JAARVERSLAG ODERSTEUIGSSTRUCTUUR BIJZODERE JEUGDZORG PERIODE JUI 2002 – JUI 2003
VZW Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg Cellebroersstraat 16 – 1000 Brussel – ℡ 02/513.15.10 – 02/513.98.28 –
[email protected]
IHOUDSTAFEL ALGEMEE ILEIDIG 1. Personeelskader 2. Werking van de vereniging 2.1. Raad van Bestuur 2.2. Algemene Vergadering 2.3. Werking algemene coördinatie 3. Organogram
1 2 3 3 4 4 5
DEEL I: THEMATISCHE ODERSTEUIG HERSTELGERICHTE AFHADELIGE VA JEUGDDELIQUETIE
Hoofdstuk 1: Uitgangspunten en visie
6 7
Hoofdstuk 2: Interne werkstructuren 1. Stuurgroep ‘herstelgerichte afhandelingen’ 2. Werkgroep herstel 3. Teamoverleg
10 10 10 10
Hoofdstuk 3: Herstelbemiddeling 1. Overzicht actuele situatie
12 12 12 12 12 13 13 13 14 14 15 15 16 16 16 16 17 17 17 18 18
1.1. Uitbouw van het bemiddelingsaanbod 1.2. Vereffeningsfonds 1.3. Contacten met het werkveld
2. Aanbod van de OSBJ 2.1. Vorming 2.2. Werkgroepen
Werkgroep registratie Werkgroep protocol Werkgroep procedure Werkgroep deontologie Werkgroep wettelijk kader Werkgroep vorming Werkgroep communicatie en documentatie Werkgroep internationale samenwerking Werkgroep sensibilisatie van de balie Werkgroep protocol (Bemiddelingsdienst Arrondissement Leuven)
2.3. Lokale afvaardiging in arrondissementele stuurgroepen 2.4. Methodische ondersteuning via de begeleidingsteams 2.5. De provinciale vereffeningsfondsen Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Inhoudstafel
Hoofdstuk 4: Gemeenschapsdienst 1. Actuele status 2. Aanbod/werkwijze van OSBJ 2.1. Bevraging 2.2. Vorming 2.3. Werkgroepen
Werkgroep registratie FAS-onderzoek
Hoofdstuk 5: Leerprojecten 1. Actuele status 2. Aanbod en werkwijze van OSBJ 2.1. Bevraging 2.2. Vorming 2.3. Werkgroep registratie 2.4. Lokale invoeging
Hoofdstuk 6: Aanbod voor drie afhandelingen samen 1. Vorming 2. Werkgroepen 2.1. Werkgroep capaciteit 2.2. Werkgroep jeugdsanctierecht
3. Andere 3.1. Praktische gids van de herstelgerichte afhandelingen 3.2. Sensibilisatie
19 19 19 19 19 20 20 20 21 21 21 21 21 21 22 23 23 23 23 23 24 24 24
Hoofdstuk 7: OSBJ in samenwerking met 1. Hergo en Slachtoffer in Beeld 2. Hergo op school 3. Overleg over de sector heen 4. Interuniversitair onderzoek
25 25 25 26 26
Hoofdstuk 8: Denktanken 1. Denktank samenwerking met de sociale dienst 2. Denktank Slachtoffer in Beeld – minderjarigen 3. Denktank meersporenbeleid 4. Denktank herstel en plaatsing 5. Denktank welzijnsgerichte benadering
27 27 27 27 28 28
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Inhoudstafel
Hoofdstuk 9: Resterende knelpunten 1. Nood aan méér éénvormigheid, méér éénduidigheid zowel in visie, procedure als in methodiek 1.1. Herstelbemiddeling
Procedure herstelbemiddeling ood aan veralgemeend aanbod herstelbemiddeling ood aan veralgemeend aanbod provinciaal vereffeningsfonds Gevaar voor wanpraktijken, te weinig garanties voor kwalitatief werk
1.2. Gemeenschapsdienst en leerprojecten
2. Structurele inbedding van één of meerdere afhandelingen 3. Ontbreken van enig formeel protocol 4. Het herstelconcept van waaruit we vertrekken 5. Onze doelgroep 6. Afstemming tussen de verschillende werkvormen
29 29 29 29 30 30 30 31 31 32 32 33 34 35
Besluit Deel I
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Inhoudstafel
DEEL II: IMPLEMETATIE KIDERRECHTE I DE VOORZIEIGE BIJZODERE JEUGDBIJSTAD
37
Hoofdstuk 1: Inleiding
38
Hoofdstuk 2: Raamwerk van het project – visie en uitgangspunten 1. Rechten van kinderen in de bijzondere jeugdbijstand 2. Enkele uitgangspunten
38 38 39 39 39
2.1. Het implementeren van kinderrechten is een complex proces 2.2. Motiveren en faciliteren, niet “verplichten tot”
Hoofdstuk 3: Aanbod van de Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg 1. Opmaak procesmap
40 40 40
1.1. Fase van de opmaak van de handleiding inventaris (voor juni 2002) 1.2. Fase van de theorie-verwerking – kennisoverdracht (juni 2002 – oktober 2002) 41 1.3. Finaliseren: keuze van de praktijkcasussen: deel 3 van de map (najaar 2002). 42
2. De workshops 2.1. Organisatie van de workshops 2.2. Doelstellingen van de workshops 2.3. Methodiek van de workshops 2.4. Overzicht van de provinciale workshops 2.5. Overzicht van de workshops op aanvraag 2.6. Inhoudelijk verloop workshops 2.7. Evaluatie workshops
Eerste evaluatie- en bijsturingvergadering (31.01.03) Overzicht van de ontvangen en ingevulde evaluatieformulieren Algemene evaluatieve conclusies
3. Dienstverlening en samenwerking met andere projecten 3.1. West-Vlaams aanspreekpunt kinderrechten 3.2. Nieuwsbrief Jeugdrecht 3.3. Helpdesk 3.4. Diverse, eenmalige initiatieven
43 43 43 44 44 45 46 47 47 47 48 49 49 49 49 50
Hoofdstuk 4: Stuurgroep implementatie kinderrechten 1. Samenstelling 2. Overzicht vergaderingen 3. Evaluatie van de stuurgroep
51 51 51 52
Besluit deel II
54
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Inhoudstafel
DEEL III: ACTIVITEITEVERSLAG. CHROOLOGISCH OVERZICHT JUI 2002 – JUI 2003 56 Hoofdstuk 1: Thematische ondersteuning herstelgerichte afhandelingen van jeugddelinquentie 57 Hoofdstuk 2: Implementatie kinderrechten in de voorzieningen bijzondere jeugdbijstand
68
Hoofdstuk 3: Algemene coördinatie van het project
72
DEEL IV: BIJLAGE
75
Bijlagen Algemeen Bijlagen bij deel I Bijlagen bij deel II
76 83 93
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Inhoudstafel
ALGEMEE ILEIDIG Voor u ligt het tweede jaarverslag van de werking van de vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg (OSBJ1) voor de periode van juni 2002 tot juni 2003. De groeipijnen, eigen aan de uitbouw van een nieuwe organisatie, zijn grotendeels achter de rug. De personeelsleden en de Raad van Bestuur hebben de werkopdrachten zoals beschreven in de overeenkomst met de Vlaamse Gemeenschap verder uitgevoerd en opgevolgd. Voor dit werkjaar werden in de overeenkomst dezelfde opdrachten omschreven als in de overeenkomst van vorig jaar. Concreet ging het opnieuw om: - enerzijds ondersteuning bieden aan de herstelgerichte afhandelingen van jeugddelinquentie en - anderzijds implementeren van de kinderrechten in de Bijzondere Jeugdbijstand. De wijze van ondersteuning bieden en de gerealiseerde activiteiten verliepen in het verlengde van wat opgestart werd sinds juni 2001 (zie vorig jaarverslag). De werkzaamheden van de OSBJ geraakten meer en meer door het praktijkveld en de betrokken actoren gekend, werden bevraagd en gewaardeerd. Deze erkenning activeerde tevens een permanente reflectie over de objectieven, taakplanning, positionering en identiteit van de OSBJ. Organisatorisch hebben we dit jaar comfortabeler kunnen werken. De kantoorruimtes in Leuven (Ravenstraat 98) en Brussel (Cellebroersstraat 16) werden ten volle benut. Ieder personeelslid beschikte over een bureau, pc en e-mail adres. De netwerkverbinding heeft de communicatie- en informatiedoorstroming vlot en gemakkelijk gemaakt. De ontwerpfase van een website is uitgevoerd. Toch zijn we niet gespaard gebleven van allerlei bijzondere en verrassende gebeurtenissen. De inbraak en de diefstal van drie computers in de Cellebroersstraat in Brussel heeft een tijdje de werking serieus verstoord. Maar vooral de personeelskwesties noopten ons tot weerbaarheid en flexibiliteit.
1
OSBJ staat als letterwoord voor de vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg, zie ook vorig jaarverslag , periode juni 2001-juni 2002 Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Algemene inleiding
-1-
1. Personeelskader De algemene coördinatie werd verder waargenomen door Goedele Sulmont Voor het thema ‘herstelgerichte afhandelingen’ bestond de personeelsploeg aanvankelijk uit Mia Claes, Hilde Geudens, Stijn Caes en Anne Mariën. Tussen juni 2002 en juni 2003 hebben hier enkel ingrijpende personeelswisselingen plaatsgevonden. Op 1 juni 2002 nam Lieve Balcaen het roer over van Stijn Caes. Anne Mariën werd vanaf september 2002 vervangen door Hilde Engelbeens, die de administratieve en logistieke ondersteuning van het project op zich neemt. In februari nam Lieve Balcaen drie maanden zwangerschapsrust. Hilde Vanlommel heeft met een vervangingscontract het werk verder opgenomen. Tot ook zij in zwangerschapsrust ging. In mei kwam Lieve op de dienst terug. Weliswaar halftijds want Lieve neemt 6 maanden halftijds ouderschapsverlof. Op 22 februari 2003 ondertekende de OSBJ een overeenkomst met de Vlaamse Gemeenschap voor een studieopdracht. Vanaf maart 2003 werkt Hilde Geudens halftijds als wetenschappelijk onderzoeker aan die opdracht2. Daardoor is haar beschikbaarheid voor de ondersteuningsactiviteiten diverse maanden gehalveerd. Mia Claes en de OSBJ besloten met de beëindiging van de huidige overeenkomst ook haar functie stop te stoppen. Haar vervanging is voor het najaar voorzien. De stafmedewerkster, Ragnhild Degrendele, verantwoordelijk voor het thema implementatie van de Kinderrechten in de Bijzondere Jeugdbijstand, heeft de dienst verlaten op 14 februari 2003. Dit gebeurde op een cruciaal moment, nl. na de eindredactie van de procesmap en juist voor de geplande provinciale workshops. Gelukkig konden we voor dit thema beroep doen op Min Berghmans die sinds 15 februari 2003 overschakelde van een parttime job naar een 4/5 job. Als juriste ondersteunde Min beide thema’s. Ook Isabel Eeman, halftijds administratief bediende in Brussel, verliet de dienst op 1 april 2003. Deze aangekondigde personeelsuitval heeft de OSBJ werking wel wat aangetast maar resultaatsverbintenissen zijn niet in het gedrang gekomen. Alle personeelsleden hebben, ook tijdens de opzegtermijnen, loyaal hun verantwoordelijkheden opgenomen. De laatste maanden heeft de beperkte personeelsploeg wel in een hogere versnelling gewerkt. Dit kan tijdelijk maar is voor de toekomst niet wenselijk.
2 De studieopdracht betreffende het Vlaams uitvoeringsbeleid t.a.v. jeugddelinquentie omvat: het opstellen van een algemene omgevingsanalyse; het ontwikkelen van kerncijfers over 10 jaar Vlaams uitvoeringsbeleid; mijlpalen in de visieontwikkeling van de Vlaamse Gemeenschap de voorbije 10 jaar. Deze opdracht is gegund krachtens de wet op de overheidsopdrachten van 24 december 1993 en de Algemene Aannemingsvoorwaarden zijn van toepassing. Opvolging van de overeenkomst gebeurt door de Afdeling Algemeen Welzijnsbeleid.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Algemene inleiding
-2-
2. Werking van de vereniging 2.1. Raad van Bestuur De samenstelling van de Raad van Bestuur bleef gelijk. Enkel Filip Maertens heeft wegens te drukke werkzaamheden op 5 maart 2003 zijn ontslag ingediend. De bestuursploeg bestaat momenteel uit acht leden. Er gingen 10 bestuursvergaderingen door. Bij de evaluatie van het eerste werkjaar, nam de Raad van Bestuur het initiatief om een gedachte-uitwisseling over de toekomstige beleidslijnen van de OSBJ te agenderen op een open Raad van Bestuur. Alle leden van de algemene vergadering werden op die vergadering van 18 september 2002 uitgenodigd. Zes leden van de algemene vergadering hebben aan die vergadering deelgenomen. Afspraken werden gemaakt omtrent de afstemming tussen de opdrachten van de koepels en de opdrachten van de Ondersteuningsstructuur. Voorstellen werden gedaan om te komen tot een betere organisatiestructuur, afgestemd op de wenselijke perspectieven van de OSBJ. Tevens werd door de Raad van Bestuur een overleg aangevraagd met de administratie en het kabinet. Dit overleg ging door op 22 oktober 2002. Een nota met standpunten, knelpunten en vragen, ondertekend door de vzw OSBJ en de koepels, werd uitgebreid toegelicht en besproken tijdens dit overleg. Op 6 januari 2003 kreeg de OSBJ antwoord van Vlaams minister Vogels. In een brief (zie bijlage) formuleerde de minister de bereidheid om de huidige overeenkomst te versterken ‘middels de aanvulling van het huidig budget en middels de verlenging van de tijdshorizon met 3 jaren.’ In de maanden januari, februari 2003 werd door de Raad van Bestuur en het team intens overleg gepleegd omtrent dit aangeboden perspectief. De bezorgdheid was groot om de toekomst van de OSBJ voldoende sterk te legitimeren en om deze tegelijk gedragen te weten door de ruime sector van de private voorzieningen. Door de Raad van Bestuur werd de optie genomen om verder te ijveren voor een volwaardig steunpunt met opdrachten zoals beschreven in de statuten van de vzw OSBJ. Als verdere stap in die ontwikkelingslijn werd het antwoord van de minister wel positief onthaald. Zo werd een concreet werkplan opgesteld, dat aan het kabinet en de administratie werd voorgesteld op 31 maart 2003. Begin mei kreeg de OSBJ een principieel akkoord van het kabinet om de voorgestelde werkzaamheden verder op te nemen. Begin juni werd met de administratie samengewerkt om te komen tot een definitieve overeenkomst die ter ondertekening kan voorgelegd worden. In grote lijnen stelde de OSBJ voor om, binnen de voorgestelde financiële middelen, zeker verder te werken vanuit de reeds gerealiseerde ondersteuningsactiviteiten met aandacht voor de actuele ontwikkelingen en noden binnen de sector Bijzondere Jeugdzorg. Meteen werd ook de verantwoordelijkheid opgenomen ten aanzien van de bestaande personeelsploeg. Waardering en vertrouwen ten aanzien van de huidige medewerkers werd expliciet geformuleerd. Verder bleef de taakverdeling binnen de Raad van Bestuur gehandhaafd. Drie leden volgden en ondersteunden het thema ‘herstelgerichte afhandelingen’ (Willy Vandamme, Mon Vandekeybus,Vincent Vanhumbeeck), vier leden volgden en ondersteunden het thema ‘implementatie kinderrechten’ (Jan Bosmans, Rudy Dobbelaere, Dirk Meulijzer, Lowie Vermeiren). Het dagelijks bestuur (Wim Van Esch, Jan Bosmans, Mon Vandekeybus en algemeen coördinator) stond in voor de overlegbijeenkomsten met het kabinet en de administratie.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Algemene inleiding
-3-
2.2. Algemene Vergadering De 52 leden van de algemene vergadering werden op 29 augustus 2002 aangeschreven. Ze ontvingen het volledige jaarverslag en werden uitgenodigd op de ‘Open Raad van Bestuur’. Aanvankelijk was een Algemene Vergadering voorzien in de maand mei 2003. Deze werd uitgesteld tot het najaar. Pas dan kunnen de leden geïnformeerd worden omtrent de nieuwe overeenkomst met de overheid, de opdrachten van de OSBJ en het personeelskader.
2.3. Algemene coördinatie. De functie algemene coördinatie bestond dit jaar opnieuw uit volgende taken: het ondersteunen en procesmatig opvolgen van beide thema’s; het coachen van de teams; het voorzitten van de stuurgroepen; uitvoering geven aan het financieel en personeelsbeleid; ondersteuning bieden bij de werking van de Raad van Bestuur en AV; deelname aan het dagelijks bestuur en de werkgroepen; het verzorgen van de communicatie en correspondentie met de administratie Bijzondere Jeugdbijstand. Door het wegvallen van de stafmedewerkster, verantwoordelijk voor het thema Kinderrechten, en van de administratief bediende, nam de algemene coördinatie de organisatie op zich voor de workshops ‘Implementatie van de Kinderrechten in de Bijzondere Jeugdbijstand’ tijdens de maanden februari, maart, april 2003.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Algemene inleiding
-4-
3. Organogram Vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg
Algemene vergadering, 52 leden
Raad van Bestuur, 8 leden
Werkgroep ‘Kinderrechten’
Dagelijks Bestuur,
Werkgroep ‘Herstel’
4 leden
Algemene coördinatie: Goedele Sulmont
Stuurgroep ‘Kinderrechten’ Implementatie kinderrechten in de bijzondere jeugdbijstand Min Berghmans Ragnhild Degrendele (tot 13 februari 2003)
Cellebroersstraat 16 1000 Brussel 02/513.15.10
[email protected]
Juriste: Min Berghmans
Administratie: Hilde Engelbeens Isabel Eeman (tot 31 maart 2003)
Stuurgroep ‘Herstelgerichte afhandelingen’ Thematische ondersteuning van de herstelgerichte afhandelingen Mia Claes (tot 31 mei 2003) Hilde Geudens Lieve Balcaen / Hilde Vanlommel Ravenstraat 98 – 3000 Leuven 016/58.36.25
[email protected]
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Algemene inleiding
-5-
-6-
DEEL I
THEMATISCHE ODERSTEUIG HERSTELGERICHTE AFHADELIGE VA JEUGDDELIQUETIE
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
Hoofdstuk 1: Uitgangspunten en visie In de overeenkomst die liep tot en met 31 mei 2003 werden vier doelstellingen vooropgezet: 1. visie-ontwikkeling met het oog op éénduidigheid; 2. verbetering van de kwaliteit van de methodieken; 3. de verdere ontwikkeling van de herstelgerichte afhandelingsvormen; 4. de herstelgerichtheid van de afhandeling van jeugddelinquentie vergroten. De OSBJ heeft een duidelijke opdracht meegekregen, waarbij ze twee jaar geleden niet van nul begon. Voor wat betreft de pijler ‘herstelgerichte afhandelingen’ werd met de overdracht van Mia Claes vanwege de vzw Oikoten het hele pakket van de implementatie herstelbemiddeling minderjarigen overgedragen naar de OSBJ. Dit maakte dat de OSBJ niet met een onbeschreven blad startte. Er waren al heel wat contacten uitgebouwd, informatie verzameld en inzake visie in het werkveld was er al een lange weg afgelegd. Ook de projecten gemeenschapsdienst en vorming kenden al een lange geschiedenis (weliswaar niet via de implementatie). Vele projecten bestonden reeds geruime tijd en hebben al heel wat praktijkervaring en knowhow opgedaan. Ondersteuning bieden aan de drie afhandelingen kan dan ook niet anders dan rekening houden met de geschiedenis van elke afhandelingsvorm, sterker nog, met de geschiedenis van elke dienst binnen een afhandelingsvorm. De OSBJ bekleedt geen positie om zaken van bovenaf directief te kunnen opleggen. We willen zondermeer rekening houden met de noden en behoeften van het veld. We hechten belang aan democratische processen en we wensen de capaciteiten en deskundigheid van de verschillende betrokkenen in de sector te honoreren. Niettemin heeft de OSBJ ook haar eigen doelstellingen. Deze werden geconcretiseerd in de overeenkomst met de Vlaamse Gemeenschap. Het is aldus een zoeken naar een goed evenwicht tussen ruimte laten voor de nodige inspraak en participatie van de diensten én toch voldoende werken in het licht van de vooropgestelde doelstellingen (denken we hierbij concreet aan de doelstelling van het realiseren van méér éénduidigheid). De thematische ondersteuning van de herstelgerichte afhandeling brengt ons algauw bij de visie op herstel. Herstelrecht wordt door velen vooruit geschoven als hét nieuwe model, een model dat vele kritieken op het beschermingsmodel of een repressief model moet ondervangen. Nochtans gaan onder de noemer van herstelrecht verschillende visies schuil. Iedereen is het erover eens dat het slachtoffer in de huidige aanpak van criminaliteit een te ondergeschikte rol bekleedt en dat de positie van het slachtoffer ernstig dient opgewaardeerd te worden. Slachtoffers, als eerste betrokkenen, hebben recht op informatie (minimaal). Meer nog wensen benadeelden erkend te worden in hun slachtofferpositie. Ze willen echter niet (alleen) erkenning verkrijgen vanuit een burgerlijke partijstelling of met een financiële vergoeding, maar zij eisen erkenning vanwege justitie én vanwege de dader. Slachtoffers geven aan gehoord te willen worden, wensen informatie over en inspraak in het gebeuren en willen aldus in dialoog treden met justitie en de dader. Ze wensen niet gebruikt te worden in een dadergerichte afhandeling, maar als volwaardige én evenwaardige persoon betrokken te worden. Daders daarentegen vragen naar kansen om hun verantwoordelijkheid effectief op te nemen. Bestraffing of hulpverlening biedt weinig mogelijkheden tot het geven van 'antwoorden' op Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
-9-
het gepleegde delict, tot ont-schuldigen. Ook voor daders is het van belang dat ze wat ze 'mis'daan hebben kunnen recht zetten. Lastiger is te bepalen welke ruimte dit herstelrechtelijk denken mag innemen in het globaal afhandelingsbeleid. Wordt het herstelrechtelijk denken toegevoegd aan de huidige manieren van reageren op delicten en wordt het dus een extra reactiemogelijkheid bovenop de bestaande? Of streeft men eerder naar een fundamentele herdenking van het gerechtelijk optreden? Komt herstelrechtelijk denken in de plaats van de 'leed'-toevoegende of beschermende reflecties? De gerechtelijke instanties kunnen jongeren verwijzen naar herstelbemiddeling zonder dat dit iets hoeft te veranderen aan hun verwijsbeleid. Herstelbemiddeling kan beschouwd worden als een bijkomende reactie naast andere afhandelingsvormen. Het wordt dikwijls verengd tot een vorm van schaderegeling. Men heeft immers oog gehad voor de noden van het slachtoffer. Zowel de herstelbemiddeling als de gemeenschapsdienst en de leerprojecten hebben echter méér in hun mars. Als we het herstelrecht zien als een manier om te reageren op jeugddelinquentie, dan mag dit niet verworden of zich beperken tot oude wijn in nieuwe vaten. Het is meer dan een nieuwe, bijkomende afhandelingsvorm om te reageren op delinquentie. Herstelrecht mag zeker niet verengd worden tot een gebruiken van het slachtoffer in functie van pedagogische motieven voor de dader. Consequent doorgedacht houdt dit in dat justitie voortdurend het subsidiariteitsprincipe moet voor ogen houden. Justitie moet de nodige ruimte creëren opdat partijen in eerste instantie zelf kunnen uitmaken en proberen of ze uit het conflict geraken. In een tweede fase zal het gerecht nagaan of deze uitkomst in de ogen van de maatschappij kan verantwoord worden of dat er nog andere zaken vereist zijn vanuit het maatschappelijk belang of de openbare veiligheid. Met deze werkwijze krijgt herstelbemiddeling als het ware een voorkeursbehandeling. Idealiter wordt aldus herstelbemiddeling een recht voor elke betrokkene in een delictsituatie. Een gemeenschapsdienst of een leerproject kan, naargelang de situatie van de jongere, aangewezen zijn. Beide projecten kunnen natuurlijk altijd, in het kader van een bemiddeling of een Hergo, opgenomen worden in de overeenkomst tussen dader en slachtoffer. Partijen kunnen het erover eens zijn dat een dienst aan de gemeenschap of het volgen van een vorming een gepaste wijze van reageren is. Daarnaast kunnen de verwijzende instanties een gemeenschapsdienst of een leerproject uitspreken als maatregel. Indien dit gebeurt nadat er een herstelbemiddeling plaatsvond, is het aan de verwijzers om te verantwoorden waarom ze het belangrijk vinden dat er (bijkomende) maatregelen gevraagd worden. Wat maakt dat de overeenkomst tussen een bepaalde dader en zijn slachtoffer als reactie op het gebeuren als niet voldoende wordt beschouwd? Kan de ernst van het delict een reden zijn? Of veiligheidsoverwegingen? Recidive? Nog andere? Daar waar er een gemeenschapsdienst en/of leerproject wordt uitgesproken, zonder dat er al een aanbod van herstelbemiddeling plaatsvond of heeft kunnen plaatsvinden, blijft het belangrijk om in de uitwerking ervan maximaal te zoeken naar het verhogen van de betrokkenheid van het slachtoffer en indien mogelijk een meer rechtstreekse communicatie op gang te brengen tussen dader en slachtoffer. Het lijkt relevant na te gaan wat deze alternatieve afhandelingen, 'opgelegd' door de rechter, betekenen voor het daadwerkelijke slachtoffer. Het
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 10 -
kan bijvoorbeeld waardevol zijn de jonge dader mee te delen dat zijn inzet in het kader van een gemeenschapsdienst van betekenis is voor zijn/haar slachtoffer. De volgende vragen lijken ons -bekeken vanuit de OSBJ- één van de vele uitdagingen voor de toekomst: Moeten de gemeenschapsdienst en de leerprojecten méér herstelgericht gemaakt worden? En zo ja, wat betekent dit dan? Hoe zou dit kunnen gebeuren? Hoe kan bijvoorbeeld de slachtofferdimensie méér ingebouwd worden? In die zin stappen we ook liever af van de term herstelgericht. Niet dat we ons niet meer willen buigen over bijvoorbeeld de vraag ‘hoe deze afhandelingen méér slachtoffer en herstelgericht gemaakt kunnen worden?’. Echter, om alle onduidelijkheden te vermijden en het herstelconcept zuiver te houden, kiezen we als OSBJ eerder voor de term constructieve afhandelingen waarmee we dan de gemeenschapsdienst en leerprojecten bedoelen en beschouwen we herstelbemiddeling en Hergo als herstelrechtelijke praktijken.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 11 -
Hoofdstuk 2: Interne werkstructuren 1. Stuurgroep ‘herstelgerichte afhandelingen’ Er werd, rekening houdend met de richtlijnen van de overeenkomst, een stuurgroep herstelgerichte afhandelingen opgericht. De stuurgroep komt elke trimester samen en fungeert als ruime forum- en toetsinggroep. Haar samenstelling kunt u terugvinden in bijlage. De stuurgroep kwam sinds vorig jaar 3 keer samen. Prof. L. Walgrave kwam op 17 juni 2002 het herstelconcept van het interuniversitair onderzoek toelichten. Op 17 oktober 2002 werd de afstemming van de verschillende afhandelingen geagendeerd. De stuurgroepvergadering van 13 februari stond stil bij de resultaten van de evaluatie van de stuurgroep en van het aanbod van de OSBJ, team herstel, naar de sector toe.
2. Werkgroep herstel Naast deze stuurgroep werd een werkgroep herstel opgericht, samengesteld uit vier leden van de Raad van Beheer (Vincent Vanhumbeeck, Willy Vandamme, Mon Vandekeybus en Filip Maertens), de algemene coördinator, de juriste en het team herstelgerichte afhandelingen. Deze werkgroep biedt het team de nodige inhoudelijke ondersteuning voor haar dagdagelijkse werk, bereidt de stuurgroepvergaderingen voor en bepaalt mede de richting die de OSBJ uitgaat. Afhankelijk van het thema kunnen ook steeds andere partners van de stuurgroep aangesproken worden om de werkgroep te vervoegen. Sinds juni vorig jaar kwam de werkgroep zes keer samen. Volgende agendapunten kwamen aan bod: bespreking conclaafdagen van het team met daarop aansluitend een planning voor de volgende periode, planning stuurgroepvergaderingen, voorbereiding vergadering met het kabinet, personeelsaanwervingen, opvolging denktanken, bespreking contacten parketgeneraal en bespreking toekomst OSBJ.
3. Teamoverleg Er werd een wekelijks teamoverleg geïnstalleerd. Men stelt ondermeer tijdens dit teamoverleg een inhoudelijke en praktische werkplanning op en bespreekt visies en knelpunten. Vanuit de Raad van Beheer van de ondersteuningsstructuur werd Mia Claes aangeduid om het team in Leuven te coördineren. In het team werden verantwoordelijkheden verdeeld en uitgeschreven. Hierbij koos men ervoor om personen niet onmiddellijk te linken aan een bepaalde afhandelingsvorm of aan een bepaalde regio. Iedereen blijft van alle ontwikkelingen op de hoogte, maar draagt wel de eindverantwoordelijkheid voor bepaalde deelaspecten en fungeert als aanspreekpunt voor bepaalde sectoren. Sinds april 2002 is Min Berghmans halftijds als juriste aangeworven ter ondersteuning van zowel het thema kinderrechten als het thema herstelgerichte afhandelingen. Omwille van personeelswijzigingen vergrootte ze haar engagement tot een 4/5 jobtime. Ze neemt van bij aanvang deel aan alle teamvergaderingen. De algemene coördinator woont maandelijks het Leuvense team bij. Zoals reeds hoger vermeld kenmerkte de OSBJ zich ook dit jaar weer met vele personeelswisselingen. Lieve Balcaen vervoegde het team in juni 2002, Hilde Engelbeens (administratieve kracht) in Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 12 -
september 2002 en Hilde Van Lommel deed dit vanaf januari 2003. Allicht onnodig te zeggen dat het grote verloop van personeel, het zoeken naar (geschikte) vervangingen, het inwerken van nieuwe mensen, enz. veel tijd en energie kost en indien dit te vaak plaatsvindt op korte tijd, kan dit erg gaan wegen op een klein team zoals het team herstel. In juni 2002 heeft het team zich twee dagen beraad over haar werking. We maakten een stand van zaken op, verdeelden het werkterrein, bepaalden eindverantwoordelijkheden en slaagden erin een concrete planning op te maken voor het najaar 2002 en voorjaar 2003. In mei 2003 zaten we opnieuw een dag samen om ons ondermeer te buigen over de toekomst van de OSBJ en wat dit dan concreet kan inhouden voor het huidige team.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 13 -
Hoofdstuk 3: Herstelbemiddeling 1. Overzicht actuele situatie 1.1. Uitbouw van het bemiddelingsaanbod In twaalf van de veertien Vlaamse arrondissementen is er momenteel een aanbod van bemiddeling uitgebouwd. In Gent startte men net voor de zomervakantieperiode van 2001 met een nieuwe dienst. Ondertussen wordt door diezelfde dienst ook in Oudenaarde bemiddeld. Dendermonde blijft voorlopig onthouden van een aanbod, maar mits bijkomende (personeels)middelen zou ook Dendermonde door de Gentse dienst kunnen opgenomen worden. In Ieper beschikt men over middelen voorzien vanuit de Vlaamse Gemeenschap, maar verkrijgt men alsnog geen akkoord vanwege het Parket om op te starten. AdvocaatGeneraal Kenis (Gent) expliciteerde een aantal bekommernissen en uitte de verwachting daar rekening mee te houden bij verdere implementatie. Spijtig genoeg werd het formeel fiat om op te starten in Ieper nog steeds niet verstrekt. Inmiddels contacteerden we tevens AdvocaatGeneraal Cornelis van het ressort Brussel. We hopen op deze manier dat de materie binnen het Parket Generaal besproken wordt en dat alvast enkele van de huidige blokkades kunnen worden opgeheven.
