Ja, ook ik kan leren werkwoordsvormen goed te spellen!! Een handleiding waarmee je leert werkwoordsvormen en daarvan afgeleide vormen op de juiste manier te spellen.
STAPPENPLAN 2 DAT NOG MEER ZEKERHEID OVER DE JUISTE VORM GEEFT: Is het een werkwoord? Ja
Nee
Infinitief
– volt. deelw -
Eenvoudig
d - t - en
pv
Zelfst. nw
tt of vt tt
stam – stam+t – inf.
-
Bijv. nw
langer maken vt
zo eenvoudig mogelijk )
Zwak –
sterk -
stam + te(n)
onregelmatig (geen regels)
stam + de(n Adviesburo CLS Swalmen
Jack van Gerven
Email:
[email protected]
september/oktober 2014
1
Inhoudsopgave: Ja, ook ik kan leren werkwoordsvormen goed te spellen!! ................................................................ 1 Inhoudsopgave: .......................................................................................................................................... 2 Test hier je kennis van werkwoorden en daarvan afgeleide woorden .......................................... 3 Enkele begrippen vooraf:......................................................................................................................... 4 Hoe kun je zekerder worden van je zaak? .......................................................................................... 5 Niet alle werkwoorden zijn ook persoonsvorm................................................................................... 7 In de tegenwoordige tijd onderscheiden we bij de pv van regelmatige werkwoorden maar drie vormen:................................................................................................................................................ 8 In de verleden tijd kennen we bij de pv van regelmatige werkwoorden maar twee verschillende vormen:............................................................................................................................... 9 Het voltooid deelwoord van regelmatige werkwoorden kent maar twee verschillende vormen: .......................................................................................................................................................10 Sterke en onregelmatige werkwoorden .............................................................................................. 11 Stappenplan 1 dat in heel veel gevallen de juiste vorm vindt ........................................................13 Stappenplan 2 voor de juiste spelling van de werkwoordsvormen ................................................14 Om goed met het stappenplan 2 te oefenen hier nog een keer enkele deelschema’s, die je bij elke stap verder helpen ....................................................................................................................16 Nog meer oefenzinnen ............................................................................................................................17 Is het voltooid deelwoord gedanst of gedansd, verlangd of verlangt.........................................21 BIJLAGE 1: instellen spellingcontrole in Word op je PC of laptop ............................................ 22 BIJLAGE 2: schrijfwijze van Engelse werkwoordsvormen.......................................................... 23 BIJLAGE 3: Hoe schrijf ik een goede en nette sollicitatiebrief ............................................. 25 Hulp die geboden kan worden bij het corrigeren van brochures, scripties, sollicitatiebrieven, folders, advertenties, offertes, facturen , enz.. ........................................ 28
2
Test hier je kennis van werkwoorden en daarvan afgeleide woorden Vul in de volgende zinnen de juiste vorm in: 1. Jij …………………… (gelooft/geloofd) dat verhaal van die gast toch zeker niet! 2. De verdachte heeft de moord op de drugsverslaafde ……….. (bekend/bekent). 3. Hij …………. (wordt/word) tijdens het verhoor door de rechercheur echter niet ………….. (gelooft/geloofd). 4. De verdachte …………… (bekend/bekent) na het verhoor tenslotte toch de moord te hebben ………… (gepleegt/gepleegd). 5. De wandelaar … (verwachtte/ verwachte) het helemaal niet, maar toch bleek hij na enkele uren …………. (verdwaalt/verdwaald) te zijn. 6. Zijn vriend had die middag nog tegen hem gezegd: “Jij ………….. (verdwaalt/verdwaald) eigenlijk nooit! 7. Zo ging de lang …………….. (verwachtte/verwachte) ontmoeting in het plaatselijk dorpscafé met de andere wandelaars die avond niet door. 8. De pas enkele maanden geleden …………… (gescheide/gescheidde/gescheiden) vader ontvoerde zijn zoon uit de stad, waar zijn ex-vrouw nog steeds hetzelfde huis ……….. (bewoont/bewoond). 9. Waarom de vader het jongetje …………… (ontvoert/ontvoerd) heeft, is voor de politie nog een groot raadsel. 10. Ik stond die avond in de kou te …………… (wachten/wachtten) op de stadsbus. 11. …………. (Word/Wordt) jij ook zo onzeker, als je dit soort woorden moet invullen?
Controleer op pag. 15 van deze brochure, hoeveel vormen je juist gekozen hebt. Zijn dat er zonder dat je maar wat gegokt hebt - 11 of meer, dan ben je al aardig in staat om werkwoordsvormen en daarvan afgeleide vormen goed te spellen. Bij 5 of meer fouten, kan het geen kwaad deze brochure goed door te nemen. Ik had in deze oefening
van de 15 vormen goed.
3
Enkele begrippen vooraf: In deze brochure over de spelling van werkwoordsvormen en daarvan afgeleide woorden worden een aantal begrippen gebruikt, waarvan je de betekenis moet kennen. Hieronder staan die woorden (begrippen) met hun betekenis. 1. werkwoorden: woorden die meestal aangeven wat er in een bepaalde situatie gebeurt of wat er aan de hand is. ( zwemmen, lopen, spioneren, fietsen, werken, leven enz.) 2. zelfstandige naamwoorden: woorden die een naam geven aan mensen, dieren, dingen en toestanden. ( agent, meisje, hond, kat, kachel, auto, armoede, verwondering enz.) 3. bijvoeglijke naamwoorden: woorden die eigenschappen noemen van zelfstandige naamwoorden. (grote, lieve, jonge, arme, bekende, grote, vrolijke, enz.) Bijvoorbeeld: de jonge hond ligt in de veel te grote mand. 4. persoonsvorm: de werkwoordsvorm die in de verleden of tegenwoordige tijd van vorm verandert. ( Bv. Hij wacht op het advies van de commissie; Hij wachtte op het advies van de commissie.) De persoonsvorm verandert ook, als je de zin van het enkelvoud in het meervoud zet of omgekeerd. (Bv. De vrouw wacht op het advies van de commissie. De vrouwen wachten op het advies van de commissie.) De vorm die het werkwoord krijgt, hangt dus af van de persoon (= het onderwerp) in die zin. 5. onderwerp: persoon (mens, dier, ding of toestand) die datgene doet wat er in de zin gebeurt. Bv. Het viaduct stortte na de aanrijding door de vrachtwagen gedeeltelijk in. 6. infinitief: andere naam voor het hele werkwoord in een zin. De infinitief wordt altijd op dezelfde manier geschreven. (Bv. beginnen: Ze beginnen aan het werk. De kwekers moeten nog beginnen met het poten van aardappels.) 7. voltooid deelwoord: de werkwoordsvorm die samen met de persoonsvorm vertelt wat er in een bepaalde situatie gebeurt. Bv: “Hij heeft (=pv) het geld uit de beurs ontvreemd (=vd)”; Hij is (=pv) er met de buit vandoor gegaan (=vd). 8. tegenwoordig deelwoord: de werkwoordsvorm die altijd als laatste letter een D heeft. ( voorbeelden: Kruipend kwam het kind de kamer binnen. Nog half slapend kwam hij ‘s middags naar beneden.)
