zou plaats hebben. Wel spraken de fondsen de bereidheid uit om, indien dit nodig is, gelden bij te storten. In de brief van de heer Sluyterman van Loo, welke in de vergadering werd behandeld, werd er eveneens op aangedrongen om af te zien van reservevorming. Voorts werd in deze brief voorgesteld de jaarstukken door een registeraccountant te laten controleren. De voorzitter kent een registeraccountant die in het Haarlemse een aantal sociale instellingen controleert. De voorzitter is bereid deze accountant te benaderen en hem te verzoeken onze jaarrekening te controleren en eventueel hiervoor een goedkeurende verklaring af te geven. Als deze accountant bereid is de jaarstukken te controleren, is de kascommissie niet meer nodig. Naar aanleiding van het voorafgaande dechargeert de Raad van Toezicht het bestuur en met name de penningmeester voor het in 2009 gevoerde financiële beleid. Jaarverslag 2009 Voorts wordt in de voorjaarsvergadering van de Raad van Toezicht veel aandacht besteed aan het jaarverslag 2009 dat in februari van dit jaar door het bestuur van de Stichting werd uitgebracht. De voorzitter van het Bestuur is blij dat het overleg in 2009 met de Wooncorporaties tot positieve resultaten heeft geleid. Er volgt een discussie over de noodpotjes (giften tot € 100,=). Voorgesteld wordt de bestedingsdoeleinden van de noodpotjes te integreren met de overige aanvragen.
Verder wordt er gediscussieerd over het bereiken van meer oudere cliënten (bijvoorbeeld door middel van een folder). Voorts wordt voorgesteld om de thuiszorginstellingen de mogelijkheden die ons Fonds te bieden heeft onder hun aandacht te brengen. Samenvatting van de vergadering van de Raad van Toezicht op 9 november 2010 Mededelingen vanuit het Bestuur De voorzitter deelt mede, dat het bestuur overleg heeft gevoerd met de Gemeente Haarlem over het verlenen van leenbijstand voor personen die schuldhulpverlening ontvangen. De zaak is onderzocht en dit heeft tot gevolg gehad dat de gemeente Haarlem het beleid hieromtrent zal aanpassen. Voorts wordt opgemerkt dat twee instellingen, de Stichting Reclassering Nederland, afdeling Haarlem en de Stichting RIBW/KAM, om een noodpotje hebben gevraagd voor het leningen van kleine urgente noden. Het bestuur heeft hierop positief gereageerd. Het St. Jacobs Godshuis en de Stichting Reclassering Nederland, afdeling Haarlem zullen in 2011 tijdens de vergadering van de Raad van Toezicht hun instelling presenteren. Daarnaast is de wethouder van Sociale Zaken van de gemeente Haarlem, de heer J. Nieuwenburg, bereid in een van de komende vergaderingen van de Raad van Toezicht een inleiding te verzorgen. Begroting 2011 Naar aanleiding van deze begroting werd besloten, dat het bestuur een oproep zal doen tot bijstorting zodra de buffer is gedaald tot € 50.000. Voorkomen moet worden dat de fondsen er volgend jaar van uitgaan dat het bestuur van de Stichting geen beroep op de toezeggingen zal doen. De Raad van Toezicht gaat akkoord met de voorgestelde begroting. Tijdens de rondvraag maakt de heer Beke van de gelegenheid gebruik zijn nieuwe opvolgster voor te stellen. De heer Beke treedt eind 2010 af als voorzitter van de J. C. Ruigrokstichting; mevrouw Van Stegeren neemt zijn bestuursfunctie over. Nood en hulp anno 2010 In zijn inleiding gaat de heer Drs. Andries de Jong – voorzitter van de Stichting Samenwerking voor UrgenteNoden.nl - in op de relatie tussen de hulpverleningsorganisaties en de noodhulpbureaus. Hij schetst een beeld van de huidige problematiek die hulpverleners ondervinden bij het bieden van hulp aan hun cliënten. Noodhulp is een noodzakelijk instrument van de hulpverlener. Als de wettelijke voorzieningen niet toereikend zijn worden de noodhulpbureaus benaderd. Een goed contact tussen de hulpverleningsinstelling, overheid en noodhulpbureaus is van groot belang. Het bevordert een integrale aanpak en voorkomt dat mensen in de knel geraken. Inmiddels zijn er in Nederland 16 noodhulpbureaus actief en lid van het landelijk beraad. De heer De Jong hoopt dat de bureaus hun ervaringen uitwisselen en verzamelen. Ook voor de beleidsmakers in de politiek is deze informatie van belang. In verband daarmee bepleit hij de oprichting van een “Kenniscentrum”.
