Crisis graad 3
Is jouw eurocent al gevallen Lesvoorbereiding Projecteer de krantenkoppen of verzamel zelf krantenkoppen over de economische crisis. Knip het verhaal van de crisis in 6 stukken (1 deel voor elke groep). Tip: Vraag de leerlingen om zelf krantenkoppen of -artikels over de economische crisis mee te brengen.
Verwondering Projecteer de krantenkoppen of hang de verspreid op het bord. Dit zijn krantenkoppen van artikels die maandenlang in de kranten zijn verschenen. Laat de kinderen nadenken over het gemeenschappelijke thema. =>Thema: '(economische) crisis' Maak met de leerlingen een woordspin of woordweb op het bord rond dit thema. Volgende vragen kunnen aan bod komen: Waar denk je aan bij het woord crisis? Wat is een crisis? Waar kan een crisis ontstaan? Heb jij zelf al eens een crisis meegemaakt? Bv. crisis in een huwelijk, crisis in bedrijf van ouder, kan ook een ernstige ziekteaanval zijn, ernstige ruzie met vrienden... . (Ter info: definitie van crisis: ernstige noodsituatie waardoor de werking van iets verstoord raakt, moment of periode waarin iets op z'n ergst is.) Welke crisis bedoelen ze in de krantenkoppen? Vertel de leerlingen het volgende: In de krant, de radio of op televisie wordt de crisis wel eens economische crisis, financiële crisis of Eurocrisis genoemd. Eurocrisis is de crisis die met economie en geld te maken heeft en momenteel in Europa plaatsvindt. Vraag aan de kinderen of zij gevolgen kennen van de economische crisis. Voeg nadien zelf enkele voorbeelden toe: mensen die ontslagen worden, mensen komen op straat, regeringen die moeten besparen, meer armoede,... . Vandaag gaan we eens kijken hoe het allemaal begonnen is.
Kennis Hoe het allemaal begon... Er zijn in totaal 6 alinea's die het verhaal van de crisis schetsen. Deel de klas op in 6 groepjes. Geef elke groep een ander deel van het verhaal. Geef elke groep een flap of een groot blad. Vraag aan de leerlingen om hun deel van het verhaal op de flap weer te geven aan de hand van staakwoorden, een schema, een tekening. De titel schrijven ze in het groot bovenaan. De groepjes vertellen vooraan hun deel van het verhaal aan de hand van de flap. Hang de flappen in chronologische volgorde naast elkaar op het bord. De flappen vormen een overzicht en tijdlijn van het ontstaan van de crisis tot nu. Bekijk de vragen van de leerlingen en stel zelf bijvragen zoals: Waar haalt de overheid zijn geld vandaan? Waar haalt de bank zijn geld vandaan? Samenvatting: Verschillende stappen van de crisis GROEP 1:Amerikaanse banken geven te grote leningen aan mensen die het niet kunnen terugbetalen. Amerikaanse banken gaan geld lenen bij Europese banken omdat ze de vele leningen zelf niet kunnen betalen. GROEP 2: Inwoners van V.S. kunnen hun lening niet afbetalen. Hierdoor krijgen Amerikaanse banken te weinig inkomsten en kunnen ze de leningen aan andere banken niet terug betalen. GROEP 3: Europese banken komen in de problemen. GROEP 4: Hierdoor verzwakt de economie want mensen en bedrijven hebben minder vertrouwen in de banken en kunnen minder geld lenen. GROEP 5: De overheid helpt de banken, maar door de verzwakte economie heeft het zelf minder inkomsten. Verschillende landen in Europa hebben schulden. GROEP 6: Overal in Europa komen besparingen. Mensen zijn hiervan de dupe en komen op straat. Er werd een noodfonds opgericht voor EU-landen met grote moeilijkheden, mits strikte voorwaarden. Relatiecirkel opstellen, relaties zien en oorzaken en gevolgen zoeken Groepeer de leerlingen per 2 of 3. We gaan het verhaal van de crisis in een cirkel voorstellen. Geef de volgende opdracht: Teken een cirkel. Wat verandert er tijdens het verhaal? Zie je dingen die veranderend, die afnemen of toenemen? Geef 2 voorbeelden (bv. de tevredenheid van mensen, het geld van Europese banken, schuld van Europese landen, besparingen,...). Dit noemen we variabelen. Schrijf 4 tot 7 variabelen rond de cirkel. Zoek een element dat zorgt voor een toename of afname van een ander element op de cirkel. (bv. hoe meer besparingen, hoe minder gelukkig de mensen zijn OF hoe meer
besparingen, hoe meer geld de overheid krijgt.)Teken een pijl van de oorzaak naar het gevolg. Kijk ook of je deze pijl in de andere richting kan wijzen en teken de pijlpunten. Zoek nog meer oorzaken en gevolgen, verbind ze met een pijl en praat hierover met je partner(s). Klassikaal: Laat enkele leerlingen hun relatiecirkel verduidelijken voor de klas. Vertel aan de anderen welke relaties je ziet. Bijvoorbeeld bij de relatiecirkel hieronder (teken deze eventueel op het bord): Hoe meer besparingen de overheid doorvoert, hoe minder schulden de overheid opbouwt. De pijl gaat ook terug, want hoe minder schulden de overheid heeft, des te minder moet men besparen. Laat de kinderen hier zelf kritisch over nadenken en pijlen trekken waar zij relaties zien. Er is geen goed of fout. Kinderen vertellen waar zij oorzaken en gevolgen zien en beargumenteren dit. Het verhaal dat ze bij de pijlen vertellen, is van belang.
