januari 2013 Jaargang 2 - Nummer 1
Expertisecentrum Mobiele Techniek
Opmars CAN-bus/ISO-bus In dit nummer o.a.:
‘Een goede monteur luistert naar de klant’ Twee nieuwe trainers aan het woord ‘We realiseerden ons dat trainen ook een vak is’
januari 2013
Hans Brummelaar van Case IH en Steyr:
Jaargang 2 - Nummer 1
‘Een goede monteur luistert naar de klant’
POWER+ Magazine Inhoud 3
‘Een goede monteur luistert naar de klant’ Hans Brummelaar van Case IH en Steyr
4
‘Theorie en praktijk wisselen elkaar vlot af’ Nieuwe trainer Mobiele Techniek Henry van Ommen
5
‘Verdieping en contact met cursisten het mooist’ Nieuwe trainer Mobiele Techniek Marc Geltink
6
‘We realiseerden ons dat trainen óók een vak is’ Dealertrainingen voor GEA Farm Technologies
8
‘Tijdwinst en gemak wegen tegen de kosten op’ Trainer Wim Geluk over opmars CAN-bus/ISO-bus
POWER+ is een uitgave van PTC+ PTC+ Zandlaan 29, 6717 LN Ede Postbus 32, 6710 BA Ede
Tel: 088 020 6400 Fax: 088 020 6401 E-mail:
[email protected] Internet: www.ptcplus.com
Colofon Redactie: Fotografie: Vormgeving: Druk:
2
Jos Steehouder Henk Ruitenbeek, Jos Steehouder, Jaap Wouda Tim Aarnink Senefelder Misset, Doetinchem
“Een goede monteur luistert, naar het
Nieuwe techniek
geluid van de trekkermotor, maar beter
Technische ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. De ene technische ontwikkeling lokt de andere uit en die wordt op zijn beurt weer opgevolgd door een andere. Dat maakt dat we leven in een wereld waarin geen dag hetzelfde is als de voorgaande.
nog naar de klant. Om goede service te verlenen moet je je in die klant kunnen verdiepen, een beetje in zijn huid kruipen.” Dat vindt Hans Brummelaar,
In die wereld bewegen we ons ook als expertisecentrum Mobiele Techniek van PTC+. Al die nieuwe technische mogelijkheden vragen om de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en soms ook nieuw ondernemerschap. Soms loop je het gevaar dat je dat niet ziet, omdat je bezig bent met de waan van de dag. Bij PTC+ zijn de deelnemers aan onze trainingen er even helemaal uit, los van het dagelijks werk. Dat is belangrijk. Vergelijk het met het kijken naar een schilderij: je kunt er met je neus bovenop zitten, maar om te kunnen genieten van het hele werk moet je even een paar stappen achteruit zetten. Dan zie je vaak méér. Een voorbeeld: vanaf januari wordt geen rode diesel meer verkocht. We maken de restjes op, maar over een half jaar mag bij landbouwwerktuigen geen spoortje rode diesel meer worden gevonden. Dat gaat de landbouwsector geld kosten, dat is zeker. Toch zijn deze hogere brandstofprijzen ook een aanmoediging om efficiënter te werken. Daarvoor zetten we de modernste technieken in, ontwikkeld door de fabrikanten van agrarische machines. Helaas worden nog lang niet al die mogelijkheden optimaal benut. PTC+ helpt daarbij: onze trainers weten alles van de ontwikkelingen rond brandstofbesparing en precisielandbouw. In dit magazine POWER+ leest u daarvan de voorbeelden. Zo kunnen kostenverhogingen op den duur wellicht weer leiden tot kostenverlagingen. De bekendste voetballer van ons land zei het al: ‘elk nadeel hep een voordeel’. Zo is het maar net. Ik wens u veel leesplezier in deze aflevering van POWER+.
sales manager van Case IH en Steyr in de Benelux. “Dat is één van de redenen waarom wij veel dealertrainingen bij PTC+ in Ede hebben ondergebracht en daar ook specifieke producttrainingen voor verkoop op maat organiseren.” Hans Brummelaar: “Investeren in jongeren die een toekomst zien in het vak”.
