OTB &
1 2010
Omgeving kwartaaluitgave van het Onderzoeksinstituut OTB
Doelstellingen energiebesparing woningcorporaties ambitieus.
Intermodale binnenvaart biedt maatschappelijke voordelen.
Via “Meer-met-Minder” van rood naar groen label.
WK2020, het samenwerkingsprogramma tussen OTB, 13 woningcorporaties en Aedes biedt na één jaar al veel inzicht in de opgaven waar de corporaties voor staan. De programmadoelen zijn ambitieus en de uitvoering verloopt moeizaam, mede door de financiële crisis.
De binnenvaart kan een deel van het containertransport over de weg overnemen. Voor de scheepvaart betekent dit een andere planning van ladingen en transporten. De overheid heeft de taak achterstallig onderhoud aan vaarwegen weg te werken.
Het convenant Meer-met-Minder uit 2008 moet met een scala aan maatregelen ondersteund worden door gemeenten, provincies en het SVn. Zij moeten zich vooral richten op eigenaar-bewoners. Hun woningen kunnen nog flink energiezuiniger gemaakt worden.
pagina 2
pagina 3
Maatwerk nodig van sociale professionals.
Koopwoning als toekomstige sociale voorziening?
Ze organiseren huiswerkclubs, surveilleren ’s avonds voor de veiligheid en stimuleren kinderen om de buurt schoon te houden: de actieve burgers in de buurt. Het zijn gedreven doorzetters, die erin slagen succesvolle projecten van de grond te tillen, maar kunnen ondersteuning van sociale professionals goed gebruiken.
Vergrijzing en een toenemend beroep op sociale en maatschappelijke voorzieningen stellen de samenleving vroeg of laat voor grote financiële problemen. Het vermogen in koopwoningen zou misschien die problemen deels kunnen ondervangen. Alleen dreigt de recessie roet in het eten te gooien.
pagina 5
pagina 6
pagina 4
OTB-cursussen en -studiedagen pagina 7
Recente uitgaven pagina 8
Ambitieuze doelstellingen energiebesparing woningcorporaties grote uitdaging Woningkwaliteit 2020, het vierjarige samenwerkingsprogramma tussen Onderzoeksinstituut OTB, 13 woningcorporaties en Aedes biedt na één jaar al veel inzicht in de opgaven waar de corporaties voor staan. Het is duidelijk geworden dat de programmadoelen ambitieus zijn en dat de uitvoering moeizaam verloopt. Mede door de financiële crisis zijn de omstandigheden anders dan op het moment dat de doelstellingen werden geformuleerd. De keuze renoveren of vervangen van corporatiewoningen afwegen met behulp van levenscyclusanalyses.
T
ussen 2009 en 2012 werken de TU Delft
kan worden en wanneer het beter vervangen kan worden
Monitoren van het energiebesparingsbeleid
en de corporatiesector gezamenlijk aan het
door nieuwbouw. Met behulp van levenscyclusanalyse (LCA)
De corporaties willen weten hoe zij de eigen doelstellingen
beperken van energieverbruik van wonin-
kan deze keuze inzichtelijk worden gemaakt. In het afgelo-
op dit gebied kunnen afstemmen op landelijke en lokale
gen. Zij sluiten daarmee aan bij de wensen
pen jaar is een eerste vergelijking gemaakt van de milieu-
ambities. De stand van zaken rond drie thema’s, die nog
van het kabinet, dat het beperken van het
effecten van vier ingrepen: woningen in de huidige staat
volop in ontwikkeling zijn, is in kaart gebracht: het energie-
gebruik van fossiele energiebronnen hoog op haar prioritei-
handhaven, renoveren (isolatie), aanpassen (veranderingen
besparingsbeleid, de energielabeling en de wijze waarop
tenlijst heeft staan. Er is het afgelopen jaar aan diverse
in plattegrond) en slopen om nieuw te bouwen. Deze opties
het beleid gemonitord wordt. Het blijkt dat corporaties soms
onderzoeksprojecten gewerkt en deze hebben al verschil-
zijn getoetst op een galerijflat en portiekwoningen. Uit de
zeer uiteenlopende keuzes maken. Het vereist een lang
lende praktische resultaten opgeleverd die de corporaties
eerste resultaten blijkt dat de beste oplossing vanuit milieu-
ontwikkelingstraject voordat de energielabels een betrouw-
kunnen benutten voor het vormgeven en uitvoeren van hun
oogpunt sterk afhankelijk is van de staat waarin de woning
baar en representatief beeld geven van de feitelijke situatie.
beleid. Vier projecten worden hier kort toegelicht.
verkeert. In het vervolgtraject zullen deze berekeningen
Zolang er geen representatief beeld is, is het moeilijk de
verder worden uitgewerkt en veralgemeniseerd voor veel-
juiste aanpak en de noodzakelijke investeringen te kiezen.
Sturing geven aan energiebesparing in vastgoedbe-
voorkomende wooncomplexen in Nederland.
De meeste corporaties hebben nu pas een redelijk betrouw-
leid en technisch beheer
Contactpersoon: Arjen Meijer.
baar beeld van hun bezit.
