IOS Mapper V2.5. Guidelines

IOS Mapper V2.5 Guidelines

IOS International nv Wetenschapspark 5 B-3590 Diepenbeek Tel. +32 11 20 10 51 Fax +32 11 20 10 43 [email protected] www.iosint.be

IOS Mapper v2.5 Guidelines

Welkom IOS Mapper is een unieke dynamische risicobeheers-applicatie die bestaat uit verschillende modules zoals brandinterventie en -evacuatie, fysieke beveiliging, milieuvergunning, enz. die u toelaten uw risico's te inventariseren en rapporten te genereren Met behulp van de IOS Inspectie extensie is het mogelijk om die geïnventariseerde objecten te inspecteren of controleren.

Deze documentatie biedt u informatie aan over hoe u gebruik kan maken van IOS Mapper v2.5. In deze documentatie vindt u meer informatie over hoe u IOS Mapper installeert en opstart en hoe u best voorbereidingen treft. U krijgt een korte uitleg over de navigatie in IOS Mapper en leert u hoe u een project aanmaakt. U leert verder hoe u een project doorloopt, aan de hand van de volgende functies: Plannen inlezen Objecten toevoegen Tekeningen en media toevoegen Rapporten aanmaken

Bemerking Per module is er een aparte handleiding voorzien, met uitleg over de verschillende rapporten en de bibliotheek van objecten - zie bijvoorbeeld “IOS Mapper Brandveiligheid Handleiding” en “IOS Mapper Fysieke beveiliging Handleiding” enz.

Tip Indien u nog verdere vragen of bemerkingen heeft, kan u steeds contact opnemen met IOS International. IOS International nv tel. +32 11 20 10 51 - fax +32 11 20 10 43 Wetenschapspark 5 -B-3590 Diepenbeek www.iosint.be - [email protected] Het IOS platform biedt een geïntegreerde oplossing voor alle huidige èn toekomstige risicobeheersnoden.

IOS International nv

www.iosint.be

Ref. GuideV25-AL-NL-0812

Pag. 2/18


Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 INSTALLATIE EN REGISTRATIE

5

1.1. MINIMUM CONFIGURATIE-VOORWAARDEN 1.2. INSTALLATIE 1.3. REGISTRATIE

5 5 5

HOOFDSTUK 2 VOORBEREIDING

6

2.1. ACHTERGRONDPLANNEN VERZAMELEN 2.2. GEGEVENSVERZAMELING 2.3. VOORKEUREN INSTELLEN

6 6 6

HOOFDSTUK 3 START IOS

7

3.1. WAT ZIE IK? 3.1.1. VIJF BASISVENSTERS 3.1.2. VENSTERS ORGANISEREN 3.2. WORKSPACE AANMAKEN 3.3. NIEUW PROJECT AANMAKEN 3.4. PROJECT OPENEN 3.5. BACKUP INSTELLEN EN UITVOEREN 3.5.3. BACKUP LOCATIE INSTELLEN 3.5.4. BACKUP UITVOEREN 3.5.5. BACKUP HERSTELLEN

7 7 8 8 8 8 9 9 9 9

HOOFDSTUK 4 ACHTERGROND

10

4.1. PLAN INLEZEN 10 4.1.1. TYPE PLAN 10 4.1.2. PLAN INLEZEN 10 4.1.3. SCHAALVERDELING INSTELLEN 10 4.1.4. NOORDPIJL INSTELLEN 10 4.1.5. NIEUW PLAN INLEZEN 11 4.1.6. TEKENING OPSLAAN 11 4.2. KNIPSELECTIE 11 4.2.1. TOEPASSING 1: LOCATIES WAARVOOR U GEEN SPECIFIEKE TEKENING BEZIT 11 4.2.2. CROP UITVOEREN 12 4.2.3. OBJECTEN IMPORTEREN 13 4.2.4. OPNIEUW CROPPEN 13 4.2.5. TOEPASSING 2: GEFILTERDE PLANNEN OF PLANNEN MET BIJGEWERKTE LAYOUT VOOR GEBRUIK IN RAPPORTEN 14 4.3. RECHTERMUIS CONTEXTMENU 14 4.4. EXTRA PLAN-FUNCTIONALITEITEN: COMMANDOBALK 15


www.iosint.be


Pag. 3/18


HOOFDSTUK 5 OBJECTEN TOEVOEGEN

16

5.1. OBJECTEN 5.1.1. OBJECTEN TOEVOEGEN 5.1.2. OBJECTEN SELECTEREN 5.1.3. OBJECTEN VERWIJDEREN 5.1.4. OBJECT BENOEMEN/HERNOEMEN 5.2. VRAGENLIJSTEN