4
Hoe kun je zekerder worden van je zaak? Op school heb je vroeger ongetwijfeld geleerd dat je steeds regels moet toepassen bij het schrijven van de juiste werkwoordsvorm: Tegenwoordige tijd • stam (ik-vorm) of stam (ik-vorm) +t • hele werkwoord Verleden tijd: • stam (ik-vorm) + te of +de • stam (ik-vorm) + ten of +den • klankverandering zonder vaste regels (bv. Lopen – liep; slapen – sliep etc…) Tijdens mijn lagere schooltijd bleven de woordjes (word) stam, (wordt) stam +t in klas 5 en 6 altijd op het rechter schoolbord staan, zodat ik later ook bij werkwoorden zonder een D in de stam ook maar DT invulde. Veel Nederlanders kunnen deze regels ook nog wel dromen en zelfs goed toepassen, maar maken toch nog veel fouten tegen de spelling van werkwoorden. Hoe kan dat? De belangrijkste reden waarom toch nog veel fouten gemaakt worden, komt voort uit het feit dat bovenstaande regels alleen gelden voor werkwoorden die in een zin de persoonsvorm zijn. Daarom moet je voordat je regels gaat toepassen, uitzoeken: 1. Of het woord dat je goed wil spellen wel een werkwoord is? 2. Als het woord een werkwoord is, of het dan de persoonsvorm is of niet?
Is het woord waarover je twijfelt een werkwoord? Vraag 1: Is het woord waarover je twijfelt een werkwoord? De gemakkelijkste manier om daar achter te komen is het veranderen van de tijd, waarin de zin staat. Het woord dat dan ook verandert, is vrijwel altijd de persoonsvorm.
5
Hieronder staan 4 voorbeeldzinnen waarin het in te vullen woord geen werkwoord is. De werkwoorden (persoonsvormen) in onderstaande zinnen zijn: staat(stond), bleef (blijft), werden (worden) en kwam (komt), want die woorden veranderen wel als je de zin in een andere tijd zet. a. Nederland staat (stond) bekend om zijn ……….. (strijd of strijdt) tegen het water. b. De ………… (verwachte of verwachtte) bekeuring voor de verkeersovertreding bleef (blijft) uit c. De …………. (gehaatte of gehate) terroristen werden (worden) in een streng bewaakte gevangenis opgesloten d. …………. (Huilend of huilent) kwam (komt) de kleuter de kamer binnen. a: (strijd of strijdt) Het woord strijd is een zelfstandig naamwoord en dat schrijf je zo eenvoudig mogelijk. (kan nooit op het eind dt krijgen!). Als je het woord langer maakt, hoor je strijden en dat is de reden dat je het zelfst. nw strijd met een d schrijft! b: (verwachte of verwachtte) Het woord verwachte is hier een bijvoeglijk naamwoord en ook bijvoeglijke naamwoorden schrijf je zo eenvoudig mogelijk, dus normaal gesproken nooit met dd of tt. (uitzondering: bv. De geredde bemanningsleden werden aan boord gehesen) – gerede bemanningsleden zou hier immers niet kunnen! c: (gehaatte of gehate) Het woord gehate is hier een bijvoeglijk naamwoord en dat schrijf je wederom zo eenvoudig mogelijk, dus weer nooit met dd of tt. (uitzondering: bv. De bespotte actrice durfde niet meer op het toneel te verschijnen)– bespote actrice zou hier immers niet kunnen! d: (Huilent of Huilend) Het woord Huilend is een zogeheten tegenwoordig deelwoord en dat krijgt altijd een d als laatste letter. Voorbeelden van tegenwoordige deelwoorden zijn bv. spelend, slapend, jokkend, rennend, sprintend, fietsend, rijdend, vliegend, hunkerend etc. Onthoud, altijd een d als laatste letter, ook als ze in de verleden tijd stam + te hebben. (danste – dansend, lachte – lachend, flitste- flitsend enz…..)
6
NIET ALLE WERKWOORDEN ZIJN OOK PERSOONSVORM. We onderscheiden 4 soorten werkwoordsvormen: persoonsvorm, voltooid deelwoord, tegenwoordig deelwoord en infinitief (= hele werkwoord). Het is dus uiterst belangrijk voor het goed leren spellen van werkwoordsvormen om te achterhalen, of een werkwoord pv, vd, td of inf is. Hier hangt de schrijfwijze namelijk van af. Het is belangrijk te weten dat we het voltooid deelwoord (vd), het tegenwoordig deelwoord (td) en de infinitief (inf) altijd hetzelfde schrijven. Het doet er bij deze drie vormen niet toe in welke tijd de zin staat. Kijk maar naar de volgende voorbeelden: 1. Het kind wordt (werd) vandaag door de vrouw gekidnapt. (= vd) 2. Hij staat (stond) in de kou op de bus te wachten. (=inf) Opgelet: vaak schrijven de twijfelaars onder ons: “Hij stond in de kou op de bus te wachtten” en geven dan als reden aan, dat de zin toch in de verleden tijd staat en dan schrijf je immers stam+ten (=wachtten). Helemaal correct als wachtten de pv. zou zijn, maar wachten is in deze zin de infinitief en als infinitief schrijf je wachten altijd hetzelfde!! 3. Het kleine kind komt (kwam) fietsend (= td) de bijkeuken in. (tegenwoordige deelwoorden krijgen altijd als laatste letter een d!) Als een werkwoordsvorm persoonsvorm (pv), hele werkwoord = infinitief (inf) of voltooid deelwoord (vd) is, ontstaan er bij velen problemen met de juiste spelling ervan. Hoe lossen we dat voor eens en altijd op? We kunnen dat probleem oplossen, door eerst uit te zoeken of een werkwoordsvorm persoonvorm, infinitief of voltooid deelwoord is. Hoe doe je dat? Stap 1: zet de zin in een andere tijd en kijk welke werkwoordsvorm verandert. Dat werkwoord is de pv. Controlestap: zet de zin van het enkelvoud in het meervoud of van het meervoud in het enkelvoud en kijk welke werkwoordsvorm verandert. Ook dat werkwoord is weer de pv. Kijk maar eens naar de volgende voorbeeldzinnen: 1. Jij geloof….. dat verhaal van hem toch zeker niet! Andere tijd:
Jij geloofde dat verhaal van hem toch zeker niet.
Meervoud:
Jullie geloven dat verhaal van hem toch zeker niet.
Uitleg: geloof….. uit zin 1 is dus de pv. en die krijgt in de tegenwoordige tijd “stam + t ”. Dus gelooft is hier de juiste schrijfwijze van deze pv. 7
2. De verdachte wordt door niemand geloof…. Andere tijd:
De verdachte werd door niemand geloof….
