Route M - Safari ■ 1
a
De Afrikaanse savanne De Afrikaanse savanne is een ecosysteem met een open landschap; in uitgestrekte grasvlakten kom je boomgroepen en drinkplaatsen tegen die voor zowel planteneters als roofdieren belangrijk zijn. De grote hoeveelheid planteneters zorgt in het wild ook voor een groot aantal roofdiersoorten. Wetenschappers bestuderen de relaties tussen deze organismen en hun milieu. Wat is de naam van deze wetenschap? ___________________________________________________________________________
sameneters
b
Een mooi voorbeeld van hoe wetenschappers de relaties tussen organismen en hun milieu bestuderen, zie je in bovenstaande afbeelding. Je ziet dat een dik-dik, een giraffeantilope en een giraffe in eenzelfde biotoop zich voeden met bladeren en jonge twijgjes. Wat is een biotoop? ___________________________________________________________________________
c
Is er tussen de dieren in de afbeelding sprake van voedselconcurrentie? Leg je antwoord uit. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
d
Op de savanne zijn alle organismen afhankelijk van biotische en abiotische factoren. Wat zijn biotische factoren? ___________________________________________________________________________
e
Wat zijn abiotische factoren? ___________________________________________________________________________
Factoren die op de Afrikaanse savanne een grote rol spelen zijn: 1 2 3 4 5 f
soortgenoten neerslaghoeveelheid temperatuur drinkwater wind
bodemgesteldheid voedselhoeveelheid roofdieren lichtintensiteit dicht struikgewas
Vul de nummers in de juiste kolom in: Biotische factoren:
g
6 7 8 9 10
Abiotische factoren:
In de ecologie worden de vier volgende niveau’s bestudeerd: levensgemeenschap – populatie – ecosysteem – individu. Zet deze niveau’s in volgorde van klein naar groot. ___________________________________________________________________________
■ 2
Giraffen Giraffen zijn de hoogst bekende zoogdieren. Hun kop zit op zo’n 5½ meter boven de grond. Als iemand dus twijfelt over het aantal nekwervels van een giraf, is dat helemaal niet raar.
verschillende nekwervels a
Welke tekening geeft de wervels van een giraffe weer? Omcirkel de juiste letter. Denk je dat een giraffe voor een zoogdier het normale aantal nekwervels heeft? Leg je antwoord uit. ___________________________________________________________________________
b
Acacia’s zijn bomen met doornige bladeren. Met hun ruwe, lange, blauwe tong van zo’n dertig centimeter trekken ze de blaadjes behendig van de bomen af. Ze worden daarbij beschermd door zintuigharen die boven de ogen zitten. Bij aanraking door bijvoorbeeld doornige takken van acacia’s worden ze gewaarschuwd. Giraffen sluiten hun ogen dan. (Overigens, de doorns deren de giraffen bij het eten niet, ze worden gewoon doorgeslikt.) Ook wanneer oogwimpers aangeraakt worden, vindt er meestal wel een reactie plaats die ervoor moet zorgen dat de ogen niet beschadigd raken. Onbewust gaat iemand dan met zijn ogen knipperen. Hoe wordt een onbewuste snelle reactie op een bepaalde prikkel ook wel genoemd? ___________________________________________________________________________
c
Welke functie heeft een reflex? ___________________________________________________________________________
d
Welke organen zijn bij het onbewust terugtrekken van het hoofd van een giraffe betrokken? Maak één of meerdere hokjes zwart.
e
De kleine hersenen. De grote hersenen. Het ruggenmerg. Bepaalde bewegingszenuwen die buiten het centraal zenuwstelsel liggen.