OTB & Omgeving maart 2010
Het inbedden van het energiebesparingsbeleid in de regu-
Contactpersoon: Frits Meijer.
liere werkzaamheden lijkt betrekkelijk eenvoudig plaats te
Energie-infrastructuur op wijk- en blokniveau
kunnen vinden door bepaalde energiebesparende maatrege-
Een inventarisatie en een analyse van bestaande technolo-
len standaard op te nemen in het planmatig onderhoud en
gieën voor warmtenetten heeft geresulteerd in een model
in renovatie- en nieuwbouwprojecten. Belangrijke voor-
dat gebruikt kan worden voor optimalisatie van deze
waarden zijn wel dat er budget beschikbaar wordt gesteld
warmtenetten en voor afweging van alternatieven voor
voor de extra kosten die deze maatregelen met zich mee-
energieopwekkingssystemen. Die alternatieven zijn conven-
brengen en dat dit budget niet al te afhankelijk is van mee-
tionele decentrale HR-ketels en warmtepompen, warmte-
betaling door de huurders of door derden. De financierbaar-
krachtkoppeling (WKK), energieopslag in de bodem (WKO)
heid van energiebesparende maatregelen is bij verschillende
in combinatie met warmtepompen, geothermie, restwarmte
corporaties echter een probleem; hoewel het energiebespa-
en PV-cellen. De vergelijking van alternatieven vindt plaats
ringsbeleid betrekkelijk eenvoudig in de investeringsplanning
op basis van primair energiegebruik (EPC), CO2-uitstoot,
is op te nemen, is dit volgens het onderzoek waarschijnlijk
investeringen en operationele kosten. Naast de reken-
nog onvoldoende om de inbedding te waarborgen. In 2010
sheets is in het model een screeningmethode opgenomen,
Aan WK2020 doen de volgende woningcorporaties mee:
wordt bij een aantal projecten nagegaan in hoeverre het
waarmee de eerste technische haalbaarheid van een project
Alliantie, Eigen Haard, Haag Wonen, De Key, Oost Flevo-
beleid daadwerkelijk in de feitelijke investeringen tot uit-
getoetst kan worden en waaruit blijkt of het energiebedrijf,
land Woondiensten, Portaal, Rochdale, Staedion, Vidomes,
drukking komt.
de provincie, het waterschap of adviseurs nodig zijn om
Vivare, Woonbron, WonenCentraal, en Ymere, en ook de
Contactpersoon: Nico Nieboer.
eventuele organisatorische, economische of technische
koepelorganisatie Aedes. Het blijft voor corporaties mogelijk
knelpunten op te lossen. De resultaten van de methode
om aan het consortium toe te treden.
Integrale milieu-impact van concepten voor renova-
geven praktische kansen en beperkingen voor het toepassen
Meer informatie: www.woningkwaliteit2020.tudelft.nl.
tie en onderhoud
van een warmtenetwerk op een bepaalde locatie. Het model
Voor informatie over het onderzoek: projectleider prof. Henk
Een onderdeel van dit project gaat in op de vraag wanneer
is getest met twee cases.
Visscher, Onderzoeksinstituut OTB, tel. (015) 2787634 /
een wooncomplex milieutechnisch gezien beter gerenoveerd
Contactpersoon: Laure Itard.
06-48875643, e-mail:
[email protected].
2
Informatie
Sector zal aantal bestemmingen moeten uitbreiden
Intermodale binnenvaart biedt maatschappelijke voordelen De binnenvaart kan een deel van het containertransport over de weg overnemen. Dat is veiliger en minder vervuilend. De scheepvaart krijgt dan te maken met meer lading en een groter achterland, waarvoor een andere planning van ladingen en transporten nodig is. De overheid heeft de taak achterstallig onderhoud aan vaarwegen weg te werken.
H
Intermodale binnenvaart
et ziet er avontuurlijk uit: binnenschepen op weg van grote zeehavens naar riviersteden tot ver over de grens. Nog niet zo lang geleden vervoerden ze uitsluitend
Rob Konings: “De overheid moet flink meer investeren in verbetering van verbindingen”
grondstoffen maar tegenwoordig ook
Een nieuwe, veelbelovende transportmarkt is intermodale binnenvaart: gecombineerd vervoer van containers per vrachtauto en binnenvaartschip. “Om dit tot een succes te maken moet de binnenvaart niet alleen tussen zeehavens
containers. Vervoer over water heeft grote maatschappelijke
en huidige achterlandhavens blijven pendelen maar ook
voordelen: het is veiliger dan over de weg, er wordt minder
verderweg gelegen bestemmingen zoeken. Die bestem-
brandstof verbruikt en minder CO2 geproduceerd. Maar
mingen moeten echter niet allemaal op één tocht worden
achter de avontuurlijke façade vinden harde afwegingen
aangedaan. Beter is het om een deel van de vloot te laten
plaats tussen kosten, tijd en service.
doorvaren naar één bestemmingshaven terwijl andere
OTB-onderzoeker Rob Konings is al jaren actief met onder-
schepen een lijndienst vormen en meerdere kleine laad- en
zoek naar containervervoer met binnenschepen en kan
Afhankelijke positie
losplaatsen aandoen. Trunk-feeder diensten, waarvan de
moeiteloos de havensteden opsommen die aan de belang-
Uit Konings’ onderzoek komt naar voren dat een complexe
schepen onderling een deel van hun lading lossen en door-
rijkste rivieren in Europa, Azië en de Verenigde Staten
reeks samenhangende ingrepen vereist is om de binnenvaart
varen naar volgende losplaatsen, lijken een veelbelovend
liggen. Zijn interesse in de volgens hem ondergeschoven
te laten groeien. Vervoer over water is echter afhankelijk
type netwerk om het achterland verder te ontsluiten. Het
transportwijze per binnenschip resulteerde in een proef-
van veel factoren waarop de sector weinig invloed heeft.
hub-and-spoke netwerk, waarin schepen lading voor meer-
schrift over het verbeteren van de concurrentiepositie ten
Konings: “De concurrentiekracht van een intermodaal
dere bestemmingen op een centrale plek uitwisselen en
opzichte van vervoer per vrachtauto.
transportsysteem is sterk afhankelijk van andere vervoers-
vervolgens elk naar één eindbestemmming doorvaren, lijkt
wijzen. Verslechtering van de prestaties van het wegvervoer
bij uitstek geschikt om nieuwe markten aan te boren.”
