1-2-2016
Bemesting • • • •
Even Voorstellen Pascal Kleeven Akkerbouw/vollegrondgroentebedrijf Sinds1999 in dienst bij Vitelia-Agrocultuur
• • • • • • • •
Wie teelt er maïs? Wie heeft er een mestmonster? Wie heeft er actuele grondmonsters? Wie strooit er extra kali? Wie strooit er kalk? Wie gebruikt compost? Wie gebruikt vaste mest? Hoeveel ton ds opbrengst/ha mais?
Vragen
Mestwetgeving
Fosfaatgebruiksnormen
Wettelijk op maisland: 112 kg N/ha/jaar en bij hoge PW 50 kg P205/ha/jaar
1
1-2-2016
Indirecte beinvloeding
De 4 B’s • Bodem: de leefomgeving van een plant, basis voor groei • Basisbemesting: bodem aanvullen met voldoende voeding voor één seizoen of begin seizoen? • Beworteling: opnamecapaciteit van voeding en vocht stimuleren • Bijbemesting: aanvullen van plant en bodem, gedurende de teelt, afhankelijk van groeiomstandigheden
Beworteling
Relatie opbrengst beworteling
Intensievere en diepere beworteling: • Zorgt voor verminderde gevoeligheid voor droogte • Zorgt voor verbeterde nutriënten opname (ism schimmels en bacteria) • Levert makkelijk afbreekbare organische stof • Levert voeding voor bodemleven • Levert verbeterde bodemstructuur (niet: opheffen van verdichting!!!)
3 soorten organische stof Makkelijk afbreekbaar (lage C/N): • Voeding voor micro-organismen • Snelle levering van nutrienten (uitspoelingsgevoelig) Matig stabiele organische stof • Levering nutriënten door het jaar heen • Gevarieerd bodemleven Zeer stabiele organische stof (hoge C/N): • Verbetering watervasthoudend vermogen • Effect op bodemstructuur
Bepaling bemestingsstrategie • • • • • • •
Neem mestmonster Neem grondmonster Bekijk structuur vd grond Bekalk indien nodig Bemesten (Behoefte/wettelijk) Bemest sporenelementen bij Rij compost indien ruimte vrij is.
2
1-2-2016
Neem een mestmonster
Neem een grondmonster
Wat zijn de gehaltes van rundveedrijfmest? N 4 – P 1,5 – K 5
01/02/2016
13
Chemische bodemvruchtbaarheid Bemesting: onderhevig aan regelgeving, emissies, meststoffengebruik. Metaforen: • “Kelder”: bodemvoorraad slecht tot niet beschikbare elementen • “Keuken”: bodemvoorraad beschikbaar binnen enkele groeiseizoenen (CEC) • “Tafel”: opneembaar voor de wortel in loop van groeiseizoen • “Bord”: direct opneembaar uit het bodemvocht
PH • Maïsland: 5,2 – 5,7 • Grasland: 5,0 – 5,5 • PH verhogen à Bekalken • Structuur verbeteren à Gips strooien
Verschil kalk/Calcium (gips) pH
Structuur
Calcium Ca2+
-
+
Kalk CaCO3
+
-/+
3
1-2-2016
(H+ = veroorzaker verzuring van de bodem)
Calcium en structuur Neerslag (depositie)
(Kunst)mest (NH4+)
Plantenwortels scheiden zuren af (H+) om voedingH+ stoffen vrij te maken
H+ H+
H+
H+
Ca (spoelt uit)
H+
H+
H+
H+
H+
H+ H+
H+
Ca (spoelt uit)
bouwvoor
H+
H+
H+
H+ H+
H+
H+
H+
Ca (spoelt uit)
Oorzaak pH-daling
pH en beschikbaarheid nutriënten
Optimaliseren pH Neutraliseren (zure) bodem door strooien kalk • Kalk bestaat uit: CaCO3 en MgCO3
4 .0
4 .5 5.0 ste rk zuur
5.5
6 .0 6.5 n eu traal
7.0
7.5
8 .0 8. 5 9. 0 sterk b asisc h
stikstof fosfaat ka liu m zwa vel
• Kalk gaat in de bodem een chemische reactie aan met CaCO3 + H+ Ca + H2O + CO2 (snelle reactie) MgCO3 + H+ Mg + H2O + CO2 (trage reactie)
H+
Reactiviteit van kalkmeststoffen (Sauerbeck)
c alcium ma gn esium
Keuze soort kalkmeststof:
Sauerbeck test 100 90 80 Emkal
Om zetting (% )
70
Limkal
60
Dolokal
50
Dolokal Extra
40
Borgakal Dolokal Supra
30
Miramag 20 10
• Tijdstip vh jaar, snelle of minder snelle PH verhoging gewenst. • Kali/magnesium toestand vd bodem. • PH verhoging voor 80% à 5-30 dgn, afhankelijk Mg + bodemtemp. • Na bekalken 2 wkn wachten met drijfmest.
