5
10
Concept
Fontys Hogescholen Opleiding: Varianten: Lokatie:
Informatica, bachelor Voltijd Venlo
Visitatiedatum:
6 februari
15
20
25
30
35
40 © Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, ….mnd/jaar
Inhoud Inhoud Deel A: 5
10
15
Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per onderwerp 1.6 Schematisch overzicht oordelen 1.7 Totaaloordeel Deel B: Facetten Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Onderwerp 2 Programma Onderwerp 3 Inzet van Personeel Onderwerp 4 Voorzieningen Onderwerp 5 Interne kwaliteitzorg Onderwerp 6 Resultaten
Deel C: 20
Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4:
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
2 3 4 4 5 7 7 9 11 12 13 17 27 31 34 38 43 44 45 50 51
25
2
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
Deel A: Onderwerpen
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
3
Onderwerpen 1.1 5
10
15
20
25
30
35
40
45
Voorwoord
Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Informatica van de Fontys Hogeschool heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in november/december 2006, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij NQA heeft aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek was er een panelbezoek aan de opleiding. Dit bezoek vond plaats op 6 februari 2007. In het panel hebben de volgende personen zitting genomen: De heer Ing. MSc R.J.H. Vreven (voorzitter en domeinpanellid); Mevrouw drs. A.E.N. Hacquebard (domeinpanellid); Mevrouw D.S. Harten (studentpanellid); De heer drs. J.H. Boerke (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: • Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. • Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de driepuntsschaal (onvoldoende, voldoende en goed) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. • Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2
Inleiding
Bij Fontys Hogescholen staan ruim 35.000 studenten ingeschreven. De school biedt, verspreid over het hele land, onderdak aan ruim 200 voltijd-, deeltijd en duale opleidingen op hbo-bachelorniveau. Fontys Hogescholen biedt opleidingen op het gebied van: economie, communicatie, gezondheidszorg, kunsten, mens en maatschappij, onderwijs (lerarenopleidingen) en techniek en wetenschappen. Daarnaast verzorgen ze een groot aantal post-bachelor- en masteropleidingen. Tevens verzorgt Fontys cursussen, opleidingen, onderzoek en consultancy voor bedrijven en instellingen. Fontys Hogeschool is een van de grootste onderwijs instellingen in Nederland. Er werken circa 3.600 personen, die samen 2800 fte bezetten. 4
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
5
10
Fontys profileert zich als een moderne hogeschool met innovatieve onderwijsproducten. Het strategisch beleid heeft zij vastgelegd in de nota Idealisme in Learning Communities (2002). De nota beschrijft wat Fontys voor haar studenten, medewerkers en haar omgeving wil zijn: een learning community, een plaats voor waardeneducatie, een kennispoort en een organisatie die groot is in kleinschaligheid. Deze kennispoort laat zich inspireren door de economische, ecologische en sociale beginselen van duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijk. Fontys oriënteert zich voortdurend op de toekomst en de koers die ze wil volgen. In 2004 is een omvangrijk veranderprogramma van start gegaan. Het programma heeft de naam Biloba gekregen. De verandering is enerzijds gericht op het verder invoeren van competentiegestuurd, vraaggericht en flexibel onderwijs en anderzijds op het invoeren van majors (180 EC’s) en verbredende of verdiepende minors (van elk 30 EC’s). .
15
20
25
30
35
40
Fontys heeft haar opleidingen ondergebracht in 37 instituten. De opleiding informatica maakt deel uit van het instituut Fontys Hogeschool Techniek en bedrijfsmanagement. Sinds 1 januari 2002 bestaat het instituut Fontys Technische Hogeschool Venlo. Dit ging gepaard met de start van twee nieuwe opleidingen informatica en Industrieel Product Ontwerpen. In 2005 heeft de Raad van Bestuur besloten tot een organisatieontwikkeling voor alle technische opleidingen binnen de Fontys. De zeven bestaande instituten die de technische gerichte opleidingen van de Fontys verzorgden worden gebundeld in vier nieuwe instituten. Zo is op 1 september 2006 de Fontys hogeschool Techniek en Bedrijfsmanagement ontstaan als een van instituten van Fontys Hogescholen. De studie Informatica in Venlo richt zich geheel op Software Engineering. Het hierdoor duidelijk afgebakende domein van softwareontwikkeling wordt breed ingevuld . De opleiding in Venlo richt zich niet alleen op de ontwikkeling van bestuurlijke en administratieve informatiesystemen, maar ook op web based applicaties en technische softwaresystemen, bijvoorbeeld een liftbesturing of een robotaansturing. De opleiding informatica wordt in het Nederlands en in het Duits aangeboden. Dit om de markt te verbreden. De opleiding telt twaalf medewerkers, die naast hun werk bij Informatica ook werken bij andere opleidingen. Het team informatica heeft 9,4 fte-op. Deze wordt ingezet bij zowel Informatica (8,6 fte) als andere opleidingen van het instituut (0,8 fte) De student/fte-op-ratio is 17,5. In het studiejaar 2005-2006 staan er 168 studenten bij Informatica ingeschreven. De opleiding Informatica heeft drie beroepsprofielen: de bedrijfskundige informaticus, de informaticus en de technische informaticus. 1.3
45
Werkwijze
De beoordeling van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
5
hieronder beschreven. De visitatie vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. 5
10
15
20
25
30
De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de informatieanalyse) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het zelfevaluatierapport met de bijlagen in orde was bevonden, heeft de auditor met de opleiding tezamen besproken welke facetten of welke thema’s naar verwachting de meeste aandacht zullen krijgen tijdens het bezoek van het panel aan de opleiding (de agenderende audit). Daardoor konden de opleiding en het visitatiepanel zich op adequate wijze voorbereiden op dit bezoek. In diezelfde periode januari 2007 bereiden de panelleden zich inhoudelijk voor op het bezoek van 6 februari 2007. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel concreet voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd.
40
Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde ‘schakelmomenten’ ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken.
45
De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport wordt door de opleiding accreditatie aangevraagd
35
6
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
5
bij de NVAO. In het facetrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. De opleiding heeft in april 2007 een concept van dit rapport voor een check op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het onderwerprapport wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in maart 2007 voor een check op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in april 2007. Het visitatierapport is uiteindelijk in mei 2007 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO.
10 1.4
15
20
25
Oordeelsvorming
In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: • weging van de oordelen op facetniveau; • benchmarking; • generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; • bepaalde accenten respectievelijk ‘best practices’. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. 1.5
Oordelen per onderwerp
30 1.5.1 Doelstellingen opleiding Het panel beoordeelt de facetten 1.1 Domeinspecifieke eisen, 1.2 Niveau Bachelor en 1.3 Oriëntatie HBO bachelor met een goed. Het oordeel over het onderwerp Doelstelling van de opleiding is derhalve positief 35
40
45
1.5.2 Programma Het panel beoordeelt de facetten 2.1 Eisen HBO, 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma, 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma, 2.4 Studielast, 2.5 Instroom, 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud met een goed. Facet 2.6 Duur is voldaan. Het facett 2.8 Toetsing wordt beoordeeld met een voldoende. Het oordeel over het onderwerp Programma is derhalve positief. 1.5.3 Inzet van personeel Het panel beoordeelt de facetten 3.1 Eisen HBO en 3.3 Kwaliteit personeel met een goed. © NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
7
Het facet 3.2 Kwantiteit personeel wordt beoordeeld met een voldoende. Het oordeel over het onderwerp Inzet van personeel is derhalve positief.
5
10
1.5.4 Voorzieningen Het panel beoordeelt de facetten 4.1 Materiële voorzieningen en 4.2 Studiebegeleiding met een goed. Het oordeel over het onderwerp Voorzieningen is derhalve positief.
1.5.5 Interne kwaliteitszorg Het panel beoordeelt facet 5.1 Evaluatieresultaten met een goed en de facetten 5.2 maatregelen tot verbetering en facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld met een voldoende. Het oordeel over het onderwerp Interne Kwaliteitszorg is derhalve positief.
15 1.5.6 Resultaten Het panel beoordeelt de facetten 6.1 gerealiseerd niveau en 6.2 onderwijsrendement met een voldoende. Het oordeel over het onderwerp Resultaten is derhalve positief. 20
8
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
1.6
Schematisch overzicht oordelen
Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet
Opleiding X
Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen Goed 1.2 Niveau bachelor Goed 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Goed Totaaloordeel Positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO Goed 2.2 Relatie doelstellingen en Goed inhoud programma 2.3 Samenhang in Goed opleidingsprogramma 2.4 Studielast Goed 2.5 Instroom Goed 2.6 Duur Voldaan 2.7 Afstemming tussen Goed vormgeving en inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 3 Inzet van Personeel 3.1 Eisen HBO Goed 3.2 Kwantiteit personeel Voldoende 3.3 Kwaliteit personeel Goed Totaaloordeel Positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen Goed 4.2 Studiebegeleiding Goed Totaaloordeel Positief Onderwerp 5 Interne kwaliteitzorg 5.1 Evaluatie resultaten Goed 5.2 Maatregelen tot Voldoende verbetering Voldoende 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Totaaloordeel Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerde niveau Voldoende 6.2 Onderwijsrendement Voldoende Totaaloordeel Positief
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
9
10
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
1.7
5
Totaaloordeel
Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5 waaruit blijkt dat de opleiding op de zes de onderwerpen voldoende scoort, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding positief is.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
11
Deel B: Facetten
12
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
Facetten Onderwerp 1
Doelstelling van de opleiding
5 Facet 1.1
10
Domeinspecifieke eisen
Goed
Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: •
15
• 20 •
25 •
30 •
35
40
Aan de eindkwalificaties van de opleiding ligt het document Beroepsprofiel en Opleidingsprofiel HBO-I ten grondslag. Dit document werd opgesteld door het HBO-I Platform en in 2000 openbaar gemaakt. Het HBO-I platform is een samenwerkingsverband van de Nederlandse HBO-instellingen binnen het ICTdomein. Het document bevat beroep- en opleidingsprofielen en opleidingskwalificaties. Deze zijn onderschreven door het Nederlandse beroepenveld, dat was vertegenwoordigd door 33 bedrijven en organisaties als Baan, KPN, Philips etcetera. Het beroepsprofiel is gebaseerd op kenmerkende activiteiten die: -betrekking hebben op de ICT system life cycle, waarin drie hoofdfasen worden onderscheiden: beleid en innovatie, ontwikkeling en invoering, exploitatie en beheer; -verband houden met de informatieverwerkende processen, met de daarvoor benodigde applicaties en software en met de ondersteunende ICT-infrastructuur. Op basis van dit profiel zijn er tien algemene opleidingskwalificaties gedefinieerd die gelden voor iedere ICT'er. Deze hebben betrekking op bestuurlijke, organisatorische, strategische, sociaalcommunicatieve, normatief culturele en leer- en vormgevingscompetenties. Daarnaast zijn er voor het specifieke werkterrein van de informaticus twaalf opleidingsspecifieke opleidingskwalificaties gedefinieerd. Binnen die kaders legt de opleiding de nadruk op: 1 multidisciplinaire en internationale oriëntatie; 2 kwaliteit op het vlak van breedte en actualiteit. Dit houdt concreet in: - ontwikkelen en invoeren van applicaties voor alle typen softwaresystemen (van applicaties tot communicatieprotocollen, van eindgebruikersystemen tot systeemsoftware) - voor verschillende platformen (Windows / DotNet / Microsoft en Linux / Open Source), daarbij gebruik makend van: * actuele methoden (bv. OOAD) en technieken (bv. UML en design patterns), * moderne programmeertalen (objectgeoriënteerde talen zoals Java en C#) en PHP
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
13
• • 5
10
15 •
20
25
* nieuwe ontwikkelomgevingen (bv. Visual Studio en Eclipse). Deze accenten worden blijkens notulen van 15 september 2006. onderschreven door het (internationale) College van Gecommitteerden (tevens Raad van Advies). Inmiddels heeft HBO-I eind december 2004 een nieuw beroepsprofiel geformuleerd voor de ICT’er en daaruit bouwstenen voor competenties binnen het ICT-domein afgeleid. Deze bouwstenen zijn te zien als een herformulering van de oude opleidingskwalificaties op een hoger abstractieniveau en daardoor flexibeler qua beroepsprofiel. Het achterliggende idee is dat er niet meer een beperkte set van beroepsprofielen is waar een specifieke opleiding voor opleidt, maar een in principe onbeperkte set van combinaties van beroepssituaties in het ICT-domein waarop de competenties worden toegepast. Dit als reactie op een zich nog steeds sterk veranderend ICT-beroepenveld. De opleiding is bezig met de invoering van deze competentiesturing ter vervanging van de eindkwalificaties van de huidige opleiding. Deze moet per cohort 2007 zijn beslag krijgen. De nieuwe wijze van sturing heeft al vorm gekregen in het document Competentiematrix voor de Bachelor van ICT (juni 2006) De opleiding geeft in het zelfevaluatierapport duidelijk aan hoe ze zich onderscheidt van verwante Duitse opleidingen. Het blijkt dat Duitse opleidingen zich enerzijds meer op het totale ICT-gebied oriënteren en anderzijds het accent meer op de theorie en minder op de praktijk leggen. Uit eigen onderzoek blijkt dat de eindkwalificaties van de opleiding aansluiten bij de aanbevelingen voor de softwaregerelateerde deelgebieden van ICT, die door de Duitse Gesellschaft für Informatik voor de Duitse ICT-bacheloropleidingen zijn geformuleerd. In datzelfde onderzoek is geverifieerd dat de eindkwalificaties van de opleiding aansluiten op de software engineering body of knowledge zoals geformuleerd in de door het Amerikaanse IEEE Computer Society Professional Practitioners Committee opgestelde Guide to the Software Engineering Body of Knowledge van 2004 en daardoor ook qua inhoud aan de internationale oriëntatie voldoet.