Meervoud:
De verdachten worden door niemand geloof……
Uitleg: Je ziet nu dat in deze voorbeeldzin de werkwoordsvorm geloof…. geen persoonsvorm is, want dat woord verandert niet. Wordt(werd)(worden) is de pv. Geloof.. is hier geen infinitief (= geloven) en dus is het een voltooid deelwoord. Omdat de verleden tijd van geloven, geloofde(n) is, is geloofd is de enige juiste schrijfwijze van het voltooid deelwoord in deze zin. We weten nu, op welke twee manieren we de persoonsvorm in een zin kunnen vinden. Hoe moeten we de persoonsvorm nu correct spellen? Heel simpel!
In de tegenwoordige tijd onderscheiden we bij de pv van regelmatige werkwoorden maar drie vormen: 1. stam (ik-vorm)
(loop, ontmoet, geloof, verberg, enz…..)
2. stam+t
(loopt, ontmoet, gelooft, verbergt, enz ……)
3. hele werkwoord (inf.)
(lopen, ontmoeten, geloven, verbergen, enz ……)
De stam (=ik-vorm) schrijf je alleen wanneer het onderwerp in de zin IK is, of JIJ/JE in de vraagzin. IK word door de man achtervolgd. Word JIJ/JE door die man geplaagd? Let op: wanneer het onderwerp in de vraagzin met JE begint, schrijf je toch stam +t. Wordt JE VRIEND door die man geplaagd? (niet JE is het onderwerp, maar JE VRIEND! Tip: probeer JE in JIJ te veranderen en als dat lukt, is JE het onderwerp. Bij de zin: “Wordt JIJ VRIEND door die man geplaagd?” kan dat niet, dus is JE niet het onderwerp, maar JE VRIEND en dus schrijf je Wordt (stam + t) Stam + t schrijf je bij alle andere enkelvoudige onderwerpen in de tegenwoordige tijd, als de werkwoordsvorm die je moet opschrijven de pv is.
8
Het hele werkwoord (infinitief) schrijf je bij alle meervoudige onderwerpen in de tegenwoordige tijd, als de werkwoordsvorm de pv. is. Opgelet: soms lijkt het onderwerp meervoudig, maar is dat niet. Voorbeelden: •
De klas gaat met de bus naar het zwembad. (in een klas zitten wel meerdere kinderen, maar het woord klas = enkelvoud; dus gaat en niet gaan!)
•
Een grote groep demonstranten verzamelt zich bij het gemeentehuis. (de groep bestaat wel uit veel demonstranten, maar het woord groep zelf is enkelvoud; dus schrijven we niet verzamelen, maar verzamelt!)
In de verleden tijd kennen we bij de pv van regelmatige werkwoorden maar 2 verschillende vormen: 1. stam + te (de) wanneer het onderwerp enkelvoudig is 2. stam + ten (den) wanneer het onderwerp meervoudig is. De stam van het hele werkwoord bepaalt hier de juiste schrijfwijze van de persoonsvorm. Schrijf die stam altijd even op, wanneer je veel fouten maakt bij de spelling van werkwoordsvormen in de tegenwoordige of verleden tijd. Kijk maar eens naar deze voorbeeldzinnen: 1. ontmoeten (stam = ontmoet). De jongeman ontmoette zijn geliefde bij de deur. (stam + te) 2. fietsen (stam= fiets) Na afloop fietste het meisje weer snel naar huis terug. (stam + te) 3. beloven ( stam = beloof) De jongeman beloofde haar de volgende dag te bellen. (stam + de) 4. branden (stam = brand) Het meisje brandde van verlangen om hem weer te ontmoeten. (stam + de)
Is het onderwerp meervoud, dan is het enige verschil dat we ten of den achter de stam plaatsen. Zin 2: Na afloop fietsten de meisjes weer snel naar huis terug. (stam + ten)
9
Het voltooid deelwoord van regelmatige werkwoorden kent maar twee verschillende vormen: Het voltooid deelwoord van de regelmatige (zwakke) werkwoorden krijgt als laatste letter altijd een d of een t (nooit dt!!!): een D als de verleden tijd stam + de(n) is en een T als de verleden tijd stam + te(n)
Hele werkwoord
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Voltooid deelwoord
Stam of stam + t
Stam + te/de
Op eind D of T
dansen
dans - danst
danste(n)
gedanst
schrobben
schrob - schrobt
schrobde
geschrobd
fietsen
fiets - fietst
fietste
gefietst
branden
brand - brandt
brandde
gebrand
Nu denk je misschien dat alle voltooide deelwoorden met het voorvoegsel GE beginnen, maar dat is helaas niet zo. Was dat wel het geval geweest, dan zou je een voltooid deelwoord aan dat GE kunnen herkennen. Sommige werkwoorden hebben als beginletters GE, en hebben dus bij alle vormen GE. Kijk maar eens naar de onderstaande voorbeelden:
Hele werkwoord
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Voltooid deelwoord
Stam of stam + t
Stam + te/de
Op eind D of T
geloven
geloof - gelooft
geloofde
geloofd
gebeuren
gebeurt (stam: gebeur
gebeurde
gebeurd
gebruik je nooit!)
Om het nog moeilijker te maken: er zijn ook regelmatige werkwoorden die géén voorvoegsel GE krijgen bij het voltooid deelwoord en ook daar is het dan extra moeilijk om het voltooid deelwoord te onderscheiden van de vorm: stam+t in de tegenwoordige tijd.
10
Hele werkwoord
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Voltooid deelwoord
Stam of stam + t
Stam + te/de
Op eind D of T
beloven
beloof – belooft
beloofde
beloofd
verbranden
verbrand - verbrandt
verbrandde
verbrand
herinneren
herinner - herinnert
herinnerde
herinnerd
ontvlammen
ontvlam - ontvlamt
ontvlamde
ontvlamd
Bij werkwoorden die beginnen met BE, VER, ONT, GE, HER moet je dus extra goed opletten, als je zo min mogelijk fouten tegen de werkwoordsspelling wilt maken.
STERKE EN ONREGELMATIGE WERKWOORDEN In onze Nederlandse taal kennen we behalve de regelmatige (zwakke) werkwoorden ook nog zogeheten sterke en onregelmatige werkwoorden. Bij deze werkwoorden verschillen de verleden tijd en/of het voltooid deelwoord nogal van die van de regelmatige werkwoorden.
Sterke werkwoorden: Hele werkwoord
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Voltooid deelwoord
Stam of stam + t
klankverandering
lopen
loop – loopt
liep – liepen
gelopen
zwemmen
zwem –zwemt
zwom - zwommen
gezwommen
beginnen
begin – begint
begon – begonnen
begonnen
winnen
win – wint
won – wonnen
gewonnen
bidden
bid – bidt
bad – baden
gebeden
liggen
lig - ligt
lag - lagen
gelegen
Voor de schrijfwijze van de verleden tijd en het voltooid deelwoord van de sterke werkwoorden zijn helaas geen regels op te stellen; die moet je gewoon van buiten leren. Hetzelfde geldt ook voor de onregelmatige werkwoorden.
