M
T
B
-
V A
K
A
N
T
I
E
Istrië Bike & beach aan de Adriatische Zee TEKST: ARJAN KRUIK FOTO’S: WWW.ON26.EU
Wie Istrië zegt, denkt aan een helderblauwe zee, pittoreske havenplaatsjes en paradijselijke baaien. Maar Istrië is méér dan dat. Wie de moeite neemt z’n mountainbike mee te sjouwen naar dit voormalige Joegoslavische schiereiland in de Adriatische Zee ontdekt een goed ontwikkeld mountainbikegebied dat bikers van iéder niveau volop avontuur biedt. BIKE & trekking liet zich verrassen door de imposante natuur en het uitgebreide routenetwerk en vergat natuurlijk ook niet te genieten van de zon en de zee. Wie een mountainbikevakantie voorbereidt, denkt natuurlijk niet in de eerste plaats aan Istrië. Immers, dit Kroatische schiereiland is vooral bekend bij zonaanbidders. Het klimaat is er ook naar: warm, droog en zonnig. Toch is Istrië beslist wel een mountainbikebestemming. Tenminste, daar probeert Martin Cotar ons vurig van te overtuigen als we hem spreken op een internationale reisbeurs. De Istrische Kroaat Cotar is voormalig wegrenner en niet eens zo’n onsuccesvolle. In 1999 werd hij Europees kampioen tijdrijden voor rijders onder de 23. Maar goed, dat is tien jaar geleden. Sindsdien heeft Cotar ook een passie ontwikkeld voor fietsen met dikke noppenbanden. Sterker, hij heeft van het mountainbiken een fulltime beroep weten te maken. Niet als wedstrijdrijder, niet als shopeigenaar of importeur, maar als bikespecialist bij Istria Bike, de afdeling binnen het Istrische Bureau voor Toerisme dat verantwoordelijk is voor de promotie van het mountainbiken op het schiereiland. Daar is hij verantwoordelijk voor het op de kaart zetten van
Istrië als mountainbikebestemming. “Ik heb overal al gebiked - Zwitserland, Oostenrijk, Italië - en ik ben tot de ontdekking gekomen dat ons land minstens zoveel te bieden heeft”, vertelt hij lovend. Om daaraan toe te voegen dat we zelf maar de proef op de som moeten komen nemen. We laten ons overtuigen, met in ons achterhoofd de geruststellende gedachte, dat mócht het daar qua biken niks zijn, we altijd nog kunnen terugvallen op een paar dagen strand en zee. Ook niet verkeerd, zo op z’n tijd. En dus vetrekken we ergens in mei naar Istrië, onze eigen bikes in de bagage en niet al te hooggespannen verwachtingen in ons hoofd. Daar komen we al snel op terug. Wat blijkt namelijk: Martin Cotar is een workaholic en - wellicht omdat hij ex-topsporter is - perfectionist. En daarom is bij hem niks halfhalf. Nee, bij Martin - die Istria Bike zo’n beetje als een onemanshow draait - is het álles of niets. En in dit geval dus alles. Goede Nederlandstalige website? Check. Goed kaartmateriaal? Check. Hoogteprofielen? Check. Downloadbare gps-routes? Check. Bikehotels? Check. Kortom, alles waarin Oostenrijk en Zwitserland als bikebestemming uitblinken, is óók in Istrië aanwezig. En daarmee doet zich een probleem voor. Het routeaanbod is namelijk zó uitgebreid, dat we in de twee dagen die we tot onze beschikking hebben maar een fractie kunnen ontdekken van de bikemogelijkheden die Istrië biedt. Om zelf te proeven van de veelzijdigheid en variatie van het gebied fietsen we daarom eerst een korte, relatief vlakke kustroute van nog geen dertig kilometer, die start in het eeuwenoude havenplaatsje Rovinj. De tweede dag reserveren we voor een