30 Facet 1.2
Niveau bachelor
Goed
Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. 35 Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • •
40
14
Hierboven is reeds beschreven welke eindkwalificaties de opleiding hanteert en welke ze in de nabije toekomst gaat gebruiken. De opleiding gebruikt ter definiëring van het bachelorniveau de tien generieke kwalificaties zoals die zijn geformuleerd door de Commissie Accreditatie Hoger Onderwijs. Deze zijn een nadere operationalisering van de Dublin descriptoren. De opleiding hanteert daarvoor de door de NQA gemaakte vergelijking tussen de Dublin descriptoren en de generieke kwalificaties. © NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
•
• 5 •
10
In twee overzichtelijke en uitgebreide tabellen in de bijlagen bij het zelfevaluatierapport laat de opleiding zien hoe zij de tien generieke kwalificaties heeft gekoppeld aan de tien algemene en twaalf opleidingsspecifieke kwalificaties. In een derde tabel laat de opleiding al zien hoe de in te voeren competenties gerelateerd zijn aan de op dit moment gehanteerde opleidingskwalificaties. Ook deze koppeling is door de opleiding voorgelegd aan het College van Gecommitteerden en door hen (in december 2006) onderschreven. Het panel stelt vast dat de nagestreefde eindkwalificaties (eindtermen) aantoonbaar aansluiten bij de Dublin descriptoren. Positief is dat de leden van het College van Gecommitteerden feedback geven op het behaalde hbo-niveau bij het afstuderen.
Facet 1.3
15
Oriëntatie HBO bachelor
Goed
Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist is of dienstig is.
20 Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • 25 •
30
35 •
40
Hierboven is reeds aangegeven welke eindkwalificaties de opleiding hanteert en gaat hanteren en hoe die aansluiten op door het relevante beroepenveld opgestelde en geactualiseerde beroepsprofielen. Het panel is daar positief over. Het werkterrein van de informaticus, waar Informatica Venlo voor opleidt, is de software engineering; dat betreft in het bijzonder het maken van softwaresystemen, informatiesystemen en computersystemen (HBO-I 2000). De centrale activiteiten van de informaticus liggen in het domein van de ontwikkeling en invoering van informatiesystemen en computer systemen. De domeinen: beleid en innovatie, en exploitatie en beheer komen aan de orde maar zijn hieraan ondergeschikt. De keuze voor de software engineering is een bewuste, enerzijds omdat de opleiding te klein is om ‘alles’ aan te bieden, anderzijds omdat ze informatici wil afleveren die gespecialiseerd zijn en gericht op het ontwikkelen van complexe software. Daarmee onderscheidt ze zich tevens van de Duitse informatica-opleidingen. Het panel acht dat een legitieme keuze die ook consequent wordt uitgevoerd. Geheel in overeenstemming met de uitgangspunten van het HBO-I platform richten de eindkwalificaties zich op een startende informaticus in de arbeidsmarkt. Functies van een informaticus zijn volgens HBO-I 2000, de analist / programmeur, de applicatieontwikkelaar, de beheerder ICTinfrastructuur, de C++ systeemontwikkelaar, de C ontwerper / programmeur, de databasespecialist, het hoofd van een ICT afdeling, de ICT consultant, de software engineer, de support engineer, de systeemontwerper en de systeemprogrammeur / systeembeheerder. Deze lijst is
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
15
•
5
10
15
20
gebaseerd op advertenties uit het voorjaar van 1999 en moet dus volgens de opleiding in lijn met de ontwikkelingen in het beroepenveld aangevuld worden met de functies: webontwikkelaar en Java-ontwikkelaar. Al deze functies maken deel uit van het spectrum van beroepen waarvoor de opleiding Informatica bedoeld is. De opleiding noemt in het zelfevaluatierapport vier manieren waarop zij tracht de actualiteit en relevantie van het opleidingsprofiel en de opleidingskwalificaties te borgen: - de opleiding participeert in het landelijke HBO-I; - de opleiding is vertegenwoordigd in een internationaal en multidisciplinair samengesteld College van Gecommitteerden, dat ook als Raad van Advies optreedt. De opleiding raadpleegt het College structureel drie keer per jaar en vraagt zijn mening en advies met betrekking tot de relevantie van de eindkwalificaties, het eindniveau van de studenten, ontwikkelingen in het beroepenveld e.d. (zie 5.3) - De opleiding werkt samen met mensen uit het Nederlandse en Duitse bedrijfsleven: als opdrachtgever van projecten voor de zogenoemde “software factories” (zie par 2.2) en als gastdocent. De opleiding krijgt op die manier inzicht in wat het beroepenveld vraagt. - De opleiding werkt met de andere technische opleidingen van FHTBM (Industrieel Product Ontwerp, Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek en Mechatronica) en alumnivereniging samen, teneinde ontwikkelingen in het werkveld te inventariseren en in een later stadium met de Raad van Advies te bespreken.
25
16
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
Onderwerp 2
Facet 2.1 5
10
Programma
Eisen HBO
Goed
Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:
15 •
20
25 •
30
35
• 40
De opleiding heeft t.a.v. de kennisontwikkeling een zestal uitgangspunten geformuleerd: - de student een contextrijke leeromgeving aanbieden; - de student laten leren in zo authentiek mogelijke situaties en met zo authentiek mogelijke middelen; - de student situaties aanbieden waarin toegepast onderzoek moet worden uitgevoerd; - actuele ontwikkelingen in het vakgebied en de beroepspraktijk vertalen naar - vernieuwingen in het programma; - toonaangevend, relevant en actueel studiemateriaal gebruiken; - het werkveld nauw betrekken bij het realiseren van de eindkwalificaties. De gebruikte vakliteratuur is toonaangevend en staat vermeld in de boekenlijst en in de modulehandleidingen. Het panel vindt de gebruikte literatuur van goede kwaliteit: degelijk, actueel, relevant. Ze is consequent gericht op de software engineering. Mede gezien de internationale gerichtheid van de opleiding is het goed dat er niet alleen Nederlandstalige, maar vooral ook Engelstalige en Duitse vakliteratuur wordt aangeboden. De hard- en software zijn afgestemd op datgene wat de informaticus in zijn beroepspraktijk tegenkomt: moderne workstations en servermachines, uitgerust met Linux, DotNet, Visual Studio, Oracle V10, Eclipse, J2EE enz. De gebruikte transparanten en de opdrachten worden ontleend aan toonaangevende vakliteratuur, gerenommeerde sites op Internet of aan projecten zoals die in bedrijven voorkomen. De opleiding biedt een variatie aan leersituaties aan die aan de beroepspraktijk zijn ontleend (projecten, mini-ondernemingen, het werken aan opdrachten uit de praktijk, het aanbieden in de ingenieursfase van keuzemodulen die door mensen uit de beroepspraktijk zijn ontwikkeld en door hen worden gegeven. Ook zijn de technische omgevingen, tools en middelen typerend voor de beroepspraktijk van de informaticus.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
17
•
Het panel stelt vast dat de interactie met de beroepspraktijk goed is geregeld. De studenten komen in contact met de beroepspraktijk via simulaties daarvan: projecten en mini-ondernemingen, maar ook meer direct en concreet. Daarvoor moeten genoemd worden de stage van vijf maanden in semester 5, het werken in de zogenoemde software factories aan opdrachten van bedrijven (Nederlands of Duits), de afstudeeropdracht van vijf maanden die in principe ook weer in een bedrijf wordt uitgevoerd. Op verschillende plaatsen in het programma treden beroepsbeoefenaren op als gastdocenten. Voorbeelden zijn werknemers van Fortis, IBM Nederland, Océ, TSystems, Siemens enz. Met ingang van het studiejaar 2006-2007 hebben deze voordrachten een structurele plaats gekregen in de vorm van een wekelijkse colloquium op een vast uur voor alle leerjaren. Duitse studenten wijzen er op dat juist de praktijk – en toepassingsgerichtheid en de samenwerking met bedrijven de reden is om voor deze opleiding te kiezen. Behalve een module voor literatuuronderzoek worden vaardigheden voor toegepast onderzoek niet in aparte lessen aangebracht, maar al doende geoefend in de vele projecten en opdrachten. Daarnaast worden in het kader van ontwerp- en ontwikkeltrajecten situaties aangeboden waarin studenten zelf oplossingswegen moeten vinden: middelen, technieken, methoden. Vooral in de projectenlijn komt dit naar voren. Het culmineert in het afstudeeronderzoek. Het panel vindt dit een bij het vakgebied passende aanpak. • Beroepsvaardigheden worden met name aangeleerd binnen wat de opleiding “authentieke situaties“ noemt, dus: projecten, stage- en afstudeertrajecten, de software factories. Het gaat dan niet alleen om (vak)technische vaardigheden, maar ook om sociale en communicatieve vaardigheden. Wat betreft dat laatste zijn er in het programma modulen Communication en Language skills opgenomen. • De opleiding stelt dat het docententeam ontwikkelingen binnen het vakgebied en de beroepspraktijk op de voet volgt, wat, zoals het panel constateert, ook blijkt uit het curriculum en de gebruikte literatuur. Worden er nieuwe ontwikkelingen gesignaleerd, dan worden deze ingebracht in het curriculumoverleg. Indien gewenst en mogelijk worden de nieuwe ontwikkelingen eerst in projecten ingebracht om de mogelijkheden en de impact ervan te verkennen. Blijken het voor de beroepspraktijk relevante ontwikkelingen te zijn, dan worden deze verder in het programma verwerkt. Zo is in de propedeuse enkele jaren terug in het vak programmeren de programmeertaal C++ geheel vervangen door Java. (Programmeren in C++ maakt nu deel uit van het tweede jaar). Tijdens de gesprekken met studenten en docenten werden andere ontwikkelingen genoemd die in het curriculum voorkomen zoals het project gewijd aan ASP en het onderwerp ‘testen van software’ dat na een verkenningsfase in de module MTEQ (Methods and Technics for Improvement of Quality) is ingevoerd. • Uit evaluatiegegevens blijkt dat studenten tevreden zijn over het studiemateriaal en over de aansluiting van het programma op de beroepspraktijk. Afgestudeerden geven aan dat de inhoud van de afstudeeropdracht zeer kenmerkend is voor het beroep. Docenten zijn blijkens de Docenten Jaarevaluatie 2006 positief over de actualiteit van het programma en de wijze waarop nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied systematisch worden vertaald naar het programma.
5
10
15
20
25
30
35
40
45 18
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
Facet 2.2
5
Relatie doelstellingen en inhoud programma
Goed
Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken.
10 Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • 15
20
25
30 •
35 •
40
De opleiding Informatica is ingedeeld in een propedeutische fase van een jaar respectievelijk twee semesters en een hoofdfase van drie jaren respectievelijk zes semesters. De hoofdfase bestaat uit een kernfase en een ingenieurfase, elk van drie semesters. Van de kernfase brengt de student twee semesters op school door, semester 5 is de stage in het bedrijf. De ingenieursfase omvat twee semesters op school en een afstudeerperiode in het bedrijf. Studenten van de cohorten 2005 t/m 2006 moeten in semester 6 en 7 minoren kiezen. Ze kunnen verdiepende minoren op het gebied van ICT kiezen, of iets anders uit het aanbod van Fontys (of zelfs onder bepaalde voorwaarden van andere hogescholen). Eén van de minoren zal de status van ‘aanbevolen minor’ krijgen om te garanderen dat de student zijn vakkennis kan verdiepen. Internationale en multidisciplinaire oriëntatie wordt gewaarborgd in de modulen van de business programmalijn (zie par. 2.3), waarin de student met studenten van andere disciplines (economie, marketing, logistiek, mechatronica, werktuigbouwkunde, industrieel product ontwerpen) samenwerkt om een onderneming op te richten en te exploiteren. De voertaal in deze minionderneming is Engels. Verder komt de internationale en multidisciplinaire oriëntatie aan bod in de stage, de software factories en het afstuderen, afhankelijk van opdrachtgever en/of het karakter van de opdracht. Van de in 1.1 genoemde eindkwalificaties heeft de opleiding leerdoelen afgeleid en deze gekoppeld aan modulen. Deze leerdoelen zijn geformuleerd in termen van kennis, vaardigheden, inzicht en houdingen. In de modulehandleiding zijn deze leerdoelen vastgelegd, evenals de relatie tussen leerdoelen, leerinhoud en werkvormen. De modulehandleiding geeft tevens aan hoe de leerdoelen bijdragen aan een bepaalde HBI-I-kwalificatie. In het uitgebreide KLOTSschema (kwalificaties, leerdoelen, onderwijseenheden, toetsing en studiepunten), dat is opgenomen in de bijlagen van het zelfevaluatierapport heeft de opleiding aangegeven wat de relatie is tussen de eindkwalificaties en de modulen. Gedetailleerd wordt per kwalificatie aangegeven in welke modules deze wordt gerealiseerd. In het zer is daar een voorbeeld van opgenomen. Uit het totale schema is af te leiden dat alle beoogde eindkwalificaties door middel van het programma kunnen worden bereikt.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
19
•
•
5
10
15
20 •
25
Om te checken dat dat laatste ook mogelijk blijft, vindt er na elk semester curriculum overleg plaats op basis van behaalde resultaten en evaluatiegegevens. Tevens wordt er met een semestergroep een klankbordgesprek gehouden. Indien nodig worden verbeteringen doorgevoerd. Het panel vindt dat de opleiding adequaat invulling geeft aan de internationale ambities: de internationale samenstelling van docententeam en studentenpopulatie, de meertaligheid in het onderlinge verkeer, het gebruik van meertalige vakliteratuur en modulehandleidingen, de internationale aspecten van het curriculum, de buitenlandse stages. Het panel is onder de indruk van het concept van de software factories. Deze zijn zeer geschikt voor het aanleren en uitdiepen van de generieke competenties die het hele se-traject bestrijken van analyse tot implementatie in een echte praktijksituatie. Hierdoor wordt ook sterk bijgedragen aan een integratie van kennis, inzicht en vaardigheden. Het panel komt mede tot haar mening door de presentatie die ze van een der software factories heeft gezien. Het panel is verder tevreden over de wijze waarop de theoretische kennis een stevige plaats krijgt binnen het projectgeoriënteerde onderwijs. Op grond van wat zij heeft gezien en gehoord, is het panel van oordeel dat de opleiding een adequate uitwerking geeft van de beoogde eindkwalificaties. Het hboniveau, de hbo-oriëntatie en de domeinspecifieke eisen komen er goed in tot uitdrukking. Uit evaluatiegegevens blijkt dat propedeusestudenten vinden dat de programmaonderdelen het mogelijk maken gericht aan hun competenties te werken. Hoofdfasestudenten geven aan dat zij bij aanvang van een module op de hoogte zijn van de leerdoelen en dat de programma- onderdelen goed op die leerdoelen aansluiten. Uit de gesprekken met afgestudeerden en werkveldvertegenwoordigers is duidelijk geworden dat zij van mening zijn dat nagestreefde eindkwalificaties ook daadwerkelijk worden behaald.