16 16 16 16 16 16

HOOFDSTUK 6 TEKENINGEN EN MEDIA TOEVOEGEN

17

6.1. TEKENEN 6.2. MEDIA TOEVOEGEN 6.2.1. SOORTEN MEDIA 6.2.2. MEDIA TOEVOEGEN 6.2.3. MEDIA VERWIJDEREN

17 17 17 17 17

HOOFDSTUK 7 RAPPORTERING

18

7.1. RAPPORT AANMAKEN 7.2. RAPPORTSELECTIE 7.3. OUTPUT

18 18 18


www.iosint.be


Pag. 4/18


Hoofdstuk 1 Installatie en registratie 1.1. Minimum configuratie-voorwaarden Hardware: PC, Tablet PC of laptop Processor: Pentium IV is aanbevolen Operating system: Windows XP is aanbevolen Word Processor: Word 2003 of 2007 is aanbevolen

Vereiste vrije schijfruimte: Systeem: 100 MB Werkruimte: minimum 5 MB per project Vereiste geheugen: 1 Gb RAM is aanbevolen

Machtiging om de software te installeren (desnoods via de IT-dienst) en later om de gegevens weg te schrijven Rtf voor rapportering : MS Word of Open Office

1.2. Installatie Zelfstartend [of activeer ] Volg de wizard op uw scherm en voltooi de installatie Klik op de “Start”-knop en kies “Programma’s” om de IOS Mapper software te activeren. Opmerking betreffende de update! Wanneer u een nieuwe versie van de IOS Mapper software ontvangt, kan u deze versie simpelweg downloaden en laten lopen. (De vorige versie van IOS Mapper mag dus NIET eerst gedé-installeerd worden.) Bij updates van IOS Mapper gaat dus geen informatie verloren. Alle project-data die ingegeven zijn, worden mee overgenomen in de nieuwe versie van de software, evenals de filters en de rapportselecties. Al de ingegeven projecten en data worden mee overgenomen, dus zodra de installatie voltooid is, kan u als vanouds verder werken met IOS Mapper.

1.3. Registratie Na opstart verschijnt het licentiescherm waar u kan aangeven welke module(s) u wenst te gebruiken. 2 keuzes: demoversie: 30 dagen evaluatieversie (selecteer de gewenste module en klik op de “demo”-knop) registreren: o Viewer: projecten van andere IOS Mapper gebruikers inlezen en rapporteren o Full User: inventariseren en dossiers aanmaken  basislicentie in combinatie met 1 of meerdere intelligentiemodules (bv. Brandveiligheid of Beveiliging)


www.iosint.be


Pag. 5/18


Selecteer de gewenste module, druk op de knop “Registreren” en het activatiescherm verschijnt. U stuurt de FWK-code naar [email protected] U ontvangt een email terug met de gegenereerde activatiecodes U geeft de codes in en drukt op de knop “Valideren” Bemerking De licentiecodes zijn voorzien per PC, dus verschillende personen/users kunnen op 1 PC gebruik maken van de IOS Mapper software. U kan IOS Mapper op verschillende terreinen inzetten. Voor meer informatie over nieuwe modules: [email protected] of telefonisch via +32 11 20 10 51.

Hoofdstuk 2 Voorbereiding 2.1. Achtergrondplannen verzamelen Verzamel de nodige plannen (in DXF-formaat): o Hiërarchisch: site, zone, gebouw, sector, verdieping, sectie o Extra plannen: ligging, hydranten, bluswaterwinning, constructie Controleer de plannen o Zijn er geen plannen beschikbaar en dienen deze opgemaakt te worden (digitaal)? o Zijn de plannen geactualiseerd? o Zijn de plannen “gezuiverd” of moeten de architectorale plannen omgezet worden in schematische basisplannen voor eenvoudig gebruik in IOS. o Zijn alle objecten reeds op de DXF-plannen aanwezig (gestructureerd in lagen en met overeenkomstige bibliotheek) en kan IOS Mapper via een DXF-import (extra ontwikkeling op maat) de autocad blokken omzetten naar IOS objecten, reeds correct gepositioneerd op een achtergrondplan in IOS Mapper?

