Jaarverslag van de New Deal Uitvoering van de transversale maatregelen 05/07/2013
1
2
Inhoudstafel UITVOEREND TEAM................................................................................................................7 INLEIDING ..............................................................................................................................9 ENGAGEMENT 1 - HET ONDERLING OVERLEG VAN DE SOCIALE PARTNERS ALSOOK HUN SAMENWERKING MET DE PUBLIEKE ACTOREN BEVORDEREN ................................................ 13 De ESRBHG als bevoorrechte partner betrekken bij de uitwerking van het sociaal-economisch luik van het ontwerp van GPDO met betrekking tot economische en sociale tewerkstellingsmateries bestaande uit het beleid inzake transitie van de economie, de ontwikkeling van collectieve diensten en uitrustingen (woningen, crèches, scholen, gezondheid, …) en de maatregelen voor sociale inclusie. ....................................................... 15 Een permanente dialoog organiseren inzake economisch beleid, tewerkstelling, opleiding en onderwijs binnen het BESOC, uitgebreid tot de gemeenschapsoverheid, evenals de publieke gewest- en gemeenschapsinstellingen die in Brussel onder voormelde bevoegdheden ressorteren en betrokken zijn bij het Pact. ............................................................................. 16 De publieke actoren van het Brusselse hinterland betrekken wanneer dat nodig blijkt........... 18 Een samenwerking tot stand brengen tussen de ESRBHG, het BISA, de Raad voor Economische Coördinatie, het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en eventuele andere partners, voor het opvolgen van en het anticiperen op de gevolgen op korte en middellange termijn van de mutaties van de stadseconomie (diensteneconomie, onderaannemingen…) en de herstructureringen van de Brusselse ondernemingen (bescherming werkgelegenheid). Deze samenwerking zal gestuurd worden door de ESRBHG. ........................................................... 20 De taken van de ESRBHG versterken opdat er een permanente dialoog zou kunnen worden gevoerd met de sociale partners en de tewerkstellings- en opleidingsactoren, zowel van Brussel zelf als van de aangrenzende economische gebieden. De modaliteiten voor een adviesbevoegdheid inzake opleiding en onderwijs op het grondgebied van Brussel zullen daartoe samen met de betrokken overheden onderzocht worden. ........................................ 22 Versterking van de samenwerking tussen de Secretariaten van de ESRBHG, de CCFEE, het BNCTO en het Territoriaal Pact voor de Werkgelegenheid. ..................................................... 24 Nagaan of het noodzakelijk is de werkingsmiddelen van het Secretariaat van de ESRBHG in het licht van de nieuwe opdrachten die eraan toevertrouwd zouden worden, te versterken. ....... 25 ENGAGEMENT 2 - OPERATIONEEL BEVORDEREN VAN DE SAMENWERKING TUSSEN DE OPERATOREN DIE ACTIEF ZIJN OP HET VLAK VAN ECONOMIE, TEWERKSTELLING, BEROEPSOPLEIDING EN KWALIFICEREND ONDERWIJS ........................................................... 27
3
Versterking van de structurele samenwerking tussen de instellingen van openbaar nut en de verschillende Brusselse actoren die actief zijn op het vlak van economie, tewerkstelling, beroepsopleiding en kwalificerend onderwijs, meer bepaald aansluitend op de realisatie van het levensbekken voor wat meer specifiek opleiding en kwalificerend onderwijs aangaat. .... 29 Bevordering van de synergieën en complementariteit tussen alle plaatselijke en gewestelijke tewerkstellings- en opleidingsvoorzieningen, met inbegrip van de oprichting van gestructureerde partnerships waarbij wederzijdse acties worden gebundeld om zo te vermijden dat overtollige diensten worden aangeboden en ervoor te zorgen dat de werkzoekenden en de werkgevers gemakkelijker de formaliteiten kunnen vervullen. ............ 31 Bevorderen van de synergieën en complementariteit tussen alle lokale en gewestelijke beleidsinstrumenten voor tewerkstelling en opleiding en de gewestelijke en gemeenschapsinstrumenten voor de herwaardering van de wijken en voor sociale cohesie. . 34 Indicatoren uitwerken voor het observeren en analyseren van de dynamiek van de arbeidsmarkt en het evalueren van de verschillende getroffen maatregelen aan de hand van een tweejaarlijks evaluatieverslag, die rekening houden met de dynamiek en de complexiteit van de tewerkstellingsmateries te Brussel, zoals uiteengezet in hoofdstuk 2 van de New Deal. ............................................................................................................................................. 36 Versterken van de gekruiste beleidslijnen en de bijdragen van het Gewest tot de ontwikkeling van de acties inzake opleiding en onderwijs met het oog op tewerkstelling (openbare opleidingsoperatoren, CST, BRC, …)........................................................................................ 38 Het Territoriaal Pact voor de Werkgelegenheid ermee belasten om, desgevallend samen met de betrokken instanties, modelinitiatieven te ondernemen op het vlak van gelijkheid, diversiteit en sociale inclusie, die onder meer tot doel hebben de loonkloof tussen vrouwen en mannen te helpen dichten, eenoudergezinnen aan de arbeidsmarkt te laten deelnemen, migrerende werknemers te helpen opvangen en integreren en diversiteit en sociale cohesie te bevorderen............................................................................................................................ 43 ENGAGEMENT 3 - DE MIDDELEN EN DE PUBLIEKE EN PRIVE-OPERATOREN MOBILISEREN MET ALS DOEL MEER BRUSSELAARS AAN HET WERK TE KRIJGEN EN DE DUURZAME STEDELIJKE GROEI TE BEVORDEREN ........................................................................................................ 47 De economische en sociale actoren oproepen zich bewust te worden van de 5 grote uitdagingen waarmee het Gewest te maken krijgt en hen mobiliseren voor de tewerkstelling van de Brusselaars. ................................................................................................................ 49 Vraag en aanbod inzake werkgelegenheid beter op elkaar afstemmen. De sociale partners verbinden zich ertoe de overdracht te bevorderen van jobaanbiedingen naar Actiris, dat daartoe de modernisering van deze afstemming zal voortzetten............................................ 51 Nauw samenwerken met de vertegenwoordigers van de beroepssectoren om prioritair de in het kader van het CET bestaande raamakkoorden operationeel te maken in de door het Pact als prioritair aangeduide domeinen en ze te vertalen in sectorale protocolakkoorden. Dit 4
raamakkoord heeft als doel het aantal jobaanbiedingen onder “SBO”-statuut of middels een “IBO-O” te vergroten, teneinde Brusselse werkzoekenden en meer bepaald laaggeschoolde jongeren professionele ervaring te laten opdoen. Parallel daaraan zal ook bijzondere aandacht besteed worden aan het uitbreiden van het aantal stages en eerste werkervaringen voor jongeren die nog school lopen of zich op het einde van een beroepsopleiding bevinden. ...... 53 Opvoeren van de observatie van de knelpuntberoepen in de sectoren die vermeld staan in de New Deal en mobiliseren van de vertegenwoordigers van de Brusselse beroepssectoren om, samen met de openbare tewerkstellings- en opleidingsinstellingen en de beroepssectoren, sectorale actieplannen uit te werken, die het voor de Brusselse werkzoekenden mogelijk maken zich snel de kwalificaties eigen te maken die voor deze beroepen vereist zijn. ............ 55 De sociale en milieu-clausules van de Brusselse overheidsopdrachten evalueren en eventueel herzien in het licht van hun relevantie als instrumenten voor het verwezenlijken van de doelstellingen inzake de bevordering van werkgelegenheid, opleiding en de overgang naar een meer duurzame en innoverende economie. .......................................................................... 58 De ontwikkeling van de activiteiten inzake tewerkstelling, opleiding en onderwijs van de Beroepsreferentiecentra (BRC), de Centra voor Spitstechnologie (CST) en het Regionaal Technologiecentrum (RTC), in een partnership met de beroepssectoren, de openbare opleidingsinstellingen (Bruxelles formation en RDB-VDAB) en de gespecialiseerde opleidingsen onderwijsoperatoren (EF-PME, Syntra Brussel en de instellingen voor beroepsinschakeling) in de bedoelde sectoren, in het bijzonder binnen de prioritaire domeinen vastgelegd in de New Deal............................................................................................................................... 61 Uitbreiden en samenbrengen van de bestaande opleidingsinstrumenten met betrekking tot de stadsberoepen en de openbare sector, volgens een voor de openbare sector specifieke overeen te komen procedure, in samenwerking met de GSOB. .............................................. 64 De bestaande maatregelen inzake beroepsvoorlichting en -oriëntering onderwerpen aan een evaluatie en een globaal beleid inzake beroepsoriëntering uitwerken dat de verschillende betrokken actoren en de beroepssectoren mobiliseert. ......................................................... 66 De ondersteuning of versterking van de voorzieningen inzake de begeleiding en beroepsomschakeling van de ondernemingen en de werknemers van de sectoren die zich in een economische overgangsfase bevinden of een herstructureringsproces doorlopen, met bijzondere aandacht voor de ZKO. ......................................................................................... 68 Met de hulp van de universitaire centra het onderzoek en de innovatie bevorderen binnen de domeinen die in de New Deal aan bod komen en daarbij een beroep doen op de beschikbare kennis en studies, in het bijzonder op deze die de langetermijnuitdagingen aangaan. ............ 69 INSTRUMENTEN ................................................................................................................... 71 Ontwikkelen van indicatoren voor de evaluatie van de New Deal en van indicatoren met betrekking tot de duurzame stedelijke ontwikkeling van het Gewest en de metropool. De keuze van deze indicatoren zal ter bekrachtiging worden voorgelegd aan het BESOC en ter 5
advies aan het GTCS. De ontwikkeling van deze indicatoren wordt toevertrouwd aan het BISA, in overleg met het BOW, het BIM, het BAO, de GOMB, .......................................................... 73 Het op regelmatige basis opmaken van een inventaris van de noden die bestaan op het vlak van werkgelegenheid, opleiding en onderwijs. ...................................................................... 75
6
UITVOEREND TEAM Coördinatie : Gérard Alexis, coördinator New Deal voor de ESRBHG
Hebben hun medewerking verleend : Cipriano Sabrine, Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse Courtois Marion, kabinet Minister van Leefmilieu De Haen Jan, Diversiteitscel Brussel Fastré Perrine, Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse Gérard Alexis, Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Grippa Isabelle, kabinet Minister-President Jadoul Yvon, kabinet Minister van Economie en Werk Laloux Stéphane, Actiris Manchon Bastien, BRUXELLES FORMATION Najman Jeanine, kabinet Minister-President Pottier Emmanuelle, Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Prevost Marie-Claire, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
7
8
Inleiding Perspectieven voor jongeren en werkgelegenheid In 2011 ondertekenden de sociale partners en de Regering het Pact voor Duurzame Stedelijke Groei, dat vervolgens de noemer Brusselse New Deal meekreeg. Het Pact is een antwoord van de Regering en de Brusselse sociale partners op de vijf in het Regeerakkoord vermelde uitdagingen waar Brussel voorstaat (de bevolkingsgroei, de werkgelegenheid, beroepsopleiding en onderwijs, het leefmilieu, de aanpak van de stedelijke dualisering en de internationalisering). Het is de neerslag van hun motivatie om meer Brusselaars kansen te bieden op een job in een duurzaam ontwikkelingsperspectief van het Gewest. De ondertekenaars leggen hiermee vast welke inspanningen de Brusselse overheden en sociale partners gaan doen voor werkgelegenheid en beroepsopleiding van de Brusselaars en voor de uitbouw van een duurzaam Gewest. De ondertekenaars van de New Deal hebben zich ertoe verbonden : •
De sociale dialoog in Brussel voort te zetten en aan te zwengelen met een specifieke en aangepaste aanpak van de problemen die zich stellen met de tewerkstelling, en dan vooral bij jonge Brusselaars, wat inhoudt dat een dialoog wordt opgestart met de Gemeenschapsinstellingen die in Brussel bevoegd zijn ;
•
Het overleg met de beide andere Gewesten over werkgelegenheid en opleidingsmobiliteit aan te halen, zeker voor wat betreft het hinterland ;
•
Nieuwe jobs te creëren die toegankelijk zijn voor Brusselaars door steun aan economische sectoren met een groot werkgelegenheidspotentieel die zich richten op het leefmilieu, handel en horeca, het openbaar ambt, de internationale ontwikkeling, het toerisme en de industriële sector ;
•
Het kwalificerend vormingsaanbod en eerste beroepservaringen voor Brusselse jongeren uit te bouwen ;
•
De talenkennis te verhogen ;
•
De synergieën te versterken tussen privé- en openbare partners in economie, tewerkstelling, onderwijs en beroepsopleiding, zowel lokaal als op gewestelijk, gemeenschaps- en federaal niveau ;
•
Het engagement van de Brusselaars in de Brusselse openbare sector aan te moedigen en de ondervertegenwoordiging van Brusselaars in de federale overheidsbedrijven en administraties te corrigeren ;
•
De gelijkheid tussen vrouwen en mannen op de Brusselse arbeidsmarkt te bevorderen.
Twee jaar na de ondertekening van de New Deal heeft de Regering ondertussen een groot aantal initiatieven volbracht die beantwoorden aan de doelstellingen vastgelegd in 2011.
9
Het BESOC biedt een gelegenheid om dit bilan samen te presenteren naar aanleiding van het tweejarig bestaan van de New Deal. Maar er is meer dan dat, want deze verjaardag is tegelijk ook de eerste dag van een volgend jaar in het teken van de New Deal. Met deze New Deal als grondslag vond de Brusselse Regering het essentieel om de sociale partners samen te brengen en hun de engagementen van de Regering te verduidelijken in functie van drie fundamentele pijlers :
•
De aanmaak van instrumenten en maatregelen om de tewerkstelling van Brusselaars te bevorderen ;
• De uitbreiding van het vormingsaanbod, het aantal stageplaatsen en de eerste beroepservaring ;
• Ondersteuning van de economische activiteit met een groot potentieel aan werk voor Brusselaars. Deze pijlers krijgen concrete vorm in 24 concrete maatregelen. De Regering lichtte de sociale partners in over de hieraan verbonden uitvoeringstermijnen en omslagen. Dit werd besproken op de Bijzondere Sociale Top van 21 mei 2013 die zich als ambitie stelde antwoorden te formuleren op de Brusselse uitdagingen inzake werk en jongeren. De prioriteiten die men vastlegde, voorzien onder meer in de uitbouw van Competentiepolen, met onder meer een eerste project voor industrieberoepen, de oprichting van een Observatorium voor referentieprijzen bij overheidsopdrachten, de invoering van een enig dossier voor de werkzoekende, 1.000 nieuwe jobs voor Brusselaars aansluitend bij de uitvoering van een nieuw samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Vlaams Gewest voor het arbeidsmarktbeleid, 100 nieuwe arbeidsplaatsen voor de bestaffing van nieuwe crèches, ruim 4.000 nieuwe stageplaatsen, vormingen en eerste beroepservaringen, de uitwerking van een plan om Brusselaars aan te werven in de ION van het Gewest, een versterking van de taalopleidingen, de lancering van de vierde pijler « Duurzame Voeding » van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, verbreding van de sociale dialoog met gemeenschapsoverheden zodat ook zij kunnen overleggen met beleidsverantwoordelijken en sociale partners over de onderwijsproblematiek in Brussel... Gelet op de nooit geziene uitdagingen op sociaal en milieuvlak waarmee het Gewest geconfronteerd wordt, is er meer dan ooit nood aan overleg tussen de Regering en de sociale partners en is het absoluut noodzakelijk dat naar oplossingen wordt gezocht via sociaal overleg. De eerste taak van de Regering en van de sociale partners is het aansterken van de samenwerking en de overlegwerkzaamheden als hoofd-engagement van de New Deal. Een jaar voor het einde van de legislatuur zijn de Regering en de sociale partners hiermee zeer duidelijk over hun wil om realistische en uitvoerbare prioriteiten te stellen die steunen op de gezamenlijke dynamiek die de New Deal bij al zijn deelnemers heeft teweeggebracht. Deze inspanning moet worden aangehouden in dienst van resultaten ten gunste van de Brusselaars. Daarom stelde de Regering tot slot een vierde pijler voor die blijkt geeft van de wil om het sociaal overleg, de opvolgingsmethode en de evaluatie van de bepalingen van de New Deal nog verder te versterken. Ze heeft aangekondigd dat de verwezenlijking van de prioriteiten moet worden opgevolgd in een vorderingsstaat die wordt uitgevoerd onder toezicht van het Begeleidingscomité 10
bestaande uit de Ministers en sociale partners die samenkomen in het Brussels Economisch en Sociaal Overlegcomité (BESOC).
11
12
ENGAGEMENT 1 HET ONDERLING OVERLEG VAN DE SOCIALE PARTNERS ALSOOK HUN SAMENWERKING MET DE PUBLIEKE ACTOREN BEVORDEREN
13
14
De ESRBHG als bevoorrechte partner betrekken bij de uitwerking van het sociaaleconomisch luik van het ontwerp van GPDO met betrekking tot economische en sociale tewerkstellingsmateries bestaande uit het beleid inzake transitie van de economie, de ontwikkeling van collectieve diensten en uitrustingen (woningen, crèches, scholen, gezondheid, …) en de maatregelen voor sociale inclusie.