Facet 2.3 30
Samenhang in opleidingsprogramma
Goed
Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: •
35
40
20
De verticale samenhang krijgt als volgt vorm: - de opbouw van het curriculum verloopt van basis (semester 1 en 2) via verdieping (semester 3 en 4), integratie (stage semester 5) verdere verdieping (semester 6 en 7) naar uiteindelijk integratie in de ‘meesterproef’, het afstudeerproject (semester 8); daar toont de student dat de eindkwalificaties zijn bereikt; - er is in de loop der jaren sprake van een toenemende complexiteit. Complexiteit in problematiek, het proces van probleemoplossing en in de keuze van de middelen. - Tenslotte is er een aantal programmalijnen die de programmadelen kaderen die op elkaar voortbouwen. Voorbeelden hiervan zijn: de modelleerlijn, de projectlijn, de technische systeemlijn etc. In een uitgebreid schema in de bijlagen geeft de © NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
• 5 •
10 •
• 15 •
opleiding aan welke modules zijn gekoppeld aan welke leerlijn en hoe daaraan weer de integrerende projecten zijn gekoppeld. In de modulehandleidingen kunnen de studenten zien welke programma-onderdelen aan een bepaalde module voorafgaan, welke er parallel aan lopen en welke erop volgen. Horizontale samenhang wordt bereikt doordat per semester een thema centraal staat, bijvoorbeeld: Intranet/internet, Business intelligence software, Technical Systems, Advanced Topics. Het merendeel van de leerinhouden en de projecten in een semester sluiten bij dat thema aan. Sommige vakken lopen al vooruit op volgende blokken. Integratie van kennis en vaardigheden vindt plaats in de projecten, maar vooral ook, zoals hiervoor aangegeven, in de Software Factories, de stage en het afstudeerproject. Studenten herkennen blijkens de gesprekken de verschillende vormen van samenhang en zijn met name ook te spreken over de relatie theorie praktijk/toepassing en de wijze waarop vakken geïntegreerd worden. Uit evaluatieresultaten wordt duidelijk dat studenten een sterke mate van samenhang in het curriculum ervaren (scores 3.5 - 4.0 op een vijfpuntsschaal). Het panel is het met dat positieve oordeel eens.
20 Facet 2.4
25
Studielast
Goed
Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: •
30
35
•
• 40
De opleiding heeft een aantal duidelijke uitgangspunten geformuleerd ten aanzien van de studeerbaarheid. De opleiding streeft naar een stimulerend en didactisch concept, een evenwichtige spreiding van de studielast, bewaking van de studeerbaarheid door meting en bijstelling van de studielast, de nodige flexibiliteit in het programma, een effectieve individuele studiebegeleiding en een goed studeerklimaat. Om een vlotte studievoortgang te bevorderen tracht de opleiding een actueel en relevant programma na te streven en te werken vanuit “zo authentiek mogelijke situaties”. De opleiding zorgt voor een gelijkmatige verdeling van de studielast. Elk semester bevat 30 studiepunten, dus 840 studiebelastinguren. Elk semester is opgebouwd uit zeven lesweken, na deze periode volgt een inhaalweek en een tentamenweek. Dan volgen er opnieuw zeven lesweken, een inhaalweek en tot slot drie tentamenweken. De toetsmomenten zijn over het hele semester verdeeld. Per 2006 staat er een toetsplanning op de instituutswebsite. De stage-en afstudeerperiode nemen
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
21
• 5
• 10
15
20
25
• 30 •
•
35
40
eveneens een semester in beslag, zodat er in de aansluiting naar andere semesters, geen tijd verloren gaat. De opleiding bewaakt de studeerbaarheid door de studielast zorgvuldig te plannen. Ook voert de opleiding systematisch en periodiek metingen uit, zodat ze de planning kan bijstellen wanneer dit nodig is. De studiebelastingsuren per module worden verdeeld over contacturen, zelfstudie-uren en toetsen (voorbereiding en maken). De verdeling van de uren over deze verschillende activiteiten neemt de docent op in de modulehandleiding. De opleiding heeft verschillende maatregelen getroffen om tot een flexibel programma te komen: - Instromende studenten (bijvoorbeeld met een MBO-vooropleiding) kunnen op basis van aantoonbare EVC’s vrijstelling krijgen voor bepaalde onderdelen in het studieprogramma, zoals bijvoorbeeld de stage. - Studenten kunnen twee keer per jaar starten met hun stage en vier keer per jaar beginnen met hun afstudeertraject. Studenten die nog aan enkele verplichtingen moeten voldoen hoeven hierdoor niet onnodig te wachten. - Studenten die nog maar twee vakken verwijderd zijn van de norm voor toelating tot stage of afstuderen, kunnen na toestemming van de examencommissie toch beginnen. - Wanneer de stage of afstudeeropdracht onverhoopt moet worden afgebroken, krijgt de student ondersteuning van de stagecoördinator en de opleidingscoördinator om een vervangende opdracht te vinden. Zo gaat er zo min mogelijk tijd verloren. - Semesters 6 en 7 zijn uitwisselbaar: ze kunnen in de volgorde 6-7 of 7-6 gedaan worden. - Studenten kunnen aan het eind van een semester of in het begin van het volgende semester toetsen herkansen (schriftelijke toetsen, inleveren van opdrachten e.d.). Studenten kunnen bij buitengewone omstandigheden ook een schriftelijk verzoek indienen om een extra kans. De studiebegeleiding (zie 4.2) is een belangrijk instrument om mogelijke belemmeringen tijdens de studie snel te signaleren en op te lossen. Studenten geven aan dat ze goed individueel worden begeleid. De opleiding streeft ernaar een goed studeerklimaat te realiseren door goede informatievoorzieningen, de bereikbaarheid van de docenten, de communicatie en de huisvesting. De evaluatieresultaten geven aan dat studenten positief zijn over de planning van de onderwijsactiviteiten en de ondersteuning ten behoeve van een snelle studievoortgang. Ook de beoogde flexibiliteit wordt positief gewaardeerd. De studenten zijn tevreden over de studielast. Dit wordt tijdens het gesprek bevestigd. De opleiding is pittig, maar is in vier jaar te halen, mits je een goede inzet hebt. Ook zijn de studenten tevreden over de spreiding van de studielast. Het programma is studeerbaar. Ook dit wordt tijdens het gesprek met het panel bevestigd.
Facet 2.5
22
Instroom
Goed
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. 5 Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • 10
15
• 20
• 25
• 30 • • 35
40 • •
De opleiding kent een instroom van de Nederlandse en Duitse markt. De opleiding heeft diverse contacten met toeleverende scholen, zo blijft ze op de hoogte van de mogelijke veranderingen in het competentieprofiel van de instromers. Er vinden gesprekken plaats met middelbare scholen in zowel Nederland als in Duitsland om te zien hoe het opleidingsprogramma optimaal kan aansluiten bij de kwalificaties van de instromende studenten. Verder participeert de opleiding in de Limburgse decanendag, het overlegorgaan HBO-I en heeft ze contact met het Duitse Arbeitsagentur. De afgelopen twee jaar is er sprake van een zekere daling van de instroom, doordat er nu in Duitsland een driejarige bachelor wordt aangeboden die concurreert met de Nederlandse opleiding. Het management werkt aan een PR-plan ten einde het verloren terrein terug te winnen. De opleiding bezoekt regelmatig de scholen voor voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs om voorlichting te geven, zowel in Nederland als in Duitsland. Ook organiseert de opleiding open dagen. De docenten geven in het gesprek met het panel aan, dat er wel vaker voorlichting gegeven mag worden op toeleverende scholen. De opleiding hanteert de wettelijke instroomeisen. Studenten met de vooropleiding ITA (Informationstechnischer Assistent) hebben een kleine voorsprong. Om de opleiding informatica te volgen, differentieert de opleiding niet naar een bepaalde vooropleiding. Voor zij-instromers, personen met een afwijkend buitenlands diploma en voor personen van 21 jaar of ouder zijn er intakesprekken. Op grond van eerder verworven competenties zijn er mogelijkheden voor flexibilisering. De opleiding werkt aan een op assessment gebaseerde procedure om EVC’s adequater te kunnen meten. Eventuele aansluitproblemen worden gesignaleerd en zo mogelijk verholpen in de intensieve begeleiding door een mentor of een studieloopbaanbegeleider. Als een werkvorm voor de eerste keer wordt ingezet, worden de doelen en de werkwijze van deze werkvorm expliciet toegelicht, zodat de studenten weten wat zij kunnen verwachten en wat er van hen verwacht wordt. In de modulehandleidingen wordt informatie gegeven over de toe te passen werkvorm. De werkvormen projectonderwijs en probleem gestuurd onderwijs worden in aparte bijeenkomsten extra toegelicht, vanwege de complexiteit van deze werkvormen. In de module COM1 wordt bovendien extra aandacht gegeven aan de communicatie en rollen binnen die werkvormen. Fontys Hogescholen heeft de zogenoemde Code of Conduct ondertekend. Uit de evaluatiegegevens van studenten blijkt dat ze positief zijn over de aansluiting van de opleiding en de wijze waarop mogelijke problemen worden opgelost. Dit wordt
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
23
bevestigd in het gesprek met de studenten. De studenten geven aan dat het programma over het algemeen goed is en dat het aansluit op hun verwachtingen en de gegeven informatie in de voorlichting. 5 Facet 2.6
Duur
Voldaan
Criteria - De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: hbobachelor: 240 studiepunten. 10 Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:
15
20
De opleiding Informatica wordt in voltijd aangeboden. Er is een programma opgezet waarmee een student in vier jaren en met 240 studiepunten de eindkwalificaties kan verwerven. Dit betekent dat een student in acht opeenvolgende semesters telkens 30 studiepunten kan halen. Dit levert een jaarbelasting van 60 x 28 = 1680 uur, wat verdeeld over 42 onderwijsweken op 40 uur per week neerkomt. Binnen elk semester worden de 30 studiepunten verdeeld over de onderwijseenheden. De procedure en het aantal uren is in de onderwijs- en examenregeling (OER) vastgelegd.
Facet 2.7
25
Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Goed
Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: •
30
• 35
40
24
De opleiding sluit zich aan bij de onderwijsvisie van Fontys Hogescholen zoals die zich in de loop der jaren heeft ontwikkeld. Dat wil zeggen dat de opleiding wil werken vanuit een sociaalconstructivistische opvatting van leren. De didactische opvattingen van de opleiding zijn neergelegd in het document Onderwijsvisie Techniek Venlo. De opleiding heeft op basis van haar uitgangspunten en doelstellingen ten aanzien van de vormgeving een drietal duidelijke uitgangspunten geformuleerd: Het didactische concept is gericht op leren leren; naarmate de studie vordert, groeit de zelfstandigheid van de student en de mate van zelfsturing; de student heeft daarin een actieve rol en verantwoordelijkheid voor zijn eigen leerprocessen. De opleiding hanteert werkvormen gericht op het verwerven van conceptuele kennis en op de integratie van beroepskennis, vaardigheden en beroepshouding.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
-
• 5
• 10
15
•
20 •
• 25
De leeromgevingen die worden aangeboden zijn authentiek, bieden een grote variatie aan praktijkgerichte opdrachten en bevorderen het internationale en multidisciplinaire samenwerken. Ten einde die uitgangspunten te realiseren wil de opleiding werken met wat zij noemt ‘authentieke situaties’. De meest voorkomende werkvorm is daarom het projectonderwijs (ca. 51%). Deze projecten worden gecombineerd met schriftelijke vastlegging en mondelinge presentaties. In de projecten vindt integratie van kennis en vaardigheden plaats. Daarnaast wordt een mix aan werkvormen aangeboden: - praktijkonderwijs voor het leren van vaardigheden in kleine groepen; - theorieonderwijs in hoor- en werkcolleges; - zelfstudieopdrachten waaronder literatuurstudies, - het "colloquium' als kader voor presentaties vanuit het bedrijfsleven (gastlessen); - en verder de miniondernemingen, software factories en stage in het derde jaar. Vooruitlopend op de competentiesturing volgens Biloba en de nieuwe competentiebeschrijving van het HBO-I heeft de opleiding al een aantal vernieuwingen doorgevoerd: er zijn drie competentie-examens verplicht, er is een competentiematrix opgesteld met kenmerkende beroepssituaties en prestatieindicatoren, studieloopbaanbegeleiding is ingevoerd evenals de major-minorstructuur. Uit evaluatieresultaten blijkt dat zowel docenten als studenten tevreden zijn over het gehanteerde didactische concept en de aansluiting van de werkvormen bij de aangeboden programma-inhouden. Het panel is op grond van bovenstaande van oordeel dat de didactische uitgangspunten van de opleiding goed aansluiten op de doelstellingen en de visie op beroep en onderwijs. Het panel stelt ook vast dat de opleiding bewust en voortvarend bezig is met een verandering richting competentiegericht onderwijs.
