Jaarverslag Toezicht biociden 2009
Versie 1.0
Datum Status
11 juni 2010 Definitief
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
Colofon Versie
1.0 VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Milieugevaarlijke stoffen Rijnstraat 8 Postbus 16191 2500 BD Den Haag
Publicatienummer: 0228
Publicatiedatum: Juni 2010 Deze publicatie is te downloaden via www.vrominspectie.nl
Pagina 2 van 22
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
Inhoud
1
Inleiding ........................................................................................................... 4
2
Jaarcontract 2009 .............................................................................................. 5
3
Realisatie jaarcontract 2009 ................................................................................ 6
3.1
Regierol VI ......................................................................................................................... 6
3.2
Aanpak verboden middelen .................................................................................................. 7
4
Door de VI uitgevoerde brancheonderzoeken ........................................................ 9
4.1
Lijm- en kitindustrie ............................................................................................................ 9
4.2
Leerindustrie ...................................................................................................................... 9
4.3
Verfindustrie ...................................................................................................................... 9
4.4
GGO-laboratoria ................................................................................................................. 9
4.5
Drinkwaterproductiebedrijven ............................................................................................... 9
4.6
Gassingen in Nederland ....................................................................................................... 9
4.7
Dierplaagbeheersing ............................................................................................................ 9
4.8
Metaalindustrie ................................................................................................................. 10
4.9
Mijnbouw ......................................................................................................................... 10
4.10
Betonindustrie .................................................................................................................. 10
5
Conclusies ...................................................................................................... 11
Bijlage 1: Voortgangsoverzicht Biociden 2009 (zoals vastgesteld in Stuurgroepvergadering van 3 maart 2010) ............................................................................................................. 13 Bijlage 2: Uitvoeringsknelpunten .................................................................................... 20
Pagina 3 van 22
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
1
Inleiding
In het kader van de organisatieontwikkeling van de VROM-Inspectie (VI) is in het najaar van 2008 voor het eerst een jaarcontract voor het jaar 2009 opgesteld. In dit jaarcontact zijn diverse taken en producten beschreven, maar is vooral ook verwoord dat het biocidentoezicht een nieuwe taak is die nog in ontwikkeling is en daarmee vele onzekerheden kent. In dit jaarverslag wordt kort ingegaan op de inhoud van het jaarcontract voor zover relevant voor het biocidentoezicht en de realisatie van de verschillende geplande taken. Het betreft in hoofdzaak de activiteiten van de VI. Activiteiten die door andere inspecties zijn uitgevoerd komen in deze rapportage niet aan de orde; die zijn besproken in de Stuurgroep Wgb. Als bijlage is bijgesloten het voortgangsoverzicht Biociden zoals dat ten behoeve van de stuurgroep Wgb wordt bijgehouden voor zowel de activiteiten met betrekking tot gewasbeschermingsmiddelen als de biociden. Deze versie van het voortgangsoverzicht is in de stuurgroepvergadering van 3 maart 2010 vastgesteld. Tevens is als bijlage toegevoegd een lijst met uitvoeringsknelpunten. In deze rapportage worden om drie redenen geen aanbevelingen gedaan: 1. veel van de knelpunten zijn al verondersteld in het beleidsprogramma en/of handhavingsprogramma en worden met enige regelmaat besproken met de beleidsdirectie Duurzaam Produceren; 2. de knelpunten en hun aanbevelingen (zie ook bijlage 2) hebben voor een belangrijke deel hun doorwerking reeds gekend in het jaarcontract 2010 3. in overleg met de beleidsdirectie is in mei 2010 besloten over te gaan tot een ex durante beoordeling van de regelgeving, waarmee de knelpunten kunnen worden gewaardeerd en geprioriteerd.
Pagina 4 van 22
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
2
Jaarcontract 2009
In het jaarcontract 2009 is het biocidentoezicht geïntroduceerd met een terugblik op de ontwikkelingen op dat terrein. Het beleidsprogramma Biociden, het handhavingsprogramma 2008-2011 en de hoofdlijnen van de (nieuwe) Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (2007) passeren kort de revue in dit contract. Belangrijke strekking van deze beleidsdocumenten is dat er vooral veel onduidelijkheid bestaat over het biocidengebruik in Nederland en dat een matig naleefgedrag aannemelijk is. De VI is regisseur van het biocidentoezicht richting andere inspectiediensten. De AID vervult deze rol ten aanzien van het toezicht op de gewasbeschermingsmiddelen. De VI heeft als opdracht om in de periode van het handhavingsprogramma tot 2011, samen met de andere inspecties, inzicht te verschaffen in het naleefgedrag van de verschillende doelgroepen en daarin een verbetering te bewerkstelligen. De VI is in 2008 feitelijk al begonnen aan deze opgave. In dat jaar werd verondersteld dat de doelgroepenselectie te wensen overliet en dat de aanwezigheid van naar schatting honderden niet toegelaten middelen niet met toezicht en handhaving alleen aan te pakken was. Beide stellingen zijn door de beleidsdirectie en impliciet ook door het (georganiseerde) bedrijfsleven onderschreven. Een vrij omvangrijke risicobeschrijving in het jaarcontract moest daarom meer zicht bieden op de vele onzekerheden. In het jaarcontract is uiteindelijk een tweetal onderdelen onderscheiden, te weten: regierol VI; en aanpak verboden middelen. In het volgende hoofdstuk wordt nader ingegaan op deze onderdelen.
