ISKB Interkerkelijke Stichting Kerken en Buitenlanders
Jaarverslag 2009
Inhoud Inleiding
5
Hoofdstuk 1 Onze projecten in 2009
7
Ontmoeting & taal
8
Algemeen
8
1. Het VOP – VrouwenOntmoetingsProject
9
2. Het MOP – MannenOntmoetingsProject
15
3. PLUS-traject
19
4. DUO-traject
21
5. Voortburgeren
22
Ontmoeting & begeleiding
23
6. School’s Cool
23
7. O & S - Opbouw en Samenleving
27
Hoofdstuk 2 Deelnemers
29
Hoofdstuk 3 Vrijwilligers
30
Ontmoeting & taal projecten
30
Ontmoeting & begeleiding projecten
35
Hoofdstuk 4 Samenwerking
37
Hoofdstuk 5 De ISKB-organisatie
41
Bijlage 1: Financieel resultaat
45
Bijlage 2: Lesbrief
47
3
4
Inleiding ‘De integratie van nieuwe etnische groepen in Nederland is een complex proces. Vooral als het gaat om immigranten met een culturele achtergrond die sterk verschilt van de westerse of met een opleiding die weinig kansen biedt op de Nederlandse arbeidsmarkt. Integratie is in de kern een autonoom proces, dat wil zeggen ‘van en door burgers zelf’, en gaat uit van de eigen kracht van burgers. Onder invloed van economische en sociale factoren krijgt het integratieproces in de loop van de tijd verder vorm. In een dichtbevolkt land als Nederland is het belangrijk dat burgers elkaar kennen en zich verantwoordelijk voelen voor elkaar en voor hun omgeving. Er is pas sprake van echt samenleven als zij ongeacht etnische, culturele en levensbeschouwelijke verschillen met elkaar om weten te gaan. Contact en uitwisseling tussen verschillende bevolkingsgroepen kunnen de betrokkenheid bij de samenleving versterken en het begrip voor elkaar vergroten.’ Bovenstaande woorden zijn een verkorte weergave van hetVNG-integratiebeleidzoalsdatin2006isopgesteld. Als ISKB mogen wij hier in alle bescheidenheid toch wel aan toevoegen: pas in 2006 is opgesteld. Immers, het belang van de ontmoeting was door de initiatiefnemers van de stichting, vertegenwoordigers van de gezamenlijke kerken in Utrecht, immers al in 1985 aanleiding om woorden in daden om te zetten en deze daden vorm te geven binnen de ISKB. Een pragmatische aanpak had daarbij hun voorkeur en vanuit ook hun praktische ervaringen uit die tijd kwam uiteindelijk de ontmoeting tot stand met de Nederlandse taal als kapstok. Heden ten dage is dat nog steeds zo, zij het dat wij, naast de Nederlandse taal voor vrouwen binnen het VOP en voor mannen binnen het MOP, met School’s
cool gericht op de mentoring van jongeren een verbreding van onze ondersteuning binnen Utrecht hebben ingezet. Kernwoorden voor ons zijn en blijven vooral ontmoeting, kwetsbaarheid, taalles en begeleiding. Onze doelen zijn en blijven in eerste instantie vooral de vergroting van de persoonlijke en sociale redzaamheid van een kwetsbare groep, hopelijk uiteindelijk leidend naar meer maatschappelijke participatie van de deelnemers. Sinds het eerder aangehaalde VNG-integratiebeleid van 2006 zijn er binnen de BV Nederland veel concrete maatregelen genomen als onderdeel van de Integratienota 2007-2011. Het Deltaplan Inburgering is daarvan, naast andere zaken zoals de wijkenaanpak, een belangrijk onderdeel. Nieuwe woorden deden hun entree: inburgeringtraject, nieuwkomers, oudkomers, trajectaanbod en vele andere. Toch blijkt steeds weer dat de rol van de ISKB in dat hele proces van ontmoeting en taal nog lang niet is uitgespeeld. De praktijk is immers weerbarstig. Niet alles laat zich in inburgeringtrajecten vangen. Er blijft altijd een groep, veelal de meest kwetsbare in onze samenleving, die voor instanties onbereikbaar is en blijft. Juist voor die groep staan wij klaar: van vluchteling tot oudkomer met lichamelijke klachten, van kwetsbare jongere tot mensen met geestelijke problematiek, allen kunnen, wanneer zij door hun persoonlijke omstandigheden niet van een regulier aanbod gebruik kunnen maken, bij ons terecht. In 2009 ging het in totaal om een bereik van zo’n 800 personen binnen onze projecten; een niet geringe prestatie, hetgeen wij alleen hebben kunnen bereiken door de inzet van een grote groep vrijwilligers. Mede-Utrechters die be5
reid zijn vrouwen, mannen en jongeren, jong en oud, van analfabeet tot goed opgeleid en afkomstig uit inmiddels zo’n twintig verschillende landen en culturen, te begeleiden naar een grotere weerbaarheid en taalvaardigheid. Naast een succesvol jaar is 2009 voor de ISKB ook turbulent geweest met als ultiem gevolg dat Paulien en Wieger Rozema, ISKB-pioniers van het eerste uur, meenden hun werk voor de stichting te moeten beëindigen. Het bestuur heeft alles in het werk gesteld om hen te behouden. Het mocht echter niet baten. Het verschil in inzicht over de beleidsontwikkeling bij de ISKB en hun rol daarin bleken voor hen onoverbrugbaar. Een welgemeend woord van dank aan Paulien en Wieger is hier echter op zijn plaats. Hun niet aflatende inzet om de ontmoeting tussen mensen in het Utrechtse tot stand te brengen en er te zijn voor vooral de meest kwetsbaren heeft mede de ISKB gemaakt zoals zij thans is, een in alle opzichten betrokken organisatie. Wij hopen u – of u dit nu leest als vrijwilliger, belangstellende, fonds- of subsidieverstrekker of in welke hoedanigheid dan ook – met dit verslag weer een goed beeld te geven over wat er binnen de ISKB met de hulp van zoveel betrokken mensen in 2009 weer tot stand is gebracht. Bestuur, zakelijk directeur en medewerkers ISKB Utrecht. Utrecht, mei 2009
6
Paulien en Wieger Rozema
Hoofdstuk 1 Onze projecten in 2009 Naast de in de inleiding beschreven verbreding van onze doelstellingen door behalve (thuis)taalprojecten voor vrouwen (VOP) en mannen (MOP) nu met School’s cool ook mentorondersteuning voor jongeren te organiseren, hebben wij ook oog gehad voor de behoefte aan nog een extra versteviging van het taalproces bij verschillende groepen. Na de verbreding komt hiermee de verdieping aan bod. Geheel volgens de eisen van deze tijd hebben wij dit vertaald naar projecten: dat zijn het PLUS-project, het DUO-traject en het project VOORTBURGEREN geworden.
Het PLUS-traject
Voortburgeren
Voor het verstevigen van het taalverwervingsproces is het belangrijk dat het leren van de taal zowel in theoretische als in praktische vorm wordt aangeboden. De duale trajecten binnen het PLUS-traject, een combinatie van activiteiten en taalaanbod, vormen hiervoor een uitstekend middel. Voor bijvoorbeeld wat meer gevorderde deelnemers aan het VOP of MOP geeft dit een uitstekende extra mogelijkheid.
Sinds medio 2006 worden in bibliotheek Zuilen conversatiegroepen voor verder gevorderde allochtonen/ nieuwkomers georganiseerd. Dit project, Voortburgeren, was een initiatief van Bureau Inburgering, welzijnsorganisatie Portes, Bibliotheek Utrecht, het Vrouwen Ontmoetingsproject en Gilde Utrecht. Door het project samen met een aantal partners te realiseren, ontstond er een wijknetwerk rondom de conversatielessen, waardoor de deelnemers na afloop gebruik kunnen blijven maken van een Nederlandstalige omgeving.
Het DUO-traject In samenwerking met Bureau Inburgering van de gemeente Utrecht organiseren wij het DUO-traject. Dit traject is bestemd voor mensen die door bepaalde omstandigheden het inburgeringtraject tijdelijk of definitief moeten onderbreken. De oorzaken hiervoor zijn divers: van bijvoorbeeld zwangerschap, tot ziekte of een te laag taalniveau om het inburgeringtraject goed te kunnen blijven volgen. Zij worden door Bureau Inburgering bij ons aangemeld. Na een intakegesprek wordt de man of vrouw gedurende zes maanden door een vrijwilliger begeleid.
Met ons brede scala aan projecten en daardoor een mogelijkheid tot korte (6 maanden) of langere (maximaal 1,5 jaar) betrokkenheid bieden wij vrijwilligers een grote keus zich te verbinden aan een project dat past bij zijn of haar interesse en tijdsmogelijkheden.
7
ONTMOETING & TAAL
A L G E ME EN Voor deelnemers aan onze taaltrajecten kunnen drie niveaus worden onderscheiden, gericht op resp. 1. persoonlijke redzaamheid, 2. sociale redzaamheid en 3. maatschappelijke participatie. Op dit moment hebben wij met het (thuis)taalonderricht binnen de verschillende ontmoeting & taal projecten taalaanbod op al deze niveaus. In het onderstaande schema ‘de ISKB in de Utrechtse taalketen’ hebben wij schematisch proberen weer te geven hoe wij in het totaal van de Utrechtse allochtone bevolking met een totale populatie van zo’n 90.000 personen voor, naast en na het inburgeringtraject onze projecten positioneren. De pijlen geven de richting aan van de instroom van deelnemers aan onze projecten.
DE ISKB IN DE UTRECHTSE TA ALKETEN
VOP- MOP - VOORTBURGEREN - 1001 KRACHT
DUO-TRAJECT & ONDERSTEUNING INBURGERING CURSUS
BIGU: INBURGERING & TAALSCHOOL
DUO-TRAJECT & UITVALLERS INBURGERING CURSUS
VOP- MOP - PLUS
INSTROOM
De wijze waarop wij dit doen en wat wij met al deze inzet bereiken zetten wij in onze hierna volgende projectbeschrijvingen uiteen.
8
1. HE T VO P – VRO U W E NO N T MO E T ING S PRO J E C T Het VOP kent duidelijk omschreven doelstellingen, doelgroepen en een gedifferentieerde aanpak. Deze worden alle indien nodig aan de sociaal-maatschappelijke omstandigheden aangepast. Elk tijdperk kent immers haar eigen ontwikkelingen.
Doelstellingen 1. Nederlandse taallessen geven aan huis of in groepsles aan die vrouwen die voor de samenleving ‘onzichtbaar’ zijn, oftewel die vrouwen die niet voldoende zelfredzaam zijn of niet de mogelijkheden krijgen tot het volgen van taalles bij andere taalaanbieders. 2. Bevordering van de ontmoeting en het onderling begrip en respect tussen de verschillende culturen die Nederland rijk is. 3. Vrouwen doorverwijzen naar andere mogelijkheden binnen de taalketen van Utrecht zoals buurthuizen en Bureau Inburgering.
