1N51 1TU uT Secretariaat' VOOR . . 1NSTITUUT VOOR AM ER 1KAN 1sT1EKArch1medeslaan 30 AMERIKANISTIEK VZW ANTWERPEN 2650 Edegem 33'f Tel: 03/ 457.60.70
November 1996
J A A R P R 0 G R A M M A 1996 - 1997 Woensdag 25 september 1996 "Het verwoeste paradijs" Deel II, lezing door de Heer Raymond Paeshuys. Zondag 29 september 1996 Geleid bezoek aan de tentoonstelling "JEthiopia" in het Museum van Tervuren Maandag 28 oktober 1996 "Kunstkamers en rariteitenkabinetten - Mexico in München" Lezing door de Heer Lauran Toorians Zaterdag 2 en zondag 3 november 1996 Reis naar Köln Woensdag 20 november 1996 "Joost De Rycke" Lezing door de Heer Paul Ghijssels Woensdag 4 december 1996 "Neti, steunpunt der Goden" Lezing door de Heer Paul De Smedt. Zaterdag 25 januari 1997 Gezellig etentje in "Restaurant Caribbean Inn" te Antwerpen. Dinsdag 28 januari 1997 "Recente opgravingen uit Meso-America" Lezing door Prof. Michel Graulich. Woensdag 26 februari 1997 "Betekenis van het 'hiernamaals' in Mexico, vroeger en nu" Lezing door de Heer Kees Nieuwland. Maandag 19 maart 1997 Jaarlijkse Algemene Ledenvergadering, gevolgd door: "De orale literatuur van de Netjilik" Lezing door Mevrouw Armgard Detemmerman Woensdag 23 april 1997 "Peru in al zijn verscheidenheid" Lezing door deelnemers aan de laatste reis. Juni 1997 Uitstap naar Binche en Marimont Alle lezingen gaan door in de lokalen van het Cultureel Centrum Berchem, Drie Koningenstraat, 126 te Berchem.
DE ERFENIS VAN COLUMBUS (Deel 1) Hoe Columbus onze keuken veranderde
Dit artikel verscheen in oktober 1992 in het tijdschrift FOOD TECHNOLOGY van 'The lnstitute of Food Technologists'. De schrijver Samuel A. Goldblith behandelt niet alleen de uitwisseling van voedingsmiddelen die voortvloeide uit de reizen van Columbus naar de Nieuwe Wereld maar tevens de ecologische, sociologische en geneeskundige wijzigingen die daardoor ontstonden. Daar onze leden normaal dit gespecialiseerde tijdschrift niet in handen krijgen besloten wij het voor hen in vertaling te publiceren. Het inleidend gedeelte, dat handelt over de voorgeschiedenis van Columbus' onderneming en over de vier reizen, is onze leden voldoende bekend en hebben wij daarom weggelaten. De illustraties hebben wij toegevoegd. Van de uitgebreide bibliografie hebben wij enkel die werken weerhouden waarnaar in het artikel verwezen wordt. We publiceren ze enkel bij dit eerste deel. Johan Daelman
BELANGRIJKE GEWASSEN UIT DE NIEUWE WERELD
Volgens Crosby (1972) fungeerden de Atlantische en de Stille Oceaan, vóór de zestiende eeuw, als uitstekende bufferzones die de verbreiding van cultuurgewassen en uiteraard ook van landbouwtechnieken beperkten tot hun continent van oorsprong. Crosby beweert bovendien dat de stelling, als zouden er in precolumbiaanse tijden totaal verschillende groepen van eetbare planten verbouwd worden in de Oude en in de Nieuwe Wereld, nog steeds aanvaard wordt door historici, archeologen en paleobotanici. Het staat vast dat ,voor 1492, geen enkel gewas uit de ene hemisfeer ook een belangrijke voedingsbron was voor grote bevolkingsgroepen van de andere hemisfeer. Cros by ( 1986) stelt dat, tot op het moment dat Columbus 2
zijn route vond doorheen de Atlantische Oceaan, de gewassen van beide continenten opmerkelijk verschillend waren omdat de produkten door de jaren heen een divergente evolutie hadden doorgemaakt. Sindsdien hebben de gewassen van beide continenten, maar vooral die van de Amerika' s, een revolutie ondergaan door een plotse verschijning en de explosieve verspreiding van exotische soorten uit landen aan de overzijde van de oceaan. De grote Columbus uit Genua was zeevaarder, bevelhebber, avonturier en slavendrijver, maar bovenal vermengde hij het voedsel van onze planeet,en maakte er letterlijk één potje van (Crosby, 1986). Crosby ( 1972) citeert het werk van de grote Russische botanicus, Nickolai 1vanovich Vavilov, in verband met de geografische herkomst van verschillende cultuurgewassen. Van een lijst van de 640 belangrijkste gewassen die door de mens verbouwd worden, komen er ruw geschat 500 uit de Oude Wereld en ongeveer 100
uit de Nieuwe. Crosby wijst erop dat de indianen enkele van de meest belangrijke voedingsgewassen hebben geteeld, juist omdat ze zo weinig gedomesticeerde dieren hadden voorde consumptie. Bovendien schonken deze indianen de mensheid enkele belangrijke nonfood gewassen, zoals tabak, rubber en sommige katoensoorten. De voornaamste van voornoemde 100 gecultiveerde voedingsgewassen zijn maïs, guave, bonen, avocado, pindanoten (aardnoten), ananas, aardappel, tomaat, zoete aardappel, chilipeper ( Capsicum annum en andere), maniok (cassave), squach, cacao, pompoen en papaja. "Van deze gewassen werden maïs, aardappelen, zoete aardappelen, bonen en maniok het meest verbouwd en gegeten gedurende de laatste vierhonderd jaar. De andere gewassen hadden een zeker belang in kleinere regio's, maar groeiden nooit uit tot het hoofdbestanddeel van de voeding van grotere bevolkingsgroepen, zoals de vijf eerste" (Crosby, 1972). Toen Columbus Hispaniola ontdekte, rook hij de geuren van aromatische bomen en struiken en vond chilipepers en cayenne (Taviani 1991). Columbus schreef in zijn dagboek: "Chili, wat hun peper is, is lekkerder dan de (zwarte) peper." en "iedereen gebruikthet bij de maaltijd, want ze vinden het zeer gezond." Nochtans zou geen van deze gewassen voor de mensheid van zo een uitzonderlijk belang worden als maïs, aardappelen, tomaten, tabak en de nieuwe katoensoorten. In feite was de aardappel geen ontdekking van Columbus; die werd enkele tientallen jaren later gevonden in Chili, Peru en Ecuador, en had zijn oorsprong verschillende eeuwen vroeger in Peru. De indianen noemden hem batata. Nochtans waren de aanverwante plant, de zoete aardappel (door de indianen ajes genoemd), en de maniok (cassave of tapioca), die nu nog steeds in Centraal- en Zuid-Amerika yuca wordt genoemd, wel degelijk ontdekkingen van Columbus. Plantkundig zijn ze niet verwant, maar het zijn wel allemaal knolgewassen met gelijklopende voedingswaarde en zij kunnen elkaar, en ook maïs, graan en rijst vervangen (Taviani, 1991). Columbus en zijn manschappen waren verzot op brood, gemaakt van cassave.
