WIERINGA ADVOCATEN IJdok 17 I 1013 M M Amsterdam Postbus 10100 I 1001 EC Amsterdam t +31 ( 0 ) 2 0 624 68 11 f +31 (0)20 627 22 78 KvK 34372239
TEVENS PER EMAIL:
[email protected]
www.wieringa.nl Stichting Beheer C l i ë n t e n g e l d e n Wieringa Advocaten A B N A M R O 40.26.83.560 I B A N : NL37 ABNA 0402 6835 60 BIC: A B N A N L 2 A
Aangetekend De gemeenteraad van Bloemendaal
C.J. Koenen, advocaat
Postbus 201 2050 AE OVERVEEN
T: [+313(0)20-53130 24 E:
[email protected]
Onze/Our ref:
36215/ck
Amsterdam,
Uw/Your ref:
12 januari 2015
2014073078
e
Inzake: Bezwaar tegen afwijzing aanvraag om het bestemmingsplan Aerdenhout, l herziening vast te stellen
Geachte leden van de raad, Namens de heer J.J. Pluis en mevrouw A . M . M . Schuit wonende aan de Zandvoorterweg 68 te Aerdenhout maak ik hierbij bezwaar tegen uw besluit van 27 november 2014 (verzonden 12 e
december 2014) om het ontwerpbestemmingsplan Aerdenhout 2012, l herziening niet vast te stellen. Een afschrift van het bestreden besluit treft u bijgaand aan (bijlage l ) . Inleiding 1. Cliënten zijn eigenaar van het perceel Boekenroodeweg 3A te Aerdenhout. Zij zijn al jaren bezig met het ontwikkelen van een bouwplan voor een woonhuis op dit perceel. 2.
3.
Voordat cliënten veel kosten gingen maken, wilden zij logischerwijs eerst weten of de gemeente een woning op deze plek ruimtelijk gewenst vindt en bereid is om mee te werken. Sinds 2009 is er uitvoerig contact met de betroldcen ambtenaren en nadien ook met het bestuur over de bouwmogelijkheden op dit perceel. Het college heeft zich op 6 oktober 2011 voor het eerst uitgesproken over het initiatief en heeft daarbij bevestigd medewerldng te willen verlenen aan een nieuwe woning. Het perceel ligt binnen de Dorpszone, waarbinnen op grond van de Structuurvisie Bloemendaal verdichting mogelijk is mits er sprake is van een ruimteHjke kwahteitsverbetering. Aan de toegezegde medewerking is daarom de voorwaarde verbonden dat er sprake moet zijn van een ruimtelijke kwahteitsverbetering. Het college heeft daarbij aangegeven dat deze verbetering bereikt kan worden als de woning dichter bij de weg - in hjn met de overige bebouwing - wordt gesitueerd. Cliënten zijn daarbij uitgenodigd om hiervoor een principeverzoek in te dienen.
Elke aansprakelijkheid is beperkt tot het bedrag dat onder onze beroepsaansprakelijkheidsverzekering wordt uitgekeerd. Any liabilily shall be limiled lo Ihe amount which is paid out under our professional
liability
insurance.
WIERINGA ADVOCATEN
Cliënten hebben de suggesties van het college ter harte genomen en hun bouwplan in samenspraak met de gemeente verder uitgewerkt. In november 2011 vond er op het gemeentehuis een bespreldng plaats over de ruimtelijke uitgangspunten voor het verzoek. Chënten hebben daarna in februari 2012 een concept/voorstel ingediend dat in maart 2012 is besproken. Cliënten hebben hun plannen na commentaar vanuit de gemeente aangepast en in juni 2012 een nieuwe bebouwingsstudie ingediend. Ambtelijk is per mail van 21 augustus 2012 geadviseerd de bebouwingsstudie aan te passen door de footprint van de bebouwing te verldeinen. En zo geschiedde. Op 26 februari 2013 hebben chënten het principeverzoek ingediend. Conform de ambtelijke voorstellen is de studie bouwlocatie Boekenroodeweg 3A aangepast en ingediend. Wederom is er over dit plan ambtelijk overleg geweest, op maandagochtend 25 maart 2013, waarna cliënten het plan op verzoek van de gemeente door de architect nader heeft laten uitwerken welke diezelfde dag nog is gemaild. In een mail van 28 mei 2013 bevestigt de behandeld ambtenaar dat de footprint aldcoord is. Het college heeft het principeverzoek behandeld, getoetst aan de beleidsregels van de Nota 'Ruimtelijke beoordeling 2010' en dat verzoek op ruimtehjke aspecten positief beoordeeld. Op 30 juh 2013 heeft het college dan ook een positief principebesluit genomen (verzonden 8 augustus 2013). In dit besluit concludeert het college dat het plan een aanzienlijke verbetering van de ruimtehjke Icwaliteit inhoudt, de voorgestelde woning tot een passende invulling van het perceel leidt en daarmee een gewenste ruimtehjke ontwildcehng is. Het bouwplan voldoet daarmee aan de beleidsregels van de Nota 'Ruimtehjke beoordehng 2010'. Cliënten worden uitgenodigd om een omgevingsvergunning aan te vragen. Op 19 mei 2014 is de aanvraag omgevingsvergunning ingediend, die overeenstemt met het positief beoordeelde principeverzoek van 26 febmari 2013. De aanvraag is kennehjk mede opgevat als een aanvraag om een bestemmingsplan vast te stellen. Cliënten hebben echter alleen beoogd een omgevingsvergunning aan te vragen. Het vaststellen van het bestemmingsplan is ambtshalve voorgesteld om de vergunde situatie 'achteraf vast te leggen. Ondertussen werd ambtelijk hard gewerkt aan een concept ontwerpbestemmingsplan Aerdenhout 2012, l herziening; op de conceptverbeelding van 30 april 2014 is voor dit perceel een woonbestemming met bouwvlak opgenomen. Ook nu weer hebben chënten veelvuldig overleg met de gemeente over de ruimtehjke en procedurele aspecten. Chënten hebben op verzoek van de gemeente voor het bestemmingsplan een quick scan flora en fauna laten uitvoeren en op 21 augustus 2014 ingediend. Ook hgt er een door chënten en de burgemeester getekende overeenkomst voor betaling leges en verhaal van tegemoetkoming in planschade. e
Op 23 september 2014 stemt het college in met de ontwerp omgevingsvergunning en het ontwerpbestemmingsplan Aerdenhout, l herziening (dat is opgesteld om het perceel Boekenroodeweg 3A te voorzien van een actuele bestemming) en stelt uw raad voor deze e
WIERINGA ADVOCATEN - 3 vast te stellen en een verldaring van geen bedenldngen af te geven voor het verlenen van de omgevingsvergunning op grond van artikel 2.12, hd 1, onder a van de Wabo. Beide voorstellen hebt u echter in uw raadsvergadering van 27 november 2014 verworpen. Uw raad is tegen het mogelijk maken van een woonhuis op dit perceel omdat - kort gezegd - het voorstel niet zou stroken met de structuurvisie en omdat daarmee het karakter van Aerdenhout wordt aangetast. Dit besluit is op 12 december 2014 aan chënten verzonden. Cliënten zijn het niet eens met uw besluit. Bestemmingsplan dient ter vastlegging van de vergunde situatie 11.
Zoals uit het voorgaande volgt, is het bestemmingsplan uitsluitend bedoeld om de vergunde situatie 'achteraf vast te leggen. Chënten hebben in nauw overleg met de gemeente een omgevingsvergunning ingediend voor de beoogde ontwildcehng. Het college heeft medewerldng toegezegd. Anders dan het college heeft overwogen, is voor deze omgevingsvergunning géén verldaring van geen bedenldngen van de raad vereist. Dit is door chënten dan ook aangevoerd tegen het ontwerp van de omgevingsvergunning (bijlage 2).
12.
Verwacht mag worden dat het college alsnog zal moeten overgaan tot het verlenen van de omgevingsvergunning. Het enige argument om de omgevingsvergunning niet te verlenen, was immers dat de raad geen verldaring van bedenldngen heeft afgegeven. Dat argument bhjkt niet relevant aangezien een dergelijke verldaring van geen bedenldngen hier niet vereist is.
13.
Voor de onderhavige bestemmingsplanprocedure betekent dit dat de verleende omgevingsvergunning uitgangspunt is voor het nieuwe bestemmingsplan. Het rechtszekerheidsbeginsel brengt mee dat een vergund bouwplan positief dient te worden bestemd in een bestemmingsplan (zie bijvoorbeeld: ABRvS 5 november 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BG3386).
14.
Conclusie: gelet op de beperkte omvang van het bouwplan, was de raad niet bevoegd om te oordelen over de verldaring van geen bedenldngen, en diende de raad uit te gaan van het door het college te nemen besluit. Dit brengt al mee dat het nu bestreden besluit ten aanzien van het bestemmingsplan geen stand kan houden. I n aanvulling hierop voeren cliënten aan dat een positieve bestemming óók in overeenstemming is met het beleid en eerdere toezeggingen vanuit de gemeenteraad. Cliënten hebben dan ook de indruk dat deze informatie tijdens de raadsvergadering niet voor handen was.