Doelgroepen De doelgroep van het VOP hebben we omschreven als van oorsprong niet-Nederlandse vrouwen die niet naar andere Nederlandse lesmogelijkheden kunnen. De vrouwen komen uit vele landen zoals Turkije, Marokko, Iran, Irak, Afghanistan, Somalië, Ethiopië, China, etc. Ook qua les- en leerniveau hebben we te maken met een zeer diverse doelgroep. De redenen waarom vrouwen niet naar andere Nederlandse lesmogelijkheden komen veranderen door de tijd heen. Zo zijn er nog steeds vrouwen die geen oppasmogelijkheden aangeboden krijgen van Bureau Inburgering, waardoor zij met deelnemen aan het inburgering-
traject en Nederlandse les zouden moeten wachten tot hun jongste kind naar (voor)school kan. Bij ons kunnen deze vrouwen alvast beginnen. Veel vrouwen hebben ook last van lichamelijke of psychische klachten ofwel een combinatie hiervan. Vrouwen melden zich ook aan omdat zij (nog) geen passende verblijfsvergunning hebben en onvoldoende financiële middelen om een docent te kunnen betalen. Een heel enkele keer kan de vrouw alleen bij ons terecht voor Nederlandse les omdat haar familieleden niet willen dat zij naar een groepsles gaat, gemengd of niet. Voor deelnemers aan de trajecten van het VOP doen wij niet aan werving. Wel geven wij voorlichting aan aanmelders, wanneer daarom wordt gevraagd. Wij 9
Organisatie
merken in de praktijk dat het belangrijk is dat men een duidelijk beeld krijgt van ons aanbod, zeker omdat er in de stad meerdere maatjesprojecten zijn. Wij maken hierin een verschil, omdat wij binnen de structuur van een maatjesproject met een duidelijke taalvraag werken. Bij de voorlichting en bij de intake wordt dit ook extra benadrukt. Deelnemers melden zich zelf bij ons aan of worden door een familielid of hulpverlener in overleg met de deelnemer aangemeld. Bij de intake onderzoeken wij of de deelnemer voldoende gemotiveerd is om aan dit taaltraject deel te nemen, omdat wij niet werken vanuit een extrinsieke verplichting. De leervraag van de meeste deelnemers is het kunnen communiceren met de huisarts, leerkrachten en contact maken met bijvoorbeeld buurtbewoners. Andere deelnemers willen graag gaan werken en moeten daarvoor hun taal eerst verbeteren. Voor deze lessen vragen wij een vrijwillige bijdrage van €10,- per zes maanden.
10
De taalcoach/vrijwilliger heeft als kerntaken het ontmoeten en lesgeven van haar deelneemster. De taalcoaches worden ondersteund door een contactvrouw/ vrijwilliger. De contactvrouw heeft als kerntaak het begeleiden en ondersteunen van de taalcoach en de deelneemster. Dit omvat het intakegesprek, het aansturen van de kennismaking tussen de vrijwilliger en de lesneemster en de begeleiding van dit contact. Belangrijke beslissingen worden nooit door een taalcoach alleen genomen. Dit doet zij in overleg met de contactvrouw. De projectcoördinator/medewerker ondersteunt de contactvrouw in haar werk en fungeert als aanspreekpunt voor de contactvrouwen en taalcoaches. Voor de inhoudelijke kant van het VOP-werk, de taallessen, wordt de taalcoach ondersteund door de taalcommissie onder leiding van de taalconsulente/ medewerker. Binnen het VOP worden diverse vormen van taalles aangeboden, variërend van thuistaalles bij de lesneemster thuis tot groepslessen op ons adres aan de Keulsekade en groepslessen op locatie.
Thuistaallessen Een grote groep vrouwen krijgt binnen het VOP thuistaalles aangeboden voor een periode van een jaar tot maximaal anderhalf tot twee jaar. Zij krijgen wekelijks bezoek van een vrijwilliger die een lesaanbod heeft en via de laagdrempelige ontmoeting dit lesaanbod goed kan afstemmen op de deelneemster, haar niveau, leerwens en belevingswereld. Het is van belang ieder individueel traject elk halfjaar te evalueren om vast te kunnen stellen of we op de juiste weg zitten maar ook om te bekijken of de deelneemster mogelijk inmiddels kan starten met een lesaanbod in een groep, al dan niet binnen de ISKB. Sinds de Wet inburgering Buitenland (WiB) krijgen wij regelmatig de vraag om vrouwen te begeleiden in de voorbereiding op het basisexamen inburgering dat in het buitenland afgelegd moet worden als voorwaarde tot verblijf in Nederland. Wanneer de vrouw geen mogelijkheid heeft om dit zelf te organiseren, kan ze bij het VOP terecht. In 2009 zijn hiervoor vijf vrouwen door ons begeleid.
Groepslessen Naast individuele thuistaallessen komen er steeds meer vragen van vrouwen die graag les willen in kleine groepjes. We proberen allereerst te kijken of er een passend aanbod is bij Bureau Inburgering. Soms kunnen zij echter om zeer verschillende redenen dit traject niet in. Het gaat daarbij om redenen als geen kinderopvang, in afwachting van een verblijfsvergunning, op de wachtlijst of al een traject afgerond bij BIGU, etc. De aanmeldingen voor groepslessen en de interesse van vrijwilligers om in groepjes les te geven is sterk toegenomen. Dit wordt mede bepaald door externe factoren. De begeleiding die wij geven op het gebied van lesmateriaal en het afstemmen van juiste niveaus spelen een belangrijke rol. De vrijwilligers voor groepsles hebben vaak al een achtergrond als het gaat om lesgeven (vaak wel op een ander niveau) maar willen bij ons graag aan de slag en hun creativiteit laten gelden. Dit is verschrikkelijk waardevol. Het zijn kleine groepjes, waar het Nederlands leren het hoofddoel is, maar het sociale aspect speelt eveneens een belangrijke rol. Er is binnen de lessen veel aandacht voor de persoonlijke situatie van de vrouwen. Hele praktische zaken worden besproken als sporten (waardoor dames beginnen met Ladyfit en anderen met fietsles starten).
11
Groepslessen op de Keulsekade In de ontmoetingsruimte op de Keulsekade waren in 2009 ook vrijwilligers actief binnen de groepslessen. Er is een avondgroep en er zijn drie groepen die overdag les krijgen. Hiervan is één gemengde groep van mannen en vrouwen. Qua niveau hebben we een alfabetiseringsgroep en twee groepen die werken naar niveau A2 op alle gebieden. De deelnemers krijgen eenmaal per week les. Er is een aantal wisselingen geweest in de groepen maar er is bij alle groepen een prettige leeromgeving ontstaan. Er wordt lesgegeven op een persoonlijke manier waarbij het niveau van de deelneemsters centraal staat.
Groepslessen op locatie Naast de groepslessen die we op de Keulsekade aanbieden zijn er vrijwilligers voor groepslessen actief in de wijken. Dit zijn initiatieven die we zelf of in samenwerking met andere organisaties hebben opgezet. Ook hier zien we een groei van aanmeldingen en een behoefte van andere welzijns- en hulpverlenende organisaties, die onze hulp inschakelen voor ondersteuning bij de taalles. Een overzicht van de verschillende groepen volgt hieronder. Groepslessen Leidsche Rijn In september 2008 zijn we in samenwerking met de Vrijwilligerscentrale hier twee groepen gestart die tot half september 2009 succesvol een jaar les hebben gehad. Belangrijk om te zien is dat er naast de lessen op locatie door de deelnemers ook activiteiten buiten de lessen om worden ondernomen. Zo is de groep naar Den Haag geweest en heeft een interview gehad met een kamerlid. Fantastisch ook dat de vrijwilligers dit ondernemen en stimuleren. Er wordt hard en op verschillende manieren gewerkt aan het verbeteren van de taal, waarbij de (taal)situatie van de vrouwen altijd uitgangspunt blijft. Huize Agnes Huize Agnes biedt een tijdelijke opvang aan vrouwen en hun kinderen die zonder geldige verblijfspapieren in Nederland zijn. Deze vrouwen met hun kinderen zwerven nog te vaak over straat,
12
omdat zij geen gebruik kunnen maken van voorzieningen. Deze groep vrouwen is echter te kwetsbaar om op straat of in de daklozenopvang te leven. De Stichting Agnes van Leeuwenberch vindt dat deze groep een veilig onderkomen verdient en wil deze vrouwen, met of zonder hun kinderen, daarom de mogelijkheid bieden een halfjaar in haar huis te wonen. Om deze vrouwen nieuw perspectief te bieden wordt ook contact gelegd met diverse instanties die hen kunnen helpen bij het verkrijgen van een verblijfsstatus, terugkeer naar hun land van herkomst, etc. Er zijn twee vrijwilligers actief met taalles in Huize Agnes. De vrijwilligers proberen de vrouwen op weg te helpen met de Nederlandse taal voor het dagelijks leven. De elementaire beginselen van de taal zijn hierbij leidend. Driemaal per jaar is er overleg over de voortgang van de inzet van de vrijwilligers. Daarnaast heeft de taalconsulent overleg met een medewerker van Huize Agnes, om de ondersteuning die de vrijwilligers nodig hebben bij de ontmoeting te bespreken. Taalatelier Wilde Westen In samenwerking met het Wilde Westen en de docent Marie Anne Remmelinck zijn we in september 2009 van start gegaan met het Taalatelier. Een groep van acht vrouwen met allemaal een andere nationaliteit krijgt van Marie Anne elke maandagmorgen les in Lombok. Marie Anne werkt met taal en beeld. Bij alle lessen staat het verhalen vertellen centraal. Verhalen vertellen in taal en verschillende kunstvormen. Kleine verhalen en grote verhalen. Het kan zijn dat het verbeelden van die verhalen meer details laat zien dan wat iemand kan vertellen (omdat zij simpelweg niet alle taal in het Nederlands paraat heeft). Dat biedt weer aanleiding tot gesprek. Groepslessen AZC en Turkse Moskee Mescidi Aksa Zuilen Een vrijwilliger geeft les aan drie tot acht mensen op het AZC om hen bij te staan bij de beginselen van de taal. Het gaat hier om een groep zeer gemotiveerde asielzoekers die al een hele tijd wacht op een verblijfsvergunning. Dit project hebben we medio september afgerond en de mannen zijn daarna doorgestroomd naar het MOP. De vrouwengroep in de Moskee in Zuilen heeft ons benaderd met de vraag om lessen in de Moskee te verzorgen. Er hebben in de eerste helft van dit jaar vijf vrouwen een keer per week les gehad. Ook van deze groep is er één doorgestroomd naar de 13
lessen van Bureau Inburgering, twee zijn doorgestroomd naar het project Voortburgeren en de anderen hebben de lessen afgerond. Er komen sowieso altijd veel vragen op ons af om groepjes te helpen opstarten of over te nemen. Zo heeft een buurthuis in Zuilen samen met het ROC een cursus gegeven die ‘Nederlands voor Werk en Studie’ heet. Deze groep wil graag door met een vervolgcursus maar er is geen aanbod meer. We kijken naar mogelijkheden om hierin te voorzien. Groepslessen Hoograven Naast onze ‘reguliere’ taallessen werken wij in de wijk Hoograven ook samen met Portes. Met Portes hebben we in kaart gebracht welke mannen hier zouden willen beginnen met Nederlandse les. Dit heeft als resultaat dat we in september konden starten met een mannengroep van twaalf mannen in Buurthuis de Tol. We hebben hiervoor nu een geschikte vrijwilliger gevonden en hopen de ontwikkeling van het programma, de locatie en de planning in 2010 verder af te ronden.
14
2. HE T MO P – MA N N E N O NT MO E T IN G S PRO J E C T Doelstellingen Naast de algemene doelstelling die de ISKB nastreeft, te weten het bevorderen van de ontmoeting tussen Nederlandse Utrechters en Utrechters die van oorsprong niet Nederlands zijn, zijn binnen het MOP de volgende taalkundige en maatschappelijke aspecten van belang: 1. Het leren spreken en schrijven van de Nederlandse taal Onze vrijwilligers geven binnen de groep veelal individueel Nederlandse spreek-, lees- en schrijfles aan de cursisten. Belangrijk is het gebruik van geschikt lesmateriaal. Daarom is er naast een projectcoördinator een taalconsulent aanwezig. De taalconsulent ondersteunt de cursisten en de vrijwilligers bij de keuze van het juiste lesmateriaal. Hierbij is het uitgangspunt dat de lesopzet past bij de individuele cursist en zijn niveau. 2. Ondersteuning bij laaggeletterdheid Een gedeelte van de cursisten heeft nauwelijks opleiding genoten, vaak alleen een paar jaar basisschool. Soms kunnen zij goed Nederlands spreken, maar het lezen en schrijven gaan erg moeizaam. Ze willen bijvoorbeeld graag hun post beter begrijpen, werkbriefjes netter leren schrijven, etc. Andere cursisten blijken zowel in de eigen taal als in het Nederlands analfabeet te zijn en willen graag aan het werk. Daarvoor moeten zij dan een studie gaan volgen en is het noodzakelijk te alfabetiseren. 3. Het aanleren of vergroten van computervaardigheden De bibliotheek is sinds eind 2006 faciliterend partner in dit project. Door het gebruik van de daar aanwezige computers leren de cursisten wat zij met een computer kunnen doen en oefenen zij hun computervaardigheden. Zij kunnen via internet, bijvoorbeeld via ETV, andere lesprogramma’s en diverse informatie vinden.
