Wmo-raad Bunnik
DE KLANT AAN HET WOORD III
4XLFN7LPHHQHHQ -decompressor zijn vereist om deze afbeelding weer te geven.
Interviews met Wmo-cliënten in Bunnik Wmo-raad Bunnik juni 2011
Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1: Inleiding
3
Hoofdstuk 2: Aanpak onderzoek
4
Hoofdstuk 3: Resultaten en bespreking
5
3.1 Het Wmo-loket
5
3.2 Hulp bij het huishouden
5
3.3 Voorzieningen (woning, rolstoel, vervoer)
6
3.4 Meedoen aan de maatschappij
7
3.5 Een voorbeeld van een interview: op bezoek bij een echtpaar
8
Hoofdstuk 4: Conclusies en aanbevelingen
10
2
Hoofdstuk 1: Inleiding Ieder jaar krijgen alle cliënten van het Wmo-loket een enquête over de klanttevredenheid toegestuurd. Dit levert zinvolle doch vooral getalsmatige informatie op. Het blijkt dat in 2010 de burgers van de gemeente Bunnik wederom globaal tevreden zijn over de ontvangen ondersteuning via de Wmo (rapportcijfer 7+). Aangezien de Wmo-raad benieuwd is naar de verhalen achter de cijfers, hebben de leden van de Wmo-raad reeds in 2008 en 2010 vele cliënten (resp. 20 en 70) nader gesproken. Dit heeft een schat van informatie opgeleverd waarna de Wmo-raad diverse conclusies heeft getrokken en aanbevelingen geuit richting het college van B en W. Zo is geadviseerd dat het in het belang van de cliënt is als ons eigen Wmo-loket vaker zelf indiceert (i.p.v. het CIZ) waarbij de vraag van de klant en diens zelfredzaamheid als uitgangspunt wordt genomen. Ook is gesuggereerd om het aantal aanbieders voor huishoudelijke hulp terug te brengen en meer keuzevrijheid bij de voorzieningen in te bouwen (]LHYHUGHUKHWUDSSRUW³RSQLHXZGHNODQW DDQKHWZRRUG´van de Wmo-raad nov. 2010). Inmiddels is er weer een jaar verstreken. Een jaar waarin het Wmo-loket een nieuwe plek in het gemeentehuis heeft gekregen, met meer faciliteiten en een ruimere opstelling en de ervaringen met het Wmo-beleid zich verder ontwikkeld. Hoe bevalt de ruime keuzemogelijkheid tussen alle nieuw gecontracteerde aanbieders voor hulp bij het huishouden? Reden genoeg om nogmaals met de cliënten in gesprek te gaan. Wat zijn de verhalen achter de cijfers van het tevredenheidsonderzoek Wmo? Zijn bovenstaande beleidsontwikkelingen positief ontvangen bij de cliënten? Waar zijn nog steeds de hiaten met betrekking tot de zorg in Bunnik? Wat verwacht de cliënt van de gemeente en/of de Wmo-raad? Bij deze nieuwe ronde van interviews hebben we ons toegespitst op 4 onderdelen van de verstrekkingen via het Wmo-loket: 1. het functioneren van het Wmo-loket in de gemeente Bunnik 2. de ervaringen bij de hulp bij het huishouden 3. de ervaringen bij de voorzieningen (woningaanpassingen, rolstoel/scootmobiel, taxivervoer) 4. meedoen aan de maatschappij Daarnaast hebben we veel ruimte geboden aan verdere tips en aandachtspunten. In dit rapport treft u een samenvatting aan van de bevindingen van de ondervraagde cliënten, gevolgd door enkele conclusies en aanbevelingen richting het college van B en W.
