VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 34 NUMMER 6 11 april 2008
Robot grensverleggend Foto: Flip Franssen
Patiënten geven tegenwoordig de voorkeur aan een operatie met robot en gaan daarvoor zelfs de grens over, want een robot zou feilloos kunnen werken. Dat is een illusie, want het is nog steeds de operateur die de robot bedient. Maar met de nieuwe Da Vincirobot van het Radboud, kun je nog preciezer opereren. Voor een robot kiezen is dus zo gek nog niet. Een handig apparaat voor zeer uiteenlopende laparoscopische ingrepen. N e l l e k e D i nn i s s e n
De hypermoderne Da Vinci-robot die onlangs het Centraal OK-complex werd binnengereden is van oorsprong een militaire uitvinding. Defensie wilde op afstand kunnen opereren: veilig achter vijandelijke linies terwijl de patiënt op het slagveld ligt. Het zou chirurgenlevens kunnen sparen. De robot, die het Radboud onlangs aanschafte, gaat zelfs moeiteloos over grenzen heen. Een keer is er met een Da Vinci een transatlantische galblaasoperatie uitgevoerd. ‘Maar daarvoor hebben we dit apparaat niet aangeschaft’, zegt uroloog Frank D’Ancona. ‘Met de robot gaat het Radboud laparoscopische operaties (sleutelgatoperaties) uitvoeren en dat heeft grote voordelen. In plaats van tweedimensionaal, kunnen we met de robot alles driedimensionaal zien en dus
Pagina 5 OK-bedrijf Radboud: koploper in efficiency
Pagina 7 Organisaties hart patiënten hebben vertrouwen in hartchirurgie
veel nauwkeuriger opereren. Met de vernuftige gewrichtjes aan de armen kun je heel soepel om bochten heen manoeuvreren. Ideaal voor het fijne werk en hersteloperaties.’ Robot-assisted laparoscopische ingrepen zullen steeds meer terrein winnen. Zonder robot soms zelfs minder klandizie, meent D’Ancona. ‘Dankzij internet zijn patiënten goed geïnformeerd. Ze willen het neusje van de zalm en gaan daarvoor zelfs naar het buitenland. Veiliger, denken ze. Niet helemaal waar’, zegt D’Ancona. ‘Het is de operateur die het uiteindelijk doet. Maar met een robot kan het nog preciezer. We kunnen zelfs MRI-beelden of CT-scans op het operatiegebied projecteren, waardoor de snijvlakken van een tumor heel nauwkeurig te bepalen zijn. Sowieso blijven met een robotoperatie meer zenuwen en ander omliggend weefsel gespaard, wat resulteert in minder functieverlies.’ Bij de gewone laparoscopie moet de chirurg in omgekeerde richting denken. Trekt hij de arm van een tang naar achteren, dan draait hij deze in het lichaam naar voren. ‘Dat is heel lastig, daar moet je je hersenen op trainen’, aldus D’Ancona. ‘Met een simulator moet je dat zeker dertig tot vijftig keer oefenen. De robottechniek is gemakkelijker, die heb je al tussen de tien en twintig keer onder de knie, omdat je hier niet in omgekeerde richting hoeft te denken.’ Alle afdelingen, zoals chirurgie, gynaecologie, urologie, vaatchirurgie, kinderchirurgie en thoraxchirurgie, kunnen gebruik maken van de robot. Chirurgen en OK-assistenten moeten daarvoor eerst een basistraining in Strassbourg doen, waar een Da Vinci-opstelling staat en waar zij op varkens kunnen oefenen. ‘Vervolgens moeten afdelingen zelf experts uitnodigen om de operaties op patiënten te leren toepassen’, aldus D’Ancona. Van het Radboud zijn drie chirurgen getraind. Over enkele weken zal de eerste robotoperatie plaatsvinden. n
Pagina 8 Reportage: wijnvlekken en aardbeigezwellen
Pagina 13 Radbode blikt terug met alumni
rad b od e 6 - 2 0 0 8
inhoud 3
agenda
Medezeggenschap Servicebedrijf wacht niet tot klanten bellen Vragen van OR over voedingsassistenten, zorgketenlogistiek en wie zal dat betalen…?
10
Oecumenische vieringen 10.00 uur personeelsrestaurant: zondag 13 april, voorganger Ries van de Sande; zondag 20 april, voorganger Ans Bertens; zondag 27 april, voorganger Ries van de Sande.
Onderzoek Mechanische hartmassage Internationaal onderzoek moet uitwijzen of de ‘Autopulse’ de overleving van gereanimeerde patiënten vergroot.
5
Praktische Stralingshygiëne voor medisch specialisten en AIOS, deskundigheid 4 A/M.
Patiëntenzorg Weer vertrouwen in hartchirurgie Tijdens een informatiebijeenkomst voor organisaties van hartpatiënten presenteerde prof. Henry van Swieten, hoofd Cardio-thoracale Chirurgie, de resultaten sinds de ‘herstart’.
8
Voor alle cursussen en meer info: www.umcn.nl/ paog.
17, 18 en 21 april
Beleid ‘Oproepen is opereren’ Voor het eerst zijn alle operatiekamercomplexen van universitair medische centra met elkaar vergeleken. Radboud blijkt koploper
7
PAOG
Reportage Aangeboren bloedvatafwijkingen Radbode liep mee met het HECOVANspreekuur.
15
16 april Nascholingsavond Psychiatrie Kinder en Jeugd ‘Neurofeedback’.
Opinie Het betoog
21 april
Intensivering van de verpleegkundige zorg voor kwetsbare ouderen is noodzakelijk, vinden Wim van de Vrie en Anke Persoon.
Ontwikkeling en deficiënties van het immuunsysteem bij kinderen/Afwijkingen van het bloed bij kinderen, o.a. stolling. Bestemd voor huisartsen, artsen jeugdgezondheid en artsen verstandelijk gehandicapten.
24 april Peri-operatieve zorg: een grote zorg. Infectie en infectiepreventie in de praktijk van alledag op verpleegafdeling en OK.
En verder...
Overig
Vals-positieve uitslag bij erfelijke borstkanker, Biomedische databank boekt succes, Nieuwsladder 4 In bedrijf 6 Volledig herstel van chronische vermoeidheid is mogelijk, Prijzen en benoemingen 11 Advertenties 12 Alumnidag, Moment 13 Ingezonden, IM, Mensen, Boodschap, Colofon 14 PIP-nieuws 15 Symposium over kunst, ethiek 16
Secretaressesymposium: Communicatie - Horen & Zien, Zeggen & Schrijven. Voor alle secretariële beroepen van het UMC St Radboud. Dit jaar is gekozen voor het thema communicatie. Locatie en tijd: Auditorium, 8.30-16.30 uur. Meer informatie via de website van het secretaressenetwerk, www. umcn.nl/sn. Inschrijven kan via deze website of via een e-mail naar postbus secretaressenetwerk.
17 april
19 april, 3 en 4 juni Er zijn nog een aantal plaatsen vrij voor alle verpleegkundige basisopleidingen. Op 19 april is er een open dag op de HAN (10.00 – 15.00 uur) en op 4 juni een informatieavond op de HAN (18.00 – 21.30 uur). Op het ROC vindt er 3 juni een infoavond plaats. Meer informatie staat op de site onder: werken bij het UMC/leren en werken.
kunst Etienne, de zoon van Carmelo Zagari, houdt de handen voor zijn ogen. Wil hij niet zien of is hij aan het dromen? Misschien, min of meer bewust, kiest hij voor het laatste, om het volwassen worden nog even uit te stellen, om nog even niet met de realiteit te hoeven, te willen leven. De vader-kunstenaar roept in zijn schilderij deze situatie waarmee iedere ouder geconfronteerd wordt, even virtuoos als sensibel op. De wereld die Carmelo Zagari ons laat zien is sprookjesachtig, een soort lanterna magica zoals hijzelf zegt. Hij fascineert omdat hij alles aan de orde kan stellen, alles ter sprake weet te brengen, maar op zo’n wijze dat hij terwijl hij ons toch enigszins doet huiveren, niet echt afschrikt. Het gaat eerder om een soort initiatieproces in de ‘grote wereld’, waarbij het leren leven niet zozeer uit een directe overdracht van feiten en kennis, van waarschuwingen voor gevaren en dreigingen bestaat. De magische kant van het werk roept tegelijk bezwerende krachten op. Hier hoeft niet alles begrepen te worden, maar wordt gewerkt aan een stevige basis om met de vragen van het leven om te kunnen gaan. En het doek krijgt zijn volle betekenis en kracht op het moment dat de menselijke kwetsbaarheid zich in alle ernst en hevigheid aandient.
21 april Muziek in de pauze. Natascha Veldhorst, liederen van o.a. Gabriel Fauré, Francis Poulenc en Mozart. Piano: Pieter Grimbergen. Dit miniconcert wordt aangeboden door de Personeelsvereniging Radboud. Van 12.45-13.15 uur in de Aula, Radboud Universiteit, Comeniuslaan 2.
22 april Uitreiking Studieprijzen. Drie studieprijzen worden uitgereikt aan een student van Geneeskunde, Biomedische Wetenschappen en Tandheelkunde. De prijzen zijn toegekend voor de beste verslagen van wetenschappelijke stages in het studiejaar 2006-2007. Tijdens de uitreiking presenteren de studenten hun onderzoek in een korte voordracht. Ook de winnaar van de universitaire studieprijs zal haar onderzoek presenteren. Locatie en tijd: Hippocrateszaal, 16.00 uur.
24 april Op 24 april is het Huygendag over zorgvernieuwing in huisartspraktijk. Deze dag wordt georganiseerd door de afdelingen Huisartsgeneeskunde (HAG), Huisartsopleiding (Voha) en Kwaliteit van zorg (WOK). Plaats: Studiecentrum (voorheen pre kliniek). Meer informatie: www.nuhp.nl.
Daan Van Speybroeck
Carmelo Zagari, Etienne aux mains, olieverf op doek (Medische Bibliotheek, Onderwijsgebouw)
2
Foto: Jan van Teeffelen
rad m e d e z e g g e n s chap b od e 6 - 2 0 0 8
‘Het Servicebedrijf wacht niet tot de klanten bellen’ Vragen over voedingsassistenten, zorgketenlogistiek en wie zal dat betalen…? Slechts de helft van de 44 vragen over het Servicebedrijf kwam aan bod in de overlegvergadering (OR en RvB) van 25 maart. Een marathonzitting met een paar pittige discussies. J ann i e M e u s s e n
Een kleine greep uit de vragen. Waarom gaan de voedingsassistenten naar het Servicebedrijf? Deze functie wordt steeds meer uitgevoerd als voedingsassistent/ verpleegassistent? Ze staan dus ook met één been in de afdeling. RvB-voorzitter Emile Lohman: ‘Dat klopt, maar we hebben hier goed over nagedacht. Voedingsassistenten vervullen een belangrijke rol in de serviceverlening aan patiënten. Daarom zien we ze graag in het Service-
De RvB ziet de voedingsassistenten graag in het Servicebedrijf om de visie op voeding verder uit te kunnen bouwen. Foto: Jan van Teeffelen
bedrijf, waar we de visie op voeding willen uitbouwen. En waar we het concept gastheer-vrouwschap ten dienste van de patiënt verder willen ontwikkelen. Moet het dan een combinatiefunctie blijven? Daar willen wij vanuit het serviceconcept opnieuw naar gaan kijken. We gaan erover praten met hoofdverpleegkundigen en managers zorg.’ De OR adviseert hem ook het oor te luister te leggen bij de voedingsassistenten zelf. Ook de diëtisten zijn opgenomen in het Servicebedrijf. ‘Je kunt de visie op voeding doortrekken van voeding, gastvrouw/gastheer naar diëtetiek. Maar ook daarover is discussie mogelijk. We weten dat de diëtisten bij elkaar willen blijven. Dat kan in het Servicebedrijf. Maar diëtisten staan toch dichterbij de directe patiëntenzorg, is een tegenargument? Wij doen dit voorstel. Als er echter een medische afdeling is die de diëtetiek primair bij zich wil opnemen, dan denken we daarin mee. We kunnen ons ook voorstellen dat de paramedische disciplines elkaar gaan opzoeken, denk daarbij naast diëtisten aan maatschappelijk werkers of fysiotherapeuten. Ik heb al vaker gezegd, laat de professionals zelf met voorstellen komen. We staan ervoor open.’ Een andere vraag, is het niet beter de patiënten- en zorgketenlogistiek centraal – meer verplichtend – aan te blijven sturen? ‘Het Servicebedrijf is immers ondersteunend, dus afdelingen gaan straks zélf bepalen of ze hierin investeren. Dat kan ten koste gaan van de kwaliteit?’ Projectdirecteur Helga Wismeyer grijpt haar kans om een paar misvattingen recht te zetten. ‘Het Servicebedrijf gaat niet zitten wachten tot de klanten bellen. Wij nemen ook zelf initiatief en bieden diensten proactief aan. Bovendien werken wij niet alleen voor individuele klanten, maar zeker ook afdelingsoverstijgend. Die zorgketenlogistiek krijgt vanuit de afdeling Procesverbetering & Innovatie in het Servicebedrijf juist een veel zwaarder accent.’ En hoe gaat het met de verrekening van diensten die afdelingsoverstijgend zijn of een strategisch karakter hebben? Komt daar een centraal budget voor? Lohman is duidelijk: ‘Nee, afzonderlijke potjes hebben we niet meer. Ik herhaal, wat we aan het doen zijn is fundamenteel anders. We hebben geen budgetten meer. Het gaat enkel om inkomsten en uitgaven. Wie veroorzaakt kosten en wie betaalt? En bij afdelingsoverstijgende zaken betalen alle afdelingen mee.’ Wismeyer voegt er aan toe: ‘Maar wij kunnen uit de marge wel voorfinancieren bij
Centralisatie Laboratoria:
‘Het gaat gewoon door…’ We hebben net ruim twee uur gesproken over het Servicebedrijf met circa 1300 medewerkers. Ik wil nu vijf minuten aandacht voor de 450 medewerkers die in de laboratoria werken,’ zo luidde raadslid Gerard Pesman zijn rondvraag in de overlegvergadering van 25 maart in. ‘Binnen deze groep is er veel onrust ontstaan. Hoopvol gingen zij naar de startbijeenkomst Samenvoeging Laboratoria op 18 maart. Ook voor hen gaat er veel veranderen en deze bijeenkomst zou hen duidelijkheid moeten brengen. Het ontaardde echter in een discussie met een aantal afdelingshoofden. ‘Gewone’ medewerkers hebben geen vraag meer gesteld en ze kwamen er niet vrolijk vandaan. Veel medewerkers kregen een déjà vu. Het deed hen erg denken aan de mislukte poging tot centralisatie in ’88.
Kortom: er is zand in de machine gekomen, en ik denk dat er flink wat olie bij moet, wil het weer gaan lopen.’ Lohman weet van de onrust. ‘Ik vind het vervelend en jammer dat het zo is gelopen. We begrijpen maar al te goed dat deze discussie niet motiverend was, maar ik kan jullie zeggen: De plannen voor de centralisatie laboratoria worden in de komende maanden verder uitgewerkt. We hebben het project stevig neergezet, het team is enthousiast gestart, we laten ons niet bij de eerste de beste tegenwind ophouden. Dit keer gaat het echt gewoon door! JM In de Radbode van 21 maart (nummer 5) stond een artikel over de samenvoeging laboratoria (zie op intranet de digitale Radbode).
