Inventarisatie 2012.3 De coassistent in het buitenland Inleiding Veel coassistenten maken gebruik van de mogelijkheid om in het buitenland een deel van de master te doen, zoals de wetenschappelijke stage en/of een (keuze- of semiarts/oudste) coschap. Uit een recente vertegenwoordigersvergadering is naar voren gekomen dat deze optie op een aantal faculteiten bij het standaard aanbod hoort, terwijl er bij andere faculteiten de mogelijkheid bestaat mits de coassistent dit zelf regelt. Ook zou er verschil kunnen bestaan in de mate van stimulatie vanuit studieadviseurs die de coassistent krijgt, in het regelen van deze onderneming. Het LOCA hoopt tevens met deze inventarisatie inzicht te krijgen in de voorbereiding die voorafgaat aan deze ervaring in het buitenland. Worden coassistenten voorbereid door de faculteit op wat hen te wachten staat in het buitenland of behoort deze voorbereiding tot de verantwoordelijkheid van de coassistent zelf? Doel Het doel is het in kaart brengen van de gang van zaken voor de coassistent wat betreft eisen, voorbereiding, ondersteuning etc vóór, tijdens en na een stage in het buitenland. Methode 1. Welke faculteit vertegenwoordig je? 2. Welke van de onderstaande master onderdelen kunnen coassistenten op jouw faculteit in het buitenland doen? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Wetenschappelijke stage (onderzoeksstage) b. Reguliere coschappen. Zo ja, welke? c. Keuze coschap d. Oudste coschap/semiarts coschap 3. Is er een vast aanbod, vooraf geregeld vanuit de faculteit, om een coschap in het buitenland te doen? Zo ja: a. Om welk coschap gaat dit? Regulier, keuze, oudste/semiarts? b. In het geval van een keuze en/of oudste/semi-arts coschap, wat is de invulling hiervan? (facultatief / tropencoschap) c. Welke landen behoren tot de mogelijkheden van dit vaste aanbod? d. Om hoeveel plekken gaat dit per land per jaar? 4. In het geval dat de coassistent zijn wetenschappelijke/onderzoeksstage en/of coschap in het buitenland zelf regelt: a. Zijn er duidelijke eisen vanuit de faculteit waaraan deze stage moet voldoen? b. Is er een ʻadressenboekʼ aanwezig op de faculteit van contactpersonen in het buitenland die de coassistent kan
raadplegen voor het regelen van een stage op de gekozen plek of voor het gekozen coschap? 5. Bestaat er een voorbereidend blok voor coschappen in het buitenland? Zo ja: a. Wat is de inhoud van dit voorbereidende blok? Bijv. Medische informatie over wat de coassistent inhoudelijk tegen kan komen tijdens het coschap (bv tropenziektebeelden), informatie voor de individuele coassistent (vaccinaties, huisvesting etc), psychologische voorbereiding (cultuurshock etc). b. Is deze voorbereiding verplicht voor de coassistent voordat hij/zij naar het buitenland gaat? 6. Vaak hoor je verhalen in de wandelgangen over coassistenten die meer verantwoordelijkheid krijgen bij een coschap in het buitenland dan in Nederland. Dit kan ertoe leiden dat coassistenten dingen doen waartoe zij zich niet bekwaam voelen. Wordt hier op jouw faculteit aandacht aan besteed? Zo ja, op welke manier (voorbereiding vooraf aan het coschap, terugkomdagen na het coschap, mogelijkheid om contact met een vertrouwenspersoon/studieadviseur te hebben in het ziekenhuis dat bezocht wordt en/of op de eigen faculteit). 7. Wordt op jouw faculteit het doen van een coschap of een wetenschappelijke/onderzoeksstage in het buitenland gestimuleerd of niet? Is de motivatie van de faculteit hierbij algemeen bekend? Zo ja, wat is deze motivatie? Van alle medische faculteiten op het UMCG na, zijn resultaten verkregen. Resultaten Op alle faculteiten is het mogelijk om de wetenschappelijke stage in het buitenland te verrichten. Voor reguliere, oudste-, keuze- en semiarts stages verschillen de faculteiten in mogelijkheden. MUMC Op de medische faculteit van Maastricht heeft een coassistent de optie om iedere stage (regulier en oudste/keuze/semiarts) in het buitenland te doen, met een maximum van 1 stage in jaar 4 en 1 stage in jaar 5. Voor een regulier coschap bestaat de optie om je aan te melden voor één van de vanuit de faculteit aangeboden coschappen in het buitenland (overal ter wereld, niet nader omschreven). Hiervoor wordt onder de coassistenten geloot. Er is ook de mogelijkheid om een coschap in het buitenland zelf te regelen, eventueel door middel van een contactpersonenlijst die de faculteit bezit. Voor dit zelf geregelde coschap bestaan strenge eisen, waaraan voldaan moet worden alvorens het coschap door de faculteit goedgekeurd kan worden. Voordat de coassistent naar het buitenland vertrekt is voorbereiding in de vorm van een tropenblok in het 2de jaar, 6 onderwijsgroepen en een toets verplicht. Tijdens de toets wordt de opgedane kennis over tropengeneeskunde en de sociaal-economische verschillen met Nederland tentoongesteld.
