IX European symposium on Poultry welfare Uppsala, Sweden 17-20 Juni 2013
6 november 2013, Rick van Emous
Hoofdpunten
Sessies: ● Welfare & Nutrition ● Welfare assessment ● Transport & slaughter
Welfare & Nutrition (1)
Effect van voeraanpassingen tijdens de opfokperiode op
groei, productie en gedrag bij vkod (Krysta Morrissey et al., Schotland/Canada)
Vkod worden beperkt gevoerd om problemen met gezondheid en (re)productie te voorkomen
Europees onderzoek laat zien dat een vezelrijk voer en een eetlustremmend ingrediënt (CaP) de chronische honger kan verminderen
Er is echter nauwelijks informatie beschikbaar over Noord-Amerikaans voer en niet dagelijkse voeren
Welfare & Nutrition (1)
6 verschillende voeders / 5 herhalingen (11-12 dieren): ● Controle voer ED ● Controle voer SAD ● F voer (CaP bron 1) ED ● F voer (CaP bron 1) SAD ● P voer (CaP bron 2) ED ● P voer (CaP bron 2) SAD
Welfare & Nutrition (1)
Resultaten: ● Voersoort en –programma had een effect op alle soorten gedrag tijdens opfok. Geen tijdens leg
● Weinig object pikken en agressief pikken tijdens en direct na voeren. Echter bij C-ED wel meer (opfok)
● Tijdens de voerperiode: SAD dieren vertoonden meer verenpikken en rusten dan ED dieren
● Controle voer dieren pikken het meest na het voeren
● F voer meest effectief voorkomen honger gedrag ● Klein bewijs dat ED het meest honger reduceert
Welfare & Nutrition (2)
Effect van eiwitniveau voer tijdens opfok op
voeropname, voertijd, voersnelheid en gedrag bij vkod (Rick van Emous et al., Nederland)
Verdunde voeders verhogen de voeropname tijd en dit resulteert soms in verminderd hongergevoel bij vkod
2.880 kuikens in 36 hokken (2 afdelingen) Bij start experiment (2 weken) 80 Ross 308 kuikens Hoog (HP) en Laag (LP) eiwitvoer Opfokperiode: 2-22 wk
Gedrag (% van de tijd) 11 wk
17 wk
HP
LP
HP
LP
15,0b
31,6a
6,1b
13,0a
43
4,0
5,9
5,6
Staan
40,8a
25,0b
19,0b
30,4a
Zitten
8,7b
22,3a
1,7b
5,9a
Lopen
5,6a
4,5b
8,3
7,8
Foerageren
7,1a
4,4b
22,6a
18,1b
Comfort
5,4b
6,4a
5,6b
8,3a
12,7a
1,9b
30,3a
10,8b
0,3a
0,1b
0,5a
0,1b
Eten Drinken
Object pikken Dier pikken
Eten en object pikken (11 wk)
Welfare & Nutrition (2)
Conclusies: ● Laag eiwitvoer verlengd voeropnametijd, verlaagd voeropnamesnelheid en verminderd object pikken
● Dit is een indicatie van verminderd hongergevoel ● Deze effecten waren sterker in het begin van de opfokperiode waar de voerbeperking minder was
Welfare & Nutrition (3)
Calcium en fosfor interactie vleeskuikenvoer en skelet conditie (Bradbury et al., Australië)
De interactie tussen calcium en fosfor in pluimveevoer wordt beïnvloed door een complex aan factoren
Vleeskuikens hebben een hoge behoefte aan Ca en P voor skelet ontwikkeling en energie benutting
Tekorten geven problemen aan skelet en dus welzijn
Welfare & Nutrition (3)
Doel: interactie tussen Ca en beschikbaar P (avP) van vleeskuikenvoer bestuderen op de skelet conditie van vleeskuikens
600 Ross 308 kuikens 15 verschillende soorten voer 3 x 5 design: 3 Ca:avP absoluut niveaus x 5 verschillende ratios Ca:avP
27-28 dagen leeftijd: Latency to Lie test,
lichaamsgewicht en ruw as% tibia (scheenbeen)
Welfare & Nutrition (3)
Resultaten: ● Algemeen: avP niveau meer invloed dan Ca niveau ● Hoger avP niveau gaf hoger lichaamsgewicht en ruw as% tibia
● Hoogste ruw as% tibia bij hoogste avP en laagste Ca voeders
● 2:1 ratio Ca:avP gaf langste staan tijd (LTL). Dus beter skelet conditie
● Echter: hoog ruw as% gaf kortere LTL ● Ruw as% geen goede indicator voor botsterkte
Welfare assessment (1)
Bedrijfsmatige welzijnsbeoordeling: individueel t.o.v. groep (Joanne Marchewka et al., Spanje)
Europese regelgeving schrijven wetenschappelijke protocollen voor om het welzijn op stalniveau te beoordelen
