JAARVERSLAG 2008 Directoraat-Generaal Luchtvaart
Inhoudstafel Inhoudstafel .......................................................................................................................................................................2 Voorwoord .........................................................................................................................................................................3 Organigram DGLV .............................................................................................................................................................4 Directie Bedrijfserkenningen (COM) ..................................................................................................................................5 Directie Vergunningen (LIC) ............................................................................................................................................12 Directie Luchthavens en Luchtruim (AIR) ........................................................................................................................16 Directie Belgische Toezichthoudende Instantie van de Luchtvaartnavigatiediensten (BSA-ANS)...................................24 Directie Inspectie (INS)....................................................................................................................................................26 Cel Internationale en EU-aangelegenheden (S-INT) .......................................................................................................36 Cel Human Resources (S-HRE) ......................................................................................................................................39 Cel Kwaliteit en Interne Controle (S-QUA).......................................................................................................................40 Het veiligheidsprogramma van de Belgische Staat .........................................................................................................41 Risicobeheer van voorvallen in de Belgische burgerluchtvaart........................................................................................43 Cel Onderzoek Ongevallen en Incidenten .......................................................................................................................48 Lijst van gebruikte afkortingen en begrippen ...................................................................................................................49
www.mobilit.fgov.be
2
Voorwoord Het Directoraat-generaal Luchtvaart is de instelling die verantwoordelijk is voor de veilige, geordende en duurzame ontwikkeling van de burgerluchtvaart in België. Zij waakt over de correcte toepassing van de bestaande reglementen met het oog op de ontwikkeling en het op peil houden van het veiligheids- en beveiligingsniveau in de luchtvaart. Dit reglementaire kader omvat de internationale verdragen en reglementen, nationale en supranationale wetgeving, en bilaterale akkoorden. Deze reglementen omvatten normen met betrekking tot de luchtwaardigheid van luchtvaartuigen, het onderhoud en de exploitatie ervan, de kwalificatie van het personeel, de luchthavens, luchtvaartsporten en ook de bescherming van het leefmilieu. Daarnaast heeft het Directoraatgeneraal Luchtvaart ook tot taak om de belangen van de gebruikers van het luchtvervoer en de luchtvaartindustrie te beschermen, in naleving van de vermelde reglementeringen. Tot op heden werden de verschillende activiteiten van dit Directoraat-generaal uitgevoerd zonder rapportering naar de politiek en het publiek toe. Dit jaarverslag, dat betrekking heeft op de activiteiten in de loop van het jaar 2008, wenst hierin verandering te brengen. Dit jaarverslag wil een verantwoording bieden van de door het Directoraat-generaal Luchtvaart ingezette middelen met betrekking tot de luchtvaartveiligheid en de beveiliging alsook een overzicht geven van de resultaten van de uitgevoerde audits, controles en inspecties. Ten slotte wordt een overzicht geboden van de belangrijkste elementen van het Belgisch Veiligheidsprogramma en de voornaamste conclusies van de risicoanalyse 2008.
Frank Durinckx Directeur-generaal
www.mobilit.fgov.be
3
Organigram DGLV
www.mobilit.fgov.be
4
Directie Bedrijfserkenningen (COM) De directie Bedrijfserkenningen streeft een hoog veiligheidsniveau na op technisch vlak en dit ten voordele van de burger en de bedrijven. Ook het economisch aspect van de burgerluchtvaart wordt door deze directie niet uit het oog verloren. Dit alles wordt conform de internationale verplichtingen (Verdrag van Chicago, EU, EASA, JAA) verwezenlijkt. De directie Bedrijfserkenningen beschikt over een belangrijke bron aan kennis inzake de burgerluchtvaart, met betrekking tot de technische aspecten van luchtwaardigheid van luchtvaartuigen, milieuaspecten en voor het operationele, economische, financiële en administratieve aspect. Ze werkt samen onder auspiciën van de Europese autoriteiten voor de burgerluchtvaart EASA en JAA teneinde de technische reglementering en de procedures in de voornoemde domeinen uit te werken, in de praktijk te brengen en te harmoniseren. In het kader van deze fundamentele activiteiten heeft de directie Bedrijfserkenningen de ambitie om op uitgebreide manier samen te werken met alle professionelen in de luchtvaart, zowel nationaal als internationaal. Op nationaal vlak werkt de directie Bedrijfserkenningen samen met de volgende gepriviligieerde partners: morele en fysieke personen, rechtspersonen, luchtvaartmaatschappijen, vliegtuigbouwers, onderhouds- en reparatiebedrijven van vliegtuigen en vliegtuigonderdelen, luchtvaartfederaties en –verenigingen. Op internationaal vlak zijn de medespelers voor de directie Bedrijfserkenningen internationale organisaties zoals ICAO, ECAC, EU, EASA en JAA. De directie werkt eveneens samen met andere buitenlandse autoriteiten op het gebied van burgerluchtvaart evenals met de constructeurs van luchtvaartuigen en met de onderhoudsfirma’s. Intern werkt de directie ook op horizontale wijze samen met andere directies van het Directoraat-generaal Luchtvaart, de andere Directoraten-generaal van de FOD Mobiliteit en Vervoer en met andere FOD’s (FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie en FOD Personeel en Organisatie). www.mobilit.fgov.be
5
Ze is verantwoordelijk voor de certificatie van luchtvaartproducten en voor de technische, operationele en economische erkenningen van luchtvaartbedrijven, luchtvaartmaatschappijen en onderhoudsfirma’s voor luchtvaartuigen. Om aan deze eisen te voldoen en zijn opdrachten te voltooien, is de directie Bedrijfserkenningen verdeeld in vier diensten: Operaties, Private Luchtvaart, Commerciële Luchtvaart en Certificatie. De Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1592/2002 is in werking getreden op 8 april 2008. Deze nieuwe verordening breidt de bevoegdheden van de Commissie en EASA uit op het gebied van de vergunningen voor bemanningen en de operaties van luchtvaartuigen. Begin 2009 zullen nieuwe verordeningen van de Commissie worden uitgevaardigd ter uitvoering van deze basisverordening. Daardoor zal de werklast van de Directie Bedrijfserkenningen toenemen, o.a. wat betreft de luchtarbeid en de private exploitatie van grote complexe motorluchtvaartuigen. De procedures tot uitvoering van deze nieuwe verordeningen of van de bestaande verordeningen (EG) 1702/2003 en (EG) 2042/2003 (ARC, ACAM, …) zullen moeten worden bepaald en het personeel zal moeten worden opgeleid; daarenboven zullen de bestuurden ingelicht moeten worden, …
www.mobilit.fgov.be
6
EASA neemt een aantal verantwoordelijkheden over van de Lidstaten. Maar de Lidstaten blijven bevoegd voor de eigenlijke uitvoering van de meeste dagelijkse operationele taken onder toezicht van EASA door de procedure van de Europese standaardisering. Bovendien hebben de lidstaten, waaronder België, samenwerkingsakkoorden met EASA gesloten, zoals de overeenkomst over de goedkeuring van aanpassingen aan en herstellingen van in België ingeschreven luchtvaartuigen. Die overeenkomst is op 1 juni 2005 in werking getreden en wordt door de Directie Bedrijfserkenningen beheerd. Voor deze taken stellen de lidstaten personeelsleden ter beschikking van EASA in ruil voor een vergoeding. De belangrijke hierboven beschreven uitdagingen vereisen, met name voor de Directie Bedrijfserkenningen, de aanwerving en het behoud van bekwame en ervaren personeelsleden, in overeenstemming met de eisen van de in dit verslag genoemde verordeningen.
Dienst Operaties (C-OPS) Ze levert AOC’s af aan Belgische luchtvaartmaatschappijen na controle van het naleven van de reglementering inzake de technische exploitatie van luchtvaartuigen. Deze dienst levert ook de machtigingen voor het vervoer van gevaarlijke goederen en behandelt de dossiers met betrekking tot de erkenning van het boordpersoneel. Het aantal Belgische luchtvaartmaatschappijen is hetzelfde gebleven als in 2007 maar twee maatschappijen zijn ondertussen gefusioneerd (Brussels Airlines Fly & Brussels Airlines) en een nieuwe taximaatschappij (Capital Aircraft Group) werd opgericht.
www.mobilit.fgov.be
7
Het aantal exploitanten dat houder is van een AOC werd eind 2008 afgesloten op 15 waarvan 13 voor vliegtuigen en twee voor helikopters. Alle exploitanten zijn houder van een AOC met vermelding van overeenstemming met de voorschriften EU-OPS1 voor vliegtuigen en JAR-OPS3 voor helikopters. Onze exploitanten passen voortdurend hun vloot aan naargelang de marktbehoeften. Daarvoor zijn er in de loop van 2008 31 toevoegingen en 20 schrappingen van een luchtvaartuig op de AOC’s van Belgische exploitanten uitgevoerd. Globaal gezien is de uitgebate vloot in de commerciële luchtvaart vermeerderd met 11 eenheden, voornamelijk in de businessluchtvaart. Bovendien werden er ook 54 toelatingen tot leasing verleend. In het raam van het permanent toezicht zijn er 495 periodieke audits uitgevoerd bij de luchtvaartmaatschappijen met betrekking tot verschillende domeinen gaande van de verificatie van het kwaliteitssysteem, de controle van de procedures in vlucht van piloten en cabinepersoneel, de kwaliteit van de pilootopleidingen, de kwaliteit van opleidingen van het cabinepersoneel, de overzichten van rust- en prestatietijden van het vliegend personeel, de controle van de overzichten van de opleidingen van piloten en cabinepersoneel, enz. Elke audit brengt een proces op gang van opvolging van correctieve acties die iedere exploitant dient uit te voeren. Er werden 138 revisies van exploitatiehandboeken en 76 revisies van “Minimum Equipment Lists” ter goedkeuring voorgelegd.