3
OR vraagt om zorgvuldigheid Emile Lohman bood aan het begin van de overlegvergadering van 25 maart zijn excuses aan. ‘Het was niet goed dat wij in onze besluitenlijst meldden dat u positief heeft geadviseerd over Concernstaf en afdelingenlijst, terwijl dat nog niet was teruggekoppeld naar de OR.’ Voorzitter Hanneke Santegoets kwam er later in de vergadering uitgebreid op terug. ‘Dit is niet de eerste keer. Wij willen het beste beentje voorzetten in het proces Beter worden. Liefst proactief. We hebben met onze regiegroep diverse keren met projectdirecteur Helga Wismeyer om tafel gezeten, heel goed. Wij willen dat het proces voor medewerkers snel en voortvarend verloopt, maar wel volgens de regels. Doordat RvB-stukken bij ons te laat binnenkomen, zet u ons enorm onder druk. De aanvraag voor de Concernstaf en de afdelingenlijst kwam bijvoorbeeld laat in de middag op 24 december bij ons binnen. “Laten we loyaal zijn”, was onze grondhouding, we hebben haast achter de adviesaanvragen gezet. En dan lezen wij nu in de besluitenlijst van de RvB, zonder enige terugkoppeling, dat wij positief adviseren. Wij verwachten van de RvB meer zorgvuldigheid.’ Lohman: ‘Ik geef toe dat niet alles vlekkeloos verloopt, maar we houden ons wél aan ons woord.’ JM
belangrijke innovaties, waarvan we weten dat ze zichzelf terugverdienen.’ En als antwoord op een vraag over benchmarking: ‘Wij zullen heel veel naar buiten kijken, hoe anderen het doen. Daar kun je enorm veel van leren. Daarbij zullen we verder kijken dan de UMC’s en ook over de landsgrenzen heen.’ Wat betreft de kosten, waarom is gekozen voor zo’n zware top van het Servicebedrijf? Lohman is duidelijk: ‘Goed leiderschap verdient zichzelf terug. Daarbij is het zaak dat die leiders binnen de organisatie goed met elkaar gaan samenwerken. Daar heeft het in het verleden aan ontbroken, en dat kóst geld. Dat gaan we nu veel beter doen.’ De OR vraagt zich af of de start van het Servicebedrijf in mei wel haalbaar is? Lohman: ‘Ja, mits de advisering en besluitvorming voorspoedig verloopt. Veel mensen blijven gewoon in dezelfde functie, het is vooralsnog een formatieve overgang. Deze maand praten we opnieuw met de bonden over het sociaal plan, want dat willen we ook goed regelen.’ Wat gebeurt er met kwaliteits-, staffunctionarissen en beheerders uit de clusters, bedrijven en staven? ‘Dat is een lastige,’ volgens Lohman. ‘Die functies worden zo divers ingevuld, dat we daar geen eenduidig antwoord op hebben. We gaan deze functies op persoonsniveau volgens overdrachtsprotocollen bezien. Voor de zomer hopen we dat zoveel mogelijk medewerkers hun nieuwe jas krijgen.’ n Dinsdag 8 april, bij het ter perse gaan van deze Radbode, heeft de OR de tweede helft van de vragen met de RvB besproken. Ook op intranet staat veel informatie over het Servicebedrijf, onder de button ‘Beter worden…’ Hier staan onder meer ook de antwoorden op de meest gestelde vragen.
P u b l i ca t i e s
‘Bij dit onderzoek stond de patiënt centraal’
nieuwsladder
Al langer had internist Nicoline Hoogerbrugge het gevoel dat bij de intensieve controles van vrouwen die erfelijk belast zijn met borstkanker op de MRI vaak een vals-positieve uitslag voor borstkanker was. Haar onlangs gepubliceerde onderzoek in Annals of Oncology bevestigt dat, maar laat ook zien dat deze vrouwen daar uitstekend mee kunnen omgaan.
Netwerkstoringen voorkomen
M ar l i e s M i e l e kamp
In het UMC St Radboud worden patiënten met erfelijke borstkanker multidisciplinair behandeld. Nadat vrouwen van de klinisch geneticus te horen hebben gekregen dat ze erfelijk belast zijn voor borstkanker, komen ze voor preventief borstonderzoek bij internist Nicoline Hoogerbrugge of haar collega Yvonne Kamm. Die begeleiden hen bij de keus om zich intensief te laten controleren of preventief hun borsten te laten verwijderen.
Alarmbellen Uit het onderzoek dat Hoogerbrugge deed blijkt dat van de 196 vrouwen met een erfelijke aanleg voor borstkanker die kozen voor intensieve controle, 41 procent gedurende gemiddeld ruim 2 jaar minstens één positieve MRI of mammografie had. Van hen bleek 13 uiteindelijk écht borstkanker te hebben. Van alle verdachte uitslagen is het aantal vals-positieve – een verdachte uitslag voor borstkanker waarbij na verder onderzoek geen sprake blijkt te zijn van kanker - dus iets meer dan 80 procent. ‘Daar staat tegenover dat het aantal vals-negatieve uitslagen verwaarloosbaar is. We doen het dus keigoed en missen nauwelijks een diagnose!’, legt de internist uit. Natuurlijk beseft Hoogerbrugge dat het voor vrouwen die een vals-positieve uitslag krijgen vreselijk is om in onzekerheid te zitten en vervolgens te horen dat ze toch geen borstkanker hebben. Daarom vindt ze het des te opmerkelijker dat vrouwen die vanaf het begin kiezen voor intensieve controles, vrijwel nooit besluiten alsnog hun borsten te laten verwijderen. ‘Dit gegeven is voor mij heel belangrijk, want daardoor zie je dat vrouwen heel weloverwogen een beslissing nemen in zo’n complexe
Overleg met bonden over Sociaal Plan Internist Nicoline Hoogerbrugge signaleert veel vals-positieve uitslagen bij controle erfelijke borstkanker. Foto: Flip Franssen zaak als erfelijke borstkanker. Ook al gaan alle alarmbellen even af, ze blijven achter hun beslissing staan.’
Multidisciplinair Hoogerbrugge’s onderzoek kwam voort uit een klinische vraag waarop multidisciplinair in een academische setting naar een antwoord werd gezocht. Ze vindt het een verworvenheid dat ze nu haar patiënten kan vertellen dat een positieve uitslag voor borstkanker bij de intensieve controles vijf van de zes keer vals alarm is. De MRI registreert iedere kleine onregelmatigheid, waarvan pas bij nader onderzoek blijkt dat het geen kanker is. ‘De eerste patiënt die ik het vertelde, ligt nog vers in mijn geheugen. Zij reageerde met ‘fijn dat u me dit vooraf vertelt dan weet ik dat ik me niet meteen zorgen hoef te maken’. Door ons onderzoek kunnen we de patiënt dus informatie geven waar die iets aan heeft.’ n
Biomedische databank boekt succes De inwoners van Nijmegen die deelnemen aan de Nijmegen Biomedische Studie, hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de inhoud van een artikel in Nature. Het artikel legt verbanden tussen een bepaalde genvariant en nicotineafhankelijkheid, longkanker en perifere vaatziekte.
J ok e Gro e n e v e l d
De Nijmegenaren hebben enkele jaren geleden aan onderzoekers van het UMC St Radboud bloed gegeven en een vragenlijst ingevuld over hun gezondheid en hun leefstijl. De bloedmonsters en de gegevens over gezondheid en leefstijl zijn gecodeerd en opgeslagen in een databank. Wetenschappers van binnen en buiten het Radboud kunnen deze databank gebruiken om te zoeken naar verbanden tussen verschillen in het DNA en lichamelijke eigenschappen, afwijkingen of ziekten. De databank wordt onder andere gebruikt voor een groot internationaal onderzoek, met subsidie van de Europese Unie. Dit onderzoek, met de naam Polygene, heeft al meerdere belangrijke wetenschappelijke publicaties opgeleverd, nu dus ook in Nature.
Rookgedrag Ieder mens heeft een eigen uniek DNA-patroon, dat op talloze minieme punten, zogeheten SNP’s (spreek uit: snips) kan verschillen van het DNA van iemand anders. In dit onderzoek zijn meer dan 300.000 van deze SNP’s geanalyseerd bij 11.000 IJslanders. Op chromosoom 15 werd in een gen, dat codeert voor een nicotinereceptor, een SNP ontdekt, die vaker voorkomt bij zware rokers dan bij rokers in het algemeen en bij de doorsnee bevolking. Controleonderzoek bij onder andere deelnemers aan de Nijmegen Biomedische Studie bevestigde deze vondst. De relatie is niet sterk: rokers met deze variant op één van de twee kopieën van chromosoom 15 roken gemiddeld één sigaret per dag meer. Voor rokers met de variant op beide kopieën is dat twee sigaretten. De variant maakt niet dat iemand begint met roken, maar
Maandag 31 maart vond er een grootschalige netwerkstoring plaats, waardoor een deel van de organisatie plat lag. Anderhalve maand daarvoor gebeurde iets soortgelijks. Deze storingen werden veroorzaakt door medewerkers die apparatuur op het netwerk hadden aangesloten, terwijl ze daar onbevoegd en niet deskundig genoeg voor zijn. Het gaat hierbij meestal om Access Points/Routers om PC’s draadloos aan te sluiten. Om herhaling te voorkomen wijst staf Info op de gedragscode. Hierin staat dat wijzigingen en/of toevoegingen aan het netwerk alleen zijn toegestaan via opdrachten van netwerkbeheer UMC St Radboud.
beïnvloedt het rookgedrag, omdat het de nicotineafhankelijkheid verhoogt. Ruwweg de helft van de mensen van Europese afkomst heeft tenminste één kopie van deze SNP. Mensen met deze genvariant hebben daarnaast een dertig procent verhoogde kans op longkanker en een twintig procent verhoogde kans op perifere vaatziekte, dat is atherosclerose in de benen, zoals de ‘etalageziekte’. Vooralsnog is slechts een deel van het effect op deze twee ziekten toe te schrijven aan de invloed van de SNP op het rookgedrag. Eén van de auteurs van het Nature-artikel, hoogleraar kankerepidemiologie prof.dr. Bart Kiemeney plaatst echter een kanttekening bij deze constateringen. Hij zegt: ‘Probleem bij dit type onderzoek is, dat mensen zelf rapporteren over hun rookgedrag. Hoe precies doen ze dat? Het kan best zo zijn, dat ze in werkelijkheid meer roken dan ze opgeven. Dat zou betekenen dat de relatie tussen deze SNP en het rookgedrag sterker is dan we nu gevonden hebben.’ Toch vindt Kiemeney, dat deze vondst voor rokers een extra reden zou moeten zijn om met roken te stoppen. ‘Het heeft geen zin dat een roker zich verschuilt achter een genetische aanleg’, zegt hij. Ook verandert er niets aan de boodschap, dat jonge mensen vooral niet moeten beginnen met roken. ‘Dit onderzoek bevestigt het verband tussen roken, longkanker en hart- en vaatziekten. Daarnaast hebben op met name hart- en vaatziekten ook veel andere factoren invloed. Deze vondst is dan ook vooral belangrijk als mogelijk aanknopingspunt voor nieuwe behandelingen. Voor het individu is het vooralsnog van geen enkel belang om te weten of hij deze genvariant heeft.’ n
4
Op 19 maart heeft er een overleg plaatsgevonden met de bonden over een nieuw sociaal plan in het kader van ‘Beter worden in het Radboud’, zoals aangegeven in het ‘Gouden boekje’. De vraag stond centraal of aanpassing van het huidige sociaal plan nodig is. Op 19 maart zijn de mogelijkheden verkend wat er in een nieuw sociaal plan zou moeten komen. Op 16 april wordt het overleg voortgezet. Het streven van beide partijen is om in mei tot overeenstemming te komen, waarna het resultaat met de achterban kan worden besproken.
NU’91 op bezoek Monique Kempss, de nieuwe voorzitter van beroepsvereniging NU’91, maakt een kennismakingsrondje langs alle UMC’s. Maandag 14 april bezoekt ze het UMC St Radboud. Ze zal RvB-lid Melvin Samsom een cadeau aanbieden. Rond lunchtijd kunnen verpleegkundigen haar aanspreken bij de loopbrug naar het Personeelsrestaurant. Daarna zal ze een aantal verpleegafdelingen bezoeken.
Bloedstollend chiponderzoek van start Een chip en een afleesapparaatje moeten straks hetzelfde kunnen als een routinematig stollingslaboratorium: het stollingsgedrag van het bloed meten. Snel, safe en simpel. Een consortium van het UMC St Radboud, de Radboud Universiteit Nijmegen, de chipfabrikant NXP, de kennisbedrijven Chiralix en Future Diagnostics werken de komende drie jaar nauw samen voor het ontwikkelen van dit concept. Voor dit hoogindustriële, technologische geavanceerde project krijgen ze zo’n 2 miljoen subsidie in het kader van Pieken in de Delta: een flinke greep in de subsidiepot van 11 miljoen voor Oost-Nederland. Dit werd 2 april in Amersfoort bekendgemaakt door de minister van Economische zaken.
Universitair Sportcentrum Bij het Universitair Sportcentrum start deze maand de vierde en daarmee laatste periode van het seizoen, die loopt van 14 april tot 7 juli. Wie wil beginnen met fitness en de vele Sporten op Muziek (SOM) kan er vandaag nog mee beginnen. Inschrijven is mogelijk van maandag t/m vrijdag van 12.00 tot 20.00 uur en op zaterdag van 10.00 tot 14.00 uur bij de inschrijfbalie in het Gymnasion. Kijk voor de mogelijkheden ook op www.ru.nl/usc onder bedrijfssport. Medewerkers van het UMC St Radboud krijgen 40 procent korting op de particuliere prijs.
rad b eleid b od e 6 - 2 0 0 8
OK-bedrijf UMC St Radboud
koploper in efficiency De Raad van Bestuur trakteerde het OK-bedrijf op echte Bossche bollen wegens de goede uitkomst van de benchmarking OK’s.