15.
Dit wordt hierna toegelicht.
Handelen in strijd met eigen beleid 16.
W
Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State komt de raad bij het besluit omtrent de vaststelling van een bestemmingsplan beleidsvrijheid toe. De rechter toetst dit besluit terughoudend en beoordeelt aan de hand van de gronden van
WIERINGA ADVOCATEN 4 het beroep of de raad in redehjldieid heeft kunnen afzien van de vaststelling van het plan en voorts of bij het nemen van dat besluit anderszins niet is gehandeld in strijd met het recht. 17.
In dit geval is het niet vast stellen van het bestemmingsplan onredelijk en in strijd met het recht en eerdere toezeggingen van de raad. Het bouwplan past binnen het beleid zoals dat blijkt uit de door uw raad vastgestelde Structuurvisie Bloemendaal, de Woonvisie Bloemendaal 2012 - 2016 en de beleidsregels van de Nota Ruimtelijke Beoordeling 2010. In artikel 4:84 van de Awb is voorgeschreven dat een bestuursorgaan overeenkomstig de beleidsregel handelt. Daarvan kan uw raad alleen afwijken indien dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Een dergehjke omstandigheid doet zich hier niet voor.
18.
Tijdens de raadsvergadering van 27 november 2014 is door uw raad (voor het eerst, in strijd met eerdere uitlatingen) gesteld dat de bouw van een woonhuis op deze plek niet zou passen binnen de Structuurvisie. De structuurvisie zou geen verdichting in de kernen beogen. Sterker nog: woningbouw op deze locatie zou überhaupt in strijd zijn met de structuurvisie.
19.
U w standpunt wordt echter niet gesteund door de Structuurvisie, waarbij u ten onrechte voorbijgaat aan de volgende passages (onderstrepingen advocaat): "Zone 3: Dorpenzone Het beleid is erop gericht om ruimtelijke ontwikkelingen op te vangen binnen de dorpenzone, zodat de landgoederenzone en kust- en duinzone groen en open kunnen blijven. Binnen de dorpenzone worden de laimpeffecten opgevangen en is een aantal zoekgebieden voor toekomstige woningbouw aangewezen. Waar mogelijk wordt bekeken of locaties binnen de zone geschikt zijn voor verdichting en herontwikkeling. De volgende kernkwaliteiten hebben betrelcking op de dorpenzone: Kernkwaliteiten gericht op individuele dorpen: •
Aerdenhout staat voor wonen i n een hoogwaardige, ruime, groene en rustige omgeving, nabij de duinen en het strand. In Aerdenhout ontbreekt van oudsher een dorpscentrum."
(bron: pagina 24 en 25). "Dorpenzone Binnen de dorpenzone wordt gezocht naar mogelijke woningbouw- en herontwiklcelingslocaties. Deze laatste kunnen gebouwen of terreinen zijn waar de oorspronkelijke functie is verdwenen, maar waar wel al bebouwing aanwezig is. Tn de buurt van spoorwegstations wordt gezocht naar mogelijkheden voor nieuwe functies. 1
1
Zie o.m. uitspraak van ABRS 18 december 2014, zaaknr. 20131157S/1/R4
w
WIERINGA ADVOCATEN - 5 Woningbouw rond stations mag een hogere dichtheid bevatten dan woningbouwlocatie verder weg van stations. Ook zijn er plekken waar een ruimtelijke kwaliteitsverbetering kan plaatsvinden. Dit kan door het toevoegen van extra groen, het opknappen van de publieke ruimte of het stellen van kaders waarbinnen interessante architectonische ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. Woningbouwplannen moeten voldoen aan de voorwaarden die zijn gesteld in de woonvisie die momenteel wordt ontwikkeld door de gemeente." (Bron: pagina 40).
20.
Dat het gemeentelijke beleid gericht is op verdichting binnen de dorpskernen en het toevoegen van woningen aan woningvoorraad is door uw raad tevens bevestigd in de Woonvisie Bloemendaal 2012 - 2016, vastgesteld door de gemeenteraad op 2 februari 2012, waarin is opgenomen: "Relatie met structuurvisie De structuurvisie vormt een belangrijk gemeentelijk beleidskader voor deze woonvisie. De ruimtelijke kaders uit de structuurvisie bepalen namelijk waar in de toekomst woningbouw kan plaatsvinden. I n de structuurvisie zijn acht zoeldocaties voor woningbouw aangewezen. Daarnaast wordt onderzocht of er binnen de dorpenzone locaties zijn die mogelijk voor herontwikkeling of verdichting in aanmerking komen. In de structuurvisie is geconstateerd dat de gemeente Bloemendaal bij ongewijzigd beleid te maken blijft houden met bevolkingskrimp en vergrijzing. Dit kan een negatief effect hebben op het voorzieningenniveau, met name op voorzieningen zoals scholen en sportclubs. De aantrekkingskracht van Bloemendaal wordt mede bepaald door het goede voorzieningenniveau en dat wil de gemeente graag zo houden. Wanneer er meer gezinnen met kinderen in Bloemendaal komen wonen zal het voorzieningenniveau beter op peil blijven. Om meer gezinnen met kinderen aan te trekken is het noodzakelijk om in de toekomst nieuwe woningen te blijven bouwen en doorstroming te blijven bevorderen."
21.
Uit bovenvermelde passages uit de Structuurvisie en Woonvisie bhjkt nu juist dat de Dorpenzone een opvanglocatie voor ruimtelijke ontwikkelingen is en woningbouw mogehjk, zelfs gewenst is. Het tijdens de raadsvergadering d.d. 27 november 2014 ingenomen nieuwe standpunt, dat de Structuurvisie geen verdichting in de dorpskernen beoogt, kan dus niet worden gestaafd.
22.
Vervolgens is tijdens de raadsvergadering het standpunt ingenomen dat een woningbouwinitiatief alleen een Icwaliteitsverbetering is, wanneer er groen wordt toegevoegd, de publieke ruimte wordt opgeknapt of iets een architectonische interessante ontwildcehng is. Deze uitleg is te eenzijdig. Hiermee wordt voorbijgegaan aan de door de raad vastgestelde richtlijnen in de Nota Ruimtehjke Beoordeling 2010, bijlage 5: handreiking ruimtehjke Icwaliteit. Hierin staan handreildngen op het gebied van stedenbouw, architectuur en buitenruimte die bijdragen aan een hoge raimtelijke kwaliteit. Het bouwplan is in nauwe samenspraak met de gemeente ontwildceld en voldoet aan deze uitgangspunten.
W
WIERINGA ADVOCATEN 6 .
Het college heeft daarentegen op een buitengewoon gedegen wijze gemotiveerd dat, en waarom het bouwplan past binnen de Structuurvisie Bloemendaal en de Nota Ruimtehjke Beoordeling 2010. Het bouwplan van cliënten is een ruimtelijke ontwildcehng die past binnen de Structuurvisie Bloemendaal. Het college heeft het bouwplan uitvoerig getoetst aan de beleidsregels van de Nota Ruimtehjke Beoordehng 2010 en geoordeeld dat het daaraan voldoet. Aan de hand van beleidsregel 1 is vastgesteld dat het initiatief een gewenste ontwildcehng is in overeenstemming met de Structuurvisie Bloemendaal. Binnen de Dorpenzone is verdichting mogelijk indien het initiatief een verbetering van de ruimtehjke kwaliteit is. Het college heeft aan de hand van beleidsregel 2 en de Handreiking Ruimtehjke Kwaliteit (bijlage 5 van de Nota) vastgesteld dat met de nieuwbouw van deze woning de kwaliteit aanzienlijk wordt verbeterd. Daarbij heeft het college de aanvraag getoetst aan vier onderdelen: l ) stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing, 2) bomen en landschap, 3) verkeer en parkeren, en 4) cultuurhistorie en archeologie. Het college heeft dan ook terecht op 30 juli 2013 en 23 september 2014 besloten dat de bouw van een woning op het perceel Boekenroodeweg 3A te Aerdenhout een ruimtelijke ontwildcehng is die past binnen de Stractuurvisie Bloemendaal. De motivering in het nu bestreden raadsbesluit, ontkracht deze motivering niet. Sterker nog: uw raad heeft deze motivering meerdere keren bekrachtigd. In het door u op 11 juh 2012 vastgestelde bestemmingsplan 'Aerdenhout 2012' is de volgende beantwoording opgenomen (onderstreping advocaat): "Het perceel ligt in het gebied dat in de Bloemendaalse structuurvisie is aangewezen als dorpenzone. Het beleid is er op gericht om ruimtelijke ontwikkelingen op te vangen in de dorpenzone. Binnen de dorpenzone is een aantal zoekgebieden aangewezen voor toekomstige woningbouw. Waar mogelijk wordt gekeken of er locaties binnen de zone geschikt zijn voor verdichting of herontwildceling. Daarbij moet sprake zijn van een ruimtelijke Icwaliteitsverbetering. Dit beleid betekent niet dat het te allen tijde wenselijk is het splitsen van percelen en het toestaan van woningen mogelijk te maken. Dat zou een ongewenst precedent scheppen, ook in de dorpenzone. Uitgangspunt is daarom dat er altijd sprake moet zijn van een ruimtelijke Icwaliteitsverbetering. Er is echter geen sprake van een ruimtelijke Icwaliteitsverbetering als wordt toegestaan dat het huidige bijgebouw een woning wordt. De reden hiervoor is de uitstraling en de ligging van het gebouw. Een kwaliteitsverbetering zou wel bereikt kunnen worden als een woning dichter aan de weg. meer in de lijn met de overige bebouwing gesitueerd zou worden. Een principeverzoek voor een dergelijk plan is in voorbereiding. Daarover zal een afweging gemaalct worden."