Pagina 5 van 22
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
3
Realisatie jaarcontract 2009
3.1
Regierol VI In het beleidsprogramma Biociden is het ministerie van VROM aangewezen als primair verantwoordelijk ministerie voor de biocidenregelgeving. In het handhavingsprogramma is deze lijn doorgevoerd. De VI is aangewezen als regisseur voor de coördinatie van het biocidentoezicht. Tot de inwerkingtreding van de Wgb waren de AID en VWA, de enige Iinspecties die hierop al structureel inzet pleegden. De regelgeving omtrent het gebruik van biociden vindt zijn herkomst dan ook de in de bestrijdingsmiddelenwet. Met de inwerkingtreding van de Wgb zijn naast deze inspecties ook de Arbeidsinspectie (AI) en de Waterschappen aangewezen als toezichthouder. Om de gestelde doelen (versterking van het toezicht en verbetering van naleefgedrag) te bewerkstelligen is veelvuldig overleg gevoerd met diverse betrokken partijen. Belangrijke gesprekspartners zijn de beleidsdirectie Duurzaam Produceren, het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, het platform biociden, andere inspecties en enkele brancheorganisaties. Dit heeft ook geleid tot meer inzicht in elkaars positie en rol, waardoor de afstemming van jaarplannen gemakkelijker is geworden. De volgende producten werden voorzien in 2009, waarbij in de tweede kolom de realisatiegraad is beschreven en in de derde kolom de realisatiegraad aangegeven.
Gepland product Herziening van handhavingsprogramma
Realisatie De herziening van het handhavingsprogramma is beschouwd als een gevolg van de totstandkoming van de interventiestrategie biociden. In 2009 is wel aanvang gemaakt met dit document, maar door personeelswisselingen niet afgerond.
Monitoringsplan gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Het monitoringsplan is in de vergadering van de stuurgroep van april 2009 vastgesteld. Het biocidendeel gaat niet uit van een nulmeting, omdat de werklast te groot wordt omdat er teveel onbekende doelgroepen met onbekend biocidengebruik zijn. Deze zijn vastgesteld en een evaluatie is voorzien in de winter van 2010 (procedurele aanpassingen hebben inmiddels plaatsgevonden). Afstemming van werkprogramma’s is moeilijk vanwege verschillende planningscycli. Door vroegtijdig prioriteiten te benoemen worden kansen verzilverd en overlap voorkomen.
Afspraken werkwijze Boeteburo
Op elkaar afgestemde activiteiten in werkprogramma’s
Waterschappen gereed voor toezicht biociden
Eerste pilot is niet representatief, hetgeen tot een vervolg in andere regio heeft geleid. Waterschappen doen actief mee.
realisatiegraad
Pagina 6 van 22
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
Gepland product EU-netwerk biocidentoezicht
Afspraken over inzet opsporingsdiensten
Realisatie Tijdens een CLEEN-bijeenkomst 1zijn afspraken gemaakt en deze zijn in een enkel geval reeds met succes beproefd. Diverse buitenlandse inspectiediensten hebben op verzoek van de VI controles uitgevoerd bij producerende bedrijven. Niet gelukt vanwege onvoldoende ruimte in handhavingsarrangement.
Beoordeling exameninstituten
Meerdere controles zijn uitgevoerd. Rapporten zijn gedocumenteerd in het interne registratiesysteem van de VI (HOLMES)
HOLMES boeterapportproof
In de decemberrelease opgenomen.
3.2
realisatiegraad
Aanpak verboden middelen Een belangrijk onderdeel van de inzet van de VI (en andere inspecties) is het uitoefenen van toezicht bij de doelgroepen. Daarbij is niet zonder meer de prioriteitstelling van de doelgroepen in het handhavingsprogramma gevolgd. In 2008 was namelijk al geconstateerd dat door het ontbreken van valide informatie de onderbouwing van de doelgroepkeuzes op sommige punten te mager bleek. Het belangrijkste knelpunt in dit deelproject was de onzekerheid van de inwerkingtreding van het gedifferentieerde handhavingsbeleid en vervolgens de doorloop daarvan. Ondanks deze onzekerheid werden in 2009 diverse producten voorzien. Deze zijn in onderstaande tabel weergegeven met daarbij wederom de realisatiegraad:
Gepland product Onderzoeksrapport Lijm en Kit
Realisatie Onderzoeksrapport is in memo verwoord.
Eindrapport Leer
Deze quick-scan heeft geleid tot specifieke vragen die in een nota aan de beleidsdirectie zijn voorgelegd. Na instemming is deze branche in het gedifferentieerde handhavingsbeleid meegenomen. In totaal zijn door de VI circa 200 bedrijfsbezoeken afgelegd in het kader van het biocidentoezicht Memo is in december 2009 aan de beleidsdirectie aangeboden. Ook hier is sprake van grote achterstanden en enkele toepassingsproblemen in de branche. Memo is niet aangeboden aan beleidsdirectie, want er zijn geen inhoudelijk knelpunten geconstateerd in deze branche.
