Interne procedures en werkinstructies Verwerking asbesthoudend staalschroot Nedstaal B.V.
Datum:
15 juli 2013
Status:
versie 2.0
INHOUDSOPGAVE
1.
INLEIDING ........................................................................................................................................ 1 1.1 Algemeen....................................................................................................................................... 1 1.2 Status en doel interne procedures en werkinstructies ................................................................. 1 1.3 Organisatie Nedstaal ..................................................................................................................... 3
2.
INTERNE PROCEDURES EN WERKINSTRUCTIES ............................................................................... 4 2.1 Algemeen....................................................................................................................................... 4 2.2 Opslag ............................................................................................................................................ 4 2.3Intern transport en lediging ........................................................................................................... 5 2.4Smeltproeven in smeltoven ........................................................................................................... 6 2.5Afwerking en afvoer ....................................................................................................................... 7 2.6Calamiteiten en incidenten ............................................................................................................ 7
3.
LIJST VAN GEBRUIKTE BEGRIPPEN EN AFKORTINGEN................................................................... 10
1. INLEIDING 1.1 Algemeen Nedstaal B.V. (hierna Nedstaal) is het enige bedrijf in Nederland dat ongelegeerd en laaggelegeerd staal produceert door middel van het elektrostaalproces, waarbij staalschroot de belangrijkste secundaire grondstof is. Binnen de inrichting worden diverse soorten staalschroot door middel van smelten, raffineren, legeren en vervolgens gieten verwerkt tot nieuwe staalproducten. Hiervoor zijn binnen de staalfabriek twee smeltovens en twee pannenovens beschikbaar. Nedstaal is voornemens om binnen haar inrichting, gelegen aan Rapenburg 1 te Alblasserdam, smeltproeven te doen met asbesthoudend staalschroot. Om dit mogelijk te maken, heeft Nedstaal een tijdelijke vergunning voor proefnemingen aangevraagd. Het doel van de proeven is het verkrijgen van de bevestiging dat verwerking van asbesthoudend schroot binnen de inrichting van Nedstaal mogelijk is zonder nadelige gevolgen voor milieu, werknemers en omwonenden, zoals op laboratoriumschaal is getest, omdat daarmee een duurzamer alternatief beschikbaar komt dan de thans wettelijk voorgeschreven wijze van verwerking van asbesthoudend afval, namelijk storten. De omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is aangevraagd voor maximaal één jaar en 100 ton asbesthoudend staalschroot. Het materiaal waarvoor proeven worden aangevraagd, bestaat uit staalschroot: • met daarop aanwezig een asbesthoudende coating die hechtgebonden is waarin de concentratie aan asbest lager is dan 5 gewichtsprocenten; • waarin asbest houdende materialen (in het schroot) zijn opgesloten. Het type asbest dat zich in de in deze materialen bevindt, is witte (CHR, chrysotiel) asbest. In het kader van de omgevingsvergunning en de naleving van de daarin gestelde voorschriften zijn onderstaande interne procedures en werkinstructies opgesteld.
1.2 Status en doel interne procedures en werkinstructies Dit document is opgesteld voor het verstrekken van informatie aan het personeel van Nedstaal en overige direct betrokkenen bij de uitvoering van de proeven met asbesthoudend staalschroot. Dit document maakt onderdeel uit van de aanvraag omgevingsvergunning en vormt een tijdelijke aanvulling (voor de duur van de te verlenen omgevingsvergunning) op het interne kwaliteitshandboek. Mede daarom zijn de in dit document opgenomen procedures en werkinstructies niet in het, binnen Nedstaal gebruikelijke format van interne procedures en werkinstructies gegoten. De in dit document opgenomen procedures en werkinstructies zijn mede gebaseerd op de vergunningvoorschriften en dienen alleen al daarom ook geïmplementeerd en nageleefd te worden.
