233.080 Reflexief [4]
05-12-2002
10:58
Pagina 1
F O R U M VO O R K AT H O L I E K O N D E R W I J S JA A R G A N G 1
>
NUMMER 4
>
DECEMBER 2002
reflexief Het nieuwe leren PA G I N A 3
Van het nieuwe leren naar de nieuwe school PA G I N A 6
De kanteling van aanbod naar vraag PA G I N A 8
Beter een goede school dan een nieuwe school PA G I N A 1 0
Spelender-wijs: authentiek waardegericht leren PA G I N A 1 4
Bezieling in huisvesting PA G I N A 1 5
Het Gebouw PA G I N A 1 6
Vertrouwen is essentieel PA G I N A 2 0
Versterking van het gemeenschapsbesef PA G I N A 2 4
Het beroep staat centraal
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:58
>
Pagina 2
NUMMER 4
INHOUD PA G I N A 3
PA G I N A 1 5
Wilbert van Walstijn
Wilbert van Walstijn
Van het nieuwe leren naar de nieuwe school!
Het Gebouw
Inleidend artikel op het thema. Wat is ‘het nieuwe leren’?
Impressie van een nieuwe school: Corbulo te Voorburg.
Wat betekent het voor de inrichting van het onderwijs? Welke kritische vragen roept het op.
PA G I N A 1 6
Gerrit-Jan Meulenbeld PA G I N A 6
Vertrouwen is essentieel
Luc Stevens
Het nieuwe leren is helemaal niet nieuw. Interview met
Opvoeden en onderwijzen is dienstbaar
Fontys-Pabo Tilburg. Wat betekent ‘het nieuwe leren’ voor
Stevens kiest in de discussie een empirisch uitgangspunt.
de uitgangspunten van deze opleiding?
Wat weten wij over menselijke ontwikkeling en leren? Volgens hem is ‘het nieuwe leren’ de kanteling van aanbod naar vraag, o.a. van de leraar naar de leerling.
PA G I N A 1 8
Bert ten Berge s.j. Geloven in de school
PA G I N A 8
In deze rubriek gaat Bert ten Berge op zoek naar de
Henk Hoefnagel
inspiratie van mensen in het onderwijs. Dit keer interview
Beter een goede school dan een nieuwe school
met Mipo Descheemaeker, docente godsdienst/levens-
Hoe verhoudt vitaal leraarschap zich met de pedago-
beschouwing aan de katholieke Pabo Zwolle.
giesering van de docent via coachen en begeleiden? PA G I N A 2 0 PA G I N A 10
Peter Jonkers
Thom Geurts
Pleidooi voor versterking van het gemeenschapsbesef
Spelender-wijs: authentiek waardegericht leren
Beschouwing van voorzitter Jonkers van de NKSR naar
Hoe kan in ‘het nieuwe leren’ cultuuroverdracht aan bod
aanleiding van de verschijning van de beleidsnota ‘Bezield
komen? Leren is toch bovenal gelegenheid bieden tot
en zelfbewust’ van de Nederlandse bisschoppen.
ontwikkeling van identiteit en waardeoriëntatie? PA G I N A 2 4 PA G I N A 1 4
Frank Seller
Sibo Arbeek
Het beroep staat centraal
Bezieling in huisvesting
De lerarenopleidingen in Nederland hebben de afgelopen
De kwaliteit van het primaire proces wordt in hoge mate
jaren een keuze gemaakt voor competentiegericht opleiden.
bepaald door het secundaire proces, zoals de kwaliteit van
Interview met twee docenten van lerarenopleiding IVLOS.
de huisvesting. Hoe wordt een school een omgeving met een verblijfskwaliteit?
PA G I N A 2 7
Colofon Reflexief
F O R U M VO O R K AT H O L I E K O N D E R W I J S ACHTERZIJDE
Reflexief = ‘door reflectie kennend’, synoniem van bespiegelend. Dat laatste is afgeleid van het
Bezinning
substantief ‘reflex’ wat ondermeer weerschijn, weerspiegeling, spiegelbeeld betekent. Reflexief is op zoek naar de achtergronden bij actuele ontwikkelingen in onderwijs en samenleving, signaleert trends en tendensen en probeert deze te duiden vanuit een kritische èn katholieke invalshoek. PA G I N A 2
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:58
>
Pagina 3
NUMMER 4
Van het nieuwe leren naar de nieuwe school! WILBERT VAN WALSTIJN
Kleinschalige onderwijsinnovaties ‘van onderop’ worden steeds talrijker, zo vernamen wij op het grootschalige congres van KPC Groep over ‘leren in de 21e eeuw’. Tijdens deze conferentie stonden de schijnwerpers op de scholen die gekozen hebben voor ‘het nieuwe leren’ om zo ‘nieuw onderwijs voor Wim, Zus en Jet’ te kunnen bieden. In de nog altijd futuristisch aandoende tempel van het Evoluon in Eindhoven werd op 20 november een zich ontwikkelend vernieuwingsélan-vanonderop tastbaar. De belangstelling voor de kunst van het leren, voor leerstrategieën, voor het inrichten van een krachtige leeromgeving neemt toe. Leren blijft de kerntaak van de school. Wat is er nieuw aan ‘het nieuwe leren’?
In de aankondiging van het congres omvat ‘het nieuwe leren’ zo’n beetje alle concepten die te maken hebben met modern onderwijs. Dat is nogal wat! Twee zaken zijn daarin van bijzonder belang: 1. Het begrip kennis wordt niet in de eerste plaats in termen van ‘weten’ gedefinieerd, maar het gaat veeleer om het adequaat kunnen ‘handelen’, om de ontwikkeling van competenties; Chanowski, één van de inleiders, betoogt dat kennis slechts beklijft als deze functioneel is voor de gebruiker. 2. Het zelfstandig leren van leerlingen is hét centrale uitgangspunt. Inleider Harry Gankema bracht hier de nuancering aan dat het bieden van een krachtige leeromgeving die uitgaat van ‘het nieuwe leren’ toch ook ‘erg sturend’ kan zijn.
In de vraag naar wat ‘het nieuwe leren’ is, gaat het in wezen om twee zaken: de eerste betreft de vraag waarop leren betrekking heeft; de andere zaak betreft de vraag hoe het leren plaatsvindt of hoe het geleerde verworven wordt. Het zijn zaken die onderscheiden kunnen worden, maar vast te stellen is dat beide zaken bij aanhangers van ‘het nieuwe leren’ vrijwel altijd in samenhang worden gezien. De zelfstandigheid van de leerling in het leerproces maakt het nodig dat het onderwijs niet te zeer gericht is op de overdracht van vastgestelde inhouden (Gankema spreekt over de overdracht van begrippen en definities), maar gericht is op meer functionele kennis en op het verwerven van competenties in een zo natuurlijke en realistische leeromgeving als mogelijk is. Dus naast de traditionele eisen, ontleend aan vakinhouden, is ‘het nieuwe leren’ gericht op het uitbreiden en begrijpen van ervaring. Het leren van leerlingen moet daarom verbonden zijn met hun leefwereld. ‘Het nieuwe leren’ komt in de literatuur onder diverse benamingen voor. Al naar gelang het aspect dat men wil benadrukken, spreekt men over competentiegericht leren, activerend leren, authentiek leren. PA G I N A 3
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
Ve r v o l g v a n p a g i n a 3
10:58
>
Pagina 4
NUMMER 4
‘Er zelf bij zijn’
Wil Derkse van de verschraling van het onderwijs tot het
In de leerpsychologie wordt ‘het nieuwe leren’ gezien als
aanbieden ‘van een gereedschapskistje met skills en tools’.
het uitbreiden en reorganiseren van persoonlijke en unieke
Ook in zijn inaugurele rede over ‘De universiteit als dienst-
voorkennis met nieuwe kennis en hierdoor betekenis te
bare gemeenschap’ neemt hij het op voor ‘het gratuite
geven aan nieuwe ervaringen. Leren is zin geven; het resul-
weten’ en ‘kennis die niet verder hoeft te worden gelegiti-
teert in gedragsverandering. Daarmee wordt het leren sterk
meerd door mogelijke toepasbaarheid’. Het gaat hier om
aan de ervaringen van de lerende persoon gebonden.
kennis die wij waarderen, die wij van belang vinden, los van
Hieruit spreekt een bepaald mensbeeld, een bepaalde antro-
nut; kennis die nergens toe dient, behalve dan goed is ‘om
pologie, zou Luc Stevens zeggen. In zijn bijdrage in dit num-
te weten’. Het zou niet goed zijn wanneer ‘het nieuwe leren’
mer is de leerling bepaald niet slechts ‘een volger’, maar
een ontwikkeling ingang zou zetten waar het alleen om
een ‘constructeur’, die ‘er zelf bij is’ als er geleerd wordt.
vaardigheden zou gaan. Zo mag taalonderwijs niet geredu-
Leren wordt dan bijna synoniem met jezelf sturen. In vakjar-
ceerd worden tot vaardig communiceren, taal is meer dan
gon spreekt men dan over ‘het metacognitieve aspect’. Het
onderwijs geven in het schema zenden – ontvangen.
betekent dat de leerling weet wat hij weet en dat hij beschikt over vaardigheden om het leren te sturen, te plan-
Terecht wordt dan de vraag gesteld: waar en hoe komt in
nen en te controleren.
‘het nieuwe leren’ de cultuuroverdracht aan bod? Waar
Van de kant van de leerling wordt dus een grote mate van
wordt de relatie gelegd tussen de school als lerende
activiteit en betrokkenheid verondersteld. De docent blijft de
gemeenschap en de school als waardegemeenschap? Leren
persoon die in staat is kennis over te dragen waar dat nodig
is bovenal ook gelegenheid bieden tot ontwikkeling van
blijft. Maar vooral is de docent ook degene die optimale
identiteit en waardeoriëntatie. In hoeverre kan waarde-
leervoorwaarden kan scheppen door leerlingen emotioneel,
oriënterend onderwijs de zelfsturing van de leerling tot
motivationeel en sociaal te ondersteunen. Constructivisten
uitgangspunt nemen? Thom Geurts gaat hier in zijn artikel
beschrijven het leren graag aan de hand van de principes
nader op in.
van het meester-gezel systeem. Hoe komt een school via ‘het nieuwe leren’ uit bij ‘een nieu-
PA G I N A 4
Kritische vragen
we school’? Het gebouw is hierin een belangrijke voor-
‘Het nieuwe leren’ roept vragen op. In het onlangs versche-
waarde. Praktisch gesproken kijken we met grote belang-
nen ‘Pleidooi voor een onderwijswende’ gruwt de auteur
stelling uit naar de ontwikkelingen op Slash 21, de innova-
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:58
>
Pagina 5
NUMMER 4
tieve school in Lichtenvoorde, waar volgens de inzichten
leerlingen meer zeggenschap over hun leerprocessen
van ‘het nieuwe leren’ gewerkt wordt onder het motto ‘Back
gegund wordt. HENK VAN DIETEN
to the future’. In september 2004 zal in Rosmalen op soort-
rector Slash 21
gelijke wijze de basisschool ‘De Wittering.nl’ van start gaan.
Denken in beelden
Beide scholen centreren hun onderwijs niet rond vakken,
Het nut van ICT voor onderwijs moet niet zozeer gezocht
maar vakoverstijgend rond kernbegrippen met daarbij een
worden in ‘het opleuken’ van de leerstof, maar in de aan-
En we kunnen wel denken
grote inzet van ICT.
sluiting die het geeft met het leren en het denken zelf. Zo
dat we met het vormgeven
wijst Buunk, auteur van het boek ‘Cyberwijs’ op de overeen-
aan die verandering voorlo-
Voorts zijn er vragen over de rol van de docent? Vitaal
komst tussen de manier waarop de hersenen werken en het
pers zijn, maar in feite zijn
leraarschap speelt zich voor menig docent af rond de vakin-
gebruik van internet: die is lineair en associatief. Met zijn
we deelnemers aan een heel
houd. Hoe verhoudt zich dat met de pedagogiesering van
hyperlinks werkt internet serendipiteit in de hand: iets bij
oud debat. De tegenstelling
de docent via coachen en begeleiden. Henk Hoefnagel gaat
toeval ontdekken. Bovendien biedt internet veel mogelijkhe-
tussen voorstanders van
hier nader op in. Ook in de interviews met een Pabo en een
den om een virtuele leeromgeving te creëren.
meer traditioneel onderwijs,
lerarenopleiding wordt gekeken naar de opleiding van de
Gankema van KPC Groep merkt in NRC-Handelsblad van 6
gebaseerd op cognitieve ken-
docent in het primair en voortgezet onderwijs vanuit het
oktober jl. op het huidige onderwijs ‘veel te talig’ te vinden.
nisoverdracht en kennisver-
perspectief van ‘het nieuwe leren’.
Hiermee raakt hij een belangrijk aspect van ‘het nieuwe
werving en de ‘Slash-den-
leren’ en ICT. Het woord verliest terrein aan het beeld.
kers’ is niet van vandaag of
ICT
Vanouds is taal hét communicatiemiddel op school, maar
gisteren. Zij is terug te vin-
In de literatuur wordt ‘het nieuwe leren’ steeds in verband
merkt Gankema op ‘we denken in beelden’. ICT is volgens
den in de tegenstelling tus-
gebracht met informatie- en communicatietechnologie. ICT
Gankema zeer geschikt om verschijnselen inzichtelijk te
sen het belang van kennis
wordt als een belangrijk hulpmiddel gezien om een
maken. Een animatie van eb en vloed is inzichtelijker dan
als epistème – kennis vast-
krachtige leeromgeving te bieden. Zal ICT het breekijzer
een verbale uitleg hoe eb en vloed werken. Leerlingen ont-
gelegd in regels en abstrac-
worden voor ‘het nieuwe leren’? Het zou een apart thema-
houden beelden langer dan woorden. Hoewel onderzoek
ties, met als protagonist
nummer vergen deze vraag te behandelen en gelet op voor-
heeft aangetoond dat het inzetten van ICT niet in alle geval-
Plato, en ‘kennis als phroné-
en tegenstanders van ICT zal het moeilijk zijn de vraag te
len een meerwaarde heeft (het hangt onder meer af van wat
sis’- de opvatting van
beantwoorden. Persoonlijk ben ik van mening dat het con-
er geleerd moet worden), lijkt er in het onderwijs evenals in
Aristoteles, die pleit voor
cept ‘het nieuwe leren’ niet afhankelijk is van ICT. ICT speelt
de maatschappij sprake te zijn van een geleidelijke verschui-
praktische kennis of wijs-
faciliterend en remediërend op scholen een belangrijke rol,
ving van woord naar beeld. Het woord verliest terrein, niet
heid, die van nature wissel-
maar de grootse uitdaging ligt in ‘het use to learn’. Dit
omdat wij meer in beelden dan in woorden denken, maar
vallig en situationeel is.
schrijft W. de Jong, beleidsmedewerker van de
omdat beelden sneller dan woorden zijn. Hierin kan tevens
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid die
het gevaar schuilen van een steeds vluchtiger wordende
Bron: KPCinfo, nummer
onlangs een studie uitbracht over ‘Van oude en nieuwe ken-
cultuur en leeromgeving. Uiteindelijk zal het ook bij ‘het
68, november 2002
nis’. Volgens De Jong is de pedagogisch-didactische ver-
nieuwe leren’ gaan om het vinden van de juiste mix tussen
nieuwing met ICT nog niet gelukt ‘en de interne kracht te
woord (taal) en beeld, zoals in een stripverhaal… Ooit
gering om zich zelf in stand te houden’. Onderzoek naar de
omstreden, nu beoordeeld als eerste voorbeeld van edu-
inzet van ICT laat nog geen duurzame resultaten zien van
tainment, dat gebaseerd is
nieuwe vormen van leren. “Veel vernieuwing in het onder-
op een gezond uitgangspunt:
wijs”, zo verzucht De Jong, “wordt geïnspireerd door onbe-
het (nieuwe) leren is spelend
Het vrolijk leren
wezen leertheorieën”.
ontdekken. Van Alphen rijm-
Mijn spelen is leren, mijn leren is spelen,
De ‘ICT-hype’ maakt plaats voor een nieuw realisme, maar
de al op de samenhang tus-
En waarom zou mij dan het leren vervelen?
dat neemt niet weg dat in de leefwereld van de leerlingen
sen leren en spelen:
Het lezen en schrijven verschaft mij vermaak.