160 controle verslagen
Inzicht in biocidengebruik in GGO-laboratoria
Inzicht in biocidengebruik in waterproductiebedrijven
realisatiegraad
1 CLEEN (Chemicals Legislation European Enforcement Network) is een Europees netwerk dat de handhaving van Europese regelgeving voor chemicaliën coördineert en verbetert. Pagina 7 van 22
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
Gepland product Inzicht in biocidengebruik bij bedrijven sdie in kader van REACH- bedrijven
50 afgehandelde signalen
100 boeterapporten biociden (ook van andere diensten)
Rapport signalenactie met politie
Realisatie Toezichthouders biociden nemen dit waar mogelijk mee. Probleem zit met name in de beschikbaarheid /juistheid van veiligheidsinformatiebladen. Er is geen memo of rapportage opgesteld. Meerdere signalen opgepakt. Vele signalen zijn slechts verzameld, omdat het vooral signalen waren in het kader van het gedifferentieerd handhavingsbeleid en/of dierplaagbestrijding. In 2010 zijn hierop twee gerichte acties gepland. Zoals uit onderstaande overzicht kan worden afgeleid zijn er geen 100 boeterapporten biociden opgesteld. Door de komst van het gedifferentieerd handhavingsbeleid is ook een lange gedoogperiode in werking getreden. Daarnaast is duidelijk geworden dat de VI het instrument dwangsom prefereert, omdat daarmee de overtreding wordt beëindigd, hetgeen in deze fase van het toezicht beter past dan een straf. Niet van de grond gekomen omdat er binnen de politie geen capaciteit gereserveerd was. Traject wordt nu binnen de VI opgepakt en afgehandeld.
realisatiegraad
Onderstaand overzicht geeft inzicht in het aantal boeterapporten dat in de afgelopen jaren is opgesteld. Hierbij moet worden opgemerkt dat de AID, de waterschappen en de politie overwegend heeft opgetreden tegen overtredingen m.b.t. gewasbeschermingsmiddelen (AID, waterschappen en politie), terwijl de VWA en de VI veelal tegen foutief gebruik van biociden heeft opgetreden. Aantal boeterapporten opgesteld door de betrokken (inspectie-) diensten op 31 december 2009 op grond van de Wgb.
(Bron: Boetebureau VWA)
2007 2008 2009 Totaal
Totaal 58 356 290 704
AID 55 304 245 604
VWA 1 9 2 12
Politie 0 15 8 23
VI 0 10 12 22
W-schappen 2 18 23 43
Bij de tabel wordt het volgende opgemerkt: de hoge aantal boeterapporten van AID, politie en waterschappen betreffen vooral overtredingen met gewasbeschermingsmiddelen door agrariërs; tegen ongeveer een kwart van deze boetebeschikkingen wordt bezwaar aangetekend. Het boetebureau documenteert veel informatie voor periodieke terugkoppeling in het handhavingsoverleg Wgb. Het voert te ver deze informatie in dit jaarverslag op te nemen.
Pagina 8 van 22
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
4
Door de VI uitgevoerde brancheonderzoeken
In 2009 heeft de VI een aantal branches onder de loep genomen. Veelal is over de bevindingen een korte rapportage opgesteld, die ook is aangeboden aan de beleidsdirectie. 4.1
Lijm- en kitindustrie In navolging van de brancheonderzoeken papier en verf (2008) is in 2009 de lijmen kitindustrie bezocht. Vrijwel alle niet-toegelaten middelen zijn in het kader van het gedifferentieerd handhavingsbeleid aangemeld. De bedrijven die niet aangemelde middelen gebruikten zijn opnieuw bezocht. Deze bedrijven zijn overgestapt op andere middelen. Naar aanleiding van de bedrijfsbezoeken is een discussie ontstaan over het grensvlak tussen PT6 (in-can preservatives) en PT7 (filmconservering). In alle gevallen is uiteindelijk de opgave van het bedrijf geaccepteerd.
4.2
Leerindustrie Enkele gesprekken met de branche hebben ertoe geleid dat de niet-toegelaten middelen zijn aangemeld en geaccepteerd.
4.3
Verfindustrie Deze bedrijfstak is in 2008 bezocht. Het naleefgedrag was toen matig. Veel van de niet-toegelaten middelen zijn in het kader van het gedifferentieerd handhavingsbeleid aangemeld. Bedrijven die niet-aangemelde middelen gebruikten zijn opnieuw bezocht. Er zijn geen overtredingen meer aangetroffen (soms restopslag niet toegelaten middelen).
4.4
GGO-laboratoria Er zijn veel niet-toegelaten middelen aangetroffen. Hiervoor is een specifieke benadering nodig, want afdoden van pathogene organismen is essentieel. In overleg met de beleidsdirectie wordt een maatwerkoplossing bewerkstelligd.
4.5
Drinkwaterproductiebedrijven Quick-scan in de branche schetst het beeld dat er geen verdere actie nodig is, anders dan de reguliere VI-activitieiten in het kader van de legionellabestrijding en/of bewaking drinkwaterkwaliteit.
4.6
Gassingen in Nederland Na het verbod op het gebruik van methylbromide is een aantal proefgassingen uitgevoerd in nauw overleg met de producent van een nieuw middel en betrokken diensten. Ook het RIVM heeft haar expertise ingezet. Op basis daarvan is geconcludeerd dat het nieuwe middel veilig kan worden gebruikt, mits de juiste voorzorgsmaatregelen worden genomen. De VI heeft in overleg met de producent bewerkstelligd dat deze maatregelen worden getroffen (via het gebruiksvoorschrift). Een aanvraag voor toelating, inclusief aangepast gebruiksvoorschrift, is daarop ingediend.