11
Onregelmatige werkwoorden: Hele werkwoord
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Voltooid deelwoord
bakken
bak - bakt
bakte – bakten
gebakken (niet gebakt!)
zijn
ben – bent –is
was - waren
geweest
hebben
heb – heeft
had – hadden
gehad
Kunnen en kennen: Kom overigens bij het werkwoord kunnen niet in de war met het werkwoord kennen, want dat werkwoord is regelmatig en kent de volgende vormen: Hele werkwoord
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Voltooid deelwoord
kennen
ken - kent
kende - kenden
gekend
kunnen
kan – kunt
kon – konden
gekund
Kunnen gebruik je in de betekenis van iets doen: bv. Ik kan zwemmen; Jij kunt goed voetballen; enz. (Dus de zin: “Ik ken goed hockeyen.” is goed gespeld, maar wat de betekenis betreft helemaal fout. ) Kennen gebruik je in de betekenis van iets weten: bv. Ik ken dat jongetje heel goed; ik ken de Franse woordjes heel goed; enz. (Dus de zin: “Ik kan alle hoofdsteden van Europa uit mijn hoofd” is goed gespeld, maar wat de betekenis van kunnen betreft, helemaal fout. Kan moet in deze zin ken zijn! ) Snap je nu dat de volgende zin wel goed is: “Ik kan de moeilijke woorden correct spellen.” (je doet hier iets, namelijk correct spellen dan kunnen!)
Leggen en liggen: Ook bij het gebruik van de werkwoorden liggen en leggen zien we vaak fouten. Liggen is een toestand (passief) en leggen is een actieve bezigheid. Dus: Je ligt in bed en Je legt een boek op de tafel. Je hebt in het bos op de grond gelegen en de kip heeft een ei gelegd. (kost veel moeite de kip kakelt niet zo maar! Hele werkwoord
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Voltooid deelwoord
liggen
lig - ligt
lag – lagen
gelegen
leggen
leg - legt
legde - legden
gelegd
12
STAPPENPLAN 1 DAT IN HEEL VEEL GEVALLEN DE JUISTE VORM VINDT Nu we de regels voor de werkwoordsvervoeging - in het kort met allerlei voorbeelden erbij besproken hebben, kunnen we de juiste werkwoordsvormen van de oefening TEST JEZELF van pag 3. met stappenplan 1 gaan zoeken: Is het een werkwoord? JA
NEE
Vervang het werkwoord in de zin door er
Maak het woord langer en schrijf
een van onderstaande werkwoorden voor
het woord zo eenvoudig mogelijk.
in de plaats te zetten: verbrande – verwachte – behoud * hum – humt – hummen- humde(n) – gehumd
verlichte – aanvaarde - gehouden
* werk – werkt – werken – werkte(n) – gewerkt * leef – leeft – leven – leefde(n)- geleefd Je hoort nu of het werkwoord achter de stam niets, t, te(n) of de(n) krijgt of dat het in die zin een voltooid deelwoord is (gehumd, gewerkt, geleefd). Enkele zinnen van oefening TEST JEZELF (zin 1, 5 en 11) 1. Jij …………..(gelooft/geloofd) dat verhaal van die gast toch zeker niet! Vervangen door vorm van hummen Jij …………..(humt/gehumd) dat verhaal van die gast toch zeker niet! Je vult in humt = stam + t dus moet je ook kiezen voor gelooft (stam + t) 5. De wandelaar ….(verwachte/verwachtte) het helemaal niet, maar toch bleek hij na enkele uren ………..(verdwaalt/verdwaald) te zijn. Vervangen door vorm van werken De wandelaar ….(werkte/gewerkte) het helemaal niet, maar toch bleek hij na enkele uren ………..(werkt/gewerkt) te zijn. Je vult in werkte = stam + te dus wordt het ook verwachtte (stam + te) Je vult in gewerkt (= volt. deelw) dus wordt het ook verdwaald (volt. deelw) 11. ………. (Word/Wordt) jij ook zo onzeker, als je dit soort woorden moet invullen? Vervangen door vorm van leven ……….(Leef, Leeft) jij ook zo onzeker, als je dit soort woorden moet invullen? Je vult in Leef (= alleen stam) dus kies je ook voor Word (alleen stam – zonder t!)
13
STAPPENPLAN 2 VOOR DE JUISTE SPELLING VAN WERKWOORDSVORMEN Wil je nog meer zekerheid dan kun je stappenplan 2 gebruiken. Pas je dit stappenplan toe, dan vind je vrijwel altijd de juiste werkwoordsvorm. Neem wel de juiste stappen, want anders ga je fouten maken: stap 1. Is het een werkwoord? Ja - stap 3.
Nee - stap 2.
Inf. (6) – volt. deelw (5) -
pv (4)
Eenvoudig
tt of vt
d - t - en tt
stam – stam+t – inf.
Zelfst. nw
-
Bijv. nw
langer maken vt
zo eenvoudig mogelijk )
Zwak –
sterk -
stam + te(n)
onregelmatig (geen regels)
stam + de(n) • Stap 1: Is de vorm die je in moet vullen een werkwoordsvorm? – (ja of nee?) Bij nee ga je naar stap 2 en bij ja ga je naar stap 3. o Stap 2: geen werkwoordsvorm, dan schrijf je de vorm zo eenvoudig mogelijk en trek jij je niets aan van de regels die voor de werkwoordsvervoeging gelden. (Het is immers geen werkwoord). Je maakt het woord dan langer en je schrijft dan de uitgang op die je hoort. • Stap 3: wel een werkwoordsvorm, dan zoek je uit of de vorm een pv (stap 4), volt. deelw. (stap 5) of het hele werkwoord (=infinitief) (stap 6) is. Om uit te zoeken of het de pv. is, zet je de zin in een andere tijd, of verander je het onderwerp van de zin van enkelvoud in meervoud of omgekeerd. Verandert de werkwoordsvorm, die je in moet vullen door deze wijzigingen, dan heb je te maken met de persoonsvorm. o Stap 4: het is de pv en nu ga je uitzoeken in welke tijd de pv. staat en pas je de regels daarvoor toe. (zie pag. 8 en 9) o Stap 5: het is geen pv, maar een voltooid deelwoord. Let dan goed op of het voltooid deelwoord een D, en T of EN op het eind krijgt. Gebruik daarvoor de regels van pag. 10 en 11 van deze brochure.
