Instituut voor Natuurbehoud - Kliniekstraat 25 - 1070 Brussel - België Tel : +32 2-558 18 11 - Fax : +32 2 558 18 05 www.instnat.be -
[email protected]
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Gemeenschap
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Robert Berten en Lily Gora
instituut voor
Wijze van citeren : Berten R., & Gora L., 2002. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg. Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg. Rapport Instituut voor Natuurbehoud 2002.02. Brussel
Het Instituut voor Natuurbehoud Het Instituut voor Natuurbehoud (IN) is een wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Gemeenschap; het telt momenteel een 100-tal medewerkers. Het werd op 1 maart 1986 operationeel met als algemene taakstelling: “alle passende wetenschappelijke studies, onderzoeken en werkzaamheden uit te voeren in verband met het natuurbehoud, inzonderheid met het oog op het uitwerken van actiemiddelen en wetenschappelijke criteria tot het voeren van een beleid inzake natuurbehoud; hiertoe verzamelt het alle nuttige documentatie, onderneemt het de nodige studies en onderzoekingen, richt enquêtes in en zorgt voor de overdracht van de verworven kennis aan de bevoegde overheden...”
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
Colofon Auteurs: Robert Berten en Lily Gora Voorpagina: De Drijvende waterwegbree is in Europa erkend als bedreigde soort. Foto: Lily Gora Verantwoordelijke uitgever: Eckhart Kuijken Algemeen directeur van het Instituut voor Natuurbehoud Opmaak en druk: Katrien Van den Broeck, Helen Blow - Instituut voor Natuurbehoud Drukkerij van de Vlaamse Gemeenschap, departement LIN D/2002/3241/153 ISBN 90-403-0151-4 NUR 941 Kostprijs : 8 euro (plus 5 euro verzendingskosten voor 1 tot 5 exemplaren) Hoe bestellen? Door een storting te doen op rekening 091-2226013-86 op naam van het Eigen Vermogen van het Instiuut voor Natuurbehoud met vermelding van ‘Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg, IN.R.2002.02’. Gelieve tegelijkertijd een briefje of mail te sturen t.a.v. Helen Blow, Instituut voor Natuurbehoud, Kliniekstraat 25, 1070 Brussel (
[email protected]). Na ontvangst van uw betaling sturen wij u het rapport op, tesamen met een factuur waarop de vermelding ‘betaald’ staat.
© 2002, Instituut voor Natuurbehoud, Brussel 2e druk gedrukt op gerecycleerd, chloorvrij papier. Robert Berten Instituut voor Natuurbehoud Kliniekstraat 25, B-1070 Brussel e-mail:
[email protected] website:www.instnat.be tel: 02-558 18 11 fax: 02-558 18 05
Lily Gora Voorzitter van de Limburgse Plantenwerkgroep Correspondentieadres: Het Groene Huis - Provinciaal domein Bokrijk 3600 Genk tel: 011-26 54 62 fax: 011-26 54 55 e-mail:
[email protected] website: www.limburg.be/likona
Het onderzoek heeft vooral betrekking op de diverse aspecten van de biodiversiteit, meer bepaald de inventarisatie, monitoring en ecologie van planten- en diersoorten, populaties en levensgemeenschappen in relatie tot hun omgeving. In het landschapsecologisch onderzoek gaat de aandacht vooral naar ecohydrologie, habitatfragmentatie en ecosysteemprocessen. De wetenschappelijke kennis ligt aan de basis van referentiekaders (zoals Rode Lijsten van diverse taxonomische groepen), karteringen van het natuurlijk milieu (zoals de Biologische waarderingskaart, BWK) en gebiedsgerichte acties inzake natuurontwikkeling, -herstel en -beheer. Dit beoogt het beleidsmatig inpassen van ruimtelijke en kwalitatieve noden van natuurbehoud in landinrichting, ruimtelijke planning, integraal waterbeheer en milieubeheer. Toepassingen liggen o.m. in de sfeer van het afbakenen van ecologische netwerken en gebieden van internationale betekenis en soortbeschermingsplannen. Het Instituut is betrokken bij verschillende regionale, nationale en internationale onderzoeksprogramma’s en netwerken. Daarnaast is er nauwe samenwerking met universiteiten en andere wetenschappelijke instellingen in binnen- en buitenland. Adviesverlening is een belangrijke taak van het Instituut. Deze gebeurt zowel ten behoeve van het Kabinet van de bevoegde Minister, de Vlaamse Hoge Raad voor Natuurbehoud , de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, AMINAL, AHROM en andere entiteiten van de Vlaamse Gemeenschap. In opdracht van derden kunnen via het Eigen Vermogen specifieke studies, karteringen en expertises worden uitgevoerd, waarvoor tijdelijke contractuele medewerkers kunnen worden aangetrokken. Het Instituut voor Natuurbehoud publiceert rapporten en mededelingen in een eigen reeks. De bibliotheek biedt een ruim aanbod van tijdschriften en referentiewerken inzake milieu en natuur. Daarnaast biedt het Instituut diverse informatie aan via internet. Algemeen Directeur: Prof. Dr. Eckhart Kuijken.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Robert Berten & Lily Gora
April 2002
Rapport Instituut voor Natuurbehoud 2002.02
Instituut voor Natuurbehoud
Voorwoord
VOORWOORD Enkele tientallen jaren geleden reeds waren de plantenliefhebbers in Limburg druk doende met het inventariseren van de vegetaties van zoveel mogelijk groeiplaatsen. De sterke achteruitgang van de Limburgse flora was voor kenners duidelijk en men vond het hoogst noodzakelijk om de toestand in kaart te brengen wilde men aan die achteruitgang een halt te kunnen toeroepen. Van dat onderzoek had Bert Berten de leiding. Hij opereerde toen vanuit Lisec met de steun van het provinciebestuur. De inventariseerders verzamelden zich in de Limburgse Plantenwerkgroep. Bij de oprichting in 1990 van LIKONA, de Limburgse Koepel voor Natuurstudie, werd resoluut gekozen om alle verzamelde gegevens te gebruiken voor het maken van een verspreidingsatlas van alle Limburgse hogere planten. Alle vrijwilligers werden ingezet om onvoldoende onderzochte gebieden te inventariseren en alle gegevens werden gebundeld en zo verscheen in 1993 de “Limburgse Plantenatlas” van Bert Berten. Dit was een primeur: de eerste regionale verspreidingsatlas op kilometerschaal uitgegeven door LIKONA. De gegevens worden sindsdien veelvuldig gebruikt in allerhande publicaties, studies, rapporten, beheersplannen enz. Ondertussen heeft de Limburgse Plantenwerkgroep niet stil gezeten. Vele vrijwilligers vulden de atlas aan en actualiseerden de verspreidingsgegevens. Bovendien werden de gegevens verder wetenschappelijk verwerkt. Enerzijds werd met de hulp van diverse soortencombinaties meer abstracte plantengemeenschappen samengesteld. Anderzijds stelde men aan de hand van de verspreiding en de trends van de soorten een zogenaamde Rode Lijst samen. Deze lijst brengt de soorten onder in verschillende categorieën van bedreiging van zeldzame tot uitgestorven soorten toe. Deze wetenschappelijke analyses worden in voorliggend werk gepubliceerd door Bert Berten, medewerker IN, en Lily Gora, de huidige voorzitter van de Limburgse Plantenwerkgroep. De publicatie wordt uitgegeven door het Instituut voor Natuurbehoud in de reeks van Rode Lijsten over diverse taxonomische groepen. Dit boek is ook weer een primeur: het is de eerste Provinciale Rode Lijst in Vlaanderen. Het voorgaande illustreert goed hoe alle beschikbare krachten gecoördineerd kunnen worden en ingezet voor het natuurbehoud. Vrijwilligers verzamelen essentiële basisgegevens, het Provinciebestuur via LIKONA ondersteunt en stuurt deze inventarisatiefase. Door de uitgave van de atlas in haar reeks van provinciale verspreidingsatlassen zorgt LIKONA voor het ter beschikking stellen van de verzamelde informatie. Het Instituut voor Natuurbehoud staat in voor een verder doorgedreven wetenschappelijke analyse van de databanken en de uitgave van deze Rode Lijst in de eigen publicatiereeks. Zo kan deze informatie doorstromen naar zowel de vele vrijwilligers en natuurbeschermers als de wetenschappelijke wereld en het beleid.