15
Doelgroepen Voor het werven van cursisten hoeven wij nauwelijks iets te doen. We hebben eerder het probleem van teveel aanmeldingen en een wachtlijst. De mannen die zichzelf aanmelden of worden aangemeld door een hulpverlenende instantie of door een familielid, komen uit zeer verschillende landen. Inmiddels hebben we mannen uit Turkije, Bulgarije, Birma, Nigeria, Ecuador, Iran, Marokko, Tsjaad, Sri Lanka, Egypte, Armenië, Somalië, Burundi, Angola, China, Polen en Afghanistan. Het opleidingsniveau gaat van geen in land van herkomst tot universitaire studie. De leeftijd van de cursisten ligt tussen de 18 en 57 jaar. Sommigen beginnen zonder enige voorkennis van de Nederlandse taal, anderen hebben zich al veel eigen gemaakt. De leersnelheid van de cursisten is erg verschillend. Hoe hoger opgeleid hoe sneller meestal, maar daarbij dienen we ook rekening te houden met eventueel traumatische of anderzijds ernstige persoonlijke omstandigheden uit het verleden en b.v. ontwikkelingen op het gebied van hun verblijfsvergunning. Wanneer iemand in beslag wordt genomen door problemen uit het verleden en/of het heden, dan zit het hoofd vol en is het lastig om ruimte en energie te vinden voor de taalverwerving. Anderzijds kunnen de taalles en het leren over onze maatschappij een afleiding zijn om te werken aan een soms onzekere toekomst.
Organisatie Eenmaal per week wordt gedurende twee uur, in klein groepsverband - waarbinnen voldoende ruimte is voor een op de individuele cursist afgestemd taalaanbod - Nederlandse taalles gegeven door vrijwilligers aan van oorsprong allochtone mannen. Het project wordt gecoördineerd en begeleid door de ISKB. In verband met een steeds toenemende vraag van cursisten hebben wij in de loop van 2006 samenwerking gezocht met de bibliotheek. Vanaf september 2006 is deze geëffectueerd zodat dat wij van de faciliteiten die de bibliotheek biedt, gebruik kunnen maken voor dit project. Voor de mannen die hun Nederlands willen verbeteren, vervullen wij een zogenaamde vangnetfunctie. Als zij niet bij een andere
16
Gezien de diversiteit in kennis van de Nederlandse taal, opleidingsniveau, leeftijd, andere demografische componenten en de problematiek van deze groep mannen, moet veel aandacht gegeven worden aan individuele begeleiding van de cursisten. Deze diversiteit maakt dat lesmethodieken en lesniveaus zeer verschillend zijn. Bij het MOP is aandacht voor het persoonlijke niveau en de individuele situatie door de koppeling van deze mannen ieder aan een eigen vrijwilliger. Hierdoor komen automatisch een dialoog en ontmoeting tot stand die ook buiten en na het project nog vaak voortgaan. instelling of het reguliere inburgeringtraject terecht kunnen voor hun lessen, kunnen ze zich bij het MOP aanmelden. Ze worden na een intakegesprek ofwel doorverwezen naar een andere passende mogelijkheid ofwel komen zij in aanmerking voor ons project, wanneer er geen andere mogelijkheden zijn. Redenen hiervoor zijn zaken als een onmogelijkheid om de Nederlandse les te combineren met het werk, het nog wachten op een permanente verblijfsvergunning, geen passend en/of betaalbaar lesaanbod kunnen vinden, een slechte geestelijke of lichamelijke gezondheid en andere persoonlijke omstandigheden. Hieruit blijkt ook dat de doelgroep ontzettend divers is, zowel qua land van herkomst, als opleidingsniveau en achtergrond, zowel oud- als nieuwkomers. Met onze laagdrempelige lessen bereiken wij al deze mannen en kunnen zij een bepaalde periode bij ons hun Nederlands verbeteren. We hebben hier nog geen eindtijd aan gesteld, omdat blijkt dat mannen meestal na maximaal een jaar doorstromen naar ander onderwijs of inmiddels zover zijn gekomen dat ze op het gebied van de Nederlandse taal zelfredzaam zijn.
Bij de intake wordt met de mannen gesproken over hun leservaring, hun leerdoelen en persoonlijke omstandigheden. Er wordt dan ook een momentopname gemaakt met een toets zodat we weten op welk niveau de cursist kan beginnen. De mannen geven vooral de volgende onderwerpen op als leerwensen: het kunnen communiceren met andere mensen op persoonlijk en zakelijk niveau, toeleiding tot werk of ondersteuning bij het aanleren van meer kennis van de taal om in de huidige baan verder te komen, de Nederlandse maatschappij beter leren kennen om te weten wat hun eigen plaats hierin is en kan zijn, het vergroten van zelfredzaamheid inbredezin, zichvoorbereidenophet basisexamen dat afgelegd wordt in het buitenland, etc. Het is belangrijk dat een cursist zijn leerwens formuleert zodat wij daar rekening mee kunnen houden bij het verdere verloop van het traject. Voor veel cursisten is het belangrijk om naast het werken aan de Nederlandse taalvaardigheid meer te leren over de maatschappij. Zij stellen regelmatig vragen over omgangsvormen in zakelijk en persoonlijk opzicht, inschrijving bij instanties en over het ontstaan van bepaalde fenomenen zoals bijvoorbeeld rollenpatronen in gezinnen en het ontstaan
17
van politieke partijen. Bij vragen van cursisten maken wij ten eerste gebruik van de kennis van onze vrijwilligers die op allerlei plekken in de samenleving actief zijn. Daarnaast leren wij de cursisten hoe zij dit zelfstandig kunnen onderzoeken. Voor veel vrijwilligers is het interessant om hierover te spreken met elkaar, omdat het bij hen ook een bewustwording tot stand brengt. De aard van ons project is niet vrijblijvend. Van zowel de vrijwilligers als de cursisten verwachten wij dat zij elke week op tijd aanwezig zijn en serieus aan het werk gaan. Wanneer de cursist of vrijwilliger niet dezelfde verwachtingen hebben, loopt de motivatie van hen beiden gevaar. Het is belangrijk dat wij hier op inspelen door het letten op nakoming van gemaakte afspraken, het bieden van afwisselend taalmateriaal en aanspreekbaar zijn voor diverse problemen. Om de betrokkenheid van de cursisten bij hun eigen traject en het maken van afspraken te vergroten, wordt een vrijwillige bijdrage gevraagd van €10, per halfjaar. Binnen dit project zijn de projectcoördinator/medewerker en de taalconsulent/medewerker actief. Bovendien is er een taalcommissie ingesteld die de
18
taalconsulent ondersteunt in het denken over en de ontwikkeling van nieuw lesmateriaal. Voor de toekomst verwachten wij voorlopig geen veranderingen in de doelgroep. Wel verwachten wij dat de behoefte voor dit project, door de aard van de problematiek van de deelnemers, nog voortdurend zal toenemen. De locatie van de bibliotheek is op dit moment maximaal benut. Er zijn letterlijk niet voldoende stoelen; een luxeprobleem! In verband met de toenemende behoefte en de schrijnende toestand van een aantal cursisten zijn wij dringend op zoek naar mogelijkheden om dit project uit te breiden.
3. PLUS-T RA JE C T Doelstellingen Voor een versteviging van het taalverwervingsproces is het belangrijk dat het leren van de taal zowel in theoretische als in praktische vorm wordt aangeboden. Een duaal traject is hiervoor een uitstekend middel omdat hierbij taalonderricht gecombineerd wordt met andere activiteiten. Duale trajecten hebben duidelijk voordelen en bevorderen een snellere integratie in de Nederlandse samenleving. Dit is niet alleen een algemeen aanvaard gegeven maar hebben wij ook zelf mogen concluderen vanuit het eerder door ons georganiseerde multicultureel naaldkunstproject GespreksSTOF. Vanuit het duale proces van gezamenlijk een wandkleed maken zijn hier opmerkelijk veel zaken voortgekomen die betrekking hebben op verbetering van zowel persoonlijke als sociale redzaamheid.
Doelgroepen Wanneer trajecten binnen het VOP of MOP verder gevorderd, resp. afgelopen zijn blijkt het nog niet voor iedereen haalbaar om door te stromen naar reguliere trajecten of zelfstandig te participeren. Voor deze vrouwen en mannen hebben wij het PLUS-traject opgezet.
Organisatie Binnen dit traject wordt er minder aan taalles gewerkt, maar meer aan het deelnemen aan activiteiten die passen bij de vraag van de deelnemer. Vaak wordt het geleerde nu meer in praktijk gebracht. Dit traject wordt aangeboden wanneer daar behoefte aan is. Vooral vrouwen maken hier gebruik van.
Redenen hiervoor zijn verschillend, zoals voor vrouwen die hun VOP-lesperiode hebben volgemaakt, maar nog niet in staat zijn om de volgende stap te zetten. Dit kan zijn vanwege de leeftijd van het jongste kind, de wachtlijst bij BIGU of persoonlijke omstandigheden zoals ziekte waardoor de deelneemster niet alle tijd les heeft kunnen volgen. De effecten van dit duale traject worden nog eens extra versterkt door de één-op-één benadering die wij bij al onze taaltrajecten hanteren en die wij in een duaal traject voortzetten. De opgebouwde vertrouwensrelatie in de (thuis)taaltrajecten vormt dan de basisvooreensuccesvolvervolgvooreengroepmensen die zonder uitnodiging en zonder de reeds bestaande vertrouwensrelatie de stap daartoe niet snel zou nemen.
19
We maken bij deze groep gebruik van de lesmethode ‘De deur uit’ en de door ons ontwikkelde lesbrieven, zodat we concreet werken aan stapjes ‘buiten de deur’ richting meer participatie. Een voorbeeld van een lesbrief treft u als bijlage in dit verslag aan.
In 2009 zijn in het kader van het PLUS-traject de volgende activiteiten georganiseerd. Het gaat daarbij om zowel individuele als meer collectieve activiteiten.
In deze periode geeft de deelneemster zelf aan wat zij nog wil ondernemen om toch tot de volgende stap te komen. Het PLUS-traject geven wij de duur van een jaar. Het daadwerkelijk in de praktijk brengen van het geleerde is vaak ook een prettige ervaring voor de vrijwilliger.
Vrouwenzwemmen Koken door mannen en vrouwen Gezondheidsvoorlichting (Aveant) Parkwandeling Beeldend materiaal bewerken Gezondheidsspel Theaterbezoek Picknick Bibliotheekbezoek Bowlen Rondje Nederland Totaal bereik in 2009
Voorbeelden van activiteiten zijn: je laten informeren over sportactiviteiten en daar aan gaan deelnemen (zoals vrouwenzwemmen), een park in de buurt verkennen, het gezondheidscentrum bezoeken en uitzoeken welke mogelijkheden daar zijn, samen een sollicitatiebrief schrijven. Met deelnemers en vrijwilligers van onze mannengroepen is voor een meer groepsgewijze aanpak gekozen, zoals met elkaar bowlen en met elkaar koken en eten en het spel Rondje Nederland spelen. Deze bijeenkomsten worden altijd goed bezocht en men vindt dit ook ontzettend leuk om te doen. Een aantal deelnemers van het PLUS-project participeert via onze stichting ook in een intercultureel kookprogramma in Tuinwijk.
20
personen 28 31 26 15 16 15 13 5 7 32 24 212
Het project wordt nog voortgezet tot medio 2010.
4. DU O -TRA J E C T Doelstellingen De deelnemers aan dit traject zijn al bekend met of actief (geweest) in het lesaanbod van het inburgeringtraject van Bureau Inburgering. Het doel bij DUO is deelnemers aan inburgeringtrajecten die door persoonlijke omstandigheden moeite hebben met het blijven volgen van dit traject, extra taalondersteuning te bieden.
Doelgroepen Deelnemers aan het inburgeringtraject met een taalniveau van 0 tot bijna 3 en/of deelnemers die door bepaalde persoonlijke omstandigheden gedurende enige tijd aan huis gebonden zijn en daardoor het inburgeringtraject niet blijvend kunnen volgen. De deelnemers komen uit zeer verschillende landen.
