JAARLIJKS NIEUWSBULLETIN nummer 2 SEPTEMBER 2014
DEBALANS Missie OOadA De 21 openbare basisscholen in de stadsdelen Zuid en Centrum behoren sinds 1 januari 2008 tot de stichting Openbaar Onderwijs aan de Amstel (OOadA). Kinderen die geplaatst zijn op een van onze scholen, krijgen een eigentijdse en gedegen voorbereiding op hun toekomst. We streven ernaar dat kinderen onderwijs kunnen volgen in de buurt waarin ze wonen. De scholen hanteren gezamenlijke kwaliteitsnormen, maar geven elk ook invulling aan een eigen onderwijskundig concept. Zo blijft de eigenheid van de scholen behouden. De stichting OOadA heeft onder meer zes Montessorischolen, twee Daltonscholen en twee Ontwikkelingsgerichte scholen.
De Balans is een jaarlijkse uitgave van de stichting Openbaar Onderwijs aan de Amstel. De inhoud is gebaseerd op het jaarverslag 2013 en ontwikkelingen in de eerste helft van 2014. Postadres Postbus 51356, 1007 EJ Amsterdam Telefoon 020 - 57 760 40 E-mail
[email protected]
www.openbaaronderwijsaandeamstel.nl
LEES VERDER OVER OOADA SCHOLEN
2
PASSEND ONDERWIJS
4
KWALITEIT
10
PROFESSIONALISERING
14
HUISVESTING
16
FINANCIËN
18
2 OOADA SCHOLEN
Wij zijn trots op onze scholen Openbaar onderwijs aan de Amstel (OOadA) kijkt terug op een enerverende periode. Veel gebeurd, veel geleerd en veel bereikt. “Onze organisatie is gezond en blijft zich verbeteren. Dat is te danken aan de mateloze inzet van de schoolteams, de medewerkers op het bestuurskantoor, betrokken ouders, de medezeggenschapsraden en de Raad van Toezicht”, aldus Marilene Streefland, lid van het college van bestuur. ons onderwijs en dienstverlening. Hoewel uit onderzoek blijkt dat de kinderen zich voor het overgrote deel fijn voelen op onze scholen, komt het af en toe voor dat een kind zich niet prettig voelt. Op die momenten zetten we alles op alles om de situatie zo snel mogelijk te veranderen. Geen zwakke scholen In 2013 is een aantal scholen door de onderwijsinspectie bezocht. Die scholen zijn allemaal voldoende beoordeeld. Daarmee zijn er ook in 2013 geen zwakke scholen binnen onze stichting. Natuurlijk had de inspectie wel wat aanmerkingen en suggesties voor verbeteringen. In de kern kwam het advies van de inspectie steeds neer op het planmatiger begeleiden van kinderen die extra aandacht vragen en de verschillen in een klas beter organiseren. Deze adviezen en de ambities van onze scholen hebben geleid tot verschillende activiteiten waaronder vrijwillige deelname aan een verbetertraject en het laten plaatsvinden van een externe audit.
Onze scholen zijn gewild De 21 openbare basisscholen in de stadsdelen Centrum en Zuid bieden onderwijs aan ruim 7500 leerlingen. Onze scholen zijn erg in trek bij ouders en kinderen. Ook dit jaar werden er weer meer nieuwe kinderen aangemeld. “Daar zijn wij trots op. Het zegt toch iets over het vertrouwen dat ouders hebben in de kwaliteit van onze scholen en het plezier waarmee kinderen naar onze scholen gaan”, zegt Marilene Streefland. Tegelijkertijd zijn er soms ook kritische geluiden van ouders. Op die momenten bepalen we of die kritiek terecht is. Als dat zo is, zoeken we naar een oplossing en naar verbeteringen van
Een leven lang leren Scholen die goed kunnen inspelen op de onderwijsbehoeftes van kinderen, daar gaat het ons om. Dat is een enorme uitdaging die vraagt om voortdurende scholing en investering in vakbekwaamheid. Wij doen dat vooral op basis van observaties: “Hoe doe je het nu en hoe kan het beter?” De nieuwe gesprekkencyclus en klassenobservaties met een vaste kijkwijzer zijn hier belangrijke instrumenten voor geweest. In 2014 evalueren we de eerste ervaringen met het gebruik van deze instrumenten. Naast deze klassenbezoeken ontplooien wij ook scholing die gericht is op het vergroten van kennis en de toepassing van nieuwe methodieken. Belangrijker nog dan het
OPENBAAR ONDERWIJS AAN DE AMSTEL nummer 2 SEPTEMBER 2014 3 organiseren van allerlei vormen van scholing is het ontwikkelen van een cultuur die gebaseerd is op het idee ‘een leven lang leren’. Daarbij spelen onze schooldirecteuren een belangrijke rol.
verbouwingen hebben we ook het aantal ruimtes voor onderwijs uitgebreid om meer aangemelde kinderen te kunnen plaatsen. Beter bestuur van onze stichting In 2013 is het bestuur van de stichting anders georganiseerd. De stichting wordt geleid door een college van bestuur en er is een Raad van Toezicht ingesteld. Hiermee voldoen wij aan de moderne eisen die voor onze stichting gelden. Het belangrijkste voordeel hiervan is dat belangrijke besluiten sneller genomen kunnen worden en dat het toezicht op het functioneren van de stichting beter is geregeld.