dubbel zo lange tocht in het noordoosten van het schiereiland, in een berggebied met de naam Ucka, dat toppen heeft tot ruim 1.400 meter. De kust We starten onze fietsdag in Rovinj, halverwege de westkust van Istrië. De geschiedenis van het stadje gaat heel ver terug, nog tot voor de Romeinse tijd. De langste tijd van z’n geschiedenis maakte Rovinj deel uit van de Italiaanse stadstaat Venetië. Die invloed is nog steeds terug te zien in de gebouwen. Het was altijd een versterkte stad op een eilandje voor de kust, maar sinds het eind van de 18e eeuw is het - nadat men de zee tussen het eiland en het vasteland volstortte - een schiereiland. Voor we met fietsen beginnen doen we eerst een cappuccino bij Batana, een bar in het oude centrum van Rovinj die volgens Martin de beste chocoladecake van heel Istrië serveert. Sterker, van heel de wereld, maar we leren Martin inmiddels wat beter kennen en hij is nogal van de overtreffende trap. Maar eerlijk is eerlijk, de cake gaat er prima in. De zeer aangename buitentemperatuur en de top ambiance dragen natuurlijk beslist bij aan de smaakbeleving. De route - een van de vijf die de streek rondom Rovinj rijk is - start aan de zuidkant van de stad en loopt de eerste zeven kilometer zonder veel hoogteverschil pal langs de zee. Dat biedt een schitterend uitzicht en volop verleiding om de bikes te laten voor wat ze zijn en een duik te nemen in het helderblauwe water van één van de vele idyllische baaien die we passeren! Als de route landinwaarts gaat, doemen de eerste klimmetjes op, maar ernstig zijn ze nooit. De kuststrook van dit deel
Wie gaat biken in Istrië komt ook om te genieten van de eeuwenoude cultuur die terug gaat naar de tijd van vóór de Romeinen. De schoonheid van het Ucka-natuurpark is eigenlijk niet in beelden te vangen. Het is een unieke ervaring om door het nagenoeg ongerepte landschap te biken.
BIKE & TREKKING 91
XX BIKE & TREKKING
“Istrië heeft ons compleet verrast. Bikers van alle niveaus komen hier volledig aan hun trekken!”
van Istrië is niet meer dan glooiend en dat levert comfortabele mountainbikeroutes op. Over verlaten landweggetjes en karrensporen, over velden en door bossen en oude dorpjes slingert de route zich een weg terug naar Rovinj. Niet technisch uitdagend of conditioneel zwaar, wel prettig ontspannen, zodat we heerlijk kunnen acclimatiseren. Immers, tussen de dertig graden die we hier in Istrië hebben en de twaalf graden die we bij ons vertrek uit Nederland nog ondervonden zit wel een heel groot gat! En omdat we het vakantiegevoel aan het eind van de rit toch nog even willen vasthouden, strijken we neer op één van de vele terrassen die het oude havengebied rijk is en genieten van een heerlijke mediterrane maaltijd. En omdat daar óók een goed glas wijn bij hoort, houden we het vandaag voor wat betreft het fietsen verder voor gezien. Morgen, op de flanken van het Ucka-gebergte, krijgen onze benen waarschijnlijk nog genoeg te verduren. Het binnenland Met de auto rijden we helemaal naar het noordoosten van het Istrische schiereiland. De weg vinden is niet zo moeilijk. Als snel tekenen de toppen van de Ucka zich hoog en helder tegen de horizon af. De route die vandaag op stapel staat is zo’n vijftig kilometer lang en telt ruim 1.200 hoogtemeters. Of 480 meters meer, als je ervoor kiest de berg Vojak te beklimmen. Met 1401 meter is dat de hoogste berg van Istrië. Vanaf de top is bij helder weer het gehele schiereiland te overzien. Gids Martin Cotar is er vandaag niet bij, maar hij heeft ons ruimschoots voorzien van kaartmateriaal en goede adviezen. We beginnen
