Maandelijks tijdschrift van de vzw Vlaamse RadioAmateurs – V.R.A. vzw
Jaargang 14
14-93
Nummer 93
RadioAmateur
mei 2011
-1/26-
V.R.A. - Vlaamse RadioAmateurs vzw
RadioAmateur Tijdschrift van de vzw
V.R.A.
VLAAMSE RADIO AMATEURS
Raad van Bestuur Voorzitter:
Gust Mariëns, ON7GZ +32 (0)475 61 77 01 on7gz[at]vra.be
Ondervoorzitter:
Leopold Van Elslander, ON7YB +32 (0)51 77.91.11 on7yb[at]vra.be
Secretaris/ Penningmeester:
Bart Peeters, ON4BCP +32 (0)496 90 59 52 on4bcp[at]vra.be
Public Relations:
Guido Clinckemaillie, ON7CI +32 (0)475 52 32 61 on7ci[at]vra.be
Bestuurder
Beni Lannaux, ON3BL +32 (0)495 32 76 49 on3bl[at]vra.be
Bedrijfsnr. 0465.117.67 Verantwoordelijk Uitgever: V.R.A. vzw Brusselsesteenweg 113 B-2800 Mechelen Wettelijk depot BD49023
Prijs per nr.: €3,00 RadioAmateur verschijnt in principe elke maand en is GRATIS voor de leden van de vzw V.R.A.
Jules Verheyde, ON7XM +32 (0)2 452 34 72 on7xm[at]vra.be Ivan Vanthuyne, ON4CBU +32 (0)470 76 10 97 on4cbu[at]vra.be
Provinciale verantwoordelijken
V.R.A. heeft een uitgebreid samenwerkingsakkoord met onze Franstalige vrienden van U.F.R.C. Dat samenwerkingsverband is
F.R.A.
QSL-ADRES F.R.A. P.O. Box 1630 B-1000 BRUSSELS 1
Antwerpen
Karel PRAET , ON4CIR on4cir[at]vra.be
Limburg
Albert SPRANGERS, ON6BM on6bm[at]vra.be
Oost-Vlaanderen
Georges LEMAIRE, ON8MA on8ma[at]vra.be
Vlaams-Brabant
Bart DE CONINCK, ON3DBC on3dbc[at]vra.be
West-Vlaanderen
Ivan VANTHUYNE, ON4CBU on4cbu[at]vra.be
QSL_Managers ON
Albert SPRANGERS, ON6BM on6bm[at]vra.be
Buitenland
Leopold Van Elslander, ON7YB on7yb[at]vra.be
VRA is lid van
Informatie Informatie kan je vragen via info[at]vra.be 14-93
RadioAmateur
-2/26-
Europese Morsetoestellen – deel 1 Fons Vanden Berghen In dit eerste deel over Europese morseschrijvers behandel ik een aantal Belgische en Duitse toestellen. Belangrijk is het toestel dat afgebeeld is op de omslag: het betreft hier een reliëfschrijver -bemerk de ijzeren kraspuntvan de firma Sacré uit Brussel. Richez (ook uit Brussel) is al eerder aan bod gekomen en in foto 1 zie je nog eens een ‘klassiek Belgisch ensemble’
Het was gedurende decennia het standaard toestel bij de overheid: het ‘Bestuur der Telegrafen’ en later (19 juli 1930) de RTT, en dit tot de opkomst van de telex na de tweede wereldoorlog! Het toestel op foto 2 vond ik in een instituut in Oost-Vlaanderen.
14-93
Het is niet gesigneerd en ik weet dus niet of het een Belgisch toestel is (ik heb nooit meer een gelijkaardig model gezien). Het is een ‘open’ toestel en met een daarbij horend relais. Foto 3 is een van de, zo niet dé, alleroudste morsetelegraaf van Siemens & Halske (Berlijn).
Hij wordt aangedreven door een gewicht (c. 8 kg). Het is mij bekend dat hij al in 1852 bestond als reliëfschrijver en rond 1858, toen de inktschrijvers opkwamen, omgebouwd werd om met inkt te kunnen werken. Foto 4 betreft ook een oude S & H reliëfschrijver die gebruikt werd bij de Duitse spoorwegen in de jaren 1870, ik heb nooit een zelfde ontdekt.
RadioAmateur
-3/26-
Deze twee toestellen zijn hier voor de duidelijkheid afgebeeld zonder hun mooie, beschermend glazen ‘kistje’. De meeste Duitse toestellen die de laatste jaren naar boven zijn gekomen betreffen toestellen die door verschillende constructeurs (S & H, Lorenz,…) volgens de specificaties van de Duitse overheid werden gemaakt. Het oudste model dateert van rond 18671870 (naargelang de bron). Het is de “Normalfarbschreiber der Deutschen Verwaltung” en gekenmerkt door de externe trommel die de veer omvat van het aandrijvingmechanisme en het feit dat het toestel ook een relaisfunctie in zich heeft (foto 5)
Foto 8 toont nog een S & H systeem met reliëfschrijver van het laatste kwart van de 19-de eeuw.
In foto 6 zien we een complete tafel met een dergelijke ontvanger, maar ditmaal van de firma Lewert.
Merkwaardig want vanaf ongeveer 1860 werd er overal overgeschakeld op inktschrijvers, ook bij S & H zoals we hier net gezien hebben.
Bij de latere modellen werd de veer ingebouwd en had men een apart relais (foto 7, rechts boven)). In België werden enorm veel van zulke S & H toestellen ingevoerd door de Belgische Spoorwegen.
14-93
Was dit omdat ze goedkoper waren… bedrijfszekerder…geen last hadden van uitdrogende inkt (voor de warme landen) ? Wilhelm (“William”) Siemens, een van de (vele) broers van Werner had zich op verzoek van de familie al in 1843 in London gevestigd om er de commerciële belangen van de familie te behartigen.
RadioAmateur
-4/26-
In 1847 vervoegde zijn broer Friedrich hem en later nog broer Carl. In het jaar 1865 werd dan de firma Siemens Brothers and C° opgericht. Foto 9 toont een typisch model dat, zoals duidelijk te zien is, gemaakt was met de hulp uit Berlijn (vergelijk met foto 5).
Net zoals bij andere modellen wordt hij aangedreven door een gewicht dat in deze foto goed zichtbaar is. Wordt vervolgd. Ik sluit dit Duitse hoofdstukje af met foto 10: een reliëfschrijver van Kräntzer (Berlijn).
© tekst en foto’s: fons.vandenberghen[at]telenet.be
HF Antenne Potpourri – deel 7 Frits Geerligs, PA0FRI SPREIDERS & OPENLIJN De spreiders voor een open voedingslijn maakte ik altijd zelf van 8 mm kunststof buis maar tegenwoordig is een kant en klare bruikbare methode te koop. Dit materiaal wordt vooral in de glastuinbouw gebruikt en is ook te koop bij vestigingen van Intratuin. Het merk is AMEVO uit Alkmaar. Ook een Nederlandse fabrikant van amateurantennes verkoopt en verzendt deze "spreiders".
14-93
Zij zijn is gemaakt van zwarte kunststof en hart op hart afstand van de openlijn is 8.3 cm. De gleuf is 2 mm en het is zonder problemen mogelijk om een lijn met kunststof isolatie van 3.5 mm doorsnede ermee vast te klemmen. Als de spreiders om de meter geplaatst worden en de lijn wordt enigszins strak gehouden, dan draaien de draden niet in elkaar door de wind. Hier hangt de getoonde openlijn al meer dan vier jaar zonder twisten of schade door enige storm.
RadioAmateur
-5/26-
Ook de fabrikant heeft deze site gelezen en mij van aanvullende informatie voorzien. Het model is hetzelfde gebleven maar de samenstelling is verbeterd; het is duurzamer en UV bestendiger geworden.
Mijn homemade openlijn gemaakt met rozenclips
Het product heet bij hen "Rozenclip", is 10 cm lang en geschikt voor 2 mm draaddikte. De opdruk is veranderd in www.amevo.nl en er staat ook een "2" op als aanduiding voor de genoemde 2 mm draaddikte. Zij worden verkocht per doos van 2500 stuks. Voor de consument kosten zij € 38.18 per 1000 stuks inclusief BTW. Zoveel zal wel niemand nodig hebben maar dit lijkt mij een uitgesproken gelegenheid voor locale afdelingsbesturen om dat aantal voor hun leden in voorraad nemen.
