Jaarverslag 2007 Commissie Bezwaar en Beroep Inleiding Medio 1998 is in de gemeente Leeuwarderadeel de onafhankelijke commissie voor de bezwaar- en beroepschriften (hierna bezwaarschriftencommissie) ingesteld. Deze commissie is belast met de advisering van beslissingen op bezwaarschriften en administratieve beroepen ingevolge artikel 1:5 Algemene wet bestuursrecht. In het kader van deze advisering stelt de commissie de belanghebbenden en het betrokken bestuursorgaan in de gelegenheid om te worden gehoord. Van het horen wordt een verslag gemaakt. De advisering geschiedt aan het bestuursorgaan (de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester). Dit advies is gemotiveerd en bevat een aanbeveling voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.
1
Hoofdstuk 1 Procedure De samenstelling De commissie ontleent zijn bestaansrecht aan de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Verordening op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften Leeuwarderadeel van 16 juni 1998. Artikel 3 van de Verordening regelt de samenstelling van de commissie. De samenstelling ziet er als volgt uit: voorzitter:
de heer mr. P.A. de Haan
leden:
de heer mr. L. Maarleveld (tevens plaatsvervangend voorzitter) mevrouw mr. H. Swart de heer mr. W. Oosterman (plaatsvervangend lid)
secretaris:
mevrouw mr. A.R. Posthuma
plaatsvervangende secretarissen:
de heer G. Akkerman de heer B. Grit
De bevoegdheid De bezwaar- en beroepschriftencommissie behandelt bezwaarschriften ingevolge de Awb die zijn ingediend door natuurlijke personen en rechtspersonen. Door het indienen van een bezwaarschrift dwingt de bezwaarmaker een zorgvuldige heroverweging van het genomen besluit af bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Zowel op formele (procedurele) als materiële (inhoudelijke) punten vindt een beoordeling van het bestreden besluit plaats. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaren die zijn ingediend tegen besluiten betreffende de uitvoering van beschikkingen vastgestelde waarde, afgegeven in het kader van de Wet waardering onroerende zaken. En ook niet over bepalingen die wettelijk zijn uitgesloten.
Het secretariaat De commissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris. De secretaris is door het college van burgemeester en wethouders aangewezen. Daarnaast is een plaatsvervangend secretaris aangewezen. In 2007 zijn de uitvoeringstaken van de ambtelijk secretaris allen uitgevoerd door de plaatsvervangende secretaris, nu deze functie bij de gemeente Leeuwarderadeel vacant was en nog niet was ingevuld.
2
Van de ambtelijk secretaris wordt verwacht dat zij1 de diverse aspecten die een rol (kunnen) spelen bij het opstellen van het advies van tevoren op een rij zet en de bijbehorende stukken vergaart. Tevens bestudeert zij jurisprudentie en doet ander relevant onderzoek ten behoeve van de commissie, stelt zij het verslag van de hoorzitting op, schrijft het door de voorzitter te toetsen advies nodigt de bezwaarmakers uit en bewaakt zij de wettelijke termijnen.
De advisering Bij de behandeling van een bezwaarschrift wordt door de bezwarencommissie veel waarde gehecht aan de kwaliteit van het advies. In dat kader vindt er bij het uitbrengen van het advies naast een inhoudelijke beoordeling, ook een beoordeling van de gevolgde procedure en een beoordeling van het beleid op rechtmatigheid en doelmatigheid plaats. Waar de commissie dat nodig acht, doet zij (op eigen initiatief) aanbevelingen in de vorm van “overwegingen ten overvloede”.
Werkwijze commissie De commissie komt in principe één keer per maand op (doorgaans) de dinsdags bijeen. De vergaderingen bestaan uit een openbaar en een besloten gedeelte. Het openbare gedeelte heeft betrekking op de hoorzitting. In het besloten gedeelte vindt een beraadslaging plaats over de aan het bestuursorgaan uit te brengen adviezen. In uitzonderingsgevallen kan de hoorzitting in besloten kring plaatsvinden. De indiener(s) van het bezwaarschrift, de vertegenwoordiger van het bestuursorgaan alsmede de eventuele (derde)belanghebbenden worden minimaal twee weken voorafgaande aan de hoorzitting voor de openbare hoorzitting uitgenodigd. Met deze uitnodiging wordt ook een folder verstuurd waarin informatie met betrekking tot de hoorzitting staat vermeld. In deze folder wordt ook de samenstelling van de commissie meegedeeld. De bij het bezwaarschrift behorende stukken liggen voor de indieners van de bezwaarschriften en eventuele derdebelanghebbenden (behoudens privacybelangen) gedurende tien dagen voorafgaand aan de hoorzitting ter inzage op het gemeentehuis. Bezwaarden maken meestal gebruik van de geboden mogelijkheid om op de hoorzitting te verschijnen. Bezwaarden kunnen zich eveneens laten bijstaan of vertegenwoordigen door een gemachtigde. De hoorzittingen vinden plaats in het gemeentehuis te Stiens. Elke hoorzitting begint met een uiteenzetting door de voorzitter van de commissie. Er wordt uitleg gegeven over de werkwijze van de commissie en de gang van zaken tijdens de hoorzitting. Daarna worden de partijen – de indiener(s) van
het
bezwaarschrift,
vertegenwoordiger
van
belanghebbenden gehoord. 1
Waar ‘zij’ staat kan ook ‘hij’ gelezen worden.
