Maandelijks tijdschrift van de vzw Vlaamse RadioAmateurs – V.R.A. vzw
Jaargang 14
14-89
Nummer 89
RadioAmateur
januari 2011
-1/26-
V.R.A. - Vlaamse RadioAmateurs vzw
RadioAmateur
Raad van Bestuur Voorzitter:
Gust Mariëns, ON7GZ +32 (0)475 61 77 01 on7gz[at]vra.be
Ondervoorzitter:
Leopold Van Elslander, ON7YB +32 (0)51 77.91.11 on7yb[at]vra.be
Secretaris/ Penningmeester:
Bart Peeters, ON4BCP +32 (0)496 90 59 52 on4bcp[at]vra.be
Public Relations:
Guido Clinckemaillie, ON7CI +32 (0)475 52 32 61 on7ci[at]vra.be
Bestuurder
Prijs per nr.: €2,00
Jan Galicia, ON6JG +32 (0)476 50 61 96 on6jg[at]vra.be
RadioAmateur verschijnt in principe elke maand en is GRATIS voor de leden van de vzw V.R.A.
Beni Lannaux, ON3BL +32 (0)495 32 76 49 on3bl[at]vra.be
Tijdschrift van de vzw
V.R.A.
VLAAMSE RADIO AMATEURS Bedrijfsnr. 0465.117.67 Verantwoordelijk Uitgever: V.R.A. vzw Brusselsesteenweg 113 B-2800 Mechelen Wettelijk depot BD49023
Jules Verheyde, ON7XM +32 (0)2 452 34 72 on7xm[at]vra.be
Provinciale verantwoordelijken
V.R.A. heeft een uitgebreid samenwerkingsakkoord met onze Franstalige vrienden van U.F.R.C. Dat samenwerkingsverband is
F.R.A.
QSL-ADRES F.R.A. P.O. Box 1630 B-1000 BRUSSELS 1
Antwerpen
Karel PRAET , ON4CIR on4cir[at]vra.be
Limburg
Albert SPRANGERS, ON6BM on6bm[at]vra.be
Oost-Vlaanderen
Georges LEMAIRE, ON8MA on8ma[at]vra.be
Vlaams-Brabant
Bart DE CONINCK, ON3DBC on3dbc[at]vra.be
West-Vlaanderen
Ivan VANTHUYNE, ON4CBU on4cbu[at]vra.be
QSL_Managers ON
Albert SPRANGERS, ON6BM on6bm[at]vra.be
Buitenland
Leopold Van Elslander, ON7YB on7yb[at]vra.be
VRA is (stichtend) lid van
Informatie Elke informatie kan je aanvragen via info[at]vra.be 14-89
RadioAmateur
-2/26-
Nieuwjaarsbrief Beste vriend OM, YL, XYL, ONVL. Klassieke zinsnede: er is weer een jaar voorbij! En dat is inderdaad ook zo. In de allereerste plaats wil ik toch even stilstaan bij de (familie van) collega-radioamateurs die ons in het voorbije jaar ontvallen zijn. Sommige op respectabele leeftijd, maar anderen –veel te veel- op nog relatief jonge leeftijd. En dat doet een mens toch even nadenken, nietwaar! Maar goed: een jaar voorbij wil ook zeggen dat wij op de drempel staan van een heel nieuw jaar. En wat nieuw is, is nog onbesproken en kan verwachtingen crëeren. Onze leden wervingsactie van 2010 heeft succes gehad. Vele vrienden hebben ingezien dat V.R.A. inderdaad zijn plaats onder de zon verdient. Meer nog: dat haar plaats absoluut noodzakelijk is. Herinneren wij maar aan onze koppige vasthoudendheid in de zaak van het Vlaamse antennedecreet. Daar waar anderen steeds denken aan toegeven en toch liever niet in de clinch gaan met de overheid; heeft V.R.A. alle beschikbare registers opengetrokken om te trachten voor onze Vlaamse radioamateurs een gunstiger regeling te verkrijgen. Misschien zijn wij niet helemaal in ons opzet geslaagd, maar onze inbreng is alleszins belangrijk geweest voor een belangrijke toegeving van de Vlaamse overheid voor de radioamateurs in dat dossier. Maar wij leggen er ons nog altijd niet bij neer. Wij zullen ons blijven verzetten tegen de discriminatie van de Vlaamse radioamateurs ten aanzien van de vrienden in Brussel en Wallonië. Wat Vlaanderen zelf doet, doet het dus NIET altijd beter, dat is de spijtige vaststelling. Verheugend was anderzijds dat onze lang voorbereide actie TEGEN het monopolie van en de discriminatie door de IARU, zeer sterk van start is gegaan. Door samen met gelijkgestemde zielen in Spanje, Frankrijk, Italië en Portugal EURAO op te richten zijn wij er in geslaagd ook “alternatieve” verenigingen in andere landen zich te doen engageren in ons systeem (Griekenland, Portugal, Chili,…) tot zelfs in Amerika (ja, ja !). De stroom van QSL-kaarten die nu (eindelijk) ALLE radioamateurs kunnen (en zullen) bereiken is in het voorbije jaar gestaag gegroeid en zal dat ook in 2011 blijven doen. Bij EURAO betalen de verenigingen geen astronomische bedragen, worden er ook geen snoepreisjes gemaakt (tenzij natuurlijk op eigen kosten!); alle middelen worden gebruikt voor het doel dat wij nastreven: ELKE QSL-KAART moet zij bestemmeling bereiken. De groeiende belangstelling voor ons (elektronisch) tijdschrift “RADIOAMATEUR” vertaalt zich niet altijd in veel meer leden, maar niemand kan (en zal) ontkennen dat het zowel inhoudelijk als op andere vlakken, een absolute hoogvlieger is. Bewijs daarvan is de ENORME verspreiding via lokale clubs en hun websites. Sommige bronnen schatten dat wij op die manier zelfs een paar duizend (!) lezers bereiken. Voorlopig hebben wij er geen probleem mee dat dit gebeurt want op die manier is onze V.R.A. heel wat beter gekend dan we denken. Ook onze relatie tot (en met) het BIPT is uitstekend. Het is een verademing te mogen vatstellen dat de meeste ambtenaren van onze voogdijoverheid nu –eindelijk- weten waar wij mee bezig mee en die ons werk respecteren; zoals wij dat van hen doen! Wij zijn er dan ook van overtuigd dat deze samenwerking ook in het komende jaar verder zal gezet worden. Ik zou nog zo veel kunnen vertellen (bvb over het Nederlandse AT die een stuk van onze 70cm band wil inpikken, de herinvoering van de ON2-vergunning,…) en wensen, maar wat ik ieder van jullie, en allen die je dierbaar zijn, vooral toewens is een GELUKKIG, VREDEVOL en GEZOND 2011. Gust Mariëns, ON7GZ Voorzitter V.R.A. vzw
14-89
RadioAmateur
-3/26-
Over Werner Siemens en andere wijzertelegrafen Fons Vanden Berghen Dit wordt wel de laatste aflevering over wijzertelegrafen. We hadden het eerder al over de toestellen van Louis Breguet, Polydoor Lippens en Charles Wheatstone. Maar er zijn er nog vele andere die ooit, al of niet succesvol, op de markt zijn geweest. In 1877 beschrijft Zetsche in zijn boek ‘Geschichte der Telegraphie’ niet minder dan 38 verschillende wijzertelegrafen en vermeldt hij er nog 8 andere. Een groot aantal hiervan bleef wel steken in de fase van het ontwerp…
lopen (zie hierover meer gespecialiseerde literatuur).
via
de
De gebruikelijke batterij verving hij door een ingebouwde stroomgenerator. De vervaardiging ervan droeg hij op aan de firma Bottinger & Halske. Het resultaat mocht er zijn en daarop besloot Werner Siemens om het leger te verlaten en zelfstandig van start te gaan. Hij trok meteen Johann Halske aan als vennoot die ook brood zag in dat avontuur. Samen richtten ze op 1 oktober 1847 de “Telegraphen-Bauanstalt Siemens & Halske” op. De grote doorbraak kwam er nadat ze voor de overheid een succesvol telegraafsysteem hadden geïnstalleerd tussen Berlijn en Frankfurt/Main (645 km). Mijn toestel op de voorpagina is niet het eerste toestel van Siemens & Halske maar een model uit de jaren 1850.
