International Paralympic Committee Sectie Atletiek
Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Gecombineerde IPC reglementen 2010 – 2011
Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Inleiding Het Internationaal Paralympisch Comite (IPC) is de wereldwijde overkoepelende organisatie voor de Paralympische Beweging en IPC atletiek is een onderdeel van het IPC. Als leidraad gelden de regels en reglementen van het IAAF, die zowel voor de valide sporter als voor de sporter met een handicap gelden. Het is echter evident dat niet in alle gevallen deze regels strikt kunnen nageleefd worden. De IPC atletiekregels en reglementen 2010-2011 zijn dan ook te gebruiken in combinatie met de IAAF atletiekregels en reglementen om zo te komen tot IPC erkende atletiekcompetities: 1. IPC Competities dwz Paralympische Spelen en WK 2. IPC Sanctioned Competities dwz Circuits of World Series 3. IPC Athletics goedgekeurd Competities dwz Nationaal en Internationaal, IAAF of op advies van de Nationale Federatie (NF)
Dit document: • Geeft een overzicht van de regels en voorschriften die bij IPC Atletiek van toepassing zijn in de door de IPC erkende competities. • Is door het ICP ontworpen zodat het verenigbaar is met de regels en reglementen van de Internationale Association of Athletics Federations (IAAF) De aanpassing van dit document met de IAAF regels en reglementen (versie 2010-2011) legt geen enkele verantwoordelijkheid bij de IAAF betreffende de IPC atletiekregels en reglementen. Voor alle IPC atletiekzaken die verwijzen naar de IAAF regels en reglementen (versie 20102011) geldt: • “secretaris-generaal van de IAAF" moet worden gewijzigd in "Sportmanager IPC atletiek” • “IAAF” of de "Raad van de IAAF" moet worden gewijzigd in "IPC" of "IPC Raad van bestuur " • "competities georganiseerd onder (IAAF) Artikel 1.1" moet worden vervangen door "IPC Atletiek Erkende Wedstrijden ". Een belangrijk kenmerk van dit document is de verduidelijking van de uitzonderingen op de reglementen van de IAAF 2010-2011 terug te vinden zijn in hoofdstuk 5. Deze uitzonderingen die van toepassing zijn op alle evenementen voor atleten met een handicap zijn van toepassing voor alle IPC erkende competities. Andere documenten die integraal van toepassing zijn voor de uitvoering van de IPC atletiekregels en reglementen 2010-2011 zijn: • IPC Handboek • IPC Anti-Doping Code • IPC atletiekclassificatie regels en reglementen • IPC Classificatie Code • IPC Athletics Geschiktheidsvereisten • IPC Ethische Code De IPC atletiekregels en reglementen 2010-2011 zijn van toepassing vanaf de datum van uitgave tot de uitgave van de volgende editie na de IPC Wereldkampioenschappen atletiek Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
te Christchurch. De publicatie van de volgende editie wordt op de IPC website gepubliceerd en rondgestuurd naar de IPC leden. De volgende editie is van toepassing op de periode tot de Paralympische Spelen te Londen in 2012.
Jason Hellwig Chairman, Voorzitter, IPC Sporttechnische Commissie Atletiek Januari 2010
Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
HOOFDSTUK 1: ATLETIEKCOMPETITIES ERKEND DOOR HET IPC 1.1 Erkende IPC Atletiekwedstrijden De erkende IPC atletiekwedstrijden zijn: i) Paralympische Spelen ii) Wereldkampioenschappen IPC atletiek iii) Regionale IPC atletiekkampioenschappen iv) Atletiekcompetities onder de bevoegdheid van het ICP v) Goedgekeurde IPC atletiekcompetities – Internationale of nationale wedstrijden voor atleten met een handicap met een positief advies van de IAAF of de nationale federatie 1.2 Toepassing van de IPC regels en reglementen De erkende IPC regels en reglementen 2010 – 2011 zijn van toepassing op de volgende erkende IPC wedstrijden: i) Paralympische Spelen ii) Wereldkampioenschappen IPC atletiek iii) Regionale IPC atletiekkampioenschappen iv) Atletiekcompetities onder de bevoegdheid van het ICP v) Goedgekeurde IPC atletiekcompetities – Internationale of nationale wedstrijden voor atleten met een handicap met een positief advies van de IAAF of de nationale federatie 1.3 Erkend eisen die op de IPC wedstrijden van toepassing zijn Voor meer gedetailleerde informatie over de huidige erkende IPC wedstrijden verwijzen we naar de IPC website: www. ipc-athletics.paralympic.org 1.4 Erkenning van de wedstrijdresultaten IPC accepteert enkel resultaten van wedstrijden die door het ICP erkend werden en in overeenstemming met de reglementen die van toepassing zijn voor de geclassificeerde atleet om te komen tot: i) IPC atletiek stand ii) IPC atletiekrecords iii) Toewijzing of kwalificatie voor Wereldkampioenschappen IPC atletiek of Paralympische Spelen iv) Bereiken van de kwalificatienorm voor Wereldkampioenschappen IPC atletiek of Paralympische Spelen Voor gedetailleerde informatie over de huidige IPC atleten en de classificatie-eisen die betrekking hebben op de registratie en de vergunningen van de atleten verwijzen we naar de IPC website: http://ipc-athletics.paralympic.org/Downloads 1.5 Reclame en displays tijdens IPC Atletiekcompetities De IPC voorschriften inzake reclame in combinatie met de IAAF reglementen bepalen de specifieke voorwaarden inzake de grootte en de plaatsing van de reclame op de kledij en de uitrusting voor de IPC wedstrijden. Voor meer gedetailleerde informatie over de huidige reglementering ivm reclame en displays op de erkende IPC atletiekwedstrijden verwijzen we naar de IPC website: http://ipc-athletics.paralympic.org/Downloads Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Opmerking voor het plaatsen van reclame op: • Rolstoel (Klasse T32-34 & T51-54) wordt beschouwd als 3 onderdelen van de uitrusting (dwz 2 grote wielen en een frame) • Werpstoel (Klasse T32-34 & T51-58) wordt beschouwd als 1 onderdeel 1.6 Toepassingen van de Anti- Gokcode Alle IPC geclassificeerde atleten hebben de IPC Eligibility Code ondertekend waardoor zij gebonden zijn aan punt 8 van het Wetboek. Hierin onderschrijven zij dat zij tijdens geen enkel IPC evenement zullen deelnemen aan gok- en aanverwante activiteiten en tevens deze niet zullen ondersteunen.
HOOFDSTUK 2: BEVOEGDHEID EN CLASSIFICATIE 2.1 IPC geschiktheidsvereisten (atletiek) De IPC geschiktheidsvereisten zijn van toepassing op de volgende erkende Competities: i) Paralympische Spelen ii) Wereldkampioenschappen IPC atletiek iii) Regionale IPC atletiekkampioenschappen iv) Atletiekcompetities onder de bevoegdheid van het ICP v) Goedgekeurde IPC atletiekcompetities – Internationale of nationale wedstrijden voor atleten met een handicap met een positief advies van de IAAF of de nationale federatie Meer informatie over Geschiktheidsvereisten zal uiteengezet worden in de wedstrijddocumentatie. Opmerking: Een sporter moet 14 worden op 31ste december in het jaar van competitie om deel te kunnen nemen aan de wedstrijd. 2.2 IPC Classificatievereisten (atletiek) Een atleet moet niet alleen voldoen aan de IPC classificatievereisten, maar moet om deel te kunnen nemen aan de hierboven vermelde wedstrijden, bovendien ook beoordeeld worden door een IPC classificatiepanel (atletiek): i) Om na te gaan of ze wel of niet voldoen aan de Minimale Disability Criteria (MDC) ii) Indien ze voldoen aan de Minimale Disability Criteria (MDC), om vast te stellen hun: (1) IPC atletiekclassificatie (2) IPC atletiekclassificatie te bevestigen of te herzien Voor gedetailleerde informatie over de huidige classificatie verwijzen we u door naar de IPC website: http://ipc-athletics.paralympic.org/Classification/ 2.3 Toelating van atleten met een nieuwe status
Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Atleten die nog niet beoordeeld werden door een IPC classificatiepanel (atletiek) kunnen deelnemen aan de wedstrijden die hierboven beschreven werden in paragraaf 2.1 (b)-(e) met een IPC classificatiestatus New (N) i) Hiervoor dienen zij te voldoen aan de relevante geschiktheidsvereisten (atletiek) en classificatie-eisen van de IPC regels en reglementen 2010-2011 ii) Voldoen aan de toelatingsnormen voor de respectievelijke wedstrijd (eventueel) voor de respectievelijke wedstrijd of wedstrijden die zij van plan zijn om deel te nemen in hun “potentiele” klasse in overeenstemming met de eisen van het plaatselijke organisatiecomité (LOC) Opmerking: Het is niet verplicht om op elke IPC atletenclassificaties toe te kennen op elke IPC erkende atletiekwedstrijd. Een van de doelstellingen van het IPC atletiek is om zoveel mogelijk te beperken of, indien mogelijk, te elimineren om de IPC classificaties toe te kennen op de Wereldkampioenschappen en de Paralympische Spelen. Om deze doelstelling te bereiken zal een gecoördineerde aanpak en verbetering noodzakelijk zijn om de IPC classificatie (atletiek) weg te houden van de grote wedstrijden.
2.4 Geschiktheidsvereisten voor IAAF en NF (Nationale Federatie) wedstrijden Atleten met een handicap die deelnemen aan wedstrijden die opgenomen werden in de IPC atletiek met toelating van de IAAF/NF moeten aan volgende voorwaarden voldoen: i) De voorwaarden beschreven in hoofdstuk 2 van de IAAF wedstrijdreglementen 2010-2011en/of ii) Elke variatie van deze toelatingen aangehaald door het Locale Organisatie Comite (LOC) en/of het toezicht van de Federatie
HOOFDSTUK 3: ANTI-DOPING – MEDISCHE DIENSTEN – TECHNOLOGIE EN UITRUSTING
Alle atleten moeten zich houden aan de dopingregels zoals die door het IPC en de Sectie Atletiek van het IPC zijn opgesteld. 3.1 Anti-Doping 3.1.1 IPC Anti-Doping-Code De IPC Anti-Doping Code (IPC Handbook, deel 2, hoofdstuk 1.2, http://www.paralympic.org/IPC/IPC_Handbook/ ) is van toepassing op de hierna volgende competities: i) Paralympische Spelen ii) Wereldkampioenschappen IPC atletiek iii) Regionale IPC atletiekkampioenschappen iv) Atletiekcompetities onder de bevoegdheid van het ICP 3.1.2 Anti-Doping eisen op IPC goedgekeurde wedstrijden Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
De Anti-Doping Code staat onder toezicht van de federatie en is van toepassing voorwedstrijden voor atleten met een handicapin: (a) Goedgekeurde toegelaten IPC wedstrijden – Internationale en nationale competitie voor atleten met een handicap en/of (b) Goedgekeurde toegelaten IPC wedstrijden – IAAF / NF goedgekeurde wedstrijden Een geldige aanvraagprocedure voor een competitie vereist: (a) Als minimum afschrikkingmiddel: random anti-dopingtesten tijdens de competitie en (b) Dat de wedstrijd zal worden uitgevoerd in overeenstemming met World Anti-Doping Authority (WADA), Anti-Doping Code en volgens de Internationale normen die gelden voor de Federatie.