Brummelaar kent de traditie van trainen bij PTC+ al sinds de tijd dat hij zélf trainingen volgde in zijn jonge jaren. “Natuurlijk is PTC+ meegegroeid met zijn tijd. Maar wat me opvalt is dat het praktijkgerichte karakter van de trainingen is gebleven en nog altijd hét sterke punt is, gecombineerd met een soort no-nonsens aanpak die me erg aanspreekt. En onze dealers denken er hetzelfde over.” Case IH en Steyr zijn onderdeel van het enorme CNH-concern, dat in de afgelopen decennia is ontstaan als gevolg van een flink aantal megafusies. Binnen dat concern is plaats gebleven voor verscheidene grote en bekende merken zoals Case, New Holland en Steyr. “Het is gelukt om binnen één concern het DNA te bewaren van drie verschillende merken. Dat is bijzonder omdat is besloten om binnen het concern werk te maken van een tamelijk vergaande technische integratie van de merken. Toch is het gelukt om de karakters van de merken te behouden, daar zijn we heel blij mee.”
Degelijk
Jenny van den Bovenkamp Directeur PTC+
Brummelaar is verantwoordelijk voor de verkoop van Case IH en Steyr. Samen hebben deze twee merken ongeveer 10 tot 12 procent van het marktaandeel. “Case IH kun je misschien het best vergelijken met Volkswagen: degelijk, zuinig, sterk en met een vaste groep boeren en POWER+ Magazine
Nr. 1 - januari 2013
loonwerkers als klant. Zij willen met dit merk gezien worden, omdat het unieke en bijzondere trekkers zijn, met een eigen karakter. Zelf hangen we vooral de begrippen ‘kracht’ en ‘comfort’ aan Case IH. De trouwe, loyale aanhang is gebleven en dat willen we zo houden door zoveel mogelijk persoonlijke vakgerichte service te bieden.” Hetzelfde geldt voor Steyr, zegt Brummelaar. “We zien Steyr vooral als een eigenzinnig merk. Zeg maar een beetje de Saab onder de trekkers, ofschoon die vergelijking in verband met het faillissement van Saab wellicht niet zo gelukkig is. Steyr is in tegenstelling tot Saab gelukkig kerngezond. Maar waar de vergelijking opgaat is de exclusiviteit en de eigenzinnigheid van het merk. We zetten het in de markt met het sleutelbegrip ‘slimme techniek’, die je terugvindt in de bediening, maar ook de styling en de kleurstelling. Zeker: loonwerkers en boeren zijn daar gevoelig voor. “Voor vrijwel alle trekkermerken geldt dat ze een trouwe en loyale vaste aanhang hebben. Dat is iets dat overgaat van vader op zoon. Dealers en merken blijven daar uiteraard sterk rekening mee houden, door het karakter, kwaliteit en imago van merken goed te borgen. In het verlengde daarvan ligt de opleiding van monteurs. Zij zijn de vertegenwoordiger van het merk bij de klant en dus de vooruitgeschoven post
» 3
van de fabrikant, zo kun je dat zien. Vandaar dat we veel belang hechten aan hun opleiding en training. Vandaar ook de keuze voor PTC+.” De monteurs van het dealernetwerk Case IH en Steyr komen zeer regelmatig bij het Expertisecentrum Mobiele Techniek van PTC+ in Ede voor technische trainingen. “De trainers zijn altijd op de hoogte van de laatste technische ontwikkelingen.”
Vanzelfsprekend “Op zichzelf vinden we dat vanzelfsprekend, maar in combinatie met de praktijkgerichte aanpak, is het wel een erg sterke combinatie”, zegt Brummelaar. “De trainingen zijn to the point en het valt op dat onze dealers melden dat hun monteurs eigenlijk direct na een training meer vaardigheden en kennis kunnen toepassen. Dat is natuurlijk heel belangrijk. Onze dealers worden daar blij van.”