Dit is individueel en kost tijd en geeft stress door vangen en hanteren van de dieren
Daarom wil men een methode ontwikkelen om de beoordelingen op groepsniveau te doen
Welfare assessment (1)
6 stallen in Noord-Spanje (13.220 – 27.540 dieren) Individueel: 5 locaties stal 25 dieren Groep: langzaam vijfmaal random door de stal lopen
Welfare assessment (1) Waarneming
Individueel
Groep
Immobiliteit (%)
4,0 (±2,3)
0,2 (±0,02)
Kreupelheid (%)
24,2 (±4,7)
0,8 (±0,07)
Borst bevuiling (%)
17,8 (±4,9)
Rug bevuiling (%)
0,2 (±0,04)
Conclusie: ● Groepsbeoordeling methode behoeft nog enige ontwikkeling en aanpassing
Welfare assessment (2)
Effect van kreupelheid op het meten van mobiliteit en
lichaamstemperatuur bij vleeskuikens (Becky Hoterhersall et al., UK)
Kreupelheid verandert gedragspatroon en verminderd mobiliteit van vleeskuikens
Willen een betere indicator voor kreupelheid dan Gait score
GS is namelijk niet alleen gerelateerd aan pathologische conditie maar geeft ook afwijkende mobiliteit weer door bv. andere lichaamsbouw
Welfare assessment (2)
Drie testen: ● Latency-to-Lie test (4 cm water) ● Aantal passages (10 cm hoog blok) tussen water en voer
● Warmte test. Voeler op het
loopbeen (‘tarsometatarsus’ = 8) geplaatst
Welfare assessment (2)
Resultaten: Niet kreupel (GS = 0-1)
Kreupel (GS = 2-3)
Latency-to-lie (s)
268
878
Obstakel passeren
3,3
12,3
Lichaamstemp (ºC)
+1,1
Conclusie: ● Een slechte Gait Score komt niet alleen door
kreupelheid maar ook door andere oorzaken zoals lichaamsbouw
Vervolgstudie: relatie kreupelheid en pijn (verdoving)
Transport & Slaughter (1)
Welzijnsaspecten van vergassen in de stal van uitgelegde leghennen (Berg & Yngvesson, Zweden)
3 methoden in Zweden: ● Slachten ● CO2 vergassen in een mobiele container met versnipperaar
● CO2 vergassing (80% concentratie) in de legstal ● Veearts aanwezig ● Dierwelzijnsinspecteur informeren ● Bewusteloos binnen 10 minuten
Transport & Slaughter (1)
Tussen 2008 en 2010 150 koppels (1,55 miljoen hennen) via stalvergassing
● Geen bericht naar inspecteur (resp. 31, 28, 24%) ● 6 probleemgevallen (4%) vanuit welzijn: ● Stal niet dicht genoeg (kippen in stal ernaast bijna dood en te laag CO2) en te weinig gas.
● 11 semi-probleem (7%)
Conclusie: vanuit welzijn perspectief goede methode indien volgens protocol uitgevoerd
Transport & Slaughter (2)
Vergassen van uitgelegde hennen in Finland (Ylä-Ajos, Finland)
In Finland worden de meeste uitgelegde leghennen vergast:
● Kleine containers in de stal ● Grote containers buiten de stal ● Hennen moeten met de hand in de containers worden geplaatst
Doel studie: doelmatigheid van de beide methoden bestuderen en handboek ontwikkelen
Transport & Slaughter (2)
Methode: ● 6 bedrijven, monitoren van vangen t/m vergassen
Resultaten: Groot
Klein
CO2 (norm=70%)
35%
60%
Bewusteloos (sec)
38
18
CO2 conc. in grote cont. laag door teveel dieren tegelijk Dieren in de grote cont. gingen minder vervelend dood Bij de grote cont. de dieren naar buiten dragen
Transport & Slaughter (3)
Fitheidsfactoren transport einde leg (Weeks et al., UK) Doel studie: ● Factoren die een hoog DOA veroorzaken ● Strategieën ontwikkelen om de DOA te verlagen
Database met 13,3 miljoen hennen van 1.565 bedrijven naar 5 slachterijen (2009)
Transport & Slaughter (3)
Transport proces volgen van 12 verrijkte kooisystemen en van 12 uitloopstallen
● 100 dieren op bedrijf wegen en bevedering ● 10 dieren voor en 10 na transport voor onderzoek ● Temperatuur loggers gedurende transport
Oorzaken hoge DOA: ● Transport: slachterij, afstand en koude buitenlucht ● Pluimveebedrijf: slechte bevedering, laag gewicht, hoge uitval tijdens leg en slechte gezondheid
Einde
Vragen