besparingen door de overheid
schulden van de overheid
tevredenheid van de mensen
geld van mensen
moeilijke woorden: economie: de productie, verkoop en handel in goederen en diensten lening: een bedrag ontvangen voor een grote aankoop te kunnen doen, dit kan je op lange of korte termijn af betalen crisis: een noodsituatie waardoor de normale werking van iets in gevaar komt rente: een extra vergoeding die iemand ontvangt voor het uitlenen van zijn of haar geld en die betaald wordt door degene die het geld leent
Het maken van een relatiecirkel is een hulpmiddel voor systeemdenken om zicht te krijgen op verbanden. Smaakt dit naar meer? In de nascholing 'initiatie in systeemdenken' pas je tal van methodieken toe op prikkelende verhalen die leerlingen helpen verbanden te visualiseren. Of bekijk wat een coaching voor jou (en je team) kan betekenen. Interessante informatie over systeemdenken vind je bij de links.
Filosoferen Maak van je leerlingen veerkrachtige en kritische wereldburgers door met hen te filosoferen. Zet je samen met de leerlingen in een kring. Zorg dat je elkaar in de ogen kan kijken. Vertel hen dat je gaat nadenken over één vraag (zie voorbeeld). Hoe meer vragen die ene vraag oproept, hoe beter. Het is helemaal niet erg als de leerlingen geen pasklare antwoorden vinden. Er zijn slechts drie regels: 1) Ze mogen allerlei opmerkingen maken als ze bereid zijn het uit te leggen. 2) Ze luisteren naar elkaar. 3) Alles wordt in vertrouwen gezegd. Voorbereiding: Je bereidt een filosofisch gesprek voor door een discussieplan op te stellen (zie hieronder). Je start met één thema uit de les als concept. Daaruit leid je opnieuw verschillende concepten af. Deze concepten helpen je om de hoofdvraag en bijvragen te formuleren. De bijvragen kunnen aan bod komen om een antwoord te vinden op de hoofdvraag. Let wel, het is niet de bedoeling om tijdens het filosofisch gesprek het discussieplan letterlijk te volgen. Laat ruimte voor de inbreng van de leerlingen. Het discussieplan is als een kompas dat je door het gesprek kan leiden.
fout
schuldig
gevolgen
(on)bewust
straf
falen
oplossing
Hoofdvraag:
Wat is 'schuldig zijn'? Subvragen: Ben je schuldig als je niet wist wat je deed? Ben je meer/minder schuldig als de gevolgen groter/kleiner zijn? Wanneer is straffen goed? Kan een oplossing uit de lucht vallen? Welke crisis is het ergste? (financiële, vriendschaps-, huwelijks-, …)
Smaakt dit naar meer? In de nascholing 'initiatie in filosoferen met kinderen' reiken we een houvast aan om een filosofisch gesprek te begeleiden aan de hand van inspirerende vragen. Of bekijk wat een coaching voor jou (en je team) kan betekenen. Interessante informatie over filosoferen met kinderen vind je bij de links.
Actie Stel, jij bent superheld en hebt superpower! Hoe zou jij de economische crisis omvormen naar een betere economische wereld? 1) Teken of kleef jouw superheld in het midden van een blad (een bestaande of verzonnen figuur). Dit is het midden van jouw mindmap. Bedenk nu welke krachten jouw persoon heeft en schrijf deze rond jouw personage. 2) Bekijk nu de economische crisis. Neem de relatiecirkels erbij en kijk naar de flappen op het bord. Wat zijn hier de grootste problemen en wie is erbij betrokken (overheid, banken, mensen, bedrijven,...)? De leerlingen verzinnen hoe zij, in de gedaante van hun held, het vraagstuk aanpakken. Gebruik makend van de eigenschappen die ze zelf zorgvuldig hebben uitgekozen en uitgewerkt. Bespreek de voorstellen en kies er enkele goede voorbeelden uit. Eventueel kunnen sommigen nog omgebogen worden naar meer realistische ideeën. Geef creatieve ideeën door aan de minister van financiën!
Reflectie Evaluatiegrafiek: Maak een gevoelensgrafiek over hoe je je voelde gedurende deze les.
Bijvoorbeeld:
leuk om actie te ondernemen en over oplossingen na te denken
De horizontale lijn stelt de tijd voor. Deel de lijn op in de verschillende onderdelen van de les: krantenkoppen, verhaal van de crisis, relatiecirkel, filosoferen, superheld in actie. De verticale lijn toont aan hoe je je voelde bij de onderdelen. Schrijf bij de veranderingen in de lijn (als hij plots omhoog of omlaag gaat) ook waarom je gevoel veranderde (bv. te moeilijke inhoud voor mij, leuk om na te denken hoe we er iets aan kunnen doen,...).