Facet 2.8
Beoordeling en toetsing
Voldoende
30 Criteria - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. 35
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: •
40
De opleiding heeft een viertal duidelijke uitgangspunten geformuleerd voor haar toetsbeleid. Het toetsbeleid is vastgelegd in de OER en in de nota Toetsbeleid Fontys Technische Hogeschool Venlo (2005). De naleving van het toetsbeleid wordt bewaakt door de examencommissie. De toetscommissie is verantwoordelijk voor de organisatie, de uitvoering en de kwaliteitsbewaking (waaronder validiteit en betrouwbaarheid) van de toetsen. In de praktijk is deze toetscommissie het teamoverleg waarin expliciet over toetsen wordt gesproken. Tijdens het
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
25
• 5
10
•
15
20 •
25
30 •
35
•
40
•
26
terugkomende studentenklankbord overleg wordt per semester de toetsing geëvalueerd. De opleiding maakt gebruik van drie soorten toetsen: summatieve, formatieve toetsen en het zogenoemde compententie -examen. De summatieve toetsen geven een oordeel over de prestaties van een student en kunnen schriftelijk of mondeling plaatsvinden. De formatieve toetsen zijn diagnostisch van aard. Het compententieexamen wordt afgenomen als afsluiting van de propedeuse en heeft het karakter van een portfolio examen. Het portfolio bestaat uit toetsresultaten, een persoonlijke visie op het geleerde en een zgn STARR-reflectie. Deze reflectie wordt in een mondeling assessment met twee assessoren verdedigd. Criteria zijn te vinden in de betreffende handleiding. De opleiding geeft zelf aan dat het gebruik van het portfolio en de stimulans ervan voor de studie nog laag is. Ook de waardering door studenten is vooralsnog mager. Het panel heeft een aantal van dergelijke dossiers gezien en heeft de indruk dat het in principe om een bruikbare en zinvolle toetsvorm gaat. In een uitgebreid overzicht beschrijft de opleiding welke toetsvormen ze gebruikt en hoe die passen bij de gehanteerde werkvormen. In een tabel laat ze bovendien zien welke toetsen summatief en welke formatief worden ingezet. Enkele toetsvormen zijn: schriftelijke tentamens, praktische opdrachten, presentaties, schriftelijke verslaglegging, product- en procesbeoordeling, mondeling assessment en peer assessment. De beoordelingscriteria voor de verschillende toetsvormen zijn afgeleid van de leerdoelen en volgens het zelfevaluatierapport vastgelegd in de modulehandleidingen. Het panel constateert dat dat zeker niet voor alle modulehandleidingen geldt. Studenten geven desgevraagd aan dat altijd mondeling wordt aangegeven wat er van ze verwacht wordt. De criteria voor de beoordeling van stage en afstudeerproject zijn beschreven in de betreffende handleidingen. Studentevaluaties geven aan dat studenten waarderen dat de beoordelingscriteria al bij aanvang van een module worden duidelijk gemaakt en dat ze helder en goed worden toegepast. De studenten geven aan dat de samenhang en de inhoud van de toetsen goed zijn. Na de beoordeling van de toetsen wordt deze in principe in de leergroep besproken. Er is altijd inzagerecht van de toetsen bij de docent. Docenten geven in evaluaties aan dat zij iets meer gelegenheid zouden willen hebben om studenten feedback te geven. Per semester wordt er door de opleidingscoördinator een toetsschema opgesteld. Daarmee wordt enerzijds bewaakt dat er voldoende spreiding is van alle toetsmomenten, anderzijds kan de student er zijn activiteiten mee plannen. In dat schema zijn ook de herkansingsmomenten opgenomen. Elke toets kan één keer worden herkanst. Uit evaluatieresultaten wordt duidelijk dat studenten positief zijn over de organisatie en de uitvoering van de toetsen (scores boven de 3.5 op een vijfpuntsschaal). Alleen de feedback scoort wat lager, maar niet onvoldoende. De studenten geven in het gesprek met het panel aan dat de feedback van de docenten goed is en dat hun vragen worden beantwoord.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
•
5
10
15
Het panel is op basis van de verschillende toetsen en toetsvormen die zij heeft gezien van oordeel dat deze goed aansluiten op de leerdoelen, werkvormen en inhoud van de leerstof. Er is voldoende verscheidenheid om de verschillende doelen van beoordeling: kennis, vaardigheden, toepassing, inzicht te kunnen meten. Bij presentaties bijvoorbeeld worden zowel inhoud als vormgeving (presentatievaardigheden) beoordeeld door docenten èn studenten. Ook binnen de schriftelijke toetsen is er voldoende variatie. Ze zijn gericht op kennisreproductie, maar vooral ook op toepassing (formulevragen, toepassingsvragen, cases). Ook zijn er meerkeuzetoetsen en toetsen met open vragen en opdrachten. De meeste toetsen zijn naar het oordeel van het panel van goed niveau. Het panel vindt dan ook dat er overwegend adequaat wordt getoetst. Daarnaast stelt het panel vast dat een deel van de nieuwe toetsen nog niet voldoende is uitgewerkt, in een beginfase zitten, of nog in ontwikkeling is. De opleiding zal nog ervaring moeten opdoen met de verschillende (nieuwe) toetsvormen. Daarom en gezien de paar kritische opmerkingen die bij dit facet zijn gemaakt, komt het panel tot het oordeel voldoende en niet tot een goed.
Onderwerp 3
Inzet van Personeel
20 Facet 3.1
Eisen HBO
Goed
Criteria - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. 25 Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • 30
• 35
• 40
•
Uitgangspunt bij het aannamebeleid is dat de nieuwe docent recent in de beroepspraktijk werkzaam is geweest. Uit de cv's is duidelijk dat vijf van de zeven informaticadocenten die de laatste vijf jaar zijn aangenomen aan dat criterium voldoen. Van de andere docenten ligt die praktijkervaring wat verder weg. De opleiding doet naar het oordeel van het panel echter voldoende om docenten up-todate te houden. Zo is negentig procent van de docenten betrokken bij de begeleiding van stages en afstuderen. Daarnaast heeft 70% contacten met opdrachtgevers en klanten als begeleider van de Software Factories. Ook bij de mini-ondernemingen hebben de begeleidende docenten contact met de accountants en mentoren uit de beroepspraktijk. Ook door het leggen van contacten met potentiële docenten voor gastlessen komen docenten in contact met de beroepspraktijk. Bovendien zorgen die gastdocenten zelf ervoor dat de meest actuele kennis de opleiding binnenkomt, wat door de studenten zeer wordt gewaardeerd. Alle docenten zijn lid van de Alumnivereniging Techniek Venlo (ATV). Deze organiseert ongeveer vier keer per jaar bijeenkomsten en excursies.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
27
• 5 •
•
10
Daarnaast zijn docenten lid van vakgerichte organisaties als NLUUG en NLJUG en blijven ze bij via de diverse scholingsactiviteiten (zie 3.3) Op dit moment participeren twee docenten van het Informaticateam voor 0,3 fte in de kenniskring Embedded Systems. Verwacht wordt dat er ook docenten zullen participeren in de kenniskring van het nieuwe lectoraat Ambient Technology. Ook betrokkenheid bij zakelijke dienstverlening en het lopen van bedrijfsstages moeten een bijdrage leveren aan deskundigheidsbevordering en netwerkactiviteiten. Vooralsnog was volgens het zelfevaluatierapport betrokkenheid bij deze activiteiten laag. Studenten zijn blijkens evaluaties en het gesprek met het panel positief over de kennis van de actuele beroepspraktijk van docenten en de mate waarin zij actuele ontwikkelingen tonen. Ook docenten zelf zijn positief over de interactie met de beroepspraktijk.
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
Voldoende
15 Criteria - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. 20
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: •
25 •
30
35
• 40
28
De opleiding heeft twaalf medewerkers die naast hun werk bij informatica ook bij andere opleidingen of instituten werken. Het percentage deeltijdaanstellingen bedraagt 20%. Bij de fulltimers/parttimers wordt door het instituut een verhouding 2:1 nagestreefd. Wat betreft de personeelsopbouw (leeftijd, man-vrouwverhouding ) geeft de opleiding zelf aan dat deze nog niet overeenkomt met de eigen streefcijfers. Het team Informatica heeft 9,4 fte-op, die ingezet worden bij zowel Informatica (8,6 fte) als andere opleidingen van het instituut (0,8 fte). Voor noodsituaties kan het instituut een beroep doen op externe specialisten voor het verzorgen van een beperkt aantal modules. Daarnaast is er sprake van structurele samenwerking met het Venlose zusterinstituut FIHE. Medewerkers van FIHE en FHTBM verzorgen samen de begeleiding van multidisciplinaire groepen (miniondernemingen). De student/fteop-ratio (verhouding aantal studenten tot aantal fte onderwijzend personeel) over het gehele instituut is momenteel 19. Voor de opleiding Informatica ligt dit wat lager (17,5), omdat het team ook een aantal instituutsbrede taken verzorgt. Om alle taken op adequate wijze te kunnen uitvoeren binnen de beschikbare middelen, acht het management een student/fte-op-ratio van 20 optimaal. Jaarlijks wordt door de teamleider een taakplanning opgemaakt die in het teamoverleg wordt besproken. De medewerkers ervaren de werkdruk blijkens het gesprek met het panel en evaluaties als hoog. In 2006 geeft 3 op 4 onderwijsmedewerkers aan dat de werkdruk te hoog is terwijl 1 op 4 deze goed vindt (DJH 2006). De problematiek wordt door het management onderkend en aan verbetering wordt gewerkt door efficiëntieverbetering, een duidelijker prioriteitstelling en een bijstelling van het
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
• 5 •
taakplanningsmodel. Ondanks die hoge werkdruk wordt het werkklimaat wel als positief ervaren. Het ziekteverzuim over het gehele instituut kende een piek van 11% in 2001, maar is teruggebracht tot een niveau van 3,8% in 2005. Het streven is het ziekteverzuim onder de Fontys-norm van 6% te houden. Hoewel de werkdruk hoog is en de opleiding zelf aangeeft dat op een aantal punten verbeteringen nodig zijn, is het panel van oordeel dat het personeelsbeleid in kwantitatieve zin zodanig is dat de gewenste onderwijskwaliteit kan worden gerealiseerd.