3
Hoofdstuk 2: Aanpak onderzoek In het najaar van 2010 is een enquête naar alle cliënten van het Wmo-loket van de gemeente Bunnik gestuurd, gericht op de klanttevredenheid met de Wmo. Bij deze enquête is een brief van de Wmo-raad meegestuurd, waarin de geënquêteerden werd gevraagd, wie beschikbaar was voor een verdiepend interview. De belangstelling was goed. Van de 207 geënquêteerden boden zich er 29 aan voor een interview. De redenen om zich aan te bieden OLHSHQVWHUNXLWHHQYDQ³EHQtevreden met de :PR´WRW³]HHUVWRUHQGHHUYDULQJPHWGHLQYDOLGHSDUNHHUSODDWVHQ´HWF De leden van de Wmo-raad hebben, weer met veel genoegen, deze interviews in mei 2011 gevoerd. Wederom was het opvallend hoe gastvrij en open men was. Dankzij de inbreng van deze geïnterviewden heeft ook dit onderzoek weer vele nieuwe gezichtspunten opgeleverd. Hierbij onze grote dank.
4
Hoofdstuk 3: resultaten en bespreking 3.1
Het Wmo-loket
Uit het tevredenheidsonderzoek Wmo over 2010 blijkt dat de respondenten erg tevreden zijn over het functioneren van het loket. Deze tevredenheid neemt in de afgelopen jaren alleen maar toe (in 2007 geeft men het rapportcijfer 6.2, in 2011 is dit gestegen naar het cijfer 7.2). Bijzonder is wel dat in Bunnik slechts 29% van de indicatiestellingen door het loket zelf gebeurt, bij de referentiegroep is dit 54%. De bekendheid van de Wmo-raad in Bunnik neemt de laatste jaren toe (van 49% naar 64%). Dit beeld wordt bevestigd door onze geënquêteerden. Zo vertellen velen dat ze snel, adequaat en attent werden behandeld. Ook was het Wmo-loket goed bereikbaar. Buiten de openingstijden, die wel wat beperkt zijn, kreeg men de telefoniste van het gemeentehuis aan de lijn. Deze zorgde er dan voor dat de cliënt werd teruggebeld door de medewerkster van het Wmo-loket. Over de aangeboden hulp en adviezen waren de meeste cliënten zeer tevreden. Een enkeling PLVWHZHOHHQJRHGILQDQFLHHODGYLHV³LVKHWQXJRHGNRSHU om een voorziening zelf aan te EUHQJHQRIPHWEHKXOSYDQGH:PRRI]RUJYHU]HNHUDDU"´2RNGHNHQQLVYDQGH hulpmiddelen via de zorgverzekeraar was niet altijd toereikend, net als de kennis over de procedures bij een woningaanpassing. De ervaringen bij de diverse indicatiestellingen komen terug in hoofdstuk 3.2 en 3.3.
3.2
Hulp bij het huishouden
Uit het tevredenheidsonderzoek Wmo over 2010 blijkt dat de respondenten tevreden zijn over de verstrekte hulp bij het huishouden. Deze tevredenheid blijft in de afgelopen jaren stabiel (rapportcijfer 7.3). In de gemeente Bunnik waren in 2010 drie grote verstrekkers van huishoudelijke hulp: Nedzorg, Zuwe Zorg en St. Quarijn. Het meest tevreden zijn de respondenten over Stichting Quarijn. In januari 2010 is slechts 16% van aanbieder gewijzigd. Bij 41% is nog nooit het zorgplan besproken met de cliënt terwijl dit wel een landelijke verplichting is. Opvallend is dat 18% minder uren krijgt dan waar ze recht op hebben (elders in den lande is dit 8%). Het merendeel van de cliënten (78%) weet niet dat men kan kiezen tussen hulp in natura of hulp via een PGB. En dit terwijl de cliënten met een PGB meer tevreden zijn over de geboden hulp (rapportcijfer 8.0) dan de cliënten met zorg in natura (rapportcijfer 7.1). Het aantal PGB¶VYRRUKXLVKRXGHOLMNHKXOSLVGHODDWVWHMDUHQFRQVWDQW gebleven. Bovenstaande cijfers worden wederom bevestigd door onze enquête. Men is eigenlijk heel tevreden over de ontvangen huishoudelijke hulp, waarbij het zeer belangrijk is dat de hulp ervaren is en langdurig bij de cliënt werkt. Een goede vervanging bij ziekte of vakantie is minder van belang voor de cliënt. Waar men wel regelmatig veel vragen over heeft, is het financiële plaatje. Waarom zijn de administratieNRVWHQELMKHWNDQWRRU]RKRRJ¼- per 4 weken)? Waarom is de eigen bijdrage opeens met 20/25% verhoogd? Een cliënt had hierover geen uitleg van het CAK gekregen. Waarom is het uurtarief van de huishoudelijke hulp zo hoog terwijl slechts de helft van het geld bij de hulp zelf terecht komt?