4.7
Dierplaagbeheersing Veel signalen zijn ontvangen over het bestrijden van spinnen en ratten. Op incidentbasis is actie ondernomen en de overige signalen zijn gebruikt voor input in een specifiek deelproject in het jaarplan 2010. Pagina 9 van 22
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
4.8
Metaalindustrie Samen met de Arbeidsinspectie zijn circa 100 bedrijven bezocht in deze branche. Gebleken is dat niet alleen de metaalbewerkingvloeistoffen relevant zijn, maar dat ook de machinereinigingsmiddelen een biocidewerking kennen. De metaalbewerkingvloeistoffen zijn uiteindelijk vrijwel allemaal afkomstig uit het buitenland. Het vaststellen van het gebruikte biociden is daardoor vervolgens een lastige opgave. Navraag bij buitenlandse producent (voor zover te achterhalen) leert dat overwegend werkzame stoffen zijn toegepast die genotificeerd zijn in Europa. De reinigingsvloeistoffen zullen in een nieuw worden onderzocht.
4.9
Mijnbouw In overleg met het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) is een traject gestart waarbinnen de branche het biocidengebruik in beeld gaat brengen. Ook hier worden veel niet-toegelaten biociden aangetroffen. De branche kent ook een aantal specifieke problemen (denk bijv. aan installaties op zee, andere internationale verplichtingen, aanvoer uit het buitenland).
4.10
Betonindustrie Naar aanleiding van een melding is een quick-scan naar het biocidengebruik in de betonindustrie uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat het onwaarschijnlijk is dat aan een betonmengsel biociden worden toegevoegd ter conservering. Enerzijds door de beperkte verwerkingstijd van het betonmengsel en anderzijds omdat de kwaliteit van het beton sterk afhangt van de samenstelling van het betonmengsel. Op basis van de bevindingen is besloten geen verdere acties te ondernemen met betrekking tot de betonindustrie.
Pagina 10 van 22
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
5
Conclusies
Het jaar 2009 was het tweede jaar waarin de VROM-Inspectie werk heeft gemaakt van het biocidentoezicht. In 2008 zijn voorbereidingen getroffen en is een eerste onderzoek uitgevoerd. Duidelijk is dat het “biocidentoezicht” in de afgelopen twee jaar een stevige impuls heeft gekregen. In relatie tot de vier doelen van het handhavingsprogramma 2008-2011 kan het volgende worden geconcludeerd. Doel 1: inzicht in nalevingniveau per doelgroep Geconstateerd is dat de gekozen doelgroepen, zoals in het meerjarig handhavingsprogramma zelf al is verondersteld, niet goed zijn.( Zie bijlage 1)De meldingen in het kader van het gedifferentieerd handhavingsbeleid hebben veel nieuwe informatie opgeleverd, waarmee een betere doelgroepenselectie mogelijk is. De VI valideert de nieuwe informatie met een quick-scan. Wanneer het biocidengebruik en het naleefgedrag daartoe aanleiding geven wordt het onderzoek opgeschaald naar de gehele sector. Doel 2: doelgroepen bekend met regels en bewust dat gebruikte stoffen hieronder vallen In het kader van het gedifferentieerde handhavingsbeleid is veel gecommuniceerd met het bedrijfsleven. Ook in het kader van (deel)projecten heeft gerichte communicatie plaatsgevonden. De fase van onwetendheid in de betreffende branches zou daarmee voorbij moeten zijn. In de onderzoeken blijkt echter toch steeds dat men zich vaak niet bewust is van het gebruik van biociden. De onderzoeken hebben voorts aan het licht gebracht dat de regelgeving niet altijd helder is en dat maatwerk nodig blijft. Dit bemoeilijkt de communicatie over de regelgeving en de handhaving daarvan. In voorkomende gevallen zullen deze knelpunten ter kennis worden gebracht van de beleidsdirectie en waar mogelijk gezamenlijk worden opgelost. Doel 3: streefniveau voor de naleving per doelgroep (primaire bepalingen) Gezien de onvolledigheid en onjuistheid van de doelgroepselectie en de onduidelijkheid in de regelgeving is geen inzicht verkregen in het nalevingsniveau van de aangereikte doelgroepen. Wel is in het voortgangsoverzicht (zie bijlage 2) voor zover mogelijk een indicatie gegeven van het geconstateerde nalevingsniveau. Doel 4: Gemeten verbetering naleefniveau Met de afkondiging van het gedifferentieerd handhavingsbeleid is een belangrijke stap in de realisatie van deze doelstelling gezet. Hierdoor is het aantal toegelaten dan wel geregistreerde middelen verdubbeld. In de stuurgroep (voorjaar 2009) is ingestemd met het voorstel van het handhavingsoverleg om in het biocidentoezicht, gezien de enorme kennishiaten, geen energie meer te steken in nul- en vervolgmetingen. De quick-scans en/of brancheonderzoeken zijn min of meer de nulmeting en leiden, doordat de aandacht er op wordt gevestigd, vaak al tot een aanzienlijke verbetering van de naleving.
Pagina 11 van 22
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
Bijlage 1: voortgangsoverzicht Biociden (vastgesteld in stuurgroep maart 2010) Bijlage 2: overzicht uitvoeringsknelpunten
Pagina 12 van 22
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
Bijlage 1: Voortgangsoverzicht Biociden 2009 (zoals vastgesteld in Stuurgroepvergadering van 3 maart 2010)
Doelgroep
prio
In de tabel is bij verschillende branches een “pm” geplaatst bij het aantal geplande controles. Dit betekent dat deze branche niet was ingepland om te bezoeken, zoals de hout, of dat er eerst aan bepaalde voorwaarden moesten worden voldaan (kofferbak) of dat een nadere oriëntatie op de doelgroep nodig was. Dat de betreffende branches wel worden genoemd in de tabel komt voort uit het feit dat de doelgroepen zijn overgenomen uit het meerjarig handhavingsprogramma. Ook de prioriteit en de trekkende Inspectie zijn afkomstig uit dit programma.