kan de prestaties van de complete keten negatief beïnvloeden. Wegvervoer zal in de toekomst duurder worden omdat
Overheid moet ook investeren
kosten van emissies en geluidsoverlast aan de sector door-
“Om containertransport op rivieren te verbeteren dient ook
berekend gaan worden. Dat lijkt gunstig voor vervoer te
de overheid te investeren”, stelt Konings. “Die zou de ont-
water maar ook de scheepvaart gaat met extra kosten te
wikkeling van bedrijventerreinen aan vaarwater moeten on-
maken krijgen, zoals voor meer milieuvriendelijke maar
dersteunen. En er zijn kanalen nodig die waterwegen met
duurdere brandstof. Overslagkosten zijn hoog en vormen
elkaar verbinden. Dat zal er voorlopig niet van komen, want
een groot deel van de totale vervoerskosten. Vooral in zee-
dergelijke investeringen staan nog niet op de Europese a-
havens zijn die kosten hoog. De wachttijden in havens
genda. Het huidige beleid is gericht op verbetering van ver-
moeten omlaag zodat een schip vaker heen en weer kan
bindingen binnen bestaande corridors. Slechts vier procent
varen. Voordat een netwerk van transportdiensten wordt op-
van alle Europese transportinvesteringen in infrastructuur is
gezet moeten wachttijden bij de terminals verminderd zijn.
bestemd voor vervoer over water. Een verdere groei van de
Intermodal barge transport: network design, nodes
Voor relatief korte afstanden kan de uitwisseling van duw-
binnenvaart vereist ook een betere benutting van de kleinere
and competitiveness, Rob Konings, 2009 (zie Recente
bakken de oplossing zijn omdat dan geen overslag nodig is.”
vaarwegen. Daarvoor is een inhaalslag in het wegwerken
uitgaven, pag. 8). Het onderzoek is uitgevoerd binnen het
Grotere binnenvaartschepen inzetten is volgens Konings lang
van achterstallig onderhoud noodzakelijk.”
TU Delft-onderzoeksprogramma Freight Transport Automa-
niet altijd een deel van de oplossing. “De rivieren zijn vaak
tion and Multimodality (FTAM), onder de vlag van Onder-
niet diep genoeg, bruggen niet hoog genoeg en sluizen niet
zoekschool TRAIL.
breed genoeg om deze door te laten.”
Informatie
3
Steviger beleid noodzakelijk om verder te komen
Via “Meer-met-Minder” van rood naar groen label? Het convenant Meer-met-Minder uit 2008 moet met een scala aan maatregelen ondersteund worden door gemeenten, provincies en het SVn. Zij moeten zich vooral richten op eigenaar-bewoners. Hun woningen zijn al wat ouder en kunnen nog flink energiezuiniger gemaakt worden.
In de particuliere woningvoorraad is nog veel energiebesparing mogelijk, wat met de huidige maatregelen waarschijnlijk niet wordt gehaald.
Z
owel de overheid als energiebedrijven, wo-
Maatregelen en motieven van eigenaar-bewoners
nog verder stimuleren van de bewustwording van eigenaar-
ningcorporaties en bouwbedrijven onder-
Meijer: “De meeste eigenaar-bewoners zeggen dat ze ener-
bewoners over hun energieverbruik, de besparingsmogelijk-
kennen de noodzaak van energiebesparing.
giezuinig gedrag heel belangrijk vinden maar weten niet of
heden en de financiële voordelen hiervan. Vervolgens is
In 2008 heeft dit geleid tot het convenant
nauwelijks wat zij feitelijk aan energie verbruiken. Bovendien
het zinvol om het huidige scala aan financiële instrumenten
Meer-met-Minder. De genoemde partijen
blijkt dat nogal wat bewoners die zeggen energiebesparende
meer te uniformeren. Bovendien moet er zekerheid worden
hebben hierin afgesproken om tot 2020 een energiebespa-
maatregelen te hebben genomen, niet nagaan wat ze daad-
geboden over de looptijd van de subsidies. Eenmalige
ring van dertig procent te realiseren. Die besparing moet
werkelijk besparen.”
regelingen die na een half jaar stoppen omdat het geld op
plaatsvinden in 2,4 miljoen bestaande particuliere woningen
In de afgelopen vijf jaar hebben eigenaar-bewoners veel
is, werken niet. Voorts is het denkbaar om goed haalbare
en andere gebouwen. Frits Meijer, themaleider Beleidsinstru-
energiebesparende maatregelen genomen. Dat waren echter
en eenvoudig terug te verdienen verbeteringen verplicht
menten en handhavingsprocedures bij het Onderzoeksin-
vooral noodzakelijke maatregelen, zoals het vervangen van
te stellen. Er is al met al een mix van maatregelen nodig.
stituut OTB en een van de opstellers van een recent rapport
oude ketels maar ook eenvoudige maatregelen, zoals de
Gemeenten, provincies en Stimuleringsfonds Volkshuisves-
over energiebesparingsperspectieven in de particuliere
overstap naar het gebruik van spaarlampen. Daarnaast is in
ting (SVn) kunnen bij het inzetten en uitvoeren van vooral
woningvoorraad: “In beginsel zijn woningeigenaren zelf
een fors aantal woningen dubbele beglazing aangebracht.
de financiële maatregelen een belangrijke rol gaan spelen.”
verantwoordelijk voor het nemen van energiebesparende
Toch blijft een belangrijk deel van het besparingspotentieel
maatregelen, maar een duw in de goede richting kan geen
onbenut. Op bijvoorbeeld isolatietechnisch gebied valt er
kwaad. Gemeenten en provincies zouden daarbij ook een
nog veel eer te behalen. Omdat het in dat geval gaat om
stimulerende bijdrage kunnen leveren, naast al bestaande
kostbare, omslachtige maatregelen, zijn stimulerende acties
landelijke instrumenten als het energielabel en enkele sub-
van de overheid nodig om ervoor te zorgen dat eigenaar-
sidieregelingen, want de bestaande particuliere woningvoor-
bewoners voornemens ook in daden omzetten.
raad biedt een enorm besparingspotentieel.”