5
Ook de praktische regelzaken zijn soms onduidelijk. Kan de verantwoording van de hulp niet gewoon digitaal met een voorgedrukt formulier? Waarom duurt de administratie bij het kantoor zo lang? Een cliënte gaf ook aan dat ze liever elke week 1,5 uur hulp wil krijgen in plaats van de huidige 3 uur per 2 weken. Tenslotte gaf een cliënte aan dat ze niet durfde te klagen bij de organisatie omdat ze bang was dat het haar zou worden aangerekend. Opvallend was dat ook in onze populatie de respondenten waarbij de hulp via PGB werd geregeld, nauwelijks klachten of vragen hadden. Wel pleit één cliënt voor een betere rechtspositie van deze werknemers, bijvoorbeeld middels één overkoepelende organisatie.
3.3
Voorzieningen (woning, rolstoel, vervoer)
Uit het tevredenheidsonderzoek Wmo over 2010 blijkt dat de respondenten tevreden zijn over de verstrekte voorzieningen (woning, rolstoel, vervoer). Bij de voorzieningen wordt in het merendeel van de cliënten (ca. 90%) rekening gehouden met de persoonlijke situatie bij de aanvraag. Ook is men (zeer) tevreden over de dienstverlening van de leverancier (ca. 90%). De situatie bij het collectief vervoer (Regiotaxi, OV-taxi, Valys) is eigenlijk niet anders. Iedereen is zeer positief over het gemak van bestellen, maar ook over de wachttijden is men eigenlijk tevreden. De klachten over wachttijden zijn in de afgelopen jaren afgenomen. Het gemiddelde rapportcijfer voor het collectief vervoer in Bunnik is een 7,3 (in de referentiegroep is dat een 6,8). Hierbij geven de jongere cliënten (jonger dan 65 jaar) een lager cijfer (6,8). Tijdens onze interviews was lang niet iedereen positief over de snelheid waarmee de voorzieningen werden verkregen. Zo duurde de aanvraagprocedure voor een woningaanpassing lang (5 maanden!) door communicatiefouten tussen de instanties. Bij een andere cliënt was zelfs een aanvraag bij het CIZ kwijtgeraakt. Ook moest een woningcorporatie 3 offertes aanvragen voor een beugel in GHGRXFKHWRWDOHNRVWHQ¼-), hetgeen ook de nodige vertraging met zich mee bracht. Een andere cliënt heeft de zitting in de douche maar zelf aangeschaft zodat ze niet te lang hoefde te wachten op de voorziening. Op een simpele douchestoel kan men zo 2 tot 3 maanden moeten wachten. In de tussentijd had men zich maar met een krukje beholpen. Wellicht zou de gehele indicatie verbeterd kunnen worden als ons eigen Wmo-loket vaker zelf indiceert. Volgens één van onze cliënten zijn de beleidsregels over mogelijke woningaanpassingen niet inzichtelijk en leesbaar. Tenslotte is onduidelijk waarom de ene cliënt de indicerende ergotherapeut wel zelf moet betalen en de andere cliënt niet. Bij de rolstoelen/scootmobielen is men wisselend tevreden over de service van de verstrekker. 9RRUDOGHUHSDUDWLHVELMVFRRWPRELHOHQ]LMQVRPVPDWLJYDQNZDOLWHLW³EOLMIWYHHOODZDDL PDNHQ´³EOLMIWVRPVVWLOVWDDQ´HWF9RRUKHWYHUNULMJHQYDQHHQQLHXZHVFRRWPRELHO]LMQYHHO papieren nodig (de gemeente verwijst de cliënt naar het CIZ enz.). Meer keuze uit verschillende pakketten is wenselijk. Overige hulpmiddelen, zoals een rollator en een zitstoel, betaalt men meestal zelf. Onze cliënten maken ook regelmatig, met plezier, gebruik van het collectieve vervoer. De bestuurders en de mensen achter de telefoon zijn erg aardig. Opvallend was dat 2 cliënten klaagden over de instaphoogte bij de regiotaxi. Hierdoor kunnen zij niet gebruik maken van deze taxi. Bij Valys komt dit niet voor, daar kan men een lage instap aanvragen.
