Is langer thuis wonen naast goedkoper, ook veiliger? Ouderen worden tegenwoordig door de overheid gestimuleerd om langer zelfstandig thuis te blijven wonen. De verpleeg- en verzorgingshuizen zoals iedereen die nu kent, zullen naar verwachting over een aantal jaar verleden tijd zijn. Het grootst gedeelte van deze verpleeg- en verzorgingshuizen zal verdwijnen. Een klein deel ervan zoals de gespecialiseerde verpleeghuizen voor mensen met een zware zorgvraag zullen wel blijven bestaan. Volgens de overheid is het een goedkoper alternatief om de mensen langer zelfstandig thuis te laten wonen, maar is dit ook veiliger? Nederland is aan het vergrijzen het aantal ouderen in Nederland zal de komende jaren in rap tempo gaan stijgen. Naar verwachting zal in het jaar 2040, 26 procent van de bevolking 65plusser zijn. Een derde zal op dat de leeftijd van 80 hebben gepasseerd. Door de toename van ouderen zal de zorgvraag in Nederland gaan stijgen (Van Duin & Garssen, 2010).De zorgkosten zijn hoog en zullen bij ongewijzigd beleid alleen maar verder stijgen. Vanwege de vergrijzing en de stijgende zorgkosten staat Nederland dan ook voor grote uitdagingen op het gebied van zorg voor ouderen. Het is de aanleiding geweest voor de ingezette hervormingen in de langdurige zorg. Uitgangspunten bij deze hervormingen zijn dat ouderen een eigen regie over hun leven moeten krijgen en dat ze moeten streven naar zelfredzaamheid (Doekhie, Veer, Rademakers, Schellevis & Francke, 2014). Dit heeft als gevolg dat ouderen weer vaker en langer thuis moeten blijven wonen en zullen er steeds meer verpleeg- en verzorgingshuizen sluiten (PCOB, n.d.). Kok, Stevens, Brouwer, van Gameren, Sadiraj en Woittiez (2004) toonden aan dat Langer thuis wonen veel goedkoper is dan een plaats in een verzorgingshuis. Het feit dat het nieuwe zorgbeleid een kostenreductie van de zorgkosten teweeg brengt zal iedereen toejuichen. Aan de andere kant zou het nieuwe zorgbeleid ook de leefbaarheid moeten verbeteren. Maar is dit in de praktijk ook werkelijkheid? Om een voorbeeld te nemen, waarborgt het langer thuis wonen ook de veiligheid van de mensen? En hoe kijken de ouderen hier zelf tegenaan?
Figuur 1: Aantal 65- en 80-plussers, 1950-2012 (meetpunt 1 januari) en prognose aantal 65- en 80plussers, 2013-2060 (Bron: CBS Bevolkingsstatistiek; CBS Bevolkingsprognose voor 2013-2060).
Ouderen zijn zelfstandiger Het beleid van het ministerie van Volksgezondheid blijkt in de praktijk ook zo te werken. In het rapport (Plaisier & de Klerk, 2015), is te lezen dat ouderen tegenwoordig langer thuis blijven wonen en maken alleen gebruik van thuiszorg wanneer het echt niet anders kan. In het onderzoek is gekeken naar de ontwikkelingen in het gebruik van huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging en verpleging tussen 2004 en 2011. In deze periode is de Nederlandse bevolking met 400.000 personen gegroeid. Het aandeel van 80-plussers ging van 3.4 naar 4 procent. Als er wordt gekeken naar het aantal mensen dat gebruik maakt van deze thuiszorg, was dit in 2004 nog 532.000 mensen en in 2011 is dit gestegen naar 556.000 mensen. Volgens (Plaisier & de Klerk, 2015), is het toegenomen aantal ‘oude’ ouderen de voornaamste oorzaak van deze stijging. Binnen dit aantal mensen is er in deze periode wel een verschuiving te zien van mensen die gebruik maken van thuiszorg. Zo is te zien dat in tegenstelling met de
1
huishoudens met meerdere personen de alleenstaanden meer zorg gaan gebruiken. Deze verschuiving is het gevolg van het beleid dat er bij de mensen eerst gekeken moet worden wat er in hun eigen omgeving mogelijk is voordat er betaalde zorg word ingeschakeld.
zorg zal in dit geval alleen maar gaan afnemen (Velsink, 2014).