Waar ik zeker niet mag aan voorbij gaan is dat van Werner Siemens (1816-1892). Zijn eerste model bracht hij uit in 1847 (octrooi in 1850).
In de onderstaande foto zien we de wijzertelegraaf van Hagendorff: een gecombineerde zender en ontvanger die gebruikt werd door de brandweer van Salzburg. De constructeur is de firma Hipp die ook de eerste telegrafen in Zwitserland maakte.
Het idee daartoe was bij hem gerijpt tijdens zijn loopbaan in het leger. Hij bracht het tot artillerie-officier in het Pruisische leger. Daar had hij het geluk dat hij zich op zijn geliefkoosd domein -wetenschappelijke experimenten- kon storten. Op een bepaald moment mocht hij proberen om de voorhanden zijnde telegraaftoestellen te verbeteren. Bij die werkzaamheden had hij de ‘geniale’ gedachte om de wijzertelegrafen van een automatisch ronddraaiende wijzer te voorzien en waarbij het elektrisch circuit werd opgebouwd volgens het principe van de “zelfonderbrekende stroomkring” (zoals in een ouderwetse elektrische bel). Daardoor bereikte hij dat twee in serie geschakelde toestellen niet anders kunnen dan nauwkeurig met elkaar synchroon 14-89
De wijzertelegraaf op volgende foto lijkt erg op die van Breguet. Daar is hij beslist van afgeleid, maar de constructeur is de firma Digney Frères & Cie (Parijs).
RadioAmateur
-4/26-
De telegraaf van de firma Bénévolo (foto 3) uit Lyon is speciaal in die zin dat het een wijzertelegraaf was maar die daarenboven ook nog de karakters kon afdrukken!
Zender en ontvanger zijn nu in een toestel ingebouwd. Speciaal hieraan is wel dat de zender nu ‘automatisch’ werkt. Hij wordt aangedreven door een veermotor (octrooi van Chambrier). Maar de draaibeweging van de wijzer wordt pas uitgevoerd nadat de hendel naar de volgende over te seinen letter wordt gedraaid en er is neergeplaatst in de gleuf ter hoogte van dat karakter. De wijzer kan ook niet verder draaien. Zo wordt een groot nadeel van het systeem van Breguet opgeheven. Men kan nu bijvoorbeeld niet meer te rap draaien met als gevolg dat de synchronisatie niet verloren gaat. Je ziet ook dat er links en rechts twee indicatoren staan. In deze uitvoering kon de telegraaf nl. met twee andere verwijderde toestellen verbonden worden. Wanneer één van de twee een oproep lanceerde viel in de overeenstemmende indicator een wit klepje naar beneden zodat de operator wist met welke post hij in verbinding was.
14-89
Ik vermeld tenslotte nog de wijzertelegraaf van Gloesener. Zo een toestel heb ik helaas zelf niet (*) maar er stond er wel eentje in het voormalige museum van de RTT (gesloten eind oktober 1998!). Michel Gloesener was een Luxemburger die studeerde aan de universiteit te Luik en, na een korte periode in Leuven, professor was aan de universiteit van Luik. Hij was een grote specialist op het vlak van toepassingen met elektromagneten en zou zowel uitvindingen hebben gedaan m.b.t. naald-, wijzer- en morsetelegrafen. (*) In mijn boek “Telegrafie, een verhaal in rechte lijn” (uit 1998> ISBN 90-5066-1823) vind je de foto ervan op p. 44. Dit boek is helaas sinds lang uitgeput.
[email protected]
RadioAmateur
-5/26-
De J-Antenne – deel 1 Willy Acke, ON4AW De J-antenne is een mooi voorbeeld van het gebruik van een Q-aanpassing, of van een λ/4 transfo. De benaming is gekozen naar de vorm van de antenne die gelijkt op de letter J. We hebben een eerste (franstalig) artikel over de J-antenne gevonden in QSO van juli 1935 door ON4UU, die stelde dat de J afgeleid is van een op het einde gevoede halve golf Zepp-antenne: “de J-antenne is een omnidirectionele vertikale halve golf rondstraler, gevoed via een λ/4 aanpassingsstub, zoals dat ook bij een Zepp gebruikelijk is“. De Antenne. In het geval van een 10 m uitvoering, is een tuin aangewezen en hangt men het hoogste punt van de antenne op, aan de tak van een boom. Het enige gereedschap dat men nodig heeft om een J te maken, is een ijzerzaag, een zware soldeerbout of camping brander, propaan brander, of zuurstof + acetyleengas installatie voor het solderen van koperen gasbuis, en voor de afregeling, een SWR=SGV -meter. Wie een laspost in huis heeft met koperen afsmeltbaguetten en 2 koolstaven om een vlamboog te trekken, kan natuurlijk ook een mooie en stevige gebraseerde constructie maken. Alle koperbuis diameters tussen 1,25 cm en 5 cm zijn goed. De diameter van de buizen kan men zelf kiezen in functie van de windsnelheden waaraan de antenne later zal blootgesteld zijn. Men kan ook twee of drie telescopisch in elkaar schuifbare stukken gebruiken voor het halve-golf gedeelte. Een J-antenne kan ook samengesteld worden uit een 450 ohm ladderlijn met isolatie met grote gaten, of indien men niet over deze uitstekende symmetrische voedingslijn beschikt, eventueel uit 300 ohm twin. Men kan de ganse antenne dan uit 1 enkel stuk zonder onderbreking plooien (om mee te nemen op vakantie naar het buitenland, of tijdens een velddag) en vervolgens voeden met een balun waarop een 50 ohm coaxiale kabel aansluit naar de Tx/Rx. Bijna steeds, worden de afmetingen van de J in onderdelen van golflengten gegeven.
14-89
RadioAmateur
-6/26-
aanpassingsgedeelte kan men voeden met een symmetrische 300 ohm of 600 ohm lijn, zo mogelijk een aantal halve golflengten lang om in een stroombuik te voeden, of met een coaxiale kabel via een aanpassings-balun of -trombone. De velociteitsfactor of verkortingsfactor (kv of vf) voor de berekening van de antenne afmetingen, wordt gelijk gekozen aan 0,965 omdat tussen de buizen van de konstruktie vrijwel geen enkel isolatiemateriaal hoeft gebruikt te worden. De U.S.-militairen publiceerden over de J in 1943 (gedrukt in Fort Bragg) tijdens de tweede wereldoorlog, een J-beschrijving in het technical manual TM 11-314. Daarin staat: “de J-antenne wordt het best gevoed met een 600 ohm open lijn naar de symmetrische kwart golf transformator. Het kortsluitstuk van deze laatste mag dan onderaan rechtstreeks elektrisch verbonden worden aan een geaarde stalen mast, waardoor de werking niet zal verstoord worden. Het aarden van de J-antenne maakt ze bestand tegen statische elektriciteit en blikseminslag”. Afregeling. ON4UU plaatste twee hoogfrequent thermokoppel ampèremeters dichtbij het kortsluitstuk van zijn “stub”, die gelijke stromen aanduidden bij een juiste aanpassing aan de voedingslijn.