Verbouwing en uitbreiding van schoolgebouwen Goed onderwijs vraagt om goede schoolgebouwen. Wij hebben veel geïnvesteerd in de fysieke verbetering van onze schoolgebouwen op basis van een onderhoudsprogramma. Daar bleek meer geld voor nodig te zijn dan aanvankelijk begroot was. Wij hebben er bewust voor gekozen om dat budget te verruimen. Naast
Scholenoverzicht OOadA
Basisscholen OOadA Amsterdam Centrum en Zuid www.ooada.nl
Scholen Centrum: 1
Theo Thijssenschool
3
14e Montessorischool De Jordaan
5
De Witte Olifant
2
De Burght
4
De Kleine Reus
6
Dr. E. Boekmanschool
7
Basisschool Oostelijke Eilanden
OOadA Scholen Centrum: 1
Theo Thijssenschool
2
De Burght
3
14e Montessorischool De Jordaan
4
De Kleine Reus
5
De Witte Olifant
6
Dr. E. Boekmanschool
7
Basisschool Oostelijke Eilanden
2 1
5
3
7
OOadA Scholen Zuid: 1
De Notenkraker
2
Olympia
3
2e Daltonschool Pieter Bakkum
4
Nicolaas Maesschool
5
12e Montessorischool De Stern
6
Merkelbachschool
7
1e Montessorischool De Wielewaal
8
Oscar Carré
9
De Springstok OBS
10
3e Daltonschool Alberdingk Thijm
11
9e Montessorischool De Scholekster
12
Dongeschool
13
6e Montessorischool Anne Frank
14
15e Montessorischool van Maas en Waal
15
Zuida, voorlopig gehuisvest in 5
6 4
9
1 8
4 3
10 11
7
12 2
14
13
15
5 6
Scholen Zuid:
Klik hier voor de online versie van het scholenoverzicht OOadA Centrum
Klik hier voor de online versie van het scholenoverzicht OOadA Zuid
1
De Notenkraker
4
Nicolaas Maesschool
7
1e Montessorischool De Wielewaal
10
3e Daltonschool Alberdingk Thijm
13
6e Montessorischool Anne Frank
2
Olympia
5
12e Montessorischool De Stern
8
Oscar Carré
11
9e Montessorischool De Scholekster
14
15e Montessorischool van Maas en Waal
3
2e Daltonschool Pieter Bakkum
6
Merkelbachschool
9
De Springstok OBS
12
Dongeschool
4 PASSEND ONDERWIJS
Passend onderwijs Vanaf 1 augustus 2014 gaat de wet op passend onderwijs in. Passend onderwijs draait om de zorgplicht, een andere benadering van kinderen die bijzondere aandacht nodig hebben en een kans op minder bureaucratie. De stichting heeft veel tijd gestoken in de voorbereiding op deze verandering.
De Wet De wet schrijft voor dat de school waar een kind aangemeld of ingeschreven is, verantwoordelijk is voor het bieden van passend onderwijs. Dit betekent niet dat een school alle kinderen moet kunnen begeleiden. Als de school kan aantonen dat het geen passend onderwijs kan bieden voor dit kind, blijft het mogelijk om een kind over te plaatsen. Dat kan een andere bassischool zijn, maar ook een school voor speciaal onderwijs. De school waar het kind is aangemeld of ingeschreven is er verantwoordelijk voor dat het kind daar dan een plaats kan krijgen. Visie van OOadA Hoe de zorgplicht uitgevoerd moet worden, vraagt om visie. Deze visie hebben we het afgelopen jaar uitgedacht en verwoord. Daar zijn verschillende partijen bij betrokken geweest:
directeuren en leerkrachten, intern begeleiders, orthopedagogen, ouders vanuit de gemeenschappelijk medezeggenschapsraad. Inmiddels is die visie vastgesteld. De hamvraag is wat we kunnen doen om zo goed mogelijk rekening te houden met dat wat een kind nodig heeft. Ons antwoord op die vraag bestaat uit 7 onderdelen: 1. Schoolteams met sterke leerkrachten die ondernemend zijn ingesteld 2. Duidelijker zijn in wat een school te bieden heeft. 3. Gericht zijn op wat wel werkt 4. Experts verbonden aan de school 5. Veel minder bureaucratie 6. Zoveel mogelijk geld direct naar de scholen, zodat zij beter kunnen sturen 7. Goede samenwerking met ouders
OPENBAAR ONDERWIJS AAN DE AMSTEL nummer 2 SEPTEMBER 2014 5 Hoge eisen aan de basiskwaliteit van het onderwijs In de afgelopen drie jaar heeft de kwaliteit van de leerkracht meer aandacht gekregen. In de voorbereiding, op 1 augustus, hebben we bekeken wat passend onderwijs specifiek gaat vragen van een leerkracht. Het gaat er vooral om op welke wijze de leerkracht het onderwijs organiseert, hoe de leerkracht omgaat met verschillen en welke kansen de leerkracht pakt? De leerkracht wordt minimaal eenmaal in de twee jaar door de directeur beoordeeld en één keer in de vier jaar door middel van een externe audit. Als we hogere eisen aan kwaliteit stellen, moeten onze leerkrachten ook de tijd krijgen om zich vooral op het onderwijs in de klas te kunnen richten. Zij zullen dus minder inzetbaar zijn voor taken die niet direct gaan over het onderwijs in de klas. De school gaat
is het in de klas, soms buiten de klas. Passend onderwijs gaat het voor scholen makkelijker maken deze arrangementen op te tuigen. De school gaat namelijk zelf beschikken over de middelen om het te kunnen organiseren. Een arrangement kan betekenen dat uw kind naast de gewone leerkracht geholpen wordt door een speciale leerkracht in of buiten de klas. Uw aanspreekpunt blijft altijd de gewone leerkracht van uw kind. Die leerkracht overziet de totale ontwikkeling in de klas. Hij of zij moet weten hoe de begeleiding door een speciale leerkracht verloopt en zal overleg met u en de speciale leerkracht organiseren als dat nodig is.
