“It’s just a game”
(Artёm Oleynikov 5aso)
Het was al donker. De sneeuwvlokken dwarrelden neer door het zwakke licht van een eenzame straatlantaarn, om de aarde - nog bedekt met herfstbloesem - te bemantelen. De sigarenrook steeg naar boven, alsof hij de vallende sneeuwvlokken wou waarschuwen: “Er is geen weg terug!” Mike ademde uit. Een walm van rook verliet zijn longen, sloop door zijn keel en barstte uit tot een rookpluim. De grijze wolk bleef voor Mike hangen. Mike keek dieper en dieper in die wolk, totdat hij vage silhouetten en beelden zag. De rook was als een vliegende zee, onrustig en ruw. De sneeuwvlokken haastten zich om door de wolk te vallen; rokers waren het zeker niet. “De rook lusten ze niet, mij – wel”, dacht Mike luidop en sloot de deur. De wolkenkrabber was al bijna leeg. De nog verlichte kantoren waren al gepoetst, het kantoorplankton was zich thuis al aan het verpozen: tv aan het kijken, het laatste persafval of - in het beste geval - een goedkope roman aan het lezen. Het gebouw sliep, met de hogere verdiepingen verborgen in de wolken. Het eenzame licht van Mikes bureau torende boven Moskou, de stad die zogezegd “nooit sliep”. De aders van die enorme metropolis waren met een eindeloos aantal auto's gevuld en het hart klopte op een zot ritme. Mike stond tegen het grote raam en genoot van het uitzicht. Zijn gezicht weerspiegelde in het glas en vertoonde absolute kalmte. De sterren van het afgelegen Kremlin blikkerden in zijn ogen, alsof ze een deel van zijn innerlijke mens waren. Hij pakte zijn gsm zonder ernaar te kijken en belde. – Mag ik met Gans spreken? – Enkel en alleen, als het dringend is. Je weet, dat he... – Ja, het is dringend – brak Mike zijn gesprekspartner af. – Zoals U wilt. ... Binnen de tien minuten was de conversatie voorbij. Mike, nerveus en in
paniek, liep naar beneden met de snelheid van een vallende ster. Zijn hemd was nat van het zweet, huiverende armen probeerden de sleutels van zijn auto te vinden. Uiteindelijk zat hij in zijn Mercedes. -И снова с вами радио «Москва»... {1}– hij lette niet op de radio. De motor riep en brulde, de banden gierden en Mike verliet de parking. Met zijn beide handen op het stuur racete hij door de nacht. De snelweg vol met andere zich haastende bestuurders - zag er heel levend uit, pulseerde en kreunde, alsof elk wiel hem pijn deed. Vreemde beelden kon je in de andere auto’s zien: een oude man, met wat hopelijk zijn kleindochter was, ’s nachts in het midden van de autosnelweg. Een zwarte limo met open vensters, leeg, op de duistere chauffeur na. Laat ons zeggen, dat Mike de context heel goed aanvulde. Een chique huis, gebouwd in de beste empirestijltraditie, vormde een gezellige zeshoekige binnenplaats. Bijna infernale reliëfs schenen de arme bezoekers van de plaats te stalken, de bomen, zelfs zonder bladeren, bedekten de grond met hun donkere schaduwen. Het vage maanlicht tekende rare en tegelijkertijd mooie beelden op de sneeuw. De muren, die nog aan de tijd van Stalin herinnerden, zagen er ongezellig, koud en streng uit. De helder klinkende stilte werd door het geluid van de motor gebroken. Mike knalde de deur dicht en rende naar de ingang onder nummer 4. Zijn schoenen stempelden de verse sneeuw met de puzzelachtige sporen die, als een ketting, zijn auto en gang nummer 4 verbonden. Hij wachtte tot zijn ademhaling in orde was en tikte “11” in. Een warme vrouwelijke stem antwoordde met een moe “Hallo?” -Ja… - hij aarzelde - ik ben er. Zonder te antwoorden opende ze de deur. Hij rende naar boven, naar de derde verdieping en zag haar in de deuropening staan. De rare stilte nam de controle over de situatie in haar handen. Mike stond verward op de trap, met zijn handen - een slechte gewoonte - in zijn zakken. Zijn gezicht stond scheef van verbazing en hij voelde het kippenvel op zijn rug. 1 1
En welkom terug bij ‘radio Moskou’.
