Internet Banking Een oplossing voor het informatie-asymmetrieprobleem tussen banken en het MKB
Amilcar Grot 0342254 02-07-2007
Begeleider: Prof. dr. R.G.C. van den Brink Faculteit Economie en Bedrijfskunde Afdeling Business Economics Universiteit van Amsterdam
Inhoudsopgave I
Inleiding
II
Een analyse van financieringsstructuur van het MKB 2.1 Definitie van het MKB 2.2 De financieringstructuur van het MKB in Nederland 2.3 De effecten van de financieringstructuur op het MKB 2.4 De effecten van de financieringstructuur op het bankwezen
III
Internet Banking 3.1 Een korte geschiedenis 3.2 Definitie Internet banking 3.3 Invloed van internet op het bankwezen 3.4 Veiligheid van Internet banking
IV
Voordelen van Internet banking 4.1 Voordelen van Internet banking voor de banken 4.2 Voordelen van Internet banking voor het midden- en kleinbedrijf 4.3 Risico Management
V
Conclusie
VI
Bibliografie
VII
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2
2
I. Inleiding Het midden- en kleinbedrijf (MKB) heeft in Nederland altijd al gekampt met financieringsproblemen. De toegang tot externe financieringbronnen vormt voor het MKB vaak een probleem, dit probleem wordt in de financieringstheorie ook wel het financieringsprobleem van het MKB genoemd. Onderzoek heeft uitgewezen dat de toegang tot externe financieringsbronnen een belangrijke determinant is van de groei van het middenen kleinbedrijf1. Om te groeien moeten bedrijven namelijk investeren, maar zonder externe financieringsbronnen word het voor veel MKB bedrijven moeilijk om nieuwe investering te doen. Omdat banken de belangrijkste verstrekkers van vreemd vermogen zijn, richt deze scriptie zich op deze groep van externe financieringsbronnen. Wanneer er minder geïnvesteerd wordt, heeft dit niet alleen gevolgen voor de groei van het bedrijf, maar ook voor de concurrentiepositie ten opzichte van grotere bedrijven en bedrijven in het buitenland. Dit alles leidt tot een vermindering van de groei van de Nederlandse economie ( Rats, 2004, p.3).
In de financieringstheorie wordt er weinig aandacht besteed aan het financieringsprobleem van het MKB. Er wordt relatief meer aandacht besteed aan beurs genoteerde bedrijven. Geleidelijk aan besteed de wetenschap meer aandacht aan het financieringsprobleem van het midden- en kleinbedrijf. Naar aanleiding van de financiële onrust tijdens de economische malaise van 2003, heeft de belangenvereniging van het MKB, MKB Nederland, de Raad voor het Zelfstandig Ondernemerschap (RZO) verzocht om onderzoek te doen naar de financieringsproblematiek binnen het MKB. In samenwerking met de Universiteit van Tilburg en twee grote commerciële banken heeft de RZO onderzoek gedaan naar de problematiek en de resultaten van dit onderzoek gepubliceerd in het rapport met de volgende titel: “De financierbaarheid van het MKB, een analyse van de financiële structuur. Enkele relevante resultaten van dit rapport worden in het volgende hoofdstuk gepresenteerd en vormen de basis van deze scriptie.
Uit het rapport van de RZO bleek dat informatie-asymmetrie tussen kredietgevers en kredietnemers de voornaamste oorzaak is van de beperkte toegang tot externe 1 Zie voor een nadere bespreking van externe financieringsbronnen als determinant voor de groei van bedrijven ook Binks en Ennew (1996, pp. 17-25) en Bechetti en Trovato (2003, pp.291-306)
3
financieringsbronnen voor het MKB. Deze scriptie borduurt voort op het rapport van de RZO en er wordt door middel van een literatuurstudie onderzocht in hoeverre Internet banking dit informatie-asymmetrieprobleem tussen banken en het midden- en kleinbedrijf in Nederland kan oplossen.
Deze scriptie is als volgt gestructureerd: In het tweede hoofdstuk wordt eerst de financieringsproblematiek van het midden en kleinbedrijf met behulp van het RZO rapport beschreven. Vervolgens worden de effecten van de financieringsproblematiek zowel op het MKB als de effecten van deze problematiek op het bankwezen besproken. In het derde hoofdstuk zal worden ingegaan op het ontstaan van internet en op de evolutie van Internet banking. Ook wordt de definitie van Internet banking uit een gezet. Tenslotte wordt in dit hoofdstuk de invloed van Internet banking op het bankwezen besproken. In het vierde hoofdstuk wordt onderzocht op welke wijze Internet banking het informatie-asymmetrieprobleem kan oplossen. In het laatste hoofdstuk wordt de conclusie van het onderzoek gegeven.
4
II Een analyse van de financieringsproblematiek binnen het MKB In dit hoofdstuk wordt de financieringsstructuur van het MKB in Nederland kort geanalyseerd. Eerst wordt er een definitie van het midden- en kleinbedrijf gegeven, gevolgd door een samenvatting van een aantal bevindingen van het RZO onderzoek omtrent informatie-asymmetrie. Daarna worden de problemen die MKB bedrijven ondervinden bij het financieren besproken. Vervolgens worden de problemen die banken ondervinden bij het financieren van MKB bedrijven besproken.
2.1 Definitie van het MKB
De definitie van het MKB verschilt van auteur tot auteur . De meeste wetenschappelijke artikelen definieerden het midden- en kleinbedrijf als volgt: groepen van bedrijven tot 10 werknemers (klein bedrijf) en van 10 tot 100 werknemers (middelgrote bedrijven). Het is ook gebruikelijke om een limiet aan de omzet te stellen, bijvoorbeeld een limiet van maximaal € 8 miljoen voor de omzet. Om te voorkomen dat de in de verschillende deelsstaten van de Europese Unie verschillende definities voor het MKB werden gehanteerd, werd in de EU tot 2005 de volgende definitie gehanteerd: een bedrijf met maximaal 250 werknemers, maximale
5
omzet € 40 miljoen, maximum totale activa € 27 miljoen en geen deel uitmakend van een groot concern of een andere groep van bedrijven ( Europeaan Commission Recomendation 96/280, April 3 1996). Rekeninghoudend met de inflatie en productiviteitstoename werd deze definitie
in 2005 herzien. In figuur 1 zijn de aanpassingen voor de definitie van het MKB
die de Europese Commissie in 2005 invoerde, schematisch weergegeven.
Categorie onderneming
Werknemers
Jaaromzet
of jaarlijks balanstotaal
middelgroot
< 250
≤ € 50 mln.