uitzonderlijk belangrijke handelswaren. We lezen in de Bijbel (I Koningen 10:2-4) over het bezoek van de koningin van Sheiba aan koning Salomon in Jeruzalem, waarbij kamelen specerijen aanvoerden als schatting. Tannahill ( 1973) beweert dat het de handel in specerijen was die Isabella ertoe bracht de eerste reis van Columbus te steunen, aangezien haar schatkist vervaarlijk geslonken was door de strijd tegen de Moren in Spanje. De uiteenlopende drijfveren voor de reis waren: voor Columbus, de roem; voor Luis de Santangel, die aan Isabella het geld leende om de reis te bekostigen, de glorie van God; voor koningin Isabella, een deel van de winst uit de specerijenhandel. Specerijen werden onontbeerlijk geacht om de smakeloze spijzen die werden opgediend sinds de val van het Romeinse Rijk te kruiden. Met de herontdekking van specerijen en hun gebruik in het Europa van de lOde of 1lde eeuw, groeide het gebruik van kruiden zoals peper, kaneel en gember om de spijzen op smaak te brengen dermate dat peper uiteindelijk zijn gewicht in zilver waard was (Jones, 1956). De vraag was zo groot dat er in de 12de eeuw in Londen een gilde van de peperhandelaars werd gesticht (Jones, 1956). Daarom was de tocht naar het "specerijeneiland" van het Verre Oosten één van Columbus' belangrijkste drijfveren. Shivelbusch ( 1992) geeft een zeer goede geschiedenis van het gebruik van specerijen, koffie, thee en chocolade - alsook van alcohol en opium - , allemaal genotsmiddelen die de westerse wereld gebruikte om te ontvluchten uit de eentonigheid van het dagelijkse leven. Chilipeper
SPECERUEN
Een van de objectieven van Columbus om de reis naar Indië en China te ondernemen was het openen van een handelsroute voor specerijen. Specerijen waren reeds ten tijde van de Bijbel, en misschien zelfs nog vroeger,
Chilipepers, afgebeeld op aardewerk . Peru. Chimu-cultuur (1100-1450 na Chr.)
3
Columbus heeft naturlijk nooit het "specerijeneiland" van het Verre Oosten bereikt, maar hij vond wel degelijk chilipeper (Capsicum annum). In een brief van 1495 schreef een zekere Dr. Chanca, een natuurkundige die Columbus begeleidde op zijn tweede reis (Heiser, 1969), over het gebruik van chilipeper als kruiderij en als bestanddeel in de geneeskunde. Ofschoon Capsicum geen echte peper is zoals de zwarte of witte peper die wij gebruiken (Piper nigrum), is het toch een belangrijke plant in de Nieuwe Wereld, en heeft bovendien talrijke toepassingen in de Oude Wereld. Chilipeper is pikant en sommige soorten van Capsicum kunnen zelfs brandwonden veroorzaken (Heiser, 1969). Andere variëteiten zijn niet branderig of pikant, maar zijn welriekend en rijk aan vitamine C. Heiser ( 1969) toont aan dat de oudste aanwijzingen van pepers komen uit Mexico en teruggaan tot 7000 BC. Aardappel
De Solanaceae omvatten ongeveer 75 geslachten met meer dan 2.000 soorten. Een aantal solanaceae, zoals alruin, doomappel,bilzekruid en wolfskers, bevatten sterke alkaloïden en waren in Europa reeds bekend lang vóór Columbus zijn reizen begon. Dit verklaart wellicht de koele ontvangst van deze voedingsgewassen van de nachtschadefamilie toen die voor het eerst werden geïntroduceerd (Heiser, 1969). Gewoonlijk wordt Peru beschouwd als het land van herkomst van de Witte Ierse Aardappel, Solanum tuberosum, meestal papa genoemd. Het woord "patat", waarmee men de witte aardappel bedoelt (Heiser, 1969), is afgeleid van batata, een van de benamingen die de indianen gaven aan de zoete aardappel (die plantkundig niet verwant is aan de witte aardappel maar behoort tot de ipomoeae, windefamilie). De aardappel werd vermoedelijk in de 16de eeuw in Europa ingevoerd, maar het duurde tot de 18de en het begin van de 19de eeuw vooraleer hij een belangrijk voedingsgewas zou worden. Voordien werd hij beschouwd als een nieuwigheid, een aphrodisiacum en medicinale plant. De aardappel groeide in de 18de en het begin van de 19de eeuw uit tot "brandstof van de industriële revolutie" (Niederhauser, 1992). Gedurende talrijke generaties hebben botanici over de hele wereld hun kennis op de aardappel toegepast, zo zelfs dat Peruviaanse indianen de aardappels die nu op de markten te koop zijn niet meer zouden herkennen. Plantkundigen teelden verschillende soorten in grootte, vorm, ziekteweerstandigheid, zonder meligheid en andere karakteristieken.
Antropomorfe aardappel met plantstok. Peru. Moche-cultuur (300 voor tot 700 na Chr.)