10 Facet 3.3
15
Kwaliteit personeel
Goed
Criteria - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: •
20
25 •
30 •
35
40
•
Het personeelsbeleid van de opleiding is deels hogeschoolbeleid en is vastgelegd in het Personeelsplan 2005-2007 Fontys Technische Hogeschool Venlo. Het hogeschoolbeleid schrijft voor dat er op instituutsniveau een personeelsbeleidsplan is waarin onder meer aandacht wordt geschonken aan werving, competentiemanagement, functioneringsgesprekken en scholing van het personeel. Bij de werving wordt in eerste instantie gekeken naar inhoudelijke expertise, maar daarnaast ook naar didactische bekwaamheid en ervaring met het beroepenveld. In 2003 heeft het instituut deelgenomen aan een pilotproject competentiemanagement. In dat kader zijn vervolgens competentieprofielen opgesteld die er naar het oordeel van het panel goed uitzien. Daarin zijn negen competenties opgenomen met het gewenste beheersingsniveau. Vervolgens zijn in het Bilobakader ook verschillende rollen van docenten in het vernieuwde onderwijs vastgelegd. Uit de cv’s van de docenten blijkt dat ze op grond van opleiding, werkervaring en nascholing zonder meer over voldoende kwalificaties beschikken om de opleiding te verzorgen, zowel vakinhoudelijk als onderwijskundig/didactisch en organisatorisch. De opleiding monitort deze geschiktheid door middel van functioneringsgesprekken die vanaf 2003 werden gekoppeld aan een COP-gesprek (COP = competentieontwikkelingsplan) en met ingang van 2006 aan het zogeheten contracteringsgesprek. Profielen en rollen vormen de uitgangspunten in de COPgesprekken. Gemaakte resultaat- en ontwikkelafspraken worden vastgelegd volgens het format Contracteringsgesprek. Daarnaast houden medewerkers een portfolio bij waarin zij vastleggen over welke ervaring en expertise zij beschikken en wat ze ondernomen hebben op het vlak van deskundigheids- en competentieontwikkeling. Als voorbereiding op het COP-gesprek worden hierin ook ontwikkelingsplannen
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
29
5 •
10
15
20
25
30 •
35
30
vastgelegd. Dit portfolio wordt beheerd door de teamleider. Docenten gaven aan dat dit alles ook daadwerkelijk gebeurt en dat de functioneringsgesprekken jaarlijks plaatsvinden. Recentelijk heeft er zelfs een screening door een extern bureau plaatsgevonden. De werknemers zijn blijkens evaluatieresultaten tevreden over de functionerings/COP-gesprekken. Uit de COP-gesprekken komen ook scholingsmogelijkheden voort. De opleiding kent de volgende scholingsactiviteiten: -Instituutsbrede scholing door middel van studie- en themadagen (gemiddeld 3 per jaar) en trainingen. Thema’s omvatten merendeels opleidingsoverstijgende zaken zoals instituutsbeleid (strategie, organisatie, kwaliteitszorg) of pedagogischdidactische vernieuwingen (studieloopbaanbegeleiding en assessment etc.); - Teambrede scholing vindt plaats wanneer er behoefte is aan inhoudelijke deskundigheidsbevordering. Voorbeelden zijn (interne) cursussen op het gebied van UML. Design Patterns en lessen Duits. - Intervisie vindt vooral plaats in het teamoverleg en in toenemende mate ook bij de projecten waar docenten vanuit verschillende vakdisciplines samen de begeleiding op zich nemen. - Individuele scholing op het gebied van vakinhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwaliteiten. Te denken valt dan aan: - Vakinhoudelijke bijscholing gericht op beroepenveld / vakgebied in de vorm van bedrijfsstages en cursussen. - Bezoek van congressen, externe studiedagen, beurzen (informatie wordt doorgekoppeld naar collega’s). -Literatuurstudie via boeken, internet (tutorials) en vaktijdschriften. Voor deskundigheidsbevordering is qua tijd 6% (100 uur bij fulltime) van de aanstelling beschikbaar. Voor de realisatie van deskundigheidsbevordering is er een locatiebudget beschikbaar van € 25.000 euro (begroting 2006) In het gesprek met de docenten werd duidelijk dat deze scholingsmogelijkheden ook daadwerkelijk worden aangeboden en dat ze daar tevreden over zijn, hoewel de scholing soms wat in de knel komt met het totaal aantal uit te voeren taken. De opleiding geeft dan ook zelf aan dat aandacht voor stimulering van ontwikkelingsmogelijkheden geboden blijft. Desalniettemin wordt uit studentenevaluaties duidelijk dat studenten heel tevreden zijn over de kwaliteit van docenten wat betreft deskundigheid(score 4.0!) en didactische bekwaamheden. Dat werd bevestigd in de gesprekken die het panel met afgestudeerden had.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
Onderwerp 4
Facet 4.1 5
Voorzieningen
Materiële voorzieningen
Goed
Criteria - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:
10 • • 15 •
20
•
• 25
• 30
35
• 40
Het instituut is gevestigd op de Fontys Campus te Venlo. Op het moment van visiteren worden gebouw en voorzieningen vernieuwd. Het instituut heeft voor de materiële voorzieningen een aantal harde criteria geformuleerd: per 100 studenten zijn nodig: 0,5 collegezaal, 1 leslokaal, 1,5 studieruimten, 2 practicumruimten, laboratoria, 6 werkplekken in de mediatheek en 40 pc’s met internettoegang en vakspecifieke software. Per docent is een vaste werkplek nodig en afhankelijk van zijn taak laboratoriumfaciliteiten. Het panel stelt na de rondleiding vast, dat elke docent een eigen vaste werkplek heeft. De huisvestingsfaciliteiten omvatten: collegezalen en leslokalen met multimedia en ICT-voorzieningen, opleidingsspecifieke laboratoria met grote en kleinere computeren projectruimtes, medewerkersruimtes en een administratieruimte met balie. Er is een grote mediatheek met werkplekken voor zelfstudie en werkplekken voor het bewerken van video en het branden van cd’s en dvd’s. Op het moment van visiteren is de mediatheek wegens een asbestsanering dicht. Er is een tijdelijke mediatheek geplaatst in de hal van de opleiding. Het panel wil daar gezien de tijdelijkheid geen oordeel over uitspreken. In verschillende computerruimtes en in de mediatheek vinden de studenten universele pc-werkplekken onder Windows XP met toegang tot het Fontysnetwerk. De afdeling techniek heeft een eigen netwerk. Hiermee kan zij de benodigde flexibiliteit en technische expertise bieden aan haar verschillende opleidingen. Het netwerk omvat: ca. 210 hoogwaardige pc’s (pc-student-ratio is 1: 2,5; de streefnorm van Fontys is 1:3) en een reeks servers. De pc’s zijn voorzien van alle voor het informaticaonderwijs benodigde software en voorzieningen. Het instituutsnetwerk bevat een reeks servers t.b.v. onderwijstoepassingen. Ook beheert de opleiding het domein Fontys Venlo.org, dat studenten toegang biedt tot services ten behoeve van het informaticaonderwijs en algemene services zoals de website voor peer assessment. Het panel stelt vast dat de computers nieuwe software bevatten. De nieuwe huisvesting kent veel open ruimtes en enkele leslokalen voor instructie colleges. De opleiding geeft zelf aan, dat er door de hoeveelheid open ruimtes wellicht geluidsoverlast kan ontstaan voor studenten. De opleiding kijkt dit aan en neemt zonodig maatregelen.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
31
•
5
Studenten waren blijkens evaluaties overwegend tevreden over de huisvesting, maar misten ruimtes voor zelfstudie. In de, inmiddels gerealiseerde, herhuisvesting is een aanzienlijke uitbreiding ervan gepland. Tijdens de rondleiding door het nieuwe gebouw stelt het panel vast dat de opleiding dit probleem heeft opgelost door extra ruimtes te creëren voor zelfstudie of projectonderwijs. Ook de mediatheek en computervoorzieningen werden overwegend positief beoordeeld. Er was alleen kritiek op de faciliteiten voor laptopgebruik. Ook dit probleem is na de verbouwing opgelost. Studenten kunnen nu op verschillende plaatsen via hun laptop draadloos werken op het interne netwerk van de hogeschool.
10 Facet 4.2
15
Studiebegeleiding
Goed
Criteria - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:
20 •
25
• 30
• 35
• 40 •
32
De uitgangspunten voor de begeleiding zijn vastgelegd in de stukken Invulling Mentoraat en Studieloopbaanbegeleiding. De opleiding onderscheidt drie soorten begeleiding met verschillende rollen en verantwoordelijkheden: inhoudelijke en procesbegeleiding en studieloopbaanbegeleiding. De inhoudelijke en procesbegeleiding manifesteert zich in de verschillende onderwijsactiviteiten: lessen en practica, projecten, stage en afstuderen en worden uitgevoerd door vakdocenten. Tijdens de stage spelen naast de docentbegeleiders(proces) ook de bedrijfsbegeleiders (inhoud) een belangrijke rol. De begeleiding van de studievoortgang en daarmee samenhangende problemen was voor de cohorten tot en met 2004 in handen van mentoren. In het propedeusejaar kreeg iedere student een mentor toegewezen. Deze organiseerde een aantal keren per jaar individuele en groepsbesprekingen. In het kader van Biloba wordt per cohort 2005 het mentoraat uitgebreid naar een systeem van Studieloopbaanbegeleiding. Aan het begin van de studie krijgt elke student een docent als SLB'er toegewezen. Alle docenten hebben in het najaar van 2005 een SLB-training gevolgd. Voor de studenten is er een handleiding Studieloopbaanbegeleiding gemaakt en een 'studieroute' binnen N@Tschool. De student krijgt zijn informatie over de studie via het Fontys portal en de website van Fontys. Daarnaast is er de instituutswebsite die meer opleidingsspecifieke informatie geeft (studiegids, OER, roosters, nieuwsberichten). Sinds het studiejaar 2005 wordt er in een pilot gebruikgemaakt van de elektronische leeromgeving N@Tschool. De studievoortgangsgegevens worden vastgelegd in het programma Progress. Studenten kunnen in dit programma hun resultaten bekijken en bijhouden. Tevens
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
• 5
• 10
15
krijgen ze twee keer per jaar een schriftelijk overzicht van hun studieresultaten. De studentenadministratie genereert eveneens lijsten ten behoeve van de studievoortgangs-en examenvergaderingen. Uit de evaluatieresultaten is te zien dat het programma N@Tschool nog laag wordt gewaardeerd. Dit komt omdat nog weinig docenten en studenten dit programma gebruiken. De opleiding denkt dat N@Tschool nog moet groeien en is ervan overtuigd dat het in de toekomst een handig communicatiemiddel is. Uit evaluatiegegevens blijkt dat studenten begeleiding en informatievoorziening hoog waarderen. Ook in de gesprekken tonen ze hun tevredenheid over de studieloopbaanbegeleiding. Doordat het een tamelijk kleine opleiding is, is er veel contact met de docenten. Afgestudeerden tonen zich heel positief over de begeleiding bij stage en afstuderen. Ook zij geven aan dat de docenten zeer bereikbaar zijn voor vragen en hulp bij problemen. Het panel stelt vast dat de begeleiding goed in elkaar zit en blijkbaar ook naar grote tevredenheid wordt uitgevoerd.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
33
Onderwerp 5
Facet 5.1 5
Interne kwaliteitzorg
Evaluatie resultaten
Goed
Criteria - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:
10 •
15
20
25
•
30
35 •
40
34
Het kwaliteitsbeleid van de opleiding wordt bepaald op instituutsniveau en is vastgelegd in het Kwaliteitshandboek 2004-2007 (2 delen). Uitgangspunten voor het beleid vormen de NVAO-criteria voor accreditatie en criteria zoals die zijn geformuleerd door de Raad van Bestuur van Fontys Hogescholen ten behoeve van het algemene Fontyskader. De kwaliteitszorg is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van het Management Team en de kwaliteitscoördinator. Hoewel het beleid op instituutsniveau is geformuleerd, heeft de opleiding duidelijke taken binnen dat systeem. Zoals het uitvoeren van de evaluaties, het analyseren door de teamleider, de docent of het team en het opstellen van het verbeterbeleid door de teamleider. Aldus houdt het opleidingsteam zich zowel met externe als ook met Fontys-centrale en met interne evaluatie-instrumenten en de consequenties van de resultaten ervan bezig. Als lid van het managementteam heeft de teamleider tevens de verantwoordelijkheid voor verbeterbeleid op bijna elk gebied waarop kwaliteitszorg betrekking heeft. In het handboek zijn per facet van het accreditatiekader een (groot) aantal inhoudelijke streefdoelen geformuleerd. Daarnaast worden er ook streefdoelen (met streefpercentages, termijnen en resultaten) voor de opleiding jaarlijks vastgelegd in de managementcontracten (MACON). Viermaandelijks wordt realisatie van die doelen teruggekoppeld aan de Raad van Bestuur via de zogenoemde Managementrapportage (MARAP). Als kwantitatieve streefdoelen geeft de opleiding aan dat gestreefd wordt naar tenminste een voldoende beoordeling en waar mogelijk hoger. Dat betekent dat in geval van een 10-puntsschaal het cijfer 5,5 en op een 5-puntenschaal de score 3.0 of hoger als voldoende wordt beschouwd en niet direct om een bijstelling vraagt. Dat wil echter niet zeggen dat de opleiding geen ambities heeft. Het instituut is pas echt tevreden wanneer de resultaten van de evaluaties een beeld tonen van een 7 op de 10-waardenschaal of een 3.5 op een 5-puntenschaal of zo mogelijk zelfs beter. De opleiding beschikt blijkens een uitgebreide tabel in het zelfevaluatierapport en het Handboek over een 21-tal instrumenten verdeeld over externe metingen (bijvoorbeeld visitatie, Keuzegids); interne Fontysmetingen (interne audit, Fontys Studenten enquête) en interne Informaticametingen (Studenten- en docentenjaarevaluatie, module-evaluatie, afstudeerevaluatie, startbekwaamhedenonderzoek). Ook is er mondelinge evaluatie door middel van het Studentenklankbordoverleg en het teamoverleg van docenten. Studenten geven aan dat het klankbordoverleg na elk semester plaatsvindt. In een onderzoekskalender is voor de opleiding aangegeven © NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
• 5 •
10
met welke frequentie evaluaties plaatsvinden. Tevens wordt aangegeven wie verantwoordelijk is voor de afname, de analyse van de resultaten, het “terugkoppelorgaan” en de verantwoordelijke voor het verbeterbeleid. Uit evaluaties blijkt dat studenten en docenten tevreden zijn over de wijze van evalueren. Het panel stelt vast dat alle relevante aspecten van de opleiding in één of meerdere evaluaties bevraagd worden. Het is met de opleiding van mening dat er valide meetinstrumenten worden gebruikt. De opleiding geeft zelf aan dat er verfijningen gewenst zijn van de checklist voor de besprekingen van de klankbordgroepen en dat module-evaluaties gestructureerder moeten worden afgenomen. Inmiddels werkt de kwaliteitscoördinator aan verbetering daarvan. Ondanks deze kleine tekortkomingen vindt het panel de opzet, uitvoering en documentatie van het kwaliteitszorgsysteem als geheel zodanig dat het tot het oordeel goed komt op dit facet.
