Jaarverslag 2013 Stichting Omnisscholen
SAMENVATTING In 2013 hebben er veel veranderingen plaatsgevonden binnen de Omnisscholen. Zo zijn de Omnisscholen verzelfstandigd, is er een sociaal plan uitgevoerd, heeft er bij de formatie een grote mobiliteit plaatsgevonden, is er een locatie gesloten en is de strategie voor de komende jaren bepaald. Al deze veranderingen, die toch bij medewerkers hebben geleid tot onzekerheid, hebben de kwaliteit en continuïteit in het onderwijs niet geschaad. Dit blijkt onder andere uit de cijfers van ziekteverzuim en de resultaten van kinderen.
GEGEVENS Naam instelling
stichting Omnisscholen
Werkgeversnummer
42634
Postadres
Postbus 1
(Tot 1 januari 2015)
4450 AA
Heinkenszand
Postbus 328
(Vanaf 1 januari 2015)
4460 AS
Goes
Postadres Telefoon
0113 76 02 32
Contactpersoon
mevrouw N.J. Brand (bestuurder)
Internetsite
www.omnisscholen.nl
SCHOLEN Bestuursnummer
42634
Omnis school ‘t Opstapje
10LW
Omnis school De Linden
11OA
Omnis school De Meidoorn
11OA
02
Nevenvestiging
Omnis school De Poel
11OA
03
Nevenvestiging
Omnis school Franck van Borssele
11OA
04
Nevenvestiging
Per 01-08-2013.
Omnis school De Reiger
12IT
Omnis school De Octopus
12IT
01
Nevenvestiging
Tot 01-08-2013.
Omnis school De Schakel
13JQ
COLOFON Redactie ©
Henri Grim Stichting Omnisscholen
Postbus 1 4450 AA
Heinkenszand
VOORWOORD “Kinderen iets aanreiken waarmee ze hun ouders kunnen verrassen, is een van de mooiste cadeaus die een docent kan geven.” Met dit citaat van Richard Dawkins duiden we nog maar eens één van de vele facetten van het onderwijs. Hierin herkennen we ook alle betrokkenen die van belang zijn: op de eerste plaats het kind zelf natuurlijk, daarnaast de ouders die hun kind toevertrouwen aan de school waar het ‘menselijk kapitaal’ – de medewerkers – er met hartstocht voor zorgt dat de kinderen tot bloei komen. Per 1 januari 2013 is het roer overgenomen van het vorige bevoegd gezag van de Omnisscholen. Samen met de medewerkers werken we aan een nieuwe fase voor de Omnisscholen. Een fase waarin we het onderwijsaanbod vernieuwen en ons richten op de 21 e eeuw. Een boeiende, maar ook spannende tijd. Het openbaar onderwijs in de gemeente Borsele komt uit zwaar weer. Minder ouders kozen de afgelopen jaren voor de openbare scholen. Met onderwijs voor de toekomst en de samenwerking met Kibeo om integrale kindcentra te realiseren hopen we Omnis weer op de kaart te zetten. Ons belangrijkste doel is echter niet om de organisatie te behouden, maar om met de Omnisscholen in te spelen op wensen en behoeften van kinderen, ouders en de samenleving. De 21 eeuw vraagt om andere kennis en vaardigheden van kinderen dan de eeuw die achter ons ligt en dit geldt ook voor de eisen die ouders stellen aan het onderwijs en de wijze waarop het wordt aangeboden. Omnis streeft er naar om haar onderwijs aanbod zo in te richten dat ouders en samenleving er op kunnen vertrouwen dat de kinderen goed begeleid worden en hun talenten en capaciteiten tot hun recht komen. Het jaarverslag is een moment van stilstaan bij de ontwikkelingen in het afgelopen jaar. Daarmee is het jaarverslag een belangrijk hulpmiddel voor de verantwoording van het bestuur aan de ouders, de medewerkers, de Raad van Toezicht en alle anderen die betrokken zijn bij onze scholen en het daar gegeven onderwijs. Het jaarverslag over 2013 geeft uitleg over wat is bewerkstelligd op het gebied van onderwijs, zorg, personeel en financiën. De jaarrekening geeft vervolgens inzicht in de financiële gegevens die daarmee gemoeid zijn. Elly Brand, Bestuurder stichting Omnisscholen
INHOUDSOPGAVE I
TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG Bestuursverslag
II
1
Verslag Raad van Toezicht
20
Financiële positie
22
Resultaat
23
Kengetallen
24
JAARREKENING A
Grondslagen
25
B
Balans per 31 december 2013 na resultaatbestemming
30
C
Staat van baten en lasten over 2013
32
D
Kasstroomoverzicht 2013
33
E
Toelichting behorende tot de balans per 31 december 2013
34
F
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
39
G
Toelichting op de staat van baten en lasten over 2013
40
H
Geoormerkte doelsubsidies OCW en EZ
44
I
Verbonden partijen
45
J
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
46
K
Ondertekening door het bestuur
47
III OVERIGE GEGEVENS
IV
C1
Controleverklaring
48
C2
(Voorstel) bestemming van het exploitatieresultaat
50
C3
Gebeurtenissen na balansdatum
51
BIJLAGEN Begroting 2014
52
BESTUURSVERSLAG
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 1 -
INHOUDSOPGAVE BESTUURSVERSLAG 1.
Algemene informatie 1.1.
Juridische structuur en organisatiestructuur
4
Organogram
4
Kernactiviteiten
5
1.2.1.
Missie & visie
5
1.2.2.
Kernwaarden
5
1.3.
Leerlingenaantallen
5
1.4.
Toelatingsbeleid
5
1.5.
Omgeving
6
1.1.1. 1.2.
2.
Algemene instellingsbeleid 2.1.
Zaken met een behoorlijke personele betekenis
6
2.1.1.
Krimp
6
2.1.2.
Taakbeleid
6
2.1.3.
Functiemix
7
2.1.4.
Verzuim
7
2.1.5.
Risico-evaluatie en -inventarisatie
7
2.1.6.
Arbo
7
Onderwijsprestaties
7
Prestatiebox
7
Onderwijskundige en onderwijsprogrammatische zaken
8
2.3.1.
Nieuw pedagogisch didactisch concept
7
2.3.2.
Heterogene groepen / combinatiegroepen
8
Ontwikkelingen als gevolg van interne en externe kwaliteitszorg
8
2.4.1.
Handelingsgericht Werken
8
2.4.2.
Opbrengst Gericht Werken
8
2.4.3.
Deskundigheidsbevordering
9
2.4.4.
Leerlingvolgsysteem
9
Ontwikkelingen bij of in relatie tot verbonden partijen
9
Verslag van de dialoog met belanghebbenden
9
2.2. 2.2.1. 2.3.
2.4.
2.5. 2.5.1.
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 2 -
INHOUDSOPGAVE BESTUURSVERSLAG
3.
2.6.
Interne beheersing en toezicht (Governance-ontwikkelingen)
10
2.7.
Zaken met een behoorlijke politieke of maatschappelijke impact
11
2.8.
Het gevoerde beleid inzake de beheersing van uitkeringen na ontslag
11
2.9.
Afhandeling van klachten
11
Financieel beleid 3.1.
Analyse van de financiële situatie
12
Kengetallen
12
3.2.
Toelichting op het resultaat en wat daaraan heeft bijgedragen
12
3.3.
Vergelijking met de balansposten van het vorig jaar
12
3.4.
Analyse met het in de begroting opgenomen beleid
12
3.5.
Analyse kasstromen
13
3.6.
Treasuryverslag en het verslag van het gevoerde Treasurybeleid
13
Horizontale verantwoording
14
3.1.1.
3.6.1.
4.
Continuïteitsparagraaf A1.
Personele bezetting en leerlingenaantallen
16
A2.
Meerjarenbegroting op het hoogste aggregatieniveau
17
B1.
Rapportage aanwezigheid en werking risicobeheersings- en controlesysteem
B2.
Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden
18
B2.1.
Toekomstparagraaf
19
B3.
Rapportage van het toezichthoudend orgaan
19
Jaarverslag Omnisscholen
van
het
interne
18
bladzijde - 3 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG
1
ALGEMENE INFORMATIE
1.1.