Misschien ken je de acacia wel; het heeft bladeren waarbij kinderen vaak het volgende zeggen: “Zij houdt van me, zij houdt niet van me, enz. .“ En die blaadjes moet je voorzichtig van de boom afhalen. Een giraffe eet heel veel acaciabladeren. Welke reden kun je hiervoor geven? ___________________________________________________________________________
f
Giraffen moeten natuurlijk ook drinken. Hun nek is echter korter dan hun voorpoten. Hoe lossen ze dat probleem op? ___________________________________________________________________________
g
Met het hebben van een lange nek moeten giraffen beschikken over grote longen en krachtige spieren. Na uitademing blijft er namelijk altijd lucht in de luchtpijp achter die bij de eerstvolgende keer ademen eerst weer ingeademd wordt. En dan komt de verse lucht pas. De eerste liters lucht zijn dus helemaal niet vers. Giraffen gebruiken dezelfde spieren voor hun ademhaling als een mens. Met welke twee soorten spieren haalt een giraffe adem? ___________________________________________________________________________
h
Actieve processen zijn processen die energie kosten. Passieve processen kosten geen energie. Is inademen een actief of passief proces? Maak het juiste hokje zwart.
een actief proces een passief proces
Leg je antwoord uit. ___________________________________________________________________________
■ 3
Ellipswaterbokken Wat is een ‘kringgatje’ en hoe komt hij aan deze Nederlandse naam? ___________________________________________________________________________
■ 4
a
Witbaardgnoes Gnoes leven in grote kuddes die, afhankelijk van seizoen en voedselaanbod, lange trektochten kunnen maken. Gnoes hebben wat weg van een rund en hun kop met lange kromme hoorns lijken een beetje op die van buffels. Het is niet zo’n sierlijk dier als een impala maar behoort wel degelijk tot aan de familie van de antilopen. Onder welke naam zijn gnoes in Afrika ook bekend? ___________________________________________________________________________ De volgende factoren dragen allemaal bij tot het maken van lange trektochten: • het gebrek aan water in de zone die door droogte wordt getroffen • de schaarste aan voedsel door droogte • het onder water komen te staan van gebieden na de regentijd waardoor het voedsel onbereikbaar is geworden • voedsel dat ergens anders na de regentijd daar weer beschikbaar is gekomen • de bodem is na de regentijd nog te drassig waardoor deze te moeilijk begaanbaar is • om de jongen in een gunstig gebied geboren te laten worden
b
Wat zou worden bedoeld met een gunstig geboortegebied ? ___________________________________________________________________________
witbaardgnoe
c
Gnoes zijn planteneters. Daarom zijn ze in het bezit van maar liefst 24 maalkiezen. In de bovenkaak hebben ze geen andere tanden meer, in de onderkaak 2 kleine hoektanden (die eigenlijk niets meer voorstellen) en 6 snijtanden. Schrijf in het kader hieronder de juiste tandformule van een gnoe.
■ 5
a
Vertering op de savanne Planteneters moeten kunnen beschikken over een groot aantal tanden en kiezen om het voedsel te snijden en te herkauwen. Dat moet gebeuren om de ruwe en vezelachtige wilde grassoorten beter te doen verteren. Bijna alle levende wezens zijn in staat zelf hun voedsel m.b.v. spijsverteringssappen te verteren. Er bestaat echter geen enkel dier dat het belangrijkste bestanddeel van plantencellen volledig kan verteren. Wat is de naam van dit bestanddeel? ___________________________________________________________________________
b
Op welke manier wordt dit bestanddeel dan toch verteerd? ___________________________________________________________________________
c
Alle herkauwers eten haastig maar verteren rustig. Waarom? ___________________________________________________________________________
■ 6
Dik-diks Dit is een van de kleinste antilopen ter wereld. De naam van dit diertje is ontleend aan het geluid dat hij maakt als hij zich bedreigd voelt. Maar hij kan ook schel fluiten. Een dik-dik hoeft zich niet zo druk te maken als andere antilopen. Zijn vlees is namelijk minder lekker. Alleen de mannetjes dragen hoorntjes.