Trek -ker
1
VWA
Planning 2009
Realisatie 2009
Geplande controles/acties Beoogd effect/resultaat
Uitgevoerde controles/acties Effect/Resultaat
Controles: 73 Particulier
Beoogd effect: inzicht verkrijgen in risico’s voor consument
Kofferbakhandel
1
VI
Kleine kopers buitenland
1
VI
Controles: pm. Beoogd effect: Actie in voorbereiding afgestemd met opsporingsdiensten
Controles: pm. Beoogd effect: Actie in voorbereiding afgestemd met opsporingsdiensten voor interventiestrategie
Gesignaleerde knelpunt en (re-)actie
Controles: 73
Onduidelijkheid over definities van biociden en de juistheid van etiketten. Effect/resultaat: Veel aangemelde Treated articles buiten de wet, omdat de biociden uiteindelijk niet Wgb niet synchroon loopt met Euaangetroffen in de richtlijn. handelskanalen. Actie: ontwikkelen van beslisbomen en aanpassing definitie in nieuwe EUverordening. Controles: geen Effect/resultaat: Gesprekken met Doelgroepenkeuze in HH-programma niet politiekorpsen in Overijssel/ juist, deze doelgroepen zijn niet prioritair. Gelderland geven geen aanleiding expliciete actie te plannen. Actie: Actualisatie van handhavingsprogramma. Controles: geen Effect/resultaat: Gesprekken met In 2010 actie gericht op de handel via politiekorpsen in Overijssel/ Gelderland geven geen aanleiding internet. expliciete actie te plannen.
Pagina 13 van 22
prio
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
Trek -ker
Agrarische bedrijven
1
AID
Horeca
1
VWA
Ziekenhuizen
1
IGZVWA
Doelgroep
Industrie - papier/karton
1
VI
Diervoederindustrie
3
VWA
Planning 2009 Geplande controles/acties Beoogd effect/resultaat Controles: pm.! Beoogd effect: Bij handelsbedrijven check op verkoop van middelen voor professioneel gebruik aan alleen diplomahouders. Bij voedselproducerende bedrijven check op gebruik biociden bij plaagdierbestrijding. Controles: 500 Beoogde effect/resultaat: Inventarisatie naar het gebruik van desinfectie middelen binnen de horeca. Controles : 20 Beoogd effect/resultaat : Vaststellen verbetering naleefgedrag tov 2004Inventarisatie en gebruik desinfectantia (CE-middelen) en andere /biociden In 2008 bezocht; goede naleving
Geen
Realisatie 2009 Uitgevoerde controles/acties Effect/Resultaat
Controles: Effect/resultaat: Een tiental boetes opgelegd voor onjuist gebruik van plaagdiermiddelen.
Controles: 523 Effect/resultaat: Aangetroffen niet-toegelaten middelen worden afgehandeld in actie handel 2010. Controles: 38 Effect/resultaat: Geen verbetering vastgesteld, naleefgedrag gering.
Gesignaleerde knelpunt en (re-)actie Actie: Meer doen dan meeneemcontroles niet mogelijk vanwege financieringsknelpunt. Stuurgroep is verzocht standpunt in te nemen.
Desinfectantia niet altijd goed gedefinieerd, veel andersoortige omschrijvingen. Actie: Ontwikkelen beslisboom desinfectantia Betrokkenheid IGZ in het HHO-Wgb is minimaal en loopt via VWA. Actie: Stuurgroep verzocht standpunt in te nemen.
Onterechte doelgroep in HH-programma Controles : 7 (combinatie met REACH-controles) Effect/resultaat: overleg overheid om verbeterslag vorm te geven. Probleem is aanzienlijk en kostbaar.
Branche heeft te lage prioriteit. Actie: VI heeft actie ondernomen om naleving van classificatie en andere stoffenregelgeving te verbeteren in samenwerking met branche.
Pagina 14 van 22
Doelgroep
Metaalbewerking
prio
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
Trek -ker
2
AI
Groothandel
2
VWA
Detailhandel
1
VWA
Dierplaagbestrijding
2
VI
1
VI
2
VI
Houtverduurzaming - creosoot Houtverduurzaming - arseen
Planning 2009 Geplande controles/acties Beoogd effect/resultaat Controles: 100 Beoogd effect/resultaat : Inventarisatie van gebruikte snijen smeermiddelen en mogelijke biocidengebruik daarbij in samenwerking met VI. Branche informeren over verplichtingen Controles: pm. Beoogd effect: Aanpak groothandel werkt ver door in de keten.
Controles: 35. Beoogd effect: Actie groene aanslagreinigers om inzicht te verkrijgen en standpunt te bepalen. Controles: 50 Beoogd effect: Informeren van en actie ondernemen richting spinnenbestrijders Controles: pm. Beoogd effect: Controles: pm. Beoogd effect:
Realisatie 2009 Uitgevoerde controles/acties Effect/Resultaat
Controles: 103 Effect/resultaat: Weinig kennis bij branche en vele leveranciers van vloeistoffen met niet-toegelaten biociden. Branche weinig betrokken. Duidelijk is dat ook de vele speciale reinigingsmiddelen biocidewerking hebben en veelal niet zijn toegelaten. Controles: pm Effect/resultaat: uitgesteld naar winteractie handel
Gesignaleerde knelpunt en (re-)actie Weinig kennis regelgeving biociden bij branche en AI. Veel middelen slecht geëtiketteerd. Ongelijk EU-speelveld Actie: pm.