Rozenclip, hiermee is de afstand tussen de draden 8.5 cm. Links het oude en rechts het nieuwe model. Zodra ik in de gelegenheid ben om het nieuwe product te bekijken en te proberen zal dat hier "geüpdatet worden. Omdat de toegezegde monsters van hun nieuwe product helaas nog steeds niet zijn aangekomen, kan ik u niet berichten of zij voor ons doel een verbetering zijn. LINTLIJN Wanneer lintlijn te lang is voor een beschikbare ruimte, kunt u een gedeelte of alles als een spoel op een pijp van 8 - 10 cm doorsnede winden of net als een film oprollen. Zo verkrijgt men als bonus een mantelstroom filter (choke balun).
14-93
RadioAmateur
-6/26-
Dat heeft PA3DEB ook met succes gedaan, zie meer foto's op zijn homepagina: http://www.ksites.nl/pa3deb/
De ouderwetse 300 Ω lintlijn is bijna nergens meer te koop maar gelukkig heeft PA1IZR een firma in Amsterdam gevonden en een rol van 30 m laten opsturen. De handelaar houdt een voorraad aan en vraagt er ongeveer € 0,60 per meter voor, zie: http://www.rotor.ws/zoekart.php?zoekart= 650550
Het oprollen heb ik aan meer mensen aanbevolen en iemand schreef: –Dank voor de tip. Ik moet zeggen dat het uitstekend werkt A: geen draden rommel meer door de zolder en B: ik kon nu mijn MFJ op zowel 20,40 als op 80 meter bijna 1:1 krijgen; ja je leest het goed.–
Als door plaatsgebrek een voedingslijn of stub te lang wordt, kunt u een gedeelte of alles zonder bezwaar oprollen of op een koker wikkelen. Daarmee creëert u bovendien een soort mantelstroom filter. LINTLIJN BINNENSHUIS?
VERVANGER VOOR LINTLIJN Op de vlooienmarkt in Rosmalen werd zwarte 300 Ω lintlijn met een breedte van 10.5 mm gekocht. Het was bedoeld als vervanger voor mijn openlijn gemaakt met rozenclips. Het is minder opvallend en ziet er "strakker" uit. Wie dat in Nederland kan leveren weet ik niet, maar in Rosmalen bood een Duitse en Engelse standhouder het aan voor ongeveer 1 € per meter. Als de lintlijn door een standaard PVC installatiebuis voor elektra wordt gevoerd, lijkt dit zeer geschikt voor bewoners van appartementen om een symmetrische antenne te kunnen voeden. De installatiebuis zorgt voor voldoende isolatie langs metalen of andere geleiders. Tot ongeveer 400 W is deze lijn te gebruiken, met meer vermogen kan het mis gaan. Het een en ander is afhankelijk van antennelengte en voedingslijn. Een van de redenen dat hier lineairs gebouwd worden is het testen met groot vermogen van antennemateriaal, baluns en antenne tuners. Zo heeft men meer zicht op de geschiktheid van dat spul, want met ongeveer 100 W merkt men daar over het algemeen niets van. Immers een verlies van 10 W op 100 W is niet op te merken maar 100 W of meer 14-93
RadioAmateur
-7/26-
bij 1 kW gaat echt wel meetellen. Zo ook met deze lintlijn. Met een W3DZZ antenne en antenne tuner was het mogelijk om met groot vermogen te werken van 10 tot 80 m, maar op de 160 m band ging het mis. Daar had ik al een vermoeden van, want de spanning op de lijn was ook al met 400 W erg hoog, vandaar de test. Kortom na een proef van ongeveer een minuut of twee met een draaggolf van 1000 W begon de SWR op te lopen. Omdat het buiten behoorlijk regende kon het zijn dat het water de SWR beïnvloedde en werd de PA even uitgeschakeld en kort daarna weer aangezet. Op een gegeven ogenblik was de SWR onacceptabel hoog. Het was midden in de nacht en daarom werd een zaklantaarn meegenomen om door het dakraam te bekijken of de lijn misschien onderbroken was. Welnu het licht was niet nodig want de lintlijn brandde echt als een fakkel op ongeveer 1 m onder het voedingspunt! Ik was blij dat het niet overdag gebeurde met nieuwsgierige buren als toeschouwers. Gelukkig werd het vuur vrij snel gedoofd door de slagregen. Met droog weer was zeker meer van de lijn in rook opgegaan. Overdag werd de schade (fig onder) opgenomen en het bleek inderdaad dat één van dunne koperdraden zelfs door de hitte gesmolten was. Zie het bolletje aan het draadeinde.
Binnenshuis gebruik ik zelf een "openlijn" dat gemaakt is door van twee coaxkabels de afscherming te verwijderen (fig») en met kabelbinders te fixeren. De verliezen die zouden ontstaan ten gevolge van de impedantie sprong bij de overgang van de "echte" openlijn naar dit alternatief, zijn te verwaarlozen.
Mijn (fig») huidige binnenshuis "lintlijn": twee gestripte RG58 coaxkabels, een kunststof kroonsteentje en een soort trekontlasting. Zelfs met ongeveer 1 kW geen overslag tussen de draden of kroonsteen. Het dient als verbinding tussen de doorvoer in de muur en een symmetrische antenne tuner.
Men kan ook twee elektrische kunststof installatiebuizen naast elkaar leggen en in elke buis een installatiedraad aanbrengen. TWINCOM Een betrekkelijk nieuw product is TWINCOM, tweeaderige kabel van Titanex www.titanex.de • • • • • •
Symmetrische voedingslijn 250 Ohm Hoogste kwaliteit en laagste verzwakking Als normale coax te plaatsen Tot 5 kW PEP Flexibele koperdraar 7 x 0,75 mm Max HF voltage: 20.000 V
Dat lijkt mij goed geschikt als alternatieve vervanger voor lintlijn of zelfgemaakte openlijn. De breedte van de twee geïsoleerde draden naast elkaar is ongeveer 2 cm. Uiterlijk lijkt het op twee aan elkaar gelijmde coaxkabels alleen is dan de afscherming weggelaten.
Mijn binnenshuis "lintlijn" van gestripte RG58 coaxkabel. Bij het kroonsteentje is een soort trekontlasting aangebracht.
14-93
De voedingslijn is even stug of soepel als een coaxkabel. Na bestudering ben ik van mening dat de isolatie zo goed is dat, als het niet anders kan,
RadioAmateur
-8/26-
Twincom op de grond of op het dak gelegd kan worden. Met een open dipool en symmetrische antennetuner is een 250 Ω impedantie van de voedingslijn geen probleem. De verliezen zullen wat groter zijn dan dat van een eigen gemaakte kippenladder maar het voordeel van een flexibele minder opvallende voedingslijn is ook niet weg te cijferen.
OVERZICHT WIKKELEN VAN BALUNS Dit overzicht is bedoeld als geheugensteun voor het geval u van plan bent om zelf een balun te maken. U kent dat wel: "Hoe zat het ook al weer met de aansluitingen en waar stond het"?
De huidige prijs per meter is € 2,65. Inclusief verzendkosten voor bezorging in Nederland betaalt men ongeveer € 55 voor 15 m. De fabrikant zegt dat de kabel (fig») net zo aangelegd kan worden als coaxkabel. Dat is voor zendamateurs in een flat of appartement een mogelijkheid om hun antenne met een symmetrische lijn te voeden. Een stuk van deze "lintlijn" is door mij voor de foto ontdaan van isolatie en u kunt zien dat het lijkt op coaxkabel zonder afscherming. Op aandringen van een collega zendamateur schijnt de firma RYS een beperkte voorraad in Duitsland besteld te hebben.
PA3HBT heeft mij op deze TWINCOM attent gemaakt. Hij is er tevreden over en had tijdelijk een gedeelte op zijn platte dak liggen. Toen de voedingslijn vrij opgehangen werd, veranderde er eigenlijk niets aan de afstemming van zijn ATU. Een bewijs dat de isolatie zeer goed is.
14-93
RadioAmateur
-9/26-
Balun 1 ÷ 4
Het aantal benodigde wikkelingen hangt af van toepassing en te gebruiken kernmateriaal. Meer informatie over de diverse baluns staat verder op Maken en toepassen van coax baluns en Baluns 1 : 4 en 1 : 1. ANTENNE MATERIAAL
Snijplankje (HEMA), koord (HEMA) en (Boerenbond), goedkoop antenne materiaal .