1.2. Vereffeningsfonds In vier van de vijf Vlaamse provincies is inmiddels een vereffeningsfonds opgericht. In Vlaams-Brabant werd in 1997, in Limburg in 1999, in Antwerpen in 2002 en ondertussen ook in West-Vlaanderen in april 2003 het fonds boven het doopvont gehouden. Voor wat betreft Oost-Vlaanderen vonden reeds de eerste verkennende gesprekken plaats.
1.3. Contacten met het werkveld De OSBJ heeft contacten uitgebouwd met alle bemiddelingsdiensten. De groep van bemiddelaars wordt regelmatig door de OSBJ samengebracht voor allerlei vormingen en besprekingen. De bemiddelaars kennen elkaar ondertussen en dit laat zich voelen in een dynamisch groepsgebeuren en in een vlotte samenwerking tussen de diensten en dit ondanks de toch wel regelmatige personeelswisselingen in het veld. Het volgen van lokale vergaderingen werd door het Leuvense team sterk afgebouwd maar desalniettemin tracht ze toch haar uiterste best te doen om op de hoogte te blijven van de eigenheid van elke dienst en elk arrondissement. Ook de bestaande fondsen werden iets minder nauwgezet opgevolgd, tenzij de pas opgestarte fondsen in Antwerpen en in West-Vlaanderen.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 14 -
2. Aanbod van de OSBJ 2.1. Vorming Tijdens de themadagen -waarop de bemiddelaars minderjarigen van Vlaanderen uitgenodigd worden- focussen we, enerzijds, op overdracht van informatie en reflectie en, anderzijds, zien we deze dagen als een middel tot werken aan méér éénduidigheid. Dit jaar werd, op vraag van de bemiddelaars de bemiddelingsmethodiek verder uitgediept. Door middel van intervisiedagen willen we meer methodische ondersteuning bieden. Aan de hand van casuïstiek trachten we de rol van de bemiddelaar uit te klaren en oefenen we methodische vaardigheden in. Zo werd er gewerkt rond rapporteringsvaardigheden en de methodiek van directe bemiddeling. De introductiecursus voor nieuwe bemiddelaars, gegeven tijdens het implementatiemandaat, werd door de OSBJ aangepast en verder uitgediept. De cursus is verspreid over vijf dagen. De laatste beginnerscursus vond plaats tijdens de maanden september-oktobernovember 2002. Zowel informatieoverdracht, visieontwikkeling als het aanleren en inoefenen van methodische vaardigheden behoorden tot de ingrediënten. Daarnaast kunnen de individuele bemiddelaars beroep doen op de expertise van het team voor zowel het meer juridische luik als voor de concrete inhoudelijke en methodische ondersteuning in een specifieke casus. Op deze vragen van bemiddelaars trachten we een zo concreet mogelijk antwoord te geven. We zouden dit alles kunnen plaatsen onder de noemer ‘helpdesk’. Uit de praktijk blijkt dat de bemiddelaars niet altijd terecht kunnen in het lokaal begeleidingsteam en/of dat sommige vragen een dringend antwoord behoeven. In de loop van 2002 maakten de bemiddelaars meer en meer van dit aanbod gebruik.
2.2. Werkgroepen In de verschillende werkgroepen wordt ingezoomd op bepaalde thema's en wil men doelgericht in een (min of meer) afgebakende tijdspanne komen tot een eindresultaat. We hebben werkgroepen 'in eigen schoot', waarbij de OSBJ een leidende rol op zich neemt, en werkgroepen die we elders opvolgen. In de loop van 2002 werden enkele werkgroepen op een zachter pitje gezet zoals de werkgroep registratie en verzekering. De werkgroep protocol is stopgezet. Tegelijkertijd werd een nieuwe werkgroep in het leven geroepen: de werkgroep procedure. De werkgroep deontologie, de werkgroep internationaal, de werkgroep wettelijk kader, de werkgroep vorming en de werkgroep communicatie en documentatie zijn werkgroepen opgericht in de schoot van de vzw Suggnomè (Forum voor herstelrecht en bemiddeling). Aan deze werkgroepen neemt de OSBJ actief deel. Daarnaast werd ook geparticipeerd aan twee externe werkgroepen: werkgroep protocol BAL en een nieuwe werkgroep sensibilisatie van de balie.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 15 -
We gaan nu dieper in op elke werkgroep. Werkgroep registratie In de loop van 2001 werd door de werkgroep registratie een gezamenlijk registratiesysteem uitgewerkt voor alle bemiddelingsdiensten. De diverse besprekingen gaven aanleiding tot heel wat uitwisseling en discussie tussen de diensten zowel met betrekking tot visie en procedures als de aangewende methodes. Zowel de gelijkenissen als de verschillen kwamen scherp op de tafel. Er werd vervolgens een computerprogramma opgemaakt (door een Brusselse bemiddelaar) en alle bemiddelingsdiensten engageerden zich ertoe de gegevens van 2002 te registreren in dit programma. We gingen ondertussen een contract aan met de vzw Q-bus; zij verfijnde het programma, deed een aantal praktische aanpassingen en werkte een verwerkingsprogramma uit. Anno mei 2003 kunnen we stellen dat we over Vlaamse cijfers beschikken met betrekking tot herstelbemiddeling! Zoals met vele zaken doken er onverwachts nog enkele knelpunten op waardoor het geheel wat werd vertraagd. Omwille van diverse redenen konden we voor dit jaar nog niet beschikken over een volledig overzicht van het Antwerps cijfermateriaal. Niettemin levert het geheel interessant materiaal op en werd het reeds gepubliceerd in diverse Vlaamse kranten in de loop van mei 2003.
Werkgroep protocol De werkgroep protocol werd in 2001 in het leven geroepen om de diensten maximaal te betrekken in het uitstippelen van de gewenste strategie met betrekking tot het tot stand komen van een éénvormig protocol. Voor het ontstaan van de OSBJ werd voornamelijk gedacht aan een protocol voor herstelbemiddeling ingebed in een basisprotocol 'bemiddeling in delictsituaties'. Met de resolutie van het Vlaams Parlement van maart 1999 en de oprichting van de OSBJ wordt de discussie verbreed en stelt zich de vraag of het (nog) wenselijk is om alleen voor het project herstelbemiddeling een protocol af te sluiten. De werkzaamheden van de werkgroep werden stopgezet in afwachting van méér duidelijkheid met betrekking tot de gewenste richting. Het ziet er naar uit dat een nieuwe opstart van de werkgroep niet onmiddellijk in het vooruitzicht ligt daar er tot op heden nog altijd geen eensgezindheid bestaat omtrent dit standpunt. Niettemin zien we dat er in de praktijk stappen worden gezet. In verschillende arrondissementen hebben de stuurgroepen ondertussen het protocol herstelbemiddeling op de agenda staan. Daar waar dit het geval is gaat het meestal om een continuering van de ingeslagen weg. Men kiest voor een (deel)protocol herstelbemiddeling minderjarigen en laat voorlopig de afstemming met de andere afhandelingen achterwege. Op 24 juni 2002 heeft Brugge als eerste arrondissement dit protocol voor herstelbemiddeling minderjarigen ondertekend. In Kortrijk werd de ondertekening op de valreep op vraag van het parket voor onbepaalde tijd uitgesteld. Nieuwe ondertekeningen in het ressort Gent zullen allicht mee afhankelijk worden gesteld van de verdere bespreking met Advocaat-Generaal Kenis. In Antwerpen werd eveneens het protocol herstelbemiddeing minderjarigen besproken en overweegt men dit in te bedden in een basisprotocol voor de drie alternatieve afhandelingen.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 16 -
Werkgroep procedure Ook al werd er vanuit de implementatieopdracht van Oikoten veel nadruk gelegd op coördinatie en éénduidigheid, toch heeft deze krachtinspanning er niet toe kunnen leiden dat het project herstelbemiddeling op éénzelfde manier werd geconcipieerd en uitgebouwd in Vlaanderen. Er bestaat een tamelijk grote gelijkenis met betrekking tot de visie, de gehanteerde werkingsprincipes en de rol van de bemiddelaar. Daarnaast bestaan er grote verschillen in de procedure en dit zowel op parket- als op rechtbankniveau. De procedure op rechtbankniveau is onvoldoende uitgewerkt en de diensten gaven op een intervisiedag (december 2001) te kennen meer éénvormigheid te wensen. Om hieraan tegemoet te komen, en om tevens te kunnen werken aan één van de belangrijke doelstellingen van de OSBJ, met name werken aan éénduidigheid en éénvormigheid, werd in de schoot van de OSBJ beslist te starten met een werkgroep procedure. Deze werkgroep heeft in eerste instantie enkel betrekking op de verwijzing van dossiers herstelbemiddeling vanuit de gerechtelijke instanties. De vraag of deze werkgroep zich ook zal uitbreiden naar bijvoorbeeld sociale dienst, advocatuur, … dient nog beantwoord te worden. Het objectief van deze werkgroep is, na inventarisatie van de bestaande verwijzingsmechanismen, te komen tot een voorstel van good practice(s), met focus op de eigenheid van herstelbemiddeling, dat tot op heden als buitengerechtelijk proces geconcipieerd is, en dit te verzoenen met de geldende rechtswaarborgen van elke partij. In een eerste samenkomst op 25 november 2002 werden de verschillende gehanteerde procedures naast elkaar gelegd. In de volgende twee samenkomsten maakten we een tekst met een voorstel tot good practice op die de gehele werkgroep onderschreef. Dit voorstel werd vervolgens voorgelegd aan enkele eminente juristen. De volgende stap die nu gezet moet worden is de nota te herschrijven en terug te koppelen naar de bemiddelaars. Tot slot zal bekeken worden of dit thema kan geagendeerd worden op een vergadering van de Unie van Jeugdmagistraten, de Orde van Vlaamse Balies en de sociale diensten.
Werkgroep deontologie In de loop van 2001 informeerde de OSBJ haar achterban over het bestaan van de werkgroep deontologie, die ontstond binnen de schoot van Suggnomè. De OSBJ deed een oproep tot participatie aan deze werkgroep. Onmiddellijk kreeg de werkgroep een ruime vertegenwoordiging van de bemiddelaars minderjarigen. Diverse samenkomsten in de loop van 2001-2002 resulteerden in een eerste tekst. De OSBJ organiseerde op 25 november 2002 een volledige bespreking van deze tekst met alle bemiddelaars minderjarigen en hun werkgevers. De opmerkingen werden teruggekoppeld naar de werkgroep deontologie en momenteel wordt de tekst herschreven. Ondertussen werden ook reeds de eerste stappen gezet tot de samenstelling van een deontologische commissie, die in een proefperiode via adviezen de tekst verder kan verfijnen. Het secretariaat van de deontologische commissie zal in een halfjaarlijkse beurtrol worden waargenomen door de OSBJ en Suggnomè. De leden van de commissie kwamen ondertussen voor de eerste keer op 7 april 2003 samen. Het belang van een éénvormige deontologische code hoeft bijna geen argumentatie. Als we spreken over visie, gedragscodes, werkingsprincipes en het belang van éénvormigheid, is een deontologische code het middel bij uitstek om hieraan te werken, naast uiteraard het creëren van een wettelijk kader. Nochtans blijft een deontologische code beperkt qua opzet en bleek uit de geformuleerde opmerkingen ook de nood aan een meer uitgebreid ‘handboek’, dat richtlijnen bevat dat gekoppeld kan worden aan een tuchtrecht. Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 17 -
Werkgroep wettelijk kader In de werkgroep wettelijk kader wordt er intensief gewerkt aan een voorstel tot ‘verwettelijking’ van bemiddeling. De werkgroep voedt op deze manier het debat dat gevoerd wordt in de werkgroep op kabinetsniveau (justitie). Niettegenstaande de OSBJ tot op heden hierin niet betrokken werd, vonden we het opportuun om onze stem te laten horen in de voorbereidende werkgroep van Suggnomè, waarvan echter al snel de activiteiten werden stopgezet. Suggnomè veranderde van strategie. Een kleinere groep van juristen, betrokken op de werking van Suggnomè via Raad van Beheer of Algemene Vergadering, werd verder gecontacteerd. Omwille van de eigen bevoegdheden van de gemeenschappen inzake jeugdbescherming, wordt er ernstig over nagedacht om binnen de schoot van de OSBJ te starten met een dergelijke werkgroep.
Werkgroep vorming Aanvankelijk vormden de thema’s vorming en documentatie één werkgroep binnen vzw Suggnomè, maar om allerlei redenen werd dit in 2002 gesplitst. De werkgroep vorming bestaat uit vertegenwoordigers van strafbemiddeling, herstelbemiddeling meerderjarigen, herstelbemiddeling minderjarigen, Suggnomè, OSBJ en K.U.L. Haar focus is gericht op de uitbouw van vormingspakketten voor praktijkwerkers (herstel- en strafbemiddelaars), voor andere betrokken actoren zoals bijvoorbeeld balie, magistratuur,… en mogelijks zelfs voor de bedrijfswereld. In een eerste fase buigt de werkgroep zich over de aanmaak van een vormingspakket voor meer ‘ervaren’ bemiddelaars. Gehoopt wordt in het najaar 2003 een cursusaanbod te kunnen presenteren.
Werkgroep communicatie en documentatie De werkgroep communicatie en documentatie bereidt ondermeer de Samenspraak (forumnamiddag rond herstelrecht) voor en buigt zich over de inhoud van de Nieuwsbrief. Beide zijn initiatieven van de vzw Suggomè. Voor de OSBJ is het van belang haar stem te blijven laten horen in de forumfunctie van Suggnomè opdat de minderjarigen daarin voldoende aan bod komen.
Werkgroep internationale samenwerking Via de werkgroep internationale samenwerking rond bemiddeling en herstelrecht, Europees Forum, focussen we ons als OSBJ niet alleen op het Vlaamse landsgedeelte. De OSBJ is lid van het Europees Forum zodat we verzekerd zijn van informatie binnen Europa. De werkgroep ambieert een regelmatige uitwisseling tussen verschillende landen. Aanvankelijk namen we een actieve rol op in de werkzaamheden van deze internationale werkgroep maar in de loop van 2002 is dit danig teruggeschroefd. Wel werd actief meegewerkt aan de Tour de la Belgique. Hierbij kunnen geïnteresseerde buitenlanders kennis maken met de bemiddelingspraktijk in België. Uitwisseling van ideeën is hierin uiteraard een vast ingrediënt. Deze tour wordt georganiseerd i.s.m. een aantal bemiddelingsdiensten uit de Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 18 -
Vlaamse en Franse Gemeenschap. De OSBJ lichtte bij deze gelegenheid (op 9 oktober 2002) haar werking toe en gaf een overzicht van de activiteiten binnen het veld van de herstelgerichte afhandelingen voor minderjarigen in Vlaanderen.
Werkgroep sensibilisatie van de balie Deze werkgroep werd door de herstelconsulenten geïnitieerd en is samengesteld uit vertegenwoordigers van herstelconsulenten, OSBJ en Suggnomè, strafbemiddeling en schadebemiddelaars. Bedoeling is om een vormingsaanbod uit te werken en verder te verfijnen ten behoeve van de balie. Door dit vormingsaanbod beogen we enerzijds de herstelgerichte initiatieven bij deze externe actor meer bekendheid te geven en beogen we anderzijds de diversiteit in het gamma ‘herstel’ te duiden. Met succes werden er contacten gelegd met de Orde van Vlaamse Balies om ook een vertegenwoordiging van de advocatuur in de werkgroep te verkrijgen. Aldus kan een betere afstemming gerealiseerd worden met de vormingen welke door de Orde worden georganiseerd of erkend.
Werkgroep protocol (Bemiddelingsdienst Arrondissement Leuven) De arrondissementele stuurgroep van Bal (Bemiddelingsdienst Arrondissement Leuven) stelde een werkgroep samen om het protocol betreffende het samenwerkingsverband aan te passen. Hiermee samenhangend werd de functie van de stuurgroep als ‘sturend’ orgaan opnieuw in vraag gesteld. De voorzitter van de stuurgroep, de coördinatrice van Bal, Suggnomè en OSBJ vormen samen deze werkgroep.
2.3. Lokale afvaardiging in arrondissementele stuurgroepen De OSBJ participeert als partner in de verschillende arrondissementele stuurgroepen. Deze vergaderingen brengen de OSBJ in contact met de lokale partners en dit zowel met de initiatiefnemers van de projecten 'herstelgerichte afhandeling', als met de verwijzende instanties, de balie, de politie, het algemeen welzijnswerk, de sociale dienst van de jeugdrechtbank, enz. Meer beleidsmatige thema’s worden besproken. De arrondissementele stuurgroep is het forum bij uitstek om te werken aan een meer globaal herstelgericht arrondissementeel beleid. De afstemming tussen de projecten en het verwijsbeleid van de gerechtelijke instanties kunnen onder de loep worden genomen.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 19 -
2.4. Methodische ondersteuning via de begeleidingsteams In de begeleidingsteams vindt vooral bespreking van casuïstiek plaats. De meeste begeleidingsteams zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van de balie, slachtofferhulp en sociale dienst van de jeugdrechtbank. De OSBJ wil door het bijwonen van de begeleidingsteams de bemiddelaars ondersteunen in hun pogingen om de herstelvisie in hun concrete praktijk toe te passen. Dit is één van de redenen waarom hieraan tijdens het eerste levensjaar van de OSBJ regelmatig werd geparticipeerd. Maar ook voor de OSBJ was deelname belangrijk om voeling te kunnen houden met de praktijk en op basis hiervan ondersteunende en coördinerende initiatieven te kunnen nemen voor de gehele groep van bemiddelaars. Helaas, omwille van een grondige herschikking van prioriteiten, werd de aanwezigheid op de begeleidingsteams sterk afgebouwd en werd beslist enkel nog de opstartende diensten nauwgezet op te volgen en te ondersteunen. Met de (andere) diensten werd afgesproken dat zowel op hun als op onze vraag op elk moment een OSBJ-lid kan deelnemen aan de teams. Met de uitbouw van de helpdesk functie verschoof de concrete ondersteuning ook wat meer naar een schriftelijke (elektronische) bijstand. Op eigen initiatief hebben we in de loop van september-november 2002 het merendeel van de begeleidingsteams éénmaal gefrequenteerd of een gesprek gehad met de bemiddelaar(s) om opnieuw wat voeling te krijgen met de dagdagelijkse praktijk en om ter plaatse vragen en verwachtingen naar de OSBJ te kunnen beluisteren. Dit leverde voor de OSBJ weer heel wat interessant materiaal op.
2.5. De provinciale vereffeningsfondsen Aanvankelijk werden vanuit het team in de provincies Brabant en Limburg de vergaderingen (begeleidingsgroep en Comité vereffeningfonds) opgevolgd. In de loop van 2002 kwam er een derde provincie bij: Antwerpen en sinds april dit jaar een vierde: West- Vlaanderen. Om dezelfde reden als hierboven werd het participeren aan de diverse vergaderingen teruggeschroefd en wordt vooral nog Antwerpen en West-Vlaanderen zo intensief mogelijk opgevolgd. Onze aanwezigheid in de Begeleidingsgroepen bleef tot op heden min of meer verzekerd. In Oost-Vlaanderen werden reeds positieve contacten gelegd met leden van het provinciebestuur. De OSBJ streeft naar uitwisseling tussen de provincies met het oog op een grotere éénvormigheid. Daarnaast is de OSBJ actief in de voorbereidingen van nieuwe fondsen in de andere provincies en heeft ze een wezenlijke bijdrage geleverd aan de seminariereeks van de provincie Vlaams-Brabant die in oktober-november 2002 plaatsvond (programma hiervan vindt u in de bijlage).
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 20 -
Hoofdstuk 4: Gemeenschapsdienst 1. Actuele status Er zijn negen diensten, gespijzigd met middelen van het fonds Bijzondere Jeugdzorg, die voorzien in de begeleiding en uitvoering van gemeenschapsdiensten. Daarnaast zijn er heel wat globaal planprojecten actief op dit terrein en bestaat er ook de dienst ‘Adam’ in Antwerpen die gesubsidieerd wordt door onder meer het grootstedelijk beleid. Bij de start van de OSBJ organiseerden we een kennismakingsronde. Op deze manier kon er een wederzijdse kennismaking plaats vinden. Bovendien werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om te peilen naar de levende behoeften en verwachtingen ten aanzien van de OSBJ.
2. Aanbod/werkwijze van OSBJ 2.1. Bevraging Ter wederzijdse kennismaking brachten we bij de start van de OSBJ elk van de projecten een bezoek. We stelden een vragenlijst op om aldus de verschillende projecten grondig te leren kennen. De gekregen informatie werd gebundeld en gekoppeld aan onze doelstellingen en concrete werkwijzen. Vervolgens werd dit geheel op een themadag gepresenteerd aan het werkveld. Ondertussen hernieuwden we deze ronde en legden we ons oor opnieuw te luisteren in de verschillende lokale teams.
2.2. Vorming Voor wat betreft dit werkingsjaar, organiseerden we op 18 juni 2002 een themadag met in de voormiddag een terugkoppeling van een aantal topics vanuit de vragenlijsten en met de wijze waarop de diensten hun eerste contact leggen met de jongere/ouders. In de namiddag zoomde Min Berghmans in op het beroepsgeheim. Op 5 november 2002 werd de rapportage aan de gerechtelijke instanties en andere verslaggeving uitvoerig ontrafeld. Op 13 mei 2003 hielden we een eerste themadag exclusief voor de begeleiders van de gemeenschapsdiensten. Er werd vooral stilgestaan bij de wederzijdse verwachtingen van prestatieplaatsen en begeleidingsdiensten naar elkaar toe. In de namiddag bespraken we enkele knelpunten aan de hand van ingebrachte casuïstiek. Ter gelegenheid van de vormingen werd ook het helpdeskaanbod geformuleerd voor concrete vragen of problemen. Hiervan wordt regelmatig gebruik gemaakt.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 21 -
2.3. Werkgroepen Werkgroep registratie Naar analogie van de werkgroep registratie herstelbemiddeling werd vanuit de OSBJ eind 2001 gestart met een werkgroep registratie voor de gemeenschapsdiensten en de leerprojecten. In september 2002 werd de laatste samenkomst gehouden. Naar analogie met herstelbemiddeling bleek ook deze oefening geen sinecure te zijn. De verschillen kwamen met momenten scherp op tafel. Desalniettemin is de werkgroep erin geslaagd tot een consensus te komen in de keuze van de variabelen. Op dit moment wordt deze lijst van variabelen verwerkt in een registratieprogramma en is het de bedoeling dat ook de begeleidingsdiensten van gemeenschapsdienst en leerprojecten vanaf 2003 in éénzelfde programma kunnen registreren. Ook hiervoor deden we beroep op dezelfde vzw Q-bus die ons met de nodige technische kennis vooruithelpt. Dit alles zou ons in staat moeten stellen om voor het jaar 2003 met betrekking tot de drie afhandelingsvormen voor minderjarigen betrouwbaar en vergelijkbaar cijfermateriaal over het Vlaamse land te kunnen geven. Het aanmaken van het registratiesysteem voor de gemeenschapsdienst en leerprojecten bevindt zich in een eindfase. Ook hier hebben diverse vragen en knelpunten het geheel vertraagd.
FAS-onderzoek Dit forum voor alternatieve sancties legde zich vooral toe op het thema van de proportionaliteit in het kader van de gemeenschapsdienst. Wat ging eraan vooraf? In de loop van 1999 werd door diverse begeleidingsdiensten van de gemeenschapsdienst aan alle (toenmalige) jeugdrechters gevraagd om drie vragenlijsten in te vullen: één m.b.t. ernstscores, één m.b.t. verzwarende/verzachtende omstandigheden en één m.b.t. de factoren die al dan niet bepalend zijn in de eindbeoordeling. De antwoorden hiervan werden verwerkt en neergeschreven in het zgn. groene boekje, met als titel ‘Streven naar … proportionaliteit. Een onderzoek naar proportionaliteit bij het opleggen van gemeenschapsdienst aan minderjarigen in Vlaanderen’. In de loop van 2001 werd dit boekje overhandigd aan de jeugdrechters en de leidend consulenten. Tot dan werd dit hele pakket opgenomen door de begeleidingsdiensten zelf. Aangezien de OSBJ ook instaat voor de ondersteuning van de gemeenschapsdienst en vanuit de begeleidingsdiensten onze medewerking werd gevraagd, gingen we hierop in. Na diverse samenkomsten met de diensten werden door de OSBJ twee evaluatie-instrumenten op punt gesteld (één voor de jeugdrechters en één voor de hoofdconsulenten van de sociale dienst bij de jeugdrechtbank). Ondertussen werden deze vragenlijsten verstuurd en beginnen de antwoorden met mondjesmaat in de OSBJ-brievenbus te vallen. In de zomervakantieperiode zullen de ingevulde vragenlijsten verwerkt worden en vervolgens teruggekoppeld worden op een FAS-samenkomst met de diensten in het najaar 2003. En tot slot zal dan beslist worden welke richting dit proportionaliteitsonderzoek verder dient uit te gaan en wat daarin eventueel nog door de OSBJ kan opgenomen worden.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 22 -
Hoofdstuk 5: Leerprojecten 1. Actuele status We bouwden contacten uit met de 11 diensten die een leerproject in huis hebben en gesubsidieerd worden door het fonds Bijzondere Jeugdbijstand. Ook hier beluisterden we de verwachtingen ten aanzien van de OSBJ en hielden er –in zoverre de eigen doelstellingen dit toelieten- rekening mee in de concrete planning. Tot voor kort richten we ons tot de groep gemeenschapsdienst en leerprojecten samen. Het waren vooral praktische redenen die een samengaan verantwoorden (één en dezelfde persoon binnen de diensten die beide afhandelingsvormen begeleidt). We organiseerden alvast een aparte themadag voor beide afhandelingen om aldus beter te kunnen inspelen op de eigenheid van iedere afhandelingsvorm.
2. Aanbod en werkwijze van OSBJ 2.1. Bevraging Ook met de leerprojecten deden we eenzelfde nieuwe bevraging waarbij wederzijdse verwachtingen, vernieuwingen in het werkveld, … werden bevraagd.
2.2. Vorming Zoals hierboven reeds beschreven organiseerden we diverse themadagen voor de groep gemeenschapsdienst projecten en de leerprojecten samen. Op 18 juni 2002 brachten we beide groepen samen rond het thema beroepsgeheim en het eerste contact van de praktijkwerkers met de jongeren en zijn/haar ouders. Op 5 november 2002 zoomden we in op de verslaggeving en op 29 april 2003 organiseerden we een eerste themadag voor de begeleiders van de leerprojecten alleen. We nodigden Ilse Smets uit van de Outward Bound School die het model van ‘situationeel leiderschap’ uitgebreid kwam toelichten. Ook de praktijkwerkers van de leerprojecten kunnen verder gebruik maken van de (elektronische) ‘helpdesk’ voor juridische en andere vragen, waarbij ook door hen gretig gebruik wordt gemaakt.
2.3. Werkgroep registratie De idee van een werkgroep registratie werd getoetst bij de gebruikers en goed bevonden. Ondertussen heeft deze werkgroep een hele weg afgelegd en bevindt het aanmaken van een registratiesysteem zich in een eindfase (zie ook 2.3. werkgroepen gemeenschapsdienst).
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 23 -
2.4. Lokale invoeging Hoewel het onze intentie was om ook voor de leerprojecten lokale aanwezigheid in te bouwen, was de omzetting van dit idee in de praktijk heel wat moeilijker omdat vaak dergelijke overlegstructuren ontbreken en als ze al aanwezig zijn, ze doorgaans heel anders ingebed zijn (bijvoorbeeld intervisie met centra algemeen welzijnswerk).
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 24 -
Hoofdstuk 6: Aanbod voor drie afhandelingen samen 1. Vorming In de loop van het voorbije werkjaar organiseerden we drie themadagen en één bezoek voor de drie afhandelingen samen. Op vrijdag 13 december 2002 trachtte Johan Declerck (wetenschappelijk medewerker criminologie KULeuven, onderzoeksgroep penologie en victimologie) concrete inhoud te geven aan: “Verbondenheid en delinquentie: op zoek naar inhoudelijke en systemische aspecten van herstel”. Op 21 februari 2003 gaf Johan Put een uiteenzetting over het huidige jeugdrecht en de integrale jeugdhulpverlening. Op 9 oktober 2002 bezochten we de federale gesloten instelling van Everberg. Een rondleiding en een gesprek met de Nederlandstalige directeur brachten ons op de hoogte van het reilen en zeilen binnen de instellingsmuren. Op 19 juni 2003 nodigden we de pedagogen Ido Weijers (universiteit van Utrecht) en Rudi Roose (universiteit van Gent) uit om een pedagogische benadering van het strafrecht te komen toelichten.
2. Werkgroepen 2.1. Werkgroep capaciteit Het voorbije jaar stelden diverse diensten ons de volgende vragen: hoeveel dossiers kan een bemiddelaar of begeleider van gemeenschapsdienst en leerprojecten redelijkerwijs aan in een bepaalde periode? Zouden jullie mee kunnen helpen dit te bepalen? Deze vragen zijn (mede) ingegeven vanuit het feit dat in bepaalde arrondissementen zeer vaak beroep wordt gedaan op de drie afhandelingen en het bestaande personeel dit simpelweg niet meer kan bolwerken, met als onmiddellijk gevolg: wachtlijsten. De OSBJ besliste alvast een eerste aanzet hierin te geven. In een eerste samenkomst van de werkgroep op 25 maart 2003 werd afgetast in hoeverre deze vraag ook elders leeft en in hoeverre de diensten bereid zijn zich te engageren in het zoeken naar antwoorden. Omwille van diverse redenen, ondermeer tijdsgebrek bij het personeel, werd deze werkgroep geen tweede maal samengeroepen. In het najaar zal de OSBj bekijken wat ze nog haalbaar acht met betrekking tot dit thema.
2.2. Werkgroep jeugdsanctierecht Reeds vele jaren komt deze werkgroep in golfbewegingen van frequentie samen o.l.v. Jongerenbegeleiding om na te denken en te discussiëren over het brede thema van het ‘jeugdrecht’. Een breed scala aan participanten kenmerkt deze werkgroep: private voorzieningen uit de Bijzondere Jeugdzorg, magistratuur, advocatuur, academische wereld, sociale dienst, veldwerkers van de drie afhandelingen, enz. Begin jaren ’90 stelde deze werkgroep een consensuele beginverklaring op. Op basis van deze platformtekst en met de bedoeling een zo ruim mogelijk debat te voeren met betrekking tot dit thema werden diverse studiedagen op poten gezet, ondermeer rond de volgende thema’s: voorstellen van de Commissie Cornelis, voorstel van de equipe van prof. L. Walgrave, jeugdgevangenissen en recent (in 2002) een studietweedaagse geborduurd rondom het voorontwerp van wet van Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 25 -
Minister Verwilghen. De laatste vergaderingen werden gewijd aan de bespreking van mogelijke acties in het licht van de verkiezingen van mei 2003. In september 2003 staat alvast een nieuwe samenkomst op het programma.
