Jaarverslag 2006 Commissie Bezwaar en Beroep Inleiding Medio 1998 is in de gemeente Leeuwarderadeel de onafhankelijke commissie voor de bezwaar- en beroepschriften (hierna bezwaarschriftencommissie) ingesteld. Deze commissie is belast met de advisering van beslissingen op bezwaarschriften en administratieve beroepen ingevolge artikel 1:5 Algemene wet bestuursrecht. Omdat de commissie dit jaar geen administratieve beroepen heeft behandeld wordt in dit jaarverslag in het vervolg gesproken over de behandeling van bezwaren. In het kader van deze advisering stelt de commissie de belanghebbenden en het betrokken bestuursorgaan in de gelegenheid om te worden gehoord. Van het horen wordt een verslag gemaakt. De advisering geschiedt aan het bestuursorgaan (de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester). Dit advies is gemotiveerd en bevat een aanbeveling voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.
1
2
Hoofdstuk 1 Procedure De samenstelling De commissie ontleent zijn bestaansrecht aan de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Verordening op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften Leeuwarderadeel van 16 juni 1998. Artikel 3 van de Verordening regelt de samenstelling van de commissie. De samenstelling ziet er als volgt uit: voorzitter:
de heer mr. P.A. de Haan
leden:
de heer mr. L. Maarleveld (tevens plaatsvervangend voorzitter) mevrouw mr. H. Swart de heer mr. W. Oosterman (plaatsvervangende lid)
secretaris:
mevrouw mr. S.A. Kimsma
plaatsvervangende secretarissen:
de heer G. Akkerman de heer B. Grit
De bevoegdheid De bezwaar- en beroepschriftencommissie behandelt bezwaarschriften ingevolge de Awb die zijn ingediend door natuurlijke personen en rechtspersonen. Door het indienen van een bezwaarschrift dwingt de bezwaarmaker een zorgvuldige heroverweging van het genomen besluit af bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Zowel op formele (procedurele) als materiële (inhoudelijke) punten vindt een beoordeling van het bestreden besluit plaats. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaren die zijn ingediend tegen besluiten betreffende de uitvoering van beschikkingen vastgestelde waarde, afgegeven in het kader van de Wet waardering onroerende zaken. En ook niet over bepalingen die wettelijk zijn uitgesloten. Het secretariaat De commissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris. De secretaris is door het college van burgemeester en wethouders aangewezen. Daarnaast is een plaatsvervangend secretaris aangewezen. Van de ambtelijk secretaris wordt verwacht dat zij1 de diverse aspecten die een rol (kunnen) spelen bij het opstellen van het advies van tevoren op een rij zet en de bijbehorende stukken vergaart. Tevens bestudeert zij jurisprudentie en doet ander relevant onderzoek ten behoeve van de commissie, stelt zij het verslag van de hoorzitting op, schrijft het door de voorzitter te toetsen advies nodigt de bezwaarmakers uit en bewaakt zij de wettelijke termijnen.
1
Waar ‘zij’ staat kan ook ‘hij’ gelezen worden.