Juridische structuur & organisatiestructuur
Het bestuur van de stichting Omnisscholen (verder: de Omnisscholen) wordt gevormd door mevrouw N.J. Brand. Onder het schoolbestuur ressorteren 7 scholen voor openbaar onderwijs in de gemeente Borsele, waarvan drie nevenvestigingen. Dit is de situatie per 1 augustus 2013. Per 1 januari 2013 zijn de Omnisscholen een zelfstandige stichting. De bestuurder van de kinderopvangorganisatie Kibeo is met de verzelfstandiging tevens bestuurder van stichting Omnisscholen geworden. Mevrouw N.J. Brand is verantwoordelijk voor het bestuur van de stichting. Voor het jaar 2013 is een tijdelijke algemeen directeur aangesteld. Mevrouw M. (Mireille) van Duuren was belast met de dagelijkse leiding van de Omnisscholen. In december 2013 heeft een sollicitatieprocedure plaatsgevonden voor een nieuwe directeur van de Omnisscholen. De heer P. (Paul) van de Berg zal per januari 2014 deze functie bekleden. Het jaar 2013 was het eerste ‘zelfstandige’ jaar voor de Omnisscholen. Gelijktijdig is de samenwerking met kinderopvangorganisatie Kibeo vormgegeven. Het toezicht wordt uitgevoerd door de Raad van Toezicht (RvT). De RvT bestaat uit zes leden. Daarnaast was er één vacature. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) vertegenwoordigt ouders en personeel. Als vertegenwoordigers van het bestuur zijn zowel de algemeen directeur als de bestuurder aanwezig bij de vergaderingen. De GMR heeft 9 maal vergaderd in 2013.
1.1.1. Organogram
Raad van Toezicht Bestuur Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad
Staf & administratie
Algemeen directeur
Omnisschool ‘t Opstapje
Omnisschool De Linden
Medezeggenschapsraden
Omnisschool De Poel
Omnisschool De Meidoorn
Omnisschool Franck van Borssele
Omnisschool De Reiger
Omnisschool De Schakel Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 4 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG
1.2.
Kernactiviteiten
In 2013 zijn conform het strategisch beleid een nieuwe missie, visie en kernwaarden opgesteld. Deze zijn ten tijde van het opstellen van dit jaarverslag nog concept. We hebben de tijd genomen om de concepten steeds te delen met het team en de medezeggenschapsorganen. De verwachting is dat in de tweede helft van 2014 de nieuwe missie, visie en kernwaarden definitief gereed zijn om naar buiten toe te communiceren. Hieronder wordt de huidige missie,visie en kernwaarden beschreven.
1.2.1. Missie en visie De Omnisscholen hebben de missie als volgt verwoord in het schoolplan: De Omnisscholen staan voor goed, eigentijds onderwijs voor iedereen, met veel aandacht voor samenwerken, samen werken, samen leren met daarin ieders eigen verantwoordelijkheid. We willen dat kinderen en ouders zich betrokken voelen bij de kwaliteit die het leren op onze scholen biedt. Dat betekent goed onderwijs voor kinderen door samenwerking, betrokkenheid en respect. Het motto voor de Omnisscholen is: Samen wijzer.
1.2.2. Kernwaarden We doen dit door uit te gaan van de kernwaarden van het openbaar onderwijs: De kernwaarden zijn: Iedere leerling is welkom. De openbare school straalt actief uit dat alle kinderen welkom zijn. Weigeren van een leerling kan uitsluitend plaatsvinden op basis van criteria die zijn vastgelegd in de wet- en regelgeving. Iedereen is benoembaar. Benoembaarheid staat open voor iedereen, ongeacht levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, afkomst, geslacht of seksuele geaardheid. Wel wordt de eis gesteld dat zij handelen overeenkomstig de beginselen van openbaar onderwijs. Wederzijds respect. De openbare school houdt rekening met en gaat uit van wederzijds respect voor levensbeschouwing of godsdienst van alle leerlingen, ouders en personeelsleden. Waarden en normen. Het wederzijds respect wordt mede vorm gegeven door actief aandacht te besteden aan uiteenlopende levensbeschouwelijke, godsdienstige en maatschappelijke waarden en normen. Van en voor de samenleving. De openbare school betrekt leerlingen, ouders en personeelsleden actief bij de besluitvorming over doelstellingen en werkomstandigheden en zoekt daarover afstemming met externe betrokkenen en belanghebbenden. Levensbeschouwing en godsdienst. De openbare school beidt de gelegenheid om levensbeschouwelijk vormingsonderwijs of godsdienstonderwijs te volgen. De missie, visie en de kernwaarden staan in het teken van het onderwijsbeleid. Alle andere terreinen staan in het teken van het primaire proces: verzorgen van onderwijs. Onze scholen staan garant voor goed onderwijs. Het proces dient er op gericht te zijn om alles uit een kind te halen binnen de mogelijkheden van dat kind. Dat gebeurt in een veilige en uitdagende omgeving.
1.3.
Leerlingenaantallen
Aantal leerlingen
2013
2012
47
54
76
73
36
35
03
6
20
04
43
42
90
95
-
21
Omnis school ‘t Opstapje
10LW
Omnis school De Linden
11OA
Omnis school De Meidoorn
11OA
02
Omnis school De Poel
11OA
Omnis school Franck van Borssele
11OA
Omnis school De Reiger
12IT
Omnis school De Octopus
12IT
Omnis school De Schakel
13JQ
Totaal
1.4.
01
65
66
363
406
Toelatingsbeleid
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 5 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG Het toelatingsbeleid is verwoord in artikel 3 van het leerlingenstatuut van de Omnisscholen. In lid 1 staat: “Godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras of geslacht kunnen nooit een reden zijn om een leerling de toegang tot de school te ontzeggen. Er wordt dus geen onrechtvaardig onderscheid gemaakt. Bij een te groot aantal aanmeldingen van nieuwe leerlingen wordt geloot. Bij loting wordt voorrang verleend aan leerlingen waarvan de ouders al een kind op school hebben.” Voor de overige bepalingen verwijzen wij naar het volledige leerlingenstatuut op www.omnisscholen.nl.
1.5.
Omgeving
De Omnisscholen hebben hun werkgebied in de gemeente Borsele Dit is een gemeente met ruim 22.000 inwoners. Borsele heeft 15 dorpen, te weten: Baarland, Borssele, Driewegen, Ellewoutsdijk, ‘sGravenpolder, ‘s-Heer Abtskerke, ‘s-Heerenhoek, Heinkenszand, Hoedekenskerke, Kwadendamme, Lewedorp, Nieuwdorp, Nisse, Oudelande en Ovezande. De Omnisscholen hebben in zeven van deze kernen een school. In vier van de tien is de openbare school de enige school van het dorp. In Borssele, ’s-Gravenpolder en Heinkenszand zijn meerdere basisscholen van andere denominaties aanwezig. De dorpskernen liggen verspreid in een – geografisch gezien – vrij groot gebied. In de kleine kernen is de basisschool vaak de laatste voorziening. De school functioneert binnen een dorpskern niet alleen als onderwijsinstituut, maar ook als ontmoetingsplek voor de dorpsbewoners. Het is een plaats van waaruit activiteiten dorpsbreed georganiseerd kunnen worden en (letterlijk en figuurlijk) een podium vinden.
2.
ALGEMENE INSTELLINGSBELEID
In 2013 is een nieuw strategisch beleid opgesteld. Doel is om binnen een aantal jaren Integrale Kindcentra te realiseren. Dit is tevens de belangrijkste reden voor de samenwerking met Kibeo. Om de organisatie toekomstbestendig te maken zijn 4 speerpunten geformuleerd: Effectief en efficient werken. Imago en uitstraling. Realiseren van IKC’s. Passend pedagogisch-didactisch concept.
2.1
Zaken met een behoorlijke personele betekenis
In januari 2013 hebben we afscheid genomen van de algemeen directeur. Na vele jaren werkzaam geweest te zijn geweest bij de Omnisscholen is de directeur met pensioen gegaan. Zijn taken zijn in 2013 voornamelijk uitgevoerd door de tijdelijke algemeen directeur. Tijdens de periode van de verzelfstandiging is met de vakorganisaties is eind 2012 een sociaal plan afgesloten. In de vrijwillige fase is met een aantal werknemers afspraken gemaakt over vrijwillige uitstroom per 1 augustus 2013. In totaal hebben we op basis van het sociaal plan van 5 collega’s afscheid genomen. Het sociaal plan is naar tevredenheid uitgevoerd, waarbij het aantal terug te dringen FTE is behaald. Het inperken van het aantal FTE heeft geen negatieve invloed gehad op de ontwikkelingen binnen het onderwijs. Tevens heeft, met instemming van de GMR, een wijziging in de organisatiestructuur plaatsgevonden. De managementlaag is versmald. In plaats van een algemeen directeur met twee meerschoolse directeuren, is gekozen voor één directeur, met op iedere school een schoolcoördinator. Deze is voor 1 dag in de week belast met coördinerende taken.
