jaarverslag 2011 WELSTANDSCOMMISSIE
Tubbergen
Inhoudsopgave Voorwoord van de voorzitter Conclusies en aanbevelingen Inleiding: Hoe de wereld verandert
4 5 6
1. Aan de commissie voorgelegde ontwikkelingen in 2011 Woonhuis aan de Steenkampweg in Albergen Bouwen van een sporthal Renovatie van de bibliotheek Woonhuis aan de Zenderseweg in Albergen
8 8 9 10 11
2. Ervaringen met het huidige welstandsbeleid Ervaringen met het beleid Welstandsbeleid in de praktijk Bestemmingsplan en welstandsnota Buitengebied Ver-juridificering Ervenconsulent
12 12 12 12 13 13 13
3. Adviesaanvragen
14
4. De welstandscommissie De samenstelling van de welstandscommissie Tubbergen in 2011 Verslag overleg wethouder 2011
14 15 15
V
oor de laatste keer als voorzitter van de welstandscommissie Tubbergen, bied ik u met veel genoegen het jaarverslag 2011 aan. Voor de laatste keer, omdat de welstandscommissie Twente Oost is opgeheven per 1 januari 2012. Uw gemeente gaat verder samenwerken met een Stadsbouwmeester. De Stadsbouwmeester was reeds werkzaam in uw gemeente als secretaris van de Welstandscommissie en als adviseur Ruimtelijke Ordening. Hij kent uw gemeente goed. Dit jaar heeft u ook weer interessante plannen voorgelegd aan de commissie. Enkele plannen worden nader toegelicht in het hoofdstuk ‘Aan de commissie voorgelegde ontwikkelingen in 2011’. Bijvoorbeeld de renovatie van de bibliotheek; een belangrijk pand in uw centrumgebied. Ook het ontwerp: woonhuis aan de Zenderenseweg in Albergen laat zien hoe het mogelijk is een eigentijds ontwerp te bouwen in een bestaande omgeving. Uit de paragraaf over de ervaringen met het huidige welstandsbeleid blijkt duidelijk hoe belangrijk het is de secretaris van de welstandscommissie in een vroegtijdig stadium bij de plannen te betrekken. In de toekomst geldt dit voor de Stadsbouwmeester. De welstandsnota is een belangrijk instrument voor uw gemeente. Daarmee kunt u de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteiten van uw grondgebied zo goed mogelijk sturen. Het blijft jammer, dat er weinig gebruik is gemaakt van de openbaarheid van de vergaderingen van de welstandscommissie en het spreekuur. De besprekingen met opdrachtgevers en architecten zijn door ons altijd als prettig en constructief ervaren.
De welstandscommissie Tubbergen houdt op te bestaan. Wij danken u voor de prettige samenwerking en wensen u veel succes met de nieuwe vorm van werken. De voorzitter van de welstandscommissie, Mevrouw E. Blaak-Schuitevoerder
voorwoord
Ook dit jaar hebben we weer goed samengewerkt met uw gemeente, zowel bestuurlijk als ambtelijk. Wij stelden het zeer op prijs, dat uw ambtelijke medewerker zoveel mogelijk aanwezig was in de welstandscommissie bij de behandeling van uw plannen. Waar nodig heeft de welstandscommissie een goede en deskundige ondersteuning van het Oversticht gekregen.
Adviseur in vroeg stadium betrekken
Het is belangrijk om de welstandsadviseur in een vroeg stadium bij projecten te betrekken zodat de opdrachtgever het welstandsbeleid in het ontwerp kan meenemen. Op die wijze wordt het welstandsadvies als inspirerend in plaats van als belemmerend ervaren. Door de contacten van de secretaris met verschillende mensen van de afdeling Ruimtelijke Ordening is dit in Tubbergen al vaak het geval. Desalniettemin wil de commissie nogmaals het belang hiervan benadrukken en hoopt dat ook in de toekomst vele projecten op een dergelijke wijze behandeld kunnen worden.
Herziening welstandsnota
De welstandsnota van de gemeente Tubbergen is in vergelijking met sommige andere welstandnota’s behoorlijk omvangrijk. De gemeente is inmiddels bezig met een herziening van de nota. De welstandscommissie onderschrijft dit en adviseert om te kiezen voor een meer toegankelijker en klantvriendelijker opzet.