Groothandel is niet alleen domein van VWA, maar ook AID en VI hebben een titel daar toezicht uit te oefenen. Actie: Herhaling van de actie Handel in 2011. Herverdeling doelgroep in Interventiestrategie en actualisatie Handhavingsprogramma.
Controles: 43 Effect/resultaat: Input voor gezamenlijke actie in winter/voorjaar 2010 richting belangrijke verkooppunten. Uitgesteld naar 2010
Doelgroepen niet prioritair. Actie: In 2010 start team Hout die zich richt op professionele verduurzamers. Actualisatie HH-programma
Pagina 15 van 22
prio
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
Trek -ker
2
VI
2
VI
1
VI
Gassingen in NL
2
VI
Wellnesscentra inclusief tatoeage en piercings
3
VWA
Treated articles
1
VWA
Koelwater (-gebruik)
1
IVW? Ws-n
Doelgroep Antifouling - pleziervaart Antifouling - zeevaart Legionellabestrijding (ander VIprogramma)
Planning 2009 Geplande controles/acties Beoogd effect/resultaat Controles: pm. Beoogd effect: Controles: pm. Beoogd effect: Controles: 100-den Beoogd effect: Betrokkenheid branche en meldplicht tbv gezondheid . In situ-installaties aanpakken
Realisatie 2009 Uitgevoerde controles/acties Effect/Resultaat
Gesignaleerde knelpunt en (re-)actie Doelgroep niet prioritair Actie: Waterschappen gaan jachthavenwinkels bezoeken.
Controles: 100-den Effect/resultaat: Vele meldingen over legionellabesmetting van water. Veelal geen actie van VI nodig, omdat waterbedrijven adequaat actie ondernemen.
Diverse installaties aangetroffen waarbij discussie loopt over wel of niet biociden. Actie: Zaak ligt voor in Europa. Gedogen van sommige in-situ installaties. Uitgangspunt: geen geknoei met drinkwater.
Controles: pm. Beoogd effect: Verhoging professionaliteit, meer zicht op branche
Controles: 4 Effect/resultaat: Overleg met branche en leveranciers over verbeterslag
Prioriteit te laag. Wet en Wgga niet goed (o.a. meldingsplicht te kort). Actie: Structurele inzet VI, verbetering Wgga en overleg betrokkenen.
Controles: 150 Beoogd effect: Inzicht in gebruik branche Vervolg van 2008, waarbij de nadruk ligt bij wellnesscentra, saunacentra en kuuroorden. Controles: pm. Beoogd effect:
Controles: 100 Effect/resultaat: niet-toegelaten middelen in actie 2010
Desinfectantia blijft een grensvlakdiscussie kennen. Actie: Beslisboom in samenspraak branche
Controles: pm. Effect/resultaat:
Controles: pm. Beoogd effect: Door Waterschap Rivierenland inventarisatie tbv validatie voorkomen verboden biociden.
Controles: 9 Rivierenlandactie niet representatief, herhaling gaande in werkgebied Delfland
Wetgeving is onduidelijk op dit punt Actie: EU-verordening biedt soelaas (2013) Waar is de IVW? Pogingen om hen er bij te betrekken, evenals Rijkswaterstaat zijn gestrand. Actie: Ingebracht in stuurgroep
Pagina 16 van 22
Doelgroep
prio
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
Trek -ker
Verfindustrie
VI
Lijm- en Kitindutrie
VI
Rietdekkers
VI
Leerindustrie
VI
Leidingen en installaties delfstofwinning
VI
Drinkwaterproductiebedrijven
VI
VI Betonindustrie
Planning 2009 Geplande controles/acties Beoogd effect/resultaat Hercontrole: 38 Beoogd effect: Goede naleving zekerstellen en betrouwbare overheid Controles: 50. Beoogd effect: Inzicht in gebruik en betrokkenheid branche
Realisatie 2009 Uitgevoerde controles/acties Effect/Resultaat
Controles:38 Effect/resultaat: Geen tekortkomingen meer
Onderscheid In-canpreservatives (pt6) en externe werking lastig voor bedrijfsleven en inspecties, ongelijk EU-speelveld.
Controles: 52 Effect/resultaat:Hercontroles uitgevoerd geen overtredingen (meer)
Actie: ontwikkelen beslisboom Afspraken met EU-inspecties
Controles: 15 Beoogd effect: Geen uitvoering. Inzicht in biocidengebruik als pilot in Interventiestrategie Controles: pm. Controles: 2 Beoogd effect: Inventarisatie. Via branche afgehandeld, middelen zijn aangemeld Controles: pm. In overleg met SodM wordt een Beoogd effect: Inventarisatie in inventarisatie uitgevoerd. samenwerking met SodM
Controles: pm. Beoogd effect: Inventarisatie Controles: pm. Beoogd effect: Inventarisatie
Gesignaleerde knelpunt en (re-)actie
Andere regelgeving (OSPAR) heeft branche op verkeerde been gezet. Onduidelijkheid of activiteiten op zee onder regelgeving valt. Veel platforms krijgen aangeleverd vanuit buitenland. Actie: In overleg met branche en SodM inventarisatie en traject naleving in 2011.
Controles: 5 Effect/resultaat: Geen aanleiding om op te schalen Controles: 4 Effect/resultaat Geen foutief biocidengebruik.