De beweegredenen van eigenaar-bewoners om actief ener-
OTB & Omgeving maart 2010
giebesparende maatregelen te nemen, variëren. Ongeacht Particuliere woningvoorraad
woningtype, woninggrootte of de ouderdom van de woning
Meijer: “De verscheidenheid binnen de particuliere woning-
noemt het overgrote deel van de bewoners besparing op
voorraad is groot. Allereerst zijn er lokale en regionale
de energierekening als belangrijkste reden. Het milieu staat
verschillen. In de grotere steden zijn er verhoudingsgewijs
op de tweede plaats, gevolgd door verhoging van comfort,
veel minder eigen woningen, bovendien zijn daar relatief
oplossen van vocht- en ventilatieproblemen en het terug-
veel eigen woningen in meergezinshuizen te vinden. Die
dringen van geluidsoverlast. Meijer is van mening dat de
laatste groep eigenaren zou eigenlijk moeten samenwerken
overheid op die motieven zou moeten inspelen.
Informatie
in een Vereniging van Eigenaren, maar helaas gaat dit lang niet altijd goed. In de tweede plaats is de particuliere
Mix van maatregelen
huursector qua kenmerken en kwaliteit niet alleen onverge-
Meijer: “Voor de huidige maatregelen is over het algemeen
lijkbaar met de eigenwoningsector, maar zijn er ook qua
een beperkte tegemoetkoming in de investeringskosten be-
Perspectieven voor energiebesparing in de particuli-
eigendomsstructuur belangrijke verschillen. Het eigendom is
schikbaar, soms slechts voor een beperkte doelgroep. Het is
ere woningvoorraad, Frits Meijer, Henk Visscher, Winke
deels in handen van kleine particuliere verhuurders en deels
daarom de vraag of met het huidige maatregelenpakket de
Kloosterman en Olivia Guerra Santin, 2009, uitgevoerd en
in handen van institutionele beleggers. Beide groepen gaan
grootscheepse verbetering van de particuliere woningvoor-
geschreven in opdracht van het Stimuleringsfonds Volkshuis-
heel anders met hun woningen om en dat vraagt om een
raad kan worden gerealiseerd. Om werkelijk verder te
vesting Nederlandse gemeenten (SVn). Het rapport is
breed scala aan stimuleringsmaatregelen.”
komen is een steviger beleid noodzakelijk. Dit begint bij het
beschikbaar als pdf op otb.tudelft.nl.
4
Maatwerk nodig van sociale professionals Ze organiseren huiswerkclubs, wekelijkse wandelingen, surveilleren ’s avonds voor de veiligheid en stimuleren kinderen om de buurt schoon te houden: de actieve burgers in de buurt. Het zijn gedreven doorzetters, die erin slagen succesvolle projecten van de grond te tillen. Zij kunnen echter op beslissende momenten ondersteuning van sociale professionals goed gebruiken. Organisator van activiteiten voor bewoners in de Haagse wijk Vrederust. REDMAR KRUITHOF FOTOGRAFIE
D
e overheid roept burgers en organisaties
Kameleon
al vele jaren op om meer activiteiten te
Actieve burgers kenmerken zich door een grote bevlogen-
ontplooien gericht op de leefbaarheid
heid en betrokkenheid, creativiteit en doorzettingsvermogen.
van de leefomgeving. Maar er was tot
Desondanks zijn ook zij gebaat bij sociale professionals die
nu toe weinig bekend over de manier
met een bescheiden en alerte houding hen een steuntje
Bewoners met verschillende etnische achtergronden bij elkaar brengen is ook voor professionals een moeilijke opgave
waarop burgerinitiatieven tot stand komen en welke rol
in de rug bieden. Die sociale professionals moeten hun
sociale professionals daarbij vervullen. Wat werkt wel en
project niet overnemen, maar behoedzaam interveniëren,
wat werkt niet bij actief burgerschap, zowel bij initiatiefne-
bijvoorbeeld wanneer de voortgang van een initiatief in
mers als bij sociale professionals? Wat zijn andere randvoor-
gevaar komt, omdat bijvoorbeeld de inzet van een of meer
waarden voor succesvolle initiatieven?
individuen wegvalt. “Het gaat erom sensitief te zijn maar
Om hier antwoord op te vinden hebben Marco van der Land
ook te handelen als er actief en assertief moet worden
en Mariska van der Sluis zeven casussen in de regio Den
opgetreden”, vertelt Van der Sluis. Ook is behoefte aan
Haag onderzocht van actieve burgers die initiatief hebben
sociale professionals die zich als een kameleon kunnen aan-
genomen de leefbaarheid van de buurt te verbeteren. Onder
passen aan wat burgers nodig hebben en wat hen drijft. Van
Praktische voorwaarden voor succes
sociale professionals wordt iedereen verstaan die ter zake
der Land: “Dit houdt een andere, nog meer vraaggerichte
Andere praktische voorwaarden dragen ook bij aan het
interveniëert in initiatieven van actieve bewoners: dit kun-
manier van werken in. Ze moeten op zoek gaan naar wat
behalen van succes. Uit de casus van Haags Axcent bleek
nen dus leefbaarheidsconsulenten van de woningcorporatie
burgers willen en nodig hebben en hun wensen vervolgens
dat een directe beloning aan burgers heel goed kan werken:
zijn, opbouwwerkers, maar ook agenten die meelopen met
faciliteren. Het gaat hierbij dan ook om maatwerk, er is
de buurtkinderen die in Moerwijk stoepen veegden werden
een buurtinterventieteam.