Belang aanwezigheid ambtenaar
De aanwezigheid van een ambtenaar bij de welstandsbeoordeling is belangrijk voor de voortgang van een traject. Het landelijk gebied is in ontwikkeling. Wij zien dat agrariërs een keuze (moeten) maken: groter worden of stoppen. De bebouwingskarakteristiek van het buitengebied komt daarmee enigszins onder druk te staan. Erven worden opgeschaald met grootschalige agrarische bedrijfsbebouwing. Of de oorspronkelijke bedrijfsbebouwing op de erven verliezen de functie en vervallen of worden gesloopt. Wel blijft hier de woonfunctie behouden. Het resultaat van bovenstaande is dat de oorspronkelijke erven, die mede bepalend zijn voor het algemene beeld van het buitengebied, langzaam verdwijnen. Dit baart zorgen. Een mogelijke oplossing zou kunnen zijn om als gemeente het behoud van karakteristieke panden te stimuleren, bijvoorbeeld door het oprekken van herbestemmingmogelijkheden van historische boerderijen en schuren, zodat nieuwe ontwikkelingen mogelijk zijn.
Milieu- en duurzaamheidaspecten
Bij de huidige ontwikkelingen is het steeds belangrijker om milieu- en duurzaamheidaspecten mee te nemen.
Uitwerking reclamebeleid
Het reclamebeleid voor het centrumgebied is nog niet volledig uitgewerkt. Dit kan leiden tot onduidelijke situaties.
conclusies en aanbevelingen
Karakter landelijk gebied open druk
Hoe de wereld verandert
Stichting RIBO - Erve Woldhuis, Hengelo
Ook voor beschermde stads- en dorpsgezichten zijn vergunningvrije bouwactiviteiten voorzien. Ruwweg betekent dit dat de ene maand de Amsterdamse grachtengordel wordt voorgedragen voor plaatsing op de lijst van Wereld-erfgoed en de volgende maand vergunningvrij bouwen op de binnenterreinen van die grachtengordel mogelijk wordt. In de gemeenten in Overijssel en Flevoland die beschermde gezichten hebben, worden de gevolgen van die maatregel bestudeerd.
Inleiding
Het jaar 2011 stond voor alle commissies in het teken van ‘minder’. Het planaanbod voor toetsing aan welstandsbeleid was gemiddeld over het jaar 25% minder dan in 2010. De terugloop ten opzichte van 2007 is zelfs 45%. Behalve de crisis in economie en bouw zijn daaraan wijzigingen in beleid debet. Het rijksbeleid werd in 2010 met invoering van WABO en BOR gewijzigd en de gevolgen daarvan werden in 2011 goed zichtbaar. Gemeenten reageren op de veranderende omstandigheden door beleid en werkwijzen tegen het licht te houden. Ook dat leidt vaak tot reductie van het aantal bouwplannen dat voor toetsing aan welstandsbeleid wordt aangeboden. Het Oversticht zelf past werkwijzen (in overleg met gemeenten) en taakomvang ook aan. Ook in huis wordt de efficiency vergroot. Al die reductie betekent vaak dat een herijking plaatsvindt op de essentie van beleidsinstrumenten: wat wilden we ook al weer met omgevingskwaliteit en hoe bereiken we dat het best? Werd met de introductie van de welstandsnota’s in 2003 nog wel met argusogen gekeken naar alle kwaliteiten die in het gemeentelijk territorium konden worden onderscheiden, anno 2011 zocht men veel meer naar de nuance en naar het sturen op hoofdzaken. Er ontstaan dus meer welstandsvrije gebieden in gemeenten en er wordt meer vergunningvrij gebouwd door wijzigingen in het wettelijk kader. Van die door ‘Den Haag’ geëntameerde wijzigingen is de aanpassing van de Monumentenwet per 1 januari 2012 een voorbeeld. Ook voor monumenten zijn nu vergunningvrije bouwactiviteiten gedefinieerd. De regering gaat ervan uit dat eigenaren van monumenten zelf wel kunnen bepalen of onderdelen monumentale waarde hebben en dat zij die onderdelen dan wel zullen respecteren. Op grond van onze ervaringen hebben wij daarin minder vertrouwen. Het herinnert ons aan een proefboerderij in Twente, net vóór de oorlog gebouwd in opdracht van een fabrikant en bedoeld als ‘modern’. Het woonhuis van twee bouwlagen werd voorzien van een lift: vermoedelijk de enige boerderij in Nederland met een lift. Die lift werd dan ook met nadruk genoemd in de omschrijving van het rijksmonument. De nieuwe eigenaar meende dat in een boerderij geen lift hoort, demonteerde de boel en maakte twee kasten van de liftschacht.