Pagina 17 van 22
Doelgroep
prio
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
Trek -ker VI
Defensie (ander VIprogramma)
(GGO-) laboratoria VI
Planning 2009 Geplande controles/acties Beoogd effect/resultaat
Realisatie 2009 Uitgevoerde controles/acties Effect/Resultaat
Controles: pm. Beoogd effect: Inventarisatie
Controles: pm Effect/resultaat: geclassificeerd
Controles: pm. Beoogd effect: Inventarisatie
Controles: 30 VI heeft beleidsdirecties gevraagd met branches om probleem op te lossen.
Gesignaleerde knelpunt en (re-)actie Verboden middelen voorgeschreven door producten buitenland (VS). Sommige zelfs in strijd met Eu-richtlijn. Enkele middelen door defensie aangemeld, maar dossiervorming wordt lastig. Actie: specifiek traject door VI in overleg met beleid. Vele toepassingen niet conform Wgga. Actie: Initiatief overgedragen aan beleid om specifieke oplossing/traject in te zetten. Branche is aan het inventariseren.
Pagina 18 van 22
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
Pagina 19 van 22
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
Bijlage 2: Uitvoeringsknelpunten
In de afgelopen jaren zijn door vereende inspanningen van de betrokken inspecties de doelen uit het beleids- en handhavingsprogramma dichterbij gekomen. Keerzijde van alle activiteiten is dat zichtbaar wordt waar handhaving- of uitvoeringsproblemen zitten. Deze problemen, groot en klein, moeten in veel gevallen eerst worden opgelost om de handhaving effectief te laten zijn. De oplossing ligt niet altijd binnen de invloedsfeer van de inspecties en vergen dan vaak aandacht van de wetgever. In de periodieke contacten met de beleidsdirectie van VROM zijn de onderstaande knelpunten aan de orde geweest. In de opsomming hieronder worden deze knelpunten opgesomd, zonder alle nuances te benoemen. Daar waar een oplossing is gevonden of actie is gepland is deze benoemd in de cursief gedrukte tekst.
Bevoegdheden Met de aanwijzing van de waterschappen als toezichthoudende instantie is de vraag gerezen of deze instanties daardoor bevoegd zijn om een last onder dwangsom op te leggen om te bewerkstelligen dat een overtreding Wgb wordt beëindigd. Probleem is (nog) niet manifest; afwachten.
Hoogte boetebedragen Door zowel het Boeteburo van de VWA als de individuele inspecties is geconstateerd dat er nadere differentiatie in de boetebedragen nodig is. In de regeling Wgb zijn indicatieve bedragen genoemd, maar deze zijn soms buiten-proportioneel (het eenmansbedrijf die te goeder trouw handelt) en soms onvoldoende afschrikwekkend (grote handelaren). Werkgroep is gestart om differentiatie te onderzoeken.
Wgb en Arbo Er is geconstateerd dat bepaalde door het Ctgb bij de toelating vastgestelde Wettelijke gebruiksvoorschriften en gebruiksaanwijzingen (WGGA) de mogelijkheid bieden/ aanleiding geven tot overtredingen van arbo-regelgeving. Het betreden van kassen door jeugdigen (vakantiewerk)die zijn behandeld met bestrijdingsmiddelen of de zinsnede dat instemming van de waterkwaliteitsbeheerder nodig is zijn twee duidelijke voorbeelden. Werkgroep is gestart voor verbetering WGGA’s.
Treated-articles De EU-richtlijn heeft beoogd dat treated-articles onderdeel zijn van de regelgeving. De Wgb is niet duidelijk, waardoor er thans geen mogelijkheden zijn om hiertegen op te treden. De voorgenomen EU-verordening voorziet in een oplossing voor deze patstelling. In nieuwe EU-verordening wordt duidelijkheid geboden.
Onduidelijkheid regelgeving Door het inzetten van handhavingsinstrumenten is in een aantal gevallen duidelijk geworden dat de regelgeving niet helemaal helder is. Het beoogde doel wordt onvoldoende en soms niet gerealiseerd. Een voorbeeld hiervan is de handel in en gebruik van sommige professionele middelen. Volgens de wet is een bewijs van vakbekwaamheid vereist, terwijl de opleiding hiervoor daarin niet voorziet. Een ander voorbeeld betreft het aanbieden van middelen voor professioneel gebruik in winkels voor particulieren. In het verleden verboden, nu een zorgplichtartikel en daardoor is handhaving nauwelijks mogelijk. Pm en start (proef-)procedures.
Pagina 20 van 22
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
Border-line producten/middelen In zowel de richtlijn als in de Wgb worden sommige producten/middelen uitgesloten van het regiem van de Wgb. Denk aan cosmetica en (dier-)geneesmiddelen. Op zich is dit duidelijk, want voor dergelijke producten geldt veelal een ander wettelijk regiem. Er zijn evenwel middelen die voor verschillende toepassingen op de markt worden gebracht, waardoor de status niet altijd helder is. Tevens zijn er veel middelen op de markt waarvan het niet zonneklaar is of het wel of niet een biocide betreft. Statusbepalende werkgroep Biocide-of-niet is ingesteld.
Financiering opdrachten tussen Inspecties Tussen de Inspecties bestaat ambtelijk verschil van mening over het uitoefenen van toezicht in elkaars domein. Daar waar de VI van mening is dat dit binnen de eigen organisatie moet worden opgelost, gaat de AID uit van financiering van opdrachten. Stuurgroep biociden is gevraagd een standpunt in te nemen.