ICT (en ook van de leraren trouwens!) een steeds grotere
Mijn hoepel, mijn priktol verruil ik voor boeken:
rol speelt. Het Sociaal Cultureel Planbureau wijst daar
Ik wil in mijn prenten mijn tijdverdrijf zoeken;
terecht op en op grond daarvan mag wel een duurzame ver-
’t Is wijsheid, ’t zijn deugden, naar welke ik haak.
andering in het onderwijs worden verwacht, zeker naarmate PA G I N A 5
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:58
>
Pagina 6
NUMMER 4
Opvoeden en onderwijzen is LUC STEVENS
Het lijkt verstandig om in de discussie over gewenst onderwijs als uitgangspunt te nemen wat wij weten over menselijke ontwikkeling en over leren. Een empirisch gezichtspunt dus. Dit kan voorkomen dat er allerlei oneigenlijke verschillen van mening over onderwijs ontstaan. De discussie zal uiteraard vervolgens verrijkt en verdiept worden door vragen over zin, doel en normen in onderwijs.
WAT WETEN WIJ OVER MENSELIJKE ONTWIKKELING EN LEREN?
En wat het leren betreft: dat heeft uiteraard een niet minder dynamisch karakter dan wat wij ontwikkeling noemen. Leren is niet 'overnemen' wat anderen je 'overdragen', leren is zelf kennis, vaardigheid en inzicht construeren en reconstrueren: bestaande ervaring opnieuw
In de eerste plaats dat mensen pro-actief zijn. Wij zijn uit op
ordenen op basis van wat we tegenkomen. Dit leren doen wij niet alleen, zoals we ons niet
ontwikkeling, op meer kennis, meer vaardigheid en meer
alleen ontwikkelen. Wij doen dit door bemiddeling, in de school vooral door bemiddeling
inzicht. Wij zoeken uitdaging en zullen proberen om ons tel-
van de leraar en diens ervaring en hulpmiddelen. Deze bemiddeling kan naar zijn aard het
kens optimaal tot onze omgeving te verhouden. Optimaal
beste worden begrepen vanuit wat wij weten over de interactie van ouders en kinderen, bij-
wil zeggen: gunstig voor ons welbevinden. Wij zijn met
voorbeeld bij het leren van de taal. Kenmerkend hier is dat het proces van de verwerving
andere woorden geschikt voor ontwikkeling. Wij willen en
door het kind zelf wordt geregisseerd (mensen zijn pro-actief) en dat het daarbij permanent
wij kunnen ook. Wij zijn, ieder individueel, voor onze eigen
gebruik maakt van de beschikbare ouders. Deze op hun beurt zie je telkens proberen op de
ontwikkeling volledig toegerust. Dit kan nog eens worden
kennelijke behoefte van hun kind een responsief antwoord te geven. Responsiviteit voor de
toegelicht aan de bevindingen van de motivatiepsychologie
vraag van het kind is het sleutelwoord in opvoeding en onderwijs.
die het pro-actieve karakter van onze ontwikkeling en ons gedrag uitdrukt in drie psychologische basisbehoeften: de behoefte aan relatie, competentie en autonomie. Wij wor-
Zo komen leraar en leerling de school binnen: volledig uitgerust voor hun eigen ontwikke-
den door deze behoeften vergezeld van geboorte tot
ling, met een grote ontwikkelingservaring en uit op meer. Motivationeel gezien verschillen ze
afscheid. Kort geformuleerd: wij zijn erop uit te laten zien
niet. Ze worden eventueel ook door dezelfde dingen gefrustreerd. In deze context is er
wat wij kunnen en dat wij het zelf kunnen, hoewel niet
slechts één zinvol uitgangspunt, namelijk de ontwikkelingsbehoefte of de vraag van de leer-
alleen.
ling. Deze wordt weliswaar gekaderd in een curriculum of wat daarop lijkt, wordt inhoudelijk dus niet zonder meer door de leerling bepaald, maar de leerling maakt wel keuzes en reguleert of regisseert zichzelf wel in het leerproces. Onderzoek in onderwijs laat ook overtuigend zien dat waar leerlingen kunnen kiezen (keuze uit inhouden, keuze van tijd en ruimte en keuze van bemiddeling) en uitgedaagd worden om hun leerproces te reguleren, dat daar gemotiveerder wordt gewerkt en betere resultaten worden gehaald dan in de traditionele school.
PA G I N A 6
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:58
>
Pagina 7
NUMMER 4
s dienstbaar In het vigerende onderwijsparadigma dat met zijn standaardiseringen van inhoud, tijd, ruimte en relaties stamt uit de 19e eeuw komen zowel leraar als leerling niet tot hun recht. Mensen zijn niet gebouwd om te volgen, mensen zijn gebouwd op (inter)activiteit. In de nieuwe school zullen dan ook, binnen een globaal voorgegeven curriculum, leraar en leerling zich eerst afvragen wat ze komen doen: waar ze naar toe willen, hoe ieder dat denkt te doen, wat ieder denkt nodig te hebben, hoe ze denken te evalueren (je moet weten hoe het met je staat), hoe ze hun werkplaats denken in te richten. Kortom: er worden in school eerst vragen gesteld, in school wordt niet eerst alles geweten.
In de hier gegeven context ontstaat een goede kans dat de leerlingen aan het werk gaan en dat daarmee het grootste probleem in ons onderwijs, van laag tot hoog, namelijk onderpresteren, voorbij is. Het werkzame bestanddeel is het herstel van de koppeling tussen prestatie en relatie. Ontwikkeling en leren geschieden door onszelf, maar wij kunnen dat nooit alleen: het geschiedt in interactie. En een pedagogische interactie betekent in de eerste plaats altijd een luisterende volwassene. Niet uitsluitend luisterend, om alle misverstand te voorkomen. Maar wat benadrukt moet worden is dat opvoeden en onderwijzen zich op kinderen of leerlingen oriënteren en niet op de voorkeuren van volwassenen. Opvoeden en onderwijzen is perse dienstbaar.
Deze tekst is een samenvatting van de lezing van Luc Stevens tijdens een forum van de Nederlandse Katholieke Schoolraad op 14 december jl. Stevens is emeritus hoogleraar Orthopedagogiek aan de universiteit van Utrecht.
KENMERKEN HUIDIGE SCHOOL
KENMERKEN VAN DE NIEUWE SCHOOL
1. Ontkoppeling van relatie en prestatie
1. Kanteling van aanbod naar vraag
2. Ontkoppeling van inspanning en resultaat
2. Zorg voor individueel ontwikkelingspotentieel
3. Ontkoppeling van proces en product
3. Kanteling van ‘alleen’ naar ‘samen’
4. Ontkoppeling van theorie en praktijk
4. Zorg voor relevantie/ bruikbaarheid van de leerstof: (recontextualisering of ecologisering).
5. Ontkoppeling van opvoeding en onderwijs
Het schema is ontleend aan het afscheidscollege van Stevens op 20 juni 2002. PA G I N A 7
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:58
>
Pagina 8
NUMMER 4
Beter een goede school dan Door zowel een leerling-
Mede gegeven de vele onderwijsvernieuwingen van de laat-
zodanig centraal komt te staan. “Een kanteling van curricu-
gericht als docent- en leer-
ste tien jaar, is het belangrijk dat de NKSR het thema van de
lum naar leerling, van aanbod van kennis naar vraag naar
stofgericht schoolconcept
nieuwe school aan de orde stelt. De NKSR kan bij zijn beleid
kennis”.Terwijl hij zijn nieuwe schoolconcept beargumen-
kan de katholieke school
met betrekking tot de ‘nieuwe leerling’, het ‘nieuwe leren’
teert vanuit de ontwikkelings- en motivatiepsychologie zijn
niet alleen een belangrijke
en de ‘nieuwe school’ gebruik maken van twee recente
er ook beleidsmakers die vanuit het marktdenken de huidi-
functie vervullen voor de
publicaties. ‘Zin in leren’ van Luc Stevens heeft meer
ge aanbodsturing vanuit de docent willen vervangen door
opleiding en vorming voor
betrekking op de nieuwe leerling en het nieuwe leren,
vraagsturing vanuit de leerling en de student. Via zoge-
de aan haar toevertrouwde
‘Pleidooi voor een onderwijswende’ van de Radboud-
naamde vouchers zou de huidige onderwijsaanbodprogram-
leerlingen, maar kan zij ook
stichting ziet meer op de onderwijsinhoud.
mering vervangen moeten worden door studentgerichte
een brug slaan tussen de
De behoeften van het kind aan ontwikkeling en leren zijn
programmering. Dit op de leerling c.q. op de consument
joods-christelijke traditie en
voor de ouders en de school belangrijke uitgangspunten.
gerichte denken past in ons cultuurpatroon waarin hiërar-
onze huidige, soms wat
Kinderen willen en moeten leren om zich te handhaven in
chie en professioneel gezag zijn verdwenen. De vrijheid om
agnostisch aandoende,
hun sociale context. De ontwikkeling van een goede relatie
zelf te bepalen hoe jouw studie in elkaar zit is belangrijker
seculiere cultuur. Henk
tussen de leraar en de leerling is een belangrijke factor in
dan het vormings- en maatschappelijk belang zoals dat door
Hoefnagel plaatst
het onderwijsleerproces. Een goed pedagogisch klimaat ont-
de instelling wordt behartigd.
Paulinische kantekeningen
staat alleen in een sfeer van een goede relatie, respect en
Als de onderwijsinstelling door vouchers en leerlinggebon-
bij Luc Stevens, ‘onderzoekt
veiligheid. Goed onderwijs is immers niet alleen informatie-
den financiering afhankelijk wordt van de onderwijsconsu-
alles en behoudt het goede’
overdracht maar ook ‘vruchtbaar contact tussen zielen’.
ment leidt dit volgens mij tot een ontkenning van de professionaliteit van de docent en tot kwaliteitsverlies. De student
Voor de beschrijving van een school als professionele orga-
participeert juist aan het onderwijs om te leren wat vorming
nisatie gericht op een intentioneel onderwijsleerproces, is
is via een goed curriculum.
bovengenoemd gedachtegoed niet voldoende.
Of de ontwikkeling van kennisoverdracht naar het nieuwe
Ik vind dat Stevens en andere onderwijsbeleidsmakers
leren feitelijk zo groot is als vaak wordt gesuggereerd,
onvoldoende aandacht besteden aan de onderwijsinhoud,
betwijfel ik. Mijns inziens is het oude leren meer onder druk
de professionaliteit van de leraar en de eisen van de samen-
gekomen door de macht van externe betrokkenen dan dat
leving. Om de nieuwe school een goede school te laten zijn,
een en ander berust op ervaring en inzicht van de leraren.
is niet alleen de pedagogische relatie tussen leraar en leer-
Bij externe betrokkenen denk ik aan a) bewindslieden die
ling belangrijk, maar ook de inhoud van het onderwijs en de
zonodig een aantal onderwijswetten op hun naam moesten
vakkennis van de docent. Wil opvoeden en onderwijzen
hebben of onder het mom van onderwijskundige vernieuw-
dienstbaar zijn - zoals Stevens terecht zijn betoog eindigt -
ing moesten bezuinigen; b) aan deskundigen die - vaak
dan is ook de onderwijsinhoud essentieel.
beïnvloed door hun politieke overtuiging en maatschappe-
In het Nieuwe Testament zijn onderwijzen en leren belangrij-
lijke ontwikkelingen - onvoldoende rekening hielden met de
ke handelingen in het navolgen van Jezus. Hij onderwijst
onderwijsrealiteit; c) beleidsadviseurs zoals bestuurskundi-
zijn leerlingen (Mt. 5:2) en de jonge kerk zag het kunnen
gen die zich een markt moesten realiseren.
onderwijzen als een gave ( Ef. 4:11;1 Tim. 4:11-14). Leren kan
Het leren leren was overigens begin 1900 ook al voor som-
het beste begrepen worden in het licht van het model zoals
migen een onderwijskundig ideaal.
Lezing van mr.drs. Henk
Jezus ons dat voorhoudt van de leerlingen die van een
Veel psychologen en pedagogen kijken vooral naar het kind
Hoefnagel tijdens een forum
meester leren op een actieve en persoonlijke manier.
in de leerling en wat het heeft aan het vak c.q. de leerstof
HENK HOEFNAGEL
van de Nederlandse
(Dewey, Decroly, Montessori).
Katholieke Schoolraad op
Van aanbodsturing naar vraagsturing
Waar het gaat over onderwijs in de zin van cultuurover-
14 december jl.
Stevens stelt dat er in de nieuwe school een kanteling van
dracht, kennismaken met de verschillende aspecten van de
Hoefnagel was secretaris
aanbod naar vraag dient plaats te vinden, dat de leerling die
cultuur en de natuur, methodisch leren denken, vaardighe-
van de Onderwijsraad.
zijn ontwikkelingswerk en leerwerk zelf moet uitvoeren als
den en over de disciplinaire en morele vorming is het ook
PA G I N A 8
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:58
>
Pagina 9
NUMMER 4
een nieuwe school inziens terecht beledigd. In die zin moet er niet, zoals de overheid voorschrijft, sprake zijn van één studiehuis maar zoveel studiehuizen als er docenten zijn. Waarmee ik wil zeggen dat een goede leraar ook veel persoonlijke ruimte moet hebben om zijn taak te realiseren.