3.1.3 IPC opmerking op de anti-doping code Alle IPC geclassificeerde atleten hebben de IPC Eligibility Code ondertekend waardoor zij gebonden zijn aan punt 7 van het Wetboek. Hierin onderschrijven zij dat zij geen enkele stof of methode zullen gebruiken die in strijd is met de IPC Anti-Doping code. 3.2 Medische Diensten 3.2.1 Goedgekeurde Medische diensten Met de uitsluiting van de anti-doping gerelateerde afdelingen, zijn de bepalingen van het IAAF wedstrijdreglement Medisch handboek ( http://www.iaaf.org/medical/info/index.html ) van toepassing op de IPC erkende wedstrijden 3.2.2 Medische afgevaardigde Het besluit genomen door de medisch afgevaardigde van het ICP is de laatste autoriteit inzake alle medische zaken 3.2.3 Autonome Dysreflexie en stimulering Elke doelbewuste poging om Autonome Dysreflexie te veroorzaken (dwz "stimuleren”) is verboden op alle wedstrijden goedgekeurd en herkende wedstrijden door het IPC. Het IPC standpunt over “Autonome Dysreflexie en stimulering” (IPC handboek, afdeling 2, hoofdstuk 4.3 http://www.paralympic.org/IPC/IPC_Handbook/) geldt voor all IPC alle IPC goedgekeurd atletiekwedstrijden. 3.2.4 Geslachtscontrole De medische afgevaardigde heeft, in overeenstemming met artikel 113 van de IAAF reglementen, op de Paralympische Spelen, Wereldkampioenschappen IPC en de Regionale Kampioenschappen IPC atletiek, het gezag voor de bepaling van het geslacht van een atleet " 3.3 Technologie en uitrusting 3.3.1 Grondprincipes Het basisprincipe van het IPC is toezicht houden op de evolutie van de gebruikte apparatuur tijdens de IPC competities: (a) Veiligheid (dwz voor de atleet, andere atleten, de officiëlen, het publiek en de omgeving) Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
(b) Eerlijkheid (dwz dat de atleet geen oneerlijk voordeel ontvangt dat in strijd is met de “geest” van de wedstrijd) (c) Universeel (commercieel toegankelijk voor iedereen en niet voor enkele geselecteerde atleten of landen (d) Fysieke kracht (de menselijke prestatie is de kritische factor en niet de impact van de technologie en het apparatuur) Opmerking: Het IPC onderzoekt momenteel manieren om materialen te standaardiseren en probeert valide en betrouwbare onderzoeksmethoden te ontwikkelen voor een reglementaire uitrusting. Deze principes gelden in het bijzonder voor de ontwikkeling van: • Sportspecifieke protheses • Werpstoelen • Rolstoelonderdelen
3.3.2 Nazicht op het gebruik van technologie en uitrustingen De technisch afgevaardigde van het IPC, of iemand die hiervoor verantwoordelijk wordt gesteld, moet toezicht houden op het gebruik van de technologie en de uitrusting die door het IPC erkend wordt, om te voorkomen dat een atleet bevoordeeld wordt ten opzichte van de andere atleten. Dit toezicht betreft de beoordeling van: • Onrealistische verbetering van de hoogte van het werpen bij de werpproeven • Onrealistische verhoging van slaglengte • De vraag of apparatuur en / of prothese onderdelen commercieel beschikbaar zijn voor alle atleten (dwz prototypes die zijn gebouwd uitsluitend voor het gebruik van een specifieke atleet worden geweerd IPC goedgekeurde atletiekwedstrijden ) • Het gebruik van apparatuur dat gebruik maakt van materialen die energie opslagen en / of ontworpen zijn om de prestaties te verbeteren in verhouding met de capaciteit van een "gezonde" sporter 3.3.3 Verboden technologie Bij IPC erkende wedstrijden is het gebruik van volgende technologieën verboden: (a) Apparatuur waarbij de atletische prestaties worden bekomen door machines, motoren of robotsmechanismen, en (b) Osteo-geïntegreerde prothese. De technisch afgevaardigde van het IPC moet verslag uitbrengen aan IPC sectie atletiek in alle gevallen waarover zij zich zorgen maken over mogelijke schendingen tegen deze reglementen. De IPC Athletics Sport Manager moet bij ontvangst van een dergelijk verslag de zaak voorleggen aan de Sport Technische Commissie en de IPC Medisch en wetenschappelijk directeur . Deze staan in voor verder onderzoek en voor het ondernemen van actie indien nodig.
Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
HOOFDSTUK 4: GESCHILLEN De Sectie Atletiek van het IPC stemt in met de inhoud van hoofdstuk 4 van de IAAF "Wedstrijdreglement 2010 - 2011", dat handelt over geschillen tussen atleten en anderen, zowel in zaken die met doping te maken hebben als in andere zaken en zal naar de inhoud van dit artikel handelen. In alle gevallen waarin dit artikel kan worden gevolgd zouden ook de nationale organisaties van het IPC dit moeten doen. De Sectie Atletiek van het IPC zal hierin samenwerken met het International Paralympisch Comité om een eerlijke behandeling van geschillen voor iedere atleet te waarborgen. 4.1
Procedure inzake IPC Anti-dopinggeschillen IPC Anti-Doping geschillen procedures zijn opgenomen in de IPC Anti-Doping Code. Voor gedetailleerde informatie over de huidige IPC Anti-Doping Code verwijzen we naar de IPC website: www.paralympic.org/anti-doping.
4.2
Procedure inzake IPC classificatiegeschillen IPC Classificatie geschillen procedures zijn opgenomen in het "IPC kamer van beroep van Classificatie" sectie van de IPC Handboek Voor gedetailleerde informatie van het huidige IPC Handboek verwijzen naar de IPC website: http://www.paralympic.org/IPC/IPC_Handbook/
4.3 Geschillenprocedure op IPC erkende atletiekwedstrijden Een onderdeel van het goedkeuringsproces van de IPC atletiekcompetitie is de beschrijving van de geschillenprocedure. Dit gebeurd door het Lokale Organisatie Comite (LOC) in overleg met IPC Atletiek en / of doorr het IPC zelf. Deze geschillenprocedure geldt voor de volgende erkende IPC atletiekwedstrijden: i) Paralympische Spelen ii) Wereldkampioenschappen IPC atletiek iii) Regionale IPC atletiekkampioenschappen iv) Atletiekcompetities onder de bevoegdheid van het ICP v) Goedgekeurde IPC atletiekcompetities – Internationale of nationale wedstrijden voor atleten met een handicap met een positief advies van de IAAF of de nationale federatie Voor informatie inzake de geschillenprocedure bij een specifieke wedstrijd dien je contact op te nemen met de Competitie Manager en/of de IPC technisch afgevaardigde. 4.4 Geschillenprocedure op IPC goedgekeurde wedstrijden – IAAF/ NF geadviseerd Voor de wedstrijden voor atleten met een handicap die op advies van IAAF/NF door het IPC goedgekeurd werden vind je de geschillenprocedure in hoofdstuk 4 van het “IAAF Wedstrijdreglement 2010-2011” . Deze worden toegepast in samenhang met specifieke varianten van deze regels bepaald door het Lokale Organisatie Comite (LOC) en/of in samenspraak met de Federatie.
Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
HOOFDSTUK 5: TECHNISCHE REGLEMENTEN ALGEMEENHEDEN Enkel de uitzonderingen beschreven in dit hoofdstuk inzake de technische reglementen zijn opgenomen in hoofdstuk 5 van het IAAF wedstrijdreglement 2010-2011 zijn van toepassing op: i) Paralympische Spelen ii) Wereldkampioenschappen IPC atletiek iii) Regionale IPC atletiekkampioenschappen iv) Atletiekcompetities onder de bevoegdheid van het ICP v) Goedgekeurde IPC atletiekcompetities – Internationale of nationale wedstrijden voor atleten met een handicap met een positief advies van de IAAF of de nationale federatie De rest van dit hoofdstuk beschrijft de uitzonderingen van hoofdstuk 5 - Technische reglementen die opgenomen zijn in het IAAF Wedstrijdreglement 2010-2011. Deze uitzonderingen vervangen, wijzigen of stellen extra eisen aan het desbetreffende artikel, of een punt van het artikel in het IAAF Wedstrijdreglement 2010-2011. Bijgevolg is het essentieel dat dit hoofdstuk wordt gelezen in samenhang met het IAAF Wedstrijdreglement 2010-2011.
Artikel 100 Alle aankondigingen, advertenties, programma's en drukwerken moeten vermelden dat de “IPC regels en reglementen 2010 – 2011” zullen worden toegepast op alle erkende IPC atletiekwedstrijden. Deze zijn: i) Paralympische Spelen ii) Wereldkampioenschappen IPC atletiek iii) Regionale IPC atletiekkampioenschappen iv) Atletiekcompetities onder de bevoegdheid van het ICP v) Goedgekeurde IPC atletiekcompetities – Internationale of nationale wedstrijden voor atleten met een handicap
Alle mededelingen, advertenties, programma's en gedrukte materialen moeten vermeld dat de relevante uitzonderingen op het Technisch Reglement van de IAAF is beschreven staat in het “IPC regels en reglementen 2010 – 2011” . Dit dient toegepast te worden op alle wedstrijden voor atleten met een handicap opgenomen met een positief advies van de IAAF of de NP
DEEL 1: DE OFFICIËLEN
Artikel 110: Internationale officiëlen Punt 1 : Aanduiding van oficiëlen voor atletiekcompetities onder de bevoegdheid van het ICP Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Op de Paralympische Spelen, de Wereldkampioenschappen IPC en de Regionale Kampioenschappen ICP atletiek worden de volgende internationale officiëlen aangeduid door het IPC. Deze aanduidingen zijn gebaseerd op de aanbevelingen van de Sport Technische Commissie van het IPC: (a) Technische Afgevaardigde en de adjunct-technisch afgevaardigde van het IPC (b) International Technische officiëlen van het ICP (c) medische Delegatie (d) Hoofd van de classificatie (e) Internationale classificatieverantwoordelijken (f) internationale Photo Finish Rechter (g)Jury van beroep Opmerking: Deze officiëlen zijn indien mogelijk internationale officiëlen van het gastland.
Punt 2 : Aanduiding van oficiëlen voor atletiekcompetities goedgekeurd door het ICP Op de goedgekeurde IPC atletiekcompetities – Internationale of nationale wedstrijden voor atleten met een handicap met een positief advies van de IAAF of de nationale federatie • Technische delegatie van het IPC Atletiek voor Internationale en Nationale wedstrijden voor atleten met een handicap moeten worden benoemd door de Sport Technische Commissie van het IPC • Indien er een ICP Classificatie wordt uitgevoerd in samenhang met organisator, dan moet het hoofd van de classificatie en de Internationale classificatieverantwoordelijken benoemd worden door de Sport Technische Commissievan het IPC. Opmerking: Deze officiëlen mogen afkomstig zijn van het gastland.
DEEL 2: ALGEMENE WEDSTRIJDREGLEMENTEN Artikel 129: Startcoördinator, Starter en Terugroepstarters Punt 7 : Botsingen tijdens de eerste 50m van een Rolstoelrace Klasse T32 – 34 en T51 - 54 De starter heeft de bevoegdheid om een wedstrijd te stoppen als er in wedstrijden van 800 m of langer in de eerste 50 m een botsing plaatsvindt. De wedstrijd wordt dan herstart. Na een teruggeroepen of een onderbroken start, zal de Terugroepstarter zijn waarnemingen meedelen aan de Starter die beslist of er een waarschuwing moet gegeven worden en aan wie.
Artikel 141: Leeftijdsgroepen Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
De volgende leeftijdsgroepen worden erkend door IPC atletiek (a) Junior Mannen en Vrouwen: Elke atleet van 18 of 19 jaar op 31 ste december in het jaar van de competitie (b) Jeugd Jongens en Meisjes: Elke atleet van 16 of 17 jaar op 31 ste december in het jaar van de competitie (c) Onder 16 Jongens en Meisjes: moet elke sporter van 14 of 15 jaar op 31 ste december in het jaar van de competitie Opmerking: Een atleet moet 14 worden voor de 31 ste december van het jaar waarin de competitie deelneemt.