Experts in de school Elk school gaat werken met een expertteam voor kinderen die bijzondere aandacht vragen. Binnen passend onderwijs zelf beschikken noemt men dat een over de middelen om Wat heeft de school ondersteuningsteam. onderwijsarrangementen te te bieden? Naast de ouder(s) van kunnen organiseren De school heeft de het kind, de intern plicht om voor passend begeleider en de onderwijs te zorgen. leerkracht voegt de Voor zover de school dit zelf kan verzorgen, geldt directeur dat de juiste deskundigen aan dit team dat de directie mag bepalen op welke manier dat toe, zoals orthopedagogen, psychologen en gebeurt. Natuurlijk is de inbreng van de ouders experts uit het speciaal onderwijs. Zij buigen daarin erg belangrijk, maar de regie ligt altijd zich gezamenlijk over de vraag wat het kind aan bij de school. Elke school maakt een document begeleiding vraagt en op welke manier dat het waarin vermeld staat wat de school op het beste verzorgd kan worden. gebied van passend onderwijs te bieden heeft, hoe het passend onderwijs georganiseerd wordt, Minder bureaucratie hoe ouders betrokken worden èn waar de school Het oude systeem zat vol met hinderlijke de komende jaren aan gaat werken. Dit heet het bureaucratie. Voor advies bij ingewikkelde Schoolondersteuningsprofiel en moet jaarlijks situaties moest de directeur een stedelijk bijgesteld worden. De medezeggenschapsraad loket. Dat betekende vaak een tijdje op je moet hierover om advies gevraagd worden. beurt wachten. Ook het regelen van geld of mankracht voor extra ondersteuning vroeg veel Gericht zijn op wat wel werkt? papierwerk en duurde lang. Tenslotte werd Steeds meer scholen werken met onderwijsspecialistische begeleiding verzorgd door een arrangementen voor kinderen die extra aparte dienst en die begeleiding sloot niet altijd begeleiding nodig hebben. Met deze aan op wat de school nodig had. Met passend arrangementen zoekt de school naar wat wel onderwijs grijpt onze stichting de kans om die werkt. Die arrangementen kunnen en mogen bureaucratie drastisch te verminderen. Zo gaat allerlei vormen hebben. Soms duurt het een het geld dat bij het bestuur binnenkomt voor paar weken, soms een paar maanden. Soms het grootste deel direct naar de scholen, zonder is het een uur in de week, soms vaker. Soms aanvraagprocedures en zonder gedwongen
6 PASSEND ONDERWIJS winkelnering. We gaan zelf iemand aanstellen die onze scholen gaat adviseren bij ingewikkelde situaties. Door zelf iemand in huis te hebben, worden de lijnen korter en gaan we zelf over prioriteiten en snelheid. Goede samenwerking met ouders Met ouders slaan we vanaf 1 augustus een andere weg in. Nu komt het nog vaak voor dat ouders alleen geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind en over de plannen van de school. Vanaf 1 augustus wordt u betrokken als ervaringsdeskundige. Dat is een andere insteek. Vraagt de ontwikkeling van uw kind om aandacht, dan zit u aan tafel met school om samen over een aanpak te praten. Die insteek zie je steeds meer op scholen, maar vanaf 1 augustus wordt dat dus de norm binnen ons bestuur. We noemen dat ‘educatief partnerschap’.
Meer- en hoogbegaafde kinderen en passend onderwijs Afgelopen jaar is het aanbod voor kinderen die meer- of hoogbegaafd zijn een belangrijk onderwerp geweest. Veel scholen werken aan het verbeteren van hun aanbod voor deze ‘vergeten groep’. OOadA vindt dat meer- en hoogbegaafde kinderen zoveel mogelijk ìn de klas door de eigen leerkracht begeleid moeten worden. Daar zitten de kinderen het meest. Dat vraagt van onze schoolteams dat ze zichzelf bekwamen op dit gebied. Voor sommige begaafde kinderen zal die begeleiding in de klas niet genoeg zijn. Voor deze kinderen is aanvullende begeleiding nodig, bijvoorbeeld met een plusgroep. Zijn de scholen er klaar voor? Onze scholen zijn al ver voor 1 augustus in de richting van de nieuwe situatie gaan werken en ook op bestuursniveau hebben we veel tijd
OPENBAAR ONDERWIJS AAN DE AMSTEL nummer 2 SEPTEMBER 2014 7 gestoken in de voorbereiding. Zodoende hebben we een prima basis om vanaf 1 augustus mee van start te gaan. Toch zullen we de komende jaren op basis van ervaringen moeten bekijken hoe we ons onderwijs steeds passender kunnen maken.