2.2. Gegevensverzameling Verzamel zoveel mogelijk gegevens ofwel op papier aan de hand van de IOS Fire Checklist, ofwel elektronisch met behulp van Access- of Excel-bestanden: Organisatiegegevens (contactlijst, bezetting, hoofdzetel, brandweer, routebeschrijving enz.) Lijsten van reeds geïnventariseerde elementen (bv. brandblussers, sleutelkast(en), toegangen, gevaarlijke stoffen, enz.) Media (foto‟s, nota‟s, documenten) Een codering van alle objecten (U kan best de codering voor de namen van de objecten vooraf uitsorteren. Zorg ervoor dat de code is opgebouwd uit een reeks cijfers en letters met betekenis.) De structuur van het project (aantal gebouwen, gevormde zones, verdere onderverdelingen…)

2.3. Voorkeuren instellen Het is zeer belangrijk om – voordat u van start gaat met de eigenlijke IOS Mapper inventarisatie – de voorkeuren van het programma in te stellen. Ga hiervoor naar het menu-item “Venster” en kies “Voorkeuren”. Taal (interface) Verkenner Backup locatie Workspaces Plan Rapporten


Nederlands, Frans, Engels, Duits Groepeer per categorie of per associatie Locatie van de huidige backup-folder aanpassen (harde schijf of server) (zie hfdst. 3.4) (enkel indien nodig door IT-dienst) Icoongrootte aanpassen ed. Automatische rotatie en raster op rapporten

www.iosint.be


Pag. 6/18


Hoofdstuk 3 Start IOS 3.1. Wat zie ik?

3.1.1. Vijf basisvensters Verkenner (links) Hier wordt de boomstructuur van het project weergegeven. Werkblad (midden) Het werkblad is het middelste scherm van IOS Mapper. Op dit scherm worden zowel grafische voorstellingen van locaties (op plan) als vragenlijsten van bepaalde objecten weergegeven als tabbladen. Categorieën (rechts) Per module (bv. brandinterventie, evacuatie, sleutelbeheer,…) wordt hier de bibliotheek van objecten weergegeven, opgesplitst in categorieën. Elk een zodanig object bevat intelligentie in de vorm van een vragenlijst. Deze objecten worden geplaatst op een plan in het werkblad en automatisch wordt deze informatie ook in de boomstructuur aangevuld. Media (rechts, als tab onder Categorieën) Extra informatie zoals foto‟s, documenten, commentaren, ed. kan aan objecten in de boomstructuur gekoppeld worden. Dit venster geeft dus een mediatheek weer per geselecteerd object. Rapport (onderaan) Dit venster bundelt alle informatie over rapporten van de verschillende modules.


www.iosint.be


Pag. 7/18


3.1.2. Vensters organiseren De vensters kan u standaard terugvinden volgens bovenstaande indeling. Indien één of meerdere vensters niet zichtbaar zijn, kan u deze activeren door in het menu “Venster” te klikken op het desbetreffende venster. De standaard lay-out kan worden hersteld via het menu-item “Lay-out” in het menu “Venster”. U kan de vensters van positie veranderen door ze te verslepen naar de gewenste positie. De tabs in het middelste gedeelte van het IOS scherm hebben tevens een contextmenu. Als u met de rechtermuisknop klikt in het titelveld van de tab, kan u de tabs sluiten en sorteren.

3.2. Workspace aanmaken Projecten worden aangemaakt en opgeslagen in een workspace. Een workspace is de eigenlijke datastore (zowel de files, media en de database). De verscheidene workspaces worden aangegeven in het IOS Verkenner-venster. Er wordt steeds een “default” workspace voorzien. Bij de installatie wordt er tevens een voorbeelddossier geïnstalleerd in de “demo”workspace. Klik menu “Bestand” en kies “Workspace” en vervolgens “Nieuw”: Selectie scherm: o Workspace naam o Databank type: default Hypersonic (“MySQL” en “MS SQL-Server” zijn ook mogelijk) o Databank locatie (voorzie een lege folder) = locatie Nieuwe workspace verschijnt in de lijst op het verkenner-venster Bemerking Aan de hand van de twee functionaliteiten “Attach Workspace” en “Detach Workspace” in het menu-item “Bestand” - “Workspace”, kan u workspaces van andere gebruikers “binnenhalen” en eigen workspaces “doorgeven” aan andere gebruikers.