geen standaardmethode die op elke situatie van toepassing
direct beloond in de vorm van bijvoorbeeld een knutselmid-
is.” De huidige professionele sociale infrastructuur kan een
dag. Een andere voorwaarde is een locatie, bijvoorbeeld een
dergelijke flexibele en faciliterende rol bemoeilijken, maar
wijkcentrum van een welzijnsorganisatie of gemeente, met
burgerinitiatieven ook stimuleren. Welzijnsorganisaties heb-
ruime openingstijden, waardoor veel mensen bereikt kunnen
ben vaak een vastomschreven programma met de gemeente
worden. Verder zouden met name allochtone groepen het
afgesproken, waarbij precies is vastgelegd welke projecten
op prijs stellen als er bijvoorbeeld een kleine maaltijd bij ac-
zij zullen gaan uitvoeren. Dat laat vaak weinig (financiële)
tiviteiten wordt geboden. De huidige subsidiecriteria in Den
ruimte voor spontane plannen van initiatiefrijke burgers. Van
Haag vergoeden echter geen kosten voor eten en drinken.
der Sluis: “Daarentegen heeft de gemeente Den Haag wel
De voorbeelden maken duidelijk dat sociale professionals
subsidies beschikbaar die de ruimte bieden om zelfstandig
een belangrijke rol kunnen spelen bij het bieden van prak-
actie te ondernemen zonder al te veel formele heisa.”
tische hulp en het informeren over praktische oplossingen
Ten slotte zijn actieve burgers gebaat bij een sociale
die elders succesvol zijn geweest.
professional, die hulp biedt bij het leggen van contacten
Uit de casusbeschrijvingen blijkt dat sociale professionals die
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Movisie, bin-
met formele instanties, maar vooral ook met bewoners uit
zich richten op actieve burgers een balans moeten proberen
nen zijn vijfjarig project Effectieve Interventies. Het boekje
verschillende etnische groepen. Aan zo’n verbindende rol
te vinden tussen aan de ene kant assertiviteit en activiteit
Inspelen op initiatief – Actieve burgers en sociale
ontbrak het in een aantal casussen. Het bleek dat het zowel
en aan de andere kant flexibiliteit en behoedzaamheid.
professionals in de buurt van Mariska van der Sluis en
voor initiatiefnemers als voor sociale professionals geen
Duidelijk is ook dat als actieve burgers en sociale professio-
Marco van der Land is te bestellen en te downloaden via
eenvoudige opgave is om mensen uit verschillende etnische
nals sterk op elkaar betrokken zijn, er mooie dingen tot
www.movisie.nl (zie Recente uitgaven, pag. 8).
groepen bij elkaar te brengen.
stand kunnen komen tussen buurtbewoners.
Informatie
5
Beleid eigenwoningbezit toe aan herbezinning
Koopwoning als toekomstige sociale voorziening? Vergrijzing en een toenemend beroep op sociale en maatschappelijke voorzieningen stellen de samenleving vroeg of laat voor grote financiële problemen. Het vermogen in koopwoningen zou misschien die problemen deels kunnen ondervangen. Alleen dreigt de recessie roet in het eten te gooien.
Turkije kent slechts een kleine hypotheekmarkt. FOTO MERVE BEDIR
OTB & Omgeving maart 2010
I
n de meeste Europese landen is vanaf eind jaren
en uitkeringen deels kunnen vervangen. Huishoudens
negentig tot eind 2008 sprake geweest van een
zouden dit vermogen naar eigen inzicht moeten opbouwen
continue economische groei. Dankzij deze groei
en benutten. De kans dat huishoudens in een armoedeval
steeg het aantal huishoudens dat een woning
terechtkomen zou daardoor kunnen verminderen. Eigen-
kocht. In de West-Europese landen leidde eigen-
woningbezit zal met deze rol fundamentele invloed krijgen
woningbezit tot verbeteringen van de woningvoorraad en
op het maatschappelijk leven. Particuliere woningbezitters
grotere financiële onafhankelijkheid van huishoudens. Over-
maken nu al minder gebruik van zorghuisvesting; ze blijven
heden stimuleerden eigenwoningbezit, zelfs onder groepen
langer zelfstandig wonen en regelen zorg aan huis.
voor wie een koopwoning tot dan toe niet vanzelfsprekend
Eigenwoningbezit kan ook een rol spelen in verbetering van
was. In de nieuwste lichting EU-lidstaten was eigenwoning-
de omgeving: eigenwoningbezit voedt de verantwoordelijk-
bezit zelfs een voorwaarde om de markteconomie tot ont-
heid voor de eigen woonomgeving omdat de kwaliteit van
wikkeling te laten komen. Tweederde van de huishoudens
de buurt deels van invloed is op de waarde van de woning.
in de EU-landen heeft nu hun woning in eigendom, met een
De voordelen van eigenwoningbezit kunnen dus niet alleen
enkele uitschieter naar boven (Hongarije) en naar beneden
de huishoudens zelf maar ook de samenleving ten goede
(Duitsland).
komen.
Economische recessie
Fundamentele herziening
In de landen in West-Europa maakten uiterst soepele hy-
Een fundamentele herziening van de woningmarkt is een
potheekvoorwaarden van banken en andere hypotheekver-
van de vereisten om de mogelijke maatschappelijke rol van
strekkers dat velen de stap waagden en een huis kochten.
eigenwoningbezit op zowel micro- als macro-economisch
Het risico van een hoge hypotheeklening leek beperkt: koop-
niveau te kunnen sturen. Dat kan zelfs leiden tot het
woningen bleven immers in waarde toenemen en konden
herdefiniëren van ongelijkheid en kansen. Nu is niet in alle
dus bij verkoop een aardige winst opleveren.