Uw raad heeft in het verweerschrift in de bestemmingsplanprocedure bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State onder meer het volgende gesteld (verweerschrift 19 februari 2013), onderstreping advocaat: "Wij menen dat het feit dat het gebouw in de zogenoemde dorpenzone ligt en niet in de landgoederenzone, geen reden is om het gebouw daarom positief te bestemmen. Het
WIERINGA ADVOCATEN
bestaande gebouw, zo blijkt ook uit onze beantwoording van de zienswijze, heeft niet de gewenste ruimtelijke Icwaliteit. D i t komt door de uitstraling en de ligging van het gebouw. Uitgangspunt van onze Structuurvisie is dat er altijd sprake moet zijn van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering. Als wij het huidige gebouw zouden bestemmen als woning, dan is er geen sprake van een ruimtelijke Icwaliteitsverbetering. Ten overvloede hebben we nog opgemerkt dat deze Icwaliteitsverbetering bereikt kan worden als een woning dichter aan de weg, meer in de lijn met de overige bebouwing gesitueerd zou worden. Het feit dat er een Icwaliteitsverbetering mogelijkis, is echter voor de vraag of het huidige gebouw positief bestemd moet worden, niet relevant. Het feit dat het huidige gebouw niet de gewenste ruimtelijke kwaliteit heeft, is voor ons de aanleiding geweest om het gebouw niet positief te bestemmen. Zie ook wat wij hierboven onder grond a en b hebben overwogen. Vandaar dat we het gebouw onder het overgangsrecht hebben geplaatst. Bij nader inzien is dit geen goede keuze geweest. ( . . . ) . Het verheugt ons dat appellanten ook van mening zijn dat er binnen het perceel een Icwaliteitsverbetering mogelijk is door het realiseren van nieuwbouw. Er is inderdaad een principeverzoek ingediend en het college heeft in principe aangegeven dat het bouwen van een nieuwe woning dichterbij de weg gelegen, wellicht een optie zou zijn voor een ruimtelijke Icwaliteitsverbetering. I n augustus 2012 is er op ambtelijk niveau voor het laatst overleg geweest over deze eventuele nieuwbouw aan de hand van een bebouwingsstudie. Aanvrager heeft laatstelijk nog gemaild op 21 augustus 2012 en aangegeven de architect te vragen het volume van het laatste concept-bebouwingsstudie wat terug te brengen en een goede ruimtelijke onderbouwing te leveren. D i t is tot op heden nog niet gebeurd. Appellanten geven zelf ook aan dat - gelet op deze stand van zaken - het opnemen van een eindbestemming voor deze ontwikkeling nog wat prematuur zou zijn." Voor alle duidelijkheid: hierboven wordt het standpunt van uw gemeenteraad geciteerd. 27.
Het besluit is dan ook niet te rijmen met de beleidsuitgangspunten van de Stractuurvisie, Woonvisie en de Nota Ruimtelijke Beoordeling 2010. De aangedragen motivering kan dan ook geen standhouden. Door het niet vaststellen van het ontwerpbestemmingsplan e
Aerdenhout, l herziening handelt de raad niet overeenkomstig haar eigen beleid en toezeggingen. Dit handelen is in strijd met artikel 4:84 Awb en het vertrouwensbeginsel. Conclusie 28.
Cliënten verzoeken de raad de bezwaren gegrond te verklaren, het besluit te herroepen en alsnog te besluiten tot vaststelhng van het ontwerpbestemmingsplan Aerdenhout, l
e
herziening. Verder wordt verzocht de door chënten gemaakte proceskosten in bezwaar aan het te vergoeden. Met vriendelijke groet,
CJ. Koenen / S.A.B. Boer f Bijlagen
Bloemendaal
B o u w e n en Wonen
Gemeente Bloemendaal Postbus 201
De heer JJ. Pluis Zandvoorterweg 68 2111 GZ AERDENHOUT
2050 AE Overveen T 14 023
[email protected] www.bloemendaal.nl
Datum
03 december 2014
Uw kenmerk Ons kenmerk
2014073078 J.T.M. de Haan-Bergisch
Behandeld door Doorkiesnummer
023-5225735
Onderwerp
Boekenroodeweg 3A te Aerdenhout
Verzonden
1 2 DEC. 2014
Bijlage(n)
raadsbesluit van 27 november 2014 over ontwerpbestemmingsplan Aerdenhout 2012, l herziening e
Geachte heer Pluis, Op 19 mei 2014 heeft u een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor een nieuw woonhuis aan de Boekenroodeweg 3A te Aerdenhout. Wij hebben op 30 juli 2013 besloten om in principe mee te werken aan de realisatie van dit bouwplan en de procedure als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, ten derde van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht(Wabo) op, te starten. Vergunningverlening op grond van die procedure is alleen mogelijk als de gemeenteraad van Bloemendaal een verklaring van geen bedenkingen afgeeft. Bij uitspraak van 29 mei 2013 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) het raadsbesluit waarbij het bestemmingsplan Aerdenhout 2012 is vastgesteld, vernietigd voor zover dit betreft het plandeel Boekenroodeweg 3A, kadastraal bekend gemeente Bloemendaal, sectie C, nummers 2126 en 2157. Dit betekent dat voor uw perceel het bestemmingsplan Koeduin 1990 het planologisch regime is. Om die reden hebben wij besloten om tegelijk met de procedure voor vergunningverlening een actueel bestemmingsplan op te stellen. Wij hebben in de raadsvergadering van 27 november 2014 besloten geen verklaring van geen bedenkingen af te geven en geen ontwerpbestemmingsplan Aerdenhout 2012, l herziening, vast te stellen. ' e
Ö S 5 OJ
o
Motivering Wij hebben in de vergadering van 27 november het besluit als volgt gemotiveerd. Wij zijn tegen het mogelijk maken van een woonhuis op het perceel Boekenroodeweg 3a, omdat het voorstel niet strookt met de structuurvisie en omdat daarmee het karakter van Aerdenhout wordt aangetast.
D L O E M S N D A A t
O V E R V E E N
A E R D E N H O U T
B E N N E B R O E K
V O G E L E N Z A N G
oo
De bestemmingsplannen zijn in 2012 allemaal herzien. Het belangrijkste uitgangspunt daarbij was, en dat is met ruime raadsmeerderheid aangenomen, om de gemeente niet verder te verdichten, te bebouwen en te verharden. Ook in het coalitieakkoord is opgenomen dat zal worden vastgehouden aan de structuurvisie en aan de onlangs vernieuwde bestemmingplannen. Dat ligt ook voor de hand. De gemeenteraad heeft die bestemmingsplannen nog geen twee jaar geleden vastgesteld. Wij willen daaraan vasthouden. Het perceel Boekenrodeweg 3a is deels tuin met een tuinhuis. De Raad van State heeft de bestemming op het perceel vernietigd, omdat daarbij het tuinhuis is wegbestemd. Het ligt nu voor de hand om dan de oude bestemming tuin gewoon terug te geven aan dat deel van het perceel zodat dat tuinhuis kan blijven staan. Het realiseren van een woonhuis op die plek is niet in lijn met het uitgangspunt bij het herzien van de bestemmingsplannen in 2012 en ook niet in iijn met de structuurvisie. Structuurvisie
De structuurvisie beoogt geen verdichting in de kernen. In de structuurvisie staat wel dat als er dan nieuwbouw plaatsvindt dat het dan in de kernen plaatsvindt. Dat moet niet worden omgedraaid. Het betekent niet dat binnen de dorpskernen zoveel mogelijk kan worden gebouwd, als dat gevraagd wordt. In de structuurvisie wordt ook kwaliteitsverbetering genoemd. Die wordt in drieën gedeeld, nl. het toevoegen van groen, het opknappen van de publieke ruimte of het opstellen van kaders voor architectonische interessante ontwikkelingen. Wij zijn van mening dat het plan geen groen toevoegt, maar groen ontneemt, dat met het plan de publieke ruimte niet wordt opgeknapt en dat het plan ook geen kaders voor architectonische interessante ontwikkelingen opstelt. Het voorstel strookt daarom niet met de structuurvisie. De structuurvisie beschrijft bovendien de kernkwaliteiten van Aerdenhout. Voor Aerdenhout is de beschrijving daarvan een hoogwaardige ruime, groene en rustige omgeving. Dit perceel ligt aan een open weiland of daar vlak naast. Op de grens van een dorp- en een landgoederenzone. De landgoederenzone begint aan de andere kant van de straat. Dan is er nog iets te zeggen over het begrip kwaliteitsverbetering. In het coalitie akkoord is daarover verduidelijkt dat het doen toenemen van bouwvolume of het beschikbaar komen van extra woon- of bedrijfsruimte onvoldoende is voor een kwaliteitsverbetering. Een nieuw huis is niet een kwaliteitsverbetering omdat het een nieuw huis is. Het gaat ons hier niet alleen om deze nieuwe te bouwen woning, maar ook om de vraag van wat onderscheidt deze situatie zich van al die andere situaties. In de buurt van Aerdenhout zijn veel grote percelen met een tuinhuis, misschien heeft daar ook een afsplitsing plaatsgevonden. Dat is verder aan de eigenaar om dat te doen. De situatie op het perceel Boekenrodeweg 3a is niet anders dan op andere percelen. Er zijn nog veel meer mensen die graag hun tuinhuis willen vervangen door een woonhuis. En dat is niet volgens ons beleid.