Artikel 143: Kledij – schoeisels – startnummers Punt 1: Veilige kledij bij werpproeven Klasse F32 – 34, F51 – 58 Tijdens de kampproeven moet de kledij goed passend zijn (niet loshangen), zo dat het zicht van de juryleden daardoor niet belemmerd wordt. Punt 7: Startnummers op rol- en werpstoelen Klasse T32 – 34, T51 – 54 en F32 – 34, F51 - 58 Elke atleet moet worden voorzien van een bijkomend startnummer dat zichtbaar moet zijn aangebracht op de achterkant van de rolstoel of de werpstoel. Punt 9: Startnummers op helmen Klasse T32 – 34 en T51 – 54 Voor wedstrijden langer dan 800 m (ook de 4 x 400m) moeten extra nummers op de helm worden aangebracht. Punt 10: Prothese en orthopedisch materiaal Klasse T/F 35 – 38 en T/F 42 -46 Atleten mogen gebruik maken van prothesen en orthopedisch materiaal om ervoor te zorgen dat hun beide benen dezelfde lengte hebben. Prothese en orthopedisch materiaal moet voldoen aan de normen van de IPC atletiek. De invloed van de technologie op de uitrusting moet voldoen aan bepaalde eisen. Deze eisen kan je terugvinden in artikel 3.5: Technologie en uitrustingen. Prothese en orthopedisch materiaal moeten nagekeken worden door de Technisch afgevaardigde die verantwoordelijk is voor het nazicht van de uitrusting van de atleet op de IPC goedgekeurde atletiekwedstrijden. Zij moeten de Technische delegatie van het IPC adviseren en nagaan of de uitrusting voldoet aan de eisen die je kan terugvinden in artikel 3.5: Technologie en uitrustingen, voor de aanvang van de wedstrijd. De Technische delegatie IPC atletiek kan beslissen of de uitrusting wel of niet mag gebruikt worden in de wedstrijd. Punt 11: Prothesen verplicht voor loopproeven Klasse T42 – 44 Atleten moeten beenprothesen dragen bij alle loopproeven. Hinken is niet toegestaan. Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Punt 12: Prothesen facultatief voor kampproeven Klasse F42 – 44 In alle kampproeven zijn deze prothesen facultatief. Punt 13: Ondoorzichtige glazen Klasse T/F 11 Atleten in klasse 11 moeten goedgekeurde brillen met ondoorzichtige glazen of een geëigende vervanging dragen bij alle loop- spring- en werponderdelen. De bril met ondoorzichtige glazen of de vervanging moet goedgekeurd worden door het Technisch afgevaardigde die daarvoor verantwoordelijk is. Als de atleet niet in competitie is, moet deze bril met ondoorzichtige glazen of de vervanging niet te worden gedragen. Punt 14: Helmen Klasse T32 – 34 en T51 – 54 Het dragen van een helm is bij alle individuele en teamwedstrijden van 800 m en langer, inclusief de 4 x 400 m estafette en in alle wegwedstrijden verplicht. Artikel 144
Hulp aan atleten
Punt 1: Aangeven van tussentijden Klasse T11-12 In wedstrijden van 800 m en langer, mogen tussentijden worden doorgegeven door anderen dan de officials, maar dit mag alleen vanaf een plaats buiten de baan, vanuit een gebied dat hiervoor wordt aangewezen. Punt 2 (c.1): Assistentie geven aan atleten Klasse T/F11 – 12 en F32 en F51 – 54 Alleen begeleiders of gidsen van de klasse 11 en 12 atleten, en begeleiders van de atleten in klasse F32 en F51 – 53 mogen de atleten naar het wedstrijdterrein begeleiden. Atleten in klasse F54 die eendoor het IPC Medisch Comité goedgekeurd medisch document kunnen voorleggen, mogen eveneens vergezeld worden van een begeleider. Punt 2 (c.2): Hesje voor de identificatie van de gidsen en de begeleiders Klasse T/F11 – 12 en F32 en F51 – 53 Personen die optreden als gids of begeleider moeten duidelijk herkenbaar zijn door het dragen van een opvallend gekleurd hesje dat door de organisatiecommissie wordt verstrekt. Punt 2 (c.3): Begeleiders voor het bekomen van veilige werpstand Klasse F32 en F51 – 53 1 begeleiders van een atleet van de klasse 32, 51 – 53 mogen de officiëlen helpen • om de atleet op een veilige manier in de werpstoel te plaatsen • om de atleet op de werpstoel te helpen De begeleider dient de werpcircel te verlaten na het verrichten van deze handelingen en moet zich houden aan de instructies van de officiëlen die voor deze proef verantwoordelijk is. Opmerking: Riemen, indien noodzakelijk, mogen enkel aan het frame bevestigd worden met niet-elastisch materiaal. Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Punt 2 (c.4): Voorzien van loopgidsen Klasse 11 – 12 De atleten worden aangemoedigd om hun eigen gidsloper mee te brengen. Alhoewel, bij de Paralympische Spelen, de Wereldkampioenschappen IPC en de Regionale IPC kampioenschappen zou de organisatie een geschikte loopgids moeten voorzien indien vooraf het Nationaal Paralympisch Comité van de atleet om deze assistentie heeft gevraagd en ze aan de voorwaarden van de “aanvraag voor de loopgids” van het Locale Organisatiecomité voldoen. Punt 2 (c.5): Methode van gidsen Klasse 11 – 12 De atleet kiest zelf de methode van gidsen. Hij mag ervoor kiezen om via de elleboog te worden geleid, een koord te gebruiken of om los te lopen. Bovendien mag de gids mondelinge instructies aan de loper geven. De gids mag geen gebruik maken van een fiets of een andere vorm van mechanisch transport.
Punt 2 (c.6): Loopgidsen mogen niet duwen of trekken Klasse 11 – 12 De gids mag op geen enkel moment tijdens de wedstrijd de atleet trekken of diens snelheid vergroten door te duwen. Punt 2 (c.7): Loopgidsen en atleten binnen de 0,50m Klasse 11 – 12 De atleet en de gids mogen nooit verder dan 0,50 m van elkaar verwijderd zijn, of er nu een koord wordt gebruikt of niet, tenzij in uitzonderlijke omstandigheden: • In uitzonderlijke omstandigheden onder toelating van de Technische delegatie • Alleen in de laatste 10 meter van wedstrijden die in banen worden gelopen mag de afstand tussen gids en atleet groter zijn. Punt 2 (c.8): Gebruik van 2 loopgidsen voor wedstrijden 800m of langer Klasse T11 – 12 In wedstrijden 800 m of langer zijn twee gidsen toegelaten. Iedere atleet mag slechts één keer van gids wisselen. Tijdens de wissel mogen andere atleten niet gehinderd worden en deze wissel mag enkel op het rechte stuk van de baan gebeuren. Wanneer de atleet van gids wil veranderen tijdens zijn wedstrijd, moet dit vooraf gemeld worden aan de scheidsrechter en de technisch gedelegeerde. De jury zullen de voorwaarden bepalen voor deze wissel en deze meedelen aan de atleet in kwestie. Punt 2 (c.9): Oriëntatie bij kampproeven Klasse F11 – 12 Een gids begeleidt de atleet naar de werpcirkel of aanloopstrook. Hij kan de sporter helpen om zich te oriënteren in de werpcirkel of aanloopstrook vóór elke poging. De gids moet verlaten de cirkel of aanloopstrook verlaten voor de aanvang van elke poging. Akoestische oriëntatie is toegestaan vóór, tijdens en na elke poging. Gidsen mogen de atleten pas uit de werpcirkel of aanloopstrook begeleiden als de officiëlen vastgesteld hebben of de poging geldig was. Opmerking: Indien de kamprechter die belast is met de kampproef beslist dat een gids die akoestische oriëntatie biedt, zich in een onveilige locatie bevind heeft hij het recht om de gids te verplichten om zich te verplaatsen. Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Punt 2 (c.10): Acoestische signalen voor springers Klasse F11 Voor atleten in klasse F11 zijn akoestische signalen toegestaan bij het verspringen, het hink-stap-springen en het hoogspringen. Er mag echter geen visuele wijziging gebeuren aan de bestaande faciliteit. Bij wedstrijden waar akoestische signalen worden gegeven, wordt volledige stilte gevraagd aan de toeschouwers. Opmerking: Indien mogelijk, wordt om de stilte te kunnen garanderen, worden de wedstrijden waarbij akoestische bijstand wordt gebruikt, niet samen in het tijdschema geplaatst met andere loopwedstrijden. Punt 2 (c.11): Visuele aanduidingen voor F12 kampwedstrijden Klasse F12 Voor atleten in klasse F12 zijn visuele aanduidingen op de bestaande faciliteiten toegestaan gedurende de kampproef (dwz verf, kalk, poeder, kegels, vlaggen…) onder toelating van de Technische Delegatie. Ook akoestische signalen mogen gebruikt worden. Punt 2 (c.12): Hulp bij het plaatsen van startblokken en merktekens Klasse T35 – 38, T42 - 46 Voor sommige atleten in klassen T35-38 en T42-46 kunnen vragen om de startblokken op hen op te stellen op een vooraf ingestelde afstand tot de startlijn, voorafgaand aan de wedstrijd. De Technische Delegatie voorziet voor deze atleten een document waarop hun eisen staan. Opmerking: "Het IPC erkent de bijzondere behoeften van blinde atleten die tevens doof zijn en streeft ernaar hun deelname aan wedstrijden te stimuleren en mogelijk te maken. Als blinde atleten, die tevens doof zijn, uitkomen in een wedstrijd, dan zou enige aanpassing van de geldende regels nodig kunnen zijn. Zulke aanpassingen zijn alleen toegestaan na voorafgaande toestemming van de technisch gedelegeerde. In principe zullen geen aanpassingen van de regels worden toegestaan die een nadeel voor een van de andere atleten opleveren." Artikel 145
Diskwalificatie
Punt 3: Urinebeheersing Klasse T51 – 54, F51 – 58 Atleten moeten ervoor zorgen dat er geen urine terecht komt op de baan of de opwarmzone. Wanneer dit toch gebeurd leidt dit tot diskwalificatie. Artikel 146
Protesten en Beroepsprocedures
Punt 5: Protesten Voordat een beroep in behandeling wordt genomen, moet een waarborgsom worden betaald, van USD100, of het equivalent hiervan, vastgesteld door de Sectie Atletiek van het IPC. Opmerking: Deze regel geldt voor protesten en beroepen die optreden tijdens de competitie en waarvan: • Protesten ivm classificatie worden uitgevoerd in overeenstemming met de IPC atletiek Classificatie regels en voorschriften (laatste versie beschikbaar op http://ipcathletics.paralympic.org/Classification/) Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
• Anti-Doping protesten worden uitgevoerd in overeenstemming met de IPC AntiDoping Code (laatste versie beschikbaar op www.paralympic.org/anti- doping)
Artikel 147
Gemengde wedstrijden
Op de Paralympische Spelen, Wereldkampioenschappen IPC en de Regionale IPC Kampioenschappen Atletiek die volledig in het atletiekstadion wordt gehouden geld: (a)wedstrijden voor mannelijke en vrouwelijke atleten mogen niet gelijktijdig bestreden worden (b)Loopproeven voor sporters van verschillende klassen mogen niet tegelijkertijd bestreden worden K (c) Kampproeven kunnen in een gecombineerde klasse bestreden worden. Met behulp van IPC gecombineerde klasse tabellen wordt dan de uitslag berekend.. IPC Atletiek geeft de Locale Organisatiecommisie of de toezichthoudende Federatie de toestemming om gemengde wedstrijden voor sporters van verschillende geslacht of verschillende sportklasse te organisren voor: (a) T11-13, T20, T35-38 en T40-46 voor de races van 100, 200m en 400m (b) T33-34 en T51-54 voor de races van 100, 200m en 400m. Opmerking: T11-13, T20, T35-38 & T40-46 mogen niet gecombineerd worden met de rolstoelen T33-34 en T51-54. 54. (c)Kampproeven die gebruik maken van de IPC gecombineerde klasse tabellen of een passende alternatieve beoordeling onder de toelating van het Lokaal Organiserend Comite in overleg met de Technische Delegatie. Opmerking 1: Voor wedstrijden van 800m of langer zijn de IAAF Gemengde Wedstrijdreglementen van toepassing (dit om te voorkomen voor het opstellen van een vooropgesteld tempo). Opmerking 2: IPC Atletiek aanvaard de resultaten van deze wedstrijden inzake records, ranglijsten en de toewijzing van de kwalificaties. Voor alle wedstrijden erkend door IPC atletiek,, zoals omschreven in hoofdstuk 1 van “IPC regels en reglementen 2010 – 2011”, kunnen atleten in een de welke klasse concurreren met atleten van hetzelfde geslacht. Ze moeten uiteraard beantwoorden aan de desbetreffende kwalificatienorm (dwz dat ze kunnen deelnemen aan een klasse hoger) Opmerking: Sporters mogen alleen deelnemen aan één Klasse per wedstrijd (bijvoorbeeld atleten niet mogen deelnemen in de T11, T12 en T13 100m afzonderlijk tijdens dezelfde wedstrijd, zelfs indien zij in aanmerking komen voor alle drie de klassen). Op IPC atletiekwedstrijden kan het Locale Organisatiecomité of de overkoepelende federatie toelaten om: (a) Om T33 atleten te laten concurreren met de atleten van hetzelfde geslacht in klasse T52, indien zij voldoen aan de desbetreffende kwalificatienormen. (b) Om T34 atleten te laten concurreren met de atleten van hetzelfde geslacht in klasse T53, indien zij voldoen aan de desbetreffende kwalificatienormen.
Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Artikel 149
Geldigheid van prestaties
Een geleverde prestatie wordt slechts erkend als deze is geleverd in een wedstrijd, goedgekeurd door het IPC atletiek, zoals beschreven in hoofdstuk 1 van het “IPC regels en reglementen 2010 – 2011”.
DEEL 3: DE LOOPWEDSTRIJDEN
Artikel 159
De rolstoel Klasse T32 – 34 en T51 – 54)
Punt 1: Rolstoeleisen Op de paralympische Spelen, de wereldkampioenschappen IPC en de IPC regionale kampioenschappen moet de rolstoel minstens twee grote en één klein wiel hebben. In alle wedstrijden staan de kleine wielen verplicht vooraan. Punt 2: Rolstoel afmetingen a) Van het frame van de rolstoel mag geen enkel deel aan de voorkant uitsteken voorbij de naaf van het voorwiel en breder zijn dan de binnenkant van de naven van de twee achterwielen. b) De maximumhoogte van het frame van de rolstoel mag niet meer bedragen dan 0,50 m boven de grond. c) Van de rolstoel mag geen enkel deel uitsteken achter het verticale vlak door de achterste rand van de banden van de achterwielen. Punt 3: afmetingen van de wielen a) De diameter van het grote wiel, inclusief de opgepompte band, mag maximaal 0,70 m zijn. b) De diameter van het kleine wiel, inclusief de opgepompte band, mag maximaal 0,50 m zijn. Punt 4: Wielaandrijving Aan elk van de beide grote wielen mag slechts één gladde, ronde hoepel bevestigd zijn. Van deze bepaling mag worden afgeweken door personen die gebruik maken van een rolstoel voor eenarmige atleten, mits dit op hun medische - en wedstrijdidentiteitskaart is vermeld of na overleg met de verantwoordelijke van de Technische Delegatie in overleg met het hoofd van de classificatie, indien er één aanwezig is.. Punt 5: Verbod op mechanische aandrijvingen of hefbomen Mechanische aandrijvingen of hefbomen, die gebruikt kunnen worden om de rolstoel aan te drijven, zijn niet toegestaan. Punt 6: Advies voor stuurinrichting Alleen handbediende mechanische stuurinrichtingen zijn toegestaan. Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Punt 7: Eisen aan de stuurinrichting In alle wedstrijden van 800 m of langer, moet de atleet in staat zijn het (de) voorwiel(en) handmatig zowel naar links als naar rechts te draaien. Punt 8: Verbod op spiegels Het gebruik van spiegels is bij baan- of wegwedstrijden niet toegestaan. Punt 9: Opmeting en inspectie van de rolstoelen Rolstoelen zullen worden opgemeten in de oproepkamer en zullen daar blijven tot aan de start van de wedstrijd. Rolstoelen die al geïnspecteerd zijn vóór de wedstrijd, kunnen na de wedstrijd opnieuw worden gecontroleerd door de officiëlen. Punt 10: Verantwoordelijkheid van de atleet voor de bescherming van hun onderste ledematen Atleten moeten maatregelen treffen om te voorkomen dat enig deel van hun onderste ledematen tijdens de wedstrijd de grond of de atletiekpiste kan raken. Punt 11: Verantwoordelijkheid van de atleet voor mankementen aan zijn rolstoel De atleet is er zelf verantwoordelijk voor dat de rolstoel aan alle bovenstaande reglementen voldoet. Er wordt geen enkele wedstrijd uitgesteld om een atleet nog aanpassingen aan zijn rolstoel te laten maken. Punt 12: Verantwoordelijkheid van de Technische delegatie voor de veiligheid van de rolstoel De Technische delegatie is in eerste instantie verantwoordelijk voor de vaststelling van de veiligheid van de rolstoel en van de atleet die deze gebruikt.
Artikel 161
Startblokken
Punt 1: Klasse T35 – 38 en T42 – 46 Startblokken kunnen gebruikt worden voor alle loopwedstrijden tot en met 400m (ook door de eerste atleet aan de 4x200m en de 4x400m) en zullen niet gebruikt worden voor enig andere loopwedstrijd. Opmerking 1: De start waarbij de atleet met vier punten in contact is met de grond of de startblokken, is niet vereist voor atleten van klasse T35 – 38 en T42 – 46. Opmerking 2: Atleten met een geamputeerde (onder)arm mogen ter verbetering van hun evenwicht, steunen gebruiken waarop tijdens de start de stomp kan rusten. De steunen moeten zich volledig achter de startlijn bevinden en geen hinder veroorzaken voor de andere atleten. De steunen moeten bij voorkeur een neutrale kleur hebben, of een kleur die min of meer gelijk is aan de kleur van de baan. Opmerking 3: Sommige atleten van klasse T20 en T42 – 46 zullen een verzoek indienen om hun startblokken voor het begin van de wedstrijd in een vooraf vastgestelde positie te plaatsen. De technisch afgevaardigde zal de juryleden voorzien van een lijst met atleten en een document met de door deze atleten gewenste posities (in centimeters). Artikel 162
De start
Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Punt 2: Overwegingen om te starten met sensorische signalen Klasse T11 – 13, T20, T35 – 38, T42 – 46 en T51 – 54 Opmerking: Wanneer een atleet met gehoorbeschadiging, mag een vlag of een ander visueel signaal samen met een pistool gebruikt worden. In sommige omstandigheden, voor atleten die zowel een visuele als een auditieve handicap hebben, mag een jurylid de atleet aanraken als startsignaal. Punt 4: Startcommando’s en startpositie van de rolstoel Klasse T32 – 34 en T51 – 54 Als de starter, nadat de atleten hun plaatsen hebben ingenomen, ziet dat nog niet alles gereed is om de startprocedure voort te zetten, moet hij alle atleten de opdracht geven om zich van de startplaats te verwijderen, waarna de starter de atleten opnieuw achter de verzamellijn opstelt. Na het commando "Op uw plaatsen" moet de atleet naar de startlijn gaan en geheel binnen de hem toegewezen baan zijn plaats innemen achter de startlijn. Op het commando "Klaar" moet de atleet direct zijn uiteindelijke startpositie innemen. Het voorwiel van de rolstoel mag de startlijn of de grond voorbij de startlijn niet raken op het moment, dat de atleet zich in de start-houding bevindt. Punt 8: Botsing in de eerste 50m van een rolstoelwedstrijd Klasse T32 – 34 en T51 – 54 Opmerking: Bij wedstrijden van 800 m of langer mag de starter de wedstrijd stilleggen als er zich binnen de eerste 50 m een botsing voordoet. De wedstrijd wordt in dat geval opnieuw gestart. Na een teruggeroepen of een onderbroken start, zal de Terugroepstarter zijn waarnemingen meedelen aan de Starter die beslist of er een waarschuwing moet gegeven worden en aan wie. Artikel 163
De wedstrijd
Punt 13: Vereisten aan de voortbeweging van de rolstoel Klasse T32 – 34 en T51 – 54 Wanneer een atleet zich op een andere manier voortbeweegt dan door tegen de wielen of de hoepels te duwen moet hij worden gediskwalificeerd. Punt 14: Verantwoordelijkheden bij het voorbijsteken van rolstoelen Klasse T32 – 34 en T51 – 54 Een atleet die een andere atleet inhaalt, moet de ingehaalde rolstoel volledig gepasseerd zijn alvorens zich naar de binnenste baan te begeven. De atleet die ingehaald wordt mag de atleet die hem passeert niet hinderen of belemmeren vanaf het moment dat het (de) voorwiel(en) van zijn rolstoel in het zicht is (zijn). Punt 15: Toewijzing van banen voor atleten met Gidslopers Klasse T11 - 12 Tijdens wedstrijden van 100 m , 200 m, 400m moeten klasse T11 atleten begeleid worden door een loopgids. Elke atleet krijgt twee banen toegewezen, een voor zichzelf en een voor zijn gids. Bij een versprongen startlijn, moet worden gestart in de lanen 1, 3, 5 en 7 of 9. Deze regel is ook geldig voor de 800 m waarbij in banen gestart wordt.
Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Atleten van klasse T12 atleten mogen begeleid worden door een loopgids. Elke atleet krijgt in dit geval twee banen toegewezen, een voor zichzelf en een voor zijn gids. Bij een versprongen startlijn, moet worden gestart in de lanen 1, 3, 5 en 7 of 9. Deze regel is ook geldig voor de 800 m waarbij in banen gestart wordt. Artikel 164
De aankomst
Punt 2.1: Jureren van rolstoelwedstrijden Klasse T32 – 34, T51 – 54 De atleten moeten in de uitslag worden geplaatst in de volgorde waarin de naaf van het voorste wiel van de rolstoel die kant van de finishlijn bereikt die het dichtst bij de finish ligt. Punt 2.2: Atleten moeten de finishlijn overschrijden voor hun loopgids Klasse T11-12 Tijdens wedstrijden vormen atleet en gids een team. Op het moment dat de atleet de finishlijn passeert, moet de gids zich achter hem bevinden, anders volgt de diskwalificatie van de atleet. Opmerking: de loopgids mag zich niet meer dan 0,5 m van de atleet bevinden, behalve tijdens de laatste 10m van de wedstrijd.