Beschrijving Deze maatregel wordt gestuurd door het Kabinet van de Minister-President en beoogt de sociale partners te betrekken bij de uitwerking van het sociaal-economisch luik van het GPDO, uitgaand van de door de New Deal gehanteerde logica om alle stuwende krachten van het Gewest samen te brengen rond de doelstelling om Brusselaars aan het werk te helpen.
Acties De sociale partners aanzien deze maatregel als prioritair en stelden een advies op aanbevelingen van de sociale partners worden uiteengezet voor de thema's die slechts aangekaart in de workshops, zoals de gemengdheid van functies en de uitbouw van diensten, de sectoren van de economie die meer ondersteuning moeten krijgen, sociale diversiteit, onderwijs, cultuur, huisvesting.
waarin de zelden zijn collectieve cohesie en
Ook werden opmerkingen geformuleerd betreffende de methodologie van het GPDO : • • •
de behoefte aan samenhang tussen al de Plannen, Allianties, het Pact en de richtschema's die sturing geven aan het gewestelijk beleid de mate waarin rekening wordt gehouden met de grootstedelijke ruimte de regelmatige evaluatie van de maatregelen (zoals vermeld in de New Deal)
Dit advies werd aan de Regering overgemaakt op 31 januari 2012.
Bespreking De ontwerptekst van het GPDO wordt momenteel herlezen door de betrokken Kabinetten en zal voor advies worden voorgelegd aan de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
15
Een permanente dialoog organiseren inzake economisch beleid, tewerkstelling, opleiding en onderwijs binnen het BESOC, uitgebreid tot de gemeenschapsoverheid, evenals de publieke gewest- en gemeenschapsinstellingen die in Brussel onder voormelde bevoegdheden ressorteren en betrokken zijn bij het Pact.
Beschrijving Deze maatregel, die wordt gestuurd door het Kabinet van de Minister-President, vertrekt van de vaststelling dat er geen plaats bestaat waar een permanente dialoog kan worden gevoerd die transversaal is voor verschillende gebieden als onderwijs, beroepsopleiding, tewerkstelling en economie. Het samenwerkingsakkoord rond het gekruist beleid « tewerkstelling-opleiding » biedt daarbij een eerste antwoord door aan de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een adviesbevoegdheid toe te kennen uitgebreid tot de Franstalige gemeenschapsoverheden in Brussel (art. 17).
Acties De sociale partners hebben een voorstel uitgewerkt voor de uitvoering van de werkterreinen op het vlak van deze permanente dialoog, dat werd overgemaakt aan het Kabinet van de Minister-President in januari 2012. Het voorstel luidt als volgt : In een eerste periode worden drie grote werkterreinen afgebakend:
• de weerslag van de Staatshervorming op de onderlinge afstemming economie-tewerkstellingberoepsopleiding-onderwijs in Brussel ;
• de hervorming van het schoolsysteem en van de beroepsopleiding zodat beter rekening kan worden gehouden met de specifieke Brusselse situatie ;
• de ontwikkeling van de « endogene » economie binnen de globale Brusselse economie. Hiertoe stellen de sociale partners voor op regelmatige basis een BESOC samen te brengen dat is « uitgebreid » met de gemeenschapsoverheden en deskundigen (4 keer per jaar). »
Bespreking Deze maatregel is één van de prioriteiten van de Minister-President. Het kabinet voert momenteel overleg met de verschillende actoren die bij dit toekomstige uitgebreide BESOC betrokken zijn en er wordt een oriëntatienota uitgeschreven. Het doel is een permanente dialoog op gang te brengen waarin de grote uitdagingen van het onderwijs in Brussel aan bod komen, met aan tafel economische actoren en tewerkstellings- en beroepsopleidingsinstellingen. Binnen dit uitgebreid overleg kan parallel met de tenuitvoerlegging van het Brussels levensbekken tevens een dialoog worden uitgebouwd met de Nederlandstalige gemeenschaps- en economische actoren over de uitdagingen in beroepsopleiding en onderwijs in Brussel. Ook moeten het overleg en de samenwerking worden uitgebouwd die de New Deal heeft ingevoerd tussen het gewestelijk en gemeenschapsbeleid, de economische actoren en de verschillende besturen. Deze permanente dialoog moet het mogelijk maken het economisch en sociaal debat toe te 16
spitsen op de uitdagingen en doelstellingen die de New Deal formuleert, en dit in de vorm van een rationeler proces met meer overleg. Dit BESOC zal immers moeten zorgen voor de gemeenschappelijke strategische oriëntering van de vertegenwoordigers van Gemeenschappen en Gemeenschapscommissies, de beleidsvertegenwoordigers van de Gewesten en de economische actoren van het Gewest om gepast te kunnen antwoorden op de behoeften die in Brussel worden vastgesteld.
17
De publieke actoren van het Brusselse hinterland betrekken wanneer dat nodig blijkt.
Beschrijving Naar het voorbeeld van tal van grote steden in de wereld strekt ook de invloedszone van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich verder uit dan de perimeter van zijn 19 gemeenten. Een groot aantal studies hebben gewezen op de geografische, menselijke, sociale en economische banden die bestaan tussen Brussel en de twee andere gewesten. Werkgelegenheid is een van de materies die sterke banden vereist tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en zijn hinterland. Het Brussels Gewest wordt immers geconfronteerd met een hoge werkloosheid, vooral onder zijn jonge bevolking. In een context waarin de concurrentie tussen de gewesten contraproductief blijkt, moet er gewerkt worden aan synergieën tussen de publieke partners van de verschillende gewesten teneinde te komen tot een coherente en synergetische benadering van de problemen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en zijn hinterland. Alleen zo kan men een antwoord bieden op de doelstellingen die zijn bepaald in de New Deal. Deze maatregel wordt gestuurd door de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Acties De Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stelt voor om de sociale partners van de economische en sociale raden van de drie gewesten te verenigen in een permanente conferentie rond belangrijke thema’s voor de werkgelegenheid (contacten VDAB en FOREM, opleiding, talenkennis, mobiliteit van de werknemers…). Elke economische en sociale raad zou een groep van sociale partners aanstellen die begeleid zou worden door een of meerdere leden van hun Secretariaat, evenals door deskundigen in functie van het behandelde thema. De doelstellingen van de permanente conferentie zijn velerlei : het samenbrengen van de sociale partners en de actoren inzake tewerkstelling en opleiding, zowel van Brussel als van de omliggende economische zones, contacten en synergieën creëren tussen partners, een plaats van verankering, gehoor en dialoog aanbieden, goede praktijken uitwisselen teneinde de tewerkstelling en opleiding te promoten en te bevorderen, de situatie en de verwezenlijkte projecten overzien, en – tenslotte – gemeenschappelijke projecten ondernemen met betrekking tot de behandelde thema’s. Deze zullen uiteenlopend en gevarieerd zijn en tevens onderhevig aan het dringend karakter ervan en de actualiteit. Denken we maar aan tewerkstelling, opleiding, toerisme, mobiliteit of onderzoek en innovatie. De sturing van deze permanente conferentie zal zich moeten baseren op een samenwerking tussen de drie raden. De Brusselse sociale partners stellen bovendien voor om deze permanente conferentie twee- tot driemaal per jaar te houden op min of meer regelmatige tijdstippen. Deze regelmaat zal toelaten om een vertrouwensband te scheppen tussen de verschillende partners, een goede opvolging van de situatie te verzekeren (en bijgevolg een reële verankering inzake betrokkenheid en
18
deelname te realiseren), maar eveneens om eventuele doelstellingen of opdrachten te vervullen die door de groep tijdens een vergadering zijn toegewezen. De uitwerking van dit voorstel is het resultaat van talrijke onderhoudsgesprekken : •
•
intern, binnen de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : discussie over het thema en de werkmethode, voorstelling van een informatiedocument van het Secretariaat, bespreking van de nota opgesteld door het Secretariaat van de Raad, identificatie van de actoren die dienen betrokken te worden bij de uitvoering van deze maatregel, enz. extern, met de directies van de economische en sociale raden van de drie gewesten in een eerste fase : princiepsakkoord, identificatie van de referentiepersonen binnen elke Economische en Sociale Raad en eerste besprekingen van de uitvoeringsmodaliteiten. Vervolgens hebben ontmoetingen plaatsgevonden met het Bureau van de Waalse Economische en Sociale Raad, enerzijds, en met de voorzitter en vicevoorzitter van de Sociale en Economische Raad van Vlaanderen, anderzijds. Deze gesprekken hebben geleid tot een akkoord om zich te engageren voor een permanente conferentie, evenals voor een eerste thema dat moet worden behandeld : de mobiliteit als onvermijdelijke component inzake tewerkstelling die zowel de werkgevers als de werknemers aanbelangt.
Ondanks het gevoelig karakter van deze maatregel zijn de Brusselse sociale partners erin geslaagd om hun Vlaamse en Waalse tegenhangers te verenigen rond hun voorstel. Er zijn reeds contacten voorzien tussen de secretariaten van de drie raden om de methode uit te werken met het oog op de eerste permanente conferentie (voorbereiding onderzoek dossier) die zou kunnen plaatsvinden voor het einde van het jaar 2013.
Commentaar Het vernieuwend karakter van deze maatregel ligt in de banden die worden gecreëerd met de twee andere gewesten wat betreft de ontwikkeling van een dialoog tussen de sociale partners van de drie gewesten. Deze dialoog moet de synergieën en coherentie versterken, en ontmoetingen bevorderen tussen de verschillende publieke actoren die tussenkomen in het Brussels hinterland. Deze maatregel vertoont veel gelijkenissen met een ander werkterrein, « versterking van de interregionale samenwerking » genaamd. Ook dit werkterrein wordt gestuurd door de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Beide werkterreinen maken in dit verslag dan ook het voorwerp uit van één enkele fiche. Er kan nog worden gewezen op een tweede verwezenlijking ten gunste van een versterking van de interregionale samenwerking : het samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Vlaams Gewest over het beleid inzake de arbeidsmarkt, het opleidingsaanbod en de bevordering van de mobiliteit van de werkzoekenden. Het Territoriaal Pact voor de Werkgelegenheid werd in het kader van dit samenwerkingsakkoord gemandateerd om een actieplan “Interregionale mobiliteit Brussel-Periferie 2011-2014” voor te stellen dat moet leiden tot de tewerkstelling van 1000 Brusselaars per jaar.
19
Een samenwerking tot stand brengen tussen de ESRBHG, het BISA, de Raad voor Economische Coördinatie, het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en eventuele andere partners, voor het opvolgen van en het anticiperen op de gevolgen op korte en middellange termijn van de mutaties van de stadseconomie (diensteneconomie, onderaannemingen…) en de herstructureringen van de Brusselse ondernemingen (bescherming werkgelegenheid). Deze samenwerking zal gestuurd worden door de ESRBHG.
Beschrijving De economie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ondergaat en heeft reeds talrijke mutaties ondergaan (achteruitgang van de industrie, tertiarisering van de economie…), evenals talrijke herstructureringen van bedrijven. Deze mutaties hebben gevolgen voor het aantal en de aard van de arbeidsplaatsen. Men moet daarom beschikken over een instrument dat toelaat om deze fenomenen te overzien en erop vooruit te lopen. De doelstelling van dit werkterrein bestaat erin, de indicatoren en de expertise van de publieke economische en tewerkstellingsactoren te bundelen om een diagnose te kunnen stellen van de gevolgen van de mutaties van de stadseconomie. Dit zou toelaten om denkpistes uit te werken inzake het behoud en de verbetering van de arbeidsvoorwaarden en de sociale rechten van de werknemers die zullen moeten worden opgenomen in de verschillende beleidsvormen die moeten worden gevoerd in het kader van de New Deal. Deze samenwerking zou op termijn moeten uitmonden in de uitwerking van indicatoren waarmee men de mutaties van de economie en de herstructureringen van ondernemingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal kunnen volgen en erop zal kunnen anticiperen, evenals wat betreft de impact ervan op het aantal en de aard van de arbeidsplaatsen, en op het vlak van de arbeidsvoorwaarden. Deze maatregel wordt gestuurd door de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Acties Het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse en het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid hebben drie nota’s opgesteld die fungeren als voorbereiding op een diepgaande analyse van de mutaties van de economie en van de bedrijfsherstructureringen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, evenals op de uitwerking van indicatoren om deze fenomenen op te volgen en erop vooruit te lopen : •
een nota die een methode in drie fasen voorstelt voor de uitwerking van de indicatoren :
1. het kenmerken van de economische activiteiten (bedrijfsbewegingen) en van de werkgelegenheid die hiermee verbonden is (kwantitatieve analyse)
2. het kenmerken van de economische mutaties, de oorzaken en de meest opvallende gevolgen ervan (kwalitatieve analyse) 20
3. de definitie van geavanceerde indicatoren voor de economische mutaties, met de impact • •
ervan op het aantal en de aard van de arbeidsplaatsen. een eerste « verkennende analyse van de activiteitstakken waar economische mutaties optreden » op basis van makkelijk mobiliseerbare gegevens; een verkennende nota van de gegevens van de GOMB en van de Dienst voor de begeleiding van collectieve ontslagen van Actiris.
Op basis van deze werkzaamheden heeft de werkgroep, die is opgericht in het kader van dit werkterrein van de New Deal en die bestaat uit sociale partners, vertegenwoordigers van het BISA, het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid, de Raad voor Economische Coördinatie, evenals van verschillende instellingen van openbaar nut (GOMB, GIMB, enz.), beslist om aan een extern bureau een diepgaande studie toe te vertrouwen over de mutaties in een economische sector die mutaties ondergaat en belangrijk is voor Brussel : de dienstverlening aan de ondernemingen. Deze studie heeft betrekking op de twee eerste fasen die zijn bepaald in de methodologische nota BISA – BOW. De Kamer van de middenstand heeft voorgesteld om de dotatie, waarover zij jaarlijks beschikt, te besteden aan een studie over de analyse van een bijkomende sector : de informaticaactiviteiten. Deze twee studies werden in februari 2013 gelanceerd tijdens een vergadering waarop de consultant het met de opvolgingscomités eens is kunnen worden over de belangrijkste doelstellingen en de na te leven termijnen. De resultaten worden verwacht tegen oktober 2013.
Budget Gefinancierd door de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest •
studie over de mutaties van de economie in de sector van de dienstverlening aan de ondernemingen ten belope van 50.000 euro, zonder BTW
Gefinancierd door de Kamer van de Middenstand
•
studie over de mutaties van de economie in de sector van de informatica-diensten ten belope van 25.000 euro, BTW inbegrepen.
Commentaar Dit thema is zeer belangrijk voor het Brussels Gewest en dit kwam tot uiting doorheen de deelname van verschillende instellingen van openbaar nut (BAO, ATO, GOMB, GIMB, enz.) aan de werkgroepen, met name door de terbeschikkingstelling van gegevens. Een project met zo’n ambitie en van zo’n omvang moet over verschillende jaren worden gespreid en kunnen rekenen op alternatieve menselijke middelen. Na ontvangst van de resultaten van de studies en de analyse ervan met de werkgroep, zullen andere alternatieven voor de gedeeltelijke externalisering van het vervolg van de werkzaamheden worden overwogen.
21
De taken van de ESRBHG versterken opdat er een permanente dialoog zou kunnen worden gevoerd met de sociale partners en de tewerkstellings- en opleidingsactoren, zowel van Brussel zelf als van de aangrenzende economische gebieden. De modaliteiten voor een adviesbevoegdheid inzake opleiding en onderwijs op het grondgebied van Brussel zullen daartoe samen met de betrokken overheden onderzocht worden.
Beschrijving Dit werkterrein, dat gestuurd wordt door het kabinet van Minister Céline Fremault, vertrekt van de vaststelling dat er nood is aan een ruimte voor permanente dialoog over de materies die een weerslag hebben op de tewerkstelling van de Brusselaars. Het doel bestaat erin om binnen het BESOC, uitgebreid tot de gemeenschapsoverheden, effectief een permanente dialoog te laten plaatsvinden over het beleid inzake economie, tewerkstelling, opleiding en onderwijs.
Acties De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft haar goedkeuring gehecht aan het samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het gekruist beleid « tewerkstelling-opleiding ». Artikel 17 van dat akkoord bepaalt dat de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verzocht kan worden adviezen te formuleren inzake opleiding en onderwijs : Artikel 17 : § 1. De Ministers, leden van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, mogen het advies vragen van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (ESRBHG) over het beleid dat valt onder hun bevoegdheidsdomein(en). § 2. Deze adviezen worden door de ESRBHG verleend volgens de regels die van kracht zijn in de Ordonnantie van 8 september 1994 houdende zijn oprichting. §3. Van zodra de verleende adviezen eveneens de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie betreffen, kan de ESRBHG initiatiefadviezen verlenen over de bevoegdheden van de Franse Gemeenschapscommissie verbonden aan de gewestelijke bevoegdheden. §4. Om deze adviezen te verlenen kan de ESRBHG steunen op de “Commission consultative formation emploi enseignement“ (CCFEE) aan Franstalige kant en op het Brussels Nederlandstalig comité voor tewerkstelling en opleiding (BNCTO) aan Nederlandstalige kant.