Enkele kenmerken van de J. De J-antenne heeft geen radialen zoals een grondvlak antenne, en kan daardoor eenvoudiger geconstrueerd worden. Men kan stellen dat de antenne bestaat uit een 3/4λ buis, waarvan het onderste gedeelte een been van de λ/4 transfo (of aanpassingsstub) is, in resonantie op de gekozen centerfrequentie. Vermits de twee benen van de stub tegengestelde en even grote stromen voeren, heffen ze elkaars straling op. Alleen het daarboven staande halve golf gedeelte straalt en ontvangt. De hoogfrequente spanning is maximum aan de top van deze radiator. De Q-factor van de antenne is klein, zodat ze vrij breedbandig is. Het kwart golf 14-89
In een oud nummer van Electron, vonden we deze stroomindicatie vervangen door een langs de antenne verschuifbaar lampje. In een ietwat ander verband, vonden we in een tweede oud nummer van Electron de “ twin-lamp indicator ” voor het bekijken van de golfverdeling op een (symmetrische) voedingslijn of stub, met twee zaklantaarnlampjes. De moeilijkheid daarbij is wel dat het midden van de dubbele lampjes opstelling in aanraking moet komen met een van de draden van de feeder. De voedingslijn twin moet dus in dat geval een soort Lecher-lijn (draden zonder isolatie) zijn of een twin met over een zekere lengte gedenudeerde draden, dus geleiders waarvan de isolatie weggehaald is.
RadioAmateur
-7/26-
Het lampje in de richting van de zender licht op als er energie naar de antenne gaat en het andere lampje licht op als er energie terugkeert. Het systeem werkt met alle lampjes, maar als men niet weet waarmee te beginnen kan men zich lampjes aanschaffen van 3,5 volt, 50 mA. Met een staande golf meter in de shack, in het oog gehouden door een eerste operator, kan een tweede operator (in contact via gsm) de lengte van de (3/4)straler+stub met een bovenaan de buis ingedraaide lange schroef, bijregelen tot de SWR=SGV minimaal is, zo dicht mogelijk bij de waarde 1. Volgens PA0BL zal voor een 10 meter Jantenne, afgestemd op 28 MHz, de λ/2 straler 5,08 meter lang moeten worden, en voor de stub-lengte raadt hij 2,67 meter aan, plus 10% daarvan, d.w.z. samen ongeveer 2,9 meter. De kortsluiting onderaan de stub vervangt hij tijdelijk door een hoogfrequent thermokoppelmeter van 0 - 1 Ampère, of wanneer men daar niet over beschikt door een fietslampje van 6 volt, 0,3 Ampère. In de buurt van de Jantenne wordt een hulpantenne gespannen, een dipool van tweemaal 2,5 meter voor de 10 meter band. Deze wordt nu aangesloten op de uitgang van de zender (f= 28 MHz) bij verlaagd vermogen, geen 100 watt PEP of meer, maar 10 tot 20 watt.(daarvoor staat er een exciter-regelknop op het voorpaneel van de zender).
In feite is het beter de J af te regelen, niet door in de microfoon te spreken in de shack, maar de zender in de stand CW te plaatsen, en de telegrafiesleutel gedurende korte intervallen ingedrukt te houden, teneinde de eindtransistoren of eindbuizen niet te oververhitten. Daar heeft de helper die buiten aan het werk is meer aan doordat de uitslag van de meter (analoog, niet digitaal) nu zal bepaald worden door een constante elektromagnetische straling van de hulpantenne. Bekijkt U nu, geachte lezer, de figuur die betrekking heeft op deze tekst: de meter M zal uitslaan of de gloeilamp zal oplichten. We verschuiven de punten A en B met de meter M ertussen langs de stub-draden of geleiders (buizen, pijpen) tot de uitslag van de aanduider (M of lamp) maximaal is. Het geheel van straler en stub is nu optimaal ingesteld en de hulpantenne kan opgeborgen worden. De meter M wordt vervangen door een goed vastgesoldeerde kortsluiting, en de uitgangsklemmen van een 28 MHz balun worden vastgesoldeerd of elektrisch goed verbonden vastgeklemd aan de punten C en D. De ingang van de balun wordt gevoed door de coax komende van de Tx/Rx ( + SGV-meter). Wordt vervolgd.
De CTCSS geheimen ontsluierd. Ken Collier, KO6UX Het oorspronkelijk artikel verscheen in december 1996 in QST. Omwille van de actualiteit vonden wij dat het best nog eens terug opgehaald werd, ditmaal dan wel vertaald. De meeste transceivers kunnen deze laagfrequent audiotonen wel ontvangen, maar ze ontcijferen is toch wel handig! Als je een FM operator bent zul je de CTCSS (Continuous Tone-Codes Squelch) al snel zijn tegengekomen. Misschien wel omdat je jezelf afvroeg waarom een bepaalde repeater doof blijkt te zijn voor jouw signalen. Zoals de meeste onder ons zul je misschien wel een lijst van de repeaters geraadpleegd hebben en hebben vastgesteld dat er CTCSS in gebruik is. Dat mag op zich geen probleem zijn. Programmeer je FM 14-89
tranceiver om de juiste audiotonen te zenden en de repeater zal je zonder problemen toegang geven. In de meeste gevallen zal de je tonen niet horen omdat ze een vrij lage frequentie hebben, in de nabijheid van de onderste limiet van de menselijke hoorgrens. Het is precies daarom dat dikwijls naar CTCSS verwezen wordt als een subhoorbare toon; letterlijk “onder de hoorgrens”. Dit controlesysteem, met frequenties onder de hoorgrens, werd oorspronkelijk ontwikkeld door Motorola en verkocht onder
RadioAmateur
-8/26-
de naam “Private Lijn”, afgekort “PL”. Tot vandaag zijn de toonfrequenties, zoals bepaald door “PL” nog steeds de CTCSS standaard (zie tabel). CTCSS frequenties in Hz 69.3 97.4 136.5 71.9 100.0 141.3 74.4 103.5 146.2 77.0 107.2 151.4 79.7 110.9 156.7 82.5 114.8 162.2 85.4 118.8 167.9 88.5 123.0 173.8 91.5 127.3 179.9 94.8 131.8 186.2
192.8 203.5 210.7 218.1 225.7 229.1 233.6 241.8 250.3 254.1
In plaats van CTCSS praten sommige radioamateurs ook wel over “PL”, vaak zonder te weten wat die letter betekenen. Zoiets als “Zij installeerden PL vorige week!”, wat dus zoveel wil zeggen als “Zij installeerden CTCSS vorige week!”. (nvdr.: ’t is maar dat je ’t weet). Terwijl vele radioamateurs vertrouwd zijn met de idee om een CTCSS te verzenden voor het gebruik van een repeater, is niet iedereen helemaal op de hoogte van de CTCSS codering. Zowat alle moderne FM transceivers kunnen CTCSS verzenden, maar niet alle bieden standaard de mogelijkheid om zulke tonen te zenden en te ontvangen, maar zijn vaak enkel als optie verkrijgbaar. (nvdr.: dat was in 1996 misschien wel zo, maar vandaag hebben zo goed als alle FMtoestellen deze standaard ingebouwd!) Een elektronische poortwachter. Een CTCSS-encoder laat je toe te kiezen welke signalen gehoord zullen worden door je transceiver luidspreker. Als je de decoder activeert zal je toestel stom worden. Enkel de signalen met de CTCSS tonen die jij hebt gekozen worden doorgelaten naar de audioversterker van je ontvanger en –uiteindelijk- naar de luidspreker. Alle andere signalen worden genegeerd. Ze zijn er nog wel, maar je hoort ze niet! Door het activeren van de CTCSS decoder maak je van je transceiver iets zoals een toon-beschermde repeater. Maar waarom zou iemand willen dat er limieten zijn aan