3. Andere 3.1. Praktische gids van de herstelgerichte afhandelingen In de loop van 2001-2002 hebben we aan alle diensten van de drie ‘herstelgerichte’ afhandelingen gevraagd een vragenlijst in te vullen. Aldus verkregen we een concreter zicht op de diverse werkingen. De diensten zelf gaven aan dat ze dit een interessant overzicht vonden omdat ze blijkbaar zelf niet echt goed zicht hebben op het globale aanbod aan ‘herstelgerichte afhandelingen’ in Vlaanderen. Dit was de aanleiding om een bundel te gaan samenstellen waarin we trachten een zo volledig mogelijk –dus ongeacht het subsidiekanaaloverzicht te geven van de drie ‘herstelgerichte’ afhandelingen voor minderjarige delinquenten, zijnde herstelbemiddeling, gemeenschapsdienst en leerprojecten in Vlaanderen. We richten ons in dit overzicht uitsluitend op de minderjarigen, die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, waarop het parket en/of de jeugdrechter reageert met één van deze drie afhandelingen. In mei 2003 werd de laatste hand gelegd aan dit document en niet zonder enige fierheid kunnen de medewerkers van het team herstel het eindproduct aan u voorstellen. Ter bedanking van de geleverde hulp verstrekte de OSBJ aan alle mee werkende diensten een gratis exemplaar; andere gebruikers betalen een bijdrage van 12,50 Euro, ter dekking van de publicatiekosten. Deze publicatie ‘Vlaams overzicht Herstelbemiddeling–Gemeenschapsdienst–Leerprojecten in Vlaanderen Anno 2003’ werd ook wettelijk gedeponeerd.
3.2. Sensibilisatie Een opdracht die eveneens de vier doelstellingen omvat is het sensibiliseren van een ruim publiek. We deden dit enerzijds door een brief aan de politieke partijen en een perscommuniqué (zie bijlage) en anderzijds door medewerking aan diverse studiedagen. Zo brachten we een uiteenzetting op 6 juni 2003 op de studiedag ‘Weeën van het Jeugdrecht’, alsook meerdere medewerkers leverden een bijdrage op de seminariereeks van het vereffeningsfonds Vlaams-Brabant die plaats vond in het najaar 2002. Her en der werd de OSBJ voorgesteld aan kleinere groepen. Daarenboven gaven we tweemaal een uiteenzetting in Nederland op een studiedag aldaar. Op 20 februari 2003 werd in Eindhoven het thema ‘De (straf)rechtsvormende betekenis van het herstelrecht’ op een studiedag met als titel “Straf ze maar goed” toegelicht in een workshop. Op 16 mei 2003 vond in Soesterberg bij Utrecht de derde dag van het drieluik herstelrecht plaats, waar onder de noemer ‘professionele kwaliteiten van herstelrecht’ een korte presentatie en vervolgens 2 workshops werden gegeven over de Vlaamse deontologische ontwerpcode.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 26 -
Hoofdstuk 7: OSBJ in samenwerking met 1. Hergo en Slachtoffer in Beeld Voor Hergo en voor Slachtoffer in Beeld wordt in de overeenkomst gestipuleerd dat de OSBJ als aanspreekpunt dient te fungeren. In functie hiervan hadden we enkele contacten met de desbetreffende verantwoordelijken. Het spreekt voor zich dat we ook hier zoeken naar voldoende afstemming en coördinatie. Wederzijdse bereidheid tot overleg is zeker aanwezig. Daar de eindverantwoordelijkheid van beide projecten elders ligt, is het niet zo voor de hand liggend wat de opdracht van de OSBJ aangaande deze projecten kan inhouden. Aanvankelijk werden zowel de stuur- als methodiekgroep van Hergo opgevolgd, maar omwille van het vele werk en interne herschikkingen werd in de loop van 2002 beslist enkel de stuurgroep te weerhouden. Ondertussen werd door de Vlaamse overheid beslist het onderzoek te continueren. Aldus zal het aanspreekpunt gesitueerd blijven op jeugdcriminologie van de KULeuven. Uiteraard blijft de OSBJ dit project geïnteresseerd opvolgen, maar eerder van op de tweede rij. Voor wat betreft het leerproject Slachtoffer in Beeld heeft er reeds heel wat overleg plaatsgevonden. Telkens waren de verschillende teamleden en de resp. coördinatoren van beide projecten aanwezig. Het overleg stond vooral in teken van visie-ontwikkeling. Hoe verhoudt dit leerproject zich ten aanzien van het door ons gehanteerde herstelconcept? Tevens werden de mogelijkheden tot verdere implementatie van het project voorzichtig verkend. De volgende twee vragen stonden centraal: hoe dient het A.W.W. en de B.J.B. zich tot elkaar te verhouden in de implementatie en in concrete praktijk? Wat zijn (inhoudelijke maar ook financiële ) randvoorwaarden tot verdere implementatie?
2. Hergo op school In het najaar 2002 werd vanuit de KULeuven (jeugdcriminologie) gestart met een experiment ‘Hergo op school’. De betrachting is om, via de methodiek van het herstelgericht groepsoverleg, het herstelrechtelijk denken binnen te brengen in de scholen. Aan de OSBJ werd gevraagd om ondersteuning te bieden aan dit experiment onder de vorm van het begeleiden van intervisies voor de moderatoren die de Hergo’s uitvoeren. Omdat er een duidelijk raakvlak is met het herstelgericht werken binnen een justitiële context (ook binnen de scholen betreft het vaak een reactie op een strafbaar feit maar dan volledig buitengerechtelijk), hebben we onze medewerking aan dit project toegezegd. De OSBJ heeft er zich toe geëngageerd om de driedaagse opleiding te volgen waarin de methodiek van de echt-rechtconferenties (Nederlandse versie van de family group conferences) grondig werd ingeoefend en om nadien zes halve dagen intervisie te organiseren. Dit kan op termijn leiden tot een vruchtbare kruisbestuiving tussen de scholen en de sector van de bijzondere jeugdbijstand.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 27 -
3. Overleg over de sector heen Met de vzw Suggnomè (Forum voor herstelrecht en bemiddeling) wordt er samengewerkt, bijvoorbeeld via deelname aan diverse werkgroepen en via bijdrages aan de Nieuwsbrief en/of aan de Samenspraak. Ook hier lijkt een verdere dialoog aangewezen. Cruciale vragen hierbij zijn hoe beide organisaties zich profileren op het veld en of dit kan leiden tot intensere samenwerking op bepaalde terreinen. Gedurende de periode dat het onderzoek Kruispuntinitiatieven liep, werden verschillende samenkomsten opgezet. Naast de wederzijdse deelname aan elkaars stuurgroep kwamen de verantwoordelijken en het team op regelmatige basis samen om in eerste instantie informatie uit te wisselen over de stand van zaken van ieders project. In tweede instantie werd nagegaan of concretere samenwerking op het terrein mogelijk is. Het is nu afwachten wat de overheid van plan is met de resultaten van dit onderzoek. Voorlopig ligt dit dus voor wat betreft de OSBJ stil.
4. Interuniversitair onderzoek Deelname van de OSBJ aan de stuurgroep van het interuniversitair onderzoek werd verzekerd door Willy Vandamme en Mia Claes. Daarnaast waren er enkele contacten met het team en de onderzoekers in functie van informatie-uitwisseling. Eind 2002 liep dit onderzoek af. Het is nu wachten op het eindrapport. Op dat moment zal de OSBJ grondig kunnen evalueren of en zo ja wat zij verder kan doen met de resultaten van dit onderzoek.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 28 -
Hoofdstuk 8: Denktanken Omdat we met enkele van de “resterende knelpunten” uit het jaarverslag van juni 2002 graag een stap verder wensten te geraken, besloten we een aantal denktanken te organiseren. Rond deze thema’s wil het team een diepere en bredere knowhow verwerven via overleg en samenspraak met de leden van de werkgroep van de OSBJ en met externe deskundigen/betrokkenen. Van deze laatsten werden geen officiële standpunten verwacht, laat staan bepaalde engagementen. Hen werd gevraagd samen met ons hardop te denken, zodat we in eerste instantie als team een stap verder zouden geraken. Vervolgens kunnen we vanuit deze verworven deskundigheid nieuwe ondersteuningsvormen naar het praktijkveld en de diensten aanbieden. Ter voorbereiding van elke denktank -met uitzondering van deze omtrent Slachtoffer in Beeld- werd een nota opgesteld. Wij verwijzen hiervoor naar het ‘Rapport over de actuele status van de herstelgerichte afhandeling van jeugddelinquentie in Vlaanderen’.
1. Denktank samenwerking met de sociale dienst In deze denktank van 18 september 2002 gingen we na hoe we tot meer éénvormigheid kunnen komen inzake procedure, rapportage, informatiedoorstroming, … en wat we eventueel kunnen ondernemen in de arrondissementen waar bijna geen doorverwijzingen plaats vinden op jeugdrechtbankniveau. Aanwezigen waren het team met juriste, Goedele Sulmont, Mon Vandekeybus, Vincent Vanhumbeeck en mevr. Hilde Van Baelen (hoofdconsulent sociale dienst Jeugdrechtbank Mechelen).
2. Denktank Slachtoffer in Beeld - minderjarigen De opzet van deze denktank was te komen tot (verdere) visie-ontwikkeling en het verzamelen van adviezen voor het uittekenen van een OSBJ-beleid rond het praktijkexperiment S.I.B. – Minderjarigen. Deelnemers aan deze samenkomst van 15 oktober 2002 waren het team met juriste, Goedele Sulmont, Prof. Lode Walgrave (KULeuven), Greet Raets (A.W.W.), Onderzoekers V.U.B. ‘Herstelgerichte Afhandelingen’, Ilse Jaspers (S.I.B.), Luc Hertogen (Baal), Vincent Vanhumbeeck.
3. Denktank meersporenbeleid In deze denktank van 17 oktober 2002 hebben we getracht volgende vragen te beantwoorden: Hoe verhouden hulpverlening, herstel en sanctie zich t.o.v. elkaar ? Zijn beide complementair ten overstaande van elkaar? Of juist niet? Een aantal denkpistes werd overlopen en knelpunten aangekaart. De volgende personen participeerden aan deze vergadering: het team, Willy Vandamme, Vincent Vanhumbeeck en Luc Hertogen (Baal).
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 29 -
4. Denktank herstel en plaatsing Ideeën, bedenkingen en vragen rond het thema ‘plaatsing en herstel’ werden geordend aan de hand van de volgende topics: Wat is herstel? Wat is plaatsing? Waarom de link leggen tussen plaatsing en herstel? Hoe deze link leggen? Hierbij werd een belangrijk onderscheid gemaakt tussen, enerzijds, herstelgericht werken door de communicatie tussen de dader en het slachtoffer mogelijk te maken en, anderzijds, herstelgericht werken door het klimaat binnen de voorzieningen meer herstelgericht te maken (slachtofferschap binnen brengen, bevorderen van de communicatie, …). Aanwezigen op deze samenkomst van 28 november 2002 waren: het team met juriste, Goedele Sulmont, Dhr. Jurgen Van Poecke (federaal directeur De Grubbe in Everberg), Mevr. Gerda Coolman (Gemeenschapsinstelling Ruislede), Dhr. Kris Smolders (Gemeenschapsinstelling Mol) en Dhr. Mon Vandekeybus. Na diverse contacten met begeleiders van de justitiële jeugdinrichting Eikenstein te Zeist werd beslist een samenkomst te organiseren met diverse betrokkenen van zowel binnen als buiten de gevangenis om ideeën uit te wisselen omtrent het boeiende maar complexe thema herstel en gedwongen plaatsing. Een concreet bezoek aan de inrichting zelf op 20 januari 2003 werd hieraan gekoppeld.
5. Denktank welzijnsgerichte benadering In de overeenkomst van de OSBJ met de Vlaamse Gemeenschap staat onder punt 3 “prestaties” als voorlaatste punt vermeld: “bijdragen tot een meer welzijnsgerichte benadering van criminaliteit en onveiligheid in het algemeen”. Met deze denktank wilden we een stapje verder geraken in het beantwoorden van de vraag wat “een welzijnsgerichte benadering” precies is? Daarnaast wensten we de verhouding tussen de herstelgerichte initiatieven en de welzijnsdimensie verder uit te klaren. In welke mate dragen de herstelgerichte initiatieven bij tot een verhoging van het welzijn van betrokkenen? Participanten aan deze denktank van 16 december 2002 waren: het team met juriste, Goedele Sulmont, Kristin Nuyts (AWW) en Mia Geukens (administratie Vlaamse Gemeenschap).
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 30 -
Hoofdstuk 9: Resterende knelpunten In dit deel vindt u een opsomming van de resterende knelpunten en van de stappen die we reeds hebben genomen en nog plannen te nemen om er (verder) aan tegemoet te komen. Het spreekt voor zich dat deze opsomming, noch voor de knelpunten, noch voor de acties, exhaustief is. We geven een voorlopige afdruk.
1. Nood aan méér éénvormigheid, méér éénduidigheid zowel in visie, procedure als in methodiek 1.1. Herstelbemiddeling Procedure herstelbemiddeling Knelpunt blijft hier de wisselwerking tussen het beleid van de verwijzers en de uitvoerende rol van de Vlaamse Gemeenschap, wat breder ook vertaald kan worden naar de bevoegdheidsverdeling tussen Gemeenschappen en federale overheid. Concreet betekent dit het volgende. Jeugdrechters of magistraten in het algemeen verwijzen nogal eens naar het ontbreken van een wettelijk kader voor wat betreft herstelbemiddeling. Met enige goede wil valt herstelbemiddeling te kaderen in de algemene bewoordingen van art. 37 §2, 2° b) JBW: ‘een prestatie van opvoedkundige of filantropische aard leveren in verhouding tot hun leeftijd en hun middelen’, wat conform art. 52 JBW ook als voorlopige maatregel van bewaring kan worden uitgesproken. De formulering van de opdracht tot herstelbemiddeling door de verwijzer heeft zijn impact op de rol van de bemiddelaar, bijvoorbeeld deze kan hierdoor verworden tot een verlengstuk van de gerechtelijke overheid, wat nu net niet de bedoeling is. Vanuit de visie op herstelbemiddeling als buitengerechtelijk aanbod, doch met de noodzakelijke machtiging tot kennisname van het dossier door het parket, bevindt herstelbemiddeling zich wezenlijk op een breuklijn. De OSBJ tracht op deze wankele basis van het bestaande wettelijk kader toch een coherente werkwijze te distilleren, wat gedeeltelijk kan verwezenlijkt worden door de werkgroep procedure. Meer fundamenteel hierin ligt (het ontbreken van) de goodwill van het parket om inzage te verlenen in de strafdossiers betreffende minderjarigen aan de herstelbemiddelaars. Samenspraak tussen Justitie (Parket-Generaal) en Vlaamse Gemeenschap is noodzakelijk om eenduidigheid te krijgen in de criteria voor inzagerecht van bemiddelaars in nog niet vervolgde dossiers en in de terugkoppeling naar parket of jeugdrechtbank na (poging tot) bemiddeling. Verdere acties: - Werkgroep procedure - Signalen naar beleid
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 31 -
ood aan veralgemeend aanbod herstelbemiddeling In twee arrondissementen, Ieper en Dendermonde, bestaat er momenteel nog geen aanbod van herstelbemiddeling. Het huidige standpunt van het Parket-Generaal van Gent kan een verdere uitbreiding bemoeilijken. Dit alles brengt ons tot de noodzaak van een wettelijk kader voor herstelbemiddeling. Wat tot nu toe uitgebouwd werd als experiment stuit stilaan op zijn grenzen. Een wettelijk kader, dat duidelijk de plaats van bemiddeling aangeeft en zich uitspreekt over de bevoegdheid, wordt steeds meer als noodzakelijk aangevoeld. Er werd niet ingegaan op de vraag van de OSBJ tot deelname aan de werkgroep wettelijk kader op het Ministerie van Justitie. In de loop van 2002 en 2003 had de OSBJ een aantal contacten met dhr. Kenis en met dhr. Cornelis. Deze contacten, en ook met de Advocaat–Generaal van het ressort Antwerpen, zullen verder ter harte worden genomen. Verdere acties: - Dialoog met de 3 parketten-generaal van de Vlaamse arrondissementen - Verdere deelname aan de werkgroep jeugdsanctierecht
ood aan veralgemeend aanbod provinciaal vereffeningsfonds In reeds vier provincies functioneert een provinciaal vereffeningfonds. De OSBJ werkte daarnaast ook mee aan een seminariereeks die in de loop van oktober-november 2002 doorging. Een systematische interprovinciale uitwisseling dringt zich op. De voorzitters van de fondsen en/of ook de secretarissen zouden best op regelmatige basis contact hebben met elkaar in functie van uitwisseling en verdere afstemming. Verdere acties: - Verdere implementatie - Intense lokale ondersteuning aan pas opgestarte fondsen - Eventuele ondersteuning bieden in opstart van een interprovinciale uitwisseling
Gevaar voor wanpraktijken, te weinig garanties voor kwalitatief werk We beschreven reeds uitvoerig de noodzaak aan een uniforme deontologische code voor alle bemiddelaars min- en meerderjarigen. Het eerste ontwerp is klaar, dit werd uitvoerig besproken door de bemiddelaars en hun werkgevers, waardoor de werkgroep deontologische code opnieuw huiswerk meekreeg. Ondertussen werden ook reeds de eerste stappen gezet tot de installatie van een deontologische commissie met adviserende functie. Verdere acties: - Verdere uitwerking van een deontologische code voor bemiddeling - Meewerken aan de werkzaamheden van een deontologische commissie
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 32 -
1.2. Gemeenschapsdienst en leerprojecten Tijdens de kennismakingsronde werd een aantal items naar voren gebracht waarrond men meer duidelijkheid en afstemming wenste. Ondertussen heeft de OSBJ getracht hieraan reeds (gedeeltelijk) tegemoet te komen via het organiseren van themadagen, de aanwezigheid in lokale vergaderingen, enz. De OSBJ zal niet nalaten dit proces verder te voeden en te stimuleren via het organiseren van bijvoorbeeld debatten, samenspraak, thema- en studiedagen, werkgroepen, enz. met het werkveld.
2. Structurele inbedding van één of meerdere afhandelingen In de implementatieopdracht van Oikoten werd de inbedding van het project herstelbemiddeling voor minderjarigen in een arrondissementele stuurgroep met zowel partners uit het justitiële, parajustitiële als het welzijnsveld nagestreefd. Ondanks het vooropgestelde concept verliep de inbedding van de projecten in arrondissementele stuurgroepen niet éénvormig: - In een aantal arrondissementen werd het project ingebed in de bestaande stuurgroepen voor herstelbemiddeling meerderjarigen (Kortrijk en Brugge). - In Mechelen werd de stuurgroep opgericht voor herstelbemiddeling minderjarigen, voor de schaderegeling op politieniveau en voor de alternatieve sancties minderjarigen én werd deze uitgebreid met herstelbemiddeling volwassenen. - Herstelbemiddeling minderjarigen vormt het enige thema in enkele arrondissementele stuurgroepen. Enerzijds omdat er geen ander bemiddelingsproject lopende was (Turnhout, Gent). Anderzijds omdat men bewust kiest voor een aparte stuurgroep voor minderjarigen, naast die van de herstelbemiddeling meerderjarigen (Antwerpen). - Tongeren en Hasselt kennen geen stuurgroep die zich buigt over het project. - Ieper en Veurne hebben ieder een eigen stuurgroep voor de minderjarigen, maar deze omvat zowel herstelbemiddeling als de alternatieve maatregelen. Voor de gemeenschapsdiensten en de leerprojecten is het landschap nog méér divers. Sommige gemeenschapsdiensten en leerprojecten zijn ingebed in een arrondissementele stuurgroep die ook herstelbemiddeling omvat, anderen kennen een stuurgroep specifiek voor hun project. Er bestaan daarnaast projecten die partner zijn in een ruim platform alternatieve maatregelen en er zijn projecten zonder stuurgroep. De noodzaak tot éénvormigheid en tot coördinatie met betrekking tot de wijze waarop de samenspraak tussen de justitiële, parajustitiële en welzijnssector wordt georganiseerd, stelt zich ook hier. Daarenboven lijkt een afstemming tussen de verschillende herstelgerichte initiatieven voor minderjarigen steeds meer wenselijk. Dit laatste thema kwam in de denktank van 17 oktober 2002. Verdere acties: - Verder zetten van de bespreking van dit thema zowel binnen als buiten de OSBJ - Diensten stimuleren tot de installatie van een overleg met de justitiële instanties - Overzichten per arrondissement ter beschikking stellen (zie ook Vlaams overzicht, herstelbemiddeling, gemeenschapsdienst en leerprojecten in Vlaanderen)
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 33 -
3. Ontbreken van enig formeel protocol Cruciale vragen zijn: Is het zinvol te streven naar een eenvormig protocol over de arrondissementen heen en over de drie afhandelingsvormen heen? Kan er verder gewerkt worden met het ontwerp van protocol voor herstelbemiddeling minderjarigen? De ervaring leert ons dat de bespreking van het protocol tot nu toe al heel wat stormen heeft veroorzaakt. Het lijkt ons nochtans het instrument bij uitstek om tot een meer fundamentele discussie te komen aangaande het project herstelbemiddeling en haar doelstellingen. Ondertussen werd het protocol herstelbemiddeling voor minderjarigen ondertekend in Brugge en staat het ook elders op de agenda van de stuurgroep ( Kortrijk en Antwerpen). Advocaat– Generaal Kenis heeft ons gevraagd geen verdere protocolondertekeningen te stimuleren, zeker voor wat betreft het ressort Gent, zolang een aantal inhoudelijke kwaliteitseisen niet is uitgeklaard. Dit thema hangt tevens nauw samen met ‘het ontbreken van een wettelijk kader’ alsook met ‘het concept van stuurgroepen’. Verdere acties: - Dialoog tussen Vlaamse Gemeenschap en Justitie continueren en meer nog activeren - Contacten met de Orde van de Vlaamse Balie
4. Het herstelconcept van waaruit we vertrekken Eénduidigheid in het veld met betrekking tot de herstelvisie is ver zoek. Herstel is een woord dat vele ladingen dekt (zie Hoofdstuk 1). Zo kan men zich afvragen of alle projecten of diensten per definitie herstelgericht werken of willen werken. Sommige projecten willen er misschien wel bewust voor kiezen (ook) (een) ander(e) finaliteit(en) na te streven. Eén van de vragen hierbij is hoe de OSBJ zich daartegen verhoudt. Moet de OSBJ er persé naar streven de invulling van de gemeenschapsdienst en alle leerprojecten zo herstelgericht mogelijk te maken? Of wordt de keuze eerder aan het veld zelf gelaten? En kunnen bijvoorbeeld de projecten die kiezen voor een herstelfinaliteit door de OSBJ bijgestaan worden om –indien zij dit wensen uiteraard- te zoeken naar een zo groot mogelijke herstelgerichte invulling? Dit betekent bijvoorbeeld dat we de slachtofferdimensie, maar ook de visie met betrekking tot herstel en tot de positionering van de alternatieve afhandelingen ten aanzien van de traditionele afhandelingen, hier meer tot zijn recht willen laten komen. Meer en meer opteren we er vanuit de OSBJ voor om zelf wat meer duidelijkheid te brengen in de terminologie. Ons voorstel is om voortaan de herstelbemiddeling te (blijven) benoemen als een herstelrechtelijke praktijk en de gemeenschapsdienst en leerprojecten onder de noemer van de ‘constructieve afhandelingen’ te schuiven. Dit geeft, denken we, aan de begeleiders van deze laatste twee afhandelingen wat meer ruimte om een eigen finaliteit en invulling hiervan na te streven. Door de OSBJ werd reeds een scala aan initiatieven genomen om dit onderwerp verder uit te diepen zoals de themadagen van 25 april 2002 (Leo Van Garsse en Tine Marain) en van 13 december 2002 (Johan Declerck) en de stuurgroep van 17 juni 2002 (prof. L. Walgrave). Ook op diverse samenkomsten met de onderzoekers van het interuniversitair onderzoek stond het herstelconcept als centraal thema geagendeerd.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 34 -
Verdere acties: - Discussies binnen het team blijven voeren - Literatuur doornemen en hierover gesprekken aangaan - Opzetten van vormingen met de praktijkwerkers - Artikels schrijven, presentaties op studiedagen, e.d.
5. Onze doelgroep Bij de start van de OSBJ vonden we het een knelpunt te bepalen of ieder die betrokken is bij één van de afhandelingsvormen, ongeacht het subsidiekanaal, al dan niet behoort tot onze doelgroep. Kiezen we exclusief voor projecten gesubsidieerd door het Fonds Bijzondere Jeugdbijstand onder de noemer herstelgerichte afhandelingen of richten we ons ook op ondermeer projecten gesubsidieerd door het Globaal Plan en/of gesubsidieerd door het grootstedelijk beleid? Van bij aanvang hebben we beslist ons in eerste instantie te richten op de projecten gesubsidieerd door het Fonds, maar dat we, daar waar er samenwerkingsverbanden bestaan, ook de andere projecten betrekken. Desalniettemin is het voor de OSBJ nog steeds niet geheel duidelijk hoe deze relatie er precies moet uitzien en we doelen dan zowel op relatie met de Globaal Plan-projecten als op de projecten die wel subsidies krijgen van het Fonds Bijzondere Jeugdbijstand, maar niet ingebed zijn in de Bijzondere Jeugdzorg. In ons vorig verslag van februari 2002 stelden we het volgende: “Daar we vanuit OSBJ in alle contacten (vorming, opvolging lokale vergaderingen, ...) focussen op herstel en op de welzijnsverhogende dimensie hierin, zal op termijn allicht steeds duidelijker worden welke projecten deze visie mee kunnen onderschrijven. Mogelijks impliceert dit dat bepaalde projecten, die bijvoorbeeld uitdrukkelijk en exclusief (een) andere finaliteit(en) als prioritair naar voor schuiven -zonder hierbij een waarde-oordeel te willen uitspreken-, op termijn niet langer tot de doelgroep van de OSBJ zullen behoren.” Ondertussen zijn we twee jaar verder en blijkt dat praktisch alle projecten -ongeacht het subsidiekanaal- gretig ingaan op ons aanbod, waarbij we ons ook steeds naar het gehele werkveld richten. In de praktijk kunnen we wel een inhoudelijke en methodische ondersteuning bieden aan projecten elders gesubsidieerd maar beschikken we niet over de mogelijkheid om op andere vlakken (meer beleidsmatig) iets aan te reiken. Zo rees in het verleden al meermaals het probleem dat globaal plan projecten de herstelbemiddelingscontacten onvoldoende kunnen weergeven in hun registratiesysteem. Verdere acties: - Contact continueren met de administratie van het Ministerie van Justitie in functie van uitwisseling en verdere afstemming
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 35 -
6. Afstemming tussen de verschillende werkvormen Prangende vragen hierbij zijn: Op welke manier kunnen we een aanbod creëren waardoor een grotere afstemming tussen de drie afhandelingsvormen wordt bereikt? Hoe slagen we erin de projecten concreet op elkaar af te stemmen? Kan de mate van herstel tussen de directe betrokkenen in een delict hierbij een richtlijn zijn? Op diverse manieren hebben we het voorbije werkjaar getracht wat (aanzetten tot) antwoorden te verkrijgen. De stuurgroep van 17 oktober 2002 en de denktank van 17 oktober 2002 bogen zich over dit thema. Ook de denktank omtrent samenwerking met de sociale dienst bij de jeugdrechtbank van 18 september 2002 sluit hierbij aan. Verdere acties: - Geïntegreerde nota opstellen - Besprekingen met het werkveld in lokale stuurgroepen en teams - Contact opnemen met de Vlaamse Gemeenschap - Eventueel vorming organiseren aan externe actoren zoals sociale dienst
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 36 -
Besluit Deel I Uit het voorgaande is op zijn minst af te leiden dat de OSBJ erin geslaagd is om op korte tijd zicht te verwerven op het veld én acties te ondernemen ter ondersteuning van deze praktijk op velerlei vlakken. In haar streven naar het verwezenlijken van haar doelstellingen stootte de OSBJ op enkele pijnpunten maar werkte tegelijkertijd ook intensief aan een breder maatschappelijk draagvlak voor het herstelrechtelijk ideeëngoed via ondermeer de methodiek van overleg binnen stuurgroepen en andere overlegorganen. Met ons vizier gericht op de toekomst zien we onze grootste uitdagingen op volgende terreinen: 1. Momenteel stelt zich de vraag naar een volwaardige positionering van de herstelbemiddeling en van de constructieve afhandelingen in de reactie op jeugddelinquentie. Zowel een verbreding van het maatschappelijk draagvlak als diverse politieke keuzes dringen zich op. De noodzaak aan een wettelijk kader voor herstelbemiddeling en de constructieve afhandelingen dienen we méér dan ooit ter harte te nemen én kenbaar te maken met het oog op o.a. een nieuwe regeringsvorming en mogelijks een nieuwe bespreking van een voorstel tot een nieuw jeugdrecht. 2. Daarnaast dienen we verder werk te maken van een ‘kwalitatief’ aanbod dat zowel juridisch als methodisch sterk onderbouwd is. Deontologische codes, éénvormigheid in procedures, een handboek met richtlijnen, de uitbouw van juridische bijstand in elk arrondissement voor herstelbemiddeling op parketniveau, etc. zijn voorbeelden van mogelijke instrumenten. De OSBJ wil zeker tegemoetkomen aan de vraag van de praktijkwerkers naar het verhogen van hun methodische deskundigheid. Praktijkwerkers komen een scala aan complexe situaties tegen waarin ze zich persoonlijk extra willen wapenen om zo deskundig mogelijk te kunnen reageren. Daarenboven willen we als OSBJ de geloofwaardigheid van de projecten vergroten door verder werk te maken van (nog meer) afstemming en éénduidigheid. We merken dat onze slagkracht toeneemt naarmate er méér resonantie tussen de projecten wordt gerealiseerd. Niettemin gaat het hierbij niet alleen om afstemming op zich maar tevens en zoniet belangrijker om de praktijken van parketten en rechters. We kunnen, gezien het ontbreken van een wettelijk kader, op dit terrein niet méér doen dan sensibiliserende pogingen te ondernemen en hierbij te rekenen op enige goodwill van de betreffende actoren. 3. Echter, de hoofdbekommernis lijkt steeds meer uit te gaan naar het bewaken van het herstelconcept. Hoe kunnen we voorkomen dat dit herstelconcept gerecupereerd, verminkt wordt door verschillende actoren/sectoren waardoor het risico reëel is dat we op het einde met een lege doos achterblijven. Om de hoek dreigt het gevaar dat justitie de herstelbemiddeling en de andere alternatieven gebruikt, oplegt naast en bovenop de klassieke mogelijkheden. Andere hoeken moeten dringend verkend worden. 4. In het verlengde hiervan dringt zich ook steeds meer de vraag op hoe herstelbemiddeling en de constructieve afhandelingen zich verhouden ten aanzien van elkaar. Zijn herstelbemiddeling, gemeenschapsdienst en alle leerprojecten herstelgericht? Willen ze zich allemaal onder deze noemer schuiven? Of dient het kader wat verbreed te worden zodat de diverse projecten in het veld zich misschien iets comfortabeler kunnen/durven te Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 37 -
positioneren? Een voorstel van de OSBJ is dan ook om voortaan een onderscheid te maken tussen herstelrechtelijke praktijken en constructieve afhandelingen. We beseffen dat we de komende periode dit voorstel verder moeten uitwerken en stofferen. Een volgende stap zal dan zijn om dit voorstel te bespreken met het werkveld. 5. De inbedding van de herstelbemiddeling en de alternatieve projecten in de Bijzondere Jeugdzorg geeft eveneens reden tot enige ongerustheid. Zeker voor herstelbemiddeling schuilt het gevaar tot ‘ver-pedagogisering’ van het project, waarmee we bedoelen dat deze afhandeling dan voornamelijk gezien wordt als een middel om bij de jongere pedagogische effecten te scoren. Herstelbemiddeling wordt aldus verengd tot een methodiek van alternatieve conflictoplossing, waardoor de link met justitie wel erg ver zoek is. De onderliggende idee om het conflict terug in de handen van de partijen zelf te leggen opdat betrokkenen zelf kunnen gaan zoeken naar een antwoord op de vraag op welke manier ‘recht’ moet worden gedaan, verdwijnt volledig uit het vizier. Met dit laatste willen we absoluut niet beweren dat een inplanting van deze methodiek in de bijzondere jeugdzorg geen meerwaarde zou kunnen opleveren, integendeel. Zoeken naar een méér participatieve jeugdbijstand waarbij de jongere wordt aangesproken op zijn/haar eigen kracht en kunnen lijkt zeker zinvol. Maar het één mag het ander niet vervangen. Een participatieve jeugdbijstand is niet hetzelfde als een participatieve justitie. Beide zijn zeer nobele doelen om na te streven maar het zijn twee kleuren die niet vermengd mogen worden, want dan krijg je een andere kleur waarvoor we aanvankelijk niet kozen. De ervaring leert ons dat vermenging van kleuren leidt tot conceptvervaging en dat we hierdoor ondermeer voorbijgaan aan onze aanvankelijke betrachting te werken aan een “een herstellende justitie”.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel I
- 38 -
Deel II
IMPLEMETATIE KIDERRECHTE I DE VOORZIEIGE BIJZODERE JEUGBIJSTAD
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
Hoofdstuk 1: Inleiding De vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg is met de Vlaamse Gemeenschap, voor wat betreft het thema implementatie kinderrechten, overeengekomen volgende doelstellingen te bereiken: - de toepassing van de rechten van het kind in de voorzieningen bijzondere jeugdbijstand te stimuleren. - de verdere visieontwikkeling en actualisering te ondersteunen. Om deze doelstellingen te bereiken richt het project zich voornamelijk op de voorzieningen bijzondere jeugdbijstand, maar ook andere relevante actoren, zoals de verwijzende instanties, worden betrokken. Voor de uitwerking van dit project werd één fulltime medewerker, Ragnhild Degrendele, sociaal agoge, ingeschakeld vanaf oktober 2001. Vanaf april 2002 werd juridische know-how ingebracht door Min Berghmans, juriste, die tussen april 2002 en februari 2003 halftijds instond voor de beide thema’s. Op 14 februari 2003 ging Ragnhild Degrendele uit dienst en werd de tewerkstelling van Min Berghmans uitgebreid tot 80% jobtime. De algemeen coördinator, Goedele Sulmont, pedagoge, nam vanaf half februari het grootste deel van de logistieke organisatie van de workshops over. De hier besproken activiteiten hebben betrekking op de periode 15 juni 2002 tot 15 juni 2003.