Organisatie Deelnemers worden bij ons aangemeld door de trajectbegeleider bij Bureau Inburgering. Zij hebben zelf op vrijwillige basis gekozen voor deelname aan ons DUO-traject. Het komt echter toch voor dat zij zich in tweede instantie, in het intakegesprek, terugtrekken. In 2009 is dat helaas bij zeven deelnemers het geval geweest. De meest voorkomende vraag die deelnemers stellen is of we hen extra begeleiding willen geven zodat ze kunnen blijven participeren in de lessen bij BIGU en gemakkelijker hun Nederlands in de praktijk kunnen brengen. Veel deelnemers hebben spreekangst en zijn erg onzeker. Vaak wil men hulp bij het huiswerk en soms wordt er gevraagd mee te werken aan het portfolio en ondernemen de deelnemers met de vrijwilligers activiteiten daartoe. Bij DUO wordt een deelnemer een halfjaar lang wekelijks thuis bezocht voor de les-op-maat.
21
5. VOORT B U RGE RE N Voor vrouwen in de wijk die vragen naar een inspirerende plek om hun Nederlandse taal en kennis van de wijk te vergroten zijn er de lessen in de bibliotheek.
Doelstellingen
Organisatie
Sinds medio 2006 worden in bibliotheek Zuilen conversatiegroepen voor allochtonen/nieuwkomers georganiseerd. Dit project, Voortburgeren, was een initiatief van Bureau Inburgering, welzijnsorganisatie Portes, Bibliotheek Utrecht, het VrouwenOntmoetingsproject en Gilde Utrecht. Door het project samen met een aantal partners te realiseren, ontstond een wijknetwerk rondom de conversatielessen, waardoor de deelnemers na afloop gebruik kunnen blijven maken van de Nederlandstalige omgeving. De doelstelling van deze conversatiegroepen is tweeledig. Enerzijds kunnen cursisten, op een niet-schoolse manier, hun vaardigheid in het Nederlands verder ontwikkelen. Anderzijds krijgen de deelnemers aan deze groepen impulsen tot sociale activering en wordt hun isolement doorbroken.
Het project draait voor een groot deel op de inzet van vier vrijwilligers van de ISKB en het Gilde. Conversatieles wordt aangeboden middels diverse activiteiten, waarin converseren in het Nederlands het hoofddoel is en waardoor de sociale zelfredzaamheid verder wordt ontwikkeld. De activiteiten bestaan uit conversatie, computerlessen en tenminste eenmaal per maand een vraaggerichte themavoorlichting. De voorlichtingbijeenkomsten worden al werkend en in overleg met de vrijwilligers ontwikkeld en uitgevoerd. Hierbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaand materiaal.
Doelgroep Met dit project werden in 2009 tot op heden 25 allochtone vrouwen bereikt. Er draaien nu twee groepen per week in bibliotheek Zuilen. De deelnemers hebben een verschillende taal- en culturele achtergrond, waardoor het Nederlands spreken met elkaar gestimuleerd wordt. Het aantal deelnemers varieert tussen de acht en twaalf deelnemers per groep. Er is continu de mogelijkheid voor nieuwe vrouwen om zich aan te melden.
22
Het belang van conversatiegroepen én (interculturele) contacten in de wijk kan niet genoeg benadrukt worden. Vrouwen leren van elkaar om deel te nemen aan de Nederlandse samenleving. Naast scholing (beter Nederlands leren) en informatieoverdracht is dialoog een sleutelbegrip. De bibliotheek is onmiskenbaar een belangrijke organisatie in dit samenwerkingsverband. Het is een toegankelijke en centrale plaats in de wijk. De vrouwen werken met de vele middelen die daar aanwezig zijn zoals computers, leerboeken en kranten. Het is een inspirerende plek voor de deelnemers maar ook voor de vrijwilligers om kennis over te dragen. Er is een grote behoefte onder Utrechtse NT2-vrouwen aan deze manier van werken en informatieoverdracht.
ONTMOETING & BEGELEIDING
6. SCH O O L’ S C O O L U T RE C H T Doelstellingen Doelstelling van het School’s cool project is om kwetsbare basisschoolleerlingen door positieve aandacht van een thuismentor een steun in de rug te geven bij de overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs. De thuismentor helpt niet alleen bij het maken van huiswerk, maar helpt ook de pupil sociaal sterker te laten staan. Daarbij stimuleert de mentor de algemene ontwikkeling door o.a. museumbezoek en een gezonde invulling van vrije tijd. Het gaat hierbij om persoonlijke begeleiding bij de leerling thuis, eenmaal per week, gedurende anderhalf jaar. Op die manier beoogt het project de horizon van de pupil te verbreden en de kansen te vergroten. Een goede start in het voortgezet onderwijs, zowel wat betreft het leren zelf, als de omstandigheden daar omheen, is van essentieel belang voor de verdere schoolloopbaan. Het project draagt op deze manier bij aan het voorkomen van schooluitval. Het mentorschap is geen hulpverlening, maar biedt preventieve ondersteuning.
Doelgroep Leerlingen uit groep 8, die opgroeien binnen een opvoedingsmilieu dat een risico kan vormen voor hun ontwikkeling of die vanwege persoonlijke factoren kwetsbaar zijn. De begeleiding duurt voort, totdat de pupil goed en wel in de tweede klas van het voortgezet onderwijs zit.
Organisatie We begonnen het jaar met gesprekken met de leerkrachten van groep 8, ouders en nieuwe leerlingen. Ook werd de introductietraining voor de nieuwe mentoren gehouden. Op basis van de bevindingen tijdens de introductiecursus worden de matches van geschikte leerling en mentor bepaald en geregeld. Na de laatste training waren de koppelingen geregeld en kon een start worden gemaakt met de kennismakingsgesprekken tussen mentor, leerling en ouder(s). In de lente van 2009 zijn de koppels van mentoren en leerlingen gevormd, de tweede groep sinds de start van School ’s cool in Utrecht in 2008. Eind april 2009 waren alle koppels aan elkaar voorgesteld en konden ze met hun ontmoetingen van start gaan.
23
Vanaf mei 2009 zijn deze mentoren hun leerlingen gaan begeleiden. Op deze manier hebben mentor en pupil al een band, als de spannende stap naar het voortgezet onderwijs wordt gezet. In september konden de koppels zich meteen toeleggen op het gebruik van de agenda, het kaften van boeken en het bespreken van het schoolsysteem van de nieuwe school. De eerste groep van 14 mentoren en 14 leerlingen (die gestart is in 2008) heeft de ontmoetingen gecontinueerd. De begeleiding van deze groep is aan het eind van het jaar afgerond met een gezamenlijke bijeenkomst. Enkele koppels hebben het contact nog wat langer vastgehouden. Dit gebeurt in overleg met school, ouders en de projectleider. Voor de tweede groep hebben we ook de wijk Lombok bij ons project betrokken, naast de andere wijken die we vorig seizoen al hadden benaderd. School ’s cool heeft contact met de 13 basisscholen in de wijken Lombok, Kanaleneiland, Overvecht, Ondiep en Zuilen. In 2009 hebben wij dus in totaal 26 koppels binnen die project begeleid.
Werving Vrijwilligers In september 2009 is er ook weer gestart met het werven van nieuwe vrijwillige mentoren voor het derde seizoen School ’s cool Utrecht: 2010-2011.Dit hebben wij gedaan via oproepen in publicaties, via internet (o.a. de site van de Vrijwilligerscentrale), en we merken dat ook de aloude mond-tot-mond-reclame een effectief wervingsinstrument is!
Afsluiting In november heeft er een afsluitende activiteit voor de eerste groep mentoren en hun leerlingen, nu dus in de tweede klas, plaatsgevonden. We hebben met elkaar Turkse pizza gebakken. Een aantal leerlingen en mentoren heeft een bijdrage geleverd aan het voorbereiden en organiseren van deze activiteit. Tijdens dit samenzijn hebben we met elkaar ook gesproken over hoe het contact door de leerling en de mentor ervaren is. Opvallend was dat alle aanwezige leerlingen en mentoren positief waren over hun contact en het als een meerwaarde hebben ervaren. Het volgende verhaal van een leerling geeft dit duidelijk weer.
24
“Ik ben Fatima en ben 14 jaar oud. Ik zit in de 2de klas van de school Liefland College. Mijn mentor helpt me overal mee. En daar bedoel ik mee dat ze me helpt met school en met het omgaan met medeleerlingen en vriendinnen. Ik heb veel van haar geleerd. Ze heeft me geleerd hoe ik het beste kan leren, hoe ik voor mezelf moet opkomen en dat ik geduld moet hebben met alles wat ik doe. Dat is niet het enige wat we doen. We doen daarnaast ook leuke dingen en maken de gekste dingen mee. Dat is de bedoeling van een mentor. Het is echt een geweldige vrouw. Ben blij dat zij met mij wilde samenwerken. Alles wat ik heb geleerd van haar heeft zeker geholpen.” In mei 2009 zijn we met een groep mentoren en leerlingen naar het Muntmuseum geweest. Twee mentoren zijn vooraf betrokken geweest bij de organisatie van dit uitje. Voor het komend seizoen zal er een activiteitencommissie van een aantal leerlingen en mentoren worden samengesteld die met elkaar een volgend uitstapje mogen bedenken en helpen organiseren. Naast uitjes die wij voor de mentoren organiseren, stimuleren wij de mentoren ook om met hun leerlingen activiteiten te ondernemen wat tot leuke uitstapjes tussen mentor en leerling leidt. Hierdoor wordt de vertrouwensband tussen beiden versterkt en wordt de culturele ontwikkeling van de leerling verbreed. Zo is bijvoorbeeld een koppel naar het museum Corpus geweest.
25
PR en Communicatie • Informatief artikel over het School’s cool project op de website www.VrijwilligersWijzer-Utrecht.nl van de organisatie Alleato, een adviesbureau voor sociale vraagstukken in de provincie Utrecht. • Promotiemateriaal aangepast (voor mentoren, leerlingen en ouders) • Persberichten verstuurd (U-blad, kerkbladen, website Vrijwilligerscentrale) • Promotiestukjes in Doe Het Samen • Promotiestand tijdens het Kleurrijk Lombok Festival • Voorlichting geven op basisschool De Kameleon in Lombok • Overleg met de verschillende projecten van School’s cool tijdens de conferentie ‘Koers op kwaliteit’ • Overleg met welzijnsorganisaties in Utrecht (Vrijwilligerscentrale, Coach4you Utrecht) • Netwerkbijeenkomst Wet Maatschappelijke Ondersteuning • Deelname aan het Landelijk Platform School’s cool
Evaluatie Er is een aanzet gegeven tot de ontwikkeling van vragenlijsten voor zowel mentoren als leerlingen voor de verder op te zetten kwaliteitsmeting van School’s cool Utrecht.
Conclusie Tijdens het afgelopen jaar heeft School’s cool zich verder ontwikkeld en is een stevige basis gelegd voor verdere groei. De eerste groep mentoren en leerlingen heeft het traject afgerond. Uit ervaring is gebleken dat ieder contact tussen leerling en mentor zich op een unieke wijze ontwikkelt en dat de begeleiding op maat aangeboden dient te worden. De komende tijd zal gefocust worden op het behouden van de kwaliteit en het werven van goede vrijwillige mentoren, aangezien de vraag (vanuit leerkrachten van groep 8) naar School’s cool mentoren groot is. School’s cool Utrecht wil graag gehoor geven aan deze vraag en beoogt flink te groeien in 2010.