In 2008 werden 16 algemene machtigingen verleend voor het transport van gevaarlijke goederen. Er werden ook 16 toelatingen verleend voor het transport van radioactieve substanties. Er zijn 24 audits gerealiseerd met betrekking tot het transport van gevaarlijke goederen.
www.mobilit.fgov.be
8
Dienst Private Luchtvaart (C-GEN) De dienst Private Luchtvaart verzekert de technische controle van alle luchtvaartuigen voor algemene luchtvaart ingeschreven in België (vliegtuigen, zweefvliegtuigen en heteluchtballonnen). Het doel van deze acties is het afleveren van certificaten van luchtwaardigheid conform met de procedures voorgeschreven door EASA en ICAO. Ze levert ook de vergunningen aan onderhoudsorganismen in het domein van de algemene luchtvaart conform de internationale luchtvaartprocedures. In 2008 werden er in totaal 895 dossiers met betrekking tot Bewijzen van Luchtwaardigheid behandeld. De hernieuwingen van bestaande luchtwaardigheidsbewijzen hadden in dit totaal het grootste aandeel met 809. Daarnaast werden er 71 initiële luchtwaardigheidsbewijzen (47 voor vliegtuigen en 24 voor warme luchtballonnen) en 15 luchtwaardigheidsbewijzen voor export afgeleverd. Eveneens werden 20 beperkte toelatingen tot het luchtverkeer afgeleverd. Er werden 34 bewijzen van erkenning van onderhoudswerkplaatsen hernieuwd: zeven volgens de EASA Part M-reglementering en 27 volgens de nationale reglementering. De dienst voerde 659 controles op vliegtuigen en 237 controles op hete luchtballonnen uit.
www.mobilit.fgov.be
9
Dienst Commerciële Luchtvaart (C-COM) De dienst Commerciële Luchtvaart verzekert de technische controle van alle luchtvaartuigen voor commercieel transport ingeschreven in België. Het doel van deze acties is het afleveren van certificaten van luchtwaardigheid (Airworthiness Review Certificates of ARC’s) volgens de procedures voorgeschreven door EASA. Daartoe zal deze dienst fysieke controles uitvoeren op luchtvaartuigen evenals controles op het onderhoud. Ze volgt de betrouwbaarheidsprogramma’s en belangrijke incidenten van luchtvaartuigen (per luchtvaartuigtype) op. Ze levert de vergunningen aan productie- en onderhoudsorganismen in het domein van de luchtvaart, conform de lopende internationale luchtvaartregelgeving. C-COM levert ook de machtigingen “CAT II/III, ETOPS, RVSM, B-RNAV” af. Zij verleent technisch advies in verband met de leasingaanvragen van Belgische maatschappijen en geeft luchtvaartpassen volgens de Europese regelgeving. In 2008 behandelde de dienst in totaal 337 dossiers met betrekking tot bewijzen van luchtwaardigheid waarvan 34 initiële afgiftes, 297 hernieuwingen en zes bewijzen van luchtwaardigheid voor export. Er werden 27 audits van managementorganisaties voor de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen (volgens de regelgeving EASA Part M), 19 audits van productieorganisaties (volgens de regelgeving EASA Part 21 POA) en 29 audits van onderhoudsorganisaties (volgens de regelgeving EASA Part 145) uitgevoerd. Deze dienst verstrekte in 2008 13 IFR-vergunningen en voerde 89 controles uit op deze vergunningen. De dienst gaf 23 technische machtigingen CAT II/III, ETOPS, RVSM, B-RNAV uit. De dienst Commerciële Luchtvaart reikte 73 luchtvaartpassen uit en gaf 44 technische adviezen bij leasingaanvragen. In 2008 aanvaardde zij zes “engineering centres” via een operator en auditeerde er twee.
www.mobilit.fgov.be
10
Dienst Certificatie (C-CER) De dienst Certificatie is verantwoordelijk voor de certificatie van luchtvaartproducten en –componenten die nog steeds onder de nationale bevoegdheid vallen. Zij houdt zich eveneens bezig met het goedkeuren van aanpassingen en herstellingen aan systemen en structurele elementen van luchtvaartuigen. De dienst levert de vergunningen en specifieke goedkeuringen aan conceptieorganismen af in het domein van de luchtvaart, conform de lopende internationale luchtvaartprocedures. Zij behandelt de dossiers in verband met de geluidscertificatenen de “Emergency Equipment Layouts”. Ten slotte bereidt de dienst het beleid voor en bepaald zij de strategie op haar domein. Deze dienst geeft technische, administratieve en procedurele ondersteuning aan de dienst Private Luchtvaart (C-GEN) met betrekking tot goedkeuringen van onderhoudsorganisaties en organisaties voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid volgens EASA-regelgeving. In 2008 werden met behulp van C-CER 32 hernieuwingen van goedkeuringen aan onderhoudsorganisaties afgeleverd. Zes onderhoudsorganisaties kregen hun initiële erkenning volgens EASA Subpart F. Daarnaast keurde zij 80 wijzigingen of herstellingen aan een in België ingeschreven luchtvaartuig goed en leverde 182 geluidscertificaten af. Er werden 25 “Emergency Equipment Layouts” afgeleverd.
www.mobilit.fgov.be
11
Directie Vergunningen (LIC) Deze directie is onderverdeeld in twee diensten: de dienst Vergunningen (L-PEL) en de dienst Opleiding (L-TRA).
Dienst Vergunningen (L-PEL) Deze dienst reikt de vliegvergunningen en de kwalificatiecertificaten uit voor het vliegend personeel. Deze vergunningen zijn ofwel volgens de nationale reglementering ofwel volgens de JAR-reglementen. Zij organiseert de theoretische examens voor het behalen van de vergunningen. Zij valideert en erkent de in het buitenland behaalde vliegvergunningen. Er zijn verschillende types vliegvergunningen: PPL (Private Pilote License), MPL (MultiCrew Pilot License), CPL (Commercial Pilote Licence), ATPL (Airline Transport Pilote License) De dienst neemt deel aan de Europese harmonisering van de JAR-reglementen inzake het vliegend personeel. Naast vergunningen voor het vliegend personeel kent L-PEL de vergunningen toe voor mecaniciens van onderhoudsateliers (EASA Part-66). Vanaf mei 2009 staat de dienst ook in voor de aflevering van de vergunningen van luchtverkeersleiders.
www.mobilit.fgov.be
12
Aantal geldige vergunningen op 31/12/2008: •
vliegvergunningen: type PPL CPL ATPL
• •
studentvergunningen:
vliegtuig JAR-FCL nationaal 2222 77 1009 20 1439 0
helikopter JAR-FCL nationaal 101 155 90 28 15 0
vliegtuig JAR-FCL restricted 927 34
andere vergunningen (vb. ballon, zweefvliegtuig, ULM, …): 875 EASA Part-66-vergunningen: 726
Aantal afgelegde examens in 2008: type ATPLA ballon CPLA CPLH (JAR) CPLH (NAT) IR(A) PPLA PPLH ULM totaal
www.mobilit.fgov.be
taal Frans 133 4 2 0 0 4 151 11 33 780
Engels 1 0 0 0 0 0 0 0 0
13
Nederlands 172 13 2 7 1 1 130 49 66
helikopter JAR-FCL nationaal 80 20
De dienst Vergunningen houdt ook het register van Belgische burgerluchtvaartuigen bij. Zij doet de inschrijvingen en de schrappingen van alle Belgische luchtvaartuigen, van het eenvoudigste ULM-toestel tot het grootste vliegtuig. Het register van Belgische burgerluchtvaartuigen bevatte op 31/12/2008 de volgende aantallen:
type vliegtuig 1-motorige vliegtuigen 2-motorige vliegtuigen 3-motorige vliegtuigen 4-motorige vliegtuigen helikopters zweefvliegtuigen ballonnen ULM's DPM's motorzweefvliegtuigen totaal
aantal 708 183 3 52 174 540 534 360 170 22 2746
Dienst Opleiding (L-TRA) De dienst Opleiding keurt de instellingen goed die instaan voor de opleidingen met het oog op het bekomen van vliegvergunningen (FTO en RF) en de kwalificaties (TRTO). Ze keurt ook de vormingsprogramma’s voor deze instellingen goed. Zij controleert de synthetische opleiders of simulatoren. Naast de vliegscholen keurt L-TRA de organismen goed die instaan voor de vorming van onderhoudspersoneel (EASA Part-147). In de toekomst zal deze dienst ook de instellingen goedkeuren die de vorming van luchtverkeersleiders verzorgen.
www.mobilit.fgov.be
14
Aantal Belgische vliegscholen op 31/12/2008: type FTO TRTO RF
aantal Belgische vliegscholen 10 9 50
waarvan nieuwe in 2008 2 0 0
In 2008 werden hierop de volgende audits uitgevoerd: type vliegschool FTO TRTO RF totaal
aantal audits 20 21 11 52
Voor de vorming van onderhoudspersoneel (EASA Part-147) zijn er in België momenteel vier scholen actief. In België zijn er in totaal vijf uitbaters van vluchtsimulatoren voor vliegtuigen en één voor helikopters actief. Deze uitbaters beschikken samen over het volgende aantal simulatoren: type simulator vliegtuigen helikopters andere (FTD, FNPT)
www.mobilit.fgov.be
15
aantal 16 1 9
Directie Luchthavens en Luchtruim (AIR) Deze directie is onderverdeeld in twee diensten namelijk de dienst Luchtruim en de dienst Luchthavens.
Dienst Luchtruim (A-SPA) De dienst staat in voor de uitwerking en de bijwerking van de nationale regelgeving betreffende het luchtruim en de luchtvaartnavigatiediensten en ziet toe op de naleving ervan. Tevens werkt de dienst mee aan de totstandkoming van nieuwe internationale en supranationale regelgeving en zorgt voor de follow-up van bestaande regelgeving en, in voorkomend geval, voor de omzetting ervan in Belgisch recht. De follow-up van het vigerende beheerscontract tussen de Belgische Staat en Belgocontrol en de voorbereiding van het nieuwe beheerscontract behoren eveneens tot de hoofdopdrachten van de dienst. De dienst neemt deel aan de vergaderingen van de diverse organen van de Europese Organisatie voor de veiligheid van het luchtverkeer EUROCONTROL en zorgt voor de follow-up van de genomen besluiten.
www.mobilit.fgov.be
16
A-SPA werkt mee aan het beheer van de nationale luchtruimstructuur, evenals aan de integratie ervan in het Gemeenschappelijk Europees Luchtruim en in het functionele luchtruimblok FABEC (Functional Airspace Block Europe Central). De dienst werkt eveneens mee aan mandaten van Eurocontrol voor de ontwikkeling van uitvoeringsbepalingen betreffende ANS. Ook de follow-up van milieudossiers betreffende de burgerluchtvaart en de coördinatie met de stakeholders behoort tot het takenpakket van A-SPA.
• • • • • •
Wat betreft de algemene beleidsvoorbereiding en coördinatie met de stakeholders zorgt de dienst onder meer voor: • de algemene beleidsvoorbereiding op het gebied van de operationele, technische en beheersaspecten van het luchtruim, met de analyse van studies betreffende beleidsopties en op grond daarvan het ontwikkelen van strategische scenario’s; de studie en de voorbereiding van de aanpassingen van de vliegverkeersregels waarvoor de dienst verantwoordelijk is, zowel op nationaal als op internationaal vlak; de coördinatie tussen de militaire en de burgerluchtvaart vooral met het oog op een flexibel luchtruimgebruik dat ervoor moet zorgen dat evenwichtig wordt tegemoet gekomen aan de behoeften van civiele en militaire gebruikers; de organisatie en medewerking aan technische en operationele werkgroepen met specifieke opdrachten; de deelname aan verschillende werkgroepen i.v.m. de oprichting en de uitvoering van het FABEC; de coördinatie van de algemene aspecten van het beheer van het luchtruim met de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie: het aanreiken van de expertise voor de ontwikkeling van de nationale reglementering beheerd door andere directies van het DGLV;
www.mobilit.fgov.be
17
• • • •
het aanreiken van reglementaire expertise aan de BSA-ANS bij het certificeren van de ANSP’s; de follow-up en coördinatie van de milieuaspecten van de burgerluchtvaart op nationaal en internationaal vlak; de deelname aan het project rond duurzame mobiliteit wat betreft de luchtvaart. het behandelen van aanvragen en afleveren van vergunningen voor het uitvoeren van test- en onderzoeksvluchten met onbemande toestellen in het Belgische luchtruim.