De aardappel is een lid van de nachtschadefamilie (Solanum), evenals andere eetbare planten als tomaten, pepers en de eierplant, giftige en medicinale planten zoals de dodelijke nachtschade, het bilzekruid en de doornappel, verschillende tuinsierplanten zoals de petunia en tenslotte de fameuze tabaksplant (Heiser, 1969). 4
Volgens Heiser ( 1969) werd de aardappel aanvankelijk beschouwd als een aphrodisiacum, enkel omwille van zijn naam. Doordat de zoete aardappel, die vóór de witte aardappel in Europa aanvaard was, beschouwd werd als 'liefdesdrank', werd deze aantijging overgedragen op de witte aardappel. Deze witte variëteit was, door zijn hoog kaloriegehalte, een belangrijke faktor bij de bevolkingsgroei in Europa tijdens de l 8de en de 19de eeuw. Parmentier, een Franse apotheker in dienst van het leger, werd in 1761 gevangen genomen door Pruissische Huzaren. Als krijgsgevangene leerde hij de witte aardappel kennen die algemeen gebruikt werd in Italië, België en Duitsland, maar niet in Frankrijk. Olivier de Serre had zonder succes gepoogd de aardappel populair te maken maar drong niet aan omdat hij er niet zeker van was dat de aardappel geen melaatsheid veroorzaakte! (Guy, 1962). In Italië en Duitsland werden de knollen gegeven aan
het vee, arme lieden en gevangenen. Tijdens zijn gedwongen verblijf in Duitsland vatte Parmentier het plan op om van de aardappel de nationale Franse plantaardige groente te maken. Volgens Guy (1962) lukte hem dat in 1769 niet omdat hij, als apotheker van het Hotel des Invalides, het slachtoffer werd van een smerige intrige waarbij hem verweten werd aardappelen of 'varkenseten' te voeren aan de gasten van het Hospice. Hij moest noodgedwongen inbinden. In 1779 hield de stad Besançon een wedstrijd over het onderwerp: "Planten die ten tijde van hongersnood graangewassen kunnen vervangen." Parmentier won de competitie met zijn pleitbezorgend rapport over "Solanum tuberosum ". Opnieuw brachten zijn vijanden in Parijs hem in diskrediet met het oude 'varkenseten' verhaal. Parmentier vond steun bij Lavoisier en Ben Franklin. Op 15 augustus 1785 schonk Parmentier een ruiker paarse bloemen aan koning Lodewijk XVI van Frankrijk, ter gelegenheid van diens verjaardag, metde vermelding: "Vanaf nu is hongersnood onmogelijk." Sindsdien werd de aardappel in Frankrijk algemeen aanvaard. Er wordt verteld dat ieder jaar in de maand augustus aardappels bloeien op het graf van Parmentier in Parijs (Guy, 1962).
zijn verdere genetische ontwikkeling in vele andere landen, wat resulteerde in uiteenlopende variëteiten voor verschillende doeleinden van koken en verwerking. Het werk van Luther Burbank over de aardappel is in Amerika bekend bij ieder schoolkind, en in Nederland is er een Instituut, verbonden aan de Landbouwhogeschool van Wageningen, dat zich uitsluitend bezighoudt met onderzoek rond de aardappel. Niederhauser (1992) heeft de ontwikkeling van de aardappel beschreven vanafhet afgelegen Andes gebied tot vandaag. Hij vindt het merkwaardig dat de aardappel in een periode van minder dan 300 jaar uitgegroeid is tot een van de vier basisvoedingsgewassen van de wereld. Cros by (1972) stelde vast dat meer dan de helft van de wereldproduktie "bovengespit wordt in Europa". Vandaag is de aardappel een van de belangrijkste economische gewassen in de Verenigde Staten, met talrijke variëteiten, en vele manieren van verwerking.
Tomaat Een ander lid van de nachtschadefamilie, de tomaat, Lycopersicon esculentum, werd reeds lange tijd gewaardeerd door de indianen. Het duurde echter vrij lang vooraleer hij Europa bereikte, vermoedelijk omdat men wist dat hij verwant was met alruin (Mandragora officianarum), een sedativum, een plant uit het Middellandse Zeegebied en ook verwant met nog andere giftige planten.
Iedereen weet natuurlijk dat Ieren grote verbruikers zijn van aardappelen. Dit hoofdbestanddeel van de Ierse keuken zorgde ervoor dat in 1841 de populatie van Ierland steeg boven de 8 miljoen. De plattelandbewoners moesten eten wat zij konden verbouwen. De tomaat is een vrucht en zijn gebruik als voedsel is, Aangezien de aardappel goed kon gedijen op de arme vooral in de Italiaanse keuken, ~ijna zo groot als van de Ierse grond werd hij hun belangrijkste voedsel. Er werd aardappel. berekend dat een Ier 6 tot 7 kgr. aardappelen at per dag. Toen kwam de aardappelziekte en volgde er hongers- Ofschoon de aardappel en de tomaat plantkundig nauw verwant zijn, vervullen zij in ons dieet totaal vernood. De aardappelhongersnood in Ierland, die zo aangrijpend schillende noden. Terwijl de aardappelknol rijk is aan beschreven werd door door Cecil W oodham-Smith zetmeel (en dus aan kaloriën), maar arm aan vitamines (1962), was zeer streng. Hij begon in 1845 en werd ver- (behalve vitamine C onder de schil), bevat de tomaat oorzaakt door zowel een schimmel als door insekten, relatief weinig zetmeel maar is rijk aan wateroplosbare vooral kevers. Dit had uitzonderlijk verstrekkende ge- vitamines en kalium. volgen, zeker in Amerika. Daar had de immigratie van duizenden Ieren niet alleen sociologische gevolgen Volgens Heiser ( 1969) is de eerste historische vermelmaarer was tevens een reusachtig impact op het politieke ding van de tomaat terug te vinden in het kruidenboek leven. Een minister, Eerw .Heer M.J .Berkeley, veronder- van Matthiolus uit 1544, die hem situeert in Italië. In stelde dat de aardappelziekte, die rond het jaar 1840 1553wordthijreedsgekweektinDuitsland; inFrankrijk zoveel doden had gemaakt in Ierland, te wijten was aan enkele jaren later en in Engeland vóór 1597. Verder een besmetting met de schimmel Phytophthora maakt Heiser de bemerking dat het op zijn minst infestans. De wetenschappers uit die dagen wilden van merkwaardig is dat de plant niet wordt vermeld in die theorie niets weten. Nochtans lijkt het achteraf mis- Spanje, terwijl de verspreiding doorheen Europa snel schien toch wel juist te zijn geweest. verliep en goed gedocumenteerd is. Terwijl de aardappel afkomstig is uit de Andes, gebeurde
Reeds na enkele jaren noemden de Italianen hem po ma
s
amoris ("appel der liefde"), en ookpomad'oro ("gouden hun proteïnevoedingswaarde als om economische appel") omdat de eerste tomaat die in Italië vernoemd redenen. werd een gouden kleur had (Heiser, 1969). Verder beweert Heiser dat in 1666 de tomaat de naam "appel Pindanoot der liefde" kreeg omdat hem "erotische krachten worden toegekend" en "omdat hij een passende sierlijkheid of schoonheid bezit die aanzet tot liefde." Het duurde verschillende eeuwen vooraleer de tomaat universeel als voedsel aanvaard werd. Volgens Heiser werd de tomaat zelfs in de 18de eeuw in sommige compendia nog geklasseerd bij de "giftige planten." De tomaat werd in 1710 in Noord-Amerika geïntroduceerd, maar tot 1779, toen hij in New Orleans gebruikt werd voor de aanmaak van ketchup, bleef hij vrijwel onbekend. Het is ook geweten dat Thomas Jefferson tomaten kweekte in Virginia en dat zij "op tafel kwamen", waaruit we kunnen afleiden dat ze ook gegeten werden (Heiser, 1969).