Met deze publicatie willen het Instituut voor Natuurbehoud en de provincie Limburg een krachtdadig natuurbeleid in de eigen provincie en in Vlaanderen ondersteunen en stimuleren.
prof. Eckhart Kuijken Algemeen directeur Instituut voor Natuurbehoud
Frank Smeets Voorzitter LIKONA Gedeputeerde Leefmilieu Provincie Limburg
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Dankwoord
DANKWOORD
Bij het samenstellen van deze Rode Lijst kon ik rekenen op de steun van mijn collega’s Dirk MAES, Wouter VAN LANDUYT en Carine WILS van het Instituut voor Natuurbehoud. De tekst werd nagelezen en gecorrigeerd door volgende deskundige natuurkenners: Jan GABRIELS, Paul VAN DEN BREMT en Leo VANHECKE. Robert Berten
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Samenvatting
SAMENVATTING Natuurliefhebbers hebben reeds lang opgemerkt dat in een groot aantal biotopen de diversiteit van zowel de flora als de fauna significant is afgenomen. Gevoelige soorten verdwijnen het eerst. Andere houden plaatselijk stand, maar hun areaal verkleint. Floristen, die gedurende jaren inventariseren, weten welke soorten zijn verdwenen en welke vegetaties in waarde zijn afgenomen en kunnen dus een vergelijking maken tussen de toestand vroeger en nu. Vanaf de jaren ’80 verschijnen er lijsten waarin de negatieve evolutie van het planten- en van het dierenbestand wordt behandeld. Het zijn de zogenaamde Rode Lijsten. Er bestaan verschillende manieren om zo’n Rode Lijst te berekenen. De methode, die in hoofdstuk 2 wordt besproken, is dezelfde als die op het Instituut voor Natuurbehoud werd aangewend voor het opstellen voor Rode Lijsten van de loopkevers (DESENDER 1995), de libellen (DE KNIJF 1997) en de vlinders (MAES 1996). In deze publicatie wordt de evolutie van de hogere planten en van de plantengemeenschappen in Limburg gegeven. Hiervoor werd gebruik gemaakt van de cijfergegevens uit de Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993). Van elke plantensoort werd in deze verspreidingsatlas het voorkomen per kilometerhok in de periode 1940-1970 en de periode 1970-1992 met elkaar vergeleken. De evolutie van het voorkomen, dus de toename of de afname, van elke plant wordt vertaald naar een bepaalde categorie, zoals bedreigd, zeldzaam, kwetsbaar, enzovoort. Zo krijgt men een mathematische lijst, die de actuele bedreigingsgraad van alle plantensoorten illustreert, de zogenaamde Rode Lijst. In bijlage 1 wordt de volledige, alfabetisch (op wetenschappelijke naam) gerangschikte lijst van alle soorten die ooit in Limburg zijn aangetroffen met vermelding van de RodeLijstcategorie waartoe deze soort behoort. Plantensoorten zijn typisch voor bepaalde plantengemeenschappen. Het al dan niet bedreigd zijn van een plantensoort hangt nauw samen met het al dan niet bedreigd zijn van de plantengemeenschap. In hoofdstuk 3 worden alle Rode-Lijstsoorten in een ruimer kader gesitueerd, namelijk de socioecologische groepen waartoe ze behoren. De planten worden er – in tabellen - per groep gerangschikt volgens hun Nederlandse naam met vermelding van het aantal hokken in de twee onderzoeksperioden, het inheems zijn of niet, de zeldzaamheidsgraad, de bedreigingsgraad, enz. Naast de beschrijving van de situatie van deze socio-ecologische groepen in Limburg, wordt er per Rode-Lijstcategorie een opsomming gegeven van soorten. Aan de lang of meer recent verdwenen soorten én de nieuwe vondsten en adventieven wordt een apart hoofdstuk besteed. De evolutie van het plantenbestand wordt meer in detail behandeld in hoofdstuk 5. Hieruit blijkt dat de meest bedreigde plantengemeenschappen die van voedselarme situaties (heiden, laagveen,), kalkhoudende gronden en (voedselarme) waters zijn. Het botanisch belang van Limburg blijkt wanneer het voorkomen van Rode-Lijstsoorten wordt vergeleken met de situatie in Vlaanderen. Van de 1279 soorten hogere planten, behorend tot de “wilde flora” van Vlaanderen, is 6% uitgestorven, 29% min of meer bedreigd en 15 % zeldzaam. In Limburg zijn er heel wat gebieden waar een opvallend groot aantal Rode-Lijstsoorten voorkomen, het zijn “hotspots” wat betreft Rode-Lijstsoorten. Verder ligt maar liefst 35 % van de totale oppervlakte van de speciale beschermingszones (SBZ-H), die in het kader van de EU-Habitatrichtlijn zijn afgebakend, in Limburg. Deze SBZ-H herbergen het grootste deel van de besproken Rode-Lijst-soorten. De bescherming, het beheer en de ontwikkeling van deze in Limburg voorkomende SBZ-H, met de voorkomende habitats en –soorten speelt een essentiële rol bij de bescherming van onze RodeLijstsoorten.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Summary
SUMMARY Naturelovers have long noticed that in a large number of biotopes the diversity of the flora and fauna has been significantly reduced. Sensitive sorts dissappear first. Some sorts manage to survive locally, but their area has diminished. Florists, who have been inventorising for years, know which sorts have dissappeared and which vegetations have lost value, and they kan compare the situation of the past with the present. From the eighties on, lists have been published showing the negative evolution of the plant and animal populations. These are the so called Red Lists. There are various methods for calculating such a Red List. The method used here, which is discussed in chapter 2, is the same as that used at the Institute of Nature Conservation, for the drawing up of the Red Lists of the ground beetles (DESENDER 1995), the dragon flies (DE KNIJF 1997) and the butterflies (MAES 1996). In this publication the evolution of higher plants and the plant biotopes in Limburg is detailed. The figures used come trom the ‘Limburgse Plantenatlas’ (BERTEN 1993). For each plant sort in this distribution atlas the incidence per square kilometer for the period 1940-1970 and the period 19701992 are compared. This gives us a mathematical list, which illustrates the degree of endangeredness for all plants, the so called Red List. In appendix 1 the complete, alphabetically sorted (by latin name) list of the sorts which once thrived in Limburg has been given, mentioning the Red List category the sort belongs to. Plantsorts are typical for certain biotopes. Whether or not a sort is endangered is closely linked to the endangeredness of the biotope. In chapter 3 all Red List sorts are situated in a larger framework, namely the socio-ecological groups they belong to. The plants are organised into groups, in tables, according to their Dutch name whereby the number of squares are mentioned in the two research periods, whether or not they are local or not, how rare they are, how threatened, and so on. It is also indicated which sorts have disappeared and when. The new findings of national sorts and adventives are discussed at length. The evolution of the plants and the results are discussed in more detail in chapter 5. This shows how the most severely threated biotopes are those poor ones (heather, peat moor, ...), chalckholding ground and nutrient poor water. The botanical importance of Limburg is clear when the incidence of Red List sorts is compared with the Flemish situation. Of the 1279 sorts higher plants which belong to the ‘wild flora’ of Flanders, has died out with 6%, 29% are more or less threatened and 15% are rare. In Limburg many areas have a remarkably high incidence of Red List sorts when compared with the situation for Flanders as a whole. Indeed, Limburg numbers many ‘hotspots’ of Red List sorts. In addition about 35% of the total area is designated a special protection zone (SBZ-H), as part of the EU Habitat guidelines. These SBZ-H’s contain the bulk of the Red List sorts discussed. The protection, the maintenance and the development of these SBZ-H sorts in Limburg, with the habitats and sorts involved, plays an essential role in the protection of our Red List sorts in general.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1. Algemene inleiding.........................................................................................................1 1.1 De evolutie van het plantenbestand................................................................................1 1.2 De opmaak van een Rode Lijst van hogere planten in Limburg ......................................3 1.3 Bescherming van hogere planten in Vlaanderen en soorten van internationaal belang ..4 1.4 Nut van een Rode Lijst van hogere planten in Limburg ..................................................4 2. Gegevensverwerking .....................................................................................................7 2.1 Herkomst van de gegevens ............................................................................................7 2.1.1 Eerste onderzoeksperiode: 1940-1970..................................................................7 2.1.2 Tweede onderzoeksperiode: 1970-1992 ...............................................................8 2.1.3 Sinds 1993 tot en met 2000 ..................................................................................9 2.1.4 De grootte van het studiegebied ...........................................................................9 2.2 Verwerking van de gegevens per taxon..........................................................................9 2.2.1 Wetenschappelijke en Nederlandse naam ............................................................9 2.2.2 Indicatie van de status van het taxon ....................................................................9 2.2.3 Aantal kilometerhokken in de twee onderzoeksperioden.....................................10 2.2.4 Zeldzaamheidsklasse..........................................................................................10 2.2.5 Rode-Lijstcategorieën: berekening en tabel ........................................................10 2.2.6 Rode-Lijstcategorieën .........................................................................................12 2.2.7 Socio - ecologische groepen ...............................................................................13 2.2.8 Data van de laatste vondst van uitgestorven taxa en van de eerste vondst van nieuwe taxa..................................................................................................................15 2.2.9 Bedreigingsgraad ................................................................................................15 2.2.10 Ingevoerde soorten in Vlaanderen ....................................................................15 2.3 Wijze van bespreking van de Rode-Lijstsoorten en de socio-ecologische groepen ......15 3. Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg...............................21 3.1 Pioniers van plaatsen, die sterk door de mens gestoord zijn ........................................21 3.2 Planten van zoute milieus.............................................................................................35 3.3 Planten van zoete waters en oevers .............................................................................38 3.4 Planten van matig bemeste weilanden .........................................................................55 3.5 Planten van droge graslanden, muren en rotsen ..........................................................60 3.6 Planten van heiden, vennen en zuur laagveen .............................................................69 3.7 Planten van kalkmoerassen..........................................................................................74 3.8 Planten van kaalslagen, zomen en struwelen ...............................................................76 3.9 Bosplanten ...................................................................................................................86 3.10 Het aantal uitgestorven, bedreigde en nieuwe soorten ...............................................94 4. Verdwenen en nieuwe soorten in limburg ..................................................................95 4.1 Verdwenen soorten ......................................................................................................95 4.1.1 Verdwenen vóór 1900 .........................................................................................95 4.1.2 Verdwenen vóór 1970 (de tweede onderzoeksperiode) ......................................96 4.1.3 Verdwenen na 1970 ............................................................................................98 4.2 Nieuwe soorten.............................................................................................................99 4.2.1 Nieuwe inheemse soorten...................................................................................99 4.2.2 Nieuwe exoten (neofyten) .................................................................................104 5. Evolutie van het plantenbestand in Limburg ...........................................................109
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Inhoudsopgave
5.1 Samengevatte resultaten. Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg ............................................................................................................................109 5.2 Conclusies..................................................................................................................113 5.2.1 Meest kwetsbare en bedreigde plantengemeenschappen- en hun bedreiging ..113 5.2.2 Voorkomen in Limburg – en mogelijke beschermingsmaatregelen....................114 5.2.3 Te beschermen gebieden in Limburg ................................................................118 6. Nabeschouwingen......................................................................................................119 6.1 Botanische kwaliteit van Limburg in een Vlaams perspectief ......................................119 6.2 Botanische kwaliteit van Limburg in het NATURA2000 perspectief ............................128 6.3 Aanbevelingen met betrekking tot behoud en bescherming van Rode-Lijst- soorten ..130 LITERATUURLIJST.........................................................................................................135 BIJLAGEN .......................................................................................................................137
Algemene inleiding
1. ALGEMENE INLEIDING 1.1 De evolutie van het plantenbestand De mens heeft sinds zijn aanwezigheid in onze streken het landschap constant gewijzigd. Hij heeft grote delen van de vegetatie omgehakt, gemaaid, laten begrazen, geplagd, afgebrand en heeft ingezaaid en aangeplant. Dit resulteerde in een gevarieerd landschap met bossen, heiden, hooi- en weilanden, kleine landschapselementen, hoogstamboomgaarden, vijvers, steenkoolstorten en dergelijke meer. Overal werd wat anders gedaan, maar het gebruik van een bepaald gebied bleef meestal jarenlang stabiel: hooilanden bleven hooilanden, maar de percelen ernaast waren turfputten, viskweekvijvers of graasweiden. ste
Echter, in de loop van de 20 eeuw werd het bodemgebruik praktisch overal gewijzigd. Daar waar in de eeuwen daarvoor het land zeer kleinschalig werd gebruikt en de landbouw in grote mate het ste bodemgebruik bepaalde, ontstond vooral in de tweede helft van de 20 eeuw een heel ander landschap. Schaalvergroting en productieverhoging in de landbouwsector lagen aan de basis van een complete verandering van het plantenkleed. Ook de aangroei van de bevolking met uitbreiding van de wooncentra, het aanleggen van zeer veel wegen, de uitbreiding van de industrie, de groei van recreatieverblijven de ontginningen van zand en grind, brachten met zich mee dat de vegetatie grondig werd gewijzigd of zelfs compleet verdween. Enkel in de gebieden, die grotendeels onaangeroerd bleven, is er nog wat van de typische flora en fauna overgebleven. Veel van deze gebieden werden aangeduid als bos- of natuurreservaat. Hoewel door deze bescherming en het gevoerde beheer heel wat soorten behouden zijn, zijn er typische soorten gewoonweg verdwenen. In de landbouwgebieden hebben bijzondere soorten zich kunnen handhaven op voor de landbouw marginale gronden: dit zijn té voedselarme, té natte, té steile of op andere manieren weinig toegankelijke percelen. Versnipperd in het landbouwgebied vindt men nog hooilanden of weilanden die op de klassieke manier worden beheerd. Doordat ze aan de landbouwintensivering zijn ontsnapt, vindt men er een aantal van de oorspronkelijke soorten. Deze relicten wijzen op een vergane glorie. Naast het gewijzigd grondgebruik heeft ook de algemene verslechtering van de milieukwaliteit een belangrijke invloed op fauna en flora. Door verzuring, vermesting en verdroging is tal van kritische soorten verdwenen. Natuurliefhebbers hebben reeds lang opgemerkt dat in een groot aantal biotopen de diversiteit van zowel de flora als de fauna significant is afgenomen. Gevoelige soorten verdwijnen het eerst. Anderen houden plaatselijk stand, maar hun areaal verkleint. Floristen, die gedurende vele jaren inventariseren, weten welke soorten zijn verdwenen en welke vegetaties in waarde zijn af genomen en kunnen dus een vergelijking maken tussen de toestand vroeger en nu. de
Om een beeld te krijgen van de oorspronkelijke vegetatie kan men oude flora’s van de 19 en het ste begin van de 20 eeuw raadplegen. DE W ILDEMAN & DURAND (1898-1907) vermelden de verspreiding de van alle plantensoorten (zowel wieren als hogere planten) in België in de 19 eeuw. Uit hun werk blijkt dat soorten, die men nu ver buiten de grenzen moet gaan zoeken, nog in België te vinden waren. Planten, zoals Rozenkransje en Valkruid, die vroeger zowel in de (Limburgse) Kempen als in de Ardennen groeiden, neemt men nu enkel nog ten zuiden van de Maas waar. ste
In de tweede helft van de 20 eeuw gaat de vegetatie sterk achteruit. DELVOSALLE et al. (1969) wezen er op dat de plantensoorten die vroeger meer algemeen waren zeldzamer worden en ze stelden vast dat heel wat soorten bedreigd en zelfs verdwenen zijn. Enkele jaren later (in 1972 en 1979) geven de Atlassen van de Belgische en Luxemburgse flora (VAN ROMPAEY & DELVOSALLE) op verspreidingskaarten weer waar de verschillende plantensoorten in de periode 1940-1970 zijn waargenomen. Uit de kaarten blijkt dat een groot aantal kritische soorten ondertussen zijn verdwenen. Meer recente atlassen en publicaties behandelen ook de oorzaken van achteruitgang en verdwijnen van de planten (MENNEMA et al. 1980; VANHECKE 1986).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
1
Algemene inleiding
Een grondige wijziging van het landschap wordt geïllustreerd door bijgaande foto’s. De eerste dateert van 1904 (J. MASSART). Op dezelfde plaats realiseerde 76 jaar later G. CHARLIER de tweede foto.
De Hoeverbergenduinen te Lommel Foto: J. MASSART 1904
Foto: G. CHARLIER & L. VANHECKE 1980
2
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Algemene inleiding
De landduinen en de droge heide waren vroeger de normale landschappen in de Kempen. Door de komst van de steenkoolmijnen was er een stijgende vraag naar mijnhout (stuthout). In de loop van de twintigste eeuw werden daarom grote delen van de Kempen met Grove den (en later met Zwarte den) bebost. Het uitzicht van het oorspronkelijke landschap en het reliëf verdwenen zo op zeer veel plaatsen. Uit: Landschappen in Vlaanderen. Vroeger en nu. (Nationale Plantentuin 1981).
1.2 De opmaak van een Rode Lijst van hogere planten in Limburg Vanaf de jaren ’80 verschijnen er lijsten waarin de negatieve evolutie van het planten- en van het dierenbestand wordt behandeld. Het zijn de zogenaamde Rode Lijsten. Voorbeelden daarvan zijn: de hogere planten van Nederlands Limburg (CORTENRAAD & MULDER 1989), de hogere planten van Belgisch Limburg (BERTEN 1993), Loopkevers (DESENDER et al. 1995), Dagvlinders (MAES et al. 1996), Libellen (DE KNIJF et al. 1997), enz. In de voorliggende publicatie wordt de evolutie van de hogere planten en van de plantengemeenschappen in Limburg gegeven. Hiervoor werd gebruikgemaakt van de cijfergegevens uit de Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993). Van elke plantensoort werd in deze verspreidingsatlas 1 het voorkomen per kilometerhok in de periode 1940-1970 en de periode 1970-1992 met elkaar vergeleken. De evolutie van het voorkomen, dus de toename of de afname, van elke plant wordt vertaald naar een bepaalde categorie, zoals bedreigd, zeldzaam, algemeen, enzovoort. Zo krijgt men een mathematische lijst, die de vooruit- of de achteruitgang van alle plantensoorten illustreert, de zogenaamde Rode Lijst (§ 2.2.5). Een Rode Lijst moet met enige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. De resultaten moeten met kennis van alle achtergrondinformatie worden genuanceerd. Bij het lezen van deze Rode Lijst moet men onthouden dat: •
hoewel de gegevens uit de diverse onderzoeksperiodes zonder meer vergelijkbaar zijn, moet men rekening houden met het feit dat het aantal beschreven soorten in de recente Belgische Flora’s enorm is toegenomen. Er is een groot verschil tussen het aantal taxa (zowel soorten als ondersoorten) beschreven in MAC LEOD (1953) en deze van LAMBINON (1998). Bepaalde soorten of ondergeslachten werden ondertussen opgesplitst, zoals: Taraxacum (Paardebloem), Nasturtium (Waterkers), Centaurea (Centaurie, Knoopkruid), Rubus (Braam) en Dactylorhiza (Handekenskruid, Orchis). De vergelijking van de resultaten is voor de planten van deze groepen dus niet altijd betrouwbaar.