Verwezenlijkingen in 2008
In het kader van de voorbereiding van het 3de beheerscontract tussen de Staat en Belgocontrol heeft de dienst voorstellen en adviezen geformuleerd bestemd voor de Beleidscel van de Staatssecretaris voor Mobiliteit. De dienst heeft in 2008 actief deelgenomen aan de bespreking en redactie van het tweede pakket betreffende het Gemeenschappelijk Europees Luchtruim waardoor de SES regelgeving uitgebreid wordt naar leefmilieu, prestatiedoelstellingen, de ontwikkeling van de pan-Europese netwerkfunctie en het financieren van gemeenschappelijke projecten. Samen met de BSA-NSA heeft A-SPA actief deelgenomen aan de werkzaamheden van de werkgroep die in het kader van het zes- stateninitiatief (Benelux, Frankrijk, Duitsland en Zwitserland) met het oog op de oprichting van FABEC, de Gezamenlijke Intentieverklaring heeft opgesteld die op 18 november 2008 in Bordeaux is ondertekend en de voorloper is van een verdrag dat momenteel voorbereid wordt. A-SPA zal dit belangrijke project verder opvolgen door deel te nemen aan een negental taakgroepen. In het kader van de totstandbrenging van het Gemeenschappelijk Europees Luchtruim, heeft de dienst regelmatig deelgenomen aan de door de Europese Commissie gecoördineerde vergaderingen van het Single Sky Committee waar op basis van de vier basisverordeningen onder meer verschillende uitvoeringsbepalingen worden onderzocht en aangenomen na redactionele en/of inhoudelijke wijzigingen, alsook het wijzigen van de basisverordeningen. Ter uitvoering van Verordening tot vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten in Europa heeft de dienst met de Beleidscel samengewerkt aan projecten die mikken op de
www.mobilit.fgov.be
18
integratie van deze bepalingen in de Belgische interne juridische orde, zoals het wijzigen van het samenwerkingsakkoord tussen de federale staat en de Gewesten betreffende de verlening van plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten op de regionale luchthavens, het wijzigen en het aanpassen in die zin van het beheerscontract tussen de Belgische staat en Belgocontrol, enz. De dienst heeft een belangrijke bijdrage geleverd tijdens de bespreking en redactie van de ontwerpverordening tot wijziging van de EASA-basisverordening waardoor EASA eveneens bevoegd wordt voor de veiligheid van ANS en ATM. Daarnaast werd in 2008 tevens deelgenomen aan de werkzaamheden van vele werkgroepen opgericht in de schoot van EUROCONTROL (Safety Regulation Commission, Stakeholder Consultation Group, Standing Committee on Finance, Enlarged Committee for Route Charges,…). In 2008 werd in overleg met alle belanghebbenden het actieplan dat België heeft opgesteld om tegemoet te komen aan de bevindingen van de USOAP-audit die de ICAO in 2006 heeft verricht verder uitgevoerd. Wat A-SPA betreft, gaat het hier over de omzetting van de vijf ICAO-bijlagen « Air Navigation Services » (Bijlagen 3, 4, 10, 11 en 15), evenals de herziening van het KB betreffende de vliegverkeersregels op grond van Bijlage 2 van de ICAO. De belanghebbenden werden eveneens geconsulteerd voor de antwoorden die de dienst heeft verstrekt op talrijke State Letters en andere ICAO-documenten. De dienst leidt en beheert het FABLIMAS-project (Functional Airspace Block Liège/Maastricht) met het doel dit te realiseren nog vóór de realisatie van het FABEC. Hij staat ook in voor de jaarlijkse opvolging van de LCIP (Local Convergence and Implementation Plan). Dit document omvat alle in acht te nemen actiepunten om de Air Traffic Services-programma’s van de lidstaten van Eurocontrol op elkaar af te stemmen. Net zoals in het verleden heeft de dienst bijzondere aandacht besteed aan: • de vergaderingen betreffende het beheer van het nationale luchtruim; • de civiel/ militaire coördinatie- en werkvergaderingen; • de vergaderingen met Belgocontrol en EUROCONTROL. (MUAC).
www.mobilit.fgov.be
19
Er werd deelgenomen aan de werkgroepen die nieuwe relevante standaarden, normen en regels voor het luchtruimbeheer uitwerken. Ook op de vergaderingen van de EANPG (European Air Navigation Planning Group) was de dienst regelmatig aanwezig. Verder dient de nadruk te worden gelegd op de bijdrage tot de ontwikkeling en de opstelling van het Safety Programma voor het DGLV. De dienst heeft een technische expertise aangereikt in het kader van de voorbereiding van een samenwerkingsakkoord tussen de Staat en de Gewesten betreffende het beheer van de geluidshinder rond de luchthaven Brussel-Nationaal. Een werkgroep werd opgericht om te trachten een antwoord te vinden voor het probleem van de windcomponenten en van de hoogte tijdens de nadering en de opstijging. Technische ondersteuning werd verleend aan de advocaten van de Belgische Staat in talrijke geschillen tegen het spreidingsplan. De dienst heeft deelgenomen aan de werkzaamheden van verschillende werkgroepen betreffende de opname van de internationale luchtvaart in het Europese systeem van emissiehandel (ETS). Andere zaken die zijn ondernomen op het vlak van het leefmilieu: • Voorbereiden van het Belgische standpunt in milieukwesties (ECAC) • Bijdrage aan bestek over milieukwesties • Ondersteuning van DGLV-diensten bij de behandeling van dossiers die milieuaspecten inhouden • Analyse jaarverslag EBBR • Coördinatie tussen de verschillende spelers in het kader van operationele problemen als gevolg van beslissingen op het gebied van leefmilieu • Analyses van de EASA-NPA’s die betrekking hebben op het leefmilieu
www.mobilit.fgov.be
20
Dienst Luchthavens (A-POR) Deze dienst staat in voor de redactie van de reglementering inzake de certificatie van luchthavens en de implementatie ervan. Naast de reglementering inzake de gecertifieerde luchthavens werkt deze dienst ook de reglementering inzake de machtiging van niet-gecertificeerde luchtvaartterreinen (vliegvelden, helihavens, ulmodromen) uit en houdt zich bezig met de implementatie ervan. Andere reglementering waarvoor deze dienst bevoegd is, is de reglementering inzake de luchtvaarterfdienstbaarheden van de luchthavens met inbegrip van bebakening van hindernissen; de reglementering inzake luchtvaartactiviteiten en luchtsporten (parachutespringen, vliegmeetings, …); de reglementering inzake de toelating voor luchtactiviteiten die de luchtvaart kunnen hinderen (ballonvaart, vuurwerk, modelvliegtuigen, …); de reglementering inzake de toewijzing van ‘slots’, de grondafhandeling en de luchthavengelden. Ten slotte bestudeert en werkt de dienst Luchthavens mee aan de aanpassing van het deel van de luchtverkeersregels waar de dienst verantwoordelijk voor is, zowel op nationaal als op internationaal vlak. Naast het regelgevende werk, draagt A-POR bij aan de activiteiten van ICAO, de Europese Unie en de GASR in verband met vliegvelden. Zij beheert de onroerende goederen die eigendom zijn van de FOD Mobiliteit en Vervoer en de terreinoverdrachten ten behoeve van The Brussels Airport Company en Belgocontrol. Ze verzamelt statistieken over het luchtverkeer op de Belgische luchthavens en verstrekt beschikbare statistische informatie op vraag van interne en externe klanten. Resultaten 2008 De dossiers van de zes gecertificeerde luchthavens (Brussel-Nationaal, Antwerpen-Deurne, Oostende-Brugge, Charleroi, Luik-Bierset en Kortrijk-Wevelgem) werden opgevolgd, met veel aandacht voor de correcties van eerdere auditvaststellingen. Op vier van deze luchthavens werd een meerdaagse audit van het veiligheidsbeheerssysteem (Safety Management System) uitgevoerd. In totaal vonden in 2008 gedurende 36 dagen audits plaats op deze luchthavens.
www.mobilit.fgov.be
21
Een aantal veiligheidsstudies, opgesteld door de luchthavenuitbaters, werden door de dienst geëvalueerd. Voorbeeld: operaties van de Airbus A380 op Brussel-Nationaal. In 2008 werden controles en adviezen afgeleverd voor 14 vliegvelden en 25 helihavens. Ook werden er 167 machtigingen voor tijdelijjke helihavens gegeven. Er werden 257 adviezen i.v.m. bouwvergunningen voor gebouwen gegeven en 59 adviezen i.v.m. windturbines. Daarnaast werden in 2008 233 toelatingen gegeven voor het loslaten van ballonnetjes, 17 toelatingen voor kabelballons, 225 toelatingen voor vuurwerk, 21 toelatingen voor skytracers, 13 toelatingen voor het droppen van voorwerpen, 55 toelatingen voor het opstijgen met een luchtballon, 30 toelatingen voor parachutesprongen, drie toelatingen voor een vliegerevenement, 65 afwijkingen op de minimale vlieghoogte of het vliegverbod boven Brussel en 21 toelatingen voor ballonvaartmeetings. Projecten rond de reglementering van luchtvaartdienstbaarheden en rond het gebruik van modelluchtvaartuigen voor commerciële doeleinden werden opgestart. De herziening van de circulaires betreffende helihavens en vliegvelden is opgestart.
www.mobilit.fgov.be
22
De Verordening betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van "slots" op communautaire luchthavens werd gewijzigd. De weerslag van deze verordening op de slotcoördinatie op Brussel-Nationaal wordt onderzocht en de eventueel te nemen maatregelen uitgewerkt. Dientengevolge werd een ontwerp van koninklijk besluit voorbereid. Daarboven blijft de dienst nauwlettend de door de Commissie voorgestelde of genomen initiatieven ter bevordering van de toepassing van deze Verordening op de communautaire luchthavens opvolgen, zoals het actieplan van de Commissie over luchthavencapaciteit in 2008, de consultatievergadering tussen de Commissie en verschillende stakeholders over de toepassing van deze Verordening, enz. De dienst heeft een technische expertise geleverd in het kader van de voorbereiding van een samenwerkingsakkoord tussen de Staat en de Gewesten betreffende het beheer van de geluidshinder rond de luchthaven Brussel-Nationaal. Technische ondersteuning werd verleend aan de advocaten van de Belgische Staat in talrijke geschillen tegen het spreidingsplan. Een werkgroep werd opgericht om te pogen een antwoord te vinden voor probleem van de wind en van de hoogte tijdens de nadering en de opstijging. De dienst heeft deelgenomen aan de werkzaamheden van verschillende werkgroepen betreffende de opname van de internationale luchtvaart in het Europese systeem van emissiehandel. Na de oprichting van de dienst economische regulering en in samenwerking met deze overheid, heeft de dienst zijn rol van advisering van de Minister inzake regulering betreffende de exploitatie van de luchtvaart blijven uitoefenen. Zo heeft de dienst, naar aanleiding van het voorstel van een Ontwerprichtlijn door de Europese Commissie, onder andere verschillende consultaties en vergaderingen met relevante belanghebbers (zoals de luchthavens, de luchtvaartmaatschappijen, de Gewesten, de Commissie, andere Lidstaten, enz) georganiseerd of deelgenomen. Deze ontwerprichtlijn wordt nog altijd besproken.
www.mobilit.fgov.be
23
Directie Belgische Toezichthoudende Instantie van de Luchtvaartnavigatiediensten (BSA-ANS) Deze directie is onderverdeeld in twee diensten namelijk de dienst Beheer van het Luchtverkeer (B-ATM) en de dienst Communicatie, Navigatie en Luchtruimbeleid (B-CNS).