≤ € 43 mln.
klein
< 50
≤ € 10 mln.
≤ € 10 mln.
micro
< 10
≤ € 2 mln.
≤ € 2 mln.
Bron: website Europese Commissie http://ec.europa.eu/enterprise/enterprise_policy/sme_definition/index_en.htm
De definitie die in deze scriptie wordt gehanteerd is afgeleid van de definitie die de Europese Commissie hanteert, de volgende definitie wordt gehanteerd: een bedrijf met minder dan 250 werknemers en met een jaaromzet die kleiner is dan 50 mln.
2.2 De financieringstructuur van het MKB in Nederland
In deze scriptie wordt onder financieringsstructuur de verhouding tussen vreemd en eigen vermogen verstaan. In deze paragraaf worden een paar punten uit het RZO onderzoek gepresenteerd die het informatie-asymmetrieprobleem tussen het MKB en banken verklaren en/of versterken. Het RZO onderzoek bestond uit een kwalitatieve en een kwantitatieve analyse. De kwalitatieve analyse bestond uit een literatuurstudie op de financiering van bedrijven. Er werd ontdekt dat weinig theorieën over de financiering van MKB bedrijven goed uitgewerkt waren, daarentegen waren de theorieën met betrekking tot de financiering van grote beursgenoteerde bedrijven relatief veel verder uitgewerkt. Deze ontdekking is verrassend gezien het feit dat uit bijlage 1 blijkt dat 99 % van de bedrijven in Nederland onder het MKB vallen. Uit de cijfers in de eerste bijlage blijkt dat het MKB verantwoordelijke is voor een groot aandeel van de werkgelegenheid in Nederland en van het bruto binnenlands product en dus heel belangrijk is voor de Nederlandse economie.
6
De besloten structuur van het MKB verklaart voor een groot deel het informatieasymmmetrieprobleem tussen banken en het MKB. In vergelijking met grote beursgenoteerde bedrijven zijn MKB bedrijven gesloten voor de buitenwereld, het is voor de buitenwereld niet eenvoudig om inzicht te krijgen in de financiële positie van de individuele MKB bedrijven. Grote bedrijven kunnen door deze openheid vreemd vermogen via de aandelenbeurs aantrekken, een mogelijkheid die voor het MKB vanwege de beperkte openheid niet weggelegd is. Tegenover de mogelijkheid van beursgenoteerde bedrijven om via de aandelenbeurs vreemd vermogen aan te trekken, staat dat deze bedrijven scherp worden geobserveerd door de buitenwereld en ook door de vreemd vermogen verschaffers. Voor grote bedrijven zijn er namelijk voorschriften die betrekking hebben op het betrachten van openheid over de bereikte resultaten en de financiële positie zoals de publicatieplicht van jaar en kwartaalberichten, deze zijn sinds lange tijd in wet- en regelgeving verankerd en worden voortdurend geactualiseerd ( Duffhues, 2003, p. 26). Door deze openheid is er bij grote bedrijven nauwelijks spraken van een informatie-asymmetrie tussen kredietgevers en kredietnemers. Bij het MKB is de jaarrekening het enige qua informatie dat aan de buitenwereld wordt gepresenteerd. Een nadeel van de jaarrekening is dat deze vormvrij en te globaal van karakter is en dat het slechts een momentopname achteraf betreft (Rats, 2004, p.11). De meest voor de hand liggende reden voor deze beperkte mate van openheid is het gebrek aan een scheiding tussen leiding en eigendom. Degene die de leiding hebben in het MKB zijn meestal ook degene die het kapitaal verschaffen. In dit geval is het voor de kapitaalverschaffers dus niet nodig om zichzelf te controleren. Men spreekt ook wel van een “ongelijkheid van informatie” tussen de buitenwereld en de individuele MKB bedrijven. Op de gevolgen van de informatie-asymmetrie tussen de vermogensverschaffers en het middenen kleinbedrijf wordt in de volgende paragraaf ingegaan.
De lage kapitaalintensiteit van het MKB versterkt het infomatie-asymmetrieprobleem. De kapitaal intensiteit geeft aan hoeveel procent van het totale vermogen is uitgegeven aan kapitaalgoederen zoals machines (Rats, 2004, p.12).Uit tabel 1 blijkt dat de kapitaal intensiteit bij het MKB gemiddeld onder de 50% ligt, terwijl bij de beursonderneming dit percentage 60% is. De lage kapitaalintensiteit heeft serieuze gevolgen voor de financieringstructuur van het MKB en voor het werven van vreemd vermogen. Dit betekent dat MKB bedrijven minder kapitaalgoederen kunnen aanbieden als borg. Doordat er minder kapitaalgoederen als borg
7
kunnen worden aangeboden stijgt de rente. De gevolgen van de lage kapitaalintensiteit worden verderop uitgebreid behandeld. Tabel 1 Kapitaalintensiteit in procenten van het totaal vermogen (mediaan)
Onderneming
Kapitaal intensiteit
MKB
48,4%
Beursonderneming
60,4%
Bron: De financierbaarheid van het mkb, RZO 2003
Om de hoge rentekosten, die voornamelijk veroorzaakt zijn door het informatieasymmetrieprobleem, te ontlopen maken MKB bedrijven gebruik van leverancierskrediet, ook wel bekend onder de naam ‘boot-straping’, dit is een techniek om de financiering te regelen. Daarbij verleent het MKB zelf weinig krediet aan klanten maar neemt zelf veel krediet bij leveranciers. Volgens Rajan en Petersen (1996) blijkt dat bedrijven die het goed doen meer leverancierskrediet krijgen dan de bedrijven die het minder goed doen. Bedrijven die een goede relatie met hun leveranciers hebben blijken vaker meer leverancierskrediet te krijgen, doordat er meer gebruik wordt gemaakt van leverancierskrediet is de toegang tot andere extern vermogensaanbieders, dit omdat het gebruik van leverancierskrediet een positief signaal geeft aan de buitenwereld (Duffhues, 2003, p. 48). Volgens Duffhues (2003) bieden leveranciers krediet aan, omdat het mogelijk is om de goederen terug te nemen en snel opnieuw te verkopen, een terugname is natuurlijk niet mogelijkheid indien de afnemers de goederen als input hebben gebruikt in hun productieproces.