22
Commentaar Om uitvoering te geven aan de in het ontwerpakkoord voorziene synergieën tussen « tewerkstellingopleiding », is het nodig de sociale dialoog tussen de actoren meer te structureren. Dit gebeurt concreet via de uitbreiding van de materies die aanhangig gemaakt kunnen worden bij de de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het is in dit verband overigens nuttig erop te wijzen dat de tekst voorziet in de mogelijkheid voor de Raad om te steunen op het werk van de CCFEE en het BNCTO.
23
Versterking van de samenwerking tussen de Secretariaten van de ESRBHG, de CCFEE, het BNCTO en het Territoriaal Pact voor de Werkgelegenheid.
Beschrijving Via deze maatregel, die een van de voorwaarden tot welslagen vormt voor de totstandbrenging van een permanente dialoog in het BESOC uitgebreid tot de gemeenschapsoverheden, Met deze voorwaarde tot welslagen wil men de samenwerking tussen deze actoren versterken teneinde enerzijds de permanente dialoog te stimuleren en anderzijds de structurele samenwerking opvoeren tussen de ION's en de verschillende Brusselse actoren op deze gebieden. Dit werkterrein moet zorgen voor meer synergieën tussen de organisaties aangehaald in de hoofding, door een uitwisseling van informatie tijdens vergaderingen tussen de Secretariaten van de ESRBHG, de CCFEE, het BNCTO en het Territoriaal Pact voor de Werkgelegenheid die regelmatig (om de drie maanden) plaatsvinden. Ter wille van de transversaliteit en rationalisering van de vergaderplaatsen, zijn de cel New Deal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Actiris en BRUXELLES FORMATION uitgenodigd om hieraan deel te nemen. Deze maatregel wordt gestuurd door de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Acties Sedert de ondertekening van de New Deal hebben reeds zes vergaderingen plaatsgevonden. Tijdens deze vergaderingen kwamen verschillende thema’s aan bod : de evolutie van het proces van de New Deal, de levensbekkens, het project « Participatief laboratorium over de doorstromingen van de jongeren tussen onderwijs en tewerkstelling » (gedragen door Actiris, de CCFEE en de Facultés Universitaires Saint-Louis), de Staatshervorming en de impact ervan op de materies « tewerkstelling – opleiding » te Brussel, voorstellen van gemeenschappelijke projecten, de opstelling van een inventaris van de actoren inzake onderwijs, opleiding en tewerkstelling te Brussel, de inventaris van de samenwerkingsakkoorden over de materies i.v.m. de New Deal door het BNCTO en de CCFEE, evenals de nieuwe opdrachten van de CCFEE.
Commentaar Het Territoriaal Pact voor de Werkgelegenheid zal in de loop van 2013 worden vervangen door een Raad voor non-discriminatie en diversiteit, overeenkomstig wat er is beslist in het beheerscontract 2013-2017 van Actiris. Het mandaat van de New Deal, dat was toegewezen aan het Territoriaal Pact voor de Werkgelegenheid, zal worden opgenomen in het strategisch plan van de nieuwe Raad. De verslaggeving over de initiatieven, die in het kader van dit mandaat worden genomen, zal echter toekomen aan de coördinator van de New Deal voor Actiris. Dit maakt de deelname van deze Raad aan de driemaandelijkse vergaderingen in het kader van deze voorwaarde tot welslagen irrelevant.
24
Nagaan of het noodzakelijk is de werkingsmiddelen van het Secretariaat van de ESRBHG in het licht van de nieuwe opdrachten die eraan toevertrouwd zouden worden, te versterken.
Beschrijving Deze maatregel wordt gestuurd door het kabinet van Minister Céline Fremault. Het komt erop aan de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een bijkomend budget toe te kennen voor de aanwerving van een coördinator voor de New Deal.
Acties Er zijn bijkomende middelen uitgetrokken om de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in staat te stellen de opdrachten die er in het kader van de New Deal aan zijn toegewezen, uit te voeren en op te volgen. Concreet gaat het om een ¾ voltijds equivalente medewerker die aangeworven is op 1 september 2011.
Budget Gefinancierd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de New Deal 50.000 euro per jaar
25
26
ENGAGEMENT 2 OPERATIONEEL BEVORDEREN VAN DE SAMENWERKING TUSSEN DE OPERATOREN DIE ACTIEF ZIJN OP HET VLAK VAN ECONOMIE, TEWERKSTELLING, BEROEPSOPLEIDING EN KWALIFICEREND ONDERWIJS
27
28
Versterking van de structurele samenwerking tussen de instellingen van openbaar nut en de verschillende Brusselse actoren die actief zijn op het vlak van economie, tewerkstelling, beroepsopleiding en kwalificerend onderwijs, meer bepaald aansluitend op de realisatie van het levensbekken voor wat meer specifiek opleiding en kwalificerend onderwijs aangaat. Beschrijving Sedert de ondertekening van de New Deal zijn verschillende initiatieven genomen in verband met de gestructureerde samenwerking tussen instellingen van openbaar nut van de verschillende beleidsniveaus, bijvoorbeeld de samenwerkingsakkoorden « gekruist beleid » tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie. Deze maatregel wordt gestuurd door de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Acties De sociale partners zijn als deelnemers aan een reeks advies- en beheersinstanties bevoorrechte waarnemers om verslag uit te brengen over vorderingen inzake samenwerking. Vanuit dit oogpunt, stellen zij voor om de instellingen van openbaar nut uit te nodigen die op het grondgebied van het BHG bevoegd zijn op het vlak van economie, tewerkstelling, beroepsopleiding en kwalificerend onderwijs om het debat aan te gaan over hun huidige en toekomstige wisselwerking. Dit niveau van samenwerking maakt overigens de operationalisering mogelijk van de permanente strategische dialoog die tot stand gebracht zal worden binnen het BESOC, dat uitgebreid wordt tot de gemeenschapsoverheden. Deze gesprekken zouden verlopen in drie fasen : • • •
met het BNCTO en de CCFEE; met de instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk gewest (Actiris, Bruxelles Formation, VDABRDB, enz.); met de actoren van het hinterland.
De ESRBHG heeft de eerste reeks van actoren ontmoet : •
•
Op 3 mei 2012 en 7 juni 2012 heeft de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk gewest respectievelijk de CCFEE en het BNCTO ontmoet. Deze vergaderingen hebben geleid tot de opstelling van twee nota’s waarin de modaliteiten worden vastgelegd voor de bilaterale samenwerking ESRBHG-CCFEE en ESRBHG-BNCTO. Deze modaliteiten van samenwerking voorzien met name de organisatie van een jaarlijkse ontmoeting van de bureaus van de drie instellingen teneinde de respectieve werkprogramma’s uit te wisselen en projecten te bepalen waaraan kan worden samengewerkt. De verwezenlijking van de New Deal maakt eveneens deel uit van de modaliteiten. Op 14 maart 2013 zijn de ESRBHG, het BNCTO en de CCFEE samengekomen in het kader van de jaarlijkse vergadering die is voorzien door de modaliteiten van samenwerking. Deze vergadering heeft hen toegelaten om hun werkprogramma’s voor het komende jaar voor te stellen en om drie projecten te bepalen die het voorwerp zullen uitmaken van een samenwerking : 29
o
o
o
De « Bassins de vie » : de ESRBHG en de CCFEE moeten een advies uitbrengen over het samenwerkingsakkoord betreffende de verwezenlijking van de « bassins de vie ». In dit verband stelt zich tevens de vraag van de integratie van de Vlaamse actoren. Dit project zal worden gedragen door de CCFEE; De problematiek van de homologatie van buitenlandse diploma’s : doel is een verduidelijking van het traject dat de houders van een buitenlands diploma moeten afleggen opdat hun diploma ook in België erkend zou zijn. Dit project zal worden gedragen door het BNCTO; De programmatie 2014-2020 van de Europese Structuurfondsen (ESF-EFRO) : het zal erom gaan, het idee dat het geheel van de operationele programma’s (ESF-EFRO) beter moet worden gecoördineerd te Brussel ingang te doen vinden. Bovendien zal ook moeten worden gewerkt op het niveau van de metropolitane gemeenschap, in het kader van een pilootproject gewijd aan een welbepaald thema dat ressorteert onder de wisselwerking onderwijs-opleiding-tewerkstelling. Dit project zal worden gedragen door de CCFEE.
De ESRBHG zal van zijn kant de rol van secretariaat op zich nemen (oproepingen vergaderingen, terbeschikkingstelling van zalen indien nodig, secretariaat van de vergaderingen). Behalve de verwezenlijking van de werkzaamheden waartoe de aanzet is gegeven in het kader van gemeenschappelijke projecten met het BNCTO en de CCFEE (2013), zal de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tevens de gesprekken starten met de tweede en derde reeks van actoren (2013-2014).
Commentaar Deze maatregel houdt verband met de organisatie van een permanente dialoog inzake economisch beleid, tewerkstelling, opleiding en onderwijs binnen het uitgebreid BESOC, die in de loop van volgend jaar tot stand gebracht moet worden.
30
Bevordering van de synergieën en complementariteit tussen alle plaatselijke en gewestelijke tewerkstellings- en opleidingsvoorzieningen, met inbegrip van de oprichting van gestructureerde partnerships waarbij wederzijdse acties worden gebundeld om zo te vermijden dat overtollige diensten worden aangeboden en ervoor te zorgen dat de werkzoekenden en de werkgevers gemakkelijker de formaliteiten kunnen vervullen. Beschrijving Tijdens de vorige legislaturen werden op het vlak van tewerkstelling en opleiding een aantal nieuwe instrumenten en voorzieningen in het leven geroepen (zoals de lokale antennes van ACTIRIS, de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen, de Missions Locales, de lokale werkwinkels, de tewerkstellingshuizen, de inschakelingsdiensten van de OCMW's, de plaatselijke initiatieven voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid, enz.). Gezien de grote hoeveelheid plaatselijke en gewestelijke tewerkstellings- en opleidingsvoorzieningen is het nodig onderlinge synergieën en een complementariteit tot stand te brengen om er zo voor te zorgen dat de werkzoekenden en de werkgevers gemakkelijker de formaliteiten kunnen vervullen. Het is belangrijk om de coherentie en de coördinatie ervan op gewestelijk vlak te versterken. Daarenboven komt het erop aan in te spelen op de specifieke institutionele toestand van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daartoe hebben de Regering en de sociale partners uiting gegeven aan hun streven om te komen tot sterkere synergieën tussen de tewerkstellings- en opleidingsinstellingen in het Brussels Gewest om enerzijds een vlottere voortgang in het traject van de werkzoekende en anderzijds een betere afstemming tussen het aanbod van en de vraag naar opleiding en de Brusselse arbeidsmarkt te garanderen . Deze maatregel wordt gestuurd door Actiris en BRUXELLES FORMATION.
Acties De beide sturende actoren hebben voor deze maatregel twee werkpijlers gedefinieerd : bevordering van de synergieën tewerkstellingsvoorzieningen
tussen
alle
plaatselijke
en
gewestelijke
Voor dit onderdeel van de maatregel zijn er reeds een aantal verwezenlijkingen voltooid, terwijl er nog een paar andere in de steigers staan :
•
de oprichting van tewerkstellingshuizen in de Brusselse gemeenten
• • • •
de uitbouw van een dienst « Lokale Coördinaties » bij Actiris in oktober 2011; de ontwikkeling van een gewestelijk net van tewerkstellingshuizen in 2012; de aanwerving van acht coördinatoren in de dienst « Lokale Coördinaties » met het oog op de implementatie van de Tewerkstellingshuizen; sinds 2012 vinden met het oog op de oprichting van de tewerkstellingshuizen ontmoetingen plaats met de betrokken partners (schepenen van werk, OCMWvoorzitters en lokale tewerkstellingspartners) en deze zijn nog steeds aan de gang; 31
• • •
de ondertekening van samenwerkingsovereenkomsten met drie tewerkstellingshuizen (Brussel-Stad, Jette en Ukkel) in 2012 en 2013; eind 2012 werd met het Tewerkstellingshuis van Brussel-Stad een plaatselijk project opgezet, dat zich richt tot werkzoekenden en werkgevers en rechtstreeks verband houdt met beroepsinschakeling. Voor 2013 staan er nog een paar andere projecten op stapel; de ontwikkeling van een gezamenlijk instrument voor het beheer van de betrekkingen met de werkgevers dat gedeeld wordt door alle consultants en beheerders van interne en externe vacatures (Missions Locales, Lokale Werkwinkels, gemeenten in het kader van de Tewerkstellingshuizen, , enz.).
bevordering van de synergieën tussen Actiris, Bruxelles-Formation en de VDAB/VGC Enerzijds komt het erop aan de samenwerking tussen Actiris en BRUXELLES FORMATION voort te zetten om te komen tot sterkere synergieën tussen de bedrijfswereld en de opleidingssector. Zo gaf het op 9 februari 2012 gesloten samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het gekruist beleid « tewerkstelling-opleiding » aanleiding tot een samenwerkingsovereenkomst tussen Actiris en Bruxelles-Formation voor de periode 2013-2015, dat op 26 september 2012 werd goedgekeurd door de gezamenlijk bijeengekomen beheerscomités. Het samenwerkingsakkoord maakt het voorwerp uit van een gezamenlijk jaarlijks actieplan. De opvolging en de evaluatie van het jaarlijks actieplan vinden plaats in de strategische ontwikkelingscomités Actiris-BRUXELLES FORMATION.
Anderzijds moeten ook de samenwerking tussen Actiris en de VDAB op het vlak van arbeidsmarktbeleid en de bevordering van de mobiliteit van werkzoekenden worden voortgezet. Daartoe is een samenwerkingsprotocol gesloten tussen Actiris en de VDAB, waarin voorzien was in het samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Vlaams Gewest en de Vlaamse Gemeenschap (15 juli 2011). Dit samenwerkingsprotocol betreffende de tenuitvoerbrenging van artikel 8 beoogt de overgang tussen de begeleidingstrajecten en het opleidingstraject van de werkzoekende vlotter te laten verlopen. De opvolging van deze samenwerkingsverbanden vindt plaats in de strategische ontwikkelingscomités Actiris-VDAB.
Budget Gefinancierd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de New Deal Op 14 juli 2011 besliste de Regering om een deel van de middelen die uitgetrokken waren om uitvoering te geven aan transversale maatregelen van de New Deal te bestemmen voor Actiris. Voor 2012 werd aan Actiris een budget van 200.000 € toegekend om onder meer een voltijdse equivalent aan te werven die ermee belast werd de plaatselijke en gewestelijke tewerkstellings- en opleidingsvoorzieningen te ontwikkelen en de synergieën en complementariteit ertussen te waarborgen. Ter beschikking gesteld door Actiris • •
8 coördinatoren voor het Tewerkstellingshuis 2 ½ voltijds equivalente medewerkers samenwerkingsakkoorden
die
instaan
voor
de
opvolging
van
de 32
Commentaar Deze maatregel houdt nauw verband met twee andere maatregelen van de New Deal : « De coherentie van het werkgelegenheidsbeleid in heel het Gewest laten waarborgen door Actiris, op gewestelijk niveau, via zijn Beheerscomité en door de antennes van Actiris, op lokaal niveau » enerzijds, en « op regelmatige basis gezamenlijke vergaderingen tussen de beheerscomités ACTIRIS Bruxelles Formation en Actiris-VDAB organiseren (zelfs met drie) over transversale thema's tewerkstelling-opleiding » anderzijds. Doordat deze drie werkterreinen zo nauw met elkaar verbonden zijn, hebben de sturende actoren beslist ze samen te behandelen en dus de daarbij horende fiches te bundelen.
33
Bevorderen van de synergieën en complementariteit tussen alle lokale en gewestelijke beleidsinstrumenten voor tewerkstelling en opleiding en de gewestelijke en gemeenschapsinstrumenten voor de herwaardering van de wijken en voor sociale cohesie.
Beschrijving Het is de bedoeling om Actiris, BRUXELLES FORMATION en de VDAB sterker te betrekken bij het vijfde luik van de Wijkcontracten met betrekking tot de sociaal-economische herwaardering van de wijken via het ondersteunen van initiatieven op het vlak van opleiding, tewerkstelling en herinschakeling op de arbeidsmarkt. En dit meer bepaald in hun hoedanigheid van deskundige op het gebied van tewerkstelling en opleiding. Deze maatregel strekt er tevens toe Actiris, BRUXELLES FORMATION en de VDAB actiever te betrekken bij de uitvoering van de sociale cohesieprojecten. Deze maatregel wordt gestuurd door Actiris en BRUXELLES FORMATION.