Recent onderzoek naar de OK-bedrijven van alle acht academische ziekenhuizen laat zien dat het UMC St Radboud het uitstekend doet. Het kan nog beter, betogen Coby Nogarede en Gert-Jan Scheffer, maar dan moet er nu eerst een discussie plaatsvinden over kwaliteit, veiligheid en geld. ‘Hoe lang wil het Radboud iemand met een gebroken heup laten wachten?’ R i e t j e v an V l i e t
In vergelijking met andere academische ziekenhuizen is er weinig wisseltijd nodig tussen de operaties in het UMC St Radboud. Verder wordt er nauwelijks afgeweken van de planning en er is weinig uitloop. Bovendien telt het Radboud de minste klachten over postoperatieve pijn. Dit zijn enkele uitkomsten van het vergelijkend onderzoek naar de doelmatigheid van operatiekamercomplexen. Het Nijmeegse OK-bedrijf komt hierin naar voren als een goed geoliede machine waar de logistiek van mensen en middelen weinig te wensen overlaat. ‘Deze goede score is het resultaat van centrale aansturing, gezamenlijke verantwoordelijkheid en heldere spelregels’, verklaart Coby Nogarede MA, algemeen manager van het OK-bedrijf. Het werkplekmanagement (WPM) van iedere locatie overlegt wekelijks over de planning van de komende week. Ook wordt de afgelopen week geëvalueerd. Daarna legt de WPM-planner alles vast in het planningssysteem Okapi, waardoor alle gegevens overal en voor iedereen zichtbaar zijn. Bij sommige ziekenhuizen is er één planner die alles voor iedereen bepaalt, maar in het Radboud ligt die verantwoordelijkheid laag in de organisatie. Omdat ieder specialisme van het OK-bedrijf bij het WPM-overleg vertegenwoordigd is, legt Nogarede uit, is de communicatie met alle disciplines optimaal. ‘Het overleg hoeft maar een kwartier te duren, maar het is cruciaal voor het commitment. Iedereen zegt er ja tegen en werkt mee om de afgesproken planning te realiseren.’ Deze multidisciplinaire samenwerking is in de loop van
de jaren versterkt. Binnen de hectiek van het OK-bedrijf spelen immers ook machtsverhoudingen een rol. Dat kan alleen goed gaan wanneer er sprake is van wederzijds respect. Nogarede vergelijkt het met een goed huwelijk, dat ook moet groeien. ‘Ze zeggen wel eens: de man staat aan het hoofd maar de vrouw is het nekje. Zij zorgt ervoor dat het hoofd draait. Diezelfde relatie geldt ook voor de chirurg en de anesthesioloog.’
Keukenkastjes ‘Vlak ook het verpleegkundig hoofd van de OK niet uit’, voegt prof.dr. Gert-Jan Scheffer, hoofd van de afdeling Anesthesiologie, eraan toe. ‘Die zorgt ervoor dat alles in de operatiekamers volgens planning reilt en zeilt. Sámen klaren we de klus. Zo is het.’ Maar tevreden achterover leunen met de uitstekende resultaten, is er niet bij. ‘We maken hier geen keukenkastjes’, zegt Scheffer. ‘We werken hier met patiënten. Er zijn grenzen aan de doelmatigheid omdat hun veiligheid in het geding kan zijn.’ Desondanks kan het in het OK-bedrijf nog best efficiënter, weten Scheffer en Nogarede. Bij de Chirurgische Dagbehandeling bijvoorbeeld is men dikwijls voor vijven klaar. Was er maar een extra patiënt ingepland, zou je denken. ‘Maar stel dat het uitloopt’, noemt Nogarede als knelpunt, ‘dan zijn er geen mensen of middelen voor de opvang van de patiënt. Terwijl die wel naar huis moet.’
Permanent monitoren Ook zou er binnen het OK-bedrijf iemand belast kunnen worden met het permanent monitoren van de operaties. Er zijn ziekenhuizen waar dit gebeurt. Als er ergens tijd over is, bijvoorbeeld doordat het langer duurt dan gepland om een patiënt onder narcose te brengen, dan krijgt de chirurg een andere patiënt toebedeeld. Daar ziet Scheffer niets in. ‘Die voortdurende telefoontjes naar de operatiekamers over de planning brengen onrust teweeg’, vermoedt hij. ‘Bovendien hebben wij als regel dat een operatie alleen kan worden uitgevoerd door de chirurg die persoonlijk kennis heeft gemaakt met de patiënt.’ Bij de discussie over efficiency in de OK komt nog meer beroepsethiek om de hoek kijken. Hoe lang wil het Radboudziekenhuis iemand met een gebroken heup laten wachten op een operatie? Hoe kritischer de operaties zijn ingeroosterd, des te moeilijker is het om acute patiënten ertussen te schuiven. Kiest het ziekenhuis voor snelle zorg voor deze patiënten, dan moeten er mensen en middelen standby staan. Scheffer: ‘Zoiets kost geld. De principiële vraag ligt nu voor: hoeveel geld zijn we bereid neer te tellen voor meer kwaliteit en snellere hulp aan de patiënt?’ n
5
Foto: Flip Franssen
‘Oproepen is opereren’ Voor het eerst zijn alle operatiekamercomplexen van universitair medische centra met elkaar vergeleken. De benchmark hoefde geen ‘oliebollenlijstje’ op te leveren op basis waarvan patiënten hun ziekenhuis kunnen selecteren. Het moest de UMC’s zelf inzage geven in de doelmatigheid van hun OK-bedrijven om daarmee hun eigen bedrijfsprocessen te kunnen verbeteren. In maart verscheen het rapport Benchmarking: een kwestie van leren (2008). Het UMC St Radboud bleek het bijzonder goed te doen. Het onderzoek betrof de jaren 2005, 2006 en 2007 en richtte zich op de totale OK-complexen, inclusief de chirurgische dagbehandelingscentra. Er is niet gekeken naar de doelmatigheid waarmee spoedingrepen binnen een OK plaatsvinden. De gemiddelde zittingstijd binnen het OK-bedrijf van het UMC St Radboud was in 2007 het laagst (114 minuten). De wisseltijd was in 2007 gemiddeld elf minuten, net als in Amsterdam, Maastricht en Rotterdam. Per OK-dag werd hetzelfde jaar gemiddeld 2,41 keer gewisseld. Alleen in Utrecht en in het VU-ziekenhuis gebeurt dit vaker. Met een totaal aantal operaties van 19.000 per jaar (2007) behoort Nijmegen tot de koplopers in Nederland. Ook om andere redenen blijken de Radboud-OK’s het goed te doen. Zo is de gemiddelde uitloop minimaal in vergelijking met de overige onderzochte ziekenhuizen (45 minuten in 2007). Verder kent Nijmegen de minste klachten over postoperatieve pijn. Bovendien geven de patiënten van het UMC St Radboud het OK-bedrijf een dikke 4 voor de wijze waarop zij over de operatie zijn geïnformeerd (5=zeer tevreden). Bij andere UMC’s lag de tevredenheidsscore lager. Vanaf 2008 wordt ook het percentage afgezegde operaties bijgehouden. In januari scoorde de Radboud-OK met 1,9 procent afzeggingen extreem laag (de cardiothoracale chirurgie deed nog niet mee). Er waren toen 1257 operaties uitgevoerd. Daarvan gingen slechts 24 niet door, waarvan acht keer om organisatorische redenen.
Foto: Jan van Teeffelen
i n b e dr i jf
Weekendschool
Medisch onderwijs voor kinderen achterstandswijken Op zondag 6 april organiseerde de afdeling Klinische Neurofysiologie een praktijkles voor de kinderen van IMC Weekendschool. Een klas kinderen van 10 en 11 jaar uit Nijmeegse achterstandwijken kreeg les over het werk van ‘de dokter in het ziekenhuis’. Ze leerden hoe ze een echte patiënt moeten vragen naar zijn klachten, hoe ze spierkracht kunnen testen, maakten een echoplaatje van hun spier en leerden over EMG (elektrisch onderzoek) van zenuwen en spieren. Deze zondag was voor de 26 leerlingen van IMC Weekendschool de laatste van vier lesdagen over geneeskunde. Eerder, op 9 maart, was de Weekendschool te gast bij het Anatomisch en Pathologisch Museum, toen ging het om huisartsgeneeskunde, anatomie en chirurgie. Op 16 maart werden de leerlingen ingewijd in celbiologie en histologie en op 30 maart in kindergeneeskunde. Op 6 april ging het om neurologie/neurofysiologie en, in samenwerking met de HAN, om voeding en diëtetiek. Vanuit het Radboud werkten medici, opleiders, de portierdienst, studenten en overige medewerkers hier belangeloos aan mee. De leerlingen kregen een Radboudbeer mee als aandenken aan het geneeskunde-onderwijs. IMC Weekendschool biedt aanvullend onderwijs voor kinderen uit sociaal-economische achterstandswijken. Tien jaar geleden begon oprichtster Heleen Terwijn met een klas in het AMC. Inmiddels bestaat de Weekendschool uit negen vestigingen, waaronder Nijmegen. Deze kinderen (10-14 jaar) krijgen drie jaar lang elke zondag les van professionals, die ze in hun eigen omgeving niet snel zullen tegenkomen. Deze mensen hebben allemaal passie voor hun vak en vinden het leuk om dit enthousias me over te brengen op de kinderen. Doel is de kinderen te steunen bij het verruimen van perspectieven, het versterken van zelfvertrouwen en het ontwikkelen van hun talenten. GM
Personeelsonderzoek
Hoe tevreden bent u over uw werk?
1 januari 2008 in dienst zijn van het Radboud, wordt gevraagd deel te nemen aan het onderzoek. Het overgrote deel (7.000 medewerkers) ontvangt een e-mail met een link naar de online vragenlijst. Medewerkers zonder (gebruikt) mailaccount, ongeveer 900 mensen, krijgen een papieren vragenlijst thuis gestuurd. Het eerdere Personeelsonderzoek dateert uit 2005. Er is toen besloten om na drie jaar opnieuw de tevredenheid te meten. ‘Zo kunnen we kijken of er een trend te bespeuren is; is men meer tevreden of juist niet?’, zegt Tom van Zutphen, social controller bij Staf P&O. ‘Er is een aantal nieuwe vragen toegevoegd. We meten nu uitdrukkelijker hoe betrokken mensen zich voelen bij hun werk en het Radboud. Enkele vragen zullen bijvoorbeeld ingaan op de reorganisatie die momenteel volop speelt.’ De vragenlijst wordt anoniem afgenomen. De resultaten worden verwerkt door een extern, onafhankelijk bureau (Effectory). Eind juni is de uitslag bekend. ‘Zowel voor het hele UMC als op het niveau van de verschillende afdelingen komen er deelrapportages’, licht Van Zutphen toe. ‘Het is de bedoeling dat iedere afdeling verbeterpunten aangeeft en daarmee aan de slag gaat.’ Het Personeelsonderzoek wordt afgenomen aan de vooravond van de reorganisatie. ‘In die zin is het ook een nulmeting’, aldus Van Zutphen. ‘Als we over drie jaar de enquête weer afnemen, kunnen we kijken of de reorganisatie heeft geleid tot meer tevreden medewerkers. Het Personeelsonderzoek is dé manier om je mening over je werk te geven. Laat in mei dus je stem horen.’ GM
Kunst van het ziek zijn
Expositie Otto Egberts
Hoeveel plezier heeft u in uw werk? Hoe is het contact met collega’s en leidinggevende? Hoeveel werkdruk ervaart u? En hoeveel vertrouwen heeft u in het UMC als organisatie? Het zijn enkele vragen die aan bod komen in het Personeelsonderzoek, dat de tevredenheid van medewerkers van het UMC St Radboud meet. Op 9 mei gaat het onderzoek van start. Alle mensen die per
Nijmegen in beeld
Zoektocht naar Radboud-films De stichting Nijmegen Blijft in Beeld zorgt ervoor dat historisch filmmateriaal over Nijmegen behouden blijft. De stichting (www.nijmegenblijftinbeeld.nl) zoekt voortdurend beelden over het Nijmeegse leven. Inmiddels is een indrukwekkende filmcollectie opgebouwd die inzicht geeft in de gebeurtenissen en ontwikkelingen uit de afgelopen eeuw. De Raad van Bestuur van het UMC St Radboud heeft de stichting gevraagd om ook beeldmateriaal over het Radboudziekenhuis en de universiteit voor het nageslacht te bewaren. Kent u zulk film- en videomateriaal of heeft u nog een doos op zolder met 8 mm filmpjes of videobanden? Dan heeft de stichting daar vast belangstelling voor. Op 21 (aanvang 20.00 uur) en 22 april (14.00 en 20.00 uur) vertoont de stichting in de jaarlijkse filmvoorstelling in De Vereeniging filmmateriaal over zorg, onderwijs en bedrijvigheid. Iedereen is van harte welkom. Op verzoek van het Radboud wil de stichting ook filmvoorstellingen gaan verzorgen speciaal voor onze medewerkers. WV
Sportief Van 7 april tot 18 mei 2008 is er een tentoonstelling ingericht van Otto Egberts. Zijn tekeningen en schilderijen tonen het lichaam op een bijzondere wijze. Daarom is dit interessante kunst voor een UMC. De toeschouwer krijgt een niet alledaagse kijk op het lichamelijke aangeboden. Deze vormt een prikkel voor een andere relatie tot het eigen lichaam. Heerst er tussen de gezonde en de zieke mens nu eenmaal een wereld van verschil, dit beleven als een óf – óf situatie maakt de kloof onoverbrugbaar. Maar het werk van Egberts breekt de genoemde zwart-wit benadering open. Kortom, een rijke lichaamsbeleving steekt in deze kunst die zieken en gezonden nader tot elkaar kan brengen. Het is ook ‘voer voor medici’. Ook zij kunnen in een eenzijdige verwetenschappelijkte, objectiverende, afstandelijke benadering van het lichaam versukkelen. Met deze kunst legt Egberts onder andere een vruchtbaar terrein bloot voor medisch onderzoek, medisch onderwijs en medische behandeling op een zeer sensitieve wijze. DVS De tentoonstelling van Otto Egberts georganiseerd door de Commissie Beeldende Kunst UMC St Radboud vindt plaats in het Anatomisch Museum en in de Zuidcorridor op de eerste verdieping van het Ziekenhuis.
Foto: Flip Franssen
Foto: Jan van Teeffelen
Ze kregen de gelegenheid gericht informatie te verzamelen, hun carrièremogelijkheden te bespreken en zelfs een kijkje te nemen op een potentiële werkplek. Afdelingen grepen graag de kans zélf actief deel te nemen aan de werving van verpleegkundigen en presenteerden zich met stands en rondleidingen. LvH
Arbeidsmarkt
Banenmarkt verpleegkundigen Het was de ultieme win-winsituatie: de banenmarkt voor Verpleegkundigen, donderdag 3 april. Verpleegkundigen en studenten Verpleegkunde maakten kennis met verschillende afdelingen van het UMC St Radboud.
6
Hockeytieners collecteren voor Kinderziekenhuis
Afgelopen zondag 6 april speelde Dames 1 van hockeyclub NMHC Nijmegen tegen Pinoke. Het hockeyteam Meisjes C4 ging tijdens de wedstrijd met de collectebus rond om geld in te zamelen voor het Radboud Kinderziekenhuis. De meisjes van C4 hebben een speciale band gesmeed met de Stichting Vrienden van het Universitair Kinderziekenhuis St Radboud. Ze spelen als het kan iedere wedstrijd in T-shirt met het logo van de vriendenstichting. Voor iedere goal komt er geld binnen. De meisjes zamelen zo geld in voor speciale doelen in het Kinderziekenhuis. GM
rad pa t i ë n t e n z or g b od e 6 - 2 0 0 8
vertrouwen in hartchirurgie Diverse organisaties van hartpatiënten hebben weer vertrouwen in de hartchirurgie van het UMC St Radboud. Dit bleek tijdens een informatiebijeenkomst op 20 maart. Prof. Henry van Swieten, hoofd Cardio-thoracale Chirurgie, presenteerde bij deze gelegenheid de resultaten van de hartchirurgie sinds de ‘herstart’ op 1 oktober 2006. Deze zijn nu beter dan verwacht mocht worden op grond van de ernst van de aandoeningen bij de behandelde patiënten.
dels vrijwel afgerond, meldde vervolgens Frans König, directeur staf Medische Zaken. Hij vertelde dat via de Stichting Hartpatiënten Nederland uiteindelijk 75 officiële dossiers bij het Radboudziekenhuis zijn ingediend. In achttien gevallen leidde dit dossier tot een officiële claim tot erkenning van geleden schade; daarnaast dienden elf personen buiten de Stichting om een claim bij het ziekenhuis in. König: ‘In vijf gevallen heeft het Radboud voluit de schade erkend, in tien gevallen is de claim afgewezen en bij de overigen is een coulance regeling afgesproken met de indiener. In die laatste gevallen vonden wij dat we iets goed te maken hadden, ondanks het feit dat er onduidelijkheid was over de aansprakelijkheid.’ König benadrukte dat in alle gevallen, dus ook met mensen die geen claim hebben ingediend, getracht is zo goed mogelijk tot een verstandhouding met de nabestaanden van overleden patiënten te komen. ‘We hebben lering uit het gebeuren getrokken’.