Vitaal leraarschap en vakinhoud Een andere reden waarom de taak van de leraar tot procesbegeleider dreigt te worden gereduceerd, is gelegen in onduidelijkheden omtrent het begrip kennis en vakinhoud. De mythe van de kennisveroudering heeft tot een onderwaardering van de vakinhoudelijke competentie van de leraar geleid. De hardnekkig herhaalde frase van de ‘kennis die steeds sneller veroudert’ getuigt van weinig inzicht in wat kennis is, hoe deze groeit en gefundeerd wordt, en hoe deze kan worden gecommuniceerd. Dat kennis snel veroudert, is een misverstand. Veroudering treedt vooral op in de technologie. Vakken als taal en rekenen in het primair onderwijs en de meeste vakkennis in het noodzakelijk te kijken naar de aard, inhoud en structuur van het onder-
voorgezet onderwijs zoals het talen en geschiedenisonder-
wijsaanbod. Met name voor de Pabo, Nieuwe Leraren Opleiding en uni-
wijs zijn in wezen nauwelijks aan veroudering onderhevig.
versitaire lerarenopleiding is hier een belangrijke taak weggelegd.
ICT, Europeanisering en globalisering oefenen ongetwijfeld invloed uit op het onderwijs maar rechtvaardigen niet de
De docent onderwijzer en opvoeder
reductie van de functie van leraar tot procesbegeleider. Een
Het bevreemdt mij dat er in het onderwijs een permanente discussie is
vitalisering van het leraarschap met betrekking tot de vakin-
omtrent de vraag of in het onderwijs het kind of de leerstof centraal
houd is noodzakelijk. In de lerarenopleiding zal in samen-
dient te staan. Bij andere professies is dit nauwelijks het geval. De
werking met de universiteiten en het onderwijsveld veel
leraar speelt een belangrijke rol ten aanzien van het te behalen onder-
meer aandacht aan de vakinhoud tijdens de lerarenoplei-
wijsresultaat. Hierbij zijn de motivatie van de leerling en een goede
ding en aan de positie van het schoolvak in het betreffende
interactie tussen leraar en leerling noodzakelijk. Dat de leerling - met
onderwijsveld moeten worden gegeven. Het schoolvak is
name in de fase van het primair onderwijs - centraal staat, neemt niet
niet alleen een derivaat van de betreffende wetenschappe-
weg dat de leraar onderwijs- en leerstofgericht moet zijn.
lijke discipline, maar moet ook vormgegeven worden vanuit
Dat de school een onderwijzende en lerende organisatie is, hoeft niet te
praktijkdeskundigheid mede in relatie tot de leerbehoeften
betekenen dat relatie en prestatie, proces en product en opvoeding en
en leermogelijkheden van de betreffende leerlingen. Terwijl
onderwijs worden ontkoppeld.
het regeerakkoord de professionaliteit van de docent weer
De hechting van de leerlingen aan de onderwijsinhoud zal beter
centraal wil stellen is het noodzakelijk dat de lerarenoplei-
geschieden naar de mate dat de hechting aan de leraar beter is. Een
dingen na jaren van bestuurlijke en politieke verwaarlozing,
bezielende leraar is meer dan begeleider van het ‘selfdemand system’.
weer de nodige aandacht krijgen. Een revitalisering van de
Goed onderwijs leert dat het verwerven van waardevolle kennis en
nieuwe lerarenopleiding lijkt mij zeer urgent. Zo er al veran-
vaardigheden niet altijd gemakkelijk is, maar geduld, discipline en aan-
deringen zijn, blijft gelden: wie Jan Frans moet leren, moet
dacht vragen. Omdat docenten bij de invoering van het studiehuis het
Jan en Frans kennen en zich kunnen identificeren met de
gevoel kregen dat hun vakkennis minder relevant was en frontaal
Civilisation Française. Zonder Jan te kennen gaat het slecht,
onderwijs was verboden, voelde een groot aantal van hen zich mijns
zonder Frans te kennen en te kunnen gaat het helemaal niet. PA G I N A 9
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:59
>
Pagina 10
NUMMER 4
Spelender-wijs: authentiek waardegericht leren Hij die op den Dood komt moet van voren af aan beginnen en betaalt den Inzet (Het ganzenbord)
THOM GEURTS
Een narrige parodie
fabriekshal van Charlie Chaplins Modern Times: een toon-
In de magistrale klassieker Modern Times schotelt Charlie
beeld van het vooroorlogs industrieel systeem? Nog steeds
Chaplin ons een fabriekshal voor waarin een lopende band
is er te veel in ons onderwijs dat lijkt op de wereld waarin
alles domineert: een narrige parodie op de samenleving van
Taylor heeft toegeslagen, de wereld waarin het productie-
de jaren dertig. Met de introductie van de lopende band had
proces wordt geoptimaliseerd door standaardisatie, waarin
F.W. Taylor op de drempel van de twintigste eeuw het pro-
de arbeider geen intrinsieke en bezielende band heeft met
ductieproces gemechaniseerd: door rigoureuze standaardi-
het product, maar het verlengstuk is van een door een
sering van de handelingen, verregaande arbeidsdeling en
vreemde macht georganiseerd proces. De lopende band is
serieproductie een maximale opbrengst tegen minimale
een metafoor die nogal wat van de onderwijspraktijken die
kosten en fall out. Deze productiewijze schept een samenle-
we veel te gewoon vinden ontmaskert. Nog steeds denken
ving. Je krijgt de paradox van een maatschappij die haar
mensen dat het organiseren van onderwijs lukt door te stan-
leden individuele welvaart belooft, terwijl die welvaart
daardiseren. Dat geldt voor het tempo waarin geleerd moet
slechts kan worden gecasht door het verwerven van con-
worden. Het geldt voor de opbouw van de stof over de uit-
sumptiegoederen die in serieproductie worden gemaakt.
eenlopende leerjaren. Het geldt voor de klassikale instructie:
Marketing zorgt voor de gelijkschakeling van behoeften die
de plaats bij uitstek waar de standaardisering zijn successen
voor serieproductie zo nodig is. Modern Times parodieert
viert. Het geldt ook voor het leerstof-jaargroep systeem, het
niet alleen fabricageprocessen, maar de hele samenleving.
weekrooster, de toetsen. Norm is steeds de gemiddelde
worden van
De karikatuur zet de kijker aan het denken maar niet doordat
leerling, de standaard-leerling. We doen alsof de leerlingen
je een betoog krijgt voorgeschoteld met afgewogen argu-
hetzelfde zijn. Kinderen moeten zich aan deze norm aanpas-
het eigen
menten. Narren werken anders. Ze zetten je de bril van de
sen. In de rol die het leerboek nog steeds al te vaak heeft,
karikatuur op waardoor je waarnemen verandert. De beste
bereikt de standaardisering zijn glorie. Het wordt gebruikt in
narren laten je de botte realiteit niet voorgoed weglachen,
zeer uiteenlopende situaties, van Amsterdam tot Mariahout,
maar brengen je er weer kritisch naar terug. Zo’n nar was
van Limburg tot Friesland, van Wassenaar tot in de veenko-
Chaplin ongetwijfeld. Hij laat ons met zijn film binnen in een
loniën. De grootschalige productie van het leerboek schakelt
spel waarin we als kijkers het experiment aangaan en de
de leervragen en leerroutes van al deze leerlingen gelijk. In
karikaturale vertekeningen tot het uiterste doortrekken, tot-
het rijk van het leren is de macht overgenomen door het
dat ze inzicht geven in de harde werkelijkheid, die er eigen-
boek. Leraar en leerling zijn slaaf van ‘hun’ boek. Natuurlijk
lijk vooral onontkoombaar en tragisch van wordt. Inzicht
is dit een karikatuur waarin veel onrecht wordt gedaan aan
ontstaat door naar een karikatuur te kijken en door die kari-
leraren die zich inzetten om in hun klassen een leeromge-
katuur heen de werkelijkheid te beoordelen.
ving te ontwikkelen die aansluit bij de leerlingen. Maar al te
De leerling moet meester
leerproces
vaak echter gebeurt dat ondanks het boek. Er is teveel dat
PA G I N A 1 0
Taylor in onderwijsland
lijkt op de metafoor van de lopende band.
Wat gebeurt er als je vanuit Modern Times naar het onder-
Misschien dat de tayloriaanse aanpak ooit gunstig is
wijs kijkt? In hoeverre is de school georganiseerd als de
geweest voor het onderwijs. Maar nu werkt zij niet meer.
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:59
>
Pagina 11
NUMMER 4
Kinderen groeien op in onderhandelingshuishoudens waarin
verdiepen of het roer omgooien als de omstandigheden dat
ze ruimte voor hun persoonlijke levensinvulling ‘uitonder-
eisen. Je eigen leervragen opsporen, daarop een leerroute
handelen’. Zulke kinderen laten zich niet vangen in een
ontwerpen, kritisch reflecteren op proces en resultaat om bij
standaard. Daarnaast zijn er fundamentele maatschappe-
te stellen en weer verder te gaan, dat is leerlinggericht
lijke en culturele ontwikkelingen die onderwijs uitdagen.
leren.
Kennis wordt vluchtiger, niet in de laatste plaats door de tomeloze hoeveelheid waarin kennis zichzelf opstapelt. De
Het tekort van de nieuwe leertheorie
levensloop van mensen valt steeds vaker uiteen in vele los-
Er wordt geroepen om leerlinggericht onderwijs. Gekomen
staande rollen. Dat geldt ook voor het beroepsleven.
is onderwijsautomatisering: de leertheorie van het sociaal
Schooluitval is te manifest om enkel een probleem te zijn
constructivisme wordt verbonden aan de mogelijkheden
voor de (oud)leerling die het betreft. Het is een wortel van
van ICT. Veel aandacht is er voor het hoe van het leren, veel
een groot maatschappelijk probleem. Het klassieke onder-
te weinig voor het wat en voor het waarom. Het ‘hoe’ van
wijs sluit, kortom, slecht aan op de moderne kennisbehoef-
de onderwijsvernieuwers botst op het ‘wat’ waar tegenstan-
te. Dat weten we al lang, en we hebben sinds de jaren
ders van die vernieuwing zich in vastbijten. Wat ook steekt
zestig gewerkt aan beter op leerlingen afgestemde onder-
is dat de vraag naar het waarom van de onderwijsvernieu-
wijssystemen. Maar van deze onderwijsvernieuwingen is
wing blijft hangen in het jargon van organisatiekundigen die
bitter weinig terechtgekomen. In de school lijkt de tijd te
de school benaderen als een bedrijf en het leren vertalen in
hebben stil gestaan. De lessen duren nog steeds ongeveer
input, throughput en output, en onderwijspolitici die vooral
45 minuten. De vakken wortelen nog steeds in de 19e-
kijken naar de noden en de toekomst van ons economisch
eeuwse indeling van de inhoud. Het schoollokaal is nog
systeem. Vanuit deze blik kiezen zij voor ‘meetbare’ onder-
hetzelfde ingericht. Nog steeds zijn er de rijtjes, soms is
wijsresultaten, die tot een nieuwe standaardisering van het
hun opstelling geschikt voor 35 leerlingen.
onderwijs leidt en geven ze de opdracht tot onderwijsvernieuwing aan leertheoretici. Die weten vanuit welke didacti-
Gevraagd is derhalve nog steeds leerlinggericht onderwijs,
sche techniek zij het onderwijsaanbod moeten afstemmen
afgestemd op leerstrategie en leervragen van leerlingen. In
op de leerstrategie van lerenden. Zij worden, tegen wil en
plaats van het gestandaardiseerde systeem zoeken we
dank, de nieuwe technocraten van het onderwijs.
authentiek leren waarin de leefwereld van de leerlingen de leeromgeving bepaalt. De leerlingen worden daarin niet
Natuurlijk is de bijdrage van leertheoretici wezenlijk. Maar
benaderd als ontvangers van kennis die zijn zin ontleent
als we niet ook een andere stap zetten leveren we slechts
aan de geschiedenis van de universitaire wetenschappen.
half werk. En zelfs dat niet. Leerlingen worden overgeleverd
De leerlingen bouwen aan hun leefwereld en het leren sluit
aan onderwijsautomatisering zoals ze eerder werden over-
daarbij aan. Het gaat om deelnemen aan de snel verande-
geleverd aan de mechanisering van het lopende band
rende samenleving. Daarom moet de leerling meester wor-
systeem. Leerlinggericht onderwijs betekent niet alleen aan-
den van het eigen leerproces. Dan kan hij het voortzetten en
dacht voor het hoe, maar ook voor het wat en het waarom.
Ve r v o l g o p p a g i n a 1 2
PA G I N A 1 1
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
vervolg van pagina 11
10:59
>
Pagina 12
NUMMER 4
Over de leerstrategie (hoe) en over de inhoud (wat) van het
gekregen toen het afhankelijk werd van leerlingen (authen-
leren kun je leerlinggericht denken (waarom). Dat doe je als
tiek leren en constructivisme), krijgt ook de term ‘waarde’
je die vorm en inhoud in samenhang brengt met de ontwik-
een andere betekenis. Uitgangspunt zijn niet waarden als
keling van de leerling als persoon, burger, en met het oog
abstracte termen die op zichzelf nauwelijks iets betekenen,
op studie en beroep. Niet alleen: hoe integreert een leerling
daarom vooral grondstof zijn voor metadiscussies en men-
het leerproces met het oog op zijn leefwereld. Maar ook: in
sen niet kunnen motiveren tot handelen. Evenmin kunnen
welk perspectief? De onderwijsvernieuwing heeft een peda-
we waarden opsluiten in levensbeschouwelijke systemen
gogische oriëntatie nodig. Leren we leerlingen waarderen:
die zich onafhankelijk hebben gemaakt van concrete men-
samenhang geven aan kennis, leervragen, leertrajecten en
sen in concrete situaties. Waarden die onafhankelijk zijn
resultaten vanuit de vraag naar de uiteindelijke waarde
gemaakt van concrete omstandigheden zijn onteigend. We
daarvan? Wie ben ik als persoon, welke waarden zijn voor
moeten ze weer teruggeven aan mensen, aan de contexten
mij belangrijk? En: hoe hang ik samen met anderen en hun
waarin ze ontstaan zijn, waarin ze concreet zijn en het
waarden. Hier keert de pedagogie die pleitte voor leerling-
gedrag van mensen kunnen motiveren en veranderen.
gerichte omvorming van het onderwijs weer terug, teleurge-
Zoals leren authentiek is als het afhankelijk wordt van de
steld in en geprikkeld door het halve werk van onder-
leefwereld van de leerling, zo kun je ook authentiek leren
wijstechnocraten. Leerlinggericht onderwijs is een onderwijs
waarderen door de concrete omstandigheden op te zoeken
waarin de leerstrategie van leerlingen centraal staat. Maar
waarin mensen zich bevinden. Daartoe kan een school
niet zomaar en alleen. Dat onderwijs helpt leerlingen zich te
authentieke waardegerichte leerprocessen aanbieden, waar-
ontwikkelen tot een waarderende persoon. Als dat niet
in leerlingen vanuit eigen contexten leren waarderen.
gebeurt blijft het nieuwe leren een fopspeen. De vraag naar leerlinggericht leren moet zich ook vertalen in het onder-
De school als waardegemeenschap
steunen van de leerling als waarderende persoon. In dat
Leerlinggericht onderwijs biedt authentieke waardegerichte
waarderend perspectief krijgt aandacht voor het ‘hoe’ en het
leerprocessen aan. Dat betekent nogal wat voor de school.