Facet 5.2
Maatregelen tot verbetering
Voldoende
15 Criteria - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. 20
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: •
25
30 •
35 •
40
Het verbeterbeleid is blijkens het zelfevaluatierapport opgezet op basis van de PDCA-cyclus. In het handboek is gedetailleerd aangegeven wie waar verantwoordelijk voor is evenals in de onderzoekskalender (zie 5.1). Het opleidingsteam analyseert evaluatieresultaten (check) en formuleert verbeteracties. De teamleider geeft deze informatie door aan het managementteam. Het MT formuleert, ook op grond van eigen analyses van resultaten op een hoger niveau een verbeterplan (plan). Na goedkeuring van het verbeterplan door het MT en na overleg met de medezeggenschapsraad wordt het verbeterbeleid door het opleidingsteam uitgevoerd (Do). Bij het opnieuw doorlopen van de PDCA-cyclus wordt zichtbaar of verbeterplannen ook daadwerkelijk en succesvol zijn uitgevoerd, waarmee de cirkel rond is. Indien nodig volgen er verdere bijstellingen (Act). Het Managementteam gaat periodiek na of de opleiding de beoogde verbeteringen ook daadwerkelijk doorvoert en rapporteert daarover in de MARAP. In een aanvulling op het zelfevaluatierapport geeft de opleiding een aantal voorbeelden van verbeteracties als gevolg van eerdere evaluaties. - Studenten zijn ontevreden geweest met het feit dat projecten alleen maar groepsgewijs worden beoordeeld. Er was te veel meeliftgedrag dat niet opgemerkt werd. Daarom zijn de volgende verbeteringen ingevoerd: Vanaf 2004: Studenten beoordelen elkaar in een peer-assessment. De resultaten van het peer-assessment worden meegenomen in een individualisering van de beoordeling van het betrokken project. Vanaf 2006: Propedeuse studenten schrijven geen gemeenschappelijk projectrapport meer. In plaats daarvan schrijft elke student een reflectie waarin hij
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
35
5
10
15
• 20
• •
25
30 •
35
aantoont wat hij/zij in het project gedaan en geleerd heeft en volgende keer zal veranderen. Ook dit wordt meegenomen in een individualisering van de beoordeling van de betrokkene project. - In de projecten van het tweede semester is de opdracht voor een gegeven casus een database applicatie te ontwerpen en te realiseren. De eerste twee cohorten hebben daarvoor, omdat de studenten de database met behulp van ORACLE moeten opzetten, het softwaretool ORACLE Forms moeten gebruiken. Omdat de interne logica van van dit tool moeilijk te volgen was, hadden de studenten hier veel moeite mee. Daarom is er overgestapt op een andere ontwikkelomgeving op basis van Java, maar nog steeds met het ORACLE database managementsysteem daaronder. - In de context van de mini-onderneming was er voor de cohort 2002 een seminar over economische onderwerpen gepland in semester 4, aan het eind van de minionderneming. Studenten gaven aan dat dit te laat was, omdat zij de inhoud van dit seminar al in semester 3 (aan het begin van de mini-onderneming) nodig hadden. Dus heeft dit seminar voor de cohort 2004 al in semester 3 plaatsgevonden en vanaf cohort 2005 zit het seminar nu in semester 2, nog voor het begin van de minionderneming. Ook in de gesprekken met het panel zijn voorbeelden genoemd als de verbetering van de scholingsvoorwaarden van docenten en de verbetering van computerfaciliteiten na klachten van studenten. Uit het gesprek met studenten heeft het panel opgemaakt dat de opleiding aan organisatorische verbeteringen minder (snel) aandacht schenkt dan aan inhoudelijke. Wat dat betreft is het positief dat er inmiddels een bedrijfsbureau is dat naar deze organisatorische processen kijkt. Door het relatief korte bestaan van de opleiding is deze niet eerder gevisiteerd. De opleiding geeft aan terugkoppeling van evaluatieresultaten belangrijk te vinden. Uit evaluatieresultaten en het gesprek met studenten is echter gebleken dat studenten over die terugkoppeling niet tevreden zijn (score 2.5 op een vijfpuntsschaal). De opleiding heeft besloten om vanaf najaar 2007 informatie over ondernomen of voorgenomen verbeteracties via de website van het instituut te verspreiden. Het panel is van oordeel dat er binnen de opleiding aantoonbaar verbeteringen plaatsvinden op grond van evaluatieactiviteiten. Ook is er duidelijk sprake van kwaliteitsbewustzijn in de organisatie. Het komt daarom vanwege de twee bescheiden kritiekpunten tot het oordeel voldoende in plaats van goed.
Facet 5.3
40
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld
Voldoende
Criteria - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: 36
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
•
5
10
•
15
20 •
25
30 •
35
40
45
Medewerkers zijn bij de kwaliteitszorg betrokken via deelname aan de Instituutsmedezeggenschapsraad (IMR). Deze raad is betrokken bij de MACONMARAP-cyclus van de afdeling Techniek. Daarnaast evalueren zij in de jaarlijkse Fontysbrede Personeelsenquête en de Docentenjaarevaluatie. Medewerkers zijn tevens ‘onderwerp’ van studentenevaluaties en betrokken bij bijstellingen van het programma op grond van evaluaties. Verder worden ze bij de kwaliteitszorg betrokken via het teamoverleg, de functioneringsgesprekken, de interne audits, het opstellen van de zelfevaluatie en de visitatie. Studenten maken eveneens deel uit van de IMR ; niet duidelijk is geworden welke rol dit orgaan concreet speelt binnen de interne kwaliteitszorg. Er is geen opleidingscommissie specifiek voor Informatica. Gezien de rol die een dergelijke commissie in de kwaliteitszorg kan hebben, bijvoorbeeld voor het terugkoppelen van evaluatieresultaten en verbeteractiviteiten, vindt het panel dat een gemis. Het is dan ook een goede ontwikkeling dat er aan de instelling van een opleidingscommissie wordt gewerkt. Desalniettemin worden de studenten op andere wijze actief betrokken bij de borging van de kwaliteit van de opleiding. Jaarlijks worden ze bevraagd in diverse enquêtes: Fontys Studentenenquête, Studentenjaarevaluatie, Keuzegids etc. De programmaonderdelen worden elk half jaar geëvalueerd in module-evaluaties, het studentenklankbordoverleg en stage/afstudeerevaluaties. Verder zijn ook zij betrokken bij interne audits, zelfevaluatie en visitatie. Alumni worden in principe betrokken via het startbekwaamhedenonderzoek en de HBO-Monitor. Het eerste startbekwaamhedenonderzoek moet in 2008 gaan plaatsvinden. Wel heeft de opleiding ten behoeve van de zelfevaluatie in 2006 al een eerste eenmalig onderzoek onder alumni en hun bedrijfsbegeleiders uitgevoerd. Volgens het zelfevaluatierapport wordt op meer informele wijze via de alumnivereniging ATV feedback gegeven en worden evaluatieresultaten besproken. Het panel heeft, gezien reacties van afgestudeerden echter niet de indruk gekregen dat de alumnivereniging daadwerkelijk een rol speelt in de kwaliteitsbewaking van de opleiding. Het panel heeft er overigens wel begrip voor dat gezien de internationale samenstelling van de studentenpopulatie, afgestudeerden moeilijk te ‘vangen’ zijn. Het werkveld is eveneens betrokken geweest bij het eerste startbekwaamhedenonderzoek. Daarnaast is er de feedback van de externe stageen afstudeerbegeleiders. Tenslotte bewaakt het College van Gecommitteerden de kwaliteit en het niveau van de eindexamens. Hoewel het panel grote waardering heeft voor de rol van de CvC als betrokkenen bij het opleidingsprogramma heeft ze twijfels bij het functioneren als Raad van Advies, met name waar het gaat om de signalering en weging van (ontwikkelingen in) het werkveld. In de notulen van de vergaderingen die het panel heeft bekeken, komt dat aspect niet naar voren. Dat heeft ook te maken met de samenstelling van het CvC. Het gaat hier om een instituutsbreed orgaan waarin vijf vertegenwoordigers voor Informatica zitting hebben. Bovendien zijn sommigen al (zeer) lange tijd lid van de CvC en dragen meerdere petten (want ook Raad van Advies), waardoor advisering vanuit een zekere distantie moeilijk kan worden. Over het geheel gezien vindt het panel de betrokkenheid van stakeholders voldoende, maar wel vindt ze dat met name de betrokkenheid van het werkveld
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
37
(alumni en werkgevers) versterkt zou moeten worden door de inbreng dynamischer en structureler te maken.
5
Onderwerp 6
Facet 6.1
10
Resultaten
Gerealiseerde niveau
Voldoende
Criteria - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: •
15
20
25
30
• 35
40
38
Belangrijkste check op het realiseren van de beoogde eindkwalificaties zijn de resultaten behaald in de semesters 6 t/m/8 (de ingenieursfase) met als belangrijkste onderdeel de beroepsgerichte afstudeeropdracht. Deze vindt plaats binnen een bedrijf en de kwaliteit ervan wordt door de opleiding beoordeeld op een drietal aspecten (Handleiding voor het afstuderen): het praktische werk, de schriftelijke rapportage en de mondelinge rapportage en verdediging. Elk van deze aspecten is weer onderverdeeld in een aantal criteria. Als inhoudelijke criteria gelden de algemene en opleidingsspecifieke eindkwalificaties. De afstudeerder rapporteert in drie stappen: werkplan, tussenrapportage (aan de gecommitteerde) en eindrapportage en -presentatie. Het resultaat wordt beoordeeld door een afstudeerjury die bestaat uit de docentbegeleider, de bedrijfsbegeleider en de gecommitteerde. Het panel vindt het positief dat bij een aantal cruciale onderdelen van het programma: de stages, de afstudeeropdracht, bedrijfsmentoren en externen uit het werkveld betrokken zijn bij de beoordeling. Naast de afstudeeropdracht hanteert de opleiding nog drie indicatoren om de stand van zaken met betrekking tot de gerealiseerde kwalificaties te bewaken: het gemiddelde stagecijfer en de evaluaties van stagiairs en hun begeleiders, de resultaten van de software factories en de resultaten van de andere modules in de semesters 6 en 7, met name het percentage dat die modules niet in een keer haalt. Werkveldvertegenwoordigers met wie het panel sprak, waren heel positief over de stagiaires en afgestudeerden. Dat blijkt ook uit het feit dat meerderen van hen regelmatig stagiaires en afgestudeerden in dienst nemen, zowel in Nederland als in Duitsland. De kracht van afgestudeerden zit in hun brede scholing binnen de focus op software engineering die de opleiding heeft. Die focus levert voldoende fundament om in de praktijk of in vervolgopleidingen meer specifieke kennis te verwerven op terreinen als e-business. of Web-based toepassingen. Sterk is de nadruk op de praktijk waarbij werkvormen worden gehanteerd zoals projecten en met name de software factories die te vergelijken zijn met een concrete toekomstige werkomgeving. De theoretische basis is daarnaast voldoende. De combinatie van een goede technische basis en de theoretische ondergrond maakt dat © NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
5
10 •
15
20 •
25
30
35 •
40
45
afgestudeerden in staat zijn tot nieuwe producten en projecten te komen en nieuwe ideeën door te geven. Daarbij speelt een rol dat zij ook communicatief goed onderlegd zijn en geleerd hebben in een multidisciplinair team te functioneren. Tenslotte is voor hun toekomstige functie van belang dat ze hebben geleerd te functioneren in een internationale context. Als zwakker punt wordt door sommige Nederlandse werkveldvertegenwoordigers gewezen op de vaardigheid in rapportage in het Engels, maar de Duitse vertegenwoordigers geven aan daar geen moeite mee te hebben. Vanuit het werkveld wordt gewezen op twee ontwikkelingen waar de opleiding meer aandacht aan moet gaan schenken; de toenemende rol van documentatie (documentation) en de toenemende behoefte aan software-testers. Op dat laatste speelt de opleiding inmiddels al in. Afgestudeerden gaven aan dat de opleiding goed aansluit op de praktijk. Gewaardeerd wordt de ‘case-orientated approach’, in tegenstelling tot de meer theoretische benadering in Duitsland. Hier wordt daadwerkelijk geleerd software te ontwikkelen. Afgestudeerden hebben voldoende praktische en theoretische bagage meegekregen waarmee ze goed uit de voeten kunnen in de beroepspraktijk. Zij wijzen met name op de brede basis die de opleiding geeft. Het hele traject van software engineering van ontwerp tot implementatie komt aan bod. Technisch zijn ze goed onderlegd, maar er is ook geleerd te regelen en te plannen. Verder is goed aangeleerd hoe om te gaan met de wensen van klanten. In dat kader wordt ook hier gewezen op de grote aandacht voor communicatievaardigheden. Het panel heeft tien afstudeerwerkstukken plus beoordelingen vooraf bestudeerd. Het heeft de werkstukken op een aantal criteria bekeken als: opzet onderzoek, probleemstelling, gebruikte methodes, gebruik relevante literatuur, relevantie voor werkveld en voldoende hbo-niveau. Het panel vond op grond daarvan de werkstukken van een voldoende tot zeer goed niveau (terechte cijfers 9 en 10). In de meeste gevallen is er sprake van actuele onderwerpen en probleemstellingen die (zeer) relevant zijn voor het werkveld. Dat geldt vooral voor de werkstukken waarbij het bedrijfsleven opdrachtgever is. De gebruikte methodes zijn overwegend helder en gemotiveerd. Het literatuurgebruik en de verantwoording ervan zou in een aantal gevallen beter kunnen. Het panel heeft zijn oordeel gecheckt aan dat van de docenten en kon zich meestal goed in hun beoordelingen vinden. Een enkele keer vond ze de beoordeling wat aan de hoge kant. Naar de mening van het panel is er, afgemeten aan de door de opleiding gehanteerde generieke kwalificaties en Dublin descriptoren, over de hele lijn gezien, sprake van voldoende HBO-niveau. Uit de afstudeerevaluatie van 2006 blijkt dat studenten vinden dat de afstudeeropdracht zeer kenmerkend voor hun beroep is. Uit evaluaties van bedrijfbegeleiders blijkt dat deze van mening zijn dat de tien generieke kernkwalificaties die maatgevend zijn voor het HBO-niveau ruimschoots worden gehaald (score 4.1 op een vijfpuntsschaal). Afgestudeerden zijn blijkens de afstudeerevaluatie 2006 wat kritischer. Zij scoren op een aantal (onderdelen van) generieke kwalificaties, zoals “eenvoudige leidinggevende taken laten uitvoeren” een 3.0, een score die de opleiding hier als ‘matig’ interpreteert. Uit de HBO-Monitor 2005 (n=8) blijkt dat alle respondenten van mening zijn dat de opleiding voldoende basis
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
39
biedt om te starten op de arbeidsmarkt en om competenties verder te ontwikkelen. 71% zou opnieuw voor deze opleiding kiezen tegen 57% landelijk.