Heel laag percentage Nadat prof. Schoof, cardio-thoracale chirurgie, de aanwezigen had ingelicht over de Nijmeegse plannen om met het Erasmus MC Rotterdam en het UMC Utrecht samen te werken op het gebied van de behandeling van aangeboren hartafwijkingen, was het eindelijk tijd voor het centrale punt van de bijeenkomst. De presentatie door prof. Van Swieten over de resultaten van de hartchirurgie sinds de herstart van de afdeling op 1 oktober 2006 tot 1 januari van dit jaar. Aangezien dé hartpatiënt die geopereerd moet worden niet bestaat, splitste Van Swieten de resultaten op naar de diverse categorieën patiënten en ingrepen. Van de 699 patiënten die sinds 1 oktober 2006 behandeld zijn, kwam het overgrote deel – 450 – voor (alleen) een bypass-operatie; 118 patiënten werden geopereerd wegens een aandoening aan een aortaklep (soms in combinatie met een bypass-operatie); 40 wegens een aandoening aan de klep tussen de linkerboezem en linkerkamer van het hart (eveneens soms in combinatie met een bypass); 5 patiënten wegens een ingreep aan zowel de aortaklep als de klep tussen linkerkamer en –boezem; 26 patiënten wegens een aandoening aan de aorta en de overige 20 voor diverse andere aandoeningen aan het hart (onder andere de verwijdering van een tumor uit het hart). In totaal zijn er van deze patiënten 14 overleden kort na de operatie, een percentage van 2 procent. Van deze 14 patiënten vielen er 12 volgens internationale criteria in de categorie ‘high risk’. Van de 490 patiënten die voor een bypass-operatie kwamen overleden er slechts twee. ‘Dat is een heel laag percentage’, stelde Van Swieten vast. Hij illustreerde de kwaliteit van de hartchirurgie met een grafiek waarin de sterfte die verwacht mag worden op grond van de ernst van de aandoeningen bij de patiënten was uitgezet tegen de daadwerkelijke sterfte onder de 699 patiënten. Die laatste ligt op ongeveer eenderde van de te verwachten sterfte. Een ander bewijs voor het herstel van
Prof. Henry van Swieten presenteerde de resultaten sinds de herstart.
Foto: Frank Muller
M ar t e n D oop e r
Hoe goed de hernieuwde afdeling Cardio-thoracale Chirurgie vandaag de dag precies presenteert, bleef mede door enige technische problemen met de memorystick van Van Swieten een verrassing tot aan het eind van de bijeenkomst. Eerst werden de ongeveer twintig vertegenwoordigers van diverse hartpatiëntenorganisaties bijgepraat over de veranderde bestuurlijke visie binnen het Radboud (Emile Lohman), de oprichting van het Instituut Kwaliteit en Veiligheid (Melvin Samsom), de manier waarop het UMC is omgegaan met de klachten naar aanleiding van de hartchirurgiecrisis (Frans König) en het congenitaal hartcentrum in oprichting (Paul Schoof ). Bestuursvoorzitter Emile Lohman beet het spits af met de opmerking dat er ‘dingen gebeurd zijn die niet goed waren. Dan moet je als bestuursvoorzitter nederig zijn, de feiten onder ogen zien en zeggen dat het je spijt.’ De constatering dat problemen als bij de hartchirurgie zich ook elders in het ziekenhuis hadden kunnen voordoen, heeft geleid tot plannen voor een fundamentele vernieuwing in de organisatie, hield hij de aanwezigen voor. Als voorbeeld van de nieuwe aanpak noemde Lohman het feit dat alle afdelingshoofden onlangs “demissionair” zijn verklaard en dat voor ieder van hen zal worden nagegaan of zij kunnen en willen functioneren in de nieuwe organisatie. ‘Ik heb tegen iedereen in dit ziekenhuis gezegd “Het kan en moet beter”. Het mag geen toeval zijn dat je als patiënt beter wordt in dit ziekenhuis’, aldus Lohman. Hierbij aansluitend ging Samsom, lid van de raad van bestuur, in op het Instituut voor Kwaliteit en Veiligheid. ‘Ondanks visitaties en accrediteringen kon de “hartcrisis” plaatsvinden. Blijkbaar hadden we onvoldoende zicht op een deel van het proces.’ Het Instituut voor Kwaliteit en Veiligheid dat nu wordt opgezet moet aan deze blinde vlek een einde maken middels interne medische audits, legde Samsom uit. Desgevraagd meldde hij dat bij een van de vijf inmiddels uitgevoerde audits ook een vertegenwoordiger van de CRAwZ, Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen, zitting had in het team dat de audit uitvoerde. De behandeling van de klachten naar aanleiding van de “hartcrisis” is inmid-
7
‘Ik moet helaas vaststellen dat er inmiddels sprake is van een wachtlijst’
de kwaliteit van de hartchirurgie vond van Swieten in het vlotte herstel van het aanbod aan patiënten. ‘Ik moet helaas vaststellen dat er inmiddels sprake is van een wachtlijst.’ Behalve dat de kwaliteit van de hartoperaties zelf weer op peil is, is ook de tevredenheid van de patiënten over de behandeling goed, zo bleek uit gegevens van een enquête die gehouden is onder een kleine 300 patiënten. Desondanks zag Van Swieten in die enquête nog punten voor verbetering. ‘Ongeveer 10 procent van de patiënten geeft aan niet voldoende geïnformeerd te zijn over de risico’s van de ingreep. Dat moet een aansporing zijn om op dat punt nog beter ons best te doen’. In de afsluitende discussie wilden de vertegenwoordigers van de patiëntenorganisaties onder andere weten hoe en op welke termijn het Radboud denkt de wachtlijsten te verkorten. Samsom stelde dat het uitbreiden van de capaciteit zorgvuldig moet gebeuren en niet ten koste mag gaan van het behoud van de bereikte kwaliteit. ‘En het landelijk tekort aan gekwalificeerd OK-personeel lossen we niet een, twee,drie op. Het is dus niet goed in te schatten hoe snel de capaciteit kan worden uitgebreid.’ De patiëntenorganisaties spraken tot slot hun tevredenheid uit over de open manier waarop het Radboud hen betrokken heeft bij het herstel van de hartchirurgie en zij gaven aan weer het volste vertrouwen in de afdeling te hebben. Dat zij daar niet alleen in staan, bleek uit een kop in de Gelderlander van diezelfde dag “Radboud mag weer specia listen opleiden”. Hartspecialisten, wel te verstaan. n
r e por t a g e
Iedere derde donderdagmiddag van de week is er op de poli van de kinderkliniek HECOVAN-spreekuur. Een multidisciplinair team buigt zich dan over patiënten met aangeboren vaat afwijkingen als wijnvlekken en aardbeigezwellen. Terug houdendheid bij het behandelen van de aandoeningen staat voorop bij het HECOVAN-team.
Multidisciplinaire aandacht voor aangeboren bloedvatafwijkingen Jeroen luistert via de stethoscoop naar het geruis in zijn knie.
M ar t e n D oop e r
Janiek, een jongentje van ongeveer drieëneenhalf jaar oud, kijkt geïnteresseerd maar ook een beetje geïmponeerd op als de spreekkamer zich vult met vier volwassenen in witte jas. Deze vier, respectievelijk plastisch chirurg prof. Paul Spauwen, dermatoloog dr. Carine van der Vleuten, plastisch chirurg in opleiding Henriette Kroese en co-assistent Bram Geurts, vormen vanmiddag het multidisciplinaire team dat het maandelijkse HECOVAN-spreekuur verzorgt. Even later zal ook kinderchirurg
dr. Mark Wijnen zich bij het gezelschap voegen. ‘Weet je waarom je helemaal hier naar toe bent gekomen?’, vraagt Spauwen op zijn hurken zakkend aan Janiek die vanochtend met zijn ouders vanuit Marknesse (Noordoost polder) naar het Radboud is afgereisd. ‘Mijn neus’, antwoordt de jongen verlegen. Janieks neus vertoont op de punt een forse verdikking die enigszins paars kleurt. ‘Janiek heeft een hemangioom op de punt van zijn neus’, heeft Spauwen vooraf uitgelegd aan Geurts. ‘Meestal gaat zo’n hemangioom in de loop der tijd vanzelf volledig weg. In principe zou je er niets aan hoeven te doen.’ ‘Hoe gaat de omgeving er mee om?’, vraagt Spauwen aan
Janieks ouders. ‘Hij krijgt er veel opmerkingen over’, antwoordt zijn moeder. ‘Zelfs Sinterklaas vroeg afgelopen jaar of hij op zijn neus was gevallen.’ ‘Normaal zouden we nog een tijdje afwachten of de verdikking vanzelf minder wordt’, legt Spauwen aan Janieks ouders uit. ‘Ik denk echter dat het nu tijd wordt om in te grijpen. Over een half jaar gaat Janiek naar school. Als de verdikking dan nog zo duidelijk aanwezig is, zal hij daar veel commentaar op krijgen. Dat is niet fijn. Via een operatie kan de plastisch chirurg de verdikking weghalen. Dat gebeurt via een dagbehandeling. Ik moet er wel bij zeggen dat de verkleuring van de huid niet verdwijnt door de operatie.’ Of er een wachtlijst voor de ingreep bestaat, wil de moeder van Janiek nog weten. ‘Die is er wel, maar we zullen er voor zorgen dat de ingreep gedaan is ruim voordat hij naar school gaat’, belooft Spauwen. En terwijl Kroese met de ouders de verdere gang van zaken doorneemt, spoedt de rest van het HECOVAN-team zich naar de volgende patiënt. HECOVAN staat voor Hemangiomen en Congenitale Vaatanomalieën Nijmegen. ‘Hemangiomen en congenitale vaatanomalieën vormen een groep aandoeningen die als gemeenschappelijk kenmerk hebben dat er sprake is van misvormingen aan bloed- of lymfevaten’, legt dr. Paul Rieu, kinderchirurg en voorzitter van de HECOVANwerkgroep, uit. ‘Hemangionen zijn in feite goedaardige tumoren, lokale woekeringen van het bloedvatweefsel. Ze komen relatief veel voor; bij ongeveer 10 procent van alle kinderen ontwikkelt zich in de eerste maanden na de geboorte een hemangioom. De huid verkleurt ter plaatse en zwelt op. Dat kan leiden tot een bloedrode verdikking in de huid, ook wel een aardbeigezwel genoemd. Een belangrijk kenmerk van hemangiomen is dat ze doorgaans grotendeels spontaan verdwijnen. Op vijfjarige leeftijd is bij de helft van de kinderen het hemangioom verdwenen, op zevenjarige leeftijd bij zeventig procent en op twaalfjarige leeftijd bij bijna alle kinderen. Dat maakt dat we bij de behandeling ervan terughoudend zijn. Geduld, is het parool. Ingrijpen, bijvoorbeeld via chirurgie, kan op lange termijn namelijk erger zijn dan de kwaal. Leidt de zwelling tot functionele beperkin-
Het multidisciplinaire Hecovan-team bekijkt de neus van Janiek
8
rad b od e 6 - 2 0 0 8
om te beginnen dat patiënten langs allerlei verschillende specialisten worden gestuurd. Daarnaast leidt zo’n multidisciplinaire aanpak er ook toe dat alle artsen waarmee de patiënt te maken krijgt dezelfde kijk op de problematiek en de aanpak daarvan hebben.’
‘Niets aan doen’ Tamara, een jaar of achtien, is vanuit Heerlen naar het HECOVAN-spreekuur gekomen. In 2000 verwees haar arts in Heerlen haar naar Nijmegen vanwege de verdikking op haar linkerschouder. Een jaar geleden is zij hieraan door interventieradioloog prof. dr. Leo Schulze Kool behandeld. Tamara: ‘De bloedvaten die de bult veroorzaakten zijn toen dicht gespoten waarna die verdween.’ Waarom zij nu dan weer gekomen is, wil Spauwen graag weten. ‘Ik heb soms toch nog last van mijn arm. Die doet dan pijn en mijn hand voelt helemaal koud aan. Dat is vervelend tijdens school – ik loop stage op een basisschool – en tijdens mijn baantje in de horeca. Ook komt er soms wat vocht uit mijn schouder.’ Spauwen onderzoekt Tamaras schouder en constateert dat de doorbloeding van de arm en schouder goed verloopt. ‘Waarschijnlijk treden er af en toe ontstekingen op in de lymfevaten in je schouder’, stelt Van der Vleuten. ‘Dat is hinderlijk, maar niet ernstig.’ ‘Ik stel voor dat we voorlopig hier verder niets aan doen en dat je contact met ons opneemt als de klachten toenemen’, oppert Spauwen.
Foto’s: Frank Muller
gen, een hemangioom op het ooglid drukt bijvoorbeeld het oog dicht, of veroorzaakt het grote psychosociale problemen,dan grijpen we wel eerder in.’ ‘Congenitale vaatanomalieën zijn veel zeldzamer’, vult Spauwen aan. ‘Zij zijn doorgaans al bij de geboorte aanwezig en verdwijnen niet spontaan. Vaatanomalieën zijn er in allerlei soorten en maten. De meest bekende is ongetwijfeld de wijnvlek, een oppervlakkige woekering van haarvaatjes in de huid. Veel voorkomend zijn ook afwijkend aangelegde aderen en lymfevaten. Minder vaak zien we zogeheten aangeboren shunts of fistels, directe verbindingen tussen slagaders en aders. Vaatanomalieën zijn niet altijd opper-
‘Z elfs Sinterklaas vroeg of hij op zijn neus gevallen was’
vlakkig. Ze kunnen zich uitstrekken tot in gewrichten, spieren of inwendige organen, bijvoorbeeld de darmen, de hersenen of de baarmoeder. Of en hoe deze vaatafwijkingen behandeld worden, hangt af van de ernst en uitgebreidheid van de aandoening en de klachten die de afwijking veroorzaakt.’ ‘De vaatafwijkingen kunnen leiden tot ernstige bloedingen, pijn, ontstekingen, groeistoornissen. Zelfs epileptische aanvallen en een achterblijvende geestelijke ontwikkeling zijn mogelijk’, schetst Van der Vleuten het scala aan mogelijke gevolgen van de vaataandoeningen.