6
Ook het verkrijgen van een begeleiderspas levert nog vaak moeilijkheden op, laat staan als men ook nog 3 kleinkinderen mee moet nemen. Als men in de gemeente Bunnik een invalidenparkeerkaart wil krijgen, kost dat KLHU¼terwijl dit in omliggende gemeentes (Houten/Leusden) gratis is. Ook de kosten van de NHXULQJVDUWV]LMQIRUV¼-). Dit levert vragen en weerstand op bij de Wmo-cliënt. Meer uitleg over de financiële consequenties cq eigen bijdragen van de diverse voorzieningen en verstrekkingen wordt meermalen als een gemis van deze gemeente ervaren. Zo zou een mevrouw het zeer op prijs hebben gesteld als er meer informatie was geweest over het vervoer bij de veelvuldige ziekenhuisbezoeken. Deze kosten werden niet vergoed door de verzekering en de parkeertarieven liepen erg hoog op.
3.4
Meedoen aan de maatschappij
Uit het tevredenheidsonderzoek Wmo over 2010 blijkt dat de mensen makkelijker meedoen aan de maatschappij nu de hulp bij het huishouden is verbeterd. De invloed van de overige Wmo-voorzieningen neemt in de afgelopen jaren af en is nog nauwelijks aanwezig. Van de respondenten krijgt 43% hulp van naasten. De auteurs van het onderzoek geven aan dat meer collectieve arrangementen, zoals gebruik maken van vrijwilligers en/of het inzetten van het eigen netwerk, wellicht de participatie in de maatschappij zouden kunnen verbeteren. Uit de gesprekken met onze cliënten blijkt hetzelfde beeld. Meerdere mensen geven aan dat ze graag meer hulp zouden willen hebben bij het doen van boodschappen, klusjes, invullen van formulieren en doktersbezoeken. Één van onze cliënten zat deze winter, bij alle sneeuw, een week zonder vers brood en melk. Waarom heeft Bunnik niet een welzijnsorganisatie zodat bekend is wie ze voor allerlei klusjes kunnen benaderen? Ook is er behoefte aan winkelmaatjes. De mantelzorg van echtlieden en/of kinderen en/of buren is onontbeerlijk. Zo kan de cliënt veel langer op zichzelf blijven wonen. De bijeenkomst voor mantelzorgers was educatief. Wel was de problematiek wat eenzijdig belicht. Een logeerhuis kan de mantelzorgers ontlasten. Opvallend was dat meerdere geïnterviewden klaagden over de doorgankelijkheid van de gemeente Bunnik.Vele winkels hebben hoge drempels en zijn slecht doorgankelijk voor scootmobielen. Voor visueel gehandicapten is de aanwezigheid van vele paaltjes op de weg een crime. Zo is een slechtziende vrouw al 5x gevallen (waarbij ze 1x haar heup heeft gebroken) door de obstakels en bobbels in het wegdek. Veelal zijn de stoepen smal. Ook blijkt dat de ratelaars bij de stoplichten het soms niet doen en zijn er geen geribbelde tegels bij de spoorwegovergang. Het pinnen bij de Rabobank lukt niet vanwege de kapotte telefoon (deze wordt niet gemaakt ondanks vele klachten). Bij de OV-chipkaart kan men niet de stand van het geld te weten komen. Een andere cliënt vertelde ons dat de invalidenparkeerplaatsen soms niet toegankelijk zijn. En het feit dat de gemeente/de burgers lang niet overal de sneeuw van de weg schuift, is zeker ook niet bevorderlijk voor de maatschappelijk participatie. Ook het gemeentehuis is minder toegankelijk vanwege de drempels en het tapijt in de hal.