Nieuw beleid dat op de recente ontwikkelingen inspeelt, krijgt intussen gestalte. Bijvoorbeeld met de nieuwe welstandsnota’s van Deventer en Hardenberg. In beide gemeenten werd veel aandacht besteed aan consultatierondes in wijken of met belanghebbenden. In beide werd goed geanalyseerd welke waarden of kwaliteiten men in de ruimtelijke orde van de gemeente onderscheidt. Op basis van de ambities die daarvoor werden geformuleerd, werd nieuw welstandsbeleid ontworpen. In Deventer viel op dat er veel draagvlak is voor sturen op kwaliteit. In Hardenberg werd meer gezocht naar een goede afstemming van waarop je stuurt met het bestemmingsplan en waar aanvullend welstandsbeleid nodig is. Behalve op ‘beleid’ valt er ook te sturen op de processen en procedures. In vijf gemeenten werd de stadsbouwmeester naar model van Het Oversticht geïntroduceerd. Doel is, net als bij het straktrekken van het beleid: slimmere werkwijzen, snellere procedures en de franje eraf. Met de introductie van de ‘stadsbouwmeester’ (de term en status komen uit de wet), kunnen we ook sturen op meer vooroverleg, op een zichtbaar en herkenbaar adviseur van burger en bestuur, voorwaarden voor een ander gezicht van ‘welstand’.
ROC Hengelo
School in voormalige kerk Foto: Ben Vulkers
Nu het bouwen in uitbreidingen stilvalt en de opgaven van hergebruik en herbestemming op de voorgrond komen, biedt Het Oversticht ook op dit terrein de gemeenten de helpende hand. Hergebruik van agrarische en industriële complexen hebben we de afgelopen tien jaar al veel aandacht gegeven, onder andere bij de uitvoering van het programma dat de provincie Overijssel daarvoor had opgezet. Wij zetten dat door met aandacht voor kerken, scholen, winkelgebieden en bedrijventerreinen. Onze acties op dit terrein van hergebruik en herbestemming zijn voorbeeld van sturen op kwaliteit in processen naast en voorafgaand aan toetsing op ‘welstand’.
7
1. Aan de commissie voorgelegde ontwikkelingen in 2011 Hieronder treft u een selectie aan van in de commissie behandelde bouwaanvragen, projecten of andere opvallende zaken. In veel gevallen betreft het onderwerpen die meerdere keren in de commissie aan de orde zijn geweest. Bij bouwaanvragen vindt er veelal eerst een zogenaamd ‘collegiaal overleg’ plaats op het moment dat een er een bouwaanvraag wordt voorbereid, waarbij de commissie een ‘breed’ advies geeft ter verbetering van de kwaliteit van het plan en tevens de op het plan van toepassing zijnde criteria uit de welstandsnota benoemt. Na het indienen van de bouwaanvraag volgt dan de formele toetsing aan de nota en de advisering aan de gemeente.
Woonhuis aan de Steenkampweg in Albergen
In 2011 ontving de commissie het ontwerp voor de woning aan de Steenkampweg 11. Een interessant ontwerp. Op een eigentijdse wijze zijn natuurlijke ogende materialen verwerkt in de woning, zoals hout en zink. Opvallend is de manifeste kap, die dominant is in de gevel en bijna de grond raakt. Deze kap is bepalend voor het beeld door de grote overstekken aan de kopse gevels. In de kap zijn op een subtiele wijze gaten aangebracht voor daglichttoetreding, zonder afbreuk te doen aan het beeld. De kopse gevels worden uitgevoerd in hout, wat een natuurlijke uitstraling geeft. In de lijn van de trend, waarbij de woonfunctie steeds belangrijker wordt in het buitengebied, is dit een ontwerp van een eigentijds en hoog architectonisch niveau. Een kritische noot hierbij is wel dat de zeldzaamheidsfactor van dit ontwerp ook bepalend is voor de kwaliteit. Wanneer er te veel van dit soort woningen worden gerealiseerd, wordt het te gewoon.