Dezelfde kijk Bij Jeroen, zeven jaar, is nader onderzoek nodig, zo blijkt tijdens het HECOVAN-spreekuur. Als gevolg van een aangeboren vaatafwijking is zijn rechterbeen korter, vertoont dit been een rode verkleuring en doet zijn knie vaak pijn. ‘Vooral bij het jumpen doet het pijn’, vertelt hij. Spauwen pakt zijn stethoscoop en legt die op Jeroens knie. ‘Hier, luister zelf ook maar’, zegt hij tegen Jeroen. ‘Je kunt goed het geluid horen van het bloed dat door de extra vaten in je knie stroomt’. ‘We moeten nu eerst uitzoeken hoe afwijkende vaten precies lopen, in het kniegewricht zelf of erbuiten’, legt Spauwen uit aan Jeroens ouders. ‘Dat is van belang voor de mogelijke behandelingen. Ik stel daarom voor een afspraak te maken voor beeldvorming van de bloedvaten. In eerste instantie bij voorkeur met behulp van echo, want bij MRI is bij kinderen een narcose nodig. Op grond van de uitslag van dat onderzoek overleggen we in ons multidisciplinair team hoe we verder kunnen gaan. Mogelijk besluiten we dan alsnog tot het maken van een angiografie, een bloedvatfoto.’ ‘Mag Jeroen wel mee blijven doen met gymles’, willen zijn ouders graag weten. ‘Daar moet hij vooral aan meedoen’, benadrukt Spauwen. ‘Hij moet daarbij zelf zoveel mogelijk aangeven wat hij wel kan en wat niet.’ ‘Vanwege de relatieve zeldzaamheid van de aandoeningen en de vele plaatsen waar zij voor kunnen komen is de kennis erover versnipperd over diverse specialismen. Om de expertise te bundelen en zo de diagnostiek en behandeling te verbeteren hebben we in Nijmegen ruim vijftien jaar geleden de multidisciplinaire HECOVANwerkgroep opgericht’, licht Rieu de Nijmeegse aanpak van de vaatafwijkingen toe. ‘In deze HECOVAN-werkgroep werken mensen van de kinderchirurgie, plastische chirurgie, dermatologie, vaatchirurgie en interventieradiologie nauw samen. Zo nodig vragen we ook een neuroloog, oogarts, orthopeed of internist erbij. Eenmaal per maand bespreken we in de werkgroep alle nieuwe patiënten, zo’n 160 per jaar. Het maandelijks spreekuur, iedere derde donderdagmiddag van de maand, doen we ook altijd met een multidisciplinaire team. Dit voorkomt
9
‘Tijdens het spreekuur moeten we inderdaad vaak vertellen dat we voorlopig niets doen en afwachten hoe de aandoening zich verder ontwikkelt’, beaamt Wijnen. ‘Dat is voor de patiënten en hun ouders niet altijd gemakkelijk. Zij komen hier toch in de hoop nu snel van het probleem verlost te zijn. Dan moet je gaan uitleggen dat nu ingrijpen kan leiden tot een situatie waarvan je later misschien spijt krijgt.’ Bij Iris, een meisje van zes, heeft de afwachtende houding goed uitgepakt. Het hemangioom op haar neus is zodanig geslonken dat Wijnen per abuis eerst naar de neus van Iris’ zusje kijkt. ‘Ook de doorgankelijkheid van de neus is goed’, constateert Kroese. ‘Ik verwacht verder geen problemen. Niets aan doen.’ Toch valt niet bij iedere patiënt de boodschap van afwachten en in de gaten houden even goed, weet Rieu. ‘Zowel wij in Nijmegen als de vergelijkbare werkgroepen in Amsterdam en Rotterdam merken dat een deel van de patiënten gaat shoppen als wordt voorgesteld voorlopig niets te doen. Want er is altijd wel een arts te vinden die wel meteen wil ingrijpen, in Nederland of in het buitenland. Onze terughoudendheid komt ook voort uit het feit dat veel vaatanomalieën nooit helemaal te genezen zijn. We kunnen als daar aanleiding toe is de overlast die de aandoening veroorzaakt beperken. Dat kan door een behandeling met medicamenten, soms met tegendruk door een compressiekous en in een deel van de gevallen door de vaten met interventieradio
logische behandeling te laten verschrompelen of met behulp van chirurgie te verwijderen. Vaak is de vaatafwijking echter zo uitgebreid dat helemaal verwijderen van de abnormale bloed- of lymfevaten niet mogelijk is. De patiënt draagt de aandoening levenslang mee. Dan moet je voortdurend de voordelen van een bepaalde ingreep afwegen tegenover de mogelijke nadelen. Voordelen en nadelen die bovendien in veel gevallen niet op voorhand bekend zijn. Wij doen daarom nog volop onderzoek naar de lange termijngevolgen van de behandelingen bij deze aandoeningen’. n
ond e r z o e k
Onderzoek met mechanisch hartmassage-apparaat Is handmatig reanimeren straks ouderwets? In noodgevallen zeker niet! Maar op de ambulances in Nijmegen en omstreken wordt de hartmassage voortaan door een apparaat, de AutoPulse, gedaan. In een internationaal onderzoek wordt gekeken of dit de overleving van gereanimeerde patiënten vergroot. M ar l i e s M i e l e kamp
Reanimeren is zwaar, weet cardioloog Hans Luijten. ‘Zo worden aan de borstkasmassage eisen gesteld: je moet het honderd keer per minuut doen en 4 tot 5 cm diep. Dat vereist vaardigheid, maar ook als je die hebt is het moeilijk dat gedurende langere tijd vol te houden. Uit onlangs gepubliceerd onderzoek bleek dat de helft van de tijd niet of onvoldoende gemasseerd wordt en dat zou eigenlijk wel moeten...’ Tegenwoordig kan hartmassage ook door een apparaat worden gedaan: de AutoPulse. Dit toestel bestaat uit een hard gedeelte waarop het hoofd en de borstkas van de patiënt worden gelegd, vervolgens wordt een band aangebracht op een bepaalde hoogte om de thorax die met behulp van een accu de borst ritmisch samendrukt zoals bij hartmassage met de handen. De AutoPulse meet de borstomvang en geeft 20 procent compressie. Het verschil met handmatige hartmassage is dat het apparaat over de hele breedte van de borstkas werkt, terwijl bij handmatige hartmassage maar één plek op het borstbeen wordt gemasseerd.
CIRC-onderzoek
Foto: Flip Franssen
Op de Spoedeisende Hulp (SEH) van het UMC St Radboud wordt de AutoPulse sinds september 2006 gebruikt. Daar heeft men de voordelen al gezien: zo is het nu mogelijk iemand te reanimeren en tegelijk röntgenologisch een eventueel hartinfarct te behandelen. ‘We hebben ook geleerd dat de AutoPulse een constante druk geeft en de bloeddruk die we meten prima is’, stelt de cardioloog. Die gegevens waren voor hem een reden met de ambulancedienst te praten om te horen of ze ook geïnteresseerd waren om met dit apparaat te gaan werken. Medisch manager Van Grunsven van de ambulancedienst zag dat wel zitten, maar beide artsen waren het erover eens dat de AutoPulse het liefst in onderzoeksverband gebruikt moest worden. Luijten: ‘Nu wist ik dat er een internationaal onderzoek naar de AutoPulse liep: de CIRC-trial, CIRC staat voor Circulation Improving Resuscitation Care. In deze studie wordt bij te reanimeren patiënten het effect van hartmassage door een mechanisch massageapparaat vergeleken met handmatige massage. De ambulancedienst Gelderland-Zuid wil in nauwe samenwerking met het UMC St Radboud gaan deelnemen aan dit grote Europees-Amerikaanse onderzoek.’ Daar hoort natuurlijk wel de nodige voorbereiding bij, zoals bijvoorbeeld training van ambulancemedewerkers, zorgen voor goede afstemming in de samenwerking tussen Radboud en de ambulancedienst en het schrijven en publiceren van protocollen. De eerste tijd zal de Autopulse bij zoveel mogelijk reanimaties buiten het ziekenhuis worden gebruikt. ‘Na de vaststelling dat er geen circulatie is, begint een van de twee ambulancemedewerkers onmiddellijk met handmatig reanimeren. De tweede persoon legt ondertussen de AutoPulse klaar en daarna leggen ze op een specifieke manier de patiënt in en aan het apparaat. Dat moet allemaal binnen een minuut gebeurd zijn’, legt Luijten uit. Tijdens de trainingen in het gebruik van de AutoPulse werd het concept van ‘pit crew deployment’ gebruikt. Hierbij heeft iedere hulpverlener een vaste plaats naast het slachtoffer en een specifieke taak die vaststaat en geoefend is. Alleen op deze wijze is het mogelijk om tijdsefficiënt te werken tijdens reanimaties waarbij de AutoPulse wordt ingezet.
Overlevingscijfers In deze voorfase van het onderzoek worden allerlei tijdsfactoren gemeten, zoals: hoeveel tijd ligt er tussen het telefoontje naar 112 en de aankomst van de ambulance, binnen hoeveel tijd wordt gestart met de reanimatie en lukt het om de patiënt binnen de in het protocol gestelde tijd aan de AutoPulse aan te sluiten?
Op de Spoedeisende Hulp (SEH) van het UMC St Radboud wordt de AutoPulse sinds september 2006 gebruikt. V.l.n.r. Hans Luijten, Pierre van Grunsven en een ambulancemedewerker.
10
rad b od e 6 - 2 0 0 8 Pas als blijkt dat al deze waarden voldoende kwaliteit hebben en er toestemming van de ethische commissie is, start het onderzoek daadwerkelijk, vertelt de cardioloog. ‘Vanaf die tijd zal bij de helft van alle reanimaties buiten het ziekenhuis handmatig hartmassage worden toegepast, de andere helft krijgt die massage met de AutoPulse. De keus voor een van beiden wordt bepaald door een envelop die het ambulancepersoneel opent zodra duidelijk is dat iemand gereanimeerd moet worden.’ Tot nu toe zijn de overlevingscijfers van gereanimeerde patiënten niet spectaculair, weet Luijten. ‘Van de buiten het ziekenhuis gereanimeerde patiënten overleeft 5 tot 10 procent met een goede hersenfunctie. In het ziekenhuis ligt dit percentage op 10 tot 15 procent. Het is duidelijk dat er nog veel winst te behalen is op die potentiële overleving en op de kwaliteit van leven voor gereanimeerden. We kijken in dit onderzoek of de constante massage van de AutoPulse dit eventueel kan verbeteren.’
Vaardigheid trainen Maar al is het percentage overlevenden niet hoog, ook handmatige reanimeren redt levens. Daarom moet de cardioloog nog één ding van het hart. ‘Ik hoop dat alle mensen die in en buiten het ziekenhuis betrokken zijn bij de gezondheidszorg zich realiseren dat een goede kwaliteit van reanimatie getraind moet worden. Iedereen die patiëntencontact heeft zou eens per jaar opnieuw een vaardigheidstest moeten afleggen. Strikt genomen is dat zelfs verplicht, maar het blijkt dat niet iedereen het dóet. Ik weet dat dit een internationaal verschijnsel is, maar door dit nog eens onder de aandacht te brengen, hoop ik dat iedereen zich bewust wordt van de eigen verantwoordelijkheid hierin.’ n Meer informatie: www.circtrial.com
Volledig herstel van chronische vermoeidheid is mogelijk Cognitieve gedragstherapie is de meest effectieve behandeling voor mensen met het chronisch vermoeidheidssyndroom. Anders dan vaak gedacht berust het succes van de therapie niet op ‘beter leren omgaan’ met de klachten, maar in veel gevallen op daadwerkelijk herstel, constateert Hans Knoop in het proefschrift waarop hij vorige week promoveerde. Mensen met het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) zijn meestal al jaren constant zo moe dat dit hun leven ernstig ontregelt. Een lichamelijke oorzaak voor de vermoeidheid kan niet worden gevonden. Vaak hebben de patiënten ook pijnklachten en last van concentratiestoornissen. De tot nu toe enige behandeling die effect heeft bij CVS is cognitieve gedragstherapie. ‘De primaire oorzaak van de vermoeidheid bij CVS is onbekend’, vertelt Knoop. ‘Wel weten we dat er bij mensen met CVS iets misgaat bij de manier waarop zij omgaan met de vermoeidheid. Er is bij hen een ontregeling ontstaan in de manier van doen en denken over de vermoeidheidsklachten. Een ontregeling die ertoe leidt dat de klachten een steeds prominentere plaats in het leven krijgen; alles overheersend worden. De patiënt zit daardoor vast in een vicieuze cirkel. Met de cognitieve gedragstherapie proberen we hen te leren die cirkel te doorbreken. Eén van de uitgangspunten daarbij is het doorbreken van het gevoel van machteloosheid ten aanzien van de klachten. De patiënt krijgt hierdoor weer het idee dat er iets aan de klachten te doen valt. Ook leert de patiënt zich op andere dingen te concentreren dan de vermoeidheid. En de patiënt gaat aan de slag om stapje voor stapje zijn of haar activiteiten weer uit te breiden.’ Dat deze therapie bij een groot deel van de patiënten werkt, is de afgelopen jaren al meermalen in Nijmegen (en elders) aangetoond. Knoop: ‘Ongeveer 70 procent van de behandelde patiënten voldoet na de behandeling niet meer aan de criteria voor CVS.’ In zijn onderzoek analyseerde Knoop het effect van de cognitieve gedragstherapie bij CVS verder in detail. ‘Hierbij kwam naar voren dat de behandeling ook een vermindering oplevert van de pijnklachten en de concentratiestoornissen waarvan veel CVS-patiënten last hebben’, vertelt Knoop. ‘Boven-
Drs. Loek Hermans Drs. Loek Hermans is benoemd tot voorzitter van het bestuur van de Stichting Katholieke Universiteit. Dit bestuur oefent het toezicht uit op het College van Bestuur van de Radboud Universiteit Nijmegen en op de Raad van Bestuur van het Universitair Medisch Centrum St Radboud. Hermans studeerde in Nijmegen politicologie. Hij is na zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer voor de VVD (1977-1990) burgemeester van Zwolle geweest en commissaris van de Koningin in Friesland. Van 1998 tot 2002 was hij minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Hermans volgt in de jaarvergadering van 23 mei aanstaande drs. Vugts op, wiens benoemingstermijn afloopt.
Gasthoogleraarschap Prof.dr. Richard Grol, hoofd van het Nijmegen Centre for Evidence Based Practice (NCEBP) is benoemd tot gasthoogleraar aan de Universiteit van Leuven. In deze functie gaat Grol onder andere helpen met het opzetten van een onderzoeksprogramma op het vlak van kwaliteit van zorg en zal hij adviseren over de vorming van een onderzoekinstituut als het NCEBP. De aanstelling is voor een periode van twee jaar en is qua tijdsbesteding beperkt tot enkele jaarlijkse meerdaagse bezoeken.
Wetenschappelijk Directeuren Prof.dr. Carl Figdor, prof.dr. Stan Gielen en prof.dr. Jos van der Meer zijn met ingang van 1 maart benoemd tot wetenschappelijk directeur van respectievelijk de onderzoeksinstituten NCMLS/ Infectie, Ontsteking en Herstel/ Neurowetenschappen. Prof.dr. Paul Smits is met ingang van 15 april benoemd tot wetenschappelijk directeur van het NCEBP.