14-93
RadioAmateur
isolator
-10/26-
De treksterkte staat er tegenwoordig niet meer bij maar dat was 80 kg. Na een aantal jaren wordt het wat vies en grijzig en dan is het weer bijna nieuw na een reinigingsbeurt in een wasmachine. Hier in N-Brabant zijn er vestigingen van de Boeren Bond waar allerlei spullen te koop aangeboden worden voor agrarische doeleinden. http://www.xs4all.nl/~pa0fri/Ant/Antmateri aal/antmateriaal.htm PA0FRI, Frits Geerligs pa0fri[at]pa0fri.com Voor ophang of tuidraden kunt u onder andere bij de Hema terecht. Het is gevlochten draad van ongeveer 20 - 25 m en gemaakt van polipropyleen.
Bewerking en redactie: Gust, ON7GZ
Langmuir – deel 2 Willy Acke, ON4AW twijfel ook kon voorkomen in tot dan niet gekende verbindingen. Urey kreeg in 1932 (samen met Langmuir) de Nobelprijs voor deze vondst.
Men kende op dat ogenblik reeds meer dan 100000 (vandaag veel meer) waterstofverbindingen waaronder veel CHgroepen uit de organische scheikunde (sommigen ook in ons menselijk lichaam, dat voor 80 procent uit water en voor 10 procent uit waterstof bestaat), maar deze ontdekking kwam als een volledige verrassing, omdat zware waterstof zonder 14-93
De biologen zijn op dat ogenblik de werking beginnen bestuderen van de waterstof die in levende organen voorkomt, en de invloed daarvan op de levensfuncties en het metabolisme (scheikundige veranderingen, leidend tot veroudering). Langmuir’ s Loopbaan
RadioAmateur
-11/26-
Zijn eerste professionele betrekking werd hem aangeboden door het Stevens Institute te Hoboken, New Jersey, waar hij van 1906 tot 1909, werkte als leraar in de scheikunde . Op 19 juli 1909 trad dr. Langmuir in dienst van het beroemde researchlaboratorium van de General Electric Company (G.E.) te Schenectady, New York, waar hij voor de rest van zijn leven zou blijven. De ontvangst door de directeur dr. Whitney was zeer eenvoudig. Hij zei: “kijk maar eens rond en beslis zelf maar waarmee ge zou willen beginnen“ (Langmuir zou later “Associate Director” worden van het laboratorium). De aandacht van Langmuir werd niet getrokken door de ingewikkelde apparaten, maar door een eenvoudig stel gloeilampen, die aan een levensduurtest onderworpen werden. Binnenin op de glazen wand van deze lampen vormde zich langzaam een hinderlijke donkere neerslaglaag. Dat verschijnsel wou Langmuir onderzoeken. Was de neerslag te wijten aan onzuiverheden van de gloeidraad? Neen, want de wolfram was scheikundig zuiver. Waren, na het luchtledig zuigen van de lamp, de overgebleven restanten gas de oorzaak? Of was de neerslag gewoon verdampt metaal van de gloeidraad? Velen hadden voor hem gezocht naar een middel om een grotere luchtledigheid te bereiken, maar Langmuir paste een andere aanpak toe. Gedurende de twee daaropvolgende jaren opzoekingen, kwam hij tot het besluit dat zelfs bij perfecte luchtledigheid, het probleem bleef bestaan. Het zwart worden van de glaswand bleek niet alleen te wijten te zijn aan verdamping, maar wel aan de verbranding van de gloeidraad. Hij wou deze tegengaan door de lamp te vullen met een gas onder druk. Van luchtledigheid was er dus geen sprake meer, maar wel moest de soort gas nog gekozen worden. Omdat edelgassen op dat ogenblik te duur waren, nam Langmuir proeven met stikstof. Het zwart worden verminderde, maar ook de lichtsterkte nam af omdat de stikstof de gloeidraad afkoelde. Wanneer echter de oppervlakte van de gloeidraad merkelijk vergroot werd, nam de lichtsterkte weer toe. Na veel uitproberen vond Langmuir als beste oplossing een spiraalvormige uitvoering van de gloeidraden. Zelfs met 14-93
stikstof gevuld, voldeden de lampen nu aan alle eisen. Ze vertoonden ook geen zwarte afzetting meer op de binnenwand. (gloeilamp: patent 1.180.159). Naarmate de prijzen van de edelgassen daalden, ging G.E. over tot een lampenvulling met argon, waardoor de gloeidraden veel minder afkoelden. Hierdoor daalde ook de elektriciteitsrekening bij de gebruiker van deze lampen, want ze waren zeer zuinig in elektriciteitsverbruik. Bij G.E. verwierf Langmuir 63 patenten, voor zijn opzoekingen over chemische reacties in omstandigheden van lage druk, electronen-emissie van gloeidraden in het luchtledige, hoog vacuüm elektronenbuizen in 1912 (nadat deze door Fleming en Lee de Forest waren uitgevonden) en de gasgevulde gloeilamp in 1913.
Wanneer Langmuir de electronen-emissie van Tungsteen gloeidraden bestudeerde, kwam hij tot de vaststelling dat dichtbij het smeltpunt van dit metaal, er veel minder elektronen vrijkwamen dan voorspeld door de theorie. Hij ontdekte toen dat dit te wijten was aan de vorming van een “ruimteladingswolk“ rond de gloeidraad,
RadioAmateur
-12/26-
een verschijnsel dat hij vastlegde in een wet. Deze ruimteladingswet werd overgenomen door al degenen die op dat ogenblik bezig waren met de verdere ontwikkeling van elektronenbuizen. Verder opzoeking leidde er trouwens toe dat Langmuir een kleine hoeveelheid thorium toevoegde aan de Tungsteen, waardoor de elektronen-emissie enorm toenam. In 1912 was Langmuir getrouwd met Marion Mersereau, een huwelijk waaruit een zoon Kenneth geboren werd en een dochter Barbara. Langmuir had Marion voor het eerst ontmoet op een dansfeestje op 29 juni 1910. Hij zou trouwens daarna nog danslessen volgen om zich op dat gebied te vervolmaken.
Vanaf 1940 tot 1945 tijdens de tweede wereldoorlog, ontwikkelde hij sonar systemen voor het opsporen van duikboten, het ontijzen van bevroren vliegtuigvleugels (met onder meer jodium en zilver-iodide), en het maken van rookbommen voor gebruik door de infanterie te velde als “witte rookschermen“ bij de invasie van Europa. In de medische sector bestudeerde hij de moleculaire afmetingen van virussen en toxische (giftige) stoffen, en Van der Waalse krachten in ionen-dipolen. Op muzikaal gebied hielp hij Leopold Stokowski, de kwaliteit van zijn geluidsopnamen te verbeteren. In 1953 kwam hij naar buiten met begrippen zoals “pathologische wetenschap“, ”pseudo-wetenschap” in verband met vliegende schotels en buitenaardse wezens die sommigen op dat ogenblik meenden waar te nemen, “polywater”, “koude fusie“. Andere opzoekingen en vindingen. De covalentie: De ionaire binding. waarover de theorie in 1916 werd opgesteld door de hierboven reeds vernoemde W.Kossel (1888-1956), is slechts toepasselijk op electrolyten (zuren, basen en zouten). Om de cohesie te verklaren van moleculen, die de andere scheikundige verbindingen vormen, hebben Gilbert Newton Lewis (1881-1957) en Langmuir, het begrip covalentie geïntroduceerd. Lewis was onder meer een specialist in de thermodynamica, daarbij pionierswerk leverend, door verder te borduren op het werk (entropie, enthalpie, enz.) van de Yale universiteitprofessor Willard Gibbs (1839-1903).
Hij bestudeerde de atoomstructuur van stoffen, het gedrag van oliefilms die op water drijven, en de betekenis van isotopen. Deze laatste studies bezorgden hem tijdens de eerste wereldoorlog 19141918, een bijkomende betrekking als raadgever van het Ministerie van Landsverdediging, waarin hij meewerkte aan de ontwikkeling van de eerste radarsystemen. Hij deed ook mee aan opzoekingen over dunne-films en oppervlakte-absorptie, die later zouden leiden tot dikke- en dunnefilm elektronische schakelingen, als voorlopers van de in 1944 door de Bell-Labs voorgestelde transistor en de later daarvan afgeleide schakelingen.