Acties Deze maatregel bestaat uit twee componenten : 1. de ontwikkeling van synergieën met de gewestelijke Duurzame Wijkcontracten Met dit onderdeel wordt een tweeledig doel nagestreefd : •
informatie delen : het is absoluut noodzakelijk te voorzien in een sterkere uitwisseling van informatie over de socio-professionele inschakelingsprojecten die ondersteund worden in het kader van de Wijkcontracten, zodat Actirs, BRUXELLES FORMATION en de VDAB op de hoogte zijn van alle in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevoerde projecten rond tewerkstelling en herinschakeling op de arbeidsmarkt ;
•
zich vergewissen van de coherentie van deze projecten en van de complementariteit ervan met de activiteiten die reeds ondersteund worden door Actiris, BRUXELLES FORMATION en de VDAB ;
Na een ontmoeting tussen Actiris, BRUXELLES FORMATION, de Directie Stadsvernieuwing (DSV), de kabinetten van de Minister-President en Minister Evelyne Huytebroeck die erop gericht was het kader van de maatregel af te bakenen, werden de projecten voor 2013-2016 meegedeeld aan de sturende actoren. Begin 2013 vond een tweede ontmoeting plaats met de DSV, die erop gericht was de ontluikende samenwerking te optimaliseren. De DSV gaf aan de expertise van Actiris, BRUXELLES FORMATIONen de VDAB vroeger te willen inschakelen bij de selectie van de socio-professionele inschakelingsprojecten die een financiering krijgen in het kader van de toekomstige Duurzame Wijkcontracten.
34
2. de ontwikkeling van synergieën met de gemeenschapsinstrumenten voor sociale cohesie Dit luik heeft tot doel om opportuniteiten voor samenwerking aan te geven en te komen tot een sterkere uitwisseling van gegevens tussen Actiris / BRUXELLES FORMATION en de Franse Gemeenschapscommissie teneinde ervoor te zorgen dat de projecten die door deze instellingen worden ondersteund en opgezet, samenhang vertonen en complementair zijn. Begin 2013 werden tijdens een ontmoeting met de Minister die als lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie bevoegd is voor Sociale Cohesie, de Dienst Sociale Cohesie, Actiris en BRUXELLES FORMATION de eerste contacten gelegd over dit onderwerp. Tijdens deze ontmoeting werd aan de ION's een listing bezorgd van de acties en actoren die in het kader van de voorzieningen voor sociale cohesie ondersteund worden. Er werd reeds een eerste overzicht opgemaakt van de samenwerkingsverbanden die in dit kader overwogen kunnen worden.
35
Indicatoren uitwerken voor het observeren en analyseren van de dynamiek van de arbeidsmarkt en het evalueren van de verschillende getroffen maatregelen aan de hand van een tweejaarlijks evaluatieverslag, die rekening houden met de dynamiek en de complexiteit van de tewerkstellingsmateries te Brussel, zoals uiteengezet in hoofdstuk 2 van de New Deal. Beschrijving Dit werkterrein wordt gestuurd door het BISA en het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en bestaat uit twee delen : 1. een gedeelte « evaluatie-indicatoren », dat rechtstreeks verband houdt met het werkgebied van de New Deal over de opstelling van indicatoren voor de evaluatie van de New Deal en van indicatoren met betrekking tot de duurzame stedelijke ontwikkeling van het Gewest en de metropool. De verwezenlijking van dit deel zal bijgevolg verlopen in het kader van dat andere werkgebied ; 2. een deel dat betrekking heeft op « indicatoren voor het observeren en analyseren van de arbeidsmarkt ». Het idee bestaat erin dat een rapport wordt opgesteld bestaande uit twee delen : enerzijds een beknopte samenvatting van de Brusselse sociaaleconomische context (economische activiteit en werkgelegenheid in Brussel, werkloosheid in Brussel) en anderzijds een staat van de vordering van de steunmaatregelen voor tewerkstelling die voortkomen uit de New Deal. Dit rapport moet onder meer steunen op de bestaande productie, die tot nog toe niet onderling in overeenstemming is gebracht. Het gaat onder meer over de inventaris van de steunmaatregelen voor tewerkstelling die jaarlijks worden bekendgemaakt door het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid, de halfjaarlijkse conjunctuurbarometer van het BISA en het overzicht van de arbeidsmarkt gepubliceerd door het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid.
Acties Concreet moet het tweede gedeelte van dit werkgebied uitmonden in een tweejaarlijks evaluatierapport waarmee de evolutie van de complexe Brusselse arbeidsmarkt en de uitvoering van de New Deal kan worden opgevolgd, alsmede de specifieke maatregelen die deze (her)ontplooit om in te werken op de arbeidsmarkt. Het uiteindelijke rapport moet zich onderscheiden van vroegere en toekomstige rapporten van het BISA en het BOW. Aansluitend bij het rapport moeten in de mate van het mogelijke nieuwe (dynamische en relevante) indicatoren worden ontwikkeld om de arbeidsmarkt te observeren. Daartoe moeten de bestaande samenwerkingen tussen het BISA en het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid verder worden uitgebouwd, vooral voor het delen van informatie bij het opstellen van het rapport, het nagaan van de samenhang van de gebruikte bronnen, de revisie, enz. De structuur van het rapport moet er als volgt uitzien :
36
1. Sociaal-economische context van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest • Economische activiteit en tewerkstelling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (gedeelte beheerd door het BISA) ; • Werk voor Brusselaars (actieve bevolking en werkende actieve bevolking) (gedeelte beheerd door het BISA) ; • Werkloosheid in Brussel (gedeelte beheerd door het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid). 2. Inventaris van de tewerkstellingsmaatregelen, herschikt in functie van de maatregelen verbonden aan de New Deal (gedeelte beheerd door het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid) In dit stadium is een aantal acties al verwezenlijkt : 1. tussen april 2012 en oktober 2012 hebben de sturende actoren gewerkt aan een verduidelijking van de verwachtingen van de auteurs van de New Deal voor deze maatregel. Dat uitte zich onder meer in een vraag om toelichting gericht aan de ondertekenaars van de New Deal ; 2. op 16 oktober 2012 vond een begeleidingscomité van de New Deal plaats ter goedkeuring een van de werkvoorstellen voorgelegden door het BISA en het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid ; 3. op 23 november 2012 vergaderden de sturende actoren met het oog op de uitvoering van een actieplan 2013-2014 ; 4. in de maand maart 2012 is beslist over de oriënteringen die het rapport zou hanteren en over de werkmethode. Dit zijn de volgende fasen : 1. In mei 2013 wordt een informatievergadering georganiseerd ten behoeve van de actoren van dit werkterrein, die met name overeenstemmen met de coördinatoren van de geïnventariseerde steunmaatregelen voor tewerkstelling en de auteurs van deze Voorwaarde tot welslagen. 2. Tijdens de zomer 2013 komen de medebestuurders opnieuw bijeen om de planning voor de opmaak van het verslag, de gedetailleerde inhoud, de vorm en de verspreidingsmodaliteiten ervan verder te verfijnen. 3. De publicatie van het verslag is voorzien voor februari 2014.
Budget Gefinancierd door het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid
•
¼ voltijdse equivalent sinds februari 2012 voor de coördinatie van de werkzaamheden en het uitschrijven van het tweede deel van het rapport.
Gefinancierd door het BISA •
1/5 voltijdse equivalent sinds maart 2012 voor de coördinatie van de werkzaamheden en het uitschrijven van een deel van het rapport. 37
Versterken van de gekruiste beleidslijnen en de bijdragen van het Gewest tot de ontwikkeling van de acties inzake opleiding en onderwijs met het oog op tewerkstelling (openbare opleidingsoperatoren, CST, BRC, …).
Beschrijving Deze maatregel, die gestuurd wordt door de kabinetten van de Minister-President, Minister Céline Fremault en Staatssecretaris Rachid Madrane, beoogt een antwoord te leveren op het werkloosheidsprobleem in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door de scholingsgraad en de competenties van de Brusselse werkzoekenden te verbeteren door op het vlak van tewerkstelling en opleiding in onderling overleg acties te ondernemen die elkaar aanvullen en coherent zijn. Vermits de werkloosheidsproblematiek in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in sterke mate verband houdt met de lage scholingsgraad van de werkzoekenden, is het absoluut noodzakelijk dat er optimaal wordt samengewerkt tussen Actiris, BRUXELLES FORMATION en de EFPME/SFPME. Omwille van de budgettaire context en de omvang van de uitdaging is het verder noodzakelijk dat het Gewest zijn steentje bijdraagt ter ondersteuning van het opleidingsaanbod.
Acties Er kunnen op dit vlak al een aantal acties vermeld worden: •
Het Samenwerkingsakkoord van 9 februari 2012 tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het gekruist beleid « tewerkstelling-opleiding »
Dit akkoord voorziet een hele reeks samenwerkingen tussen Actiris, BRUXELLES FORMATION en de SFPME met betrekking tot het aanvatten van een opleiding, tewerkstelling van werkzoekenden die een opleiding hebben voltooid, administratieve vereenvoudiging, CBR, doelgerichte opleidingsvoorzieningen (diverse cheques), validatie van de competenties, bevrediging van de behoeften van de ondernemingen, enz. Tevens voorziet het samenwerkingsakkoord de deelname van de COCOF en BRUXELLES FORMATION aan het tot de gemeenschappelijke openbare machten uitgebreid BESOC, evenals een mogelijke aanhangigmaking van gemeenschappelijke aangelegenheden bij de ERSBHG. •
het Talenplan voor de Brusselaars
Het Talenplan zorgt ook voor een convergentie van het tewerkstellings- en opleidingsbeleid dat met het oog op tewerkstelling gevoerd wordt. Het voorziet er inderdaad in dat Actiris, BRUXELLES FORMATION, de VDAB-RDB, de EFPME en de onderwijssector samen gaan werken. •
Het protocolraamakkoord van de beroepsreferentiecentra
Deze bijwerking van het protocol van 2006 voorziet het creëren van een netwerk van CBR, waarnaar de Centra voor spitstechnologie, Competentiecentra en Regionale technologiecentra zullen worden uitgenodigd, teneinde hun samenwerkingen en hun uitwisselingen van goede praktijken te bevorderen, evenals hun mogelijke samenwerkingen met Actiris, BRUXELLES FORMATION en de RDBVDAB. 38
•
Het samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschapscommissie en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de ontwikkeling van het aanbod van beroepsopleidingen voor de Brusselse werkzoekenden en hun tewerkstelling in de sectoren met een groot werkgelegenheids- en ontwikkelingspotentieel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. o BRUXELLES FORMATION – « Tremplin Jeunes » (Jongerenspringplank)
BRUXELLES FORMATION heeft alle beroepsopleidingsprojecten met het oog op een nieuw beroepsopleidingsaanbod bestemd voor werkzoekenden jonger dan 25 jaar en dan in het bijzonder voor diegenen op wie de verplichte en versterkte begeleiding van toepassing is die Actiris in het kader van de Opbouw van het beroepsproject heeft ingevoerd onder deze benaming verenigd. Gelet op het profiel van de doelgroep (hoofdzakelijk jonge, lager geschoolde werkzoekenden die afgehaakt hebben op school), wordt gewerkt aan de hand van een specifieke methode: korte opleidingsmodules (+- 3 maanden) die ofwel als doel hebben een aanzet te geven tot en tot een nauwkeurige afbakening te komen van een project/traject voor een kwalificerende opleiding in de toekomst, ofwel een eerste inschakeling op de arbeidsmarkt beogen; een ontwikkeling van de basisopleidingsmodules (korte opfrissing van de kennis van het Frans en rekenen, voorafgaand aan een kwalificerende opleiding) waar reeds mee gewerkt wordt bij Bruxelles Formation Tremplin en die tegemoetkomen aan de behoefte die bij een groot aantal lager geschoolde werkzoekenden leeft en het mogelijk maken direct aan te sluiten bij een kwalificerende opleiding; de ontwikkeling van een bijkomend aanbod van kwalificerende beroepsopleidingen in de tertiaire en de handelssector (polyvalent bediende, onthaalmedewerker bij medische diensten, magazijnbediende – dispatcher, assistent-rayonhoofd in de grootdistributie, ...) o Een beroepsgericht talenproject Naast de beheersing van het Frans, wordt bij meer dan 90% van de werkaanbiedingen ook een belangrijke kennis van het Nederlands en/of het Engels gevraagd. Kenmerkend voor dit aanbod van taalopleidingen is dat het aanleren beroepsgericht gebeurt. Er wordt gewerkt met korte en intensieve modules om de taalkennis te verwerven die vereist is voor de praktische uitoefening van het beroep. In het kader van dit meerjarenproject en in overeenstemming met het Talenplan voor de Brusselaars (700 bijkomende opleidingscontracten per jaar), heeft BRUXELLES FORMATION zijn opleidingsaanbod uitgebreid. o Project rond bouwen (duurzaam bouwen – erfgoed) Naast de middelen die in het kader van de New Deal al voor de tenuitvoerlegging van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu zijn voorzien, heeft BRUXELLES FORMATION zijn Opleidingspool voor de beroepen van het bouwwezen naar duurzame bouw toe ontwikkeld. De ontwikkeling van het opleidingsaanbod houdt tegelijk de integratie in van het concept duurzaamheid in de opleidingen die vandaag georganiseerd worden voor de traditionele bouwberoepen als de ontwikkeling van een specifiek en nieuw aanbod. 39
o Het project « Carrefour Emploi Formation » De partijen die de New Deal ondertekend hebben, zijn er ook voorstander van dat een globaal beleid inzake beroepsoriëntering uitgewerkt wordt dat de verschillende betrokken actoren mobiliseert, alsook een versterking teweegbrengt van de synergieën tussen de opleidings- en tewerkstellingsoperatoren. Daartoe wordt een deel van de begrotingsmiddelen van de oproep tot meerjarig partnership aangewend om de ontwikkeling te ondersteunen van BRUXELLES FORMATION Carrefour, het centrum voor het verstrekken van informatie en advies rond opleiding. •
In het kader van de New Deal worden de middelen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (530 000 euro) bij de dotatie van de VGC gevoegd voor de creatie van: o Een basisopleiding bouw, met voorrang voor laaggeschoolden, personen van vreemde origine en 50-plussers. (vzw Groep Intro) o een opleiding op het vlak van openbare werken, die zich prioritair richt op de kwetsbare bevolkingsgroepen (laaggeschoolden, anderstaligen, enz.) en op de jongeren (vzw Groep Intro) o een opleiding tot onderhoudstechnicus, die zich prioritair richt op de kwetsbare bevolkingsgroepen (laaggeschoolden, anderstaligen, enz.) en op de jongeren (vzw Groep Intro) o een (voor)opleiding tot snack- en tearoom-medewerker, die zich prioritair richt op de kwetsbare bevolkingsgroepen (laaggeschoolden, anderstaligen, enz.) en op de jongeren (vzw JES) o een vooropleiding op het vlak van preventie en veiligheid, die zich prioritair richt op de kwetsbare bevolkingsgroepen (laaggeschoolden, anderstaligen, enz.) en op de jongeren (vzw JES) o een opleiding IT-programmering, die zich prioritair richt op de jongeren (vzw Intec Brussel) o onderricht dat Syntra Brussel verstrekt voor Brusselse jongeren vanaf 15 jaar (vzw Syntra Brussel)
Aan deze maatregel moet permanent zorg worden besteed. Voorts wordt hij ook nog steeds verder uitgewerkt en zal hij ook in de toekomst het voorwerp uitmaken van verdere ontwikkelingen. In de staatshervorming wordt bepaald dat de beroepsopleiding een gemeenschapsbevoegdheid blijft. Er wordt wel in de wettelijke mogelijkheid voorzien voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om programma’s voor beroepsopleidingen op te zetten in het kader van het werkgelegenheidsbeleid, waarbij rekening wordt gehouden met het specifieke karakter van Brussel. Op die manier zullen initiatieven als de samenwerkingsakkoorden tussen het Gewest en de Franse en de Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake de financiering van het opleidingsaanbod voor werkzoekenden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de toekomst herhaald en uitgebreid kunnen worden. Men plant niet dat de uitvoering van de staatshervorming vóór 2014-2015 plaats zal vinden.
40
Budget Gefinancierd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de New Deal •
2 650 000€ als volgt verdeeld o het samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie heeft betrekking op een bedrag van 2 120 000€ (80%). o het samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft betrekking op een bedrag van 530 000€ (20%).
•
250 000 euro in het kader van de alliantie werkgelegenheid-leefmilieu voor Bruxelles Formation voor de ontwikkeling van opleidingen op het vlak van duurzaam bouwen.