1|Page
Onderdeel van de aanvraag omgevingsvergunning zijn ook de volgende, afzonderlijke documenten: • een acceptatieprotocol waarin is beschreven welke stappen en procedures worden doorlopen bij de (voor)acceptatie van asbesthoudend staalschroot, dus tot en met de opslag van asbesthoudend staalschroot in gesloten containers in de bedrijfshal; • een plan van aanpak waarin de proeven, de arbeids- en milieuhygiënische voorzorgsmaatregelen,het meetplan en controleplan zijn beschreven; • een aanvulling op het Bedrijfsnoodplan waarin is beschreven welke procedures gevolgd dienen te worden in het geval zich tijdens de proefperiode binnen de inrichting een asbestincident voordoet. Tezamen met deze documenten vormt dit document een borging voor het veilig en zorgvuldig uitvoeren van de verwerking van asbesthoudend schroot tijdens de proeven. Deze interne procedures en werkinstructies hebben betrekking op de verwerking (!) van asbesthoudend staalschroot, d.w.z. vanaf het moment van opslag van asbesthoudend staalschroot in de bedrijfshal tot aan de afwerking en afvoer van (rest)producten (zie figuur 1). Opslag
Smeltoven
Afwerking en afvoer
Figuur 1: Processchema verwerking van (asbesthoudend) staalschroot
2|Page
1.3 Organisatie Nedstaal De organisatie van Nedstaal is als volgt gestructureerd.
Het bedrijfsonderdeel Operations heeft de grootste en meest praktische verantwoordelijkheid, taken en bevoegdheden bij het uitvoeren van de proeven: • de afdelingen logistics en steelplant zijn verantwoordelijk voor het interne transport en het smelten van het materiaal; • de afdeling maintenance is verantwoordelijk voor de goede werking van alle installaties en technische voorzieningen die bij de proeven betrokken zijn; • de afdeling Quality Assurance and Quality Control (QA & QC) ziet toe op de correcte voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de proeven en de naleving van de daarbij horende maatregelen, voorzieningen,procedures en (werk)instructies; • de directeur Operations is eindverantwoordelijk, onder andere ook voor het overleg en de afstemming met overige instanties die bij de proeven betrokken zullen zijn (waaronder bijvoorbeeld Search). Het bedrijfsonderdeel Finance vervult ook een belangrijke, faciliterende rol bij de proeven: • de afdelingen Finance en ICT zijn verantwoordelijk voor een juiste registratie en rapportage van de financiële en goederenstromen; • Human Resources Management (HRM) is verantwoordelijk voor de juiste opleiding, training en instructies van het eigen Nedstaal personeel; • Afdeling Health & Safety ziet toe op een veilige en gezonde werkomgeving tijdens de proeven, waaronder het verstrekken en controleren van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Voorafgaand aan uitvoering van iedere proefneming wordt doorgenomen welke betrokken afdelingen voor die specifieke proef betrokken zijn en worden onderhavige instructies uitvoerig doorgesproken. 3|Page
2. INTERNE PROCEDURES EN WERKINSTRUCTIES 2.1 Algemeen Nadat asbesthoudend staalschroot is geaccepteerd en opgeslagen conform het Acceptatieprotocol,vindt verwerking van het asbesthoudend staalschroot tijdens de proeven plaats in de volgende chronologische stappen: • Opslag in gesloten containers in de bedrijfshal van Nedstaal; • Intern transport van gesloten containers via de bovenloopkraan en lediging in smeltoven; • Smelten in smeltoven; • Afvoer en verwerking in pannenovens; • Afwerking in striphal en/of walserij en afvoer.
2.2 Opslag De gesloten containers met asbesthoudend staalschroot staan opgeslagen in de bedrijfshal,binnen kraanbereik en dichtbij zijnde controleruimtes nabij locatie M4, op de begane grond.