7
Het openbaar vervoer rondom Odijk kan ook beter: er is geen busverbinding met Zeist en men kan slechts 1x per uur naar Utrecht. Tenslotte maakt men zich zorgen over de lange wachttijden bij het woonzorgcomplex in Odijk en huize Bunnichem.(huidige wachtlijst 5 jaar!), waarbij niet altijd duidelijk is hoe men zich kan inschrijven. Ook is er behoefte aan bewegingstherapie voor chronisch zieken. Dit is in Bunnik, volgens een cliënt, niet voorhanden.
3.5
Een voorbeeld van een interview: op bezoek bij een echtpaar
Interview met : Echtpaar Meneer is chronisch ziek. Dankzij de voorzieningen en de hulp van zijn vrouw thuis blijven wonen. Mevrouw. helpt bv bij het legen de urinezak en begeleidt hem als hij van de regiotaxi gebruik maakt. Hij krijgt 3 keer per week hulp bij het douchen via Allezorg. Hier zijn ze tevreden over, maar hij moet soms wel lang wachten, soms tot half 12 voor hij gedoucht wordt. De wijkverpleegkundige is wel een goeie vraagbaak. Loket De ervaringen zijn in het algemeen goed, maar er zijn 2 concrete aandachtspunten. Bij de aanvraag van een voorziening spelen ook financiële aspecten een rol. Het echtpaar heeft twee keer gepraat over traplift (moet verhoogd worden). De loketmedewerkster kan de regels rond de eigen bijdrage en de mogelijke consequenties niet goed uitleggen. Soms is het fiscaal goedkoper om iets zelf te betalen dan om het via de Wmo te krijgen en dan een eigen bijdrage te betalen. De kennis ten aanzien van de financiële aspecten is echter beperkt in het loket. Meneer heeft daar wel behoefte aan.1 Een aanvraag voor een in de muur aangebrachte papagaai voor boven het bed was in feite al goedgekeurd, toen bleek, door een bezoek aan de supportbeurs, dat een papagaai boven een hoog/laagbed een veel betere oplossing is. Een hoog/laagbed met papagaai wordt door de zorgverzekeraar geleverd. Jammer dat men in het loket niet op de hoogte is van de hulpmiddelen die via de zorgverzekeraar verstrekt kunnen worden. HH Geen, doet mevrouw zelf Voorzieningen In 2010 heeft meneer een scootmobiel gekregen. Ze zijn zeer tevreden over indicatietraject. Indicatieadviseur is mee geweest bij de passing. De scootmobiel is wel een tweedehands ding dat erg veel lawaai maakt. De leverancier (Hartingbank) is al een paar keer langs geweest. De eigen bijdrage was ¼. Woningaanpassingen Mevrouw maakt zich zorgen over de toekomst. Wat nu als meneer ook niet meer van de traplift gebruik kan maken? Is er dan een mogelijkheid voor een vaste lift? Kan er misschien
8
een eenheid in de tuin geplaatst worden?De beleidsregels maken dat allemaal niet inzichtelijk en onleesbaar. Goed dat de Wmo-raad vorig jaar die conclusie heeft getrokken, maar die conclusie ha wat meneer betreft ook in het advies aan B&W meegenomen moeten worden. Mantelzorgondersteuning Mevrouw heeft geen tijd voor de bijeenkomsten. Wie moet er dan op haar man passen? Een logeerhuis zou wellicht wat zijn, bv als ze zelf ziek zou zijn, maar er moet dan wel intensieve zorg verleend kunnen worden. Zij doet nu ook veel handelingen zelf. Meneer bezoekt wel de Schans. Welzijnsvoorzieningen Er zijn veel klusjes waar ze geen oplossing voor weten of waarvoor ze niet weten bij wie ze daarvoor terecht kunnen. Er is vast veel, maar het overzicht ontbreekt. Zou dat niet overzichtelijk in de gemeentegids kunnen staan? Een welzijnsorganisatie zou een goed idee zijn. Ze hebben wel eens een beroep gedaan op Seniorenplus in Driebergen, maar die kwamen niet. Inmiddels lossen ze het wel op met een klusjesman uit Odijk en een buurjongen die de tuin bijhoudt. En de kinderen helpen ook. Vervoer Ze zijn zeer te spreken over de regiotaxi. Het heeft wel wat moeite gekost om voor mevrouw een begeleiderpas te krijgen, maar uiteindelijk hebben ze deze wel gekregen omdat meneer ook tijdens een rit wel eens geholpen moet worden. Tot slot, In het algemeen zeer tevreden met alle hulp. Wel heeft het echtpaar zorgen over de toekomst.