85% van het geld gaat direct naar onze scholen Voor 1 augustus konden ouders van kinderen die extra begeleiding nodig hadden een zogenaamde rugzak aanvragen. Dat betekende dat de school over geld kon beschikken om extra begeleiding te regelen. Ouders van een kind met een rugzak hadden er recht op dat het geld alleen voor hun kind werd gebruikt. Na 1 augustus vervalt die manier van werken. Dan kunnen deze ouders geen aanspraak meer maken op geld voor hun kind. Het schoolbestuur krijgt dan namelijk een vast bedrag voor extra begeleiding. Het bestuur gaat dit budget voor 85% direct aan de scholen geven, omdat het geld daardoor vooral besteed kan worden aan de begeleiding van kinderen in plaats van aan bureaucratie. Het restant (15%) beheert het bestuur om in te kunnen spelen op bijzondere situaties en calamiteiten. Het voordeel is dat er geen tijdrovende aanvraagprocedures meer nodig zijn en het geld ook gebruikt kan worden voor kinderen die voorheen niet zo’n rugzak kregen, maar wel extra aandacht vragen. Er komt overigens voor onze scholen voldoende geld om de kinderen die nu een rugzak hebben dezelfde begeleiding te blijven geven.
GEDAAN ■ Visie op uitvoering zorgplicht is uitgewerkt, zeer uitvoerig besproken en uiteindelijk vastgesteld. ■ Er is overeenstemming met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad over onze visie en de koers. ■ Het percentage van het budget dat directe naar de scholen gaat is vastgesteld. Hetzelfde geldt voor de manier waarop het geld voor passend onderwijs verdeeld wordt over de scholen.
Informatie over belangrijke verandering naar schooldirecties is verzorgd. ■
Voorbereidingen voor een ouderdenktank zijn gestart. ■
■ De manier hoe we kinderen passend onderwijs willen organiseren is uitgewerkt in taken en verantwoordelijkheden en een duidelijk route. Een speciale brochure voor ouders is gereed voor gebruik.
De werkwijze om arrangementen voor extra begeleiding op te zetten is gereed. ■
Een uniforme opzet om in beeld te brengen wat een school te bieden heeft op het gebeid van passend onderwijs is gereed (schoolondersteuningsprofiel). ■
8 PASSEND ONDERWIJS FACTSHEET
ONTWIKKELING LEERLINGAANTAL ontwikkeling leerlingaantal 7500 7436 7400 7286
aantal leerlingen
7300
7200
7149
7100
7052
7029 7000
6900
6800 2009
2010
2011
2012
2013
1 oktobertelling
Ontwikkeling leerlingaantal OOadA scholen
CITO EINDTOETS Cito eindtoetsgegevens Gemiddelde OOadA
Gemiddelde landelijk
539,0
538,0
537,0
536,0
535,0
534,0
533,0 2009
2010
2011
2012
2013
OPENBAAR ONDERWIJS AAN DE AMSTEL nummer 2 SEPTEMBER 2014 9
Doorstroomgegevens VO
UITSTROOM VOORTGEZET ONDERWIJS 2013; 7% 2013; 20%
2012; 10% 2012; 2011; 17% 2011; 9% 11%
2011; 80%
HAVO/VWO
VMBO
2012; 73%
2013; 73%
IWOO/PRO
10 KWALITEIT
De kwaliteit van onze scholen Kwaliteit van onderwijs is een onderwerp waar veel over wordt gesproken. In de media en op veel andere plekken ligt daarbij helaas vaak de nadruk op de resultaten van de cognitieve vakken De CITO-toetsen lijken steeds belangrijker te worden en voor je het weet ontstaan er lijstjes van de best scorende scholen.
Zegt een degelijke benadering nu eigenlijk iets over de kwaliteit van de school of zegt het misschien wel meer over de kinderen zelf? Immers, op onze scholen zitten veel kinderen die van huis uit al heel veel meenemen. Ze groeien in veel gevallen op in een talige omgeving en er is van huis uit vaak al sprake van hoge verwachtingen. Het zou dan ook wel erg gemakkelijk zijn de kwaliteit van onze scholen alleen af te meten aan de hand van de toets resultaten en de VO-scholen waarnaar onze kinderen doorstromen. Wat ons betreft moet de kwaliteit dan ook veel meer afgemeten worden aan de mate waarin een school in staat is kinderen zich in de volle breedte te laten ontwikkelen. Dat betekent op zowel cognitief, sociaal-emotioneel als creatief gebied datgene aanreiken waardoor kinderen ook echt kunnen groeien.
Om dit te kunnen doen moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Een goede huisvesting, inzet van adequaat materiaal en het maken van goede beleidsmatige keuzes (onderwijsconcept) spelen vanzelfsprekend een belangrijke rol. We zien echter de leerkracht als veruit belangrijkste factor. In hoeverre is de leerkracht in staat in te spelen op datgene wat de kinderen nodig hebben? Verstaat hij/zij de kunst kinderen te motiveren en weet hij/zij een sfeer in een groep te creëren waardoor kinderen zich veilig voelen en waarin kinderen zich durven te laten zien zoals ze zijn. Heeft hij/zij voldoende inzicht in de processen die van belang zijn om kinderen tot leren te brengen en durft hij/zij daarbinnen keuzes te maken. Beschikt hij/zij over voldoende didactische vaardigheden en begrijpt hij/zij hoe kinderen denken, leven, voelen, zich
OPENBAAR ONDERWIJS AAN DE AMSTEL nummer 2 SEPTEMBER 2014 11 ontwikkelen? Weet hij/zij het onderwijs zodanig te organiseren dat kinderen in staat worden gesteld zich op eigen wijze te ontwikkelen en accepteert hij/zij ook echt verschillen tussen kinderen. Dat is nogal wat en het laat zien wat het van een leerkracht vraagt om een goede kwaliteit te kunnen leveren. Dit is dan ook de reden dat binnen bestuur en scholen van OOADA ook in de afgelopen periode veel aandacht is besteed aan het vergroten van de vaardigheden van leerkrachten.