AMC (UVA) Op het AMC kan de coassistent keuze- en of oudste coschappen in het buitenland doen. Voor reguliere coschappen geldt deze optie niet. Vanuit de faculteit wordt een onbekend aantal plekken verloot voor het keuze-coschap. Dit coschap is in Tanzania of Malawi op een kinder/vrouwen/volwassen afdeling te doen en wordt ʻTropen-coschapʼ genoemd. Er is een tropencursus waar coassistenten vóór vertrek gebruik van kunnen maken. Deze is niet verplicht, echter wel nodig om in aanmerking te komen voor een studiebeurs. Bij het zelf regelen van een coschap in het buitenland zijn duidelijke eisen vooraf opgesteld door de faculteit. Het is onduidelijk of er een adressenbestand bestaat op de faculteit waar coassistenten gebruik van kunnen maken tijdens de individuele organisatie van een coschap. LUMC Op het LUMC is het mogelijk om de keuzecoschappen en de reguliere coschappen (met uitzondering van interne geneeskunde en neurologie) in het buitenland te doen. Vanuit de faculteit zijn er een aantal plekken beschikbaar voor coassistenten die hun coschap dermatologie, kindergeneeskunde, KNO, oogheelkunde, gynaecologie en verloskunde in Suriname willen doen. Er zijn ongeveer 100 plekken per jaar voor deze opties. Vóór een coschap in een land dat niet tot de ʻHigh Income Countriesʼ behoort is er een verplicht blok genaamd Blok International Health. Hierin worden tropenziektebeelden en veelal epidemiologie doorgenomen. De regelgeving en eisen voor een coschap in het buitenland zijn vooraf duidelijk te vinden op de site van het LUMC en op Blackboard. Er bestaat geen regulier adressenbestand vanuit de faculteit van contacten die coassistenten kunnen aanschrijven voor het regelen van hun coschap. In de praktijk wordt dit vaak via artsen of andere coassistenten geregeld. VUMC Bij het VuMC is het mogelijk om bepaalde reguliere coschappen mogelijk om in het buitenland te lopen, zoals Heelkunde, Gynaecologie & kind (gecombineerd) en Kind & huisarts (gecombineerd). Per startende groep coassistenten (24 per 3 weken) kunnen in totaal 4 coassistenten voor een regulier coschap naar het buitenland, ongeacht welk coschap. Een keuzeco-schap kan in het buitenland gelopen worden na goedkeuring van de commissie. Ook is het mogelijk om een oudste coschap in het buitenland te lopen. Met name een oudste coschap op het gebied van interne geneeskunde, heelkunde, gynaecologie en kinderco-schap zijn populair echter wordt dit niet standaard door de faculteit aangeboden. Er bestaat de mogelijkheid om voorafgaand aan het coschap een tropencursus te volgen, welke uit 8 bijeenkomsten bestaat. Inhoudelijk bestaan de bijeenkomsten uit specifieke informatie uit de interne geneeskunde, heelkunde, gynaecologie, kindergeneeskunde, dermatologie, psychiatrie en een algemeen thema ter voorbereiding. Alleen deze laatste bijeenkomst is verplicht voor de coassistent die naar het buitenland gaat.
Bij het zelf regelen van een co-schap in het buitenland zijn vanuit de faculteit duidelijke eisen en regels gesteld. Ook is er een adressenbestand voor coassistenten aanwezig om stageplekken op eigen kracht te regelen. UMC Utrecht In het UMC is het mogelijk een regulier coschap of een keuzeco-schap in het buitenland te doen. Er is geen vast aanbod vanuit de faculteit voor bepaalde coschappen in het buitenland. Voor een coschap in het buitenland bestaat de mogelijkheid om een cursus Global Health bij te wonen, echter dit is niet verplicht. Er zijn geen duidelijk omschreven eisen vanuit de faculteit voor een coschap in het buitenland, echter is altijd toestemming nodig vanuit de coördinator van het coschap zelf. Voor het zelf regelen van een coschap, kan een coassistent bij het UMC gebruik maken van de contactpersonenlijst in de international office. UMC St. Radboud In Nijmegen is het mogelijk om iedere stage, uitgezonderd de reguliere coschappen in het buitenland te doen. Het aanbod vanuit de faculteit voor het Senior coschap (= oudste/semiarts stage) en keuze-coschap is uitgebreid. Er zijn ieder jaar respectievelijk 12 en 4 plaatsen beschikbaar om het Senior coschapʼHeelkunde en SEHʼ dan wel ʻVerloskunde en Gynaecologieʼ op Aruba te doen. Ook kan men het Senior coschap interne geneeskunde op Curaçao doen. Het aanbod voor keuze-coschappen in het buitenland bestaat uit het volgende; - Huisartsengeneeskunde (vaak gecombineerd met sociale geneeskunde of ouderenzorg) in Gent, Nice, Göteborg, Hannover, Wenen, Iraklion (Kreta) of Istanbul. - Ontwikkelingscoschap (= tropenstage) in