3.3. Nieuw project aanmaken Binnen de aangemaakte workspace, dient u vervolgens een project aan te maken: o o o o

Druk “Nieuw project aanmaken” in verkenner-venster of klik menu “Bestand” en vervolgens “Nieuw project”. Kies in wizard “aanmaken” (“Kies’” is om een bestaande site of gebouw te hergebruiken). Geef aan of het een site-project is of een gebouw-project. Geef het project en de locatie een eenduidige naam.

3.4. Project openen Om een project te activeren: o o o

Selecteer de gewenste workspace in het verkenner-venster. Controleer of de juiste module geselecteerd staat (bv. Interventie-B). Selecteer het project in het onderste gedeelte van het verkenner-venster. Druk op de knop “Activeer het gekozen dossier” in het verkenner-venster of dubbelklik op het bewuste project in het verkenner-venster. In het verkenner-venster ziet u de boomstructuur van het gekozen project en in het categorieën-venster ziet u de bibliotheek overeenkomstig de gekozen module.


www.iosint.be


Pag. 8/18


3.5. Backup instellen en uitvoeren Het is zeer belangrijk dat u uw gegevens regelmatig in veiligheid stelt. IOS Mapper heeft hiervoor een backup functie voorzien waarmee alle nodige gegevens veilig opgeslagen kunnen worden en later – indien nodig – gereconstrueerd kunnen worden.

3.5.3. Backup locatie instellen Vooraleer u een backup kan uitvoeren, dient u te bepalen waar de gegevens van die backups opgeslagen zullen worden. Klik menu “Venster” - “Voorkeuren” - “Backup” Geef de gewenste locatie in bij “De huidige backup folder” door middel van de knop “Aanpassen”. Bemerking U kan er - indien mogelijk - best voor opteren de backup-locatie buiten de harde schijf van uw computer te bepalen of de backup-bestanden systematisch te kopiëren naar een andere locatie (bv. server) en dit in een lege folder.

3.5.4. Backup uitvoeren Selecteer de Workspace waarvan u een backup wenst te maken. Klik menu “Bestand”, “Workspace” en vervolgens “Backup”. Er verschijnt een scherm waarin de reeds gemaakte backups opgelijst staan. Klik op de knop “Backup” om de backup uit te voeren. (bemerk dat dit enige tijd kan duren). Er verschijnt een melding “Backup gemaakt” als de backup uitgevoerd is.

3.5.5. Backup herstellen Met de “Herstel”-knop kan u een backup reconstrueren. Er verschijnt een dialoog “Selecteer een folder voor de workspace”. Maak een nieuwe (lege) folder aan om uw workspace in op te slaan. Zodra de backup-workspace hersteld is, verschijnt de mededeling ”De workspace is beschikbaar”. In de lijst van workspaces in het Verkenner-venster zal een workspace staan met de naam en datum van de backup. Er wordt dus een tweede workspace naast de eerste bijgemaakt.


www.iosint.be


Pag. 9/18


Hoofdstuk 4 Achtergrond 4.1. Plan inlezen Het plan zal gebruikt worden als achtergrond om de pictogrammen op te positioneren.

4.1.1. Type plan o

DXF-formaat (zie “CAD-richtlijnen”) –> nulpunt en schaalverdeling worden automatisch overgenomen Bemerking Het is zeer belangrijk om de DXF-tekening niet te zwaar te belasten met onnodige informatie zoals tekst of arceringen. Om deze achtergrond zo summier en overzichtelijk mogelijk te gebruiken, kan u best de overbodige lagen m.b.v. een CAD-programma verwijderen.

o

Ook mogelijk: PNG, JPEG of GIF Bemerking Indien u geen vectoriële tekening (DXF) als achtergrond gebruikt, kan de kwaliteit aanzienlijk in opspraak komen.

4.1.2. Plan inlezen o

Activeer de locatie door te dubbelklikken op de locatie (bv. site) in het verkenner-venster of door de knop “Open gekozen item” aan te duiden (er verschijnt in het midden van uw scherm een lege tab) Bemerking U kan op deze manier meerdere plannen tegelijkertijd openen. Deze worden als verschillende tabs weergegeven. Door op de tabhoofding van een object te klikken, wordt dat object vooraan gezet.

o o

Klik “Inlezen achtergrond bestand” in de menubalk onder “Tekening” of klik met uw rechtermuis op de openstaande lege tab en kies “Achtergrond” en “Laden”. Kies via de browser het juiste bestand

4.1.3. Schaalverdeling instellen Als de achtergrond is ingelezen, wordt de vraag gesteld of u de tekening onmiddellijk wenst te calibreren. U kan desgewenst nu “nee” antwoorden, want als u een DXF-tekening heeft ingelezen die reeds gecalibreerd is in het CAD-programma, dan wordt die calibratie automatisch mee overgenomen. U moet hier dan niet nogmaals manueel calibreren.