26
7. O & S – O PB O U W & SA ME N L E VIN G Gespreksgroepen voor mannen Wekelijks komt op vrijdag een groep van circa acht mannen van Marokkaanse afkomst op de Keulsekade bij elkaar om met elkaar intensieve gesprekken te voeren over de vraagstukken die hen raken. Een voorbeeld hiervan is de film ‘Een beter leven’ van de IKON, aan de inhoud waarvan zij ook persoonlijk hebben bijgedragen. De grote vertoning van deze film in ons ISKB-café is breed bekendgemaakt. Ook een onderwerp als de omstandigheden in Marokko zelf komt regelmatig ter sprake, zeker ook omdat sommige ouderen regelmatig voor een paar weken in Marokko zijn en uiteraard nieuws over ontwikkelingen mee terugnemen. Een paar mannen was aanwezig bij de Babylon VI bijeenkomst. Ten behoeve van het bespreekbaar leren maken van lastige thuisthema’s werd een maatschappelijk werker uit Zuilen uitgenodigd op de vrijdagmorgengroep. Zij is gespecialiseerd in coaching van kinderen in hun thuisomgeving. Het werd een pittig gesprek, met uitwisseling van kaartjes van de maatschappelijk werkster.
De oecumenische werkgroep SamenLeven In het kader van deze werkgroep wordt maandelijks een werkgroepvergadering bijgewoond en zijn wij aanwezig bij de diverse Met Elkaar Aan Tafel (MEAT)bijeenkomsten, nu ook nog verrijkt met de begeleiding van het project 'De Vreedzame Straat'. De buurtpastor in de wijk doet een deel van het straatwerk, een dagdeel per week. De samenwerking met Resto Van Harte, die nu professioneel tweemaal in de week goedkope en boeiende maaltijden aan Kanaleneilanders aanbiedt, vergt de nodige organisatie/beleidstijd. De laatste van onze drie MEAT-bijeenkomsten was in goede samenwerking met Resto Van Harte georganiseerd.
Weekendschool Op zondag 1 februari waren wij een tweetal dagdelen actief als gastdocent aan de weekendschool in het Vader Rijncollege met thema’s uit de diagnostiek van het menselijk lichaam voor geselecteerde kinderen uit heel Utrecht en speciaal de wijk Overvecht, die een ruimer perspectief krijgen aangeboden.
27
Koninklijke onderscheiding
Kanaleneiland
De organisatie van de koninklijke onderscheiding van ons oud-bestuurslid Hamza Zeid Kailani vergde de nodige tijd. Ons bestuur faciliteerde een bescheiden receptie aangeboden aan deze bijzondere Palestijnse Nederlander. Dit werd heel feestelijk omdat zijn twee dochters uit resp. Dubai en Ramallah in het geheim naar hun vaders onderscheidingsfeest waren gekomen. Bij de onderscheidingenuitdeling door burgemeester Wolfsen bleken overigens drie Utrechters, door de ISKB voorgedragen of mede voorgedragen, ook werkelijk te zijn onderscheiden, te weten de eerder genoemde Hamza zeid Kailani, VOP-vrouw Maria van der Goes en hajj Omar Beqqali, lid van de mannengroep. Drie keer kon burgemeester Wolfsen hiermee de naam van de ISKB noemen.
Het begeleiden van het buurtpastorale project in de wijk Kanaleneiland vergt een vergadering per zes weken met mensen uit de wijk, de voorzitter van DMO van de PGU en Mpho Ntoane. Ook hier kwam het werk van project ‘De Vreedzame Straat’ aan de orde.
PR In het kader van redactionele activiteiten voor ons periodiek Doe Het Samen is samenwerking met het blad Mzine gezocht en tot stand gekomen. De uitgever van Mzine leverde daardoor een gratis exemplaar voor ons dubbeldikke DHS-nummer. Er is meegewerkt aan een interview door een Doenja-medewerker over de werkzoekervaring bij de leden van de mannengroep.
Babylon VI Deze mede door ons in maart geëntameerde bijeenkomst was weer een grootse happening met veel bezoekers. Het leidde tot een pittig gesprek over de gebrekkige voortgang van het integratiediscours in Nederland. Er waren scherpe analyses van een jonge socioloog uit Rijnmond die veel verhelderden.
28
Moskeebezoek Ook dit jaar kwam weer een ondersteuningsvraag naar het zoeken van geschikte moskeeën ter bezichtiging en rondleiding aan bod. Dit keer van het Christelijk Gymnasium voor drie onderbouwklassen, elk een uur. Het lukte goed bij de Eyup Sultanmoskee in Kanaleneiland, ooit door ons ondersteund om in de voormalige openbare bibliotheek een heuse Turkse moskee te vestigen, toen de eerste in de wijk.
ISKB-café over de film “Een beter leven” Onze stoutste verwachtingen werden overtroffen, het Atrium, een prachtzaal in het midden van Lombok stroomde helemaal vol met gemotiveerde filmkijkers. Het nagesprek was ook pittig. De twee medewerkenden aan de film uit de ISKB-mannengespreksgroep waren ook aanwezig en beantwoordden de soms lastige, diepgaande vragen. Het Wijkbureau had voor de royale locatie gezorgd.
Hoofdstuk 2 Deelnemers Aantallen In 2009 hebben wij met de projecten de volgende aantallen deelnemers en resultaten bereikt:
VOP thuisles
PLUS
Aanmeldingen Intake Koppeling Doorverwezen na intake Doorstroming na lesperiode Wachtlijst in december
185 178 143 35 96 8
Bereik
289
VOP Groepsles Keulsekade Aanmeldingen Doorverwezen na intake Geplaatst Doorstroming na lesperiode
26 6 20 8
Bereik
34
VOP Groepsles elders Aanmeldingen Geplaatst Doorverwezen na intake Doorstroming na lesperiode
69 62 7 7
Bereik
76
Doorstroming naar PLUS
212
DUO Aangemeld Intake Koppeling Uitval Wachtlijst in december
26 24 17 7 2
Bereik
26
School’s cool Eerste groep Tweede groep: Aangemeld Intake Koppeling Uitval Wachtlijst
14
Bereik
26
12 12 11 2 0
O&S Gespreksgroepen
8
MOP Aanmeldingen Intake Doorverwezen na intake Koppeling (binnen 2 weken) Doorstroming na lesperiode (studie 17, naar
124 96 13 83 35
werk 9, verhuizing terug naar land van herkomst 9)
Bereik
159
29
Hoofdstuk 3 Vrijwilligers O N TMO E T IN G & TA A L PRO JE CT EN Bij onze ontmoeting & taal projecten zijn in 2009 de volgende aantallen vrijwilligers betrokken geweest Vrijwillige contactvrouwen VOP Vrijwillige lesgeefsters individueel thuistaalonderricht VOP, DUO, PLUS Vrijwillige lesgeefsters taalonderricht in groepjes VOP Vrijwillige lesgevers MOP Overige vrijwilligers
12 184 11 38 10
De doelgroepen vrouwen en mannen binnen deze trajecten alsmede de plaats van het contact (bij de deelnemer thuis of elders in groepsverband) vragen een gedifferentieerde benadering bij de inzet van vrijwilligers. Waar het voor het MOP niet uitmaakt of de vrijwilliger een man of vrouw is, zijn het bij de thuisles aan vrouwen binnen het VOP uitsluitend vrouwelijke vrijwilligers die de vrouw thuis bezoeken.
• • • • • •
Door het zeer persoonlijke contact in de thuissituatie van de deelneemsters zijn de voorwaarden tot deelneming aan de vrouwenprojecten voor vrijwilligers zorgvuldig geformuleerd als: Iedere Nederlands sprekende vrouw, ongeacht leeftijd en opleiding die zin heeft om de ontmoeting aan te gaan en uitgaat van de gelijkwaardigheid tussen de taalcoach en de lesneemster; een bijdrage wil leveren aan het vergroten van de taalvaardigheid van een vrouw die niet in Nederland is geboren en behoefte heeft aan taalles; eens per week/twee weken, ongeveer twee uur aan deze les/ ontmoeting wil en kan besteden; bereid is om de introductiecursus te volgen; naast haar VOP-contact ook naar aangeboden bijeenkomsten komt zoals de regiobijeenkomst en de contactbijeenkomst; zich in principe voor minimaal een halfjaar aan dit vrijwilligerswerk wil verbinden.
In de praktijk betekent dit nogal wat. We zien steeds meer jonge, sociaal actieve vrouwen die zich als vrijwilliger aanmelden en hiervoor ook veel te bieden hebben. Zij zijn echter niet altijd in de gelegenheid zich voor langere tijd ergens aan te verbinden. Voor ons betekent dit dat we heel flexibel het werk moeten aanbieden. Het lastige is wel dat de doelgroep niet altijd flexibel kan zijn en dat vraagt soms veel creativiteit van alle partijen. 30
Het voordeel van de verschillende projecten die wij organiseren is echter ook dat wij vrijwilligers mogelijkheden kunnen bieden zich voor kortere tijd (een halfjaar) tot langere tijd (1,5 tot 2 jaar) te verbinden. De vrijwilligers die bij de mannenprojecten betrokken zijn, zijn zeer verschillend. Qua leeftijd variëren ze van 19 tot 76 jaar; de grootste groep vrijwilligers is rond de 30 jaar. De meesten van hen zijn overdag fulltime actief met studie of werk, een aantal is gepensioneerd. Omdat de mannenprojecten vooral in de avond georganiseerd worden, kunnen de vrijwilligers die ook combineren met drukke banen, etc. Wij werven zowel mannen als vrouwen als vrijwilligers, omdat het geen enkel probleem is dat de cursisten les krijgen van mannen of vrouwen. Wel vragen wij van hen dat zij flexibel zijn, zij moeten naast onze ondersteuning zelf zorgen voor de invulling van het taalcontact en wij streven ernaar zoveel mogelijk continuïteit in de lescontacten te bewerkstelligen. Dit betekent ook dat als een vrijwilliger een keer niet aanwezig kan zijn, wij vaak een andere vrijwilliger vragen of het mogelijk is om de cursist(en) van de afwezige vrijwilliger dan les te geven. Voor vrijwilligers heeft dit als positieve bijwerking dat zij veel ervaring opdoen met diverse unieke cursisten en dit biedt ook veel variatie in het werk. Alle vrijwilligers vertellen ons bij de start van hun vrijwilligerswerk dat zij geïnteresseerd zijn in de verhalen achter de berichten in de media en dat zij op deze manier in contact willen komen met de allochtonen zelf. Via ons project kunnen we een duidelijk doel (de taalverwerving) aan deze ontmoetingen geven.
Werving Voor werving van vrijwilligers werkt vooral mond-tot-mondreclame heel goed. Verder werven wij via advertenties in stedelijke kranten, hebben wij permanente vacatures uitstaan bij de Vrijwilligerscentrale en op internet, ook op de landelijke pagina van het Oranje Fonds. Vooral internet blijkt een veelgebruikt medium.
31
Deskundigheidsbevordering Binnen de vrouwenprojecten zijn er contactvrouwen en taalcoaches. Veel aandacht wordt gegeven aan een goede begeleiding van alle vrijwilligers. Contactvrouwen vrouwenprojecten De contactvrouwen hebben een coördinerende functie en zijn belangrijk voor het netwerk dat we bieden aan de solistisch werkende vrijwilligers/taalcoaches. De binding tussen medewerkers en contactvrouwen verloopt ook structureel en wij werken in nauw contact met elkaar zoals d.m.v.: • Vergaderingen: eens per maand hebben wij overleg over de gang van zaken van het project, nieuwe aanmeldingen, knelpunten en het organiseren van bijeenkomsten. • Intervisie: eens per maand gaan wij via een afgesproken model dieper op een bepaald onderwerp in. Deze onderwerpen gaan o.a. over de grenzen van het project/de vrijwilliger, wat de beste doorverwijzing is en de juiste manier, de betrokkenheid van de vrijwilligers vasthouden en racismebewustwording. Taalcoaches vrouwenprojecten Alle taalcoaches nemen na aanmelding en intake deel aan de introductiecursus van drie bijeenkomsten die wij drie à vier keer per jaar organiseren. Zo krijgen zij basiskennis mee over het lesgeven, de materialen, starttoets, portfolio, didactische vaardigheden en wat hun te wachten kan staan in het lescontact. Daarnaast worden zij begeleid door de contactvrouw die hen maandelijks spreekt en die zij zelf altijd kunnen bereiken wanneer nodig. Er worden jaarlijks door ons contactavonden (zes in totaal) en een regiobijeenkomst georganiseerd waarin vrijwilligers dieper in kunnen gaan op de doorstroming, (nieuw) lesmateriaal en problemen waar zij tegenaan gelopen zijn.