41
De coherentie van het werkgelegenheidsbeleid bewaren in heel het Gewest door de sociale partners, op zonaal niveau, te laten zetelen in de beheersorganen van de “Missions Locales” en de “Lokale Werkwinkels”, evenals in de zonale commissie. Beschrijving Het vraagstuk van de coherentie van het gewestelijk werkgelegenheidsbeleid op lokaal niveau is nauw verbonden met dat van de Tewerkstellingshuizen en de plaats, evenals met de rol die de antennes van Actiris erin vervullen. Met name in het Beheerscomité van Actiris worden daar gesprekken rond gevoerd. De sociale partners zijn er dus rechtstreeks bij betrokken.
Acties De ordonnantie betreffende de ondersteuning van de « missions locales pour l’emploi » en de lokale werkwinkels wordt het nieuwe kader, waarbij aan deze verenigingen de taak wordt toevertrouwd om binnen hun gebiedsomschrijving informatie te verstrekken aan en de krachten te bundelen van de operatoren, structuren en organisaties (zoals bedoeld in artikel 5 § 2 van de ordonnantie) ter bevordering van de tewerkstelling. De verschillende pistes inzake de modaliteiten voor de deelname van de sociale partners aan de coherentie van het gewestelijk werkgelegenheidsbeleid op zonaal niveau in het kader van de zonale commissie zullen bijgevolg worden besproken tijdens de werkzaamheden betreffende de inwerkingtreding van de ordonnantie in kwestie. In een volgende stap zal er dan over overlegd worden met de sociale partners. Het uitvoeringsbesluit werd goedgekeurd in maart 2012, waardoor de Ordonnantie in werking is getreden en de door de ordonnantie gewilde periode van stand still van start is gegaan. Er wordt momenteel een financieringsbesluit voorbereid. De verenigingen zijn op dit ogenblik bezig hun erkenningsaanvraag voor te bereiden krachtens de nieuwe ordonnantie, wat betekent dat ze in overeenstemming zullen moeten zijn met de nieuwe regels. Rekening houdend met de wens van de sociale partners en de praktische lessen die getrokken worden uit de periode van stand still zullen de werkzaamheden daarom op het tijdschema vervroegd worden naar mei en juni 2013 om zo snel mogelijk de modaliteiten voor de deelname van de sociale partners aan de zonale commissies te bepalen.
42
Het Territoriaal Pact voor de Werkgelegenheid1 ermee belasten om, desgevallend samen met de betrokken instanties, modelinitiatieven te ondernemen op het vlak van gelijkheid, diversiteit en sociale inclusie, die onder meer tot doel hebben de loonkloof tussen vrouwen en mannen te helpen dichten, eenoudergezinnen aan de arbeidsmarkt te laten deelnemen, migrerende werknemers te helpen opvangen en integreren en diversiteit en sociale cohesie te bevorderen.
Beschrijving Rekening houdend met het pregnante karakter van de discriminaties die op de arbeidsmarkt bestaan en de noodzaak om diversiteit te bevorderen, en gesterkt door het mandaat dat het toegekend kreeg door het Pact voor een Duurzame Stedelijke Groei (PDSG), besloot het Territoriaal Pact voor de Werkgelegenheid in zijn vergadering van december 2010 zich uitsluitend op dit thema te focussen. Deze focus, die vertaald werd in het programma voor 2012, werd op 26 april 2012 goedgekeurd door het Beheerscomité van Actiris en zal formeel vastgelegd worden in het toekomstige strategische plan. Aan de toekomstige Raad voor non-discriminatie en diversiteit wordt het mandaat verleend om modelinitiatieven te ondernemen die onder meer tot doel hebben (1) de loonkloof tussen vrouwen en mannen te helpen dichten, (2) eenoudergezinnen aan de arbeidsmarkt te laten deelnemen, (3) migrerende werknemers te helpen opvangen en integreren en (4) diversiteit en sociale cohesie te bevorderen.
Acties In het kader van het mandaat dat door het PDSG toegekend is, zijn vier prioriteiten naar voren geschoven: 1. Dichten van de loonkloof tussen vrouwen en mannen Een specifieke werkgroep rond gendermainstreaming heeft zich in eerste instantie gebogen over de opmaak van een instrument voor de arbeidsmarkt om de loonkloof tussen vrouwen en mannen te helpen dichten. Het oorspronkelijk geplande project om een Zwitsers softwareprogramma voor zelfcontrole van de loongelijkheid en het meten van de loonkloof (LOGIB) aan te passen, werd geconcretiseerd door het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen dat onder meer een nieuwe internetsite www.loonkloof.be online heeft geplaatst, waarop de loonkloof berekend kan worden. Het mandaat van het PDSG dient daarom met het oog op de complementariteit met het bestaande federale instrument te worden aangepast.
1
Beslissing van het beheerscomité van Actiris van 12 juli 2012: het Territoriaal Pact voor de Werkgelegenheid wordt vervangen door een 'Raad voor non-discriminatie en diversiteit', vastgelegd in de beheersovereenkomst 2013-2017. Er zal een strategisch plan uitgewerkt moeten worden.
43
Een tweede project bestaat erin om samen met een bedrijf in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een « gender audit » te organiseren. Voor deze audit zou gebruik kunnen worden gemaakt van een werkinstrument dat ontworpen is door het Internationaal Bureau. 2. Deelname van de eenoudergezinnen aan de arbeidsmarkt Onder impuls van het Technisch Platform inzake Eenoudergezinnen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd vorm gegeven aan: • •
•
een werk- en reflexiedocument betreffende de professionalisering van de kinderopvang. een Franse vertaling van de studie “Cartografie van de Brusselse Nederlandstalige kinderopvang – Cartographie des milieux d’accueil néerlandophones à Bruxelles” (Vandenbroeck, M & Geens, N., 2011) door de vzw Réseau des Initiatives Enfants-Parents-Professionnels. een inventaris van de initiatieven inzake kinderopvang die verbonden zijn aan ondernemingen uitgevoerd door de vzw CERE (Centre d’expertise et de Ressources pour l’Enfance).
Voor de tweede helft van 2013 staat de organisatie gepland van een colloquium over de deelname van eenoudergezinnen aan de arbeidsmarkt. Voor dit colloquium zal men steunen op de conclusies van de studie ‘Trajectoires de monoparentalité relations au travail et au logement’ (Martin Wagener – UCL - Prospective Research for Brussels). 3. Onthaal en integratie van migrerende werknemers In 2012 werd een overzicht in verband met de opvang en integratie van « nieuwkomers » in het BHG gemaakt. Bovendien hebben Actiris, CIRé en Bon besloten samen te gaan werken met als voornaamste doel een oplossing te vinden voor de vraag om de diploma's van werkzoekenden die bij Actiris ingeschreven staan zonder 'studiecode' of met een niet-erkend diploma gelijk te stellen. Deze samenwerking zal op drie niveaus geconcretiseerd worden: • • •
het organiseren van infosessies voor het Actiris-personeel in verband met de regels en de procedure inzake gelijkstelling van diploma's. het organiseren van infosessies voor de werkzoekenden die bij Actiris ingeschreven zijn in verband met de regels en de procedure inzake gelijkstelling van diploma's. tot slot, het individueel begeleiden van werkzoekenden met een 'lastig' of onvolledig dossier inzake gelijkstelling van diploma's door de medewerkers van CIRé en Bon.
Tot slot zal er ook met Ciré/Bon een werkgroep (platform) opgestart worden die als taak zal hebben de voorgestelde opvang- en integratietrajecten en de voorzieningen voor inschakeling en tewerkstelling met elkaar te verbinden.
4. Bevordering van diversiteit en sociale cohesie Het gaat hier om de uitvoering van de hoofdopdracht van de cel Diversiteit van de Raad voor nondiscriminatie en diversiteit: het mobiliseren van partners en werkgevers teneinde meer mensen uit de doelgroep van het Brusselse diversiteitsbeleid aan het werk te krijgen: mensen van buitenlandse 44
origine, jongeren, mensen met een handicap, laaggeschoolden, waarbij er transversaal aandacht wordt besteed aan de genderthematiek. Onder meer volgende acties werden reeds ondernomen: •
• • • •
sinds 2007 werden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 70 actieplannen (diversiteitsplannen en consolidatieplan) goedgekeurd, waaronder 15 in 2012 (doel is om tegen 2013 de kaap van 100 actieplannen te halen) ; 2 belangrijke momenten: het toegankelijk maken van typische mannen- en vrouwenberoepen voor het andere geslacht en de sector van de sociale economie; meerdere gestructureerde partnerschappen met de sector van de sociale economie en de sector van de beschutte werkplaatsen; 18 diversiteitslabels uitgereikt in samenwerking met de gewestelijke administratie; het opnemen van de hervorming en de focus op discriminatie en diversiteit in het ontwerp van beheerscontract van Actiris dat eind 2012 goedgekeurd werd in het Beheerscomité.
Er zullen diverse acties worden ondernomen in 2013, waaronder: •
het actualiseren van de gegevens die vermeld staan in de brochure ‘gelijke kansen op de arbeidsmarkt’ uit 2002 om dit materiaal ter beschikking te kunnen stellen van de interveniënten van de arbeidsmarkt. Er wordt ook voorzien in een structurele link naar het globalere initiatief van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen, door een website te creëren ter bestrijding van discriminatie op de werkvloer, met geïntegreerde ‘e-learning’ modules omtrent discriminatie en diversiteit;
•
het afronden van de opmaak van een inventaris van verschillende instrumenten/maatregelen/procedures voor een neutrale aanwerving, op basis van de competenties die gevraagd worden door de ZKO's en KMO's.
Budget Het diversiteitsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt gefinancierd door een gewestelijke begrotingslijn (15.001.08.01.12.11) van 750.000 €. Dit budget wordt verdeeld over de co-financiering van de diversiteitsplannen, het partnerschap met de drie vakbonden (raadgevers en campagne) en het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en de financiering van diverse projecten en producten, met inbegrip van de financiering van de acties die kaderen in de 5de voorwaarde tot welslagen van engagement 2. De loonkosten voor de 7 diversiteitsconsulenten worden door Actiris ten laste genomen.
45
46
ENGAGEMENT 3 DE MIDDELEN EN DE PUBLIEKE EN PRIVE-OPERATOREN MOBILISEREN MET ALS DOEL MEER BRUSSELAARS AAN HET WERK TE KRIJGEN EN DE DUURZAME STEDELIJKE GROEI TE BEVORDEREN
47
48
De economische en sociale actoren oproepen zich bewust te worden van de 5 grote uitdagingen waarmee het Gewest te maken krijgt en hen mobiliseren voor de tewerkstelling van de Brusselaars.
Beschrijving Vertrekkend van de vaststellingen dat er een hoge werkloosheidsgraad is in de gemeenten in het centrum en ten westen van het kanaal te Brussel, ook onder personen met een diploma en een kwalificatie, dat de zeer grote (publieke en private) ondernemingen een groot aandeel vertegenwoordigen van de werkgelegenheid te Brussel en dat in die ondernemingen proportioneel de minste Brusselaars aan het werk zijn, wil deze maatregel de ondernemingen die in deze wijken gevestigd zijn ertoe aansporen om zich meer in te schakelen. Te veel jongeren in de kansarme wijken hebben het gevoel geen vooruitzichten te hebben. De sociale netwerken, die deze Brusselaars in de mogelijkheid zouden stellen om werk te vinden blijven in gebreke, ondanks het bestaan van publieke en private acties. In deze context moeten daarom netwerken worden gerealiseerd, evenals banden tussen deze zeer grote ondernemingen en hun stadsomgeving. De toegang tot werk is een sleutelelement inzake sociale cohesie en de ontwikkeling van een « Brussels bewustzijn ». Dit soort initiatieven die grote ondernemingen, die te Brussel gevestigd zijn, ertoe aanzetten om jonge Brusselaars aan te werven, in samenwerking met andere actoren en door middel van bestaande gewestelijke voorzieningen, moet bijgevolg worden aangemoedigd, evenals elke vorm van toenadering tussen de grote ondernemingen die aanwezig zijn op het grondgebied van het Gewest en het omliggend sociaal weefsel. Deze maatregel wordt gestuurd door de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Acties De belangrijkste doelstelling van dit engagement bestaat erin, netwerken te verwezenlijken tussen zeer grote ondernemingen (meer dan 1.000 personeelsleden) en de stedelijke omgeving waarin zij zich zouden moeten integreren. Deze banden kunnen tot stand worden gebracht op twee manieren : enerzijds door de aanwerving van personen die wonen in de omliggende wijken, of dezen nu laaggeschoold zijn of een diploma hebben behaald, en anderzijds door de actieve deelname van deze ondernemingen aan lokale activiteiten. De onderliggende doelstelling is een evolutie van de mentaliteiten in deze ondernemingen opdat ook de praktijken inzake rekrutering zouden evolueren en zich zouden openstellen voor deze personen. Dit voorstel moet aanvankelijk tot uiting komen door een pilootproject in drie zeer grote ondernemingen om op termijn structurerende voorzieningen te kunnen uitwerken om hieraan een 49
duurzaam karakter te geven. Er zijn hierover met verschillende ondernemingen discussies aan de gang, door tussenkomst van BECI en de vakbonden. Het lijkt evenwel zo dat deze ondernemingen aarzelen om in zo’n project te stappen, met name omwille van de economische crisis die hen er eerder toe aanzet om hun personeel te behouden dan om nieuw personeel aan te werven. De sociale partners stellen daarom voor dat er in een eerste fase twee pistes zouden worden gevolgd die niet te duur zijn voor de ondernemingen :
de ondernemingen aanmoedigen om hun studentenjobs open te stellen voor alle jongeren
Het zou erom gaan, de ondernemingen ertoe aan te zetten om te breken met de praktijk die erin bestaat, hun studentenjobs voor te behouden aan de kinderen van hun personeel, van hun directie of raad van bestuur, en deze jobs open te stellen voor jongeren, en met name jongeren uit kansarme wijken. In dit kader zou een partnership kunnen worden uitgewerkt met de coördinator van de voorziening JEEP (de heer De Laveleye). Dankzij deze voorziening worden elk jaar niet minder dan 600 jongeren voorbereid voor deze studentenjobs. De cel Diversiteit zou kunnen worden betrokken bij de verwezenlijking van dit luik, waarbij deze de rol van bemiddelaar voor de ondernemingen op zich zou nemen. Een aantal modaliteiten moeten evenwel nog worden bepaald : wat zijn de precieze verbintenissen voor de ondernemingen, de becijferde doelstellingen, het tijdsaspect, enz. In dit verband wil men ervoor zorgen dat een nader te bepalen verhouding van deze studentenjobs opengesteld zouden worden tegen de zomervakantie van 2014.
de ondernemingen ertoe aanzetten om deel te nemen aan lokale activiteiten (vrijwilligerswerk van bedrijven, taakscholen, enz.)
Het zou kunnen gaan om het streven naar trefpunten voor werknemers van deze ondernemingen en bewoners van de wijk, om vrijwilligerswerk van de ondernemingen ten gunste van « hun » wijk in het kader van associatieve projecten, enz. De selectie van een of meerdere lokale activiteiten zou vanzelfsprekend gebeuren in overleg met de ondernemingen die deelnemen aan het project. De volgende etappes zijn : 1. 2. 3. 4. 5.
bepaling van de laatste operationele details van het project identificatie van 3 ondernemingen die bereid zijn om in het pilootproject te stappen zoeken naar lokale partners in de omgeving van de weerhouden ondernemingen contacten leggen met de vakbondsdelegaties de actie lanceren
Commentaar Er werden criteria bepaald voor de selectie van de ondernemingen die zouden deelnemen aan het pilootproject. Het moet gaan om ondernemingen met meer dan 1000 werknemers waar een gunstig sociaal klimaat heerst. Andere – optionele - criteria zijn het feit steun van het Gewest of de federale overheid te genieten (tewerkstellingssteun…) en het feit dat zij een belangrijke symbolische betekenis genieten bij de jongeren. 50
Vraag en aanbod inzake werkgelegenheid beter op elkaar afstemmen. De sociale partners verbinden zich ertoe de overdracht te bevorderen van jobaanbiedingen naar Actiris, dat daartoe de modernisering van deze afstemming zal voortzetten.
Beschrijving Deze maatregel, die wordt gestuurd door Actiris en de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, moet ertoe leiden dat meer Brusselaars werk vinden. Het betreft concreet een betere afstemming van het aanbod van werk door de werkgevers en de vraag ernaar van de werkzoekenden.