4.1.4. Noordpijl instellen De noordpijl dient u manueel in te stellen. Open de tekening en klik op de knop in de commandobalk. U kan nu een lijn trekken op de achtergrond. Trek een lijn in de richting waarin u wil dat de pijl wijst. Laat de muisknop los. De noordpijl wordt aangepast. U kan de noordpijl ook aanpassen door in het rechtermuisknopmenu van het plan te kiezen voor “Achtergrond” en “Draai noordpijl”. U kan dan het exacte aantal graden intypen.


www.iosint.be


Pag. 10/18

IOS Mapper v2.5 Guidelines 4.1.5. Nieuw plan inlezen Als u reeds een plan heeft en u klikt opnieuw op “Achtergrond” in het rechtermuismenu op het plan en u kiest “Vervangen”, dan verschijnt er een bevestigingsvenster. Hierbij kan u aangeven of het oorspronkelijke plan wel zeker vervangen moet worden door het nieuwe. Bemerking Het achtergrondplan wordt afzonderlijk van de voorgrond gewijzigd. U kan dus eenvoudig een nieuwe DXF-tekening inlezen, zonder dat de pictogrammen of figuren op de voorgrond gewijzigd worden. Belangrijk is wel dat het nulpunt en de schaalverdeling van de nieuwe tekening overeenkomen met de oude tekening.

4.1.6. Tekening opslaan U kan de tekening met de bijbehorende pictogrammen opslaan als PNG, JPEG, TIFF of Windows Meta File door te klikken op het menu-item “Bewaar beeld” van het menu “Tekening”. Bemerking U kan best gebruik maken van de rapporteringsfunctionaliteiten van IOS Mapper, om de geschikte output te creëren.

4.2. Knipselectie De knipselectie oftewel “crop” kan men toepassen voor locaties waarvoor u geen specifieke tekening bezit, of voor gefilterde plannen voor gebruik in rapporten. 4.2.1. Toepassing 1: locaties waarvoor u geen specifieke tekening bezit Indien u wel een hoofdtekening (bv. siteplan) heeft, maar geen deeltekeningen (bv. gebouwplan), kan u de cropfunctie toepassen. Met deze functie kan u een deel van een tekening ‘uitknippen’ en ‘hergebruiken’. Voorbeelden: U heeft een site-plan waarop alle gebouwen staan afgebeeld, maar u heeft geen aparte gebouwplannen. Crop /knip hiervoor dan een gedeelte uit uw siteplan, en hergebruik dit als gebouwplan. Bepaalde ruimtes in uw gebouw bevatten zeer veel objecten en u raakt het overzicht kwijt. U kan deze ruimtes benadrukken door die uit het verdiepingsplan te knippen en te hergebruiken als lokaalplan.


www.iosint.be


Pag. 11/18


Bemerkingen Men kan niet enkel een DXF-achtergrond croppen, maar tevens een plan in JPEG-, PNG- en GIFformaat. Belangrijk hierbij is wel dat de kwaliteit van een crop van een niet-DXF-achtergrond afhankelijk is van het aantal pixels van de achtergrond die men gaat croppen. Men kan hierbij dus niet erg inzoomen zonder verlies van kwaliteit. Men kan enkel een IOS-locatie croppen. Dus als men probeert een stuk van een achtergrondplan te croppen, zal er niets gebeuren. Men dient eerst een IOS-object te plaatsen op uw achtergrondplan, zoals een gebouw tekenen op het site-plan. Vervolgens kan men dit gebouw dan „uitknippen‟ en dit gebruiken als apart gebouwplan. Er is een mogelijkheid om het noorden te doen overeenstemmen tussen het originele plan en de crop, maar dan moet men éérst de noordroos correct zetten op het originele plan en dan pas de crop uitvoeren. Ditzelfde geldt voor de calibratie, dus de schaalverdeling wordt tijdens een crop overgenomen van het originele plan. Zorg dus dat calibratie en noordpijl in orde zijn vòòr het uitvoeren van een crop. 4.2.2. Crop uitvoeren Stap 1: Teken een IOS-locatie, bijvoorbeeld een lokaal op een verdiepingsplan. Stap 2: Crop uitvoeren  dit kan via een selectierechthoek op de tekening of via de boomstructuur Door markering van een uit te knippen rechthoek op de tekening Klik op de functieknop “Knip Selectie” en trek met de linkermuisknop een selectievenster op uw verdiepingsplan, over uw IOS-lokaal. Zodra u uw muis loslaat, wordt er een tab gecreëerd met de selectie als lokaalplan. Bemerking o De IOS-locatie dient zich vólledig in het selectievenster te bevinden, want anders wordt de crop niet uitgevoerd. o

