INTERVIEWTECHNIEK 1
Definitie Een interview is een formeel en door de interviewer gestuurd tweegesprek dat een duidelijk informatief doel nastreeft. De losse babbel tijdens de koffiepauze waarbij je informeert naar de vakantieplannen van je collega is dus geen interview. Doordat een interview formeel en gestuurd is en het informatie genereert, lijkt het sterk op een enquête. Toch verschilt het ervan doordat het interview minder strak gestructureerd en geformuleerd is. Het geeft de interviewer de kans in te spelen op de antwoorden van de gesprekspartner. Het is er immers niet op gericht om de antwoorden nauwkeurig te vergelijken of te kwantificeren.
2
Werkwijze In principe volg je de werkwijze voor “Zakelijk dialogeren”, zoals beschreven in Tekstgids, Werkboek blz. 117-118. Hieronder vind je enkele verduidelijkingen/aanvullingen die specifiek zijn voor een interview. stap 1: zie blz. 117 stap 2: zie blz. 117 • Kies een geschikte gesprekspartner. Ga na of je gespekspartner voldoende weet over het onderwerp. • Vorm je een duidelijk beeld van je gesprekspartner en van de organisatie die hij vertegenwoordigt. Vraag eventueel vooraf documentatie aan. • Verzamel een aantal argumenten om de gesprekspartner te overtuigen je te woord te staan. Niet iedereen vindt het leuk geïnterviewd te worden of heeft de bevoegdheid een interview te geven. • Werk je desgevallend zelf voldoende in het onderwerp van het interview in., zodat je in staat bent op een antwoord dieper in te gaan en door te vragen.
stap 3: zie blz. 117 • Het verdient aanbeveling de vragen vooraf aan de geïnterviewde te bezorgen (zie ook stap 6). • Neem tijdig contact op met je gesprekspartner. Een interview van enige omvang moet immers ingepast kunnen worden in het werkschema van je gesprekspartner. Bovendien moet je gesprekspartner soms de toelating vragen om een interview te geven. stap 4 en 5: zie blz. 117 • Hieronder vind je het vragenschema (met toelichting) voor een interview: vragenschema 1 Hoe opent het interview? thema: opening 2
Wat is de aanleiding van het interview? thema: aanleiding
3
Wat is de kern van het interview? thema: kern
4
Hoe sluit het interview af? thema: afsluiting
• toelichting bij het vragenschema 1 opening • De bedoeling van de opening is een positief klimaat te scheppen. • Eerst begroeten en verwelkomen de beide partijen elkaar. • De interviewer stelt zichzelf en de organisatie die hij vertegenwoordigt, kort voor. 2
aanleiding • De interviewer verduidelijkt waarom het interview wordt afgenomen (het precieze doel) en waarom precies van die gesprekspartner. • De interviewer vraagt daarna of de bedoeling duidelijk is. • De interviewer verduidelijkt ten slotte hoe het interview verloopt en hoelang het duurt.
3
kern • De interviewer volgt de logische structuur die is voorzien in de opgestelde vragenlijst (zie stap 6). Het is belangrijk dat de interviewer zich door de gesprekspartner niet van die structuur laat afbrengen. Dit zal makkelijker lukken als de vragenlijst vooraf aan de geïnterviewde werd bezorgd, maar het kan wel de spontaneïteit van het interview afremmen; • De interviewer vat aan op het einde van elk onderdeel even samen. Daarmee controleert de interviewer of alles correct is begrepen. Dit is ook een handig hulpmiddel om voor de geïnterviewde om de structuur van het interview te volgen. Het helpt ook om na afdwaling weer de draad van het gesprek op te nemen. • Wanneer een antwoord minder duidelijk is of onvoldoende gedetailleerd, stelt de interviewer zgn. doorvraagvragen om dieper op de materie in te gaan. • Desgevallend vraagt de interviewer geregeld aan de observatorenverslaggevers of alles duidelijk is. • De interviewer let erop dat hij neutraal blijft. Er kan dus absoluut geen sprake zijn van een persuasieve doelstelling.
4
afsluiting • De interviewer geeft de gesprekspartner de kans extra opmerkingen te formuleren/bijkomende nuances aan te brengen. • De interviewer vraagt of de gesprekspartner de tekst voor publicatie wil nalezen. • De interviewer herhaalt desgevallend nog even de afspraken die tijdens het interview werden gemaakt. • De interviewer vraagt of naderhand nog contact opgenomen mag worden met de gesprekspartner, als er iets niet duidelijk is (maar probeert dat te vermijden). • De interviewer bedankt de geïnterviewde, eventueel met een gadget.
stap 6: zie blz. 118 Je kunt bij de voorbereiding van een interview een gestructureerde vragenlijst opstellen en die vooraf aan de gesprekspartner bezorgen (zie stap 3). Houd bij het opstellen van de vragenlijst rekening met de onderstaande instructies: • Formuleer de vragen zo dat ze de gewenste informatie opleveren. • Bedenk bij de belangrijkste vragen een paar doorvraagvragen voor het geval het antwoord op die vragen onvoldoende duidelijk of specifiek is. Dat impliceert uiteraard dat je voorziet wat het antwoord is op een bepaalde vraag. Een goede voorbereiding op het onderwerp is dus vereist (zie stap 2 en stap 7). • Rubriceer de vragen, bv volgens het thematische principe (zie Communicatiewijzer blz. 65-66). • Zorg voor een logische opbouw, bv. van algemeen naar specifiek of omgekeerd. • Maak een interview niet onnodig lang. Houd er rekening mee dat een gesprek van een uur ongeveer 1 à 2 gedrukte A4-bladzijden oplevert. • Neem je verschillende interviews af over hetzelfde onderwerp, zorg er dan voor dat de interviews vergelijkbaar zijn (dezelfde vragen keren dus terug). stap 7: zie blz. 118 stap 8: zie blz. 118
stap9: zie blz. 118 Het is van belang dat tijdens een interview de juiste vragen op het gepaste moment worden gesteld. De basisvragen (uit de vragenlijst) zullen doorgaans gesloten én open vragen zijn. Maar bij doorvraagvragen kan ook gebruik worden gemaakt van: • suggestieve vragen (bv. “Vindt u dat normaal dat u daarvoor moet zorgen?”) Suggestieve vragen suggereren het antwoord op de vraag. Ze kunnen de geïnterviewde ertoe aanzetten om meer zijn eigen gevoelens en meningen te geven, maar ze kunnen er ook voor zorgen dat hij dichtklapt. Wees er dus voorzichtig mee. • confrontatievragen (bv. “In het jaarverslag van de onderneming worden nochtans heel andere cijfers vermeld.”) Confrontatievragen zijn eigenlijk geen vragen maar mededelingen waarmee de interviewer de gesprekspartner confronteert met (schijnbare) tegenstrijdigheden. Ze dwingen de gesprekspartner ertoe een zeker standpunt in te nemen en kunnen daardoor ook remmend werken. Zorg er bij dit soort vragen in elk geval voor dat de geïnterviewde zich niet aangevallen voelt! • dubbelvragen (bv. “Waarover krijgt u de meeste klachten binnen en hoe pakt u die aan?”) Dubbelvragen bevatten twee vragen. Het is duidelijk dat je ze het best vermijdt, want de kans is groot dat je gesprekspartner maar één vraag beantwoordt. stap 10: zie blz. 118