Lagere zorgkosten Als er gekeken word naar de verzorgingskosten zoals (Kok et al., 2004) hebben gedaan, is te zien dat langer thuis blijven wonen een veel goedkoper alternatief is. De kosten voor een plaats in een verzorgingshuis kosten gemiddeld zestienduizend euro per jaar, per persoon. De kosten voor iemand die thuis woont en nog redelijk zelfstandig is verbruikt gemiddeld duizend euro per jaar aan verzorgingskosten. Het verschil is gemiddeld vijftienduizend euro per jaar, per persoon. Wanneer je de andere kosten, zoals mantelzorg en meer huursubsidie voor de ouderen die zelfstandig blijven wonen er bij optelt, leidt het langer thuis wonen nog steeds tot een enorme kostenbesparing. Hieruit werd geconcludeerd dat we er alles aan moeten doen om te bevorderen dat mensen langer thuis blijven wonen.
Volgens Wine te Meerman adviseur Zorg & Welzijn is het begrijpelijk dat er kritisch wordt gekeken naar de indicaties voor het verzorgingshuis. Het langer zelfstandig thuis wonen is een kwestie wat al sinds de jaren ’80 gaande is. Dit is te zien aan de daling van verpleeg- en verzorgingshuis plaatsen tussen 1980 en 2010. In 1980 waren er nog 196.000 plaatsen en in 2010 waren er nog 158.000 plaatsen, terwijl het aantal 80plussers in dezelfde periode verdubbelde. Tegelijkertijd waarschuwt Te Meerman voor de negatieve en vaak onderschatte gevolgen van het gewijzigde beleid. Te Meerman geeft een voorbeeld: “Neem een oudere alleenstaande vrouw in een portiekflat met alleen AOW die slecht ter been en angstig is en die voorheen in aanmerking zou zijn gekomen voor indicatie ZZP 3. Deze mevrouw heeft waarschijnlijk geen geld om zelf zorg te kopen. Maar ze moet volgens het nieuwe beleid thuis blijven wonen. Wanneer mevrouw dan geen kinderen of andere contacten heeft die dagelijks kunnen bijspringen dan bestaat het risico dat ze vereenzaamt of snel in gezondheid achteruit gaat. Dat risico wordt vergroot doordat ook wordt bezuinigd in de thuiszorg’ (Zorg: Langer thuis wonen ouderen niet zonder risico, 2014).
Meer risico’s Door het kabinetsbeleid om mensen langer zelfstandig thuis te laten wonen, voorspellen 85% van de specialisten ouderengeneeskunde in de toekomst ernstige risico’s. Ondervoeding, uitdroging en valincidenten zullen naar verwachting fors toenemen. Daarnaast zullen de mensen door het langer thuis wonen sneller te maken krijgen met eenzaamheid en depressie. Nienke Nieuwenhuizen, arts en voorzitter van beroepsorganisatie Verenso zegt het volgende: ‘Wij maken ons grote zorgen. De kwetsbaarste van de kwetsbaren, mensen die weinig mantelzorg hebben, met psychiatrische ziekten, met cognitieve stoornissen dat zijn de mensen die het meest gevaar lopen. En ik denk dat op verschillende plekken wordt overschat wat die mensen nog zelf kunnen en hoe veerkrachtig die zijn in de thuissituatie’. De kwaliteit van de
2
Eigen ervaringen Uit onderzoek van bureau TeraKnowledge blijkt dat senioren graag zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen, maar daarnaast zijn zij ook bezorgt over hoe de situatie zich in de toekomst gaat vormen. Voor dit onderzoek hebben zij 600 Nederlandse 65-plussers ondervraagt. Van deze ouderen denkt 86 procent dat de overheid enkel en alleen door financiële redenen het langer thuis wonen stimuleert. Daarnaast vind 72 procent dat er te weinig geschikte seniorenwoningen in Nederland zijn. Met een cijfer van 5,7 vinden de ouderen hun huidige woning niet geschikt voor toekomst. Om deze redenen zijn de ouderen hun woning al aan het aanpassen. Zo heeft 38 procent al aanpassingen, zoals een inloopdouche, verhoogd toilet, het verwijderen van drempels en bredere deurposten aan hun woning laten verrichten. Wel is 57 procent van mening dat de overheid te weinig financiële steun biedt om de woningen aan te passen. 77 procent denkt door deze aanpassingen tot aan hun overlijden zelfstandig te kunnen blijven wonen. Wanneer het niet mogelijk is om thuis te blijven wonen, geeft aan 15 procent wel te willen verhuizen naar een andere woning. 6 op de tien ouderen zouden dan graag verhuizen naar een aanleunwoning, 15 procent naar een verzorgingshuis, 14 procent naar een tussenvoorziening en slechts 2 procent zou wel bij familie willen intrekken. Op dit moment wonen de meeste ouderen zelfstandig. 