Indien men een crop uitvoert met een selectievenster over meerdere lokalen, krijgt men de vraag welk item men precies wil knippen.

Via de boomstructuur Klik met uw rechtermuis in de boomstructuur op het te croppen IOS-lokaal, en kies “Plan” en “Crop”.


www.iosint.be


Pag. 12/18


Dan heeft u vervolgens 3 keuzemogelijkheden: o

Volledige tekening Het volledige verdiepingsplan waar dat lokaal zich op bevindt, wordt hergebruikt als lokaalplan.  

o

Achtergrond en figuren: alle pictogrammen en IOS-tekeningen worden mee overgenomen Alleen achtergrond: enkel de DXF-tekening wordt mee overgenomen en de pictogrammen blijven op het oorspronkelijke plan staan.

Rond figuur De keuze “Achtergrond en figuren” en “Alleen achtergrond” blijven hetzelfde als hierboven.

Men kan vervolgens aangeven dat de figuur, met een bepaald aantal meters er rond, geselecteerd wordt als lokaalplan.

o

Alle RF compartimenten in het project (NVT)

4.2.3. Objecten importeren Masterobjecten worden bij het croppen naar een locatie verplaatst, indien ze binnen de figuur van de locatie staan. Ze verdwijnen op de oorspronkelijke tekening en de objecten worden verplaatst in de boomstructuur. De enige manier op ze terug op het originele plan te tonen, is door ze uit de boom terug op het plan te slepen. Er zullen dan shortcuts gecreëerd worden die automatisch correct gepositioneerd worden. Indien er te veel objecten verplaatst werden in de boom, kan men na het creëren van deze shortcuts, de betreffende shortcuts via het contextmenu opnieuw omvormen tot master-figuren. De boomstructuur wordt dan opnieuw bijgewerkt.

4.2.4. Opnieuw croppen Indien men iets heeft veranderd op het verdiepingsplan, kan men dezelfde veranderingen aanbrengen op het lokaalplan, maar het is eenvoudiger om opnieuw een crop uit te voeren.


www.iosint.be


Pag. 13/18

IOS Mapper v2.5 Guidelines Extra objecten worden toegevoegd, verplaatste objecten worden op hun plaats gezet, IOS-tekeningen worden mee overgenomen, enzovoort. Er volgt wel een waarschuwing. Klik ja als u de tekening wenst te vervangen.

4.2.5. Toepassing 2: gefilterde plannen of plannen met bijgewerkte layout voor gebruik in rapporten De cropfunctie is tevens interessant voor het maken van speciale plannen zoals een liggingsplan, hydrantenplan, bluswaterwinningsplan, constructieplan, UBZH enzovoort. (zie specifieke handleiding Brandveiligheid) Voor het maken van deze speciale plannen, kan men een “filter” opstellen waarmee tijdens de crop rekening gehouden wordt. Na het croppen kan men aan de layout wijzigen (posities labels, losse figuren, …) zonder het oorspronkelijke plan te beïnvloeden. In dit geval kunnen de gecropte tekeningen geen masterobjecten bevatten en worden er dus geen objecten verplaatst. Er worden enkel extra shortcuts gecreëerd.

4.3. Rechtermuis contextmenu Als u met de rechtermuisknop op een plan klikt, krijgt u volgende plan-functionaliteiten: Achtergrond o o o o o

Calibreren Kleur Draai noordpijl Vervangen Verwijderen

De calibratie-eenheid aanpassen. De kleur van de achtergrond aanpassen. Het exacte aantal graden ingeven om de noordpijl te draaien. De tekening wordt vervangen. (de pictogrammen blijven staan) De tekening wordt verwijderd. (de pictogrammen blijven ook hier staan)

Dxf achtergrond Verberg dxf Zwart/wit Lagen tonen/verbergen

Reset lagen Detecteer polygonen Objecten detecteren en importeren Detecteer polygonen op alle tekeningen Exporteer origineel Exporteer aangevuld