14-93
RadioAmateur
-13/26-
Gibbs was fysicus en chemist, en als ingenieur werd hij in 1871 professor in de wiskundige natuurkunde aan de Yale universiteit in de USA. Hij publiceerde: “Graphical methods in the thermodynamics of fluids“ (1873), “A method of graphical representation of the thermodynamic properties of substances” (1874) en “On the equilibrium of heterogeneous substances” (1876 en 1878).
the American Chemical Society: The arrangement of electrons in atoms and molecules”, waarin hij verder uitweidde over de s- en de p-regel van Lewis en waarbij hij een concentrische theorie van de atoomstructuur uitbouwde. In zijn referentie vermeldde hij Gilbert Lewis en Walter Kossel.
Hij is de vader van de statistische mechanica en van de fazeregel in de thermodynamica. Bovendien publiceerde hij “Elementen van vector-analyse” en “De quantitatieve theorie van de e.m.k. in een electrolytische cel“, dit laatste samen met Helmholtz. Gibbs ligt dus na Carnot (17961822) en W.Thomson (= Lord Kelvin) (1824-1907) aan de basis van de uitvinding van de stoommachine en de explosiemotor. Gibbs en Langmuir verklaarden dat twee atomen zich kunnen verenigen, als ze een elektron van hun buitenste baan afstaan. Daardoor ontstaat een eenvoudige binding. Twee chlooratomen bijvoorbeeld, waarvan de buitenste baan 7 elektronen bevat, zullen zich verenigen via een paar van twee elektronen, “doublet” genoemd. In 1919 publiceerde Langmuir hierover een 66 bladzijden lang artikel in de “Journal of
De covalente binding is veel krachtiger dan de ionaire binding. Zijn er twee paren, dan ontstaat een dubbele binding, zijn er drie, dan spreekt men over een drievoudige binding. Een bijzonder geval is dat van een paar dat voortkomt van een zogenaamd donor atoom (zoals fosfor, zuurstof, zwavel, stikstof, halogenen), dat twee elektronen levert als het een binding aangaat met een acceptor atoom zoals boor en aluminium. wordt vervolgd
WIJ houden steeds onze belofte ! Via onze Europese lotgenoten in “EURAO” garanderen wij –zoals jullie allicht wel weten- 100% QSL. Dit betekent dat wij de bestemmeling steeds zijn kaarten zullen trachten te bezorgen, enkel tegen de verzendkost, zonder enige extra vergoeding, abonnement of registratie. En kijk eens wat wij onlangs in onze postbus vonden!!! Een qsl-kaart voor de man die VRA zeker niet in zijn hart draagt (en dat is nog heel zacht uitgedrukt). Maar… discriminatie is aan ons niet besteed en dus heeft deze heer ON4UN ondertussen zijn QSL-kaart al mogen ontvangen (ze is aan hem verzonden op 5/4). Benieuwd of hij dit openlijk op prijs zal stellen en of hij ons de prijs van de postzegel zal terugbetalen? 14-93
RadioAmateur
-14/26-
Statutaire Algemene Vergadering Verslag van de Algemene Vergadering van 26 maart 2011 in Zonnebeke 1.
2.
3.
4.
5. 6. 7.
8. 9. 10. 11. 12.
13. 14.
Voorzitter Gust Mariëns, ON7GZ, opent de vergadering en heet de aanwezigen van harte welkom. Hij dankt de afdeling ZWVR voor de organisatie ervan. Er zijn ook een aantal verontschuldigingen om diverse redenen, waarvan akte. De voorzitter stelt vast dat er een meerderheid van de werkende leden aanwezig is en dat deze Algemene Vergadering dus geldig kan beslissen. De vergadering neemt enkele ogenblikken ingetogenheid in acht als respect voor en herinnering aan de vrienden of familieleden die ons in het voorbije jaar voorgoed hebben verlaten. De stemformulieren voor de verkiezing van de bestuurders worden uitgedeeld en terug ingezameld. De stemmen zullen worden geteld onder leiding van de voorzitter van het telbureau, Jules Verheyde, ON7XM. Frank Samson ON3OMD zal hem bij het tellen bijstaan. De voorzitter vraagt de afdelingsvoorzitters na te denken over hun mogelijke kandidatuur voor de A.V. van 2012, het jaar van onze 15e verjaardag. Het verslag van de Algemene Vergadering van 27 maart 2010 in Deurne wordt unaniem goedgekeurd. Guido Clinckemaillie, ON7CI, krijgt het woord en stelt het verslag voor van de activiteiten van het afgelopen werkjaar 2009. a. VRA media b. BIPT c. QSL dienst en –systeem d. SAR in Vlaanderen e. Protest 70cm bandplan Nederland Nadat de voorzitter nog enkele punten heeft verduidelijkt wordt het jaarverslag eenparig goedgekeurd. Er zijn geen nieuwe afdelingen te melden. Er zijn geen afdelingen die hun schrapping hebben gevraagd. Nieuw werkend lid, Ivan Vanthuyne, ON4CBU; wordt eenparig aanvaard door de AV Eén werkend lid (vzw InfoRad) werd geschrapt omwille van niet meer bestaan. Unaniem goedgekeurd Bart Peeters, ON4BCP, brengt verslag uit over de financiële activiteiten van het afgelopen jaar. Ondanks een paar moeilijke punten zijn wij er toch in geslaagd het boekjaar positief af te sluiten Het verslag van de commissarissen is eenparig positief. De rekeningen van het werkjaar jaar 2010 worden unaniem goedgekeurd. De voorzitter dankt uitdrukkelijk Bart, ON4BCP voor de feilloze manier van het financiële beheer. Bart Peeters, ON4BCP, stelt de begroting 2011 voor. Ze wordt ook unaniem goedgekeurd. De uittredende commissarissen (Eddy Van Campenhout, ON4CCK en Louis De Coninck, ON2LDC) worden unaniem herbevestigd in hun functie voor het boekjaar 2011.
14-93
RadioAmateur
-15/26-
15. Uitreiking van diploma’s en prijzen van de “VRA Activity Day” en de “VHF Velddag” door Contest Manager Jean-Marie T’Jaeckx, ON7EN. 16. Er zijn door de afdelingen geen vorstellen ingediend. 