Afb: Building Design
8
Bouwen van een sporthal
Het ontwerp voor de uitbreiding van het bestaande sportcomplex met een sporthal en een kinderdagverblijf is in 2011 enkele malen met de architect besproken. Een complexe ontwerpopgave. Uitgangspunt is het bestaande gebouw, waarbij reeds sprake is van een ‘gegroeide’ situatie, waaraan een verantwoorde architectonische koppeling moest worden gerealiseerd. Het programma van eisen was aanzienlijk, evenals de wettelijk voorgeschreven eisen voor het gebruik. Tot slot was er ook een duidelijk afgebakend budget. Samen met de architect is het hele traject doorlopen. Van een schetsontwerp tot een definitief ontwerp. Daarbij is het de architect gelukt om noodzakelijke middelen, zoals gevelbekleding en constructie, op een dusdanige wijze toe te passen dat uiteindelijk een erg aanspreekbaar plan op tafel lag. De commissie is van mening dat dit een goed voorbeeld is van een constructief proces waarbij een optimaal architectonisch niveau is bereikt door naar elkaar te luisteren en elkaar te stimuleren. Of het voorstel uiteindelijk ook gerealiseerd kan worden, is nog niet duidelijk.
Afb: PR8 architecten
9
Renovatie van de bibliotheek
In 2011, enkele decennia na de bouw, is de wens ontstaan om het gebouw te renoveren. Het metselwerk is vervuild en bouwkundige details behoeven aandacht. De voorgestelde ingrepen zijn vrij eenvoudig, maar toch zeer bepalend. Het eerste voorstel luidde om het gehele gebouw wit te schilderen. Dit zou een contrast hebben opgeleverd ten opzichte van de bebouwingskarakteristiek van het centrum van Tubbergen omdat de hoofdkleur van alle bebouwing een (donkere) aardtint is zoals rood en bruin. Met uitzondering van het gemeentehuis, dat een bijzondere positie inneemt. Door de bibliotheek geheel wit te maken zou deze zich ook gaan onderscheiden en daarom kunnen concurreren met het gemeentehuis. In goed overleg met de architect is besloten om voor de beeldbepalende gebouwdelen te kiezen voor rode aardtinten. Ondergeschikte delen kunnen wel wit, zoals de wens van het bibliotheekbestuur luidde. De slechte bouwkundige randdetails zijn weggewerkt door kaders te plaatsen. Door deze renovatie is de bibliotheek weer helemaal klaar voor de komende decennia en voegt zich optimaal in het centrumgebied.
Eerste voorstel (afb. Morsink Architecten)
Definitief (afb. Morsink Architecten) 10
Woonhuis aan de Zenderseweg in Albergen
Een goed voorbeeld van een ontwerp dat zijn vormgeving ontleent aan de kwaliteiten van de locatie is het ontwerp aan de Zenderseweg in Albergen. De architect heeft in de toelichting van het ontwerp laten zien hoe een karakteristieke hoofdvorm met een rechthoekige plattegrond en een zadelkap (zogenaamd ‘archetype’) wordt getransformeerd naar het uiteindelijke woningontwerp. Hierbij zijn hoogteverschillen en uitzichten in het landschap als aanleiding genomen om ook in het bouwkundig ontwerp een hoogteverschil te maken. De lijnen in het landschap en de meest waardevolle uitzichten zijn bepalend voor de bebouwingsrichting en de gevelopeningen. Op grond van de bovenstaande uitgangspunten is een abstract bouwvolume ontstaan. Daarbij is niet elk gevelmateriaal passend. Er is gekozen voor een donkere zinken gevelbekleding. Dit is een goed voorbeeld van een eigentijds ontwerp, gebaseerd op de bestaande landschappelijke en bouwkundige kwaliteiten.
Zenderseweg: concept. Afb: Building Design
Zenderseweg: impressie. Afb: Building Design
11
2. Ervaringen met het huidige welstandsbeleid Ervaringen met het beleid
Schaalvergroting en afwijkende functies in gebieden blijven bij bouwaanvragen altijd onderwerpen van gesprek. Daarbij heeft het vooroverleg tussen de initiatiefnemers en de secretaris van de welstandscommissie bijgedragen aan meer begrip voor een passende ruimtelijke kwaliteit. Dit geldt ook voor de gemeentelijke organisatie zelf. Door in gesprek te blijven over de impact van zaken op de omgeving wordt in de voorfase veel bereikt. Niet achteraf toetsen, maar vooraf sturen leidt ook hier tot betere resultaten.