opgenomen. Stapsgewijs zijn een aantal vaardigheden onder de loep genomen en er zijn nadere afspraken gemaakt over de wijze waarop leerkrachten ondersteund worden bij de ontwikkeling ervan. Ook de frequentie van klassenbezoeken is in veel gevallen opgevoerd. Dit betreft zowel de klassenbezoeken van de interne begeleiders/directie maar ook de collegiale consultatie, waarbij de leerkrachten bij elkaar in de groep gaan kijken en elkaar feedback geven. Om te komen tot een passender onderwijsaanbod is het van belang dat leerkrachten in Bestuur staat zijn de toetsresultaten goed te analyseren. Tijdens de directie-tweedaagse van november Een dergelijke analyse vormt de basis voor het heeft de nadruk heeft gelegen op het helder opstellen van een handelingsgericht groepsplan. krijgen van wat nu eigenlijk van leerkrachten Het vergroten van de analysevaardigheden en kan en mag worden de vertaling naar een gevraagd. Dat lijkt gericht onderwijsaanbod een logische vraag, Op cognitief, sociaal-emotioneel heeft op alle scholen maar gebleken is dat in de afgelopen en creatief gebied datgene dat nu juist één van periode veel aandacht aanreiken waardoor kinderen de dingen was, waar gekregen. De Interne ook echt kunnen groeien geen eenduidigheid begeleiders hebben over bestond. daarbij een belangrijke Van belang is dat rol gespeeld. Zij zijn er zich binnen bestuur en scholen een daartoe bestuursbreed in 2013 geschoold in gemeenschappelijke “taal” ontwikkelt waarmee het opbrengstgericht werken. Ook de MT-leden over de kwaliteiten van leerkrachten gesproken van de scholen hebben een dergelijke scholing kan worden. Dat maakt het voor de leerkracht gekregen. zelf helder en het stelt bestuur en directeuren in staat om gerichtere sturing te geven. Enkele van onze scholen hebben de keuze Binnen de stedelijke kwaliteitsaanpak (KBA) gemaakt om op vrijwillige basis in te stappen in is een kijkwijzer gehanteerd waarmee het het kwaliteitsverbetertraject KBA dat gedeeltelijk functioneren van leerkrachten op vele aspecten wordt gesubsidieerd door de gemeente van het onderwijsproces wordt bekeken. Op Amsterdam . Binnen dit tweejarige traject basis van de in die kijkwijzer gehanteerde wordt de school door externe deskundigen indeling en terminologie zijn door bestuur op een planmatig manier begeleid. Ook en directies afspraken gemaakt. Afgesproken hierin staat het leerkrachthandelen centraal. is dat de kijkwijzer centraal zal staan tijdens De Olympiaschool en de Springstok hebben klassenbezoeken die jaarlijks door Interne inmiddels dit traject afgerond. De Notenkraker en begeleiders en directeuren worden afgelegd. de 9e Montessorischool de scholekster gaan het Ook zal dezelfde systematiek de basis zijn voor tweede jaar in. de verder ontwikkeling van de gesprekkencylus (functionerings- en boordelingsgesprekken). Hoe houden we zicht op de ontwikkeling van de kwaliteit? Scholen Om de ontwikkeling van de kwaliteit van de In de jaarplannen van alle scholen is het scholen goed in beeld te kunnen houden en leerkrachthandelen als veranderonderwerp waar nodig gericht te kunnen sturen hanteren
12 KWALITEIT de scholen een intern kwaliteitsinstrument: Werken met kwaliteitskaarten. Met behulp van dit instrument worden in een vier-jarige cyclus alle aspecten van het onderwijsproces tegen het licht gehouden. Dit gebeurt aan de hand van vragenlijsten die door leerkrachten/intern begeleiders en ouders worden ingevuld. Zeer recent zijn in dit kader ouders bevraagd over de kwaliteit van de scholen. Op basis van de resultaten ervan worden gerichte stappen gezet. Door middel van een module op bestuursniveau
is het bestuur in staat de stand van zaken te monitoren. Het College van bestuur voert jaarlijks managementgesprekken met de directeuren van de scholen. Daarin verantwoorden de directeuren hun op school gevoerde beleid ( jaarverslag), lichten de jaarplannen toe en geven daarmee een beeld van de ontwikkeling van de school. In oktober/november 2013 hebben deze gesprekken weer plaatsgevonden. In het voorjaar zijn in aansluiting daarop vervolgens voortgangsgesprekken gevoerd.