Naast de dealertrainingen is Case IH en Steyr in september 2012 begonnen met een bedrijfsschool voor jonge monteurs, veelal schoolverlaters van het VMBO-niveau. “In eerste instantie hebben we dat bescheiden ingezet met vijf jongens. Het gaat om leerling monteurs die in dienst zijn bij onze dealers en bij PTC+ de opleiding volgen. Dat leidt tot bedrijfsgebonden opleidingen, die gericht zijn op de praktijk van het merk en het bedrijf. Het levert sneller rendement, maar leidt wel naar een officieel erkend diploma.” “Het valt op dat dat die jongens al in korte tijd na het begin van hun opleiding inzetbaar zijn binnen het bedrijf. Het grote voordeel van de opleiding is dat PTC+ het curriculum verzorgt en de kandidaten helpt selecteren. Dát is namelijk voor een doorsnee bedrijf een groot probleem: hoe herken je talent en motivatie? Je wilt namelijk investeren in jongeren die echt een toekomst zien in het vak en willen doorgroeien. De ervaringen tot dusver zijn heel goed.”
De nieuwe trainer wil stap voor stap verder groeien in het vak. “Zowel op het gebied van kennis als van didactische vaardigheden heb je als praktijkman in de rol van trainer veel te leren. Ik vind het mooi dat ik die kans hier krijg. PTC+ is een positieve, vooruitstrevende organisatie. Het is bovendien een ondernemende club en dat biedt veel kansen.
Mijn ambitie is om later dealertrainingen te gaan doen en vaker internationale groepen. Ik hoop zelf ook ondernemender te worden door bijvoorbeeld plannen te ontwikkelen voor nieuwe trainingen. Maar dat gaat stapsgewijs.”
Nieuwe trainer Mobiele Techniek Marc Geltink:
‘Verdieping en contact met cursisten het mooist’ Als jurylid voor vakkanjers kwam Marc Geltink (36) de afgelopen jaren al regelmatig over de vloer bij PTC+ in Ede. Maar sinds mei vorig jaar is het ritje naar Ede dagelijkse kost geworden. Hij verruilde zijn werk als technisch dealerondersteuner bij Slootsmid
Nieuwe trainer Mobiele Techniek Henry van Ommen:
in Laren voor een baan als trainer mobiele techniek bij PTC+. Bijzonder: Marc werd in
‘Theorie en praktijk wisselen elkaar vlot af’
1996 zelf derde bij de vakkanjerswedstrijd. “Dat was mooi, maar liever was ik eerste geworden. Ik leg voor mezelf nu eenmaal de lat altijd hoog. Ook in het trainersvak.”
Al op zijn tiende jaar wist hij al wat hij wilde worden: trekkermonteur, niets anders. Als zoon van een automonteur kwam Henry van Ommen (32) al jong in aanraking
Koud begonnen bij PTC+, kon Marc direct bewijzen wat hij waard is. De eerste training die hij verzorgde, bestond uit een hele trainingsweek hydrauliek voor Duitstalige fabrikanten en zeer ervaren monteurs. “Dat vergde veel voorbereidingstijd, niet alleen technisch, maar ook voor de taal. Ik heb een week taaltraining gevolgd om het technisch Duits onder de knie te krijgen. Ik vond het mooi dat PTC+ mij zo snel het vertrouwen gaf om zo’n kwalitatief hoogstaande training te geven.”
met de wereld van de werkplaats, die van het sleutelen onder de motorkap, van techniek en gereedschappen. “Maar die grote trekkers trokken me toch nóg meer dan de auto’s. Het zijn imposante machines met veel kracht.”
Kijk naar het imposante postuur van Henry en je snapt zijn fascinatie voor puur vermogen. Hij begon na de LTS autotechniek als leerlingmonteur bij een mechanisatiebedrijf en klom op tot servicemonteur bij Twentrac in Holten . In juli maakte hij de overstap naar het vak van trainer.