Gouden Pindanoot Peru. Sipán. Moche-cultuur (300 voor tot 700 na Chr.)
Terwijl er enkele twijfels kunnen zijn omtrent de vraag uit welk deel van Zuid-Amerika de tomaat afkomstig is, beschouwen de meeste autoriteiten Peru toch als thuisland van de gecultiveerde tomaat.
Pinda's of aardnoten werden ook gekweekt in de Nieuwe Wereld. Tot op heden vormden zij een belangrijke bron voor olie van margarine en andere kookdoeleinden. In het begin van de 16de eeuw hebben de Portugezen pinda's ingevoerd in Afrika, waar ze zó snel verbreiding kenden dat honderd jaar later reizigers dachten dat ze daar inheems waren (Keys and Keys, 1967).
Bonen
Maïs
l~l~~~l ~---7
Schildering op aardewerk Peru. Nasca-cultuur (300-600 na Chr.)
Witte slaboon, pronkboon of prinses se boon (Phaseolus vulgaris ), -de soort waartoe ook de groene boon en de gele wasboon behoren en in feite alle soorten die wij vandaag als bonen beschouwen, inclusief limabonenkwamen uit de Nieuwe Wereld. In de Oude Wereld kende men de linzebonen en gelijksoortige variëteiten. Deze proteïnerijke gewassen zijn niet alleen nuttig als dagelijks proteïne- en olierantsoen, maar zij maakten na de ontdekking van Amerika bovendien de grote zeereizen mogelijk. Zij waren gedurende honderden jaren de bron van proteïne voor de matrozen op alle wereldzeeën. Zij hadden tegenover gezouten vlees het voordeel dat ze droog bewaard konden blijven, en de afwezigheid van zout moet een verfrissende smaak hebben gegeven aan de verbruiker. Al bij al behoren bonen tot de meest belangrijke gewassen die in de Nieuwe Wereld ontdekt werden zowel om 6
Columbus bracht reeds na zijn eerste reis maïs mee naar Spanje. Het lokale Arawak dialect noemde maïs, het indiaanse woord voor Amerikaans koren, "levensstof ', en daarom noemde Columbus het pinazo, het Spaanse woord voor gierst (Dor-Ner, 1991). Taviana(1991) en Dunn en Kelley (1989) beschrijven de passage in het dagboek van Columbus van woensdag, 16 oktober 1492, waar hij het heeft over het feit dat de indianen "deze gierst zaaien."
Aardewerk. Korf met maïskolven. Peru. Inka-cultuur (1480-1530 na Chr.)
Maïs was reeds algemeen ingeburgerd rond de Middellandse Zee in 1553, toen Arcimboldi een hoofd schilderde, volledig gevormd uit fruit en groenten, en dat hij
"Zomer" noemde. Het bevat een maïskolf (Geiger, 1960). Maïs is een "aandrijfwiel" in onze voedselvoorziening." Het vormt een belangrijke proteïnebron, een belangrijke olie/margarinebron en is de basis voor de produktie van de fructoserijke maïssiroop, bekomen door enzymatische hydrolyse van de koolhydraten. Bovendien is maïs een van de belangrijkste voedingstoffen voor rundvee en varkens. Volgens McNeill (1991) tonen de laatst beschikbare cijfers van de Food and Agriculture Organisation van de Verenigde Naties aan dat tarwe, rijst, maïs en aardappelen wereldwijd de hoofdbestanddelen zijn van het menselijk dieet. De oogst van maïs en aardappelen bedroeg in 1986 in Amerika 788 miljoen ton! Maïs bestaat in verschillende variëteiten en kan dus goede oogsten voortbrengen in totaal verschillende klimaten. Crosby (1972) schrijft: "Het voordeel van maïs tegenover gewassen uit de Oude Wereld is dat hij goed kan gedijen in streken die te droog zijn voor rijst en te vochtig voor tarwe."
Zoete Aardappel De zoete aardappel (lpomoea batatas) is een ander zeer belangrijk knolgewas uit de Nieuwe Wereld. Gedurende de laatste eeuw hebben bijkomende gewassen, met inbegrip van de zoete aardappel, aap belang gewonnen tegenover rijst. Indonesië staat mee aan de top van de teelt van zoete aardappelen (Crosby, 1972). Ook Japan, dat te noordelijk ligt voor het gedijen van maniok, is een andere belangrijke producent van zoete aardappelen. Vanuit Japan verbreidde de zoete aardappel zich over de Ryuku eilanden naar China, dat op dit ogenblik de grootste producent is (Crosby, 1972). Ook Afrika is een belangrijke bron. Zo zien we nog maar eens de alomtegenwoordigheid van Columbus' uitwisseling. Ananas, Guave, Avocado en Papaja Velen denken dat ananas en papaja afkomstig zijn uit Hawaii of de Philipijnen. Nochtans stammen zowel ananas, guave, avocado als papaja uit de Nieuwe Wereld. Geen wonder dat guacamole een favoriet gerecht is in Centraal-Amerika, en zijn weg baant naar het noorden. Ananas is nu een belangrijk gewas op de Hawaii-eilanden, Puerto Rico en de Filippijnen.