17. Alvorens de voorzitter de resultaten van de verkiezing meedeelt staat hij een moment stil bij het zich niet meer kandidaat stellen van Jan Galicia, ON6JG De tekst die een geëmotioneerde voorzitter meegeeft volgt hierna: Vooraleer tot de resultaten over te gaan wil ik toch even uw bijzondere aandacht vragen voor één iemand in het bijzonder. Iemand die van bij de start, nu bijna 14 jaar geleden, zijn beste krachten heeft ingezet voor onze vereniging. Hij was de man die van het begin aan het roer stond van ons verenigingstijdschrift. Hij was de man die InfoRad, ons dienstencentrum, uit de grond stampte en beheerde. Hij was … enz… enz… Iedereen heeft het nu al wel begrepen dat ik het heb over onze vriend Jan Galicia ON6JG. Tot ons aller spijt heeft Jan door omstandigheden buiten zijn wil moeten afzien van het hernieuwen van zijn kandidatuur als lid van de raad van bestuur. Het was o.a. met Jan als drijvende (Vlaamse) kracht dat een aantal toenmalige beheerders van de UBA het voor bekeken hielden met de paternalistische manier van doen bij die vereniging en een zeer verdienstelijke poging ondernamen om deze te federaliseren. Samen met Walter ON4ZN, Robert ON6IS en Hans ON6WQ (het bijna voltallige Vlaamse deel van de raad van de UBA) is dat toen niet gelukt door de franskiljonse paternalistische ingesteldheid. Dat heeft hen er niet van weerhouden om de VRB te stichten en later (1997) mee aan de kar te trekken voor het samengaan van beide toenmalige verenigingen, VVRA en VRB, in onze huidige V.R.A.. Op voorstel van de Raad van Bestuur benoemt de staande Algemene Vergadering met een zeer warm applaus Jan Galicia, ON6JG tot ERELID van de V.R.A. Omdat Jan, wegens gezondheidsroblemen, afwezig is zal de voorzitter zich belasten met het hem overhandigen van de ereplak. 18. De drie kandidaten voor de Raad van Bestuur worden herkozen of verkozen. Bijgevolg kunnen Gust Mariëns, ON7GZ; Guido Clinckemaillie, ON7CI en Ivan Vanthuyne aan een nieuw mandaat beginnen 19. In allerlei kwamen volgende punten aan de orde: a. QSL-dienst (EURAO) komt zeer goed op gang, in zoverre zelfs dat een QSL-kaart voor ON4UN via EURAO en F.R.A. postbus bij ons belandde. Maar WIJ staan voor 100% QSL en bijgevolg heeft de heer Devoldere deze kaart van ons mogen ontvangen Hartelijke en welgemeende dank aan Albert, ON6BN, Leopold, ON7YB, en JeanMarie, ON7EN, voor het fantastische werk i.v.m. de qsl-post. b. Verslag van ons bezoek aan de vrienden van onze Nederlandse zustervereniging, VRZA. Haf plaats in het prestigieuze en indrukwekkende kader van Radio Kootwijk. c. Wij blijven waakzaam bij het verdere verloop van het decreet over de stralingsnormen d. Basisvergunning opleidingen in de 5 Vlaamse provincies e. Morse-examen en overeenkomst met BIPT voor Nederlanders f. JOTA-JOTI. Een eerste aanzet voor actieve participatie van VRA, van de hand van Patrick De Koster, ON4DKP.. 20. Er zijn geen verder punten meer en ook geen vragen uit de vergadering, dus sluit voorzitter Gust Mariëns, ON7GZ, de vergadering en nodigt iedereen uit op de vriendschapsdronk, zonder te vergeten allen er op te wijzen dat vannacht het zomeruur wordt begonnen. Bart Peeters, ON4BCP Secretaris/Penningmeester 14-93
Gust Mariëns, ON7GZ Voorzitter RadioAmateur
-16/26-
Nabeschouwingen bij de J-Antenne Walter Empsten, ON4ZN Naar aanleiding van het artikel van ON4AW in RadioAmateur wou ik hier mijn eigen ervaringen met een zelfbouw dubbele J-antenne vertellen. Maar allereerst nog een kleine aanvulling bij het grote palmares van Willy Acke. In 1980 was ik als VHF-Manager van een andere vereniging bij de bijeenkomst van de IARU Region I Working Group/Committee B in Maidenhead, UK waar o.m. het huidige LOCATOR–systeem werd aangenomen. De Zweedse VHF Manager Folke Rassval, SM5AGM, had toen al bij de andere regio’s van IARU gelobbyd met de voorstellen van John Morris, G(M)4ANB waardoor een (helaas te laattijdig) ingediend voorstel van Willy, ON4AW, geen kans meer had. Het had nochtans veel voordelen, zoals Chairman Ir. Kees Van Dijk, PAøQC moest toegeven. Maar het werd toen -zoals verwacht- het voorstel van John Morris ... Maar terug naar de J-antenne voor 145 en 433 MHz. In de periode tussen de IARU Region I conferenties van 1972 (Scheveningen) en 1975 (Warsawa) was ik zelf volop in de QRM-periode bouw eigen woning beland. Deze twee conferenties waren bepalend voor de ontwikkeling van FM op VHF en UHF via relais of simplex. Er waren toen (einde zestiger jaren tot uitlopers begin jaren 80 van vorige eeuw) heel wat problemen ontstaan tussen enerzijds de originele gebruikers van de VHF/UHF banden en de nieuwkomers die gebruik wilden maken van de massale hoeveelheden van goedkope afgedankte FMmobilofoons die niet meer aan de officiële wettelijke normen voldeden. Denk maar aan bij ons de beruchte “MobiloBell”. Er waren destijds, vóór de echte latere “bandplannen”, bepaalde afspraken voor de toenmalige bandindelingen. Ik was zelf actief op 144 MHz vanaf 1953 en op 432 (origineel 435) vanaf 1960. De toenmalige zelfbouwzenders waren voornamelijk kristalgestuurd. Iedereen had zijn “huisfrequentie“ en alle anderen gingen daar luisteren tot iemand CQ gaf en antwoordde hem op zijn eigen “huisfrequentie “, in AM of CW. Ik was toen een van de weinige Belgische VHF’ers die, 14-93
samen met de toenmalige ON4RB, in de zestiger jaren een buizen-VFO had gebouwd. Ik kon toen zelfs al in FM uitzenden, hi! Mijn eerste 70cm zender werkte alleen, kristalgestuurd, in FM. Het DX verkeer was toen voornamelijk in de lagere helft van 144 MHz met een voorkeur voor EME in CW, juist boven 144,0 En daar ging het met de nieuwkomers, veelal HF –DXers met minder kennis van de VHF/UHF technieken en gebruikte afspraken dadelijk mis. De eerste op 144 MHz door hen opgezette relaisstations werkten met een scheiding van 1,6 MHz (bvb IN=144,2 MHz/OUT= 145,8 MHz). Daardoor kwamen ze al snel in aanvaring met de “DX-habituées” van de VHF –banden die hun “weak signal” verkeer danig gestoord zagen door de sterke en soms te brede FM-gebruikers. Vooral tussen Zwitserland en ZuidDuitsland boven het Bodenmeer was er een paar jaar een “oorlogje” tussen o.a. de eerste DL–repeaters en HB9 EME-ers. Toen ik dus na een gedwongen QRT (=QSY) in 1973 tot 1977 mijn 21m pyloon op het nieuwe QTH op het platteland buiten de grootstad Antwerpen terug monteerde, moesten er ook vertikaal gepolariseerde rondstralers op komen, buiten de 4x10 Yagis voor 144 MHz en de 4x15 el voor 432 MHz. Voor 1296 Mhz had ik vóór de mast een zelfbouw 20 el Yagi (in 1986 een parabool van 1,2 M Ø). De bestaande antennes moesten vernieuwd worden en er kwam ook een nieuwe draaibuis om het dubbel-H frame aan te monteren. Vermits handelslengtes van dikwandig duralpijp (AlMgSi) 6 M lang zijn kwam ik op het idee de extra lengte boven het H-frame te benutten voor een dubbele J-antenne (voor 145 en 433 MHz). Willy Acke heeft gelijk als hij zegt dat je een J-antenne niet eenvoudig met een coaxkabel mag voeden! Maar er is een, weliswaar ingewikkelder, manier waarmee het toch kan.