14-89
wat zij (willen) horen? redenen voor:
Daar zijn 3 goede
Toegang beperken. In het begin gebruikten amateur repeaters CTCSS om de toegang te beperken voor bepaalde groepen of personen. Immers enkel zij die de juiste CTCSS frequentie kenden konden de repeater gebruiken. Alhoewel sommige repeaters de CTCSS nog altijd in die zin gebruiken (nvdr.: en de wetgeving, dan?!) zijn dat uitzonderingen. Het is vandaag relatief eenvoudig om de juiste CTCSS frequentie van een bepaalde repeater te bepalen. Sommige moderne toestellen zullen zelfs de frequentie van de gehoorde CTCSS-signalen tonen. Al wat je moet doen is de input frequentie van de repeater monitoren en als een gebruiker niet te ver uit de buurt is zodat je hem rechtstreeks kan ontvangen, kan je de CTCSS decoderen van zijn uitzending. CTCSS is echter een goede manier om toegang tot andere toestellen te beperken, zoals simplex automatische doorschakelingen, afgelegen basissen, en zo meer. Als je draagbaar toestel gaat gebruiken als een tijdelijke crossband repeater is het een goed idee om een CTCSS-decoder op de input te gebruiken. Dat zal de toegang beperken tot enkel diegenen die met het systeem zullen (mogen) werken. Als CTCSS gebruikt wordt, samen met DTMF tonen, kan het een nog beter middel zijn om de toegang te limiteren. Sommige repeaters vragen, naast een constante CTCSS toon, ook het zenden van specifieke DTMF tonen. Frequentie delen. Tot op zekere hoogte kan CTCSS het gemakkelijke maken om verschillende groepen dezelfde frequentie te laten gebruiken, zonder elkaar te storen. Dat wordt vaak gebruikt in repeater netwerken. In dichtbevolkte gebieden is het niet ongewoon repeaters te vinden die dezelfde frequentieparen gebruiken. Coördinatiegroepen proberen dit wel zodanig te regelen dat ze op voldoende afstand van elkaar geplaatst worden, maar
RadioAmateur
-9/26-
dikwijls elkaar.
overlappen
de
werkgebieden
Dat wil dan zeggen dat sommige stations de mogelijkheid zullen hebben om toegang te krijgen tot twee of meer repeaters op hetzelfde ogenblik (zie figuur)
Selectieve aanroepen. Misschien wil je soms wel eens wat “selectiever” zijn voor te ontvangen aanroepen. Je wilt beschikbaar zijn als vrienden aanroepen, maar je wilt alle andere aanroepen op de frequentie niet horen. Ook hier is CTCSS de oplossing. Als je toestel uitgerust is met CTCSS kan je dat in dat geval inschakelen en dan zal je niets horen totdat iemand uitzendt met de correcte toon. Dat is in het bijzonder handig als je met de wagen rijdt, met de familie op uitstap bent, of thuis met iets dringend bezig bent. Deze techniek werkt vaak beter op simplex dan met repeaters. Veel repeaters zullen geen CTCSS tonen doorsturen.
CTCSS biedt een effectieve oplossing voor repeaters met overlappende dekkingen. In dit voorbeeld kan de radioamateur die in de overlappingszone verblijft, een 71,9 Hz toon sturen naar KX4V, of een 100 Hz Door het installeren van CTCSS op beide repeaters zullen stations slechts één repeater per keer kunnen gebruiken. Zij moeten immers de juiste subtonen sturen naar de gekozen repeater. In moderne toestellen is het vrij eenvoudig om de specifieke CTCSS tonen op te slaan bij het programmeren van de frequentie en shift van de repeaters. CTCSS kan ook dienstig zijn bij simplex. Bijvoorbeeld: ik gebruik hier in het zuiden van Californië regelmatig een FM simplex net op een frequentie die ook gebruikt wordt door een andere groep, ongeveer 140 km verder. Velen onder ons kunnen ze dus horen en dat kan vervelend zijn. De oplossing: Iedereen op ons net gebruikt CTCSS op 100Hz en ieder zendt ook 100 Hz tonen mee met de uitzending. Daardoor horen wij enkel elkaar. Het enige probleem is de moeilijkheid voor nieuwkomers om in het net te geraken, tenzij zij ons systeem kennen. Als zij proberen in te beken zonder een 100 Hz toon zullen wij ze waarschijnlijk niet horen.
14-89
Dus, als je met een CTCSS toon uitzendt op de repeater input, zal het niet aanwezig zijn op de output. De gemakkelijkste manier om dat te weten is een testje te doen met een vriend. Ga zorgvuldig te werk bij het gebruik van een selectief aanroepsysteem met CTCSS. In de meeste toestellen is geen gemakkelijke manier te vinden om de CTCSS decoder af te zetten. Sommige hebben een “monitor” knop die de squelch openzet, zelfs als de decoder aan staat. Bij de meeste mobiele toestellen is dat echter niet het geval. Let dus op, want omdat je ontvanger niets laat horen, wil het zeker niet zeggen dat de frequentie niet in gebruik is. Schakel de decoder uit en controleer de frequentie alvorens uit te zenden. CTCSS kan ook gebruikt worden voor een soort van selectieve “paging”. Bijvoorbeeld: sommige amateurs wonen in gebieden waar meer dan twee repeaters kunnen gehoord worden op dezelfde frequentie, al kunnen ze normaal gezien enkel de lokale apparatuur aanspreken. Om dit irritant probleem op te lossen kan de verantwoordelijke voor de repeater het systeem instellen om een continu CTCSS toon op de output te plaatsen.
RadioAmateur
-10/26-
Dat sluit automatisch signalen uit van de afgelegen apparatuur en wordt enkel de lokale repeater gehoord. Heb jij al beslist? Ga jij in de toekomst de CTCSS decoder gebruiken? Als je favoriete repeater ast heeft met andere overlappende repeaters kan de verantwoordelijke van de repeater een CTCSS systeem installeren om het probleem op te lossen. Als jouw toestel de tonen niet kan decoderen, zal je van deze voordelen niet kunnen genieten. Zoals je gezien hebt is een CTCSS decoder een waardevolle meerwaarde als je een drukbezette mens bent die niet gestoord wenst te worden door onbelangrijke “chitchat”. Amateurs in de dekking van de K3KMO repeater horen ook de signalen van verder afgelegen installaties. Om dat te vermijden zal de verantwoordelijke van K3KMO een 88.5 Hz toon op de output zetten. Telkens als de repeater op komt, zal deze code ook uitgezonden worden. Wie de repeater wil gebruiken moet dus ook de 88.5 Hz CTCSS toon gebruiken om enkel de uitzendingen van K3KMO te horen.