Kwaliteitsondersteuning Primair Onderwijs (KPO) De Gemeente Amsterdam heeft een aantal jaren geleden onder leiding van toenmalig wethouder Lodewijk Ascher een programma ontwikkeld voor het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Deze aanpak is bekend geworden onder de naam Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam (KBA). In eerste instantie was dit programma bedoeld voor zwakke scholen, maar in de afgelopen jaren werd het ook mogelijk voor niet-zwakke scholen gebruik te maken van de expertise. Inmiddels worden geen nieuwe scholen meer toegelaten voor een KBA-traject. In vervolg op dit programma hebben de Amsterdamse schoolbesturen ervoor gekozen een eigen auditsysteem op te zetten. Dit auditsysteem is een middel om in Amsterdam een gezamenlijk referentiekader over goed onderwijs te hanteren. De audit bestaat uit een algemeen deel, dat voor alle scholen gelijk is, en een schoolspecifiek deel. Dit schoolspecifieke deel biedt de mogelijkheid voor scholen eigen onderzoeksvragen in te brengen. Alle Amsterdamse scholen zullen in de komende vier jaar één keer bezocht worden door een onafhankelijke onderwijsexpert. Hij/ zij maakt samen met de schooldirectie een soort scan van de school maakt op diverse gebieden zoals bijvoorbeeld: het aanbod, het leerkrachthandelen, de leerlingenzorg, de schoolorganisatie en de sociale veiligheid. Met de uitkomsten van zo´n scan kunnen directeuren en teams bepalen of ze op de goede weg zitten of dat er bepaalde verbeteringen noodzakelijk
zijn. Met het oog op de jaarplanontwikkeling is zo´n scan een zeer nuttig instrument. Het houdt de school eigenlijk een spiegel voor en brengt de kwaliteiten en ontwikkelpunten in beeld. Om dit alles te kunnen coördineren is de Stichting KPO opgericht. Hoewel de Gemeente verder geen rol in deze stichting heeft en de audits worden uitgevoerd in opdracht van de schoolbesturen, heeft de gemeente in eerste instantie toegezegd voor de bekostiging van de Stichting te zullen zorgen. Deze subsidiering is echter niet in het huidige coaliteakkoord opgenomen, zodat dit aspect momenteel wat onzeker is. In het kader van een eerste pilot is op de Nicolaas Maesschool en de Dr. E. Boekmanschool een dergelijke audit uitgevoerd. De scan is met de directeuren besproken en de uitkomst ervan is ook in de teams toegelicht. Op basis van deze resultaten wordt nu een plan van aanpak opgesteld.
OPENBAAR ONDERWIJS AAN DE AMSTEL nummer 2 SEPTEMBER 2014 13
14 PROFESSIONALISERING
Feedback en beoordelen van leerkrachten De laatste drie jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor de kwaliteit van de leerkracht. Waar het vroeger kon voorkomen dat een leerkracht zelden of nooit werd beoordeeld, is een frequente beoordeling inmiddels een harde kwaliteitseis. Hoe je leerkrachten goed en vooral constructief kunt beoordelen en hoe een directeur door middel van gesprekken zicht houdt op de ontwikkeling van een leerkracht heeft in 2013 veel aandacht gekregen. Complexe oudergesprekken In verreweg de meeste gevallen verlopen gesprekken met ouders prima. Dat is niet altijd zo. Zeker gesprekken, waarin zorgen over een kind naar voren komen, leiden af en toe tot spanningen en conflicten. Dat geldt ook voor situaties waarin ouders bepaalde verwachtingen hebben die een school niet waar kan maken. Spanningen tussen ouder(s) en school zijn niet goed voor het kind. We vragen dus van onze scholen dat ze deze spanningen zoveel mogelijk voorkomen en oplossen als ze toch ontstaan. Met een speciale module “complexe oudergesprekken” kregen scholen de kans zich te bekwamen in het voeren van ingewikkelde gesprekken. Die scholing heeft tot veel positieve
ervaringen geleid. Met één module ben je er niet, dus elke school zal hier op gezette tijden aandacht aan moeten blijven geven. Analyse van resultaten Onderwijs gaat over ontwikkeling en dat is veel meer dan wat scores op cito-toetsen kunnen weergeven. Toch kunnen resultaten op toetsen aanleiding zijn om goed te bekijken wat er aan de hand is en wat een leerkracht kan doen om de ontwikkeling van een kind beter te laten verlopen. In 2013 is er binnen scholen veel aandacht geweest voor de manier waarop toetsresultaten zorgvuldig geanalyseerd kunnen worden. Bekwaamheidsdossier Alle medewerkers horen een zogenaamd bekwaamheidsdossier te hebben. Dat is wettelijk geregeld. Hierin moet zichtbaar zijn wat de medewerker in huis heeft en hoe de ontwikkeling is verlopen. In 2013 is er vooral veel aandacht besteed aan de opbouw van dit document en de verplichte onderdelen. Ook is nog eens besproken wie verantwoordelijk is voor het bijwerken van het document. De komende jaren zullen we erop toezien dat alle medewerkers een recent bijgewerkt bekwaamheidsdossier hebben.
OPENBAAR ONDERWIJS AAN DE AMSTEL nummer 2 SEPTEMBER 2014 15 Intervisie schoolleiders It is lonely at the top. Voor sommige onderwerpen is het voor een schoolleider prettig en zinvol om daar met collega-schoolleiders over te kunnen praten. Al jaren stimuleren wij uitwisseling tussen directeuren en dat gebeurt ook volop. In 2008 zijn we gestart met intervisie, omdat we die uitwisseling en collegiale hulp meer diepte wilden geven. Het gaat dan vooral om persoonlijke worstelingen die leiding geven met zich meebrengen. Een frisse kijk op de zaak en gerichte vragen kunnen iemand dan verder helpen. Dit gebeurt in intervisiegroepen die een paar keer per jaar bijeenkomen. In het begin was intervisie nog wat vrijblijvend. Terugkijkend op 2013 kunnen we zeggen dat deze vorm van intervisie inmiddels goed loopt. Opleiden in de school Wij geloven dat we een verantwoordelijkheid hebben in een goede opleiding van toekomstige leerkrachten. Om die reden werkt OOadA samen met de Hogeschool van Amsterdam en de Ipabo. Veel scholen van ons zijn zogenaamde ‘opleidingsscholen’. Dat betekent dat deze scholen meer dan gewone scholen bezig zijn met het opleiden van pabo-studenten. Natuurlijk krijgen deze scholen extra geld om dat te kunnen doen. In 2013 deden 14 van de 21 scholen mee. Het is de bedoeling dat dit aantal zal gaan
stijgen. Deze samenwerking heeft voor ons het voordeel dat we makkelijk toegang hebben tot recente inzichten en dat wij vanuit de praktijk invloed kunnen hebben op het curriculum van de pabo. Hierdoor zijn de studenten beter voorbereid op de praktijk. Bedrijfshulpverlening OOadA is verantwoordelijk voor de veiligheid op scholen. Om die reden zorgen we ervoor dat voldoende medewerkers op een school bekwaam zijn in EHBO en bedrijfshulpverlening. Afgelopen jaar hebben we verschillende herhalingscursussen georganiseerd om zo te voldoen aan de wettelijke eisen. Individuele coaching Het is onze overtuiging dat een leerkracht met een pabo-diploma niet bekwaam is voor het leven. Continu blijven ontwikkelen is ons credo. Vaak gebeurt dit op de school zelf, maar er is ook een mogelijkheid om begeleid te worden door coach die vanuit het bestuur voor alle scholen inzetbaar is. Dat is het afgelopen jaar ook weer vaak gebeurd. Dat gaat niet alleen om startende leerkrachten, maar ook leerkrachten die na een aantal jaren een duwtje nodig hebben om verder te groeien. De ervaringen met deze coaching zijn positief.