EU-landen het eigenwoningbezit in het welvaartsbeleid ver-
In 2008 werd duidelijk dat als gevolg van de economische
ankerd en ontbreekt een visie op de positie van huurders die
recessie de risico’s die bij een koopwoning horen, voor velen
helemaal geen vermogen opbouwen in hun huis; in Turkije
groter zijn dan werd gedacht. Veel huishoudens met hoge
zijn koopwoningen moeilijk bereikbaar omdat grote groepen
hypotheeklasten hebben aflossingsproblemen en poten-
zelfs helemaal geen hypotheek kunnen krijgen.
tiële kopers kunnen moeilijker een hypotheek afsluiten. De
Veel huurders in Europa kunnen alleen met behulp van de
economische recessie blijkt voor veel huishoudens grote
overheid de stap naar een koopwoning maken. Maar niet al-
economische en ook sociale gevolgen te hebben.
leen de betaalbaarheid van koopwoningen is een probleem,
In veel landen is eigenwoningbezit niet verankerd in welvaartsbeleid
Informatie
ook het risico van waardedaling, zoals nu het geval is. Tus-
Een conferentie in ENHR-verband in november 2008 heeft
Opgebouwd vermogen inzetten
senvormen tussen kopen en huren, zoals Shared Ownership
geleid tot het derde (en laatste) deel over eigenwoningbezit
Hoe moet het nu verder met het eigenwoningbezit nu
in Engeland, kunnen op dit punt uitkomst bieden. Dergelijke
in de landen van de Europese Unie dat dit voorjaar ver-
vergrijzing voor de samenleving hoge kosten met zich mee
constructies zijn niet alleen betaalbaarder maar kennen
schijnt: Home ownership. Getting in, getting from,
brengt? De eigen woning zou een rol moeten gaan spelen
ook minder financiële risico’s. De doorstroommogelijkheden
getting out. Part III. John Doling, Marja Elsinga and Ri-
als particuliere pensioenvoorziening. Ook zou vermogensop-
vanuit dit soort woningen moet dan wel verbeteren.
chard Ronald, 2010, Part I (2005) en Part II (2006) zijn nog
bouw via het eigenwoningbezit de sociale verzekeringen
6
leverbaar (www.iospress.nl)
Strategisch voorraadbeleid en beheerplannen bij woningcorporaties 22/23 september en 17/18 november 2010 Doelgroep: woningcorporaties
OTB-cursussen en -studiedagen 2010 OTB- cursussen
In de cursus wordt uitgebreid ingegaan op alle aspecten die samenhangen met het vervaardigen en implementeren van de corporatiestrategie, het voorraadbeleidsplan en beheerplannen per complex. Aan de hand van een uitgebreide procesomschrijving en diverse voorbeelden wordt geleerd om zelf een voorraadbeleidsplan en beheerplannen te vervaardigen. Themagewijs wordt de cursist op de hoogte gebracht van de laatste ontwikkelingen in het strategisch voorraadbeleid.
21/22 april, 16/17 juni, 6/7 oktober, 8/9 december 2010
Doelgroep: medewerkers van de bij het Platform Corpovenista betrokken woningcorporaties Het platform Corpovenista richt zich op kennisontwikkeling en -uitwisseling over vraagstukken waar wijkontwikkeling, de emancipatie van de bewoners en de ontwikkeling van het vastgoed in onderlinge samenhang aan de orde zijn. Het platform wil kennis en ervaringen uit beleid, praktijk en onderzoek met elkaar verbinden. Kennisuitwisseling speelt daarbij een belangrijke rol. Daarom organiseert het platform verschillende kennisuitwisselingsactiviteiten, waaronder deze leergang.
De markt van koopwoningen 1/2 juni 2010
Doelgroep: bouwondernemers, makelaars en projectontwikkelaars, maar ook volkshuisvesters van gemeenten en corporaties In de cursus worden recente ontwikkelingen op de markt van bestaande en nieuwe koopwoningen besproken. Ook wordt vanuit het perspectief van de verschillende betrokken partijen (consument, makelaar, gemeente, corporatie en projectontwikkelaar) stilgestaan bij de gevolgen van de huidige economische crisis, de reactie hierop en de verwachtingen ten aanzien van de toekomstige ontwikkeling van de markt. Daarnaast komen ook de mogelijke hervormingsmaatregelen van de rijksoverheid voor de woningmarkt aan de orde en de gevolgen hiervan.
Start 15/16 september 2010, duur 2 jaar
Doelgroep: medewerkers van woningcorporaties, gemeenten, regionale samenwerkingsverbanden, provincies, sectororganisaties, landelijke overheid en private adviesbureaus met wonen en wijkontwikkeling in hun takenpakket U geeft in deze op de eisen van het Chartered Institute of Housing (CIH) gebaseerde leergang een krachtige impuls aan uw professionele en persoonlijke groei als maatschappelijk ondernemer in wonen en wijkontwikkeling. In deze allround beroepsopleiding voor de woonprofessional slaat u een brug tussen strategie en uitvoering en ontwikkelt u een stevige theoretische en praktische basis. De brede zorg voor het wonen staat centraal, waarbij u een balans vindt tussen ‘de stenen, het geld en de mensen’.