32
Taalcoaches mannenprojecten Door de aard van de groepslessen gebruiken wij hier een andere benadering. Voordat vrijwilligers bij de mannenprojecten zoals het MOP beginnen, hebben wij een uitgebreid kennismakingsgesprek met hen tijdens een van de lesbijeenkomsten. Het is goed om hun op deze manier een en ander toe te lichten. Geïnteresseerden kunnen zo meteen de sfeer proeven. In een tweede stadium kijken zij mee met een andere vrijwilliger en bekijken we aan de hand van de wachtlijst aan wie de vrijwilliger les wil en kan geven. Wanneer het nieuwe leskoppel gaat beginnen, krijgen zij naast de introductie ook een uitgebreide persoonlijke begeleiding door de taalconsulent wat betreft taalmateriaal en lesvaardigheden. Nadat de vrijwilliger zelfstandig van start kan gaan, wordt er wekelijks gekeken of er begeleiding en/of nieuw lesmateriaal en tips nodig zijn. De projectmedewerkers zijn altijd aanwezig en lopen rond, zodat zij goed bereikbaar zijn.
Vormgeving van de taalles Een taal leren kun je vergelijken met het optrekken van een gebouw. Je kunt een hoop stenen verzamelen en proberen die op elkaar te zetten, maar als je geen goed grondplan hebt en niet weet waar de muren en deuren komen, krijg je het nooit goed van de grond. Een degelijk fundament en een bouwtekening van het geheel is noodzakelijk. Met alleen losse stenen, in deze vergelijking woorden, wordt het niets. Het bouwplan van een moskee ziet er echter heel anders uit dan het bouwplan van een westerse kerk. Hoe meer culturen van elkaar verschillen, hoe anders de gebouwen zijn. Ook het gebouw van de taal is cultuurbepaald. In zo’n vreemd gebouw voel je je onwennig en loop je vaak verkeerd; je moet het eerst goed leren kennen!
Introductiecursus Wanneer een vrijwilliger zich aanmeldt voor een van onze projecten wordt haar/hem een introductiecursus van drie bijeenkomsten aangeboden. Tijdens deze bijeenkomsten gaan we in op factoren die van invloed zijn op het taalverwervingsproces, introduceren we het lesmateriaal, bespreken we de starttoets en het portfolio Taalles aan huis en komen de didactische vaardigheden aan bod.
Taalspreekuur Wanneer de lessen zijn gestart kunnen de vrijwilligers bij de taalconsulente, indien zij dit wensen, een afspraak maken voor het taalspreekuur. Er wordt daarbij gekeken hoe aan de ontmoeting vorm gegeven kan worden met lesmateriaal. Afgelopen periode ontving de taalconsulente wekelijks op afspraak vrijwilligers met een taalvraag. Het gaat hierbij om vragen van allerlei aard. Zo komen vragen aan de orde over grammaticale zaken, het alfabetiseren, hoe geef ik huiswerk
33
mee, leesmateriaal/-boekjes en schrijfoefeningen. Vanuit haar opleiding en achtergrond als docent NT2 is de taalconsulente bekwaam om vrijwilligers een passend advies te geven. Van deze mogelijkheid wordt dan ook druk gebruik gemaakt, evenals van de mogelijkheid vragen per mail aan haar te stellen. De aanmeldingen van lesneemsters en lesnemers zijn zeer verschillend als het gaat om het taalniveau. Wij vinden het van groot belang dat de vrijwilligers van alle taal & ontmoetingsprojecten op een deskundige manier kunnen werken met goed lesmateriaal. We laten vrijwilligers uitgebreid kennismaken met de mogelijkheden en begeleiden hen hierbij op een professionele manier.
Lesmateriaal In de ontmoetingsruimte is een breed scala te vinden van materialen in de materialenkast. We werken met actueel lesmateriaal. In het registratiesysteem worden per deelnemer het gebruikte lesmateriaal en de vorderingen bijgehouden. Nieuw aangeschafte materialen in 2009 zijn o.m.: • Wegwijzer, auteur Jenny van der Toorn-Schutte • Onderweg, auteur Jenny van der Toorn-Schutte • Startkrant, Uitgever Eenvoudig communiceren • Nieuwe versie Klare Taal, Jenny van der Toorn-Schutte • Een voice-recorder voor ondersteuning luistervaardigheden • Diverse door ons ontwikkelde lesbrieven. Eencompleetoverzichtvanbeschikbarelesmaterialenisopgenomeninonzedatabase.
Taalcommissie In de taalcommissie zijn vier vrijwilligers actief. Viermaal per jaar komen zij met de taalconsulente samen. Op verschillende manieren hebben we het afgelopen jaar met de taalcommissie bekeken op welke wijze we de unieke leersituatie die ontstaat bij de ontmoeting tussen lesgever en lesnemer kunnen ondersteunen. Deze vrijwilligers hebben zich het afgelopen jaar ook ingezet voor het ontwikkelen van de eerdergenoemde lesbrieven.
34
Regiobijeenkomsten najaar 2009 Om de deskundigheid van de vrijwilligers op het gebied van taalles te blijven bevorderen organiseren wij eenmaal per jaar een regiobijeenkomst. Dit jaar met als gastspreker mw J. van der Toorn – Schutte. Dit jaar konden wij deze bijeenkomst in samenwerking met Alleato organiseren en konden wij ook van hun locatie gebruikmaken. Mw Van der Toorn is als examinator betrokken bij de inburgeringexamens en het door haar ontwikkelde lesmateriaal sluit daarbij naadloos aan. Ook - een deel van - onze doelgroep heeft of krijgt te maken met de inburgeringplicht. Dit betreft zowel nieuwkomers als oudkomers. In 2007 zijn mensen zonder Nederlands paspoort die in Nederland wonen verplicht het inburgeringexamen af te leggen. Mw. Van der Toorn heeft een brede introductie gegeven over het werken met grammaticale onderwerpen in de lessen.
ON T MO E T IN G & B E G EL EID IN G PRO J E C TE N SCHOOL’S COOL UTRECHT Werving mentoren Via advertenties in het Universiteitsblad, het Utrechts Nieuwsblad , kerkbladen, en digitaal via de online vacaturebank van de Vrijwilligerscentrale en onze eigen ISKB-site, hebben we nieuwe mentoren geworven voor het jaar 2009/ 2010 en het jaar 2010/ 2011. Dankzij het winnen van de Mantel-van-Sint-Maartenprijs in 2008 – een solidariteitsprijs van de Protestantse Gemeente Utrecht – en het promotiefilmpje van School ’s cool op RTV-Utrecht hadden we al meer bekendheid verworven. We horen ook steeds vaker dat een mentor zich aanmeldt, omdat deze één van de reeds ervaren mentoren kent. Een goed teken! Voor het seizoen 2009/ 2010 hadden zich in totaal twaalf mentoren aangemeld, en eind 2009 alweer enkelen voor seizoen 2010-2011.
Introductietraining Voor aanvang van de introductietraining zijn er verschillende werkzaamheden verricht, zoals het verzamelen van actuele artikelen voor in de introductiemap, trainingsmethoden aanpassen en ontwikkelen en het uitnodigen van sprekers. De introductietraining beslaat drie avonden. In januari en in april 2010 zullen de volgende introductietrainingen plaatsvinden voor het groeiende aantal nieuwe mentoren. De voorbereidingen voor deze trainingen zijn eind 2009 van start gegaan.
35
Begeleiding mentorengroep Naast de intervisie avonden, waarbij we met elkaar verschillende casuïstiek hebben besproken, voortkomend uit ervaringen van mentoren, worden mentoren ook individueel begeleid. Opvallend hierbij was de complexiteit van de problemen waar sommige mentoren tegenaan liepen. Bijvoorbeeld de relatie tussen ouders en kind en de rol van de mentor hierin, culturele verschillen met betrekking tot communicatie, verschillende verwachtingen van mentor en leerling en de invloed van de omgeving op de leerling. Hieronder wordt ter verduidelijking een casus beschreven.
Cheng is een Chinese jongen die begeleid wordt door een Nederlandse mentor. Voor de mentor is het erg ingewikkeld om hoogte te krijgen van deze jongen met betrekking tot zijn verwachtingen van de begeleiding van de mentor. Ook is het heel moeilijk om afspraken met hem te maken. De ouders van Cheng werken fulltime in een chinees restaurant en is het voor de mentor lastig om contact met hen te krijgen. Dit wordt extra bemoeilijkt door het feit dat alleen de moeder een klein beetje Nederlands spreekt. De mentorcoördinator probeert eveneens contact te leggen, ook via andere kanalen, bijvoorbeeld via de mentor van school, wat ook geen resultaat oplevert. Na lange tijd is er contact met Cheng, en hij geeft aan het contact te willen beëindigen.
Het School ’s cool team en de mentoren hebben dit jaar geleerd dat de hobbels, om in contact te komen, soms moeilijk te nemen zijn. Naar aanleiding van deze ervaring is er in de introductietrainingen een onderdeel ‘omgaan met cultuurverschillen en interculturele communicatie’ toegevoegd. Gelukkig ging het in veel gevallen wel goed en worden er, door openheid en creativiteit van zowel mentoren als pupillen, bruggen tussen de culturen gebouwd. Dat is heel mooi om te zien. De mentor die met Cheng aan de slag is geweest, is inmiddels gekoppeld aan een nieuwe pupil, en dit contact verloopt uitstekend.
Deskundigheidsbevordering: Additionele training mentoren We zijn voor de mentoren op zoek gegaan naar een training op maat waarin ze nog beter toegerust worden voor hun mentorschap. In dit kader hebben we UYL-Trainingen bereid gevonden om een training te ontwikkelen gericht op het onderwerp ‘Toekomstdromen’. Dit heeft geresulteerd in een boeiende en leerzame avond voor alle aanwezige mentoren. Als School ’s cool willen we graag inspelen op actualiteit. Naar aanleiding van het succes van het boek‘Hetpuberendebrein’ vanEveline Crone, is het ideeopgevat om eenthema-avondteorganiseren rond dit onderwerp. Hiervoor zijn we voor 2010 in contact met de schrijfster.
36
Hoofdstuk 4 Samenwerking Aanmelders Naast deelnemers die zichzelf opgeven of via een familielid opgegeven worden, hebben we aanmelders via instellingen in Utrecht. Aanmelders waar wij veel mee samenwerken zijn AZC, Altrecht, Welzijn, Sociale Dienst, BIGU, Maatschappelijk Werk, basisscholen, Mannenopvang, Vrouwenopvang, STIL, Huize Agnes, Vluchtelingenwerk en andere organisaties. Het samenwerken met de aanmelders is erg belangrijk. Voor de cursisten betekent het dat we onze informatie kunnen afstemmen, zij via de aanmelders een juist beeld van onze projecten krijgen en wij hen vervolgens optimaal kunnen inzetten in het project waar zij voor in aanmerking komen. Voor de aanmelders is het vaak belangrijk om gegevens uit te wisselen over de voortgang. Voor veel cursisten is het spannend om in Nederland een leven op te bouwen en met weinig kennis van onze taal wordt het alleen maar moeilijker. Daarom moeten we zo transparant en duidelijk mogelijk zijn. Zo hebben wij een goed contact opgebouwd met het Asielzoekerscentrum (AZC) in Utrecht. De betrokken medewerkster kan mensen vanuit haar werk onze gegevens verstrekken wanneer zij merkt dat deze mannen en vrouwen graag aan hun Nederlandse taal willen werken. Altrecht (v.h. RIAGG) is al langere tijd een bekende aanmelder binnen ons project. Vooral mannen en vrouwen die psychische problemen hebben en eventueel beperkende medicijnen gebruiken kunnen goed bij ons terecht voor de laagdrempelige aanpak. Vaak zijn de cursisten erg blij dat zij zelf kunnen aangeven wat ze willen leren. Zij komen veelal trouw. Voor hen zijn we een vaste activiteit in de week waar ze op een positieve manier kunnen werken aan wat ze willen en kunnen. Medio 2009 hebben we ook goede contacten ontwikkeld met de Mannenopvang (VIEJA). Deze meldt mannen aan die in een erg moeilijke periode zitten en werken aan hun zelfstandigheid tijdens en na de tijd bij de Mannenopvang. STIL is een bekende aanmelder van ons. Deze organisatie geeft voorlichting en ondersteuning aan mannen en vrouwen die uitgeprocedeerd (lijken te) zijn en die ondanks hun zeer ingewikkelde situatie een leven proberen op te bouwen, resp. proberen zich te handhaven in onze maatschappij. Familieleden zijn ook regelmatige aanmelders, zoals (schoon)kinderen en partners. Steeds vaker krijgen wij te maken met vrouwen die hun partner aanmelden. Niet zelden gaat het hierbij om huwelijksmigratie.