Niet zuinig
4
het Engels opzetten voor een groep ingenieurs. Gelukkig had ik veel voorbereidingstijd samen met Marc Geltink. Eenmaal voor de groep ging het bijna vanzelf. Ik heb het kennelijk goed gedaan, want bij de evaluatie kreeg ik van iedereen een positieve beoordeling.”
Bescheiden
“Ik kende PTC+ al vrij goed, doordat ik als cursist en later als monteur in Ede allerlei trainingen heb gedaan. De sfeer was hier altijd goed en het leek me mooi om het trainersvak in te gaan. Ik vind het een uitdaging om mijn ervaring over te dragen op de nieuwe generatie en ze wegwijs te maken in het vak.”
Ondanks de vrij heftige maar goed verlopen start blijft Van Ommen bescheiden. “Ik merk dat het een groot verschil is of je zelf weet hoe iets functioneert of dat je dat moet uitleggen aan andere mensen. Dat is steeds een mooie uitdaging. Het is een hele stap van monteur naar het trainersvak, het is een wereld van verschil. Ik ben toch meer trainer dan leraar, ik ben meer van de praktijk dan van de theorie.”
Van Ommen roemt bij PTC+ vooral de vrijheid die hij krijgt om in het vak te groeien. “Die vrijheid heb je als monteur in zekere zin ook; dat past me wel. Verschil is dat je als trainer veel dieper ingaat op de vraag waarom iets werkt zoals het werkt. In de praktijk heb je daar nauwelijks tijd voor.” Hij werd wel meteen in het diepe gegooid. “Ik moest als eerste een hele week training hydrauliek voor wegenbouwmachines in
“Ik train nu vooral groepen BBL’ers. Deze jongens zijn goed gemotiveerd voor het vak. Ik probeer de dagen zo in te delen dat theorie en praktijk elkaar vlot afwisselen. Zo kun je die jongens boeien en ze goed aan het werk zetten. Het principe van learning by doing, wat de kern van de activiteiten van PTC+ nu eenmaal is, past heel goed bij mij. Zo zit ik zelf ook in elkaar.” POWER+ Magazine
Marc Geltink komt graag goed beslagen ten ijs: daarom is hij thuis heel wat avonden druk met het doornemen van de theorie van aankomende trainingen. “Ik wil goed voorbereid zijn. Als praktijkman weet je meestal wel hoe de dingen werken, maar op de training besteed je ook veel aandacht aan het waaróm. Dat trekt me zo in dit vak: de verdieping in de techniek en het contact met de deelnemers. Eerlijk gezegd: hoe mooi het werk ook in de praktijk is, ik zag mezelf niet tot mijn pensioen in de werkplaats bezig.”
Vrije zaterdagen Wie nu denkt dat Marc het daadwerkelijke sleutelen vaarwel heeft gezegd, zit er toch naast. Op de meeste vrije zaterdagen trekt hij toch nog zijn overall aan en is hij in een grote schuur bij huis bezig om bijvoorbeeld landbouwmachines om te bouwen. “Het is een soort kleine onderneming. Als het zo uitkomt, klus ik wat aan landbouwwerktuigen voor boeren in de omgeving. Maar dat doe ik vooral voor de lol. Het sleutelen zit nu eenmaal in mijn bloed en daar kan ik me in uitleven op zaterdag.” Een belangrijk uitgangspunt in het concept van PTC+ is dat de deelnemers aan de training zelf ontdekken hoe iets werkt. “Dat sluit helemaal
Nr. 1 - januari 2013
aan bij hoe ik in elkaar zit. Het is niet mijn ding om de oplossingen aan te dragen. Maar waar het echt om gaat is dit: als je als deelnemer aan één van onze trainingen de oplossing zelf moet ontdekken, dan blijft de kennis veel beter hangen. Als trainer leer je ook veel van de zeer ervaren monteurs. Die komen soms met vragen of oplossingen die ik nog niet had bedacht. Ik heb als trainer niet alle wijsheid in pacht. Ik sta uiterlijk misschien heel rustig voor een groep, maar van binnen is dat soms nog heel anders.”