-3-
Verklaring van geen bedenkingen Ten overvloede delen wij u mede dat de weigering om een verklaring van geen bedenkingen af te geven onderdeel is van de door het college te nemen besluit over de door u gevraagde omgevingsvergunning. Tegen het besluit tot weigering van het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen kunt u in die procedure rechtsmiddelen aanwenden. Naar verwachting zal het ontwerpbesluit van 19 december 2014 tot en met 29 januari 2015 ter inzage liggen. Gedurende die termijn kunnen zienswijzen worden ingediend. Rechtsmiddel U kunt tegen het besluit om het ontwerpbestemmingsplan 'Aerdenhout 2012, l e herziening' niet vast te stellen gedurende zes weken na de verzenddatum schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Bloemendaal (Postbus 201, 2050 AE Overveen) of via
[email protected]. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en ten minste bevatten: uw naam, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar (motivering).
WIERINGA ADVOCATEN IJdok 17 I 1013 M M A m s t e r d a m Postbus 10100 I 1001 EC Amsterdam i:
-I
31 ( 0 ) 2 0 624 68 11
f +31 ( 0 ) 2 0 627 22 78 KvK 34372239
Per email:
[email protected] /
[email protected]
www.wieringa.nl Stichting Beheer C l i ë n t e n g e l d e n Wieringa Advocaten A B N A M R O 40.26.83.560 I B A N : NL37 A B N A 0 4 0 2 6835 60
Aangetekend
BIC: ABNANL2A
Het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal Postbus 201
C.J. Koenen, advocaat
2050 A E O V E R V E E N
T: [+31] (0)20-53130 24 E:
[email protected]
Onze/Our ref:
Uw/Your ref:
Amsterdam,
36215/ck
12 januari 2015
Inzake: Zienswijzen ontwerpbesluit Omgevingsvergunning Boekenroodeweg 3a te Aerdenhout
Geachte college, Namens de heer J.J. Pluis en mevrouw A.M.M. Schuit wonende aan de Zandvoorterweg 68 te Aerdenhout maak ik hierbij hun zienswijzen bekend over uw voornemen om de gevraagde omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning op het perceel Boekenroodeweg 3a te Aerdenhout te weigeren. Een afschrift van het ontwerpbesluit is bijgevoegd (bijlage). Inleiding 1.
Cliënten zijn eigenaar van het perceel Boekenroodeweg 3A te Aerdenhout. Zij zijn al jaren bezig met het ontwikkelen van een bouwplan voor een woonhuis op dit perceel.
2.
Voordat cliënten veel kosten gingen maken, wilden zij logischerwijs eerst weten of de gemeente een woning op deze plek ruimtelijk gewenst vindt en bereid is om mee te werken. Zodoende is er al sinds 2009 uitvoerig contact met de betroldcen ambtenaren en nadien ook met het bestuur over de bouwmogelijkheden op dit perceel.
3.
Het college heeft zich op 6 oktober 2011 voor het eerst uitgesproken over het initiatief en heeft daarbij bevestigd medewerking te willen verlenen aan een nieuwe woning. Het perceel hgt binnen de Dorpszone, waarbinnen op grond van de Structuurvisie Bloemendaal verdichting mogelijk is mits er sprake is van een ruimtelijke Icwaliteitsverbetering. Aan de toegezegde medewerldng is daarom de voorwaarde verbonden dat er sprake moet zijn van een ruimtehjke kwaliteitsverbetering. Het college heeft daarbij aangegeven dat deze verbetering bereikt kan worden als de woning dichter bij de weg - in hjn met de overige bebouwing - wordt gesitueerd. Cliënten zijn daarbij uitgenodigd om hiervoor een principeverzoek in te dienen.
Elke aansprakelijkheid is beperkt tot het bedrag dat onder onze beroepsaansprakelijkheidsverzekering wordt uitgekeerd. Any liability shall be limited to the amount which is paid out under our professional
liability
insurance.
WIERINGA ADVOCATEN 2 Cliënten hebben de suggesties van het college ter harte genomen en hun bouwplan in samenspraak met de gemeente verder uitgewerkt. In november 2011 vond er op het gemeentehuis een bespreldng plaats over de ruimtehjke uitgangspunten voor het verzoek. Cliënten hebben daarna in februari 2012 een concept/voorstel ingediend dat in maart 2012 is besproken. Cliënten hebben hun plannen na commentaar vanuit de gemeente aangepast en in juni 2012 een nieuwe bebouwingsstudie ingediend. Ambtelijk is per mail van 21 augustus 2012 geadviseerd de bebouwingsstudie aan te passen door de footprint van de bebouwing te verkleinen. En zo geschiedde. Op 26 februari 2013 hebben cliënten het principeverzoek ingediend. Conform de ambtelijke voorstellen is de studie bouwlocatie Boekenroodeweg 3A aangepast en ingediend. Wederom is er over dit plan ambtelijk overleg geweest, op maandagochtend 25 maart 2013, waarna cliënten het plan op verzoek van de gemeente door de architect nader heeft laten uitwerken wellce diezelfde dag nog is gemaild. In een mail van 28 mei 2013 bevestigt de behandeld ambtenaar dat de footprint akkoord is. Het college heeft het principeverzoek behandeld, getoetst aan de beleidsregels van de Nota 'Ruimtelijke beoordehng 2010' en dat verzoek op ruimtelijke aspecten positief beoordeeld. Op 30 juh 2013 heeft het college dan ook een positief principebesluit genomen (verzonden 8 augustus 2013). In dit besluit concludeert het college dat het plan een aanzienlijke verbetering van de ruimtelijke kwaliteit inhoudt, de voorgestelde woning tot een passende invulling van het perceel leidt en daarmee een gewenste ruimtehjke ontwildcehng is. Het bouwplan voldoet daarmee aan de beleidsregels van de Nota 'Ruimtehjke beoordeling 2010'. Cliënten zijn vervolgens uitgenodigd om een omgevingsvergunning aan te vragen. Op 19 mei 2014 is de aanvraag omgevingsvergunning ingediend, die overeenstemt met het positief beoordeelde principeverzoek van 26 februari 2013. De aanvraag is kennelijk mede opgevat als een aanvraag om een bestemmingsplan vast te stellen. Cliënten hebben echter alleen beoogd een omgevingsvergunning aan te vragen. Het vaststellen van het bestemmingsplan is ambtshalve voorgesteld om de vergunde situatie 'achteraf vast te leggen. Ondertussen werd ambtelijk hard gewerkt aan een concept ontwerpbestemmingsplan Aerdenhout 2012, l herziening; op de conceptverbeelding van 30 april 2014 is voor dit perceel een woonbestemming met bouwvlak opgenomen. Ook nu weer hebben chënten veelvuldig overleg met de gemeente over de ruimtelijke en procedurele aspecten. Cliënten hebben op verzoek van de gemeente voor het bestemmingsplan een quick scan flora en fauna laten uitvoeren en op 21 augustus 2014 ingediend. Ook hgt er een door cliënten en de burgemeester getekende overeenkomst voor betahng leges en verhaal van tegemoetkoming in planschade. e
Op 23 september 2014 stemt het college in met de ontwerp omgevingsvergunning en het ontwerpbestemmingsplan Aerdenhout, V herziening (dat is opgesteld om het perceel Boekenroodeweg 3A te voorzien van een actuele bestemming. Het college heeft de raad
WIERINGA ADVOCATEN - 3 voorgesteld het bestemmingsplan vast te stellen en een verldaring van geen bedenldngen af te geven voor het verlenen van de omgevingsvergunning op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a van de Wabo. Beide voorstellen zijn door de raad in de raadsvergadering van 27 november 2014 verworpen. 11.