14
o Stap 6: het is geen pv. en ook geen volt. deelwoord, dan kan het alleen nog maar het hele werkwoord (= infinitief) zijn. Ook die vorm schrijf ze zo eenvoudig mogelijk en normaal gesproken nooit met DD of TT. (Enige uitzondering: het hele werkwoord heeft van nature al DD of TT. ) Bv. Het meisje kwam bij ons thuis de bloemetjes buiten zetten; Vanwege de felle uitslaande brand was de inboedel van het huis helaas niet meer te redden. Goede antwoorden bij de oefening “Test je kennis” van pagina 3 1
gelooft
7
verwachte
2
bekend
8
gescheiden
3
wordt
9
ontvoerd
4
bekent
5
verwachtte - verdwaald
6
verdwaalt
-
geloofd -
gepleegd
-
bewoont
10 wachten 11
word
Uitleg met de juiste stappen bij de oefening “Test jezelf van pag. 3” 1. Stappen 1–3-4:
pv - tegenw. tijd – stam + t .
gelooft
2. Stappen 1–3-5:
ww – volt. deelw.
bekend
3. a. Stappen 1-3-4
pv- tegenw. tijd - stam + t,
wordt
ww – volt. deelw. ( vt= geloofde)
geloofd
pv- tegenw. tijd - stam + t
bekent
ww – volt. deelw. ( vt= pleegde)
gepleegd
pv.- verl. tijd – stam + te
verwachtte
ww – volt. deelw. ( vt= verdwaalde)
verdwaald verdwaalt
b. Stappen 1-3-5 4. a. Stappen
1-3-4
b. Stappen 1-3-5 5. a. Stappen
1-3-4
b. Stappen 1-3-5
(vt = bekende)
6. Stappen
1-3-4
pv.-tegenw.tijd – stam + t
7. Stappen
1-2
geen ww. – bijv. naamwoord – langer maken verwachte
8. a. Stappen
1-2
geen ww. – bijv. naamwoord – langer maken gescheiden
b. Stappen 1-3-4
pv.- tegenw.tijd – stam + t 15
bewoont
9. Stappen
1-3-5
ww. – volt. deelw, (vt=ontvoerde)
ontvoerd
10. Stappen
1-3-6
ww – infinitief (zo eenvoudig mogelijk)
wachten
11. Stappen
1-3-4
pv – tegenw. tijd – stam (jij achter pv!)
word
Om goed met het stappenplan 2 te oefenen hier nog een keer enkele deelschema’s, die je bij elke stap verder helpen Nu nog een aantal oefenzinnen. Alleen met oefenen kun je het stappenschema na korte tijd dromen, zodat je steeds minder fouten gaat maken. Maak zelf een kopie van het schema en hou(d) het bij de hand als je twijfelt over de juiste schrijfwijze van een werkwoordsvorm. Heb je bv. ontdekt dat de vorm die je in moet vullen geen werkwoord is, dan hoef je alleen nog maar op het rechter gedeelte van het schema te letten. Dat maakt alles een stuk gemakkelijker. Stap 1. Is het een werkwoord? Nee (stap 2.)
Zelfst. nw
-
Bijv. nw
langer maken zo eenvoudig mogelijk )
Heb je via je stappenplan ontdekt dat het om een persoonsvorm tt gaat, dan gebruik je enkel de aanwijzingen, die daarover in je schema staan. (stam, stam + t of infinitief). Stap 1. Is het een werkwoord? Stap 3. Ja
pv (stap 4.)
tt stam – stam+t – inf. 16
Handig is om van werkwoordsvormen of daarvan afgeleide woorden die je vaker fout spelt een lijstje aan te leggen, dat er dan bijvoorbeeld als volgt zou kunnen gaan uitzien. Infinitief
Stam. (ik, jij
Stam+t
in vraagzin)
Sterk zwak
Stam + de/te
onregelmatig
Voltooid deelwoord
vermoeden
vermoed
vermoedt
zwak
vermoedde
vermoed
leven
leef
leeft
zwak
leefde
geleefd
beseffen
besef
beseft
zwak
besefte
beseft
veranderen
verander
verandert
zwak
veranderde
veranderd
bedwingen
bedwing
bedwingt
sterk
bedwong
bedwongen
kunnen
kan
kan, kunt
onregelmatig
kon
gekund
kennen
ken
kent
zwak
kende
gekend
ontmoeten
ontmoet
ontmoet
zwak
ontmoette
ontmoet
Na al deze uitleg ga je nog een oefening maken en daarbij moet je het stappenplan toepassen. Probeer eerst stappenplan 1 en controleer je antwoorden met stappenplan 2. Alleen door dit consequent te doen, neem je de twijfels over de juiste spelling van werkwoordsvormen weg. Succes ermee.
NOG MEER OEFENZINNEN: Schrijf eerst het hele werkwoord op en volg daarna het stappenplan 2. Voorbeeld zin 1: Barsten –ja(werkwoord) – pv – verl.tijd – zwak – ev - stam + te (tt omdat de stam van het werkwoord barsten = barst al een t heeft!)
- barstte
1)De bom barstte gisteren, toen ze boven de Syrische stad werd afgeworpen. 2) De bommen bars….. ook eergisteren al boven de stad en dat gaat zo maar door. 3) Hoe wor…. zout gewonnen? 4) Tegenwoordig onderschei…. men twee soorten zout: zeezout en steenzout. 5) Zeezout win…. men in tropische gebieden. 6) Het zeewater wor… door zonnewarmte ingedamp….. 7) Als de pekel verzadig….is, wor…. hij naar kleinere zouttuinen vervoer …… 17
8) Steenzout wor…. in mijnen gedolven uit zoutlagen, waarvan de dikte varieer….. van enige meters tot 1000 meter. 9) Voor de winning van het zout worden schachten geboor…… en vervolgens worden horizontale gangen uitgehouw…. . 10) Door boorgaten wor… water in een zoutlaag gespo……(spuiten). 11) De pekel wor…. opgepomp….. of omhoog gepers….. 12) De brandkasten kraak…. toen ze werden opengebrok….. (openbreken) 13) Een beveiligingsambtenaar gelas…. de nieuwsgierigen om door te lopen. (gelasten) 14) Omdat de actrice zichtbaar vermoei… raak….. , wer….. het interview beëindig…... 15) Met gekruis….. vingers staar… de non gisteren voor zich uit.