2.3 De effecten van de financieringsproblematiek op het MKB
Volgens de cijfers die door het MKB en de RZO in het rapport “De Financierbaarheid van het MKB in Nederland” zijn gepubliceerd blijkt dat het midden- en kleinbedrijf circa 13 procent meer betaalt voor vreemd vermogen dan grote, vaak beursgenoteerde, bedrijven. Deze cijfers zijn natuurlijk niet verrassend gezien het feit dat de hierboven beschreven eigenschappen van het MKB een negatief effect hebben op de mogelijkheden om vreemd vermogen te werven.
8
Tabel 2 Vermogenskosten Vreemd vermogen (als % van de inlegsom) Onderneming
Na belasting
Voor belasting
5,6%
8,6%
Beursonderneming
5%
7,6%
Verschil
12%
13,2%
MKB
Bron: De financierbaarheid van het MKB, RZO 2003
Hierboven is de besloten structuur van het MKB reeds behandeld. Door de besloten structuur van het midden- en kleinbedrijf wordt deze in mindere mate geobserveerd door kredietgevers. Het grote verschil tussen grote bedrijven en MKB-bedrijven inzake van financiering is de mate van informatie-asymmetrie tussen kredietgevers en kredietnemers (Berger,1998, p, 150). Bedrijven in de MKB sector zijn weliswaar wel verplicht jaarstukken bij het Handelsregister te deponeren, maar deze zijn aan een mildere regelgeving onderhevig. De geringe mate van openheid binnen het MKB creëert dus een probleem voor kredietverschaffers, met name voor de verschaffers van vreemd vermogen (Duffheus, 2003, p. 28). Door de informatieasymmetrie ontstaat er een vergroot risico voor de kredietverschaffer, deze zijn genoodzaakt om een hoger rendement te eisen om de mogelijke kosten, die ontstaan indien de kredietnemer het krediet niet terug kan betalen, te dekken.
De hoogte van het vereiste rendement wordt nog eens versterkt doordat MKB-bedrijven veel korte termijn leningen aan gaan in vergelijking met de grote bedrijven (Yibin, 2003, p.6). Kredietverschaffers willen geen lange termijn leningen aangaan, omdat ze de waarde van de bedrijven niet zo goed kunnen inschatten. De korte termijnleningen hebben een negatieve invloed op de stabiliteit van de kosten van vreemd vermogen (Rats, 2004, p.12). Door de korte termijnleningen is de financieringsstructuur van het MKB namelijk conjunctuurgevoelig. Ten tijden van laag conjunctuur hebben MKB bedrijven meer vreemd vermogen nodig om hun investeringen te bekostigen, kredietverschaffers daarentegen zijn tijdens een laag conjunctuur minder snel bereid om krediet te verschaffen. Doordat er een grote vraag is naar vreemd vermogen maar een kleiner aanbod, vragen de banken een hoge prijs, c.q. rente, voor het vreemd vermogen. Ten tijden van hoog conjunctuur is de vraag naar vreemd vermogen kleiner dan het aanbod, waardoor banken een mindere hoge rente eisen. De
9
korte termijn leningen gecombineerd met de frequente veranderingen van de rente hebben als gevolg dat de kosten van de financieringsstructuur van MKB bedrijven niet stabiel zijn.
Het informatieprobleem kan gedeeltelijk worden opgelost door complexe contracten waarin de leiding van het midden- en kleinbedrijf, de particulier, persoonlijke borgstelling aanbiedt. Het aanbieden van een borgstelling kan namelijk het mogelijke verlies op de lening voor de kredietverlener beperken (Duffheus, 2003, p.20). Om de mogelijke verliezen zoveel mogelijk te beperken vragen kredietverleners in de ogen van het MKB vaak om overdreven hoge onderpanden en garanties die een groot gedeelte van het MKB niet kan opbrengen (Yibin, 2003, p.6). Zoals hierboven beschreven is het percentage van het totale vermogen dat uitgegeven is aan kapitaalgoederen, de kapitaalintensiteit, bij het MKB veel lager, waardoor er mindere kapitaalgoederen als borg kunnen worden aangeboden. De kosten voor het ontwerpen van deze complexe contracten worden doorgerekend naar kredietnemers in de vorm van een hogere rente. Voor grote bedrijven, kunnen banken door de openheid, meer generieke (goedkopere) contracten ontwerpen. Hierdoor zijn investeringen in het grote bedrijven eerder rendabel dan investeringen voor MKB-bedrijven, omdat de kapitaalkosten voor het MKB aanzienlijk hoger liggen (Berger,1998, p, 28).
De financieringsproblematiek van het MKB heeft ook effect op de groei van bedrijven. Uit de kerngetallen die zijn gepresenteerd in het RZO rapport, zie bijlage 2, over de periode 1997-2001 blijkt dat MKB bedrijven vanwege een tekort aan vreemd vermogen hun optimale groei niet bereiken. De optimale groei wordt in het onderzoek de ‘houdbare groei’ genoemd, dit is de groei die het bedrijf zou bereiken indien de financiering optimaal was. Uit de kerngetallen blijkt dat het verschil tussen de optimale groei en de werkelijke groei kan oplopen tot wel 20%.
2.4 De effecten van de financieringsproblematiek op het bankwezen.
Het informatie-asymmetrie probleem zorgt ook bij de banken voor de nodige ongewenste problemen. Zoals hierboven al vermeld kunnen de mogelijke kosten die door de informatie – asymmetrie ontstaan mogelijk worden beperkt door het eisen van een borgstelling. Helaas ontbreken onderpanden vaak bij de meeste MKB-bedrijven, waardoor de banken minder snel bereid zijn om vreemd vermogen te verschaffen. Indien een bank toch vreemd vermogen zou verschaffen zou dit dus grote risico’s met zich meebrengen. 10
Banken zijn van nature risicoaverse doordat ze de belangen van haar geldverschaffers moeten beschermen (Yibin, 2005, p. 4) en stellen dus maatregelen op om de het risico te beperken. De meest voor de hand liggende maatregel is het eisen van een groter rendement, het rendement is het percentage van het geleverde vermogen dat financiers willen ontvangen als compensaties voor het te nemen risico (Rats, 2004, p.14). Uit tabel 4 blijkt dat banken een groter rendement eisen van MKB bedrijven dan van grote ondernemingen. Tabel 3 Geëist rendement in procenten na belasting
Onderneming
Na belasting
MKB
11,3%
Beursonderneming
7,8%
Bron: De financierbaarheid van het MKB, RZO 2003
Een andere manier om het risico in te perken is via een background check, waarbij het desbetreffende bedrijf eerst volledig wordt geanalyseerd om de waarde te bepalen. Banken hebben moeite om de waarde van het bedrijf te bepalen doordat er geen tracking reports, credit geschiedenis en transparante informatie van de individuele bedrijven aanwezig zijn (Yibin, 2003 p. 5). Het opnieuw analyseren van elk bedrijf is erg arbeidsintensief en daardoor daalt de winstgevendheid (Yibin, 2003. p.5). Het mag duidelijk zijn dat omdat deze analyse zo arbeidsintensief is, het voordeliger voor een bank is om een grote lening af te sluiten met een groot bedrijf dan een kleine lening af te sluiten met een bedrijf uit de MKB sector.