59 procent daarvan woont nog samen met hun partner. Onder deze ouderen kan bij 18 procent één of beide partners niet alles meer zelfstandig uitvoeren. Om deze ouderen langer thuis te laten wonen, speelt hulp van familie en naasten hierbij een belangrijke rol. Twee derde van de senioren verwacht daarentegen niet dat hun kinderen een deel van de zorg op zich gaat nemen wanneer dat nodig is. Vooral wanneer de zorg intensiever wordt, zal dit niet snel gaan gebeuren. Als er gekeken wordt naar wat naasten en familie volgens de ouderen wel bereid toe zijn om bij te helpen. Denkt één op de vijf ouderen dat ze bereid zijn om te helpen met de
boodschappen, 18 procent van de ondervraagde denkt dat ze hulp op afroep zullen bieden, 17 procent denkt dat ze ook bereid zijn om hulp te bieden op het gebied van vervoer en/of financiële en administratieve zaken en slechts 15 procent denkt dat ze bereid zijn om onderhoud of klusjes te doen (Oudere ziet langer thuis wonen als bezuiniging, 2015). Conclusie In bovenstaand artikel is het nieuwe kabinetsbeleid omtrent de langdurige ouderenzorg enigszins in twijfel getrokken. De bestaande hoge zorgkosten heeft er voor gezorgd dat er kritisch gekeken is naar het eerder bestaande beleid omtrent de langdurige zorgverlening. Er is gekozen om ouderen langer zelfstandig thuis te laten wonen. Maar is het nieuwe beleid daadwerkelijk wel de juiste koers om deze in de toekomst samen te bevaren? Uit onderzoek blijkt inderdaad dat het nieuwe beleid op korte termijn een zeer gunstige werking heeft op de hoge zorgkosten. Maar is dit ook in de toekomst het geval? Specialisten op het gebied van ouderenzorg maken zich juist zorgen om het feit dat de langdurige ouderenzorg in kwaliteit en kwantiteit grote stappen achteruit gaat maken. Daarnaast voorzien zij door deze veranderingen in de toekomst ernstige gezondheidsrisico’s, zoals ondervoeding, uitdroging, vereenzaming en valincidentie fors toenemen. Uiteindelijk zal door deze toename van gezondheidsrisico’s ook de zorgkosten gaan stijgen. Maar door een tekort aan literatuur blijft het een raadsel of dit scenario zich daadwerkelijk in de toekomst gaat manifesteren.
3
4
Literatuurlijst Ackermann, M., Osseweijer, E., Schmidt, H., Molen, H. van der & Wal, E. van der (2012)Zelf leren schrijven. Schrijfvaardigheid voor psychologie, pedagogiek en sociale wetenschappen. Den Haag, Nederland: Boom Lemma uitgevers. Bryant H. (2007). Dehydration in older people: assessment and management. Emergency Nurse. 2007 juli;15(4):22-6. Doekhie, K. D., Veer, A. J. E. de, Rademakers, J. J. D. J. M., Schellevis, F. G., Francke, A. L.(2014). Ouderen van de toekomst. Verschillen in de wensen en mogelijkheden voor wonen, Utrecht: Nivel Van Duin, C., & Garssen, J. (2010). Bevolkingsprognose 2010–2060: sterkere vergrijzing, langere levensduur. CBS website, 17, 2010. Kok, L., Stevens, J., Brouwer, N., van Gameren, E., Sadiraj, K., & Woittiez, I. (2004). Kosten en baten van extramuralisering. Oudere ziet langer thuis wonen als bezuiniging. (2015). Retrieved May 20, 2015, from http://www.skipr.nl/actueel/id21837-oudere-ziet-langer-thuis-wonen-alsbezuiniging.html Ouderenfonds. (n.b.) Eenzaamheid /kwetsbaarheid https://www.ouderenfonds.nl/onzeorganisatie/feiten-en-cijfers/ Ouderenfonds. (n.b.) Ondervoeding https://www.ouderenfonds.nl/onzeorganisatie/feiten-en-cijfers/ PCOB. (n.d.) Waarom wil de overheid dat mensen langer thuis blijven wonen? En wat als ik dat niet wil of kan? http://www.pcob.nl/vraagbaak/waarom-wil-de-overheid-datmensen-langer-thuis-blijven-wonen-en-wat-als-ik-dat-niet-wil-kan Plaisier, I., & de Klerk, M. (2015). Zicht op zorggebruik. Dejaeger, E., Geeraerts, A., Coussement, J., & Milisen, K. (2008). Preventie van valincidenten bij Velsink, M. (2014). Ernstige gezondheidsrisico’s door langer thuis wonen. Retrieved May 20, 2015, from http://www.zorgwelzijn.nl/Ouderenzorg/Nieuws/2014/10/Ernstigegezondheidsrisicos-langer-thuis-wonen-1628545W/ Zorg: Langer thuis wonen ouderen niet zonder risico. (2014) Retrieved May 20, 2015, from http://www.consultancy.nl/nieuws/7638/berenschot-langer-thuis-wonen-ouderenniet-zonder-risico
5