Cassave of Maniok Cacao
Cassave
De cacaoboom behoort tot het geslacht Theobrama, waarvan Theobrama cacao de meest verspreidde gecultiveerde soort is (Wood, 1975). Ten tijde van de ontdekking van Amerika werd cacao gebruikt door de Azteken. De Spanjaarden ontdekten dat de cacaobonen verwerkt konden worden tot een meer smakelijke drank als ze vermengd werden met suiker. Het was in die vorm dat cacao populair werd in Spanje, vanwaar het zijn weg vond naar andere Europese landen. Gedurende de 17de en 18de eeuw werd de cacaoboom geïntroduceerd in talrijke andere landen buiten de Carraïben en Zuid-Amerika, vooral in landen op dezelfde breedtegraad in Afrika zoals Cameroen, de Ivoorkust, Ghana en Nigeria (Wood, 1975).
Papaja
Van alle producten uit de gematigde zone is cassave of maniok (Manehot esculenta) het minst bekend bij de volkeren uit deze gematigde zones. Deze inlandse heester van het Carraibisch gebied is een belangrijke caloriebron voor inboorlingen tussen de 30ste graad noorderbreedte en de 30ste graad zuiderbreedte, van Sumatra tot Congo en zijn thuishaven Brazilië (Cros by, 1972). Wij kennen het als "tapioca."
Er wordt gezegd dat Columbus de eerste Europeaan was die in 1502 de smaak van chocolade proefde (Ringler, 1977). Tot de 19de eeuw werd alle chocolade gebruikt als cacao of als warme chocolade. In 1828 verwierf Van Houten een patent voor chocoladepoeder. In 1847 introduceerden Fry and Sons "eating chocolate," wat een combinatie was van vloeibare chocolade, extra cacao en suiker. Rond 1880 kwam de Zwitserse fabrikant Rudolphe Lindt dan met zijn recept voor chocolade "die smelt in de mond ". Ondertussen maakten Henri Nestlé en Daniel Peter in 1876 in 7
Vevey, Zwitserland, melkchocolade door het toevoegen van gecondenseerde melk. Het gebruik van cacao verspreidde zich over Europa en de rest van de wereld (Ringer, 1977; Rozin, 1992).
Plants." W.H. Freeman and Co., San Francisco. Jones, L.W.Jr. 1956. "A Treasury of Spices." Am. Spice Trade Assn., Pridemark Press, Baltimore. Kahn, E J Jr. 1992. Jugle botanist. The New Yorker, June 1, pp. 35-57. Keys, M. and Keys, A. 1967. "The Benevolt Bean." The Noonday Press, New York. Krieg, M.B. 1964. "Green Medecine; The Search for Plants that Heal." Rand, McNally and Co., New York. Lord, R. 1962. "The Care of the Earth; A History of Husbandry." Thomas Nelson and Sans, New York. MacMillan, D. De Lorme, 1972. "Coffee Cuisine." Artists and Writers Pubs., San Rafael, Califorma. McNeill, W.H. 1991. American food crops in the Old World. In Viola and Margolis ( 1991 ), pp. 43-69. Niederhauser, J.S. 1992. The Role of the patato in the conquest of hunger and new strategies for inter national cooperation. Food Technol. 46(7): 9195. Eierplant Ringler, C.A. 1977. "The Signet Book of Chocolate." Peru. Moche-cultuur (300 voor tot 700 na Chr.) New American Library, Ine., New York. BIBLIOGRAFIE Rozin, E. 1992. "Blue Com and Chocolate." A.A. Knopf, New Y ark. Crosby, A.W.Jr. 1972. "The Columbian Exchange: Sale, K. 1990. "The Conquest of Paradise: Christopher Biological and Cultural Consequences of 1492." Columbus and the Columbian Legacy." Plume/ The Greenwood Press, Westport, Conn. Penguin, New York. Crosby, A.W.Jr. 1986. "Ecological Imperialism: The Sanders, R. 1992. "Lost Tribes and Promised Lands." Biological Expansion of Europe 900-1900." Harper/Perennial. New York. Cambridge Univ. Press, Cambridge. Schivelbusch. W. 1992. "Tastes of Paradise: A Social Cummins, J. 1992. "The Voyage of Chris top her History of Spices, Stimulants, and Intoxicants." Columbus: Columbus' Own Joumal of DiscoPantheon, New York. very." St. Martin's Press, New York. Small, D. and Jaffee, M. 1991. "Ï492: What Is It Like Demko, G.J., Agel, J., and Boe, E. 1992. "Why in the to be Discovered?" Monthly Review Press, New World: Adventures in Geography." Anchor York. Books, Doubleday, New York. Stannard, D.E. 1992. "American Holocaust: Columbus Dor-Ner, Z. 1991. "Columbus and the Age of Discoand the Conquest of the New World." Oxford very." William Morrow and Co., New York. University Press, New York. Dunn, 0. and Kelley, J.E.Jr. 1989. "The Diaria of Tannahill, R. 1973. "Food in History ."Stein and Day, Christopher Columbus' s First Voyage to America New York. (De Las Casas)." Univ. of Oklahoma Press, Taviani, P.E. 1991 "Columbus : The Great Adventure." Orion Books, New Yark. Norman. Ukers, W.H. 1935. "ALI About Coffee." The Tea & Galeano, E. 1985. "Memory of Fire: 1. Genesis." Pantheon Books, New Y ark. Coffee Trade Joumal Co., New York. Geiger, B. 1960. "Die Skurrilen Gemälde des Giuseppe Uribe C., A. 1954. "Brown gold: The Amazing Story Arcimboldi (1527-1593). Limes Verlag, Wiesof Coffee." Random House, New York. van Loesecke, H.W. 1950. "Bananas: Chemistrybaden. Gray, P. 1991. The trouble with Columbus. Time, Oct. Physiology-Technology ." Interscience Pubs., 7, pp. 52-56. Time Ine. Magazine Co., New New York. York. Wood,G.A.R.1975. "Cocoa,"3rded.LongmanGroup Guy, C. 1962. "An Illustrated History ofFrench Ltd., London. Woodham-Smith, C. 1962. "The Great Hunger." Harper Cuisine." Bramhall House, New York. and Row, New York. Heiser, C.B.Jr. 1969. "Nightshades: The Paradoxical 8
BOEKBESPREKINGEN