De BSA-ANS is in België de door elke Europese lidstaat aangewezen nationale controle-instantie voor luchtvaartnavigatiedienstverleners. De BSA-ANS heeft hoofdzakelijk certificerings-, supervisieen controletaken voor wat betreft de betrouwbare en doeltreffende levering van luchtvaartnavigatiediensten, in het kader van de verwezenlijking van het "Gemeenschappelijk Europees Luchtruim". De BSA-ANS staat in voor de certificering van de vier categorieën luchtvaartnavigatie-dienstverleners die vanuit het nationale grondgebied wensen te opereren: ATS (Air Traffic Services), CNS (Communication-Navigation-Surveillance), AIS (Aeronautical Information Services) en MET (Météo meteorologische dienst). In België gaat het over twee ATM-, één AIS-, één MET- en één CNS-organisatie.
www.mobilit.fgov.be
24
De afgifte, wijziging en hernieuwing van certificaten wordt uitgevoerd via een strenge en onafgebroken controle van de naleving door de dienstverleners van de gemeenschappelijke door de Europese reglementering opgelegde vereisten (Common Requirements). Deze controle vereist belangrijke auditactiviteiten ter plaatse.
categorie ATM AIS MET CNS
aantal Belgische providers 2 1 1 1
aantal audits 20 0 2 11
De BSA-ANS heeft ook als taak de naleving van de gemeenschappelijke vereisten te controleren, vóór de benoeming door de Minister van alle luchtverkeerdienstverleners (ATS) en meteorologische diensten (MET) die in het Belgische luchtruim wensen te opereren vanuit een ander land in de Europese Unie. Ten slotte is de BSA-ANS ook verantwoordelijk voor het aan de Directeurgeneraal van het DGLV voorstellen te doen om boetes of dringende maatregelen op te leggen aan de dienstverleners in verband met de veiligheid, in het bijzonder de beperking, opheffing of intrekking van het certificaat.
www.mobilit.fgov.be
25
Directie Inspectie (INS) De directie Inspectie heeft vijf opdrachten, gericht op het verzekeren van de veiligheid en de beveiliging van de luchtvaart en van derden op de grond: 1. Het uitvoeren van risicoanalyses, onder meer door middel van het bijhouden en analyseren van databanken. Dit gebeurt met het oog op het voeren van een efficiënt inspectiebeleid en de eventuele bijsturing van het beleid in het algemeen. 2. Het uitvoeren van het toezicht op de veiligheid van de luchtvaart. Dit gebeurt door het voeren van een preventiebeleid, gekoppeld aan een inspectiebeleid. Door middel van het uitvoeren van onaangekondigde inspecties kan de naleving van (inter)nationale regelgeving getoetst worden. 3. Het beleid inzake crisismanagement, zowel op vlak van de veiligheid (ongevallen, noodsituaties, alarmfases) als op het vlak van de beveiliging van de luchtvaart. Het betreft onder meer het uitwerken en opvolgen van crisisplannen en het verzekeren van een permanentie voor noodgevallen. 4. Het coördineren en sturen van de inspecties van de Belgische luchthavens. 5. Het beleid inzake en het toezicht op de luchtvaartbeveiliging, dit is het geheel van voorschriften en maatregelen ter beveiliging van de luchtvaart tegen daden van criminaliteit en terrorisme. Hier handelt het onder meer over de beveiligingsplannen van luchthavens en luchtvaartmaatschappijen en de certificering van het luchtvaartbeveiligingspersoneel. www.mobilit.fgov.be
26
Via de daartoe gemandateerde leden kan deze directie inspecties verrichten, zowel op eigen initiatief als op verzoek van derden. Deze kunnen desgevallend leiden tot een repressief optreden tegen personen en bedrijven die in overtreding zijn met de bestaande reglementen of machtigingen.
Dienst Veiligheid (I-SAF) De kerntaak van de dienst Veiligheid is het bevorderen van een veilige en duurzame luchtvaart door middel van het toezicht op en de handhaving van de wet- en regelgeving. Dit gebeurt door het uitvoeren van enerzijds doelgerichte inspecties naar aanleiding van risicoanalyses en anderzijds door inspecties ingevolge klachten, een vraag van politie of parket en herinspectie na een voorgaande controle. Het doel van deze inspecties is om de luchtvaartreglementering in het algemeen te doen naleven, door alle betrokken partijen in de luchtvaart. Daarbij handelt het onder meer om de uitbaters van luchtvaartterreinen, luchtvaartmaatschappijen, de sector van de algemene luchtvaart, sportluchtvaart en –beoefenaars. Maar de dienst Veiligheid inspecteert ook het luchtvervoer van gevaarlijke goederen en de verladers (“handling agenten”) van luchtvracht. Met het oog op een grotere luchtvaartveiligheid voor de burger zijn er ook preventieve en doelgerichte inspecties voorzien bij de luchtvaarttechnische bedrijven en bij de luchtverkeerdienstverlener. Daarnaast vinden nog inspecties plaats inzake vliegtuiggeluid. Deze inspecties beperken zich niet enkel tot Belgische vliegtuigen, ook buitenlandse vliegtuigen kunnen aan een inspectie onderworpen worden. De uit de inspecties bekomen operationele gegevens uit het werkveld kunnen gebruikt worden bij het uittekenen van de beleidspolitiek. Daarenboven worden klachten of vragen omtrent veiligheid van vliegtuigen of luchthavens door de dienst Veiligheid behandeld.
www.mobilit.fgov.be
27
Overzicht inspecties in 2008 naar aanleiding van een klacht: bron klacht burgers politie - parket openbare administratie totaal
aantal inspecties 38 6
aantal pv's en waarschuwingen 19 2
37
8
81
29
Overige inspecties in 2008: domein luchtvaartterreinen, luchtruim en sportluchtvaart luchtverkeerdienstverlener vliegtuig gevaarlijke goederen handling agents/airline flight operations luchtvaartmaatschappijen (commerciële luchtvaart) ground operations / grondafhandelingsbedrijven buitenlandse vliegtuigen (SAFA) Belgische vliegtuigen (SANA) luchtvaarttechnische algemene luchtvaart bedrijven commerciële luchtvaart geluidsoverlast slots monitoring totaal
www.mobilit.fgov.be
28
aantal aantal pv's en inspecties waarschuwingen 90 48 21 4 66 0 15 21 27 9 47
2
113 20 13 9 67 56 544
125 22 2 1 25 3 262
Bij de bovenstaande tabel dient opgemerkt te worden dat niet elke vaststelling betrekking heeft op een tekortkoming die de luchtvaartveiligheid in gelijke mate in het gedrang brengt. In vele gevallen handelt het bijvoorbeeld om een nietcorrecte toepassing van de administratieve procedures. In 2008 werden er 90 inspecties uitgevoerd op het domein van luchtvaartterreinen en sportluchtvaart en 21 inspecties op het domein van luchtverkeerdienstverlener. De nadruk lag daarbij nog steeds, zoals in 2007, vooral op kleinere vliegvelden, helihavens en ULM-terreinen.In het laatste trimester van het jaar werden er ook inspecties uitgevoerd op de grotere luchthavens meer bepaald op de operationele aspecten en de navolging van de procedures met betrekking tot de veiligheid.
Bij de kleinere vliegvelden hadden de belangrijkste vastgestelde tekortkomingen betrekking op de volgende aspecten: • Het ontbreken van de meest recente NOTAMS, meteo en AIP-gegevens en het niet bijhouden van het vluchtregister • De afwezigheid van de terreinoverste • Onvoldoende passende voorzieningen en inrichtingen die verhinderen dat personen zich ongewenst op de terreinen kunnen begeven • Niet-conforme grondseinen en windzakken Bij de grote luchthavens ging het vooral om kleine niet-conformiteiten met de lokale regelgevingen. De grote luchthavens worden al grondig geauditeerd en gecontroleerd door de directie Luchtruim en Luchthavens die hen ook certificeert conform ICAO Bijlage 14. Er werden ook inspecties uitgevoerd naar onvergunde permanente heliterreinen, voornamelijk bij restaurants. Hierbij werd steeds gevraagd zich in regel te stellen of om alle visuele verwijzingen naar een heliport te verwijderen. Niet-conformiteiten werden steeds gemeld aan de terreineigenaar of terreinverantwoordelijke met de vraag om zich zo snel mogelijk terug in regel te stellen zodat de veiligheid van het vliegverkeer niet in het gedrang komt. Er werden in totaal 36 waarschuwingen verstuurd en twaalf pro justitia’s opgesteld, voornamelijk voor inbreuken op de vliegverkeersregelen.
www.mobilit.fgov.be
29
Er werden in 2008 tevens 21 inspecties uitgevoerd op het domein van de luchtverkeerdienstverlener en vier waarschuwingen/pro justitia’s opgesteld. In het domein gevaarlijke goederen werden in de loop van 2008 81 inspecties uitgevoerd op vliegtuigen, in magazijnen van de handling agenten en bijkomende onderzoeken uitgevoerd inzake incidenten en ongevallen met betrekking tot het luchttransport met gevaarlijke goederen. Volgende tekortkomingen werden daarbij vastgesteld: • niet of onvolledig gemarkeerde en geëtiketteerde goederen • betrokken personeel (bemanning, afhandelingspersoneel) die geen of onvoldoende training hebben gekregen • niet correcte belading op het gebied van segregatie en lading der goederen • beschadigde verpakkingen • ontbrekende of onvolledige vrachtdocumenten • goederen geladen op verkeerde plaats in het vliegtuig • procedures voor noodgevallen met gevaarlijke goederen die niet onmiddellijk beschikbaar zijn voor de bemanning • verborgen (hidden) gevaarlijke goederen De verschillende acties naar aanleiding van de vaststellingen van deze tekortkomingen waren: • het onmiddellijk laten corrigeren van de tekortkomingen, met grote directe invloed op de veiligheid, voor het vertrek van het vliegtuig met een aansluitende verificatie door de inspecteurs en met het aansluitend opstellen van een proces-verbaal • het sturen van schriftelijke vraag voor correctieve actie(s) en waarschuwing naar de betrokken partijen voor tekortkomingen met geringe of aanzienlijke invloed op de veiligheid De dienst Veiligheid onderzocht tevens ongevallen en incidenten met betrekking tot het luchttransport van gevaarlijke goederen, zoals lekkende en beschadigde verpakkingen, verborgen (hidden) gevaarlijke goederen, verkeerde geëtiketteerde goederen, … In het kader van het integrale verbeteringsproject “Transport van Gevaarlijke Goederen” werden er in 2008 doelgerichte inspecties uitgevoerd naar aanleiding van een risicoanalyse. Gezien het landschap voor het luchttransport van gevaarlijke
www.mobilit.fgov.be
30
goederen in België in 2008 grondig is gewijzigd (vertrek van DHL uit Brussel naar Leipzig, bijkomende luchtvaartmaatschappijen in Luik en het vertrek van luchtvaartmaatschappijen uit Oostende) zullen de risico-elementen en -factoren voor de risicoanalyse van luchttransport van gevaarlijke goederen voor de inspecties in 2009 aangepast worden. In het domein van de luchtvaartmaatschappijen en commerciële exploitatie werden er 74 inspecties op luchtvaartmaatschappijen uitgevoerd en werden inzake vlucht- en grondoperaties respectievelijk negen en twee vaststellingen opgesteld. In het domein van vliegtuiginspecties werden 20 SANA inspecties (Safety Assessment of National Aircraft) uitgevoerd waarbij 22 bevindingen werden vastgesteld. Daarvan waren er 15 van categorie 1, drie van categorie 2 en vier van categorie 3. Daarnaast werden ook 113 SAFA inspecties (Safety Assessment of Foreign Aircraft) uitgevoerd waarbij 125 bevindingen werden vastgesteld. Daarvan waren er 58 van categorie 1, 46 van categorie 2 en 21 van categorie 3. De risicoanalyse duidt ook aan dat de buitenlandse luchtvaartmaatschappijen die Belgische luchthavens aandoen een permanent aandachtspunt moeten blijven. De vermelde categorieën in het kader van de SAFA- en SANA inspecties hebben de volgende betekenis: • Categorie 1: heeft een geringe invloed op de veiligheid • Categorie 2: heeft een aanzienlijke invloed op de veiligheid • Categorie 3: heeft een grote directe invloed op de veiligheid In het domein van de luchtvaarttechnische bedrijven werden 23 inspecties uitgevoerd en daarbij werden er drie tekortkomingen vastgesteld. Het betreft hier enkel de onderhoudsbedrijven; de bedrijven die actief zijn in de toelevering van onderdelen in de vliegtuigbouw zijn onderhevig aan tweejaarlijkse certificering audits en doorlopende opvolging audits (productieprocessen en kwaliteit van de afgewerkte producten). In het domein van de geluidshinder op Brussels Airport werden 67 inspecties uitgevoerd en 25 waarschuwingen werden verstuurd. Vier van deze waarschuwingen betroffen de niet correcte naleving van de vliegverkeersregels. Er waren negen waarschuwingen inzake Standard Instrument Departures (SID). De overige 12 hadden betrekking op de bepalingen met betrekking tot (het vermijden van) lawaaihinder.