11
III Internet banking
12
Dankzij de snelle technologische ontwikkeling de afgelopen jaren is er heel wat veranderd in onze maatschappij. De technologische ontwikkelingen hebben ook bij banken en andere financiële instellingen voor veel veranderingen gezorgd. Het internet is een communicatietechnologische ontwikkeling die heel wat veranderingen teweeg heeft gebracht voor het bankwezen. In de onderstaande paragrafen wordt de evolutie van Internet banking besproken en de invloed van Internet banking op het bankwezen besproken. Daarnaast wordt ook de veiligheid van Internet banking besproken.
3.1 Ontstaansgeschiedenis van het Internet
Het internet is ontstaan vanuit de wens van velen om een computernetwerk op te stellen die communicatie tussen verschillende computers mogelijk maakte. Het is niet mogelijk om een persoon aan te wijzen als bedenker van het internet, maar hierna worden twee personen genoemd die een grote rol hebben gespeeld bij de ontwikkelingen van het internet. Een van die personen is J.C.R. Licklider. Likclider kwam met het idee om een ‘Galactic Netwerk’ op te stellen, een wereldwijd netwerk waarmee iedereen informatie kon uitwisselen. In 1962 werd J.C.R. Licklider van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) aangesteld als hoofd computer onderzoeken van ARPA. ARPA staat voor Advanced Research Projects Agency en is een afdeling van het Amerikaanse Ministerie van Defensie. Deze afdeling was de eerste en belangrijkste voortrekker van het internet en heeft een groot deel van de kosten voor de eerste ontwikkelingen voor zijn rekening genomen. In 1967 combineerden Lawrence Roberts, een andere medewerker van ARPA, de ideeën van Licklider met de TCP/IP technologie. Dankzij TCP/IP technologie kunnen computers kleine berichtjes naar elkaar sturen( website massachusetts institute of technology, 2007).
Tien jaar later ontstond de mogelijkheid om e-mails te verzenden en sindsdien heeft het netwerk zich in een rap tempo ontwikkeld, tot het netwerk dat voor de hele wereld beschikbaar is onder de naam WWW, oftewel the World Wide Web. Vanaf 1970 tot 1996 heeft het internetnetwerk zich ontwikkeld door middel van trial and error, de makers van het netwerk stonden open voor aanpassingen in het netwerk. Dit was mogelijk doordat het internet voor niet commerciële doelen werd ontwikkeld. Vanaf 1990 begon men het internet voor commerciële doelen in te zetten (Morgan Stanley Dean Witter et al., 1999). Door het gebruik van internet voor commerciële doelen veranderde de economie van de wereld. Ook de banken maakten gebruik van het internet, door het aanbieden van Internet banking. 13
3.2 Definitie Internet banking
De term Internet banking is al enkele malen gebruikt zonder daarbij een duidelijke definitie te geven. Het geven van een definitie van het begrip is niet eenvoudig. Binnen de wetenschapschappelijke literatuur worden naast Internet-banking ook “PC banking’’en “Ebanking” gebruikt om hetzelfde aan te duiden. De term E-banking en Internet banking worden het meest gebruikt. Deze twee termen worden vaak door elkaar gebruikt en zijn min of meer elkaars synoniemen. Mu Yibin (2003) beschrijft het als volgt: Internet banking (e-banking) is defined to include the provision of retail and small value banking products and services through electronic channels as well as large value electronic payments and other wholesale banking services delivered electronically. (BIS-EBG, 2003) Het Comptroller’s Handboek (1999) verdeelt Internet banking naar de volgende drie types, er wordt bij de indeling gekeken naar het gebied dat wordt bestreken: • Informatieve Internet banking Dit is de basis vorm van Internet banking. Deze vorm wordt vooral gebruikt om marketing informatie van de verschillende bank producten en diensten te verspreiden. Deze informatie is voor iedereen beschikbaar, zowel voor bestaande klanten als voor de rest van de buitenwereld. Deze vorm van Internet bank brengt weinig risico met zich mee voor de bank zelf, wel is de website van deze vorm kwetsbaar voor ongewenste aanpassingen. Banken zouden bij deze vorm van Internet banking de websites voordurend moeten controleren op ongewenste aanpassingen. • Communicatieve Internet banking Dit zijn websites waar de cliënten naast het inwinnen van informatie ook gebruik kunnen maken van simpele bancaire diensten, zoals het bekijken van de banksaldi en het wijzigen van persoonlijke gegevens. Deze vorm brengt meer risico’s met zich mee, doordat het voor onbevoegden makkelijker is om toegang te krijgen tot het interne netwerk van de bank. De controle op ongewenste activiteiten moet bij deze vorm van Internet banking strenger zijn dan bij de hiervoor besproken vorm.
14
• Transactionele Internet banking Een transactionele Internet banking websites biedt dezelfde mogelijkheden als een simpele Internet banking websites, daarnaast is het ook mogelijk om geld over te maken van de ene rekening naar de andere rekening, hierbij worden de gegevens direct verwerkt.Ook is het mogelijk om een nieuwe rekening te openen of een lening af te sluiten. Dit type Internet banking brengt veel risico met zich mee en hoge mate van controle is daarom gewenst.
In de wetenschappelijke literatuur wordt met Internet banking meestal het transactionele type bedoeld, ook in deze scriptie wordt met Internet banking het transactionele type van Internet banking bedoeld waar het mogelijke is om geld te lenen.
3.3 Invloed van internet op het bankwezen
Toen Internet banking voor het eerst voor de consumenten beschikbaar werd gemaakt waren veel wetenschappers sceptisch. Men dacht dat het internet de traditionele manier van bankieren zou vernietigen, de hele markt zou overnemen en producten en diensten alleen via het internet beschikbaar zouden zijn. Daarnaast maakte het internet het voor nieuw banken, die bancaire diensten alleen op het internet aanbieden, gemakkelijker om de markt te betreden. Ook werd er gedacht dat met behulp van het internet ontwikkelingslanden grote stappen vooruit konden maken op het gebied van financiële dienstverlening (Yibin, 2003, p. 3).