2.1.1. Krimp Doordat het leerlingaantal terugloopt, heeft de gemeenteraad op 6 september 2012 besloten om twee nevenvestigingen te sluiten. Op 1 augustus 2013 heeft De Octopus in Nieuwdorp de deuren gesloten. Een jaar later, op 1 augustus 2014 zal De Poel in ‘s-Heer Abtskerke sluiten.
2.1.2. Taakbeleid In het taakbeleid hebben we in 2013 een stap gezet. De tijdelijke algemeen directeur heeft dit als een van de speerpunten van het beleid aangepakt. Er is meer uniformiteit ontstaan in de taken, als ook duidelijkheid in de ruimte die voor deze taken beschikbaar is. Via aanmelding bij de landelijke site www.taakbeleid.nl is ook gegarandeerd dat we aansluiten bij de landelijke norm voor invulling van het taakbeleid. De GMR heeft aangegeven dat het belangrijk is om eerst ervaring met deze manier van Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 6 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG werken op te doen voordat zij met het nieuwe taakbeleid instemt. In 2014 wordt het taakbeleid geëvalueerd.
2.1.3. Functiemix De functiemix is een maatregel uit het convenant LeerKracht. De functiemix omvat een nieuwe verdeling van LB-, LC- en LD- lerarenfuncties op alle scholen volgens streefcijfers. De functiemix is de verdeling van leraren over de salarisschalen LA, LB en LC (het loongebouw), te weten 40% van de leraren (in FTE) in LB en 2% in LC. De functiemix is ingevoerd, na het akkoord van de GMR. Binnen onze organisatie is de keuze gemaakt om geen LC-functie in te stellen. Uitvoering geven aan de functiemix is in 2012 niet eenvoudig gebleken, omdat personeel geen gehoor heeft geven aan de oproep voor een LB-schaal. Na aanpassingen aan de advertentie was er in december 2012 meer interesse. Op iedere school is een schoolcoördinator aangesteld in de LB-functie en zijn LB-functies met een aantal specialismen ingezet: ICT, taal/lezen, coöperatief leren en handelingsgericht werken. Begin 2013 waren er voldoende mensen met een LB-functie bij de Omnisscholen werkzaam. Echter, er hebben leerkrachten met een LB-functie deelgenomen aan het sociaal plan, waardoor het percentage herzien moet worden. In 2014 zal verder de inhoud van betreffende LB-functies worden herzien, geënt op de doelstellingen uit het strategisch beleid.
2.1.4. Verzuim Met een verzuimpercentage van 4,7% (ten opzichte van 3,6% in 2013) zitten we aan de hoge kant en voor het eerst sinds lange tijd boven het landelijk gemiddelde. Het verzuim is echter goed in beeld en ook preventief is er actie ondernomen door middel van coachingstrajecten. In het najaar van 2013 hebben we enkele langdurige verzuimsituaties afgesloten nadat de betreffende medewerkers op basis van de WIA zijn afgekeurd.
2.1.5. Risico-evaluatie en -inventarisatie In het voorjaar 2013 hebben we de Risico-evaluatie en inventarisatie (RIE) 2008-2012 afgerond. Met een percentage van 97% opgeloste punten is een zeer hoge oplossingsgraad behaald. Door aanpassing van het schoolveiligheidsbeleid, de klachtenregeling en de gedragscode zijn op bovenschools gebied veel onduidelijkheden in het beleid weggenomen. Sommige zaken gaan voorbij het budget of de directe invloedssfeer van de Omnisscholen: de verantwoordelijkheid voor het oplossen van het betreffende probleem moet dan in bredere zin worden opgenomen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de klimaatbeheersing op De Linden in ’s-Gravenpolder en de afscherming van de radiator van de gymzaal in Driewegen, die eigendom is van de gemeente. Belangrijk is dat we hierin het overleg blijven opzoeken. Ondertussen hebben we de RIE 2013-2017 in beeld gebracht en een planning voor de komende jaren opgesteld.
2.1.6. Arbo in tweede kwartaal van 2013 zijn we teruggekeerd naar ArboNed, nadat we eerst voor 2013 een andere (ongelukkige) keuze hadden gemaakt. Dit betekent ook continuering van de verzuimtrajecten door de al bekende bedrijfsarts, wat door werknemers op prijs is gesteld. Driemaal per jaar hebben we sociaal medisch overleg (SMO) overleg gevoerd met bedrijfsarts, directie en personeelscoördinator.
2.2.
Onderwijsprestaties
De 7 Omnisscholen hebben allen het basistoezicht van de IvhO. In het ‘Jaarplan 2013-2014’ staan de speerpunten opgenomen, zoals: De te behalen resultaten. De uit te voeren acties. Het tijdspad. De instrumenten voor het meten van de resultaten. De betrokken bij het proces.
2.2.1. Prestatiebox Wij hebben in 2013 middelen voor de Prestatiebox ontvangen. Deze zijn toebedeeld voor ‘Taal en rekenen’ en ‘Cultuureducatie’. Ook in 2013 onderstrepen wij het belang van beide aandachtsgebieden. Zo is er voor ‘Taal en rekenen’ een LB-leerkracht werkzaam. Daarnaast wordt er systematisch gewerkt met Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 7 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG groepsplannen op basis van onderwijsbehoeften voor taal, lezen en rekenen. Ook worden de eind- en tussendoelen per groep vastgesteld voor taal, lezen en rekenen. In het kader van ‘Cultuureducatie’ worden op al onze scholen culturele activiteiten ontplooid.
2.3.
Onderwijskundige zaken
en
onderwijsprogrammatische
Omnis streeft er naar om met de kinderen te werken aan hun optimale talentontwikkeling. Om de kansen en de resultaten van de kinderen goed te monitoren en daar waar nodig het lesprogramma bij te stellen worden de resultaten van de kinderen nauwlettend gevolgd. Sluitstuk is de Cito-eindtoets die op alle Omnisscholen wordt afgenomen. Ook dit jaar was het voor kinderen, ouders en de leerkrachten weer een spannende gebeurtenis. We zijn erg tevreden over de resultaten die de kinderen in het algemeen hebben behaald. De score lag boven het landelijk gemiddelde.
2.3.1. Nieuw pedagogisch didactisch concept In het kader van het bovengenoemde strategisch beleid is er gestart met het onderzoeken van het meest geschikte onderwijsconcept dat past binnen het strategisch beleidsplan. In 2014 wordt hier verder op ingezet. Dit concept bouwt verder op hetgeen Omnis sterk in is. Vanaf de kleutergroep wordt er gewerkt in kleine groepen, met maximaal 20 tot 25 kinderen en twee tot drie jaargangen. Het pedagogische uitgangspunt is nu dat kinderen van en met elkaar leren en dat ze steeds zelfstandiger worden. Het is voor het kind een belangrijke ervaring eerst tot de jongsten in een groep en later tot de oudsten te behoren. Dit levert een belangrijke bijdrage aan de sociale ontwikkeling. De kleine groepen vormen de beste keuze voor het kind om zich te ontwikkelen in een vertrouwde omgeving waar het zich thuis voelt. Het kind krijgt alle persoonlijke aandacht en wordt persoonlijk betrokken bij alle lesactiviteiten. De leerkrachten zijn gemotiveerd om de kinderen maximaal te laten groeien en ontwikkelen.
2.4.
Ontwikkelingen als gevolg van interne en externe kwaliteitszorg
In augustus 2013 heeft de Inspectie van het Onderwijs (IvhO) een bovenschools bezoek gebracht aan de Omnisscholen. Deze zogenaamde risicoanalyse vindt jaarlijks plaats aan de hand van de schoolscores. We zijn zeer trots om te melden dat er geen risico’s geconstateerd zijn rond de kwaliteit / kwaliteitszorg van de leerlingen. Alle scholen hebben het gewenste basisarrangement en de resultaten van de Citomidden-, entree- en eindtoetsen geven ook een goed beeld. Om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen zijn de resultaten van de herfstsignalering, de midden-, entree- en eindtoetsen besproken in het directieberaad. Op schoolniveau zijn de resultaten verder besproken en is een actieplan opgezet (indien nodig bij tegenvallende resultaten) of wordt de werkwijze geborgd. Dit is terug te zien in de afspraken die in de groepsplannen op klassenniveau verwerkt worden. De belangrijke speerpunten van de kwaliteitszorg waren in 2013: Handelingsgericht Werken. Opbrengst Gericht Werken.