Een CTCSS decoder zal je toelaten om het radio “lawaai” op een aanvaardbaar niveau te houden; terwijl er nog steeds de mogelijkheid bestaat dat jouw vrienden je kunnen bereiken. Ken Coller, KO6UX
[email protected] Vertaling: Gust, ON7GZ
Elkeen die een transceiver heeft met een CTCSS decoder kan zijn decoder instellen om enkel signalen te accepteren met uitsluitend die CTCSS toon.
HF Antenne Potpourri – deel 3 Frits Geerligs, PA0FRI WFL ANTENNE EN "OPEN" GEVOUWEN DIPOOL
Er wordt geadverteerd met een 7.5 m brede WFL antenne gevoed met een balun en een werking vergelijkbaar met dat van een magnetische loop. Voor militair gebruik waarbij het rendement niet belangrijk is, maar het accent ligt op een "all band" antenne met een lage SWR 14-89
over een breed frequentiegebied, zal het wel voldoen. Voor ons is een (aangepast) dipool type met openlijn en antennetuner een beter idee, lees verder. Men vraagt mij regelmatig welke (multiband) draadantenne het beste gebruikt kan worden bij een beperkte ruimte. Hier volgen een paar goed werkende systemen.
RadioAmateur
-11/26-
Met b.v. 7 m spanwijdte kan men een dipool antenne "kwijt" van ± 2 × 14 m. Dat is een behoorlijk werkend systeem voor 10 tot en met 80 m!
De paaltjes hoeven niet zo lang te zijn en steken bij voorbeeld maar 2 m boven de schoorstenen uit. De middenisolator kan goedkoop gemaakt worden van kunststof kaasplankjes.
Momenteel experimenteert PAØLUK met dit idee en de foto geeft een indruk hoe het er uit ziet als het over twee huizen gespannen wordt
U kunt geld en een moeilijke constructie besparen door een (eventueel langere) antenne te maken volgens bovenstaande tekening. Het is een effectief systeem voor 10 tot en met 80 m en het beste is om te voeden met open lijn en symmet rische tuner. Het vermogen is alleen afhankelijk van een geschikte tuner en dan zijn zelfs contacten mogelijk op de 160 m band. Wanneer de relatie met twee naaste buren goed is, kan men een overspanning van ongeveer 12 m over twee huizen maken.
14-89
RadioAmateur
Bij een hoekhuis kan men aan de zijkant een antenne aanbrengen in dezelfde vorm of volgens de onderstaande tekening onder het motto "Als het niet anders kan, dan moet het maar". Wanneer een voeding met coaxkabel niet te vermijden is, maak dan de openlijn zo -12/26-
lang mogelijk en ga dan via een balun of externe automatische tuner over op coaxkabel om de woning binnen te komen. Bij het invoeren van een voedingslijn en bij langere trajecten in huis, is een gedeelde voeding (fig a) met openlijn, een geschikte balun en coaxkabel een mogelijke en alternatieve methode.
PE2EK las hier over deze mogelijkheid, want hij was van plan om met zijn antenne achter de woning te blijven. De woningstichting deed namelijk moeilijk over een mast in de voortuin met de antenne over het dak gespannen.
De essentie hiervan is een kernloze balun die de overgang van een asymmetrische coaxkabel naar een symmetrische open lijn verzorgt. Deze constructie zorgt voor een bijna ideale transformatie van asymmetrie naar symmetrie. Elk woonhuis met zijn omgeving is weer anders en de tekeningen kunnen u helpen met het optimaal benutten van beschikbare ruimte.
In een gevouwen dipool met open uiteinde (fig a) kunt u veel draad kwijt en het is ook nog een effectieve antenne. Een antenne die bij mij niet goed werkt kan het bij u juist goed doen en omgekeerd, dus experimenteren! In de tekening wordt de situatie in een kleine achtertuin weergegeven met bij voorbeeld een schoorsteen als hoogste ophangpunt is.
De lengte van de antenne tussen de twee afspanpunten is precies 14 m. De open lijn van 450 Ohm is 13 meter lang, komt onder de dakpannen door de shack binnen en gaat daar over van open lijn naar coax. Omdat de transceiver alleen een asymmetrische ingebouwde tuner heeft, werd de aanpassing voorlopig gedaan met een 1 ÷ 1 scheidingsbalun die elders op deze home pagina staat. Op 80 m vond hij een punt van SWR = 1 zodat de tuner niet nodig is, maar op de andere banden kan de ATU alles aanpassen. Dat is niet zo vreemd want de halve antenne lengte + voedingslijn zijn 14 + 13 = 27 m en dat
14-89
RadioAmateur
-13/26-
wordt eerder in dit artikel aanbevolen. Met de antenne werden op 80 m al veel leuke verbindingen gemaakt en het rendement viel niet tegen gezien de beperkte ruimte achter het huis. Andere antennes die geprobeerd waren, o.a. een CP-6 en een eindgevoede draad van het paaltje naar de schuur en dan nog een keer rond de tuin, deden het duidelijk minder. Zelfs met een geleende ATU kon nog op de 160 band gewerkt worden. PE2EK luistert vaak ook naar de middengolf en met de andere antennes was de RF voorversterker steeds aan, maar nu moet zelfs de verzwakker ingeschakeld worden. Verder heeft hij nagenoeg geen problemen met QRM van de computer etc. U kunt de antenne van figuur a ook uitvoeren door 300 Ω lintlijn of het bredere 450 Ω type te gebruiken.
Soms is de antennedraad te lang voor DX verkeer op de hogere banden. In figuur 1 ziet u hoe u door een gedeelte van de lintlijn te onderbreken, een tweede kortere antenne voor die frequenties kan maken. Een bekende figuur van het 80 m nachtuilennet beweerde eens als "deskundige" dat een dipool waarvan de uiteinden teruggevouwen worden, niet goed zou werken en dat men het omgeklapte deel kan weglaten.
De antenne kan geheel of gedeeltelijk bestaan uit lintlijn. Dat werkt beter dan men zo op het oog zou verwachten en er zijn geen spreiders nodig. Op afstand lijkt het alsof er maar ιιn draad in de lucht hangt en dat is beter voor het uitzicht van buurtbewoners. In deze tekening zijn de maten weergegeven voor een gunstige impedantie voor de 1 : 4 balun. Heeft u de beschikking over een goede symmetrische tuner, dan zijn de lengtes van L1 en L2 onbelangrijk. COBRA ANTENNE
Dat is grotendeels nonsens want universitaire onderzoekers hebben vastgesteld dat zo'n dipool hoogstens 1 dB verlies geeft ten opzichte van een normaal gesterkte antenne en dat alleen de karakteristieke impedantie en bandbreedte verminderen. Met een open lijn en antenne tuner heeft u geen last van de laatste twee eigenschappen. In de praktijk is dan ook bewezen dat het goed werkt en een meer extreme uitvoering van dat principe ziet u als Cobra antenne. Een antenne die "verlengd" wordt met stubs en dat is een vorm van "linear loading" Deze antenne wordt al door een paar collega zendamateurs met succes, ook op de 160 m, gebruikt.