Zelfstandig Bij PTC+ wordt veel zelfstandigheid verwacht, heeft Geltink gemerkt. “Dat proberen we cursisten aan te leren, maar dat geldt ook voor de trainers. Als ik iets meer wil weten van een ander vakgebied, dan moet ik zelf het contact zoeken met een van de desbetreffende collega’s en zelf regelen dat iemand tijd voor me vrijmaakt, het wordt je niet op een presenteerblaadje aangereikt.” Geltink geeft veel trainingen op het gebied van hydrauliek en het BBLtraject voor het Verticaal Transport, ofwel hijskranen. “Het is wel mooi dat ik me nu op zo’n vakgebied kan richten. De laatste jaren heb ik bij een importeur gewerkt en dan zie je maar één merk, hier leer ik veel bij over andere merken en over hijskranen.”
Toekomst Marc is ambitieus, maar realistisch als hij naar de toekomst kijkt: “ Ik vind mezelf als trainer geslaagd als ik alle trainingen mobiele techniek kan verzorgen. Ik wil compleet allround worden: ook elektro, transmissies en dergelijke. Maar dan heb ik nog wel een lange weg te gaan”. Je bent nooit te oud om te leren.
5
Dealertrainingen voor GEA Farm Technologies
nieuwe specialismen: montage; het inregelen van het computergestuurde melkproces; het begeleiden van de veehouder; het onderhouds- en servicewerk.”
‘We realiseerden ons dat trainen óók een vak is’
Basiskennis De samenwerking met PTC+ is er de afgelopen jaren op gericht geweest om de algehele basiskennis van monteurs te verhogen. Bij de 17 dealers voor melkwinningsapparatuur werken een kleine honderd monteurs. De meesten van hen volgden trainingen bij PTC+ in Oenkerk of het Limburgse Horst. “Dat waren bijvoorbeeld trainingen NEN 3130, frequentiesturing en DairyPlan training. Maar ook volgden vijftig man de training ‘monteur als ambassadeur’. Communicatie is immers wezenlijk bij de ervaring van de dienstverlening.” Lokhorst hoort positieve reacties van de dealers die hun monteurs de PTC+ trainingen hebben laten volgen. “Er is grote tevredenheid over de trainingen en de kennis en vaardigheden die de deelnemers mee naar huis nemen.” Het verbaast hem daarom dat het nog betrekkelijk veel moeite kost om deelnemers naar de trainingen te krijgen. “Als we zelf een training organiseren zit het snel vol, maar als PTC+ het doet, moeten we de dealers over de streep trekken. Ik heb het gevoel dat de dealers zichzelf nogal overschatten, tegelijkertijd realiseren we ons dat
we van de dealers een hele investering vragen in opleidingskosten. Samen met PTC+ gaan we daar een oplossing voor vinden. Uiteindelijk willen we komen tot een officiële GEA-certificering, waarvoor trainingen onontbeerlijk zijn. Uiteindelijk gaan we voor 100 procent dekking van onze trainingen. We vinden die kwaliteit voor ons merk essentieel.”
Aandacht Dirk Lokhorst merkt dat bewuste aandacht voor trainingen, maar ook voor uitstraling van het merk zijn vruchten begint af te werpen. “Bij de grote trekkermerken zie je dat boeren en loonwerkers opgroeien met een merk en daar levenslang mee verbonden blijven. Dat is iets wat wij ook willen bereiken. Dat een boer trots is als hij een GEA-overall aantrekt. Vanuit die invalshoek kijken wij ook naar de mogelijkheden van een bedrijfsschool van GEA, zoals meerdere grote merken die hebben bij PTC+. Het is moeilijk om goede nieuwe jongens te krijgen. Vanuit de certificering verwachten we in de komende jaren niet alleen 100 melkmachine monteurs op te leiden maar ook 150 monteurs voor de stalinrichting te trainen. Zie er maar aan te komen, jonge jongens hebben liever geen vieze handen. Wellicht ligt een deel van de oplossing in een grotere aantrekkelijkheid van ons bedrijf en de sector door opleiding en toekomstperspectief aan elkaar te koppelen.”.