Achteraf bleek dat Internet banken de traditionele banken niet uit de markt dreven, maar werd het eerder als een extra distributiekanaal gezien waardoor banken hun bestaande producten en diensten aan bestaande klanten kon bieden. Daarnaast bood het internet ook de kans om nieuwe klanten te werven en nieuwe producten te ontwikkelen.
De banken die zich alleen op Internet banking concentreerden maakten aanzienlijk minder winst dan de traditionele gevestigde banken die het internet als een extra distributie kanaal gebruikte. De kosten die laag bleven doordat deze banken zich alleen op het internet concentreerden verdwenen in het niets tegen de hoge kosten die gemaakt werden op de
15
marketing afdeling (De Young, 2001). Veel van dit soort banken maakte verliezen en waren genoodzaakt uit de markt te treden.
De grote voorwaartse stappen die verwacht werden op de financiële markten in ontwikkelingslanden vielen volgens verscheidende onderzoeken tegen. Zo verscheen in een UNCTAD rapport (2002) het volgende: “Some positive signs are already visible, including a high level of acceptance of technology by customers and financial institutions….H(h)owever, most projects have not yet been deployed on a large scale.” (UNCTAD 2002). Hieruit kan men concluderen, dat de grote stappen die men verwachtte te maken in ontwikkelingslanden met behulp van Internet banking, tegen vielen.
Verwacht wordt dat naarmate de informatie technologie zich verder ontwikkeld en verspreid dit een positief effect zal hebben op het systeem van de financiële instellingen (Akinci et al., 2004, p.212). Volgens een studie van Bradley en Stewart stijgt het gebruik van Internet banking en zal deze stijging zich hoogstwaarschijnlijk in de toekomst voortzetten (Figuur 4). In figuur 4 worden de verschillende distributiekanalen van de banken bekeken, uit de cijfers van de tabel blijkt dat het gebruik van internet als distributiekanaal geleidelijk stijgt.
Figuur 4 16
Bron: Bradley L. and Stewart K., (2003), “A Delphi study of Internet banking”,p. 277
2001
2003
2006
2011
%
%
%
%
2001
2003
2006
2011
Branch
38
35
31
21
Telephone
12
14
15
16
ATM
15
16
16
16
Internet
11
16
19
23
WAP Technology
2
4
6
9
Interactive Digital TV
0
2
3
6
Other (including POS,
19
17
12
11
Channel
(phone, PDAs, etc.)
mail/fax and smart card)
In de volgende afbeelding zien we dat het aantal klanten dat gebruikt maakt van Internet banking jaarlijks toeneemt van 1999 tot 2004.
17
Bron: “European Online banking strategies”, (Business Insights Report), p.1.
Tegenwoordig heerst de visie dat Internet banking slechts houdbaar is naast de traditionele banking kanaal. Dit komt voornamelijk doordat het voor bedrijven wenselijk is om met een bekende naam zaken te doen, op een vaste locatie de klanten zelf binnen kunnen stappen en op de oude vertrouwde manier gebruik kunnen maken van de diensten van de bank (Yibin, 2003).
3.4 Veiligheid van Internet banking
Het internet is vanaf elke plek op de aarde voor iedereen toegankelijk, via het internet bankieren is hierdoor minder veilig dan via het traditionele kanaal, doordat onbekende partijen, hackers, met behulp van de snelle technologische ontwikkeling aan confidentiële informatie kunne komen en daar misbruik van kunnen maken. Banken proberen te voorkomen dat hackers confidentiële informatie onderscheppen en daar misbruik van maken, door middel van verschillende software en hardware. Hackers maken ook gebruik van software en hardware en op deze wijze toch aan de confidentiële informatie van de te komen. Incidenten waarbij hackers misbruik maken van confidentiële informatie komen dus geregeld voor. Via het internet kunnen hackers ook in het interne systeem van de banken komen. Sinds 1999 is
18
het percentage van elektronische incidenten in Brazilië toegenomen met 418%, in Korea is dit percentage in dezelfde periode toegenomen met 932% en in Japan was het aantal elektronische incidenten met wel 1000% gestegen (Tom Glaessner et al, 2003). Helaas zijn er geen cijfers van Nederland bekend, maar uit de voorgaande cijfers blijkt dus dat het aantal Internet banking incidenten in de wereld toeneemt. Internet banking is vergelijking met andere het traditionele bancaire distributiekanaal dus minder veilig. Banken doen er alles aan om er voor te zorgen dat bankieren via het internet net zo veilig word als via het traditionele kanaal. Helaas kunnen de kosten om veiligheid te verbeteren en deze te behouden hoog oplopen (Singh, 2004). De hoge kosten worden onder andere veroorzaakt door de voortdurend veranderende technische ontwikkelingen, deze zorgen er namelijk voor dat de Internet banking zich constant moeten aanpassen aan deze nieuwe ontwikkelingen. Op voorhand kunnen banken de impact die deze ontwikkelingen zullen hebben op het bankwezen niet voorspellen. Doordat banken in grote mate afhankelijk zijn van de informatietechnologie, besteden de meeste banken het werk uit aan bedrijven die gespecialiseerd zijn in de informatie technologie. Deze bedrijven kunne namelijk veel beter informatie technologische beslissingen maken op het gebied van Internet banking. Een nadeel van het uitbesteden van Internet banking is dat regelgeving niet erg ontwikkeld is en dat deze erg duur is.2
2 Zie voor een nadere bespreking van de risico’s van het uitbesteden van Internet banking ook Yibin (2003).
19
IV Internet banking de oplossing voor de informatie-asymmetrie
Uit het RZO-onderzoek blijkt dat het MKB meer betaalt voor vreemd vermogen dan de grote ondernemingen. Uit het onderzoek blijkt ook dat de hoge prijs voor vreemd vermogen ontstaat door de informatie-asymmetrie tussen kredietgevers en kredietnemers. Het internet zou het informatie-asymmetrie probleem van het midden- en kleinbedrijf kunnen verminderen en het ideaalbeeld van informatie-efficiëntie eerder kunnen bereiken. In het ideaalbeeld leidt nieuwe relevante informatie tot een ogenblikkelijke en volledige aanpassing van de prijzen, c.q. rente, (Duffhues, 2002, p.26). In dit hoofdstuk wordt beschreven in hoeverre Internet banking de informatie-asymmetrie tussen het MKB en banken wegneemt en deze relatie transformeert in het ideaalbeeld van informatie-efficiëntie. Eerst worden de voordelen van het Internet banking voor de banken aan beschreven en vervolgens komen de voordelen van Internet banking voor het MKB aan bod.