dik-dik a
Een dik-dik verbergt zich door doodstil te staan of te liggen. Zonder zijn kop te bewegen kan hij de omgeving prima in de gaten houden. Hoe kan hij dat? ___________________________________________________________________________
b
Als je een beetje op de begroeiing let, zie je misschien dat op sommige takjes een beetje bruine smeer zit. Wat zou dat zijn? (Om je een beetje op weg te helpen: het is echter geen product van de plant zelf.) ___________________________________________________________________________
■ 7 a
Zebra’s Zebra’s leven in kleine kuddes van ongeveer vier merries en één hengst. Ze herkennen elkaar aan de geur maar ook aan het geluid. Waaraan herkennen ze elkaar nog meer, denk je? ___________________________________________________________________________
b
Soorten worden aangeduid met een wetenschappelijke naam. De Zweedse bioloog Carolus Linnaeus (1707 – 1778) heeft dit bedacht. Iedere soort kreeg een geslachtsnaam en een soortaanduiding. De geslachtsnaam staat voorop, de tweede naam is de soortaanduiding. De Latijnse naam van zebra is Equus burchelli, die van het paard Equus equus. Zebra’s worden ook wel de paarden genoemd die de mens nooit heeft kunnen temmen. Maar het zijn wel paardachtigen. Behoren zebra’s en paarden tot dezelfde soort? Leg je antwoord uit. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
zebra
c
Zebra’s onderhouden intensieve sociale contacten waarbij veel geluiden, gezichtsuitdrukkingen en bepaalde lichaamshoudingen en bewegingen worden gebruikt. Houd de kudde 10 minuten achterelkaar in de gaten en schrijf in het kader hieronder wat zebra’s zoal naar elkaar toe doen in het contact naar elkaar. Noteer in de kantlijn in welke minuut het gedrag wordt waargenomen.
Minuut:
Gedrag:
Een zebra heeft de volgende tandformule: 6–1–3|3–1–6 6–1–3|3–1–6 d
Hoeveel snijtanden heeft een zebra? ___________________________________________________________________________
■ 8 a
Voedselniveau’s en voedselkringloop op de savanne Alle grassen van de Afrikaanse savanne maken deel uit van de kringloop. Tot welke ecologische groep in de kringloop behoren ze? ___________________________________________________________________________
b
Zebra’s en gnoes zijn planteneters maar ook consumenten. Van welke orde? ___________________________________________________________________________
c
Tot welke orden van de consumenten kunnen vleeseters behoren? ___________________________________________________________________________
d
En tot welke orde van de consumenten kunnen alleseters behoren? ___________________________________________________________________________
e
Dieren die prooidieren vangen en eten, worden predatoren of roofdieren genoemd. In welke schakels van een voedselketen kunnen predatoren voorkomen? ___________________________________________________________________________
f
Dieren die dode resten van planten of dieren eten noemen we afval- of aaseters. De bekendste afvaleter van de Afrikaanse savanne is de gier. Behoren afval- en aaseters tot de producenten, tot de consumenten of tot de reducenten? ___________________________________________________________________________
g
Het dierlijk en plantaardig afval dat niet meer gegeten wordt door consumenten, wordt verder afgebroken door schimmels en bacteriën. Deze worden reducenten genoemd. Leg uit dat de kringloop van stoffen in een ecosysteem in stand gehouden kan worden door de aanwezigheid van reducenten. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
■ 9
a
Breedlipneushoorns Deze graseter maait het gras als het ware met zijn lippen. Behalve de mens heeft een volwassen neushoorn geen natuurlijke vijanden. Soms worden de jongen aangevallen door leeuwen en hyena’s. Maar dan wordt het jong sterk door de moeder verdedigd. De mens jaagt nog steeds op neushoorns vanwege zijn hoorns. Waarvoor wordt de hoornstof van de breedlipneushoorn gebruikt? ___________________________________________________________________________
b
c
Hoe het in het algemeen is gesteld met de zintuigen van neushoorns? Maak het juiste hokje zwart. ja nee Neushoorns kunnen goed zien. Neushoorns hebben een goed ontwikkeld gehoor. Neushoorns kunnen goed ruiken. Neushoornmannetjes moeten veel drinken. Welke reden kun je hiervoor geven? Leg je antwoord uit. ___________________________________________________________________________
breedlipneushoorn
d
Een pasgeboren neushoorn kan vrijwel direct na de geboorte staan. In de eerste uren na de geboorte ontstaat al een hechte relatie tussen moeder en kalf. Vanaf de eerste momenten samen kennen ze elkaar en vormen een intieme sociale eenheid. Als een kalf honger krijgt, gaat het op zoek naar de tepels tussen de poten van de moeder. Zodra het kalf gaat zuigen, worden zintuigen in de tepels geprikkeld. Ze geven dan impulsen door naar het ruggenmerg. Onder invloed van deze impulsen wordt in de kop van de neushoornmoeder een hormoon gevormd. Gaan de impulsen die ontstaan door het zuigen naar het ruggenmerg via bewegingszenuwcellen? En via gevoelszenuwcellen? Omcirkel de juiste letter. A B C
e
Alleen via bewegingszenuwcellen. Alleen via gevoelszenuwcellen. Via beide.