Hoogleraar Experimentele Klinische Chemie
Hans Knoop: Cognitieve gedragstherapie werkt bij een groot deel van de patiënten. Foto: Frank Muller
Dr. Dorine Swinkels is met ingang van 1 maart benoemd tot hoogleraar Experimentele Klinische Chemie met als leeropdracht Experimentele Klinische Chemie.
Rubicon-beurs voor René Melis dien blijkt uit onze analyses dat je bij een deel van de patiënten kunt spreken van volledig herstel na de therapie. Dat betekent dat zij zich niet alleen niet meer zodanig moe voelen dat dit hun leven beperkt, maar dat zij daarnaast vermoeidheid niet langer meer als een probleem ervaren. “Moe zijn” na een bepaalde inspanning kan weer als plezierig en normaal worden ervaren. Je zou kunnen zeggen dat ze weer “gezond moe” kunnen raken. Dat is een ommekeer in het denken over CVS. Tot nu toe werd er vanuit gegaan dat het effect van de cognitieve gedragstherapie berustte op het aanleren van technieken waarmee de patiënt zijn vermoeidheid beter leerde te hanteren. Wij laten nu zien dat de behandeling kan leiden tot echt herstel.’ MD
Dr. René Melis heeft van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek een Rubicon-beurs gekregen. Hiermee kan hij negen maanden naar Stockholm om in het Aging Research Centre van het Karolinska Instituut verder onderzoek te doen naar dementie. Dementie kan nog niet genezen worden, maar de verschillen in achteruitgang zijn groot en dat suggereert dat beïnvloeding mogelijk is. Melis werkt in Stockholm mee aan een onderzoek naar factoren die van invloed zijn op de achteruitgang. Het onderzoek richt zich vooral op bijkomende ziekten, omdat hier wat aan gedaan kan worden.
Staf Info Mede naar aanleiding van het positieve advies van de Onderdeelcommissie heeft de Raad van Bestuur Ruud Davids benoemd tot directeur Staf Info ad interim tot 1 januari 2009.
TESE-tweeling geboren Voor het eerst na ruim tien jaar zijn er in Nederland weer TESE-baby’s geboren. Het gaat om een tweeling, een jongen en een meisje, die onlangs gezond en wel ter wereld zijn gekomen, nadat de ouders vorig jaar in het UMC St Radboud een TESE-behandeling hadden ondergaan. TESE (testiculaire spermaextractie) is een vruchtbaarheidsbehandeling, waarbij zaad wordt gebruikt dat via een kleine chirurgische ingreep rechtstreeks uit de testikels wordt gehaald. Deze behandeling is noodzakelijk als een gewone zaadlozing geen of onvoldoende goede zaadcellen bevat. In het buitenland is TESE al ingeburgerd. In Nederland besloten de gynaecologen eind jaren
prijzen en benoemingen
Promoties, oraties, afscheidsredes*
negentig om deze behandeling niet meer aan te bieden, omdat er nog twijfel was over de veiligheid. De minister van VWS nam dit besluit over. Sinds vorig jaar is TESE in Nederland weer toegestaan. De behandeling vindt plaats in het UMC St Radboud en het AMC en is gekoppeld aan een onderzoek. Dit is erop gericht om de effectiviteit van TESE en de daarop volgende ICSI-behandeling vast te stellen, en de veiligheid van de procedure voor man en kind te bepalen. Dit laatste gebeurt door een uitgebreide follow-up van de kinderen via vragenlijsten en onderzoek op 2- en 5-jarige leeftijd. JG
11
• Promotie mw. G.N.S. Ricard, maandag 14 april om 13.30 uur. Titel: Evolution and genome structure of anaoribi ciliates • Promotie dr. P.J.J. Goossens, woensdag 16 april om 13.30 uur. Titel: Nursing care for outpatients with bipolar disorder * Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2 Voor een volledig overzicht en korte inhoud van alle promoties, oraties en afscheidsredes, zie www. umcn.nl, ingang ‘scientist’, doorklikken op ‘science agenda’
T.k.: Royaal en luxe WOONHUIS (bj 1972), type 2/1, kindvriendelijk en rustig gelegen te Groesbeek-Noord, Haydnstraat 17, ideaal tov Nijmegen (universiteit en ziekenhuizen) en de Golfbaan. Totale oppervlakte 505 m², inhoud 490 m³, woonopp. 203 m², excl. berging en garage (15 m²); balkon voor en achter. Beg. gr.: royale hal, toilet met fonteintje, gr. kelderkast, U-vormige woonkamer (65 m²) met open (gas)haard en “open” keuken, incl. alle app. en kookeiland. Berging (6 m²), incl. aansluiting wasmachine en wasdroger. De glazen achterpui (7 m breed) geeft ruim zicht op de tuin en vijverpartij. Trappenhuis met bordes. 1e verd.: 3 (slaap)kamers (1 met wastafel); badkamer met 2 wast. en douche-/ stoomcabine. (afgesloten) Zoldertrap. Balkon voor 7 m² en achter 20 m². 2e verd.: oppervlakte ± 50 m² (cv/boiler) met 2 dakramen achter. Het huis is voorzien van dubbel glas, deels houten kozijnen/deuren, deels aluminium kozijnen/deuren en deels met rolluiken. Het gehele huis (muv berging en garage) is voorzien van leistenen vloeren. Tuin voorzijde (42 m²) naast ruime oprit met carport (+ lichtkoepel), plantenbak (7 m²) bij voorraam; open sier-tuinpoort, tuin achter en naast het huis (300 m²) heeft zowel zon- en schaduwterrassen, waterornament, verlichting, grote vijver en tuinhuisje. Vraagprijs € 389.000,- kk. Tel. 024 - 3972863 / 06 - 22566656
Communicatietrainingen Afgesproken? Training Notuleren (met laptop). Start 3 juni. Dus, kortom, concluderend kunnen we stellen dat… Training Presenteren van onderzoek. Start 8 mei. Wat doe jij tussen negen en vijf? Training Solliciteren. Start 2 juni. Zeg jij het maar. Training Praktische gesprekstechniek. Start 29 mei. Ik houd het even kort. Training Webschrijven. Start 21 mei. Sms’en, smssen of sms-en? Training Spelling van A tot Z. Start 20 mei. Medewerkers van het UMC St Radboud krijgen een aantrekkelijke korting.
Ope nh van uis 19 ap 11 – 13 u ril ur
Kijk op www.ru.nl/utn voor meer informatie.
Joulestraat 64, Nijmegen Geliefde locatie, zeer goed onderhouden, optimaal geïsoleerd, met dakterras, berging en zonnige tuin, inhoud 350 m3, 3 (evt. 4) slaapkamers waarvan 1 als muziekstudio.
€ 249.500,- k.k. Pink Floydstraat 39, Lent In moderne wijk, Visveld, zo te betrekken, optimaal comfort door goede afwerking, inhoud 300 m3, beg. grond vloerverwarming, grote glazenpui, openkeuken met inb.app.
€ 219.000,- k.k. (geen open huis) Abersland 2108, Wijchen Sfeervolle uitgebouwde hoekwoning aan een rustig doodlopend straatje. Zonnige tuin. Grote woonkamer met brede uitbouw, luxe open keuken, 4 slaapkamers, inh. 355m3.
€ 239.500,- k.k. Johannaweg 6, Nijmegen Gewilde locatie, de Kwakkenberg, aan rand van de prachtige bossen, grote zonnige tuin, veel lichtinval door grote ramen, openhaard, parket vloer, inhoud 900m3, perceel 985m2
grote garage en berging. € 885.000,- k.k. WWW.BUITEN.NU • 024-3888958 •
MAKELAARDIJ
Kruisstraat 10, Batenburg
tQFSGFDUHFSFTUBVSFFSEF NPOVNFOUBMFTUBETCPFSEFSJKtJOIPVEDB N©tQSJNBNPHFMJKLIFEFOWPPSQSBLUJKLFOPGLBOUPPSBBOIVJT tHFMFHFOLNWBO/JKNFHFOJOIJTUPSJTDIDFOUSVNtHFFOmMFT tOBUVVSHFCJFEwLMFJOF0PJQPMEFSwJOBBOMFHtQBMBBOEF.BBTNFUIBWFOUKF tIPHFFOTNBBLWPMMFBGXFSLJOHTHSBBEJOUFSJFVS
0NFFOHPFEFJOESVLUFLSJKHFOWBOEJULBSBLUFSJTUJFLFQBOEFOPNEF i#BUFOCVSHTFTGFFSwUFQSPFWFO JTFFOCF[JDIUJHJOHWBOEJUXFSLFMJKLTDIJU UFSFOEFPCKFDUNFFSEBOEFNPFJUFXBBSE
• TAXATIES • VASTGOEDBEHEER
12
vraagprijs: € 895.000,- k.k.
Driessen Makelaardij ,BTUFFMMBBO %#8JKDIFO 5FMOS
rad ond e rw i j s b od e 6 - 2 0 0 8
‘Binnen twee minuten is het weer als vanouds’ Op 11 april wordt in het UMC St Radboud een alumnidag georganiseerd voor afgestudeerden Geneeskunde 1972-1974. Radbode blikt met de organisatie, drie alumni uit die jaren, terug op het studeren in de jaren zestig en zeventig, en kijkt ook naar het heden en de toekomst. Over de colleges van professor Prick, de lotsverbondenheid met je medestudenten en het leven na het dokteren.
André Weel (l), Frits Boers (r) en Marie-Anne Bogaers (niet op de foto) organiseren een alumnidag voor examenjaren 1972-1974. ‘Een reünie is ook een moment van reflectie op je leven.’ Foto: Frank Muller
G i j s M unn i ch s
Welke Radboudiaan kent het verhaal niet van de colleges van professor Prick, in de jaren zestig aan de Nijmeegse universiteit? Steevast begroette hij bij aanvang alle studenten met ‘goedemorgen heren!’, ook al zaten er dames in de zaal. Alumni Marie-Anne Bogaers was één van die vrouwelijke studenten. ‘Op een dag spraken we af dat alleen de dames naar college zouden gaan. De heren bleven weg. Eens kijken wat er zou gebeuren’, vertelt ze. ‘Daar zaten we, met zo’n vijftien vrouwen in de collegebanken. Professor Prick komt de zaal in, kijkt ons aan en zegt: “Ik geloof dat er niemand is vandaag”. Hij draait zich om en loopt zo weg, de collegezaal uit.’ Deze anekdote tekent die tijd, aldus Bogaers. ‘Bij Medicijnen was toen maar 10 procent van de vrouwen student. Vrouwen moesten hun plek in de medische wereld nog veroveren. Ik herinner me mijn eerste coschappen nog. Ik liep in een witte jas door het ziekenhuis en kwam de hoogleraar tegen. Hij keek me hoofdschuddend aan en zei: “Wat doet u hier? U hoort thuis te zijn en uw moedertaken te vervullen”.’
Lotgenoten Bogaers (61) organiseert met oud-medestudenten André Weel (60) en Frits Boers (61) op 11 april een alumnidag voor de Nijmeegse alumni die in 1972, 1973 en 1974 het artsexamen behaalden. De generatie die midden jaren zestig begon met studeren. Welke herinneringen rijzen als eerste op aan die tijd? ‘Overvolle collegezalen, studenten zaten op de trappen’, vertelt Weel. ‘Ellenlange tentamens. Drie uur pennen onder strenge bewaking. Dat heeft ons lotgenoten voor het leven gemaakt. Die verbondenheid voel je zodra je elkaar weer ontmoet. Je draagt een gedeeld verleden, sloot hechte vriendschappen. Je ziet een medestudent na jaren terug en denkt: die is niets veranderd. Binnen twee minuten is het weer als vanouds.’ Veertig jaar terug, andere tijden. ‘De dokter stond op een voetstuk’, zegt Boers. ‘Er werd heel plechtig gedoceerd, studenten werden met u aangesproken.’ Weel vult aan: ‘Bij de klinische lessen moest je een jasje, dasje en wit overhemd dragen. Anders moest je eruit. Soms bleef een student in zijn gewone kloffie toch zitten. Dan was er voor de hoogleraar maar één oplossing: zelf weggaan.’ De drie alumni komen van katholieke huize. Boers van Limburgse komaf, Bogaers van Brabantse, Weel uit
Noord-Holland. ‘In Nijmegen vormde je samen een grote katholieke gemeenschap’, zegt Weel. Gevraagd naar wat er uniek is aan het Radboud antwoorden de drie: de katholieke signatuur. Weel: ‘Er is hier van oudsher veel aandacht voor de ethische kant van medische problemen.’
Dokter voor het leven? In 2003 ontmoeten de studenten uit 1972-1974 elkaar, na dertig jaar, voor het eerst weer. Nadat Bogaers en Weel elkaar op een alumnidag van de universiteit zagen, besloten ze een reünie voor hun eigen studielichting te organiseren. Bogaers: ‘Deze dag was een groot succes. We namen voor elkaar over vijf jaar opnieuw te treffen. Nu dus.’ De alumnidag op 11 april is georganiseerd in samenwerking met het PAOG-Heyendael, het nascholingsinstituut van het UMC St Radboud waar het alumnibeleid is ondergebracht. Er worden zeker 110 alumni verwacht. ’s Middags is er een symposium met als titel “Is er leven na het dokteren, of zijn we dokter voor het leven?”. ‘Wij zijn nu rond de zestig’, zegt Weel. ‘De levensfase dat je gestopt bent met werken of gaat stoppen. Je gaat erover nadenken wat je gaat doen. Blijf je dokteren of niet? We kijken er ook in brede zin naar: wat betekent het voor de gezondheidszorg dat de generatie babyboomers ermee stopt? Krijgen we een tekort aan specialisten?’ Boers was 27 jaar lang internist in het Radboud. Hij is vorig jaar gestopt met werken. ‘Soms geef ik nog een lezing, maar ik doe vooral andere dingen’, vertelt hij. ‘Zo verzamel ik antiek. Daarvoor reis ik veel naar het buitenland.’ Weel is bedrijfsarts/consultant en opleider, en blijft dat voorlopig. Bogaers was drieëndertig jaar verpleeghuisarts, ging met de VUT, maar koos ervoor om nog één à anderhalve dag per week als verpleeghuisarts te werken. ‘Arts zijn, is voor mij een roeping. Ik vind het zonde helemaal met mijn vak te stoppen. Ik zal mensen in mijn omgeving altijd met raad bij blijven staan. Het dokter zijn, hoort nu eenmaal bij mij.’ De alumni kijken vooruit op de toekomst. En blikken terug. Weel: ‘Een reünie maakt je nieuwsgierig. Je bent benieuwd hoe je medestudenten het ervan afgebracht hebben in hun werk en het leven. En je wilt weten of je het zelf goed gedaan hebt. In die zin is een reünie ook een moment van reflectie op je eigen leven en loopbaan.’ n Vragen over het alumnibeleid van het UMC St Radboud? Neem contact op met Marjolijn Klomp, M.Klomp-Kooi@ paog.umcn.nl, 17324.
13
het moment In de rubriek Het Moment vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het UMC St Radboud. Dit keer een verhaal van Liesbeth Joosten, psychotherapeut op Geriatrie.