Figuur 2: Overzicht bedrijfshal
Voordat de containers met asbesthoudend staalschroot naar de smeltoven worden getransporteerd, dienen de volgende procedures en werkinstructies in acht te worden genomen: • tijdens de opslag dienen de containers gesloten te zijn en moet – evenals bij de controle bij levering aan de poort – eerst visueel worden gecontroleerd of de betreffende container geen gebreken vertoont en daadwerkelijk gesloten is. Indien tijdens de controle blijkt dat de container gebreken vertoont of niet geheel gesloten is, dan wordt gehandeld conform het Bedrijfsnoodplan en worden terstond maatregelen getroffen om eventuele asbestemissies te 4|Page
•
•
•
voorkomen. Deze houden ten minste in dat het betreffende gebied moet worden afgezet met asbestlint en de container niet meer gebruikt of bewogen mag worden totdat de container is gesloten of de inhoud is geïsoleerd van de omgeving (zie paragraaf 2.6 Ongewone voorvallen); ten minste één week voorafgaand aan elke proefneming dienen het bevoegd gezag en alle overige direct betrokkenen op de hoogte te worden gebracht van de geplande proef. Daarbij moeten de dag en een indicatie van het tijdstip worden opgegeven, waarop de proef zal plaatsvinden; bij de eerste en tweede proef mag slechts één batch van maximaal 1 ton aan asbesthoudend staalschroot, met een maximale asbestconcentratie van 2% van de coating, worden gesmolten. Bij de derde, vierde en vijfde proef mag slechts een batch van maximaal 2 ton aan asbesthoudend staalschroot, worden gesmolten. Bij vervolgproeven kunnen partijen hogere asbestconcentraties bevatten, mits acceptatie en verwerking daarvan door bevoegd gezag schriftelijk is goedgekeurd. Een kopie van die goedkeuring dient in een logboek aanwezig te zijn; ter voorbereiding van de proeven zullen: o alle installaties en technische voorzieningen die bij dit proces betrokken zijn, worden voorafgaand aan een proef door afdeling Maintenance gecontroleerd op een juiste werking. Dit betreft de oven/smeltinstallatie, de stofafzuigingsinstallatie, de filterinstallatie en de kraaninstallatie. De (goede) werking van een installatie of voorziening dient op een checklist te worden aangegeven door maintenance en wordt bewaard binnen die afdeling; o de tijdens de proeven te ondernemen stappen (intern transport en lediging van de gesloten containers) door de betrokken operators worden geoefend met niet-asbesthoudend staalschroot voorafgaand aan de proefneming, naast het doorlopen van de relevante toepasselijke documenten, zoals deze instructies.
2.3Intern transport en lediging Op het moment dat het asbesthoudende schroot ingezet gaat worden, wordt de gesloten container met de daarvoor bedoelde bovenloopkraan opgepakt, gedraaid en boven de desbetreffende oven gebracht. De losklep wordt automatisch geopend door de container te kantelen met de kraan (kleine hijs). Nadat de container is geleegd wordt deze weer teruggedraaid, waarbij de container automatisch sluit. De lege container wordt teruggebracht naar dezelfde plek (binnen in de productiehal). Bij het transport en de lediging dienen de volgende procedures en werkinstructies in acht te worden genomen: • zoals hiervoor al aangegeven, dient het transport en de lediging door in de handeling van de container (hijsen, transporthandeling) geoefend personeel plaats te vinden;
• bij de uitvoering van een proef mag slechts één smeltoven tegelijk worden gebruikt voor het verwerken van een batch asbesthoudend staalschroot. De tweede smeltoven mag dan geen asbesthoudend staal bevatten. Alleen indien uit de resultaten van de eerste proef van een partij blijkt dat bij het smelten van de eerste batch geen asbestvezels zijn vrijgekomen, dan mogen bij vervolgproeven beide smeltovens gelijktijdig worden gebruikt bij een proef, mits the batches
5|Page
maar afkomstig zijn van dezelfde partij. Dit houdt in dat in elke van de smeltovens een batch van maximaal 5 ton asbesthoudend staalschroot mag worden toegevoegd aan de smelt.