14-89
RadioAmateur
-14/26-
Maar ook hier bleek dat op bij voorbeeld de 17 m band het resultaat wat minder is. In figuur 3 kan met twee naast elkaar aangebrachte lintlijnen zelf een Cobra FRI gemaakt worden die geschikt is voor een extra frequentiegebied naar eigen keuze. Op de plaatsen van onderbreking zal een mechanische versterking aangebracht moeten worden om de trekbelasting op de andere draad op te vangen.
PA2RK (ex PE1PJR) heeft naar aanleiding van dit artikel met succes een mini dipool gemaakt van 2 × 4.5 m.
Het meervoudig terugvouwen zoals bij het Cobrasysteem, kan men zelf uitvoeren door rozenclips te gebruiken. Zij komen verder in dit artikel ter sprake in het onderwerp spreiders en openlijn. Ook K4VX gebruikt lintlijn als stubs om een korte 40 m dipool te verkrijgen door linear loading. Zijn beschrijving staat op http://www.af2cw.com/license/dipole.pdf
14-89
RadioAmateur
-15/26-
De dipool is elektrisch 2 × 13.5 m lang maar is opgevouwen in 3 stukken en de fysieke lengte is daarom slechts 2 × 4.5 m.
De afstand tussen deze stukken bedraagt 5 cm. De antenne is gemaakt met 2 × 20 m waslijndraad, 13.5 m voor de straler en de overige 6.5 m voor de openlijn. De laatste werd met 5.5 m (gesplitste) tweelingsnoer verlengd. Om het profiel of aanzicht te verminderen wordt dat later vervangen door 450 Ohm lintkabel. Verder werden gebruikt: een plastic snijplankje, 0,75 mm² tweelingsnoer en in stukjes van 10 cm gezaagde kunststof buisjes (50 cm van Praxis). Elke 30 cm werd een buisje geplaatst met aan beide zijden geboorde gaten om de draad erdoor te voeren en dan met kabelbinders (tyraps) vast te zetten.
14-89
Tussen de feeder en AT-897 tuner van LDG maakte hij een plastic waterflesje voorzien met 10 windingen RG213 om een 1 : 1 mantelsmoorspoel te maken. De tuner kan zelfs op 80 m zorgen voor SWR = 1. PA0FRI, Frits Geerligs
[email protected] Bewerking en redactie: Gust, ON7GZ
RadioAmateur
-16/26-
Activiteiten in onze afdelingen MERA (Mechelen) op bezoek in het Radiomuseum van Heist-op-den-Berg.
PRAC organiseerde voordracht over aarding in de shack door Patrick
ZWVR met bloemen aan de Meense Poort. Had met stormweer af te rekenen op Tyne Cot
14-89
RadioAmateur
-17/26-
Overleg VRZA-VRA Op 20 november waren wij te gast bij de vrienden onze Nederlandse zustervereniging V.R.Z.A. voor onze jaarlijkse ontmoeting en overleg. Het unieke aan deze bijeenkomst was de locatie die onze Noorderburen hadden uitgekozen. Fantastisch, die historische site van KOOTWIJK RADIO (vroeger PCG), in het dorpje “Radio Kootwijk” (inderdaad!), vlak bij Apeldoorn. De foto’s zijn van Hendrik-Jan, PD1ANM en van Beni, ON3BL.
Kootwijk Radio: geschiedenis!
Gust, ON7GZ en Wim, PG9W: de voorzitters
Hartelijk onthaal met koffie en…
… een leuk (écht Hollands) geschenkje.
Geschiedenis door Jan-Willem, PA0JWU
14-89
RadioAmateur
-18/26-
imposante inkomhal Kootwijk Radio
Zenderzaal van Kootwijk Radio
Het clubstation PI4VRZ/A bevindt zich (mooier kan niet!) in dit historische (radio)gebouw!
Michiel, PE1SCM
Interview met beide voorzitters op PI4VRZ/A, met Ron, PB0ANL
Antennes van PI4VRZ/A op het dak
14-89
RadioAmateur
-19/26-
Een verslag, van onze Nederlandse vrienden, van deze prachtige dag is van de hand van Martin van Gils, PA1MVG Bezoek Vlaamse Radio Amateurs aan de VRZA Op zaterdag 20 november ontvingen wij (nvdr: wij = VRZA) een delegatie van de Vereniging van Vlaamse Radioamateurs (VRA) op Kootwijk Radio. Naast leden van het bestuur bestond de VRZA-vertegenwoordiging uit een delegatie van PI4VRZ/A en Jan-Willem Udo (PA0JWU), beheerder van het complex. Het bezoek begon bijna een uur later omdat onze Belgische vrienden in de Nederlandse files verzeild raakten. Maar onder de strakke leiding van ceremoniemeester Karel Spaas werd de achterstand behoorlijk ingelopen. De VRA-delegatie, bestaande uit voorzitter Gust Mariëns (ON7GZ), Beni Lanaux (ON3BL) en Bart Peeters (ON4BCP), werd welkom geheten door VRZA-voorzitter Wim Visch, die nog even de bijzonder hartelijke ontvangst van de VRZA eerder dit jaar in Mechelen in herinnering bracht. Vervolgens werd door Jan-Willem een presentatie gegeven over Kootwijk Radio. Gebouwd tussen 1920 en 1923, was het een van de eerste grote betonconstructies in Nederland. De afgelegen plek op de Veluwe werd gekozen vanwege het feit dat het Rijk daar over voldoende grond beschikte; niet vanwege het geringe storingsniveau, want het ontvangststation stond elders in Nederland opgesteld.
het oorspronkelijke aanzicht van het rijksmonument weer geheel hersteld is. Op het dak van de kathedraal konden we de 80-meter dipool en de VHF-antennes van PI4VRZ/A waarnemen. De rondleiding werd gevolgd door een videopresentatie van Michiel Visser (PE1SCM) over de verhuizing van onze verenigingszender (PI4VRZ/A) van Centraal Beheer naar Kootwijk Radio. Na afloop werd de shack bezocht en werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om een interview van beide voorzitters de ether in te zenden. Herinneringen werden opgehaald aan de eerste kennismaking tussen beide verenigingen 19 jaar geleden, toen de VRZA zijn 40-jarig bestaan vierde. Tevens kwam de zgn. "Vlaanderen-route" nog even aan bod. Het bleek op deze wijze mogelijk om een morse-aantekening in Nederland te krijgen door in België een officieel morse-examen af te leggen (let op: wel 12 woorden per minuut!). In verband met de voortschrijdende tijd werd het overleg over andere onderwerpen van wederzijds belang verschoven naar restaurant De Kantharel, alwaar wij het glas hieven op de vriendschap tussen beide verenigingen, gevolgd door een eenvoudige doch voedzame maaltijd.