3
het
bestuursorgaan
en
eventuele
derde
Het advies van de commissie wordt, na ondertekening door de voorzitter en de secretaris, door de secretaris aan het bevoegde bestuursorgaan verzonden. Het bevoegde bestuursorgaan neemt vervolgens een beslissing op het bezwaarschrift. Het bestuursorgaan kan alleen gemotiveerd van het advies afwijken. Deze beslissing wordt samen met het verslag en advies van de commissie naar de bezwaarmaker en de eventueel belanghebbenden gezonden. Tegen de beslissing op het bezwaarschrift staat voor belanghebbende(n) beroep bij de rechtbank open.
4
Hoofdstuk 2 Zittingen Aantallen De commissie kwam in het verslagjaar zeven maal bijeen en handelde in totaal zevenentwintig bezwaarschriften af. Dat zijn er 7 minder dan in het jaar 2006. Procentueel is dat een afname van 21%. Gelet op voorgaande jaren is er echter nog steeds sprake van een behoorlijk hoog aantal ingekomen bezwaarschriften. Niet alle beslissingen op de bezwaarschriften zijn ook in 2007 genomen. Bepalend voor het opnemen van een bezwaarschrift in dit verslag is de datum waarop de bezwaarmakers in de gelegenheid zijn gesteld hun bezwaren toe te lichten voor de bezwarencommissie. Voorzover bij de commissie bekend, is er in drie gevallen nog geen beslissing op het bezwaarschrift genomen nadat de commissie advies heeft uitgebracht. Dit betreffen echter wel drie bezwaarschriften gericht tegen hetzelfde besluit.
Aantal bezwaarschriften van 1999 – 2007
35 30 25 20 aantal bezwaarschriften
15 10 5 0 1999
2001
2003
2005
5
2007
Grafische weergave van bezwaarschriften in 2002, 2003, 2004, 2005, 2006 en 2007
70% 60%
62% 53%
50%
44%
40% 30%
53%
niet-ontvankelijk
48%
gegrond
38% 25% 25%
19% 13% 10% 6% 0% 0% 2002
20%
20%
12% 0% 2003
11% 11% 5% 2004
23% 8% 8% 8%
21% 3%
2005
26%
6%
2006
ongegrond 22% 19% 11%
gegrond/ongegrond geen advies
0% 2007
Onderscheid bezwaarschriften De bezwaarschriften die tijdens een hoorzitting in 2007 aan de orde zijn geweest waren qua onderwerp als volgt te verdelen. Er zijn twaalf bezwaarschriften gericht tegen besluiten, voorbereid door de sector Grondgebied. Het betreffen hier bezwaarschriften gericht tegen het verlenen van een bouwvergunning (tien), en tegen het afwijzen van planschadevergoeding (twee). Vorig jaar waren er eveneens exact 12 bezwaarschriften gericht tegen besluiten van de sector Grondgebied. Tegen vijftien besluiten, voorbereid door de sector Publiekszaken, is bezwaar ingediend. Deze bezwaren zijn als volgt onder te verdelen: jegens functiewaardering (13), tegen de afwijzing van aan aanvraag om een gehandicaptenparkeerkaart (één), en ten slotte tegen het niet verlengen van een tijdelijk dienstverband (één). Vorig jaar waren er eveneens exact 15 bezwaarschriften gericht tegen besluiten van de sector Publiekszaken. Tegen besluiten, voorbereid door de sector Middelen zijn geen bezwaarschriften binnengekomen. Ook in 2006 zijn bij deze sector geen bezwaarschriften ontvangen. Dat er in 2006 toch meer bezwaarschriften zijn binnengekomen is te verklaren uit het feit dat een aantal bezwaarschriften op voorhand al waren toegewezen door het bestuursorgaan, waardoor deze niet meer door de commissie zijn behandeld.
6
Door de commissie uitgebrachte adviezen In vijf gevallen adviseerde de commissie het bezwaarschrift gegrond te verklaren (ter vergelijking: in 2006 negen). In zes gevallen adviseerde de commissie het bezwaarschrift gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren, hetgeen in 2006 eenmaal voorkwam. In drie gevallen adviseerde de commissie het bezwaarschrift niet-ontvankelijk te verklaren, hetgeen in 2006 een keer voorkwam. In de overige gevallen (dertien) werd geadviseerd het bezwaarschrift volledig ongegrond te verklaren, terwijl dit in 2006 zestienmaal werd geadviseerd.