er gelijk mee die adviezen in de wind te slaan; als we het hoogteprofiel bestuderen komt het ons onlogisch voor dat de beklimming verloopt over steile steenslagpaden en de afdaling over relatief vlakke asfalt- en gravelwegen. Dat gaan we dus net andersom doen! Ons startpunt is het dorpje Lupoglav, pal aan de autoweg die Istië met de rest van Kroatië verbindt. Klinkt druk, maar al na de eerste meters rijden we een soort van niemandsland in. Langzaam slingert de asfaltweg zich de bergen in en auto’s of mensen komen we nauwelijks tegen. Dat wordt nóg minder als we na vijftien kilometer gestadig klimmen een onverharde weg indraaien die ons oostwaarts meevoert, verder de bergen in. De weg blijft klimmen, maar het stijgingspercentage is relatief vlak en vooral erg gelijkmatig. Zo besparen we energie en kunnen we volop genieten van het imposante landschap. Hebben we op de eerste vijf kilometer van de steenslagweg nog uitzicht op de bewoonde zuidkant van de Ucka, als we de eerste kam overgestoken zijn lijken we door compleet ongerept landschap te fietsen. Geen huizen, geen koeien, geen schapen, helemaal niets, alleen ruige rotswanden, dichte eikenbossen en - op de hoger gelegen delen - gras en heide. Met het oversteken van de kam op 932 meter hebben we ook het hoogste punt bereikt en heerlijk ontspannen cruisen we langs de glooiende weg omlaag door deze overweldigende natuur. Op precíes de helft van de route ligt een tweesprong. Links de officiële steenslagweg, rechts een smallere kronkelweg die er in ieder geval op de kaart heerlijk uitziet. Want: de weg volgt bijna geheel de hoogtelijnen in de kaart. En komt tien kilometer verder en ruim honderd
hoogtemeters lager weer uit op de ‘officiële’ route. De keuze voor het alternatief is een gelukkige keuze. Als een achtbaan in Disneyland slingert de weg zich door een donker woud. De berghelling is bezaaid met grote, witte rotsblokken met daartussen de dikke, met mos begroeide stammen van oeroude loofbomen. De crew van Lord of the Rings had voor de juiste sferen echt niet helemaal naar Nieuw-Zeeland hoeven afreizen, bedenken we. Hoe mooi de omgeving ook is, er gaat meer aandacht naar het fietsen. Omhoog, omlaag, naar links, naar rechts; het onder controle houden van de bike vraagt om volop aandacht. En met een dikke smile op onze gezichten en een stofwolk achter onze rug bereiken we de tweesprong waar we weer aansluiting vinden op de officiële route. Eerst dalen tot zo’n zeshonderd meter en dan over een redelijk drukke asfaltweg omhoog tot ruim negenhonderd meter. Pittig, want de stijgingspercentages lopen nu wel op en zijn regelmatig meer dan 14%. Dat voelen de beentjes wel! Toch zijn we uiteindelijk redelijk snel boven en kunnen we de asfaltweg weer verlaten voor de laatste tien kilometer van de route. Bijna missen we het paadje, zo verscholen ligt het tussen de bomen. Over keien en wortels knallen we naar beneden. Onvoorstelbaar, dat de officiële route andersom loopt! Dit wil je echt liever dalen dan klimmen. Hoogtemeter na hoogtemeter slingert het smalle karrenspoor zich naar beneden. De bike en het landschap vragen in gelijke mate om aandacht. De bike vanwege de stuur- en remtechniek die op de proef gesteld worden, het landschap omdat het in al z’n ruige verlatenheid werkelijk adembenemend prachtig is. Acht kilometers verder en vijfhonderd
Don’t do this at home. ‘Wegomlegging’ met zeezicht nabij Rovinj. Mmh, da’s lekker, na een paar uurtjes stof happen op de Istrische biketrails.