www.mobilit.fgov.be
31
In het domein van de slots monitoring op Brussels Airport werden 56 inspecties uitgevoerd en drie waarschuwingen naar vliegtuigmaatschappijen verstuurd. Een maandelijkse monitoring werd verder uitgevoerd met de opvolging van 33 maatschappijen. Verschillende partijen dienden in de loop van 2008 81 klachten. Het onderzoek van deze klachten leidde tot 29 vaststellingen en pro-justia’s. Het betreft hier zeer diverse zaken, onder meer overlast door laag overvliegende helikopters, acrobatie boven woonkernen, laag overvliegen van natuurgebieden en doorkruisen van verboden zones.
Dienst Beveiliging (I-SEC) De dienst Beveiliging is volgens het KB van 3 mei 1991 belast met het uitvoeren van beveiligingsaudits, inspecties, testen en onderzoeken op het vlak van de beveiliging van de luchtvaart met inbegrip van terrorisme- en criminaliteitsbestrijding. De controleactiviteiten omvatten inspecties, testprocedures en onderzoeken. De dienst Beveiliging streeft naar een zo onafhankelijk mogelijke opstelling en éénduidig toezicht. De audit- en controledomeinen van de dienst Beveiliging zijn: • Luchthavens (Brussel, Antwerpen, Luik, Charleroi en Oostende) • Beveiliging van luchtvaartmaatschappijen (vliegtuig, passagiers, cabine, bagage/cargo en mail) • Certificering en opleiding van beveiligingspersoneel van luchthavens • Erkende luchtvrachtagenten (Regulated Air Cargo Agents) • Known Consignors (cargo) - zal uitgevoerd worden in de loop van 2009 • Beveiligingsapparatuur (screening)
www.mobilit.fgov.be
32
Activiteiten 2008: audit- en controledomein luchthavenbeveiliging (beveiligingsprogramma) - audit luchthavens beveiliging luchtvaartmaatschappijen beveiligingsprogramma
aantal audits 135 32 Inbegrepen in cijfer luchthavens
beveiligingspersoneel luchthavens erkende luchtvrachtagenten (regulated air cargo agents) beveiligingsapparatuur (screening) totaal
12 1 2 181
In het domein van de beveiliging van luchthavens werden 135 audits/inspecties uitgevoerd inzake toegangscontrole, bescherming van de vliegtuigen en bagagescreening. Er werden 32 tekortkomingen vastgesteld. Op regelmatige basis worden meetings inzake beveiliging gehouden tussen de dienst Beveiliging en de respectievelijke luchthavencommandanten. Het kwaliteitscontroleprogramma van de dienst beveiliging omvat naast de controles op het terrein eveneens de certificatie van alle inspecteurs van de luchthaveninspectie. In het domein van de beveiliging van luchtvaartmaatschappijen werden 32 inspecties of testen uitgevoerd. Er werden 21 tekortkomingen vastgesteld waarvan 11 betrekking hadden op de beveiliging van de in en uit dienst zijnde vliegtuigen, en de beveiligingscontroles (security check) van vliegtuigen in het algemeen. Tien vaststellingen hadden betrekking op onvoldoende toezicht op de beveiliging van de cargo welke aan de luchtvaartmaatschappijen werd toevertrouwd. 1
Start van certificatie-audits in 2008 en de inspecties van cargo werden geïntegreerd in de inspecties van luchtvaartmaatschappijen
www.mobilit.fgov.be
33
De inspecties van en testen op de luchtvaartmaatschappijen zijn gebaseerd op de dreigingsanalyse en worden op een continue basis en in overleg met de interdepartementale commissie uitgevoerd. De audits daarentegen worden op een semesteriële basis uitgevoerd. Ook op dit gebied vinden op regelmatige basis meetings plaats tussen de dienst Beveiliging en de respectievelijke verantwoordelijken voor de veiligheid bij de verschillende luchtvaartmaatschappijen. In het domein van beveiligingspersoneel van luchthavens werden er inspecties uitgevoerd met betrekking op de correcte uitvoering van de toegangscontrole en het beveiligingsonderzoek van luchthavenpersoneel en vliegtuigpassagiers door het beveiligingspersoneel van de luchthavens. Deze inspecties werden geïntegreerd binnen de inspecties van luchthavens. Entiteiten die een erkenning wensen als luchtvrachtagent dienen te opereren conform de volgende Europese regelgeving hieromtrent: EC 2320/2002, EC 622/2003 (vanaf 08/2008 EC 820/2008), EC 831/2006 (vanaf 08/2008 4333/2008). Vermits de certificaten van de huidige erkende luchtvrachtagenten geldig zijn tot eind december 2009, werd er in de loop van 2008 reeds gestart met het uitvoeren van certificatie-audits. In een eerste fase werd er een documentatie audit uitgevoerd waarbij het ingediend security-programma getoetst werd aan de geldende Europese regelgeving. Daarna werd er een on-site verificatie uitgevoerd bij desbetreffende luchtvrachtagent teneinde te controleren of de uitgevoerde beveiligingsmaatregelen voldeden aan de Europese regelgeving. Er werden twaalf audits uitgevoerd en 34 tekortkomingen werden vastgesteld die dienden rechtgezet te worden door middel van correctieve acties. Deze tekortkomingen hadden betrekking op het niet controleren (standaard EC 831 regelgeving - Par.6.2.6.c) van de identiteit (met foto) van de chauffeur van vrachtwagens door middel van zijn/haar identiteitskaart of paspoort en op het aanvaarden van buitenlandse erkende Consignors (standaard EC 831 - Par.6.4.1). Geen of onvoldoende toegangscontrole en het ontbreken van een voldoende beveiligde ruimte voor cargo waarop reeds eerdere security controles door de luchtvrachtagent werden uitgevoerd, werden ook als tekortkomingen vastgesteld. Deze audits zullen qua frequentie worden opgevoerd in 2009 teneinde nieuwe certificaten te overhandigen aan erkende luchtvrachtagenten vanaf januari 2010. Inspecties van cargo werden in 2008 geïntegreerd in de inspecties der luchtvaartmaatschappijen en er werd in hoofdzaak de nodige supervisie van cargo op de apron geïnspecteerd.
www.mobilit.fgov.be
34
Eveneens werden workshops/meetings opgevolgd in verband met de ontwikkeling van een nieuwe Europese Database (EU aircargo) wat betreft cargobeveiliging. Door de verandering in de Europese regelgeving qua cargo beveiliging zal in de toekomst het DGLVverantwoordelijk zijn voor de controle van de known consignors. Dit zal gebeuren vanaf 2009 via de aanduiding van independent validators die deze taken zullen uitvoeren in opdracht van het Directoraat-generaal Luchtvaart in overeenstemming met de beslissingen hieromtrent door de Europese Commissie. In het domein van de beveiligingsapparatuur voor screening werden twee inspecties uitgevoerd. Er werden geen tekortkomingen terzake vastgesteld. De dienst Beveiliging heeft zelf toegang tot diverse (beveiligde) databases, onder meer inzake toegangscontrolesystemen, calibratie en parameters van apparatuur, opleidingen en performantiemonitoring. Deze databases worden door de inspecteurs gebruikt voor kwaliteitscontroles.
www.mobilit.fgov.be
35
Cel Internationale en EU-aangelegenheden (S-INT) Handelsluchtvaartexploitatie Deze dienst concretiseert het beleid inzake geregeld en niet-geregeld luchttransport. Om dit te bereiken, onderhandelt ze mede bilaterale luchtvaartakkoorden, kent ze verkeersrechten voor niet-geregelde vluchten toe en onderzoekt ze de programma’s en kent de verkeersrechten voor geregelde vluchten toe. De dienst Handelsluchtvaartexploitatie levert exploitatievergunningen aan Belgische luchtvervoerders voor handelsluchtvaart. Dit gebeurt na evaluatie van de ondernemingsplannen en de commerciële voorwaarden voor exploitatie. Zij behandelt van dossiers in verband met machtigingen voor luchtarbeid en luchtdopen. De dienst staat in voor het afleveren van tijdelijke toelatingen voor het vliegen boven Belgisch grondgebied voor in het buitenland ingeschreven luchtvaartuigen die niet over een bewijs van luchtwaardigheid beschikken De dienst Handelsluchtvaartexploitatie heeft in 2008 74 machtigingen voor luchtarbeid en/of luchtdopen afgeleverd en 67 wijzigingen. Inzake het geregeld luchtvervoer werden meer dan 90 programma’s van verkeersrechten voor geregelde luchtdiensten van en naar België onderzocht Op het vlak van de toekenning van trafiekrechten voor niet geregeld vervoer (chartervervoer) werden er voor het IATAjaar, dat loopt van 1 november 2007 tot 31 oktober 2008, meer dan 2000 aanvragen voor trafiekrechten voor meer dan 14000 vluchten van of naar Belgische luchthavens (zowel passagiers- als cargovluchten) behandeld. Hierbij ging het om zo'n 108 verschillende buitenlandse maatschappijen. Dit zijn enkel buitenlandse maatschappijen uit niet-EU-landen, die commerciële vluchten willen uitvoeren van of naar hun eigen land (derde en vierde vrijheden) of naar een derde land (vijfde of zevende vrijheid), of maatschappijen uit EU-landen, die vluchten wensen uit te voeren tussen België en landen buiten de Europese Economische Ruimte. De luchtvaartmaatschappijen uit de Europese lidstaten dienen geen trafiekrechten te bekomen voor vluchten binnen de Europese Economische Ruimte.
www.mobilit.fgov.be
36
De dienst Handelsluchtvaartexploitatie heeft in 2008 82 “permits to fly” (tijdelijke toelatingen overvliegen van België) toegekend.