Vanaf 19 december 2014 hebt u het ontwerpbesluit omgevingsvergunning ter inzage gelegd met uw conclusie dat u de omgevingsvergunning voor de activiteit 'Handelen in strijd met de regels Ruimtelijke ordening' niet kunt verlenen omdat de raad heeft besloten de geen verklaring van geen bedenldngen af te geven.
12.
Chënten kunnen zich met uw ontwerpbesluit niet verenigen.
Verklaring van geen b edenkingen niet vereist 13.
Cliënten wijzen u erop dat de door u getroldcen conclusie in het ontwerpbesluit, dat uw college de omgevingsvergunning niet kan verlenen omdat de raad geen verldaring afgeeft, niet correct is. U w college is bij uitsluitsel het bevoegde orgaan op de aanvraag te beshssen. Anders dan u hebt aangenomen, is er geen verldaring van geen bedenldngen vereist. Dat de raad geen verklaring heeft willen afgeven doet aan uw bevoegdheid dan ook niets af. Ik licht dit als volgt toe.
14.
In het raadsvoorstel stelt het college het volgende ten aanzien van de verklaring van geen bedenldngen: "In de Nota ruimtelijke beoordeling is een aantal gevallen benoemd waarvoor geen verldaring van geen bedenldngen van de gemeenteraad vereist is. Dat geldt onder meer 2
voor een woning tot maximaal 300 m BVO. De woning in deze aanvraag is echter groter 2
dan 300 m BVO, waardoor de verldaring wel vereist is."
15.
Dit is een kennelijke vergissing. De gemeenteraad heeft met toepassing van artikel 6.5, hd 3, van het Bor de categorieën gevallen aangewezen waarin een verldaring van geen bedenldngen niet is vereist. De raad heeft deze categorieën aangewezen in bijlage 1 van de Nota Ruimtelijke Beoordeling 2010: Situaties waarin sprake is van ruimtelijke ontwikkelingen die passen in de Structuurvisie Bloemendaal of een ander geldend gemeentelijk ruimtelijk beleidsdocument dat door de Gemeenteraad is vastgesteld in de volgende gevallen: 1. Bebouwd Gebied •
w
2
A. het oprichten van maximaal S nieuwe woningen max BVO S00 m (woningen, woonzorgcentra, woonwagens et cetera inclusief bij die functie behorende bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen garages, carports, parkeerkelders, zwembaden, et cetera);
WIERINGA ADVOCATEN - 4 16.
Anders dan het college abusievelijk veronderstelde, ligt de grens voor de vereiste verldaring van geen bedenldngen dan ook niet op 300 m maar op 500 m BVO. De woning wordt inderdaad groter dan 300 m , maar ldeiner dan 500 m . 2
2
2
2
17.
Het bouwplan past ook binnen de Structuurvisie Bloemendaal, zoals dit ook diverse keren door uw college is bevestigd. Aan de hand van beleidsregel 1 hebt u vastgesteld dat het verzoek een gewenste ontwildcehng is in overeenstemming met de Structuurvisie Bloemendaal. Binnen de Dorpenzone is verdichting mogehjk indien het initiatief een verbetering van de ruimtelijke Icwaliteit is. U w college heeft aan de hand van beleidsregel 2 en de Handreildng Ruimtehjke Kwaliteit (bijlage 5 van de Nota) vastgesteld dat met de nieuwbouw van deze woning de kwaliteit aanzienlijk wordt verbeterd. Daarbij hebt u getoetst aan vier onderdelen: l ) stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing, 2) bomen en landschap, 3) verkeer en parkeren, en 4) cultuurhistorie en archeologie.
18.
Chënten constateren dat uw college onterecht een verldaring van geen bedenldngen aan de gemeenteraad heeft gevraagd. Gezien bijlage 1 van de Nota Ruimtelijke Beoordeling 2010, die als algemeen verbindend voorschrift heeft te gelden, is deze verldaring niet vereist. Dat betekent dat uw college (en niet de raad) beslissingsbevoegd is en het college dan ook vast dient te houden aan zijn ruimtehjke overwegingen om de omgevingsvergunning te verlenen.
19.
Dit brengt al mee dat het nu bestreden besluit geen stand kan houden. In aanvulhng hierop voeren chënten aan dat de motivering van de raad om de verldaring van geen bedenking te weigeren (als de raad daartoe bevoegd zou zijn geweest) evident geen stand kan houden. Het bouwplan is in overeenstemming is met het beleid en eerdere toezeggingen vanuit de gemeenteraad en het college.
20.
Dit wordt hierna toegelicht.
Geen strijd met het beleid 21.
De raad miskent dat het bouwplan past binnen het beleid zoals dat volgt uit de door de raad vastgestelde Structuurvisie Bloemendaal, de Woonvisie Bloemendaal 2012 - 2016 en de beleidsregels van de Nota Ruimtelijke Beoordeling 2010. In artikel 4:84 van de Awb is voorgeschreven dat een bestuursorgaan overeenkomstig de beleidsregel handelt. Daarvan kan het bestuursorgaan alleen afwijken indien dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Een dergehjke omstandigheid doet zich hier niet voor.
22.
In de optiek van de raad (althans zoals op 27 november 2014 voor het eerst gesteld) zou de bouw van een woonhuis op deze plek niet passen binnen de Structuurvisie. Tijdens deze raadsvergadering is gesteld dat de structuurvisie geen verdichting in de kernen beoogt en überhaupt woningbouw op deze locatie onwenselijk is.
TA 7
w
WIERINGA ADVOCATEN - 5 23.
Dit standpunt wordt echter niet gesteund door de Structuurvisie. Ten onrechte wordt voorbijgegaan aan de volgende passages (onderstrepingen advocaat): "Zone 3: Dorpenzone Het beleid is erop gericht om ruimtelijke ontwikkelingen op te vangen binnen de dorpenzone, zodat de landgoederenzone en kust- en duinzone groen en open kunnen blijven. Binnen de dorpenzone worden de krimpeffecten opgevangen en is een aantal zoekgebieden voor toekomstige woningbouw aangewezen. Waar mogelijk wordt bekeken of locaties binnen de zone geschikt zijn voor verdichting en herontwikkeling. De volgende kernkwaliteiten hebben betreldcing op de dorpenzone: Kernkwaliteiten gericht op individuele dorpen: •
Aerdenhout staat voor wonen in een hoogwaardige, ruime, groene en rustige omgeving, nabij de duinen en het strand. In Aerdenhout ontbreekt van oudsher een dorpscentrum."
(bron: pagina 24 en 25). "Dorpenzone Binnen de dorpenzone wordt gezocht naar mogelijke woningbouw- en herontwikkelingslocaties. Deze laatste kunnen gebouwen of terreinen zijn waar de oorspronkelijke functie is verdwenen, maar waar wel al bebouwing aanwezig is. I n de buurt van spoorwegstations wordt gezocht naar mogelijkheden voor nieuwe functies. Woningbouw rond stations mag een hogere dichtheid bevatten dan woningbouwlocaties verder weg van stations. Oolc zijn er pleldcen waar een ruimtelijke Icwaliteitsverbetering kan plaatsvinden. Dit kan door het toevoegen van extra groen, het opknappen van de publieke ruimte of het stellen van kaders waarbinnen interessante architectonische ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. Woningbouwplannen moeten voldoen aan de vooiwaarden die zijn gesteld in de woonvisie die momenteel wordt ontwildceld door de gemeente." (Bron: pagina 40).
24.
Dat het gemeentehjke beleid gericht is op verdichting binnen de dorpskernen en het toevoegen van woningen aan woningvoorraad is door de raad tevens bevestigd in de Woonvisie Bloemendaal 2012 - 2016, vastgesteld door de gemeenteraad op 2 februari 2012, waarin is opgenomen: "Relatie met structuurvisie De structuurvisie vormt een belangrijk gemeentelijk beleidskader voor deze woonvisie. De ruimtelijke kaders uit de structuurvisie bepalen namelijk waar in de toekomst woningbouw kan plaatsvinden. I n de structuurvisie zijn acht zoeldocaties voor woningbouw aangewezen. Daarnaast wordt onderzocht of er binnen de dorpenzone locaties zijn die mogelijk voor herontwikkeling of verdichting in aanmerking komen.
W
WIERINGA ADVOCATEN
In de stractuurvisie is geconstateerd dat de gemeente Bloemendaal bij ongewijzigd beleid te maken blijft houden met bevollcingslcrimp en vergrijzing. Dit kan een negatief effect hebben op het voorzieningenniveau, met name op voorzieningen zoals scholen en sportclubs. De aantrekkingskracht van Bloemendaal wordt mede bepaald door het goede voorzieningenniveau en dat wil de gemeente graag zo houden. Wanneer er meer gezinnen met Idnderen in Bloemendaal komen wonen zal het voorzieningenniveau beter op peil blijven. Om meer gezinnen met Idnderen aan te treklcen is het noodzakelijk om in de toekomst nieuwe woningen te blijven bouwen en doorstroming te blijven bevorderen."