Facet 6.2
Onderwijsrendement
Voldoende
5 Criteria - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. 10 Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • 15
20
• 25
30
35
40
Ter bepaling van het onderwijsrendement hanteert de opleiding streefcijfers voor studieduur, percentage geslaagden en percentage studiestakers.(zie staatje) Gemiddelde studieduur afstudeerders ≤ 4,5 jaar; studiestakers ≤ 1,35 jaar Percentage geslaagden ≥ 55% in 5 jaar HAVO instroom ≥ 40% in 4 jaar, ≥ 50% in 5 jaar VWO instroom ≥ 60% in 4 jaar, ≥ 70% in 5 jaar MBO verwant instroomε ≥ 50% in 4 jaar; ≥ 70% in 5 jaar Percentage studiestakers ≤ 30% binnen 1 jaar ≤ 40% binnen 2 jaar ≤ 45% in het geheel Omdat in de zomer van 2006 pas de eerste studenten zijn afgestudeerd, is over opleidingsrendement en gemiddelde studieduur nog weinig te zeggen. Het percentage geslaagden van het cohort 2002 bedroeg na vier jaar 46% en is in lijn met de streefnorm. De uitvalpercentages zijn tot cohort 2004 onder de 45 % gebleven. Wel blijkt uit recente cijfers dat in 2005 de uitval na 1 jaar sterk gestegen is. De opleiding heeft daar, blijkens het gesprek met de docenten, nog geen specifieke reden voor kunnen vinden. Wel gaat het voornamelijk om Nederlandse studenten. Verwacht wordt dat de nieuw ingevoerde studieloopbaanbegeleiding tot verbetering zal leiden. De gemiddelde studieduur van studiestakers ligt op 1,45 jaar en dus iets boven de gehanteerde norm. De opleiding geeft aan over het geheel tevreden te zijn met de behaalde rendementscijfers. Het panel is het daarmee eens en komt daarom tot het oordeel voldoende.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
41
42
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
Deel C: Bijlagen
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
43
Bijlage 1:
44
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
Bijlage 2:
Deskundigheden panelleden
Bijlage 2:
Deskundigheden panelleden Opleiding Informatica Hogeschool Fontys
5
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
Onderwijsdeskundigheid
X
Studentgebonden deskundigheid Visitatiedeskundigheid
10
15
20
Panellid NQA: ir. J. Boerke
Panellid De heer Ing. R.J.H. Vreven MSc
Relevante werkvelddeskundigheid
Panellid student: mw.D.S. Harten
Panellid Mevrouw drs. A.E.N. Hacquebard
Deskundigheid cf. Protocol VBI’s; 22 augustus 2005
X X
X
X
De panelleden hebben een onafhankelijkheidsverklaring ondertekend. Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden: Panellid mevrouw drs. A.E.N. Hacquebard Mevrouw Hacquebard is ingezet als panellid vanwege haar onderwijsdeskundigheid en haar enorme werkvelddeskundigheid. Mevrouw Hacquebard heeft meer dan 30 jaar ervaring in de informatica in diverse functies en rollen. Begonnen als docent wiskunde op middelbare scholen en daarna op HBOen heeft zij zich in 1986 gevestigd als zelfstandig adviesbureau voor Informatica en onderwijs en heeft in die functie meegewerkt aan diverse onderzoeken, nieuwe studierichtingen, platforms en projecten in het kader van beroepsvorming en competenties in de ICT, zowel op nationaal al internationaal niveau. Zij heeft grote invloed gehad op de inhoud en de kwaliteit van het Informatica beroepsonderwijs in Nederland en ook internationaal. Mevrouw Hacquebard is voor deze visitatie individueel geïnstrueerd over het proces van visiteren en de werkwijze van NQA. Opleiding:
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
45
1971 1977 – 1980
5
10
Werkervaring: 1962 – 1966 1966 – 1968 1969 – 1970 1970 – 1986 1986 – heden 1986 – 1995 1986 – 1991
15 1991 – 1993 1994 – 2003
20 1994 – 1995 1996
25 1998 – heden
1998 – 1999
30 2000 – 2001 2000 – 2001 2001 – 2003
35 2003 – heden 2003 – heden
40
45
2003 Litouwen. 2003
46
Doctoraal Wiskunde, Rijksuniversiteit Leiden Bevoegdheidscursussen Informatica voor het HBO, kleine en grote bevoegdheid
Docent wiskunde, voortgezet onderwijs Student assistent, toegepaste wiskunde Docent wiskunde voortgezet onderwijs HEAO Arnhem, docent wiskunde, statistiek, operations research, informatica, hoofd afdeling bedrijfsinformatica, adjunct directeur Adviesbureau voor Informatica en Onderwijs Hacquebard bv Open Universiteit; cursusteamleider informatiesystemen, onderzoek naar vergelijken curricula Hogeschool Gelderland (opgegaan in Hogeschool Arnhem en Nijmegen); PIIA-project (Project Informatica Informatiekunde Arnhem Apeldoorn), curriculumontwerp en oprichting studierichting Hogere Informatica, invoeren informatica in curriculum Sociale Academie KIO-project (Kwaliteitsverbetering Informatica Onderwijs), 26 opleidingen BI, HIO HBO-I platform: onderzoek, begeleiding en coördinatie van onderzoek in het kader van projecten: inhoudelijke ondersteuning van projecten over IT onderwijsinhoud, medeauteur “HBO-I beroepsprofielen en opleidingsprofielen”, ondersteunen organisatie HBO-I platform tot 1999, organisatie en ondersteuning evenementen Voortgezet Onderwijs, voorzitter van de vakontwikkelgroep Informatica, voorbereiding tweede fase voortgezet onderwijs Vice-voorzitter van commissie die het curriculum ontwikkelt voor docent informatica in het voortgezet onderwijs Voorzitter van de begeleidingscommissie docentenscholing informatica die de docentenbijscholing volgde, tot en met 2006 uitgevoerd door een consortium van 12 hogescholen en universiteiten, (CODI) Onderzoek in opdracht van IP-HOB (Informatica Platform Hoger Onderwijs Bedrijfsleven) “Profielen voor startende ICT-ers” Technische Hogeschool Rijswijk: Voorbereiding curriculum ontwerp studierichting TI Project "Verkenning Beschrijvingswijze ICT Beroepsprofielen", initiatief van IP-HOB (Informatica Platform Hoger Onderwijs Bedrijfsleven), ondergebracht bij AXIS Project “GRIP, een andere kijk op profielen”, initiatief van IP-HOB (Informatica Platform Hoger Onderwijs Bedrijfsleven) Deelnemer aan werkgroepen ICT-Skills van CEN/ISSS (European Committee for Standardization/Information Society Standardization System) ICT Competenties, opleidings- en beroepsprofielen; verder ontwikkelen methode GRIP en blauwdruk voor European e-Skills Framework, onderzoek in samenwerking met de OU.Maart 2004 en mei 2004: presentaties tijden EU workshops. September 2004: presentatie op de EU e-Skills Conference, Thessaloniki. Oktober 2004: presentatie op de EU conferentie European Education and Training Solutions at Sector level, Scheveningen; oktober 2006: deelnemer aan EU e-Skills Conference, Thessaloniki Deelname aan conferentie WITFOR (World Information Technology Forum) in Bijdrage geleverd aan het werk van de Commission Education. Deelname aan “side event” Engineering the Knowledge Society van WSIS (World Summit in the Information Society), Genève; presentatie over de methode GRIP.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
2003 – heden
2004 – 2005
Werkgroep Ontologies, ACM (Association for Computing Machinery, grote ICT beroepsverenigingen in de USA) over het in kaart brengen van het vakgebied en het afbeelden van curricula daarop. Werkgroep van NGI over vergelijken en in kaart brengen van competentiemodellen.
5 Diversen: 1978 – 1985
10
15
20
25
30
35
40
45
VVS (Vereniging voor Statistiek), bestuurslid en voorzitter sectie operational research. Lid VVS bestuur. 1986 – 1992 Lid van het bestuur van EXIN, exameninstituut voor informatica. 1991 – 1997 NIOC (Nationaal Informatica Onderwijs Congres), voorzitter programmacommissie, vice-voorzitter, secretaris. 1990 – 2000 NGI (Nederlands Genootschap voor Informatica), lid bestuur en voorzitter afdeling Educatie. Lid van het NGI vanaf 1971. 2000 – 2006 Voor NGI Nationaal vertegenwoordiger in Technical Committee 3 (Education) van IFIP (International Federation for Information Processing), wereldwijde organisatie van IT beroepsverenigingen. 2002 – heden Werkgroep 3.2 van Technical Committee 3 on Higher Education, deelnemer aan internationale werkconferenties. 1996 – 2000 ECDL, European Computer Driving License, betrokken bij internationale voorbereiding namens het NGI, opzetten ECDL in Nederland, voorzitter bestuur Stichting ECDL Nederland. 2000 – heden Lid redactie Tijdschrift TINFON (Tijdschrift voor Informaticaonderwijs), uitgegeven door vereniging DINFOR, nu Stichting Tinfon. Tot juli 2005 voorzitter van de redactie. Maatschappelijke functies: 1994 – 2002 Lid van commissies van Advies en Bijstand van de gemeenteraad van Hummelo en Keppel. 2002 – 2004 Lid van de gemeenteraad van Hummelo en Keppel. 2005 – heden Lid van de gemeenteraad van Bronckhorst (Hummelo en Keppel is opgegaan in Bronckhorst bij een gemeentelijke herindeling).
Panellid de heer ing A.A. Vreven MSc De heer Vreven is ingezet als panellid vanwege zijn domeindeskundigheid. Sinds 1967 is de heer Vreven werkzaam geweest in de ICT in een breed scala van functies. Per 1 november 2006 werkt de heer Vreven drie dagen per week bij Topicus op het gebied van ontwikkeling van onderwijs informatiesystemen. De heer Vreven is lid (geweest) van diverse internationale werkgroepen, waaronder X-Open, OSF, voorzitter permanent working group on e-bussiness and retailbanking. Tijdens zijn studie University of Michigan was de heer Vreven werzaam bij Burroughs Corporation. De heer Vreven is docent geweest bij de Nederlandse Politie Academie, AMBI opleidingen, de MBA respectievelijk MBI opleidingen van Nijenrode en de Katholieke Universiteit Brabant (nu Universteit Tilburg), waar hij momenteel nog als gastdocent werkzaam is. De heer Vreven is voor deze visitatie individueel geïnstrueerd over het proces van visiteren en de werkwijze van NQA. Opleiding 1957 – 1962 1962 – 1965 1965 – 1968 1970 – 1974
HBS Economie UVA HTS scheepswerktuigbouwkunde AMBI
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
47
1980 – 1982
5
10
15
20
25
Computer Science, University of Michigan
Werkervaring: 1965 – 1968 1968 – 1973 1973 – 1978 1978 – 1987
Marineofficier ABN, systeemontwerper Rijks computercentrum, project leider politie informatiesystemen RAET (hoofd Systeemontwikkeling Landbouw Administratie en RekenCentrum) en consultant 1987 – 2003 Rabobank Nederland (hoofd Hulpmiddelen en Methoden, adviseur Strategie) 2003 – 2006 Rabobank Groep Directeur ICT-strategie 2006 – heden Senior consultant bij Topicus Education inzake de ontwikkeling van onderwijsinformatiesystemen
Panellid student mevrouw D.S. Harten Student panellid mevrouw D.S. Harten is derdejaars student Kunstmatige Intelligentie aan het Onderwijsinstituut Informatiewetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Zij was meerdere jaren betrokken binnen de studentenraad en in een universitaire commissie. Mevrouw Harten is qua leeftijd representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding. Zij heeft studentgebonden deskundigheid met betrekking tot studielast, onderwijsaanpak, voorzieningen en kwaliteitszorg bij opleidingen informatica. Voor deze visitatie is mevrouw Harten aanvullend individueel geïnstrueerd. Opleiding: 1995 – 2001 2001 – heden
Stedelijk Gymnasium, Haarlem Bachelor Kunstmatige Intelligentie, UvA
Werkervaring: Sept. 2004 – heden
30 Sept. 2004 – heden Juni 2004 – heden 09/03 – 09/04
35
09/02 – 09/03 09/02 – 12/02
40
45
Ambtelijk secretaris - Studentenraad van de Faculteit der Economische wetenschappen en Econometrie Trainer – trainingsbureau taqt Lid Universitaire commissie studentmedezeggenschap Voorzitter Studentenraad van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica Penningmeester Studentenraad van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica Student-assistent aan de UvA bij een logica- en een programmeervak.