9
Hoofdstuk 4: Conclusies en aanbevelingen Het was weer erg boeiend en interessant om op bezoek te gaan bij de Wmo-cliënt. Vele verschillende ervaringen zijn ons ter ore gekomen. Deze ervaringen zijn tegen het licht gehouden van de bevindingen van het tevredenheidonderzoek Wmo over 2010. Dit liet veel gelijkenis zien met een verdere inkleuring maar ook enige verschillen. In hoofdstuk 3 zijn de diverse bevindingen reeds beschreven. Wij kunnen hieruit de volgende conclusies en aanbevelingen trekken: 1. Het functioneren van het Wmo-loket De burgers zijn erg tevreden over het Wmo-loket. Wel ontbreekt soms een goed advies over de afweging tussen zelf aanschaffen en de eigen bijdragen en kennis over de mogelijkheden van de zorgverzekeraar. Omdat het soms om zeer specifieke situaties gaat en Wmo consulenten ook niet alles kunnen weten, vragen wij de mogelijkheid te onderzoeken om ervaringsdeskundigen als vrijwilliger aan het loket te koppelen. Cliënten kunnen elkaar zo van dienst zijn. Wij adviseren eveneens, met het oog op de uitbreiding van de Wmo naar andere werkvelden zoals jeugd, psychiatrie en verstandelijk gehandicapten, dat de kennis en informatie hierover in het loket aanwezig is. Het Wmo loket immers, moet er zijn voor iedereen. 2. De ervaringen bij de huishoudelijke hulp De burgers zijn tevreden over de hulp. Deze wordt voornamelijk geleverd door drie organisaties. Op de enorme keuze uit 10 aanbieders zitten de cliënten niet te wachten. In januari 2010 is slechts 16% van verstrekker gewijzigd. Wij adviseren voor de volgende aanbesteding het aantal aanbieders te beperken. Opvallend is dat het merendeel van de cliënten niet weet dat men kan kiezen tussen hulp in natura of via een PGB. De Wmo-raad adviseert een betere voorlichting over deze keuzemogelijkheid. Bij de hulp in natura zijn veel vragen over de eigen bijdragen die door het CAK worden geïnd en de praktische regelzaken. Betere cq actievere voorlichting daarover lijkt op zijn plaats. Tenslotte is het van belang de cliënt te wijzen op het feit dat het een wettelijke verplichting is om regelmatig het zorgplan te bespreken. Zo kan de zorg beter worden toegespitst op de vraag. In het kader van het contractbeheer moeten de organisaties voor hulp bij het huishouden daar ook op bevraagd worden. 3. De ervaringen bij de voorzieningen (woning, rolstoel, vervoer) Uit het tevredenheidsonderzoek Wmo over 2010 blijkt dat de burger in Bunnik tevreden is over de verstrekking van voorzieningen. Onze interviews lieten echter een ander beeld zien. Met name de tijdsduur van de indicatiestelling en de beleidsregels zijn niet altijd klantvriendelijk. Een betere uitleg cq indicatiestelling door het Wmo-loket zelf zou dit wellicht kunnen ondervangen. We pleiten daarom wederom, conform ons advies in nov. 2010, voor meer indicatiestellingen door het Wmo-loket (conform vele andere gemeentes) waarbij de vraag van de klant en diens zelfredzaamheid als uitgangspunt moet worden genomen. Dat bevordert de snelheid werken. Bij het collectieve vervoer was het schrijnend om te horen dat twee cliënten geen gebruik konden maken van de regiotaxi omdat de instap te hoog was. We gaan er van uit dat deze problemen door goed doorvragen bij de taxicentrale en de inzet van het juiste materiaal op te lossen zijn. De Wmo-raad adviseert dit probleem te bespreken met de regiotaxi. 10