Goede antwoorden en uitleg van de oefenzinnen 1) De bom barstte gisteren , toen ze boven de Syrische stad werd afgeworpen. Barsten –ja(werkwoord) – pv – verl.tijd – zwak – ev - stam + te - barstte 2) De bommen barstten ook eergisteren al boven de stad en dat gaat zo maar door. Barsten –ja(werkwoord) -pv- verl. tijd- zwak – mv - stam+ten -barstten 3) Hoe wordt zout gewonnen? Worden –ja(werkwoord) –pv –tt -ev- stam+t - wordt 4) Tegenwoordig onderscheidt men twee soorten zout: zeezout en steenzout. Onderscheiden – ja(werkwoord) –pv –tt – ev - stam+t - onderscheidt 5) Zeezout wint men in tropische gebieden. winnen – ja(werkwoord)- pv–tt – ev - stam+t - wint 6) Het zeewater wordt door zonnewarmte ingedampt. worden – ja(werkwoord) –pv -tt – ev - stam+t – wordt indampen – ja(werkwoord) – volt.dw. – ingedampt (verl. tijd = dampte in)
18
7) Als de pekel verzadigd is, wordt hij naar kleinere zouttuinen vervoerd. Verzadigen – ja(werkwoord) – volt.dw. – verzadigd (verl. tijd = verzadigde) Worden – ja(werkwoord) –pv -tt – ev - stam+t – wordt Vervoeren – ja(werkwoord) – volt.dw. – vervoerd (verl. tijd = voerde) 8) Steenzout wordt in mijnen gedolven uit zoutlagen, waarvan de dikte varieert van enige meters tot 1000 meter. Worden – ja(werkwoord) –pv -tt – ev - stam+t – wordt variëren – ja(werkwoord) –pv -tt – ev - stam+t – varieert 9) Voor de winning van het zout worden schachten geboord en vervolgens worden horizontale gangen uitgehouwd (of uitgehouwen). Worden – ja(werkwoord) –pv -tt – mv – inf(hele werkw) – worden Uithouwen – ja(werkwoord) – volt.dw. – uitgehouwd (verl. tijd = houwde uit) - volt.dw. - uitgehouwen (andere vorm volt.dw) 10) Door boorgaten wordt water in een zoutlaag gespoten. Worden – ja(werkwoord) - pv -tt – ev – stam + t) – wordt Spuiten – ja(werkwoord) – volt.dw. - gespoten (verl.tijd = spoot) 11) De pekel wordt opgepompt of omhoog geperst. Worden – ja(werkwoord) - pv -tt – ev – stam + t) – wordt Oppompen – ja(werkwoord) – volt.dw. - opgepompt (verl. tijd = pompte) Persen - ja(werkwoord) – volt.dw. - geperst (verl. tijd = perste) 12) De brandkasten kraakten toen ze werden open gebroken. Kraken – ja(werkwoord) - pv -vt – mv – stam + ten) – kraakten openbreken - ja(werkwoord) – volt.dw. – opengebroken (verl. tijd: brak)
19
13) Een beveiligingsbeambte gelastte de nieuwsgierigen om door te lopen. Gelasten - ja(werkwoord) - pv -vt – ev – stam + te) – gelastte 14) Omdat de actrice zichtbaar vermoeid raakte, werd het interview beëindigd. Vermoeien - ja(werkwoord) – volt.dw. – vermoeid (verl. tijd: vermoeide) Raken - ja(werkwoord) - pv -vt – ev – stam + te) – raakte Worden – ja(werkwoord) - pv -vt – ev – sterk) – werd Beëindigen - ja(werkwoord) – volt.dw. – beëindigd (verl. tijd: beëindigde) 15) Met gekruiste vingers staarde de non gisteren voor zich uit. Kruisen – nee (geen werkwoord) – bijv.nw – zo eenvoudig mogelijk - gekruiste Staren - ja(werkwoord) - pv -vt – ev – stam + de) – staarde
In totaal moest je in deze oefening zelf nog 28 woorden invullen. Daarvan had ik er ____ goed.
20
IS HET VOLTOOID DEELWOORD GEDANST OF GEDANSD, VERLANGD OF VERLANGT De schrijfwijze van voltooide deelwoorden levert vaak problemen op. We hebben op pag. 11 al gezien dat voltooide deelwoorden die gevormd worden van werkwoorden die met BE, ONT, HER, VER of GE beginnen, extra problemen kunnen opleveren. Daarnaast komen we ook aan het twijfelen bij werkwoorden waarvan de stam eindigt op de letter of lettercombinatie t- k
-f –s- ch- p (’t kofschip of ‘t fokschaap). Op school heb je immers geleerd dat je bij de letters van ’t kofschip in de verleden tijd TE krijgt en dat het voltooid deelwoord als laatste letter een T krijgt. In onderstaand schema zie je echter dat die regel niet klopt bij de verleden tijdsvormen en de volt. deelwoorden zoals glansde-geglansd en leefde-geleefd. Hele werkwoord
Stam
Verleden tijd
Voltooid deelwoord
glans
glansde
geglansd
fiets
fietste
gefietst
leef
leefde
geleefd
besef
besefte
beseft
De oplossing voor deze tegenstrijdigheid vind je als je gaat kijken naar het hele werkwoord (infinitief) van glansde en leefde en dan komt de aap uit de mouw. Glans is de stam van glanzen en leef is de stam van leven. De letters van ’t kofschip moeten dus ook in het hele
werkwoord voorkomen op de plaats waar de stam gemaakt wordt. Alleen in dat geval krijg je TE in de verleden tijd en een T in het voltooid deelwoord. In alle andere gevallen krijg je bij zwakke werkwoorden de DE in de verleden tijd en D in het voltooid deelwoord. Hele werkwoord
Stam
‘t kofschip
Verleden tijd
Voltooid deelwoord
glanzen
glans
hele ww heeft geen s
glansde
geglansd
fietsen
fiets
wel s in hele ww
fietste
gefietst
leven
leef
hele ww heeft geen f
leefde
geleefd
beseffen
besef
wel f in hele ww
besefte
beseft
Je moet voor de kofschip- of fokschaap regel dus kijken of die letters én in het hele werkwoord én in de stam voorkomen! Tip: bij de s of de f in de stam altijd even naar het hele werkwoord kijken!!!! Daar ook een s of f; dan stam +TE in verleden tijd en een T als laatste letter van het voltooid deelwoord. 21
BIJLAGE 1: INSTELLEN SPELLINGCONTROLE IN WORD OP JE PC of LAPTOP De spellingcontrole in de Officeprogramma’s Word en Outlook en in steeds meer andere programma’s helpen je bij het juist spellen van alle Nederlandse woorden, die maar één schrijfwijze kennen. Dat geldt niet alleen voor alle niet-werkwoorden, maar ook voor werkwoordsvormen die maar één schrijfwijze hebben. Zo zullen de fout gespelde werkwoordsvormen gepleegt, gedansd, geglanst door de spellingcontrole als fout bestempeld worden, omdat er maar een juiste vorm van bestaat. Vandaar dat er een golvend rood lijntje onder deze 3 woorden staat.
Ga in zo’n geval binnen bv. Word op het woord (geglanst) staan en druk vervolgens op de rechter muisknop. Er verschijnt dan een venster met de juiste spelling van het woord geglanst, namelijk geglansd. Op die manier kun je ook de juiste schrijfwijze van de fout gespelde woorden gepleegt en gedansd achterhalen, nl. gepleegd en gedanst!