4.1 Voordelen van Internet banking voor de banken
Het internet heeft het voor banken en andere financiële instelling rendabel gemaakt om vreemd vermogen te verschaffen aan het midden- en kleinbedrijf. Hierna worden de voordelen voor de banken gepresenteerd en geanalyseerd: •
Transparantie
20
Om via Internet banking aan vreemd vermogen te komen moeten MKB bedrijven veel meer interne informatie aan de banken verschaffen. Het MKB wordt hierdoor transparanter. De banken krijgen inzicht in de financiële positie van de bedrijven. De interne informatie moet na ontvangst wel door de banken worden gecontroleerd, maar doordat de interne informatie via het internet verschaft wordt kan er op eenvoudige wijze een pre-analyse gemaakt worden van de MKB bedrijven. Tijdens zo’n preanalyse wordt onder andere de kapitaalgoederen bekeken die mogelijk als borgstellingen kunnen dienen. Het is voor een bank dan eenvoudiger om het risico van kapitaalverschaffing te bepalen. Het is niet meer nodig dat banken zichzelf indekken door middel van dure complexe contracten. De lage kapitaalintensiteit vormt door de transparantie een minder groot probleem, doordat banken een beter schatting van het risico van de kapitaalverschaffing kunnen maken is het niet meer nodig om overdreven hoge borgstelling te eisen. Banken zijn door de transparantie eerder bereid om langlopende leningen aan MKB bedrijven te verschaffen. Meer MKB bedrijven zullen hierdoor naar banken toe stappen, omdat een langlopende lening de kosten voor vreemd vermogen stabiliseren. De kosten voor vreemd vermogen zijn hierdoor minder conjunctuurgevoelig. •
Lage operationele kosten De kosten van Internet banking zijn in vergelijking met de traditionele distributiekanalen veel lager. Volgens een studie van Jaywardhena en Foley (2000) blijkt dat de kosten voor een simpele transactie via het internet wel 11 maal kleiner zijn dan via het traditionele kanaal. De kosten via het internet zijn lager door het efficiënt gebruik van de arbeidskrachten, het materiaal en dankzij operationele besparingen(Jayawardhena C. and Foley P., 2000, p.21). Via het internet kunnen de bedrijven zelf op elk moment zichzelf bedienen op de websites van de verschillende banken. Hierdoor is het niet meer nodig dat een medewerker van de bank de kredietnemers bedient. De kredietnemer kan namelijk zelfstandig op elk gewenste moment zichzelf bedienen en informatie inwinnen over leningen en rekeningen. Voor het geven van informatie omtrent de leningen zijn er dankzij het internet minder arbeidskrachten nodig. Wanneer een bedrijf een lening wilt afsluiten bij een bank, dient het bedrijf eerst interne informatie aan de bank te verschaffen. Pas na ontvangst en controle van de interne informatie van het bedrijf, bekijkt de bank onder welke voorwaarde vermogen verschaft kan worden. Wanneer 21
het bedrijf het eens is met de voorwaarde die de bank stelt, ontvangt het bedrijf het vreemd vermogen. Het gehele proces vanaf het inwinnen van informatie tot het afsluiten van de lening kan dankzij het internet geautomatiseerd worden. Dankzij het internet kunnen ook andere diensten en producten die banken aanbieden worden geautomatiseerd. In plaats dat de banken zelf informatie moeten inwinnen, moeten bedrijven nu zelf de gewenste informatie verschaffen.. Doordat de data die tijdens het evaluatieproces van een bedrijf wordt verkregen zorgvuldig wordt bewaard, kan een bank in de toekomst sneller beslissen of het rendabel is om een bedrijf vreemd vermogen te verschaffen. Door de automatisering is het voor banken ook rendabel om kleine bedragen aan MKB bedrijven te lenen. •
Groter bereik Dankzij Internet banking kunnen banken vreemd vermogen aanbieden aan meerdere MKB bedrijven, zowel aan bedrijven die reeds klant zijn van de bank als aan bedrijven die nog geen klant zijn van de banken. Hierdoor neemt het klantenbestand van de banken toe, waardoor de omzet van de banken ook toeneemt. Dankzij de automatisering van persoonlijke gegevens is het bovendien ook mogelijk om iedere klant persoonlijk service aan te bieden (Jayawardhena C. and Foley P., 2000, p.22).
•
Loyaliteit Door het gebruik van het internet naast andere bancaire distributiekanalen verbetert de reputatie van de bank. Door de goede reputatie voelen bedrijven zich meer verbonden met de bank, bedrijven zullen hierdoor ook gebruik maken van andere diensten en minder snel overstappen naar de concurrent (Nath et al., 2001, p.4). Het internet maakt het voor bedrijven echter wel makkelijker om de leningen van de concurrerende banken te bekijken en over te stappen. Er kan geen betrouwbare uitspraak worden gedaan over het effect van internet op het overstappen van de ene bank naar de andere door een gebrek aan data.
4.2 Voordelen van Internet banking voor het midden- en kleinbedrijf
Dankzij het internet is het aantrekken van vreemd vermogen via de banken voor het MKB aantrekkelijker geworden. MKB bedrijven stappen nu veel makkelijker naar een bank om een lening aan te vragen. Hierna worden de voordelen van Internet banking voor het MKB gepresenteerd en geanalyseerd: 22
• Gebruiksvriendelijk De service die banken bieden via het internet zijn gebruiksvriendelijk. Dit voordeel is belangrijk, omdat bedrijven bij gebruikmaking van Internet banking vooral zichzelf moeten bedienen. Zoals hierboven besproken dalen dankzij de zelfbediening de kosten van de banken en ook de rentekosten. Op de websites van banken kunnen bedrijven gemakkelijk de verschillende leningen van de verschillende banken analyseren en een lening aan gaan die het beste bij het bedrijf past( Yibin, 2003, p.7). • Lage rentevoet Door de transparantie is het internet kanaal goedkoper dan het traditionele kanaal. De extra kosten die worden gemaakt bij het traditionele kanaal worden niet doorberekend naar het bedrijf. Hierdoor daalt de rentevoet van de lening. Dit maakt het voor het MKB aantrekkelijker om een lening met een bank aan te gaan( Yibin, 2003, p.7). •
Tijd besparend Doordat het internet een gedeelte van de informatie asymmetrie weg neemt, daalt ook de tijd tussen het aanvragen van vreemd vermogen en de daadwerkelijke ontvangst van het vreemd vermogen. Door het internet is het voor de bank veel makkelijker om het bedrijf te analyseren en kan er veel eerder een beslissing genomen worden om wel of geen krediet te verlenen( Yibin, 2003, p.7).