3
16 HUISVESTING
Extra financiële injecties In 2013 is behoorlijk geïnvesteerd in onze gebouwen. Het betreft (achterstallig) onderhoud, uitbreiding in verband met de groei van het aantal leerlingen en vernieuwingen in het kader van het onderwijsconcept.
In de tabel en grafiek is te zien wat voor een bedragen er in welke scholen door OOadA is geïnvesteerd in 2013. (dus exclusief investeringen vanuit de Gemeente) Het gaat in totaal om ruim € 984.000 aan objectverbouwingen. Een aantal projecten lichten wij eruit.
Extra investeringen gebouwen OOadA 2013 School Bedrag Boekmanschool € 54.581 De Burght € 43.387 2e Daltonschool € 55.943 3e Daltonschool € 67.716 Dongeschool € 122.494 1e Montessori € 34.372 9e Montessori € 47.730 15e Montessori € 80.439 Nicolaas Maesschool € 59.307 Witte Olifant € 19.402 Olympia € 33.243 Theo Thijssenschool € 365.524 Totaal € 984.138
Extra investeringen gebouwen OOadA 2013 Totaal Theo Thijssenschool Olympia Witte Olifant Nicolaas Maesschool 15e Montessori 9e Montessori 1e Montessori Dongeschool 3e Daltonschool 2e Daltonschool De Burght Boekmanschool €0
€ 200.000
€ 400.000
€ 600.000
€ 800.000
€ 1.000.000
€ 1.200.000
T
N
OPENBAAR ONDERWIJS AAN DE AMSTEL nummer 2 SEPTEMBER 2014 17 Onderhoud • Op de 3e Daltonschool zijn nieuwe ketels geplaatst en is er een nieuwe Gymzaalvloer gelegd. • Op de Dongeschool zijn er kasten, banken , tafels en prikborden op maat gemaakt, is er gewerkt aan de geluidreductie in het trappenhuis. Tevens zijn er ombouwen aangebracht over de radiatoren. Verder is er geschilderd en hebben er andere kleinere werkzaamheden plaatsgevonden. • Het schoolplein van de 15e Montessori is compleet heringericht. • In de Theo Thijssenschool is het meest aangepakt. Op deze school is de verlichting vervangen, plafonds vervangen, vloeren vervangen, kozijnen vervangen, groot onderhoud aan het dak gedaan en de directiekamer vernieuwd.
Groei • Naast de investeringen door OOadA is er ook door de Gemeente behoorlijk geïnvesteerd in de uitbreiding van de scholen om de groei van het aantal kinderen te kunnen blijven huisvesten. Dit betrof de volgende scholen: • Naast de 14e Montessori is een multifunctioneel gebouw neergezet. Daarin bevinden zich drie nieuwe lokalen. • De Oostelijke Eilanden heeft er twee lokalen bij gekregen, door het verplaatsen van het speellokaal. • Op de 1e, 6e en 15e Montessori zijn twee volwaardige groepslokalen gemaakt. • Op de 9e Montessori is één extra lokaal gerealiseerd. • Er is een nieuwe nevenvestiging van de Nicolaas Maesschool gestart op de Kruzemanstraat. Het gebouw is gebruiksklaar gemaakt voor 8 groepen. • Op De Burght zijn twee extra lokalen gerealiseerd op de Lindengracht.
ZuidAs Het was de bedoeling dat het Integrale KindCentrum op de ZuidAs per 1 augustus het nieuwe pand zou gaan betrekken op de Boelelaan 46. Omdat de vergunning nog niet is verleend is dit niet mogelijk per genoemde datum. Daarom zal de school per 1 augustus aanstaande beginnen in het pand van de 12e Montessori.
18 FINANCIËN
2013: Fors extra investeren Het boekjaar 2013 stond in het teken van forse investeringen in het onderwijs. Zowel vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W) als vanuit de stichting OOadA.
Dit wordt uitgelegd aan de hand van twee onderwerpen: vanuit het huishoudboekje over 2013 (de Winst en Verliesrekening, ook wel de exploitatie genoemd) en vanuit het verloop van het Eigen Vermogen en de voorzieningen (het beschikbare geld voor investeringen).