BIKE & TREKKING 93
Smalle kustpaadjes brengen bikers op de mooiste plekjes.
hoogtemeters lager zit het erop. Althans, bijna dan. In het gehucht Brest Pod zijn we even de weg kwijt. Te ver doorgereden. Met een mix van Italiaans en Engels en mét hulp van zo’n beetje het halve dorp geraken we weer op de juiste weg. Volledig verzadigd en toch ook best wel vermoeid rollen we de laatste meters over asfalt terug naar de auto. Wat later zijn we aangeschoven aan een grote tafel in een lokale konoba, zeg maar herberg. De
I
N
F
Oók wie van lekker eten houdt kan in Istrië z’n hart ophalen. Konoba Astarea in Brtonigla wordt tot de beste visrestaurants van de streek gerekend. Wij kunnen niets anders doen dan deze kwalificatie beamen.
overheerlijke wildgoulash met gnocci gaat er goed in, hetzelfde geldt voor de grote pot bier. We laten ons het gerstenat goed smaken en bedenken ondertussen dat Istrië ons compleet verrast heeft. Dit is écht een top mountainbikebestemming! Bikers van alle niveaus komen hier volledig aan hun trekken. Wie het rustig aan wil doen en naast het fietsen ook wil genieten van oude stadjes, historische monumenten en mediterrane baaien kan
terecht op een van de vele kustroutes. Bikers die hun hand niet omdraaien voor een paar honderd hoogtemeters meer of minder kunnen zich uitleven op de biketrails in het noorden en noordoosten van het schiereiland. Kortom; Istrië biedt als bikebestemming voor elk wat wils. Voor ons was het de eerste keer, maar beslist niet de laatste...
O
Algemeen Istrië maakt deel uit van Kroatië. Toch voelen de bewoners van het schiereiland zich eerder Istriër dan Kroaat. Dat komt vooral door de
geschiedenis die dit deel van de Balkan heeft doorgemaakt. Grieken, Romeinen, Venetianen, Oostenrijkers en Italianen hebben flink hun stempel op Istrië gedrukt.
Als toeristische bestemming is Istrië niet nieuw. Al in de negentiende eeuw bracht de bovenklasse uit het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk - toen de baas in Kroatië - zijn vakanties door aan de Istrische kust. Het relatief milde klimaat speelt daarbij zeker mee. De zomers zijn warm en droog, maar niet té warm. Ook de winters zijn mild, met temperaturen die zelden onder de tien graden komen. Dat maakt Istrië ook in voor- en najaar een prima mountainbikebestemming. Meer algemene info op www.istra.hr. Mountainbiken Istrië is op het vlak van routes en bike-infrastructuur nog niet zo ver als Oostenrijk of Zwitserland, maar wel hard met een inhaalslag bezig. Het beste bewijs is de (Nederlandstalige) website www.istria-bike.com, een initiatief van het Istrische Bureau voor Toerisme waarop niet alleen routebeschrijvingen, maar ook digitale kaarten, hoogteprofielen, gps-tracks en accommodaties te vinden zijn. Op het virtuele world wide web is dus alles tiptop, in de reële wereld moet nog wel wat gebeuren. Ten tijde van ons bezoek (mei 2009) waren nog niett alle routes gemarkeerd. Medio 2010 zijn de markeringen klaar. Tijdens ons bezoek aan Istrië hebben we voor de route bij Rovinj gebruik gemaakt van www.istria-bike.com. De route door het Ucka-gebergte kwam van een kaart uit de BIKE & walking-reeks van de Kroatische uitgeverij Mateus, een serie van zes mountainbikekaarten
94 BIKE & TREKKING
die geheel Istrië afdekt. Niet alleen zijn routes ingetekend, maar ook hoogteprofielen. De kaarten zijn bij alle VVV’s en bikeshops in Istrië te koop. De routes op de BIKE & walking-kaarten zijn deels dezelfde routes als op www. istria-bike.com, deels andere routes. Tot slot over routes: er valt op Istrië nog heel veel te ontdekken. Niet alleen door zorgvuldige kaartstudie en een gezonde dosis nieuwsgierigheid, maar ook door ogen en oren open te houden. Zo kwam de tip om naar het Ucka-gebergte te gaan van de eigenaar van de shop Bike Point in Porec, waar we toevallig binnenliepen om een setje nieuwe schijfremblokjes te scoren. ‘Go to Ucka and use your imagination’, vertelde hij razend enthousiast, terwijl hij met zijn vinger over de routekaart gleed, ‘you can bike here everywhere. You just have to go and find out! out!’