De imposante langegolf-zender was gehuisvest in gebouw A, ook wel de kathedraal genoemd. Met zijn zes 212 meter hoge masten was het station twee jaar na oplevering overigens alweer ouderwets. In 1925 werd een paar gebouwen verderop de kortegolf-verbinding in gebruik genomen, waarmee met kleinere apparatuur en met aanzienlijk minder vermogen, veel meer berichten konden worden verzonden. Na afloop van de presentatie werd het gezelschap door Jan-Willem door de kathedraal geleid. Vanuit de toren heeft men een prachtig uitzicht over het Veluwse landschap. De zogenaamde “zendcirkel” rond het gebouw is onlangs geheel vrijgemaakt van hoge begroeiing, waardoor 14-89
In hun afscheidswoorden lieten beide voorzitters zich lovend uit over het bezoek Martin, PA1MVG
RadioAmateur
-20/26-
Tijdzones in de Verenigde Staten van Amerika In Amerikaanse teksten en dergelijke wordt vaak enkel de lokale tijd aangegeven en in de Verenigde Staten van Amerika is dat (zoals ook met andere dingen) vaak niet zo eenvoudig. De Verenigde Staten van Amerika zijn immers zo groot in oppervlak dat zij niet toekomen met één enkele (of 2) tijdzone. Er zijn dan ook 4 grote tijdzones, met daarbij nog eens 4 speciale zones. EDT Eastern Daylight Time Connecticut (CT), Delaware (DE), Florida (FL), Georgia (GA), Kentucky (KY), Maine (ME), Maryland (MD), Massachusetts (MA), Michigan (MI), New Hampshire (NH), New Jersey (NJ), New York (NY), North Carolina (NC), Ohio (OH), Pennsylvania (PA), Rhode Island (RI), South Carolina (SC), Vermont (VT), Virginia (VA), Washington DC (DC), West Virginia (WV), CDT Central Daylight Time Alabama (AL), Arkansas (AR), Illinois (IL), Iowa (IA), Kansas (KS), Louisiana (LA), Minnesota (MN), Mississippi (MS), Missouri (MO), Nebraska (NE), North Dakota (ND), Oklahoma (OK), Tennessee (TN), Texas (TX), Wisconsin (WI), MDT Mountain Daylight Time Colorado (CO), Idaho (ID), Montana (MT), New Mexico (NM), South Dakota (SD), Utah (UT), Wyoming (WY) PDT
14-89
Pacific Daylight Time
California (CA), Nevada (NV), Oregon (OR), Washington (WA), EST Eastern Standard Time Indiana (IN) MST Mountain Standard Time Arizona (AZ) AKDT Alaska Daylight Time Alaska (AK) HST Hawaiïan Standard Time Hawaiï (HI)
De verschillen van deze tijdzones: zijn: EDT 0 CDT -1 MDT -2 PDT -3 MST -3 EST -1 AKDT -4 HST +6
RadioAmateur
-21/26-
Voyager 1 nadert grens zonnestelsel De ruimtesonde Voyager 1 nadert de grens van het zonnestelsel. Dat heeft de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA maandag gezegd. Toch duurt het waarschijnlijk nog vier jaar voor de sonde het zonnestelsel definitief verlaat en de interstellaire ruimte betreedt.
Heliopauze
De resultaten van de Voyager-reis werden onlangs in San Francisco bekend gemaakt. Sinds 2004 verkent de Voyager 1 een gebied in de ruimte waar de zonnewind een stroom geladen deeltjes die met een snelheid van 1,6 miljoen kilometer per uur door de zon wordt uitgezonden- abrupt vertraagt en eindigt in het ijle gas dat zich tussen sterren bevindt.. Volgens NASA heeft de zonnewind in het gebied waar de Voyager 1 zich momenteel bevindt bijna nul bereikt, wat betekent dat de ruimtesonde steeds dichter bij de grens van het zonnestelsel komt, een randgebied Voyager 1 dat bekendstaat als heliopauze. “De heliopauze is niet ver weg meer", zei Edward Stone, een wetenschapper van NASA die aan het project werkt.
Een laatste mijlpaal werd in juni bereikt, toen de snelheid van de zonnewind zodanig was afgenomen dat deze gelijkstond aan die van de Voyager 1. "We wisten dat dit zou gebeuren, de vraag was alleen wanneer", aldus Stone. Toch duurt het naar schatting nog vier jaar voor de interstellaire ruimte wordt bereikt. Deze overgang kunnen wetenschappers afleiden uit de veranderingen in de wind. Interstellaire wind is langzamer, kouder en dichter dan zonnewind. De door kernenergie aangedreven Voyager 1 werd in 1977 kort na zijn broertje Voyager 2 gelanceerd. Beide ruimtesondes maakten verkenningsreizen naar de planeten Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus, waarna elk in een tegengestelde richting verder reisde. Reizend met een snelheid van 61.150 kilometer per uur bevindt de Voyager 1 zich momenteel op 17,3 miljard kilometer afstand van de zon. De Voyager 2 reist langzamer, 56.300 kilometer per uur, en bevindt zich op 14,1 miljard kilometer van de zon. Bron: NASA
Kolossale uitbarsting deed de zon schudden! Op 1 augustus van dit jaar vond er een kolossale uitbarsting plaats op de zon. Uit het onderzoek van dat verschijnsel met de NASA-satellieten SDO en STEREO blijkt dat explosies op de zon geen lokale, op zichzelf staande gebeurtenissen zijn.
14-89
RadioAmateur
-22/26-
Op de zon hangt alles met alles samen: verspreid over afstanden van duizenden kilometers kunnen gelijktijdig allerlei explosieve verschijnselen plaatsvinden, zonder dat helemaal duidelijk is wat gevolg is, en wat oorzaak.
Op het eerste gezicht leek er geen patroon in de reeks verschijnselen te zitten, maar uit metingen van het magnetische veld van de zon blijkt dat de verschillende verschijnselen direct met elkaar in verband stonden.
De grote uitbarsting van 1 augustus bestond uit meer dan tien afzonderlijke schokgolven, zonnevlammen en coronale massa-ejecties die bijna de helft van de zon omspanden en 28 uur aanhielden.
Volgens de zonneonderzoekers die de grote uitbarsting hebben geanalyseerd, onder wie de Nederlander Karel Schrijver, is het voor het voorspellen van uitbarstingen op de zon dus niet voldoende om je tot de meest actieve gebieden te beperken. In feite moet voortdurend het magnetische veld van vrijwel de complete zon in de gaten worden gehouden. Dat betekent dat er veel meer werk aan de winkel is voor wetenschappers die zich bezighouden met het 'ruimteweer', de invloed die de zon heeft op de naaste omgeving van de aarde. Bron: Nu.nl
Zeewater Antenne Als je van zout water een dummyload kan maken, waarom zou je er dan ook niet een antenne van kunnen maken? Eigenlijk ontwikkeld voor de marine, maar de ontwikkelaar/tester is toevallig radioamateur dus “wiki-leakte” hij het filmpje naar YouTube...
erin, en die gekoppeld met de antenneaansluiting. Zo wordt de kabel gekoppeld met de geleidende waterstraal. In het filmpje wordt een bereik genoemd van 2-400MHz, HF tot UHF dus. Voor HF zetten ze bbehoorlijk wat druk op de straal: men spreekt va 70-80 voet en dat is toch zo'n 25 meter. Voor VHF kan je met een metertje water al uit de voeten. Heb je geen zout water voor je deur, ook geen probleem: in het filmpje wordt getoond hoe een emmer zout water rondgepompt wordt in een gesloten perspex buis.