De achtergrond kan u “verbergen” (u ziet enkel de geplaatste pictogrammen) of “tonen”. De achtergrondlijnen weergeven in het zwart. Als er verscheidene lagen zijn in de DXF-tekening, kunnen deze geactiveerd of verborgen worden. Opgelet! U kan met de shift- en de Ctrl-toetsen bepaalde lagen selecteren, en vervolgens kan u alle lagen in de lijst terug tonen door een laag te selecteren en Ctrl+A te drukken. De oorspronkelijke lagen terug tonen. Polygonen op de geselecteerde tekening detecteren. Onderliggende items op een CAD-tekening kunnen “afgeschraapt” en omgezet worden in bruikbare pictogrammen voor IOS. (maatwerk) Polygonen van àlle plannen detecteren.

Het originele plan wordt geëxporteerd. Het plan met bijbehorende pictogrammen wordt geëxporteerd. (maatwerk)

www.iosint.be


Pag. 14/18


4.4. Extra plan-functionaliteiten: commandobalk Bovenaan het scherm ziet u een commandobalk, opgebouwd uit een reeks icoontjes, die een eigen taak vervullen op de tekening wanneer ze geselecteerd worden.

Selectie-tools Selecteerknop (selectie) Aanpasknop (selecteren om objecten aan te passen en te verplaatsen) Slepen (plattegrond verschuiven) Inzoomen (geef meer details weer op het werkvenster) Uitzoomen (geef minder details weer op het werkvenster) Alles zien (volledige tekening weergeven) Printvoorbeeld Teken-tools Paden creëren Tekst toevoegen Rechthoek maken Ellips maken Polygoon tekenen Polygoondetector Beeld invoegen Lijn tekenen Plan-tools Naar achter Naar voor Snapraster aan/uit Verplaats nulpunt Verplaats localisatieraster nulpunt Schaalverdeling Geef het noorden aan Localisatieraster aan/uit Nulpunt aan/uit Noordpijl aan/uit Schaal aan/uit Shortcut aan/uit Knip selectie


www.iosint.be


Pag. 15/18


Hoofdstuk 5 Objecten toevoegen De eigenlijke electronische inventarisatie gebeurt met behulp van zogenaamde “SmartProcs” (intelligente pictogrammen met bijbehorende vragenlijsten). Alle pictogrammen zijn opgedeeld in categorieën en terug te vinden in het venster “Categorieën” rechts op uw scherm.

5.1. Objecten 5.1.1. Objecten toevoegen Sleep vanuit het rechtervenster “Categorieën” objecten op het plan, of klik met rechtermuis op een locatie in de boomstructuur en kies “Toevoegen”. Bemerking Indien u veel objecten heeft binnen het IOS project, van hetzelfde type en met dezelfde antwoorden (bv. brandblusapparaten), dan heeft u de mogelijkheid om een object te kopiëren en vervolgens te plakken in de boomstructuur. 5.1.2. Objecten selecteren Klik met de rechtermuisknop op het desbetreffende object in de boomstructuur in het venster “Verkenner” en kies “Plan” en vervolgens “Centreer op plan”, of klik op het pictogram op het plan, en de boomstructuur zal op de juiste plaats openklappen en het geselecteerde pictogram zal tevens geselecteerd worden in de boomstructuur. 5.1.3. Objecten verwijderen Klik met de rechtermuisknop op het object (in de boomstructuur of op het plan) en kies “Verwijder”, of klik de Delete-knop van uw toetsenbord, of klik de vuilnisbak-knop in het verkenner-venster. Bemerking Indien men slechts een bepaalde selectie van objecten wenst te zien op de interactieve tekentafel, kan men gebruik maken van de “Filter”-functie in het venster “Categorieën”. De aangemaakte filters worden opgeslagen en kunnen terug gebruikt worden na het heropstarten van de IOS Mapper applicatie. 5.1.4. Object benoemen/hernoemen Het is zeer belangrijk om de objecten een juiste naam te geven, zodat achteraf bij de rapportering geen verwarring mogelijk is. Om een object te benoemen/hernoemen, selecteert u het object en klikt u op de knop of op de functietoets F2 van uw toetsenbord. U kan ook een object selecteren in de boomstructuur en via rechtermuisklik kiezen voor “Naam wijzigen”. Tevens kan u een object benoemen via de vragenlijst.