‘wat’ zijn plek. Dan is onderwijsvernieuwing meer dan
Een school die leerlinggericht het onderwijs vernieuwt en
zomaar een technocratische verandering. De leerling komt
het niet uitlevert aan blinde automatisering zal een waarde-
van de mechanische regen van Taylor in de drup van de
gemeenschap zijn. In zekere zin is de school altijd een
automatisering, en uiteindelijk als persoon met lege han-
gemeenschap waarin waarden vigeren. Er is altijd minstens
den, toegerust om zich als een kameleon aan te passen aan
een impliciet vormingsconcept en een impliciete visie op
veranderingen in cultuur en samenleving, maar niet om die
het waartoe van school en onderwijs. Maar dat bedoel ik
veranderingen op hun waarden te beoordelen. Chaplins
niet. Het gaat om veel meer dan een verborgen visie. De
pedagogische
karikatuur Modern Times blijft onderwijs irriteren.
school is een waardegemeenschap als waarden niet alleen
oriëntatie
Leerlingen leren waarderen
beleid en met name van onderwijsbeleid. Niet alleen aan de
Leerlinggericht onderwijs zal zich niet enkel moeten richten
structurele kant van de school, maar ook op het microni-
op de lerende leerling, maar ook op de waarderende leer-
veau van de lessen. Op het moment dat leerlingen worden
ling. De veranderende samenleving en de claim die deze
beoordeeld, bij het uitdelen van toetsresultaten, bij het
veranderingen leggen op de ontwikkeling van je persoon,
reguleren van discussies, bij het kiezen van lesstof, bij het
van je rol als burger en de invulling van studie en beroep,
aansluiten op de actualiteit, op de momenten dat de leraar
vragen om waarderende mensen, niet alleen om mensen
de voorbereiding laat varen omdat iets belangrijkers zich
die hun leerproces kunnen arrangeren. Je kunt leerlingen
meldt. In een school die een waardegemeenschap is, wor-
competent maken in hun leergedrag en ze tegelijk in hun
den waarden gedeeld en vertaald in beleid en onderwijs, en
waarderende competentie verwaarlozen. Als we de aan-
niet opgesloten in het privé-domein van schoolleiders en
dacht van onderwijsvernieuwing enkel binden aan ‘het nieu-
docenten.
De onderwijsvernieuwing heeft een
nodig
latent zijn, maar ook een manifest onderdeel vormen van
we leren’ leveren we half werk.
PA G I N A 1 2
Hiermee komt onderwijsvernieuwing in een waardegericht
Deze waarden komen samen in het vormingsconcept van
perspectief. Maar net zoals leren een andere betekenis heeft
een school. Iedere betrokkene heeft zo’n visie op de beteke-
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:59
>
Pagina 13
NUMMER 4
nis van vorming voor leerlingen en hoe je daarmee kunt en
Spelenderwijs
behoort te werken in het primaire proces. Die visie hebben
Authentiek leren waarderen in de school betekent dat
mensen ook als ze hun werk daarop maar moeilijk kunnen
levensvragen en ethische vragen van de leerlingen de leer-
afstemmen. Soms is er een spanning tussen visie en werke-
omgeving mee bepalen. De school organiseert deze leerom-
lijkheid. Die motiverende visie is opgebouwd uit ervaringen
geving zo dat de leerlingen daarin naar hartelust kunnen
in je beroep die je niet kunt vergeten, maar bewaard als
experimenteren. Ze grijpen de leermiddelen aan om hande-
motiverende mikpunten. Het uitwisselen van zulke beroeps-
lingen te oefenen die ze nodig hebben om een waarderende
geschiedenissen met collega’s is in het werk van de docent
persoon te zijn. Vergeleken met de levensvragen en de ethi-
al te vaak nog een ongebruikte spier. Het is echter kenmer-
sche vragen die ontstaan in de hitte van de dagelijkse strijd,
kend voor een waardegemeenschap. Een school die een
is de school een stormvrije zone waarin leerlingen veilig en
waardegemeenschap is zal zulke motiverende beroepserva-
zonder druk kunnen experimenteren. Waardegericht leren in
ringen systematisch verbinden met beleid en zichtbaar
school is een spel. De leerlingen mogen daarbij fouten
Chaplin heeft ons ingeprent
maken in de leerprocessen. Dan kan de school ook partner
maken, overdrijven en mislukken. Waardegericht leren is
dat een waarderende
zijn in waardegerichte communicatie met ouders.
een onontbeerlijk onderdeel van leerlinggerichte vernieuw-
persoon kan spelen met
ing van onderwijs. En dat leren gaat spelenderwijs.
waarden.
Waardegericht leren Leerlinggericht onderwijs zou authentieke waardegerichte leerprocessen moeten
spectief van het authentiek leren. Het geeft een essentiële bijdrage aan de ontwikkeling
bieden. Dit is een dimensie van al het leren. In het basisonderwijs is de vakoverstij-
van waarderende competenties van de leerlingen.
gende stap makkelijker te maken dan in het voortgezet onderwijs. Desondanks zal deze stap ook daar moeten worden gezet. Momenteel vinden we in de eindtermen
Het waardegericht leren vindt in dit vak plaats vanuit de persoonlijke levensvragen en
voor basisvorming en tweede fase al een duidelijk waardegerichte dimensie. Die
ethische vragen van de leerlingen. Dan gaat het om levensvragen zoals leerlingen die
wordt echter nauwelijks systematisch aangepakt. Dat komt wellicht doordat de
zelf, in concrete situaties zijn tegengekomen. Zulke situaties vormen de leeromgeving
eindtermen onvoldoende specifiek zijn om de onderwijspraktijk richting te geven.
van waardegericht leren in Godsdienst/levensbeschouwing. In de omgeving van de
Het komt stellig ook doordat de meeste leraren onvoldoende zijn toegerust om zich
eigen levensvragen oefenen de leerlingen met een aantal kerncompetenties die nodig
op dit gladde ijs te begeven. Samen met de onderwijskoepels heeft de SLO een
zijn om een eigen waarderingssyteem op te bouwen.
onderwijspakket gemaakt om de waardedimensie van de examenvakken op een
- Ze oefenen zich op een gerichte manier in te stellen op de levensbeschouwelijke en
vakoverstijgende manier aan te pakken. Dit leergebied heet Sociaal Ethische Oriëntatie (SEO). In pilots zijn ervaringen opgedaan. Als in 2006 het examenprogramma van de tweede fase wordt bijgesteld krijgen scholen de mogelijkheid om SEO in het examenpakket op te nemen. Ook voor de leerwegen van het VMBO zijn momenteel onderwijspakketten in pilots die op een vakoverstijgende manier de leerlingen leren waarderen. Deze pakketten zijn ontwikkeld ter voorbereiding van de leerlingen op stage en beroep. In deze pakketten wordt waardegericht leren verbonden met constructivistische leertheorie en authentiek leren. De toerusting van leraren om met zulke pakketten te werken is een kwestie van al doende leren. De pakketten bieden achtergronden, uitwerkingen van didactische vaardigheden en tips. In de school is er daarnaast nog de expertise van de docent Godsdienst/levensbeschouwing om ‘in de tweede lijn’ te assisteren of zelf mee in te springen.
ethische kanten van de situatie waarin ze verkeren. - Ze zoeken hun persoonlijke waarden die ze in de loop van hun biografie hebben opgebouwd. - Ze verbinden hun persoonlijke waarden met de waarden en kernervaringen die in levensbeschouwelijke gemeenschappen worden doorgegeven. - Ze oefenen met het opstellen en beargumenteren van levensbeschouwelijke en ethische redeneringen. - En ze oefenen met het trekken van consequenties uit deze redeneringen in concrete situaties: inschatten van belangen en krachten die gunstig zijn of van tegenkrachten, zoeken van strategieën om de eigen positie te kunnen doorvoeren. - Bij dit alles oefenen leerlingen communicatie. Het gaat dan om communicatie met de andere leerlingen, met de leraar, met mensen buiten de school, en met zichzelf. Deze communicatie is lang niet altijd redenerend en argumenterend. Ze is vaak vooral ver-
Naast het vakoverstijgend waardegericht leren bestaat op veel scholen een variant
tellend: in deze verhalen blijven de concrete omstandigheden aanwezig en blijven
van levensbeschouwelijk leren. Al dan niet vanuit de bijzondere binding van een
waarden concreet. Concreet genoeg om hun betekenis uit de situatie te kunnen ont-
school (als waardegemeenschap) met een levensbeschouwelijke traditie. Voor
dekken en zelfs om hun appèl te kunnen ervaren.
katholieke scholen voor voortgezet onderwijs is dat het vak Godsdienst/levensbe-
Het lijkt erop dat scholen vanaf 2006 de gelegenheid krijgen om dit waardegericht leren
schouwing. De vakdidactiek van dat vak is de laatste jaren vernieuwd in het per-
op te nemen in het examenprogramma.
PA G I N A 1 3
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:59
>
Pagina 14
NUMMER 4
Bezieling in huisvesting SIBO ARBEEK
Het Ministerie van OCenW heeft op basis van uitgevoerd
tie hebben, terwijl het gebouw over 40 tot 60 jaar wordt
Hoofdredacteur van
onderzoek vastgesteld dat onderwijskundige ontwikkelingen
afgeschreven. Daarnaast leren voorbeelden van leegstaande
Schooldomein, magazine
leiden tot een toenemende ruimtebehoefte. Het betreft de
onderwijsgebouwen ons dat die gebouwen niet bijdragen
voor een perfecte leer-,
uitwerking van de tweede fase, werkplekken voor docenten,
aan een duurzame sociale infrastructuur in de omgeving.
werk- en leefomgeving
ICT-werkplekken en de implementatie van het VMBO. Binnen
Wanneer we verschillende functies nu in samenhang gaan
het primair onderwijs is er een verdere ontwikkeling naar
bekijken blijken ze te leiden tot vergelijkbare activiteiten-
onderwijs op maat en dat betekent nog weer kleinere klas-
clusters, die eenzelfde soort en kwaliteit ruimtebehoefte
sen. Binnen de ROC’s en het Hoger Onderwijs is eenzelfde
kennen. Het startpunt voor een brede school, een diensten-
tendens waar te nemen en daar speelt nog een andere ont-
knooppunt, een woonzorgcomplex of een facilitair beroeps-
wikkeling een bepalende rol in de huisvestingskeuzen: niet
centrum.
het aantal vierkante meters is bepalend, maar de kwaliteit
En dan het (school-)gebouw zelf. In alle gevallen gaat het
ervan. De keuze voor een school wordt in toenemende mate
om de vraag of het gebouw een ziel heeft. En dat begint al
bepaald door aspecten als toegankelijkheid, het niveau van
met de bezieling die de opdrachtgever weet over te brengen
de catering, de ICT-faciliteiten en het voorzieningenaanbod
op z’n architect. En de architect kijkt niet alleen naar het
binnen het gebouw. De kwaliteit van het primaire proces
gebouw, maar ook naar de omgeving waarin het gebouw
wordt in hoge mate bepaald door het secundaire proces.
komt te staan. Maar bovenal is het een gebouw waarin de
Dat zijn de ondersteunende services, dat is de kwaliteit van
onderwijskundige visie is vertaald naar de unieke belevings-
de inrichting, dat is de huisvesting zelf. Met andere woor-
wereld van het kind, de leerling of de student. Niet alleen
den; we laten de discussie over (financiële en ruimtelijke)
een uitdagende leeromgeving, maar ook een omgeving met
normen en alleen maar vierkante meters achter ons en con-
een verblijfskwaliteit. Goede en duurzame gebouwen leve-
centreren ons nu op de kwaliteit van de huisvesting en de
ren een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van onze
inrichting ervan. Een goede ontwikkeling, waarbij uiteraard
samenleving. Veel mooie voorbeelden in het land laten zien
een goed referentiekader noodzakelijk blijft.
hoezeer de kwaliteit van de openbare ruimte toeneemt,
Daarnaast zien wij steeds meer dat er minder wordt geko-
wanneer er echte gebouwen in komen te staan, met een
zen voor gebouwen met (alleen) een monofunctionele invul-
toegevoegde waarde voor de omgeving en de gebruikers-
ling. In feite een omslag van het beeld van de samenleving
groepen. De wisselwerking tussen publiek en privaat
tot voor tien jaar, waar het totale maatschappelijke voorzie-
domein speelt steeds meer in de ontwikkeling van school-
ningenniveau in heldere functiegroepen was ingevuld, ofte-
gebouwen. De spanning tussen het samen delen en de
wel ‘Form follows function’. Om meerdere redenen zien we
eigen identiteit houden, is daarbij een hele mooie inzet voor
nu een ontwikkeling naar het meer duurzaam en maat-
programmamakers en architecten.
schappelijke gebruik van voorzieningen. Reden is dat het
Daarom geloof ik dat onderwijsgebouwen als maatschappe-
risicovol is om te investeren in gebouwen waarvan het niet
lijke en architecturale uitingen weer meer ziel en bezieling
zeker is dat ze over ongeveer vijftien jaar nog dezelfde func-
gaan krijgen. Tegelijkertijd bestaat het gevaar dat te onduidelijke samenwerking leidt tot een uitgekleed en daarmee
De wisselwerking tussen publiek en privaat
zielloos concept. Het investeren in onderwijs, welzijn, sport en zorg betekent daarom steeds meer een visie hebben over hoe de samenleving zich nu ontwikkelt en hoe die
domein speelt steeds meer in de
samenleving beheerd zou kunnen worden. Daar hoort een nieuw type maatschappelijke gebouwen bij. Geen grijze ste-
ontwikkeling van schoolgebouwen. PA G I N A 1 4
nenblokken, maar verblijfsplaatsen waar bezieling uit spreekt.
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:59
>
Pagina 15
NUMMER 4
Het Gebouw WILBERT VAN WALSTIJN
Minister Van der Hoeven opende op 12 december de technische VMBO-school Corbulo te Voorburg. De school maakt deel uit van de Esloo scholengroep. Jaap Westbroek is voorzitter van de centrale directie. Hij is reuze trots op ‘Het Gebouw’. Wie hem daar naar vraagt, is nog niet met hem klaar, want uitvoerig gaat hij in op de ideeën; zeg maar gerust ‘het concept’ dat achter het ontwerp van het gebouw schuil gaat. Dat blijkt alles te maken te hebben met ‘het nieuwe leren’.