4.3 Risico Managment.
Het verschaffen van vreemd vermogen aan MKB bedrijven brengt ook een aantal risico’s voor de banken met zich mee. Onder risico wordt verstaan de kans op een gebeurtenis, verwacht of onverwacht, die een negatieve werking op de omzet of op het kapitaal van banken heeft (OCC, 2004, p.5). Deze risico’s kunnen gezien worden als een andere vorm van informatie-asymmetrie, doordat banken moeite hebben om de precieze kans op een gebeurtenis, die een negatieve werking op het kapitaal of op de omzet heeft, te berekenen. De Office of the Comptroller of Currency ( OCC) presenteert in het handboek voor Internet banking negen risico’s. De risico’s zijn credit, interest rate, liquiditeit, prijs, buitenlandse
23
koers, transactie, compliance, strategische en reputatie3. Omdat deze scriptie zich richt op het verschaffen van vreemd vermogen, credit, via het internet, technologie worden in deze paragraaf credit risico en technologie risico besproken.
Credit risico is het risico dat kredietnemers het contract, dat is afgesloten met de bank, niet kunnen nakomen. Het niet nakomen van het contract heeft een negatieve werking op de omzet of op het kapitaal van de bank. Internet banking is vanaf elke plek op aarde toegankelijk. Bij het onderhandelen via het internet, zonder persoonlijk contact, is het voor banken altijd moeilijk om te controleren of het bedrijf betrouwbaar is. Betrouwbaarheid is een belangrijk element bij het verschaffen van vreemd vermogen. Het controleren van onderpanden en het verbeteren van de veiligheid zonder al te veel extra kosten te maken, vormt een uitdaging voor de banken. De banken moeten daarom zorgvuldig omgaan met het verstrekken van vreemd vermogen via het internet en het credit risico zorgvuldig managen. Voorheen waren banken geconcentreerd op de individuele leningen bij het managen van het credit risico. Behalve op de individuele leningen concentreren banken zich tegenwoordig ook op de gehele portofolio van leningen. Doordat banken zich naast de individuele leningen zich ook op de gehele portofolio concentreren bij het managen van het credit risico, kan het credit risico dalen en zo ook de mogelijke verliezen.4 Het toevoegen van internet leningen aan de portofolio van banken kan het credit risico van de banken doen afnemen (OCC Bulletin, 2004, p.6).
Om zich te beschermen tegen de risico’s van de nieuwe technologie zouden banken een manier moeten vinden om de risico’s van de nieuwe technologie te identificeren, te meten en te controleren. Volgens de OCC heeft het bestuur van de banken de verantwoordelijkheid om het risico van de nieuwe technologie te meten en in de gaten te houden. Het bestuur moet de vaardigheden hebben om de risico’s die gepaard gaan met Internet banking te identificeren, te meten en te controleren. Het bestuur zou een consultent kunnen inschakelen die regelmatig rapporten moet schrijven waarin staat hoe de verschillende technologische ontwikkelingen binnen de bank worden gebruikt en welke risico’s deze technologie met zich meebrengen. De makers van het rapport zouden ook moeten aangeven hoe deze risico’s gemanaged moeten
Zie voor een nadere bespreking van de risico’s van Internet banking de Comptrollers Handbook for Internet banking (1999, pp. 5-12), Yibin (2003, pp. 8-15) 4 Zie voor een nadere bespreking van het managen van een portofolio de Comptrollers Handbook for Loan Portofolio Managment (1998) 3
24
worden. Naast het bestuur zou ook een buitenstaander het risico van de technologie in de gaten moeten houden om er voor te zorgen dat de bank geen onnodige risico’s neemt.
V Conclusie In dit onderzoek is geprobeerd de financieringsproblematiek binnen het midden- en kleinbedrijf in Nederland op te lossen met behulp van Internet banking, de toegang tot externe financieringsbronnen is voor het MKB in Nederland namelijk beperkt. Er is daarbij eerst een literatuuronderzoek gedaan naar de financieringsproblematiek binnen het MKB en naar Internet banking. Uit een analyses van de RZO en MKB Nederland blijkt dat het midden en kleinbedrijf te kampen heeft met een aantal problemen, waardoor het verkrijgen van vreemd vermogen wordt bemoeilijkt. Het grootste probleem vormt de besloten structuur van het midden- en kleinbedrijf. Door deze geslotenheid is het voor banken moeilijk om het risico van een lening te bepalen. De bank moet voor het berekenen van dit risico extra kosten maken en die kosten worden doorberekend aan het bedrijf. Hierdoor betaalt het MKB-bedrijf gemiddeld meer dan 1000 basispunten meer voor vreemd vermogen bovenop het bedrag dat grote bedrijven voor vreemd vermogen moeten betalen.
Onder Internet banking wordt het aanbieden van bancaire diensten en producten via een elektronisch kanaal verstaan. In deze scriptie werd het transactionele type van Internet banking besproken, waarbij het mogelijk is om via de website van de bank informatie 25
verkrijgen. Daarnaast is het bij transactionele Internet banking ook mogelijk om geld over te maken en een nieuwe lening af te sluiten. Ondanks de negatieve verwachting dat internet banking traditionele banking zou vervangen, gebeurde dit niet. Bestaande banken voegde Internet banking toe aan de bestaande distributiekanalen van de bank. Doordat er gebruik wordt gemaakt van de World Wide Web, welke voor iedereen toegankelijk is, vormt de veiligheid van Internet banking een onderdeel dat verder uitgewerkt moet worden.
Het internet maakt het makkelijker om informatie uit te wisselen tussen kredietnemers en kredietverschaffers. Het internet verbetert de transparantie van het MKB en neemt een deel van de informatie-asymmetrie tussen banken en het MKB weg. Dankzij de transparantie dalen de operationele kosten voor de banken. Door de daling van de operationele kosten worden er minder kosten doorgerekend naar de klant waardoor de rentekosten voor MKB bedrijven dalen. Internet banking maakt het voor MKB bedrijven aantrekkelijker om te investeren in het bedrijf met vreemd vermogen. Door deze investeringen kan de Nederlandse economie namelijk optimaal groeien. Banken kunnen namelijk kosten besparen dankzij Internet banking en daarnaast kunnen er meer bedrijven bereikt worden dankzij de zelfbediening. Door de zelfbediening kunnen bedrijven op hun gemak de voorwaarden van de verschillende leningen doorlezen en zo heel wat tijd besparen. Doordat bedrijven de voorwaardes van de verschillende banken kunnen vergelijken, kunnen deze gemakkelijk van bank wisselen. Er is nog onvoldoende onderzoek gedaan naar invloed van Internet banking op de loyaliteit van de bedrijven aan de banken om daar een betrouwbare uitspraak over te doen. Behalve de banken genieten de MKB bedrijven ook van de voordelen van Internet Banking.