Strategie Deze dienst onderhoudt en coördineert de contacten met de internationale organisaties (EU, ICAO, ECAC en ABIS). Ze behartigt de Belgische en Europese belangen binnen deze organisaties en definieert, op basis van deze internationale visie, de grote lijnen inzake luchtvaartpolitiek en vertaalt deze in concrete aandachtspunten voor de verschillende entiteiten van het Directoraat-generaal. Daarenboven onderhandelt deze cel de bilaterale akkoorden voor de exploitatie van reguliere luchtverbindingen door Belgische luchtvaartmaatschappijen. Deze dienst verzekert tevens de rol van informatieambtenaar en is belast met het beantwoorden van schriftelijke en mondelinge parlementaire vragen, alsmede interpellaties. In 2008 vonder er 12 bilaterale gesprekken plaats en werder er zes bilaterale akkoorden gesloten. 49 schriftelijke en 106 mondelinge parlementaire vragen werden door deze dienst beantwoord. In 2008 moesten er geen interpellaties worden beantwoord. Ten slotte werder er in 2008 220 informatieaanvragen beantwoord.
Wetgeving Deze dienst werkt de Belgische luchtvaartregelgeving uit overeenkomstig de normen en aanbevelingen van de internationale organisaties: ICAO, JAA, EASA en ECAC. Zij staat eveneens in voor de juridische omzetting van de Europese richtlijnen en in voorkomend geval, de aanpassing van het Belgisch recht aan de Europese verordeningen. Zij verzekert de coördinatie van deze regelgeving.
www.mobilit.fgov.be
37
Tijdens de gerechtelijke procedures voor de rechtbanken en de administratieve procedures voor de Raad van State, staat deze dienst in voor het bestuderen en voorbereiden van het technisch-juridisch dossier, en de opvolging hiervan doorheen de procedure. In overleg met de betrokken directies stelt deze dienst administratieve maatregelen aan de Directeur-generaal voor inzake inbreuken op de luchtvaartreglementering en volgt zij het administratieve luik verder op. Ze levert allerhande juridische bijstand aan de verschillende directies binnen het Directoraat–generaal Luchtvaart. Op internationaal gebied, bereidt deze dienst de wetsontwerpen voor met het oog op de goedkeuring en opzegging van internationale verdragen of verdragswijzigingen. In 2008 werden er 12 wetten, KB’s en MB’s goedgekeurd en gepubliceerd. Deze dienst verleende 72 juridische adviezen en behandelde zeven administratieve sancties. Daarnaast behandelde ze drie interne geschillen van bestuur in 2008.
www.mobilit.fgov.be
38
Cel Human Resources (S-HRE) De Cel Human Resources verleent haar steun aan het hele Directoraat-generaal Luchtvaart, dus zowel voor de Directeurgeneraal, de directeurs en diensthoofden als voor de medewerkers van het DGLV. De Cel Human Resources fungeert als een ware tussenschakel tussen de stafdienst P&O en het DGLV voor de uitvoering van nieuwe beleidslijnen van de FOD P&O of van de stafdienst P&O op het gebied van de human resources of voor het opstarten van nieuwe projecten in verband met de behoeften op de werkvloer. Ze is nauw betrokken bij de personeelsplanning en aanwervingen, adviseert de personeelsleden en het management en ondersteunt de opmaak van de opleidingsplannen.
niveau A B C D totaal
www.mobilit.fgov.be
1/01/2008 aantal FTE 80 74.7 44 43.5 29 26.6 26 23.2 179 168
39
31/12/2008 aantal FTE 76 69.2 45 44.5 28 25.4 25 22 174 161.1
Cel Kwaliteit en Interne Controle (S-QUA) De cel Kwaliteit en Interne Controle (S-QUA) helpt de personeelsleden van het Directoraat-generaal Luchtvaart in de uitoefening van hun verantwoordelijkheden met het oog op de uitvoering van het beleid en streeft een verbetering van de kwaliteitseisen en de klantentevredenheid na. Vanuit een pro-actief perspectief neemt S-QUA dan ook deel aan de voorbereiding, de coördinatie en de begeleiding van veranderingsprocessen op het niveau van de interne organisatie waaronder het systeem van boordtabellen, de interne procesbeschrijvingen en het “Project Management Office”. In september 2008 is S-QUA gestart met de uitvoering van interne audits. De uitvoering van audits komt in de eerste plaats tegemoet aan een bekommernis van onze belanghebbenden: zowel individuen, luchtvaartbedrijven als internationale luchtvaartorganisaties (ICAO, EASA...) wensen namelijk zekerheid te hebben over de wijze waarop onze processen verlopen en dat de kwaliteit ervan wordt gewaarborgd. De cel staat eveneens in voor de opvolging van internationale audits. S-QUA verzorgt onder meer de coördinatie en opvolging van het “ICAO Universal Safety Audit Programme (USOAP)” van de Belgische Staat. De cel verzamelt daarbij de nodige evaluaties, aanbevelingen, adviezen en alle andere nuttige informatie die voortvloeien uit de doorlichting van de Belgische Staat met betrekking tot de burgerluchtvaart. Om tegemoet te komen aan een aantal auditbevindingen is S-QUA onder meer begonnen met de uitwerking van een centraal opleidingssysteem voor de technische functies tewerkgesteld bij het DGLV. Het project werd aangevat en een methodologie werd in de loop van 2008 uitgewerkt. S-QUA verzorgt tenslotte de coördinatie en de begeleiding van het Belgisch veiligheidsprogramma. De cel heeft in 2008 een veiligheidsbeleid met betrekking tot de burgerluchtvaart uitgewerkt en op de internetsite van de FOD Mobiliteit en Vervoer laten publiceren.
www.mobilit.fgov.be
40
Het veiligheidsprogramma van de Belgische Staat Eén van de taken van de Belgische Staat is het creëren van een omgeving waarin de luchtvaartsector haar activiteiten kan uitvoeren bij het hoogst mogelijke veiligheidsniveau. Vandaag de dag wordt algemeen aangenomen dat enkel een reglementaire benadering van de veiligheidsproblematiek niet langer volstaat om een gevoelige verbetering van het veiligheidsniveau binnen de burgerluchtvaart te bekomen. Iedere ICAO-lidstaat dient dan ook een veiligheidsprogramma uit te werken teneinde haar multidisciplinaire veiligheidsactiviteiten in een coherent systeem te integreren. Het DGLV is namens de Belgische Staat verantwoordelijk voor het uitwerken van het Belgisch veiligheidsprogramma met betrekking tot de luchtvaartveiligheid (BVP). Het BVP streeft naar een constante verbetering van de luchtvaartveiligheid door een intense samenwerking met de luchtvaartsector en met de cel Onderzoek Ongevallen en Incidenten na te streven. Eén van de belangrijke elementen van het BVP bestaat bijvoorbeeld uit het toepassen van de ICAO -vereiste met betrekking tot de inwerkingstelling van veiligheidsbeheerssystemen bij de Belgische luchtvaartbedrijven (“Safety Management Systems”). De uitvoering van het BVP zal aanleiding geven tot de redactie van een vijfjaarlijks strategisch actieplan. Het strategisch actieplan tracht mogelijke bronnen van veiligheidsproblemen te verhelpen middels regelgevende en toezichthoudende maatregelen. Het is enerzijds gebaseerd op de uitwerking van de beleidsdoelstellingen met betrekking tot de veiligheid uitgewerkt door de politieke verantwoordelijke van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en anderzijds op het systeem van risicobeheer (gerichte doelstellingen met betrekking tot de veiligheid). Het risicobeheer dat door het Directoraat-generaal Luchtvaart wordt uitgevoerd, heeft betrekking op alle voorvallen in de burgerluchtvaart die zich voordoen op Belgisch grondgebied en in het Belgisch luchtruim. 2 Door een goed beleid van risicobeheer kunnen mogelijke bronnen van veiligheidsproblemen snel worden opgespoord. De Belgische luchtvaartsector en het DGLV zullen voor deze mogelijke bronnen een aantal correctieve maatregelen uitwerken. Deze maatregelen zullen in het vijfjaarlijks strategisch actieplan worden opgenomen. Het vijfjaarlijks strategisch actieplan zal in de loop van het 1ste trimester 2010 worden gepubliceerd. 2
Zie het hoofdstuk “Risicobeheer van voorvallen in de Belgische burgerluchtvaart”.
www.mobilit.fgov.be
41
Het veiligheidscomité is verantwoordelijk voor de bespreking en selectie van de prioritair af te handelen risico’s en de goedkeuring en bijsturing van de respectieve correctieve acties. Het veiligheidscomité is samengesteld uit de directeurgeneraal van het DGLV, de directeurs van de operationele directies, de verantwoordelijke van de cel Onderzoek Ongevallen en Incidenten en de risicobeheerder.
www.mobilit.fgov.be
42
Risicobeheer van voorvallen in de Belgische burgerluchtvaart
Inleiding Het risicobeheer dat door de Belgische autoriteiten wordt uitgevoerd, heeft betrekking op alle voorvallen die zich voordoen op Belgisch grondgebied en in het Belgische luchtruim. Daarnaast worden de voorvallen met Belgische operatoren op buitenlands grondgebied en in buitenlands luchtruim eveneens in aanmerking genomen. De verschillende aspecten van het luchtverkeer worden hierbij in overweging genomen. Daarbij gaat het onder meer om de ingezette luchtvaartuigen, de bedrijven die binnen de luchtvaartsector actief zijn, de luchtverkeersleidingdiensten, luchthavens, grondapparatuur en dergelijke meer. De risicoanalyses worden in België uitgevoerd door de directie Inspectie van het Directoraat-generaal Luchtvaart.
Risicobeheer Het doel van risicobeheer is het voorkomen van ongevallen en het vermijden van slachtoffers en materiële schade. Ongevallen kunnen veroorzaakt worden door verschillende oorzaken, waarbij dikwijls een combinatie van diverse factoren een rol speelt. Factoren die een rol kunnen spelen bij een ongeval zijn onder meer tekortkomingen bij de luchtwaardigheid van het luchtvaartuig, tekortkomingen in de infrastructuur van luchthavens of luchtruim, menselijke fouten bij de bemanning, (onderhoud)technici of luchtverkeersleiders, beveiligingsproblemen en een gebrekkige organisatie of uitvoering van de uitbating. Door een goed beleid van risicobeheer kunnen mogelijke bronnen van veiligheidsproblemen snel opgespoord worden, en kunnen deze aangepakt worden middels regelgevende en operationele maatregelen.
www.mobilit.fgov.be
43
Databank ECCAIRS Alle voorvallen die zich voordoen op Belgisch grondgebied en in het Belgische luchtruim alsook deze die zich met Belgische operatoren op buitenlands grondgebied en in buitenlands luchtruim voordoen, moeten verplicht aan de inspectiediensten van het Directoraat-generaal Luchtvaart gemeld worden. Deze gegevens worden vervolgens opgenomen in de ECCAIRS-databank (European Co-ordination Centre for Aviation Incident Reporting System). Deze databank werd door de Europese Unie in 2003 in het leven geroepen met het oog op het in de praktijk brengen van de Europese richtlijnen met betrekking tot de rapportering van luchtvaartvoorvallen. In deze databank worden gegevens opgenomen over alle voorvallen die zich op het grondgebied en in het luchtruim van de lidstaten van de Europese Unie voordoen alsmede ook degene die zich voordoen buiten de Unie maar waarbij Europese operatoren betrokken zijn. Uit de analyse van deze gegevens kunnen de voornaamste veiligheidsrisico’s gedetermineerd worden en kan bepaald worden welke prioriteiten het beleid moet stellen met het oog op de preventie van ongevallen.