Recente ontwikkelingen in het wonen
Actuele thema’s in de woonruimteverdeling
Doelgroep: iedereen die snel inzicht wil krijgen in recente ontwikkelingen en nieuwe beleidsinstrumenten
Doelgroep: degenen die enige kennis/ervaring hebben met woonruimteverdeling
6/7 oktober en 4/5 november 2010
Leergang Platform Corpovenista 2010
Leergang maatschappelijk ondernemen in wonen en wijken
Stagnerende en dalende koopprijzen, inzakkende woningverkopen, hoge woonuitgaven en problemen tussen overheid en woningcorporaties. Op lokaal niveau dringt het steeds meer door dat er mogelijkheden zijn om de gerezen problemen het hoofd te bieden. Een scala aan beleidsinterventies en -instrumenten dient zich hiervoor aan. In de cursus worden deze ontwikkelingen met elkaar in verband gebracht, nieuwe beleidsinstrumenten worden aangereikt en de effecten van het nieuwe beleid komen aan de orde.
De wijkaanpak: sociaal, fysiek en economisch 15/16 september en 3/4 november 2010
Doelgroep: gemeenteambtenaren, corporatiemedewerkers, projectleiders, opbouwwerkers, ontwikkelaars, makelaars, ontwerpers, adviseurs en leden van bewonersorganisaties In talloze wijken werken veel partijen samen aan een integrale aanpak om bewoners meer kans op (sociale) stijging in hun wijk te bieden, om de wijk te vernieuwen, te differentiëren en een kwaliteitsimpuls te geven. Hoe geef je die aanpak vorm? Naast de inhoud is het proces minstens zo belangrijk om een breed gedragen aanpak te ontwikkelen. Een goede wijk ontstaat alleen door effectieve samenwerking in vitale coalities, maar hoe breng je die tot stand? Hoe kan aan de verbinding tussen een fysieke, economische en sociale wijkvisie inhoud worden gegeven? De cursus biedt een breed overzicht en verbindt praktijkbenadering, theorie en eigen inbreng met elkaar.
29/30 november 2010
In deze cursus komen vernieuwende modellen en werkwijzen voor de woonruimteverdeling aan de orde. Daarbij is veel aandacht voor de beleidsdoelstellingen en -uitgangspunten die ten grondslag liggen aan een bepaalde modelkeuze. Verder is er ruime aandacht voor discussie en reflectie op de toepasbaarheid in de eigen praktijksituatie van de cursisten.
OTB-studiedagen 2010 OTB-Jubileumcongres Stedelijke ontwikkeling na de crisis 30 september 2010
Dit jaar viert het Onderzoeksinstituut OTB zijn 25-jarig bestaan. Een van de activiteiten is dit feestelijk jubileumcongres waaraan alle onderzoeksprogramma’s van het OTB een bijdrage leveren.
INFORMATIE EN AANMELDING Ongeveer 2 maanden voor aanvang van een cursus of studiedag is uitvoerige informatie over het programma beschikbaar. Voor een specifieke programmafolder kunt u mailen naar Angélique Dersjant:
[email protected], of gebruik maken van de invulstrook. Ook kunt u kijken op onze website www.otb.tudelft.nl/agenda.
Ik wil graag meer informatie over: � Leergang Platform Corpovenista, 21/22 april, 16/17 juni, 6/7 oktober, 8/9 december 2010 � 2-daagse cursus De markt van koopwoningen, 1/2 juni 2010 � 4-daagse cursus Strategisch voorraadbeleid en beheerplannen bij woningcorporaties, 22/23 september en 17/18 november 2010 � 4-daagse cursus Recente ontwikkelingen in het wonen, 6/7 oktober en 4/5 november 2010 � 4-daagse cursus De wijkaanpak: sociaal, fysiek en economisch, 15/16 september en 3/4 november 2010 � Leergang Maatschappelijk Ondernemen in Wonen en Wijkontwikkeling, start 15/16 september 2010 � OTB-Jubileumcongres Stedelijke ontwikkeling na de crisis, 30 september 2010 � 2-daagse cursus Actuele thema’s in de woonruimteverdeling, 29/30 november 2010 � � � �
Ik Ik Ik Ik
wil wil wil wil
graag op de postverzendlijst komen van OTB & Omgeving standaard per post op de hoogte worden gehouden van alle OTB-cursussen en -studiedagen standaard per e-mail op de hoogte worden gehouden van alle OTB-cursussen en -studiedagen standaard op de hoogte worden gehouden van alle OTB-publicaties (alleen mogelijk per e-mail)
Naam Instelling Afdeling/dienst Soort instelling/organisatie Adres Postcode/plaats E-mail
: : : : : : :
................................................................................................................................ ................................................................................................................................ ................................................................................................................................ ................................................................................................................................ ................................................................................................................................ ................................................................................................................................ ................................................................................................................................
U kunt dit strookje faxen of in een ongefrankeerde envelop sturen aan: Onderzoeksinstituut OTB t.a.v. Angélique Dersjant Antwoordnummer 10178 2600 VB Delft Fax: (015) 278 44 22
7
Recente uitgaven Greening governance. An evolutionary approach to policy making for a sustainable built environment, Ellen van Bueren, 2009, serie Sustainable Urban Areas 30, 323 pag., ISBN 978-1-60750-078-0, Amsterdam (IOS Press). Prijs: €75. Bestellen via www.iospress.com. Op zoek naar een groener beleid voor een duurzaam gebouwde omgeving waarin ervaringen optimaal worden benut. Naast
Marja Elsinga benoemd tot hoogleraar
de netwerkbenadering van beleid wordt gepleit voor een aanvulling met het evolutionair perspectief. Een degelijk perspectief laat zien hoe beleidsprocessen het leereffect bevorderen. Airport analysis, planning and design: Demand, capacity, and congestion, Milan Janic, 2009, 275 pag., ISBN 978-1607413-080, New York (Nova Science Publishers). Prijs: $71,10.