Wandelend naar de school houdt hij ons op het plein staande, het winkelcentrum ligt in een carré voor ons: “Kijk, hoe de zuilengalerij van het winkelcentrum zich voortzet in Het Gebouw. Dat drukt uit dat wij een geheel willen vormen met onze leefomgeving, met de buurt. Wij onderhouden contact met de vereniging van winkeliers. De winkels hier moet je zien als een leerplek voor de leerlingen” Inderdaad: Het Gebouw valt niet direct op als een schoolgebouw. Het is open, veel raam, veel inkijk, veel uitkijk, veel ontmoetingsruimte. Westbroek filosofeert, schroomt niet de Franse filosoof Foucault erbij te halen. Betoogt weloverwogen dat het concept van ‘het nieuwe leren’ theoretisch wel is ontwikkeld, het staat, maar toch wordt het belangrijkste maar al te makkelijk vergeten. Foucault heeft zich zeer bezig gehouden met de vraag hoe de mens zaken ordent in systemen. Onder meer door zijn studie van het gevangeniswezen en de zorg voor psychiatrische patiënten, ontdekte Foucault dat gedrag erg bepaald wordt door de fysieke omgeving. “Veel onderwijsvernieuwing houdt daar te weinig rekening mee. Men kijkt naar het curriculum, de organisatie en het gedrag van docent en leerling. Bij de opzet van Het Gebouw hebben wij geprobeerd dat wel te doen, zelfs met onze krappe beurs. De fysieke leeromgeving moet vernieuwing van het curriculum, van de organisatie en van het gedrag mogelijk maken. Daarom is gekozen voor maximale flexibiliteit. De starre indeling in klaslokalen is zoveel mogelijk verlaten en waar er klassen nodig zijn, is dit ook weer makkelijk aan te passen door de flexibele opzet van Het Gebouw”. Zo is een klaslokaal met vitrines snel om te bouwen tot een winkel met een etalage. Voor de kerst heeft de buurt bij de school kerststands besteld. Dat leidt tot een prachtig project binnen de school, waarin tal van facetten aan bod komen: werven, begroten, ontwerpen, inkopen, fabriceren, presenteren, overleggen en ontvangen. Belangrijk is, dat Het Gebouw de samenwerking tussen de verschillende afdelingen binnen de school mogelijk maakt. Kleinschaligheid is hiervoor belangrijk en ook daar is naar gestreefd. Westbroek beseft dat hij ook met dit gebouw ‘in een B-situatie’ verkeert, dat wil zeggen: “Er is wat veranderd vanuit A, maar het ideaal is nog niet gerealiseerd, dat is ‘de C-situatie’. Maar om de dynamiek in de vernieuwing te houden is het van belang dat je altijd vanuit C naar B kijkt!”.
PA G I N A 1 5
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:59
>
Pagina 16
NUMMER 4
Vertrouwen is essentieel “Het nieuwe leren is helemaal niet zo nieuw”, zeggen Ad van Steensel en Marcel Zagers van
maar om vakinhouden en praktijksituaties die studenten tot
de Fontys-Pabo in Tilburg. “Wat wel nieuw is, is dat eindelijk wordt toegegeven dat uitein-
leren brengen, waarin zij uitgedaagd en genoodzaakt wor-
delijk het kind en de student degenen zijn die leren. Vaak hebben we gedacht dat wij hen
den om te leren. Studenten leren zo ook beter om lege plek-
iets moeten leren”.
ken in hun eigen bagage op te sporen en zelf aan te vullen.
GERRIT-JAN
In hun aanpak van het onderwijsleerproces hebben ook de
Toekomstgericht
MEULENBELD
Pabo’s de afgelopen jaren gekozen voor adaptief onderwijs,
De stage is een goed voorbeeld van een situatie waarin stu-
probleem gestuurd onderwijs (PGO), sociaal-constructi-
denten worden aangesproken op hun eigen verantwoorde-
vistisch leren, kortom voor het nieuwe leren. Dat geldt ook
lijkheid en het vertrouwen dat wij als opleiding geven.
voor de Fontys-Pabo Tilburg. Voor deze Pabo hangt de keuze
Keuzes die ze daar maken, moeten ze op school kunnen ver-
voor de aanpak van het onderwijsleerproces samen met de
antwoorden. Maar we spreken ook uit dat we vertrouwen
pedagogische uitgangspunten die hun basis weer vinden in
hebben in de keuzes die ze maken. Voor leraren is vertrou-
een aantal levensbeschouwelijke uitgangspunten. Deze slui-
wen hebben heel moeilijk. Bijvoorbeeld als het gaat om een
ten nauw op elkaar aan. De opleiding gelooft in de eigen
tentamen. De student zegt dat hij het gedaan heeft en een
mogelijkheden en verantwoordelijkheid van de student en
voldoende heeft gehaald. De docent zegt dat hij het niet
maakt de student duidelijk dat zij daarin vertrouwen heeft.
geregistreerd heeft en komt tot de conclusie dat de student
Vakinhoud
het tentamen niet gedaan heeft. In zo’n geval moet je de Leerproces èn vakinhoud
student geloven, want waarom zou hij liegen. Tenzij diezelf-
Wij zeggen niet ‘wij leren jullie iets’, maar ‘jullie hebben de
de student dag in, dag uit, de boel belazert. En als hij wel
mogelijkheden om zelf te leren en keuzes te maken en wij
liegt, maakt de student die keuze.
begeleiden daarin’. Behalve het vertrouwen in de eigen
Om vertrouwen op te bouwen moet er een bepaalde sfeer
mogelijkheid en verantwoordelijkheid van de student hante-
aanwezig zijn. Dat betekent dat docenten elkaar ook moeten
ren we ook het uitgangspunt van toekomstgerichtheid,
kunnen vertrouwen. Dat straalt uit naar de studenten en het
hoop. Wij blijven werken aan de verbetering van het onder-
maakt dat jezelf naar studenten ook makkelijker vertrouwen
wijs. We gaan wel uit van bestaande praktijksituaties, maar
hebt. Dat is er niet altijd. Het is docenten eigen alles te wil-
altijd vanuit het idee dat daar iets aan te verbeteren is.
len controleren, terwijl het effect daarvan minimaal is. In
Het vertrekpunt voor ons is de student die met al zijn leer-
een situatie waarin docenten alles willen controleren, wor-
vragen binnenkomt. Op de tweede plaats moet de opleiding
den studenten erg vindingrijk. Als je uitgaat van de eigen
zodanig zijn ingericht dat de student toegang heeft tot bron-
verantwoordelijkheid, is de overgrote meerderheid prima in
nen: literatuur of experts. Dat betekent dat het leerproces
staat om die verantwoordelijkheid te dragen. Over de enke-
niet voor gestructureerd moet zijn: je moet eerst deze stap
ling die er tussendoor glipt, maken we ons vervolgens niet
zetten, dan de volgende. Je moet van die volgende stap
zo druk.
kunnen en mogen afwijken. Op de derde plaats moet de
Naast eigen verantwoordelijkheid en vertrouwen hebben in
docent bereid en in staat zijn om ook zijn eigen vakkennis te
elkaar, hanteren we als derde pedagogisch uitgangspunt de
bevragen en bij te stellen, wanneer de student met onver-
verantwoordelijkheid naar elkaar, solidariteit. Je leert niet
Ad van Steensel (62) is
wachte vragen komt waarop jij ook niet direct een antwoord
alleen, je leert aan en van anderen. Het duidelijkst komt dat
sinds 1990 directeur van de
weet. Zo word je partners in leren. Het gaat dus niet alleen
naar voren in de Onderwijsgroepen, waarin studenten
Fontys-Pabo.
om het leerproces. Vakinhoud en proces horen bij elkaar.
onder begeleiding van een tutor in een bepaalde week wer-
Marcel Zagers (41) is sinds
Het een veronderstelt het ander. Leren is altijd leren van
ken aan een onderwerp. Aan die groep kun je je niet ont-
1999 als docent levens-
iets. Je kunt geen vakinhouden leren als er geen leer- of
trekken, want ieder neemt een deel voor zijn rekening. Dat
beschouwing aan deze
interactieproces is. Het betekent wel een accentverschui-
maakt dat ieders inbreng belangrijk is. Anderen kunnen dus
Pabo verbonden.
ving: het gaat niet meer om het overdragen van kennis sec,
iets hebben aan jouw inbreng en andersom. Als je er zonder
en proces horen bij elkaar
PA G I N A 1 6
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:59
>
Pagina 17
NUMMER 4
ook dat we fouten kunnen en mogen maken, docenten èn studenten. Dat kan alleen in een sfeer van vertrouwen. We geven studenten nadrukkelijk mee dat het op deze opleiding ook om je persoonlijke vorming en groei gaat en dat daarvoor tijd en continuïteit nodig is. Studenten moeten dus serieus investeren. Met een consumentenhouding komen ze er niet. Er heerst op deze opleiding een sfeer van zorg en aandacht. Deze heeft zijn wortels in de religieuze orden die
Zelfstandig
aan de basis stonden van instellingen die uiteindelijk de Fontys-Pabo hebben gevormd. Het woord katholiek zullen
leren
wij niet zo snel in de mond nemen. We geven er niet makkelijk woorden aan. Katholiek legt zo snel een claim. We vin-
betekent niet:
den het belangrijker dat je ‘katholiek’ doet en erover vertelt, dan het steeds benoemt. Dat geldt ook voor het vak levens-
je moet het
beschouwing. Dan zeggen we ook niet voortdurend wat
zelf maar
is. Meestal vragen studenten er zelf naar. Voor waardege-
expliciet katholiek of christelijk is, alleen wanneer het nodig
richt onderwijs is dat ook veel beter. Daarvoor geldt misschien nog wel meer dat je het niet los kunt aanbieden,
uitzoeken
maar in relatie met andere onderdelen, dat je niet alleen kunt overdragen. Hoe leer je waarden? Door met die waarden benaderd te worden, ze te ondervinden.
Maatschappelijke eisen De Pabo heeft 700 studenten, waarvan 400 voltijders en 300 opgaaf van redenen niet bent, heeft iedereen daar last van.
deeltijders. De deeltijdopleiding bestaat sinds 1999 en rijst
Maar ben je er niet omdat het echt niet kan, dan kunnen
sindsdien de pan uit. Het aantal voltijders daalt een beetje,
anderen dat gemis voor jou opvangen.
niet omdat het aantal aanmeldingen minder wordt, maar omdat we erg kien zijn op het tijdig af laten studeren van stu-
Ongeorganiseerd
denten. Als school zijn we daar niet altijd gelukkig mee, want
Zelfstandig leren betekent niet: je moet het zelf maar uitzoe-
soms sturen we mensen weg die met wat meer tijd een
ken. Het betekent de leervragen van de studenten serieus
prima leraar in het basisonderwijs zouden zijn geworden.
nemen, de student tot leervragen stimuleren en hierop je
Zo krijgen we veel mensen van het MBO. Maar we moeten
onderwijs af stemmen. Zelfstandig leren betekent niet dat je
streng selecteren, enerzijds omdat we daar financieel toe
het leerproces maar ongestructureerd moet laten verlopen
gedwongen worden (we worden immers gefinancierd op
en geen structuur aanbiedt. Maar de structuur moet wel de
basis van het aantal afgestudeerden), anderzijds omdat de
structuur van de leerling zijn: iedereen leert op zijn eigen
visitatiecommissie zegt dat we iets moeten doen aan de
manier en in zijn eigen tempo. Dat vraagt juist om intensie-
lichtheid van onze studenten. We horen overigens niet wat er
ve begeleiding. De leerkracht moet voortdurend alert zijn.
niet deugt aan de recente lichting afgestudeerden.
De studenten noemen de Pabo wel eens ongeorganiseerd,
We voelen ons soms gemangeld tussen de maatschappe-
chaotisch, maar aan het einde van hun opleiding geven ze
lijke en financiële eisen aan de ene kant en ons eigen
aan te begrijpen waarom dat zo is.
denken over groei en de persoonlijke mogelijkheden van
Een ander belangrijk kenmerk van de opleiding is de laag-
studenten aan de andere kant. Het betekent ook dat we
drempeligheid. Iedereen is toegankelijk voor elkaar.
inboeten aan het geven van persoonlijke aandacht, terwijl
Studenten weten dat al hun opmerkingen serieus genomen
deze jongeren voor heel belangrijke keuzes in hun leven
worden en dat er met hun problemen iets gedaan wordt.
staan. Het geven van persoonlijke aandacht draagt ook bij
Geen enkele regel is heilig. Dat betekent niet dat ze in alles
aan de kwaliteit van deze mensen, maar dat wordt door de
hun zin krijgen, maar dat alles bespreekbaar is. Het betekent
beleidsmakers niet gezien.
Ve r v o l g o p p a g i n a 1 9
PA G I N A 1 7
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:59
>
Pagina 18
NUMMER 4
GELOVEN IN DE SCHOOL
voor waardencommunicatie en de meesten willen door het halen van het godsdienstdiploma bijdragen aan de levensbeschouwelijke vorming van kinderen. Ze hebben gevoel voor de vraag wat de katholieke identiteit van een toekom-
BERT TEN BERGE S.J.
Waarom hebt u voor het onderwijs
stige basisschool kan betekenen. Het is mooi om begeleider
gekozen?
en stimulator te zijn van hun groeiproces, dat hier begint en
Ik kom uit een katholiek gezin met negen kinderen en ging
zich later voortzet in de omgang met kinderen.
normaal mee naar de kerk. Op de middelbare school in Kortrijk had ik, toen ik 16 was, een jonge inspirerende zuster
Wat was uw mooiste moment op school?
als godsdienstdocente, aan wie ik kritische vragen kon stel-
Die zijn er meer. Ik houd ervan om naast het individuele en
len zoals over het maagdelijk moederschap van Maria.
groepjeswerk ook klassikaal te werken. In het klassikale
Levensbeschouwelijke vragen bleken mij te interesseren en
gesprek kunnen docent en leerlingen dieper ingaan op
te intrigeren. Ik engageerde mij ook bij de vrijwillige klas-
bepaalde vragen en zich aan elkaar spiegelen en elkaar ver-
senvieringen. Twijfelend over medicijnen of godsdienstwe-
rijken. In zo'n groep kan iets gebeuren waardoor mensen
tenschappen koos ik uiteindelijk toch voor het laatste met
geraakt worden, of dat nou van mij komt of van een stu-
het onderwijs als perspectief. Vanwege belangstelling voor
dent, momenten waarop een stilte valt, zoals toen iemand
de geestelijke gezondheidszorg heb ik ook mijn diploma
vertelde over hoe het zou kunnen zijn na de dood. Ze vra-
toegepaste theologie gehaald. Ik werd godsdienstdocent op
gen ook: ‘Mipo, hoe kijk jij ertegenaan?’ En dan kan ik van-
het St. Andreas te Brugge. Na mijn huwelijk en de verhui-
uit mijzelf een authentiek antwoord proberen te geven wat
zing naar Nederland gaf ik godsdienst op het Zuyderzee
ik wel of niet begrijp of ervaar. Ik zeg nooit: ‘we gaan van-
College te Emmeloord totdat ik benoemd werd aan de Pabo
daag Boeddhisme doen’. We vertrekken altijd vanuit een
in Zwolle.
levensvraag. Religie is verbinding, toch? Het weten is alleen interessant als ik er verbinding mee kan maken. De verbin-
Zou u die keuze nu weer maken?
ding is belangrijker dan het onderwerp: en daar ga ik voor.