Bepaling van het risiconiveau Om het risiconiveau van een bepaald type voorval vast te stellen, en bijgevolg een ordening te kunnen geven aan de prioriteiten die het beleid zich moet stellen, wordt een beroep gedaan op twee factoren. De eerste factor die in aanmerking genomen wordt is de waarschijnlijkheid of “propability”: dit is de kans dat een voorval zich zal voordoen. Voor het bepalen van de waarschijnlijkheid wordt gekeken naar het aantal voorvallen van een welbepaald type dat zich gedurende een bepaalde periode heeft voorgedaan. Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen dat rekening houdt met alle factoren, wordt een periode van één jaar beschouwd. Zo betrekt men zowel de periodes van hoog- als laagseizoen in de beschouwingen net als de verschillende klimatologische omstandigheden waarin de operaties plaatsvinden. Al naargelang het aantal voorvallen van het beschouwde type, krijgt de waarschijnlijkheid een quotering binnen een schaal van 0 tot en met 5 waarbij klasse 0 wil zeggen dat zich in één jaar geen voorvallen van het type hebben voorgedaan. Per 10-tal voorvallen verhoogt telkens de klasse. Klasse 5 betekent uiteindelijk dat er zich 41 of meer voorvallen hebben voorgedaan.
www.mobilit.fgov.be
44
De tweede factor die in aanmerking genomen wordt, is de impact van een voorval. Daarbij wordt gekeken naar de gevolgen voor personeel, operaties, uitrusting, milieu en het vertrouwen van de publieke opinie evenals de mediaaandacht die een voorval genereert. Al naargelang de impact die een voorval heeft, wordt het ingeschreven in een schaal van 1 tot en met 5 waarbij klasse 1 wil zeggen dat er geen noemenswaardige gevolgen zijn, terwijl klasse 5 wijst op mogelijke catastrofale gevolgen. Het risiconiveau van een type voorval bekomt men door het toepassen van een combinatie van waarschijnlijkheid en impact, volgens de formule “(waarschijnlijkheid + impact) /2”. De voorvallen met het hoogste risiconiveau zullen uiteraard de hoogste beleidsprioriteit krijgen. Belangrijke risico’s voor België worden gevormd door het activeren van waarschuwingssystemen aan boord van het vliegtuig, motorproblemen, vogelaanvaringen, verkeerde interpretatie van de beschikbare gegevens door de cockpitbemanning en tenslotte voorvallen bij de grondafhandeling.
Veiligheidsvoorvallen 2006 - 2007 - 2008: een analyse In het algemeen kan men stellen dat de veiligheidssituatie in de Belgische luchtvaart een zeer bevredigend niveau heeft bereikt. Desalniettemin doen zich ook in België jaarlijks nog ongevallen voor, en daarnaast zijn er ook nog incidenten die niet tot een ongeval geleid hebben maar wel een potentieel gevaarlijke situatie veroorzaakten. Uit de voorhanden zijnde gegevens blijkt dat er in de loop van 2006 in totaal 2121 voorvallen gemeld werden aan het Directoraat-generaal Luchtvaart. Gedurende het jaar 2007 daarentegen verhoogde het aantal meldingen dat bij het Directoraat-generaal Luchtvaart ingediend werd tot 2353 en tot 2906 in het jaar 2008. Dit is een stijging met respectievelijk 11% en 13,7 % ten opzichte van 2006. Hieruit mag niet automatisch de conclusie getrokken worden dat ook het aantal voorvallen toeneemt en bijgevolg de veiligheid achteruitgaat. Het heeft eerder te maken met het feit dat het vrij recent ingevoerde rapporteringsysteem meer en meer ingeburgerd raakt. Wanneer men de gegevens van 2006, 2007 en 2008 met elkaar vergelijkt, kan men vaststellen dat de belangrijkste types van voorvallen over deze jaren vrij gelijklopend zijn. Dat wil zeggen dat er geen nieuwe risicogebieden ontstaan, wat positief is. Helaas wil dit eveneens zeggen dat de bestaande risicogebieden ook blijven bestaan. De meest voorkomende en belangrijkste risico’s worden hieronder kort in ogenschouw genomen.
www.mobilit.fgov.be
45
Een veel voorkomend type voorval is dat waarbij één van de verschillende waarschuwingssystemen die zich aan boord van een vliegtuig bevinden, geactiveerd werd. De belangrijkste van deze waarschuwingssystemen zijn het “Traffic Alert and Collision Avoidance System (TCAS)” en het “Ground Proximity Warning System (GPWS)”. Dit laatste systeem waarschuwt de piloten in geval het vliegtuig de grond te dicht genaderd is, terwijl het TCAS in werking treedt wanneer vliegtuigen elkaar gedurende de vlucht te dicht naderen. In het geval van een TCAS voorval is dit het gevolg van een tekortkoming ofwel van de piloten ofwel van de verkeersleiding. Een ander veel voorkomend probleem is dat van de vogelaanvaringen de zogenaamde “Birdstrikes”. Daarbij komt een vliegtuig in botsing met (meestal) een vogel, of wordt een vogel in één van de motoren gezogen. In 2006 waren er 184 dergelijke meldingen, in 2007 waren het er 183 en in 2008 239. Voor de vogelaanvaringen in de motoren waren er voor de jaren 2006, 2007 en 2008 respectievelijk 19, 28 en 37 meldingen. Gemiddeld één op de zeven vogelaanvaringen heeft betrekking op een vogel die in één van de motoren wordt gezogen. De meeste vogelaanvaringen doen zich voor op lage hoogte, in de omgeving van een luchthaven tijdens het opstijgen of het landen. Luchthavens zijn daarom verplicht om maatregelen te nemen die de aanwezigheid van vogels moeten tegengaan. Dit kunnen ze doen door de vegetatie rond de luchthaven aan te passen, of door gebruik te maken van licht- en geluidseffecten die de vogels verjagen. Een derde categorie van frequent voorkomende voorvallen zijn gevallen die te maken hebben met de grondafhandeling. Hier handelt het om een zeer breed spectrum van voorvallen. Het kan hierbij gaan om verkeerde ladingsprocedures, het tanken van brandstof zonder de nodige toelatingen, bijna-botsingen tussen vliegtuigen en grondvoertuigen of de beschadiging van een vliegtuig door één van dergelijke grondvoertuigen. Er zijn ook gevallen waarbij de cockpitbemanning een verkeerde interpretatie maakt van de tot haar beschikking zijnde gegevens de zogenaamde “Systems/Crew Mismatch”. In de meeste gevallen ging het om het overschrijden van een bepaalde snelheidslimiet van het luchtvaartuig. Wat betreft de technische kant zijn het vooral de motoren, het landingsgestel en de besturingssystemen van het vliegtuig die voor problemen kunnen zorgen. Hoewel dergelijke problemen zich al bij al relatief weinig voordoen, hebben zij toch een hoog risiconiveau aangezien de gevolgen van een dergelijk voorval erg zwaar kunnen zijn.
www.mobilit.fgov.be
46
Maar ook de passagiers kunnen aan de basis liggen van voorvalmeldingen. Zo waren er in 2006 84 meldingen over moeilijkheden met passagiers; in 2007 was dit aantal opgelopen tot 111 en tot 131 in 2008. In tweederde van de gevallen betrof het voorvallen die te maken hadden met roken in de toiletten van het vliegtuig, wat omwille van het brandgevaar strikt verboden is.
Acties door het Directoraat-generaal Luchtvaart Het Directoraat-generaal Luchtvaart beperkt zich uiteraard niet tot het louter registreren van voorvallen. Eén van de hoofdbetrachtingen is om voorvallen waar mogelijk te voorkomen. Door gebruik te maken van de beschikbare gegevens kan een pro-actief beleid ter zake gevoerd worden. Het DGLV zal in de loop van 2009 voor elk van zijn directies bepalen waar de belangrijkste veiligheidsrisico’s zich situeren. Zij zullen dan in overleg met de partners uit de industrie, voorstellen en maatregelen uitwerken teneinde deze gericht aan te pakken. Door de intense samenwerking tussen specialisten uit de industrie enerzijds en het DGLV anderzijds kunnen de belangrijkste knelpunten gedetecteerd worden en kan men met de opstelling van actieplannen starten. Deze actieplannen kunnen aanleiding geven tot een bijsturing van het beleid zoals een aanpassing van de bestaande regelgeving en/of procedures of de introductie van een totaal nieuwe regelgeving. Een andere mogelijkheid is de afstemming van het inspectiebeleid van de directie Inspectie op de meest belangrijke risicogebieden. Deze maatregelen zullen vervolgens in het vijfjaarlijks strategisch actieplan met betrekking tot de veiligheid worden opgenomen. 3 Regelmatige vergaderingen vinden eveneens plaats tussen de directies van het DGLV en de Cel Onderzoek Ongevallen en Incidenten. Tijdens deze vergaderingen wordt bepaald welke individuele voorvallen aan een grondig onderzoek zullen onderworpen worden. Het gaat dan voornamelijk om voorvallen die om een onmiddellijke reactie vragen. Deze acties hebben volgend einddoel: het op een nog hoger niveau brengen van de luchtverkeersveiligheid in en boven België, en van de operaties van Belgische bedrijven op buitenlands grondgebied en in het buitenlands luchtruim.