•
bepaalde Rode-Lijstcategorieën van de (zeer) zeldzame soorten zoals bedreigd, kwetsbaar en zeldzaam een vertekend beeld van de werkelijkheid kunnen geven. Deze planten komen uiteraard zeer weinig voor (maximum 13 hokken = hoogste zeldzaamheidsklasse), maar sommige van deze groep zijn altijd zeldzaam geweest, omdat hun biotoop zelf slechts op enkele plaatsen voorkomt. Hun aantal neemt daar niet noodzakelijk af. Procentueel gaan deze soorten ook achteruit, omdat in de tweede onderzoeksperiode meer kilometerhokken werden geïnventariseerd werden. Zulke planten zijn in feite wel zeldzaam, maar in wezen niet bedreigd. Anderzijds zijn er natuurlijk de taxa die wel zeer zeldzaam zijn, omdat ze inderdaad sterk zijn achteruitgegaan.
•
de evolutie van het plantenbestand wordt besproken per socio-ecologische groep. De samenstelling van socio-ecologische groepen wordt onder andere beschreven door STIEPERAERE et. al. (1982). Elke plant wordt aan één groep toegewezen. Deze indeling heeft zijn voor- en nadelen. De soorten worden gegroepeerd in plantengemeenschappen en in die classificatie besproken. Het nadeel van zo een indeling is dat een groot aantal soorten een veel bredere ecologische amplitude kennen en zo gerangschikt kunnen worden in meerdere plantengemeenschappen. De planten die een grote amplitude hebben en zo een verkeerd beeld kunnen geven van de realiteit, worden verder becommentarieerd bij de bespreking van de resultaten.
1
Kilometerhokken: een raster van vierkanten op een topografische kaart waarvan elke zijde 1 km lang is. Een kilometerhok is dus 1 km². Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3
Algemene inleiding
Bovengenoemde problemen en bijzonderheden worden, indien relevant, besproken in de paragraaf ‘bespreking’ bij elke socio-ecologische groep.
1.3 Bescherming van hogere planten in Vlaanderen en soorten van internationaal belang Naast de algemene maatregelen betreffende de basismilieukwaliteit en het gebiedsgericht 2 natuurbeleid omvat het Natuurdecreet enkele aanvullende maatregelen onder andere voor de bescherming van soorten. Hoofdstuk IV van het Natuurdecreet, dat handelt over de bescherming van plant- en diersoorten, is echter uiterst summier. Wat betreft plantensoorten wordt er gesproken over algemene en bijzondere soortbescherming (met de mogelijkheid om hiervoor subsidies te verlenen) en een verbod op het introduceren van plantensoorten. Het decreet bepaalt niet welke organismen in aanmerking komen voor soortbescherming. Voorlopig is het Koninklijk Besluit van 1976 houdende maatregelen ter bescherming van bepaalde in het wild groeiende plantensoorten, dat werd genomen ter uitvoering van de Natuurbehoudswet van 1973, nog steeds van toepassing. Dit besluit regelt de bescherming van alle in België inheemse soorten van volgende families: de orchideeën (Orchidaceae), de waterlelies (Nymphaeaceae) en de wolfsklauwen (Lycopodiaceae), én de genussen Roos (Rosa) - behalve Akkerroos (Rosa arvensis) en Hondsroos (Rosa canina) - en Zeekraal (Salicornia). In totaal zijn 79 soorten wettelijk beschermd. Alle beschermde planten staan opgesomd in de bijlagen A, B en C van dit besluit. Deze Belgische lijst is aangepast in 1993 (COSYNS et al. 1994). De beschermingsmaatregelen zijn verschillend: de planten in bijlage A (38 soorten) zijn integraal beschermd, de planten in bijlage B (36 soorten) worden beschermd voor wat hun ondergrondse delen betreft en de planten in bijlage C (5 soorten) tenslotte mogen niet worden uitgetrokken of geoogst in de natuur, vervoerd of uitgevoerd, indien dit gebeurt voor handelsen industriële doeleinden. 3 Op 23 juli 1998 werd door de Vlaamse Regering het besluit goedgekeurd waarin de voorwaarden werden bepaald voor de wijziging van bepaalde vegetaties en kleine landschapselementen. Sinds dit besluit geldt er (afhankelijk van de gewestplanbestemming en de ligging in een richtlijngebied of een ander beschermd gebied) een verbod op of een vergunningsplicht voor het wijzigen van een aantal bijzondere vegetaties zoals heiden, vennen, moerassen en waterrijke gebieden, duinvegetaties, historisch permanente graslanden en poelen. Op deze wijze hebben de eventueel voorkomende RodeLijstsoorten binnen deze gewestplanbestemmingen een bepaalde bescherming, als tenminste de vergunningsaanvraag een ongunstig advies krijgt. 4
De soorten vermeld in bijlage I van de Conventie van Bern , die voorkomen in Vlaanderen zijn integraal beschermd. Dit zijn: Kruipend moerasscherm (Apium repens), Drijvende waterweegbree (Luronium natans) en Groenknolorchis (Liparis loeselli). De soorten in bijlage II van de EU5 Habitatrichtlijn , waarvoor Vlaanderen Speciale Beschermingszones moet afbakenen, zijn voor Vlaanderen dezelfde soorten als deze in bijlage I van de Conventie van Bern.
1.4 Nut van een Rode Lijst van hogere planten in Limburg Het doel en het algemeen gebruik van Rode Lijsten werden door BLAB et al. (1984) in de volgende tien punten beschreven. Deze kunnen ook in Vlaanderen gebruikt worden. 1. om de bedreigingen van hogere planten aan “het publiek” en in het bijzonder aan de bevoegde gewestelijke, provinciale, gemeentelijke overheden en internationale instanties bekend te maken; 2. om gebieden waar bedreigde hogere planten voorkomen doeltreffend te beschermen, omdat enkel een duurzaam behoud en beheer van geschikte leefgebieden het voortbestaan van bedreigde hogere planten in Vlaanderen op lange termijn kan waarborgen (behoud van de biodiversiteit in Vlaanderen); 3. als hulpmiddel bij het voorstellen van prioritair te beschermen gebieden en ter verdediging tegen ingrepen in natuurgebieden; 4. als hulpmiddel bij het inrichten en beheren van landschappen ten gunste van hogere planten; 2
Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (B.S. 10 januari 1998) Het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu. (B.S.). Deze werd verklaard in een omzendbrief LNW 98/01 van 10 november 1998. 4 Het verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk milieu in Europa dat door de Wet van 20 april 1989 werd goedgekeurd. 5 EU-richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. 3
4
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Algemene inleiding
5. als hulpmiddel voor het opstellen en uitvoeren van beheers- en beschermingsmaatregelen voor populaties van bedreigde hogere planten; 6. om onderzoeksprogramma’s voor populaties van zeldzame hogere planten voor te bereiden en te formuleren; 7. om een nauwkeurige (vnl. ecologische) basis te verschaffen voor het opstellen van een soortenbeschermingsplan voor hogere planten; 8. om onderzoekers aan te sporen actief deel te nemen aan het oplossen van vragen in verband met de overlevingskansen van bedreigde planten en dieren; 9. om scholen, hogescholen en universiteiten uit te nodigen om meer aandacht te besteden aan de oorzaken van de bedreigingen van hogere planten; 10. als Vlaamse bijdrage voor het samenstellen van internationale lijsten van bedreigde hogere planten, mede in het licht van de conventie over de biologische diversiteit. Een Rode Lijst bespreekt de actuele bedreigingsgraad. Het voorkomen van “Rode Lijst”-soorten in een bepaald gebied zou de overheden ertoe moeten aanzetten speciale beschermingsmaatregelen te nemen ter bescherming van de biotopen waar deze soorten voorkomen. Op deze manier kunnen Rode Lijsten worden gezien als belangrijke instrumenten in het moderne, offensieve natuurbeleid (MAES et. al, 1995).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
5
6
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Gegevensverwerking
2. GEGEVENSVERWERKING 2.1 Herkomst van de gegevens In deze publicatie wordt de evolutie van de hogere planten en van de plantengemeenschappen in Limburg besproken. Om tot een mathematisch verantwoorde vergelijking te komen tussen de toestand van vroeger en nu wordt gebruik gemaakt van het beschikbaar cijfermateriaal. Voor elke soort is bekend in hoeveel kilometerhokken ze in Limburg is waargenomen in de periode 1940-1970 en de periode 1970-1992. Al de cijfergegevens kan men in lijsten, in de Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993) terugvinden. Deze gegevens, samen met de resultaten van de berekeningen van de evolutie van het plantenbestand vindt men terug in bijlage 1. De soorten staan volgens hun wetenschappelijke naam alfabetisch gerangschikt. Hoe de berekeningen verlopen en hoe de planten geklasseerd worden in bepaalde categorieën met als resultaat het mathematisch samenstellen van een Rode Lijst vindt men onder meer in de § 2.2.5.