Uit bovenvermelde passages uit de Structuurvisie en Woonvisie bhjkt nu juist dat de Dorpenzone een opvanglocatie voor ruimtelijke ontwikkelingen is en woningbouw mogelijk, zelfs gewenst is. Het tijdens de raadsvergadering d.d. 27 november 2014 ingenomen nieuwe standpunt, dat de Structuurvisie geen verdichting in de dorpskernen beoogt, kan dus niet worden gestaafd. Vervolgens is tijdens de raadsvergadering het standpunt ingenomen dat een woningbouwinitiatief alleen een Icwaliteitsverbetering is, wanneer er groen wordt toegevoegd, de publieke ruimte wordt opgeknapt of iets een architectonische interessante ontwildcehng is. Deze uitleg is te eenzijdig. Hiermee wordt voorbijgegaan aan de door de raad vastgestelde richthjnen in de Nota Ruimtelijke Beoordeling 2010, bijlage 5: handreildng ruimtehjke Icwaliteit. Hierin staan handreildngen op het gebied van stedenbouw, architectuur en buitenruimte die bijdragen aan een hoge ruimtelijke Icwahteit. Het bouwplan is in nauwe samenspraak met de gemeente ontwildceld en voldoet aan deze uitgangspunten. Het college heeft daarentegen op een buitengewoon gedegen wijze gemotiveerd dat, en waarom het bouwplan past binnen de Structuurvisie Bloemendaal en de Nota Ruimtehjke Beoordehng 2010. Het bouwplan van cliënten is een ruimtelijke ontwildcehng die dus past binnen de Structuurvisie Bloemendaal. U w college heeft het bouwplan uitvoerig getoetst aan de beleidsregels van de Nota Ruimtelijke Beoordeling 2010 en geoordeeld dat het daaraan voldoet. Aan de hand van beleidsregel 1 hebt u vastgesteld dat het initiatief een gewenste ontwildcehng is in overeenstemming met de Structuurvisie Bloemendaal. Binnen de Dorpenzone is verdichting mogelijk indien het initiatief een verbetering van de ruimtelijke Icwaliteit is. Uw college heeft aan de hand van beleidsregel 2 en de Handreiking Ruimtelijke Kwaliteit (bijlage 5 van de Nota) vastgesteld dat met de nieuwbouw van deze woning de Icwahteit aanzienlijk wordt verbeterd. Daarbij heeft het college de aanvraag getoetst aan vier onderdelen: l ) stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing, 2) bomen en landschap, 3) verkeer en parkeren, en 4) cultuurhistorie en archeologie. Uw college heeft dan ook terecht op 30 juli 2013 en 23 september 2014 besloten dat de bouw van een woning op het perceel Boekenroodeweg 3A te Aerdenhout een ruimtehjke ontwildcehng is die past binnen de Structuurvisie Bloemendaal. De motivering van de raad zoals volgt uit de besluit van 27 november 2014, ontkracht deze motivering niet.
WIERINGA ADVOCATEN
Sterker nog: de raad heeft de (aanvankelijke) motivering van uw college (meerdere) keren bekrachtigd. In het door de raad op 11 juli 2012 vastgestelde bestemmingsplan 'Aerdenhout 2012' is de volgende beantwoording opgenomen (onderstreping advocaat): "Het perceel ligt in het gebied dat in de Bloemendaalse structuurvisie is aangewezen als dorpenzone. Het beleid is er op gericht om ruimtelijke ontwikkelingen op te vangen in de dorpenzone. Binnen de dorpenzone is een aantal zoekgebieden aangewezen voor toekomstige woningbouw. Waar mogelijk wordt gekeken of er locaties binnen de zone geschikt zijn voor verdichting of herontwikkeling. Daarbij moet sprake zijn van een ruimtelijke Icwaliteitsverbetering. D i t beleid betekent niet dat het te allen tijde wenselijk is het splitsen van percelen en het toestaan van woningen mogelijk te maken. Dat zou een ongewenst precedent scheppen, oolc in de dorpenzone. Uitgangspunt is daarom dat er altijd sprake moet zijn van een ruimtelijke Icwaliteitsverbetering. Er is echter geen sprake van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering als wordt toegestaan dat het huidige bijgebouw een woning wordt. De reden hiervoor is de uitstraling en de ligging van het gebouw. Een Icwaliteitsverbetering zou wel bereikt kunnen worden als een woning dichter aan de weg, meer in de lijn met de overige bebouwing gesitueerd zou worden. Een principeverzoek voor een dergelijk plan is in voorbereiding. Daarover zal een afweging gemaakt worden."
De raad heeft in zijn verweerschrift in de bestemmingsplanprocedure bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State onder meer het volgende gesteld (verweerschrift 19 februari 2013), onderstreping advocaat: "Wij menen dat het feit dat het gebouw in de zogenoemde dorpenzone ligt en niet in de landgoederenzone, geen reden is om het gebouw daarom positief te bestemmen. Het bestaande gebouw, zo blijlct ook uit onze beantwoording van de zienswijze, heeft niet de gewenste ruimtelijke Icwaliteit. D i t komt door de uitstraling en de ligging van het gebouw. Uitgangspunt van onze Structuurvisie is dat er altijd sprake moet zijn van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering. Als wij het huidige gebouw zouden bestemmen als woning, dan is er geen sprake van een ruimtelijke Icwaliteitsverbetering. Ten overvloede hebben we nog opgemerkt dat deze Icwaliteitsverbetering bereikt kan worden als een woning dichter aan de weg, meer in de lijn met de overige bebouwing gesitueerd zou worden. Het feit dat er een Icwaliteitsverbetering mogelijk is, is echter voor de vraag of het huidige gebouw positief bestemd moet worden, niet relevant. Het feit dat het huidige gebouw niet de gewenste ruimtelijke Icwaliteit heeft, is voor ons de aanleiding geweest om het gebouw niet positief te bestemmen, Zie oolc wat wij hierboven onder grond a en b hebben overwogen. Vandaar dat we het gebouw onder het overgangsrecht hebben geplaatst. Bij nader inzien is dit geen goede keuze geweest. ( . . . ) . Het verheugt ons dat appellanten oolc van mening zijn dat er binnen het perceel een kwaliteitsverbetering mogelijk is door het realiseren van nieuwbouw. Er is inderdaad een principeverzoek ingediend en het college heeft in principe aangegeven dat het bouwen van een nieuwe woning dichterbij de weg gelegen, wellicht een optie zou zijn voor een ruimtelijke Icwaliteitsverbetering. I n augustus 2012 is er op ambtelijk niveau voor het laatst overleg geweest over deze eventuele nieuwbouw aan de hand van een bebouwingsstudie. Aanvrager heeft laatstelijk nog gemaild op 21 augustus 2012 en aangegeven de architect te vragen het volume van het laatste concept-bebouwingsstudie wat terug te brengen en
WIERINGA ADVOCATEN
een goede ruimtelijke onderbouwing te leveren. Dit is tot op heden nog niet gebeurd. Appellanten geven zelf ook aan dat - gelet op deze stand van zaken - het opnemen van een eindbestemming voor deze ontwildcehng nog wat prematuur zou zijn."
Voor alle duidelijkheid: hierboven wordt het standpunt van de gemeenteraad geciteerd. 31.
Het niet afgeven van de verklaring van geen bedenldngen is dan ook niet te rijmen met de beleidsuitgangspunten van de Structuurvisie, Woonvisie, de Nota Ruimtehjke Beoordeling 2010 en zijn eerdere besluitvorming. De aangedragen motivering kan dan ook geen standhouden.
32.
Uw college heeft bij het nemen van uw principebesluit alle ruimtehjke aspecten van het bouwplan meegenomen en beoordeeld. De juistheid van deze beoordehng is zelfs meerdere keren door de raad bevestigd. Dat betekent dat chënten er op mochten vertrouwen dat uw oordeel over de planologische aspecten van het bouwplan standhouden en niet honderdtachtig graden kan worden gedraaid, zonder juridisch relevante reden. Het door de raad tijdens de vergadering van 27 november 2014 ingenomen standpunt is als gezegd niet alleen onjuist, maar ook niet relevant aangezien geen verklaring van geen bedenkingen van de raad vereist is.
33.
Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel nodig dat het bevoegde bestuursorgaan, ter zake mededelingen doet waaraan rechtens te honoreren verwachtingen kunnen worden ontleend. 1
1
34.
Uw college is bevoegd orgaan, zoals ik reeds hiervoor uiteen heb gezet. In dit geval heeft uw college meermaals schriftelijke mededelingen omtrent de ruimtehjke aanvaardbaarheid van het bouwplan gedaan. Ter zake van de ruimtehjke aspecten en uw rechtsoordeel dat het bouwplan past binnen de Structuurvisie Bloemendaal hebt u geen voorbehoud gemaakt.
35.
Uit de besluiten van 30 juh 2013 en 23 september 2014 bhjkt dat uw college als beslissingsbevoegd bestuursorgaan onvoorwaardelijk en ondubbelzinnig uw instemming hebt gegeven aan de planologische aanvaardbaarheid van het bouwplan. Het alsnog weigeren op dit punt is in strijd met het vertrouwensbeginsel.