Acties Om de afstemming in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te verbeteren, hebben de twee sturende actoren twee gehelen van acties bepaald die op simultane wijze moeten worden verwezenlijkt : •
De modernisering van de afstemming van vraag en aanbod moet worden verder gezet door Actiris
De Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een voorstel uitgewerkt voor de verwezenlijking ervan. Hieraan hebben verschillende actoren, waaronder een vertegenwoordiger van Actiris meegewerkt. Er werden acht assen bepaald, en elke as omvat een reeks acties, die werden of momenteel worden uitgevoerd : 1. de versterking van de samenwerking tussen alle actoren o ondertekening van overeenkomsten met de beroepsfederaties en hun leden, evenals met de ION's om het automatisch doorsturen van jobaanbiedingen naar Actiris in te voeren o reflecties over de noden van de arbeidsmarkt en de pistes en instrumenten om aan deze noden te voldoen o bestendiging van de samenwerking tussen Actiris, Bruxelles Formation en de VDAB o sluiten van een raamovereenkomst voor het scheppen van zijn eigen arbeidsplaats 2. de aanpassing en de modernisering van het informaticasysteem bij Actiris o optimalisering van de online-uitwisselingen van jobaanbiedingen met de partners o omkadering in overeenkomsten van de overdracht van jobaanbiedingen van de uitzendsector aan Actiris 3. oriëntatie, heroriëntatie en aanpassing van de beroepscodes o nazicht van de aanpassing van de beroepscodes in de gegevensbanken van Actiris om zich ervan te vergewissen dat deze niet te strikt en steeds aangepast zijn o implementering van het Operationeel Repertorium van Beroepen en Functies (ROME v3) o verbetering van de evaluatie van de bekwaamheden van de werkzoekenden (via ROME3 of screening) o aanpassing van de beroepscodes ingevolge een opleiding in het kader van de behandeling van het CBP
51
bescherming van de werkzoekende tijdens de overgangsperiode van vrijstelling inzake beschikbaarheid o reflectie op het niveau van Actiris voor een grondig onderzoek van de modaliteiten inzake heroriëntering en de uitwerking van een aangepast instrument screening o samenwerking tussen Actiris, BRUXELLES FORMATION en de VDAB voor de afstemming van de screening op de noden uitgedrukt door de arbeidsmarkt (knelpuntberoepen) teneinde te komen tot een tewerkstellings- of opleidingsaanbod o systematisering van het gebruik van de « praktische test » voor de manuele beroepen opleiding en coaching o samenwerking tussen Actiris, Bruxelles Formation en de VDAB om te verzekeren dat een voltooide opleiding uitmondt in een jobaanbieding o invoering van een analyse van de aanwervingen na opleiding (via DmFA) instrument IAM-B o actualisering van de beroepsprofielen in de voorziening IAM-B o promotie van het IAM-B-instrument bij Actiris (betere zichtbaarheid en communicatie) strijd tegen discriminatie o realisatie van een topo-rekrutering, vademecum van rekruteringsinstrumenten op basis van de bekwaamheden ter attentie van de KMO’s in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorziening IBO/FPI o samenwerking tussen Actiris, BRUXELLES FORMATION en de VDAB voor de bevordering van het gebruik van de voorziening IBO/FPI o en vereenvoudiging van de administratieve procedures met betrekking tot de voorziening IBO/FPI o
4.
5.
6.
7.
8.
•
de identificatie van pistes waardoor de sociale partners er zich toe zouden kunnen verbinden om de afstemming te verbeteren
Actiris heeft in dit verband een nota opgesteld, in samenwerking met de coördinator van de New Deal voor de Raad, waarin deze pistes zijn opgenomen. Er werden vijf mogelijke assen bepaald : (1) mededeling van een maximum aantal plaatsaanbiedingen, (2) terbeschikkingstelling van stages, (3) terbeschikkingstelling van informatie en instrumenten door de federaties om het werk van de consulenten van Actiris te vergemakkelijken, (4) organisatie van infosessies met de federaties, en (5) verbetering van de uitwisseling van informatie tussen Actiris en de betaalinstellingen.
•
De sociale partners moeten nog een standpunt innemen over deze pistes.
Budget Gefinancierd door Actiris Een voltijds equivalent belast met de partnerships « publieke ondernemingen / federaties van ondernemingen »
52
Nauw samenwerken met de vertegenwoordigers van de beroepssectoren om prioritair de in het kader van het CET bestaande raamakkoorden operationeel te maken in de door het Pact als prioritair aangeduide domeinen en ze te vertalen in sectorale protocolakkoorden. Dit raamakkoord heeft als doel het aantal jobaanbiedingen onder “SBO”-statuut of middels een “IBO-O” te vergroten, teneinde Brusselse werkzoekenden en meer bepaald laaggeschoolde jongeren professionele ervaring te laten opdoen. Parallel daaraan zal ook bijzondere aandacht besteed worden aan het uitbreiden van het aantal stages en eerste werkervaringen voor jongeren die nog school lopen of zich op het einde van een beroepsopleiding bevinden.
Beschrijving Deze maatregel verwijst naar het raamakkoord dat in 2008 werd ondertekend tussen het Brussels Gewest en de sociale partners, en dat past in de logica van het Contract Economie-Tewerkstelling. Dit akkoord moet de kansen van de Brusselse jongeren om een eerste beroepservaring op te doen verhogen, door arbeidsplaatsen te creëren in het kader van startbaanovereenkomsten (SBO) en van de individuele beroepsopleiding in ondernemingen (IBO/FPI). Aangezien dit raamakkoord niet de verhoopte resultaten heeft opgeleverd, dient nu te worden gewerkt aan de implementering ervan om op doeltreffende wijze de strijd aan te gaan met het fenomeen van massale werkloosheid dat de Brusselse jongeren treft. De bestuurder van deze maatregel is de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Acties De belangrijkste doelstellingen die door de sociale partners werden bepaald in het kader van deze maatregel zijn : 1. Het opstellen van een nota over de verschillende stages om de situatie in dit verband te verduidelijken. De juridische nota over alle verschillende stages werd opgesteld in 2011 en zal het voorwerp kunnen uitmaken van een actualisering. 2. De deelname van de sociale partners aan de invoering van de doorstromingsstages. In het kader van de doorstromingsstages die in 2013 zullen worden aangeboden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hebben de sociale partners een advies uitgebracht over het desbetreffend samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten2. Er werden 2
Dit advies kan worden geraadpleegd op de website van de Raad, op het volgende adres : www.esr.irisnet.be
53
daarenboven contacten gelegd tussen Actiris en BRUXELLES FORMATION en de sociale partners opdat deze laatsten zouden deelnemen aan het project. Voor deze deelname zullen vier pistes kunnen worden gevolgd :
1. Het informeren van de federaties, sectoren en ondernemingen die zulke stageplaatsen kunnen aanbieden;
2. Het informeren van Actiris over de sectoren en ondernemingen die stageplaatsen kunnen aanbieden;
3. Verduidelijking van het profiel van de jonge werkzoekenden dat vereist is voor deze stages; 4. Informatie over de periodes tijdens dewelke deze stages in 2013/2014 kunnen worden gepresteerd. Deze pistes moeten worden gevalideerd door de leden van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Commentaar Deze maatregel houdt rechtstreeks verband met de voorwaarde tot welslagen 4 van het 3de engagement « het toevertrouwen aan de sociale partners van de heractivering en de sturing van het raamakkoord voor de tewerkstelling van jongeren ». Beide werven worden daarom gelijktijdig behandeld en maken het voorwerp uit van een en dezelfde fiche.
54
Opvoeren van de observatie van de knelpuntberoepen in de sectoren die vermeld staan in de New Deal en mobiliseren van de vertegenwoordigers van de Brusselse beroepssectoren om, samen met de openbare tewerkstellings- en opleidingsinstellingen en de beroepssectoren, sectorale actieplannen uit te werken, die het voor de Brusselse werkzoekenden mogelijk maken zich snel de kwalificaties eigen te maken die voor deze beroepen vereist zijn. Beschrijving Deze maatregel houdt nauw verband met een ander werkterrein « Wat betreft de analyse en de interpretatie van de kritieke functies, een beroep doen op de kennis van de beroepssectoren, hun opleidingsfondsen, andere publieke operatoren die betrokken zijn bij de 5 domeinen en de instellingen voor beroepsopleiding, naar aanleiding van gerichte sectorale acties ». De kritieke functies omvatten de beroepen waarvoor de werkgevers er moeilijk in slagen mensen aan te werven, omwille van uiteenlopende redenen zoals een kwantitatief gebrek aan arbeidskrachten of kwalitatieve aspecten (het feit dat de kandidaten niet beschikken over specifieke competenties of taalkennis, …), werkomstandigheden die aanzien worden als lastig, enz. De knelpuntberoepen zijn beroepen waarvoor de arbeidsreserve ontoereikend is en vormen dus een subklasse van de kritieke functies. Deze maatregel wordt gestuurd door het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid. De mobilisatie van de vertegenwoordigers van de beroepssectoren is evenwel een taak voor de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze maatregel strekt ertoe een sectoraal observatie-instrument voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het leven te roepen om te anticiperen op de omschakeling, de opmars, de herstructurering of de achteruitgang van de beroepen en het op die manier onder meer mogelijk te maken : • • •
beter te anticiperen op de behoeften aan opleidingen ter voorbereiding op deze beroepen ; de bedrijven te helpen hun personeelsverloop te organiseren ; de jongeren te oriënteren door hen de beroepen voor te stellen die toekomstige kansen op werk bieden, enz.
Verder is het de bedoeling om grondiger onderzoek te verrichten naar de kritieke functies en daarbij methodes te hanteren waardoor we een beter inzicht verwerven in de problemen die bedrijven ondervinden bij het aanwerven, als gevolg van de aangeboden werkvoorwaarden, een tekort aan arbeidskrachten, een gebrek aan onderlinge afstemming tussen de gezochte scholingsgraad en de betrekking, enz.
Acties Dit werkterrein omvat twee onderdelen :
55
1. Eerste luik : interpretatie en kwalitatieve analyse van de oorzaken van de kritieke functies in het Brussels Gewest Er zullen meerdere methodes gehanteerd worden, zowel kwantitatieve als kwalitatieve, om een gedetailleerde lijst op te stellen van de kritieke functies. Het verzamelde materiaal moet toelaten om een duidelijk beeld te krijgen van de aanwervingsproblemen van de bedrijven en zicht bieden op hun behoeften op het vlak van tewerkstelling en opleiding. Op 12 maart 2012 werd een door het BOW opgemaakte methodologische nota voorgelegd aan een werkgroep bestaande uit de actoren die betrokken moeten worden bij de uitvoering van dit werkterrein. Deze nota werd half oktober 2012 gevalideerd door het begeleidingscomité van de New Deal. Vanaf dat ogenblik kon begonnen worden met de uitvoering van het eerste luik van deze maatregel. Onderstaande acties worden voor het merendeel achtereenvolgens uitgevoerd over een jaar : • • • •
•
opmaak van een statistische lijst met kritieke functies op basis van een analyse van de werkaanbiedingen die binnenkomen bij Actiris; raadpleging van de arbeidsconsulenten om deze eerste lijst met kritieke functies te valideren en de verklarende factoren te analyseren; gesprekken met contactpersonen uit de werkgeversfederaties, de vakbonden, de beroepsreferentiecentra, en zelfs met experts in de te analyseren beroepen; analyse van de beschikbare arbeidsreserve die graag in deze vakgebieden aan de slag wil gaan. Indien mogelijk zal bij deze analyse rekening gehouden worden met de gegevens inzake onderwijs en opleiding teneinde beter zicht te krijgen op de potentiële knelpuntberoepen; een op een vragenlijst gebaseerde enquête bij een steekproef van bedrijven (in 2014 zou een proefneming gedaan worden bij bedrijven van een bepaalde sector).
2. Tweede luik : implementatie van het instrument voor de observatie van de sectoren en de beroepen dat tot doel heeft de door de sociale partners ontwikkelde sectorale actieplannen te onderbouwen (maatregel 3.5). Dit instrument beoogt « sectorgerichte » en/of « beroepsgerichte » acties ten uitvoer te brengen, waarbij gesteund wordt op de gegevens die vergaard worden binnen de verschillende werkterreinen van het BOW en Actiris, in samenwerking met BRUXELLES FORMATION. Naast de exploitatie van de kwalitatieve en kwantitatieve gegevens die vergaard worden tijdens de individuele gesprekken met de sociale partners, op basis van de op een vragenlijst gebaseerde enquête bij bedrijven, door het exploiteren van de administratieve statistische bronnen, of via het tweede instrument, …, zal een documentaire observatie plaatsvinden om gegevens te verzamelen over de reglementaire, professionele en technologische evoluties die bijdragen tot transformaties van de sectoren en van de beroepen. Het gaat hier om acties die ten uitvoer gebracht zullen worden na afloop van het eerste luik van dit werkterrein, aan het einde van het jaar :
56
•
eind 2013 en in 2014 zullen gerichte acties opgezet worden rond de sectoren die centraal staan in de BRC's (Horeca, Vervoer en Logistiek, maar ook Handel, Sociale Actie, enz.) ;
•
vanaf 2014 zullen beroepsgerichte acties plaatsvinden : deze zullen in eerste instantie betrekking hebben op de kritieke functies, en later op de opkomende beroepen. Daarbij zal onder meer aandacht uitgaan naar een uitvoerige beschrijving van deze beroepen, de spanningen op de arbeidsmarkt, de arbeidsreserve, de bestaande opleidingen tot deze beroepen en de dynamiek ervan, de evolutievooruitzichten, enz.
Budget Ter beschikking gesteld door Actiris (BOW) •
2 voltijdse equivalenten bij het BOW in 2013
•
andere budgetten moeten bepaald worden op basis van de toekomstige operationalisering
Commentaar De invoering van een dergelijke op observatie gebaseerde aanpak is een proces op de lange termijn dat naarmate het vordert, aanpassingen kan ondergaan.
57
De sociale en milieu-clausules van de Brusselse overheidsopdrachten evalueren en eventueel herzien in het licht van hun relevantie als instrumenten voor het verwezenlijken van de doelstellingen inzake de bevordering van werkgelegenheid, opleiding en de overgang naar een meer duurzame en innoverende economie.
Beschrijving Sedert een tiental jaren streven de aanbestedende overheden doelstellingen na op het vlak van duurzame ontwikkeling en hebben zij geleidelijk sociale en milieugebonden bekommernissen opgenomen in de procedure voor het sluiten van overheidsopdrachten. De ondertekenaars van de New Deal wilden overgaan tot een evaluatie en eventuele hervorming van deze sociale en milieuclausules teneinde deze tot een instrument te maken voor de bevordering van de werkgelegenheid, opleidingen en de overstap naar een meer duurzame en innoverende economie, evenals voor de strijd tegen het zwartwerk. De overheid is een belangrijke « consument » want de overheidsopdrachten vertegenwoordigen bijna 15% van het BBP van de Europese Unie en vormen een bron van economische ontwikkeling en… werkgelegenheid. Gelet op de vaststelling dat het instrument van de sociale clausules niet helemaal naar behoren werkt en te weinig of slecht wordt gebruikt, ook al is het verre van nutteloos in de context van de massale werkloosheid die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest treft, hebben de sociale partners een hervorming voorgesteld van de Brusselse wettelijke en reglementaire bepalingen met betrekking tot de sociale clausules in overheidsopdrachten. De kabinetten van de ministers Céline Fremault en Evelyne Huytebroeck, evenals de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden belast met de uitvoering van deze maatregel.