Punt 4 : Tijdslimieten Klasse T32 – 34, T51 – 54 Bij wedstrijden van 1 500 m en langer mag de jury de wedstrijd beëindigen en de piste vrijmaken nadat de afgesproken tijdlimiet is verstreken. Bij iedere atleet, die op het moment dat de wedstrijd afgesloten wordt de finish nog niet heeft overschreden, moet in de uitslag "DNF" (Did Not Finish) worden vermeld. De scheidsrechter heeft het recht om iedere atleet die gedubbeld wordt uit de wedstrijd te halen. Artikel 165
Tijdopname en fotofinish
Punt 5: Tijdsopname van de naaf van het voorste wiel Klasse T32 – 34 en T51 – 54 De tijd zal opgenomen worden vanaf het ogenblik dat de naaf van het voorste wiel van de rolstoel het loodrechte vlak aan de binnenkant van de aankomstlijn bereikt. Artikel 166
Ronden, reeksen en kwalificaties in loopwedstrijden
Punt 2.1: Maximum aantal visuele atleten in de wedstrijd Klasse T11 – 13 Voor de loopwedstrijden (in geval van 8 banen) wordt aanbevolen om volgende maximale aantallen atleten (exclusief de gidsen) aan te houden: Klasse 100 m 200 m 400 m 800 m 1500 m
T11 4 4 4 4 of 5* 6
T12 4 4 4 5* 8
T13 8 8 8 8 10
Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
5000 m 10000 m
10 10
10 10
20 20
* afhankelijk van de afspraken omtrent de start
Punt 2.2: Kwalificatieprocedures van IPC atletiek Klasse T11 – 13, T32 – 34 en T51 -54 Volgende tabellen zullen, behoudens bijzondere omstandigheden, gebruikt worden voor het bepalen van het aantal ronden, het aantal reeksen in elke ronde en de kwalificatiemethode voor elke ronde van de loopnummers In alle andere gevallen is het IAAF wedstrijdreglement 2010-2011van toepassing. Aantal Aantal reeksen deelnemers Klasse 11 – 12 100 m – 200 m - 400 m 1–4 1 reeks 5–8 2 halve Finales 9 – 12 3 halve Finales 13 – 16 4 reeksen
17 – 20
2 halve Finales 5 reeksen
21 – 24
3 halve Finales 6 reeksen
25 – 28
3 halve Finales 7 reeksen
29 – 32
3 halve Finales 7 reeksen 4 kwart Finales 2 halve Finales
800 m 1–5 6 –10 11 –15 16 – 20
1 reeks 2 halve Finales 3 halve Finales 4 reeksen
2 halve Finales 1500 m 1–6 1 reeks 7 – 12 2 halve Finales 13 – 18 3 halve Finales 5000 m & 10000 m 1 – 10 1 reeks 11 –20 2 halve Finales 21 – 30 3 halve Finales
Finale
Rechtstreekse finale 1ste van elke reeks + 2 snelste verliezers 1ste van elke reeks + snelste verliezer 1ste van elke reeks + 4 snelste verliezers gaan naar de Halve Finales 1ste van elke reeks + 2 snelste verliezers 1ste van elke reeks + 7 snelste verliezers gaan naar 3 Halve Finales 1ste van elke reeks + snelste verliezer 1ste van elke reeks + 6 snelste verliezers gaan naar 3 Halve Finales 1ste van elke reeks + snelste verliezer 1ste van elke reeks + 5 snelste verliezers gaan naar 3 Halve Finales 1ste van elke reeks + snelste verliezer 1ste van elke reeks + 8 snelste verliezers gaan naar de kwart finales 1ste van elke reeks + 4 snelste verliezers gaan naar de Halve Finales 1ste van elke reeks + 2 snelste verliezers Rechtstreekse finale 1ste van elke reeks + 2 snelste verliezers 1ste van elke reeks + snelste verliezer 1ste en 2de van elke reeks + 2 snelste verliezers gaan naar de 2 Halve Finales 1ste van elke reeks + 2 snelste verliezers Rechtstreekse finale 1ste en 2de van elke reeks + 2 snelste verliezers 1ste van elke reeks + 3 snelste verliezers Rechtstreekse finale 1ste, 2de en 3de van elke reeks + 4 snelste verliezers 1ste en 2de van elke reeks + 4 snelste verliezers
Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Klasse T32 – 34, T51 – 54 1500 m – 5000 m 1 – 10 1 reeks 11 – 20 2 halve Finales 21 – 30 3 halve Finales 31 – 40 4 reeksen
Rechtstreekse finale 1ste, 2de en 3de van elke reeks + 4 snelste verliezers 1ste, 2de en 3de van elke reeks + snelste verliezer 1ste, 2de en 3de en 4de van elke reeks + 4 snelste verliezers gaan naar de Halve Finales 1ste, 2de en 3de van elke reeks + 4 snelste verliezers
2 halve Finales 10000 m 1 – 12 1 reeks Rechtstreekse finale 13 – 24 2 halve Finales 1ste, 2de en 3de en 4de van elke reeks + 4 snelste verliezers 25 – 36 3 halve Finales 1ste, 2de en 3de van elke reeks + 3 snelste verliezers 37 – 48 4 halve Finales 1ste,en 2de en 3de van elke reeks Klasse T11 – 13, T32 – 34, T51 – 54 Estafettewedstrijden 5–8 2 halve Finales 4 snelste tijden 9 – 12 3 halve Finales 4 snelste tijden 13 – 16 4 reeksen 8 snelste tijden gaan naar 2 Halve Finales 2 halve Finales 4 snelste tijden
Punt 2.3: Enkel finalisten komen in aanmerking voor een medaille Klasse T11 – 13, T32 – 34 en T51 - 54 Op de atletiekwedstrijden erkend door het IPC komen enkel finalisten in aanmerking voor een medaille. In de wedstrijden waar er maar 4 finalisten (T11-12: 100m, 200m en 400m rolstoel of estafette). Indien in deze finale van de vier finalisten er twee of meer atleten gediskwalificeerd zouden worden, worden de overige medailles niet toegekend. Opmerking: B-finales worden door het IPC reglement (atletiek) niet langer verplicht. Het Locale Organisatiecomité is bevoegd om deze beslissing te nemen. Artikel 170
Estafettewedstrijden
Punt 0 : Samenstelling van de IPC estafettewedstrijden Klasse T11 – 13, T32 – 34, T42 - 46 en T51 – 54 Op de atletiekwedstrijden erkend door het IPC kan deelgenomen worden in overeenstemming met de clusters van de klassensamenstelling van het team en de bijbehorende eisen. Deze vind je terug in de volgende tabel: Klasse
Eisen voor de teamsamenstelling voor de IPC estafettewedstrijden
T11 – 13
Het team bestaat uit minimum één T11 atleet, minimum één T12 atleet en maximum één T13 atleet. Er moet in het team minimum één T33 atleet deelnemen Er mogen in het team maximum twee T38 atleten deelnemen Er mogen in het team maximum twee T46 atleten deelnemen Er moet in het team minimum één T51 atleet deelnemen Er moet in het team minimum één T53 atleet deelnemen
T33 – 34 T35 – 38 T42 – 46 T51 – 52 T53 – 54
Punt 1: Toewijzing van de banen Klasse T11 – 13, T32 – 34 en T51 – 54 Elk team krijgt twee aangrenzende banen. Als er in banen wordt gelopen, dan mogen de atleten elk van de twee hun toegewezen banen gebruiken. Om de wisselpunten aan te geven worden de lijnen in de binnenste van de twee toegewezen banen doorgetrokken naar de buitenste van de twee banen. De wissels gebeuren zoals voor de banen 1, 3, 5 Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
en 7. De verlengde startlijnen en de verlengde lijnen worden aangeduid met tape dat dezelfde kleur heeft als de bestaande lijnen op de baan. Punt 7: Stokwisselzone bij rolstoelestafette Klasse T32 – 34 en T51 - 54 In de loopwedstrijden 4x100m en 4x400m mogen, met uitzondering van de eerste loper, de leden van een ploeg hun aanloop beginnen op niet meer dan 20m voor de estafettezone. Een afzonderlijk goed merkbare lijn zal aangebracht worden in iedere baan om deze grens aan te duiden. Punt 13 en 14: Wissel door aantikken bij estafettes voor rolstoelen en amputés Klasse T33 – 34, T42 - 46 en T51 – 54 In alle estafettewedstrijden zal de wissel gebeuren binnen de wisselzone door het aantikken van het lichaam van de vertrekkende atleet. Aantikken buiten de wisselzone zal tot diskwalificatie leiden. De eerste aanraking moeten binnen de aflossingszone plaatsvinden. Punt 19: Stokwissel KlasseT11 – 13
a) De aflossingsstok kan gedragen worden door de loopgids of de atleet b) De stokwissel kan plaatsvinden tussen de twee loopgidsen, indien er voldaan wordt aan de voorwaarden van de begeleiding (atleet en loopgids mogen niet verder dan 0,50 m van elkaar verwijdert zijn. c) De loopgids moet zich echter achter de atleet bevinden op het moment dat de atleet de wisselzone binnengaat. d) De stokwissel moet plaatsvinden binnen de wisselzone e) Zowel de loopgids als de atleet moeten zich binnen de wisselzone bevinden op het moment van de stokwissel f) Eens de atleet de wisselzone heeft verlaten, mag hij de wisselzone niet meer betreden g) Wanneer een T12 atleet zonder gids loopt, is per wisselzone één gids op de baan toegelaten. De gids zorgt ervoor dat de atleet zich in de juiste positie bevindt en mag het verloop van de wedstrijd niet beïnvloeden
DEEL 4: DE KAMPNUMMERS Artikel 178
Beveiligde werpuitrusting
Punt 1: Specificaties voor de werpstoel a) Het werpframe, inclusief het (de) kussen(s) dat (die) als zitting gebruikt wordt (worden), mag niet hoger zijn dan 0,75 m. b) Het zitoppervlak moet evenwijdig zijn aan de grond (dwz geen gekantelde stoelen) c) Indien men een leuning gebruikt, moet deze loodrecht staan tov de grond (dwz een hoek van 90° tussen de zitting en de rugsteun), met als doel dat de romp en de bovenbenen zich in een hoek bevinden in de buurt van 90°. De hoogte van de rugleuning is niet beperkt. d) Indien men gebruik maakt van een rugleuning mag deze niet buigen of flexibel zijn in Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
e)
f) g) h)
i)
iedere fase van de worp. Dit is bedoeld om te voorkomen dat de materialen energie kunnen opslaan en zo actief kunnen bijdragen tot de afstand die men kan gooien. Voetsteunen zijn belangrijk voor de stabiliteit. Materialen die energie kunnen opslagen mogen niet gebruikt worden in deze voetsteunen. Voetplaten die op de grond worden geplaatst om de contactvoet te beveiligen, mogen geen hoogtevoordeel opleveren. Zij mogen niet hoger zijn dan 1 centimeter. Zijsteunen kunnen voor de veiligheid en de stabiliteit aan het frame bevestigd worden. Deze moeten echter aan dezelfde voorwaarden voldoen als deze van de rugleuning. Het frame mag voorzien zijn van een stang (niet buigzaam of felxibel), waaraan de atleet zich vast kan houden. Materialen die energie kunnen opslagen of flexibel zijn mogen hiervoor niet gebruikt worden omdat zij invloed klunen geven op de worp Voor de veiligheid en de stabiliteit is het noodzakelijk dat alle delen van het frame goed gefixeerd zijn. Bijstand aan de atleet met flexibele vingerlasverbinding is niet toegestaan.