2.1.1 Eerste onderzoeksperiode: 1940-1970 Het samenstellen van de Atlas van de Belgische en Luxemburgse flora gebeurde door leden van het Instituut voor Floristisch onderzoek van België (I.F.B.L). Om België op een systematische manier te 6 inventariseren werd op de topografische kaarten met schaal 1/50 000ste een raster aangebracht bestaande uit vierkanten met zijden van 4 km en een oppervlakte van 16 km², uurhok genoemd. Deze uurhokken werden verdeeld in kwartierhokken met een oppervlakte van 1 km², ook kilometerhokken genoemd. Het onderzoek gebeurde in meer gedetailleerde inventarisaties. Limburg en zijn aangrenzende gebieden werden ingedeeld in 3168 kilometerhokken (Figuur 2.1). Het gros van de gegevens dateert van na 1950. Voor de coördinatie van het floristisch onderzoek in Limburg zorgde H. VANNEROM.
6
Dit raster wordt het IFBL-raster genoemd. Tegenwoordig wordt voor inventarisaties van diersoorten gebruik gemaakt van UTM- ‘hokken’. Dit zijn hokken gebaseerd op een UTM-projectie van topografische kaarten( World Geodetic System). Het IFBL-raster komt niet overeen met het UTM-raster. Hoewel omschakeling naar het gebruik van UTM-hokken misschien meer up-to-date zou zijn, is dit voor planten niet wenselijk omdat de nieuwe resultaten niet meer vergelijkbaar zouden zijn met de oude gegevens volgens kilometerhok. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
7
Gegevensverwerking
Figuur 2.1. Indeling van de provincie Limburg in kilometerhokken. De gegevens van de periode 1940 tot 1970 dienden voor de eerste uitgave van de Belgische Plantenatlas (VAN ROMPAEY & DELVOSALLE 1972). In die periode werden 1191 kilometerhokken geïnventariseerd (hetzij volledig, hetzij onvolledig).
2.1.2 Tweede onderzoeksperiode: 1970-1992 Na 1970 nam R. BERTEN van het Studiecentrum voor Ecologie en Bosbouw (LISEC) de coördinatie van de Limburgse Plantenwerkgroep over. Het onderzoek werd uitgebreid, het verliep stelselmatig over heel de provincie zowel qua oppervlakte als qua tijd en er werkten ook meerdere (jonge) floristen mee. De informatie die voor de verspreidingskaarten gebruikt is, berust op de inventarisaties van 19701992. Gedurende die periode werd er informatie verzameld van 2163 kilometerhokken (al of niet volledig). De gegevens van deze periode – meer dan 200.000 – werden gebruikt voor de publicatie van de Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993). Aangezien het aantal onderzochte kilometerhokken verschilt van deze onderzocht in de eerste onderzoeksperiode, kan een vergelijking van beide periodes leiden tot discussiepunten. Deze worden in het hoofdstuk 3 behandeld in de paragraaf ‘bespreking’.
8
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Gegevensverwerking
2.1.3 Sinds 1993 tot en met 2000 Na de tweede onderzoeksperiode zijn er uiteraard ook nog nieuwe gegevens van de Limburgse Plantenwerkgroep bijgekomen. Om de Rode Lijst zo recent mogelijk te houden werden deze meldingen ook verwerkt. Uiteraard zijn er geen volledige lijsten meer toegevoegd, omdat deze anders een vertekend beeld geven bij de vergelijking van de twee onderzoeksperioden. Wel gaat het over een aantal planten die ‘nieuw’ zijn. In de eerste plaats zijn dat soorten die na 1993 voor de eerste keer in Limburg geïnventariseerd zijn (neofyten) en in de tweede plaats over enkele ‘uitgestorven’ gewaande planten, die na 1993 zijn teruggevonden.
2.1.4 De grootte van het studiegebied Voor de inventarisatie van de hogere planten werd een studiegebied gekozen dat in overeenstemming was met het gebied, dat afgebakend was tijdens de eerste onderzoeksperiode (1940-1970), dit om vergelijkingen mogelijk te maken en om een aantal vaststellingen te verklaren. De provincie Limburg (Figuur 2.1) omvat geheel of gedeeltelijk 198 uurhokken (= hokken van 4 km x 4 km). Dit betekent dat het studiegebied een oppervlakte heeft van 198 x 16 km² = 3.168 km². Nochtans is de reële oppervlakte van Limburg slechts 2.421 km² (76% van het studiegebied). 208 kilometerhokken liggen gedeeltelijk binnen de provinciegrenzen, 539 kilometerhokken vallen er volledig buiten en behoren in het westen en in het zuiden tot de provincies Antwerpen, Brabant en Luik. In het noorden en in het oosten maken de randgebieden deel uit van Nederland (Noord-Brabant en Limburg). Gedurende de onderzoeksperioden van 1940-1970 en van 1970-1992 werden al de aangrenzende gebieden, samen met het grondgebied van de provincie Limburg, dus 3.168 km² systematisch onderzocht. Voor de verwerking van de Rode Lijst werden enkel die soorten weerhouden die op het grondgebied van Limburg voorkomen. De soorten die in een van de onderzoeksperioden enkel in de randgebieden aanwezig zijn behoren dus niet tot de Limburgse Rode Lijst. Meer details hierover in het eerste intermezzo (Soorten uit bijzondere gebieden net over de Limburgse grens).
2.2 Verwerking van de gegevens per taxon In bijlage 1 vindt men de Rode Lijst van de Limburgse planten, alfabetisch gerangschikt op hun wetenschappelijke naam. In deze lijst vindt men 15 kolommen, die in volgende paragrafen worden verklaard. De Rode-Lijstsoorten zelf worden in hoofdstuk 3 uitvoerig behandeld.
2.2.1 Wetenschappelijke en Nederlandse naam Er werd maar één wetenschappelijke - eerste kolom - en één Nederlandse naam - tweede kolom gebruikt. In deze alfabetische lijst zijn al de namen overgenomen van de Flora van België, het Groothertogdom Luxemburg, Noord - Frankrijk en de aangrenzende gebieden, derde druk (LAMBINON et al. 1998). De Nederlandse namen van de secties van het geslacht Paardebloem (Taraxacum) zijn overgenomen van het “Basisbestand ten behoeve van de Checklist en de Standaardlijst van de Vlaamse vaatplanten” (COSYNS et al. 1993).
2.2.2 Indicatie van de status van het taxon De derde kolom heeft het symbool LB. Dat staat voor Limburg. Hierin wordt weergegeven of de plant inheems is of niet. Als dat zo is krijgt ze code 1. Als het gaat over soorten die niet inheems zijn is het code 2. Het onderscheid tussen de begrippen inheems, ingeburgerd (neofyt, archeofyt), standhoudend, adventief, antropofyt,… kan vaak voor verwarring zorgen. Deze begrippen werden zonder wijziging voor al de soorten overgenomen van de in 1993 opgestelde standaardlijst van de Vlaamse vaatplanten (COSYNS et al. 1993). Bij de bespreking van de Rode-Lijstsoorten in hoofdstuk 3 worden zowel de inheemse als de niet inheemse vermeld.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
9
Gegevensverwerking
2.2.3 Aantal kilometerhokken in de twee onderzoeksperioden In de vierde kolom van de lijst vindt men het aantal kilometerhokken, waarin de plant in de eerste onderzoeksperiode (1940-1970) werd waargenomen. Ze staan onder de titel ‘40-‘70. In de vijfde kolom staat onder de titel ’70-‘92 het aantal kilometerhokken in de tweede periode (19701992). Deze aantallen zijn afkomstig van de Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993). Voor de eerste periode zijn er 1191 kilometerhokken onderzocht, in de tweede zijn er dat 2163. Men moet er wel rekening mee houden dat al die hokken niet volledig en niet alle in detail zijn onderzocht.
2.2.4 Zeldzaamheidsklasse De zeldzaamheidsklasse komt overeen met de frequentie in de onderzoeksperiode 1970-1992. Deze klasse vindt men terug in de zesde kolom onder het symbool zz en in de zevende kolom onder het symbool a-z (algemeen-zeldzaam). Dit geeft een aanduiding van de graad van zeldzaamheid (zie onderstaande tabel). De Limburgse zeldzaamheden zijn gebaseerd op cijfermateriaal. Van elke soort wordt berekend in hoeveel procent van de onderzochte km-hokken ze voorkomt. Men heeft als maximumgrens het aantal hokken genomen van de plant die in Limburg het meest voorkomt, namelijk de Grote brandnetel, die in 1375 km-hokken opgetekend is. Men ging ervan uit dat de Grote brandnetel in elk kilometerhok van Limburg te vinden is. Men heeft 1375 als maximumgrens gekozen en niet het aantal onderzochte hokken (2163), omdat een groot deel onvolledig geïnventariseerd is. De percentages worden dan gerangschikt in 10 zeldzaamheidsklassen Tabel 2.1. Zeldzaamheidsklassen. Klasse 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Bovengrens % 100 80 65 50 35 25 15 10 5 1
Min. - Max. 1101 – 1375 894 –1100 688 – 893 482 - 687 344 - 481 207 - 343 138 - 206 69 - 137 14 - 68 1 - 13
Aanduiding AA: zeer algemeen A : algemeen A : algemeen VA: vrij algemeen VA: vrij algemeen VZ: vrij zeldzaam VZ: vrij zeldzaam Z : zeldzaam Z : zeldzaam ZZ: zeer zeldzaam
De klassengrenzen zijn subjectief gekozen, maar komen vrij goed overeen met het intuïtieve begrip van zeldzaamheid. Als men ze vergelijkt met de klassengrenzen, die worden gebruikt, voor de Rode Lijst van de Vlaamse Dagvlinders, dan is er praktisch geen verschil te merken (MAES & VAN DYCK 1996; W YNHOFF & VAN SWAAY 1995).