37
Bureau Inburgering heeft diverse keren mannen geattendeerd op de mogelijkheid om les bij ons te krijgen. Zij verwijzen hen door als ze nog geen verblijfsvergunning hebben of vanwege het feit dat het land van herkomst geen toegang geeft tot een kosteloos aangeboden taaltraject. Deze mannen komen dan zelf naar ons toe. VrouwenwordenviaBureauInburgeringdoordetrajectbegeleiderszelfaangemeld,wanneerzijontdekt hebbendatdevrouwnietpastbinneneentrajectdatdoorBureauInburgeringaangebodenkanworden. De Sociale Dienst meldt ook mensen bij ons aan. Soms ontwikkelt zich bij deze vrouwen en mannen hierdoor het idee dat hun uitkering afhangt van het deelnemen aan ons project. Het is belangrijk hen te informeren over de vrijwilligheid van ons project. Ook Vluchtelingenwerk is een aanmelder. Vluchtelingen die nog geen permanente verblijfsvergunning hebben en/of deze wel hebben maar niet zeker zijn of zij in Utrecht zullen blijven wonen, kan geen regulier taaltraject worden aangeboden. In zulke gevallen worden zij via Vluchtelingenwerk bij ons aangemeld. Voor School’s cool komen de aanmeldingen van de leerkracht groep 8 van de basisschool. Deze leerkrachten kennen de kinderen en ouders meestal al jaren, en kunnen School ’s cool dan ook gedegen inlichten over de capaciteiten en thuissituatie van de aangemelde leerling. Via School ’s cool horen de betrokken ouders tegelijk over de andere projecten van de ISKB, waardoor het voorkomt dat bv. een moeder ook voor taalles bij ons aanklopt.
Stedelijk netwerk
38
Binnen de stad Utrecht werken wij behalve met de bovengenoemde aanmelders ook samen met andere organisaties voor wederzijdse voorlichting, werkoverleg en doorverwijzing voor onze doelgroep.
De Vrijwilligerscentrale organiseert netwerkbijeenkomsten in bepaalde wijken en wij hopen in de toekomst in dit kader met hen samen te werken om voorlichting te geven aan nieuw gepensioneerden.
Zo is er samenwerking met In Gesprek van Vluchtelingenwerk, het Taalmaatjesproject van Humanitas en met DUO van Bureau Inburgering. Wij hebben overleg over werkwijze, doelgroep,doorstroming/doorverwijzing en gaan in de toekomst meer samenwerken in de vorm van deskundigheidsbevordering voor de taalcoaches.
Omdat wij regelmatig in contact komen met mensen die vragen hebben over hun verblijfsvergunning en wij daar niet in gespecialiseerd zijn, heeft de Stichting LOS (Landelijk Ongedocumenteerden Steunpunt) ons hierover nader geïnformeerd. Dit maakt het voor ons mogelijk cursisten in het vervolg daarheen te verwijzen als er vragen
zijn. Tegelijk hebben wij onze kennis over de vele ontwikkelingen op dit gebied vergroot. Het is goed om, naast de dagelijkse praktijk, de verhalen achter de dossiers, dit soort ontwikkelingen te volgen om te weten waarmee onze doelgroep in aanraking kan komen. Hetproject‘1001kracht’gaatookviadeVrijwilligerscentraleenwijorganiserenmetelkaareen excursievoordeelnemers.Vrouwenenmannen die hiervoor in aanmerking komen, worden door ons doorverwezen naar dit project. Organisaties waar wij zelf deelnemers naar doorverwijzen zijn naast taallesinstellingen o.a. het buurtpastoraat, de bibliotheek, Burcht Armenzorg, Stichting Los, etc.
Organisaties die via ons voorlichting hebben kunnen geven aan onze projectdeelnemers zijn onder meer Aveant, NOAGG, de bibliotheek en vrouwenzwemmen. Voor Leidsche Rijn zijn via de bijeenkomst Kleurrijk netwerken in Leidsche Rijn contacten gelegd met het ROC, Sociale Zaken, Vluchtelingenwerk, Doenja Dienstverlening en DMO, met als doel het werk hier beter op elkaar af te stemmen en te zorgen voor een goede doorstroming. Via deze ketenaanpak proberen we meer zicht te krijgen op de moeilijk bereikbare mensen en kijken wij hoe we een beter op de persoon afgestemd aanbod kunnen bieden. Dit is een goede ontwikkeling.
De bibliotheek Binnen het stedelijk netwerk neemt de samenwerking met de bibliotheek in Lombok voor ons een zeer speciale plaats in omdat wij in staat worden gesteld ons mannenproject, het MOP, in deze locatie te organiseren. Naast onze eigen medewerkers is ook een vaste medewerker van de bibliotheek aanwezig om de cursisten te assisteren bij het gebruik van de materialen. Voor de cursisten is de locatie op die manier een bekende plek geworden waar men gemakkelijk naar binnen stapt voor vragen en het lenen van materialen. Een aantal mannen heeft nu ook een lidmaatschap. Anderen kopen boeken die afgeschreven zijn, voor thuisstudie. Tijdens de cursus zelf wordt er veelvuldig gebruik gemaakt van in de bibliotheek aanwezige woordenboeken, leesboeken, lesmaterialen en lesmethodes op internet. Vooral het gebruik van de hier aanwezige computers is bij veel cursisten en vrijwilligers favoriet. Hierop zijn aansprekende methodes te vinden waar cursisten ook thuis zelfstandig mee kunnen werken. Ook kunnen zij daar informatie (leren) vinden over onderwerpen die hen aanspreken, zoals vacatures en sollicitaties, verzekeringen en woonadvertenties. Daarnaast maken diverse leskoppels gebruik van het internet, bv. als de cursist iets wil laten zien uit zijn eigen land of de vrijwilliger iets van zijn of haar werk.
39
Landelijk netwerk Wij onderhouden nauw contact met het Landelijk Netwerk Thuislesorganisaties (LNT), bij de totstandkoming waarvan wij direct betrokken waren. Via het LNT kunnen wij deelnemen aan landelijke informatiedagen over taalmaatjesprojecten en deskundigheidsbevordering en onderling kennis en ervaring uitwisselen. Wij ervaren deze contacten als erg waardevol. Voor Stichting Balans in Soest, Humanitas Utrecht en de Gemeente Deventer zijn in 2009 door ons workshops verzorgd waarin we onze deskundigheid op het gebied van de projectorganisatie van taalmaatjesprojecten en onze methodieken voor lesgeven en ontmoeten overdragen. Naast deze genoemde contacten hebben we ook samengewerkt met Alleato, CNV, Commissie Gelijke Behandeling, het UAF en Raffia (het tijdschrift van het Instituut voor Genderstudies over emancipatie, gender en feminisme van de Radboud Universiteit in Nijmegen). In 2009 hebben wij meegewerkt aan een onderzoek naar spreekherkenning door het Instituut voor Linguïstiek OTS van de Universiteit Utrecht. Met de ervaringen opgedaan dankzij een aantal van onze cursisten kan dit instituut het maken van software voor computers verder verbeteren. Hiermee kunnen ook mensen met een accent straks beter geïnterpreteerd worden door computers. School ’s cool Utrecht is betrokken bij het Landelijk Platvorm School ’s cool (inmiddels wordt het project in tien plaatsen door heel Nederland uitgevoerd). Verder heeft School ’s cool contact met Kenniscentrum Mentoring van Sardes, Hogeschool Utrecht, HOVO, GG&GD, Gemeente Utrecht (U-pas, Compu4school, V-team), UWV in Perspectief, Cumulus Welzijn, Stichting Mama Weet Alles. Zowel voor onze doelgroepen, onze eigen deskundigheidsbevordering en de positie van onze organisatie zijn deze contacten zeer waardevol.
40
Hoofdstuk 5 De ISKB-organisatie Missie
Comité van Aanbeveling
De ISKB, Interkerkelijke Stichting Kerken en Buitenlanders, werkt als vrijwilligersorganisatie sinds 1986 aan een laagdrempelige, duurzame ontmoeting tussen Nederlandse Utrechters en Utrechters die van oorsprong niet Nederlands zijn. Het doel van deze ontmoeting is te komen tot meer kennis van elkaar en wederzijds begrip en respect.