3. De ambtelijk secretaris De ambtelijk secretaris is met name actief bij (1) het beoordelen van de binnengekomen aanvragen op volledigheid, (2) het bestuur adviseren op basis van deze aanvragen en (3) het uitvoeren van de besluiten die door het bestuur over de ingediende verzoeken worden genomen. Voorts bereidt de ambtelijk secretaris de agenda voor de bestuursvergadering voor en notuleert de vergaderingen en is ondersteunend bij beleidsvoorbereidende activiteiten en presentaties. Het betreft een parttime functie voor 16 uur per week 4. Gebeurtenissen in 2010 waarbij de Stichting vertegenwoordigd was 04-01-2010
Bijwonen van de Nieuwjaarsreceptie van de Gemeente Haarlem.
10-01-2010
Informatief overleg bij de gemeente Haarlem, afdeling WMO, in verband met geplande bezoeken aan diverse thuiszorginstellingen.
20-01-2010
Kennismakingsgesprek bij de Stichting SHDH met het doel de Stichting te betrekken bij de mogelijkheden die ons Fonds biedt.
26-01-2010
Gesprek op het kantoor van de Wooncorporatie Pré Wonen te Velserbroek. Hier is medegedeeld dat de directeuren hebben besloten dat de drie Wooncorporaties, Pré Wonen, Ymere en Elan Wonen, onze Stichting voor de komende drie jaar te gaan subsidieren.
29-01-2010
In ontvangstname van een cheque ten bedrage van € 8.190. Deze werd overhandigd aan de voorzitter van het bestuur van onze Stichting door Mgr. J. van Burgsteden, hulpbisschop van het bisdom Haarlem/ Amsterdam. Het geld werd bijeengebracht door diverse parochies uit Haarlem en omstreken tijdens de Diaconale Zondag in november 2009.
03-02-2010
Kennismakingsgesprek bij Zorgbalans met als doel deze organisatie te betrekken bij de mogelijkheden die ons Fonds biedt.
11-02-2010
Kennismakingsgesprek bij zorginstelling St. Jacob (Locatie Schalkweide) om hen te betrekken bij de mogelijkheden die ons Fonds biedt.
02-03-2010
Bezoek aan de heer Vos van de Stichting Comité Bijzondere Hulp ZuidKennemerland om misverstanden omtrent berichtgeving in de pers weg te nemen.
03-03-2010
Kennismakingsgesprek bij de Stichting het Heilig Kerstmis Gilde met als doel deze stichting te betrekken bij de activiteiten van de Raad van Toezicht.
29-03-2010
Deelname aan het Landelijk Beraad Urgente Noden.
14-04-2010
Kennismakingsgesprek bij de VIVA Zorggroep met als doel deze te informeren over de mogelijkheden die ons Fonds biedt.
24-04-2010
Het geven van een interview over de werkwijze van ons Fonds aan een verslaggever van het Haarlems Dagblad.
27-04-2010
Kennismakingsgesprek bij de Axxicom Thuishulp met als doel deze te informeren over de mogelijkheden die ons Fonds biedt.
11-05-2010
Kennismakingsgesprek met de nieuwe directeur van de Stichting MEE Noord West Holland/Zuid-Kennemerland.
11-05-2010
Overleg met de Gemeente Haarlem met het hoofd van de afdeling Sociale Zaken naar aanleiding van het uitgebrachte Jaarverslag 2009.
26-08-2010
Bezoek aan de Gemeente Haarlem naar aanleiding van vragen van ons Bestuur over het uitkeringsbeleid bij het verlenen van bijzondere bijstand aan personen die in een W.S.N.P.-traject zijn opgenomen.
06-10-2010
Deelname aan het oprichtingssymposium “Sun Friesland” te Heerenveen.
18-10-2010
Bezoek aan het Leger des Heils ter verbreding van het financiële draagvlak van onze Stichting.
20-10-2010
Deelname aan de bijeenkomst van het Landelijk Beraad Noodfondsen te Rotterdam.
08-11-2010
Bijwonen van de Themabijeenkomst van de Stichting voor Bijzondere Noden te Amsterdam.