3
De advisering Bij de behandeling van een bezwaarschrift wordt door de bezwarencommissie veel waarde gehecht aan de kwaliteit van het advies. In dat kader vindt er bij het uitbrengen van het advies naast een inhoudelijke beoordeling, ook een beoordeling van de gevolgde procedure en een beoordeling van het beleid op rechtmatigheid en doelmatigheid plaats. Waar de commissie dat nodig acht, doet zij (op eigen initiatief) aanbevelingen in de vorm van “overwegingen ten overvloede”. Werkwijze commissie De commissie komt in principe één keer per maand op (doorgaans) de dinsdags bijeen. De vergaderingen bestaan uit een openbaar en een besloten gedeelte. Het openbare gedeelte heeft betrekking op de hoorzitting. In het besloten gedeelte vindt een beraadslaging plaats over de aan het bestuursorgaan uit te brengen adviezen. In uitzonderingsgevallen kan de hoorzitting in besloten kring plaatsvinden. De indiener(s) van het bezwaarschrift, de vertegenwoordiger van het bestuursorgaan alsmede de eventuele (derde)belanghebbenden worden minimaal twee weken voorafgaande aan de hoorzitting voor de openbare hoorzitting uitgenodigd. Met deze uitnodiging wordt ook een folder verstuurd waarin informatie met betrekking tot de hoorzitting staat vermeld. In deze folder wordt ook de samenstelling van de commissie meegedeeld. De bij het bezwaarschrift behorende stukken liggen voor de indieners van de bezwaarschriften en eventuele derdebelanghebbenden (behoudens privacybelangen) gedurende tien dagen voorafgaand aan de hoorzitting ter inzage op het gemeentehuis. Bezwaarden maken meestal gebruik van de geboden mogelijkheid om op de hoorzitting te verschijnen. In het verslagjaar zijn drie bezwaarmakers niet op de hoorzitting verschenen. In dit jaar lieten in twee gevallen bezwaarden zich bijstaan of vertegenwoordigen door een gemachtigde. De hoorzittingen vinden plaats in het gemeentehuis te Stiens. Elke hoorzitting begint met een uiteenzetting door de voorzitter van de commissie. Er wordt uitleg gegeven over de werkwijze van de commissie en de gang van zaken tijdens de hoorzitting. Daarna worden de partijen – de indiener(s) van het bezwaarschrift, vertegenwoordiger van het bestuursorgaan en eventuele belanghebbenden derden– gehoord. Het advies van de commissie wordt, na ondertekening door de voorzitter en de secretaris, door de secretaris aan het bevoegde bestuursorgaan verzonden. Het bevoegde bestuursorgaan neemt vervolgens een beslissing op het bezwaarschrift. Het bestuursorgaan kan alleen gemotiveerd van het advies afwijken. Deze beslissing wordt samen met het verslag en advies van de commissie naar de bezwaarmaker en de eventueel belanghebbenden gezonden. Tegen de beslissing op het bezwaarschrift staat voor belanghebbende(n) beroep bij de rechtbank open.
4
Hoofdstuk 2 Zittingen Aantallen De commissie kwam in het verslagjaar tien maal bijeen en handelde in totaal zevenentwintig bezwaarschriften af. Daarnaast zijn er twee bezwaarschriften ingetrokken. En verder zijn er vijf bezwaarschriften vooraf door het college toegewezen. Het totaal aantal binnen gekomen bezwaarschriften komt daarmee op vierendertig. Dat waren er eenentwintig meer dan in het jaar 2005. Procentueel is dat een toename van 162%. Hier is de kanttekening op zijn plaats dat tegen besluiten over functiewaardering in de regel veel bezwaren ontvangen worden, wat nu ook aan de orde was. (In voorafgaande jaren werden geen besluiten genomen over functiewaardering). Bovendien zijn tegen twee andere besluiten meerdere bezwaarschriften ontvangen. Niet alle beslissingen op de bezwaarschriften zijn ook in 2006 genomen. Bepalend voor het opnemen van een bezwaarschrift in dit verslag is de datum waarop de bezwaarmakers in de gelegenheid zijn gesteld hun bezwaren toe te lichten voor de bezwarencommissie. Zoals eerder is aangegeven zijn er zeven bezwaarschriften niet ter hoorzitting