2.2.5 Rode-Lijstcategorieën: berekening en tabel Voor het bepalen van de categorieën van de Rode Lijst van de hogere planten worden dezelfde criteria als deze van de Dagvlinders en deze van de Libellen gebruikt (MAES & VAN DYCK 1996; DE KNIJF & 7 ANSELIN 1997). Deze zijn gebaseerd op de internationale categorieën van het I.U.C.N . en op deze van Duitsland en Nederland.
7
I.U.C.N.: International Union for the Conservation of Nature and Natural Resources 10
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Gegevensverwerking
De achteruitgang wordt berekend met de volgende formule (grv = gecorrigeerd relatief voorkomen): 100 x (grv 1970-1992/grv 1940-1970) – 100 Om het duidelijk te maken geven we een voorbeeld: in de periode 1940-1970 komt de Bolderik voor in 24 kilometerhokken en in de periode 1970-1992 in 3 kilometerhokken; het gecorrigeerd relatief voorkomen in de periode 1940-1970 wordt dan 100 x 24/ 1191 = 2.01 % en 100 x 3/ 1375 = 0.21 % in de periode 1970-1992. De achteruitgang van Bolderik bedraagt dan (100 x 0.21/2.01) – 100 = - 89.6 %. Door dit te herhalen voor alle soorten komen we tot een lijst, waar al de soorten, ook deze die vooruitgaan, voorkomen. In de alfabetische lijst (bijlage 1) vinden we in de achtste, negende en tiende kolom de resultaten van die berekeningen. Uiteraard worden ook het aantal hokken (vierde en vijfde kolom) en de zeldzaamheidsklasse (zesde kolom) gebruikt bij het opstellen van RodeLijstcategorieën. In tabel 2.2 wordt een schematisch overzicht gegeven van de indeling in Rode-Lijstcategorieën. Deze gebeurt aan de hand van de procentuele verandering van een soort tussen de periode 1970-1992 en de periode 1940-1970 en de zeldzaamheidsklasse. Om terug te komen op ons voorbeeld van de Bolderik lezen we in de lijst dat ze in de tweede periode in 3 hokken gevonden is en dus zeer zeldzaam is (klasse 10). Men kan de Bolderik dus plaatsen in de Rode-Lijstcategorie 1: met uitsterven bedreigd. Tabel 2.2. Schematisch overzicht van de indeling in Rode-Lijstcategorieën op basis van het trendcriterium en de zeldzaamheidsklasse (MAES 1996; BERTEN 1993). Voorkomen Zeer zeldzaam Achteruit- Km. Klasse 10 gang Hokken 1 - 13 76 – 100 % (d) Met uitsterven bedreigd (1) 51 - 75 % (c) Bedreigd (2) 26 - 50 % (b) Kwetsbaar (5) 1 - 25 % (a) Zeldzaam (10)
Zeldzaam Klasse 9-8 14 - 138 Bedreigd
Vrij zeldzaam Klasse 7-6
(3)
Bedreigd (4) Kwetsbaar (6) Zeldzaam (11)
Niet zeldzaam Klasse 5-1
139 – 343 > 343 Kwetsbaar 2 (7) Achteruitgaand (13) Kwetsbaar 2 (8) Achteruitgaand (14) Kwetsbaar 2 (9) Achteruitgaand (15) Zeldzaam 2 (12) Momenteel niet bedreigd (16)
De Rode-Lijstsoorten vindt men in de twee eerste kolommen. Het gaat over planten die in maximum 138 kilometerhokken voorkomen. Ze zijn oranje gekleurd. Ten opzichte van de Rode Lijsten van de Dagvlinders en de Libellen zijn er een aantal zaken toegevoegd. Het gaat over de volgende aspecten: •
De achtste kolom – symbool % - geeft de eerste kolom van tabel 2.2 weer. Ze geeft het trendcriterium aan: een achteruitgang van 76 tot 100 % krijgt het teken d, van 51 tot 75 % een c, van 26 tot 50 % een b en een achteruitgang van 1 tot 25 % of een vooruitgang krijgt een a. Andere codes die in deze kolom voorkomen zijn lw, w en nw. Het staat in de eerste plaats voor de begrippen lang weg en weg: dit is van toepassing voor soorten die niet meer waargenomen zijn na de vermelde datum. Nw geldt voor de nieuwe soorten, die pas na de eerste onderzoeksperiode aangetroffen zijn.
•
De vakjes van 4 kolommen van tabel 2.2 zijn genummerd van 1 “met uitsterven bedreigd” tot en met 16 “momenteel niet bedreigd”. Deze nummers kan men terugvinden in de in de negende kolom van de Rode Lijst met het symbool kl. In de tiende kolom wordt de categorie aangegeven. De hogere planten, die in de periode 1970-1992 in meer dan 138 kilometerhokken voorkomen, zijn als minder kwetsbare en zeldzame categorie aangeduid met kwetsbaar 2 (vak 7, 8 en 9) en zeldzaam 2 (vak 12).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
11
Gegevensverwerking
2.2.6 Rode-Lijstcategorieën Hieronder geven we de categorieën en de gebruikte criteria bij het opstellen van een mathematische lijst. Tot de Rode Lijst behoren de volgende categorieën: uitgestorven, met uitsterven bedreigd, bedreigd, kwetsbaar en zeldzaam. Zie figuur 2.2 - oranje kolommen.
Categorie - Uitgestorven in Limburg Hier zijn twee mogelijkheden: •
Soort komt niet meer voor sinds 1930. Het zijn soorten die noch in de eerste noch in de tweede de onderzoeksperiode werden waargenomen. Uit de literatuur blijkt dat de soort in de 19 eeuw wel voorkwam (DE W ILDEMAN & DURAND 1898-1907), maar daarna niet meer. De Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora (VAN ROMPAEY & DELVOSALLE 1972) geeft aan dat sommige hogere planten na 1930 niet meer aangetroffen werden. De vierde en de vijfde kolom met de titel ’40-‘70 en ’70-‘92 scoren beide 0 (kilometerhokken). De code lw van de achtste kolom duidt aan: de soort is ‘lang weg’, dus al geruime tijd niet meer aangetroffen.
•
Soort komt niet meer voor na 1970. Bij soorten die wel in de eerste periode, maar niet meer in de tweede periode waargenomen werden, is de score positief in de vierde kolom en 0 in de vijfde kolom. De code w geeft aan dat de soort recent verdwenen is.
Categorie – Met uitsterven bedreigd = mub Dit zijn de soorten, die zeer weinig voorkomen (1 tot 13 kilometerhokken) én zeer sterk achteruitgaan (minstens 76 %) (vak 1 in tabel 2.2).
Categorie – Bedreigd = bed Deze categorie bevat de soorten die met 51 tot 75 % achteruitgegaan zijn en die momenteel in 1 tot 13 kilometerhokken voorkomen (vak 2). Ook de planten die met minstens 76 % achteruitgegaan zijn en momenteel in 14 tot 138 kilometerhokken voorkomen (vak 3) zijn bedreigd. Tenslotte rekent men ook tot deze categorie de soorten die met 51 tot 75 % achteruitgegaan zijn en momenteel in 14 tot 138 kilometerhokken voorkomen (vak 4). Deze categorie bevat dus de soorten die • • •
zeer weinig voorkomen (1 tot 13 kilometerhokken) en sterk achteruitgaan (51 tot 75 %) (vak 2). weinig voorkomen (14 tot 138 kilometerhokken) en zeer sterk (minstens 76 %) (vak 3) of weinig voorkomen (14 tot 138 kilometerhokken) en sterk achteruitgaan (51 tot 75 %) (vak 4).
Categorie – Kwetsbaar = kw en kw2 Het betreft soorten, die achteruitgaan (26 tot 50 %) en momenteel zeer weinig tot weinig voorkomen (1 tot 138 kilometerhokken) (vak 5 en 6). Ze zijn kwetsbaar: code kw. De soorten, die frequenter voorkomen (139 tot 343 kilometerhokken), maar zeer sterk achteruitgaan (minstens 76 %) (vak 7), tot sterk (51 tot 75 %) (vak 8) of minder sterk (26 tot 50 %) (vak 9) achteruitgaan, worden gegroepeerd in kwetsbaar 2: code kw2. Laatstgenoemde deelcategorie (kw2) wordt niet tot de Rode Lijst gerekend, gezien het frequent voorkomen van de soort.
Categorie – Zeldzaam = zz en zz2 Planten, die weinig achteruitgaan (minder dan 25 %), doch slecht zeer weinig tot weinig voorkomen (1 tot 138 kilometerhokken) (vak 10 en 11) zijn zeldzaam: code zz. De soorten, die weinig achteruitgaan (minder dan 25 %), maar iets frequenter (in 139 tot 343 kilometerhokken) voorkomen (vak 12) worden aangeduid met zeldzaam 2: code zz2. 12
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Gegevensverwerking
Laatstgenoemde deelcategorie (zz2) wordt niet tot de Rode Lijst gerekend, gezien het frequent voorkomen van de soort.