DE BEGRAVEN SPIEGEL LATIJNS AMERIKA IN RECENTE INFORMATIEVE BOEKEN (deel 2) JOS MARTENS De eerste aflevering van deze rubriek verscheen in de Nieuwsbrief van april 1994, p. 2 - 5. HINTZEN, P., Spaans-Amerika: onbekend, onbemind, onbegrepen, Kampen, Kok Antwerpen, Denis, 1992, 146 blz., 430 BEF. ISBN 90-242-6271-2 FUENTES, C., De Spaanse erfenis. Vijf eeuwen Spaanse invloeden in Latijns Amerika, Houten, De Haan - Teleac, 372 blz. ISBN 90-6533-288-x STOLS, E., Mexico in historisch perspectief, Leuven, Acco, 1993, 175 blz., 840 BEF. ISBN 90-334-2944-6 WEBSTER, D., e.a. , Levend Verleden. Een inleiding in de archeologie, Houten, De Haan Teleac, 1993, 503 blz. ISBN 90-6533-332-0 SABLOF, J., De Maya's. Een nieuwe kijk op een oude cultuur. (Wetenschappelijke bibliotheek, nr. 35), Maastricht-Brussel, Natuur & Techniek, 1994, 198 blz. ISBN 90-73035-18-x
Amparo Museum, CD-i, Philips-catalogus nr. 8100039 (F/D/E/Sp) Verloren Maya Koninkrijken, National Geographic Video, 1993, 60 minuten, Engels - Ned. ondertitels. Mirror, waaraan de titel van deze bibliografische bijdragen, De begraven spiegel, is ontleend. Fuentes haalde zijn titel bij de gepolijste witte spiegels die in precolumbiaanse graven zijn gevonden. Met zijn televisieserie en boek wilde hij een spiegel creëren, kijkend van de beide Amerika' snaar het gebied rond de Middellandse Zee en terug. Fuentes wordt duidelijk getormenteerd door de beruchte De beroemde Mexicaanse schrijver Carlos Fuentes ziet Mexicaanse identiteitscrisis, de gespletenheid die in zich in De Spaanse eifenis. Vijf eeuwen Spaanse Octavio Paz met zijn Labyrint van de eenzaamheid invloeden in Latijns Amerika, voor een nauwelijks misschien wel haar meest welsprekende vertegenminder ambitieuze uitdaging geplaatst. Het boek hoort woordiger vond. "Het Spanje dat met de schepen van de eigenlijk bij een schitterende televisiereeks die in 1992 ontdekkingsreizigers en veroveraars in de Nieuwe door de Nederlandse informatieve zender Teleac werd Wereld aankwam, schonk ons minstens de helft van uitgezonden. Teleac-uitzendingen zijn helaas niet te ons wezen." koop of toch niet tegen redelijke prijs. Als je de Op zoek naar het wezen van de Spaanse ziel, gaat uitzending niet hebt opgenomen, ben je ze kwijt. Dan Fuentes ver terug, tot in prehistorische tijden. Dat blijft er natuurlijk nog het boek om je te troosten. De wezen vindt hij in de Maagd en de Stier. Het stierengevecht als stilering van eros en thanatos, het spel met oorspronkelijke Engelse titel luidde: The Burried
De hele geschiedenis van een heel continent weergeven in een boekje van nog geen 150 blz. is natuurlijk onbegonnen werk. Toch is het dat wat Peter Hintzen probeert met Spaans-Amerika: onbekend, onbemind, onbegrepen. Het werkje is geschikt voor een eerste kennismaking. De meeste van onze leden zullen uitvoerigere informatie wensen dan hier geboden wordt.
9
erotiek en dood; de Keltische Maagd van Elche als Levend Verleden. Een inleiding in de archeologie is voor-christelijk prototype van een aard- en moeder- andermaal de gedrukte metgezel van een Teleac-reeks, godin, vele eeuwen ouder dan de Moeder Gods. In zijn de gelijknamige waarlijk magistrale zevendelige reeks tweede deel, De strijd tussen de goden geeft hij een die wij begin vorig jaar gebruikten voor vier 'videobriljant overzicht van de 'Indiaanse' culturen en de lezingen' over de nieuwe Maya-archeologie. Hier zijn conquista. Op één plaats drijft hij de literaire apologie boek en video werkelijk complementair. (Helaas geldt van Spanje toch wat te ver. Hij benadrukt zeer sterk de nogmaals de klacht over de veel te hoge prijs van de democratische tendensen in het Spanje van de late koop-cassettes.) Het boek is niet bepaald licht verteermiddeleeuwen en stelt dat het maar een haar gescheeld baar leesvoer, het is een uitvoerige cursus voor heeft, of die democratische traditie had de toekomst Amerikaanse universiteitsstudenten, waarin archeologie van de Nieuwe Wereld bepaald! Wie vertrouwd is met wordt aangebracht vanuit precolumbiaanse voorde mentaliteit van de conquistadores, met hun beelden. De videosequenties vooronderstelden vaak ongehoorde hoogmoed, hun afkeer van elke vorm van heel wat kennis, die te fragmentair aan bod kon komen handenarbeid, hun haast volkomen onvermogen om in op televisie. In dat geval brengt hier het boek uitkomst. de inheemsen gelijkwaardige menselijke wezens te Na het lezen kan je dan weer verder gaan kijken. Een zien, kan hier een grijns moeilijk onderdrukken. Toch multimediaal concept waarnaar Belgische univereen aanbevolen en uiterst leesbaar boek, al was het siteitsprofessoren alleen maar kwijlend van afgunst maar om de wijze waarop hij de koloniale periode en kunnen verlangen! haar verhouding tussen moederland en Amerika beschrijft. De Maya's. Een nieuwe kijk op een oude cultuur. van de beroemde Maya-archeoloog Jeremy A. Sabloff sluit Gelijkaardig, maar dan minder literair (alhoewel!) en goed aan bij het vorige boek. Sabloff gaat uitvoerig in geografisch meer beperkt, is het boek van de Leuvense op het verleden van de Maya-archeologie en haar hoogleraar Eddy Stols, Mexico in historisch perspectief. belangrijkste vertegenwoordigers. Daarna behandelt (Wij mochten hem in het verleden als spreker voor onze de auteur in drie hoofdstukken de ontwikkelingen die vereniging begroeten met een boeiende dialezing over geleid hebben tot de 'nieuwe' Maya-archeologie, het beeld van de Nieuwe Wereld in Europa.) Maar toch: gekenmerkt door interdisciplinair onderzoek dat onze "Een monografie over Mexico is meteen een krachtige kennis over deze fascinerende cultuur de laatste twee synthese van de hele geschiedenis van de