2.4.1. Handelingsgericht Werken Het Handelingsgericht Werken (HGW) is bij de Omnisscholen in 2013 verder ingezet op het gebied van doordacht lesgeven en didactische leerstrategieën, het afstemmen van onderwijsbehoeften in combinatieklassen en het efficiënt omgaan met de instructietijd. Welke activiteiten kun je op groepsniveau ondernemen om meer zicht te hebben op de onderwijsbehoefte van het kind? Hoe zie je dat terug in de groepsplannen in de klas?
2.4.2. Opbrengst Gericht Werken De ingeslagen weg van Opbrengst Gericht Werken (OGW) is vervolgd. OGW heeft ertoe geleid dat de opbrengsten op een voldoende niveau worden gehouden. Kennis van OGW en het borgen van de opbrengsten worden door de IB-ers begeleid. Hiertoe is speciaal een LB-functie ingezet. De IB-ers hebben tijdens gezamenlijke studiedagen het team geleerd om gegevens te verzamelen en hoe die gericht ingezet kunnen worden om de leerlingresultaten te verbeteren. Het team heeft vaardigheden gekregen in het meten van leerlingresultaten. Na de analyse ervan hebben ze de onderwijsbehoefte per leerling in kaart gebracht. Dit geldt zowel voor de acties op de herfstsignalering in groep 3, als voor de uitkomst van de entreetoets in groep 7. In 2013 is het team zich nog meer bewust geworden van het Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 8 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG cyclisch proces: dat betekent dat steeds opnieuw bepaald wordt aan welke verbetering gewerkt wordt en welke concrete resultaten men wil bereiken. We maken gebruik van de PDCA-cyclus (Plan, Do, check, Act). En dat op drie niveaus: bovenschools niveau, schoolniveau en groepsniveau, zodat binnen alle scholen dezelfde procedure gevolgd wordt.
2.4.3. Deskundigheidsbevordering In 2013 hebben de leerkrachten deskundigheidsbevordering gehad voor onder andere Win-Win, ‘Goed Gestart’, OGW, HGW, ICT, Begrijpend Lezen en het invoeren van nieuwe methodes.
2.4.4. Leerlingvolgsysteem De Omnisscholen gebruiken het leerlingvolgsysteem van ParnasSys. De Omnisscholen zijn in 2012 overgeschakeld op het leerlingvolgsysteem ‘Integraal’, dat verbonden is aan ParnasSys. Uitbereiding van onderdelen van ‘Integraal’ die voor 2013 gepland waren, staan nu voor 2014 gepland. ‘Integraal’ is de kwaliteitszorgmodule binnen ParnasSys. Met één programma hebben de Omnisscholen hiermee een cockpit met tevredenheidspeilingen, schoolontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling tot de beschikking.
2.5.
Ontwikkelingen bij of in relatie tot verbonden partijen
De Omnisscholen maken onderdeel uit van het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School (W.S.N.S.). In het kader de nieuwe wet op het passend onderwijs gaat op 1 augustus 2014 in. De Omnisscholen hebben hiervoor in 2013 een ondersteuningsprofiel opgesteld. De Omnisscholen zijn lid geworden van de Cooperatie Primair Onderwijs Zeeland (COPZ) . Dit COPZ is in 2013 opgericht. Het overgrote deel van de Zeeuwse koepels voor basisonderwijs is lid. Doel is naast het uitwisselen van kennis en ervaringen, ook het daar waar mogelijk samen optreden richting derden en gezamenlijke inkoop.
2.5.1. Verslag van de dialoog met belanghebbenden Elk jaar wordt de jaarrekening (inclusief het jaarverslag) aan de leden van de GMR voorgelegd. Tijdens de vergadering wordt vervolgens een toelichting gegeven door het bestuur. Van elke vergadering van de GMR wordt een verslag gemaakt. De jaarrekening wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de RvT en ter informatie aan de gemeenteraad van Borsele. De gemeenteraad is extern toezichthouder. In een door de gemeente opgestelde notitie zijn de taken van de gemeenteraad daartoe inzichtelijk gemaakt. Met stichting Kibeo wordt een personele unie gevormd. Van een personele unie is sprake omdat het bestuur van de Omnisscholen door dezelfde persoon wordt gevormd als het bestuur van de stichting Kibeo. De leden van de Raad van Toezicht van de Omnisscholen zijn dezelfde als de leden van de stichting Kibeo. Juridisch is sprake van twee afzonderlijke rechtspersonen, begrotingen en externe verantwoordingsstructuren.
2.6.
Interne beheersing ontwikkelingen)
en
toezicht
(Governance-
Met ingang van 1 augustus 2010 is de ‘Wet Goed Onderwijs – Goed Bestuur’ van kracht. Dit houdt in dat het bestuur ervoor moet zorgen dat de functie van bestuur en intern toezicht op het bestuur in functionele en organieke zin, gescheiden zijn. Het interne toezicht binnen de Omnisscholen wordt uitgevoerd door de RvT. Deze ziet toe op een professioneel bestuur. Er is een Vademecum voor de Omnisscholen opgesteld. Het Vademecum is een bundeling van organisatorische stukken die opgesteld zijn voor de Omnisscholen. De documenten zijn een uitwerking van: De uitgangspunten van de verzelfstandiging. De statuten. De overeenkomsten met de gemeente Borsele en Kibeo. De wijziging van de organisatiestructuur waar de GMR vorig jaar positief over geadviseerd heeft. Het Vademecum heeft de volgende inhoudsopgave: Statuten. Samenwerkingsovereenkomst. Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 9 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG -
Bestuurlijk convenant. Reglement Raad van Toezicht. Bestuursreglement. Bestuursvisie. Managementstatuut. Taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden Raad van Toezicht, bestuur en directeur. Overlegvormen. Financieel beleid. Medezeggenschap. Vergaderformats. Taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden Omnisscholen tot en met niveau leerkracht. Handboek Planning & Control. Kwaliteitshandboek.
De bestuurder verantwoordt het gevoerde beleid aan de toezichthouders. Hiervoor is een jaarkalender opgesteld waarin de onderwerpen zijn opgenomen. De bestuurder vraagt advies of instemming aan de GMR voor het voorgenomen beleid, dit alles volgens de geldende medezeggenschapsreglementen. In het jaarverslag leggen het schoolbestuur en het intern toezichtsorgaan verantwoording af over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de interne verantwoording en de horizontale dialoog. De leden van de RvT staan vermeld in de jaarrekening onder 4.1 (‘de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector). De resultaten op organisatie- en schoolniveau ten aanzien van strategisch beleid, de gestelde doelen en leerresultaten staan vermeld in het ‘Jaarplan 2013-2014’. Per 1 januari 2013 maken de Omnisscholen – via OSG Metrium - gebruik van het Afas Profit als nieuw pakket voor personeels- en salarisadministratie en de financiële administratie. Per 1 januari 2014 zal de personeelsadministratie en de financiële administratie in eigen beheer worden verzorgd in plaats via administratiekantoor OSG. De salarisadministratie blijft voorlopig door OSG uitgevoerd. In het kader van de interne beheersing is ook aandacht geschonken aan het effectiever en efficiënter inrichten van werkwijzen. Doel is om te komen tot Zelfde beleid, protocollen en methodes voor alle scholen. Effectieve overlegstructuur (gezamenlijke studiedagen en groot teamoverleg). Effectief inzetten van uren van de medewerkers (nieuw taakbeleid). Gezamenlijke inkoop en of andere scholenkoepels.
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 10 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG
2.7.