36.
Dat betekent ook dat uw college de aanvraag niet, of althans niet zo maar kan weigeren zonder ook nadrukkelijk de belangen van cliënten mee te wegen. Een van die belangen betreft een helder financieel belang. Cliënten hebben in samenspraak met de gemeente het plan nader uitgewerkt en aanzienhjke kosten (architect kosten, bouwleges e.d.) moeten maken. Het bouwplan zelf noch het ruimtelijk kader is gewijzigd. Chënten mochten er op vertrouwen dat medewerking aan het bouwplan zou worden verleend.
Zie o.m. ABBRS 25 juni 2008, zaaknr. 200706313/1
w
WIERINGA ADVOCATEN
Conclusie 37.
38.
In het bestreden besluit wordt miskend dat geen verldaring van geen bedenldngen van de raad is vereist. Uitsluitend uw college is beslissingsbevoegd. Uit de besluiten en schriftelijke stuldcen blijkt onomwonden en onvoorwaardelijk dat uw college het bouwplan een gewenste ruimtelijke ontwildcehng vindt, waaraan cliënten een gerechtvaardigd vertrouwen hebben kunnen ontleend. Gelet hierop en de omstandigheid dat de raad de Structuurvisie Bloemendaal op een verkeerde wijze interpreteert, uw college gehouden is de algemeen verbindende voorschriften als neergelegd in bijlage I van de Nota Ruimtehjke Beoordeling 2010 na te leven en te handelen in overeenstemming met het gemeentelijke beleid als neergelegd in de Structuurvisie, is de enige conclusie die hier overblijft dat de omgevingsvergunning voor verlening in aanmerldng komt. Cliënten verzoeken u dan ook het ontwerpbesluit omgevingsvergunning aan te passen en uw voornemen tot verlening ter inzage te leggen.
Met vriendelijke groet,
C.J. Koenen / S.A.B. Boer x Bijlagt
W
)
Ontwerpbesluit Omgevingsvergunning Aanvrager: De heer JJ. Pluis Zandvoorterweg 68 2111 GZ Aerdenhout
Project: Locatie: Procedure: Kenmerk: OLO: BWT-nummer:
bouwen woning en slopen tuinhuis (Bouwen en Slopen) Boekenroodeweg 3a te Aerdenhout Uitgebreid 2014074261 1308759 WABO-2014-0104
Besluitsoort:
Weigeren
Besluitdatum: Verzenddatum:
Paraaf behandelaar besluit:
Bouwen en wonen Bezoekadres: Brouwerskolkweg 2, 2051 ED Overveen Postadres: Postbus 201, 2050 AE Overveen Behandelaar: De heer R. van Heyst Telefoon: 023-5225663 Fax: 023-5225745 E-mail:
[email protected]
Omgevingsvergunning 1. Aanvraag 1.1. Onderwerp Burgemeester en wethouders hebben op 19 mei 2014 een aanvraag ontvangen van de heer JJ. Pluis wonende aan de Zandvoorterweg 68 te Aerdenhout om een omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor het bouwen van een woning en slopen van het tuinhuis (Bouwen en Slopen), Boekenroodeweg 3a te Aerdenhout. De aanvraag is geregistreerd onder nummer WABO-2014-0104. Het project omvat de activiteiten: • Bouwen (art. 2.1, eerste lid, onder a, Wabo); — • Handelingen in strijd met regels Ruimtelijke ordening (art. 2.1, eerste lid, onder c, Wabo). De op dit besluit betrekking hebbende stukken zijn in dit besluit genoemd. De sloopmelding is geaccepteerd. 1.2 Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage, zijn burgemeester en wethouders van Bloemendaal (hierna college) het bevoegd gezag om de integrale omgevingsvergunning te verlenen, met uitzondering van de activiteit Handelen met gevolgen beschermde planten en diersoorten. Daarbij is het college er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in het besluit alle relevante aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte en aspecten met betrekking tot bouwen. Verder dient het college ervoor te zorgen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. 1.3 Ontvankelijkheid De gegevens en bescheiden die bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moeten worden gevoegd, zijn genoemd in paragraaf 4.2 van het Bor, nader uitgewerkt in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). De aanvraag is aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk verklaard en in behandeling genomen. 2. Beoordeling aangevraagde activiteiten 2 . 1 : Bouwen Beoordeling:
Op grond van artikel 2.10, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) wordt de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen (artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wabo) slechts geweigerd indien: a. de aanvraag en de daarbij verstrekte gegevens en bescheiden het naar het oordeel van het bevoegd gezag niet aannemelijk maken dat het bouwen van een bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, voldoet aan de voorschriften die zijn gesteld bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2 of 120 van de Woningwet; b. de aanvraag en de daarbij verstrekte gegevens en bescheiden het naar het oordeel van het bevoegd gezag niet aannemelijk maken dat het bouwen van een bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, voldoet aan de voorschriften die zijn gesteld bij de bouwverordening of, zolang de bouwverordening daarmee nog niet in overeenstemming is gebracht, met de voorschriften die zijn gesteld bij een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 8, achtste lid, van de Woningwet dan wel bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 120 van die wet;
c. de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan, de beheersverordening of het exploitatieplan, of de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, tenzij de activiteit niet in strijd is met een omgevingsvergunning die is verleend met toepassing van artikel 2.12; d. het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, met uitzondering van een tijdelijk bouwwerk dat geen seizoensgebonden bouwwerk is, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, in strijd is met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, onder a, van de Woningwet, tenzij het bevoegd gezag van oordeel is dat de omgevingsvergunning niettemin' moet worden verleend. In het tweede lid van dit artikel is bepaald dat in gevallen als bedoeld in het eerste lid, onder c, de aanvraag mede wordt aangemerkt als een aanvraag om een vergunning voor een activiteit als'bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, en wordt de vergunning op de grond, bedoeld in het eerste lid, onder c, slechts geweigerd indien vergunningverlening met toepassing van artikel 2.12 niet mogelijk is. De activiteit 'Bouwen' is onlosmakelijk verbonden met de activiteit 'Handelen in strijd met regels Ruimtelijke ordening' (artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo). De omgevingsvergunning voor de activiteit 'Handelen in strijd met regels Ruimtelijke ordening' wordt niet verleend (zie hieronder onder 2.2). Het bouwplan was voorgelegd aan de Welstandscommissie om te toetsen of het bouwplan voldoet aan het gestelde onder 2.10, eerste lid, onder d, van de Wabo. De commissie constateerde tijdens de behandeling op 6 november 2014 een eigentijds vormgegeven woning die geen relatie heeft met de omgeving. Maar aangezien het gebied wordt gekenmerkt door een gevarieerd bebouwingsbeeld in een groene besloten setting heeft de commissie geen bezwaar tegen de massa en de vorm. De materiaalkeuze is van belang en de commissie zou graag eep bemonstering zien, het natuursteen dient passend bij het ontwerp te zijn. Ook voor wat betreft de kozijnen is de juiste materiaalkeuze en detaillering van belang. Gezien het ontwerp heeft de commissie een voorkeur voor slank gedetailleerde kozijnen, bijvoorbeeld van staal. De aanvraag is aangehouden. De aanvrager heeft naar aanleiding van de geweigerde verklaring van geen bedenkingen op 27 november 2014 besloten geen gewijzigd plan meer voor te leggen aan de Welstandscommissie. Gelet op de geweigerde verklaring van geen bedenkingen en de onlosmakelijke verbondenheid van de activiteit 'Bouwen' aan de activiteit 'Handelingen in strijd met de regels Ruimtelijke ordening' kunnen wij geen omgevingsvergunning verlenen voor de activiteit 'Bouwen' en vindt een inhoudelijke beoordeling voor de activiteit 'Bouwen' verder niet plaats. 2.2: Handelingen in strijd met regels Ruimtelijke ordening De aanvraag betreft de sloop van het bestaande tuinhuis en het realiseren van een woning met een aangebouwd bijgebouw. De footprint van de hoofdmassa van de woning bedraagt 108 m . Het aangebouwde bijgebouw heeft een oppervlakte van 76 m . 2
2
Bij uitspraak van 29 mei 2013 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) uitspraak gedaan op het bestemmingsplan Aerdenhout 2012 en het raadsbesluit dat bestemming Natuur-1 aan het perceel Boekenroodeweg 3A Aerdenhout gaf, op dit punt vernietigd.