“We zijn eigenlijk verbaasd hoe goed het gaat”, zegt Dirk Lokhorst van GEA Farm Technologies Nederland BV. Monteurs van de geavanceerde GEA melkwinningsapparatuur volgen sinds drie jaar trainingen bij PTC+ om hun werk beter uit te voeren. “We waren gewend om onze mensen zelf op te leiden. Maar de technieken worden geavanceerder en het aantal specialismen neemt toe, waardoor ook het aantal trainingen steeds toenam. Dat konden we zelf niet meer aan en uiteindelijk realiseerden we ons dat trainen óók een vak is. Daarom zijn we met PTC+ in zee gegaan.” Dirk Lokhorst: “Er is grote tevredenheid over de trainingen van PTC+”
GEA Farm Technologies Nederland is een van de twee marktleiders in Nederland en België op het gebied van equipment voor de primaire landbouwsector. GEA is bekend om de geavanceerde melkwinningsapparatuur, maar biedt de melkveehouder apparatuur en dienstverlening voor het totale bedrijf: van stalinrichting tot automatische voersystemen voor zowel brok- als ruwvoer. “We zijn wereldwijd actief en werken overal op dezelfde manier: via dealernetwerken. Dicht bij de klant, met korte servicelijnen”, zegt Lokhorst.
Service Daar gaat het dus om bij GEA: een persoonlijke en vakbekwame service. De tevredenheid van de klant wordt voor een groot deel afgemeten aan de vakkennis en de serviceverlening door de monteurs met
6
wie de melkveehouder te maken krijgt bij onderhoud en onverhoopte storingen. Lokhorst: “De apparatuur is in de afgelopen tien jaar snel geavanceerder geworden. De schaalvergroting in de landbouw zorgt voor steeds grotere bedrijven. Er is weinig tijd om rustig naar de oorzaak van een storing te zoeken. Dat stelt hoge eisen aan onze monteurs. Ingrijpen en herstellen moet snel. Sommige installaties melken duizend koeien op een dag.” Vooral de intrede van ICT en moderne elektronica hebben het vak veranderd, zegt Lokhorst. “Meestal komt de monteur er met een uitstekende handleiding nog wel uit, want ze kennen de componenten op hun duimpje. Maar het bouwen en onderhouden van een melkstal is veel meer dan het in elkaar schroeven van de onderdelen. Er ontstaan POWER+ Magazine
Nr. 1 - januari 2013
7
Trainer Wim Geluk over opmars CAN-bus/ISO-bus:
‘Tijdwinst en gemak wegen tegen de kosten op’ Even de laptop aansluiten, een diagnoseprogramma opstarten en in een mum van tijd staat op je scherm wat er loos is onder de motorkap van de trekker. Ging er tot twaalf jaar geleden ‘gewoon’ een lampje branden in de cabine, nu verschijnt er een foutmelding op de monitor. “Dankzij de komst van de elektronica in de mobiele techniek is de hele besturing onder de motorkap behoorlijk veranderd”, zegt trainer Wim Geluk van PTC+. Wim Geluk werkt al bijna dertig jaar als trainer bij PTC+. De veranderingen voltrokken zich zo ongeveer onder zijn ogen. PTC+ haakte telkens in op de ontwikkelingen, want met de voortgang van de techniek veranderde het vak van de monteur en dus ook van zijn trainingen. PTC+ biedt daarom op verscheidene niveaus merkgerichte dealertrainingen aan op het gebied van motorelektronica.
lende merken trekkers en landbouwmachines snel en probleemloos aan elkaar worden gekoppeld. “Als de trekker bij wijze van spreken Engels spreekt en de mestinjector Chinees, dan kunnen ze niet goed communiceren. ISO-bus zorgt ervoor dat de overdracht van gegevens op een standaard manier gebeurt en trekker en werktuigen probleemloos communiceren.”