Per eind 2009 bestond ons comité van aanbeveling, in alfabetische volgorde, uit de volgende personen:
Bestuur De bestuurssamenstelling per eind 2009 was, in alfabetische volgorde, als volgt: • • • • • •
Alfons Andriessen, lid Rian Ederveen, secretaris Judith Fournier-Moesman, lid Andreas Havinga, lid Herre Talsma, penningmeester Gerard Zuidberg, voorzitter
• Mr. W. Aantjes, oud-politicus ARP en CDA • M. Allach, voorzitter Stichting MaroquiStars, voetballer • Mw. drs. H.J. Bakker, directeur Stichting Oikos Utrecht • M. Benzakour, journalist en schrijver • Dr. H. Bloem (oud-)deken, Dekenaat Utrecht • Mw. ir. I de Bondt, Wethouder VVD • Prof. dr. E.P.N.M. Borgman, hoogleraar theologie Universiteit van Tilburg • Mw. G. Bouazani, raadslid voor de Partij van de Arbeid Utrecht • Mw. D. van de Broek, directeur Aboriginal Art Museum Utrecht • M. Çavusoglu, raadslid voor Groenlinks, Utrecht • Mw. A. Chaabi, burgemeester van Essaouira, Marokko • C. van Deventer, Sint- Maartensberaad Utrecht • Mw. drs. I. van Donkelaar, directeur Stichting De Medewerker • Mw. drs. M.A.G. Hollander-Meijs, coördinator ABC Amsterdam • Mw. M. Kleijwegt, journalist, schrijver • P.A.A. Klusener, voorzitter van de Algemene Kerkenraad van de PGU • Mw. A. Koenders-Van de Hurk, raadslid voor de SP Utrecht • Mw. dr. A. van Limburg- Okken, psychiater, Altrecht, Utrecht • J. Mol, Provinciaal Bestuur van de Missionarissen van Afrika
41
• V. Oldenborg, fractievoorzitter Leefbaar Utrecht • Mw. drs. M. Poorthuis, coördinator Relatie Jodendom Christendom, KTU Utrecht • Mw. dr. R. Redmond, voorzitter P(articipatie)-Team • Drs. W.G. Rietkerk, raadslid voor de Christen-Unie Utrecht • Mw. A. van Rooij, fractievoorzitter D66 Utrecht • P. Rosenmöller, programmamaker IKON • Ir. J. van der Sar, coördinator Vakgroep Educatie, Stichting Oikos, Utrecht • Mw. E.M.J. Schell, raadslid VVD Utrecht • Kardinaal A. Simonis, oud-bisschop Utrecht • M. Sini, directeur ROC Midden-Nederland, voorzitter Stichting Islam en Burgerschap • Ds.J. Slomp, islamoloog • H. Spekman, oud-wethouder Utrecht, lid Tweede Kamer PvdA • A. Taskan, raadslid CDA, algemeen secretaris-voorzitter directieraad HOGIAF • D. Terpstra, voorzitter HBO-raad • Mw. J.D. Vellekoop, directeur OBV Den Haag • Mr. L.J. Verhulst, directeur Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam • Mr. A. Wolfsen, burgemeester gemeente Utrecht • Mw. K. Youfsi, voorzitter AISA • M.H. Zeid Kailani, imam en oud-bestuurder
Personele bezetting Per eind 2009 bestond de totale personele bezetting, in alfabetische volgorde, uit de volgende acht medewerkers, samen goed voor 3,94 fte: • Rita Bronotte, zakelijk directeur • Merlijn van Oortmerssen, projectcoördinator School’s cool • Marielle van Rooij, taalconsulent NT2 • Ernestine Roth, projectcoördinator ontmoeting & taalprojecten • Paulien Rozema-van Geest, inhoudelijk directeur (uit dienst per 01-01-2010) • Wieger Rozema, projectcoördinator O&S (uit dienst per 01-01-2010) • Dennis van Tiel, financiën en administratie • Joke Wanrooij, bureaucoördinator
Vrijwilligersraad Begin2009bestonddeVrijwilligersraaduitdevolgende leden: • • • • • •
Paulien Rozema, voorzitter (inhoudelijk directeur) Trudy de Wit, vice-voorzitter (VOP-lesgeefster) Marijke de Haan, secretaris (VOP-contactvrouw) Trudy Cornelis (VOP-lesgeefster) Olga Tieman (VOP-lesgeefster) Ellen Korver (PR-commissie ISKB)
Verslag van de secretaris: De Vrijwilligersraad (VR) functioneert nu een jaar. In 2009 is de VR vier maal bij elkaar geweest. Tijdens de vergaderingen heeft de VR informatie over de ontwikkelingen binnen de ISKB behandeld. Besproken zijn o.m. de toegang van vrijwilligers tot de te ontwikkelen digitale nieuwsbrief op de website van de
42
stichting en het beleid van de redactie van het blad DHS betreffende het opnemen van artikelen van vrijwilligers. Over het laatste punt heeft de VR een ongevraagd advies aan de DHS-redactie gegeven om een vrijwilliger in de redactie op te nemen. Over beide punten is overleg geweest met de directie. Een ander punt van aandacht binnen de VR was het ‘verloop’ van lesgeefsters en hoe hen te behouden bij het VOP. Bij het VOP melden zich voornamelijk jonge lesgeefsters, die in combinatie met een drukke baan wekelijks lesgeven. Na de lesperiode stoppen zij meestal met hun contact. Naar aanleiding van de antiracismetraining hebben de VOP-contactvrouwen de VR voorgesteld om de mogelijkheid van Kleurrijk Besturen te bespreken. Dit onderwerp blijft op de agenda staan. Activiteiten van verwante landelijke organisaties zoals het Landelijk Netwerk Taallesorganisaties (LNT)enanderelokaleorganisatieszoalsdeVrijwilligerscentrale en het Huis van Vrijwilligers in Utrecht, zijn ook aan de orde geweest. In de loop van 2009 meldde Paulien dat er een impasse binnen de directie was ontstaan. Deze ontwikkelingen veroorzaakten grote onrust onder een deel van de vrijwilligers. De VR heeft veel contact gehad met vrijwilligers over deze situatie en hierover ook met het bestuur overlegd. De VR heeft inzage gekregen in de reacties van vrijwilligers richting het bestuur. Binnen de VR heeft dit gevolgen gehad, Ellen Korver en Trudy de Wit besloten af te treden. Volgens het VR-reglement bedraagt de zittingsduur van de leden twee jaar. Men kan tweemaal herkozen worden. Er is een rooster van aftreden
gemaakt. Reeds aan het begin van deze periode hebben Trudy Cornelis en Olga Tieman aangegeven dat zij in september 2009 wilden aftreden. Om hen te vervangen was aanvankelijk het voornemen bij voldoende aanmeldingen in het najaar een VR-verkiezing te organiseren. Bij peiling onder de verschillende onderdelen van de ISKB beek dat er op dat moment onder de vrijwilligers echter geen belangstelling bestond voor deelname aan de VR. Op het slotfeest in juni heeft de VR daarop een wervend praatje gehouden. Met succes: er meldden zich drie mogelijke kandidaten. In de praktijk bleek echter dat enkelen van hen op dat moment nog geen tijd hadden om direct deel te gaan uitmaken van de VR. Hierom en vanwege de ontstane situatie binnen de directie zijn de VR-verkiezingen uitgesteld naar een latere datum. Mede door het gebrek aan belangstelling onder de vrijwilligers voor de activiteiten van de VR, hebben de leden zich uitgebreid gebogen over de vraag waarop de VR zich zou moeten richten. In de laatste vergadering van 2009 heeft de VR een zeer interessant overleg gehad met Jeroen Maas, bestuurslid van de VAR (Vrijwilligers Advies Raad) over wat de vrijwilligersraad kan toevoegen aan de ISKB. Directie en medewerkers waren door de VR hierbij uitgenodigd. Op dit moment heeft de VR nog twee leden. Conform het VR-reglement moet de VR echter bestaan uit vijf stemgerechtigde leden die een evenredige afspiegeling moeten zijn van het vrijwilligersbestand over de verschillende projecten. Door het ontbreken van voldoende leden mist de VR op dit moment legitimiteit om te kunnen functioneren. Vrijwilligers uit alle projecten worden dan ook opgeroepen om zich voor de VR kandidaat te stellen.
43
Klachtencommissie In 2009 bestond deze commissie uit de volgende leden: • André de Bruin voorzitter • Maria Hermanslid • Joke Wanrooij secretaris Er werden in 2009 geen klachten ingediend bij de klachtencommissie.
Sponsors Wij hebben in 2009 onze projecten kunnen uitvoeren dankzij de steun van particuliere giften, donaties van de Stichting Vrienden van de ISKB en met de hulp van de volgende organisaties: Provincie Utrecht, DMO Gemeente Utrecht, Bureau Inburgering Utrecht, KCU en PKU Utrecht, VSB Bank, Stichting Kinderpostzegels en enkele anonieme vermogensfondsen.
Financieel resultaat Een korte balans en verlies- en winstrekening treft u als bijlage aan.
Maatschappelijk rendement Het maatschappelijk rendement is het bedrag dat een organisatie de maatschappij uitspaart door taken op zich te nemen die anders door de overheid of semi-overheid zouden moeten worden uitgevoerd. Het door de ISKB verrichte werk is daar een voorbeeld van. Wij hebben dit maatschappelijk rendement berekend via de door Oikos ontwikkelde Maatschappe-
44
lijk Rendement Monitor en willen deze informatie graag met u delen. Wel echter met een beperkende kanttekening: uitsluitend de financiële kant presenteren geeft een te beperkt beeld van de waarde van een stichting als de onze. De bredere doelstelling die de ISKB heeft, de motivatie van mensen om zich hiervoor in te zetten, maar ook de vaak zeer persoonlijke en indringende achtergrond van de mensen die zich voor taalles of mentoring bij ons aanmelden, spelen binnen dit alles altijd de hoofdrol. De uitkomst van de Maatschappelijk Rendement Monitor, zoals door Oikos ontwikkeld, is gebaseerd op het aantal uren dat vrijwilligers en professionals in 2009 aan het werk van de ISKB hebben besteed. Het resultaat van deze berekening omvat een algemene inschatting van kosten die als gevolg hiervan uitgespaard worden voor de rest van de samenleving. Door dit uit te drukken in een concreet getal wordt de relevantie daarvan voor de bredere samenleving op een originele manier zichtbaar gemaakt. Zowel overschatting als onderschatting liggen hierbij op de loer. Uitkomsten via de Oikos-methodiek zijn steeds de minimaal waargenomen uitkomsten en dus een echt voorzichtige schatting. Gebruiken wij deze methodiek voor de bijna 50.000 uur die vrijwilligers en medewerkers in 2009 hebben besteed, dan komen we op een bedrag aan maatschappelijk rendement over 2009 van bijna €2,2 miljoen. In 2008 was dit €1,78 miljoen. De ISKB kan dit werk doen omdat tal van particulieren, fondsen, kerken en de overheid hun bijdragen hiervoor leveren. Met een dergelijke uitkomst voor wat betreft het maatschappelijk rendement kunnen we toch wel concluderen dat hun bijdragen aan onze stichting goed besteed zijn geweest.
BALANS IN EURO’S ACTIVA vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
31 december 2009
1.184 2.407
31 december 2008
0 6.477 3.591
Bijlage 1 Financieel resultaat
vlottende activa Vorderingen Liquide middelen
56.188 108
TOTAAL ACTIVA
6.477
54.560 124 56.296
54.684
59.887
61.161
-8.796
-8.528
PASSIVA eigen vermogen vreemd vermogen kort Crediteuren Belastingen en premies Overlopende passiva en overige schulden
TOTAAL PASSIVA
18.381 13.063
29.414 6.726
37.239
33.549 68.683
69.689
59.887
61.161
45
WINST- EN VERLIESREKENING IN EURO’S 2009
2008
Verschil
273.528
317.500
-43.972
18.459 301.038
13.284 337.802
5.175 -36.764
BATEN Subsidies t.b.v. projecten en activiteiten Overige baten t.b.v. projecten en activiteiten Overige baten
593.025
668.586
-75.561
LASTEN Projecten -en activiteiten Personeel Huisvesting Afschrijvingen Overige bedrijfskosten Financiële lasten
RESULTAAT
46
291.296 242.858 21.131 4.772 31.447 1.788
346.934 235.205 22.498 8.327 50.168 1.335
-55.638 7.653 -1.367 -3.555 -18.721 453
593.292
664.467
-71.175
-267
4.119
-4.386
b[iXh_[\ K j~{wP \{{
Bijlage 2 Lesbrief
d{wP }{
z{z{
Z{{ {x{| }ww
{ >|w{? |{{{ d{z{wz
mw {{ z{{ {P \{{{ d{z{wz © ÜÀ`i ÛiÀ viiÃÌi
© ii >>ÀÛiÀâV
Ì >i
© Üii viiÃÌi â iÀ¶
© Üii viiÃÌi ÛiÀ }À>>}¶
© ÛiÀ
>> ÛiÀ ii LÀÕvÌ
© ÛÀ>}i ÛiÀ viiÃÌi G
47
mw { { |{ { U
\
£° `i ÛiÀ>>À`>}
Ó° `i }iLÀÌi
ΰ `i LÀÕvÌ
{° }i`>}
x° *>Ãi
È° iÛÀ`}Ã`>}
£°
Ó°
ΰ
{°
x°
È°
-V
Àv `i ÜÀ`i\
48
H
Ve rh a a l tj e Lees:
De bruiloft Het is 5 januari. Morgen is het feest want mijn zus gaat trouwen! De hele familie komt naar deze speciale dag. Maar ook vrienden en kennissen van mijn zus en haar aanstaande man. We gaan ‘s middags naar het gemeentehuis. Na de officiële plechtigheid gaan we met alle mensen naar een kasteel waar we een groot feest hebben. We gaan lekker eten en dansen. Het zal een mooie dag worden. Ik ben erg nieuwsgierig naar de jurk van mijn zus. En de nieuwe ring die ze om haar vinger gaat dragen.
Oefening 1
Oefening 2
Vul aan:
Is het goed of fout?
Het ............ feest
De bruiloft is op 5 januari
Het is ..........................
Ik ga naar een verlovingsfeest
Morgen...........................
Mijn broer gaat trouwen
We gaan .......................
Er komt alleen familie
De hele familie .................
We gaan naar een boerderij
Het zal............................
We eten met elkaar
Ik ben nieuwsgierig naar.......
Mijn zus draagt een rok
Om haar vinger .................
We zitten de avond aan tafel
Oefening 3 Zet het verhaal in de verleden tijd of in de ik-vorm. 3
49
We l ke f e e ste n ke n j e in Nederland? Maak met elkaar een kalender van de feesten in Nederland.
V rage n o v e r f e e s t e n.
Vier jij je verjaardag? Had jij een mooi trouwfeest? Of een andere herinnering aan een mooi feest? Heb je foto’s van feesten die je zou willen laten zien? Ga je graag naar bruiloften of andere feesten? Wat vind je dan leuk? Vind je koninginnedag een leuke dag? Weet je wanneer het Pasen is? Wat zoeken de kinderen? Welke feesten zijn voor jou belangrijk? Wat vier je dan? Weet je iets over Dodenherdenking en Bevrijdingsdag? Wat eet je graag tijdens een feest?
50
4
ISKB – Interkerkelijke Stichting Kerken en Buitenlanders Keulsekade 20 3531 JX Utrecht T: 030 2947594 e-mail: [email protected] website: www.iskb.nl c ISKB, Utrecht 51