Welstandsbeleid in de praktijk
De welstandscommissie adviseert op basis van het geldende welstandsbeleid. Dit beleid is in de welstandsnota vastgesteld door uw gemeenteraad. De welstandscommissie adviseert al vele jaren op basis van deze nota. Ondanks dat de vergaderingen een openbaar karakter hebben wordt hier niet tot nauwelijks gebruik van gemaakt. De welstandscommissie nodigt om deze reden raadsleden / burgers uit te ervaren hoe het werk van de welstandscommissie in de praktijk is. Welke inzet er is en hoe architecten en opdrachtgevers reageren op de gegeven adviezen. Ook is het mogelijk bij het spreekuur van de secretaris van de commissie aanwezig te zijn. Tijdens het spreekuur worden bouwplannen van een advies voorzien of worden de adviezen van de commissie nader uitgelegd. Ook is er dan ruimte voor ontwikkelaars om plannen voor te bespreken met betrekking tot de ruimtelijke kwaliteit er van.
Bestemmingsplan en welstandsnota
In de volksmond treedt vaak verwarring op over beleidskaders van de gemeente. En dan met name ‘wat’ en ‘waar’ zaken geregeld worden. Op zich zijn de zaken helder geregeld, maar het is lastig voor wie niet dagelijks te maken heeft met deze materie. • In het bestemmingsplan worden alle zaken geregeld die met plek, oppervlakte, bouwmassa, hoogte (kortom met ‘maat’) te maken hebben. Ook de mogelijke functie (bv. wonen of werken) is in het bestemmingplan geregeld. • In de welstandsnota staan alle zaken die met vormgeving te maken hebben. Voorbeelden zijn: geveloriëntatie (situering), gevelopbouw, verhoudingen, materiaaltoepassing en kleur. De welstandscommissie toetst aan de welstandsnota. • Het bouwbesluit regelt de constructie en techniek. De gemeenteraad kan aangeven wat zij dit in het welstandbeleid opgenomen wil hebben.
Bouwregelgeving: 3 soorten Regel-kader
Regelt
Gaat dus over
Bestemmingsplan
waar wordt gebouwd wat wordt gebouwd hoeveel wordt gebouwd
lokatie functie volume
Welstandsnota
hoe wordt gebouwd (staat het WEL?)
situering in detail (‘erf’) vorm (en betekenis) materiaal, kleur, details
Bouwbesluit
hoe wordt gebouwd (STAAT het wel?)
constructie en techniek (brand) veiligheid
12
Buitengebied
Ondanks de crisis en krimp is het buitengebied volop in beweging. Enkele agrariërs zetten hun fraaie karakteristieke boerderijen in voor bed and breakfast en andere nieuwe functies. Daarnaast groeien andere agrariërs juist volop door. De nieuwe stallen worden wel groter qua omvang, maar door een lage gootlijn en rustige dakvlakken is de impact op het landschap over het algemeen te overzien. Bij dakvlakken is wel een tendens waar te nemen waarin de dakvlakken bij voorkeur vlakker(weinig profiel) en lichter van kleur worden. Dit vanwege opwarming en kosteneffecten. Grote lichte dakvlakken, zonder profiel en dus zonder schaduwwerking, van een grote lengte, hebben een enorme impact op het landschap. Het is aan te bevelen om als gemeente hierin een gewogen afweging te maken tussen enerzijds de bedrijfseconomische, milieu- en duurzaamheidsaspecten, en anderzijds de ruimtelijke kwaliteit en uitstraling van het landschap. Naast de traditionele stallen vinden moderne varianten zoals serre of boogstallen nog maar mondjesmaat hun plek. Wellicht ook door de angst dat dit niet is toegestaan, of een lastige procedure met zich mee brengt.