RadioAmateur
-17/26-
Ik had het reeds een eerste keer gezien bij oscillator-eenheden van 420 MHz surplus elektronische altimeters die toen in een Antwerpse legerstock overvloedig te koop werden geboden (types AN/APN-1 en analoge modellen). De gloeidraden van de twee 955 “eikel”-pushpull oscillator buisjes werden doorheen de buisjes die de afgestemde kring vormden, gevoed. Daarmee bleef het andere (kortsluitdeel) einde HF vrij. De altimeters werden “gewobbelt” door een elektromechanisch soort “luidspreker”: een metalen geperforeerd membraan tegenover twee gemetalliseerde zones op keramiek (capaciteit per sectie variabel tussen 10 tot 50 pF- Zie o.a. Wireless World June 1956 ). Dat was later de bouwsteen voor mijn eerste UHF-wobbulator. Een tweede voorbeeld was in de DCvoeding van het stuurrooster van de 432 MHz PA met 4X150A van Hans Dohlus (SK) ex-DJ3QC, de oprichter samen met OE6AP van UKW-Berichte. Ik kreeg die bouwbeschrijving van hem toegestuurd en heb het minitieus nagebouwd. De eindversterker was voorzien van een halvegolf coaxiale ingangskring. Voor de verluchting werd koellucht doorheen de anode via de lampvoet in de ingangskring geblazen. De warme koellucht kwam naar buiten via meerdere (kwartgolf lange ontluchtingsbuisjes) op de ingangcaviteit. Via één van die buisjes kwam ook de -Vg1 toe voor het stuurrooster. Zelfde principe van HF-ontkoppeling. Ik heb zo vanuit Berchem/Antwerpen, kristalgestuurd in FM jaren op 432 MHz DX gewerkt (destijds 8 landen, w.o. OE). In de jaren nà de verhuis kwam de ontnuchtering dat de meeste vroegere buitenlandse correspondenten overgestapt waren naar SSB. Ik heb later gevonden dat de ingangscaviteit van DJ3QC toch niet zó efficiënt was. Met een aangepaste veel eenvoudiger ingang haalde ik nu i.p.v. 40 W het dubbele in CW/SSB uit dezelfde buis, met veel lagere sturing uit de IC 402! (Nú 22 DXCC landen). Dus mijn (ingewikkelde) manier van voeden van de dubbele J-antenne, d.w.z. doorheen de verlengde draaibuis van de VHF/UHF DX-antennes. Daardoor kon de buitenmantel van de coax niet meer stralen (mantelstromen!) en zo het stralingspatroon beschadigen! Daarmee 14-93
werd ook de top van de pyloon enigszins “ontlast” van de vele coaxkabels die daar rond de draaibuis kwamen. De twee dunnere coaxen voor de J’s kwamen juist boven de Tailtwister uit de draaibuis en werden daar opgevangen. Dat maakte wel veel mechanisch werk (o.a. met de draaibank) noodzakelijk maar leverde wel een uiterst robuuste dubbele J-antenne waarmee ik sinds 1977 ettelijke Belgische en Nederlandse relais kon bereiken, tot ik in 2005 mijn grote antenne-arrays moest opgeven en overschakelen op bescheidener 3 Yagi’s voor 144 Mhz/432 MHz en 1296 MHz. De dubbele J heeft zelfs de val van de pyloon in november 1983 overleefd en is lichtjes krom terug in dienst geweest van 1986 tot zomer 2005. Ik hoop ze nog ooit eens te demonteren en misschien tegen de dakkapel te monteren. Ik heb wel heel wat fouten bij de constructie gemaakt, voor een groot deel te wijten aan de toen (1976 /1977) verkrijgbare grondstoffen. Zo bleek de surplus (merk SERCO ?) RG-5 coax met verzilverde buitenmantel en dito binnengeleider een plasticomhulling te hebben die niet bestand was tegen de UV van de zon. Ik zou momenteel bvb Aircell 7 gebruiken (maar toch eerst een proeflengte gedurende enige jaren aan fel zonlicht blootstellen ?!). Ik heb toen voornamelijk gegalvaniseerde messing vijsjes gebruikt (grotere inoxbouten en moeren waren toen al verkrijgbaar , maar voor dunne inoxvijsje en dito moertjes M3/M4 moesten we toen nog wachten). Dus overal INOX! Het gebruikte nylon bleek lichtjes hygroscopisch? Beter overal (zoals voor de afstandplaten) teflon gebruiken, liefst de hardere met glasvezel gevulde ronde staven voor de stukjes in de draaibuis. Of acetal? Nog even een opmerking over de twinlamp SGV indicator van november 2004 in Electron in het artikel van Willy. Ik heb zelf op 144 in het begin in 1953 gedurende enige jaren een twinlamp SGV indicator gebruikt (en heb nog steeds buiten een Bird #43 Wattmeter een coaxiale uitvoering hiervan in gebruik op 432 Mhz). Trouwens in 1953 gebruikten de meeste VHF amateurs overal verkrijgbaar TV twinlead. Enige OM met meer mogelijkheden (QRL, enz) gebruikten toen coax, want de coaxkabels uit de surplus waren dikwijls te oud of van bedenkelijke herkomst, zoals ik
RadioAmateur
-18/26-
zelf met enige VHF-vrienden mocht ondervinden. Mooie RG8/U die op 432MHz voor 30m lengte meer dan 20 dB verlies vertoonde zoals destijds ON4TQ mocht ondervinden! Gelukkig voor Emiel werd de rol coax nadien uit zijn auto gestolen op de parking vóór zijn QRL !.
ook bij eventuele blikseminslagen in de omgeving de overdracht naar de coaxvoedingskabel. Om interactie tussen de 433 en de 145 J’s te vermijden heb ik de dunnere voedingsbuizen onderling 180° uit elkaar gemonteerd . Bij mij is de dunnere buis 16 mm Ø .De assenafstand van beide is ~ 65 mm .Op het bovenste uiteinde heb ik de draaibuis (=J-antennes) afgesloten met een dikke staaf inox, naar boven toe met een afgeronde punt , ongeveer 9 cm lang. Deze is bedoeld om eventuele blikseminslag op te vangen , want de top van de draaibuis kwam ~ op 24 m hoogte , vrij boven een bos met hoge canada’s Noordelijk van mijn tuin. Een overbuur had vroeger problemen in die zin gehad met antenneversterkers voor TV ...zelf had ik later nooit problemen , maar de draaibuis is wel met fikse flexibele strappen afdoende verbonden met de top van de vrijstaande pyloon en deze is geaard met drie lange 6M) Copperweld-staven naast de betonnen sokkel van 9 m3.
De constructie van mijn dubbele J-antenne verliep in verschillende fasen : 1) De keuze van de dikwandige duralpijp (= draaibuis antennes). Bij mij origineel 42mm Ø , later 50 mm Ø ,wat beter uitkwam met de centering in de T2Xrotator. Nà de keuze van diameter volgt de bepaling van de slankheidsgraad. Daarvoor zijn afdoende gegevens te vinden in de bekende antennehandboeken (o.m. ARRL of Rothammel, natuurlijk ook in de professionele standaardwerken als Kraus, Schelkunoff & Friis, Meinke & Gundlach) Dat bepaalt namelijk de fysische lengte voor een halve of een kwart golflengte! 2) Het onderste deel van de 3/4 λ antenne, dus een kwart golf vormt naast de aanpassing op het uiteinde van de halve golf straler (=hoogohmig) ook op zich een afgestemde kring die met de griddipmeter op 144 MHz perfect kan uitgemeten worden. Mijn toenmalige GDO op 144 ging maar tot een goede 250 MHz, maar de bekende Mechelse VHFer OM Jozef Geerts ON4LN (SK) uit de Fortuinstraat, waar ik dikwijls kwam, heeft me toen voor de 430 MHz gedepanneerd! 3) Met enig meten kom je dus tot de juiste 3/4 λ voor 433 . De J voor 70 cm maakt integraal deel van deze voor 145 MHz. Bij mij zijn de vrijstaande Lambda/4 delen wel dunner dan de eigenlijke straler (= verlengde draaibuis). 4) Ze worden aan het (HF) koude-einde verbonden door een dikke verschuifbare strap in Aluminium (50 mm). Aan het “hete “ uiteinde van de aanpassingssectie zit een dikke teflonplaat(10 mm) die de dunnere buis evenwijdig houdt met de eigenlijke λ/2straler. De afstand van deze is juist voldoende om een soort gammacompensatietrimmer te kunnen inlassen, want het is niet de bedoeling dat de onderste aanpassingssectie zelf zou stralen. Deze kleine C vermindert 14-93
5) Evenzeer wordt nu de J voor 145 MHz uitgemeten . Ook hier waren de dunne buizen van 16 mm Ø enige cm te lang. Als de resonantie met de GDO van de zó gevonden λ/4 kring bereikt is, wordt de beneden uitstekende overtollige lengte afgezaagd (eveneens voor de 435 MHz) Maar voorzichtig nabeproeven vooraleer te zagen ! 6) Nu moeten de voedingspunten voor de coaxkabels gevonden worden. Daarvoor is voor beide banden elk een lengte coax nodig, met op het einde een Pawsey transformator. Dat is een lengte Cu buis met ~ dezelfde Ø van de coax buitenmantel en er mee verbonden op λ/4 van het uiteinde . Daarmee is op het vrije uiteinde de asymmetrische coax omgevormd tot een symmetrische 50 Ω. Daartoe had ik de draaibuis met op het einde de toekomstige dubbele J horizontaal op een drie meter hoogte op een van de driehoeken van de pyloon gelegd. Voorlopig vastgemaakt met een paar stevige “lijmknechten“ zodat de dubbele J-sectie vrij was boven de tuin. Daarbij hing de voorlopige Pawseytransformator met de voedingslijn vertikaal naar beneden en wel als dusdanig loodrecht op het vlak van de beide aanpassingssecties. Dat liet toe