nieuwe wereld. decennia inderdaad spectaculair heeft verruimd, onder Omwille van zijn geografische ligging, zijn anciënniteit andere door gebruiken en levenswijze van de hedenen zijn culturele diversiteit werd dit land geïdentificeerd daagse Maya in het onderzoek te betrekken. O.i. legt hij met het Amerikaanse continent en profileerde het zich daarbij te sterk de nadruk op het verschil tussen de bovendien als het meest representatieve latino .... Zoals 'klassieke' en de 'nieuwe' visie, waar er veeleer kan de priesters in de precolumbiaanse cultus van Xipe gesproken worden van continuïteit, van een logische Totec heeft Mexico de huid van opeenvolgende volkeren wetenschappelijke evolutie. Bijzonder verhelderend is gevild en gestroopt, over zich heen getrokken en zijn zesde hoofdstuk, Maya-archeologie en de huidige aangespannen tot een strak maskeren een haast ondoor- tijd, waarin hij aantoont dat ontwikkelingen in onze dringbaar corpus (Woord Vooraf). Mexico als spiegel eigen, na-oorlogse maatschappij geleid hebben tot van Latijns-Amerika, met andere woorden. verschuivingen in de wijze waarop wij een oude cultuur Het boek is het resultaat van jarenlang cursus geven gaan ondervragen en her-interpreteren. Hier sluit zijn over de geschiedenis van Mexico. Het hoofdstuk over werk dan weer goed aan bij recente artikels in National De oude Indiaanse beschavingen, nauwelijks 14 Geographic, die bewijzen dat de modellen van de oude bladzijden (waaronder dan nog enkele bladzijden beschaving oplossingen kunnen bieden voor huidige illustraties), lijdt onder de sterk synthetische, uitermate problemen als behoud van het regenwoud of milieugebalde stijl waarvoor prof. Stols bij zijn studenten vriendelijke landbouwmethodes in Mexico en Guatebekend en zelfs berucht is. En eigenlijk kan dat van het mala. Het boek is rijkelijk geïllustreerd. hele boek gezegd worden, ook al is het de vrucht van veel studie en veel bronnenonderzoek: voor mij mocht Amparo Museum is de eerste interactieve CD over ons het gerust een dubbele omvang gehad hebben! vakgebied die in ons land in de handel kwam. De Ongewoon voor een boek van universitaire afkomst, beeldplaat is duidelijk ontworpen om in het museum maar typisch voor het buitenbeentje Stols, is dat je van Puebla op groot scherm te bekijken. Het Amparo achteraan niet alleen een klassieke bibliografie aantreft, Museum bevat een representatieve collectie van de maar ook catalogi van tentoonstellingen, een belangrijke Mexicaanse culturen. Op dit plaatje kan je filmografie, discografie en een lijstje van culinaire een denkbeeldig bezoek brengen, of je eigen bezoek in de huiskamer nog eens over doen. Je kan voor je boeken. 10
informatie kiezen uit vier talen: Frans, Duits, Engels en Spaans. Dan kan je per periode ( preklassiek, klassiek".) de belangrijkste cultuurgebieden van Mexico bezoeken via voorwerpen uit het museum, waarbij je vaak een vaas of beeld uit alle mogelijke gezichtshoeken kan bestuderen. Door met je afstandsbediening op kleine symbooltjes te klikken kun je op elk gewenst ogenblik informatie over gelijktijdige beschavingen in andere delen van de wereld oproepen. Een plaatje waarmee je gegarandeerd avonden lang zoet bent! De titel, Verloren Maya Koninkrijken, van deze National Geographic Video is wat misleidend. In feite benadert hij de Maya-cultuur voornamelijk door erg knappe
( wordt vervolgd )
KRANTENNIEUWS
TENTOONSTELLING
MAYASTAD ONTDEKT IN MEXICO
AARDEWERK EN TEXTIEL UIT PERU
(De Standaard, 31 augustus 1996)
"
beeld-informatie over de recente opgravingen in Copan, Dos Pilas en andere plaatsen, met andere woorden: de opgravings-artikels uit de laatste vijf jaargangen van National Geographicin bewegende beelden. Een video om duimen en vingers af te likken, met veel nooit eerder vertoond materiaal. Een video die ieder lid van ons instituut zou moeten bezitten. Een video die je ernaar doet verlangen dat er vlug meer dan een vervolg op komt. Wij zullen pogen om zo snel mogelijk een aantal exemplaren aan te schaffen, die wij tegen kostprijs aan onze leden ter beschikking kunnen stellen.
Bijzondere aanwinsten van het Museum voor Volkenkunde te Rotterdam(Lauran Toorians).
CAMPECHE (Belga)- Mexicaanse archeologen hebben in het zuidwesten van het land een drie vierkante kilometer grote Mayastad ontdekt, die bewoond werd tussen 300 vóór en 600 na Christus. De site ligt vlakbij de stad Santa Rosa, ongeveer zeven kilometer van de grens met Guatemala. Het noordelijke gedeelte van de site bestaat uiteen centrale plaats van een hectare groot, met aan één kant een zeven meter hoge burchtheuvel. Daarop werden 16 bouwwerken van verschillende grootte, sommige tot 20 meter hoog, blootgelegd. Aande zuidkant van de site verrijst een piramide-achtige constructie. Op de centrale plaats werd aardewerk teruggevonden en afbeeldingen in bas-reliëf.
Van 14 september 1996 tot en met 5 januari 1997 toont het museum de hoogtepunten uit deze aanwinst in een bescheiden expositie. Met ongeveer tachtig stukken wordt een tentoonstelling ingericht die als titel meekrijgt: "Peru: de schepping verbeeld." Het zal daarbij in eerste instantie gaan om een kunsttentoonstelling, dus met het accent op de schoonheid van de voorwerpen. De titel verraadt echter al dat de samensteller Edward De Bock ook van de gelegenheid gebruik wil maken om zijn ideeën kenbaar te maken omtrent het Peruaanse wereldbeeld en de iconografischë verbeelding daarvan.