0 0
2
4 6 Tijd (minuten)
8
10
4
1-2-2016
Stikstofvormen Organische N: • Niet opneembaar, • Mineraliseert naar ammonium • Uit alle org stof (mest, gewasresten, bodem...)
Ureum (NH2)2CO): • Aanvoer uit meststoffen en urine • Valt uiteen in amide (NH2) • Amide wordt door hydrolyse omgezet in ammonium
Stikstofvormen 2 Ammonium (NH4+): • Wordt snel omgezet (genitrificeerd) in nitraat • Zure werking Nitraat (NO3-): • Gevoelig voor uitspoeling • Snelle opname door plant • Stimuleert met name loofgroei
5
1-2-2016
Bemesting: Kali • Gemiddelde onttrekking per jaar: Maïs: 11,5 ton ds opbrengst à 185 kg K2O/ha 19 ton ds opbrengst à 300 kg K2O/ha Streefgetal: K-getal 18-21 • Kali uit mest heeft 100% werking • 35 m3 * 5 = 175 kg K2O/ha
Kali als hoofdelement • Hoogste opname van alle elementen • Opnamecurve: 2e helft teelt • Kali in de plant: kwaliteitselement • – Waterhuishouding (zichtbaar in droge jaren!) • – Celspanning: stevigheid loof/wortel • – Vorming en transport van koolhydraten = productie
Mineralenconcentraat • Goede vervanger voor kunstmest • Gemiddelde samenstelling 7,7 kg N, 0,2 kg P2O5 en 8,5 kg K2O • Werkingscoëfficiënt voor N en P2O5= 100% • 10 m3/ha
• • Geen milieuprobleem! • • Opname als K+
Overige mineralen • Ook deze zijn belangrijk wat betreft voeding, maar wat betreft opbrengst tonnen ds minder van belang.
6
1-2-2016
Bemestingsadvies maïs Bemestingsstrategie snijmais zand 2016
Tijdstip Voor ploegen Tijdens zaai Voor opkomst
Optie 1 Soort meststof Hoeveelheid rvdm 40 Maismaster 25-0 120 Kali 60 150 Kas 200
Totaal
Voor ploegen Tijdens zaai Voor opkomst Totaal
Samensteling vdm Samenstelling zdm Samenstelling rvdm Behoefte snijmais Norm snijmais 2016
N 96 30
P 3,9 3 1,5 84,6 50
K 220
Mg 64
Na
64
0
SO3 Rundvee Drijfmest + kunstmest
90 54 180
Optie 5 wettelijk rvdm 33 79,2 Maismaster 25-0 125 31,25 Kali 60 250 Kieseriet 100 110,45 N 6,8 5 4 221,4 112
P 60
K 5,5 4 5,5 288
60
49,5
310
181,5 52,8
Rundvee Drijfmest + kunstmest
150 49,5 MgO 1,5 1 1,5 60-70
25 331,5 77,8
0
50 50 Maismaster 25-5 bij te weinig fosfaat
18 ton droge stof
Bij het veranderen van het aantal ton d.s veranderen N, P, en K automatisch mee
Mg Bij een MgO < 75: minimaal 50 kg MgO aanvoeren.
https://www.youtube.com/watch?v=RHsipnInbaU
Vragen
7