Verschijnen er geen rode golfjes onder een verkeerd gespeld woord dan is de spellingcontrole in het programma waarmee je woorden typt niet actief. Hoe je de spellingcontrole moet aanzetten is bij elk programma verschillend. Ik zal het hieronder uitleggen voor de versie Word 2003 en Outlook 2003. Bij de versie Word 2007 en hoger vind je Spelling en grammatica door in de bovenste werkbalk op Controleren te klikken . Dan verschijnt links de knop: Spelling- en grammaticacontrole en daarbinnen klik je op Opties. 1. Ga in de bovenste werkbalk van Word 2003 of Outlook 2003 naar EXTRA en klik erop met de linker muisknop. 2. Wacht even tot in het keuzemenu OPTIES verschijnt en klik weer met links op OPTIES, waarna het venster dat je hiernaast ziet, geopend wordt. 3. Klik vervolgens op het tabblad Spelling en grammatica.
22
4. In het nu geopende venster moet je de vakjes voor spellingcontrole controleren tijdens typen en grammatica controleren tijdens het typen aanvinken door erop te klikken, zodat de spellingen grammaticacontrole geactiveerd wordt. (Als ze al aangevinkt zijn, zijn beide opties al geactiveerd) Opm: Als je de grammaticacontrole ook activeert dan verschijnen er groene golflijntjes bij grammatica fouten.
Bij heel veel andere werkwoordsvormen die meerdere goede vormen hebben, (word, wordt, verwacht, verwachte, verwachtte, bedaart, bedaard, verricht, verrichtte, verrichte enz. ) kom je ook met de spellingcontrole niet verder, omdat de spellingcontrole ze goed rekent, terwijl ze feitelijk fout zijn. Voorbeeldzin:
Na dat fantasieverhaal wordt ik door niemand meer gelooft.
In deze zin staan 2 werkwoordfouten (wordt en gelooft) en toch keurt de spellingcontrole van Word deze zin helemaal goed. Voorbeeldzin:
Na dat fantasieverhaal word ik door niemand meer geloofd.
In deze zin staan nu de juiste werkwoordsvormen (word = ik vorm tt) en (geloofd = volt. deelw.) Wil je dus zeker zijn van je werkwoordsspelling; gebruik dan de 2 stappenplannen zoals die in deze brochure behandeld zijn..
BIJLAGE 2:
SCHRIJFWIJZE VAN ENGELSE WERKWOORDSVORMEN
Wil je de Engelse werkwoordsvormen die in onze Nederlandse taal veelvuldig gebruikt worden goed leren spellen dat kun je daarvoor het volgende overzicht gebruiken. Let op! Sommige werkwoorden zien er heel gekunsteld uit. Je kunt voor de schrijfwijze ook nu weer gebruik maken van ’t kofschip , maar nu nog uitgebreid met woorden die een x of een sj –tsj klank hebben: Kijk maar naar onderstaande voorbeelden: (Denk er aan: de kofschip letters moeten in het hele werkwoord en in de stam voorkomen!)
23
Letter t :
rebooten
reboot
rebootte
gereboot
Letter k:
checken
checkt
checkte
gecheckt
Letter f
surfen
surft
surfte
gesurft
Letter s
stressen
strest
streste
gestrest
Letter ch
brunchen
bruncht
brunchte
gebruncht
Letter p
appen
appt
appte
geappt
Letter x
mixen
mixt
mixte
gemixt
sj-klank
crashen
crasht
crashte
gecrasht
tsj-klank
matchen
matcht
matchte
gematcht
Bij woorden die in de stam als laatste letter een e hebben, kijk je naar de letter voor die e; is dat een letter van het kofschip, dan schrijf je weer te in de verleden tijd en heeft het voltooid deelwoord een t.
Voorbeelden:
racen
- ik race
hij racet
racete
geracet
faken
- ik fake
hij faket
fakete
gefaket
updaten
- ik update
hij updatet
updatete
geüpdatet
freelancen - ik freelance
hij freelancet
freelancete gefreelancet
daten
- ik date
hij datet
datete
gedatet
liken
- ik like
hij liket
likete
geliket
Geldt de regel van het kofschip niet, dan schrijven we in de verleden tijd de en krijgt het voltooid deelwoord ook een d. barbecueën
ik barbecue
hij barbecuet
barbecuede
gebarbecued
downloaden
ik download
hij downloadt
downloadde
gedownload
hobbyen
ik hobby
hij hobbyt
hobbyde
gehobbyd
sprayen
ik spray
hij sprayt
sprayde
gesprayd
uploaden
ik upload
hij uploadt
uploadde
geüpload
cancelen
ik cancel
hij cancelt
cancelde
gecanceld
googelen
ik googel
hij googelt
googelde
gegoogeld
managen
ik manage
hij managet
managede
gemanaged
saven
ik save
hij savet
savede
gesaved
timen
ik time
hij timet
timede
getimed
wordfeuden
ik wordfeud
hij wordfeudt
wordfeudde
gewordfeud
Wil je nog meer informatie over de spelling van Engelse werkwoorden in onze taal, dan kun je terecht op de website: www.beterspellen.nl Ga hier in het linker menu naar werkwoorden, klik er op en je treft in het vervolgscherm nog heel wat extra info aan. Op diezelfde site vind je overigens ook nog info over het gebruik van hoofdletters en andere onderwerpen! 24
BIJLAGE 3: HOE SCHRIJF IK EEN GOEDE EN NETTE SOLLICITATIEBRIEF? Een sollicitatiebrief moet je in feite zien als een visitekaartje van jezelf. Hij moet er dus netjes uitzien en de inhoud moet duidelijk maken, waarom ze jou zouden moeten uitnodigen voor een vervolggesprek. Word je namelijk voor zo’n gesprek uitgenodigd, dan heb je daarmee al heel wat concurrenten achter je gelaten, nl. alle medesollicitanten die niet uitgenodigd zijn! Zeker in deze tijd, waarin de banen niet voor het oprapen liggen, is het dus zaak om een goede, opvallende, korte, nette brief te schijven, die er als volgt kan uitzien: Naam en adresgegevens van jezelf (1) Naam firma, bedrijf, eventueel naam persoon, en adresgegevens (2) Plaatsnaam vanwaar je de brief schrijft , datum (3) Betreft: (4) hier geef je aan om welke sollicitatie (baan) het gaat Geachte …….. (5) naam contactpersoon genoemd bij (2) en anders Geachte Men./Mevr. DEEL 1 VAN DE BRIEF (6) Hier geef je aan, hoe je aan de weet bent gekomen, dat er een vacature is. (gelezen, gehoord, gezien …….via e-mail, facebook, website etc..) DEEL 2 VAN DE BRIEF (7) Dit deel is het belangrijkste stuk van je brief waarin je aangeeft, waarom je interesse hebt in deze baan, waarom jij die baan goed zou kunnen invullen en waarom ze met jou een goede keuze zullen maken. Eventuele ervaring met soortgelijk werk moet je hier zeker noemen. Kom enthousiast over en maak de lezer van de brief nieuwsgierig naar jou. (je wilt immers uitgenodigd worden voor een gesprek). DEEL 3 (SLOT VAN DE BRIEF) (8) In de afsluitende regels van je brief geef je nog eens duidelijk aan, dat je graag bereid bent om je schriftelijke sollicitatie mondeling toe te lichten en dat je in afwachting van een mogelijke uitnodiging daartoe, verblijft met vriendelijke groeten, Handtekening (9) Voor- en Achternaam (10) Aantal bijlage(n): …… (11) Meestal kun je met één bijlage volstaan. Die bijlage wordt ook wel het Curriculum Vitae genoemd en hierin vermeld je uitgebreid al je persoonlijke gegevens, de afgeronde opleiding(en) die je gevolgd hebt, namen van stagebegeleiders, eventuele vorige werkgevers die een goed woordje voor je kunnen doen enz. Blijf in deze bijlage vooral zakelijk en som geen overbodige gegevens op. VOORBEELD SOLLICATIEBRIEF: 25
Advertentie:
Voor Grieks restaurant “Delphi” in Roermond zijn wij op zoek naar een ervaren, zelfstandig werkende kok (m/v), die bereid is elke maand ook een viertal zaterdagen of zondagen te werken. Leeftijd 20 – 25 jaar; salariëring vindt plaats in overleg en hangt o.a. af van ervaring. Sollicitatie binnen 2 weken te richten aan de eigenaar: Demis Sirtaki, Athenestraat 16, 6071 GX Roermond.