2.4Smeltproeven in smeltoven Tijdens het smeltproces dienen de volgende procedures en werkinstructies te worden gevolgd: • het asbesthoudend staalschroot mag uitsluitend in een bestaande smelt van staal worden ingebracht. Het asbesthoudende staalschroot mag pas aan de smelt worden toegevoegd wanneer de bestaande smelt op temperatuur is (> 1500 °C). De kraanmachinist houdt daarvoor contact met de dienstdoende medewerker in de controleruimte; • alle operators rondom de smeltovens dienen zich in de controleruimtes te bevinden m.u.v. personeel dat handelingen moet verrichten zoals de kraanmachinist op het bordes die de kraan moet bedienen. Al het personeel dient te beschikken over voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en die ook te dragen; • voor het geval er toch asbestvezels in de bedrijfshal vrijkomen, zullen alle tijdens de proeven aanwezige operators van de smeltovens preventief over de benodigde PBM’s moeten beschikken en die ook moeten dragen, waaronder in elk geval een P3-masker (adembescherming), een veiligheidshelm, veiligheidsbril, werkschoenen, gehoorbescherming en vlamvertragende kleding. De dienstdoende medewerker van afdeling Health & Safety controleert op de naleving hiervan; • per proef moet door de dienstdoende operator in de controleruimte schriftelijk in een logboek worden vastgelegd hoeveel staal zonder asbest en hoeveel asbesthoudend staal in de smelt is verwerkt. Tijdens en na afloop van de smeltproeven zullen luchtmetingen, kleef- en materiaalmonsters worden uitgevoerd om vast te stellen of tijdens het smeltproces mogelijk asbestvezels zijn vrijgekomen in de bedrijfshal, in de filterinstallatie, in het rookgasreinigingsresidu en de staalslakken. In de hoofdstukken 4 en 5 van het Plan van Aanpak is uitgebreid beschreven wat, waar, wanneer, hoe en door wie monstername (en analyse) zal geschieden. Echter, ten behoeve van de verschillende metingen dienen de volgende procedures en werkinstructies in acht te worden genomen: • de restproducten van het smeltproces (staalslakken) dienen in de slakkenbak (gemarkeerd met afzetlint)op de slakkenstortplaats gescheiden te worden gehouden van restproducten uit de reguliere bedrijfsvoering, totdat duidelijk is of de restproducten wel of niet asbesthoudend zijn. Voor het rookgasreinigingsresidu geldt dat het ledigen en afvoeren van de silo met stofresten pas mag plaatsvinden als er geen verdere vezels zijn aangetroffen, vast te stellen via monstername en analyse door bureau Search. De resultaten van de analyse worden schriftelijk gecommuniceerd aan de Milieumanager. De silo zelf is volledig gesloten uitgevoerd. • in het geval er asbestvezels in de onderzochte monsters worden aangetroffen, is sprake van een asbestincident, moet het betreffende gebied worden afgezet met asbestlint en wordt gehandeld conform het Bedrijfsnoodplan is (zie ook paragraaf 2.6 Calamiteiten);
6|Page
•
van elke afzonderlijke proefneming moet binnen 4 weken na afloop een meetrapport beschikbaar zijn, op te stellen door Search en vast te leggen in een logboek.
2.5Afwerking en afvoer Het vloeibare staal gaat na het smelten in een voorverwarmde pan naar een pannenoven. Daar worden legeringen toegevoegd, waarna het vloeibare staal met een vacuüminstallatie wordt ontgast en in mallen (kokillen) gegoten. De mallen gaan naar de striphal, waar de stripkraan de kokillen van het gegoten blok verwijdert. Afhankelijk van het product worden de blokken staal opgeslagen of via het spoor vervoerd naar de blok-knuppelwalserij waar verdere bewerking plaatsvindt. Het eindproduct wordt opgeslagen op het terrein in afwachting van afvoer naar de klant, e.e.a. zoals normaliter in de reguliere bedrijfssituatie ook gebeurt. Tijdens deze laatste processtappen dienen de volgende procedures en werkinstructies te worden gevolgd: • de restproducten van de smeltproeven (staalslakken, rookgasreinigingsresidu en veegvuil) die apart van de restproducten uit de reguliere bedrijfsvoering zijn gehouden, mogen pas worden afgevoerd nadat uit monstername en analyse duidelijk is geworden of deze asbestvezels bevatten of niet. Monstername, analyse en verslaglegging geschiedt door Search, waarna de rapportage in een logboek wordt gevoegd; • in het eerste geval (wel asbesthoudend afval) treden de procedures uit het Calamiteitenplan (onderdeel bedrijfsnoodplan) voor calamiteiten (zie ook paragraaf 2.6) in werking en dienen de restproducten te worden afgevoerd naar een daartoe erkende verwerker van asbesthoudend afval; • in het tweede geval (geen asbesthoudend afval) kunnen de apart gehouden restproducten samen met de reguliere restproducten worden afgevoerd naar de daarvoor gecontracteerde recycling- en verwerkingsbedrijven.