Ver-juridificering
Steeds vaker merkt de welstandscommissie, dat gevraagd wordt om een nadere motivatie van haar adviezen, bijvoorbeeld in het kader van bezwaarschriften. Ondanks dat de adviezen altijd zorgvuldig tot stand komen, is het soms een lastige klus om deze te motiveren. Dit komt bijvoorbeeld doordat relatieve criteria (zoals ‘ondergeschikt aan’ en ‘passend in relatie tot’) schriftelijk uitgelegd moeten worden alsof het concrete meetbare criteria zijn. De welstandscommissie twijfelt overigens niet aan de toepasbaarheid van relatieve criteria, omdat deze in elke situatie gehanteerd kunnen worden. In tegenstelling tot veel objectieve criteria, die wellicht toepasbaar zijn op ‘standaardsituaties’, maar die vaak te beperkend zijn als het maatwerk betreft. In principe is er niets mis met de gevraagde schriftelijke motivaties. Het is namelijk het recht van iedereen een advies in twijfel te trekken. Vaak wordt echter bezwaar gemaakt op gronden die niets met het welstandsbeleid te maken hebben, zoals bezwaar tegen een nieuwe functie, een locatie of tegen een te grote bouwmassa. Dan wordt het welstandsadvies in twijfel getrokken, terwijl dat niet aan de orde is. Hieruit maakt de welstandscommissie op dat de maatschappij verhardt en verjuridificeert.
Ervenconsulent
Al enige jaren worden bouwplannen in het buitengebied die niet aansluiten bij het geldende bestemmingsplan, maar waar de gemeente wel aan wil meewerken, van advies voorzien door de ervenconsulent. Het betreft in hoofdzaak Rood-voor-Rood bouwplannen, waarbij de ruimtelijke inpassing van nieuwbouw binnen de bestaande context van belang is. Niet alleen komen aanvragen binnen voor enkele erven, maar ook worden clusters van erven van advies voorzien. De secretaris van de commissie wordt van deze adviezen op de hoogte gebracht en bekijkt of zij aansluiten bij het geldende welstandsbeleid. De welstandscommissie staat positief tegenover deze werkwijze, omdat in een vroeg stadium meegedacht kan worden bij bouwplannen in een kwetsbaar gebied. De inpassing/inbedding van de nieuwe gebouwen in het bestaande landschap is ook uitgangspunt van het geldende welstandbeleid. Omdat de welstandscommissie de formele toets doet van deze bouwplannen, is de opdrachtgevers er veel aan gelegen hun bouwplannen hierop te laten aansluiten. Veelvuldig overleg in de voorfase vergroot de kans op een snellere afhandeling van de formele bouwaanvraag. Opdrachtgever, gemeente en welstandscommissie zijn hierbij gebaat.
13
3. Adviesaanvragen Van het totaal aantal plannen van 213 in 2011 werden 168 aanvragen direct voorzien van een positief advies.38 aanvragen voldeden naar het oordeel van de commissie niet direct aan de criteria van de gemeentelijke welstandsnota. Op het spreekuur, dat dit jaar 26 keer plaatsvond, kwamen 97 bezoekers.
4. De welstandscommissie Een welstandscommissie is een onafhankelijke commissie van deskundigen die aan burgemeester en wethouders van een gemeente advies uitbrengt. Centraal in de advisering staat de vraag of het uiterlijk of de plaatsing van een bouwwerk, waarvoor een aanvraag voor een omgevingsvergunning is ingediend, in strijd is met redelijke eisen van welstand. Deze eisen staan in het gemeentelijke welstandsbeleid. Bij elke aanvraag kijkt de commissie, met dat beleid als uitgangspunt, of particuliere wensen van degene die wil bouwen of verbouwen stroken met het algemene belang. Een belang dat gericht is op het behouden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit van een straat, buurt, wijk of streek. Voor lang niet alle bouwactiviteiten is een advies van de commissie verplicht. Soms is het mogelijk om in delen van een gemeente welstandsvrij te bouwen. En met de invoering van de Wabo in oktober 2010 is het vergunningvrij bouwen verruimd. Een welstandscommissie kan op verschillende wijzen georganiseerd worden. Soms hebben gemeenten een gecombineerde welstand- en monumentencommissie - soms werken gemeenten met een stadsbouwmeester, een mogelijkheid waarin Het Oversticht ook voorziet. Er zijn commissies die adviseren aan één gemeente, er zijn ook bredere commissies die advies uitbrengen aan meer gemeenten. Vaak hangt dit samen met de grootte van de gemeenten en het streven naar efficiency. Groot, klein, gecombineerd of niet – alle commissies hebben een aantal zaken gemeen. De leden worden voor drie jaar benoemd en kunnen dan nog voor een zelfde periode herbenoemd worden; vergaderingen van de commissie zijn openbaar en iedere commissie legt verantwoording af in de vorm van een jaarverslag. Deze zaken zijn in de wet bepaald. Meestal bestaat een welstandscommissie uit architecten, stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten, cultuurhistorici en vaak ook burgers. Het Oversticht organiseert welstandsadvisering voor gemeenten in Overijssel en een deel van Flevoland. Commissieleden worden na een transparante sollicitatieprocedure ter benoeming voorgesteld aan de gemeenten. De commissies zijn gericht op effectief en efficiënt werken. Vooroverleg in een vroeg stadium van planontwikkeling werkt beter dan toetsing achteraf. De secretaris van de commissie heeft daarom, meestal wekelijks, spreekuur in de gemeente om over bouwinitiatieven in relatie tot welstandsbeleid te overleggen. Het Oversticht doet samen met een aantal organisaties in Nederland onderzoek naar ervaringen van mensen met de welstandscommissie. Bezoekers van het spreekuur wordt gevraagd digitaal een enquête in te vullen. Met de resultaten kunnen we de dienstverlening verbeteren. Soms zijn mensen het met een advies niet eens. In dat geval bestaat de mogelijkheid van een second opinion, uitgevoerd door een andere organisatie en met een landelijk vastgelegd protocol.