Voor degenen die het Engels niet kunnen volgen, een korte samenvatting: het idee is voortgekomen uit de antenneperikelen aan boord van een marineschip. Op zo'n schip staan zo rond de 80 antennes, en het is verdraaid lastig om die zo op te stellen dat ze elkaar niet beïnvloeden. Zoals we weten is zout water geleidend. Het idee van de antenne is een magnetische inkoppeling: een set magneten met wellicht een paar windingen
Op die manier is een simpele antenne te maken die je desnoods kunt vermommen als fontein in je tuin. Laat de buren de antenne maar aanwijzen HI. Jammer dat niet uit de doeken gedaan wordt hoe de magnetische inkoppeling precies plaatsvindt. Maar we zouden geen amateurs zijn als we dat niet eens zouden testen natuurlijk. Bron: Bar-ronde; foto US Navy
14-89
RadioAmateur
-23/26-
Propagatie januari 2011
14-89
RadioAmateur
-24/26-
AGENDA Deze agenda komt tot stand door de informatie die jullie ons bezorgen en ook door de zeer uitgebreide kalender van Rolf Baumgarten, ON4LEA, waarvoor dank, Rolf. (http://www.on4lea.be/termine.htm) Alle eigen inrichtingen van V.R.A. zijn aangegeven op een gele achterrond en met een Leeuwenvlagje achteraan. ON4VRA-uizendingen staan bovendien in een kader. 02/01/2011 ON4VRA CLUBUITZENDING Nieuwjaarsuitzending van uit het Clubstation in Steenokkerzeel op 144.775 MHz, ook live te volgen via http://www.livestream.com/on4vra 07/01/2011 PRAC - DRIEKONINGENFEEST Het traditionele feest voor de leden van PRAC, als inleiding van het nieuwe jaar. clubshack vanaf 20:00 uur GPS: 51°00’46,61”N – 04°18’16,24”O
In de
15/01/2011 MICROWAVE MEETING 2011 Café/Zaal “de Vos”, Halseweg 2, NL-7054 BH Westendorp. Van 09:30 tot 15 uur. GPS: 51°57’05,71”N – 06°24’56,15”O http://www.pamicrowaves.nl/website/ Van uit Mechelen: ongeveer 202 km 16/01/2011 ON4VRA CLUBUITZENDING Clubuitzending van uit het Clubstation in Steenokkerzeel op 144.775 MHz, ook live te volgen via http://www.livestream.com/on4vra 22/01/2011 RADIOBEURS APELDOORN e 15 uitgave, Wijkcentrum “Dok Zuid”, 1e Wormenseweg 460, NL-7333 GZ Apeldoorn 09:30 tot 15:00 uur, Inkom: 2,00€ - VRZA GPS: 52°11’39,34”N – 06°01’15,50”O Info http://www.pi4sdh.nl/index.php?i=/static/static.php?page=10 Van uit Mechelen: ongeveer 214 km. 30/01/2011 ON4VRA CLUBUITZENDING Clubuitzending van uit het Clubstation in Steenokkerzeel op 144.775 MHz, ook live te volgen via http://www.livestream.com/on4vra 30/01/2011 HAMBEURS WETTEREN Scheppersinstituut, Cooppallaan 128, 9230 Wetteren. Van 10 tot 15 uur, inkom vrij. http://users.telenet.be/on4aah/Hambeurs/Hambeurs.html GPS: 51°00’31,15”N – 03°52’13,02”O 06/02/2011 HAMBEURS TURNHOUT Kapelweg 52, 2300 Turnhout, van 10 tot 15 uur, inpraat 145.225 MHz GPS: 51°17’30.89”N – 04°57’00.25”O Info: http://on4nok.tfe.be/ 11/02/2011 PRAC – AANVANG CURSUS BASISVERGUNNING Om 20:00 uur in de clubshack; Holle Eikstraat 1, 1840 Londerzeel.. Info en inschrijving: GPS: 51°00’46,61”N – 04°18’16,24”O
[email protected] 13/02/2011 ON4VRA CLUBUITZENDING Clubuitzending van uit het Clubstation in Steenokkerzeel op 144.775 MHz, ook live te volgen via http://www.livestream.com/on4vra 19/02/2011 GHz TAGUNG 2011 DORSTEN Van 09 tot 16 uur. Volkshochschule/Bibliothek Bildungszentrum, Maria Lindenhof im Weth 6, D-46482 Dorsten. Info: http://www.ghz-tagung.de/ Van uit Mechelen: ongeveer 233 km GPS: 51°39’54,87”N – 06°57’48,93”O 14-89
RadioAmateur
-25/26-
20/02/2011 19e FUNK, COMPUTER & ELEKTRONIK BÖRSE Van 11:00 tot 16:00 uur in Vestlandhalle Recklinghausen, Herner Strasze 184, D-45659 GPS: 51°35’49,48”N – 07°12’19,44”O Recklinghausen. Info:
[email protected] Van uit Mechelen: ongeveer 240 km 27/02/2011 ON4VRA CLUBUITZENDING Clubuitzending van uit het Clubstation in Steenokkerzeel op 144.775 MHz, ook live te volgen via http://www.livestream.com/on4vra 06/03/2011 5e VLOOIENMARKT GOSSELIES-CHARLEROI Collège Saint-Michel, Faubourg de Charleroi 15, 6041 Gosselies, 10-16 uur, inkom €1,50 GPS : 50°27’36,96”N – 04°25’42,07”O 05-06/03/2010 4e GIEßENER AMATEURFUNK TREFFEN 09-18 uur Bûrgerhaus Zum Wiher 33, D-35398 Gießen-Kleilinden, inkom gratis Vanuit Mechelen: ongeveer 380 km Info: http://www.darc.de/distrikte/f/07/ GPS: 50°33’41,83”N – 08°38’35,44”O 12/03/2011 LANDELIJKE RADIO VLOOIENMARKT ROSMALEN 36e uitgave -Autotron ’s Hertogenbosch, Graafsebaan 133, NL-5248 NL Rosmalen, van 09 tot 15 uur Inkom: € 6,00 Info: http://www.radiovlooienmarkt.nl/ Vanuit Mechelen: ongeveer 126 km GPS: 51°42’40.04”N – 05°24’39.68”O 17/04/2011 DIRAGE 2011 Zaal G.C.O.C. Oosterhof, Dr. Vanderhoeydonckstraat 56, 3560 Lummen – 09:00 – 16:00 uur GPS:50°59’06,71”N – 05°11’59,88”O Inkom: 3,00€ - Info: http://www.dirage.be/
Van de redactie Contest Kalender Vanaf nu zullen wij GEEN afzonderlijke contest kalender meer opnemen. Enkel onze eigen contesten en deze van bevriende verenigingen zullen nog aan bod komen, maar zullen opgenomen worden in de rubriek “AGENDA”. Voor zij die toch iets meer willen weten over aangekondigde contests, onderstaande websites geven daarover uitstekende informatie. Vooral de website van PI9SRS kunnen wij ten zeerste aanbevelen. Website van PI9SRS: http://www.pi9srs.eu/ HF contests: http://www.sk3bg.se/contest/index.htm Website van Marc Domen, ON7SS: http://www.on7ss.be/contest_calendar.html
Aangekondigde DX’en / Special Stations Hetzelfde geldt ook voor deze rubriek. Van belangrijke DX-pedities en speciale stations zullen wij op andere manieren melding maken. Je kunt ook hier trouwens terecht op gespecialiseerde websites. ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
DX-pedities die zijn aangekondigd: DX425 News: DX Bulletin OP: DX News Letter DARC: DX Notebook Lone Star: DX Central: DXWatch
http://ng3k.com/Misc/adxo.html http://www.425dxn.org/ http://www.papays.com/opdx.html http://www.darc.de/referate/dx/ http://www.dxer.org/ http://www.dx-central.com/ http://www.dxwatch.com/
Heb jij iets aan te kondigen waarvan je denkt dat het best kan opgenomen worden in “AGENDA”, stuur alle details over je organisatie of inrichting aan
[email protected]
14-89
RadioAmateur
-26/26-