2.6Calamiteiten en incidenten Mochten zich tijdens de proeven incidenten en/of calamiteitenvoordoen, dan dienen de volgende procedures en werkinstructies te worden gevolgd. Incidenten In het bedrijfsnoodplan van Nedstaal is voorzien in een procedure voor het optreden van (kleine) asbestincidenten in het reguliere productieproces. Indien zich tijdens de uitvoering van de proeven asbestincidenten op de bedrijfslocatie voordoen die niet het gevolg zijn van de proeven en een negatieve uitwerking hebben op zowel de uitvoering of het resultaat van de proeven, dan zullen de proeven worden gestaakt en treden de procedures A2, A8.1 en D5 uit het bedrijfsnoodplan in werking.
7|Page
Calamiteiten In het Bedrijfsnoodplan , is opgenomen dat in geval van dreiging van calamiteiten met een verhoogd risico op asbestemissie de volgende procedures en werkinstructies gevolgd dienen te worden: 1. de werkzaamheden worden direct stilgelegd; 2. alle onbevoegden verlaten de locatie, op last van de operationeel leidinggevende (shiftleader Staalfabriek); 3. de laborant van het geaccrediteerd laboratorium, die reeds aanwezig is om de luchtmonsters te nemen, beoordeelt of er een asbestemissie heeft plaats gevonden; 4. na beoordeling van de situatie treedt de laborant in overleg met de eerste lijnverantwoordelijke van Nedstaal en adviseert deze over welke vervolgstappen noodzakelijk zijn; 5. bij het vermoeden van een asbestemissie die een blootstelling aan asbestconcentraties boven de grenswaarde inhoudt, wordt, in overleg met de eerste lijnverantwoordelijke van Nedstaal, door de laborant de omvang van het verontreinigd gebied bepaald. De laborant beoordeelt of monstername met kleefmonsters noodzakelijk is. Indien naar het oordeel van de laborant geen schadelijke asbestemissie heeft plaats gevonden en plaats kan vinden, bepaalt de eerste lijnverantwoordelijke of de werkzaamheden worden hervat; 6. wanneer na onderzoek van de laborant blijkt dat er als gevolg van het incident een gezondheidsbedreigende situatie heerst, zal het betreffende gebied worden afgezet met asbestlint en zal een asbestsanering plaatsvinden; 7. de eerste lijnverantwoordelijke moet naar eigen oordeel besluiten of de proeven worden hervat. De laborant heeft hier een adviserende rol. Hierbij moet in overweging worden genomen of de opgetreden calamiteit een incidentele of structurele oorzaak heeft en of de calamiteit de proeven niet negatief heeft beïnvloed. De calamiteit wordt direct door de Milieumanager gemeld aan de Omgevingsdienst Zuid Holland Zuid (OZHZ). Bij de melding worden de volgende zaken doorgegeven. • de oorzaken van het voorval en de omstandigheden waaronder het voorval zich heeft voorgedaan; • de ten gevolge van het voorval vrijgekomen stoffen en eigenschappen; • andere gegevens die van belang zijn om de aard en de ernst van de gevolgen voor het milieu van het voorval te kunnen beoordelen; • de maatregelen die zijn of worden overwogen om de gevolgen van het voorval te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken. OZHZ geeft van de melding en de daarbij verstrekte gegevens onverwijld kennis aan: a. de burgemeesters van de betrokken gemeenten; b. de inspecteur van I&M; c. de voorzitters van de betrokken veiligheidsregio’s in de gevallen dat de gevolgen van het voorval zich voordoen dan wel kunnen voordoen buiten de grenzen van de gemeente waar Nedstaal is gelegen; d. Gedeputeerde Staten van de betrokken provincie in de gevallen dat het voorval verontreiniging of aantasting van de bodem tot gevolg heeft; 8|Page
e. andere bestuursorganen of overheidsdiensten, die direct belang hebben bij een onverwijlde mededeling. Melding van asbestcalamiteiten aan de inspectie SZW (voorheen arbeidsinspectie) is verplicht en geschiedt door de Arbo- en Veiligheidsmanager.
9|Page
3. LIJST VAN GEBRUIKTE BEGRIPPEN EN AFKORTINGEN Arbo:
Arbeidsomstandigheden
CHR:
Chrysotiel (witte asbest)
HRM:
Human Resources Management
OZHZ:
Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
QA & QC:
Quality Assurance and Quality Control
SZW:
(Inspectie) Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Wabo:
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
10 | P a g e