De wettelijke gebruiksvoorschriften (WGGA) De Inspecties hebben geconstateerd dat de WGGA’s voor verbetering vatbaar zijn. De handhaafbaarheid kan daarmee worden vergroot, maar vooral ook de gebruiker beter worden geïnstrueerd. Ook vanuit Ctgb en bedrijfsleven bestaat de wens de WGGA’s voor biociden te verbeteren. Werkgroep is gestart.
Rub De Regeling uitzondering bestrijdingsmiddelen kent een lange lijst met middelen die niet onder de Bestrijdingsmiddelenwet vielen. Met de inwerkingtreding van de Wgb zijn deze middelen nog steeds uitgezonderd, totdat nieuwe besluitvorming door Ctgb heeft plaatsgevonden. Er is hierdoor een zekere rechtsongelijkheid gecreëerd, die vanwege de handhaving ongewenst is. In 2010 is aanpassing van deze situatie voorzien.
Het stelsel van vakbekwaamheid Binnen de regelgeving is het gebruik van sommige middelen voorbehouden aan hen die daarvoor zijn opgeleid. Het toezicht op deze professionele gebruikers en de door hen te gebruiken middelen is toegewezen aan de VI. In de praktijk is geconstateerd dat het stelsel zodanig is, dat toezicht wordt bemoeilijkt. Zo is er bijvoorbeeld geen openbare lijst met vakbekwamen en zijn er middelen voor zowel particulier als professioneel gebruik op de markt. In 2010 nader in beeld brengen van de problemen.
Bekendheid regelgeving Ondanks de vele communicatie wordt geconstateerd dat vooral de branches waaraan in het recente verleden aandacht is besteed niet-toegelaten middelen hebben gemeld. Tevens wordt bij nieuwe branches (, zoals rubberverwerking, klimaatbeheersing, brandstoffen, zie jaarplan 2010) een zekere onbekendheid met de materie vastgesteld. Pm; wordt later opgepakt.
Het gebruik van CO2 Met enige regelmaat worden er vergunningen (LNV en provincies) afgegeven voor het doden van ganzen en duiven die overlast en schade veroorzaken. Veelal worden de ganzen gevangen en gedood met kooldioxide. Deze biocide is echter niet-toegelaten voor het doden van vogels (geen enkel middel is voor deze toepassing beschikbaar), waardoor het op deze wijze doden verboden is. De EU heeft het gebruik van CO2 aan banden gelegd; beleid zoekt een oplossing.
Pagina 21 van 22
Definitief | Jaarverslag Toezicht biociden 2009 | 11 juni 2010
Non-level playing field ( bijvoorbeeld in can-preservatives) Geconstateerd is dat sommige producenten middelen ter conservering aan het product toevoegen zonder dat deze zijn toegelaten. Enkele van deze bedrijven geven aan dat hun buitenlandse concurrenten deze middelen wel kunnen toevoegen en vervolgens straffeloos op de Nederlandse markt kunnen afzetten. Het toevoegen van het middel is vele ons omringende landen immers nauwelijks aan regels gehouden. Het gaat in enkele gevallen om vrijwel identieke producten, waarvan de Nederlandse variant wordt verboden omdat het conserveringsmiddel niet op de Nederlandse markt is toegelaten. Inspecties blijven uitleggen waarom Nederland strenger is en daarop handhaven. De EU voorziet in een apart regiem voor dergelijke biociden.
Toepassingsgebied in buitenland anders Enkele bedrijven maken middelen voor meer dan alleen de Nederlandse markt. De claim die het Nederlandstalige etiket aangeeft (geen biocide) wijkt in een aantal gevallen sterk af van de claim op de buitenlandse versie van het etiket (wel biocideclaim). De VI beoordeelt slechts het Nederlandse etiket.
Verzoeken van EU Voor enkele specifieke situaties heeft de EU expliciet verzocht of zich uitgesproken over de noodzaak van handhavend optreden. Te denken valt aan de middelen die insitu een werkzame stof genereren, maar zelf niet genotificeerd zijn. De EU heeft verzocht om terughoudend te zijn met handhaving als de gegeneerde werkzame stof wel is genotificeerd. Een ander voorbeeld is het gebruik van voedingsmiddelextracten als lokstof. (Bijvoorbeeld: bijenvangdozen zonder doding van het insect). Het lokken is feitelijk ook een biocidetoepassing (Pt 19), maar voedingsmiddelen en extracten als zodanig niet. Tot mei 2010 geldt voor de lokstoffen een gedoogbeleid en in de nieuwe EU-verordening 2013 worden de lokstoffen (opnieuw) uitgezonderd. Waar nodig wordt de stuurgroep om een standpunt verzocht voor een algemene beleidslijn voor de handhaving.
Interne werking versus externe werking Geconstateerd wordt dat bedrijven niet altijd zeker kunnen stellen met welk oogmerk de biocide wordt toegevoegd. Wanneer sprake is van een externe werking is het product zelf een biocide (denk aan schimmelwerende badkamerkit), is er slechts sprake van een interne werking (sanitairkit) dan heeft het toegevoegde conserveringsmiddel, wanneer het in Nederland wordt toegevoegd aan de kit, een toelatingsnummer nodig. Als het conserveringsmiddel in het buitenland wordt toegevoegd is een toelatingsnummer niet nodig, want het betreft dan geen biocide, maar een treated-article. Dit wordt meegenomen in de discussie over treated-articles in het kader van de nieuwe EU-verordening.
Pagina 22 van 22