Zaken met een behoorlijke maatschappelijke impact
politieke
of
Eind 2013 heeft de GMR ingestemd met het opzetten van Omnis Kind Centra (OKC). Per schooljaar 20142015 wordt het OKC op drie scholen gestart: Omnis school De Linden. Omnis school De Reiger. Omnis school De Schakel. Ook wordt een aanvang gemaakt met ‘Andere Tijden’. Het geven van goed onderwijs en het inspringen op vernieuwingen gaat gepaard met het meten van tevredenheid bij team en ouders. In april 2013 heeft 100% van de medewerkers een tevredenheidspeiling ingevuld, uitgevoerd door ‘Scholen met Succes’. Hierdoor hebben we optimaal inzicht gekregen in de mate van tevredenheid. De Omnisscholen hebben een gemiddeld rapportcijfer gekregen van 7,5. Dit is dicht bij het landelijk gemiddelde van 7,6. Het team heeft aangegeven op veel punten tevreden te zijn, zoals sfeer in school (93% tevredenheid), duidelijke schoolregels (86% tevredenheid), leerstofaanbod en leermiddelen (88% tevredenheid), informele contacten met ouders (100% tevredenheid) en contact met leerlingen (98%). Daarnaast hebben ze ook verbeterpunten aangegeven zoals: hygiëne (77% tevredenheid), netheid (49% tevredenheid), mogelijkheden voor leerlingen die hoger begaafd zijn (74% tevredenheid), ICT (58% tevredenheid), waardering voor het werk (56% tevredenheid) en imago school 53 % tevredenheid). Verder waren de teamleden minder tevreden op de aanspreekbaarheid schoolleider / directeur en de communicatieve vaardigheden. Ook is er minder tevredenheid op beleidsmatig werken en functioneren van de medezeggenschapsraad (MR). In september 2013 zijn er per verbeterpunt acties beschreven binnen een bepaald tijdpad. De algemeen directeur van de Omnisscholen komt hier uitgebreid op terug in de geplande overleggen en de komende nieuwsbrieven. Van de ouders heeft 60% een ouderpeiling ingevuld. De Omnisscholen krijgen een gemiddeld rapportcijfer van 7+: dit is dicht bij het landelijk gemiddelde van 7,5. Ouders hebben aangegeven tevreden te zijn over een groot aantal punten, zoals rust en orde in de klas (84% tevredenheid), sfeer in de klas (86% tevredenheid), omgang leerkracht met de leerling (87% tevredenheid) en de mate waarin de leerkracht naar ouders luistert (85% tevredenheid). Daarnaast hebben ze verbeterpunten aangegeven op het gebied van onder meer hygiëne, netheid, imago (60% tevredenheid), mogelijkheden voor kinderen die hoger begaafd zijn (77% tevredenheid) en omgang tussen de kinderen onderling (81% tevredenheid). Ondertussen zijn er per verbeterpunt acties beschreven die binnen een bepaald tijdpad worden uitgevoerd. We komen hier uitgebreid op terug in de nieuwsbrieven.
2.8.
Het gevoerde beleid inzake van de beheersing van uitkeringen na ontslag
Om de uitkeringen na ontslag te beheersen worden de leidinggevenden door de personeelscoördinator geïnformeerd over de te uit te voeren acties bij het niet verlengen van een tijdelijke aanstelling of bij ontslag. Ten behoeve van het voldoen aan de instroomtoets van het participatiefonds wordt dan bijvoorbeeld een outplacementtraject of faciliteiten die de positie op de arbeidsmarkt verbeteren.
2.9.
Klachtenregeling
Op grond van de WPO beschikken de Omnisscholen over een klachtenregeling. Voor meer ingewikkelde klachten of dieper gaande meningsverschillen is onze vertrouwenspersoon beschikbaar. De vertrouwenspersoon kan de ouders of leerling ook verwijzen naar een instantie die gespecialiseerd is in opvang of nazorg. Indien nodig draagt de vertrouwenspersoon het probleem aan bij een onafhankelijke klachtencommissie. De Omnisscholen zijn daartoe aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC). De LKC is onderdeel van stichting Onderwijsgeschillen. De LKC onderzoekt de klacht en beoordeelt (na een hoorzitting) of deze gegrond is. De LKC brengt advies uit aan het schoolbestuur en kan aan haar advies aanbevelingen verbinden. Het schoolbestuur neemt over de afhandeling van de klacht en het opvolgen van de aanbevelingen de uiteindelijke beslissing. In de schoolgidsen van de Omnisscholen is gedetailleerde informatie opgenomen over de procedure. De vertrouwenspersoon brengt jaarlijks een geanonimiseerde rapportage uit over de activiteiten.
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 11 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG
3.
FINANCIEEL BELEID
3.1.
Financiële positie op balansdatum
Voor de financiële positie verwijzen we naar de jaarrekening.
3.1.1. Kengetallen De kengetallen zijn weergegeven op bladzijde 24. Voor het weerstandsvermogen ligt het streefcijfer tussen de 10 en 40. Bij de Omnisscholen is dat 12,97. De kapitalisatiefactor mag maximaal 60 zijn. Bij de Omnisscholen is dit 47,50. De rentabiliteit 6,60 geeft het resultaat van de jaarrekening weer. De solvabiliteit (1) is 50,80 op 31 december 2013. Het is een momentopname.
3.2.
Toelichting op het resultaat en wat daaraan heeft bijgedragen
Het boekjaar 2013 geeft een exploitatieoverschot te zien van € 203.155. Er was een tekort begroot van € 94.779. Het verschil van € 297.934 is toe te schrijven aan: Hogere inkomsten – voor 98 procent zijn dat rijksbijdragen van OCW - ter grootte van € 165.704. Hierin zit ook de bijdrage van het Herfstakkoord en ‘Bekostiging jonge leerkrachten' verwerkt, van € 83.603. De middelen in het kader van het Nationaal Onderwijs Akkoord (NOA) zijn eind 2013 ontvangen. Deze worden in een bestemmingsreserve opgenomen en zijn niet als winst te kenmerken. Financiële (rente)baten van € 109.425 meer dan begroot. Lagere lasten van € 22.805 waarvan (ten opzichte van begroot): € 32.160 hogere personeelslasten. € 3.529 meer aan afschrijvingen. € 20.106 meer aan huisvestingslasten. € 78.600 minder aan overige lasten.
3.3
Vergelijking met de balansposten van het vorig jaar
Het kalenderjaar 2012 vertoonde een positief exploitatieresultaat. In dat jaar waren de lasten voor de uitstroom in het kader van het toenmalige sociaal plan de meest in het oog springende. Bij het opstellen van de begroting 2014 is het begrotingsmodel van OSG gehanteerd. Aan de hand van de leerlingentellingen, de schoolplannen en de investeringsplannen is daar de begroting uit voort gekomen. De begrotingscijfers voor 2014 zijn opgenomen in de bijlagen.
3.4.
Analyse met het in de begroting opgenomen beleid
Over 2013 hebben we een positief resultaat behaald van € 203.155. Dit is € 297.934 hoger dan begroot. De baten vielen € 165.704 hoger uit. Dit wordt veroorzaakt door het volgende (telkens in vergelijking tot het begrote bedrag): A. Meer rijksbijdragen van € 163.105, waarvan (niet uitputtend): a. Personele lumpsum regulier: € 72.271. b. Personeels- en arbeidsmarktbeleid: € 6.143. c. Leerling gebonden financiering: € 14.063. d. Materiële instandhouding: € 21.368. Voornoemde posten worden per (school)jaar toegekend. Achteraf worden de daarvoor noodzakelijke prijzen en bedragen definitief vastgesteld via de Regeling aanpassing bedragen personele bekostiging. De Gewogen Gemiddelde Leeftijd (GGL) en de gemiddelde personeelslast (GPL) zijn aangepast waardoor de baten hoger zijn. e. Regeling bijzonder bekostiging (NOA): € 74.663. f. Jonge leerkrachten (NOA): € 8.940. g. De middelen voor Prestatiebox zijn € 1.253 lager. Deze zijn te hoog begroot bij het opstellen van de begroting. Datzelfde geldt voor de samenvoegfaciliteiten, wegens de omvorming van Franck van Borssele tot een nevenvestiging. Deze zijn € 41.290 lager. Tegen de beschikking samenvoegfaciliteiten is zonder succes bezwaar ingediend bij het ministerie van OCW. B. De overige baten waren € 2.859 hoger dan begroot.