Hoofdstuk 2: Raamwerk van het project – visie en uitgangspunten 1. Rechten van kinderen in de bijzondere jeugdbijstand De Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg wil met het project ‘implementatie kinderrechten’ ondersteuning bieden bij het vertalen en het realiseren van de rechten van jongeren binnen de bijzondere jeugdbijstand. De belangrijkste uitgangspunten bij het uitwerken van een aanbod voor de sector werden gevonden in: -het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind -de maatschappelijke beleidsnota bijzondere jeugdzorg (1999) -het kwaliteitsdecreet en de erkenningvoorwaarden -het voorstel van decreet houdende de rechtsbescherming en inspraak van gebruikers van welzijnsvoorzieningen. Ook het Minoriusproject betekende voor het project een zeer nuttig gebleken inspiratie- en informatiebron.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
- 41 -
2. Enkele uitgangspunten 2.1. Het implementeren van kinderrechten is een complex proces Het installeren en doorvoeren van een kinderrechtenbeleid binnen de voorziening is geen makkelijke opdracht. Er moet op verschillende niveaus tegelijkertijd ingewerkt worden, namelijk (1) Op het interpersoonlijke niveau, waarbij kinderrechten zich vertalen in een geheel van attitudes, vaardigheden en inzichten. Daartoe moet men kennis opdoen en zich vaardigheden eigen maken, maar zeker ook een basishouding aanmeten. Formele afspraken kunnen dan het sluitstuk van het proces van implementeren zijn, maar ze mogen niet het doel zijn. (2) Op het niveau van de organisatie zelf, waar het dan gaat om het vertalen van kinderrechten in de beleid van de voorziening. Dit betreft de organisatiestructuur en –cultuur die de toepassing van kinderrechten kan faciliteren. Soms volstaan daarvoor minimale aanpassingen. (3) Op het niveau van verwijzers en andere organisaties waarbij een vlotte samenwerking en duidelijke communicatie van belang zijn. Deze samenwerking kan van grote invloed zijn op het kinderrechtenbeleid in de eigen organisatie. Daarom moeten deze andere organisaties minstens geïnformeerd, en bij voorkeur betrokken worden bij het installeren van een kinderrechtenbeleid. (4) Op het beleidsniveau, meer bepaald het signaleren van knelpunten en lacunes met betrekking tot het implementeren van kinderrechten.
2.2. Motiveren en faciliteren, niet “verplichten tot” Het aanbod van de Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg houdt rekening met initiatieven uit het verleden, zoals het Minoriusproject, met nieuwe regelgeving, met verzuchtingen van de voorzieningen. We gaan er van uit dat elke voorziening reeds in meer of mindere mate bezig is met kinderrechten. We wilden de voorzieningen niet belerend benaderen vanuit een sturend kader dat hen opgelegd wordt, maar hen ondersteunen, o.a. door het aanreiken en ontsluiten van literatuur, good practices, onderzoekswerk en door het organiseren van samenspraak.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
- 42 -
Hoofdstuk 3: Aanbod van de Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg De OSBJ stond voor de opdracht een aanbod te ontwikkelen voor de ganse sector. Samen met de stuurgroep werd gekozen voor een haalbare, noodzakelijke en waardevolle werkplanning. In een eerste fase werd gewerkt aan het ontwerpen van een procesmap. Eenmaal dat werkinstrument ontwikkeld, kon de sector aangesproken en uitgenodigd worden. Dit werk moest immers aansluiting vinden met de hoofddoelstelling van het project, met name ondersteuning bieden aan de sector.
1. Opmaak procesmap Tijdens het eerste werkjaar werd de principiële beslissing genomen, gelet op de beperkte mankracht, om een procesbegeleiding op papier te zetten, die voorzieningen moet toelaten om in de eigen werking de implementatie van de rechten van het kind te doorlopen. De nadruk wordt gelegd op het feit dat het om een proces gaat, en niet om het louter introduceren van methodieken of het toepassen van bepaalde regels. Met de procesmap wil de Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg voorzieningen aanmoedigen tot en ondersteunen in het ontwikkelen van een permanente bereidheid om te reflecteren op beslissingen en hun impact op kinderen. De noodzakelijke juridische en pedagogische handvaten worden zo bevattelijk mogelijk voorgesteld. Het schrijven van de procesmap vond plaats in drie onderscheiden fasen.
1.1. Fase van de opmaak van de handleiding inventaris (voor juni 2002) Inhoudelijk gaat het om een aantal topics waarrond een aantal vragen gesteld worden om zicht te krijgen op de huidige visie of afspraak binnen de voorziening (zie ook vorig jaarverslag). De topics beslaan het volledige veld van kinderrechten: (1) Wie is de cliënt?; (2) Hoe wordt het recht op informatie ingevuld?; (3) Hoe zijn inspraak en participatie georganiseerd?; (4) Het recht op privacy en bescherming van de persoonsgegevens; (5) Bepaalde specifieke kinderrechten (bijvoorbeeld recht op zakgeld) en (6) Het recht op beklag. Uit de toetsing van deze handleiding bij de verschillende voorzieningen is gebleken dat door het opmaken van de inventaris bepaalde hiaten onmiddellijk duidelijk worden, of dat men een bepaalde bestaande manier van werken niet (meer) kan motiveren of verantwoorden binnen het huidige handelen. In die zin is de inventaris ook bruikbaar als audit-instrument: men kan hiaten zien of, –en dit is zeker ook de bedoeling– gesterkt worden in de eigen manier van werken.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
- 43 -
1.2. Fase van de theorieverwerking (juni 2002 - oktober 2002) In het tweede deel werd de inventaris als uitgangspunt genomen, ingevuld aan de hand van de bestaande legistieke kaders en pedagogische informatie en reflecties. Tijdens de maanden juli en augustus 2002 werd in intense samenwerking tussen de juriste en de sociaal agoge opzoekingswerk verricht naar relevante publicaties. Veelvuldig bibliotheekbezoek werd gecombineerd met het inpassen van de teksten en opinies in de inventaris kinderrechten: knip- en plakwerk als het ware. Er werd een bibliografie samengesteld. Vervolgens namen de twee medewerkers elk 3 hoofdstukken voor hun rekening om een samenhangende tekst te schrijven, gelardeerd met wetteksten en getuigenissen van voorzieningen. In team werden gezamenlijke standpunten bepaald in reactie op voorhanden zijnde literatuur of praktijken en als dusdanig verwerkt. Na wederzijdse aanpassingen van mekaars hoofdstukken, zowel qua inhoud als schrijfstijl, werd de tekst in delen doorgezonden aan de leden van de stuurgroep. Lezing en herlezing, bijkomende informatie en artikels gaven reeds in augustus aanleiding tot herwerking van de sneuveltekst. In september 2002 werd de tekst een eerste maal besproken in de stuurgroep. Deze was van oordeel dat reeds een exhaustief geheel werd gevormd, met heel veel informatie, met ontsluiting van heel wat materiaal. Bekeken werd of de klemtonen niet tè juridisch werden gelegd, maar besloten werd dat duidelijke juridische informatie een meerwaarde geeft. De bedenking dat het systeemdenken en het contextuele gedachtegoed niet binnen een juridisch vacuüm kunnen opereren werd onderschreven. De map heeft ook een duidingfunctie, en vertaalt juridische realiteiten naar feitelijke ervaringen. Er moest nog gewerkt worden aan de leesvriendelijkheid, elk stuk zou dezelfde opbouw moeten hebben. Voorgesteld werd om in het begin van elk deel de kapstokken te duiden (smk’s, artikels uit het Verdrag voor de Rechten van het Kind…). De praktijkvoorbeelden in het theoretische gedeelte van de tekst werden als levensecht illustratiemateriaal ingevoegd. De stafmedewerkers herformuleerden, overlegden en vulden aan. Naar aanleiding van de wet patiëntenrechten (augustus 2002), werd een deel van de tekst volledig herschreven. De tweede bespreking in de stuurgroep, in oktober 2002, gaf aanleiding tot aanpassingen van de algemene inleiding: waar de inleiding ook moet dienen voor het begeleidend personeel, was zij onvoldoende gestoffeerd en werd er te veel voorkennis verondersteld. Er werd iets meer appèl gedaan op de medewerking van de veldwerker. Verder werd verduidelijkt dat de procesmap een werkinstrument is en dat verwacht wordt dat het team inspanningen zal leveren, dat het loutere lezen van de procesmap op zich niet voldoende is. Met het doorlopen van de procesmap is het werken rond kinderrechten niet àf, het is een continu zoekproces. Er werd enige uitleg over de verwevenheid van de rechten van ouders met de rechten van het kind toegevoegd, vanuit de bezorgdheid de positie van ouders niet te minimaliseren. Er werd nogmaals benadrukt dat de procesmap een vierde deel zal krijgen, waar de ervaringen en opmerkingen uit de workshops verwerkt zullen worden.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
- 44 -
1.3. Finaliseren: keuze van de praktijkcasussen (najaar 2002). In deel 3 van de procesmap worden levensechte situaties binnen de werking van de bijzondere jeugdbijstand gepresenteerd. Elke situatie illustreert een spanningsveld die bevraagd wordt vanuit de topics uit de procesmap. Dit deel werd opgevat als denk- en prikkelinstrument, waarbij teamleden uitgedaagd worden positie in te nemen, een mening te vormen, … In december 2002 werden de laatste details in de teksten bijgeschaafd, het voorwoord geformuleerd en de lay-out verzorgd. De procesmap was klaar, de sector kon tegemoet getreden worden.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
- 45 -
2. De workshops 2.1. Organisatie van de workshops Vanuit de stuurgroep werd aan de stafmedewerkster het advies gegeven om zoveel mogelijk in samenwerking met bestaande overleg- en samenwerkingsstructuren het aanbod uit te werken. Zo werden contacten gelegd met provinciale diensten en overheden. Het voorstel om de workshops te organiseren via de bestaande overleggroepen van de koepels, leek niet zo opportuun. Provinciale workshops boden immers de beste garantie dat elke voorziening de kans kreeg om deel te nemen. Om de toegankelijkheid nog te verhogen werd geopteerd om per provincie de workshop tweemaal in te richten, op verschillende data. Prioriteit werd duidelijk gelegd bij deze provinciale workshops. Daarnaast was de OSBJ, indien mogelijk, ook bereid om op vraag van een koepel, een federatie of een werkgroep een enigszins aangepaste workshop te organiseren. Eenmaal data en locatie afgesproken, werden folders opgesteld (zie bijlage). Alle voorzieningen werden aangeschreven, zoals deze opgenomen zijn in de lijst van de erkende voorzieningen bijzondere jeugdbijstand, toestand 1 december 2001 van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie Gezin en maatschappelijk welzijn, afdeling bijzondere jeugdbijstand. Enkele folders werden ook opgestuurd naar projecten en experimenten. In de Nieuwsbrief Jeugdrecht, nr 19, januari-februari 2003, werd het aanbod van de workshops kinderrechten in de bijzondere jeugdbijstand kenbaar gemaakt. Op vraag werden ook folders verstuurd naar consulenten CBJ, docenten, verantwoordelijken pleegzorg en naar medewerkers van de Integrale Jeugdhulp.
2.2. Doelstellingen van de workshops De workshops zijn een open aanbod voor alle voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand. Ze beogen een algemene kennismaking met het thema of de vraag: ‘hoe kinderrechten toepassen in de bijzondere jeugdbijstand?’ met als ondersteunend werkinstrument de procesmap. De procesmap wordt tijdens de workshops als losbladige publicatie aangeboden. In die vorm komt de visie best tot uiting dat het om een complex proces gaat en dat de gebundelde informatie uitnodigt tot aanvullingen en eigen notities. Vanuit dit opzet wilden we de verspreiding van de procesmap dan ook verbinden met interactieve workshops, met de hulpverleningspraktijk. Gevolg van deze optie is dat we zonder voorafgaandelijke differentiatie de algemene thematieken voorleggen aan heterogene discussiegroepen met deelnemers uit verschillende categorieën van voorzieningen. Bedoeling is om reflectieprocessen te activeren, die de specifieke werkmethodieken overstijgen en om het denkkader mbt kinderrechten aanwezig te stellen bij de bespreking van praktijkcasussen. Tevens is het de bedoeling hulpverleners de nodige juridische info aan te bieden.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
- 46 -
2.3. Methodiek van de workshops Via de uitnodigingsfolders naar de voorzieningen konden mensen zich vrij inschrijven. Vermoedelijk werd binnen elke voorziening wel wat overleg gepleegd wie kon/wou deelnemen. Maar voor de OSBJ stonden de workshops open voor een divers doelpubliek. Diversiteit was mogelijk qua: - functie in de voorziening (directie, coördinator, teamverantwoordelijke, opvoeder, ….) - voorkennis en ervaring in de sector - opleiding - ervaring met een kinderrechtenbeleid (Minoriusproject) - categorie van voorziening (begeleidingstehuis, dagcentrum, OOOC, …) Wel deelden we mee dat we het aantal deelnemers wilden beperken omwille van organisatorische en inhoudelijke redenen. We vroegen dus om hoogstens twee mensen in te schrijven. De respons op de uitnodigingen was ruim voldoende. Elke workshop kon doorgaan. De methodische aanpak was telkens gelijklopend. Bij aankomst konden de deelnemers zich aanmelden en ontvingen ze de procesmap. Na het onthaalmoment, soms met een verwelkomingwoord, kwam een plenair gedeelte waarbij de OSBJ voorgesteld werd en er een ruime toelichting gegeven werd omtrent opzet en inhoud van de procesmap. Er werd hierbij gebruik gemaakt van transparanten. Sommige deelnemers volgden ook in de procesmap. Dan werd er in twee deelgroepen gewerkt. We beschikten telkens over een bijkomend lokaal. De verdeling ging vlot omdat bij de aanmelding elke deelnemer een etiket kreeg met zijn naam/voorziening en met een kleurmarkering voor de deelgroep. In beide groepen werden dezelfde casussen besproken. Deze casussen stonden op papier en werden aan elke deelnemer overhandigd. Na een kort individueel lees- en schrijfmoment werd gevraagd om eigen antwoorden en bedenkingen in de groep voor te stellen. Daarna volgde een groepsdiscussie waar allerlei aspecten verder bevraagd, toegelicht of verduidelijkt werden. Per casus werd met de deelgroep telkens gepoogd om een voorlopig antwoord te formuleren, dat door een deelnemer genotuleerd werd. In het plenaire slotgedeelte brachten die notularissen de antwoorden naar voren. Door de begeleiding (Min Berghmans) werden deze bevindingen en vragen getoetst aan het denkkader van de procesmap en werd een proeve van antwoord geformuleerd. Op het eind van dit gedeelte werd aan de deelnemers gevraagd een evaluatieformulier in te vullen.
2.4. Overzicht van de provinciale workshops 31.01.03
12.02.03
18.02.03
Brussel, ism Brusselse Welzijnsraad, Jint, Grétrystraat 26, zaal Atlantis, voorwoord van Hendrik Van Den Bussche 12 ingeschreven deelnemers 10 aanwezigen Begeleiding, Min Berghmans, Ragnhild Degrendele Gent, Provinciehuis, Woodrow Wilsonplein 2, voorwoord van Jan Cools 26 ingeschreven deelnemers 23 aanwezigen Begeleiding: Min Berghmans, Ragnhild Degrendele Gent, Provinciehuis, Woodrow Wilsonplein 2 20 ingeschreven deelnemers 18 aanwezigen Begeleiding: Min Bergmans, Goedele Sulmont, Julien Vandermast Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
- 47 -
12.03.03
14.03.03
27.03.03
03.04.03
04.04.03
22.04.03
25.04.03
Brugge, Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III laan 41, voorwoord van Dirk De fauw, gedeputeerde welzijn. 22 ingeschreven deelnemers 22 aanwezigen Begeleiding: Min Berghmans, Goedele Sulmont, Julien Vandermast Brugge, Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold-III laan 41, 8200 Brugge,voorwoord van Dirk De fauw, gedeputeerde welzijn 24 ingeschreven deelnemers 23 aanwezigen Begeleiding: Min Berghmans, Goedele Sulmont, Rudi Roose Hasselt, Provinciehuis, Universiteitslaan 1, Kempenzaal, voorwoord Sonja Claes, gedeputeerde Welzijn 12 ingeschreven deelnemers 12 aanwezigen Begeleiding: Min Berghmans, Goedele Sulmont Leuven, Ravenstraat 98 17 ingeschreven deelnemers 14 aanwezigen Begeleiding: Min Berghmans, Goedele Sulmont, Karel Devos Antwerpen, Provinciehuis, Koningin Elisabethlei 22 33 ingeschreven deelnemers 30 aanwezigen Begeleiding: Min Berghmans,Goedele Sulmont, Simonne Daems Malle, provinciaal vormingscentrum, Smekenstraat 61 14 ingeschreven deelnemers 9 aanwezigen Begeleiding: Min Berghmans, Hilde Vanlommel Hasselt, Provinciehuis, Universiteitslaan 1, Kempenzaal, voorwoord Sonja Claes, gedeputeerde Welzijn. 21 ingeschreven deelnemers 19 aanwezigen Begeleiding: Min Berghmans, Goedele Sulmont, Simonne Daems
2.5. Overzicht van de workshops op aanvraag 20.02.03
06.05.03
Vraagbaak kinderrechten ism Jongerenbegeleiding voor overleggroep hulpverleners residenties. Gent, Geuzenhuis, Kantienberg. Aantal aanwezigen: 27 Begeleiding: Min Berghmans, Goedele Sulmont Workshop ism federatie Pleegzorg, Leuven, Ravenstraat 98 Aantal aanwezigen: 20 Begeleiding: Min Berghmans
De ‘vraagbaak kinderrechten’ kende een wat ander opzet en verloop. De groep bracht zijn voorbereide vraagstellingen naar voren en er werd specifieker ingegaan op bestaande probleemsituaties (hier geen hypothetische denkoefeningen noch algemene inleiding). Voor de workshop in samenwerking met de federatie Pleegzorg werd wel het klassieke stramien gevolgd met algemene inleiding en hypothetische denkoefeningen, maar werden de denkoefeningen toegespitst op pleegsituaties.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
- 48 -
2.6. Inhoudelijk verloop workshops Ter inleiding werd door de coördinator een korte voorstelling van de Ondersteuningsstructuur gegeven. Vervolgens schetste de implementator kort de totstandkoming van de procesmap, haar bedoeling en gebruiksaanwijzing. Om in de gespreksgroepen het denkkader van de procesmap toch al enigszins te kunnen hanteren, werd aan de deelnemers gevraagd om gedurende een 30-tal minuten aandacht te hebben voor de theoretische toelichting waarin de juridische en pedagogische krijtlijnen werden uiteengezet. Met behulp van een overhead-projector werd op die manier in vogelvlucht deel twee van de procesmap overlopen (zie bijlage: inhoudelijke voorstelling workshops). Daarna kon de groep in twee gesplitst worden en werden in de kleinere groepen een drietal denkoefeningen besproken uit de lijst die ook in bijlage bij het jaarverslag wordt gevoegd. In dit deel brachten vele veldwerkers eigen ervaringen aan en vonden levendige discussies plaats. De notie ‘belang van het kind’ werd soms zeer uiteenlopend geïnterpreteerd, in bevoogdende zin of in een respectvolle opvatting, met veel of weinig ruimte voor inbreng van ouders. Sanctioneren werd soms op repressieve manier bekeken, soms zeer constructief. De belangrijkste knelpunten situeerden zich op het spanningsveld tussen beroepsgeheim en meldingsplicht of -recht, recht op informatie (van ouders over hun kinderen, over elkaar, van kinderen over hun ouders) en kennisname van de eigen persoonsgegevens, met daaraan gekoppeld de wijze van verslaggeving. De ‘oplossingen’ die in de deelgroepen waren aangebracht, werden na de pauze door een verslaggever in het plenum gebracht, waarop de juridische buitengrenzen werden aangegeven met vaak de bedenking dat deze juridische grenzen niet persé de beste oplossing vormen, integendeel vaak een teken van onmacht en vastgelopen situaties zijn. Alleszins is uit de discussies gebleken dat er blijvende vraag is naar concrete oefensessies om om te gaan met sanctioneren, beroepsgeheim en informatieverschaffing, verslaggeving. Deze topics worden door het team dan ook zeker meegenomen naar het volgende werkjaar. We willen daarrond verdere thematische workshops organiseren.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
- 49 -
2.7. Evaluatie workshops Eerste evaluatie- en bijsturingvergadering (31.01.03) Direct na de eerste workshop, heeft het team het ganse verloop geëvalueerd. Deze onmiddellijke nabespreking was nodig omdat de verantwoordelijke stafmedewerkster binnenkort de dienst zou verlaten en er een goede overdracht moest kunnen plaats vinden. Daarenboven hadden we te maken met een ongekend, éénmalig en heterogeen doelpubliek. De vraag naar voldoende aansluiting en afstemming was dus evident. Hoewel het hele draaiboek zorgvuldig voorbereid was, werden een aantal tekortkomingen meteen bijgestuurd. Vooreerst betrof het enkele organisatorische aspecten, onder andere: - Bij het onthaal volgende zaken voorzien: aanwezigheidsattesten, naametiketten in 2 kleuren, deze zorgen voor een goede en vlotte groepsdeling. - In de discussiegroepen kopies voorzien met uitgeschreven casus en voldoende schrijfruimte. De opmerking werd gemaakt dat de inleiding dreigt over te komen als een saaie brok theorie. De bekommernis werd opgenomen om dit gedeelte vooraf goed te situeren, af te zien van een belerende stijl en om het publiek uit te nodigen tot reactie en feedback. De aangeboden casussen waren goed en stimuleerden tot interactie, ervaringsuitwisselingen en probleemstellingen. In functie van de vele komende workshops werd een korte evaluatievragenlijst opgemaakt.
Overzicht van de ontvangen en ingevulde evaluatieformulieren Op het einde van elke workshop, na het plenaire slotgedeelte, kreeg elke deelnemer een korte vragenlijst. We vroegen het volgende: 1. Beantwoordt deze workshop aan je verwachtingen? O ja O neen, reden 2. Heb je relevante informatie gehoord? O uit de inleiding? O uit de discussiegroepen? 3. Ben je van plan om rond de thema’s die vandaag zijn aangehaald te werken? O ja O neen, reden 4. Andere suggesties? Nagenoeg elke deelnemer heeft dit evaluatieformulier ingevuld en meteen terug aan ons bezorgd. In het totaal ontvingen we 159 formuleren., 149 respondenten antwoordden dat de workshops aan de verwachtingen voldeden en dat er relevante informatie gegeven werd. Er werden veel positieve opmerkingen genoteerd. Velen vonden dat het wat te snel ging, dat de workshop beter een volledige dag was, dat er meer tijd had moeten zijn voor casus-besprekingen.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
- 50 -
Er werden ons velerlei suggesties overgemaakt, waaronder: - Een follow-up studiedag. - Verder nagaan welke mogelijkheden er zijn tot meer participatie en inspraak van jongeren in hun voorziening. - Nog meer juridische informatie, vb over rechten van de minderjarigen ivm echtscheiding, over het statuut van stiefouder(s) en pleegouders,…. - Organiseren van praktijkbesprekingen per categorie. - Sessies organiseren rond verslaggeving. - Voor voorzieningen iets organiseren inzake wet op de privacy en beroepsgeheim. - Graag een studiedag specifiek voor consulenten. - Belangrijkste antwoorden op de verschillende denkoefeningen nog bezorgen.
Algemene evaluatieve conclusies De workshops zijn ten zeerste geslaagd, volgens het initiële opzet. We bereikten veel voorzieningen en de thematiek sloot aan bij actuele bekommernissen en vraagstellingen. De procesmap werd gewaardeerd als werkinstrument en houvast waarmee voorzieningen verder aan de slag kunnen. Zoals hierboven vermeld, kunnen we zeker stellen dat er vanuit het werkveld heel wat verdere suggesties doorgegeven werden. Een follow-up is gewenst en reeds wat geconcretiseerd in aangegeven noden en verwachtingen. In bijzonder werden de juridische toelichtingen nauwkeurig beluisterd. Hulpverleners binnen de bijzondere jeugdbijstand erkennen dit denkkader als meerwaarde en vragen daarbij nog verder ondersteuning. Tevens hebben we in de workshops kunnen ervaren dat er in de sector een grote bereidheid bestaat om met en van elkaar te leren.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
- 51 -
3. Dienstverlening en samenwerking met andere projecten 3.1. West-Vlaams aanspreekpunt kinderrechten Het West-Vlaams aanspreekpunt kinderrechten is een initiatief van het comité voor bijzondere jeugdzorg Roeselare-Tielt, preventiecel comité voor bijzondere jeugdzorg Brugge en de Kinderrechtswinkel Brugge om initiatieven te ontwikkelen naar de diensten die in WestVlaanderen werken binnen de bijzondere jeugdbijstand. De stafmedewerkster van de Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg werd in 2001 uitgenodigd om deel te nemen aan het overleg om dit aanspreekpunt mee vorm te geven en te ontwikkelen. De operationele doelstellingen van het voorbije werkjaar waren: Het zoeken naar werkvormen om de kennis van kinderrechten bij consulenten verder aan te scherpen via een nieuwsbrief; het voorzien van prikkelteksten inzake het implementeren en concretiseren van kinderrechten bij verwijzers naar analogie met de procesmap kinderrechten in de bijzondere jeugdbijstand, die specifiek voor voorzieningen geschreven is; een aanspreekpunt bieden voor concrete vragen rond de toepassing van kinderrechten; en ten slotte kan het WAK een consultfunctie op zich nemen om de lacunes en behoeften rond dit thema te signaleren naar de sector. Met het ontslag van de sociaal agoge en met de prioriteit gegeven aan de workshops in het voorjaar van 2003, werd deze samenwerking niet verdergezet.
3.2. Nieuwsbrief Jeugdrecht De Nieuwsbrief Jeugdrecht wordt voor het grootste deel door de OSBJ gefinancierd. Bovendien maakt de jurist van de Ondersteuningsstructuur deel uit van de redactieraad en worden ook inhoudelijke bijdragen geleverd. De Nieuwsbrief richt zich specifiek tot praktijkwerkers die op jongeren betrokken zijn. -
26/08/’02 03/12/’02 23/01/’03 13/03/’03 15/05/’03
Overleg SAW – Mie Jacobs ivm samenwerking Nieuwsbrief Jeugdrecht Redactieraad Redactieraad Redactieraad Redactieraad
3.3. Helpdesk Vanuit de workshops kwam de vraag naar een aanspreekpunt voor juridische en andere knelpunten op het individuele niveau van de voorziening. Praktijkwerkers kunnen hun vragen stellen, knelpunten signaleren en in overleg treden met de implementator kinderrechten via mail, en doen dit ook effectief.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
- 52 -
3.4. Diverse, eenmalige initiatieven - 13/09/’02 - 22/11/’02 - 24/01/’03 - 24/03/’03 - 08/05/’03
Hasselt: Gespreksavond jongerengroep SOPEH, met Ronny Mosuse, over Kinderrechten in pleegzorg (Min) Les Maria Margareta instituut Kortemark: studiedag over problematische opvoedingssituaties (Ragnhild) Eeklo: overleg dagcentra: participatie van kinderen bij intake en verslagen (Ragnhild, Goedele, Min) Reflectiegroep ‘Ouderbuddy’ Raad Ouders Jeugdhulp (ROJ) Antwerpen (Min) Hoorzitting Vlaams parlement voorstel decreet Ceyssens 45-dagen regel (Min)
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
- 53 -
Hoofdstuk 4: Stuurgroep implementatie kinderrechten 1. Samenstelling Zoals voorzien in de overeenkomst met de Vlaamse overheid werd een stuurgroep opgericht om het project implementatie kinderrechten mee vorm te geven. De samenstelling van de stuurgroep is te vinden in bijlage.