RadioAmateur
-19/26-
met behulp van een stevige houten trapladder alle nu volgende aanpassingen te maken . Daarbij stond de SWR –meter onderaan de trapladder , zodat we het minimum konden observeren We schuiven nu met voorlopige klemmetjes op beide einden van de Pawseytransfo vanaf de kortsluitstrap onderaan de λ/4 sectie naar boven tot we met de Wattmeter aanpassing gevonden hebben . Exacte plaats te markeren met een alcoholstift . Zelfde bewerking met een Pawsey trafo voor 435 en markeren. 7) Nà zorgvuldig de juiste plaatsen van de kortsluitstraps, enz... genoteerd te hebben (dunne etsende alcoholstift =Staedtler permanent Lumicolor S daarmee kun je gemakkelijk op Aluminium , zelfs op teflon kunt schrijven !) kunnen we nu voorzichtig de gaten in de draaibuis boren waardoor de binnenaders van de twee coaxen met de dunnere voedingsbuizen van16 mm Ø zullen verbonden worden. De boringen 8mm moeten zorgvuldig van + ontbraamt worden (met een dunne “rattenstaart “ sleutelvijltje lukt het met enig geduld wel !) 8) We hebben dan destijds op QRL de twee aansluitblokjes voor de coaxkabels vervaardigd in dikke rond nylonstaaf met de draaibank . Als je niet de beschikking hebt over dat gereedschap , of niet een goede vriend hebt die het voor U kan doen, begin je beter niet met het hele project. De eerste jaren nà mijn pensionering was ik wat verloren voor allerlei mechanisch werk (niettegenstaande een vrij goed ingerichte werkplaats) tot ik in 1998 via ON6TO een tweedehandse Myford Super 7 metaaldraaibank kon kopen, juist dezelfde als destijds op QRL. Nogmaals bedankt Luc. Al gebruik ik die nu niet meer zó veelvuldig als destijds op QRL . 9) Bijgevoegde scans van oude werktekeningen geven een idee van de constructies. In het aansluitblokje voor de 435 Mhz coax komt excentrisch een boring waarin van onder de buitenmantel van de gebruikte coax kan vastgezet worden door middel van een dun geplooid(=1mm) stukje inoxplaat of band. Bovenaan in het blokje komt de binnengeleider vastgeklemd in het half 14-93
binnen contactstukje van een “lusterklem” (of “suikertje” of wat dat nog bij u heet, hi!). Dus wat gepruts met dunne zaagjes en sleutelvijltjes. De constructie is dusdanig opgevat dat het blokje met aangesloten coax glijdend in de draaibuis komt, waarna een haaks op de originele boringen geboorde en getapte M4-schroef de verbinding tussen de coax buitenmantel (met druk op het inoxbandje) en de draaibuis verzekert. Verder werd voorheen ook de plaats waar het schroefje van het half “lusterklemmetje” in het nylon uitgeboord om de verbindingsstaaf van de dunne buitenbuis van 16 mm Ø van de λ/4 aanpassingssectie te kunnen opnemen. Die komt namelijk door de voorheen geboorde gaten in (6).) De verbindingsstaven waren bij mij korte stukjes (~ 40 mm lang) 8 mm Ø rood koper buis (8,0 x6,0 ), op het uiteinde voorzien van ingesoldeerd vijsje met cylindrische kop met zelfde schroefdraad als deze van het binnenstukje van het lusterklemmetje. Wel vooraf uitkijken of je de juiste tappen en snij-ijzers in huis hebt, hi! Ik had geluk, het was M3x50). De stukjes Cu buis zijn van binnen lichtjes uitgeboord, om daarin teflonhulsjes te voorzien die rond de eigenlijke Alu-staaf van 6 mm Ø komen. Het is hetzelfde principe als dat van de Gammatrimmers die ik bij mijn long-Yagis voor 144 en 432MHz al sinds jaren gebruikte. De Alu staven lichtjes glad afdraaien. Een stukje ronde teflonstaaf lichtjes uitboren dat het klem zit op de Alu-staaf. Met hoge snelheid (toerental van de draaibank) met een scherpe beitel dit afdraaien dat het geheel zuigend in het lichtjes uitgeruimde Cu buisje zit. Nog op te merken dat afdraaien van teflonbuis of dito krimpkous niet werkt, je trekt gewoon de hele zaak uiteen op de draaibank! Dus teflon ronde staaf iets groter in diameter dan de 6mm Ø van de verbindingsstaaf (ideaal is teflonstaf van 10 mm Ø) De staaf van 6mm Ø dural komt op het uiteinde doorheen een boring in de 16 mm buis die plaatselijk opgevuld is met een stukje op maat gedraaid Alu- rond .Dit laat toe de 6 mm staaf in en uit te schuiven voor het afregelen van de capaciteit t.o.v. het Cu contactbuisje (dat met het vijsje
RadioAmateur
-20/26-
binnen de binnengeleider van de coax vastklemt in het doorgezaagde binnenstuk van de “lusterklem”.Met vijsje dwars kan de positie vast gezet worden. Rond dit Cu buisje zit nog een stukje krimpkous om contact met de draaibuis te beletten (dit i.v.m. mogelijke corrosie: Al versus Cu !). Bij het nylonblokje voor 145 Mhz is er nog evenwijdig aan de boring voor de 145 Mhz coax een tweede om de 435 MHz coax te laten passeren. Het aansluitblokje voor 435 heeft slechts één boring. Ik tracht e.e.a. nog te verduidelijken met een foto van de dubbele J, die nu in de garage staat. Dit nà -van 1977 tot 1983- en nà de val van de pyloon met de zware storm van november 1983, opnieuw en lichtjes krom, van 1986 tot zomer 2005 aan weer en wind te zijn blootgesteld. (De J antenne werkte nog prima !). De foto toont de gerecupereerde dubbele Jantenne tegen de muur naast de garagepoort. Je ziet bovenaan de inoxpunt die de buis afsluit. Daaronder de λ/2sectie van de 70cm-straler, de λ/4 aanpassingssectie met onderaan de 5 cm brede Al bevestiging en kortsluitstrap. Juist daarboven het aansluitpunt met de korte Al –staaf naar binnen naar de binnenader van de coaxkabel Daar beneden de λ/2 “straler” voor 145 MHz. Merk ook de dikke (10mm) teflonisolatie/afstandhouders. Onderaan volgt dan de λ/4 aanpassingssectie, met onderaan -zoals bij het 431MHz gedeeltede kortsluitstrap met daarboven de verbinding voor de voedingscoax voor 2 meter. De hoogte van de bakstenen geeft samen met de breedte (5cm) van de zware Al– strappen een idee van de afmetingen van het geheel . De twee coaxkabels komen onderaan uit de draaibuis. Ik ben bij de tweede montage in 1986 verplicht geweest het boveneinde van de nu 50 mm diameter draaibuis lichtjes uit te vijlen want ik kreeg de door zonnestraling en corrosie beschadigde coax niet meer uit de binnenste aansluitblokken. Daardoor verviel nu de ideale oplossing van de coaxkabels onderaan uit de draaibuis juist boven de Tailtwister-rotor T2X . 14-93
Dus in 1986 weer 5 coaxen boven de top van de pyloon (voor de 4x10 el 144MHz, voor de 4x15 el 432MHz, voor de parabool
RadioAmateur
-21/26-
voor 1296 en 2320 MHz en de twee voor de dubbele J-antenne voor 145 en 430 MHz) . Ik heb destijds diverse gebruikte (toen Ms !) vijzen beveiligd tegen corrosie en mogelijk loskomen met een busje “tropicalisatie vernis” uit de legerstock (waarvan ik de restjes nadien heb moeten wegwerpen). Vandaar de vele bruine vlekken op het geheel. Nadien (in 1986, nà de val van de pyloon in november 1983) heb ik ook nog ettelijke stroken 3M isolatieband aangebracht .
14-93
Hieronder nog een schets van het Nylonaansluitblokje (sri, mijn tubes zwarte Chinese inkt zijn allang uitgedroogd en mijn tekenplank plus diverse bijhorigheden is opgeruimd, hi!) Op de schets zie je bovenaan hoe het 1/2 klemstukje van een “suikertje“ in het nylonblok komt (bovenste boring 7,5mmØ uitvijlen met klein vierkant sleutelvijltje). Ter hoogte van het schroefdraad gedeelte (M3x50) komt -getapt in de nylon- een eveneens met dezelfde draad getapt deel
RadioAmateur
-22/26-
dat vooraan een weinig wordt verbreed, opdat later het Cu-buisje van de γ-trimmer hierin wordt opgevangen. SORRY FOUT OP SCHETS !
Tegenover het klemstukje komt een door de nylon getapt gat van M5, om het klemstukje op zijn plaats te houden en de coaxmantel aan de buitenkant te verbinden.
Onderaan komt het klemstukje (Inoxband van 1mm dik en ~10mm breed) dat rond de staart van een metaalboor in de bankvijs wordt geplooid. Dunner band kan ook, dit vergt een beetje “cut and try”. Verder dient dan nog met een mesvijl een gleuf uitgevijld onderaan de boring voor de coax van + 7,5mm Ø .