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 12 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG De lasten bedroegen € 22.805 minder (ten opzichte van begroot). Daarbij zien we het volgende: A. De personele lasten zijn € 32.160 hoger: a. De lonen en salarissen: € 25.150. Door hogere premiestijgingen dan waarmee rekening is gehouden. b. De dotatie aan personele voorzieningen is hoger: € 16.734. Onder te verdelen in € 4.956 vanwege de voorziening sociaal plan en € 11.778 voor de voorziening jubilea. c. Overige personele lasten: € 9.724. Dit zijn voornamelijk lagere uitgaven voor cursuskosten en schoolbegeleiding. B. Afschrijvingen: € 3.529 hoger. Door investeringen na het opstellen van de begroting. C. Huisvestingslasten: € 20.106 hoger. a. Onderhoud: € 538 lager. b. Energie € 5.909 lager, door sluiting school. c. Tuinonderhoud € 509 lager. d. Schoonmaak: € 17.074 hoger. e. Heffingen € 9.988 hoger. D. Overige lasten: € 78.600 lager dan begroot. a. Administratie- en beheerslasten € 45.574 zijn lager. Onder te verdelen in: Administratie en beheer € 3.478 hoger, waarvan: Onkostenvergoeding bestuur € 15.124 lager. Telefoon- en portokosten e.d. € 839 hoger. Overige administratie en beheer € 34.767 lager. Daarvan is € 25.533 lager minder uitgegeven aan het uitbesteden van de personele en financiële administratie. b. Inventaris, apparatuur en leermiddelen € 25.350 lager. Er is minder uitgegeven dan begroot op de posten leermiddelen, software, medezeggenschap en kopieerkosten. Dit is grotendeels een gevolg van het strategisch speerpunt ‘Effectief en efficiënt’. Inventaris € 6.065 lager. Apparatuur € 4.468 lager. Bibliotheek / mediatheek € 1.303 lager. Reproductiekosten € 2.517 lager. Overige leermiddelen € 15.134 lager. Overige inventaris, apparatuur en leermiddelen € 4.137 hoger. c. Overige € 7.676 lager: Representatiekosten € 1.563 hoger. Excursies / werkweek € 1.660 hoger. Buitenschoolse activiteiten € 1.603 lager. Contributies € 259 hoger. Medezeggenschapsraad € 6.554 lager. Verzekeringen € 542 hoger. Overige lasten € 3.543 lager. De rentebaten zijn € 109.425 meer dan begroot.
3.5.
Analyse kasstromen
De kasstromen en financieringsbehoeften vallen binnen het beheer van de stichting Omnisscholen. Per 1 januari 2013 hebben de Omnisscholen een eigen bankrekening bij de Rabobank. Op bladzijde 32 staat het overzicht van de kasstromen.
3.6.
Treasuryverslag en het verslag van het gevoerde Treasurybeleid
Het financiële beleid is erop gericht de continuïteit te waarborgen en optimale randvoorwaarden te creëren voor de missie en de doelstellingen van de Omnisscholen. Op lange termijn moeten de continuïteit van het onderwijs, de werkgelegenheid en de materiële voorzieningen gewaarborgd worden op het niveau van de geprognosticeerde leerlingaantallen. De basis is gelegen in de jaarlijkse toestroom van nieuwe leerlingen. Dit biedt de beste garantie dat voldoende financiële randvoorwaarden aanwezig zijn om missie en doelstellingen blijvend te realiseren. Het bevoegd gezag ontvangt de rijksvergoedingen voor de Omnisscholen. De financiële administratie van de Omnisscholen - waaronder de debiteuren- en crediteurenadministratie - werd tot eind 2013 verzorgd door OSG.
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 13 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG Alle activiteiten buiten subsidieverband zijn uitgeplaatst in één gezamenlijke stichting. In de statuten is het recht van coöptatie opgenomen. Om deze reden zullen deze verder buiten beschouwing worden gelaten. Het betreft de schoolgebonden bankrekeningen en kassaldi met betrekking tot de activiteiten buiten subsidieverband zoals ouderbijdragen, overblijfgelden, oud papier, schoolreizen en dergelijke. Uit het oogpunt van afdoend financieel management worden alle liquiditeiten centraal beheerd. Het centralistische liquiditeitsbeheer staat het decentrale budgetrecht niet in de weg. Immers, de decentrale budgethouder blijft ook in deze situatie verantwoordelijkheid dragen voor de toegekende budgetten. Op grond van de Verordening materiële financiële gelijkstelling van de gemeente Borsele kan een tegemoetkoming worden verstrekt aan scholen die moeten omvormen tot een nevenvestiging, ter wille van instandhouding. Over 2013 is € 41.700 subsidie toegekend. Voor de stichting Omnisscholen is in 2013 een nieuwe financieel beleid opgezet. Dit is inclusief een treasurystatuut en het beleid voor de administratieve organisatie en de interne controles (AO/IC). Het treasurystatuut geeft het beleid weer met betrekking tot het beleggen en belenen. Daarnaast wordt de financiële organisatie en de daarmee samenhangende verantwoordelijkheden en bevoegdheden erin beschreven. Andere onderdelen van het Financieel beleid zijn: Beleid budgetten. Beleid inkoop. AO/IC-Procuratieregeling. Afschrijvingenbeleid. Diverse werkinstructies Parafenlijst. Tot 2013 werden materiële vaste activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 niet geactiveerd. Dit was gebaseerd op van de financiële verordening van de gemeente Borsele. Per 2013 worden de aan te schaffen lesmethodes, meubilair en ICT worden geactiveerd vanaf de bedragen zoals genoemd in het financieel beleid van de Omnisscholen.
3.6.1. Horizontale verantwoording Elk jaar wordt het jaarverslag aan de leden van de GMR voorgelegd. Tijdens de vergadering wordt vervolgens een toelichting gegeven door het bestuur. Van elke vergadering van de GMR wordt een verslag gemaakt.
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 14 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG
CONTINUÏTEITSPARAGRAAF
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 15 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG
A1
Personele bezetting en leerlingenaantallen
Hieronder voor vier jaar de verwachting hoe leerlingenaantallen en de personele bezetting zich zullen ontwikkelen. Bij de personele bezetting is in de FTE voor bovenschools de formatie voor de algemeen directeur verdisconteerd. Deze staat niet onder directie. Dit komt voort uit het gebruik van het model van de PO-Raad. In 2014 wordt een MJB opgemaakt aan de hand van het Meerjarenbegrotingsmodel (in geld) van de PORaad. Voorheen werd het OSG-model gehanteerd. Deze MJB is een eerste aanzet voor de transitie waarin de Omnisscholen zich bevinden: van integraal bestuur waarbij de financiële kennis vooral bij het administratiekantoor en de gemeente aanwezig was naar een zelfstandige organisatie waarbij deze informatie uit de eigen bronnen wordt gegenereerd. Hieronder het aantal leerlingen waarmee wordt gerekend. Tabel: aantallen leerlingen 2014
2015
2016
2017
aantal leerlingen onderbouw
179
174
215
215
aantal leerlingen bovenbouw
184
162
165
165
aantal gewichtsleerlingen
11
8
7
7
aantal leerlingen bas
363
336
380
380
Leerlingen basisschool (t- 3mnd)
Tabel: fte personeel per functiegroep FTE directie FTE onderwijzend personeel FTE ondersteunend en beheerspersoneel FTE bovenschools totaal
2014
2015
2016
2017
0
0
0
0
26,4577
25,9437
25,9437
25,9437
0,5130
0,5130
0,5130
0,5130
2,8497
2,7544
2,7544
2,7544
29,8204
28,7821
28,7821
28,7821
De MJB onder A2, is opgesteld ten behoeve van de verzelfstandiging. Daarbij zijn 4 draaiboeken ‘Samenwerking Omnisscholen-Kibeo’ uitgewerkt. Hierbij is er vanuit gegaan dat het realiseren van OKC’s zich vertaalt in een groei van het aantal leerlingen. Overigens geeft deze continuïteitsparagraaf geen garanties op de toekomstige realisatie.
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 16 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG
A2
De meerjarenbegroting
Hieronder de meerjarenbegroting (MJB) voor de periode tot en met 2016 gebaseerd op 4 draaiboeken. Deze is in 2012 opgemaakt in het kader van verzelfstandiging. Resultaat in euro
2013
2014
2015
2016
Draaiboek 1
Meerjarenbegroting.
-218.000,00
-439.000,00
-548.000,00
-576.000,00
Draaiboek 2
Meerjarenbegroting met ontwikkelingen sociaal plan.