2. Overzicht vergaderingen - In juni 2002 was de samenstelling van de procesmap ‘Kinderrechten in de bijzondere jeugdbijstand’ het voornaamste agendapunt. Op de vergadering van 19 juni werd de inventaris door de stuurgroep goedgekeurd en werd beslist om de procesmap in 3 duidelijk onderscheiden delen op te splitsen: de inventaris, het theoriegedeelte en de praktijkvoorbeelden. Deze praktijkvoorbeelden worden opgevat als denkoefeningen voor de voorzieningen, triggers om zich te bezinnen over de kinderrechten. - Op de stuurgroep van 18 september 2002 werd de ruwe versie van de opgestelde theoretische teksten overlopen en bepaalde aanpassingen werden gesuggereerd. Er werd afgesproken dat Ragnhild de provinciaal verantwoordelijken voor welzijn zou contacteren om (1) de procesmap voor te mogen stellen op de provinciale samenkomsten en (2) medewerking te vragen bij het organiseren van de workshops, bijvoorbeeld logistieke ondersteuning. De workshops zouden van start gaan vanaf januari 2003 en over de inhoudelijke opbouw werd nagedacht: - voorstelling Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg - manier waarop de procesmap tot stand is gekomen - handleiding inventaris kinderrechten en reflecties vanuit het veld - workshops: het behandelen van een aantal dilemma’s - plenum: bespreking van de dilemma’s - evaluatie en peilen naar (de nood aan) follow-up De resultaten van de workshops zullen ook gebundeld worden en bij de eerste drie delen van de procesmap gevoegd worden. - De vergadering van 23 oktober 2002 boog zich een laatste maal over de teksten, waarna verslag werd gedaan van de contacten met de provinciale verantwoordelijken van de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Antwerpen. De provincies wensten in ruil voor de logistieke ondersteuning mee als organisator op de uitnodiging vermeld te worden. De stuurgroep kon zich daarin vinden. Vervolgens werd de concrete inhoud van de workshops besproken. - Op 17 december 2002 ging nogmaals een stuurgroep kinderrechten door, waarbij de definitieve versie van de procesmap kon worden doorgegeven.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
- 54 -
De stuurgroep bevestigde dat op vraag van bepaalde organisaties of federaties, ook thematische oefensessies konden worden georganiseerd bij wijze van bijzondere dienstverlening naar de sector. De verkoopprijs van de map werd bepaald op 10 € (kostprijs). - De laatste stuurgroep vond plaats op 28 januari 2003. In functie van het vertrek van Ragnhild werd de bezorgdheid geuit naar de verderzetting van het project. Gezien de uittekening van de toekomstige verruimde opdracht van de OSBJ nog bepaalde onduidelijkheden bevatte, werd niet onmiddellijk een vervangster aangenomen, wel werd de arbeidstijd van Min uitgebreid naar 4/5. De vastgelegde data voor de workshops werden overlopen, bepaalde leden van de stuurgroep zeggen hun medewerking aan de workshops toe: Simonne Daems, Rudi Roose, Julien Vandermast. Er wordt niet onmiddellijk een volgende vergadering gepland, dit zal gebeuren zodra de verruimde opdracht vaststaat en het personeelskader dienovereenkomstig opnieuw is ingevuld, vermoedelijk najaar 2003.
3. Evaluatie van de stuurgroep De leden van de stuurgroep werden bevraagd over de samenstelling en de werking. Er zijn 12 leden in de stuurgroep naast de medewerkers van de OSBJ. Van deze 12 personen hebben er 8 gereageerd op de vragen die we hen doorgaven. Verschillende personen participeren vanuit hun lidmaatschap binnen de OSBJ en meer bepaald vanuit de Raad van Beheer. Verder participeren de anderen vanuit hun professionele bezigheden. Er zijn geen personen die louter ten persoonlijke titel deelnemen. Een weergave van hun antwoorden:
- Samenstelling van de stuurgroep Algemeen: •
Mogelijks zou een ruimere groep meer perspectieven hebben kunnen bieden. Anderzijds is deze groep er toch in gelukt op een vrij korte periode tot overeenstemming te komen omtrent opzet en formule van werken.
•
Het is zeer moeilijk om de competenties van andere mensen te beoordelen maar ik denk dat de groep zijn taken kan vervullen. Alhoewel het gaat om kinderrechten zou de aanwezigheid vanuit de ouders wenselijk zijn.
• •
Het kabinet ontbrak. Er was zeer veel onregelmatige aanwezigheid van heel wat leden. Daardoor was het moeilijk om een lijn te krijgen in de strategiebepaling en in de inhoudelijke uitwerking
Specifiek: personen en/of diensten wiens deelname een meerwaarde kan hebben: •
Gemeenschapsinstellingen
•
Integrale jeugdhulp
•
Ingrid Crabbe van Roppov
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
- 55 -
- Knelpunten en verwachtingen •
Voorzitterschap was niet duidelijk.
•
Grote tijdsinvestering: inhoudelijke inbreng weegt door.
•
Zeer lang geduurd voor de procesmap af was, de aanvankelijke eenvrouwsbezetting was daaraan wellicht niet vreemd. Ontsluiten en bekendmaken van het initiatief naar de sector had vlugger moeten gebeuren.
•
Er is geen aansluiting met het overleg binnen de andere sectoren. Deze aansluiting werd zelfs openlijk geweigerd (zie ckg’s).
- Andere opmerkingen •
Er was voor sommigen een déjà vu met het Minoriusproject.
•
Jammer dat er geen verruiming naar cliëntenrechten, ouderrechten gemaakt is.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
- 56 -
Besluit deel II In het voorbije werkjaar is de implementatie van kinderrechten in de private voorzieningen Bijzondere Jeugdbijstand werkelijk uit de startblokken geschoten. De zoektocht naar de behoeften binnen de sector werd voorlopig afgesloten, een antwoord zou worden geboden in de vorm van een procesmap, waarvan het kader, de inventaris, was opgesteld. Qua personeel werd de énige stafmedewerkster voor dit thema aangevuld met de juridische invalshoek, zij het (gedeeld) halftijds, van de sedert april 2002 aangeworven juriste. Samen zetten zij hun schouders onder het uitschrijven van het theoretische gedeelte van de procesmap, hierin gesteund door (bepaalde) leden van de stuurgroep kinderrechten. In het najaar van 2002 kon de organisatie van de workshops dan ook stilaan worden voorbereid en op poten gezet. Tussen de bedrijven door werd het team kinderrechten ook aangesproken voor diverse activiteiten en initiatieven zoals het WAK, de Nieuwsbrief Jeugdrecht, voordrachten en artikels en werden vormingen gevolgd waarbij de vinger aan de pols werd gehouden met de noden van de sector. Langzaamaan kreeg het kinderrechtenteam van de OSBJ dan ook bekendheid. In januari 2003 vond de eerste provinciale workshop plaats. Door het ontslag van de initiële stafmedewerkster kinderrechten, die niet zomaar kon vervangen worden, vond een noodzakelijke herschikking van het personeel plaats en kwam het leeuwenaandeel van de 9 volgende workshops op de schouders van de juriste terecht, (uitbreiding tewerkstelling tot 4/5 jobtime), gesteund door de coördinator. De workshops voldeden wel degelijk aan een behoefte, maar de honger in het veld blijft: Er leeft een vraag naar nog meer praktijkgerichte, concrete ondersteuning. De implementator kinderrechten opereert opnieuw vanuit een eenvrouwspositie. Nieuwe personeelsaanwervingen kunnen pas in het najaar 2003 van start gaan. De versnelling die de implementatie Kinderrechten van de Ondersteuningsstructuur heeft genomen, dreigt aldus weer te vertragen door organisatorische problemen. Nochtans zijn er duidelijk behoeften in het werkveld en werd op de aangeboden workshops gereageerd met een luide vraag naar meer. Voor het komende werkjaar staat de uitwerking van het vierde deel van de procesmap, met de reacties uit de workshops en de gegeven antwoorden en vragen op de praktjijkcasussen, voorop. Voordrachten op vraag van bestaande overlegorganen staan alleszins reeds op het programma. Medewerking aan een tijdschrift gericht op praktijkwerkers in het jeugdveld wordt ook principieel weerhouden.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
- 57 -
Een nader werkpunt vormt het aanhalen van de contacten met het Kinderrechtencommissariaat. Nuttige contacten werden gelegd in het kader van de redactieraad Nieuwsbrief Jeugdrecht. In de verdere werking van de stuurgroep Kinderrechten zal ook hun inbreng verder worden gevraagd. Aansluiting bij de Kinderrechtencoalitie is een optie die in functie van de daaraan gekoppelde verplichtingen en het beschikbare personeelskader verder moet bekeken worden. Vervolgens wordt gedacht aan een volgende serie van thematische workshops of studiedagen, steeds gekaderd aan de hand van praktijkvoorbeelden, toegespitst op: -sanctioneren -beroepsgeheim en meldingsplicht of –recht -positie van ouders in relatie tot het IVRK (Kinderrechtenverdrag) -kennisname van de eigen persoonsgegevens en die van anderen in een dossier -respectvolle verslaggeving -participatief werken met jongeren en ouders binnen de dagelijkse werking van de voorziening -relatie met verwijzers. De concrete uitwerking van dergelijke vormingen is mede afhankelijk van de nieuwe personeelsequipe, hoewel ook beroep kan en zal worden gedaan op deskundige externen, mogelijk op praktijkwerkers met ervaring in het verwezenlijken van een kinderrechtenbeleid binnen hun voorziening. De vraag blijft ook naar het bereiken van het ganse werkveld, het uitdenken van een strategie om ook de minder enthousiaste voorzieningen warm te maken voor het ideeëngoed van het IVRK. Sensibilisering naar gemeenschapsinstellingen, integrale jeugdhulp en consulenten lijkt ook nuttig, de vraag wordt van hen uit ook gesteld om deel te mogen nemen aan workshops en vormingen en in dialoog te treden. Wij stellen ons als Ondersteuningsstructuur hiervoor zeker open.
De aanzet tot de implementatie kinderrechten is gegeven. Ideeën en initiatieven borrelen op. De Ondersteuningsstructuur zet zich verder in, ‘naar godsvrucht en vermogen’.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel II
- 58 -
Deel III
ACTIVITEITEVERSLAG CHROOLOGISCH OVERZICHT Juni 2002 – juni 2003
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
Hoofdstuk 1: Thematische ondersteuning herstelgerichte afhandelingen van jeugddelinquentie Stuurgroep herstelgerichte afhandelingen - OSBJ Deze stuurgroep werd samengesteld conform de richtlijnen in de overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de OSBJ. De samenstelling van de stuurgroep vindt u terug in bijlage. - 17/06/’02 - 17/10/’02 - 13/02/’03
Stuurgroepvergadering herstelgerichte afhandelingen: Theoretisch-analytisch concept herstelrecht, toelichting door prof. Lode Walgrave (team / Goedele) Stuurgroepvergadering herstelgerichte afhandelingen: Afstemming van de verschillende herstelgerichte afhandelingen (team / Goedele) Stuurgroepvergadering herstelgerichte afhandelingen: Evaluatie stuurgroep, evaluatie van OSBJ door de diensten, bespreking rapport (team / Goedele)
Werkgroep ‘Herstel’ Het team herstelgerichte afhandelingen komt regelmatig samen met enkele mensen van de Raad van Beheer (Willy Vandamme, Vincent Vanhumbeeck, Mon Vandekeybus en tot eind 2002 Filip Maertens ), eventueel uitgebreid met enkele deskundigen uit de stuurgroep. Deze werkgroep bereidt inhoudelijk de punten voor die relevant zijn voor de uitbouw van de pijler herstelgerichte afhandelingen. - 27/06/’02 - 18/09/’02 - 05/12/’02 -
21/01/’03 13/02/’03 18/03/’03 05/06/’03
Evaluatie stuurgroepvergadering van 17/06/’02, bespreking conclaafdagen 20 en 21/06/’02 en meldingen (team / Goedele) Voorbereiding stuurgroepvergadering van 17/10/’02, thema’s voor gesprek met kabinet, aanwerving secretariaatsverantwoordelijke (team / Goedele) Opvolging denktanken, stuurgroepplanning, vervanging Lieve B., planning team, Parket-Generaal (team / Goedele) Bespreking toekomst OSBJ (team / Goedele) Bespreking toekomst OSBJ(team / Goedele) Bespreking toekomst OSBJ (team / Goedele) Functie en bevoegdheden werkgroep, nieuwe overeenkomst, SIB-minderjarigen, studiedagen Jongerenbegeleiding, personeel en planning (team / Goedele)
Teamvergaderingen - herstelgerichte afhandelingen Het teamoverleg stelt een inhoudelijke en praktische werkplanning op, verdeelt de taken en is de plaats waar ervaringen,visies en knelpunten besproken worden. Het team bestaat uit Mia Claes (teamcoördinator), Hilde Geudens, Lieve Balcaen (sinds 01/06/’02), Hilde Van Lommel (sinds 01/01/03 tot 09/05/03), Min Berghmans en Hilde Engelbeens (secretariaatsverantwoordelijke sinds 27/09/02). Maandelijks volgt de algemeen coördinator (Goedele Sulmont) de teamvergadering in Leuven. - 06/06/’02 - 13/06/’02 - 20-21/06 - 05/09/’02 - 06/09/’02 - 12/09/’02
Team herstelgerichte afhandelingen + verwelkoming Lieve Balcaen Team herstelgerichte afhandelingen Conclaafdagen; evaluatie na 1 jaar werking en planning voor het volgend werkjaar (met Goedele) Team herstelgerichte afhandelingen (en Goedele) Team herstelgerichte afhandelingen (verdere planning) Team herstelgerichte afhandelingen Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
- 61 -
-
19/09/’02 19/09/’02 27/09/’02 18/10/’02 18/10/’02
- 24/10/’02 - 07/11/’02 - 14/11/’02 - 21/11/’02 - 29/11/’02 - 03/12/’02 - 12/12/’02 - 19/12/’02 - 09/01/’03 - 16/01/’03 - 23/01/’03 - 27/01/’03 - 30/01/’03 - 04/02/’03 - 19/02/’03 - 25/02/’03 - 13/03/’03 - 18/03/’03 - 27/03/’03 - 03/04/’03 - 24/04/’03 - 05/05/’03 - 08/05/’03 - 22/05/’03 - 27/06/’03
Team herstelgerichte afhandelingen Samenkomst rond thema vlaams overzicht HSM, GD en LP Team herstelgerichte afhandelingen + verwelkoming Hilde Engelbeens Team herstelgerichte afhandelingen (en Goedele) Planning vorming herstelbemiddeling, gemeenschapsdiensten en leerprojecten (Mia / Hilde G / Lieve) Team herstelgerichte afhandelingen Team herstelgerichte afhandelingen Team herstelgerichte afhandelingen Team herstelgerichte afhandelingen Team herstelgerichte afhandelingen Team herstelgerichte afhandelingen (en Goedele) Team herstelgerichte afhandelingen (en Hilde Vanlommel) Team herstelgerichte afhandelingen Team herstelgerichte afhandelingen (en Goedele) Team herstelgerichte afhandelingen Team herstelgerichte afhandelingen Team herstelgerichte afhandelingen Team herstelgerichte afhandelingen Team herstelgerichte afhandelingen Team herstelgerichte afhandelingen Team herstelgerichte afhandelingen (en Goedele) Team herstelgerichte afhandelingen (en Goedele) Team herstelgerichte afhandelingen te Brussel (en Goedele) Team herstelgerichte afhandelingen Team herstelgerichte afhandelingen (en Goedele) Team herstelgerichte afhandelingen (en Goedele) Planningsdag team herstelgerichte afhandelingen (en Goedele) Team herstelgerichte afhandelingen Team herstelgerichte afhandelingen Team herstelgerichte afhandelingen (en Goedele)
Arrondissementele stuurgroepen Vanuit het team volgen we de arrondissementele stuurgroepen en de werkgroep minderjarigen Kortrijk (evenzeer beleidsoverleg) zo veel mogelijk op. -
04/06/’02 10/06/’02 11/06/’02 11/06/’02 18/06/’02 24/06/’02
-
25/06/’02 28/06/’02 03/09/’02 09/09/’02 12/09/’02 16/09/’02 23/09/’02
Stuurgroep arrondissement Mechelen (Hilde G) Werkgroep minderjarigen Kortrijk (Mia) Stuurgroep arrondissement Antwerpen (Mia) Stuurgroep arrondissement Turnhout (Hilde G) Stuurgroep Kortrijk (Hilde G) Stuurgroep arrondissement Brugge – ondertekening deelprotocol herstelbemiddeling Minderjarigen (Mia / Min) Stuurgroep arrondissement Oudenaarde (Mia) Stuurgroep arrondissement Ieper/Veurne (Lieve) Stuurgroep arrondissement Mechelen (Mia / Min) Stuurgroep arrondissement Leuven (Mia) Stuurgroep arrondissement Antwerpen (Mia) Stuurgroep arrondissement Brugge (Hilde G) Werkgroep minderjarigen Kortrijk (Mia)
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
- 62 -
- 25/09/’02 - 04/10/’02 - 08/10/’02 - 31/10/’02 - 12/11/’02 - 22/11/’02 - 28/11/’02 - 03/12/’02 - 09/12/’02 - 09/12/’02 - 13/01/’03 - 14/01/’03 - 28/01/’03 - 30/01/’03 - 06/02/’03 - 10/02/’03 - 24/02/’03 - 10/03/’03 - 01/04/’03 - 22/04/’03 - 22/04/’03 - 19/05/’03 - 02/06/’03 - 16/06/’03 - 17/06/’03 - 23/06/’03 - 30/06/’03
Stuurgroep arrondissement Oudenaarde (Mia) Stuurgroep arrondissement Kortrijk (Mia) Stuurgroep arrondissement Turnhout (Hilde G) Stuurgroep arrondissement Mechelen (Min) Stuurgroep arrondissement Leuven (Hilde G) Stuurgroep arrondissement Antwerpen (Hilde G) Stuurgroep arrondissement Oudenaarde (Mia) Stuurgroep arrondissement Kortrijk (Mia) Werkgroep minderjarigen Kortrijk (Mia / Min) Stuurgroep arrondissement Brugge (Mia) Stuurgroep arrondissement Leuven (Mia) Stuurgroep arrondissement Gent (Mia) Stuurgroep arrondissement Turnhout (Min) Stuurgroep arrondissement Mechelen (Mia) Stuurgroep arrondissement Antwerpen (Mia) Stuurgroep arrondissement Oudenaarde (Mia) Stuurgroep arrondissement Brugge (Min) Werkgroep minderjarigen Kortrijk (Min) Stuurgroep arrondissement Turnhout (Min) Stuurgroep arrondissement Kortrijk (Hilde G) Stuurgroep arrondissement Antwerpen (Min) Stuurgroep arrondissement Leuven (Mia) Stuurgroep arrondissement Brugge (Min) Werkgroep minderjarigen Kortrijk (Min) Stuurgroep arrondissement Antwerpen (Min) Stuurgroep arrondissement Leuven (Lieve) Stuurgroep arrondissement Mechelen (Hilde G)
Begeleidingsteams herstelbemiddeling minderjarigen Door de hoge werkdruk besloten we niet alle begeleidingsteams systematisch te volgen. In het arrondissement Gent volgen we de teams op om de nieuwe dienst te ondersteunen in haar opstartfase. Daarnaast gaan we in op vragen van andere diensten of nemen we zelf initiatief om zaken toe te lichten. -
03/09/’02 17/09/’02 23/09/’02 26/09/’02 02/10/’02 15/10/’02 22/10/’02 06/11/’02 18/11/’02 07/01/’03 28/04/’03 10/06/’03
Begeleidingsteam Gent (Lieve) Begeleidingsteam Gent (Lieve) Begeleidingsteam Leuven (Hilde G) Begeleidingsteam Antwerpen (Hilde G) Begeleidingsteam Mechelen (Hilde G) Begeleidingsteam Mechelen (Mia / Min) Begeleidingsteam Gent (Lieve) Begeleidingsteam Gent (Lieve) Begeleidingsteam Gent (Lieve) Begeleidingsteam Gent (Lieve) Begeleidingsteam Leuven (Mia) Begeleidingsteam Leuven ivm juridische bijstand (Min)
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
- 63 -
Vereffeningsfonds Het vereffeningsfonds, als instrument binnen de bemiddeling om jongeren effectief de kans te geven tegemoet te komen aan de vragen van het slachtoffer, wordt sinds 1997 op provinciaal niveau uitgebouwd in de provincie Vlaams-Brabant. In 1999 volgde de provincie Limburg, in maart 2002 startte men in de provincie Antwerpen en in april 2003 vond de installatievergadering plaats van het fonds voor de provincie West-Vlaanderen. Vanuit de OSBJ is een verdere opvolging van de bestaande initiatieven van belang om te komen tot een éénduidiger en eenvormiger concept. Verder trachten we mee de stimulator te zijn voor de ontwikkeling van fondsen in andere provincies. De OSBJ is één van de mede-organisatoren van de vierdaagse seminariereeks : “Een pittig melodietje op zoek naar samenklank”. Kritische focus op het vereffenings-en herstelfonds als bijdragen tot herstelrecht. - 25/06/’02
-
25/06/’02 28/06/’02 27/08/’02 04/09/’02
- 03/10/’02 - 10/10/’02 - 24/10/’02 - 07/11/’02 - 21/11/’02
- 26/11/’02 - 26/11/’02 - 05/12/’02 - 17/12/’02 - 17/01/’03 - 28/01/’03 - 04/02/’03 - 11/02/’03 - 10/03/’03 - 14/03/’03 - 26/03/’03 - 23/04/’03 - 22/05/’03 - 16/06/’03 - 20/06/’03
Voorbereidende vergadering met de bemiddelingsdiensten en OSBJ over verzekering jongeren tijdens uitvoering vrijwilligerswerk in kader van het Provinciaal Vereffeningsfonds Antwerpen (Min) Comité V. Antwerpen (Lieve) Voorbereidende vergadering seminariereeks Provinciaal Vereffeningsfonds (Hilde G) Comité V. Antwerpen (Lieve) Voorbereidende vergadering seminariereeks Provinciaal Vereffeningsfonds (Mia / Lieve / Hilde G) Voorbereidende vergadering seminariereeks Provinciaal Vereffeningsfonds (Mia / Lieve / Hilde G) Comité V. Leuven (Hilde G) Seminariedag Provinciaal Vereffeningsfonds: .“ De provinciaal vereffeningsfondsen en het herstelfonds gedetineerden” (Mia / Lieve / Hilde G) Seminariedag Provinciaal Vereffeningsfonds: “ Individuele verantwoordelijkheid en maatschappelijk belang” (Mia / Lieve / Hilde G) Seminariedag Provinciaal Vereffeningsfonds: ‘Verzekering, nationaal fonds voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke geweldddaden en vereffeningsfondsen” (Mia / Lieve / Hilde G) Comité V. Antwerpen (Lieve) Voorbereidende vergadering in het kader van de opzet van een Provinciaal Vereffeningsfonds West-Vlaanderen (Mia) Seminariedag Provinciaal Vereffeningsfonds: “Betrokkenheid van de gemeenschap op het herstel ”(Mia / Lieve / Hilde G) Comité V. Antwerpen (Lieve) Vergadering seminariereeks Provinciaal Vereffeningsfonds (Lieve) Comité V. Antwerpen (Lieve) Vergadering Vereffeningsfonds Antwerpen (Mia) Vergadering seminariereeks Provinciaal Vereffeningsfonds (Mia) Begeleidingsgroep Provinciaal Vereffeningsfonds Vlaams-Brabant (Mia) Persconferentie: verslagboek Seminariereeks (Hilde V) Begeleidingsgroep Provinciaal Vereffeningsfonds Antwerpen (Mia) Installatievergadering vereffeningsfonds West-Vlaanderen Begeleidingsgroep vereffeningsfonds West-Vlaanderen Comité V. West-Vlaanderen (Lieve) Begeleidingsgroep vereffeningsfonds Limburg (Lieve)
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
- 64 -
Gemeenschapsdienst en leerprojecten Het aantal overlegorganen voor de alternatieve maatregelen is aanzienlijk minder dan voor de herstelbemiddeling. De OSBJ tracht ze in elk geval nauwgezet te volgen om op deze manier voeling te blijven houden met de praktijk. -
24/06/’02 16/10/’02 18/11/’02 06/12/’02 09/12/’02 06/01/’03 09/01/’03 13/01/’03 14/01/’03 14/01/’03 14/01/’03 21/01/’03 10/03/’03 28/04/’03
Stuurgroep ADAM Antwerpen (Hilde G) Brukovi - overleg met het team in West-Vlaanderen (Hilde G) Team gemeenschapsdienst Limburg (Hilde G) Stuurgroep Alternatieve Maatregelen Kortrijk (Min) Team gemeenschapsdienst Limburg (Hilde G) Team gemeenschapsdienst Limburg (Hilde G) Stuurgroep ADAM Antwerpen (Hilde G) Overleg met dienst Elegast (Lieve / Hilde V) Overleg met dienst DAS&V (Mia / Hilde V) Overleg met dienst CAB (Mia / Hilde V) Overleg met dienst ADAM (Lieve / Hilde V) Overleg met diensten Bas! en Dialoog (Mia) Team gemeenschapsdienst Limburg (Hilde V) Team gemeenschapsdienst Limburg (Hilde V)
Samenwerking met Hergo We volgen het Hergo experiment omdat we op de hoogte willen blijven van de evoluties met betrekking tot deze herstelrechtelijke methodiek. Daarnaast is één van de medewerkers nauw betrokken op het nieuwe experiment ‘Hergo op school’. Lieve Balcaen volgde de opleiding die werd verzorgd door de mensen van ‘Echt – recht conferentie’ van Nederland. Zij staat in voor de begeleiding van de intervisie, georganiseerd voor de leerkrachten die de Hergo’s in de praktijk modereren. -
17/06/’02 18/06/’02 20/09/’02 30/09/’02 14/11/’02 19/11/’02 28/11/’02 09/01/’03 11/01/’03
Stuurgroep Hergo Leuven (Lieve) Lokale stuurgroep Hergo Leuven (Lieve) Overleg met Nicole Vettenburg – Hergo op school (Lieve / Goedele) Stuurgroep Hergo Leuven (Lieve) Intervisie Hergo op school (Lieve) Overleg met Inge Van Fraechem en Lode Walgrave (Mia / Lieve) Stuurgroep Hergo Leuven (Lieve) Hergo op school (Lieve) Methodiek Hergo op school (Lieve)
Samenwerking met project S.I.B.-minderjarigen Voor Slachtoffer in Beeld voor minderjarigen vormt de OSBJ het aanspreekpunt (cfr. Overeenkomst). Beide teams kwamen samen in functie van verdere visie-ontwikkeling. - 26/06/’02 - 13/03/’03
OSBJ en SIB minderjarigen (Mia / Hilde G / Lieve) Overleg met externen over SIB-Minderjarigen (team / Goedele)
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
- 65 -
Samenwerking Kruispuntinitiatieven Welzijn,Criminaliteit en Veiligheid Een formeel overleg tussen de OSBJ en de kruispuntinitiatieven is er door wederzijdse deelname aan de stuurgroepen. Enerzijds participeren de kruispuntinitiatieven aan de stuurgroep herstelgerichte afhandeling; anderzijds participeert de OSBJ aan de stuurgroep alternatieve sancties van kruispuntinitiatieven. Gezien de einddatum van het project Kruispuntinitiatieven werden de beleidsaanbevelingen besproken in de Stuurgroep van 24 september en betekende dit voor de OSBJ de laatste deelname aan hun stuurgroep. - 06/06/’02 - 24/09/’02
Stuurgroep Kruispuntinitiatieven (Mia) Stuurgroep Kruispuntinitiatieven (Mia)
Interuniversitair onderzoek herstelgerichte afhandelingen De formele verbinding tussen het project herstelgerichte afhandeling en het interuniversitair onderzoek situeert zich op het niveau van beide stuurgroepen. De OSBJ (vertegenwoordigd door Willy Vandamme en Mia Claes) neemt deel aan de stuurgroepvergaderingen van het interuniversitair onderzoek. Anderzijds participeert het interuniversitair onderzoek (vertegenwoordigd door Ingrid van Welzenis en An Nuytiens) aan de stuurgroep van de herstelgerichte afhandeling. - 25/09/’02 - 27/09/’02
Overleg met universitaire onderzoekers (Mia / Hilde G / Lieve) Stuurgroep interuniversitair onderzoek (Mia)
FAS-overleg Het Forum Alternatieve Sancties, bezig met een proportionaliteitsonderzoek is in september nog samengekomen voornamelijk om de evaluatie-instrumenten op punt te zetten. - 09/09/’02
Afwerking evaluatie-instrumenten (Hilde G)
Vormingsaanbod Onder deze rubriek rangschikken we de diverse activiteiten die tot doel hebben te voorzien in een vormingsaanbod dat aansluit bij de educatieve noden van medewerkers en diensten binnen de herstelgerichte afhandelingsvormen. Op deze vormingsdagen (intervisie en themadagen) mogen we altijd rekenen op een grote opkomst. Meestal zijn alle diensten vertegenwoordigd en hebben we groepen van 20 deelnemers en méér. Aan de introductiecursus herstelbemiddeling minderjarigen kunnen de nieuwe bemiddelaars deelnemen. We starten telkenmale een cursus vanaf vijf deelnemers. Ditmaal waren we verzekerd van een groep van 7 bemiddelaars. - 03/06/’02
- 18/06/’02
- 16/09/’02 - 26/09/’02 - 04/10/’02 - 08/10/’02
Intervisie herstelbemiddelaars rond het thema rapportage (voorbereid door o.a. juriste Min Berghmans) en het thema directe bemiddeling dit laatste in samenwerking met Bram Vandroogenbroeck (strafbemiddelaar Brussel en opleider SHH-Heverlee, cursus bemiddeling) (Mia / Min / Lieve) Themadag gemeenschapsdienst/leerprojecten: thema's vanuit ingevulde vragenlijsten ter verdere kennismaking, bespreking eerste contactname met de jongere/ouders. In de namiddag werken we rond het thema 'beroepsgeheim' onder leiding van Min Berghmans met aandacht voor methodische oefeningen. (Mia / Hilde G / Min) Introductiecursus herstelbemiddeling (Mia / Lieve) Introductiecursus herstelbemiddeling (Mia / Lieve) Introductiecursus herstelbemiddeling (Mia / Lieve) Introductiecursus herstelbemiddeling (Mia / Lieve / Min)
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
- 66 -
- 09/10/’02 - 21/10/’02 - 04/11/’02 - 05/11/’02 - 13/12/’02 - 21/02/’03 - 29/04/’03
- 13/05/’03
- 12/05/’03 - 27/05/’03 - 19/06/’03
Bezoek De Grubbe Everberg (Mia / Hilde G / Min) Intervisie herstelbemiddeling (Lieve / Min) Introductiecursus herstelbemiddeling - Intervisie (Lieve / Min) Themadag voor gemeenschapsdiensten en leerprojecten: Rapportage aan gerechtelijke instanties,verslaggeving allerlei (Mia / Min) Themadag voor de drie afhandelingen: “Verbondenheid” met spreker Johan Deklerck (Mia / Min / Lieve / Goedele) Themadag voor de drie afhandelingen: 'Het huidige jeugdrecht en de integrale jeugdhulpverlening' met spreker Johan Put.(Min / Mia / Hilde G / Hilde V / Goedele) Themadag leerprojecten: Uitwisseling van werkvormen. Interactieve kennismaking met het model van ‘Situationeel leiderschap’ met Ilse Smets van Outward Bound School.(Hilde V / Mia) Themadag voor begeleiders van gemeenschapsdiensten: Verwachtingen van de begeleidingsdiensten naar de prestatieplaatsen en vice versa, intervisie aan de hand van concrete casuïstiek (Hilde G / Mia) Voorbereiding themadag herstelbemiddelaar. Gesprek met Mevr. Sabine Vermeire van vzw Interactie Academie (Mia) Themadag voor de herstelbemiddelaars: Methodische ondersteuning i.s.m. vzw Interactie Academie Antwerpen.(Mia / Lieve) Themadag voor de drie afhandeling: met sprekers Ido Weijers en Rudi Roose: pedagogisch perspectief in het jeugdsanctierecht – meest wenselijke reactie op jeugddelinquentie (Lieve / Hilde G / Min / Goedele)
Denktanken Tijdens de evaluatiedagen van het eerste werkjaar (juni ’02) werd door het team het initiatief genomen tot het organiseren van een aantal denktanken. Op de agenda staan inhoudelijke thema’s die verwijzen naar belangrijke vragen en knelpunten aangegeven door het praktijkveld en de diensten. Rond deze thema’s wil het team een diepere en bredere knowhow verwerven via overleg en samenspraak met de leden van de werkgroep en externe deskundigen/betrokkenen. De opzet is dan om vanuit deze verworven deskundigheid nieuwe ondersteuningsvormen naar het praktijkveld en de diensten aan te bieden. - 18/09/’02
- 15/10/’02
- 17/10/’02
Denktank Samenwerking met de Sociale Dienst: In deze denktank gaan we na hoe we tot meer eenvormigheid kunnen komen (procedure, rapportage, infodoorstroom... ) en wat we eventueel kunnen ondernemen in de arrondissementen waar bijna geen doorverwijzingen zijn op jeugdrechtbankniveau. (team, Goedele Sulmont, Mon Vandekeybus, Vincent Vanhumbeeck en Mevr. Hilde Van Baelen) Denktank Slachtoffer in Beeld – Minderjarigen: De opzet van deze denktank is te komen tot een visie-ontwikkeling en het verzamelen van adviezen voor het uittekenen van een OSBJ-beleid rond het praktijkexperiment S.I.B. – Minderjarigen. (team, Goedele Sulmont, Prof. Lode Walgrave, Greet Raets (A.W.W.), Onderzoekers V.U.B. ‘Herstelgerichte Afhandelingen, Ilse Jaspers (S.I.B.), Luc Hertogen (Baal), Vincent Vanhumbeeck) Denktank Meersporenbeleid: In deze denktank zitten we samen rond het thema: Hoe verhouden hulpverlening, herstel en sanctie zich t.o.v. elkaar ? Een aantal denkpistes worden overlopen en knelpunten aangekaart. (team, Willy Vandamme, Vincent Vanhumbeeck en Luc Hertogen)