In de autotechniek wordt al sinds de jaren tachtig gewerkt met processoren die alle processen onder de motorkap aansturen en in de gaten houden. De processor is een soort minicomputer en verzamelt de informatie van wat er in de motor gebeurt. Sensoren in de motor zorgen dat de processor de gegevens krijgt: bijvoorbeeld over toerental, snelheid, oliedruk en olietemperatuur. De motorprocessor stuurt de motor ook aan. Gaf je vroeger een dot gas omdat de weg bijvoorbeeld omhoog liep, dan werd dit mechanisch geregeld, tegenwoordig gaat dat elektronisch.
Aparte kabel
Om te zorgen dat die processoren goed met elkaar samenwerken, is er een onderliggend systeem, dat wordt gebruikt om de communicatie tussen sensoren en processoren te regelen: de CAN-bus. Het is de grote regisseur onder de motorkap. “Dit is eigenlijk niets meer dan een dubbele draad waarover de gegevens van de sensoren en processoren heen en weer kunnen gaan. Al die informatie komt bij elkaar op een monitor in de cabine van de trekker. Voor de boer of loonwerker is dit op zichzelf niet zo bijster interessant. Voor hen geldt meestal dat het goed is als de boel maar werkt. Voor hen is het enige verschil dat er geen lampje gaat branden als bijvoorbeeld de oliedruk te hoog wordt, maar dat er een foutcode op de monitor verschijnt.”
Behalve gemak biedt CAN-bus/ISO-bus ook een zeer betrouwbare manier van het aansturen van alle processen in trekker en werktuig. “Er gaat zelden wat mis mee”, stelt Geluk. “En als het misgaat, belt de boer de foutcode door aan de dealer. Op basis daarvan weet de monteur in grote lijnen wat er aan de hand zal zijn. Als er bijvoorbeeld een sensor kapot is dan kan de monteur alvast met een nieuwe langsgaan.”
Wél interessant wordt het voor de boer en loonwerker, op het moment dat de zogeheten ISO-bus om de hoek komt kijken. Dit is in feite de standaardisatie van de manier waarop de boodschappen over de draden worden gezonden. Dankzij ISO-bus kunnen steeds meer verschil-
Omdat ISO-bus op steeds meer nieuwe trekkers en werktuigen wordt toegepast, zijn boer en loonwerker beter af. Voorheen moesten zij voor het landbouwwerktuig een aparte kabel naar de cabine laten lopen met daaraan een aparte monitor. Nu is het een kwestie van ‘plug and play’: de kabel aansluiten en op de monitor in de cabine verschijnen de gegevens van het werktuig en kan die worden bediend. Gemak dient de mens dus. “Zo’n ISO-bussysteem kost wel wat, maar je wint er veel tijd mee en krijgt er gemak voor terug”, vertelt Geluk.
Direct vanaf de introductie van CAN-bus op trekkers heeft PTC+ hiervoor merkgerichte dealertrainingen voor monteurs verzorgd. “Je moet weten wat je moet doen bij storingen, je moet metingen kunnen doen. Soms ligt het hele elektronische systeem plat en krijg je op de laptop geen gegevens meer. Dan moet je natuurlijk wel weten hoe je dat kunt oplossen.” Voor beginnende monteurs in BBL-trajecten wordt inmiddels ook een basistraining gegeven. “Het toepassen van CAN-bus/ISObus wordt steeds meer standaard. Dan is het goed om vanaf het begin van de monteursopleiding de basisprincipes te leren kennen.”
Trainen bij PTC+ is altijd écht www.ptcplus.com