Tanzania, Ghana, Indonesië, Nicaragua of Suriname. Iedere 3 maanden wordt er geloot voor respectievelijk 10, 4, 8, 2 en 2 plaatsen. Voor het ontwikkelingsco-schap zijn 6 onderwijsavonden verplicht (waarbij medisch inhoudelijke stof het revue passeert, maar ook ervaringen, tips en casuïstiek per land van stageplek) en 9 facultatieve thema-avonden (waarbij veel voorkomende problemen en ziekten in ontwikkelingslanden besproken worden). In het geval de coassistent een keuzeco-schap zelf regelt, bestaan er geen duidelijke eisen vooraf. Er is een contactpersonenlijst op het UMC St. Radboud aanwezig waar de coassistent gebruik van kan maken. EMC Op het EMC is het ook niet mogelijk een regulier coschap in het buitenland te doen, echter staat de coassisent vrij om een deel van de rest van de stages wel buiten Nederland te doen. Vanuit de faculteit wordt de mogelijkheid aangeboden om het oudste coschap (een tropencoschap) in Tanzania te lopen. Hiervoor zijn jaarlijks 10-15 plekken. Wanneer een coassistent ervoor kiest om een stage zelf te regelen, worden vanuit de faculteit hieraan duidelijke eisen gesteld en er is geen
adressenbestand aanwezig waar de coassistent gebruik van kan maken. De coassistent ziet een stagebegeleider voor en na afloop van de stage om de de eisen na te volgen. Er is een tropencursus, welke alleen verplicht is voor coassistenten die via de faculteit naar Tanzania gaan. UMCG Grenzen van een coassistent Zoals eerder genoemd, is het LOCA benieuwd naar de begeleiding van het aangeven van grenzen bij coassistenten. Men hoort geregeld verhalen over het (soms ongewild) krijgen van meer verantwoordelijkheid in een buitenlands ziekenhuis. Een aantal faculteiten besteedt specifiek aandacht aan deze kwestie. Bij het UMC St. Radboud worden voor- en na de stage themaavonden georganiseerd. Ook bij het VuMC wordt hier in de voorbereidende fase aandacht aan besteed. Op de overige faculteiten wordt hier niet speciaal aandacht aan besteed, echter wordt er wel benadrukt dat de coassistent ten alle tijden bij de studie adviseurs of vertrouwenspersonen terecht kan. Stimulatie vanuit de faculteit Vrijwel iedere faculteit steunt en stimuleert in meer of mindere mate de wens van een coassistent om een stage in het buitenland te doen. Zo hebben het MUMC en UMC St. Radboud een stage in het buitenland als speerpunt in hun curriculum. Een reden van het LUMC om coassistenten te enthousiasmeren voor een stage in het buitenland, is dat coassistenten zich op deze manier verder kunnen verbreden en ontwikkelen. Aanmoedigingen om coschappen in het buitenland te lopen worden op het AMC vervaardigd door lezingen gedurende het jaar en bij het UMCU in de vorm van een cursus. Bij het VuMC is er geen twijfel aan de ondersteuning vanuit de faculteit voor coassistenten die een buitenlandse stage willen regelen, echter initiële ambitie om dit te promoten vanuit de faculteit ontbreekt mogelijk. Bij het EMC wordt de coassistent gestimuleerd mede door middel van een beurs aanbod van maximaal 1250 euro. Conclusie Op iedere faculteit bestaat de mogelijkheid om de wetenschappelijke stage in het buitenland te doen. Ook oudste- en keuze coschappen kunnen in het buitenland gelopen worden door alle coassistenten. Reguliere coschappen (of een deel hiervan) in het buitenland lopen kan op de volgende faculteiten; MUMC, LUMC, VuMC en UMU. Het UMC St. Radboud kent een groot aanbod met vanuit de faculteit geregelde coschappen in het buitenland, net zoals in mindere mate het AMC, het LUMC en het VuMC. Vrijwel iedere faculteit biedt een voorbereidend blok aan aan de coassistent die naar het buitenland gaat. Bij een aantal faculteiten is deze voorbereiding verplicht (UMC St. Radboud, VuMC, LUMC, MUMC, EMC) of hangt hier de mogelijkheid tot het aanvragen van een beurs aan vast (AMC).
Aanbevelingen Er bestaat een diversiteit in het aanbod vanuit faculteiten van stages in het buitenland. Het is in ieder geval wel duidelijk dat op iedere faculteit een mogelijkheid is om een of meerdere stages in het buitenland te regelen. Het LOCA vindt het belangrijk dat voldoende aandacht besteed wordt aan de voorbereiding en begeleiding van een coschap in het buitenland. Op deze manier zal de coassistent voor minder onverwachte situaties komen te staan en ontstaat er meer ruimte om het verblijf in een vreemd land leerzaam, prettig en verbredend te maken.
Lisanne de Graaff Inventarisaties
Landelijk Overleg CoAssistenten Hamburgerstraat 27 3512 NP Utrecht T 06-11714571 E
[email protected]