Tijdens mij theologiestudie werkte ik in de vakanties op een revalidatiecentrum. Ik vond dat werk zo mooi, dat mijn vader
Waar verlangt u naar?
mij het uitzonderlijke aanbod deed na de theologie alsnog
Verlossing van al die immense stapels werkstukken! Er
geneeskunde te gaan studeren. Aan het einde van mijn stu-
heeft een verschuiving plaatsgevonden van lessen naar zelf-
die overwoog ik ziekenhuispastor te worden, maar voelde
standig werken via opdrachten. Maar verbinding vindt min-
me er te jong voor. Uiteindelijk koos ik voor het levensbe-
der plaats op papier dan in het persoonlijke contact. Geef
schouwelijk onderwijs en daar heb geen spijt van, ofschoon
mij maar weer meer contacturen! Ik kan het niet over mijn
ik me goed kan voorstellen dat ik bijvoorbeeld arts was
hart verkrijgen globaal te kijken of een werkstuk aan de cri-
geworden. Ik ben nu een gedreven 'onderwijsdier', besteed
teria voldoet en er dan een cijfer voor te geven. Ik lees ze
veel tijd aan mijn werk, maar haal er ook veel plezier uit.
allemaal inhoudelijk echt door en geef geschreven persoonlijke reacties. En dat meest in mijn eigen vrije tijd. Het is een
Wat betekenen de leerlingen voor u? Wij hebben hier te maken met een bepaald type jonge men-
crime! Maar het ligt ook aan mij, ik doe het te serieus. Ik ben te gedreven, dat is mijn probleem.
sen, die niet zozeer gericht zijn op carrière maken en veel geld verdienen, maar die kiezen voor het kind en zich voor-
PA G I N A 1 8
Wie zijn uw voorbeelden?
bereiden op een opvoedingstaak. De meesten hebben geen
De filosoof Levinas spreekt mij erg aan: ‘In het gelaat van
kerkelijk referentiekader meer, maar ze zijn open en eerlijk
de ander zie je de Gans Andere’. Die uitspraak is voor mij
en niet afwijzend ten aanzien van religie. Ze kiezen lang niet
heel wezenlijk gekoppeld aan de kwetsbaarheid van de
altijd vanwege haar identiteit voor deze Pabo, maar vanwe-
mens, waarvoor ik mij sterk wil maken: bijvoorbeeld als
ge haar kleinschaligheid met niet meer dan ruim 500 leerlin-
iemand in de les iets durft te zeggen, waar je stil van wordt.
gen, waarbij iedereen met name gekend is. Ze zijn gevoelig
Aan mijn christelijke traditie ontleen ik het perspectief van
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:59
>
Pagina 19
NUMMER 4
de hoop en het werken aan het rijk Gods, als je dat zo wilt
van de godsdienst kun je komen op het meest essentiële
noemen. Maar ofschoon ik zelf redelijk kerkverbonden ben,
van de ziel van de mens en het betere van jezelf en daar
voel ik geen behoefte om dat bij mensen te bewerkstelligen.
gaat het om. Als in het blad Volzin in een interview met
Daarvoor zijn er te veel dingen waar mensen terecht moeite
Huub Oosterhuis gezegd wordt dat God een prachtige
mee hebben.
vondst is, dan zeg ik 'een immens belangrijke vondst',
Ik ben weer begonnen met kindernevendiensten. Kinderen
omdat de mens daardoor meer mens kan worden en god-
hebben iets goddelijks in zich dat ik graag intact wil hou-
delijk. Of het goddelijke ook buiten de mens bestaat doet er
Mipo Descheemaeker, 43
den. Dat is mijn drijfveer, maar ik doe het niet vanwege het
dan niet zoveel meer toe. Maar ik sluit het ook niet uit; ik
jaar, Vlaamse van origine,
instituut.
laat het open. Eén van de bijbelse uitspraken die mij op
studeerde godsdienstwe-
jonge leeftijd al raakte is: ‘Ook jouw naam staat geschreven
tenschappen en toegepaste
Wie zijn dat absoluut niet?
in de palm van Gods hand’. Ik vind het heel wezenlijk dat we
theologie aan de univer-
Een onmogelijke vraag. Als ik in navolging van Levinas zeg
dit besef ontlenen aan ons beeld van God, of dat beeld nu
siteit van Leuven. Kwam
dat in iedere mens een goddelijke vonk aanwezig is, dan
transcendent of immanent is.
door haar huwelijk naar
zou ik het een onchristelijk antwoord vinden om te zeggen dat er mensen zijn die dat absoluut niet hebben. En verder,
Nederland, heeft 3 kinderen, Heeft u daar op school iets aan?
is sinds 1992 docent gods-
de katholieke kerk heeft haar eigen pijlers doorgezaagd
Ik probeer het verbinding maken te laten gebeuren op
dienst/levensbeschouwing,
door de nieuwe ontwikkelingen niet genoeg serieus te
momenten dat ik met studenten bezig ben. Daarnaast laat ik
mentor en stagesupervisor
nemen. Met mij zijn in Leuven 120 mensen aan hun theolo-
ze aan elkaar ervaren wat ze hopelijk in de toekomst zullen
aan de katholieke PABO te
gische opleiding begonnen. Zij hadden hele goede kerkelij-
doen: de eigen innerlijke ruimte van kinderen openen, van-
Zwolle. Is als vrijwilligster
ke werkers kunnen worden als ze de kans hadden gekregen.
uit de overtuiging dat die innerlijke ruimte er is. Kinderen
actief in de parochie bij
De vrouwen vielen sowieso al af en de meeste mannen ook
ontvangen daarin zelf hun beelden. Je moet alleen zorgen
leken- en kinderneven-
vanwege het celibaat. Al die mooie krachten heeft de kerk
geen deuren dicht te gooien; het is niet zo belangrijk wat en
diensten, eerste communie
zelf onmogelijk gemaakt en eruit gebonjourd. Ik vind het
hoe iemand gelooft, als er maar een besef is dat daar iets
en vormsel.
onvoorstelbaar en diep kwetsend dat de kerk zo'n onder-
wezenlijks van ons menszijn is. Ook rituelen brengen hen bij
scheid maakt en gehuwde mannen en vrouwen niet tot het
dat wezenlijke. In mijn laatste les met vierdejaars in onze
ambt toelaat.
stilteruimte vraag ik ze op te schrijven wat ze van de Pabo willen bewaren en meenemen in hun leven. Met satéprik-
Bent u gelovig?
kers worden die ervaringen in een pompoen gestoken,
Ik durf de volgende redenering te maken. Stel je zelfs voor
beeld van zomerse vruchtbaarheid. Derdejaars studenten
dat alles over het bestaan van God puur een bedenksel is
die hun godsdienstdiploma willen halen zijn actief
van de mens, dat er niemand is die de mens in zijn hand
betrokken bij de openings-, kerst- en paasviering. Door de
heeft of die aan het begin of eind zou staan, dan nog vind ik
stilistische vormgeving van mijn collega 'drama' worden ze
het geloof zo essentieel voor de ziel van de mens, dat het
dieper bij de inhoud van de tekst gebracht. Geen kerkelijke
mij niet uitmaakt of het ‘objectief’ waar is of niet. Op basis
vieringen, maar wel met een boodschap.
Ve r v o l g v a n p a g i n a 1 7
Deze hebben een sterk instrumentele opvatting
waarvoor ze gekozen hebben. Wij willen dat ze
waarvoor ze zelf oplossingen moeten bedenken.
van onderwijs.
zich bewust worden van die keuze en dat ze na
Wat wij vervolgens doen is ze een spiegel voor-
We hebben gekozen voor probleem gestuurd
gaan denken over de consequenties daarvan. We
houden. PGO past ook bij het uitgangspunt dat
onderwijs (PGO) omdat deze onderwijswerkvorm
willen ze laten groeien. Daar genieten we zelf ook
een leraar basisonderwijs integratief moet
past bij de pedagogische uitgangspunten. Dat
van. Het betekent dat je studenten serieus moet
worden opgeleid en niet in vakjes. Dat betekent
betekent niet dat de vraag van de student altijd
nemen, in alle opzichten. Daarvoor is PGO een
bij ons dat alle modulen vakoverstijgend zijn.
uitgangspunt is. Wij bieden studenten geen kant-
goed middel, want PGO gaat uit van de autono-
Docenten zijn daarom niet alleen verantwoorde-
en-klaar-pakketten waaruit ze een keus kunnen
me keuze van studenten. We bieden studenten
lijk voor hun eigen vakgebied, maar voor het
maken, maar we begeleiden ze naar het beroep
kritische situaties, problemen uit de praktijk aan,
geheel. PA G I N A 1 9
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:59
>
Pagina 20
NUMMER 4
R E A C T I E O P D E B E L E I D S N O TA B E Z I E L D E N Z E L F B E W U S T VA N D
Pleidooi voor versterking van De beleidsnota van de Nederlandse bisschoppenconferentie stelt een aantal indringende
lieke scholen met deze belangrijke, maar tegelijk ook com-
vragen aan het katholiek onderwijs. Hoe kan het katholiek onderwijs in de huidige
plexe taak, te helpen en te inspireren.
omstandigheden zijn verantwoordelijkheid voor de vrijheid van onderwijs invullen en waarmaken? Hoe krijgt en bewaart het bezieling en vitaliteit? Wat is er voor nodig om
De twee belangrijkste problemen waarmee het onderwijs de
voldoende draagkracht te garanderen? Het antwoord van de bisschoppen op deze vragen
laatste jaren geconfronteerd wordt, zijn het geweld in de
kan samengevat worden met de woorden van de titel van de nota: bezield en zelfbewust
scholen en het tekort aan leerkrachten. Deze problemen
katholiek onderwijs.
dreigen de kern van het leven op school aan te tasten. Het onderwijsproces kan alleen maar functioneren in een omge-
PETER JONKERS
In dit artikel wil ik nagaan hoe de uitgangspunten van deze
ving waarin zowel de leerlingen als de leerkrachten zich vei-
bisschoppelijke nota, zoals verwoord in hoofdstuk III, scho-
lig voelen en niet bij herhaling slachtoffer zijn van verbaal of
len kunnen helpen om een antwoord te vinden op de peda-
fysiek geweld. Leerkrachten die hiermee te maken krijgen
gogische vragen en problemen waar zij dagelijks mee in
gooien vroeg of laat het bijltje erbij neer of beginnen niet
aanraking komen. Ik denk dat de bezieling en het zelfbe-
eens aan een loopbaan in het onderwijs. Ik denk dus dat er
wustzijn van katholieke scholen niet moet blijven steken in
een belangrijk verband is tussen het leerkrachtentekort en
(vrome) woorden, maar zich vooral moeten tonen in hun
het klimaat dat op vele scholen heerst.
onderwijskundig, pedagogisch en bestuurlijk handelen. Concreet gaat het om de omgang met de leerlingen, de aan-
De bisschoppen gaan in hun beleidsnota niet rechtstreeks
dacht voor de christelijke geloofstraditie, het klimaat van de
op deze problemen op scholen in, maar geven wel enkele
school als werkplek voor leerkrachten en ondersteunend
meer algemene, maatschappelijke oorzaken. Ondanks de positieve gevolgen van de individualisering, zoals vrijheid
Besef dat er iets aan ons is voorafgegaan
en zelfstandigheid, krijgen scholen in onze tijd ook steeds
en dat er ook nog iets na ons zal komen
lijks de invloed van de fragmentatie in de samenleving, van
meer met de keerzijden daarvan te maken. Zij merken dage-
gebroken gezinssituaties en de drukke agenda’s van ouders
personeel, de communicatie met de ouders, en het optre-
op hun leerlingen. Op dit punt uiten de bisschoppen een
den van de schoolleiding. Het moet er, met andere woor-
zorg die ook uit de artikelen van de publicist Paul Scheffer
den, niet bij blijven dat scholen alleen maar in de statuten
en anderen spreekt. Volgens Scheffer zijn we met onze
vermelden dat ze katholiek zijn en het eventueel in de
Nederlandse samenleving op een keerpunt gekomen: pro-
naamgeving van de school tot uiting laten komen. Een zelf-
pageren we onverkort het burgerschap van het hier en nu,
bewuste katholieke school moet zijn bezieling tot uiting
dat alles pakt wat er te krijgen valt, of geven we de voor-
laten komen in zijn onderwijspraktijk en werkklimaat. Dat is
keur aan burgers, die beseffen dat er iets aan hen is vooraf-
natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. We weten alle-
gegaan en dat er ook nog iets na hen zal komen. Scherper
maal hoe weerbarstig de schoolpraktijk is en hoe moeilijk
geformuleerd: in een tijd waarin de schaduwzijden van de
het is om zoiets ongrijpbaars als een werkklimaat te beïn-
individualisering hoe langer hoe duidelijker worden, moe-
vloeden. Maar toch. Ik denk dat in een tijd waarin scholen
ten we ons afvragen of het wel zo goed is dat onze maat-
voor steeds complexere pedagogische en organisatorische
schappij zich verder individualiseert.
taken komen te staan, het van groot belang is dat alle scho-
Jonkers is voorzitter van
len, ook de katholieke, opereren vanuit een zelfbewuste
De nota pleit in dit verband voor een versterking van het
de Nederlandse Katholieke
visie op mens en samenleving. Met hun nota willen de bis-
gemeenschapsbesef in het katholiek onderwijs, als tegen-
Schoolraad.
schoppen vanuit het geloof elementen aanreiken om katho-
wicht tegen de schaduwzijden van de individualisering. Dit
PA G I N A 2 0
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:59
>
Pagina 21
NUMMER 4
N D E N E D E R L A N D S E K AT H O L I E K E B I S S C H O P P E N
n het gemeenschapsbesef pleidooi mag zeker niet begrepen worden als een poging
waardige versterking van het gemeenschapsbesef. In die zin
om terug te keren naar de verzuilde samenleving van vroe-
gaat individualisering dus niet per definitie ten koste van de
ger. Secularisering en individualisering mogen niet op één
gemeenschap; veeleer is het zo dat een geïndividualiseerde
hoop gegooid worden. In tegenstelling tot het proces van
maatschappij als de onze op de lange duur alleen maar
secularisering, dat de rol en positie van de kerken in de
overeind kan blijven indien de gemeenschap in dezelfde
maatschappij grondig heeft veranderd, is de individualise-
mate versterkt wordt als de individuele zelfbeschikking. Het
ring iets dat ook verregaande consequenties heeft voor de
gaat daarbij niet alleen om een versterking van de rechten
politiek, de overheidsinstellingen, het maatschappelijk
en plichten die het staatsburgerschap met zich meebrengt,
middenveld, het gezin en de school.