De schaamte voorbij ‘Ik begeleid mensen die last hebben van geheugenstoornissen. Het merendeel zit in een vroege fase van dementie. Weten dat je verstand aftakelt, is heel beangstigend. Er is geen weg terug, het wordt alleen maar erger. Daarom zwijgen patiënten met geheugenstoornissen er liever over. Want nemen familie en vrienden je nog wel serieus als je het hen vertelt? Het liefst stel je dit moment zo lang mogelijk uit. Dus doen de meesten vreselijk hun best om maar geen fouten te maken. Een ziekte om je voor te schamen, althans zo voelen mensen dat. Een ziekte die zich lange tijd in het verborgene afspeelt. Maar eens komt de dag dat mensen in de omgeving het merken. Een pijnlijke situatie waar een tijdlang niet over wordt gepraat. Voor patiënten met milde cognitieve stoornissen en hun partners organiseren wij groepsgesprekken. Het is eigenlijk een mix tussen een cursus om mensen te informeren over geheugenstoornissen en een therapiegroep. We proberen hun situatie bespreekbaar te maken en te verbeteren. Een telkens terugkerend thema is: hoe vertel ik het anderen? In een van de cursussen zat een man die heel krampachtig moeilijke situaties omzeilde. Hij schaamde zich enorm voor zijn problemen. Hij had, zoals veel patiënten met beginnende dementie, last van versprekingen. Geen fouten maken, dat zat alsmaar in zijn hoofd waardoor hij nog meer fouten maakte. Hij kon er amper over praten en ook in de groep kwam hij moeilijk los. Totdat hij vertelde dat hij tegen familie en vrienden voortaan zei dat hij last had van “wilde” geheugenstoornissen. Hij zei wilde in plaats van milde. Het was een grappige verspreking, maar mochten we hier om lachen? Bij deze man, die zich zo vreselijk schaamde? Voelde hij zich veilig genoeg in deze groep? Een spannend moment volgde. Het ijs brak toen hij er zelf hartelijk om moest lachen. We mochten meelachen en “wilde” geheugenstoornissen werd
‘Humor had zijn stilz wijgen doorbroken’ een soort van running gag tijdens onze groepsgesprekken. De man ontdooide. Humor had zijn stilzwijgen doorbroken. Hij kon er sindsdien beter over praten, ook met zijn omgeving. Het was een bevrijdend moment, voor de man, voor de groep en voor mij. Als patiënten kunnen lachen om hun problemen is onze missie voor een groot deel geslaagd. Met humor kun je problemen draaglijk maken. Daarin moet je dan wel de goede balans vinden, het moet niet te jolig worden. Ook tranen moeten kunnen vloeien.’ Nelleke Dinnissen
rad b od e 6 - 2 0 0 8
mensen
Dialyseverpleegkundigen, v.l.n.r. Monique Becker, Rien Jordens, Jacqueline van den Brink en Dorothé Bosman Dat is de prestatie van vier van onze dialyseverpleegkundigen! Op 12 april vieren wij feest voor genodigden omdat Monique Becker, Rien Jordens, Jacqueline van den Brink en Dorothé Bosman allen 25 jaar in dienst zijn. Wij feliciteren hen en hopen dat zij nog zo lang mogelijk onze collega’s zullen zijn! Suus van Neerven, hoofdverpleegkundige Dialyse
Dick Smid Op 1 mei zal Dick Smid gebruik maken van de FPU regeling. Hij is dan 30 jaar in dienst van het UMC St Radboud. Dick startte in 1978 als kok in de Centrale Patiëntenkeuken. Vanaf 1993 was hij daarnaast ook leermeester en heeft hij veel leerling-koks begeleid tijdens hun opleiding. Wij danken Dick voor zijn inzet en wensen hem en zijn familie het beste voor de toekomst. Ter gelegenheid van zijn afscheid is er op donderdag 24 april van 16.00 –19.00 uur een receptie in de Centrale Patiëntenkeuken, route 891. Jan Halink, manager Voeding
Gerdi Egberink Het is alweer 25 jaar geleden dat Gerdi Egberink in dienst trad. Na een start als onderzoeker bij de afdeling Submicroscopische Morfologie, heeft zij zich het grootste deel van haar loopbaan ingezet voor de ondersteuning van onderwijs en onderzoek. Thans is zij werkzaam als beleidsmedewerkster bij Staf Onderzoek. Op 2 april is er een receptie gehouden in Huize Heyendael, waar genodigden haar met dit jubileum konden feliciteren en samen met haar herinneringen konden ophalen. Claudia Soede, Staf onderzoek
Lammy Elving
C H A O S R O N D BE D
Op 1 april was dr. Lammy Elving, internist en hoofd van de algemeen interne polikliniek, 25 jaar in dienst van ons ziekenhuis. Zij is al vele jaren ‘het gezicht’ van onze polikliniek, zowel intern als extern. Intern is zij voor internisten in opleiding, die stage lopen op de polikliniek, een rolmodel en tevens vraagbaak. Ook voor de coassistenten is zij een belangrijk baken. Extern is zij het belangrijkste aanspreekpunt voor huisartsen en verwijzende specialisten. Zij draagt in belangrijke mate bij aan de kwaliteit van onze polikliniek algemeen interne geneeskunde. Zij wordt zowel door collegae als patiënten gewaardeerd om haar vakmanschap, haar empathie en haar charme. Hoewel haar specialiteit de diabeteszorg betreft (voor haar proefschrift kreeg ze destijds de Gerritsen-prijs voor het beste proefschrift over diabetes), is Lammy een volbloed algemeen internist met een brede kennis, een goed overzicht en een uitstekende klinische blik. Wij hopen nog vele jaren van haar kwaliteiten in deze functie te kunnen profiteren. Prof.dr. J.W.M. van der Meer
Foto: Jan van Teeffelen
Samen 100 jaar in het UMC St Radboud!
ingezonden
Tijdens mijn opname vorige maand hier in het ziekenhuis nam ik bijgaande foto. Ik heb als patiënt rondom het ziekenhuisbed nogal wat problemen ervaren met de aanwezige apparatuur, zoals de telefoonkabel, de remote-bediening van het bed, het alarm en het koptelefoonsnoer. Kabels zaten regelmatig in de war. De afstandsbediening van de TV viel constant op de grond, waarbij de batterijen er uit rolden. De stekker van het iets te korte snoertje van de koptelefoon ging telkens uit de aansluiting. Erg vervelend als je voor dit soort simpele dingen iedere keer weer een verpleegkundige moet roepen. Misschien kan er iets gedaan worden aan de gebruiksvriendelijkheid. Ik denk dat dit zowel het verpleegkundig personeel als de patiënten tevreden zal stellen.
Gerda Kommerkamp Na 28 jaar werken in het UMC gaat Gerda Kommerkamp met pensioen. Na haar A-opleiding heeft zij eind jaren ‘70, in het UMC, de IC-opleiding gedaan. Daarna heeft zij in Engeland op een IC gewerkt. In die periode was er een luchtbrug voor hartpatiënten om in Engeland geopereerd te worden. Zij heeft een jaar lang deze patiënten begeleid. Terug in het UMC is zij in 1990 op de verkoeverkamers gekomen. Een bekwaam en betrokken verpleegkundige die zich enorm voor de groep inzette. Jarenlang heeft zij de ‘lief en leed pot’ beheerd. Niemand werd vergeten. Bijna wekelijks kwam Gerda langs om ons iets op een verjaardags-/condoleance-/ gefeliciteerd met jullie huwelijk/kind- of beterschapskaart te laten zetten. Gerda, we wensen je een fijne periode toe. Je verkoevercollega’s
Jan van Teeffelen, patiënt
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
Voor de persoonlijke aanpak FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37 Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
Speciale behandeling
ingezonden
Zeer aantrekkelijke courtagekortingen voor alle leden van de Personeelsvereniging
Laatkomers: ga naar de parkeergarage! Je zou het niet verwachten met een fonkelnieuwe parkeergarage voor medewerkers, maar op de parkeerplaats aan de Philips van Leydenlaan wordt het alsmaar erger met het ‘wildparkeren’. Medewerkers die later gaan werken parkeren hun auto’s asociaal: op de groenstrook in het midden, tussen struiken of ze zetten correct geparkeerde wagens vast! Ikzelf heb dit nu al twee keer meegemaakt. Ik vind dat hierop strakker en dagelijks gecontroleerd moet worden. Van mij persoonlijk mogen er wielklemmen op de wagens van deze medewerkers worden gezet, misschien leren zij het dan eens af. Als je late dienst hebt, ga dan eerder van huis, dan heb je een plaats. Of rijd rechtstreeks naar de parkeergarage. Daar is plaats genoeg. Je kan nu eenmaal niet laat aankomen en verwachten dat je ook nog de beste plaats hebt !
Oranjesingel 21 • 6511 NM Nijmegen T (024) 360 69 00 E
[email protected] I www.beaufortmakelaars.nl
Peter Schreven Centralist afdeling Logistiek BTS
Nieuw: energielabel! BOUWKEURMEESTER KEURT UW WONING
kleine Boodschap Gratis, niet commerciële, advertenties van medewerkers, vrijwilligers en studenten. Opgave bij het Voorlichtingscentrum in de hal van het ziekenhuis. Postadres: 528 Staf Concerncommunicatie, voorlichtingscentrum. E-mail:
[email protected]. Hieronder een klein gedeelte, op intranet (www.umcn.nl) vindt u alle advertenties. Opgave van (UMC)werkadres of (RU) student nummer is vereist. Maximale lengte 20 woorden, goederen mogen niet duurder zijn dan e 700,-.
Een pand kopen of verkopen? Schakel bouwkeurmeester Toon Peters in voor:
Gevraagd:
UÊ>«ÊiÕÀ}i UÊ6iÀ«ÊiÕÀ}i UÊii«ÊiÕÀ}i UÊ ÊiÕÀ}i
Handbal Vereniging The Flyers, spelend in Wijchen, zoekt spelers die zowel het heren- als dames-team komen versterken. Informatie www.the-flyers.nl.
aangeboden:
Meer informatie of een oriënterend gesprek? Bel Toon Peters!
In verband met nieuwe fietsregeling: Batavus Padova damesfiets (blauw), 3 jaar oud. Servicebeurten Albers 2- wielers, nieuwprijs e 795,- nu e 385,-. T (024) 397 38 86 / 06 50 56 30 48. Vivaldi boxspring, twee onderbedden zonder ombouw, met (roomwitte) matrassen, elk 90 x 200 cm,. Acht jaar oud, e 100,-. T (024) 360 21 84.
UÊ"«iÛiÀ}i UÊëiVÌià UÊÊ iÀ}iÊ*ÀiÃÌ>ÌiÊ `Ûià Met kwaliteitsgarantie ISO 9001:9002 certificering TUV!
Sprokkelveld 52 6596 DM Milsbeek T (0485) 516 775 I www.petersbouwadvies.nl E
[email protected]
14
Ùw huis onze Hoofdzaak Colofon Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen (eindredactie), Gijs Munnichs, Walther Verhoeven Aan dit nummer werkten mee: Rian Bos, Marten Dooper, Joke Groeneveld, Lyke van Herwijnen, Marlies Mielekamp, Daan Van Speybroeck, Rietje van Vliet E-mail: radbode@com. umcn.nl, telefoon: 024-3613538 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, Henk Gerrits, mr. æmiel Kerckhoffs, prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat, Patrick Voskuilen Vormgeving en lay-out: Puntkomma Creatieve Communicatie Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 0235714745, e-mail:
[email protected] Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442. Verschijningsdata zie intranet, button Radbode.
op i n i e rad b od e 6 - 2 0 0 8
PIPnieuws PersoneelsInformatiePunt ma t/m do 11.30-14.00 en 15.00-17.00 uur vrij 11.30-14.00 uur, T (024) 361 91 66, route en interne post 536,
[email protected] : medewerker ➔ pip on line
Actueel Nieuwe jubileumgeschenken: wie vast een kijkje wil nemen kan terecht bij PIP waar ze staan opgesteld in de vitrinekast of bekijk de foto’s via PIP online ➔ faciliteiten. Bestellen kan door middel van het invullen van een keuzekaart die de jubilaris krijgt van zijn/haar personeelsadviseur. Levering vindt plaats vanaf 1 mei.
Verpleegkundige zorg voor kwetsbare oudere is intensieve basiszorg ‘De kwetsbare oudere patiënt; ik zie ze niet’. Ze zijn er wel degelijk. Het wordt een steeds belangrijkere groep, maar wordt vaak nog niet als zodanig herkend. Intensivering van de verpleegkundige zorg is noodzakelijk. Pas dan kunnen we de zorg voor de kwetsbare oudere optimaliseren, stellen Wim van de Vrie en Anke Persoon in bijgaand betoog.
het betoog
Salaris De uitbetaling van het salaris is 24 april
PIP tip
Vacatures Elke donderdag staan de nieuwe vacatures op internet en op het presentatiebord bij PIP.
Vacaturetip Voor een zelfstandig organisatietalent 08581 Cursusassistent, PAOG-Heyendael : werken bij het UMC➔ vacatures Foto: Jan van Teeffelen
Medewerkers en mensen van buiten de organisatie met een verpleegkundige, administratieve of facilitaire achtergrond, kunnen bij het interne uitzendbureau FLEX terecht voor een tijdelijke en afwisselende baan op maat. Ook studenten zijn bij FLEX welkom. ma t/m vrij 09.00-16.30 uur, T (024) 361 03 03 route 534,
[email protected] : www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ tijdelijk werk
Vrijwilligers Wilt u 1 dagdeel per week gastvrouw of gastheer zijn, eens per maand op zondag bij de kerkdienst actief zijn of iets anders doen? Wij zijn blij met uw aanmelding. Voor meer informatie: Coördinator vrijwilligerswerk, Joke Hoop. T (024) 361 53 28,
[email protected]. : werken bij het UMC ➔ vrijwilligerswerk
De kwetsbare oudere is thuis te vinden, in het verzorgings- en verpleeghuis en op alle specialistische afdelingen van het ziekenhuis zoals chirurgie, interne geneeskunde en orthopedie. Met een kwetsbare oudere bedoelen we iemand die extra gevoelig is voor negatieve gevolgen van een ziekte of een ziekenhuisopname. Denk hierbij aan acute verwardheid (ook bekend als delier), ondervoeding, uitdroging, een onverwachte valpartij, incontinentie of decubitus. Dit leidt vervolgens tot een langere opnameduur. Het extra gevoelig zijn voor negatieve gevolgen van een ziekenhuisopname wordt voornamelijk veroorzaakt doordat meerdere factoren tegelijk spelen, de multi-morbiditeit. Een patiënt heeft niet alleen een hartinfarct, maar is ook wat depressief, een beetje gedesoriënteerd en heeft geen trek om te eten of te drinken. De kans op multi-morbiditeit neemt met het ouder worden toe. Verpleegkundige zorg kan echter een groot aantal negatieve gevolgen van het kwetsbaar-zijn voorkómen. Naast de opgenomen kwetsbare ouderen op de afdeling Geriatrie, zien ook verpleegkundigen van andere afdelingen steeds vaker kwetsbare ouderen binnen hun eigen praktijk. Dat blijkt onder andere uit vragen die V&VN, de Vereniging voor Verpleegkundigen en Verzorgenden, Afdeling Geriatrie Verpleegkunde steeds meer krijgt van
Cursussen en trainingen Digitaal inschrijven trainingen Staf P&O Vanaf deze week is het mogelijk om u via intranet in te schrijven voor de trainingen die gegeven worden door Staf P&O. Na overleg met en toestemming van uw leidinggevende kunt u zich digitaal inschrijven. U krijgt direct inzicht in het aantal beschikbare plaatsen en met uw digitale inschrijving staat u gelijk op de deelnemerslijst. Voor leergangen en leertrajecten dient u voorlopig nog het inschrijfformulier te gebruiken. Hetzelfde geldt voor de cursus Medische Terminologie. Het complete opleidingsaanbod staat op intranet. Voor vragen over trainingen of maatwerkwensen, of voor individueel opleidingsadvies, bel of mail gerust met het Secretariaat Opleidingen, T(024) 361 72 90 of
[email protected]). : medewerker ➔ leren bij het UMC ➔ opleidingsaanbod ➔ Functiegericht
De inhoud van deze kolom valt onder verantwoordelijkheid van Staf P&O.