Voorbeeld van een goede sollicitatiebrief: (de cijfertjes 1 t/m 11) schrijf je uiteraard niet in je brief, maar verwijzen naar de onderdelen die in de brief aan de orde moeten komen! Probeer de omkaderde sollicitatiebrief van pag. 26 en 27 op één A4-tje te krijgen en zorg daarbij voor een mooie bladverdeling.
(1) Petra Jacobs Limburgialaan 17 5953 XJ Reuver (2) Grieks restaurant “Delphi” t.a.v. de heer D. Sirtaki Athenestraat 16 6071 GX Roermond (3) Reuver, 1 oktober 2014 (4) Betreft: sollicitatie ervaren zelfstandig werkende kok (5) Geachte heer Sirtaki, (6) In dagblad “De Limburger” van maandag 29 september las ik uw advertentie waarin u op zoek bent naar een ervaren, zelfstandig werkende kok voor uw restaurant “Delphi” in Roermond.
26
(7) Welnu, ik ben misschien wel de kok, waar u naar op zoek bent, want ik heb al enkele jaren ervaring, waarvan de laatste drie jaar als zelfstandig werkende kok in restaurant “Dalmatia” in Panningen. Het gereis naar Panningen is echter vaak een probleem, omdat de veerpont tussen Reuver en Kessel ’s avonds laat niet meer in de vaart is. Roermond daarentegen is met de auto via de A73 vanuit Reuver binnen een kwartier bereikbaar. Tegen het werken op zaterdag of zondag heb ik geen bezwaar, omdat mijn vriend ook een baan heeft, waarbij hij vaker in de weekends moet werken. Het zou wel mooi zijn, als we onze werkzaamheden in de weekenden op elkaar zouden kunnen afstemmen. Al met al zou ik het heel fijn vinden om in de nabije toekomst in uw restaurant werkzaam te mogen zijn. (8) Graag zou ik een en ander mondeling willen toelichten en in afwachting van een mogelijke uitnodiging voor een sollicitatiegesprek, verblijf ik met vriendelijke groeten, …………………… (handtekening!) Petra Jacobs Aantal bijlage(n): 1 CURRICULUM VITAE
(Op een apart A4-tje!) --- anders is het immers geen bijlage!
Persoonlijke gegevens:
Petra Jacobs Limburgialaan 17 5953 XJ Reuver 077-4741899 06-23412389
Geb. datum: 30-07-1991
E-mailadres:
[email protected] Opleidingen:
Gilde opleiding Venlo Verzorging Niveau 4 (2008 geslaagd) Diverse avondcursussen koken (2009-2012) Rijbewijs B/BE
Werkervaring:
Tijdens mijn stage gedurende de opleiding in Venlo heb ik o.a. gewerkt in eetcafé “de Herberg” te Tegelen (2006) en in brasserie “De gouden haan” te Reuver (2007) . In Reuver ben ik na eerst vakantiewerk te hebben verricht nog werkzaam geweest tot eind december 2009. Toen ben ik van baan veranderd en gaan werken in restaurant “Dalmatia” in Panningen.
Referenties:
Dhr. J. Souflaki, eigenaar van restaurant “Dalmatia” tel: 077-3450679 of 06-25671239 Mevr. Y. Toetje, eigenaresse van brasserie “De gouden haan” tel: 077-4742812 of 06-35891425
27
Hulp die geboden kan worden bij het corrigeren van brochures, scripties, sollicitatiebrieven, folders, advertenties, offertes, facturen , enz.. Wanneer u er zeker van wilt zijn, dat uw brochure, sollicitatiebrief, scriptie, factuur, offerte etc. zonder spelling- of werkwoordfout de deur uit gaat, dan kan ik wellicht iets voor u betekenen. U mailt mij dan de tekst, brochure, brief die u wilt laten corrigeren als bijlage met een kort mailtje met het onderwerp: “advies correctie”. Ik bekijk “uw tekst” vervolgens en mail u dan zo snel mogelijk een bedrag door, waarvoor ik de door jou/u “aangeleverde tekst” foutloos kan corrigeren. Gaat u daarmee akkoord, dan mailt u mij terug met het onderwerp: “akkoord met correctie”. Ik ga dan aan het werk en vertrouw er uiteraard op, dat u het afgesproken bedrag na ontvangst van de gecorrigeerde tekst ook daadwerkelijk aan mij overmaakt. Maar, probeer eerst zelf in je brief, brochure, folder of advertentie zo weinig mogelijk fouten te maken. Met de aanwijzingen in deze spellingbrochure moet dat samen met de spellingcontrole die in Word, maar ook in veel andere tekstverwerkingsprogramma’s aanwezig is, al best wel lukken. Wilt u overigens bij u thuis of op uw bedrijf/instelling uitleg over de spellingregels, dan kan dat ook. Om de kosten te drukken zou u dan zelf een groepje van enkele personen (max. 4) kunnen samenstellen. Ook kan ik bij u thuis of op uw bedrijf/instelling de spellingcontrole in Word of Outlook voor u instellen en u tevens leren hoe u zelf woorden aan de spellingcontrole kunt toevoegen. Mail, sms of bel me dan even!
Succes ermee! Jack van Gerven Adviesburo CLS (Correct Leren Spellen) Swalmen Email:
[email protected] Tel: 0475-501661
Mobiel: 06-37339855
28