4. Het participeren in de maatschappij In het tevredenheidsonderzoek wordt aangegeven dat de gehandicapte burger uit Bunnik meer kan participeren in de maatschappij als de collectieve arrangementen toenemen. Onze cliënten verwoorden dit ook. Zij willen graag meer hulp bij het doen van boodschappen, klusjes, invullen van papieren, doktersbezoeken etc. Een goede welzijnsorganisatie kan deze diensten verzorgen. De Wmo-raad adviseert de gemeente voort te gaan met de voorbereidingen van het RSULFKWHQYDQ]R¶QZHO]LMQVRUJDQLVDWLH Bijna de helft van de Wmo-gebruikers krijgt hulp van mantelzorgers. Om deze te ontlasten, adviseert de Wmo-raad door te gaan met mantelzorgbijeenkomsten en het onderzoeken van de mogelijkheid tot het bouwen van een logeerhuis. Tenslotte gaf ons onderzoek aan dat de gehandicapte burger nog vaak tegen feitelijke obstakels in onze gemeente aanloopt. Paaltjes op de weg, smalle doorgangen, oneffenheden in het wegdek, slecht toegankelijke invalidenparkeerplaatsen. Het wordt tijd voor een ommetje met de rolstoel of rollator door ons dorp. En laten we hierbij de visueel gehandicapten niet vergeten. Het is toch een schande dat de ratelaars bij de stoplichten het soms niet doen en dat er geen geribbelde tegels bij de spoorwegovergang zijn. De Wmo-raad is van plan om hiervoor deel te nemen aan het onderzoek door Job Haug, Bouwkundig Adviseur Toegankelijkheid van het Cliëntenbelang Utrecht. Wij adviseren de gemeente ook zijn verantwoordelijkheden op dit gebied te nemen. We nodigen het college graag uit voor een schouw van een van de wijken in Bunnik Zoals uit bovenstaande blijkt, hebben wij ook nu weer veel geleerd van onze interviews met de Wmo-cliënten. Dit steunt ons in ons werk als Wmo-raad. Samen met de gemeente en de burgers gaan we door met de optimalisering van de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. En hiervoor komen we graag nog eens op de koffie bij de Wmo-cliënt. Samenvattend advies Het gaat goed met de Wmo in Bunnik. We spreken in het algemeen tevreden cliënten die blij zijn met de hulp, hulp die hen echt in staat stelt om zelfstandig te blijven. Maar verbeterpunten blijven er. En daar richten onze adviezen zich op. Samenvattend adviseren wij RSJURQGYDQGH]HGHUGHJHVSUHNVURQGH³'H.ODQWDDQKHWZRRUG´KHWYROJHQGH Loket: - geef betere/actievere voorlichting over eigen bijdragen en financiële consequenties van Wmo voorzieningen. Het verstrekken van de folders van het CAK over de eigen bijdragen is niet voldoende. Dit geldt vooral bij Hulp bij het huishouden - Onderzoek de mogelijkheid om ervaringsdeskundigen aan het loket te koppelen. Cliënten die de bv op het terrein van fiscale mogelijkheden alles al uitgezocht hebben of cliënten die goed thuis zijn in hulpmiddelen kunnen andere cliënten adviseren. En met het oog op de toekomstige uitbreiding van de Wmo: - Zorg dat de kennis over de nieuwe doelgroepen voor de Wmo (jeugd, psychiatrie en licht verstandelijk gehandicapten) in het loket aanwezig is. Hulp bij het huishouden - attendeer cliënten actief op de mogelijkheid om voor een PGB. De keuze is aan de cliënt en niet voor iedereen aantrekkelijk, maar ze moeten wel van de mogelijkheid op de hoogte zijn. - attendeer de cliënten op het zorgplan en bevraag de thuiszorginstellingen in het kader van het contractbeheer daarop. Zo kan de zorg vraaggericht worden gemaakt.
11
Voorzieningen (wonen, rollen en vervoer) - Indiceer meer voorzieningen zelf in het loket - overleg met de regiotaxi hoe instapproblemen voorkomen kunnen worden Participatie - Zorg voor de door- en toegankelijkheid van de openbare ruimte voor mensen met een beperking. We nodigen het college uit voor een schouw. - Ga door met de ontwikkeling van een welzijnsorganisatie en de realisatie van een logeerhuis. De gesprekken met de cliënten bevestigen de behoefte aan deze voorzieningen.
12