behandeld. De reden daarvoor was dat twee bezwaarschriften vooraf werden ingetrokken Daarnaast zijn er vijf bezwaarschriften op voorhand toegewezen, waarvan vier stuks de commissie niet hebben bereikt. De commissie heeft eerder in een jaarverslag opgemerkt dat bezwaarschriften onverwijld naar de commissie doorgezonden behoren te worden. Bovengenoemde bezwaarschriften zijn echter verder niet in de overzichten meegenomen. Voorzover bij de commissie bekend, is er in twee gevallen nog geen beslissing op het bezwaarschrift genomen nadat de commissie advies heeft uitgebracht. In beide gevallen betreft dit door de gemeenteraad te nemen besluiten. Aantal bezwaarschriften van 1999 – 2006
35 30 25 20 aantal bezwaarschriften
15 10 5 0 1999
2001
2003
2005
5
Grafische weergave van bezwaarschriften in 2002, 2003, 2004, 2005 en 2006
70% 62%
60%
53%
50%
gegrond
38%
30%
10%
niet-ontvankelijk
44%
40%
20%
53%
25% 25% 19% 13%
12%
6% 0%
0% 2002
23%
20%
0% 2003
11% 11% 5% 2004
8%8% 8%
26%
21% 3%
2005
ongegrond gegrond/ongegrond
6%
geen advies
2006
Onderscheid bezwaarschriften De bezwaarschriften die tijdens een hoorzitting in 2006 aan de orde zijn geweest waren qua onderwerp als volgt te verdelen. Er is een twaalftal bezwaren gericht tegen besluiten, voorbereid door de sector Grondgebied. Het betreft hier bezwaarschriften gericht tegen het verlenen van een bouwvergunning (acht), het verlenen van een uitwegvergunning (één), tegen een voorwaarde bij een gebruiksvergunning (één), en tegen de Wet voorkeursrecht gemeenten (twee). Vorig jaar waren er vier bezwaarschriften gericht tegen besluiten van de sector Grondgebied (een stijging van 200%). Tegen vijftien besluiten, voorbereid door de sector Publiekszaken, is bezwaar ingediend. Deze bezwaren zijn als volgt onder te verdelen: tegen het stopzetten van een subsidie (één), jegens functiewaardering (zeven), tegen de afwijzing van aan aanvraag om een gehandicaptenparkeerkaart (één), en ten slotte tegen het niet ter beschikking stellen van taxivervoer (zes). Vorig jaar waren er vijf bezwaarschriften gericht tegen besluiten van de sector Publiekszaken (een stijging van 200%). Tegen besluiten, voorbereid door de sector Middelen zijn geen bezwaarschriften binnengekomen. Ook in 2005 zijn bij deze sector geen bezwaarschriften ontvangen.
6
Door de commissie uitgebrachte adviezen In negen gevallen adviseerde de commissie het bezwaarschrift gegrond te verklaren (ter vergelijking: in 2005 nul). In één geval adviseerde de commissie het bezwaarschrift gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren, hetgeen in 2005 driemaal voorkwam. In één geval adviseerde de commissie het bezwaarschrift niet-ontvankelijk te verklaren, hetgeen in 2005 niet voorkwam. In de overige gevallen (zestien) werd geadviseerd het bezwaarschrift volledig ongegrond te verklaren, terwijl dit in 2005 zesmaal werd geadviseerd.
Grafische weergave van uitgebrachte adviezen na hoorzitting in 2006
4% 4% 33%
Gegrond Ongegrond Deels on- gegrond Niet-ontvankelijk
59%
7
Hoofdstuk 3 Besluiten op bezwaren Beslissing op bezwaar In alle gevallen dat de commissie adviseerde om het bezwaarschrift ongegrond te verklaren werd door burgemeester en wethouders op de ingediende bezwaarschriften een beslissing genomen overeenkomstig het advies van de commissie. De adviezen van de commissie, waarin gegrondverklaring werd voorgesteld, zijn in de meeste gevallen door het college overgenomen. Het college heeft echter besloten om de bezwaarschriften omtrent de functiewaardering in afwijking van het advies van de commissie deels gegrond en deels ongegrond te verklaren. In de situatie waarin de commissie niet-ontvankelijkverklaring heeft geadviseerd, heeft het college dienovereenkomstig besloten. Met betrekking tot het advies om het bezwaarschrift gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren is nog geen besluit genomen door de raad.