3
Zie het hoofdstuk “Het veiligheidsprogramma van de Belgische Staat”.
www.mobilit.fgov.be
47
Cel Onderzoek Ongevallen en Incidenten Deze cel die onafhankelijk van het Directoraat-generaal Luchtvaart werkt, onderzoekt en rapporteert over ongevallen en incidenten, conform de internationale reglementering (Bijlage 13 van ICAO en KB van 09/12/1998). De cel heeft tot doel ongevallen te voorkomen. Zij vaardigt aanbevelingen uit inzake veiligheid, op grond van analyse van ongevallen en incidenten. Ze is belast met het onderzoek van alle ongevallen en incidenten die plaatsvinden op Belgisch grondgebied met zowel Belgische als buitenlandse luchtvaartuigen. Ze werkt mee aan onderzoeken in het buitenland waarbij Belgische luchtvaartuigen betrokken zijn. Zij bezorgt statistieken aan ECAC en ICAO over ongevallen en incidenten met betrekking tot de algemene luchtvaart voor vliegtuigen van meer dan 5700 kg en vogelaanvaringen (Bird Strikes). Negentien dossiers van ongevallen en ernstige incidenten werden geopend in 2008, waarvan: • vier dossiers op het gebied van commerciële luchtvaart: o twee ongevallen op Brussel-Nationaal met B747 vliegtuigen (Kalitta Air en Cargo B) o twee ernstige incidenten, een op de luchthaven van Luik, de andere op de luchthaven van Charleroi, met buitenlandse vliegtuigen. • twee dossiers met helicopters: twee ongevallen, een in Zuienkerke, de andere in Zingem • 13 dossiers op het gebied van algemene en plezierluchtvaart: o twee ongevallen met slachtoffers o zeven ongevallen met lichte verwondingen en materiele schade o vier ernstige incidenten Naast de ongevallen en ernstige incidenten werden ongeveer 350 door luchtvaartmaatschappijen gemelde incidenten onderzocht. Deze voorvallen werden met de luchtvaartmaatschappijen besproken teneinde herhaling ervan in de toekomst te voorkomen. Ongeveer 100 ATC-incidenten werden behandeld en correctieve maatregelen werden genomen. Om de zes maanden vindt een “Safety meeting” plaats met BELGOCONTROL teneinde de handhaving van de verkeersveiligheid op te volgen.
www.mobilit.fgov.be
48
Lijst van gebruikte afkortingen en begrippen afkorting / begrip ABIS ACAM AIP
betekenis Austria Benelux Ireland Switzerland Portugal Aircraft Continuing Airworthiness Monitoring Aeronautical Information Publication
AIS
Aeronautical Information Service
ANS
Air Navigation Services
ANSP
Air Navigation Service Provider
AOC
Air Operator's Certificate
ARC
Airworthiness Review Certificate
ATM
Air Traffic Management
ATPL
Airline Transport Pilot License
www.mobilit.fgov.be
uitleg De ABIS-groep vertegenwoordigt de burgerlijke luchtvaartautoriteiten van Oostenrijk, België, Nederland, Luxemburg, Ierland, Zwitserland en Portugal binnen de permanente organen van ICAO. Controleren van permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen Luchtvaartgids: officiële publicatie die de luchtvaartinlichtingen van blijvende aard bevat die essentieel zijn voor het vliegverkeer Luchtvaartinlichtingendienst: een binnen het vastgestelde bestreken gebied opgerichte dienst die verantwoordelijk is voor het verstrekken van luchtvaartinformatie en gegevens die nodig zijn voor de veiligheid, regelmaat en efficiency van luchtvaartnavigatie Luchtvaartnavigatiediensten: luchtverkeersleidingsdiensten; communicatie-, navigatieen plaatsbepalingsdiensten; meteorologische diensten voor de luchtvaartnavigatie, en luchtvaartinlichtingendiensten Verleners van luchtvaartnavigatiediensten: de openbare of particuliere lichamen die luchtvaartnavigatiediensten voor het algemene luchtverkeer verlenen Bewijs luchtvaartexploitant, hierna „AOC” (air operator’s certificate) te noemen: een aan een onderneming afgegeven certificaat waarin wordt verklaard dat de luchtvaartexploitant beschikt over de beroepsbekwaamheid en organisatie om de veiligheid van de in dat certificaat gespecificeerde activiteiten te garanderen, overeenkomstig de relevante bepalingen van de Gemeenschapswetgeving of, voor zover van toepassing, het nationaal recht Certificaat van herbeoordeling van de luchtwaardigheid Luchtverkeersbeveiliging: de verzameling van functies in de lucht en functies op de grond (luchtverkeersdiensten, luchtruimbeheer en regeling van luchtverkeersstromen) die nodig zijn om de veiligheid en de doeltreffendheid van de vliegtuigbewegingen in alle fasen te waarborgen Vergunning van lijnbestuurder.
49
afkorting / begrip
betekenis
ATS
Air Traffic Services
B-RNAV
Basic Area Navigation Belgisch VeiligheidsProgramma / Communication, Navigation and Surveillance
BVP CAT II/III CNS
uitleg Luchtverkeersdiensten: vluchtinlichtingendiensten, alarmeringsdiensten, adviesdiensten voor het luchtverkeer en luchtverkeersleiding (algemene luchtverkeersleiding, naderingsluchtverkeersleiding en plaatselijke luchtverkeersleiding Gebiedsnavigatie Belgisch veiligheidsprogramma met betrekking tot de luchtvaartveiligheid Categorieën van instrumentlandingssystemen Categorie van luchtvaartnavigatiediensten
CPL
Commercial Pilot Licence
Vergunning beroepsbestuurder
DPM
Delta Plane Motorized
Ultralicht gemotoriseerd vliegtuig van het type " delta-vleugel ": ultralicht motorluchtvaartuig waarvan de controle in vlucht gebeurt door een verplaatsing van het zwaartepunt uitgevoerd door de bestuurder
EANPG
Regional European Air Navigation Planning Group
EASA
European Aviation Safety Agency
EASA Part 145 EASA Part 21 POA EASA Part M EASA Part 147 EASA Part 66 EASA NPA
/
Het Europees agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart is de hoeksteen van de strategie voor luchtvaartveiligheid van de Europese Unie. Bevordering van de hoogste gemeenschappelijke normen voor veiligheid en milieubescherming in de burgerluchtvaart is zijn taakopdracht. EASA-regelgeving voor onderhoudsbedrijven
/
EASA-regelgeving voor productiebedrijven
/ / / European Aviation Safety Agency Notices of Proposed Amendment
EASA-regelgeving voor vliegtuigonderhoud EASA-regelgeving voor onderhoudstrainingorganisaties EASA-regelgeving met betrekking tot vergunningen voor onderhoudspersoneel
EBBR ECAC
ICAO-code voor Brussel-Nationaal European Civil Aviation Conference
www.mobilit.fgov.be
Europese Burgerluchtvaartconferentie
50
afkorting / begrip
ETS
betekenis European Co-Ordination Centre for Aviation Incident Reporting Systems Extended-range Twin-engine Operational Performance Standards Emissions Trading Scheme
EU-OPS
/
EUROCONTROL
IFR IR
/ Functional Airspace Block Europe Central Functional Airspace Block Liège/Maastricht Flight & Navigation Procedures Trainer Flight Training Device Flight Training Organisation Group of Aerodrome Safety Regulators Ground Proximity Warning System International Air Transport Association International Civil Aviation Organization Instrument Flight Rules Instrument Rating
JAA
Joint Aviation Authorities
ECCAIRS
ETOPS
FABEC FABLIMAS FNPT FTD FTO GASR GPWS IATA ICAO
www.mobilit.fgov.be
uitleg Europees coördinatiecentrum voor meldsystemen inzake luchtvaartincidenten Prestatienormen voor de exploitatie van tweemotorige vliegtuigen op lange afstandsvluchten Europees systeem van emissiehandel Technische voorschriften en administratieve procedures op het gebied van de burgerluchtvaart Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart. Gemeenschappelijk luchtruimblok tussen België, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Nederland en Zwitserland.
Trainer voor vlieg- en navigatieprocedures Vliegtrainer Organisatie voor vliegopleiding
Grondnabijheidwaarschuwingssysteem Internationale handelsorganisatie voor de luchtvaartindustrie Internationale Burgerluchtvaartorganisatie Instrumentvliegvoorschriften Bevoegdverklaring instrumentvliegen Organisatie die geassocieerd is met de Europese Burgerluchtvaartconferentie (ECAC) en die regelingen heeft opgesteld voor samenwerking bij de uitwerking en tenuitvoerlegging van gezamenlijke regels (JAR-codes) op alle gebieden die op de veiligheid en de exploitatie van luchtvaartuigen betrekking hebben
51
afkorting / begrip
JAR
JAR-FCL JAR-OPS
betekenis
Joint Aviation Requirements
Joint Aviation Requirements for Flight Crew Licensing Joint Aviation Requirements for Operations
JAR-OPS 1 Luchtvaartpas
/
MEL MET
Minimum Equipment List Meteo
MPL
Multi-crew Pilot License
NAVECO
Maastricht Upper Area Control Centre Nationaal Veiligheidscomité
NOTAMS
Notice to Airmen
PPL
Private Pilot License
RF
Registered Facility
MUAC
RVSM SAFA
Reduced Vertical Separation Minima Safety Assessment of Foreign Aircraft
www.mobilit.fgov.be
uitleg Joint Aviation Regulations, gemeenschappelijke luchtvaartregelgeving uitgegeven door de JAA (Joint Aviation Authorities), het organisme dat verbonden is aan de Europese Conferentie voor de burgerluchtvaart (ECAC) en dat de regelingen heeft uitgewerkt om samen te werken aan de ontwikkeling en het in werking stellen van gemeenschappelijke regels (codes JAR) op alle domeinen die betrekking hebben op de veiligheid van de luchtvaartuigen en van hun exploitatie JAR - Flight Crew Licensing, gemeenschappelijke regels die door de JAA zijn uitgewerkt op het gebied van de vergunningen van het stuurpersoneel JAR-OPS: gemeenschappelijke regels die door de JAA zijn uitgewerkt op het gebied van de operaties Laatste uitgave van het document " JAR-OPS 1 Commercial Air Transportation (Aeroplanes) ", inclusief de door de J.A.A. goedgekeurde en gepubliceerde addenda De luchtvaartpas is een voorlopig document waarbij machtiging wordt verleend aan een luchtvaartuig tot het luchtverkeer binnen het nationaal luchtruim in bepaalde gevallen Minimum lijst van de uitrusting Weerkunde Vergunning die de houder toelaat de functie van copiloot uit te oefenen aan boord van luchtvaartuigen die gecertificeerd zijn om te worden bestuurd door een meerkoppige bemanning Maastricht Upper Area Control Center (MUAC) beheert het hogere luchtruim van België, Nederland, Luxemburg en het Noordwestelijk deel van Duitsland. Nationaal Comité voor de veiligheid van de burgerluchtvaart Kennisgeving met inlichtingen omtrent de instelling, toestand of verandering van enige luchtvaartfaciliteit, -dienstverlening, -procedure, -gevaar, waarvan het noodzakelijk is dat operationeel luchtvaartpersoneel tijdig kennis neemt Vergunning privaat bestuurder Instelling die uitsluitend voor de vergunning van privaat bestuurder (PPL) een opleiding wil bieden Gereduceerde verticale separatieminima (tussen luchtvaartuigen) Veiligheidsevaluatie van buitenlandse luchtvaartuigen
52
afkorting / begrip SANA
SES
TCAS TRTO ULM USOAP Verdrag van Chicago
betekenis Safety Assessment of National Aircraft
Single European Sky
Traffic Collision Avoidance System Type Rating Training Organization Ultra Light Motorized of Ultralicht motorluchtvaartuig Universal Safety Oversight Audit Programme -
www.mobilit.fgov.be
uitleg Veiligheidsevaluatie van nationale luchtvaartuigen Het initiatief inzake de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim heeft tot doel de huidige veiligheidsnormen aan te scherpen en de algehele doeltreffendheid voor het algemene luchtverkeer in Europa te vergroten en de capaciteit te optimaliseren, opdat wordt voorzien in de behoeften van alle gebruikers van het luchtruim en de vertragingen tot een minimum worden teruggebracht. Ter verwezenlijking van deze doelstelling beoogt deze verordening een geharmoniseerd regelgevend kader vast te stellen voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim tegen 31 december 2004 Anti-aanvaringssysteem Instelling voor opleiding voor type-bevoegdverklaringen Ultralicht motorluchtvaartuig waarvan de controle in vlucht verzekerd wordt door aërodynamische stuurorganen rond tenminste twee assen Universeel auditprogramma van ICAO met betrekking tot het toezicht van de luchtvaartveiligheid Verdrag inzake de internationale burgerlijke luchtvaart, ondertekend op 7 December 1944 te Chicago, goedgekeurd door de Wet van 30 april 1947 en dat de Internationale burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) instelt.
53