Grafische weergave van uitgebrachte adviezen na hoorzitting in 2007
11%
19% gegrond
22%
ongegrond deels on- /gegrond niet-ontvankelijk
48%
7
Hoofdstuk 3 Besluiten op bezwaren Beslissing op bezwaar In alle gevallen dat de commissie adviseerde om het bezwaarschrift ongegrond te verklaren werd door burgemeester en wethouders op de ingediende bezwaarschriften een beslissing genomen overeenkomstig het advies van de commissie. De adviezen van de commissie, waarin gegrondverklaring werd voorgesteld, zijn in de meeste gevallen niet door het college overgenomen. Zo heeft het college besloten om een tweetal bezwaarschriften omtrent de functiewaardering in afwijking van het advies van de commissie ongegrond te verklaren. Ook heeft het college besloten om een bezwaarschrift gericht tegen de afwijzing van een planschadeverzoek ongegrond te verklaren in afwijking van het advies van de commissie. Tevens is het college afgeweken van het advies van de commissie inzake een bezwaarschrift gericht tegen het weigeren van een bouwvergunning. In de situaties waarin de commissie niet-ontvankelijkheidverklaring heeft geadviseerd, heeft het college dienovereenkomstig besloten.
Beroep en verzoeken om voorlopige voorziening Indien appellant zich niet kan verenigen met het heroverwegingsbesluit op het bezwaarschrift staat hiertegen beroep open bij de rechter. Na de besluitvorming door burgemeester en wethouders op de bezwaarschriften zijn in twee gevallen beroep ingesteld. Dit betreffen beide besluiten waarbij het college is afgeweken van het advies van de commissie. In 2006 is er in slechts één geval beroep ingesteld.
Grafische weergave van heroverwegingsbesluiten in 2007
11%
7% gegrond
19%
ongegrond deels on- /gegrond niet-ontvankelijk
63%
8
Hoofdstuk 4 Termijnen Op grond van artikel 7:10 Awb moet het bestuursorgaan binnen tien weken na ontvangst van het bezwaarschrift hierop een beslissing nemen. Het bestuursorgaan kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. Voorts bepaalt dit artikel dat verder uitstel mogelijk is voor zover de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad of ermee instemmen. Voor de goede orde dient te worden opgemerkt dat de wettelijke termijn van tien weken geen fatale termijn is. Tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar kan appellant een beroepschrift indienen bij de rechtbank. Dat is in 2007 niet gebeurd.
Gebleken is dat het bestuursorgaan er in het verslagjaar 2007 bij negen bezwaarschriften in is geslaagd binnen de termijn van tien weken een heroverwegingsbesluit te nemen. Vorig jaar is dit bij 11 bezwaarschriften gelukt. Gelet op het aantal ingekomen bezwaarschriften in beide jaren is inachtneming van de wettelijke termijnen naar rato vrijwel gelijk gebleven. In 2007 zijn er bij de afhandeling van bezwaarschriften in een aantal gevallen verdagingsbesluiten genomen, zodat de wettelijke termijn gehaald kon worden. In een aantal andere gevallen is nagelaten een verdagingsbesluit te sturen, waardoor niet binnen de wettelijke termijn een besluit is genomen.
9
Hoofdstuk 5 Conclusies en aanbevelingen Tot zover de belangrijkste karakteristieken van de verschillende zaken, die de commissie het afgelopen jaar heeft behandeld. Het verslag geeft de commissie aanleiding tot een aantal conclusies en aanbevelingen.
Conclusies: •
In 2007 is er een lichte afname van het aantal bezwaarschriften waar te nemen ten opzichte van 2006. Overigens is het aantal ingekomen bezwaarschriften in 2007 nog altijd hoger dan in de jaren 1999 tot en met 2005. Over de algehele linie is er dus nog steeds sprake van een stijgende lijn.
•
Net als in voorgaande jaren is het grootste gedeelte van de bezwaarschriften ongegrond verklaard.
•
De uitgebrachte adviezen zijn door het college meestal overgenomen, met uitzondering van de bezwaarschriften waarbij de commissie heeft geadviseerd het bezwaarschrift gegrond te verklaren. In die gevallen is het college een aantal keren afgeweken van het advies van de commissie.
•
Er zijn dit jaar veel beslissingen tijdig genomen, maar er zijn in een aantal gevallen ook verdagingsbesluiten achterwege gebleven.
Aanbevelingen: •
Bestuur en organisatie zijn er voor verantwoordelijk om zich te houden aan de wettelijk voorgeschreven termijnen. De commissie vraagt de secretaris actief te bevorderen dat de termijnen strenger worden bewaakt c.q. in acht worden genomen. Dit is onder andere van belang voor de rechtszekerheid van bezwaarden en vanwege de voorbeeldfunctie van de overheid. Wellicht kunnen de termijnen worden bekort door afspraken te maken over de tijd die iedere fase van de bezwaarschriftenprocedure in beslag mag nemen.
•
De commissie benadrukt dat het nog steeds van belang is dat de bezwaarschriften bij binnenkomst direct door worden gestuurd naar de commissie. Gebleken is dat de wettelijke termijnen dan doorgaans beter worden gehaald.
•
De commissie beveelt de bestuursorganen aan om voor 2008 de voortgezette verbetering met betrekking tot het versturen van de verdagingsbesluiten naar 100% te optimaliseren.
Stiens, Leeuwarderadeel, 27 februari 2008
10