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
- 67 -
- 28/11/’02
- 16/12/’02
Denktank Plaatsing en Herstel: Ideeën, bedenkingen en vragen rond het thema ‘plaatsing en herstel’ worden geordend aan de hand van de volgende topics: Wat is herstel? Wat is plaatsing? Waarom de link leggen tussen plaatsing en herstel? Hoe deze link leggen? (team, Goedele Sulmont, Dhr. Jurgen Van Poecke, Mevr. Gerda Coolman, Dhr. Kris Smolders) Denktank Welzijnsgerichte benadering: In de overeenkomst van de OSBJ met de Vlaamse Gemeenschap staat onder punt 3 “prestaties” als voorlaatste punt vermeld: “bijdragen tot een meer welzijnsgerichte benadering van criminaliteit en onveiligheid in het algemeen”. In deze denktank doen we een poging om wat orde aan te brengen in de veelheid aan documenten en ideeën over ‘welzijnsgerichte benadering’. (team, Goedele Sulmont, Mevr. Mia Geukens, Mevr. Kristin Nuyts)
Werkgroepen Ofwel gaat het om werkgroepen die de OSBJ zelf in het leven riep om gedurende enige tijd samen met de praktijkwerkers door te werken aan een bepaald thema, ofwel zijn het werkgroepen die door anderen in het leven werden geroepen en waar de OSBJ aan deelneemt. Zij speelt deze informatie door aan de sector/achterban. - 27/06/’02 - 28/08/’02 - 03/09/’02 - 19/09/’02 - 24/09/’02 - 07/10/’02 - 14/10/’02 - 04/11/’02 - 25/11/’02 - 25/11/’02 - 02/12/’02 - 04/12/’02 - 06/12/’02 - 10/12/’02 - 03/02/’03 - 04/02/’03 - 10/02/’03 - 14/02/’03 - 17/02/’03 - 26/02/’03 - 26/02/’03 - 11/03/’03 - 17/03/’03 - 25/03/’03 - 01/04/’03 - 07/04/’03 - 08/04/’03 - 08/04/’03 - 16/04/’03 - 28/04/’03
Werkgroep deontologie herstelbemiddeling Suggnomè (Min) Werkgroep deontologie herstelbemiddeling Suggnomè (Min) Werkgroep protocol Bal (Lieve) Werkgroep vorming en documentatie Suggnomè (Hilde G) Werkgroep protocol Bal (Lieve) Werkgroep deontologie herstelbemiddeling Suggnomè (Min) Werkgroep protocol Bal (Lieve) Werkgroep protocol Bal (Mia) Werkgroep deontologie herstelbemiddeling OSBJ (Min / Lieve) Werkgroep procedure herstelbemiddeling OSBJ (Min / Lieve) Werkgroep sensibilisering balie (Mia / Min) Werkgroep vorming Suggnomè (Mia) Werkgroep communicatie en documentatie Suggnomè (HildeG) Werkgroep deontologie herstelbemiddeling Suggnomè (Min) Werkgroep sensibilisering balie (Min) Werkgroep deontologie Suggnomè (Min) Werkgroep protocol Bal (Mia) Werkgroep Jeugddelinquentie Vlaamse Jeugdraad (Hilde G) Werkgroep procedure herstelbemiddeling OSBJ (Mia / Min) Werkgroep jeugdsanctierecht (Hilde G) Werkgroep communicatie en documentatie Suggnomè (Hilde V) Werkgroep procedure herstelbemiddeling OSBJ (Mia / Min) Werkgroep deontologie Suggnomè (Min) Werkgroep capaciteit (Hilde G / Hilde V) Werkgroep Jeugddelinquentie Vlaamse jeugdraad (Hilde G) Voorbereidende vergadering ter oprichting van een deontologische commissie op Suggnomè (Hilde E) Werkgroep vorming Suggnomè (Hilde V) Werkgroep jeugdsanctierecht (Hilde G) Werkgroep communicatie en documentatie Suggnomè (Hilde V) Werkgroep protocol Bal (Mia)
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
- 68 -
- 28/04/’03 - 20/05/’03 - 11/06/’03 - 23/06/’03 - 27/06/’03
Werkgroep sensibilisering balie (Min) Werkgroep voming en training (Lieve) Werkgroep sensibilisering balie (Min) Werkgroep protocol Bal (Lieve) Werkgroep jeugddelinquentie Vlaamse Jeugdraad (Hilde G)
Medewerking studiedagen, toespraken & voordrachten, publicaties - 07/06/’02 - 07/06/’02 - 24/10/’02 - 21/11/’02 - 05/12/’02 - 20/02/’03 - 20/02/’03 - 21/03/’03 - 16/05/’03
‘Herstelgerichte afhandelingsvormen’ op studiedag ‘De weeën van het nieuwe jeugdrecht’ (Mia) Workshop herstelbemiddeling op studiedag ‘De weeën van het nieuwe jeugdrecht’ (Lieve) ‘Vaststellingen en knelpunten’ op seminariedag Provinciaal Vereffeningsfonds (Mia) ‘Tussenkomst van de familiale verzekering’ op seminariedag Provinciaal Vereffeningsfonds (Lieve) ‘Inleiding en duiding’ op seminariedag Provinciaal Vereffeningsfonds (Hilde G) Voorstelling van de OSBJ aan studenten van KULeuven Criminologie (Hilde V) Workshop op studiedag ‘Straf ze maar goed’ te Eindhoven, Nederland (Mia / Hilde G) Voorstelling van de OSBJ op het Regionaal Welzijnsoverleg te Turnhout (Min) Workshop drieluik herstel NPI (Nederlands Politie Instituut) Soesterberg: deontologie van de bemiddelaar (Min)
Gevolgde vorming -
07/06/’02 14/06/’02 27/09/’02 01/10/’02 02/10/’02 07/10/’02 10/10/’02
- 11/10/’02 -
11/10/’02 25/10/’02 08/11/’02 22/11/’02 22/11/’02 06/12/’02 12/12/’02 16/12/’02 10/01/’03 20/01/03
- 24/01/’03 - 31/01/’03 - 11/02/’03 - 14/02/’03
Deelname aan Studiedag 2: De weeën van het jeugdrecht (Hilde G / Min / Lieve / Mia) Samenspraak 'Meerzijdige partijdigheid' (Lieve / Hilde G) Samenspraak ‘Hoofdelijke aansprakelijkheid’ (Min) Training Hergo op school (Lieve, medewerker experiment Hergo op school) Training Hergo op school (Lieve, medewerker experiment Hergo op school) Training Hergo op school (Lieve, medewerker experiment Hergo op school)) Deelname aan Studiedag 1– Oostende: Restorative justice and its relation to the criminal justice system (Mia) Deelname aan Studiedag 2– Oostende: Restorative justice and its relation to the criminal justice system (Lieve) Opleiding contextuele hulpverlening - Leren over leven (Mia) Opleiding contextuele hulpverlening - Leren over Leven (Mia) Opleiding contextuele hulpverlening - Leren over Leven (Mia) Opleiding contextuele hulpverlening - Leren over Leven (Mia) Academische zitting Oikoten (team / Goedele) Opleiding contextuele hulpverlening - Leren over Leven (Mia) Studiedag Contactcomité “ De opmars van de bemiddelaars “ (Lieve) Samenspraak ‘Vrijwilligheid’ (team) Opleiding contextuele hulpverlening - Leren over Leven (Mia) Bezoek jeugdgevangenis Eikenstein Zeist Nederland (team / werkgroep herstel / enkele externen) Debatlunch “Integrale Jeugdhulp” Brussel (Lieve / Hilde V) Opleiding contextuele hulpverlening - Leren over Leven (Mia) Studiedag “Van je familie moet je het hebben: Nieuwe perspectieven in de jeugdzorg en het jeugdstrafrecht” Amsterdam Nederland (Hilde G / Min) Opleiding contextuele hulpverlening - Leren over Leven (Mia) Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
- 69 -
- 14/02/’03 -
20/02/’03 14/03/’03 14/03/’03 26/03/’03
-
04/04/’03 25/04/’03 16/05/’03 28/05/’03 13/06/’03
Studiedag ‘Actualisatie Bijzondere Jeugdbijstand en jeugdbescherming’ te Gent (Min / Hilde V) Studiedag ‘Straf ze maar goed’ te Eindhoven, Nederland (Mia / Hilde G) Opleiding contextuele hulpverlening - Leren over Leven (Mia) Samenspraak Suggnomè: Mediatierechters (Hilde V) Debatavond Jeugdsanctierecht. ’Heropvoeding of bestraffing: Is het water veel te diep?’ Ufsia te Antwerpen (Min / Hilde G) Opleiding contextuele hulpverlening - Leren over Leven (Mia) Opleiding contextuele hulpverlening - Leren over Leven (Mia) Opleiding contextuele hulpverlening - Leren over Leven (Mia) Studiedag ISR – Heverlee: Gebruikersrechten in de welzijnszorg (Min / Hilde G) Studiedag UG – Lokeren: Participatie in de jeugdhulp (Min / Hilde G)
Registratie - 14/06/’02 - 04/07/’02 - 30/09/’02 - 03/10/’02 - 02/12/’02 - 26/02/’03 - 22/05/’03
Voorbereiding werkgroep registratie gemeenschapsdiensten en leerprojecten (Mia / Hilde G) Werkgroep registratie gemeenschapsdiensten en leerprojecten (Hilde G / Lieve) Overleg met Geert Jespers van Q-Bus: Registratiesysteem en ontwerp website (Mia / Hilde G / Hilde E) Werkgroep registratie gemeenschapsdiensten en leerprojecten (Hilde G / Lieve) Overleg met Geert Jespers van Q-Bus: Registratiesysteem (Hilde G / Lieve / Hilde E) Les registratie herstelbemiddeling Sociale School Heverlee (Hilde G / Hilde V / Hilde E) Overleg met Geert Jespers van Q-bus: registratiesysteem (Hilde G / Lieve / Mia)
Personeelsaanwerving - 06/09/’02 - 10/09/’02 - 17/09/’02 - 15/11/’02 - 18/11/’02
Selectie van brieven: administratieve kracht (Mia / Hilde G / Lieve / Min) Sollicitaties administratieve kracht (Goedele / Mia) Overleg met VDAB (Goedele / Mia) Selectiegesprekken vervanging Lieve (Mia / Lieve) Briefing Goedele selectiegesprekken vervanging Lieve (Mia)
Occassionele activiteiten & contacten - 10/06/’02 - 03/09/’02 - 16/09/’02 - 17/09/’02 - 18/09/’02 - 19/09/’02 - 23/09/’02 - 04/10/’02 - 08/10/’02 - 09/10/’02 - 10/10/’02 - 14/10/’02 - 16/10/’02 - 12/11/’02 - 14/11/’02
Overleg met Ivo Aertsen ter voorbereiding van de studiereis (Goedele / Lieve) Overleg met Advocaat-Generaal Kenis Gent (Mia / Min) Overleg met Bart Sanders op BAAB (Hilde G) Overleg met BAAL: opstart arrondissementele stuurgroep (Mia / Hilde G) Open Raad van Beheer OSBJ (Hilde G) Middaglunch OSBJ – Suggomè Overleg met balie en parket: juridische bijstand- overeenkomst Mechelen (Min) Receptie BAAL (Hilde G / Hilde E) Overleg met Pola Franken CAFT (Hilde G) Tour de la Belgique (Lieve) Algemene vergadering Europees Forum (Mia) Middaglunch organisaties Ravenstraat (team) Overleg met Herman Dewispelaere DIVAM (Hilde G) Overleg met stagiaire Suggnomè (Mia) Werklunch rond thema Verbondenheid met Johan Deklerck (Mia / Hilde G)
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
- 70 -
- 15/11/’02 - 15/11/’02 - 18/11/’02 - 27/11/’02 - 02/12/’02 - 04/12/’02 - 09/12/’02 - 17/12/’02 - 03/01/’03 - 13/01/’03 - 24/01/’03 - 28/01/’03 - 07/02/’03 - 10/02/’03 - 11/02/’03 - 12/03/’03 - 13/02/’03 - 13/03/’03 - 19/03/’03 - 20/03/’03 - 24/03/’03 - 27/03/’03 - 28/03/’03 - 01/04/’03 - 02/04/’03 - 14/04/’03 - 17/04/’03 - 21/04/’03 - 22/04/’03 - 30/04/’03 - 05/05/’03 - 12/05/’03 - 19/05/’03 - 21/05/’03 - 28/05/’03 - 20/06/’03
Overleg met Visier rond beleidsnota (Hilde G) Werklunch rond thema Verbondenheid met Johan Deklerck (Mia / Hilde G) Overleg met ADAM (Mia / Lieve) Overleg met Yoshikazu Tanaka (Hilde G) Overleg met Ivo Aertsen (Mia / Hilde G / Lieve) Overleg met Leo Van Garsse ter voorbereiding van Seminariedag 4 Provinciaal Vereffeningsfonds (Hilde G) Middaglunch organisaties Ravenstraat Receptie met Raad van Beheer (team / Goedele) Teamuitstap Overleg met stagiaire Suggnomè (Mia) Overleg met studente (Lieve) Interview voor Lichtpunt Canvas (Mia) Emeritaat van Prof. Lode Walgrave Onderzoeksgroep Jeugdcriminialiteit (team / Goedele) Middaglunch organisaties Ravenstraat Overleg met studente sociale agogiek (Mia) Teleconferencing voor Tijdschrift Herstelrecht (Mia) Overleg met Hans Dominicus en Lieven Gyselinck (Mia / Hilde G) Overleg met preventieambtenaar Vilvoorde in functie van nieuw project (Mia) Overleg met Ilse Smets van Outward Bound School in functie van de themadag voor de leerprojecten (Hilde V) Vergadering over vrijwilligers Bal (Mia) Raad van de Ouders van de Jeugdhulp vzw, initiatief Ouderbuddy te Antwerpen (Min) Algemene vergadering Suggnomè (Mia) Receptie verhuis ADAM (Hilde V) Overleg met juristen over nota ‘good practice’ (Mia / Min) Overleg met Advocaat-generaal Cornelis Brussel (Mia / Min) Lunch organisaties Ravenstraat Teambuildingavond Overleg met Ilse Smets van OBS (Hilde V) Coaching tijdens cursus familiale bemiddeling Sociale School (Mia) Internationaal afscheid Lode Walgrave (Mia / Hilde G) Planningsdag te Hamme-Mille (team en Goedele) Gesprek met medewerkers Raad Kinderbescherming Maastricht (Mia/Hilde G.) Voorstelling jaarverslag Bemiddelingsdienst Arrondissement Leuven (Mia / Lieve) Algemene Vergadering Oikoten (Mia) Afscheidsreceptie van Mia Claes Thesisbespreking Sociale school Heverlee (Lieve)
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
- 71 -
Hoofdstuk 2: Implementatie kinderrechten in de voorzieningen bijzondere jeugdbijstand Stuurgroep implementatie kinderrechten Zoals voorzien in de overeenkomst met de Vlaamse overheid is er een stuurgroep opgericht om het project implementatie kinderrechten mee vorm te geven. De taak van de stuurgroep bestaat er enerzijds in het project mee te sturen en te evalueren en anderzijds de stafmedewerkers te ondersteunen en te coachen bij het ontwikkelen van het aanbod. In de periode tussen juni 2002 en januari 2003 bestonden de werkzaamheden van de stuurgroep vooral uit het feedback geven op het samenstellen van de procesmap en meedenken over de organisatie van de verspreiding van deze procesmap. Met het uit dienst gaan van Ragnhild Degrendele op 14/2/2003, werden de vergaderingen opgeschort tot na de provinciale workshops. De volgende stuurgroep wordt gepland in september-oktober 2003 met de nieuwe medewerker(s). -
19/06/’02 18/09/’02 23/10/’02 17/12/’02 28/01/’03
Stuurgroep implementatie kinderrechten Stuurgroep implementatie kinderrechten Stuurgroep implementatie kinderrechten Stuurgroep kinderrechten Stuurgroep kinderrechten
Team kinderrechten: Ragnhild Degrendele, Min Berghmans en Goedele Sulmont -
01/07/’02 15/07/’02 24/07/’02 07/08/’02 11/09/’02 30/09/’02 03/10/’02 04/11/’02 28/11/’02 07/01/’03 30/01/’03 31/01/’03 10/02/’03 Vanaf 15/02/’03 - 17/02/’03 - 20/02/’03 - 14/03/’03 - 24/04/’03 - 02/06/’03 - 20/06/’03
Planning schrijven theoretisch gedeelte procesmap, inhoud workshops Stand van zaken theorie, bibliografie samenstellen, aanzet casussen Nood aan netwerklocaties op pc, overzicht documentatie, bibliotheekbezoeken Eerste sneuveltekst – afspraken schrijfstijl Overleg team kinderrechten en leden Raad van Beheer Stand van zaken – overlopen werkzaamheden Stand van zaken – overlopen werkzaamheden Stand van zaken – overlopen werkzaamheden Eindredactie – procesmap als losbladige uitgave Overlopen werkzaamheden – praktische afspraken workshops Praktische afspraken eerste workshop Evaluatie eerste workshop Praktische afspraken tweede workshop Tussentijds overleg Min Berghmans – Goedele Sulmont Overname taken Ragnhild – organisatie workshops Bespreking te Gent Bespreking te Brugge Bespreking te Geel Jaarverslag Jaarverslag
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
- 72 -
Samenstellen procesmap Aan de hand van de door Ragnhild opgestelde ‘inventaris kinderrechten’, gebaseerd op de bezoeken aan de voorzieningen en op het Minoriusprotocol, werd een bibliografie opgesteld van recente en relevante teksten, om een theoretisch gedeelte uit te kunnen werken met zowel pedagogische als juridische informatie. Tijdens de maanden juli en augustus 2002 werd veelvuldig bibliotheekbezoek gecombineerd met het inpassen van teksten en opinies in de inventaris kinderrechten. Half augustus werd een eerste ruwe versie doorgezonden aan de leden van de stuurgroep, en vervolgens in vergadering besproken. In het najaar werden praktijkvoorbeelden gezocht die als prikkelinstrument om met kinderrechten bezig te zijn binnen de eigen voorziening, konden dienst doen in de workshops. In december 2002 werden de laatste details in de teksten bijgeschaafd, het voorwoord geformuleerd en de lay-out verzorgd. Bespreking inhoud en opmaak procesmap met de sector Van bij het begin van het opmaken van de procesmap werd beslist om bij een aantal voorzieningen te controleren of de inhoud van de inventaris (waar de volledige procesmap aan opgehangen is) aansloot bij hun behoeften. -
01/10/’02 10/10/’02 24/10/’02 07/11/’02
Overleg De Spiegel Indigo Vzw Binnenstad Indigo
West-Vlaams aanspreekpunt kinderrechten (Ragnhild) Het West-Vlaams aanspreekpunt kinderrechten (WAK) is een samenwerkingsverband tussen het comité voor bijzondere jeugdzorg Roeselare-Tielt, het preventieteam West-Vlaanderen, de Kinderrechtswinkel Brugge en de OSBJ. De algemene doelstelling van het WAK is consulenten van de cbj’s en de sociale diensten bij de jeugdrechtbank te sensibiliseren om kinderrechten in de bijzondere jeugdbijstand te blijven implementeren en te blijven nadenken over het vertalen van die rechten naar concrete situaties. De operationele doelstellingen van het voorbije werkjaar waren: Het zoeken naar werkvormen om de kennis van kinderrechten bij consulenten verder aan te scherpen via een nieuwsbrief; het voorzien van prikkelteksten inzake het implementeren en concretiseren van kinderrechten bij verwijzers naar analogie met de procesmap kinderrechten in de bijzondere jeugdbijstand, die specifiek voor voorzieningen geschreven is; een aanspreekpunt bieden voor concrete vragen rond de toepassing van kinderrechten; en ten slotte kan het WAK een consultfunctie op zich nemen om de lacunes en behoeften rond dit thema te signaleren naar de sector. -
24/06/’02 11/09/’02 27/11/’02 06/01/’03 27/01/’03
West-Vlaams aanspreekpunt kinderrechten West-Vlaams aanspreekpunt kinderrechten West-Vlaams aanspreekpunt kinderrechten West-Vlaams aanspreekpunt kinderrechten West-Vlaams aanspreekpunt kinderrechten
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
- 73 -
Bekendmaking osbj, kinderrechten en de procesmap - 22/11/’02 -
29/11/’02 04/12/’02 18/12/’02 15/01/’03 22/01/’03
- 21/03/’03
Les Maria Margareta instituut Kortemark: studiedag over problematische opvoedingssituaties (Ragnhild) VZW Stappen: bekendmaking procesmap (Ragnhild) Geuzenhuis Gent: bekendmaking procesmap bij begeleiders residenties (Ragnhild) Algemene vergadering prov. Oost-Vlaanderen: bekendmaking procesmap (Ragnhild) Vergadering preventiecel Brugge: bekendmaking procesmap (Ragnhild) Provinciale stuurgroep Antwerpen: bekendmaking procesmap en organisatie workshops (Ragnhild / Min) Regionaal welzijnsoverleg Turnhout (Min)
Voorbereiding verspreiding procesmap Voor de organisatie van de workshops werd zoveel mogelijk beroep gedaan op de lokale (provinciale) overheden om de logistieke organisatie op zich te nemen. -
02/10/’02 04/10/’02 10/10/’02 12/12/’02 07/02/’03
Gesprek Provincie West-Vlaanderen: organiseren workshops (Ragnhild) Gesprek Provincie Antwerpen: organiseren workshops (Ragnhild) Gesprek Provincie Oost-Vlaanderen: organiseren workshops (Ragnhild) Overleg BrusselseWelzijnsRaad organisatie workshops (Ragnhild) Gesprek Provincie Limburg: organisatie workshops (Min)
Dienstverlening Op vraag van overleggroepen of diensten kan er dieper ingegaan worden op bepaalde kinderrechtenthema’s. - 13/09/’02 - 24/01/’03 - 20/02/’03 - 24/03/’03 - 08/05/’03
Hasselt: Kinderrechten in pleegzorg, jongerengroep Sopeh (Min) Eeklo: overleg dagcentra: participatie van kinderen bij intake en verslagen (Ragnhild / Goedele / Min) Gent: vraagbaak kinderrechten vzw Jongerenbegeleiding (Min / Goedele) Reflectiegroep ‘Ouderbuddy’ Raad Ouders Jeugdhulp (ROJ) Antwerpen (Min) Hoorzitting Vlaams parlement voorstel decreet Ceyssens 45-dagen regel (Min)
Workshops -
31/01/’03 12/02/’03 18/02/’03 12/03/’03 14/03/’03 27/03/’03 03/04/’03 04/04/’03 22/04/’03 25/04/’03 06/05/’03
Workshop kinderrechten in de bijzondere jeugdbijstand Brussel (Ragnhild / Min) Workshop Oost-Vlaanderen (Ragnhild / Min) Workshop Oost-Vlaanderen (Min / Goedele) Workshop West-Vlaanderen (Min / Goedele) Workshop West-Vlaanderen (Min / Goedele) Workshop Limburg (Min / Goedele Workshop Vlaams-Brabant (Min / Goedele) Workshop Antwerpen (Min / Goedele) Workshop Oostmalle (Min / Hilde Vanlommel) Workshop Limburg (Min / Goedele) Workshop federatie pleegzorg Leuven (Min)
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
- 74 -
Studiedagen en gevolgde vorming -
21/06/’02 19/10/’02 06/11/’02 11/02/’03 14/02/’03
- 29/04/’03 - 28/05/’03 - 13/06/’03
Studiedag: Kinderrechtencoalitie Vlaanderen (Ragnhild) Studiedag Ouders van Geplaatste kinderen: het is toch nog mijn kind (Ragnhild / Min) Lezing professor Put (Ragnhild) Studiedag Vrije Universiteit Amsterdam: ‘Van je familie moet je het hebben’ (Min) Studiedag Gent: Actualisatie Bijzondere Jeugdbijstand: integrale jeugdhulpverlening en Actualisatie Jeugdbescherming (Min) Open forum IJH Hasselt ‘Open verslaggeving’ (Min) Studiedag ISR Heverlee: Gebruikersrechten in de welzijnszorg (Min / Goedele) Studiedag Lokeren participatie in de jeugdhulp (Min)
ieuwsbrief Jeugdrecht (Min) -
26/08/’02 03/12/’02 23/01/’03 13/03/’03 15/05/’03
Overleg SAW – Mie Jacobs ivm samenwerking Nieuwsbrief Jeugdrecht Redactieraad Redactieraad Redactieraad Redactieraad
Artikels Berghmans, M.: ‘Pleegzorg: jongeren aan het woord’ in ;ieuwsbrief Jeugdrecht sept/okt 2002, 6-8. Berghmans, M.: ‘Procesmap bijzondere jeugdbijstand’ in ;ieuwsbrief Jeugdrecht jan/feb 2003, 5-6. Berghmans, M.: ‘De Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg treedt naar buiten met een procesmap Kinderrechten in de Bijzondere Jeugdbijstand’ in Tijdschrift voor jeugdrecht en kinderrechten 2003/2, 128. Berghmans, M.: ‘Plascontrole op school of in de voorziening’ in ;ieuwsbrief Jeugdrecht maart/april 2003, 2-4.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
- 75 -
Hoofdstuk 3: Algemene coördinatie van het project De coördinatie ondersteunt de werking van de twee thema’s en volgt deze procesmatig op. - 06/06/’02 - 10/06/’02 - 17/06/’02 - 17/06/’02 - 20-21/06 - 27/06/’02 - 01/07/’02 - 14/07/’02 - 07/08/’02 - 04/09/’02 - 05/09/’02 - 11/09/’02 -
17/09/’02 18/09/’02 15/10/’02 17/10/’02 18/10/’02 23/10/’02 04/11/’02 18/11/’02 28/11/’02 03/12/’02 05/12/’02 13/12/’02 16/12/’02 17/12/’02 07/01/’03 09/01/’03 24/01/’03 31/01/’03 13/02/’03 18/02/’03 20/02/’03 21/02/’03 25/02/’03 12/03/’03 13/03/’03 14/03/’03 18/03/’03 27/03/’03 03/04/’03 04/04/’03 24/04/’03
Voorbereiding studiedag (Kortrijk, Jongerenbegeleiding) Voorbereiding studiereis (Leuven ism prof.Ivo Aertsen) Voorzitten stuurgroep ‘Herstelgerichte afhandelingen’ (Markies, Brussel) Voorzitten stuurgroep ‘Kinderrechten’ Conclaafdagen team Leuven Werkgroep ‘herstel’ Team Kinderrechten:planning en taakverdeling Team Kinderrechten: Team Kinderrechten:bespreking teksten procesmap Overleg met teamcoördinator Leuven Team Leuven Werkgroep Kinderrechten : evaluatie en planning project (Jan Bosmans, Dirk Meulijzer, Ragnhild Degrendele, Min Berghmans, Goedele Sulmont) Overleg met teamcoördinator Leuven Voorzitten stuurgroep Kinderrechten Deelname denktank ‘herstel en leerproject Slachtoffer in Beeld-minderjarigen (Leuven) Voorzitten stuurgroep ‘Herstelgerichte Afhandelingen’ Team Leuven Voorzitten stuurgroep ‘Kinderrechten’ Team Kinderrechten: operationele planning uitwerking procesmap Overleg met teamcoördinator Leuven Deelname denktank ‘Herstel en plaatsing’. Brussel, Markiesgebouw Teamvergadering Leuven Werkgroep ‘Herstel’ Themadag ‘Verbondenheid’, Brussel, Markiesgebouw Denktank ‘Welzijnsgerichte benadering’, Brussel, Markiesgebouw Voorzitten stuurgroep ‘Kinderrechten’, Brussel, Cellebroersstraat Team Kinderrechten Team Leuven Overleg coördinatoren dagcentra (ivm Kinderrechten), Eeklo Workshop Kinderrechten, Brussel Voorzitten stuurgroep ‘herstelgerichte afhandelingen’, Brussel, Markiesgebouw Co-begeleiding workshop Kinderrechten, Gent Co-begeleiding workshop Kinderrechten, Gent Themadag, Team Leuven Co-begeleiding workshop Kinderrechten, Brugge Team Leuven (+ medewerkers SIB-m) Co-begeleiding workshop Kinderrechten, Brugge Team, Brussel Co-begeleiding workshop Kinderrechten, Hasselt Co-begeleiding workshop Kinderrechten, Leuven Co-begeleiding workshop Kinderrechten, Antwerpen Team Leuven
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
- 76 -
-
25/04/’03 29/04/’03 05/05/’03 05/06/’03
Co-begeleiding workshop Kinderrechten, Hasselt Themadag leerprojecten Team, planningsdag, Leuven (Beauvechain) Werkgroep ‘herstel’
De coördinatie ondersteunt verder de werking van de Raad van Bestuur: Versturen van uitnodigingen, notuleren tijdens de vergadering, opmaken van de verslagen, doorsturen van de verslagen, opvolgen van afspraken, zorgen voor voorbereidende documenten, opmaak van bijlagen,… -
21/06/’02 27/08/’02 18/09/’02 07/11/’02 17/12/’02 28/01/’03 12/02/’03 18/03/’03 07/05/’03 18/06/’03
Bijwonen en verslag vergadering Raad van Bestuur Bijwonen en verslag Raad van Bestuur Bijwonen en verslag Raad van Bestuur Bijwonen en verslag Raad van Bestuur Bijwonen en verslag Raad van Bestuur Bijwonen en verslag Raad van Bestuur Bijwonen en verslag Raad van Bestuur Bijwonen en verslag Raad van Bestuur Bijwonen en verslag Raad van Bestuur Bijwonen en verslag Raad van Bestuur
De coördinatie is lid van het dagelijks bestuur Binnen dit orgaan worden uitvoeringsmodaliteiten bepaald met betrekking tot het financieel beleid, het personeelsbeleid , de projectprestaties, de vergaderingen van de VZW Ondersteuningsstructuur (algemene vergaderingen, vergaderingen raad van beheer, vergaderingen van de werkgroepen). De coördinatie zorgt hierbij voor al de nodige informatie en documenten en staat in voor een aantal praktische uitvoeringen. -
22/07/’02 13/09/’02 22/10/’02 22/10/’02 14/01/’03 19/02/’03 31/03/’03
Evaluatie-bespreking met Wim Van Esch (aanspreekpunt dagelijks bestuur) Voorbereiding open raad van bestuur Voorbereiding contact met het Kabinet Overleg op het kabinet Bijeenkomst dageliks bestuur, voorbereiding Raad van Bestuur Overleg administratie Welzijn ivm overheidsopdracht, Brussel, Markiesgebouw Overleg op het kabinet
De coördinatie voert het personeelsbeleid uit, verzorgt de personeelsadministratie, volgt de boekhouding op, zorgt voor tussentijdse financiële afrekeningen, volgt de contracten (verzekeringen, huur, …) op. - juli-sept’02: Nieuwe aanwerving (opmaak functiebeschrijving, vacatureverspreiding,selectie op basis van de sollicitatiebrieven, sollicitatiegesprekken, contacten met VDAB-consult., antwoordbrieven)’ - 22/07/’02 en 31/07/’02: Ism boekhouder: halfjaarlijkse financiële afrekening van de werkings- en personeelskost - aug ’02: Individuele (functionering)gesprekken met personeelsleden - 02/10/’02: Introductie nieuwe medewerkster, Brussel - 02/12/’02 Gesprek met Hilde Vanlommel, vervanging van Lieve Balcaen (Leuven) - 03/02/’03 Financiële afrekening jaar 2002 en opstellen begroting 2003 ism Bruno Deprins - 06/06/’03 Meerjarenbegroting ism Bruno Deprins (boekhouder) - Invullen loonopgaven Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
- 77 -
- Nazicht en controle: aanwezigheid; overuren en compensatietijd - Opvolging dagelijkse boekhouding (facturen, kasboek, bankafschriften) - Contacten met sociaal secretariaat, verzekeringsmaatschappij,
De coördinatie verzorgt de correspondentie naar de administratie Bijzondere Jeugdbijstand. -
06/08/’02 Contact met Geert Desloovere (Markies, Brussel) 06/05/’03 Contact en overleg met David Debrouwere en Sofie Sap 02/06/’03 Contact en overleg met Sofie Sap Doorsturen nieuwe gegevens Eindredactie jaarverslag (juni 2003) Aanvangsverslag , tussentijds verslag
De algemene coördinatie volgt een aantal studiedagen en onderhoudt externe contacten… -
07/09/’02 27/09/’02 30/09/’02 07/10/’02 29/10/’02 19/11/’02 22/11/’02 29/11/’02 06/12/02 10/01/’03 27/01/’03 07/02/’03 08/05/’03 22/05/’03
Studiedag Jeugdrecht (VUB-Brussel) (kennismakings)contact met Els Willems, Jongerenbegeleiding Kortrijk. Contact met Toon Walschap ivm ervaringsdeskundigen (Brussel) Overleg met Kris Stas en Mie Jacobs, SAW, Berchem Kennismaking Justitiehuis Kortrijk Studiedag ‘Jeugdbescherming en Bijzondere Jeugdbijstand’, ’t Pand, Gent Academische zitting ’20 jaar Oikoten’, Leuven Medewerking opendeurdag ‘Sint-Jorissite’, Brussel, Cellebroersstraat 16 Beeldig 18, feest CAB, Gent Voorstelling CANON-project, Oranjehuis, Kortrijk (ism Criminologie, KUL) Contactdag Sint-Jorissite, Brussel Afscheid prof Lode Walgrave, Leuven Hoorzitting Vlaams Parlement Studiedag ‘Gebruikersrechten in de welzijnszorg’, Kortrijk
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel III
- 78 -
DEEL IV
BIJLAGE
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV
Bijlagen: Algemeen
1. Algemene doelstellingen OSBJ, zoals in de statuten omschreven 2. Brief Vlaams minister Vogels dd. 06 januari 2003 3. Ledenlijst Algemene Vergadering, vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg 4. Ledenlijst Raad van Bestuur, vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Algemeen
- 81 -
- 82 -
Bijlage 1: Algemene doelstellingen OSBJ, zoals in de statuten omschreven Het op autonome wijze stimuleren, inrichten of coördineren van alle activiteiten en diensten die bijdragen tot een praktijkgerichte, permanente en multidisciplinairwetenschappelijke ondersteuning van de diverse organisaties en diensten die werkzaam zijn in de dienst- en hulpverlening aan jongeren en jong-volwassenen van de Vlaamse gemeenschap, in eerste instantie in de Bijzondere Jeugdzorg. De vereniging kan daartoe onder andere allerlei initiatieven nemen die gericht zijn op: het ontwikkelen en bevorderen van (actie)onderzoek, documentatie, deskundigheidsbevordering, projectwerking, innovatie, methodiekontwikkeling, vorming, inhoudelijke ondersteuning, doorstroming van relevante inzichten, zowel binnen als buiten de sector Bijzondere Jeugdzorg De vereniging wil hierin een gesprekspartner zijn van de overheid en een constructieve bijdrage leveren aan visieontwikkeling, de samenwerking binnen als buiten de sector Bijzondere Jeugdzorg bevorderen, communiceren in open dialoog, in vertrouwen en met wederzijds respect. Met de oprichting van de vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg beogen we de kwaliteit van de hulpverlening naar jongeren en hun context positief te beïnvloeden, conform de resolutie nr. 17 van het Vlaams Parlement bij Maatschappelijke beleidsnota Bijzondere Jeugdzorg (dd. 31 maart 1999).