OPENBAAR ONDERWIJS AAN DE AMSTEL nummer 2 SEPTEMBER 2014 19
Lasten 2013
Loon/loongerelateerd
Dotatie/Onttrekking
Onderwijsmiddelen
Beheerkosten
Afschrijvingen
Huisvesting
Kantoorkosten en overige
Baten 2013
Rijksbijdragen
Overige subsidies OCW
Overige gemeente
Verhuur
Stadsdeelbijdrage
Detacheringen
TSO
ID banen Overige
106959 € 170.068
20 FINANCIËN € 500.000
Realisatie vs Begroting
€ 400.000 € 300.000 € 200.000 € 100.000 €0 2009
2010
2011
2012
2013
-€ 100.000 -€ 200.000 -€ 300.000 -€ 400.000 -€ 500.000
Boekjaar
De Winst en Verliesrekening Zoals elk boekjaar stellen wij op voorhand een begroting (prognose/schatting) op van ons huishoudboekje. Wij kijken dan naar wat wij denken aan geld te gaan ontvangen en wat wij aan geld gaan uitgeven. Vervolgens kijken wij in de loop van het boekjaar of deze begroting ook klopt. Het zou heel knap zijn als wij elk jaar op de euro nauwkeurig kunnen voorspellen wat wij ontvangen en uitgeven. Ook in het boekjaar 2013 zijn besluiten genomen en zaken opgetreden waardoor de werkelijkheid afwijkt van deze begroting. Voor 2013 hadden wij begroot € 384.989 negatief te draaien (dus meer uit te geven dan er binnen komt). Uiteindelijk hebben wij € 106.959 positief gedraaid. Dat is € 491.948 positiever dan begroot. Hoe komt dat nu? De voornaamste reden voor dit positieve effect is een ontvangst van extra ontvangsten vanuit het Ministerie van OC&W. (het zogenaamde Onderwijsakkoord en Herfstakkoord) Deze baten waren bij elkaar opgeteld € 1.400.000 en ze waren niet begroot/verwacht. Deze baten kwamen pas aan het einde van het boekjaar 2013 binnen. Nu denkt u natuurlijk: maar waarom dan maar een positief resultaat van € 106.959? Nou, dat komt door de investeringen in het onderwijs . In dit geval voornamelijk in het achterstallig onderhoud, de uitbreiding en andere vernieuwingen in het onderwijs. In totaal is er voor bijna € 1.000.000 extra geïnvesteerd in de gebouwen waarin wij onderwijs geven. Op het moment dat er werd besloten deze extra investeringen te doen wisten wij nog niet dat wij van het Ministerie van OC&W extra baten zouden krijgen. De veelal noodzakelijke investeringen waren toch mogelijk omdat wij een hoog Eigen Vermogen hebben (zie voor uitleg hieronder). De besluiten waren, met het oog op dit hoge Eigen Vermogen, dus prima te verantwoorden. Samenvattend kan worden gesteld dat wij in 2013 hebben besloten om meer uit te geven dan begroot, maar dat door behoorlijk meer incidentele baten dit niet heeft geleid tot een afname in het Eigen Vermogen. (zie grafiek voor het verloop tussen begroting en realisatie tussen 2009 en 2013).
OPENBAAR ONDERWIJS AAN DE AMSTEL nummer 2 SEPTEMBER 2014 21 Verloop Eigen Vermogen en Voorzieningen € 12.000.000
€ 10.000.000
€ 8.000.000
€ 6.000.000
€ 4.000.000
€ 2.000.000
€0 2009
2010 Eigen Vermogen
2011 Voorzieningen
2012
2013
Totaal EV & VZ
Het verloop van het Eigen Vermogen (en de voorzieningen) Hierboven spraken wij al even over het Eigen Vermogen. Maar wat is nu het verband tussen de Winst en Verliesrekening en het Eigen Vermogen? Simpel gesteld wordt het saldo van de ontvangsten en uitgaven (ook wel: het exploitatieresultaat) toegevoegd aan het Eigen Vermogen. Een positief saldo doet het Eigen Vermogen toenemen en een negatief saldo doet het Eigen vermogen afnemen. En wat hebben voorzieningen hier dan mee te maken? Voorzieningen worden aangelegd om te sparen voor toekomstige investeringen (onderhoud gebouwen) in het onderwijs of om te sparen voor toekomstige verplichtingen (jubilea, spaarverlof). Zij maken deel uit van de solvabiliteit van de organisatie: dit is de mate waarin wij zaken financieren vanuit het Eigen Vermogen (inclusief voorzieningen). Wij financieren onze investeringen in onderwijszaken (gebouwen, computers, meubels, onderwijsmethoden, nascholing/bijscholing van medewerkers) dus, al dan niet via de winst en verliesrekening, via het Eigen Vermogen en de voorzieningen. Een gezond Eigen Vermogen en een passend voorzieningenniveau zijn daarom van groot belang voor de huidige maar ook toekomstige investeringsmogelijkheden. Hiernaast een tabel en grafiek met het verloop van het Eigen Vermogen en de voorzieningen (afzonderlijk en totaal).
Samenvattend: Door de extra ontvangsten in het boekjaar 2013 is het Eigen Vermogen gestegen. Dit vermogen kan worden gebruikt om in 2014 en latere jaren te investeren in het onderwijs.
Stichting Openbaar Onderwijs aan de Amstel Postadres Telefoon
Postbus 51356, 1007 EJ Amsterdam 020 - 57 760 40
E-mail
[email protected] Eindredactie Stichting Openbaar Onderwijs aan de Amstel Cartoons Taco Stroo Ontwerp Toewan www.openbaaronderwijsaandeamstel.nl