Uit het voorafgaande blijkt dus dat Internet banking het informatie-asymmetrie probleem tussen banken en MKB bedrijven kan oplossen, maar tegelijkertijd zorgt Internet banking ook voor negatieve bijwerkingen, namelijk extra risico’s. In deze scriptie zijn het credit en het technologie risico behandeld. Het verschaffen van geld aan MKB bedrijf brengt namelijk extra credit risico met zich mee. Banken moeten rekening houden met extra credit risico bij de risicoanalyse. Doordat bij Internet banking gebruik wordt gemaakt van een nieuwe technologie, waar risico’s aan verbonden zijn, is het verstanding om ook de risico’s van de internet technologie bij de risicoanalyse te betrekken.
De verschillende risico’s die Internet banking met zich meebrengt kunnen ook gezien worden als een vorm van informatie-asymmetrie, doordat de banken niet weten wat de toekomst zal 26
brengen. Internet banking kan op het ene vlak de informatie-asymmetrie wegnemen, maar zorgt op een ander vlak voor informatie-asymmetrie. Er kan dus niet zonder meer gezegd worden dat Internet banking de informatie-asymmetrie tussen banken en het MKB kan doen verdwijnen. Er zal een afweging gemaakt moeten worden tussen de informatie-asymmetrie die Internet banking wegneemt en de informatie-asymmetrie die wordt gecreëerd door Internet banking.
VI Bibliografie Aikaterini Banizioti (2006). Internet Banking: Progress and Customers’ Acceptance In East-Asian Developing Countries. Proefschrift, Universiteit van Amsterdam
Bradley L. and Stewart K., (2003), A Delphi study of Internet banking. Marketing Intelligence & Planning, 5, (21), 272 - 281
Bank for International Settlement (2001), Electronic finance: a new perspective and challenges. Basel: Press & Library Services BIS
Bank for International Settlement (2003), Risk Management Principles for Electronic Banking Basel: Press & Library Services BIS
Becchetti, Leonardo, en Giovanni Trovato(2003), The Determinants of Groei for Small and Medium Sized Firms. The Role of the Availability pf External Finance, Small Business Economics,Volume 19, 291-306.
27
Binks, Martin R. en Christine T.Ennew, (1996), Growing Firms and the Credit Constraint, Small Business Economics, Volume 8, 17-25
De Young, R (2001), The financial progress of pure-play internet banks Proefschrift, Bank for International Settlements
Duffhues, P. J. W. (2003), De financierbaarheid van het MKB : een analyse van de financiële structuur Den Haag : RZO, 2003. Publicatie, nr. 6
Glaessner, T, Kellermann, T, en McNevin, V. (2003), Electronic security, risk mitigation in financial transactions. Proefschrift, The World Bank
MKB-Nederland(2004); RZO, Financiering, prijs en toegang : vreemd vermogen in het mkb Delft :Staatsuitgeverij.
Mu, Y.(2003), E-Banking: Status, Trends, Challenges and Policy Implications Proefschrift, The World Bank
Morgan Stanley Dean Witter (1999), “The Internet Data Services Report”, pp.155. Homepage: www.morganstanley.com, 31juli, 2007
Kerr, K. (2002) Usage of New Technologies for SMB Financing Homepage: http://info.worldbank.org. 31 juli, 2007
Organisation for Economic Co-Operation and Development (2002), E-finance for SMEs: Global Trends and National Experiences.Parijs: OECD Publicatie Service
Petersen, M.A., Rajan, R.G., (1996), Trade Credit: Theories and Evidence, NBER Working Paper 5602, June, pp. 1-40.
United Nations Conference on Trade and Development (2002), World Investment Report, New York: UNCTD Publisher
28
Jayawardhena ,C. and Foley, P. (2000), “Changes in the banking sector-the case of Internet banking in the UK”, Internet Research: Electronic Networking Applications and Policy, Vol.10, No. 1, pp.19-30.
Nath R., Schrick P. and Parzinger M. (2001),“ Bankers’ perspectives on Internet banking”, e-Service Journal , Vol.1, No. 1, pp.21-36
VII Bijlagen Bijlage 1 Het doel van deze bijlage is verschaffen van kerngegevens van het MKB Het midden- en kleinbedrijf in een oogopslag. De Europese Unie en dus ook de Nederlandse overheid deelt het bedrijfsleven in drie categorieën in: grootbedrijf, middenbedrijf en kleinbedrijf. Het midden- en kleinbedrijf (mkb) bestaat uit bedrijven met maximaal 250 medewerkers. Het kleinbedrijf heeft hooguit 50 personeelsleden. Van alle Nederlandse ondernemingen heeft 1 procent meer dan 250 werknemers. Kerngegevens MKB in 2006
Aantallen
Aantal bedrijven: Aandeel mkb: Werknemers totaal (excl. overheid): Werknemers in mkb: Omzet totaal bedrijfsleven: Omzet mkb:
743.000 99,7% 7,2 miljoen 4,2 miljoen € 1322,4 miljard € 764,6 miljard
29
Verdeling werkgelegenheid in het MKB
Aantallen
(aantal werkenden) over de sectoren (exclusief overheid) in 2006 Zakelijke/Overige Diensten
30%
Detail/Groothandel
20%
Industrie
12%
Zorg
7%
Bouw
9%
Transport
9%
Horeca
6%
Overige sectoren
6%
Verdeling werkgelegenheid in het MKB naar grootteklasse in 2006
Aantallen
Aantal zelfstandigen 1-10 werknemers 10-99 werknemers 99-250 werknemers
21% 27% 40% 12%
Bron: website belangvereniging MKB Nederlandhttp://www.mkb.nl/Het_midden-_en_kleinbedrijf
Bijlage 2
30
Het doel van deze bijlage is het geven van inzicht betreffende de houdbare groei.
Bron: De Financierbaarheid van het MKB
31
32