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Algemeen
- 83 -
Bijlage 2: Brief Vlaams minister Vogels Vlaamse regering Kabinet van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking Koolstraat 35, 1000 BRUSSEL Tel: (02)553 24 11 – Fax (02)5532405 E-mail:
[email protected] Website: www.miekevogels.be VZW Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg Cellebroersstraat 16 1000 BRUSSEL
uw kenmerk
gelieve ons kenmerk te vermelden
bijlagen
VVE-02/12-37980-WCA-b Vragen naar/ e-mail
telefoonnummer
datum
Veerle Verhulst
[email protected]
(02) 553.24.11
6 JAN 2003
Geachte,
Maatschappelijke ontwikkelingen nopen de jeugdhulpverlening om haar aanbod aan te passen. Het gesubsidieerde aanbod van hulp- en dienstverlening in de bijzondere jeugdbijstand heeft hierin een belangrijke rol; rekening houdend met het stijgende budget hiervoor neemt het maatschappelijk belang van dit aanbod trouwens nog toe. De diensten en voorzieningen in de private bijzondere jeugdbijstand worden hierbij –vanuit hun historische positie- geappelleerd om aangepaste en wijzigende antwoorden te zoeken voor minderjarigen in POS én MOF en daarbij prioritair te kiezen voor het meest kwetsbare cliënteel. Individuele diensten en voorzieningen worden geconfronteerd met ondermeer de vraag naar methodische vernieuwing, werken binnen samenwerkingsverbanden, herstelgerichte afhandeling van jeugddelinquentie, omgaan met convenanten met de GIBJ, ondersteunen van jonge personeelsleden, omgaan met kinderrechten, inschakeling binnen de integrale jeugdhulp, creëren van een positieve beeldvorming,… Belangrijke uitdagingen die de draagkracht van de individuele voorziening soms overstijgen. Ik ben ervan overtuigd dat de private sector bijzondere jeugdbijstand haar actieve en offensieve rol uitdrukkelijk mee wil opnemen en wens ze hierin te ondersteunen.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Algemeen
- 84 -
De wijze waarop deze ondersteuning in een eerste fase werd en wordt gerealiseerd inzake de overeengekomen thema’s herstelgerichte afhandeling en kinderrechten evalueer ik als zeer positief. Ter ondersteuning van de vernieuwingsprocessen van de sector bijzondere jeugdzorg ben ik bereid de huidige overeenkomst met de vzw Ondersteuningsstructuur te versterken. Ik ben ook principieel bereid het huidige budget voor de ondersteuningsstructuur aan te vullen met € 125.000, alsook de tijdshorizon te verlengen naar de 3 jaren. Het werkdoel is dat de huidige aflopende overeenkomst in mei 2003 wordt opgevolgd met een nieuwe overeenkomst die ter goedkeuring zal worden voorgelegd aan de Vlaamse regering. Mag ik u daarom vragen dat u na de kerstvakantie in overleg treedt met mijn kabinetsmedewerkers en de administratie Bijzondere Jeugdbijstand over de wederzijdse verwachtingen en ideeën met als doel op korte termijn een correct en realistisch werkplan op te stellen.
Met vriendelijke groeten, (handtekening) Mieke Vogels Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Algemeen
- 85 -
Bijlage 3: Ledenlijst Algemene Vergadering, vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg Naam en voornaam
Functie
1
Berx Eric
Criminoloog
2
Bosmans Jan
Sectorcoördinator Vlaams Welzijnsverbond
3
De Baets Filip
Orthopedagoog
4
De Brouwer Ann
Praktijklector aan de Hogeschool te Gent
5
De Stecker Ann
Maatschappelijk werker
6
De Vliegher Hans
Maatschappelijk werker
7
De Vos Karel
Voorzitter PPJ
8
Decock Geert
Advocaat
9
Delaruelle Hendrik
Adjunct-sectorverantwoordelijke
10
Depoortere Hans
Coördinator
11
Detavernier Marjan
Verantwoordelijke CJGB
12
Dewaele Karine
Directeur voorziening BJB
13
Dobbelaere Rudy
Directeur voorziening
14
Ebraert Guido
Directeur voorziening
15
Eliaerts Christian
Professor in de criminologie te Brussel
16
Florizoone Bert
Docent
17
Fontaine Piet
Professor
18
Geudens Hilde
Jeugdcriminologe
19
Geys Liesbeth
Directeur voorziening BJB
20
Gielis André
Directeur voorziening CIG
21
Ginneberge Geert
Directeur voorziening BJB
22
Heytens Pascal
Pedagoog
23
Leemans Greet
Directrice KAOS
24
Lemey Renaat
Coördinator vzw Jongerenbegeleiding
25
Luytens Hilde
Maatschappelijk werker
26
Maertens Filip
Directeur voorziening BJB
27
Meulijzer Dirk
Psycholoog
28
Mortier Nele
Psycholoog
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Algemeen
- 86 -
29
Nelis Emmanuël
Kinder- en jeugdpsychiater
30
Opstaele Raf
Psycholoog
31
Pauwels Ritje
Criminologie
32
Raymaekers Luc
Directeur voorziening BJB
33
Robert Johan
Orthopedagoog
34
Ruysschaert Philippe
Directeur opvang vzw
35
Ryckmans Chris
Pleeggezinnendienst
36
Temmerman Johan
Jeugdrechter
37
Van Coillie Marc
Sociaal agoog
38
Van Den Bogaerde Annick
Huismoeder
39
Van Esch Wim
Coördinator
40
Van Rijsbergen Walter
Opvoeder
41
Vandamme Willy
Pedagoog
42
Vandeghinste Yves
Jurist
43
Vandekeybus Mon
Pedagoog
44
Vandemeulebroecke Lieve
Professor gezinspedagogiek
45
Vanden Eynden Joz
Orthopedagoog
46
Vanhumbeeck Vincent
Directeur voorziening BJB
47
Vanisterdael Jean
Directeur voorziening CKG
48
Vanstraelen Agnes
Directeur voorziening Kind en Gezin
49
Verfaillie Peter
Maatschappelijk werker
50
Verhellen Eugeen
Hoogleraar Universiteit Gent
51
Vermeiren Louis
Ambtenaar
52
Vermeulen Marc
Psycholoog
53
Walschap Toon
Directeur de Dam
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Algemeen
- 87 -
Bijlage 4: Ledenlijst Raad van Bestuur, vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg
Naam en voornaam
Functie
1
Bosmans Jan
Vlaams Welzijnsverbond
2
Dobbelaere Rudy
vzw Binnenstad
3
Maertens Filip
tehuis Martens-Sotteau
4
Meulijzer Dirk
C.A.B.
5
Vandamme Willy
vzw Oranjehuis
6
Van Esch Wim
PPJ
7
Vandekeybus Mon
vzw Oikoten
8
Vanhumbeeck Vincent
vzw Pieter Simenon
9
Vermeiren Lowie
begeleidingstehuis OCMW
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Algemeen
- 88 -
Bijlagen bij deel I
1 Ledenlijst Stuurgroep herstelgerichte afhandelingen 2. Situering van de OSBJ-herstelgerichte initiatieven ten aanzien van het brede werkveld en intenties 3. Folder “Een pittig melodietje op zoek naar samenklank. Kritische focus op het vereffenings- en herstelfonds als bijdragen tot herstelrecht”. Seminariereeks 24/10/’02 – 07/11/’02 – 21/11/’02 – 05/12/’02. 4. Persbericht van 14 mei 2003: Cijfers 2002 van dader-slachtofferbemiddeling en constructieve afhandelingen voor jonge delictplegers in Vlaanderen. 5. Aankondiging publicatie Vlaams overzicht
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Deel I
- 89 -
- 90 -
Bijlage 1: Ledenlijst Stuurgroep herstelgerichte afhandelingen Naam
Dienst
1
Aertsen Ivo
KULeuven.
2
Berx Eric
Kabinet Vlaamse Gemeenschap (ministerie WVC).
3
Caluwé Nicole
Parketmagistraat.
4
David Dirk
Administratie Vlaamse Gemeenschap (afd. Bijz Jeugdbijstand)
5
De Mulder Raf
Centrum Ambulante Begeleiding (Gent).
6
Detavernier Marjan
Centrum Jongeren en Gezinsbegeleiding (Kortrijk).
7
Depoortere Hans
Bas! (Brussel).
8
Dewispelare Herman
Ons Tehuis (Ieper).
9
Dominicus Hans
Steunpunt Alternatieve Maatregelen (ministerie van Justitie).
10
Donvil Monique
Hoofdconsulent, sociale dienst Jeugdrechtbank.
11
Franken Pola
Centrum Neerhof (Turnhout).
12
Henderickx Karel
Afdelingshoofd Gemeenschapsinstellingen.
13
Hertogen Luc
BAAL.
14
Heytens Pascal
De Kerseboom (Brugge).
15
Ipens Robin en Kuppens Kris
Dialoog (Leuven).
16
Janssens Louis en Verschoren
Ivo Cornelis (Mechelen).
17
Maertens Filip *
Martens-Sotteau (Gent).
18
Maes Christian
Dienst Alternatieve Sancties en Voogdijraad (Gent).
19
Marain Tine
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, slachtofferhulp.
20
Nuytiens An
onderzoek VUB.
21
Nuyts Kristin
Kruispuntinitiatieven.
22
Parmentier Marc
Elegast (Antwerpen).
23
Raets Greet
Slachtoffer in Beeld, AWW.
24
Van Den Steen
Jeugdrechter.
25
Van Gorp Iris
Steundienst alternatieve.Maatregelen.
26
van Jole Luc
Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen.
27
Van Welzenis Ingrid
promotor onderzoek KUL
28
Vandamme Willy *
Oranjehuis (Kortrijk)
29
Vandekeybus Mon *
Oikoten (Tildonk)
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Deel I
- 91 -
30
Vandenbogaerde Christian
Advocaat, balie
31
Vandendriessche Shirley
Dienst Alternatieve Sancties en Voogdijraad (Gent)
32
Vanfraechem Inge
Hergo KUL.
33
Vanhumbeeck Vincent *
Pieter Simenon (Lommel).
34
Verhelst Marc
Beleidscel Criminaliteit en Samenleving.
35
Walgrave Lode
Hergo KUL.
*= leden van de Raad van Bestuur van de vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Deel I
- 92 -
Bijlage 2: Situering van de OSBJ-herstelgerichte initiatieven ten aanzien van het brede werkveld en intenties Internationaal
Federaal
-congres -Europees Forum – lidmaatschap Algemene Vergadering -Werkgroep internationaal (Suggnomè) -contacten met Parket-Generaal – Parketten -contacten met de (Unie) jeugdrechters -contacten met de Steundienst Alternatieve Maatregelen -werkgroep Jeugdsanctierecht -contacten met de balies -contacten met Kabinet, Administratie
Vlaamse Gemeenschap Franse Gemeenschap -uitwisseling en contacten met de diensten, bezig met bemiddeling, gemeenschapsdienst en leerprojecten Suggnomè
Ondersteuningsstructuur Raad van Beheer Stuurgroep herstelgerichte afhandelingen
Interuniversitair onderzoek
Project Kruispuntinitiatieven
Stuurgroep
Stuurgroep algemeen Stuurgroep A.S.
Team-overleg
2-maandelijks overleg
Werkgroep herstel Werkgroepen: -internationaal -comm & doc -vorming -deontologie -wettelijk kader
Team herstelgerichte afhandelingen
Veld: 14 arrondissementen Bemiddeling F.G.C./hergo (11 arr) (5 arr) Vlaamse stuurgroep
Fonds (3 prov)
Gemeenschaps-dienst Leerprojecten (14 arr) (14 arr) Werkgroep Alternatieve Sancties van Kruispuntinitiatieven
Begeleidings-groep (Comité V*)
Stuurgroepen gd/lp Team gd Limburg
(methodiekgroep op Vlaams niveau) Arr stuurgroepen (Begeleidingsteam*)
(lokale overleggroepen)
.Denktank Slachtoffer in beeld .(reflectiegroep SiB) Werkgroepen: .registratie .FAS (proportiohsb naliteitsonderzoek) .verzekeringen .Werkgroep registratie .protocol gd/lp Vormingen: Implementatie Bemiddelaars fonds elders: Begeleiders gd/lp: Maandelijks: -Antwerpen themadagen -themadagen -seminarie-reeks -intervisies -… Jaarlijks (2x): -beginnerscursus -gevorderden (=nog uit te bouwen) Themadagen voor alle afhandelingen samen, studiereis, visie-ontwikkeling, … Meth: handboek -juridische ondersteuning -sensibilisering partners: advocatuur, magistratuur -uitbouw documentatie voor de 3 afhandelingen -ruime sensibilisering (artikels, voordrachten, …) *: daar waar nodig wordt nog wel geparticipeerd -‘herstel’ in sector Bijzondere Jeugdbijstand- bijv. herstel en/in gemeenschapsinstellingen -nieuwe ontwikkelingen: schoolmediation
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Deel I
- 93 -
- 94 -
Bijlage 4: PERSBERICHT 14 mei 2003 BETREFT: CIJFERS 2002 VA DADER-SLACHTOFFERBEMIDDELIG E COSTRUCTIEVE AFHADELIGE VOOR JOGE DELICTPLEGERS I VLAADERE!!!!
“Slachtoffers verkiezen ‘herstel’ boven ‘pure’ repressie”. “Slachtoffers waarderen het evenwaardig betrokken te worden in de afhandeling van ‘hun’ delict”. “Jongeren zijn blij kansen te krijgen om zelf verantwoordelijkheid op te nemen.Ze willen er hun ouders niet mee belasten”. Als Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg Vzw worden we sinds juni 2001 door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd voor de ondersteuning van daderslachtofferbemiddeling, gemeenschapsdienst en leerprojecten voor minderjarige delictplegers. “In onze dagdagelijkse praktijk stuiten we voortdurend op de essentiële tekorten van de huidige wet op de jeugdbescherming”, die reeds dateert van 8 april 1965. Essentieel hierin is dat delinquent gedrag door jongeren in de eerste plaats beschouwd wordt als een signaal dat de jongere problemen heeft. Dit impliceert dat jongeren niet hoeven gestraft te worden, maar veeleer beschermd en heropgevoed worden. Echter, doorheen de voorbije decennia krijgt dit beschermingsmodel steeds meer kritiek te incasseren. We sommen er slechts enkele op: Jongeren kunnen in een beschermingsmodel niet verantwoordelijk gesteld worden voor hun daden, terwijl er steeds meer stemmen opgaan om jongeren (en hun ouders) te responsabiliseren, zodat zij zelf aangesproken kunnen worden op (de gevolgen van hun) daden en de mogelijkheid krijgen deze te herstellen. Slachtoffers blijven in een dergelijk heropvoedingsmodel volledig in de kou staan. Rechtswaarborgen in een beschermingsmodel zijn minimaal, aangezien elke reactie ‘in het belang van de jongere’ zou plaatsvinden, en dus ook een plaatsing in een gesloten instelling of een plaatsing in Everberg. Men voelt meteen aan dat hier een stevig schoentje knelt. Op basis van onze jarenlange ervaring met alternatieven in de aanpak van jeugddelinquentie vinden we dat een gerechtvaardigd alternatief voor dit beschermingsmodel er als volgt moet uitzien: “een autonoom jeugdrecht uitgaande van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van jongeren, voorzien van de nodige rechtswaarborgen en van een geëigend constructief pakket aan reacties waaronder ook herstelrechtelijke praktijken MET daarin een volwaardige plaats voor het slachtoffer”. Op dit moment en ondanks het huidige beschermingsmodel, bestaat er in Vlaanderen in 12 van de 14 Vlaamse arrondissementen een praktijk van dader-slachtofferbemiddeling met minderjarige delictplegers. Met bemiddeling bedoelen we een vrijwillig aanbod waarbij dader Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Deel I
- 97 -
en slachtoffer worden bijgestaan om, door middel van directe of indirecte onderlinge communicatie, zo zelfstandig mogelijk te komen tot een herstel van de schade en dit zowel in materiële als immateriële zin. Een variant op herstelbemiddeling met minderjarigen is het herstelgericht groepsoverleg (hergo) waarbij naast de politie, ook de achterban van zowel de jongere als het slachtoffer, mee in het overleg betrokken wordt. Zo werden er in Vlaanderen in 2002 door de gerechtelijke instanties (parket en jeugdrechters ) 936 dossiers doorverwezen naar de twaalf bemiddelingsdiensten. Het gaat hierbij om 1587 minderjarigen die een delict pleegden en 1438 slachtoffers. Meer concreet spreken we van 2460 relaties/interacties waarin in 2002 bemiddeld werd tussen de minderjarige en diens slachtoffer. “Dit zijn bijzonder hoge aantallen en geeft toch wel duidelijk aan dat zowel daders als slachtoffers bereid zijn mee te stappen in een bemiddeling, indien zij hiertoe een aanbod krijgen”. Voor het overgrote deel gaat het hierbij om vermogensdelicten zoals beschadigingen, diefstallen, brandstichting… (60,9%) gevolgd door misdrijven tegen personen ( 24,3%) zoals opzettelijke slagen en verwondingen, bedreigingen, … Drie op vijf mensen aan wie het aanbod kenbaar wordt gemaakt stappen mee in de bemiddeling én doorlopen het gehele bemiddelingsproces (60%). Slechts in 14% van deze dossiers komen de minderjarige en het slachtoffer niet tot een overeenkomst. Dit betekent dat in 86% van de interacties de partijen tot een volledig of gedeeltelijk akkoord omtrent de wijze van afsluiting van het gebeuren. “Dit is opnieuw een zeer hoog percentage en geeft aan dat partijen die meestappen in de bemiddeling er doorgaans in slagen om tot een overeenkomst te komen hoe de dader de schade kan herstellen (materieel en immaterieel)”. Hoe ziet dit herstel er dan uit?: In twee op vijf interacties (40%) biedt de jongere ondermeer zijn/haar excuses aan. In drie op vijf interacties wordt het hele gebeuren mede financieel vertaald en gaat de jongere de financiële schuld inlossen. Soms wordt tevens een aantal beloftes/engagementen geformuleerd (14%) zoals bijvoorbeeld de belofte van de dader om voortaan regelmatig naar school te gaan. “Onze ervaring en heel wat onderzoek leert ons dat zowel het slachtoffer als de dader het zeer erg waarderen dat ze actief betrokken worden in de wijze van afhandeling. Het leidt voor beiden tot een grote voldoening. Vooral het actief betrokken worden in de afhandeling en mee kunnen beslissen over de wijze waarop de schade kan hersteld worden, wordt door slachtoffers als zeer positief ervaren”. Dit in tegenstelling tot het huidig beschermingsmodel, waarbij slachtoffers doorgaans niet op de hoogte zijn van de reactie op de dader, laat staan dat ze in de beslissing een stem hebben. Naast de praktijk van herstelbemiddeling bestaat er al een langere bestaansgeschiedenis van de zogenaamde alternatieve afhandelingen met name de gemeenschapsdienst (ook dienstverlening genoemd) en allerhande leerprojecten. In beide afhandelingen beschouwt men de jongere als zijnde handelingsbekwaam en men spreekt hem/haar aan op zijn/haar verantwoordelijkheid. Daarenboven hoopt men alvast de desintegrerende effecten van plaatsing tegen te gaan door ambulant en constructief te reageren. Er zijn 9 diensten, gespijzigd met middelen van het fonds Bijzondere Jeugdbijstand, die voorzien in de begeleiding en uitvoering van gemeenschapsdiensten. Samen met de Antwerpse dienst Adam (gesubsidieerd door grootstedelijk beleid) kregen ze in 2002 in totaal 658 jongeren verwezen. Met andere woorden, in 2002 kregen 658 jongeren de kans een gemeenschapsdienst uit te voeren. Jongeren verrichten deze prestaties in allerlei nonprofitorganisaties zoals bejaardentehuizen, dierenasielcentra, groendiensten van de Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Deel I
- 98 -
gemeenten,… Met deze constructieve afhandeling wordt, enerzijds, een grotere betrokkenheid van de gemeenschap in de afhandeling van een delict beoogd en, anderzijds, krijgen jongeren de kans zelf verantwoordelijkheid op te nemen. De elf diensten, betaald vanuit het fonds Bijzondere Jeugdbijstand, die voorzien in de uitbouw van de leerprojecten kregen samen met de dienst Adam in het totaal 780 jongeren verwezen door de gerechtelijke instanties. Een scala aan leerprojecten gaande van sociale vaardigheidstraining, ‘Slachtoffer –in- Beeld’ cursus, omgaan met agressie, drugsleerprojecten enz…wordt aangeboden. Tot slot willen we nog meedelen dat de Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg uitpakt met een Vlaams overzicht van de alternatieve afhandelingen voor minderjarigen. De bundel is bedoeld als een praktische gids waarin getracht werd een zo volledig mogelijk overzicht te geven van het aanbod van de drie alternatieve afhandelingen voor minderjarigen in Vlaanderen zijnde herstelbemiddeling, gemeenschapsdienst en leerprojecten. “Als primeur kan dit tellen: het Vlaamse landschap van deze werkvormen voor minderjarigen werd nooit eerder zo gedetailleerd in kaart gebracht”. Het Vlaams overzicht kan besteld worden tegen de kostprijs van 12,5 Euro + 2,5 Euro verzendingskosten. Voor meer info:
[email protected] Hilde Geudens en Mia Claes Stafmedewerkers Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Deel I
- 99 -
Bijlage 5 : Aankondiging publicatie Vlaams overzicht
Aankondiging publicatie Vlaams Overzicht
Al wie momenteel geen zicht heeft op het aanbod van ‘alternatieve’ afhandelingen voor minderjarigen in Vlaanderen en zich er graag een beeld van zou vormen, kan voortaan terecht bij de vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg (OSBJ). Zij publiceerde immers -in samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap- de eerste versie van ‘Herstelbemiddeling, leerprojecten, gemeenschapsdienst voor minderjarigen in Vlaanderen: een Vlaams Overzicht’. Het overzicht is opgevat als een praktische gids die je per gerechtelijk arrondissement loodst doorheen de bestaande initiatieven in het Vlaamse landschap. De kostprijs bedraagt € 12,5 + € 2,5 verzendkosten. De handige gids is telefonisch of schriftelijk te bestellen op het volgende adres:
OSBJ t.a.v. Goedele Sulmont Cellebroersstraat 16 1000 Brussel tel: 02/513.15.10 email:
[email protected]
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Deel I
- 100 -
Bijlagen bij deel II
1 Ledenlijst Stuurgroep implementatie kinderrechten 2. Folder workshop 3. Inhoudelijke voorbereiding workshops 4. Denkoefeningen workshops
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Deel II
- 101 -
- 102 -
Bijlage 1: Ledenlijst Stuurgroep implementatie kinderrechten Naam
Dienst
1
Jan Bosmans*
Vlaams welzijnsverbond
2
Louis Vermeiren*
Begeleidingstehuis OCMW, Arendonk
3
Dirk Meulyzer
centrum ambulante begeleiding, Gent
4
Rudy Dobbelaere
VZW Binnenstad, Brugge
5
Goedele Sulmont
algemene coördinatie
6
Min Berghmans
juriste
7
Ragnhild Degrendele
stafmedewerker kinderrechten
8
Ankie Vandekerckhove
Kinderrechtencommissariaat
9
Rudi Roose
Universiteit Gent
10
Dirk David
Administratie Bijzondere Jeugdbijstand
11
Guy Moerman
Comité voor bijzondere jeugdzorg Roeselare-Tielt
12
Christine Faure
aandachtsambtenaar kinderrechten K&G, lid redactieraad TJK
13
Julien Vandemast
coördinator dagcentrum Abelia – Dendermonde
14
Simonne Daems
directie De Waaiburg – Geel
15
Jo Wittevrongel
coördinator leefgroep De Spiegel – St. Kruis
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Deel II
- 103 -
- 104 -
Om de workshop werkbaar te houden, wordt het aantal deelnemers beperkt tot 35. U krijgt een bevestiging van uw inschrijving. .
Schrijft zich in voor de workshop op 03april 2003 en schrijft 10,- EUR over op rekeningnummer 310-1564707-86 met als vermelding: “workshop Vlaams-Brabant”
Naam: __________________________________________ Organisatie:____________________________________________ Adres: ______________________________________________________________ Telefoon: ________________________ e-mail: ___________________________________
Inschrijvingsstrook: op te sturen of door te mailen vóór 27 maart 2003 naar: OSBJ, Cellebroersstraat 16, 1000 Brussel of
[email protected]
Het project implementatie kinderrechten van de Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg VZW heeft als opdracht de toepassing van de kinderrechten in de bijzondere jeugdbijstand te stimuleren en de verdere actualisering en visieontwikkeling te ondersteunen.