maar ook en vooral om het belang van allerlei lokale vormen van gemeenschap, zoals het gezin, de buurt, de vereni-
Welke zijn die schaduwzijden van de individualisering? We
ging en natuurlijk ook de school. Vooral in de school, omdat
Willen we de positieve kan-
kunnen bij voorbeeld denken aan het feit dat politici niet
de samenleving zo’n grote rol toebedeelt aan de school bij
ten van de individualisering
langer gerespecteerd worden als verkozen vertegenwoordi-
de oplossing van maatschappelijke problemen. Omdat jon-
behouden, dan moet zij
gers van de maatschappij, dat de politie en het gerecht niet
geren zich vanwege hun maatschappelijke positie, leeftijd
gepaard gaan met een
langer erkend worden als de bewakers van de manier waar-
en de invloed van de reclame en media op hun doen en
gelijkwaardige versterking
op wij met elkaar willen leven, dat ouders niet langer het
denken vaak minder dan volwassenen bewust zijn van hun
van het gemeenschapsbesef
gezag genieten, dat hen in staat stelt om verantwoordelijk
afhankelijkheid van anderen, neemt het individualisme bij
te zijn voor de opvoeding van hun kinderen, en dat leraren
hen soms extreme vormen aan. Dit vrijheid-blijheid denken
niet langer gerespecteerd worden als degenen die door de
en doen maakt niet alleen het samenleven met elkaar in
gemeenschap zijn aangesteld om ons culturele erfgoed
schoolverband moeilijk, maar bereidt hen ook slecht voor
door te geven aan volgende generaties. We zien dit soort
op hun toekomstige leven in de maatschappij. Daarin heeft
fenomenen elke dag om ons heen, thuis, op straat en op
iedereen steeds meer met elkaar te maken, zowel econo-
school. Kort samengevat komen deze schaduwzijden erop
misch, sociaal als cultureel. Daarom is een versterking van
neer dat de geïndividualiseerde burger de hier genoemde
het gemeenschapsbesef niet alleen een belangrijke sociaal-
sectoren in de samenleving en de mensen die daarin werk-
pedagogische opgave voor de scholen, maar draagt zij ook
zaam zijn niet langer ziet in functie van de bijdrage die zij
bij tot aan positiever schoolklimaat, meer bepaald tot een
leveren aan het algemeen belang, maar hen exclusief
vertrouwenwekkende leer- en leefomgeving voor de leerlin-
beoordeelt op basis van de wijze waarop zij zijn privé-belan-
gen, tot een stimulerend werkklimaat voor leerkrachten en
gen behartigen. Zo dient de politiek ervoor te zorgen dat ik
ondersteunend personeel en tot een ontmoetingsplek voor
niet op een wachtlijst kom wanneer ik in het ziekenhuis
ouders. De school als gemeenschap heeft daarbij het grote
moet worden opgenomen, moet de politie er voor waken
voordeel dat hij tastbaar is; hij is een plaats waar mensen
dat mijn straat veilig is en dat ik in alle andere straten ruim
gedurende langere tijd samen leren en een stuk van hun
baan krijg, moet het gerecht recht spreken overeenkomstig
leven met elkaar delen.
mijn rechtsgevoel, moeten mijn kinderen autonoom over van alles en nog wat kunnen beslissen (en als het misloopt,
Op welke wijze kunnen katholieke scholen nu vanuit hun
moeten anderen maar voor de gevolgen opdraaien), en zijn
bezieling op een zelfbewuste wijze inhoud geven aan deze
leraren er verantwoordelijk voor dat mijn zoon of dochter de
broodnodige versterking van het gemeenschapsbesef? De
beste resultaten haalt op school.
nota van de bisschoppen spreekt in dit verband over de
Welnu, als we de positieve kanten van de individualisering
school als waardegemeenschap. Zij verstaan hieronder een
willen behouden, moet zij gepaard gaan met een gelijk-
groep mensen die een gemeenschappelijke visie uitdraagt PA G I N A 2 1
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:59
>
Pagina 22
NUMMER 4
op wat het leven inhoudt, het zinvol maakt en waarde ver-
andere mogelijkheden en grenzen dan het voortgezet onder-
leent. Juist omdat de omgang met bepaalde waarden het
wijs, het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en het spe-
bindende element van een waardegemeenschap is, heeft
ciaal onderwijs. Maar het zou onjuist zijn om te stellen dat
zo’n gemeenschap ook een pedagogische en vormende
de school als waardegemeenschap alleen maar een taak is
kracht. Hiermee sluit de nota aan bij de resultaten van
voor het basisonderwijs. Integendeel, in de diverse vormen
recent sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Een van de
van voortgezet onderwijs manifesteren de schaduwzijden
belangrijkste factoren om vandaag de dag, alle secularisatie
van de individualisering zich alleen maar duidelijker. Het is
ten spijt, de aantrekkingskracht van bijzondere, i.c. confessi-
des te belangrijker om juist bij deze groepen leerlingen het
onele scholen te verklaren ligt in het feit dat zij erin slagen
gemeenschapsbesef te versterken. Bovendien verkeren
om op een goede manier in te spelen op de vele vragen
scholen in zeer verschillende situaties, die bepaald worden
naar zingeving die bij jongeren leven en om jongeren op te
door de verscheidenheid (ook op levensbeschouwelijk
nemen in een functionele waardegemeenschap.
gebied) van de leerlingen en leerkrachten, onderwijskundige
1
en pedagogische concepten etc. Deze verscheidenheid heeft Om welke waarden gaat het nu concreet? De bisschoppen
uiteraard gevolgen voor de manier waarop de school als
noemen vier waarden die fundamenteel zijn voor de katho-
waardegemeenschap inhoud krijgt.
lieke school; zij geven die vier basiswaarden ook handen en
Kunnen de genoemde vier fundamentele waarden, die een
voeten door ze te verbinden met de actuele situatie op
invulling zijn van de katholieke school als waardegemeen-
scholen en in de maatschappij.
schap, nu een positieve rol spelen bij de problemen waar
1) Oog voor God als Schepper en Verlosser en voor Zijn
scholen vandaag de dag mee te maken hebben? Ik denk van
Koninkrijk,
[1] Anne Bert Dijkstra, Jaap Dronkers,
wel, ook al realiseer ik me goed dat er geen pasklare en
2) Vorming van de gehele menselijke persoon,
gemakkelijke oplossingen zijn voor de complexe problemen
3) Aandacht voor elke mens, in het bijzonder voor de zwak-
die ik heb samengevat onder de noemer van de keerzijde
keren,
van de individualisering.
Roelande Hofman (red.), Verzuiling
4) Oog voor de gemeenschap.
in het onderwijs. Actuele verklaringen
Het gaat hier natuurlijk om nogal abstracte waarden, die
KENNIS VAN EN RESPECT VOOR HET CHRISTEN-
en analyse. Groningen,
vertaald moeten worden in de schoolpraktijk van elke dag,
DOM, uiteraard met respect voor de levensbeschouwelijke
Wolters-Noordhoff, 1997.
dat wil zeggen in verschillende soorten onderwijs en in zeer
of godsdienstige achtergrond van de leerlingen, kan en
[2] Nota, p. 16-18.
uiteenlopende situaties. Zo heeft het basisonderwijs heel
moet een tegenwicht vormen voor de meest dominante
PA G I N A 2 2
2
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:59
>
Pagina 23
NUMMER 4
levenshouding van dit moment, een individualistisch consu-
niettemin een belangrijk onderdeel vormen van de school-
mentisme met het daarbij behorende graaigedrag. Zelfs een
populatie. Scholen kunnen wellicht in deze waarde inspiratie
eerste kennismaking met de christelijke traditie laat zien dat
vinden om creatief te zijn in het zoeken naar mogelijkheden
er tal van mensen in het verleden en heden zijn, die een
om ook de zwakkere leerlingen tot hun recht te laten
diep levensgeluk hebben gevonden in hun belangeloze inzet
komen; het gaat dan niet alleen om de intellectueel zwakke
voor de zwakkeren en in hun toewijding aan God. In
leerling, maar ook om die jongeren die een moeilijke thuis-
kloosters en abdijen wordt zo’n levenswijze in de praktijk
situatie hebben of die gepest worden omdat ze niet beant-
gebracht. Het is dan ook de moeite waard om er met een
woorden aan de dwingende norm van de groep.
klas een bezoek aan te brengen, vragen te stellen aan de bewoners over het leven in een abdij, en kennis te maken
OOG VOOR DE GEMEENSCHAP tenslotte kan een
met een totaal ander dag- en levensritme dan de gebruike-
tegenwicht bieden voor de nog steeds toenemende nadruk
lijke jachtigheid. Misschien kunnen we jongeren er op die
in onze maatschappij op individuele rechten. Ik denk hierbij
manier gevoelig voor maken dat er nog andere vormen van
niet alleen aan de mensenrechten als zodanig, maar aan
een geslaagd leven zijn. Voor de schoolleiders kan het mis-
allerlei rechten die in het kielzog daarvan zijn gepropageerd.
schien een impuls zijn om plaatsen van rust en stilte te creë-
In verband met het onderwijs gaat het dan om de rechten
ren te midden van de dagelijkse drukte op school; dat kan
van de leerling, de rechten van de werknemer, de rechten
een stiltecentrum zijn, maar ook het organiseren van
van de ouders, etc. Hoe belangrijk die rechten op zich
momenten van bezinning op school.
gezien ook zijn, de nadruk op die rechten staat het besef van de daarbij behorende plichten in de weg. Maar bovendien
VORMING VAN DE HELE MENS in fysiek, sociaal,
hebben al die rechten een sterk individualistische onder-
ethisch en spiritueel opzicht biedt een mogelijkheid om leer-
toon; elk individu kan ze inroepen als hij vindt dat die rech-
lingen bewust te maken dat er waarden in het leven zijn die
ten worden geschonden. Maar juist omdat ze zo individua-
nu eens niet van het individu uitgaan en bij hem ophouden,
listisch zijn, besteedt niemand aandacht aan de noodzake-
maar mensen boven het hier en nu uittillen. Ik denk bij-
lijke onderlinge verhouding en afstemming van die rechten.
voorbeeld aan een vorm van seksuele opvoeding die
De leerling heeft uiteraard recht op zijn eigenheid op tal van
uitdrukkelijk aandacht heeft voor de gevolgen van de instru-
vlakken, maar die eigenheid zal op de een of andere manier
mentalisering en commercialisering van het lichaam op ons
in overeenstemming gebracht moeten worden met de
doen en laten. Voor de problemen die de extreme nadruk
eigenheid van zijn medeleerlingen; en bovendien moeten al
van onze tijd op jong en hip zijn aanricht, ook bij jongeren.
die eigenheden ook nog in verband worden gebracht met
Voor wat de positieve waarde is om een leven lang elkaars
het recht van de leerkracht op respect, een veilige werkom-
lief en leed te delen etc. Dergelijke waarden kunnen scholen
geving zonder (fysieke en psychische) intimidatie en geweld
misschien toerusten om zelfbewust met alle betrokkenen
etc. Al deze vragen verwijzen naar de noodzaak van de
een gesprek aan te gaan over welke kleding op school hoort
school als waardegemeenschap.
en welke eerder aan het strand of op de camping, over de grenzen van ongewenste, maar ook van gewenste intimiteit
Vanwege de extreme nadruk op het individualisme zijn deze
etc. Specifiek in dit geval moeten ook de ouders bij zo’n
even voor de hand liggende als fundamentele vragen op de
gesprek betrokken worden, omdat lichamelijkheid en
achtergrond geraakt, niet alleen in het onderwijs, maar in de
kleding zaken zijn die op het grensvlak van school en gezin
hele maatschappij. Daar liggen in belangrijke mate de die-
liggen. Hieruit blijkt maar weer dat de school nooit een
pere oorzaken voor de problemen waar scholen vandaag de
waardegemeenschap kan zijn als hij daarin niet gesteund
dag mee te kampen hebben. Het lijkt me niet realistisch om
wordt door de naaste omgeving, in dit geval de ouders.
van een bisschoppelijke nota een kant en klare oplossing van al deze problemen te verwachten. Maar door aan katho-
OOG VOOR DE ZWAKKEREN moet jongeren ervan
lieke scholen een aantal basiswaarden voor te houden kan
bewust maken dat er ook onder hun leeftijdsgenoten heel
deze nota hen stimuleren om op een zelfbewuste wijze met
wat mensen zijn (laagopgeleiden, allochtonen etc.) die niet
deze vragen om te gaan vanuit de bezieling van de geloofs-
meer mee kunnen in de kennismaatschappij, en die desal-
traditie waarin zij staan. PA G I N A 2 3
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:59
>
Pagina 24
NUMMER 4
Het beroep staat centraal FRANK SELLER
De lerarenopleidingen in Nederland hebben de afgelopen jaren een keuze gemaakt voor competentiegericht opleiden, een keuze voor het nieuwe leren dus. Zij omschrijven een competentie als het vermogen in een specifieke beroepssituatie adequaat te handelen en het gewenste resultaat te bereiken. Dat betekent dat de beroepspraktijk en duaal opleiden het centrale vertrekpunt zijn. Over de vormgeving van opleidingselementen en ervaringen van scholen, studenten en opleiders sprak Frank Seller met Peter Lorist en Arien Bekker van de Archimedes Lerarenopleiding in Utrecht
Wat je over het nieuwe leren bij leerlingen zegt, kun je ook
nul zetten. Tot onze verrassing zien we dat ook de voltijdstu-
zeggen over leraren in opleiding. En natuurlijk ook over ons-
denten – want we zijn nu één jaar zo bezig – er aan begin-
zelf. Het is van belang aan te sluiten bij kennis en vaardig-
nen te wennen.
heden die de mensen al hebben als ze aan de opleiding
Leren is
beginnen. Dat doe je door ze bewust te laten zijn of worden
We stellen de te verwerven competenties als einddoel. In
van wat ze al in huis hebben, bewust van waar ze moeten
wezen is zoiets in het studiehuis tweede fase ook zichtbaar.
komen en van de manier waarop dat zou kunnen. Wij, oplei-
Hetzelfde zie je natuurlijk ook gebeuren in het VMBO en de
ders, moeten ze helpen daar te komen. Dat suggereert een
natuurlijk
individueel proces, maar leren is natuurlijk wel een sociaal
wel een
Dus je moet studenten enerzijds bewust maken van wat ze
sociaal proces
proces.
nog moeten leren. Dat doe je het best door ze in de school actief te laten zijn. Met medestudenten kunnen ze werken aan de kennis en vaardigheden die ze in de schoolpraktijk nodig hebben: zichzelf en anderen bezig zien en dat onderwerp van gesprek laten zijn. Dat levert een duale lijn van leren op en veel gespreks- en reflectiemomenten.
Duaal We hebben er voor gekozen dat alle leerlingen vanaf het begin van hun opleiding actief zijn in het onderwijs. Dat is nieuw en anders voor de voltijdstudenten. Voor wie al in de praktijk werkt, geldt dat sinds jaar en dag en voor de zijinstromers natuurlijk ook.