5.2. Vragenlijsten Elk IOS object bevatten specifieke eigenschappen met behulp van de bijgevoegde vragenlijst.

Vragenlijst openen: Dubbelklik op het object in boomstructuur (in het verkenner-venster) of dubbelklik op het desbetreffende pictogram op het plan. In het middelste deel van het scherm verschijnt een tab voor het geselecteerde object. Indien het object een locatie is, zal eerst de tekening getoond worden en kan men in het onderliggende tabblad de vragenlijst terugvinden. Vragenlijst sluiten: Als men de vragen-tab sluit worden de gegevens opgeslagen.


www.iosint.be


Pag. 16/18


Hoofdstuk 6 Tekeningen en media toevoegen 6.1. Tekenen IOS Mapper beschikt over verscheidene tekenfuncties die men kan activeren via de commando-knoppen:

Opgelet! Deze tekentools kan u gebruiken om enkele kleine wijzigingen door te voeren of bepaalde onderdelen bij te tekenen. Deze tekentools dienen echter niet om een volledige tekening te produceren. Per tekening zijn er gepaste opties via rechtermuisklik.

6.2. Media toevoegen Per object kan men ervoor kiezen één of meerdere media-element te koppelen. Deze informatie kan u terugvinden in het Media-venster, dat zich aan de rechterkant van uw scherm bevindt (als tab onder het categorieën-venster).

6.2.1. Soorten media o o o o o o

beeld toevoegen nieuw commentaar toevoegen document toevoegen geluidsfragmenten toevoegen hyperlink toevoegen videoclip toevoegen

Bemerking De gewenste foto’s en commentaren kunnen achteraf tevens in de rapportering opgenomen worden.

6.2.2. Media toevoegen Media toevoegen door in het Media-venster op de knop “Media toevoegen” te klikken (de plus-knop)

6.2.3. Media verwijderen Media verwijderen door in het Media-venster op de knop “Media verwijderen” te klikken (de min-knop) Tip Koppel een foto van het bedrijfslogo aan de verschillende locaties (site, gebouw en verdiepingen), zodat deze achteraf – bij het opmaken van een rapport – zeer gemakkelijk terug te vinden zijn. Opgelet! Beperk de grootte van de media-files (bv. voor foto’s met behulp van www.picasa.com), want anders kan dit de werking van de toepassing vertragen.


www.iosint.be


Pag. 17/18


Hoofdstuk 7 Rapportering Er kunnen in elke module aparte rapporten geproduceerd worden, en dit voor de verschillende locaties binnen een project. Bijvoorbeeld: brandinterventiedossier van de site, brandinterventiefiche van een gebouw, evacuatieplan van het gelijkvloers, sleutelplan van een gebouw ….

7.1. Rapport aanmaken Om een nieuw rapport aan te maken: Klikt u met de rechtermuis op de gewenste locatie in de boomstructuur van het verkenner-venster, en selecteert u bij het menu “Rapport” het type rapport dat u wenst te maken. Het opmaken van een rapport wordt ondersteund door een wizard. Het systeem leidt u langs een aantal selectieschermen, die toelaten om de nodige informatie uit het project te kiezen om het rapport samen te stellen. Met de knoppen “volgende>” cq. “
7.2. Rapportselectie Indien men later dezelfde selecties weer wenst te gebruiken, kan men in het laatste scherm van de rapporteringswizard aangeven om ze hier op te slaan door het aanvinken van de “Bewaar selecties” knop. Vervolgens kan u een naam en omschrijving geven aan deze specifieke rapportselectie. Er is een apart rapport-venster voorzien, met een overzicht van te produceren rapporten en de reeds opgeslagen selecties. Via dit venster kan men een selectie aanklikken en “Hergenereren” kiezen, waardoor men een up-to-date rapport genereert zonder de volledige wizard opnieuw te doorlopen. Afhankelijk van welk object men in de boomstructuur geselecteerd heeft, verschijnt de overeenkomstige lijst van geproduceerde rapporten binnen de actieve module.

7.3. Output De IOS rapporteringstool genereert een volledig rapport. Dit .rtf bestand kan geopend worden in MS Word of Open Office. Men kan dus zelf nog wijzigingen uitvoeren in Word, maar beter is om de wijzigingen in het IOS Project aan te brengen, zodat de volgende rapportupdates ook correct zijn.


www.iosint.be


Pag. 18/18

IOS Mapper V2.5. Guidelines

Recommend Documents