14
De samenstelling van de welstandscommissie Tubbergen in 2011
De commissie Twente Oost is de welstandscommissie voor de gemeenten Dinkelland, Haaksbergen, Losser, Oldenzaal en Tubbergen
voorzitter plaatsvervanger
E. Blaak-Schuitevoerder
secretarissen
ir. H.F.A. Dekkers ir. T.G. Kemperman ing. J.H.K. Luchies ir. E.H.G. Nijhuis ing. R.M. Veenink
commissieleden
G.H.M. de Witte ir. H. Post D. van As ir. J.B. Haverkate
M.M.L. de Waal
De commissie beoordeelt bouwplannen aan de hand van het welstandsbeleid dat in de welstandsnota is vastgelegd. Voor ontwikkelingsgebieden gelden beeldkwaliteitplannen die door de gemeenteraad zijn vastgesteld als beoordelingskader voor welstand. Daarnaast worden de stedenbouwkundige afwegingen en ruimtelijke onderbouwing van de gemeente bij de beoordeling van een bouwplan betrokken. De secretaris bezoekt elke twee weken de afdeling Vergunning om de adviesaanvragen in te nemen. Hij had in 2011 voor vergunningplichtige plannen het mandaat om positieve adviezen uit te brengen. De secretaris heeft regelmatig contact met Henk Timmer, Herbert Vollenbroek en Remko Bezoen. Overleg vindt plaats, ook over onderwerpen die de strikte planbehandeling te buiten gaan. Ook met de afdeling Ruimtelijke Ontwikkelingen zijn er contacten.
Verslag overleg wethouder 2011
Het jaarlijkse gesprek met wethouder Harmelink was op 21 september 2011. Hierbij waren aanwezig: Herbert Vollenbroek (gemeente Tubbergen), Els Blaak-Schuitevoerder (voorzitter welstandscommissie), Bart Buijs (Het Oversticht) en Endrie Nijhuis (Het Oversticht/ secretaris welstandscommissie). De belangrijkste gesprekspunten waren: • Behoefte om werkwijze van de ervenconsulent meer af te stemmen met Dinkelland. De ruimtelijke kwaliteit die bij Rood-voor-Rood opgaven wordt gerealiseerd is over het algemeen (te) laag. Dat komt omdat bij dit soort opgaven het welstandsbeleid te kort schiet. De welstandsnota is immers gericht op een basis kwaliteit en bij Rood voor Rood opgaven wordt een extra hoge kwaliteit verwacht. Een oplossing moet nog gevonden worden, maar gedacht kan worden in de richting van aanvullende welstandscriteria voor hoge kwaliteit, speciaal voor dit soort opgaven. • Methodiek stadsbouwmeester. • De Ruimtelijke Kwaliteitsdag die ongeveer een jaar geleden is georganiseerd op initiatief wethouder krijgt een vervolg. • De welstandscommissie heeft jaren met veel plezier gewerkt. Hierbij wordt nogmaals het belang van ambtelijke ondersteuning benadrukt. • De gemeente en Het Oversticht zijn beide tevreden over de huidige werkwijze en samenwerking.
15