Peter Lorist en Arien
Het beroep staat voor ons gevoel steeds centraler in de
Bekker zijn beide ruim
opleiding. Daarom is het van enorm belang dat je weet wie
twintig jaar lerarenopleider
je bent, wat je mee brengt als je voor de klas staat. Je brengt
voor de vakken techniek en
je eigen leerstijl mee. Deze wordt bepaald door wat je hebt
wiskunde.Vanaf 1999 zijn
gedaan en door wat je hebt meegemaakt. Daarom is een
zij mede-ontwikkelaars,
portfolio over jezelf, het in kaart brengen van je eigen voor-
projectleiders en uitvoerders
geschiedenis een belangrijk element, ook in de beginfase.
van het programma
Voor zij-instromers betekent het dat wat ze ervaren hebben
Educatief Partnerschap.
en ervoor gedaan hebben, van belang en waarde is. Deze
Zij zijn actief betrokken
mensen hebben een heel leerproces achter de rug en dat
bij vernieuwingen binnen
willen we niet negeren. We willen niet vertellen wat of hoe
de lerarenopleiding.
en daarmee alle verschil in instroomniveau en ervaring op
PA G I N A 2 4
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:59
>
Pagina 25
NUMMER 4
BVE-sector. Niet overal natuurlijk, maar er zijn experimenten
Eerstejaarsstudenten zie je verantwoordelijkheden nemen
gaande met bij voorbeeld een werkplekkenstructuur en met
voor de school waar ze werken. Ze maken keuzes en pak-
leerwerkhuizen. De zelfstandigheid van leerlingen wordt
ken een uitdaging adequaat op. Zo was een aantal studen-
hierbij sterk benadrukt. Van belang voor onze opleiding is
ten Frans, vers van hun HAVO- of VWO-vooropleiding
dat het niet de toekomstige werkplek is, maar de huidige
geplaatst als onderwijsassistent1 in een VMBO-school waar
werkplek waar onze studenten leren. Dat maakt het actueel
geen Frans gegeven werd. Na aanvankelijk gesteggel werd
voor ze: je ziet waarom je het zo doet en je krijgt feedback in
besloten dat ze zouden blijven en best konden werken als
die actuele situatie van leerlingen en begeleiders. Duaal is
assistent bij tweede-taalverwerving, dus samen met de
dus misschien niet perse een noodzakelijke voorwaarde,
docenten Duits en Engels. Nu, een jaar later, zeggen die
Je ziet ook dat studenten
maar het is wel heel erg versterkend.
studenten deze ervaring voor geen goud te hebben willen
die het niet zien zitten, veel
missen. Ze hebben er zoveel geleerd over taal en over
sneller vertrokken zijn
Definitie
taalverwerving, juist omdat ze genoodzaakt waren over de
Bij een werkbare definitie van competentie, die we gebrui-
essentie van taalonderwijs na te denken en zo met
ken bij het ontwerp van ons opleidingsmodel, zeggen we
leerlingen te werken.
dat het in de kern gaat om integratie van kennis, vaardighe-
Studenten maken vaak ook een scherpe analyse van een
den en houding en dat in de context van de werksituatie. De
school- of klasprobleem. Je ziet eerstejaars dingen doen op
drie traditionele componenten worden dus niet in afzonder-
een manier waarvan je vroeger dacht dat iemand dat pas
lijke blokjes aangeleerd, maar in een leerwerksituatie in een
als vierdejaars zou kunnen. Zoiets wordt natuurlijk wel
klas geoefend; een situatie waar die elementen elkaar aan-
versterkt door de individuele componenten en keuzes in het
vullen. Het spreekt dat kennis en vaardigheden, waar nodig,
opleidingstraject en door de begeleiding in de school. Lastig
tevoren zijn getraind en aangeleerd; niet alles is immers
voor ons is wel te bepalen hoeveel vakinhouden en vakken-
direct van en in een werksituatie te leren.
nis we aan de studenten mee geven om in hun vak te kun-
De student ervaart dat hij met de geïntegreerde vaardighe-
nen functioneren. De school wil immers ook kwaliteit in de
den uit de voeten kan door ze in de beroepspraktijk toe te
vakken. Ze denken ook aan de cijfers op de kwaliteitskaart.
passen en dat de vaardigheden in die vorm nodig zijn om een pedagogische relatie aan te gaan. Er is geen scheiding
Verandering in de school
in kennis en vaardigheden in de ouderwetse zin van het
De school is nu medeverantwoordelijk voor het opleiden
woord; wij zien dat een student er op een andere manier
van de studenten. En let wel: het zijn geen stagiaires meer,
mee omgaat. Daardoor was het voor ons, opleiders, een
het zijn medewerkers van de school die er één dag in de
opsteker te zien hoe positief dualiseren in de praktijk
week werken en er een salaris verdienen. In het begin
uitpakt.
moest er in scholen worden gezocht naar een goede manier om de studenten in te zetten. Vanuit de directie van de
Groei
school werden nuttige taken geformuleerd die de onderwijs-
We zien dat studenten die nu duaal bezig zijn in alle opzich-
assistenten zouden kunnen oppakken, zoals:
[1] Voor het goede begrip, met
ten verder zijn dan de studenten van het jaar daarvoor; in
- werken met kleine begeleidingsgroepjes
onderwijsassistent wordt hier een
groei, interessen, verantwoordelijkheid nemen en ook in
- overhoren van leerlingen
(school)functie aangeduid in het
allerlei delen van de studie. In motivatie blijkt er een gewel-
- videoprogramma’s laten bekijken door leerlingen
opleidingstraject voor leraar in het
dige verandering: mensen die in de school bezig zijn, vra-
- remedial activiteiten uitvoeren
voortgezet onderwijs. Het is een heel
gen om opleidingselementen die pas later in de cursus aan
- materiaal maken voor praktische zaken
andere functie dan die van onder-
de orde komen, maar waarvan ze vinden dat ze die nu
- verlichting van bepaalde taken, zoals overhoringen
wijsassistent in het basisonderwijs.
nodig hebben. Je ziet ook dat studenten die het niet zien zitten, veel sneller vertrokken zijn.
corrigeren - internetsites zoeken bij lessenseries
Ve r v o l g o p p a g i n a 2 6
PA G I N A 2 5
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
Ve r v o l g v a n p a g i n a 2 5
10:59
>
Pagina 26
NUMMER 4
Zoiets werd niet altijd zo maar door de vakdocent geaccepteerd. Proefwerken laten nakijken door de onderwijsassistenten werd bijvoorbeeld door een docent genoemd als iets dat je niet mocht en kon overdragen. Internetsites vinden van het juiste niveau zou best wel eens te moeilijk kunnen zijn, vond een ander, en dan moest je het later toch weer zelf doen. De kern van dit type opmerkingen is eigenlijk dat veel docenten niet gewend zijn met een assistent te werken en die assistent ook geen eigen verantwoordelijkheid kunnen geven. En ook is het lastig om als docent in de rol van opdrachtgever te zitten. Zoiets is in de plat georganiseerde vakgroepen of vaksecties niet vanzelfsprekend. Bij de ß-vakken en techniek is dat natuurlijk wat minder ongewoon, maar ook daar zijn er grote verschillen tussen scholen en vakken. De werkvorm van een practicum bij het vak tech-
zijds hoor je ook dat ze een verrijking zijn voor een sectie,
niek vraagt om een tamelijk structurele vorm van samen-
dat er geweldige prestaties worden verricht en dat de coa-
werken in de les met een onderwijsassistent en gaat veel
ching van zij-instromers inspiratie genereert. Dat laatste is
verder dan het klaarzetten van het materiaal voor een
prima, want er is in het VO en het BVE een ontzettend tekort
demonstratieproef bij het vak scheikunde. Het zijn zaken die
in kwantitatieve (meer dan 10.000 vacatures tegen 2006) en
samenhangen met opvattingen over de professionaliteit van
kwalitatieve zin, met name in de beroepsgerichte vakken in
de leraar.
BVE en VO. De begeleiding van zij-instromers vraagt bijna altijd de inzet van de beste mensen van de school die er
We hebben
Opleiden in de school
zijn; dus waar kiest de school voor? Voor eigen oplossingen
Je merkt wel dat in dat eerste jaar in bijna alle scholen het
op de korte termijn of voor structurele op de middellange
denken over de inzet van onze studenten als onderwijsas-
termijn?
sistent snel en sterk is bijgesteld. Ook daar is de ervaring
De lerarenopleiding heeft in dit traject de opdracht een dag
dat heel veel van de studenten meer aan kunnen dan waar-
onderwijs per week te verzorgen, maar wat nodig blijft is
van je bij voorbaat uitgaat. Elk koppel studenten heeft een
coaching en ondersteuning op de werkplek. Wij bieden een
begeleider van de opleiding en een werkplekbegeleider van
programma volgens de prioriteit van de docent in oplei-
de school. Die schoolfunctionarissen zorgen voor de bege-
ding. Dus in de eerste weken komt nagenoeg alles aan de
leiding en gesprekken op de werkplek en kunnen de studen-
orde rond klassenmanagement, zodat de basis is gelegd.
ten snel en effectief ondersteunen. Daarnaast zijn er in elke
eigenlijk heel
school tenminste één en soms twee algemeen praktijkbege-
Competent en startbekwaam
leiders voor de organisatorische èn inhoudelijke vormge-
Wij onderschatten in onze beroepsgroep wel eens onze
weinig
ving van het opleidingstraject in school. Ook deze collega’s
eigen leraarsvaardigheden. We vinden bij wijze van spreken
moeten hun eigen professionaliteit ontwikkelen. De alge-
dat iedereen docent kan zijn. We hebben over het hele
beroepstrots
meen praktijkbegeleiders zijn nauw betrokken geweest bij
onderwijsveld gemeten eigenlijk heel weinig beroepstrots.
de vormgeving van het opleidingstraject en zeker met de
Dat is niet professioneel, zeker als je je realiseert dat de
discussie over competenties en bekwaamheden. Zoiets is
helft van ons programma met de techniek van onderwijs-
natuurlijk een verrijking voor de school.
geven te maken heeft. Een student vertelde ons kortgeleden over een programma
PA G I N A 2 6
Zij-instromers
waarbij ouders in de klas presentaties zouden verzorgen
Soortgelijke opmerkingen gelden ook voor de zij-instro-
van leuke dingen. Maar de ouders dienden volgens hem
mers. Enerzijds hoor je in scholen klagen dat er veel, teveel
ook voorbereid te zijn op kinderen die vragen zouden kun-
eigenlijk, zijn die afhaken tijdens hun duale traject, ander-
nen stellen en daarvoor had hij maar een instructieflyertje
233.080 Reflexief [4]
REFLEXIEF
>
05-12-2002
DECEMBER 2002
10:59
>
Pagina 27
NUMMER 4
gemaakt over omgaan met vragen van kinderen. Kortom, even op niveau een les geschreven voor volwassenen over
COLOFON
een pedagogische relatie. Op basis van de verworven startbekwaamheid kunnen mensen in het onderwijs doorgroeien. Dat kan door in de carrière voortdurend groei te laten zien in de breedte of door in de loopbaan competenties in steeds complexere situaties te
Reflexief is een uitgave van de Nederlandse Katholieke Schoolraad, forum voor katholiek onderwijs. Reflexief verschijnt driemaandelijks en wordt gratis toegezonden aan schoolbesturen en schoolmanagement, relaties in het onderwijs, de politiek, het maatschappelijk leven en de media. U kunt zich ook abonneren op Reflexief.
laten zien. Je kunt bij wijze van spreken senior worden en laten zien hoe je het leerproces in je sectie effectiever en scherper kunt aansturen, hoe je in je sectie onderwijsvernieuwing kunt helpen vorm te geven. Je kunt ook kiezen voor verbreding of voor specialisatie door in de school en de sectie mensen te gaan opleiden. Je ontdekt waar je sterke kanten zitten en je kiest voor een bepaalde mate of richting van specialisatie in de school als mentoraat en decanaat, contacten met buitenschoolse partners, technologie. Bij competentie-denken hoort ook, dat je blijft leren. De slogan die een opleidingsschool onlangs formuleerde is: in een
REDACTIE Bartho Janssen (hoofredacteur) Gerrit-Jan Meulenbeld (eindredacteur) Irma Verbeek (redactieassistent) Merian van Broekhoven Thom Geurts Frank Seller Wilbert van Walstijn VASTE MEDEWERKER Bert ten Berge s.j.
opleidingsschool zie je iedereen leren; iedereen leert: van directeur tot conciërge.
FOTOGRAFIE Marc Gijsbers,
Ruimte voor de lerende organisatie
Marsel Loermans
Terugkomend op de definitie over competentie uit het begin, een school moet blijvend bijdragen aan het leren van
VORMGEVING
zijn werknemers. Ze moet blijvend investeren in de eigen
Ontwerpwerk, Den Haag
mensen, ook door de beste mensen vrij te maken voor opleidingen in de school. Maar zeker ook door in de school
DRUK
ruimte te maken. Ruimte in tijd om te discussiëren en te
Drukkerij Berne, Heeswijk
overleggen, ruimte voor werkplekken met outillage en rust en tot slot ruimte binnen het organisatiebouwwerk voor
REDACTIEADRES
functies die in zo’n lerende school nodig zijn.
Stadhouderslaan 7 Postbus 82068 2508 EB Den Haag t. 070 3568115 f. 070 3467486
[email protected] www.nksr.nl ABONNEMENTENADMINISTRATIE Reflexief kost € 12,- per jaar, los nummer € 3,50. Voor informatie en losse nummers: Irma Verbeek, t. 070 3568115,
[email protected] COPYRIGHT Overname van artikelen of gedeelten daarvan is toegestaan na voorafgaande toestemming
Bekijk onze nieuwe site www.nksr.nl (vanaf januari 2003)
van de redactie en met bronvermelding. ISSN 1570-2588 PA G I N A 2 7
233.080 Reflexief [4]
Jan Ligthart
05-12-2002
10:59
Pagina 28
Zaakonderwijs – o, daar meent die man mee, dat je de kinderen alles echt moet laten zien,
(uit: Verspreide opstellen II: Zaakonderwijs, pag. 118-120,
en dat je geen woorden moogt gebruiken.
Wolters, Groningen, 1917)
Wie zo spreekt, nu, heeft het glad mis. Geen woorden gebruiken? (…..)
Zaakonderwijs – dat is, je leerlingen bij de werkelikheid brengen, zó, dat ze haar zien, de werkelikheid van het nabije of het verre, in plaats of tijd, op zinnelik of geestelik gebied. en daartoe gebruiken we de dingen, de modellen, de afbeeldingen, maar naast en zelfs bij dat alles toch ook de woorden. En daartegenover staat: formalisties onderwijs, waar geen leven in zit en dat geen leven wekt. (…..)
Onze gehele school, lagere en hogere, zit vol van pakhuiskennis. Kisten en balen vol worden geladen en overgeladen. Dat goedje leeft niet, ‘t is alles netjes ingepakt ter verzending. (…..)
Daartegen nu gaat het pleiten voor zaakonderwijs. Niet tegen het opzeggen, maar tegen het enkel opzeggen.Tegen de vernisbeschaving.Tegen de schijncultuur.