Categorie – Achteruitgaand = a Het zijn soorten, die frequent (meer dan 343 kilometerhokken) voorkomen, maar die zeer sterk (76 tot 100 %) (vak 13), sterk (51 tot 75 %) (vak 14) tot minder sterk (van 26 tot 50 %) (vak 15) zijn achteruitgegaan.
Categorie – Momenteel niet bedreigd = mnb Deze soorten gaan weinig achteruit (minder dan 25 %) of het aantal km-hokken neemt toe en ze komen frequent voor (in meer dan 343 kilometerhokken) (vak 16).
Categorie – Nieuw = nw Soorten die, in de tweede onderzoeksperiode of tussen 1993-2000, opnieuw werden aangetroffen scoren 0 (kilometerhokken) in de vierde kolom, maar positief in de vijfde kolom. Men kan ze terugvinden in vak 10 of 11.
Opmerking De soorten, die zeer zeldzaam zijn (zeldzaamheidsklasse 10) en dus in minder dan 14 hokken voorkomen kunnen gerekend worden in 4 categorieën (met uitsterven bedreigd, bedreigd, kwetsbaar of zeldzaam). Zo zijn er soorten die al jaren te vinden zijn op één bepaalde plaats zeer kwetsbaar, maar niet altijd bedreigd. Bij de bespreking van de resultaten in hoofdstuk 3 wordt wat meer duiding gegeven.
2.2.7 Socio - ecologische groepen In de elfde kolom (symbool se) vindt men de codes van de socio-ecologische groepen samengesteld door STIEPERAERE en FRANSEN in 1982. De soorten die niet in die lijst terug te vinden zijn, krijgen de code?. De Rode Lijst wordt ingedeeld zoals de lijst met de socio-ecologische groepen. Op deze manier geeft de Rode Lijst niet alleen weer hoe plantensoorten, maar ook hoe de socio-ecologische groepen zijn geëvolueerd. Een nadeel van de samenstelling van deze lijst is dat elke plant aan één groep is toegewezen, terwijl ze in meerdere kan voorkomen. Het voordeel van deze lijst is dat de soorten gegroepeerd zijn in 0plantengemeenschappen en in die classificaties worden besproken. Het is immers wel belangrijk dat men weet welke ecologische groepen wijzigen en in welke mate. Dit geeft aan welke biotopen er sterk op achteruitgaan. Zo kan men voor de bescherming van de overeenstemmende biotoop een bepaalde beleidsstrategie voorop stellen. De codes in de elfde kolom komen met de volgende ecologische groepen overeen: 1. Pioniers van sterk antropogeen gestoorde plaatsen: akkers, wegranden en droge ruigten 1a 1b 1c 1d 1e 1f 1g
Akkers op voedselrijke kalkhoudende maar niet kalkrijke grond. Akkers op kalkrijke grond. Akkers op relatief voedselarme, kalkarme grond. Regelmatig betreden plaatsen op voedselrijke grond (tredplanten). Ruigten op betreden, voedselrijke, niet humeuze, kalkhoudende maar niet kalkrijke, droge grond. Ruigten op weinig betreden, kalkrijke, niet humeuze, droge grond. Ruigten op weinig betreden, voedselrijke, humeuze, matig droge grond.
2. Pioniers van meer natuurlijke gestoorde plaatsen, op open, vochtige tot natte, humusarme grond 2a Relatief voedselrijke plaatsen met wisselende waterstand of anderszins sterk fluctuerende milieuomstandigheden. 2b Open, voedsel- (speciaal stikstof-) rijke, natte grond. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
13
Gegevensverwerking
2c Open, matig voedselrijke tot voedselarme, vochtige grond. 3. Planten van sterk tot matig zoute milieus 3a Stranden, zeeduinen en zandige vloedmerken. 3b Zoute tot sterk brakke wateren, slikken en lage schorren. 3c Hoge schorren en contactsituaties tussen zout en zoet milieu. 4. Planten van zoete tot zwak brakke waters en oevers 4a Zoete tot matig brakke, (matig) voedselrijke wateren (overwegend obligate waterplanten). 4b Zoete, voedselarme wateren en de periodiek droogvallende oevers daarvan. 4c Verlandingsvegetaties in zoete, matig voedselrijke, stagnerende of lichtstromende, ondiepe tot diepe wateren; dikwijls veenvormend. 4d Verlandingsvegetaties in zoete, voedselrijke, stromende of periodiek droogvallende wateren; niet veenvormend. 4e Aanspoelingsgordels, natte ruigten en rivierbegeleidende wilgenstruwelen van voedselrijk milieu. 5. Planten van (licht) bemeste graslanden op matig voedselrijke tot voedselrijke, vochtige tot natte grond 5a Matig bemeste graslanden op (matig) vochtige grond. 5b Matig bemeste graslanden op natte grond. 6. Planten van (zeer) droge graslanden, muren en rotsen 6a Muren en rotsen. 6b Graslanden op droge, voedselarme tot matig voedselrijke, niet tot matig kalkhoudende, neutrale tot zwak basische grond. 6c Graslanden op droge, voedselarme, kalkrijke of zinkhoudende, neutrale tot basische grond. 6d Graslanden op zeer droge, voedselarme, kalkrijke grond. 6e Graslanden op droge, voedselarme, kalkarme, zure grond. 7. Planten van heiden, venen, schraallanden en kalkmoerassen 7a 7b 7c 7d
Matig voedselarme, kalkarme, zure laagveenmoerassen. Voedselarme, kalkrijke, basische laagveenmoerassen. Onbemeste graslanden op vochtige tot natte voedselarme, zwak zure grond. Hoogvenen, natte heiden en onbemeste graslanden op natte zeer voedselarme, zure, humeuze grond. 7e Droge heiden op zeer voedselarme grond. 7f Onbemeste, heischrale graslanden op matig vochtige tot droge, voedselarme, zure, humeuze grond. 8. Planten van kaalslagen, zomen en struwelen 8a Kaalslagen op matig vochtige tot droge, matig voedselrijke tot voedselrijke grond. 8b Jonge aanplanten en zomen op voedsel- (vooral stikstof-) rijke, neutrale, humeuze matig vochtige grond. 8c Zomen op kalkhoudende, lemige, matig vochtige tot droge grond. 8d Struwelen op matig vochtige tot droge, voedselarme tot matig voedselrijke grond. 9. Bosplanten 9a 9b 9c 9d 9e 9f
Bossen op relatief voedselrijke, vochtige tot natte grond en van brongebieden. Bossen op voedselarme tot matig voedselrijke, neutrale tot kalkhoudende grond. Alluviale bossen, op min of meer hydromorfe grond. Bossen op gerijpte, zwak zure tot kalkrijke, relatief droge grond. Bossen op matig voedselarme, droge, zure grond. Bossen op gerijpte, matig voedselrijke tot voedselrijke, matig vochtige tot droge grond, samen voorkomend met 9b tot 9d. 9g Bossen op jonge, weinig stabiele, matig vochtige puinbodems (ravijnbossen). ? Komt niet voor in de lijst van STIEPERAERE en FRANSEN in 1982. 14
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Gegevensverwerking
2.2.8 Data van de laatste vondst van uitgestorven taxa en van de eerste vondst van nieuwe taxa. De data waarop verdwenen soorten voor het laatst zijn waargenomen zijn overgenomen van de Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993). De datum vindt men in twaalfde kolom (symbool d1). De soorten die noch in de eerste, noch in de tweede periode zijn waargenomen krijgen code lw. Als de soort sinds 1970 niet meer aangetroffen werd krijgt ze code w. De nieuwe taxa zijn terug te vinden in de dertiende kolom (symbool d2). De in de tweede onderzoeksperiode bijgekomen taxa kunnen het gevolg zijn van 1) het verschijnen van nieuwe adventieven, 2) een uitgebreider onderzoek (bijvoorbeeld van de waterplanten) of 3) het gebruik van nieuwe Flora’s die sterk gewijzigd zijn. Dit is onder meer van toepassing voor bepaalde geslachten zoals Braam (Rubus), Paardebloem (Taraxacum), Zwenkgras (Festuca), Orchis (Dactylorhiza), enz. Deze nieuwe taxa worden aangeduid met de code nw. In hoofdstuk 4 vindt men de gedetailleerde gegevens van de datums van aankomst of van laatste vondst en van de juiste locatie.
2.2.9 Bedreigingsgraad In de veertiende kolom (symbool Vl) geeft men de bedreigingsgraad in Vlaanderen. p staat voor potentieel bedreigd, b: bedreigd, b!: sterk bedreigd, b!!: zeer sterk bedreigd, ?: onbekend en +: verdwenen.
2.2.10 Ingevoerde soorten in Vlaanderen In de vijftiende kolom (symbool T) geeft aan wanneer bepaalde soorten werden ingevoerd Ar = archeofyt (ingevoerd voor 1500) en Ne = Neofyt (ingevoerd na 1500). De gegevens van beide kolommen zijn afkomstig van het “Basisbestand ten behoeve van de Checklist en de Standaardlijst van de Vlaamse vaatplanten” van COSYNS et al. (1993).