Ze stond voor hem, met het licht achter haar, zodat Mike alleen maar haar silhouet kon zien. Haar strakke cocktailjurk ketende zijn blik vast. Ze had een klein Moleskin zakboekje en een vulpen in haar handen. – Kom maar binnen, wij moeten onze tijd nemen. Mike volgde haar in het appartement. Nieuwsgierig en misschien zelfs zenuwachtig, keek hij rond en verbazing overstelpte hem. Elke keer dat hij hier kwam was dat met verwondering en plezier gekleurd. Eindeloos veel schilderijen, die - zo leek het - de muren onder hun gewicht schuin lieten hangen. De plaats was druk van beelden van allerlei soorten en maten – sommige waren enkele centimeters groot; de andere ondersteunden – zoals plaatsvervangers van Atlas – het plafond. Ze kwamen in de keuken, die hem met het aroma van verse koffie verleidde. – Oké, wij zullen dat hier doen – zei ze. – Echt? Gewoon zo, in de keuken?! antwoordde Mike stomverbaasd – Ja. Kopje koffie? Ze zaten tegenover elkaar aan een kleine vierkante tafel, die precies voor het raam stond. De warme stoom, die uit de twee kopjes kwam, hulde het glas in een matte sluier. De duistere nacht was binnen niet toegelaten en de gezellige atmosfeer verwarmde de twee vermoeide zielen zelfs beter dan de koffie. Ze raakte zijn hand aan met haar vingers en vroeg: – Mike, ben je er klaar voor? Mike knikte met het gezicht van een kind, dat zijn kerstcadeau krijgt. Ze glimlachte en pakte het zakboekje. – Laat ons beginnen bij... Het licht ging uit. Mike hoorde iets vanachter het raam en draaide zijn hoofd om te kijken. Door het glas was er niets te zien. Dan zag hij een klein rood puntje op de tafel...
De zwakke vrouwelijke stem huilde zelfs niet. Ze had geen kracht meer. Het was een stille hysterische schreeuw van wanhoop, een fluisterend pijnlijk gebed, de kwintessens van het lijden. Mike verbleekte. Het was meer dan genoeg om de stem te herkennen. Mikes handen werden vuisten. Dat waren al te veel verrassingen voor vandaag. Ineens - met de snelheid van een net afgevuurde kogel - sprong hij op en gooide de tafel opzij, zodat de majoor onbeweeglijk tegenover hem op de stoel bleef zitten. “DAT! IS! LELIJK!” - riep Mike en bestempelde elk woord met een zware slag op het gezicht van de inspecteur. Nadien nam hij hem bij zijn nek als een menselijk schild en haalde zijn pistool uit de holster. In afwachting van de veiligheidsagenten, strekte Mike zijn bewapende hand naar voor. De seconden leken uren. Hij ademde amper - de zoeker moest perfect stabiel zijn. De bril van de inspecteur was in twee gebroken – de isolatietape was blijkbaar te zwak. Een stem vanachter de deur brak de stilte: “Эй, Михалыч, ты чего так долго?! Сильно не усердствуй там - иностранец всё-таки”.4 Mike sloot op tijd de mond van de inspecteur, en in plaats van een hulpvragend gehuil, kwam er een doffe luide zucht. “Ах ты грёбанный извращенец! Совсем с ума сошёл под старость лет!”5 - Mike hoorde een sleutelbos - “и это, блядь, офицеры! Родина тебе звёздочки дала…”6 Toen hij de deur opende, gooide Mike de inspecteur tegen zijn collega. Beiden vielen op de vloer met het geluid van een granaatontploffing. Zonder veel na te denken, trok Mike de bewusteloze lichamen in de kamer, greep de sleutels en sloot de deur. De slecht verlichte gang hypnotiseerde en biologeerde hem door het agressief-constante patroon van een bakstenen muur. De rechthoekige serpenten van de corridor leidden Michael voorwaarts. De vloer was zuiver koud beton zonder één teken van bewerking. Uiteindelijk kwam hij aan een kleine trap, klom naar boven en zag een deur waarvan hij het slot met behulp van de inspecteurs sleutels opende. Met een pistool achter zijn rug Hey, waarom duurt het nu zo lang? Niet te straf doen – hij is toch een buitenlander Jij, verdomde viezerik! Ben jij door de jaren helemaal zot geworden?! 6 …en dat zijn dan officieren! Het moederland gaf die sterretjes aan jou… 4 5