Acties 1. Het eerste luik van deze maatregel voorziet de evaluatie en de herziening van de omzendbrief van 2009 betreffende de sociale en milieuclausules van de overheidsopdrachten. In 2011 werd aan SAW-BE een evaluatie toevertrouwd van de voorziening van de sociale clausules. Terzelfder tijd werd ook een diepgaand onderzoek verricht bij de diensten van Actiris. Deze evaluatie wees op belangrijke lacunes inzake de kennis van het mechanisme van de sociale clausules, evenals op een niet altijd voorbeeldige toepassing ervan. De mogelijkheden van de omzendbrief van 2009 zouden bijgevolg niet ten volle worden benut. Tegelijkertijd bepaalden de Brusselse sociale partners een reeks pistes voor een betere toepassing van de regels ter omkadering van de overheidsopdrachten. Zij waren concreet van oordeel dat het onontbeerlijk is om overheidsopdrachten bij voorkeur toe te vertrouwen aan de “beste” offerten, met
58
name wat betreft de naleving van de arbeidsvoorwaarden en de milieucriteria 3. Hiertoe werden verschillende concrete steunmaatregelen bepaald : sensibilisering en opleiding van de personen belast met het sluiten van overheidsopdrachten bij de besturen en bij de preventieadviseurs van de aanbestedende overheden, versterking van de gewestelijke inspectiediensten en van de samenwerking met de federale inspectie, organisatie van info/opleidingssessies voor alle ondernemingen die belangstelling tonen voor overheidsopdrachten. De sociale partners hebben eveneens de oprichting bekomen van een observatorium van de referentieprijzen voor de overheidsopdrachten (met inbegrip van de dienstenopdrachten). Deze stellen aanbesteders in de mogelijkheid om de inschrijvers te identificeren die abnormaal lage prijzen indienen, om deze te ondervragen over de effectieve naleving van de arbeidsreglementering (met inbegrip van de onderaannemers) en deze desgevallend uit te sluiten uit de procedure voor de toekenning van de opdracht. Hun oorspronkelijk voorstel bestond erin dit observatorium onder te brengen bij het Brussels gewestelijk bestuur. De Regering heeft evenwel beslist om het observatorium van de referentieprijzen te creëren bij de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De sociale partners hebben hierop een initiatiefadvies opgesteld over de modaliteiten voor de integratie van dit observatorium bij de Raad4. Het personeel belast met het observatorium zal in een eerste fase bestaan uit twee personen van niveau A die aangeworven worden binnen de Raad. De resultaten van de evaluatie en het restrictief karakter van de omzendbrief van 2009 hebben de Regering ertoe aangezet om een nieuwe omzendbrief « sociale clausules » op te stellen, ter vervanging van hoofdstuk III van de omzendbrief van 5 februari 2009. De ordonnantie van 16 juli 1998 en het besluit van 22 april 1999 zijn van kracht gebleven, met eerbied voor de federale wet op de overheidsopdrachten. Op 12 juli 2012 keurde de Brusselse regering het ontwerp van omzendbrief in eerste lezing goed. De Raad heeft een gunstig advies5 uitgebracht over dit ontwerp van omzendbrief dat wordt gezien als een eerste stap voor een betere toepassing van de sociale clausules in de overheidsopdrachten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze omzendbrief houdt in grote mate rekening met de voorstellen van de sociale partners die hierboven worden aangehaald, met uitzondering van de oprichting van een observatorium van de referentieprijzen. Deze oprichting maakt het voorwerp uit van een afzonderlijke beslissing van de Regering. Het ontwerp van omzendbrief werd in tweede lezing aangenomen op 4 oktober 2012. 3
Ter herinnering : indien de aanbestedende overheid beslist om de opdracht te sluiten door aanbesteding, dan moet deze worden toegewezen aan de inschrijver die de laagste regelmatige offerte heeft ingediend (d.w.z. de goedkoopste); indien hij beslist tot een offerteaanvraag, dan moet de opdracht worden toegewezen aan de inschrijver die de economisch meest voordelige regelmatige offerte heeft ingediend (d.w.z. de beste), rekening houdend met de toewijzingscriteria die door de aanbestedende overheid zijn bepaald. 4
Dit advies kan worden geraadpleegd op de internetsite van de Raad, op het volgend adres : www.ces.irisnet.be
5
Dit advies kan worden geraadpleegd op de internetsite van de Raad, op het volgend adres : www.ces.irisnet.be
59
2. Het tweede luik van deze maatregel verwijst naar de evaluatie van de milieuclausules. Het regeerakkoord van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorziet de ondersteuning van duurzame openbare aankopen. De maatregelen en instrumenten uitgewerkt in het Brussels Gewest zijn voornamelijk de ministeriële omzendbrief van 8 juli betreffende het milieuvriendelijke verbruik (ecoconsumptie) en het afvalstoffenbeheer in de gewestelijke openbare besturen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de omzendbrief van 5 februari 2009 betreffende de opname van ecologische criteria en duurzame ontwikkelingscriteria in de overheidsopdrachten voor leveringen en diensten en tot wijziging van de ministeriële rondzendbrief van 8 juli 1993 betreffende het milieuvriendelijke verbruik (eco-consumptie) en het afvalstoffenbeheer in de gewestelijke openbare besturen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De toepassing ervan is verplicht voor de gewestelijke openbare besturen en vrijwillig voor de gemeentelijke openbare besturen. Leefmilieu Brussel heeft de gemeentebesturen en de OCMW’s eveneens betrokken bij de dynamiek van de « vergroening » van de overheidsopdrachten, ook al dienen zij deze omzendbrief niet verplicht toe te passen. Om een meer aansporende context te creëren, wordt een ontwerp van ordonnantie opgesteld dat bij het parlement zou moeten worden ingediend. Van zodra deze ordonnantie aangenomen is, zal de omzendbrief worden herwerkt tot een verklarend en interpretatief document dat eveneens praktische informatie en nuttige referenties verstrekt. Leefmilieu Brussel heeft bovendien de volgende ondersteunende instrumenten uitgewerkt : •
referentiedocumenten (type-bestekken, lijst van ecologische criteria, voorbeelden van goede praktijken…) die op de website van LB zijn geplaatst
•
een « gepersonaliseerde » ondersteuning voor alle aankoopverantwoordelijken onder de vorm van een helpdesk
•
opleidingen voor alle personen die betrokken zijn bij openbare aankopen
•
een pilootproject van opdrachtencentrale : Leefmilieu Brussel staat in voor de coördinatie van een pilootactie van een opdrachtencentrale voor de aankoop van kantoorbenodigdheden. Op basis van de resultaten zal worden beslist of de actie al dan niet wordt verder gezet en uitgebreid tot andere leveringen en/of diensten
•
het online-plaatsen van de openbare aankopers
60
De ontwikkeling van de activiteiten inzake tewerkstelling, opleiding en onderwijs van de Beroepsreferentiecentra (BRC), de Centra voor Spitstechnologie (CST) en het Regionaal Technologiecentrum (RTC), in een partnership met de beroepssectoren, de openbare opleidingsinstellingen (Bruxelles formation en RDB-VDAB) en de gespecialiseerde opleidings- en onderwijsoperatoren (EF-PME, Syntra Brussel en de instellingen voor beroepsinschakeling) in de bedoelde sectoren, in het bijzonder binnen de prioritaire domeinen vastgelegd in de New Deal. Beschrijving Deze maatregel wordt gestuurd door Actiris en het kabinet Fremault. Zij geeft concreet vorm aan het streven van de New Deal om de gekruiste beleidslijnen en de gezamenlijke acties van de tewerkstellings-, opleidings- en onderwijsactoren te versterken die de BRC's, CST's en RTC's kunnen ontwikkelen ten gunste van de tewerkstelling van de Brusselaars. Deze instellingen zorgen inderdaad voor een kruising van het tewerkstellings-, opleidings- en onderwijsbeleid. Hun acties sluiten algemeen beschouwd volledig aan bij de doelstellingen van de New Deal.
Acties Deze maatregel omvat twee grote onderdelen : 1. Ontwikkelen van de activiteiten van de BRC's Dit onderdeel is er concreet op gericht de operationele functies van de BRC's verder te ontwikkelen door het versterken van de coördinatie en de methodologie. Tevens komt het erop aan te ijveren voor een versterking van de observatie-opdrachten van de BRC's die aansluiten bij hun operationele functies. Om deze doelstellingen te verwezenlijken, zijn er al een aantal acties afgerond en / of nog in uitvoering :
•
de ontwikkeling van « werkgeversacties » : in 2012 werden door Actiris vijf bijkomende consulenten geïntegreerd, die gedetacheerd werden bij de BRC's met het oog op de versterking van de « werkgeversacties ». Hun taak zal erin bestaan om prospectie te voeren naar de bedrijven in de sector om te zorgen voor een toename van het aantal door Actiris vergaarde werkaanbiedingen, een nadere invulling te geven aan de beroepscodes die eigen zijn aan de afgeleide beroepen in de sectoren die elk BRC vertegenwoordigt en screenings op te zetten.
•
de versterking van de observatie-opdrachten van de BRC's : eind 2012 trad bij Actiris (Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid) een voltijds equivalente medewerker in dienst om studiewerk te verrichten rond de observatie van de door de BRC's beoogde sectoren en dit in samenwerking met de BRC's. Deze persoon zal zich mee inzetten voor het ontwerp van een observatie- en anticipatie-instrument dat berust op geharmoniseerde grondslagen. In dit verband wordt momenteel in overleg met de BRC's gewerkt aan een stramien voor professionele observatie voor de BRC's. Dit moet klaar zijn tegen december 2013. 61
2. Ontwikkelen van samenwerkingsverbanden en uitwisseling van synergieën tussen de BRC's, CST's en RTC's In het kader van het tweede onderdeel van deze maatregel wordt momenteel drieledig werk verricht : • •
een inventaris van de bestaande synergieën tussen de BRC's, CST's en RTC's en bepalen welke obstakels uit de weg geruimd moeten worden om meer synergieën tot stand te brengen ; een herziening van het uit 2007 daterende samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de terbeschikkingstelling van voorzieningen in het kader van de herwaardering van het kwalificerend onderwijs en van de samenwerking tussen de CST's en de BRC's, met onder meer de terbeschikkingstelling van 25% van de opvangcapaciteit van de BRC's voor leerlingen en leerkrachten (in 2010 schommelde dit percentage al naargelang van het BRC tussen de 3 en de 16%) en omgekeerd, de terbeschikkingstelling van 25% van de opvangcapaciteit van de CST's voor werkzoekenden en werknemers.
Naast deze twee onderdelen dragen nog een aantal andere acties bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van deze maatregel : •
de oprichting in oktober 2012 van een BRC « openbaar ambt en stadsberoepen » ;
•
de ontwikkeling van een een excellentiepool « Mode en Design », zodat Actiris kan beschikken over een bevoorrechte partner in een sector die in Brussel in volle expansie is.
Budget Gefinancierd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de New Deal •
•
Op 14 juli 2011 besliste de Regering om een deel van de middelen die uitgetrokken waren om uitvoering te geven aan transversale maatregelen van de New Deal te bestemmen voor Actiris. Voor 2012 werd aan Actiris een budget van 200.000 € toegekend om onder meer een VTE aan te werven die belast werd met het ontwikkelen van de acties van de BRC's in samenwerking met de sectoren, de ION's die actief zijn op het vlak van opleiding en de ION's die actief zijn op het vlak van gespecialiseerd onderwijs. Op 14 juni 2012 hechtte de Ministerraad zijn goedkeuring aan het strategisch plan van de New Deal en aan de financiering ervan ter waarde van 400.000 euro, bestemd voor een versterking van de synergieën met de werkgevers. Een plan voor het versterken van de synergieën met de werkgevers. Het beoogt te zorgen voor een sterkere samenwerking tussen Actiris en de BRC's, een versterking van de onderlinge coördinatie en van de observatie van de sectoren die ze gezamenlijk verrichten. Hiertoe werden budgetten toegekend met het oog op de aanwerving van: o 5 VTE's (consulenten) en 1 VTE (coördinatrice) voor het ontwikkelen van de werkgeversacties binnen de BRC's. o 1 VTE voor het verrichten van studies rond de observatie van de sectoren o 1 VTE voor de ontwikkeling van een excellentiepool Mode en Design, zodat Actiris kan beschikken over een bevoorrechte partner in een sector die in Brussel in volle expansie is 62
Gefinancierd door Actiris •
5 VTE's (consulenten) voor het ontwikkelen van de werkgeversacties binnen de BRC's.
63
Uitbreiden en samenbrengen van de bestaande opleidingsinstrumenten met betrekking tot de stadsberoepen en de openbare sector, volgens een voor de openbare sector specifieke overeen te komen procedure, in samenwerking met de GSOB. Beschrijving Deze maatregel, die gestuurd wordt door het kabinet van Minister Céline Fremault, beoogt uitvoering te geven aan een element van de regeerverklaring van 2009 : « Er zullen nieuwe referentiecentra worden opgericht in de sectoren met een groot potentieel aan banen zoals bijvoorbeeld de beroepen in de overheidssector (hulp bij de voorbereiding van de examens) en de stadsberoepen ». Dit punt wordt uiteraard ondersteund door de New Deal, gezien de samenwerking die nodig is om het uit te voeren en de doelstellingen op het vlak van werkgelegenheid die erdoor worden nagestreefd.
Acties Eind 2012 werd het zesde referentiecentrum opgericht, dat toegespitst is op de stadsberoepen en het openbaar ambt. Aan deze oprichting ging heel wat werk vooraf van het oprichtingscomité (opmaak van het sectoraal protocol dat enerzijds de structuur van het BRC en anderzijds de statuten van de vzw vorm gaf). Dit BRC streeft drie strategische doelstellingen na :
•
De plaatsing, tewerkstelling en het behoud van kwalitatieve arbeidsplaatsen voor de Brusselaars bevorderen, met name door het opleidingsaanbod beter af te stemmen op de behoeften aan competenties die bestaan bij de werkgevers uit het openbaar ambt en de privé-werkgevers die stadsberoepen uitoefenen en, voor zover opportuun, bij de werkgevers uit de non-profit sector die stadsberoepen uitoefenen ;
•
Ijveren voor een kwalitatieve en kwantitatieve verhoging van de scholingsgraad, vooral op het vlak van taalkennis, van de Brusselse werkzoekenden, van de werknemers in permanente vorming of omscholing voor wat de « stadsberoepen » betreft, alsook van de (contractuele of statutaire) personeelsleden van het openbaar ambt door de activiteiten van de tewerkstellings-, opleidings- en onderwijsoperatoren te versterken, inzonderheid door gemeenschappelijke en hoogwaardige opleidingsinstrumenten ter beschikking te stellen ;
•
Ontwikkelen van de observatie en van de technisch-pedagogische expertise die nodig is om de opleidingsprogramma's enerzijds en de begeleiding van werkzoekenden anderzijds aan te passen aan de evolutie van de stadsberoepen en de beroepen van het openbaar ambt, en ervoor zorgen dat deze ter beschikking gesteld worden aan de scholen, de opleidings- en de tewerkstellingsoperatoren.
De rekrutering van het uitvoerend team heeft begin 2013 plaatsgevonden, gevolgd door de tenuitvoerlegging van het actieplan 2013. 64
Budget Gefinancierd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de New Deal Op jaarbasis werd een bedrag van 200.000 euro uitgetrokken voor de implementatie van het BRC dat gewijd is aan de stadsberoepen en de beroepen van het openbaar ambt.
65
De bestaande maatregelen inzake beroepsvoorlichting en -oriëntering onderwerpen aan een evaluatie en een globaal beleid inzake beroepsoriëntering uitwerken dat de verschillende betrokken actoren en de beroepssectoren mobiliseert. Beschrijving Gezien de versnippering van de bevoegdheden inzake onderwijs-tewerkstelling-opleiding en het grote aantal operatoren die actief zijn op het vlak van beroepsvoorlichting en -oriëntering, lijkt het noodzakelijk een stand van zaken op te maken van de bestaande toestand en de voorzieningen te coördineren en bij te sturen. Het is immers onontbeerlijk te kunnen beschikken over een systeem dat samenhangend, transparant, zichtbaar, leesbaar en bevattelijk is voor de begunstigden en over efficiënte instrumenten. Actiris en BRUXELLES FORMATION worden belast met de uitvoering van deze maatregel.
Acties De praktische uitvoering van deze maatregel is gekoppeld aan volgende acties : • • • •
•
een permanente samenwerking tot stand brengen om de werkzoekenden te informeren en hen te oriënteren naar een opleiding met het oog op een vlot trajectverloop ; een jaarprogramma uitwerken van de gezamenlijke voorlichtings- en sectorgerichte activiteiten bestemd voor werkzoekenden ; de procedure bepalen voor de uitwisseling van informatie om zo te komen tot een betere expertise van de consulenten bij de tewerkstellings- en opleidingsinstellingen ; beroepsbelangstellingstests ter beschikking stellen van het publiek ; een « uniek dossier voor de werkzoekende » invoeren door te zorgen voor betere gegevensuitwisselingen tussen de databases van Actiris, de VDAB, Bruxelles-Formation en hun partners.
Budget Gefinancierd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de New Deal Op 14 juli 2011 besliste de Regering om een deel van de middelen die uitgetrokken waren om uitvoering te geven aan transversale maatregelen van de New Deal te bestemmen voor Actiris. Voor 2012 werd aan Actiris een budget van 200.000 € toegekend om onder meer een VTE aan te werven die belast werd met het inventariseren van de behoeften op het vlak van tewerkstelling, opleiding en onderwijs en met de coördinatie van de New Deal binnen het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid.
66
Gefinancierd door Actiris •
2 voltijdse equivalenten Task Force Jongeren
•
2 voltijdse equivalenten Directie Werkzoekenden
•
tijdens de uitvoering van de acties kunnen er nog andere kosten bijkomen
Gefinancierd door het BOW
• een ¾ tijds medewerker belast met de uitvoering van deze maatregel (21.000 €)
67
De ondersteuning of versterking van de voorzieningen inzake de begeleiding en beroepsomschakeling van de ondernemingen en de werknemers van de sectoren die zich in een economische overgangsfase bevinden of een herstructureringsproces doorlopen, met bijzondere aandacht voor de ZKO.
Beschrijving Deze maatregel wordt gestuurd door het kabinet van Minister Céline Fremault.
Acties 1. Het met Vlaanderen gesloten samenwerkingsakkoord over intergewestelijke mobiliteit, dat in juli 2011 verlengd werd, heeft de crisiscellen een duurzaam karakter gegeven. Er is inderdaad bepaald om een crisiscel op te richten telkens wanneer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of in Vlaanderen een herstructurering plaatsgrijpt, waarbij meer dan 50 werknemers afkomstig zijn uit een ander Gewest. 2. Economische expansie - Steun voor consultancy Tot voor kort waren ondernemingen in moeilijkheden in de zin van de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun uitgesloten van het toepassingsgebied van de steun om een beroep te doen op consultancy in het kader van economische expansie. Op basis van een eerste analyse is evenwel gebleken dat het krachtens de verordening betreffende de vrijstelling van kennisgeving mogelijk zou zijn starters jonger dan 3 jaar niet op te nemen in het toepassingsgebied van de « ondernemingen in moeilijkheden » en het dus in bepaalde gevallen mogelijk zou zijn steun te verlenen aan dergelijke starters die zich in een moeilijke situatie bevinden. Er wordt dus over nagedacht om 1) deze juridische mogelijkheid te valideren 2) in geval van validatie, te voorzien in de mogelijkheid voor een starter-onderneming die een juridische herstructureringsprocedure doorloopt om in aanmerking te komen voor steun om een beroep te doen op een bedrijfsbemiddelaar of een gerechtelijk mandataris. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende organisatie van de steun voor consultancy werd juridisch gevalideerd en gewijzigd. Het wijzigingsbesluit dat uit deze denkoefening moet voortvloeien, is voorzien voor september 2013.