Punt 2: Stang voor de werpstoel De stang mag niet gemaakt worden van energiebewarende materialen of flexibele materialen die invloed zouden kunnen uitoefenen op de worp. Punt 3: Controle van de werpstoel Werpstoelen zullen worden opgemeten en gecontroleerd in de oproepkamer en zullen daar blijven tot aan het begin van de wedstrijd. Werpstoelen die al geïnspecteerd zijn vóór de wedstrijd, kunnen na de wedstrijd opnieuw worden gecontroleerd door de officiëlen tijdens of na de wedstrijd. Opmerking: Controleren gebeurt steeds zonder dat de atleet erop zit. Punt 4: Verantwoordelijkheid van de atleet voor zijn werpstoel Het is de verantwoordelijkheid van de atleet dat het frame voldoet aan alle voorgaande reglementen. Geen enkele proef zal later van start gaan omdat de atleet nog aanpassingen aan zijn frame moet maken. Punt 5: Veilig werpomgeving Klasse F32 – 34 en F51 – 58 De diameter van de werpcirkel heeft een diameter van 2,135 m of 2,50 m, naar een sector zoals beschreven in artikel 187 van het IAAF-reglement. Onder toelating van de Technische Delegatie kunnen beweegbare platforms gebruikt worden. Dit platform hoeft geen volledige cirkel te zijn, maar halve cirkel moet zo worden ontworpen er geen verandering komt in de hoek van de sector (diameter van 2,5 m en 2.135m). Punt 6: Vastzetinrichting Klasse F32 – 34 en F51 – 58 Er moet gebruik worden gemaakt van een goedgekeurde vastzetinrichting dat door het IPC erkend is. Opmerking: Voor informatie over een goedgekeurde vastzetinrichting verwijzen wenaar de Sporttechnische Commissie van het IPC atletiek via e-mail
[email protected] Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Punt 7: Plaatsing van de werpstoel Klasse F32 – 34 en F51 – 58 Alle delen van het frame, inclusief de voetsteunen en de steunbar, moeten zich binnen het verticale vlak van de werpcirkel bevinden. Punt 8: Tijd voor het beveiligen van de werpstoel Klasse F31 – 34 en F51 – 58 Er zal een redelijke tijd toegestaan worden om de werpstoel in de cirkel te bevestigen vóór de aanvang van hun eerste proef. Deze tijd mag normaal niet langer duren dan: a) 2 minuten voor F32-34 en F54-58 atleten b) 3 minuten voor F51-53 atleten. Opmerking: De verantwoordelijkheid voor het fixeren van de werpstoel ligt bij de vrijwilligers en de Technische Delegatie zal er een specifieke interpretaties zijn bij elke wedstrijd om ervoor te zorgen dat de atleten zich niet bezighouden om tijd te rekken. Punt 9: Breken van fixatieriemen Klasse F32 – 34 en F51 – 58 Er moet gebruik worden gemaakt van een goedgekeurde vastzetinrichting. Als de vastzetinrichting breekt tijdens het uitvoeren van de worp, zal de worp, indien deze reglementair werd uitgevoerd, niet als een poging worden aangerekend. Als de atleet hierdoor zijn evenwicht verliest en een overtreding begaat, mag hem dit niet worden aangerekend. a) Indien de fout niet ligt bij de atleet, maar de atleet is tevreden met de worp, krijgt de atleet de keuze om zijn worp te hernemen b) Indien de fout bij de atleet ligt, mag de worp niet opgemeten worden, maar moet de atleet zijn worp hernemen
Artikel 179
Veilig werptechniek
Punt 1: Veilige werptechniek Klasse F51 – 56 Een atleet zal zijn werpproef starten vanuit een zittende houding en mag geen gebruik maken van zijn benen om de beweging uit te voeren. a) Billen dienen in contact te blijven met de zitting tot de worp officieel is opgemeten (dwz dat herstellen van het evenwicht door opheffing van de bil uit de stoel als foutworp wordt aanzien) b) Voethoogte moet zodanig ingesteld worden dat de heupen, knieën en enkels van de atleet ongeveer op 90° zijn gebogen Opmerking: Als een atleet door een anatomische beperking niet in staat is zich te houden aan de bovenstaande richtlijnen (bv. sporters met een amputatie) dient er een evaluatie gemaakt te worden door de Technisch Afgevaardigde IPC Atletiek in overleg met hoofd van de Classificatie, indien deze beschikbaar is, en kan er gegooid worden in de geest van de regels.
Punt 2: Veilige werptechniek Klasse F32-34 & F57-58 Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
a)
b)
c)
d)
Een atleet die voor zijn voortbeweging nog gebruik kan maken van één af twee van zijn benen kan de worp uitvoeren vanuit een rechtopstaande positie op voorwaarde dat zij: De zittende positie tijdens de worp tot aan de eerste voorwaartse beweging (dus geen schommelende bewegingen maken) behouden. 0pmerking: Bij de beoogde "zittende positie " moet ten minste één bil tijdens de hele worp in contact blijven met de werpstoel, waarbij de atleet de mogelijkheid heeft om zijn evenwicht te herstellen, als er wordt gevraagd om hun voeten van de grond te tillen (dat wil zeggen dat als er opheffing is van één van de billen van de stoel alvorens de eerste voorwaartse beweging die resulteert in de introductie van het te voeren, zal als een foutworp worden aangerekend). Voet contact behouden met de grond binnen de werpcirkel tot de worp wordt opgemeten en goedgekeurd. Opmerking: Dit beoogde "voet contact met de grond" is met minstens de bal van de voet. Deze moet steeds in contact staan met de grond binnen de werpcirkel. De voet kan als “gezonde" actieve voet optreden, maar er mag geen draaibeweging of stap uitgebracht voordat de worp is uitgevoerd. de contactvoet kan worden bevestigd aan de grond door de band of een voet plaat, maar de dikte van de plaat moet <1cm, zodat het geen hoogtevoordeel oplevert voor de atleet. Elke voetbevestiging mag alleen op de grondhoogte en mag geen voordeel geven bij de uitvoering van de worp) De non-contact voet is vrij te verplaatsen binnen werpgebied zoals bepaald wordt door de regels van de werpproef (dat wil zeggen, dat de atleet met de non-contact voet een stap doet tijdens de werpbeweging)
Opmerking: Als een atleet door een anatomische beperking niet in staat is zich te houden aan de bovenstaande richtlijnen (bv. sporters met een tweezijdige amputatie) dient er een evaluatie gemaakt te worden door de Technisch Afgevaardigde IPC Atletiek in overleg met hoofd van de Classificatie, indien deze beschikbaar is, en kan er gegooid worden in de geest van de regels.
Artikel 180
Algemeenheden (Kampproeven)
Punt 3: Merktekens Klasse F11 – 12 Atleten in de klassen 11 mogen op het veld vergezeld worden door 2 personen om: a) een roeper voor de akoestische oriëntatie tijdens de aanloop bij het hoogspringen, verspringen en hink-stapspringen, b) een gids die de atleet helpt om zijn positie op de aanloop in te nemen. Tijdens werpproeven kunnen F11 atleten slechts door 1 persoon begeleid worden, die kan dienst als roeper en/of gids. Atleten in klasse 12 mogen slechts door 1 persoon begeleid worden, die kan dienst als roeper en/of gids. Opmerking: De beller moet staan in een positie die niet belemmeren ambtenaren. ambtenaren. De beller moet niet lopen langs elkaar of achter de atleet tijdens een proces. Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Opmerking: Sommige atleten F35-38,F42-46 en F20 kunnen hulp vragen bij het vaststellen van merktekens die voor hen belangrijk zijn voorafgaand aan de wedstrijd. Dit is eveneens van toepassing voor het speerwerpen. De technisch afgevaardigde zal de juryleden voorzien van een lijst met atleten en een document met de door deze atleten gewenste posities (in centimeters). Loopwedstrijden
springwedstrijden
Werpwedstrijden
Atleten met een visuele handicap 11 Hoog, ver en hinkstap 12 Hoog, ver en hinkstap 12 Hoog, ver en hinkstap
Kogel, discus en speer Kogel, discus en speer Kogel, discus en speer
Atleten met een mentale handicap 20 Hoog, ver en hinkstap
Kogel, discus en speer
Atleten met hersenletsel 32 Rolstoel 33 Rolstoel 34 Rolstoel 35 Ver Ver 36 Ver 37 Ver 38
Kogel, discus en knots Kogel, discus en speer Kogel, discus en speer Kogel, discus en speer Kogel, discus en speer Kogel, discus en speer Kogel, discus en speer
Staande atleten 42 43 44 45 46
Kogel, discus en speer Kogel, discus en speer Kogel, discus en speer Kogel, discus en speer Kogel, discus en speer
Hoog en ver Hoog en ver Hoog, ver en hinkstap Hoog, ver en hinkstap
Wedstrijden voor atleten in een rolstoel 51 Rolstoel 52 Rolstoel 53 Rolstoel 54 Rolstoel 55 Rolstoel 56 Rolstoel 57 Rolstoel 58 Rolstoel
Discus en knots Kogel, discus en speer Kogel, discus en speer Kogel, discus en speer Kogel, discus en speer Kogel, discus en speer Kogel, discus en speer Kogel, discus en speer
Punt 5 (c): 6 Achtereenvolgende worpen Klasse F32 – 34, F51 – 58 Opmerking: In competitie die vallen buiten de Paralympische Spelen, de wereldkampioenschappen IPC atletiek, kan de Technische delegatie in samenspraak met de wedstrijdorganisatie, beslissen om 6 opeenvolgende pogingen toe te kennen aan Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
alle atleten. De Technische delegatie kan hierdoor een snellere afwerking van de kampproef te garanderen, zelfs indien er meer dan 8 deelnemers in competitie zijn. De Technische delegatie kan dit niet beslissen als de kampproef in meer dan 1 ronde wordt gehouden Punt 5 (d): Volgorde tijdens de werpprocedure Klasse F 32-34, F51 – 58 In Goedgekeurde kampproeven wordt de volgorde van werpen van de 3de, 4de en 5de poging niet gewijzigd tenzij: a) Daar waar de eerste 3 pogingen gehouden worden in meer dan een ronde wordt voor de drie bijkomende pogingen van het werponderdeel, de volgorde van de laatste 3 pogingen in omgekeerde volgorde van hun resultaten die tot op dat moment behaald werden uitgevoerd. b) In wedstrijden waarbij de Technische delegatie besluit om geen 6 achtereenvolgende pogingen te geven. Punt 17: Oriëntatie en tijdsaanduiding Klasse F11 -12 Bij de technische onderdelen waar de atleten geassisteerd worden door roepers of gidsen, begint de toegestane tijd te lopen op het moment dat het verantwoordelijke jurylid heeft vastgesteld dat de atleet zijn oriëntatieproces heeft voltooid. Wanneer de atleet dit vraagt, moet het jurylid mondeling meedelen dat de talmklok gestart wordt. Opmerking. Als een atleet gedesoriënteerd geraakt tijdens zijn poging en de toelating vraagt om zich opnieuw te oriënteren, dan moet de talmklok worden gestopt en pas heropgestart (vanaf de tijd die al verstreken was) worden op het moment dat de atleet zich opnieuw georiënteerd heeft. Punt 17: Wijziging van wedstrijdomgeving Klasse F32 – 34, F51 - 58 De bevoegde Scheidsrechter voor de kampnummers zal de plaats waar een kampnummer doorgaat wijzigen, indien hij oordeelt dat de omstandigheden dit wettigen. Met betrekking tot de veiligheid van de werpproef moet hierdoor de tweede zin in IAAF Regel 180,18 moet worden geschrapt. Punt 21: Onderste ledematen amputees en beginnend Springers Klassen F42-44 Atleten met een handicap aan een van de onderste ledematen, mogen de springproeven al lopend, hinkend of vanuit stand uitvoeren. Punt 22: Gecombineerde wedstrijden over de verschillende klassen Klassen F11 – 13, F20, F32 – 38, F40 – 46 en F 51 - 58 Bij de kampproeven kan de organisatiecommissie beslissen om het IPC- puntensysteem toe te passen zodat atleten van verschillende classificatiegroepen in eenzelfde kampwedstrijd uitkomen. Opmerking: Voor informatie over IPC Athletics gecombineerde klasse Procedures en tabellen verwijzen naar de IPC Athletics website http://ipcathletics.paralympic.org / Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Vb: atleet A (Klasse F54): Atleet B (Klasse F57)
beste prestatie: 9,55m => score: 9,55/0,009713 = 983 punten beste prestatie: 11,68m => score: 11,68/0,013418 = 870 punten
De enige vereiste is dat in dit geval beide klasse met hetzelfde gewicht werpen of stoten.