Bij een bepaald gedrag is er altijd sprake van een prikkel en van een respons. Als een kalf honger heeft, gaat het zuigen. Is honger voor het kalf hier een prikkel of een respons? Is het zuigen voor het kalf een prikkel of een respons? Vul de woorden prikkel en respons op de juiste plaatsen in. Honger is een
…………..
en zuigen is een ………………
Leeuwen ■ 10 Van leeuwen is bekend dat vooral de vrouwtjes op jacht gaan en dat ze samenwerken. Op de borden kom je meer te weten over het leven van een mannetjesleeuw. a Verwerk in je groepje deze info in het schema dat hieronder staat. Leeftijd:
Enkele kenmerken / feiten:
8 maanden 3 jaar 5 jaar 6 jaar 15 jaar
spelende welp
b
In de afbeelding hierboven zie je typisch gedrag van een leeuwin met haar welp. Vaak wordt dit gedrag gevolgd door speelgedrag. Wat is voor de welp de sleutelprikkel tot dit speelgedrag? Omcirkel de juiste letter. A B C D
c
De aanwezigheid van de leeuw. Het liggen van de leeuw. Het bewegen van de staartpunt. De zin van de welp om te spelen.
Bij leeuwen zijn het de vrouwtjes die op jacht gaan. Vanuit welke richting besluipt een groepje leeuwinnen een kudde gnoes? Omcirkel de juiste letter. A B C
Leeuwinnen besluipen de gnoes met de zon in de rug. Op deze manier worden de gnoes verblind. Leeuwinnen besluipen de gnoes tegen de wind in, zodat de gnoes ze niet kunnen ruiken. Leeuwinnen besluipen de gnoes met de wind in de rug zodat de gnoes schrikken van de geur van de leeuwinnen en stokstijf blijven staan.
d
Bij de jacht splitst de groep leeuwinnen zich vaak in tweeën. Waarom doen ze dit? Omcirkel de juiste letter. A B C
e
Als de vrouwtjes de prooi gedood hebben, wie mag er dan als eerste eten? Omcirkel het juiste antwoord. A B C
f
Eén groep gaat achter de gnoes aan, de andere gaat achter zebra’s aan. Zo hebben ze meer kansen om iets te vangen. Eén groep gaat op jacht, de andere houdt opdringerige afvaleters als hyena’s uit de buurt. Eén groep gaat achter de gnoes aan en jaagt ze naar de andere die in een hinderlaag ligt.
De vrouwtjes zelf, want zij hebben het prooidier te pakken gekregen. Daarna laten zij de welpjes eten. De mannetjes nemen het grootste deel. Dit is het zogenaamde leeuwendeel. De andere moeten maar afwachten òf er iets over blijft. De welpjes omdat deze het hardst in de groei zijn.
Wat eten leeuwen in een droog seizoen als er niet veel voedsel is? Maak het juiste hokje zwart.
Andere leeuwen. Voedselresten die zij begraven hebben. Allerlei andere dieren waaronder vissen, insecten, hagedissen en muizen.
Jachtluipaarden ■ 11 a Noteer in het kader tenminste zes kenmerken van het jachtluipaard. Kenmerken van het jachtluipaard:
jachtluipaard
b Welke van onderstaande tekeningen geeft de vacht van het jachtluipaard weer? Zet de naam jachtluipaard achter het juiste cijfer. c
Weet je toevallig de namen van de andere dieren? Je kunt kiezen uit: nevelpanter – jaguar – sneeuwpanter – luipaard. Zet de namen achter het juiste cijfer.
vachttekening van verschillende katachtigen einde Route M – Safari