Zó , dan was het dan. Verfijningen zijn altijd mogelijk. Voor verdere geïnteresseerden, het “stoffelijk overschot” staat nog altijd achteraan in mijn garage en mits gepaste type N stekkers aan de oude coax te zetten, is het dadelijk bruikbaar . VY 73 es VHF/UHF DX Walter ON4ZN
Uit de Oude Doos. In de jaren 1933-1934 bestonden al verschillende tijdschriften RadioAmateurisme, zij het (in die tijd uiteraard) voornamelijk Franstalig.
over
Radio
en
Hieronder een afbeelding van twee van die tijdschriften, met dank aan Eddy, ON4CCK.
Als iemand van jullie ook nog over dergelijke fraaie memorabilia beschikt, houden wij ons graag aanbevolen om dat te kunnen publiceren.
14-93
RadioAmateur
-23/26-
Propagatie mei 2011
14-93
RadioAmateur
-24/26-
AGENDA Deze agenda komt tot stand door de informatie die jullie ons bezorgen en ook door de zeer uitgebreide kalender van Rolf Baumgarten, ON4LEA, waarvoor dank, Rolf (foto). Alle eigen inrichtingen van V.R.A. zijn aangegeven op een gele achterrond en met een Leeuwenvlagje achteraan. ON4VRA-uizendingen staan bovendien in een kader. 06/05/2011 PRAC – LADIES NIGHT Voor de leden van PRAC – Etentje met (x)yl’sNew Bistro in Meise – Inschrijving ON4CCK 08/05/2011 ON4VRA CLUBUITZENDING Clubuitzending van uit het Clubstation in Steenokkerzeel op 144.775 MHz, ook live te volgen via http://www.livestream.com/on4vra 14/05/2011 HAMBEURS WAASLAND Clublokaal WLD, Dries 68/70, 9111 Sinaai-Waas. Van 10 tot 16 uur. Inkom Gratis Inpraat 144.675 GPS: 51°09’28.04”N – 04°02’31.01”O 14/05/2011 DRIELANDENTREFFEN AACHEN (DLT-2011) Met Hambeurs/Brocante. Van 09 tot 14 uur, vrije ingang. Inpraat 145.787,5 MHz Euregio Funkbörse in der Schulmensa, Neuköllner strasze 15, D-52068 Aachen (Rothe Erde) GPS: 50°47’21.09“N – 06°07’27.94“O 22/05/2011 ON4VRA CLUBUITZENDING Clubuitzending van uit het Clubstation in Steenokkerzeel op 144.775 MHz, ook live te volgen via http://www.livestream.com/on4vra 22/05/2011 MAGNUM HAMBEURS HECHTEL-EKSEL Militair domein Depot Eksel/Vlasmeer, langs de baan Hasselt-Eindhoven. Eindhovensebaan 50 te Hechtel-Eksel. (tegenover autokeuring) Van 10 tot 16 uur, Inkom €3,00. Volg ‘NLB’ GPS: 51°09’16.67”N – 05°21’52.17”O 22/05/2011 HAMBEURS ZOTTEGEN Van 09:30 tot 14:30 uur in Ontmoetingscentrum Velzeke, Provinciebaan 275, Zottegem. Tafels gratis, maar reserveren via 0498-77 10 57. (Materiaal vanaf 08:30) Inpraat op 145.250 MHz. GPS: 50°53’08.18”N – 03°46’39.08”O 27/05/2011 PRAC – BARBECUE Traditioneel de jaarlijkse BBQ, vanaf 18:00 uur op de terreinen aan de clubshack; Holle Eikstraat 1, 1840 Londerzeel; Deelname €18 GPS: 51°35’49,48”N – 07°12’19,44”O 28-29/05/2011 DXA – 29e OPEN DEUR Taverne “De Schorren”, Graspolderlaan 32, 2660 Antwerpen-Hoboken. Vrije inkom. Zaterdag 10-19 uur, zondag 10-17 uur. GPS: 51°11’06.33”N – 04°20’32.01”O 28/05/2011 Æ 05/06/2011 VRZA RADIOKAMPWEEK JUTBERG Vakantiedorp “De Jutberg” , De Jutberg 78, Laag Soeren. Van 08:30 tot 15:30 uur http://www.radiokampweek.nl Voor de camping http://www.ardoer.com/nl/camping/jutberg. Op Hemelvaartdag (donderdag 2/6) is er radiomarkt en koffebakverkoop GPS: 52°04’08,63N – 06°04’37,510 02/06/2011 INDOOR KOFFERBAKVERKOOP Bandencentrale Mortier, Ruiseleedsesteenweg 44, 8700 Tielt. Vanaf 09:00 uur. Gratis inkom en tafels. Info en reservatie: 0476-73 99 72 GPS: 51°00’39,33”N – 03°21’39.49”O
14-93
RadioAmateur
-25/26-
03/06/2011 PRAC – PORTABLE RADIO REPORTING CONTEST Een oefening in GPS- en draagbare radiogebruik. Je hebt nodig een GPS (in de wagen of draagbaar) en –uiteraard- een mobiele of draagbare radio. Inrichting: ON2LDC en ON7CI. Vertrek om 19:00 uur aan clubshack; Holle Eikstraat 1, 1840 Londerzeel. Daarna: boterhammen met kop en geuzebier GPS: 51°35’49,48”N – 07°12’19,44”O 05/06/2011 ON4VRA CLUBUITZENDING Clubuitzending van uit het Clubstation in Steenokkerzeel op 144.775 MHz, ook live te volgen via http://www.livestream.com/on4vra 10Æ13/06/2011 VIERDE ZUIDELIJK AMATEURSTREFFEN Gedurende dit pinkster kamp is elke RadioAmateur of andere geïnteresseerde welkom op de kampeerboerderij/camping "De Kastanjes" in de gemeente Gemert-Bakel, gelegen in eenbosrijke omgeving aan de rand van de Peel. Gemert-Bakel ligt ongeveer 25 km noordoost van Eindhoven . Tijdens dit weekend zullen er allerlei leuke activiteiten worden georganiseerd, zoals vossenjachten, een bouwproject en indien het weer het toelaat een barbecue. Natuurlijk zullen we de kinderen niet vergeten. Mocht je willen deelnemen, laat dat ons dan weten bij voorkeur op het e-mailadres
[email protected]. Aan de hand van de aanmeldingen zullen de plaatsen zoals besproken met de campingeigenaar worden ingedeeld. Het aantal plaatsen is beperkt. Dus VOL=VOL. Bekijk voor aanvullende informatie onze website http://www.radiotreffen.nl.
19/06/2011 ON4VRA CLUBUITZENDING Clubuitzending van uit het Clubstation in Steenokkerzeel op 144.775 MHz, ook live te volgen via http://www.livestream.com/on4vra 24-25/06/2011 PRAC BEZOEKT FRIEDRICHSHAFEN Samen naar het beroemde BodenseeTreffen. ONDER VOORBEHOUD. Coördinatie ON3WAG, Vincent 02-03/07/2011 PRAC in de VHF Velddag Onder leiding van Louis, ON2LDC, Voorzitter PRAC 03/07/2011 ON4VRA CLUBUITZENDING Clubuitzending van uit het Clubstation in Steenokkerzeel op 144.775 MHz, ook live te volgen via http://www.livestream.com/on4vra 27/08/2011 Meer info volgt later.
DNAT BAD BENTHEIM
16/10/2011 HAMBEURS OPWIJKSE RADIOAMATEURS &E Hambeurs van de Opwijkse RadioAmateurs op zondag 16 oktober 2011 in de SintPauluszaal in Opwijk-Centrum. Processiestraat 17, 1745 Opwijk (aan de brandweer-kazerne). Van 10:00 tot 15:00 uur. Ruime parking (Ring Heiveld). Inkom € 2,00 (consumptie inclusief) Inpraat: ON4AOW; 145.450 MHz en 433.450 MHz; repeater ON0ORA, 438.800 & 431.200 MHz. Meer info bij Roger, ON7XY via
[email protected] GPS: 50°58’12,80”N – 04°11’12,95”O
!
= wijziging datum, inhoud, … Meer (ham)beurzen, tentoonstellingen, enz… Æ Website van Rolf Baumgarten, ON4LEA http://www.on4lea.be/termine.htm voor contestinformatie verwijzen wij naar: HF contests: http://www.sk3bg.se/contest/index.htm Website van Marc Domen, ON7SS: http://www.on7ss.be/contest_calendar.html Website van PI9SRS: http://www.pi9srs.eu/ 14-93
RadioAmateur
-26/26-