Kogel
Discus
Mannen Speer Hoog
Atleten met een visuele handicap F 11 0,013815 0,040940 0,0489958 0,001590 F 12 0,016215 0,050823 0,056605 0,002020 F 13 0,016215 0,051108 0,056605 0,002030 Atleten met hersenletsel F 32 0,008240 0,017415 F 33 0,010410 0,026415 F 34 0,010788 0,039310 F 35 0,014453 0,047865 F 36 0,012478 0,034920 F 37 0,015043 0,051473 F 38 0,014920 0,044555 Staande atleten F 40 0,009960 0,029600 0,013450 0,045070 F 42 0,016023 0,054048 F 44 0,016023 0,054048 F 46 Atleten in een rolstoel F 51 F 52 0,009125 F 53 0,008128 F 54 0,009713 F 55 0,011323 F 56 0,011605 F 57 0,013418 F 58 0,014958
Kogel
0,009818 0,018668 0,025390 0,027507 0,037973 0,038520 0,046653 0,053380
Discus
Ver
0,006343 0,006712 0,007130
Hinkstap
Knots
0,013133 0,015178 0,015280
0,031785 0,021623 0,026673 0,043708 0,037023 0,048138
0,006060 0,005755 0,005835
0,049008 0,034407 0,049558 0,054493 0,062150
0,001785 0,001998 0.01998
0,005903 0,006470 0,006965
0,014150
0,024073 0,017498 0,019930 0,026375 0,032883 0,036470 0,038808 0,047133 Vrouwen Speer Hoog
Atleten met een visuele handicap F 11 0,010555 0,038660 0,038620 F 12 0,012480 0,042560 0,038620
0,001450 0,001570
Ver
0,005210 0,005525
Hinkstap
Knots
0,010060
Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
F 13
0,013050
0,042560
0,043820
Atleten met hersenletsel F 32 0,005085 0,011090 F 33 0,006350 0,015097 F 34 0,007543 0,019123 F 35 0,009335 0,024015 F 36 0,008903 0,021525 F 37 0,010253 0,029378 F 38 0,011418 0,029620
0,027068
Staande atleten F 40 0,007448 0,009328 F 42 0,012165 F 44 0,012165 F 46
0,022173 0,030423 0,037773 0,042120
0,023505 2,029403 0,036630 0,036630
Atleten in een rolstoel F 51 F 52 0,004590 F 53 0,005880 F 54 0,006208 F 55 0,008323 F 56 0,008323 F 57 0,010045 F 58 0,009720
0,006070 0,014850 0,014850 0,016875 0,026233 0,026233 0,026373 0.031445
0,008997 0,011383 0,014643 0,017755 0,019918 0,019918 0,029488
0,001800
0,005568
0,021390 0,013550 0,014200 0,022048 0,017350 0,023753
0,003130 0,004920 0,004490
0,001320 0,001520 0,001660
0,003558 0,004988 0,005720
0,015830
Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
VERTICALE SPRONGEN Artikel 182
Hoogspringen
Punt 2: Klasse F11 Opmerking. De atleten mogen voor hun oriëntatie de lat aanraken voordat zij aan hun aanloop beginnen. Als daarbij de lat valt, wordt dit niet als een mislukte poging aanzien Punt 11: Klasse F12 Deze atleten mogen een visueel hulpmiddel op de lat plaatsen.
HORIZONTALE SPRONGEN Artikel 184
Algemene voorwaarden
Punt 7: Klasse F42 – 44 (a) Als een atleet tijdens de sprong zijn prothese verliest dan moet de indruk worden opgemeten op de plaats waar de prothese terecht is gekomen, mits deze indruk het dichtst bij de afzetbalk ligt. (b) Als de prothese tijdens de aanloop wordt verloren, dan mag de atleet dit herstellen en binnen de toegestane tijd zijn poging met of zonder prothese hervatten. (c) Als de prothese buiten de zandbak terecht komt, moet dit als een foutpoging worden genoteerd. Artikel 185
Verspringen
Punt 3: Klasse F11 – 12 Alle sprongen worden gemeten vanaf de dichtstbijzijnde indruk van het lichaam of de ledematen in de landingsbak tot aan de dichtstbijzijnde indruk van de afzetvoet. De meting moet loodrecht op de afzetlijn of het verlengde daarvan worden uitgevoerd. Als een atleet niet afzet binnen het afzetvlak maar ervoor, zal de afstand worden gemeten tot aan de rand van het afzetvlak die het verst van de zandbak verwijderd is.
Afzetlijn Landinsbak
Min. 1,75
Min. 1,75
Afzetvlak
Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Aanbevolen landingsbak verspringen (klassen F11-12)
Punt 7: Klasse F11 – 12 Voor deze atleten moet het afzetvlak een rechthoek afmetingen hebben van 1,00 m x 1,22 m, dat zodanig moet behandeld (door kalk, talkpoeder, licht zand ….) zijn, dat er op het oppervlak een afdruk van de afzetvoet van de atleet achterblijft. Punt 9: Klasse F11 - 12 Opmerking. Voor de veiligheid wordt sterk aanbevolen dat de mimimumafstand tussen de as van de aanloop en de zijkant van de landingsbak minimaal 1,75 m is. Indien hieraan niet wordt voldaan kan de technisch gedelegeerde aanvullende veiligheidsmaatregelen eisen. Artikel 186
Hink-stapspringen
Punt 4: Klasse F46 De afzetbalk is onder normale omstandigheden op 9 m voor vrouwen en op 11 m voor mannen. Punt 4: Klasse F11 – 13 De afzetbalk op de volgende afstanden gelegd worden: klasse F11 minimaal 9 m en klassen F12 en F13: minimaal 11 m. Opmerking. De gekozen afstand van de afzetbalk zal vóór iedere wedstrijd in overleg met de technisch gedelegeerde bepaald worden.
WERPNUMMERS Artikel 187
Algemene voorwaarden
Punt 1 De werpmaterialen moeten overeenkomen met de specificaties van de Sectie Atletiek van het IPC en aansluten bij de IAAF specificaties. Enkel toelatingen met een geldig IAAF certificaat of toelating mogen gebruikt worden tijdens de wedstrijden. Hieronder volgt de lijst met gewichten onderverdeeld in leeftijdsgroepen. a) “Open Age” geldt voor elke IPC Klasse op alle IPC erkende atletiekwedstrijden b) “Under Age” geldt voor elke IPC Klasse op alle IPC erkende atletiekwedstrijden voor “Under Age” atleten (jongeren) met een handicap in de respectievelijke leeftijdsgroep die erkende is door IPC atletiek en gedefinieerd is in het IPC reglement artikel 141.
Mannen
Vrouwen
Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Kogel
Discus
Speer
Hockey
Atleten met een visuele handicap F11 – 13 Open 7,26 kg 2,00 kg 800 gr U/20 6,00 kg 1,75 kg 800 gr U/18 5,00 kg 1,50 kg 700 gr U/16 4,00 kg 1,00 kg 700 gr Atleten met een verstandelijke handicap F20 Open 7,26 kg 2,00 kg 800 gr U/20 6,00 kg 1,75 kg 800 gr U/18 5,00 kg 1,50 kg 700 gr U/16 4,00 kg 1,00 kg 700 gr
U/18 F 40 F 41–42 F 43–44 F 45–46 U/16 F 40 F 41–42 F 43–44 F 45–46
Discus
Speer
4,00 kg 4,00 kg 4,00 kg 4,00 kg
1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg
600 gr 600 gr 600 gr 600 gr
4,00 kg 4,00 kg 4,00 kg 4,00 kg
1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg
600 gr 600 gr 600 gr 600 gr
2,00 kg 3,00 kg 3,00 kg 3,00 kg 3,00 kg 3,00 kg 3,00 kg
1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg
600 gr 600 gr 600 gr 600 gr 600 gr
1,00 kg
600 gr
750 gr 750 gr 750 gr 750 gr 750 gr 750 gr
500 gr 500 gr 500 gr 500 gr 500 gr
500 gr
1,00 kg 2,00 kg 2,00 kg 2,00 kg 2,00 kg 2,00 kg 2,00 kg
750 gr
500 gr
600 gr 800 gr 800 gr 800 gr
3,00 kg 4,00 kg 4,00 kg 4,00 kg
750 gr 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg
400 gr 600 gr 600 gr 600 gr
Atleten met hersenletsel F32 - 38 Open, U/20 en U/18 F 32 2,00 kg 1,00 kg 1,00 kg 600 gr F 33 3,00 kg 1,00 kg 600 gr F 34 4,00 kg 1,00 kg 600 gr F 35 4,00 kg 1,00 kg 600 gr F 36 4,00 kg 1,00 kg 600 gr F 37 5,00 kg F 38 5,00 kg 1,50 kg U/16 F 32 1,00 kg 750 gr 750 gr F 33 2,00 kg 750 gr F 34 3,00 kg 750 gr F 35 3,00 kg 750 gr F 36 3,00 kg 750 gr F 37 3,00 kg F 38 3,00 kg 750 gr Staande atleten F40 - 46 Open, U/20 F 40 4,00 kg 1,00 kg 1,50 kg F 41–42 6,00 kg 6,00 kg 1,50 kg F 43–44 6,00 kg 1,50 kg r F 46
Kogel
397 gr
700 gr 397 gr 500 gr 500 gr 500 gr 500 gr 500 gr
Knots
397 gr
397 gr
3,00 kg 5,00 kg 5,00 kg 5,00 kg
1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg 1,50 kg
500 gr 700 gr 700 gr 700 gr
2,00 kg 3,00 kg 3,00 kg 3,00 kg
0,75 kg 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg
400 gr 500 gr 500 gr 500 gr
3,00 kg 4,00 kg 4,00 kg 4,00 kg
1,00 kg 1,00 kg 1,50 kg 1,50 kg
400 gr 600 gr 600 gr 600 gr
2,00 kg 3,00 kg 3,00 kg 3,00 kg
0,75 kg 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg
400 gr 400 gr 400 gr 400 gr
Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Kogel Discus Atleten in een rolstoel F51 - 58 Open, U/20 1,00 kg F 51 1,00 kg F 52 2,00 kg 1,00 kg F 53 3,00 kg 1,00 kg F 54 4,00 kg 1,00 kg F 55 4,00 kg 1,00 kg F 56 4,00 kg 1,00 kg F 57 4,00 kg 1,00 kg F 58 5,00 kg U/18 F 51 F 52 F 53 F 54 F 55 F 56 F 57 F 58 U/16 F 51 F 52 F 53 F 54 F 55 F 56 F 57 F 58
2,00 kg 3,00 kg 3,00 kg 3,00 kg 3,00 kg 3,00 kg 4,00 kg
750 gr 750 gr 750 gr 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg
2,00 kg 2,00 kg 2,00 kg 2,00 kg 2,00 kg 2,00 kg 3,00 kg
750 gr 750 gr 750 gr 750 gr 750 gr 750 gr 1,00 kg 1,00 kg
Speer
Hockey
Kogel
600 gr 600 gr 600 gr 600 gr 600 gr 600 gr 600 gr
3,00 kg
750 gr 750 gr 750 gr 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg
500 gr 500 gr 500 gr 500 gr 500 gr 500 gr 500 gr
2,00 kg 2,00 kg 2,00 kg 2,00 kg 2,00 kg 2,00 kg 3,00 kg
750 gr 750 gr 750 gr 750 gr 750 gr 750 gr 750 gr 750 gr
2,00 kg 3,00 kg 3,00 kg 3,00 kg 3,00 kg 3,00 kg 4,00 kg 397 gr
500 gr 500 gr 500 gr 500 gr 500 gr 600 gr 600 gr
2,00 kg 2,00 kg 2,00 kg 2,00 kg 2,00 kg 2,00 kg
397 gr 400 gr 400 gr 400 gr 400 gr 400 gr 500 gr 500 gr
Speer
1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg 1,00 kg
397 gr 600 gr 600 gr 600 gr 600 gr 600 gr 600 gr 600 gr
Discus
Knots
397 gr
397 gr
397 gr 400 gr 400 gr 400 gr 400 gr 400 gr 400 gr 400 gr
Punt 4a: Klasse F32 – 34 , F51 – 53 De atleten in klasse F 51 – 53 mogen een handschoen of tape dragen aan de hand waarmee zij niet werpen en mogen met die hand aan het frame bevestigd worden. Opmerking. Atleten in de klassen F32 – 34 en F54 – 58 mogen geen handschoenen dragen.