-229.000,00
-320.000,00
-241.000,00
-177.000,00
Draaiboek 3
Meerjarenbegroting met resultaat sociaal plan & samenwerking Kibeo
-112.000,00
-147.000,00
-66.000,00
-2.000,00
Draaiboek 4
Meerjarenbegroting met resultaat sociaal plan & samenwerking Kibeo
-94.000,00
0,00
143.000,00
238.000,00
Toelichting draaiboek 1
Dit is het nettoresultaat uit de meerjarenbegroting zoals deze is voorgelegd aan de GMR. Dit betreft zowel het saldo van personeel en materieel. Hierin is verwerkt dat op de algemeen directeur 0,5 fte wordt bezuinigd. Dit is na overleg met de vakorganisaties.
Toelichting draaiboek 2
Aanvullend op draaiboek 1 zijn hierin verwerkt: de gevolgen van de uitstroom van het personeel zoals aangegeven in het doel van het sociaal plan. Ook de lasten van het sociaal plan zijn hierin verwerkt.
Toelichting draaiboek 3
Dit is draaiboek 2 met als aanvulling: het voordeel dat wordt behaald door de samenwerking met Kibeo. Hierbij kan gedacht worden aan de overdracht van uitbestede functies (salarisadministratie, financiële administratie) aan Kibeo. In die periode sluiten ook twee scholen. Ook worden bepaalde activiteiten gezamenlijk ingekocht: bijvoorbeeld arbodienst, schoonmaak en kantoorartikelen. Ook vindt een efficiencyslag plaats voor bijvoorbeeld inhuur deskundigenadvies, reproductiekosten en kleine inventaris.
Toelichting draaiboek 4
Draaiboek 3 wordt aangevuld met de instroom van extra leerlingen. De ontwikkeling van Kindcentra (KC) moet extra leerlingen opleveren. Tesamen met intensieve marketing wordt een toename van de instroom van leerlingen tot taak gesteld. Hierbij wordt ook gedacht aan investeringen in bijvoorbeeld extra ict-toepassingen voor de leerlingen en in scholing.
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 17 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG Hieronder is draaiboek 4 uit het meerjarenperspectief verder gespecificeerd. Baten (Rijks)bijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten Nettoresultaat
2013 2.822.000 56.000 20.000 2.898.000 2013 2.498.000 69.000 225.000 200.000 2.992.000 94.000-
2014 2.727.000 48.000 19.000 2.794.000 2014 2.333.000 62.000 225.000 174.000 2.794.000 0
2015 2.645.000 48.000 18.000 2.711.000 2015 2.135.000 47.000 224.000 162.000 2.568.000 143.000
2016 2.626.000 48.000 11.000 2.685.000 2016 2.019.000 42.000 224.000 162.000 2.447.000 238.000
Een meerjarenbalans is niet opgenomen. Over 2013 heeft een afrekening tussen de Omnisscholen en de gemeente Borsele plaatsgevonden, onder meer in verband met de rekening-courantverhouding die nog bestond. De cijfers in de meerjarenbalans zijn daardoor niet meer actueel. Voor het opstellen van een nieuw meerjarig perspectief wordt een MJB opgemaakt aan de hand van het PO-Raad-model. Medio 2014 zal deze nieuwe meerjarenbegroting en –balans worden voorgelegd aan de RvT. Bij het opstellen worden de Omnisscholen begeleid door de PO-Raad. De Inspectie van het Onderwijs is eveneens geïnformeerd over het traject van de nieuw op te stellen MJB.
B1
Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem
In 2013 werd een vinger aan de pols gehouden over de financiële stand van zaken door middel van besprekingen tussen het administratiekantoor, de financieel medewerkers en het bestuur. Per kwartaal werd de rapportage besproken in de Raad van Toezicht. Vanaf 1 januari 2014 wordt de financiële administratie ingekocht bij Kibeo, in plaats van via een administratiekantoor. De lijnen zijn hierdoor korter geworden, waardoor er snel en adequaat kan worden bijgestuurd. De financiële kwartaalrapportages worden besproken door het management. Deze worden wederom elk kwartaal voorgelegd en toegelicht aan de RvT.
B2
Beschrijving van onzekerheden
de
belangrijkste
risico’s
en
Ten behoeve van de verzelfstandiging en gelijktijdige samenwerking met Kibeo, is de ‘Visie op Samenwerking’ verwoord. Daarin hebben we de belangrijkste risico’s en onzekerheden benoemd: “De komende jaren hebben zowel de kinderopvang als het onderwijs in Zeeland te maken met toenemende bezuinigingen en afname van het aantal kinderen in de regio. Door vergrijzing neemt ook het aantal beschikbare medewerkers af. Overheid en ouders willen echter nog steeds de beste ontwikkelingskansen voor ieder kind. Er is behoefte aan doorgaande ontwikkelingslijnen door goede aansluiting van kinderopvang op onderwijs en er is vraag naar opvoedingsondersteuning en naar goede combinatiemogelijkheden voor arbeid en zorg. De ontwikkelingen in het algemeen en de demografische veranderingen in Zeeland in het bijzonder vormen een risico voor de beschikbaarheid, toegankelijkheid, bereikbaarheid en kwaliteit van voldoende voorzieningen. Het aanbod van voorzieningen als basisonderwijs in de kleine kernen komt steeds verder in het gedrang. Toegankelijke en financieel aanvaardbare kinderopvang en een toereikend aantal plaatsen voor buitenschoolse activiteiten vormen ook een knelpunt. Is deze situatie, met de huidige toeslagbezuinigingen en onderwijs- en maatschappelijke eisen, in de huidige vorm nog te handhaven? Rekening houdend met- en anticiperend op de landelijke en regionale ontwikkelingen dient een vorm gevonden te worden om de komende jaren kwalitatief goede kinderopvang en onderwijs, gestoeld op het openbare karakter, te blijven bieden.” De vraag is hoe we hiermee omgaan. De IKC bieden de mogelijkheid om een antwoord te formuleren op kansen, bedreigingen, sterkten en zwakten. Als vervolg op de geschetste ontwikkelingen en de kenmerken van beide organisaties zien we dat IKC aan een aantal doelen kan voldoen. We lichten er enkele uit: Aanbod op niveau van het kind, aansluitend bij de ontwikkeling en de gestelde leerdoelen, door een multidisciplinair team, in gedifferentieerde lesgroepen (‘klassen’) van gelijk niveau. Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 18 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG -
De kleinschalige omgeving bevordert het gevoel van veiligheid en vertrouwen, dit komt de ontwikkeling ten goede. Combinatie tussen pedagogisch en didactische aanpak. Schooltijden en werktijden kunnen goed gecombineerd worden zodat ouders arbeid en zorg goed kunnen combineren. Behoud Leefbaarheid in tijden van vergrijzing en krimp. Vergroten ouderbetrokkenheid en sociale cohesie. Gezamenlijke oplossing voor terugloop aantal basisschoolkinderen in basisgeneratie door het betrekken van 0 tot 4 jarigen bij deze basisgeneratie.
B2.1.
Toekomstparagraaf
De komende jaren staan in het licht van de uitvoering van de meerjarenstrategie die begin 2013 is opgesteld. Met het realiseren van IKC’s zijn de Omnisscholen van mening dat ze goede bijdrage leveren aan de Borselse samenleving. Mochten de IKC’s niet aanslaan, omdat er geen behoefte is, dan is dit een duidelijke boodschap. Blijft dat het realiseren van openbaar onderwijs een taak is van de Omnisscholen. Te zijner tijd moet bekeken worden in welke mate dat dan moet gebeuren, mochten de IKC’s niet voorzien in een behoefte. Bij verdere krimp van het aantal leerlingen is het van belang de balans met de beschikbare fte’s goed in de gaten te houden. Dit monitoren we voortdurend. Binnen de formatie zijn mogelijkheden tot krimp omdat in het kader van mobiliteit en andere keuzes die medewerkers maken, de formatie krimpt. Bij de Omnisscholen is nauwelijks formatie in het kader van de overhead die niet onderwijsgerelateerd is. Deze diensten worden ingekocht bij Kibeo. Dit maakt dat de organisatie heel wendbaar is.