Panellid NQA de heer drs. J.H. Boerke De heer Boerke is ingezet als NQA panellid. Hij heeft eerdere ervaring met visitaties in verschillende domeinen en 12 jaar lang ervaring met visiteren in het HBO. Hij bezit auditorkwaliteiten vanwege jarenlange visitatie-ervaring en cursussen gevolgd bij Lloyd’s Register. Opleiding: 1959 – 1965 1965 – 1973 1982 – 1987
48
HBS-A Doctoraal Nederlands Doctoraal onderwijskunde
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
5
10
1987 – 1988 1990
Assistant-to-the-manager Culturele bedrijfsvoering
Werkervaring: 1973 – 1981 1985 – 1987 1989 – 1992 1992 – 1996 1987 – 1989 1997 – 2003 2004 – heden
Lyceum Sancta Maria Ministerie van O&W Nederlands Instituut voor Kunst en Management Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KivI) Nieuw Elan/De Baak VNO HBO-Raad NQA
15
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
49
Bijlage 3:
Bezoekprogramma
Programma visitatie Informatica op 6 februari 2007
5 Tijdstip
Programmaonderdeel
Ruimte
09.00 – 09:15 uur
Ontvangst
0.04
09.15 – 09.30 uur
Demonstration Software Factory “Wearable Computing” 0.04 door student Stefan Sobek (D, Semester 8, afstudeerder) en SoFa begeleider Pieter van den Hombergh
09.30 – 11.00 uur
Materiaalbestudering
0.04
11.00 – 11.45 uur
Gesprek met opleidingsmanagement
0.04
11.45 – 12.30 uur
Gesprek met studenten
0.04
12.30 – 13.15 uur
Lunchpauze
0.82a
13.15 – 14.00 uur
Gesprek met docenten
0.04
14.00 – 14.45 uur
Gesprek met werkveld en afgestudeerden
0.04
14.45 – 17.00 uur
Rondleiding Eventuele extra gesprekken Materiaalbestudering Intern paneloverleg
0.04
17.00 – 17.30 uur
Tweede gesprek met opleidingsmanagement en afronding
0.04
17.30 – 18.00 uur
Afsluitend paneloverleg
0.04
50
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
Bijlage 4:
Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
Afstudeerevaluatie Bedrijfsbegeleider, FHTBM, 2006 Afstudeerevaluatie Studenten, FHTBM, 2006 Commissie Accreditatie Hoger Onderwijs: Prikkelen Presteren Profileren, Eindrapport, Ministerie Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen, september 2001 Communiqué of the Conference of Ministers responsible for Higher Education, Reali-sing the European Higher Education Area, Berlin, 19 september 2003 Curricula Opleiding Informatica Cohorten 2002 t/m 2005, FHTBM, Venlo, 2005 College van Gecommitteerden / Raad van Advies: Onderzoek …. , FTHV, februari 2006 College van Gecommitteerden, Notulen Bijeenkomst 15 september 2006, FHTBM, 15 september 2006 College van Gecommitteerden, Notulen Bijeenkomst 9 november 2006, FHTBM, 9 november 2006 Docenten Jaarevaluatie 2004 FTHV Docenten Jaarevaluatie 2006 Hoofdfase Informatica De beste universiteiten en hogescholen; Elsevier/NIPO-onderzoek studenten 2003, in Elsevier thema, oktober 2003 Fontys Facilitair Bedrijf, afdeling Onderwijs, Kwaliteitszorg, Kengetallen ten behoeve van zelfevaluatie Informatica Venlo, voorjaar 2006 Fontys Facilitair Bedrijf Personeelszaken, Fontys Competentiewoordenboek, Eindhoven september 2002 Fontys Facilitair Bedrijf Personeelszaken, Ontwikkelen van Talenten op basis van competenties, Eindhoven september 2002 Hoofdlijnen strategisch personeelsbeleid 2005 – 2010, Fontys Raad van Bestuur, oktober 2005 Biloba, Op weg naar assessments, Fontys Hogescholen, februari 2005 Fontys Personeelsenquête Fontys Technische Hogeschool Venlo, Fontys Facilitair Bedrijf Afdeling Onderwijs, oktober 2003 Fontys Personeelsenquête 2004, Technische Hogeschool Venlo , Fontys Facilitair Bedrijf Afdeling Onderwijs, Eindhoven, september 2004 Fontys Personeelsenquête 2005, 36 - Technische Hogeschool Venlo, Fontys Facilitair Bedrijf Afdeling Onderwijs, Eindhoven, najaar 2005 Fontys Personeelsenquête 2006, 36 - Technische Hogeschool Venlo, Fontys Facilitair Bedrijf Afdeling Onderwijs, Eindhoven, najaar 2006 Fontys Studenten Enquête 2004; Een tevredenheidsonderzoek onder alle studenten van Fontys Technische Hogeschool Venlo, Werkgroep Onderwijs Fontys Studenten Raad, Eindhoven, 2004 Fontys Studenten Enquête 2005; Een tevredenheidsonderzoek onder alle studenOpleiding Informatica Fontys Hogeschool Techniek en Bedrijfsmanagement elfevaluatierapport Accreditatie 2006/2007 ten van Fontys Technische Hogeschool Venlo, Werkgroep Onderwijs Fontys Studenten Raad, Eindhoven, 2006 Invulling Mentoraat FTHV, Fontys Technische Hogeschool Venlo, april 2004 GeislernT. en K. Tenbrock: Software Engineering an der FTHV im internationalen Vergleich , FHTBM, 2006 Empfehlungen für die Einrichtung von Informatik-Studiengängen an Deutschen Hochschulen, Deutsche Gesellschaft für Informatik, 2005 Hammer 2005 Hammer, P., Studieloopbaanbegeleiding, gids voor de student, Venlo 2/11/2005 Hammer 2006-a Hammer, P., Evaluatie afstuderen door studenten en bedrijfsbegeleiders tot periode 2006-02, Venlo juni 2006
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
51
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
Hammer, P., Handleiding voor de stage; Informatie en richtlijnen betreffende de stage ten behoeve van studenten, Venlo maart 2006 Hammer, P., Handleiding voor het afstuderen; Informatie en richtlijnen betreffende het afstuderen ten behoeve van studenten, Venlo maart 2006 Hammer, P., Een stageplaats of afstudeerproject; Informatie over stages en afstuderen ten behoeve van bedrijven en bedrijfsbegeleiders, Venlo maart 2006 Hammer P., FTHV-website voor stage en afstuderen, Nederlands: http://www.fontys.nl/techniek/venlo/stageafstuderen Duits: http://www.fontys.nl/techniek/venlo/betriebspraktikum Beroepsprofiel en Opleidingsprofiel HBO-I: Bedrijfskundig Informaticus, Informaticus, Technisch Informaticus, HBO-I platform, augustus 2000, Profiel Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving, HBO-I stichting, december 2004, ISBN 90-90189970-X Instellingsrapportage HBO-Monitor 2005 Fontys Hogescholen - Technische Hogeschool Venlo, Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt, 2005 Heuvel, H. v.d., Taakverdeling Fontys Technische Hogeschool Venlo, januari 2003 Heuvel, H. v.d., Missie en visie FTHV, Venlo, maart 2003 Heuvel, H. v.d., Aanvulling Taakverdeling FTHV, Venlo, april 2004 Heuvel, H. v.d., Inventarisatie Knelpunten Studentenenquête FTHV 2002, april 2003 Heuvel, H. v.d., Huisregels en Faciliteiten Campus Fontys Venlo, Venlo september 2003 Heuvel, H. v.d., Management Contract 2004, Venlo, december 2003 Heuvel, H. v.d., Inventarisatie Knelpunten Studentenenquête FTHV 2003, juni 2004 Heuvel, H. v.d., Fontys Studenten Enquête 2004; Terugkoppeling naar studenten, Venlo juni 2004 Heuvel, H. v.d., Uitgangspunten Toetsing Opleidingen Fontys TechnischeHogeschool Venlo, Concept, Venlo september 2004 Heuvel, H.v.d., Kwaliteitshandboek 2004-2007deel 1, Venlo september 2004 Fontys Hogeschool Techniek en Bedrijfsmanagement Opleiding Informatica Zelfevaluatierapport Accreditatie 2006/2007 55 Heuvel, H.v.d., Kwaliteitshandboek 2004-2007deel I1, Venlo februari 2005 Heuvel, H. v.d., Onderzoekskalender 2006-2007, Venlo juni 2006 Heuvel, H. v.d. en P.Hammer, Studieloopbaanbegeleiding, hoofdlijnen, Venlo 2005 Heuvel, H van de, W. Mollemans, Personeelsplan 2005 - 2007 Fontys Technische Hogeschool Venlo, Samen Ontwikkelen, FTHV maart 2005 Heuvel, H. v.d. en E. Saes, Personeelsplan Fontys Technische Hogeschool Venlo; Van overzicht naar inzicht, Venlo, maart 2003 Heuvel, H. v.d. en E. Saes, Overzicht profielen, Venlo 2003 Holz, C., Informationsblatt Spezielles Zulassungsverfahren, FTHV 2003 Holz, C., Profiel en portfolioanalyse Informaticateam, FTHV oktober 2006 Holz, C., Programmalijnen in Opleiding Informatica, FTHV oktober 2006 Holz 2006-c Holz, C., De nieuwe propedeuse bij FHTBM, afdeling Techniek FHTBM september 2006 Holz, C., Resultaten rondvraag bij diplomauitreiking, september 2006. Holz, C., KLOTS-schema opleiding Informatica, FTHV 2006 Holz, C. en P. Hammer, Competentie-examen propedeuse juni 2006, Handleiding voor de student, Fontys Technische Hogeschool Venlo, mei 2006 Holz, C. en P. van den Hombergh, Software Factory, Syllabus, FTHV 2005 Hombergh 2005 Hombergh, P. van den, FTHV-website voor ondersteuning van peer assessment: https://www.fontysvenlo.org/peerweb/ Loeffen, H. e.a., Aanpassing Huisvesting in relatie met onderwijs, versie 3, Venlo14
52
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
5
10
15
20
25
30
35
40
45
april 2004 Loeffen, H. e.a., Beslisdocument Aanpassing Huisvesting Venlo, Venlo 11 mei 2004 Moolenaar, J.W., Nadere Risico en Evaluatie Inventarisatie Locatie Venlo, ArboAchmea, 2004 Vertaling van de Dublin descriptoren naar generieke kwalificaties voor de HBObachelor, National Quality Agency, juni 2003 Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie, Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs, Den Haag februari 2003 Onderwijs- en Examenregeling – Informatica Cohort 2004 t/m 2005, FTHV, Venlo Paulissen 2004 Paulissen, A., Strategisch ICT- Beleidsplan, Fontys, Eindhoven 2004 HBO-Monitor 2005; Research voor Onderwijs en Arbeidsmarkt, Maastricht, mei 2006 Opleiding Informatica Fontys Hogeschool Techniek en Bedrijfsmanagement 56 Zelfevaluatierapport Accreditatie 2006/2007 Raad van Bestuur Fontys Hogescholen, Aanzet hoofdlijnen strategisch personeelsbeleid 2000 – 2005, Eindhoven 2001 Raad van Bestuur Fontys Hogescholen, Idealisme in learning communities; De Fontysstrategie tot 2005, Eindhoven 2002; http://www.fontys.nl/rubrieken/rubriek.asp?id=37918 RvB 2006 Raad van Bestuur Fontys Hogescholen, Fontys Hogescholen Techniek, Partner in Technology, Eindhoven 2006 Studenten Jaarevaluatie Hoofdfase 2006 Studenten Jaarevaluatie Propedeuse 2006 Studenten Periode-evaluatie Informatica 2006 Steenkamp 2004 Steenkamp, F., A. de Moor en M. van Beek, Keuzegids hoger onderwijs 20042005, Houten 2004 Steenkamp, F., H. de Looper en M. Bliekendaal, Keuzegids hoger onderwijs 2006-2007, Leiden 2006 Studiegids INF Studiegids overzicht http://www.fontys.nl/studiegidsen Studiegids algemeen http://www.fontys.nl/studiegidsen/boom1.asp?id=10563 Studiegids Informatica http://www.fontys.nl/studiegidsen/boom1.asp?id=36837 Studienführer Informatik http://www.fontys.nl/studiegidsen/boom1.asp?id=34718 A. Abran, J. Moore: SWEBOK – Guide to the Software Engineering Body of Knowledge, 2004 Version, IEEE Computer Society, 2004 Zijl, E. van en C. Holz: Koppeling van de Tien Generieke Kwalificaties aan de Opleidingskwalificaties Informatica, FHTBM, september 2006
Verder: • curriculum materiaal • een representatieve set toetsen • Stageverslagen • Afstudeerwerken • Modulehandleidingen • Handboeken, studieboeken, syllabi, readers.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen; opleiding Informatica
53