In december 2009 is OTB-onderzoeker dr. Marja Elsinga be-
Voor het voldoen aan de sterk wisselende en onzekere maar groeiende vraag naar luchtverkeer zijn geavanceerde analyse-
noemd tot hoogleraar Housing institutions and governance.
methoden nodig, alsmede onderscheid naar korte- en langetermijnoplossingen. Centraal in dit boek staan de kwaliteit en het
De aanstelling vindt plaats bij de faculteit Techniek Bestuur
afstemmen van vraag en aanbod van luchthavens en luchthavencapaciteit.
en Management (TBM) en zij zal gedetacheerd zijn op het
Intermodal barge transport: network design, nodes and competitiveness, Rob Konings, 2009, Trail Thesis Series
Onderzoeksinstituut OTB.
T2009/11, 228 pag., ISBN 978-90-5584-121-9, Delft (The Netherlands Trail Research School). Prijs €45. Te bestellen via
Marja Elsinga is actief op het terrein van woningmarkt en
www.trail.tudelft.nl.
woonbeleid. Zij begeleidt promovendi en verzorgt onderwijs
Onderzoek naar de mogelijkheden voor de binnenvaart in Noordwest-Europa om het marktaandeel van intermodaal contai-
voor het domein Ruimte: Gebruik en Ontwikkeling bij de
nervervoer te vergroten. Specifiek wordt de rol van terminals belicht.
faculteit TBM. Elsinga participeert in een EU-project dat zich
Perspectieven voor energiebesparing in de particuliere woningvoorraad, Frits Meijer, Henk Visscher, Winke Kloos-
bezighoudt met de demografische veranderingen en de rol
terman en Olivia Guerra Santin, 2009, 53 pag. Het rapport is beschikbaar als pdf op otb.tudelft.nl.
van het vermogen in de woning in een achttal landen. Ook
Eigenaar-bewoners moeten nog beter worden voorgelicht over de voordelen van energiebesparing. Het huidige scala aan
participeert zij in een Europese groep onderzoekers die zich
financiële instrumenten moet worden geüniformeerd en eenvoudiger worden en er moet meer zekerheid komen over de
bezighoudt met het onderwerp ‘housing and social exclusion’
looptijd van de subsidies.
en zij coördineert de Nederlandse inbreng in het Vlaamse
Core spatial data, P. van Oosterom (ed.), 2009, 86 pag., ISBN 978-90-6132-317-4, Delft (Nederlandse Commissie voor
Steunpunt Ruimte en Wonen.
Geodesie). Prijs €5.
Elsinga is een van de coördinatoren van de werkgroep Home
Congresverslag over uniformering van verzameling en opslag van ruimtelijk basisgegevens, met bijdragen over onder meer
Ownership and Globalisation van het European Network for
de rol van kadastrale gegevens en de werkwijze van CycloMedia.
Housing Research (ENHR). Voorts is zij bestuurslid van de
Inspelen op initiatief. Actieve burgers en sociale professionals in de buurt, Mariska van der Sluis en Marco van der
Nederlandse Woonbond, hoofdredacteur van het Tijdschrift
Land, 2009, 100 pag., ISBN 978-90-8869-043-3. Prijs €17,50. Te bestellen en te downloaden via www.movisie.nl.
voor de Volkshuisvesting en Associate Editor in Chief van
Actieve burgers hebben behoefte aan alerte, maar bescheiden opererende professionals die hulp bieden bij het leggen van
Elseviers Encyclopedia of Housing & Home.
contacten.
Vijfde lustrum OTB Dit jaar viert het Onderzoeksinstituut OTB zijn 25-jarig
Aan bod komen bijdragen aan oplossingen van maatschap-
bestaan. Een van de activiteiten is een feestelijk jubileum-
pelijke vraagstukken en problemen op het gebied van
congres op donderdag 30 september met als titel ‘Stedelijke
wonen, bouwen en de gebouwde omgeving. Uit alle onder-
ontwikkeling na de crisis’. De ochtend bestaat uit een plenair
zoeksprogramma’s van het OTB komen voor dit congres
gedeelte; de middag wordt ingeruimd voor parallelsessies.
inhoudelijke bijdragen.
COLOFON OTB & Omgeving is een kwartaaluitgave van het Onderzoeksinstituut OTB REDACTIE Peter Boelhouwer, Dirk Dubbeling, Helen Jager, Christel Swarttouw-Hofmeijer en Eveline Vogels VORMGEVING Itziar Lasa DRUK NIVO, Delfgauw Onderzoeksinstituut OTB
bestaat uit Peter Boelhouwer (wetenschappelijk directeur) en Willem
- Stedelijke en Regionale Ontwikkeling (coördinator Kees Maat)
Het Onderzoeksinstituut OTB is onderdeel van de TU Delft en bestaat sinds
Korthals Altes (directeur). De onderzoekers zijn verdeeld over zeven secties:
- Stedelijke Vernieuwing en Wonen (coördinator Marco van der Land)
1985. Het is gespecialiseerd in onafhankelijk onderzoek op het gebied
- Duurzaam Woningvoorraadbeleid en Kwaliteitszorg (coördinator Henk
- Vervoer en Infrastructuur (coördinator Bart Wiegmans)
van wonen, bouwen en de gebouwde omgeving. Er werken ongeveer
Visscher)
- Volkshuisvesting en Woningmarkt (coördinator Harry van der Heijden).
130 mensen, waaronder planologen, sociaal-geografen, bouwkundigen,
- Geo-informatica en Grondbeleid (Willem Korthals Altes)
Daarnaast is er een ondersteunende sectie Methodologie en Informatica
economen, geodeten, bestuurskundigen en woonecologen. De directie
- GIS-technologie (coördinator Peter van Oosterom)
(Henny Coolen).
Onderzoeksinstituut OTB - Jaffalaan 9 2628 BX Delft - Tel. (015) 2783005 -
[email protected] - http://www.otb.tudelft.nl