B3
Rapportage van het toezichthoudend orgaan
Aan de Raad van Toezicht is als interne toezichthouder gevraagd op welke wijze zij het bestuur adviseert op het gebied van risico’s zoals genoemd onder B2 en op het gebied van toekomstbestendig financieel beleid. Hieronder de volledige tekst: De Raad van Toezicht van de stichting Omnisscholen is in het verslagjaar 5 keer bijeen geweest. Na de oprichting van de stichting Omnisscholen in december 2012 is de Raad van Toezicht op 1 januari 2013 gestart met zijn werkzaamheden. De Raad van Toezicht, gelijk aan de Raad van Toezicht van de stichting Kibeo, bestaat statutair uit 5 tot 7 personen. Drie leden van de Raad van Toezicht worden benoemd op voordracht van de GMR. Op 1 januari 2013 is de Raad als volgt samengesteld: De heer J.F.(Frank) Eijlander (voorzitter). Mevrouw C.J. (Lianne) Holty- Van der Wekken. De heer T.R.K.(Tobias) Meijers. Mevrouw C.A.(Rieneke) Sijderius (op voordracht GMR). M.L.(Mijke) de Goederen. De heer C.J.(Kees) Krijger (op voordracht GMR). Vacature (op voordracht GMR). Werkzaamheden Raad van Toezicht: Advies met betrekking tot de financiële continuïteit. Weerstandsvermogen op een niveau van 15% jaarlijkse totale lasten. Advies ombuigen negatief exploitatie resultaat door efficiënt te werken en door aanpassing van de formatie in verband met het teruglopend aantal kinderen. Uitvoering geven aan het strategisch beleid met betrekking tot de ontwikkeling van IKC’s met als doel de teruglopende bezetting van het aantal kinderen te stoppen en te streven naar groei. Themamiddag met toelichting op ontwikkeling kindcentra. Goedkeuring jaarrekening 2012. Goedkeuring begroting 2013. Goedkeuring strategisch beleid. Goedkeuring begroting 2014. Om voeling te houden met de organisatie heeft, een aantal leden van de Raad van Toezicht een bezoek gebracht aan een vergadering van GMR. De Raad van Toezicht voert haar taken uit op basis van de ‘Wet Goed Onderwijs – Goed Bestuur’ en de Code Goed Bestuur. De Raad van Toezicht ziet erop toe dat de uitgangspunten van deze code in het dagelijks werk gehanteerd worden. De toezichthoudende taak van de Raad wordt uitgevoerd op basis van opgestelde periodieke managementrapportages.
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 19 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG
VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 20 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG
A1
Juridische structuur
De rechtspersoon is een stichting net de naam: stichting Omnisscholen. De stichting is opgericht per 1 januari 2013 en gevestigd in Heinkenszand. De stichting is ingeschreven bij de Kamer Van Koophandel onder nummer 56794487. De Raad van Toezicht bestaat sinds 1 januari 2013 uit: Naam
Functie
J.F. Eijlander
Voorzitter
C.J. Krijger
Lid
T.R.K. Meijers
Lid
C.J. Holty-van der Wekken
Lid
C.A. Sijderius
Lid
M.L. de Goederen
Lid
A2
Besluiten
De Raad van Toezicht ging in 2013 voor het eerst terug naar de schoolbanken. Figuurlijk, wel te verstaan. Na de verzelfstandiging van de Omnisscholen zijn we als RvT het toezicht op het bestuur van de stichting Omnisscholen gaan uitvoeren. Volgens een vast jaarschema verantwoordt de bestuurder de stand van zaken van de Omnisscholen, zowel schriftelijk als mondeling. De taken van de RvT zijn: Het benoemen, schorsen en ontslaan van de bestuursleden. Het bepalen van de rechtspositie en bezoldiging van de bestuursleden. Het goedkeuren van besluiten van het bestuur over de begroting, het jaarverslag (inclusief jaarrekening) en het strategisch meerjarenplan. In 2013 zijn de onderstaande besluiten genomen: 19 februari 2013
De leden van de RvT geven hun goedkeuring aan het strategisch beleid.
19 februari 2013
De leden van de RvT geven hun goedkeuring aan de begroting 2013.
28 mei 2013
De RvT-leden geven hun goedkeuring aan de jaarrekening 2012 en de bestuurder wordt decharge verleend.
17 december 2013
De leden van de RvT geven hun goedkeuring aan de begroting 2014.
A3
Ontmoetingen
Een aantal leden van de RvT heeft in dit eerste jaar enkele vergaderingen van de GMR bijgewoond. In de beginfase van de verzelfstandiging zijn ook diverse gesprekken gevoerd met een delegatie van de GMR. Daarnaast was de RvT vertegenwoordigd bij diverse (personele) bijeenkomsten.
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 21 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG
Financiële positie
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 22 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG
Resultaat
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 23 -
I – TOELICHTING OP ONDERDELEN VAN HET JAARVERSLAG
Kengetallen
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 24 -
II – JAARREKENING
A
Grondslagen
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 25 -
II – JAARREKENING
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 26 -
II – JAARREKENING
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 27 -
II – JAARREKENING
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 28 -
II – JAARREKENING
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 29 -
II – JAARREKENING
B
Balans per 31 resultaatbestemming
Jaarverslag Omnisscholen
december
2013
na
bladzijde - 30 -
II – JAARREKENING
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 31 -
II – JAARREKENING
C
Staat van baten en lasten over 2013
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 32 -
II – JAARREKENING
D
Kasstroomoverzicht 2013
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 33 -
II – JAARREKENING
E
Toelichting behorende tot de balans per 31 december 2013
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 34 -
II – JAARREKENING
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 35 -
II – JAARREKENING
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 36 -
II – JAARREKENING
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 37 -
II – JAARREKENING
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 38 -
II – JAARREKENING
F
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 39 -
II – JAARREKENING
G
Toelichting op de staat van baten en lasten over 2013
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 40 -
II – JAARREKENING
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 41 -
II – JAARREKENING
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 42 -
II – JAARREKENING
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 43 -
II – JAARREKENING
H
Geoormerkte doelsubsidies OCW en EZ
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 44 -
II – JAARREKENING
I
Verbonden partijen
Stichting Kibeo is een verbonden partij met de stichting Omnisscholen.
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 45 -
II – JAARREKENING
J
Wet normering bezoldiging publieke en semipublieke sector
Jaarverslag Omnisscholen
topfunctionarissen
bladzijde - 46 -
II – JAARREKENING
K
Ondertekening door het bestuur
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 47 -
III – OVERIGE GEGEVENS
C1
Controleverklaring
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 48 -
III – OVERIGE GEGEVENS
C1
Controleverklaring
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 49 -
III – OVERIGE GEGEVENS
C2
(Voorstel) bestemming van het exploitatieresultaat
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 50 -
III – OVERIGE GEGEVENS
C3
Gebeurtenissen na balansdatum
Na afloop van het boekjaar hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan die belangrijk zijn voor de interpretatie van de cijfers in de jaarrekening.
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 51 -
IV – BIJLAGEN
BEGROTING 2014 Baten
Werkelijk 2012
3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Begroot
2013 Begroot
2014
2.842.161,97
2.722.846,00
2.637.290,61
225.415,19
59.000,00
48.000,00
3.3 Les- en Examengelden
0,00
0,00
0,00
3.4 Baten werk in opdracht van derden
0,00
0,00
0,00
23.275,31
19.142,00
18.220,00
2.800.988,00
2.703.510,61
3.5 Overige baten Totaal baten Lasten
3.090.852,47 Werkelijk 2012
4.1 Personeelslasten
Begroot
2013 Begroot
2014
2.623.463,82
2.336.410,00
2.309.865,84
19.258,37
38.629,00
52.394,00
4.3 Huisvestingslasten
164.681,35
203.300,00
190.300,00
4.4 Overige lasten
127.625,84
317.098,00
224.176,54
Totaal lasten
2.935.029,38
2.895.437,00
2.776.736,38
94.449,00-
73.225,76-
4.2 Afschrijvingen
Saldo baten en lasten
155.823,09 Werkelijk 2012
5 Financiële baten en lasten
Begroot
2013 Begroot
2014
322,32-
330,00-
2.000,00-
155.500,77
94.779,00-
75.225,76-
6 Belastingen
0,00
0,00
0,00
7 Resultaat deelnemingen
0,00
0,00
0,00
155.500,77
94.779,00-
75.225,76-
0,00
0,00
0,00
155.500,77
94.779,00-
75.225,76-
0,00
0,00
0,00
155.500,77
94.779,00-
75.225,76-
Resultaat
Resultaat na belastingen 8 Aandeel derden in resultaat Nettoresultaat 9 Buitengewoon resultaat Totaal resultaat
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 52 -
IV – BIJLAGEN
Jaarverslag Omnisscholen
bladzijde - 53 -