liep hij naar binnen… het grootste winkelcentrum van Moskou. Gelukkig was het al nacht en was er niemand te zien. Hij ging de chique galerijen voorbij, richting “uitgang”. Toen Mike aan de entree kwam, zag hij de onverwachte gasten voor de ingang staan: ongeveer vijftien bewapende agenten stonden achter hun auto’s met hun wapens in de aanslag. En ze mikten op hem. Ogenblikkelijk sprong Mike opzij, weg van de zware kogelregen, en verborg zich achter een marmeren zuil. Hij pakte zijn pistool en nam het magazijn eruit: 15 patronen - niet echt genoeg. Maar hij had geen keuze - de agenten waren al binnen en - gelukkig - wisten ze niet precies waar hij was. Hij zag een been aan zijn rechterzijde, stond op en schoot. De agent viel op de grond zonder een geluid te maken, Mike trok het lijk dichterbij en pakte een granaat van zijn vest. De borgpen eruit. Ontploffing. Mike sprong op en liep naar de uitgang, chaotisch schietend. Toen hij bijna buiten was, gooide hij nog een granaat achter zich en sprong naar buiten. Hij pakte de eerste auto, die voor de uitgang “open” stond en reed weg. De zwarte Ferrari was zijn oude droom, alleen waren de omstandigheden veel te tragisch en kon hij er niet van genieten. Hij ontspande zich en duwde het gaspedaal een beetje dieper in. De lichten van Moskou vlogen voorbij, en vormden - als op een langesluitertijdfoto vlammende lichtslangen. Hij wist niet waar hij naartoe reed; ook niet, of hij nog gevolgd werd en indien ja, door wie. Ineens haalde een schokkende explosie de autosnelweg voor Mike neer. Hij draaide de auto 180 graden en drukte het rempedaal in. Mike kroop naar buiten een zag een helikopter boven hem hangen. Een digitale stem begon te praten: “We’ve got you Michael, G A M E O V E R !” Na die woorden viel een wilde pantserdoorborende regen op Mike. Een lijk, een vormloze hoop verbrand vlees, viel op het asfalt. De zonnestralen vulden de kamer met goud licht, en de groene bladeren van een boom in de tuin kietelden gevoelloze ramen met hun blije groen. - Dat is genoeg, Tommy! Ik ga alles aan je vader vertellen. Hij moet weten hoe vaak je dat stomme spelletje speelt! - Maar, mama! Ik ben net begonnen!
- Komaan, werk voort aan je huiswerk, anders zal je nooit een normaal rapport halen! Ga naar je kamer en studeer! - Maar... okay, mama. Ik heb een vraagje, wat is “pertuleren”? - Dat moet je nog niet weten, jongeman. Vooruit, aan de slag! Tommy ging naar zijn kamer en studeerde de hele namiddag wiskunde. ‘s Avonds, wanneer zijn vader thuiskwam, moest hij een hele lezing over het belang van studeren beluisteren. De sterren maakten het gezelschap van de avond onbeschrijflijk. De wind waaide de moeilijkheden van de dag weg en ververste de goede oude wereld. Tommy keek verloren naar boven, naar de hemel, en ademde de lekkere lucht in. Binnen was het warm en rook het naar verse pasta. Zijn ouders zaten op de zetel tv te kijken. Hij sloot zich aan bij zijn ouders en vroeg aan zijn vader: “ Pa, wat is ‘pertuleren’?” “Aha,” glimlachte zijn vader, “ik herinner me nog, dat toen ik zo oud was als jij, ik dezelfde soort vragen stelde. Misschien zal ik het ooit eens aan je uitleggen, maar niet vandaag.” Tommy liet een flauwe zucht van desillusie en draaide zijn hoofd naar de televisie. Hij hoorde de nieuwslezer zeggen: “EEN SCHIETPARTIJ IN MOSKOU: MINSTENS 15 DODEN.”