Gelet op de uitspraak van de ABRS hebben de gronden waarop de woning is gepland volgens het ter
plaatse geldende bestemmingsplan Koeduin 1990 de bestemming Natuur (Nlt) en Tuin(T) en zijn deze op de plankaart als zodanig aangewezen gronden bestemd voor en gericht op het behoud en herstel van villatuinen met een sub bestemming Nlt. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor Natuur (Nlt), toegelaten zijn: a. erfafscheidingen ter plaatse van de subbestemming Nlt; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op deze bedoelde gronden 'werken of werkzaamheden' uit te voeren. Verder zijn de op de plankaart als zodanig aangewezen gronden 'Tuin (T)' bestemd voor tuin, toegelaten zijn: a.—erfafscheidingen; b. pergola's; c. volières, plantenkassen, hondenhokken en tuinhuisjes indien op de kaart een sterteken voorkomt; d. autoboxen, carports en bergingen indien op de kaart een sterteken voorkomt. Gelet de bovengenoemde bestemmingen is de bouw van deze woning in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan Koeduin 1990. Op 30 juli 2013 heeft het college besloten om in principe mee te werken aan de realisatie van dit bouwplan en de procedure als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, ten derde van de Wabo op te starten. Op grond van artikel 6.5, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht (Bor) wordt de omgevingsvergunning op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, van de Wabo eerst verleend, nadat de gemeenteraad van Bloemendaal heeft verklaard daartegen geen bedenkingen te hebben. In de raadsvergadering van 27 november 2014 is besloten geen verklaring als bedoeld in artikel 6.5, eerste lid, van het Bor, af te geven. Het raadsbesluit van 27 november 2014 wordt als herhaald en ingelast beschouwd in dit besluit. De raad heeft het besluit in de vergadering van 27 november 2014 mondeling als volgt gemotiveerd: De raad is tegen het mogelijk maken van een woonhuis op het perceel Boekenroodeweg 3a, omdat het voorstel niet strookt met de structuurvisie en omdat daarmee het karakter van Aerdenhout wordt aangetast. De bestemmingsplannen zijn in 2012 allemaal herzien. Het belangrijkste uitgangspunt daarbij was, en dat is met ruime raadsmeerderheid aangenomen, om de gemeente niet verder te verdichten, te bebouwen en te verharden. Ook in het coalitieakkoord is opgenomen dat zal worden vastgehouden aan de structuurvisie en aan de onlangs vernieuwde bestemmingplannen. Dat ligt ook voor de hand. De gemeenteraad heeft die bestemmingsplannen nog geen twee jaar geleden vastgesteld. De raad wil daaraan vasthouden. Het perceel Boekenrodeweg 3a is deels tuin met een tuinhuis. De Raad van State heeft de bestemming op het perceel vernietigd, omdat daarbij het tuinhuis is wegbestemd. Het ligt nu voor de hand om dan de oude bestemming tuin gewoon terug te geven aan dat deel van het perceel zodat dat tuinhuis kan blijven staan. Het realiseren van een woonhuis op die plek is niet in lijn met het uitgangspunt bij het herzien van de bestemmingsplannen in 2012 en ook niet in lijn met de structuurvisie.
Structuurvisie
De structuurvisie beoogt geen verdichting in de kernen. In de structuurvisie staat wel dat als er dan
nieuwbouw plaatsvindt dat het dan in de kernen plaatsvindt. Dat moet niet worden omgedraaid. Het betekent niet dat binnen de dorpskernen zoveel mogelijk kan worden gebouwd, als dat gevraagd wordt. In de structuurvisie wordt ook kwaliteitsverbetering genoemd. Die wordt in drieën gedeeld, nl. het toevoegen van groen, het opknappen van de publieke ruimte of het opstellen van kaders voor architectonische interessante ontwikkelingen. Wij zijn van mening dat het plan geen groen toevoegt, maar groen ontneemt, dat met het plan de publieke ruimte niet wordt opgeknapt en dat het plan ook geen kaders voor architectonische interessante ontwikkelingen opstelt. Het voorstel strookt daarom niet met de structuurvisie. —De structuurvisie-besehrijft-bovendien de kernkwaliteiten van Aerdenhoutv-Voor-Aerdenhout is-de— beschrijving daarvan een hoogwaardige ruime, groene en rustige omgeving. Dit perceel ligt aan een open weiland of daar vlak naast. Op de grens van een dorp- en een landgoederenzone. De landgoederenzone begint aan de andere kant van de straat. Dan is er nog iets te zeggen over het begrip kwaliteitsverbetering. In het coalitie akkoord is daarover verduidelijkt dat het doen toenemen van bouwvolume of het beschikbaar komen van extra woon- of bedrijfsruimte onvoldoende is voor een kwaliteitsverbetering. Een nieuw huis is niet een kwaliteitsverbetering omdat het een nieuw huis is. Het gaat ons hier niet alleen om deze nieuwe te bouwen woning, maar ook om de vraag van wat onderscheidt deze situatie zich van al die andere situaties. In de buurt van Aerdenhout zijn veel grote percelen met een tuinhuis, misschien heeft daar ook een afsplitsing plaatsgevonden. Dat is verder aan de eigenaar om dat te doen. De situatie op het perceel Boekenrodeweg 3a is niet anders dan op andere percelen. Er zijn nog veel meer mensen die graag hun tuinhuis willen vervangen door een woonhuis. En dat is niet volgens ons beleid. Conclusie:
Nu de raad in de vergadering van 27 november 2014 heeft besloten om geen verklaring van geen bedenkingen af te geven voor de door u gevraagde activiteit 'Handelen in strijd met de regels Ruimtelijke ordening' kunnen wij de omgevingsvergunning voor die activiteit niet verlenen. 3. Procedure De uitgebreide voorbereidingsprocedure als bedoeld in paragraaf 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 van de Wabo. Tevens is de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriële regeling omgevingsrecht. 4. Terinzagelegging <Met ingang van 19 december 2014 tot en met 29 januari 2015 heeft het ontwerp van deze beschikking ter inzage gelegen en zijn belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is geen/wel gebruik gemaakt. >
5. Besluit Het afdelingshoofd Bouwen en Wonen besluit namens burgemeester en wethouders, gelet op artikel
2.1. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: 1. geen medewerking te verlenen aan een afwijking van het bestemmingsplan ex artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 Wabo; 2. de bouwkosten, in afwijking van de in de aanvraag opgegeven bouwkosten, vast te stellen op € 468.400,00 excl. BTW.; 3. de aanvrager de omgevingsvergunning te weigeren voor de Boekenroodeweg 3a te Aerdenhout voor de activiteiten 'Bouwen' en 'Handelingen in strijd met de regels Ruimtelijke Ordening' (bouwen woning); 4. dat de genoemde bijbehorende stukken behoren bij deze aanvraag en maken onderdeel uit van deze vergunning. 6. Leges Voor de behandeling van de bovengenoemde aanvraag omgevingsvergunning zijn legeskosten verschuldigd. Overeenkomstig de legesverordening 2014 van de gemeente Bloemendaal zijn de leges als volgt: Activiteit: Bouwen Handelen in strijd met regels Ruimtelijke Ordening (2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wabo) Sloopmelding In mindering kosten principeverzoek Totaal verschuldigde leges Teruggaaf legeskosten 50%
€ 13.349,40
€ 9.000,00 géén leges € 576,80 : € 22.926,20 : € 11.463,10
Voor de betaling van dit bedrag wordt u binnenkort een aanslagbiljet toegezonden. Verklaring
leges:
Voor de activiteit bouwen bedragen de door u verschuldigde legeskosten bij bouwkosten vanaf €100.000,00 t o t € 1000.000,00 = 2,85%van de bouwkosten, met een minimum van € 3.000,00 (excl. btw.). De bouwkosten zijn berekent conform het taxatieboek '(her)bouwkosten' 2014: 1171m3 x € 400,00/m3 = € 468.400,00. Omdat op de aanvraag, als bedoeld in paragraaf 5.3.3 van de Legesverordening 2014, afwijzend wordt beschikt, bedragen de verschuldigde leges 50%.
Hoogachtend, namens burgemeester en wethouders van Bloemendaal, het hoofd van de afdeling Bouwen en Wonen,
VJ.D. Portanger. Beroep Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na het verstrijken van de beroepstermijn.
U en derde belanghebbenden die hun zienswijze hebben gegeven op het ontwerpbesluit kunnen gedurende zes weken tegen dit besluit beroep indienen bij de Rechtbank Noord-Holland (sectie bestuur, Postbus 1621, 2003 BR Haarlem). De termijn voor het indienen van een beroepschrift vangt aan op de dag nadat het besluit ter inzage is gelegd. Het beroep kan ook digitaal worden ingediend bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor is wel een elektronische handtekening nodig (DigiD). Kijkt u op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. De indiener van een beroepschrift kan ook een voorlopige voorziening, zoals schorsing, vragen bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland (sectie bestuur, Postbus 1621, 2003 BR Haarlem). Deze kan een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed dat vereist. Dit kan ook digitaal -via httpf//loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht— -• Indien bij het instellen van beroep een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. Bijbehorende stukken De volgende documenten en adviezen behoren bij de aanvraag en maken deel uit van het besluit: 1. aanvraagformulier, dd. 18 mei 2014, corsanr. 2014017987; 1. tekening BA-100. BA-101, BA-200, BA-600 en BA-700, corsanr. 2014061071 t/m 2014061075; 2. principeverzoek, corsanr. 2013019436; 3. raadsbesluit van 27 november 2014 corsanr. 2014060403.