NIEUW BESTUUR
PAS VERSCHENEN
Door de Algemene Vergadering van Maart 1996 werd een nieuw bestuur verkozen. Op de daaropvolgende bestuursvergadering werden de functies als volgt verdeeld:
Van een lid van onze vereniging, apotheker Rene DE BELDER, verscheen zopas een nieuw boek over de ontcijfering van het Mayaschrift.
Voorzitter: Raymond Paeshuys Tijdelijk Co-Voorzitter: Johan Daelman Ondervoorzitters: Robert De Beule Jos Martens Rita Lammertyn Secretaris: Rita Lammertyn Schatbewaarder: Ingrid Verbeeck Public Relations: Odette De Nil Bestuursleden: Paul De Smedt Ute Detemmerman Julia Montoya
"THE WRITING TECHNIQUE OF THE MAYA CODICES" telt 221 bladzijden, is rijkelijk geïllustreerd met lijntekeningen en bestaat enkel in een Engelstalige versie. Het is een sterk uitgebreide versie van zijn vorige publicatie: "Secrets of Maya Writing". Boekhandelprijs: 950 Bfr. (o.a. te verkrijgen in de winkel van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschienenis - Jubelpark te Brussel). Ledenprijs 600 Bfr. Bestellen op ons secretariaat. Af te halen ter gelegenheid van de lezingen van onze vereniging. 11
ANTWERPENAREN SCHRIJVEN GIDS OVER ISLA MARGARITA Gazet van Antwerpen, 9.3.96 Van onze redacteur Ivan Declercq
In de bekende serie toeristische gidsen van Marco Polo is een origineel Nederlandstalige brochure - meestal worden ze vertaald uit het Duits - verschenen. De gids behandelt het Venezolaanse eiland Isla Margarita en de kust van het vasteland tussen Puerto La Cruz en Cumaná en is geschreven door twee Antwerpenaren : Ingrid Verbeeck en Ludo Janssens. Beiden zijn lid van het Instituut voor Amerikanistiek! Het duo heeft de meest onmogelijke informatie over onder meer Venezuela en stelt die graag ter beschikking van reislustigen. Eén waarschuwing : als die twee aan het vertellen gaan, sta je niet op een uurtje opnieuw buiten. "Je struikelt over de reclamefolders voor Isla Margarita, maar hoeveel mensen weten hierdat het een Venezolaans eiland is ?", begint Ludo. Zelf leerde hij het land kennen via zijn partner Ingrid, die in Venezuela is geboren. Haar vader woont daar trouwens nog, in Puerto Ordaz. In 1988 zijn ze er voor het eerst samen naartoe gegaan en sindsdien is geenjaar voorbijgegaan zonder Venezuela. Isla Margarita is sinds 1994 een vrij populair vakantieoord voor Europeanen, maar Ingrid en Ludo kenden het eiland van vroeger, toen vooral Canadezen er neerstreken. Met hun gids willen ze nu aantonen dat Isla Margarita méér te bieden heeft dan stranden. Hun manuscript gaven ze af aan Standaard Uitgeverij, die het doorstuurde aan Van Reemst Uitgeverij, in het Nederlandse Houten, die de Marco Polo gidsen uitgeeft. "Bij Van Reemst wisten ze niet direct of er voldoende vraag naar was. Ik heb ze toen in contact gebracht met een Nederlandse touroperator, die de gids in zijn pakket zou willen stoppen. Dat is voor de uitgeverij wellicht een doorslaggevende factor geweest", geeft Ingrid toe. Op vraag van die touroperator hebben ze er trouwens de kuststrook tussen Puerto la Cruz en Cumaná aan toegevoegd. "En eigenlijk zou je de deelstaat Sucre moeten bezoeken, zó mooi en nog ongerept", werpt Ludo heel oncommercieel op. En hij steekt een verhaal af - één van zijn vele - over een merkwaardige ontmoeting in Can1pano, dat ooit het rijke centrum van de cacao was. Precies, dat ongerepte : is daar nog iets van te zien op Isla Margarita, of is het een Benidorm-in-wording? "Isla Margarita is inderdaad voor een stuk ingepalmd door toeristen, maar die vind je vooral in Porlamar en in de buurt van Playa El Agua. Of Venezolanen daar een graantje van meepikken ? Neen, het zijn vooral 12
buitenlanders die de zaken in handen hebben." Dat heeft ook te maken met de mentaliteit van de Venezolaan", vult Ingrid aan. "Die is verwend geweest door olie-inkomsten en is niet erg servicerninded. Hij is trots, niet gewend te dienen." In het binnenland van Venezuela worden nu projecten uitgewerkt, die het massale karakter van het toerisme van het populaire eiland moeten vermijden, zeggen ze. Om dat binnenland te ontdekken, moet je als reiziger wel 'je plan kunnen trekken' en een aardig mondje Spaans spreken. Lukt dat, dan onmoet je heel toegankelijke Venezolanen, heet het. Een Marco Polo gids over héél Venezuela is aan hen niet besteed. "Zo'n enorm land kunnen we niet in 96 pagina's samenvatten", beweren ze. Maar in hun achterhoofd rijpt wel een plan voor een meer substantieel boek over hun tweede vaderland.
Tips van kenners De Marco Polo gids over Isla Margarita biedt binnen het keurslijf van 96 kleine pagina's behoorljk wat wetenswaardigheden over het gebied. Naeen historisch geografische inleiding volgen wat uiteenlopende trefwoorden. Daarna enkele pagina's over eten en drinken, en het winkelen (wat waar te kopen op dit taksvrije eiland). Nadien worden het eiland en de kust van het vasteland opgesplitst en in detail beschreven (restaurants, hotels, sport, uitgaan, bezienswaardigheden). De gids besluit met een serie praktische tips, tot en met het invullen van de toeristenkaart waarmee men het land in- en uitkomt. LIDGELDEN Door de Algemene vergadering van werd besloten de lidgelden voor het jaar 96-97 ongewijzigd te behouden. De bijdragen zijn dus als volgt: Gewone leden: Studenten (-25 j.): Steunende leden: Niet-leden betalen per bijgewoonde activiteit.
maart 1996 academisch
1.000 Bfr. 700 Bfr. 1.500 Bfr. 200 Bfr.
Het lidgeld is geldig van september 96 tot september 97 enkan gestort worden op rekening: 320-022794262, liefst met bijgevoegd stortingsformulier.