Beroep en verzoeken om voorlopige voorziening Indien appellant zich niet kan verenigen met het heroverwegingsbesluit op het bezwaarschrift staat hiertegen beroep open bij de rechter. Na de besluitvorming door burgemeester en wethouders op de bezwaarschriften is, net als in 2005, in één geval beroep ingesteld. Er is eenmaal een verzoek om voorlopige voorziening bij de president van de rechtbank ingediend maar deze is tussentijds weer ingetrokken. Grafische weergave van heroverwegingsbesluiten in 2006
4%
7%
7% gegrond ongegrond
26%
deels on- /gegrond niet-ontvankelijk nog niet bekend
56%
8
Hoofdstuk 4 Termijnen Op grond van artikel 7:10 Awb moet het bestuursorgaan binnen tien weken na ontvangst van het bezwaarschrift hierop een beslissing nemen. Het bestuursorgaan kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. Voorts bepaalt dit artikel dat verder uitstel mogelijk is voor zover de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad of ermee instemmen. Gebleken is dat het bestuursorgaan er in het verslagjaar 2006 bij elf bezwaarschriften in is geslaagd binnen de termijn van tien weken een heroverwegingsbesluit te nemen. Vorig jaar is dit bij één bezwaarschrift gelukt. In die zin is sprake van een verbetering. Voor de goede orde dient te worden opgemerkt dat de wettelijke termijn van tien weken geen fatale termijn is. Tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar kan appellant een beroepschrift indienen bij de rechtbank. Dat is dit jaar niet gebeurd. In 2006 zijn er bij de afhandeling van bezwaarschriften in een aantal gevallen verdagingsbesluiten genomen, zodat de wettelijke termijn gehaald kon worden. In een aantal andere gevallen is nagelaten een verdagingsbesluit te sturen, waardoor niet binnen de wettelijke termijn een besluit is genomen. Onderstaande zijn redenen dat de wettelijke termijnen niet zijn gehaald. De bezwaarmakers zijn in de gelegenheid gesteld om hun verzuim te herstellen (drie gevallen). terwijl in één geval er op verzoek van de commissie een nader onderzoek door de GGD is uitgevoerd, waarna het bezwaar alsnog gegrond verklaard is.
9
Hoofdstuk 5 Conclusies en aanbevelingen Tot zover de belangrijkste karakteristieken van de verschillende zaken, die de commissie het afgelopen jaar heeft behandeld. Het verslag geeft de commissie aanleiding tot een aantal conclusies en aanbevelingen.
Conclusies: •
In 2006 is er een duidelijke stijging van het aantal bezwaarschriften waar te nemen. Terwijl in 2005 juist een daling te zien was ten opzichte van de stijgende lijn van de bezwaarschriften vanaf het jaar 1999.
•
De stijging van de bezwaarschriften moet niet gezien worden als een trend. In 2006 zijn diverse besluiten genomen over functiewaardering. Hiertegen wordt meestal bezwaar gemaakt maar dit type besluit komt in de meeste jaren niet voor.
•
Net als in voorgaande jaren is het grootste gedeelte van de bezwaarschriften ongegrond verklaard.
•
De uitgebrachte adviezen zijn door het college steeds overgenomen, met uitzondering van de bezwaren over functiewaardering.
•
Er zijn dit jaar veel meer beslissingen tijdig genomen, maar er zijn in een aantal gevallen ook verdagingsbesluiten achterwege gebleven.
Aanbevelingen: •
Bestuur en organisatie zijn er voor verantwoordelijk om zich te houden aan de wettelijk voorgeschreven termijnen. De commissie vraagt de secretaris actief te bevorderen dat de termijnen strenger worden bewaakt c.q. in acht worden genomen. Dit is onder andere van belang voor de rechtszekerheid van bezwaarden en vanwege de voorbeeldfunctie van de overheid. Wellicht kunnen de termijnen worden bekort door afspraken te maken over de tijd die iedere fase van de bezwaarschriftenprocedure in beslag mag nemen.
•
De commissie beveelt de bestuursorganen aan om voor 2007 de voorgezette verbetering, met betrekking tot het versturen van de verdagingsbesluiten naar 100%te optimaliseren..
Stiens, Leeuwarden, 16 januari 2007
10