a)
b)
c)
d)
Punt 5: Werpcircel, ondergrond en vasthoudgrepen Klasse F32 – 34 , F51 – 58 Zoals in het IPC reglement 2010 – 2012 in artikel 178 punt 6 ivm de goedgekeurde steungrepen moeten deze gebruikt worden in alle beveiligde wedstrijden die door het IPC erkend worden Op de Paralympische Spelen, IPC wereldkampioenschappen atletiek en IPC Regionale Kampioenschappen Atletiek is de werpcircel gemaakt van beton, asfalt of een vergelijkbare niet-glad materiaal. (artikel 178 punt 6) Wanneer een draagbare steungreep die door IPC atletiek is goedgekeurd moet het gebruikte oppervlak een vergelijkbaar grip verlenen aan grondoppervlak (bijvoorbeeld gelakt in zanderige verf of bedekt met "stenig tape") De Technische Delegatie kan kiezen voor het gebruik van een draagbaar platform. Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Dit platform hoeft geen volledige cirkel te zijn, maar in dat geval moet de voorste boog of halve cirkel zodanig worden ontworpen dat het platform hetzelfde effect geeft dan als het gooien vanuit de werpcirkel (diameter 2.135m tot 2.5m). Er mag geen verandering aangebracht worden in de hoek van de sector. Opmerking: Meer informatie hierover vind je op de IPC Athletics website: http://ipcathletics.paralympic.org /
Punt 14 b: Klasse F32 – 34 , F51 – 58 Nadat hij de werpcirkel is betredenen en zijn worp begonnen is, met enig deel van zijn lichaam de grond buiten de cirkel of de bovenkant van de ijzeren ring raakt, wordt aangerekend als een foutworp
Punt 14 c: Klasse F32 – 34 , F51 – 58 Bij het kogelstoten met enig deel van zijn lichaam de bovenkant van het stootblok of met enig deel van de vastzetinrichting buiten het verticale vlak door de binnenrand van de ring aanraakt. Alleen de voetsteun(en) of enig deel van het wiel of hoepel mogen buiten de omtrek van de ring uitsteken zonder dat daarbij de ring wordt aangeraakt. Opmerking. Voor alle atleten die vanuit een frame werpen is een stootblok overbodig. Punt 17: Klasse F32 – 34 , F51 – 58 Opmerking. Dit reglement is overbodig voor atleten die gebruik maken van een goedgekeurde vastzetinrichting.
Punt 22: Klasse F32 , F51 – 52 Opmerking. Voor de wedstrijden met de knots voor atleten die werpen vanuit een frame wordt het artikel 187 aangepast en daar waar nodig wordt "discus" vervangen door "knots". Artikel 188
Kogelstoten
Punt 1: Klasse F32 – 34, F51 - 58 Opmerking. Van het begin tot het eind moet de actie één rechte ononderbroken stootbeweging zijn.
Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
DEEL 5: MEERKAMPEN
Artikel 200
Meerkampen
Opmerking. Alleen die reglementen en delen van reglementen die relevant zijn voor IPCmeerkampen moeten gevolgd worden. Alle meerkampen worden op één dag verwerkt. Punt 1 De vijfkamp bestaat uit de volgende onderdelen die allen op één dag moeten worden verwerkt in de volgorde vastgesteld door het IPC atletiek: Klasse P11 – 13 Klasse 11-13 11-13
Onderdelen in volgorde Mannen Vrouwen
Verspringen Speerwerpen Verspringen Kogelstoten
100 m 100 m
Discuswerpen Discuswerpen
1500 m 800 m
100 m 100 m 100 m 100 m
Discuswerpen Discuswerpen Discuswerpen Discuswerpen
800 m 800 m 1500 m 800 m
Klasse P33 – 38 Klasse 33-34 33-34 35-38 35-38
Onderdelen in volgorde Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
Kogelstoten Kogelstoten Verspringen Verspringen
Speerwerpen Speerwerpen Speerwerpen Kogelstoten
Klasse P42 – 46 Klasse 42 42........ 44 44 46 46
Onderdelen in volgorde Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
Verspringen Verspringen Verspringen Verspringen Verspringen Verspringen
Kogelstoten kogelstoten Kogelstoten kogelstoten kogelstoten kogelstoten
100 m 100 m 100 m 100 m 100m 100 m
Discuswerpen Discuswerpen Discuswerpen Discuswerpen Discuswerpen Discuswerpen
Discuswerpen Discuswerpen Discuswerpen
200m 200 m 400 m 400 m 1500 m 800 m
Klasse P51 – 58: mannen en vrouwen Klasse
Onderdelen
in volgorde
51 52-53 54-58
100 m Kogelstoten Kogelstoten
Knots 400 m Speerwerpen 100 m Speerwerpen 200 m
800 m 800 m 1500 m
DEEL 8: WEGWEDSTRIJDEN
Artikel 240
Wegwedstrijden
Punt 6: Start Klasse T11 – 13, T35 – 38 en T42 – 46 In wegwedstrijden starten alle atleten samen maar de uitslag zal per klasse worden opgemaakt. Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Punt 6 : Wegwedstrijden voor rolstoelatleten Klasse T32 – 34 en T51 – 54 a) In wegwedstrijden starten alle atleten volgens de beslissing genomen door de technische delegatie. In ieder geval zal de uitslag per klasse worden opgemaakt. b) De startvolgorde voor de verschillende klasse: T54/34 Mannen in de voorste
rij , vervolgens T54/34 vrouwelijke atleten, daarna T52/33/51 Mannen en tenslotte de T52/33/51 vrouwen. De start van elke klasse wordt gescheiden door intervallen van 30 seconden tot 1 minuut. De de startpositie van de atleten van de verschillende klasse: de best geklasseerde atleet start in het midden van de voorste rij, de tweede en de derde atleet starten links en rechts van hem, daarna komen de vierde en de vijfde, enz.
Punt 8: Verfrissingen voor rolstoelatleten Klasse T32 – 34 en T51 – 54 Opmerking. De Rolstoelatleten mogen hun eigen verfrissingen meenemen.
Punt 8: Klasse T11 – 13 Atleten en hun gidsen krijgen hulp bij de verfrissingposten. Opmerking: De organisatiecommissie moet er voor zorgen dat de medewerkers van de verfrissingposten er zich van bewust zijn dat het aangeven van verfrissingen aan blinden en slechtzienden een veiligheidsprobleem kan op leveren. De organisatiecommissie moet er dan ook voor zorgen dat de betrokken medewerkers in dit opzicht goed opgeleid worden. Punt 11: Klasse T32 – 34 en T51 – 54 Het is verboden aan de atleten om zich op te stellen achter een atleet van een andere klasse of geslacht met de bedoeling om voordeel te halen uit hun prestatie Opmerking: Deze regel is niet van toepassing voor wedstrijden 800m voor T53 en T54 atleten. Punt 12: Startnummers De organisatiecommissie moet zorgen voor startnummers die een duidelijk onderscheid maken tussen atleten van de verschillende klassen.
Punt 13: Klasse T11 – 13 Atleten in de klasse 11 en 12 mogen gebruik maken van maximaal vier gidsen die elkaar aflossen, maar deze aflossingen mogen enkel gebeuren op de 10 km, 20 km en 30 km. Opmerking. Het wordt sterk aanbevolen dat de organisatiecommissie ervoor zorgt dat de hele wedstrijd overdag kan plaatsvinden.
DEEL 10: WERELDRECORDS Artikel 260 Wereldrecords Punt 1: Algemene voorwaarden Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Wereldrecords IPC en Regionale Records IPC kunnen enkel behaald worden op een wedstrijd die door het IPC erkend wordt en door atleten met een geldige IPC-licentie: a) Klasse wordt bevestigd (C), of b) Klasse wordt herzien (R), indien het IPC classificatiepanel oordeelt dat de IPC classificatiekaart dient herzient te worden omdat: a. De progressieve aard van de handicap b. Bijzondere waardevermindering van wisselende aard c. Herziening van het classificatieproces
Punt 3: Procedures voor het claimen van een IPC wereldrecord De Technische Delegatie van het IPC benoemd voor het erkende atletiekwedstrijden van het IPC is er verantwoordelijk voor de dat alle procedure-eisen van het IPC gevolgd worden, alvorens een record goed te keuren. a) Voor alle individuele proeven moeten er minimum drie atleten en voor iedere estafettewedstrijd moeten er minstens twee teams tegen elkaar concurreren. b) Het record dient behaald te worden op een atletiekinfrastructuur die voldoet aan alle voorwaarden opgenomen in de IAAF Geschiktheidvereisten c) Voor de Wereldrecords in loopwedstrijden moet er voor de tijdopname voldaan worden aan volgende voorwaarden: a. De tijdsopname dient te gebeuren door officiële tijdopnemers, door en goedgekeurd Automatisch fotofinishsysteem of een transpondersysteem (IAAF reglement 165) b. Voor wedstrijden tot en met 800m, worden ekel records erkend als ze worden getimed met volledig automatisch fotofinishsysteem dat voldoet aan alle relevante onderdelen vereist in artikel 165 van het IAAF d) In geval er bij een looprecord een volledig automatisch systeem operatief was, moet het beeld van de fotofinish en de nul-controletest mee opgezonden worden aan het IPC atletiek e) Voor alle records tot en met de 200m, dient de informatie over de windsnelheid, gemeten zoals voorzien is volgens het IAAF-reglement 163 punt 8, 9 en 10, mee worden opgezonden naar het IPC atletiek. Als de windsnelheid (gemeten in de looprichting) hoger is dan 2 meter per seconde, zal het record niet aanvaard worden. f) In wedstrijden waar er in banen wordt gelopen, zal het record niet aanvaard worden, als de atleet de gebogen rand van de baan heeft overschreden. g) Wereldrecords bij kampproeven: a. De worpen/sprongen worden opgemeten , hetzij door drie kamprechters met behulp van een gekalibreerd en gecertificeerde meter of door een erkend wetenschappelijk meetapparatuur waarvan de juistheid werd bevestigd door een gekwalificeerde materiaalverantwoordelijke b. Bij het ver en het hink-stap-springen, moet de informatie over windsnelheid, gemeten zoals in artikel 184 punt 4, 5 en 6 van het IAAF reglement mee worden opgezonden naar het IPC atletiek. Als de windsnelheid (gemeten in de looprichting) hoger is dan 2 meter per seconde, zal het record niet aanvaard worden. c. Wereldrecords kunnen aanvaard worden voor meer dan een optreden binnen in een wedstrijd, op voorwaarde dat elk record gelijk of beter moet zijn dan het vorige record op dat moment. Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]
Voor meer gedetailleerde informatie betreffende de procedures verwijzen we door naar de IPC website: http://ipc-athletics.paralympic.org/
Punt 4: Wegwedstrijden en IPC Wereldrecords a) De wedstrijd dient officieel opgemeten te worden door een officiële IAAF opmeter (met een A of B rang), zoals omschreven staat in artikel 117 b) Start en Fininsh, gemeten via een theoretische rechte lijn, mag niet verder dan 50% van elkaar verwijderd zijn. c) De algemene daling tijdens de wedstrijd mag niet groter zijn dan 1:1000 (1m/km) Punt 6: Dopingcontrole in IPC atletiekwedstrijden De Wereld- en Regionale records zullen enkel bekrachtigd worden, indien: a) De Paralympische Spelen, De wereldkampioenschappen IPC of de Regionale atletiekkampioenschappen IPC uitgevoerd worden in overeenstemming met de IPC anti-dopingcode, of b) Goedgekeurde wedstrijden voor atleten met een handicap goedgekeurd door het IAAF of de nationale federatie waarbij de Technische Delegatie bevestigt dat de dopingcontrole de Anti-Doping code volgt van de respectievelijke federatie in overeenstemming met het ICP goedgekeurd proces. Opmerking: In wedstrijden die onder de noemer van het IPC worden georganiseerd, zullen willekeurig dopingcontroles uitgevoerd worden. Records kunnen worden goedgekeurd ook als de atleet die het record verbroken heeft, geen controle heeft ondergaan. (Zie onder hoofdstuk 3 Anti-Doping Eisen Goedgekeurd bij IPC wedstrijden)").
Vlaamse Atletiekliga v.z.w. - K.Boudewijnstadion, Marathonlaan 119 Bus C - 1020 Brussel Telefoon: 02/47.47.220 - Fax: 02/47.47.228 – e-mail:
[email protected]