Hoofdstuk 5: Financiën De financiële situatie van onze Stichting wordt in het voorliggende hoofdstuk weergegeven door middel van de verkorte jaarrekening over het boekjaar 2010. Ook worden ter vergelijking de financiële cijfers over 2009 gegeven. Opgemerkt zij, dat de gegevens in dit hoofdstuk betrekking hebben op de daadwerkelijke inkomsten en uitgaven in de betreffende jaren. Dit heeft o.a. tot gevolg dat de in hoofdstuk 5 gepresenteerde cijfers kunnen afwijken van de cijfers die in de hoofdstukken 1 en 2 zijn vermeld. De in genoemde hoofdstukken vermelde cijfers hebben namelijk alleen betrekking op alle aanvragen waarover het bestuur in 2010 een besluit heeft genomen en die in 2010 zijn betaald. In hoofdstuk 5 gaat het over alle aanvragen die in 2010 door het bestuur zijn goedgekeurd. Voorts speelt mee, dat in hoofdstuk 2 geen rekening is gehouden met het terugbetalen van leningen door de cliënten en met het feit dat cliënten er in slagen om onder het toegezegde bedrag het gewenste artikel te verwerven en het niet bestede deel van de gift weer terugstorten op de rekening van de Stichting. Balans per 31 december 2010 __________________________________________________________________ Activa Vlottende activa Kas Van Lanschot Bankiers rekening courant Van Lanschot Bankiers spaarrekening Rabo rekening courant Rabo spaarrekening Leningen u/g Te ontvangen rente Totaal:
Passiva Eigen vermogen Vooruit ontvangen/Nog te betalen kosten
Totaal:
2010
2009
117 8.981 55.019 523 67.500 968 2.504
93 2.203 154.919
135.612
2.195* ______ 159.410
2010
2009
135.289
159.410
323
0
______ 135.612
______ 159.410
Rekening van baten en lasten:
2010
2009
72.118 35.000 2.430 2.524
147.500 35.000 10.301 2.558
112.072
195.359
98.146 38.047
77.755 35.315
Totaal lasten
136.193
113.070
Saldo exploitatie
-24.121
82.289
Baten Bijdrage stichtingen Bijdrage in apparaatskosten Donaties Ontvangen rente Totaal baten Lasten Ondersteuning cliënten Kosten stichting
Toelichting: Grondslagen voor waardering en bepaling van het resultaat: De activa en passiva worden gewaardeerd op hun nominale waarde. Aan cliënten in bruikleen verstrekte goederen worden in het jaar van aanschaf rechtstreeks verantwoord in de exploitatierekening ten laste van de post “Ondersteuning cliënten”. Baten en lasten Baten en lasten worden op basis van historische prijzen en met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Toelichting op de balans Vlottende activa Liquide middelen: Kleine Kas
31.12.2010
31.12.2009
117
93
Bank van Lanschot Bankiers 22.59.47.218 Bank van Lanschot Bankiers 201.68.98.968 Rabo Bank 15.50.12.819 Rabo Bank 3631.262.086 Lening Dhr. NN Lening Mw. NN Lening Mw. NN Te ontvangen bankrente
8.981 55.019 523 67.500 968 0 0
2.203 154.919
140* 2.055*
2.504
______________________________________________________________________ Eigen vermogen: Per 31 december 2009 Onttrokken in 2010 (toegevoegd in 2009) Per 31 december 2010
Te betalen kosten Ondersteuning 300 Bankkosten 23
31.12.2010
31.12.2009
159.410 -24.121 135.289 =====
77.121 82.289 159.410 =====
323
* Het bestuur heeft besloten deze leningen af te boeken wegens oninbaarheid ten laste van de post “ Ondersteuning cliënten”.
Toelichting op de rekening van baten en lasten. Baten
2010
2009
10.000
25.000 7.000 4.000 15.000 1.000 7.500 1.000 5.000 10.000 15.000 3.500 5.000
Bijdrage Fondsen Sint Jacobs Godshuis Stichting Aviom Stichting Coelombie Stichting I.S.C.C. Haarlem en omstreken Vincentiusvereniging Weeshuis Doopsgezinden Nederkoorn van Dijkstichting Jan Rodink Stichting Stichting Carmen Stichting Sluyterman van Loo Gereformeerd of Burgerweeshuis Stichting Haarlems Tuberculosefonds
1.000 10.000
25.000
Stichting Lions Club Heemstede Fonds Jac. van Zanten Stichting Familiefonds van Dusseldorp Stichting Fonds NN Fonds DBL Stichting Ziekenverpleging Doopsgezinde Gemeente J.C. Ruigrokstichting Wooncorporaties Pré Wonen, Ymere en Elan Totaal
5.000 5.000 4.809
2.500 5.000 10.000 10.000 6.000 5.000 10.000
11.309 72.118 ======
147.500 ======
35.000
35.000
2010
2009
98.146 ======
77.755 =====
Detacheringskosten Kontext Postbus KvK Telefoon Wanna Create Internet Computerkosten + cartridges Kantoorartikelen Diversen (o.a. representatie, reiskosten) Jaarverslag 2008/2009 Porti Enveloppen Leaflets en folders Bankkosten
32.336 151 26 273 286 110 86 672 1.172 314 979 1.324 318
31.988 149 26 390 190 172 45 626 1.172 315
Totaal
38.047
35.315
Bijdrage in apparaatskosten Bijdrage Gemeente Haarlem Lasten Ondersteuning cliënten Totaal
Kosten Stichting
Haarlem, 8 februari 2011
242
Het secretariaat
P.S. van Doorn RA Duitslandlaan 16 2034 BC Haarlem
Aan het bestuur van de Stichting Fonds voor Urgente Noden voor Haarlem en Omgeving
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2010 van de Stichting Fonds voor Urgente Noden voor Haarlem en Omgeving te Haarlem gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2010 en de rekening van baten en lasten over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de in Nederland geldende van toepassing zijnde grondslagen voor de financiële verslaggeving. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn
afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van de Stichting Fonds voor Urgente Noden voor Haarlem en Omgeving per 31 december 2010 van het resultaat over 2010 als in de gegeven omstandigheden is vereist.
Haarlem, 15 maart 2011
P.S. van Doorn RA