De procesmap kwam tot stand via een projectsubsidie van de Vlaamse Overheid, Departement Gezin en maatschappelijk welzijn, afdeling Bijzondere Jeugdbijstand.
Workshop:
Procesmap Kinderrechten in de Bijzondere Jeugdbijstand
Procesmap Vele begeleiders en teams hebben vragen die te maken hebben met de rechten van kinderen, bijvoorbeeld: ○ Mogen ouders inzage hebben in het dossier van hun kind? ○ Wat willen inspraak en participatie nu eigenlijk zeggen? ○ Ik heb als hulpverlener beroepsgeheim, maar moet ik dan ook zwijgen tegen de ouders? Hoe zit dat nu concreet in elkaar? De antwoorden op deze vragen zijn niet eenvoudig te geven en dikwijls staan de belangen van de ene tegenover die van de andere. Toch moet er gehandeld worden! De OSBJ heeft een procesmap ontwikkeld, waarmee zij voorzieningen en teams wil helpen bij het concretiseren van kinderrechten in de praktijk. In de procesmap geven we eerst een handleiding om een inventaris te maken van het huidige kinderrechtenbeleid in de voorziening. In een tweede deel vind je een schat aan juridische en pedagogische informatie over: wie is de cliënt, recht op informatie, recht op inspraak en participatie, recht op privacy en klachtenbehandeling.
Tot slot worden een aantal probleemsituaties gepresenteerd waar teams in de praktijk mee te maken krijgen. Hier wordt de kennis ingeoefend die in de vorige delen werd opgedaan.
Workshop
Wanneer?
De Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg organiseert voor Vlaams-Brabantse voorzieningen op 3 april een workshop. Tijdens deze voormiddag zal enerzijds dieper ingegaan worden op de rechten van het kind binnen de bijzondere jeugdbijstand, en zal anderzijds de gelegenheid geboden worden de procesmap in te oefenen. In de deelnemingsprijs is een exemplaar van de procesmap inbegrepen. Inhoud:
03 april 2003
8u45:
onthaal
9u15:
verwelkoming
9u20:
plenaire sessie: voorstelling OSBJ
9u30:
kinderrechten in de bijzondere jeugdbijstand, korte theoretische inleiding
10u00: voorstelling denkoefeningen, opdeling in groepen 10u10: bespreking denkoefeningen volgens principes van de rechten van het kind 11u15: Plenaire sessie: bespreken resultaten en besluiten 12u00: Einde
Waar? Ondersteuningsstructuur Ravenstraat 98 3000 Leuven.
Kostprijs? 10,- EUR voor de workshop en de procesmap; over te schrijven op rekeningnummer: 310-1564707-86
Hoe inschrijven? Via het inschrijvingsformulier op adres: OSBJ Cellebroersstraat 16 1000 Brussel E-mail:
[email protected]
Tel: 02/513.15.10
Bijlage 3: Inhoudelijke voorbereiding workshops
Inleiding 1. Wie is de cliënt? 1) Het belang van deze vraag Deze eerste vraag handelt niet over rechten op zich, maar wel over op wie de rechten betrekking hebben. Als we kunnen uitklaren wie de cliënt is, dan kunnen we ook makkelijker keuzes maken als de belangen van de verschillende personen in het gedrang zijn. Zelfs als we er van uit gaan dat het gezin cliënt is, dan nog gaat het om verschillende personen die niet altijd dezelfde belangen hebben. Art 3 Ivrk belang van het kind primeert 2) de minderjarige De cliënt van de voorziening is diegene die door de voorziening opgenomen en/of begeleid wordt en meestal is dit de minderjarige. Zonder minderjarige is er trouwens geen sprake van jeugdbijstand. 3) de ouders ouderlijk gezag Ouders hebben een ouderlijk gezag, dit wil zeggen dat zij bepaalde handelingen kunnen uitvoeren met betrekking tot de persoon en de goederen van het kind. Het ouderlijk gezag met betrekking tot de persoon van de minderjarige gaat over alles wat bij de organisatie van de huisvesting van het kind (dit noemt men ook het verblijfsrecht) komt kijken, en over beslissingen in verband met zijn gezondheid, opvoeding, opleiding, ontspanning enz. Wie heeft nu het ouderlijk gezag? Dat is iedereen die een wettige afstammingsband met het kind heeft. Deze wettige afstammingsband is een juridisch vastgestelde bloedband, ofwel een adoptie. Bijzondere vormen (voogdij, pleegvoogdij, provoogdij) laat ik even buiten beschouwing. Ouderlijk gezag en de jeugdbijstand Het feit dat er binnen de bijzondere jeugdbijstand hulpverlening georganiseerd wordt, maakt geen einde aan het ouderlijk gezag. Wanneer het kind in de voorziening woont, dan is er een begrenzing van het ouderlijk gezag, maar het houdt niet op te bestaan. Over een aantal zaken beslist diegene die het ouderlijk gezag heeft, over een aantal zaken beslist de voorziening. De dagelijkse leefregels hangen samen met de plaats waar het kind verblijft. Over bijvoorbeeld de uren studie en vrije tijd en de hygiëneregels en de dringende medische zorgen beslist diegene die de dagelijkse zorg biedt, dus in geval van een residentiële plaatsing is dit de voorziening. Andere aspecten blijven de verantwoordelijkheid van de ouders, bijvoorbeeld de keuze van de arts of het ziekenhuis, (nochtans: Wet patiëntenrechten: mondige jongere zelf bekwaam) de schoolkeuze, (nochtans: decreet gelijke onderwijskansen: in samenspraak met kind) het
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Deel II
- 107 -
ondertekenen van het rapport, oudercontact, reizen naar het buitenland, … Ook los van deze praktische beslissingen zijn ouders zeer belangrijke partners binnen de hulpverlening. Conflicterende belangen Het ouderlijk gezag is een recht van ouders om hun kind op te voeden. Het gaat om een doelgebonden recht, een recht in functie van de opvoeding van het kind. Alle genomen beslissingen moeten bijgevolg ook in het belang van het kind zijn. Als het ouderlijk gezag in botsing komt met de grondrechten van het kind, dan moet het belang van het kind het belangrijkste overwegingspunt zijn. De verwijzer? Het is alleszins duidelijk dat de verwijzer geen cliënt is, maar eerder opdrachtgever. Andere personen? Anderen dan de wettelijke ouders kunnen binnen de bijzondere jeugdbijstand geen aanspraak maken, op de hulpverlener of op het kind, tenzij ze kunnen aantonen dat er sprake is van een speciale affectieve band. In deze gevallen kan de jeugdrechter een omgangsrecht toekennen, wat regelmatig gebeurt voor bvb grootouders.
2. Het recht op informatie Dit is een zeer belangrijk recht dat uit verschillende facetten bestaat en dat nauw verwant is met de andere rechten. 1) informatie in het algemeen De eerste grote topic is de informatie over de bijzondere jeugdbijstand en hulpverlening in het algemeen. Structuur van de bjb De structuur van de bijzondere jeugdbijstand zit ingewikkeld in elkaar en voor cliënten is het soms helemaal onmogelijk om door de bomen het bos te zien. Rechten en plichten Ook de rechten en plichten van de verschillende betrokkenen moeten aan bod komen. de voorziening Verder moet er ook meer specifieke informatie gegeven worden over de voorziening zelf, over de algemene manier van werken, de regels en afspraken. Belangrijk bij het geven van informatie is dat het een nooit eindigend proces is. Informatie moet op gezette tijden herhaald worden. Als laatste en heel belangrijk punt: de informatie die geboden wordt, moet aangepast zijn aan het ontwikkelingsniveau, de taal, het bevattingsvermogen van de cliënt.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Deel II
- 108 -
2) Informatie over de eigen hulpverlening De tweede grote topic is het geven van wat wij specifieke informatie over de eigen hulpverlening noemen. Het gaat dan over informatie over de hulpverlening, het handelingsplan, de evaluatie, de doelstellingen. En over informatie over het eigen verleden, dus weten wat de anderen over de jongere weten en van waar die informatie komt. 3) verslaggeving Het derde punt handelt over de verslaggeving. Er wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen verslagen die door de voorziening zelf gemaakt worden en verslagen die door anderen gemaakt worden. Minstens in de verslagen die door de voorziening zelf gemaakt worden, moeten de jongeren toegang hebben. Dit wordt ook in de sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen duidelijk gesteld. 4) dossiers Er zijn nog niet zo veel voorzieningen die werken met open dossiers. Wanneer we de wetgeving er op nalezen, dan blijkt dat cliënten het recht hebben op toegang tot het dossier. Als we verder kijken naar wat er allemaal in een dossier moet zitten, dan komen we aan: (1) allerlei inlichtingen van administratieve aard, met onder andere een kopie van het hulpverleningsprogramma, (2) de gegevens over de toestand van de minderjarige en het gezin waartoe hij of zij behoort en hun mening hierover en (3) het handelingsplan, elke bijsturing ervan en de evolutieverslagen. Als het dossier enkel die documenten bevat die volgens de decreten minimaal in het dossier moeten zitten, dan is het zeer moeilijk te beargumenteren waarom cliënten er geen inzage in zouden mogen hebben. 5) Informatie van andere diensten Een laatste puntje bij het recht op informatie is de verslagen die verkregen worden bij andere diensten. Soms worden er verslagen van andere diensten ontvangen, met de vraag om de cliënten niet in te lichten over de informatie die daar dan in staat. Sommigen houden zich daar ook aan, met de motivatie dat men niet verantwoordelijk is voor wat andere voorzieningen schrijven. Dat is waar, maar men kan onmiddellijk de bedenking maken of het dan wel aangewezen is om die informatie zelf te lezen en er mee te werken. Een andere reden die regelmatig wordt aangehaald is dat men gebonden is door het beroepsgeheim. Dat is ook waar, maar men moet het beroepsgeheim goed begrijpen: men kan het beroepsgeheim niet inroepen tegenover zijn cliënt; dus niet van: ik kan je niet vertellen wat er over jou geschreven wordt, want dat valt onder mijn beroepsgeheim. Hierover bestaan nogal wat misverstanden in de praktijk. De cruciale vraag bij dit punt is, of men kan werken met informatie waarvan je cliënt niet op de hoogte is. Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Deel II
- 109 -
3. Recht op inspraak en participatie Dit is een recht waarover heel wat onduidelijkheden bestaan. Daarom is het belangrijk dat we werken met heldere omschrijvingen: 1) inspraak Inspraak is het geven van de eigen mening, én het feit dat er met die mening rekening wordt gehouden. Dit rekening houden met de mening van kinderen wil zeggen dat ofwel duidelijk wordt in de beslissing of praktijk dat de mening erin vervat zit, ofwel dat men kan beargumenteren waarom de mening niet werd weerhouden. 2) participatie Participatie omschrijven we als het proces van actieve betrokkenheid bij de eigen begeleiding, bij het groepsleven en bij het beleid van de voorziening. We hebben het over een leerproces, wat een belangrijk onderdeel is van het groeien naar volwassenheid. Participatie wil dus niet zeggen dat men komt tot een hulpverleningsrelatie waarin de cliënt de enige opdrachtgever is, en de hulpverlener de opdracht uitvoert. Participatie gaat verder over een aantal deelaspecten: het mee-weten, mee-denken, mee-beslissen, mee-uitvoeren en mee-evalueren. Dit behoort allemaal tot het proces van volwassen worden, het is niet iets dat men kàn, maar iets waar men meer en meer bekwaam in wordt. Ook hulpverleners bewegen zich binnen een bepaald vast kader. Hoe meer autonomie je als hulpverlener hebt om het hulpverleningsproces in te vullen, hoe meer je cliënten kan laten participeren. 3) Vormen en momenten Er zijn verschillende vormen en onderwerpen waarop ouders en kinderen kunnen participeren. We zullen er hier niet te diep op in gaan, aangezien de tijd zeer beperkt is. 1.
bij het begin van de begeleiding, dus vanaf de aanmelding doet de motivatie van de cliënten stijgen.
2.
bij het opstellen van verslagen, gaande van het samen bespreken tot het zelf een stukje schrijven. Op deze manier kan de verslaggeving ook een werkinstrument worden.
3.
bij het dagelijkse leven in de leefgroep is niet zo eenvoudig, vooral niet wanneer we het hebben over de regels die binnen de leefgroep of het dagcentrum gelden. Het is algemeen bekend dat kinderen zich beter houden aan regels waar ze het nut van inzien, en die ze eventueel zelf hebben kunnen opstellen. Dit neemt niet weg dat er ook regels zijn die voor kinderen nutteloos lijken, maar die wel nodig zijn. Hierover is dan geen participatie mogelijk.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Deel II
- 110 -
4.
bij het beleid van de voorziening. Allereerst moet duidelijk zijn dat iedereen zijn mening moet kunnen verkondigen. Anderzijds is het niet mogelijk om iedereen die iets met de voorziening te maken heeft, te betrekken bij beleidsbeslissingen binnen de voorziening. Er kunnen wel groepen van afgevaardigden geconsulteerd worden.
4. Het recht op privacy 1) vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst 4.1.a)het zeggen van de eigen mening Kinderen hebben meningen, zoveel is zeker. De mening van kinderen is niet bovengeschikt aan die van anderen en met hun mening mogen kinderen de rechten van andere personen niet schenden. Ook het respecteren van de mening van anderen zal een leerproces zijn. 4.1.b) De vrijheid om je geloofsovertuiging te volgen. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar toch kunnen er problemen komen wanneer kinderen een andere geloofsovertuiging ontwikkelen dan hun ouders. Hiervoor verwijst het Verdrag inzake de Rechten van het Kind naar de zich ontwikkelende vermogens van elk kind als maatstaf voor het beleven van een eigen godsdienst.
2) Recht op integriteit / zelfbeschikking over het eigen lichaam 4.2.a)
Kinderen mogen niet onderworpen worden aan lijfstraffen . Daar zullen niet veel mensen
anders over denken. Of kinderen dan fysiek mogen vastgehouden of tegengehouden worden, is een andere zaak. Wij pleiten ervoor om enkel fysieke overmacht te gebruiken om zichzelf of andere kinderen te verdedigen, of wanneer het kind zichzelf in gevaar brengt, en dit nadat andere mogelijkheden niets hebben uitgehaald. 4.2.b) Een andere vorm van lichamelijk contact is het knuffelen, eens vastpakken enz. Het bieden van affectie moet altijd afgestemd zijn op de vraag van de jongere. En dan nog zal men zelf moeten beslissen of het bieden van dergelijke affectie te rijmen valt binnen de relatie hulpverlener – cliënt. 4.2.c)
Het uiterlijk is ten slotte een vaak terugkerend punt van discussie. Ouders behouden steeds
het toezicht op het uiterlijk van het kind. Het recht op toezicht wil niet hetzelfde zeggen als het recht te beslissen. Dit beslissingsrecht hoort bij het verblijfsrecht en wordt bij een residentiële
Opmerking [R.D.1]: Pagina: 5 Wat wil het dan wel zeggen? Wat is dan concreet de bevoegdheid van de ouders? Opmerking [o2]: Pagina: 5 Om beslissingen aan te vechten voor de jeugdrechter
plaatsing overgedragen aan de voorziening. Het uiterlijk is voor jongeren een Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Deel II
- 111 -
manier om uiting te geven aan hun persoonlijkheid, om zichzelf te manifesteren. Daar hoort ook een zekere vorm van experimenteren bij. Of het nu rechtvaardig is of niet, mensen worden beoordeeld aan de hand van hun uiterlijk. Jongeren hebben het recht zich te kleden zoals ze willen, maar het kan nuttig zijn hen te wijzen op het effect dat hun uiterlijk heeft op derden. Beperkingen op het algemene uiterlijk zijn denkbaar met betrekking tot gezondheid, hygiëne, zelfverminking, … 3) Recht op bescherming van de persoonsgegevens Er geldt een algemeen verbod om de identiteit van minderjarigen die een jeugdbeschermingsmaatregel ondergaan bekend te maken door middel van teksten, tekeningen, foto’s of andere beelden. De privacywet bevat een aantal bepalingen om te voorkomen dat persoonsgegevens zonder meer worden uitgewisseld. Het begrip persoonsgegevens staat voor iedere informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. Als de persoonsgegevens niet bij de betrokkene (dus hier: de jongere) zelf verkregen zijn, dan is er een informatieverplichting op het moment dat men die informatie registreert of bij de eerste mededeling aan anderen. Een hulpverlener kan zich niet beroepen op zijn beroepsgeheim om aan zijn cliënt inzage te weigeren in zijn dossier voor wat betreft die stukken die over de cliënt zelf gaan. 4)
Recht op beroepsgeheim van de hulpverlener
4.4.a)
Iedere cliënt heeft van zijn hulpverlener recht op beroepsgeheim. Dit wil zeggen dat de
hulpverlener een zwijgplicht heeft over wat hem in de uitoefening van zijn beroep werd toevertrouwd. Wat daarbuiten werd vastgesteld hoort niet bij het beroepsgeheim. Informatie die van derden verkregen wordt binnen het kader van de hulpverlening valt wel onder het beroepsgeheim. 4.4.b) -
Het doorbreken van het beroepsgeheim is in een aantal gevallen wettelijk voorzien: als je als getuige moet optreden voor een rechter of een parlementaire onderzoekscommissie
-
als de wet u verplicht te onthullen
-
als er sprake is van een noodtoestand: wanneer hogere waarden, zoals het leven van iemand in het gedrang komen en het niet anders kan beschermd worden dan door een schending van het beroepsgeheim.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Deel II
- 112 -
Opmerking [R.D.3]: Pagina: 6 Idem als bescherming hogere waarde?
-
Personen in nood
-
Spreekrecht: wanneer een minderjarige het slachtoffer is van bepaalde misdrijven.
4.4.c)
Er zijn nog een aantal andere gevallen waarin aanvaard wordt dat het beroepsgeheim
wordt doorbroken: -rapportage naar de overheid, -als het gaat om een minderjarige en de ouders wensen informatie (remember: het recht op alle informatie over de opvoeding van het kind). Dat er informatie doorgegeven wordt, wil niet per se zeggen dat die informatie onmiddellijk na het verkrijgen moet doorgegeven worden. Dit zal niet altijd mogelijk zijn, en belangrijker: niet altijd aangewezen zijn. Soms moeten mensen voorbereid worden om bepaalde informatie aan te kunnen. 4.4.d) Een veel gebruikte term onder begeleiders is het gedeelde beroepsgeheim . Men gaat daar in de praktijk soms iets te soepel mee om, het is geen wettelijk geregeld onderwerp. Het meedelen van informatie aan iemand die ook gebonden is aan het beroepsgeheim wordt soms aanvaard, rekening houdend met de volgende voorwaarden: 1. de cliënt moet ingelicht worden over het beroepsgeheim, over aan wie informatie kan doorgegeven worden, en wat dan precies kan doorgegeven worden, voordat hij/zij aan jou die informatie vertelt: vooraf je buitengrenzen aangeven. 2. als toch vertrouwelijke info, geen buitengrens: cliënt moet akkoord zijn met doorgeven 3. informatie kan sowieso enkel doorgegeven worden aan personen die gebonden zijn door hetzelfde soort beroepsgeheim, wat bijvoorbeeld inhoudt dat aan leerkrachten geen vertrouwelijke informatie mag verstrekt worden. 4. enkel die informatie die noodzakelijk is voor de uitvoering van de opdracht mag doorgegeven worden. ‘need tot know’, niet ‘nice to know’. 5) Recht op brief- en telefoongeheim Het recht op brief- en telefoongeheim heeft twee componenten: -het mogen ontvangen en versturen van brieven en van telefoontjes: evt. praktische afspraken mogelijk. -de inhoud zelf van de brieven en telefoontjes.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Deel II
- 113 -
Opmerking [o4]: Pagina: 6 Daar komt het op neer ja, hogere waarde wel strikt interpreteren, het gaat niet om financiêle hogere waarde
Het brief- en telefoongeheim zijn absoluut, wat wil zeggen dat niemand de brieven van de jongere mag openen of de telefoons mag afluisteren. Binnen het ouderlijke gezag mogen ouders waken over de briefwisseling en de persoonlijke relaties van hun kinderen, maar ook ouders mogen de brieven van hun kinderen niet zomaar openen. Naast de ouders mag enkel de jeugdrechter, in geval van grondige redenen, het briefgeheim schenden.
5. Specifieke cliëntenrechten 1) Bezoek Kinderen hebben recht om regelmatig schriftelijk, telefonisch en persoonlijk contact met hun ouders te hebben en met die personen waar ze een affectieve band mee hebben met uitzondering van beperkingen die eventueel door hun ouders of de jeugdrechter opgelegd werden. We hebben begrip voor het feit dat de voorziening bepaalde praktische regelingen hanteert, om de hele organisatie werkbaar te houden, maar dit mag het contactrecht niet uithollen, zodat de jongeren op het vlak van sociale contacten niet het gevoel krijgen dat ze gestraft zijn. Verder hebben kinderen het recht om op elk moment hun advocaat te contacteren. 2) Rechtvaardige Straffen De straffen die aan kinderen gegeven worden, moeten ook aan een aantal voorwaarden voldoen: Ze moeten aangepast zijn aan de persoonlijkheid van de minderjarige, ze moeten de opvoeding bevorderen, mogen geen traumatische uitwerking hebben. Lichamelijke straffen, geestelijk geweld en het onthouden van maaltijden zijn verboden. 3) Zakgeld
4) Loon
6. Recht op beklag 1) definitie Voorzieningen moeten volgens de smk’s aan hun gebruikers het recht op klachten en op klachtenbehandeling garanderen. De term klacht wordt vaak gebruikt als overkoepelende term voor iedere uiting van ongenoegen over wat volgens de klager fout loopt in de hulpverlening of begeleiding. Dit kan een ongenoegen zijn over de manier waarop de cliënt zich behandeld voelt, een gebeurtenis, een beslissing, … Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Deel II
- 114 -
Er kan een onderscheid gemaakt worden naargelang een klacht over de kwaliteit van de hulpverlening, een klacht over de levensomstandigheden binnen de voorziening, of een klacht naar aanleiding van het feit dat er hulpverlening georganiseerd wordt. Aan de term klacht hangt een eerder negatieve connotatie. Toch hoeft een klacht niet per se een negatief gegeven zijn binnen de hulpverlening. Het feit dat de jongere au serieux genomen wordt, het feit dat er een gevolg aan zijn klagen gegeven wordt, kan een zeer positieve ervaring voor de cliënt zijn. Hij krijgt op deze manier bevestiging dat hij inderdaad partner binnen de hulpverlening is, en dat hij deze hulpverlening mee vorm kan geven. Het succesvol afhandelen van een klacht kan voor de jongere een motiverende invloed hebben op het (leren) nemen van verantwoordelijkheid. Op het niveau van de voorziening kan de klacht een middel zijn om het beleid van de voorziening te optimaliseren en nog beter af te stemmen op de behoeften van de cliënt. 2) intern/extern 3) formeel/informeel 4) Voorwaarden Een klachtenprocedure, hoe hij er ook uitziet, moet minimaal voldoen aan de volgende voorwaarden: •
Transparant: niet te ingewikkeld en door iedereen gekend
•
laagdrempelig: de stap tussen het hebben van een klacht en het melden van de klacht is niet te groot.
•
au serieux genomen. Het feit dat men een klacht heeft, duidt op een toestand van onwelzijn en is ernstig genoeg om er iets aan te doen.
•
De afhandelingstijd is kort en op voorhand duidelijk.
•
De klager en eventueel de persoon waarover geklaagd wordt, worden betrokken bij het beoordelen en afhandelen van de klacht.
•
De klager ziet dat zijn klacht beantwoord is. Dit wil niet zeggen dat hij gelijk moet gekregen hebben, maar wel dat hij inziet waarom hij bijvoorbeeld geen gelijk heeft gekregen.
•
Ten slotte moet, als er een ombudsman wordt ingeschakeld, deze door de verschillende partijen als neutraal gezien worden.
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Deel II
- 115 -
Bijlage 4: Denkoefeningen workshops
Denkoefening 1: Het gezin van Axel (15 jaar) bestaat uit moeder, stiefvader en halfbroer. Vader heeft sinds de scheiding, 10 jaar geleden, nauwelijks contact gehad met Axel en sinds drie jaar helemaal geen contact meer. Nu staat vader voor de deur en vraagt inzage in het dossier van zijn kind. En vraagt hij om betrokken te worden in de hulpverlening. Hoe gaat het team daar mee om?
Denkoefening 2: Een meisje van 9 jaar krijgt telefoon van haar vader vanuit de gevangenis. De vader zit in de gevangenis wegens zware geweldpleging en is een zeer agressief man. Wat doe je? Meeluisteren? Naast het meisje zitten? Achteraf het meisje opvangen?
Denkoefening 3: Een moeder vraagt inzage in het dossier van een jongere die begeleid zelfstandig wonen doet. De ouders zitten volop in een scheidingsprocedure en er zijn heel wat (juridische) conflicten. De jongere wil niet dat moeder de verslagen leest omdat er informatie in staat die hij/zij geheim wil houden voor moeder. Ook de relatie van de jongere met vader is uit de verslaggeving af te leiden. Wat zijn hier verantwoorde mogelijkheden? Wat kan je doen? Hoe geraken we hier uit?"
Denkoefening 4: Lisa (9 jaar) is geplaatst in een leefgroep. Ze heeft zeer lang haar, dat echter vol klitten zit – het haar is absoluut niet doorkambaar - en nu heeft ze ook nog eens luizen. Noch het meisje zelf, noch haar moeder wil dat het haar geknipt wordt. Wat is een goede manier om met dit probleem om te gaan?
Denkoefening 5: Stan is 16 jaar. Op een avond komt hij na school in het dagcentrum en zegt dat hij de volgende dag Filiep, die in zijn klas zit, na school zal opwachten om hem daarna in elkaar te slaan. Stan uit gewoonlijk geen loze dreigementen. Wat kan je in deze situatie allemaal doen?
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Deel II
- 116 -
Denkoefening 6: Een meisje van 16 jaar mag van de jeugdrechter geen contact meer hebben met haar vader. Men heeft ernstige vermoedens dat er sprake is van seksueel misbruik.Er is echter onvoldoende bewijs om een procedure tegen hem te starten. Het meisje spreekt van een ‘geheim’ maar wil zelf niet aangeven wat er precies gebeurd is. Na een tijdje merken de begeleiders dat het meisje haar vader wel bezoekt. Zij geeft aan dat ze nu een goed contact heeft met haar vader en dat ze hem wil blijven bezoeken. Zij vertelt ook dat er in het verleden wel degelijk sprake was van seksueel misbruik. Het meisje wil niet dat de begeleiders de jeugdrechter inlichten, aangezien er dan waarschijnlijk weer onderzoeken enz. zullen gebeuren en het meisje geeft zelf aan dat ze over haar relatie met haar vader niets zal zeggen. Wat moet je nu als hulpverlener doen? De rechter verwittigen of niet? Zelfs als je weet dat de vrees van het meisje gegrond is? Wie draagt de verantwoordelijkheid als er toch iets fout zou lopen?
Denkoefening 7: Bram zit in een leefgroep. Hij heeft een probleem. Hij wil er met een begeleider over praten, maar alleen als de begeleider belooft dat hij zijn ‘geheim’ aan niemand zal verklappen. Kan de begeleider dit? Wat is de beste manier voor de begeleider om te reageren?
Denkoefening 8: Marie is 13 jaar en is nieuw bij het dagcentrum. Er is een overleg geweest met haar vroegere begeleider van een leefgroep en daar heb jij een heleboel informatie over Marie gehoord (onder andere dat haar vader niet haar vader is). Heeft Marie recht om dit te weten? Hoe kan je dit het best aanpakken?
Denkoefening 9 De consulent van de jeugdrechtbank meldt mondeling aan een opvoeder dat de vader zijn kinderen niet mag bezoeken in de leefgroep. In het vonnis van de jeugdrechtbank staat hier niets van te lezen. Op een dag staat vader voor de deur. Wat doe je?
Denkoefening 10 Esther is 13 jaar en is zwanger van haar vriend die 19 jaar is. Voor welke garanties met betrekking tot de rechten van het kind moet je hier opkomen?
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Deel II
- 117 -
Denkoefening 11 Op een dag krijg je een telefoon van school. De leraar wil Vanessa (15 jaar) zeer dringend bereiken maar heeft haar gsm-nummer niet. De leraar wil niet zeggen waar het over gaat, maar wil wel dat je het gsm-nummer doorgeeft. Wat doe je en welke elementen neem je hiervoor in overweging?
Denkoefening 12 Het is tot een ernstige aanvaring gekomen tussen de ouders van een jongere en diens pro deo advocaat. De ouders willen niet dat de jongere nog contact heeft met die advocaat, zij zullen wel een ander raadsman zoeken. Als de jongere toch nog contact zou hebben met de eerste advocaat, willen de ouders door de voorziening op de hoogte gebracht worden. Hoe reageer je?
Denkoefening 13 Je bent opvoeder in een leefgroep. Je komt op de kamer van een vechtgrage jongen en je ziet nog net hoe hij een zware ketting probeert te verbergen. Hij zegt dat het een ketting is om zijn fiets mee te sluiten, maar jij hebt je twijfels. Wat kan je doen? Wie heeft recht op wat?
Denkoefening 14 In de leefgroep zitten 4 kinderen uit hetzelfde gezin. Moeder is gestorven en vader is een zware alcoholist en geeft zelf aan dat de kinderen niet naar huis kunnen terugkeren. Na een lange zoektocht zijn er 2 pleeggezinnen gevonden die elk 2 kinderen zouden kunnen opnemen. In samenspraak met de pleeggezinnendienst en de consulent wordt beslist om het nieuws over de pleegplaatsing niet onmiddellijk te vertellen, maar de kinderen geleidelijk aan op weekend te laten gaan enz… Hoe valt dit neer te schrijven in het handelingsplan? Hebben deze 4 kinderen het recht om te weten wat er met hen gaat gebeuren?
Denkoefening 15 Bert is 16 jaar en heeft een probleem met agressie, en vooral met zelfcontrole. In het team werd het idee geopperd om hem een zware fysieke sport te laten doen, zodat hij zich kan afreageren. Het wordt aan Bert overgelaten om zelf een voorstel te doen. Bert zou graag kickboxen, maar sommige leden van het team vinden dat een té agressieve sport. Zij vrezen dat het sporten op deze manier zijn doel voorbij zou schieten. Op welke manier kunnen hier de pedagogische en de participatieve doelstellingen met elkaar verzoend worden?
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Deel II
- 118 -
Denkoefening 16 Katrien woonde samen met haar moeder. Er was sprake van zware verwaarlozing en dat is ook de reden waarom Katrien sinds kort geplaatst is. Katrien wil zelf zeer snel naar huis en vraagt om thuisbegeleiding of dagcentrumbegeleiding. Wat Katrien niet weet, is dat haar moeder lijdt aan kanker (terminaal stadium) en dat moeder zèlf een terugkeer niet ziet zitten. Moeder wil niet hebben dat haar dochter weet dat moeder kanker heeft. Hoe kan het team hier het best mee omgaan? Wat met verslagen en handelingsplan?
Jaarverslag vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg periode juni 2002 – juni 2003 Deel IV – Bijlagen Deel II
- 119 -