Wat betekent dit nu voor de verpleegkundige praktijk? De afgelopen decennia worden verpleegkundigen ‘breed’ opgeleid en sluiten hierbij aan bij internationale richtlijnen. Breed opgeleid betekent dat de afgestudeerde op basis van theoretische kennis en praktijkervaring door middel van stages, in staat moet zijn om zorg te verlenen aan zowel de geriatrische, chirurgische, psychiatrische en andere patiëntengroepen of combinaties daarvan. Bijvoorbeeld de psychiatrische patiënt op een interne afdeling. Eenmaal werkzaam in de praktijk wordt de kennis vanuit de brede opleiding maar smal ingezet, doch uitermate deskundig voor die specifieke patiëntengroep. De basiskennis wordt aangevuld met de specialistische kennis van dat vakgebied. Tegelijkertijd reduceren verpleegkundigen vaak onbewust de toepassing van hun kennis tot hun specialisme. En dit gaat ongemerkt ten koste van de kwetsbare oudere. Want de verpleegkundige zal gezien de complexiteit van de zorg, veroorzaakt door de multimorbiditeit, alle beroepskennis in moeten zetten die nodig is voor deze patiëntengroep. Juist bij deze groep moet de verpleegkundige al het geleerde toepassen in de dagelijkse praktijk, zodat de patiënten die zorg krijgen die nodig is. Zorg voor de kwetsbare oudere is basiszorg.
Korting Openbaar Vervoer Fiscale reiskostenregeling woon-werkverkeer. Inleveren vervoersbewijzen kan tot 1 mei
F LE X
collega beroepsverenigingen. Zo komen er regelmatig vragen binnen van collega’s werkzaam als bijvoorbeeld dialyse- of oncologieverpleegkundigen. Zij ervaren een kennistekort over deze voor hen nieuwe patiëntengroep.
In memoriam
Marga Hagenaars-Koen Vol ongeloof bereikte ons op de eerste lentedag, 21 maart 2008, het droevige bericht van het plotselinge overlijden van onze altijd vrolijke en opgewekte collega Marga HagenaarsKoen. Veel te vroeg is ze op 41 jarige leeftijd overleden. Het is voor ons onvoorstelbaar dat we haar zo abrupt moeten missen. Vorig jaar vierde zij haar 12,5 jarig dienstjubileum bij het UMC St Radboud. Wij zijn dankbaar voor de openheid, optimisme, spontaniteit en belangstelling die we van haar hebben mogen beleven. Iedereen kon altijd een beroep op haar doen, niets was haar te veel. Met respect en plezier hebben wij genoten van de enthousiaste verhalen over haar gezin. Wij wensen de familie kracht en troost bij het dragen van dit grote verlies. Namens collega’s Bedrijf Huisvesting Marleen Mullink
15
De zorg voor de kwetsbare oudere is te vergelijken met de zorg voor het kwetsbare kind en dus arbeidsintensief. Door de fragiliteit van de patiënt moet de verpleegkundige alert zijn op veranderingen in de situatie. Het herkennen van deze signalen is arbeidsintensief omdat ouderen hun klachten soms anders verwoorden en omdat de gezondheidsklachten zich ook echt anders kunnen uiten dan bij volwassenen. Het goed uit- en doorvragen kost veel tijd. Bijvoorbeeld, het communiceren met een slechthorende oudere is net zo intensief als het praten met een jong kind met een beperkte woordenschat. De zorgverlening begint met een goede anamnese, die zo nodig aangevuld moet worden met een hetero-anamnese. De observaties door verpleegkundigen, al dan niet met behulp van gevalideerde meetinstrumenten, zijn soms van levensbelang. Dit vereist geduld, creativiteit en kennis van de verpleegkundige. Wanneer verpleegkundigen zeggen dat er op de afdeling geen tijd is om goed door te vragen of om specifieke vragenlijsten af te nemen waarmee leeftijdsgebonden problemen op te sporen zijn, dan hebben we een belangrijk punt van aandacht. Sinds een aantal jaren worden binnen de gezondheidszorg prestatie-indicatoren toegepast die een maat zijn voor de kwaliteit van de geleverde zorg. Vanaf 2010 moeten ziekenhuizen nu ook verantwoording af gaan leggen over de prestatie-indicator “prevalentie delier”. Het delier is een veel voorkomende complicatie bij ouderen, dat echter door vroegtijdige signalering en behandeling meestal voorkomen kan worden. Daarom is deze indicator op te vatten als maat voor de kwaliteit van zorg aan kwetsbare ouderen. Ziekenhuizen worden met deze prestatie-indicator gedwongen om die verpleegkundige arbeidsintensieve basiszorg daadwerkelijk te leveren. Vanuit dat perspectief is intensivering van de verpleegkundige zorg noodzakelijk. Pas dan kunnen we de zorg voor de kwetsbare oudere optimaliseren en ons met recht, zoals in de VS al een bekende term, een Elderly Friendly Hospital noemen. n Drs. Wim van de Vrie, hoofdverpleegkundige Geriatrie Drs. Anke Persoon, verpleegkundig expert Geriatrie Afgelopen maandag heeft voor de vijfde maal het avondsymposium ‘Het Verpleegkundig Vizier’ plaatsgevonden. Dit symposium wordt jaarlijks georganiseerd door de afdeling Geriatrie en is bedoeld voor verpleegkundigen en verzorgenden uit de regio. Elk jaar wordt gekozen voor een actueel thema met betrekking tot de oudere patiënt . Dit jaar was het onderwerp ‘De kwetsbare oudere patiënt; ik zie ze niet’.
rad ac tueel b od e 6 - 2 0 0 8
De kunst van de keuze Welke keuzes worden er gemaakt als het gaat om kunst in het UMC St Radboud? Op 19 maart organiseerde de Commissie Beeldende Kunst een openbaar middagsymposium hierover, getiteld ‘De kunst van de keuze’. Mensen van binnen en buiten het Radboud gaven hun visie op kunst. Daarbij kwamen prangende vragen aan bod, zoals: mag kunst in een ziekenhuis confronteren? ‘Kunst moet opboksen tegen allerlei andere indrukken die patiënten opdoen.’ G i j s M unn i ch s
Binnen de Nederlandse UMC’s wordt het kunstbeleid verschillend vormgegeven. In Maastricht neemt men bijvoorbeeld regionale kunst als uitgangspunt, terwijl het AMC in Amsterdam ervoor kiest om een museale collectie op te bouwen. Kunst hoeft daar in principe geen raakvlak met de medische wereld te hebben. ‘In het Radboud kiezen we daar juist wel voor’, vertelt prof.dr. Richard Grol, voorzitter van de kunstcommissie, aan het begin van het symposium. Hierbij waren zowel medewerkers als belangstellenden van buiten het UMC aanwezig. ‘Kunst kan een extra dimensie geven aan onze ambities als topcentrum’, vervolgt Grol. ‘De kunstwerken in het Radboud hebben in meerdere of mindere mate een link met de kerntaken patiëntenzorg, wetenschap en onderwijs. Ook houden we er rekening mee dat de werken passen bij de architectuur van de gebouwen.’ Een voorbeeld van geïntegreerde kunst, zowel qua thematiek als in architectonisch opzicht, is het werk van kunstenares Krien Clevis. Op het symposium licht ze het werk toe dat ze in opdracht voor het UMC maakte. Ze kleedde de twaalf vitrinekasten op de begane grond van het Studiecentrum aan met afgedankt medisch instrumentarium. Tegen de achterwand van de vitrines plaatste ze doorschijnende foto’s van medische situaties. ‘Mijn doel hiermee is om de wetenschap en de medische wereld te verweven met een artistieke, meer hypnotiserende wereld’, aldus Clevis.
Draagvlak Op de kunstmiddag wordt het kunstbeleid van het Radboud toegelicht. Geregeld worden kunstenaars benaderd
ethiek
Kunstcoördinator Daan Van Speybroeck voor een foto van Sarah Wong, één uit de reeks Sophia’s Children. ‘Dit kunstwerk straalt levenskracht uit.’ Foto: Jan van Teeffelen om in opdracht een kunstwerk te maken. Zo maakte de Franse kunstenaar Alain Séchas het beeld van de kat en het meisje voor het poliplein bij Gebouw Vrouw & Kind. En Piet Hein Eek, bekend van zijn meubels van sloophout, maakte een drietal sculpturen op oude snijtafels voor de afdeling Pathologie. ‘Wij kiezen voor kunstenaars die bezig zijn met thema’s zoals zingeving, gezondheid, levenskracht, het lichaam of de broosheid van het leven’, vertelt kunstcoördinator Daan Van Speybroeck. ‘Thema’s die heel goed passen bij een ziekenhuis.’ Ook vindt de kunstcommissie het belangrijk dat er vanuit de medewerkers draagvlak is voor het kunstwerk. Een geniale, maar totaal onbegrepen kunstenaar krijgt zijn werk dus niet tentoongesteld in het Radboud? ‘Als we een kunstenaar de opdracht geven om voor een bepaalde ruimte iets te maken, dan mogen betrokken medewerkers hun oordeel geven over de schetsen’, zegt Van Speybroeck. ‘Zij moeten het werk wel passend vinden.’
Mag kunst confronteren? Ook mensen van buitenaf gaven hun visie op het kunstbeleid in het UMC. ‘Je kunt kunst in een ziekenhuis niet vergelijken met dat in een museum’, zegt Liesbeth Brandt Corstius, oud-directeur van het Museum voor Moderne Kunst Arnhem. ‘In een ziekenhuis moet kunst opboksen tegen allerlei andere indrukken die mensen opdoen. Vaak ingrijpende ervaringen. Patiënten hebben zorgen aan hun
Liever dood dan zo
het principe dat mensen op het moment dat ze kwetsbaar worden en hun menselijkheid op het spel staat, des te meer recht hebben op zorg en bescherming. Juist dit uitgangspunt houdt de samenleving veilig en menselijk. De NVVE bepleit de wettelijke mogelijkheid om geen gebruik te maken van dit recht. In plaats van zorg moeten burgers zich kunnen beroepen op hulp bij zelf-
De zelfgekozen dood van Hugo Claus heeft de discussie weer aangewakkerd over een verruiming van de bestaande euthanasiewetgeving naar situaties van beginnende dementie. Zo bepleit de NVVE (NRC 28 maart) het wettelijk toelaten van ‘onomkeerbaar verlies van persoonlijke waardigheid’ als grond voor hulp bij zelfdoding. Het NVVE-voorstel steunt op het argument van waardig kunnen en mogen sterven: zonder fysieke, sociale en emotionele ontluistering. Dit argument is reëel en invoelbaar. De angst voor deze ontluistering maakt dementie tot een schrikbeeld. Velen willen dit zichzelf, hun familie en vrienden niet aandoen en de eer aan zichzelf te houden. Liever dood dan zo. Desalniettemin zijn er enkele bedenkingen bij dit voorstel. Ten eerste: onze gezondheidszorg is gebaseerd op
doding. Liever dood dan zo verzorgd. Maar, als onze samenleving dit bij wet gaat regelen, en bijgevolg als een maatschappelijk aanvaarde hulpverleningspraktijk gaat sanctioneren, hoe zullen we dan over een aantal jaren oordelen over dementiepatiënten in het verpleeghuis? Eigen schuld? Een onnodige verspilling van schaarse gelden? Ten tweede: hoe effectueert onze samenleving feitelijk
16
hoofd. Kunst moet daarbij niet tot last zijn.’ Corstius’ opmerking roept een prangende vraag op: mag kunst in een ziekenhuis confronteren? ‘De kunstcommissie is hier, terecht, heel voorzichtig mee’, aldus Van Speybroeck. ‘Patiënten hebben genoeg ellende aan hun hoofd. Wij willen kunst eerder inzetten om troost te bieden of om te zorgen voor een klankbord bij existen tiële levensvragen.’ Toch staan er in het Radboud enkele werken tentoongesteld die mensen confronterend kunnen vinden. De foto van het ballerinameisje met een geamputeerd been bij Vrouw & Kind bijvoorbeeld. Of die van de demente oude man in een rokje in de gang tussen het hoofdgebouw en het Studiecentrum. ‘De demente man is ondanks zijn ziekte wel waardig in beeld gebracht. Je moet de realiteit niet verhullen. Juist niet, ziekenhuismedewerkers krijgen vaak met het einde van het leven te maken. Dit werk hangt op een plek waar vooral medewerkers en studenten komen. Voor hen mag kunst wel prikkelender, scherper en in die zin confronterend zijn. Dat past bij het werken in de zorg en iemands vorming hierin’, licht Van Speybroeck toe. ‘En wat betreft het meisje. Zij kijkt juist heel trots. Ze laat zien dat je ondanks je handicap zelfs een ballerina kunt zijn. Je hoeft niet bij de pakken neer te zitten. In die zin straalt dit kunstwerk levenskracht uit. Dat vind ik een heel mooie uitwerking die kunst kan hebben. Zeker voor onze patiënten.’ n
het recht op zorg en bescherming? Zijn de voorwaarden daartoe voldoende aanwezig? Veel mensen met gevorderde dementie slijten hun leven te midden van lotgenoten, gemeden door vroegere vrienden voor zover die nog leven. Zij zijn weliswaar voorzien van basale medische en verpleegkundige zorg, maar overgeleverd aan de genade van structureel overbelast personeel, dat vaak te laag is opgeleid, en waarvan de motivatie onder hoge druk staat. Luiers en Zweedse banden compenseren het gebrek aan personeel. Voor een praatje of meer is vaak nauwelijks tijd. Niet de dementie berooft hier mensen van hun waardigheid, maar de wijze waarop onze samenleving hen zorg biedt. Is het gek dat veel mensen dan denken: liever dood dan zo? Het ontbreken van noodzakelijke voorwaarden voor menswaardige zorg maakt het NVVE-voorstel begrijpelijk, maar tegelijk contraproductief. Want het spant het zelfbeschikkingspaard achter de wagen van maatschappelijke onwil. In het ergste geval versterkt de NVVE die onwil nog omdat zij mensen het recht wil geven bijtijds hun eigen (nood)lot te kiezen. Waarom ons dan nog bekommeren om hen die geen of de ‘verkeerde ‘ keuze hebben gemaakt? Martien Pijnenburg