68
Met de hulp van de universitaire centra het onderzoek en de innovatie bevorderen binnen de domeinen die in de New Deal aan bod komen en daarbij een beroep doen op de beschikbare kennis en studies, in het bijzonder op deze die de langetermijnuitdagingen aangaan.
Beschrijving Dit werkterrein, dat gestuurd wordt door het kabinet van Minister Céline Fremault, omvat in de eerste plaats de bevordering van onderzoek en innovatie in het licht van de 5 beroepsdomeinen van de New Deal. Het resultaat van deze bevordering moet vervolgens geïntegreerd worden in de initiatieven die aansluitend bij de 5 domeinen van de New Deal ondernomen worden. Onderzoek en innovatie dragen immers bij tot de tewerkstelling van geschoolde Brusselaars en kunnen bepaalde beroepen zodanig doen evolueren dat zij toegankelijker worden voor lager geschoolde werknemers. Om de ontwikkeling van het onderzoek en de innovatie te laten aansluiten bij de New Deal en om de kansen die deze ontwikkeling met zich meebrengt te benutten, moet er eerst een ontmoeting plaatsvinden tussen de vertegenwoordigers van de onderzoeks- en innovatiesector enerzijds en de vertegenwoordigers van de New Deal anderzijds.
Acties In het kader van dit werkterrein zijn drie doelstellingen vastgelegd : •
de onderzoeks- en innovatiesector kennis laten maken met de New Deal. Het is de bedoeling om op basis van een studie de gewestelijke onderzoeks- en innovatiestrategie te updaten. Deze studie is noodzakelijkerwijs gekoppeld aan de New Deal. In dit kader zal met de gewestelijke onderzoeks- en innovatieoperatoren afgetoetst worden welke bijdrage zij kunnen leveren tot de New Deal
Begin 2012 vonden ontmoetingen plaats met de publieke en private actoren uit de onderzoeks- en innovatiesector, waaronder de universitaire centra, om de gewestelijke onderzoeks- en innovatiestrategie te updaten. •
De mogelijkheid onderzoeken om domeinen van de New Deal te integreren in de 4 prioritaire domeinen van het programma « Prospective Research For Brussels6 » die bepaald zullen worden ;
Nadat de prioritaire domeinen van het programma « Prospective Research for Brussels » bepaald waren, werden de domeinen die de meeste kansen inhouden voor tewerkstelling in innoverende sectoren opgenomen in de prioriteiten van de projectoproep voor het programma Prospective Research For Brussels van Innoviris. 6
De doelstelling van dit programma omvat de ontwikkeling van het onderzoek op de gebieden die voor het Gewest belangrijk zijn, en dit op een structurele manier.
69
•
Nagaan welke opportuniteiten zich aandienen om de acties van Research in Brussels die tot doel hebben jongeren warm te maken voor de wetenschappen, te richten op de domeinen die centraal staan in het Pact.
70
INSTRUMENTEN
71
72
Ontwikkelen van indicatoren voor de evaluatie van de New Deal en van indicatoren met betrekking tot de duurzame stedelijke ontwikkeling van het Gewest en de metropool. De keuze van deze indicatoren zal ter bekrachtiging worden voorgelegd aan het BESOC en ter advies aan het GTCS. De ontwikkeling van deze indicatoren wordt toevertrouwd aan het BISA, in overleg met het BOW, het BIM, het BAO, de GOMB, ...
Beschrijving Dit werkterrein, dat gestuurd wordt door het BISA, bestaat uit twee aparte onderdelen: 1. Enerzijds moeten er indicatoren worden ingevoerd inzake de duurzame ontwikkeling van het gewest en de grootstad. Dit vereist een verduidelijking van het begrip « duurzame stedelijke ontwikkeling » dat is bepaald in het kader van een andere maatregel van de New Deal. 2. Anderzijds moeten er indicatoren worden voorzien voor de evaluatie van de New Deal ; dit komt tegemoet aan de evaluatieopdracht van het transversaal luik van de New Deal die de Regering heeft toevertrouwd aan het BISA. Er dienen verschillende operationele fasen te worden doorlopen voor het vastleggen van evaluatiecriteria (opstelling van een nota over de evaluatiemethode die zal worden toegepast door het BISA, herziening van de interventielogica van de acties van de New Deal (begrip van de gevoerde acties, selectie van de thema’s die aan een evaluatie moeten worden onderworpen, methodologische keuzes voor de evaluaties van deze acties, enz.). De eerste evaluatiewerkzaamheden zullen toelaten om de doelstellingen te bevatten die worden nagestreefd met het transversale luik van de New Deal, doorheen de maatregelen waartoe is beslist. Zo gaat het erom, de interventielogica van de transversale acties van de New Deal te herzien, met andere woorden, een hiërarchie op te stellen van de verschillende niveaus van de doelstellingen (algemeen, specifiek, operationeel) van dit luik. Eens deze fase is gevalideerd, zal worden gestart met de technische fase ter voorbereiding van de evaluatiewerkzaamheden. Deze fase zal toelaten om de thema’s en acties te bepalen die – op voorstel van het BISA - aan een evaluatie zouden kunnen worden onderworpen. Op basis van de gestelde keuzes zullen vervolgens de thematische evaluaties kunnen worden gelanceerd die de algemene evaluatie van de New Deal zullen uitmaken. Het is op dit niveau dat de evaluatie-indicatoren, oftewel de resultaats- en zelfs impactindicatoren zullen worden bepaald. Verschillende elementen zijn bepalend voor het welslagen van deze werf, en in het bijzonder : •
de organisatie van de permanente opvolging van de producten en realisaties van de transversale acties van de New Deal. Opdat deze opvolging zou worden verzekerd door het geheel van de actoren die betrokken zijn bij de New Deal, werd door het BISA een methodologische nota opgesteld over de operationalisering van een opvolgingsinstrument, met voorstelling van geharmoniseerde opvolgingsinstrumenten en met opgave van de grote beginselen die kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van indicatoren. Het is immers belangrijk dat de evaluatie zich 73
•
kan baseren op de gegevens van de opvolging, ook al onderscheidt deze zich van de uitoefening van de opvolging. de noodzaak om de werkzaamheden van het BISA en de evaluatoren te vergemakkelijken door hen toegang te geven tot de nodige referentiegegevens en referentiedocumenten voor de uitvoering van hun evaluatieopdracht (nota’s aan de Regering, verslagen van de begeleidingscomités, jaarverslag opvolging, evaluaties gevraagd door de kabinetten die het PDSG dragen in verband met de transversale acties van de New Deal, enz.).
Wat betreft het eerste gedeelte van deze werf over de indicatoren inzake duurzame stedelijke ontwikkeling, zal het begin van de werkzaamheden worden bepaald door het slagen van de andere maatregel waarmee momenteel nog niet is begonnen. In het kader van het tweede deel van deze werf is het BISA reeds overgegaan tot : • • •
de opstelling van een methodologische ondersteunende nota voor het operationeel maken van een opvolgingsinstrument tijdens de zomer van 2012; de organisatie in december 2012 van een informatievergadering met het geheel van de actoren die betrokken zijn bij de werf, teneinde de grote fasen van deze werf voor te stellen; een verduidelijking van het evaluatiemandaat en wat betreft de beschrijving van de evaluatiemethode die zal worden gevolgd om de transversale maatregelen van de New Deal te evalueren.
De volgende fasen, die verband houden met het tweede gedeelte van deze werf en die betrekking hebben op de evaluatie-indicatoren, bestaan erin : •
•
•
onderhoudsgesprekken te organiseren om te komen tot de herziening van de interventielogica van het transversaal luik van de New Deal, met een definitie en een hiërarchisering van de verschillende niveaus van de nagestreefde doelstellingen (algemeen, specifiek, operationeel); de thema’s en acties te kiezen die aan een evaluatie moeten worden onderworpen en de grote lijnen te bepalen van de beginselen op basis waarvan thematische evaluaties zullen kunnen worden uitgevoerd ; de eigenlijke evaluatiewerkzaamheden te verrichten die zullen worden omkaderd door de adviezen van het begeleidingscomité dat hiertoe is opgericht.
Het tijdschema voor de uitwerking van de evaluatie-indicatoren hangt bijgevolg af van dat van de thematische evaluaties verricht in het kader van de New Deal.
Budget Gefinancierd door de Regering in het kader van de New Deal
•
½ voltijdse equivalent voor de uitvoering van deze opdracht (vanaf maart 2012 en wordt bestendigd)
Kosten voor consultancy, gegevensvergaring, enz. moeten nog bepaald worden. 74
Het op regelmatige basis opmaken van een inventaris van de noden die bestaan op het vlak van werkgelegenheid, opleiding en onderwijs.
Beschrijving Het is niet evident om de noden op het vlak van werkgelegenheid, opleiding en onderwijs onderling af te stemmen, en dan vooral niet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waar het gegevenskader verschilt al naargelang van het beleidsgebied dat aan de orde is: gewest (werkgelegenheid), gemeenschappen (onderwijs), gewest en gemeenschappen (beroepsopleiding). De verandering van de tewerkstellingsstructuur en de evolutie van het opleidings- en onderwijssysteem zijn overigens onderhevig aan deels op zichzelf staande dynamieken. De structurering van de tewerkstelling hangt immers af van tal van factoren die eigen zijn aan de arbeidswereld. De inrichting van onderwijs hangt af van de typische werking van het schoolsysteem (slagen voor examens, verder studeren, aantrekkingskracht van de opleidingen, enz.), van een sociale logica die het invult (sociale remediëring, toegang tot scholing, …), van de keuzevrijheid voor individuen en hun gezinnen, enz. De inrichting van opleidingen moet tegemoet komen aan verscheidene economische en sociale uitdagingen (inschakeling van werkzoekenden, omscholing, sociale promotie van loontrekkenden, enz.). Toch bestaat er een wederzijdse afhankelijkheid tussen deze dynamieken. De overheid moet erop toezien dat de drie beleidsgebieden op coherente wijze evolueren zodat er een minimum van onderlinge afstemming is tussen het aanbod van en de vraag naar werk. Dit werkterrein wordt gestuurd door het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en bestaat uit twee onderdelen: het eerste onderdeel omvat de opmaak van synthetische fiches van indicatoren die de drie beleidsgebieden « werkgelegenheid, opleiding en onderwijs » bestrijken. Met het oog hierop moet een concordantietabel de verbanden bepalen tussen beroepen (die voornamelijk behoren tot de in beschouwing genomen sector) en de op basis van opleiding of onderwijs verworven specialiteiten die a priori tot deze beroepen leiden7. Deze fiches moeten de basis vormen voor overleg met de onderwijs- en opleidingsactoren en voor een denkoefening om binnen de drie beleidsgebieden te anticiperen op de toekomstige noden (tweede onderdeel).
Acties Tot slot is dit instrument bedoeld om de Sectorale focussen en beroepen te voeden die in het kader van maatregel 3.5 ontstaan. Op dezelfde wijze zal het helpen bij het kiezen van de te voeren acties, bij een dialoog tussen de gebieden van tewerkstelling, opleiding en onderwijs, en bij de opmaak van sectorale actieplannen.
7
Uit studies van het Céreq (Couppié T., Giret J-F., Lopez A., 2009) blijkt dat een opleiding niet systematisch toegang biedt tot de beroepen of jobs waarop zij geacht wordt voor te bereiden. De vele kansen op beroepsmobiliteit tijdens de actieve loopbaan brengen de jongeren niet dichter bij hun eerste vakgebied.
75
1. Eerste onderdeel: inventaris van de bestaande statistische indicatoren Het komt erop aan om voor elke grote activiteitensector een overzicht op te maken van de bestaande indicatoren op het vlak van werkgelegenheid, opleiding en kwalificerend onderwijs: welke zijn de voornaamste beroepen binnen deze sectoren, welke onderwijs- en opleidingsrichtingen leiden naar deze beroepen (aantal ingeschrevenen in het laatste jaar van de opleiding, per specialiteit, per operator en gevolgde vorm). De onderzochte periode zal zich beperken tot de evoluties die zich hebben afgetekend tijdens de voorbije vijf jaar. Het bestreken gebied omvat Brussel en Vlaams- en Waals-Brabant. Het verzamelen van gegevens gebeurt in samenwerking met Bruxelles-Formation en de VDAB voor wat de Franstalige en Nederlandstalige beroepsopleiding betreft en met de CCFEE voor wat het Franstalig en Nederlandstalig kwalificerend onderwijs betreft (met de hulp van het BNCTO). Het is de bedoeling om op grond van deze gegevens voor elk beleidsgebied synthetische fiches met indicatoren op te maken: •
•
•
op het vlak van werkgelegenheid, voor iedere grote activiteitensector de kenmerken van de tewerkstelling en de evolutie hiervan belichten, een overzicht bieden van de voornaamste beroepen en van de hiervoor beschikbare arbeidsreserve; op het vlak van beroepsopleiding, per publieke operator (Bruxelles-Formation, Forem, VDAB en hun partners, SFPME, IFAPME, Syntra) en de op basis van opleiding verworven specialiteiten die leiden tot de vermelde beroepen in iedere sector; op het vlak van het kwalificerend onderwijs, per diploma (onderwijs met voltijds leerplan en onderwijs voor sociale promotie van de twee Gemeenschappen) dat leidt tot de beroepen in de in beschouwing genomen sectoren. Er zal rekening gehouden worden met het secundair onderwijs en het hoger onderwijs buiten de universiteit.
Het instrument zou beschikbaar zijn tegen eind 2013. Het idee is om op termijn een methode te bepalen om deze oefening meerdere keren opnieuw uit te voeren. Daartoe zal het nodig zijn duurzame samenwerkingsverbanden te sluiten, het instrument te verbeteren en te stabiliseren en de indicatoren bijvoorbeeld om de twee jaar te vernieuwen. 2. Tweede onderdeel: uitwerking van scenario's omtrent de toekomstige ontwikkelingen in de beleidsgebieden opleiding en kwalificerend onderwijs Dit tweede onderdeel heeft tot doel om de sectorgerichte en beroepsgerichte acties te onderbouwen binnen de beleidsgebieden opleiding en onderwijs, op basis van kwalitatieve gegevens over de vorming van de Brusselse werkzoekenden, de voorbereiding en de intrede van de jongeren op de arbeidsmarkt, de evolutie van de certificeringen en de inhoud ervan in verhouding tot de evolutie van de beroepen en de aangegeven kwalificaties, enz. Dit onderdeel sluit voor een groot deel aan bij maatregel betreffende het toezicht op de knelpuntberoepen voor alles wat verband houdt met de raadpleging van de vertegenwoordigers van 76
de sectoren, van het kwalificerend onderwijs en van de beroepsopleiding over de verwachte wijzigingen in de verschillende beleidsgebieden. Het is de bedoeling om deze raadpleging regelmatig te laten plaatsvinden. De verschillende actoren zouden dan uiteindelijk bepaalde scenario's voorgelegd krijgen.
Budget Gefinancierd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de New Deal -
Op 14 juli 2011 besliste de Regering om een deel van de middelen die uitgetrokken waren om uitvoering te geven aan transversale maatregelen van de New Deal te bestemmen voor Actiris. Voor 2012 werd aan Actiris een budget van 200.000 € toegekend om onder meer een VTE aan te werven die belast werd met het inventariseren van de behoeften op het vlak van tewerkstelling, opleiding en onderwijs en met de coördinatie van de New Deal binnen het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid.
Ter beschikking gesteld door Actiris (BOW) -
-
1/3 voltijdse equivalent ook personeel van Bruxelles-Formation, de VDAB en de CCFEE wordt ter beschikking gesteld
Commentaar Een van de beperkingen van de toegepaste aanpak is dat zij voornamelijk afgestemd is op de sectoren waarin we welbepaalde, specifieke beroepen terugvinden waarvoor cijfergegevens beschikbaar zijn, zoals de beroepen in het hotelwezen-restauratie, de bouw, de handel, enz. Zo zal het problematisch zijn fiches op te maken voor bepaalde sectoren en beroepen die niet beantwoorden aan deze criteria (de transversale of opkomende beroepen bijvoorbeeld). Deze problemen kunnen deels verholpen worden door meer kwalitatieve methodes te hanteren (afnemen van gesprekken, analyse van bestaande literatuur, enz.).
77