2.3 Wijze van bespreking van de Rode-Lijstsoorten en de socio-ecologische groepen In hoofdstuk 3 worden de Rode-Lijstsoorten per socio-ecologische groep besproken. Ze zijn alfabetisch gerangschikt op de Nederlandse naam. Eerst de inheemse, dan de niet inheemse. (In bijlage 1 wordt de volledige lijst gegeven van de Limburgse soorten vroeger en nu, gesorteerd op wetenschappelijke naam). Er wordt gezocht naar een verklaring voor de bedreigingsgraad van de plantengemeenschappen. Hierbij wordt niet alleen rekening gehouden met de naakte cijfers voor elke soort, maar ook het voorkomen van de socio-ecologische groepen in Limburg wordt onder de loep genomen. De gegevens worden als volgt besproken:
1. Situering Hierin wordt gedetailleerd besproken over welke socio-ecologische groepen het gaat en waar ze in de provincie voorkomen. In sommige gevallen tracht men aan de hand van ecologische randvoorwaarden van de socio-ecologische groepen het ontstaan en de aanwezigheid van de groep te verklaren.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
15
Gegevensverwerking
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: het aantal inheemse en niet inheemse voorkomende soorten behorend tot deze socioecologische groep wordt hier weergegeven. Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Deze paragraaf geeft de meest zeldzame taxa weer (klassen 10 en 9). Tussen haakjes wordt het aantal kilometerhokken, waar deze taxa voorkomen, vermeld. Deze data zijn terug te vinden in de lijst van de hogere planten (vijfde en zesde kolom). Ook het gemiddeld aantal hokken voor elke socio-ecologische groep wordt weergegeven. Voor de duidelijkheid geven we hier een voorbeeld (onderstaande tabel 2.3): De socio-ecologische groep 1a (voedselrijke akkers) bevat 43 inheemse soorten. Van deze groep komt Hondspeterselie (Aethusa cynapium) in 383 kilometerhokken (zeldzaamheidsklasse 5) voor, Bolderik (Agrostemma githago) in 3 (zeldzaamheidsklasse 10), enz. De de som van het aantal hokken (383 + 3 +) wordt weergegeven in de 3 kolom van tabel 2.3 en bedraagt 12175. Het gemiddelde (12175: 43) is 283. In de socio-ecologische groep 6d (zeer droog kalkgrasland) is er 1 soort, die in 1 hok aanwezig is, namelijk Blauwgras (Sesleria coerulea). Het gemiddelde (1) is de minimum waarde. In groep 1d (tredplanten) zijn er 13 soorten. Samen komen die in 6231 hokken voor. Een gemiddelde van 479: de maximum waarde. Het gemiddelde van die waarden van de onderzoeksperiode 1970-1992 bedraagt 159 (zie onderstaande tabel). De aantallen hebben enkel betrekking op de inheemse soorten. Tabel 2.3. Soortenaantal, aantal kilometerhokken en gemiddelde per socio-ecologische groep van de inheemse planten in de periode 1970-1992. Groep
Aantal soorten
Aantal km-hokken
Gemiddeld aantal
1a 1b 1c 1d 1e 1f 1g 2a 2b 2c 3a 3b 3c 4a 4b 4c 4d 4e 5a 5b 6a 6b 6c 6d 6e 7a 7b 7c 7d 7e
43 10 22 13 31 27 14 35 20 29 3 3 4 44 30 31 27 25 58 26 5 44 45 1 18 25 13 23 23 13
12175 90 4632 6231 9648 2074 5734 12016 3510 1182 15 17 224 2012 709 5350 3796 7091 24559 6932 203 7276 1181 1 5477 3095 15 1804 2033 2164
283 9 210 479 311 76 409 343 175 40 5 5 56 45 23 172 140 163 423 266 40 165 26 1 301 123 1 138 88 94
16
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Gegevensverwerking
Groep
Aantal soorten
Aantal km-hokken
Gemiddeld aantal
7f 8a 8b 8c 8d 9a 9b 9c 9d 9e 9f 9g
19 22 38 21 22 24 8 20 14 34 30 7
2132 2375 16455 837 5335 4061 75 2307 2694 11132 10280 33
112 107 433 39 242 169 9 115 192 327 342 4
De soorten met de grootste zeldzaamheid worden opgesomd. Enkel de (inheemse) planten, die in 20 of in minder hokken voorkomen, worden vermeld. Het gemiddelde van de waarden in de onderzoeksperiode 1940-1970 bedraagt 122. In § 5.1.1 wordt daar verder op ingegaan. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Verder geeft men de Rode-Lijstsoorten, in dit geval zowel de inheemse als de niet inheemse. Men geeft voor elke soort de bedreigingsgraad aan, zijnde: lang weg, weg, met uitsterven bedreigd, bedreigd, kwetsbaar, zeldzaam. Ook de planten, die nieuw zijn in de tweede onderzoeksperiode, worden met datum van de eerste vondst vermeld. Meestal gaat het over adventieven. Toch zijn er een groot aantal soorten niet ‘nieuw’, maar werden pas in de tweede periode genoteerd. Voorbeelden daarvan zijn Grove den, Canadese guldenroede, Amerikaanse eik, Paardebloem, enz. Bespreking Tenslotte volgt de bespreking over de algemeenheden, de zeldzaamheden en de bedreiginggraden van de taxa en de socio-ecologische groepen.
3. Ecotopen Hierin tracht men aan te geven hoe de socio-ecologische groepen op de Biologische Waarderingskaart zijn aangeduid en hoe ze terug te vinden zijn.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
17
18
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Soorten uit bijzondere gebieden net over de Limburgse grens In de Limburgse Plantenatlas (BERTEN 1993) is het studiegebied voor het opmaken van die Atlas groter dan de werkelijke oppervlakte van de provincie. Zoals reeds eerder vermeld werden de in Limburg afgebakende uurhokken volledig onderzocht, ook al lagen grote delen van deze uurhokken buiten de provinciegrens (zie ook figuur 2.1). De nabije omgeving van Limburg is immers op bodemkundig als op geomorfologisch vlak vergelijkbaar met de provincie zelf: de Limburgse Kempen is vergelijkbaar met de Antwerpse Kempen en Limburgs Haspengouw komt voor de planten qua groeiplaats overeen met Brabants of Luiks Haspengouw. Nochtans zijn er vier gebieden, gelegen in het studiegebied van de Plantenatlas maar buiten de huidige provinciegrens, die omwille van bijzondere abiotische karakteristieken van de Limburgse situatie onderscheiden moeten worden. De planten, die voorkomen in een van de vier volgende arealen werden niet in de Rode Lijst opgenomen. Maar omdat deze soorten bijzonder zijn en wel voorkomen in de Limburgse Plantenatlas zetten we ze voor de lezer graag op een rij.
1. Kalkmoeras in het Buitengoor te Mol (regio 1) Ten westen van Lommel zijn er moerasgebieden, die onder invloed van het Kempens kanaalwater alkalisch geworden zijn. Soortgelijke kalkrijke moerasvegetaties komen in Limburg enkel nog in beperkte mate voor in het Hageven te Neerpelt of in vloeiweiden. Slechts enkele soorten typisch voor kalkmoerassen (zie hiervoor § 3.7) hebben zich in Limburg kunnen handhaven. In het Buitengoor te Mol vindt men bovendien andere kensoorten zoals Alpenrus (Juncus alpinoarticulatus); Breed wollegras (Eriophorum latifolium); Canadese rus (Juncus canadensis).
2. De Sint-Pietersberg (regio 2) De Sint-Pietersberg ligt ten zuiden van Kanne (Riemst) en ten oosten van Sluizen (Tongeren) in de Luikse gemeenten Wonck, Bassenge, Eben-Emaël, Lanaye,…(zie Limburgse Plantenatlas). Deze gemeenten werden op 27.11.1962 ‘politiek’ gewisseld met Voeren en maakten daarvóór nog deel uit van Limburg. De Sint- Pietersberg is een heuvelrug met een kalkrijke bodem (mergel, tufkrijt). In Limburg komen dergelijke bodems slechts zeer lokaal voor en zijn ze in oppervlakte zeer klein. Men vindt ze in Riemst (Kanne, Valmeer, Zichen-Zussen-Bolder) en in Tongeren (Berg, Sluizen). Op de Sint-Pietersberg, grenzend aan Limburg, werden onder meer de volgende soorten waargenomen: Bijenorchis (Ophrys apifera); Breed fakkelgras (Koeleria pyramidata); Bruinrode wespenorchis (Epipactis atrorubens); Duitse gentiaan (Gentianella germanica); Echte gamander (Teucrium chamaedrys); Eironde leeuwebek (Kickxia spuria); Europese blazenstruik (Colutea arborescens); Grote muggenorchis (Gymnadenea conopsea); Hommelorchis (Ophrys fuciflora); Hondskruid (Anacamptis pyramidalis); Kleine roos (Rosa micrantha); Knollathyrus (Lathyrus linifolius); Kruiptijm (Thymus praecox); Kuifvleugeltjesbloem (Polygala comosa); Nachtkoekoeksbloem (Silene noctiflora); Nachtsilene (Silene nutans); Ronde ooievaarsbek (Geranium rotundifolium); Soldaatje (Orchis militaris); Tengere veldmuur (Minuartia hybrida); Veldgentiaan (Gentianella campestris); Vroege ereprijs (Veronica pracox).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
19
Het Gewoon Engels gras groeit niet alleen op de zinkhoudende gronden aan de Geul te Sippenaeken, maar ook aan aanvoerwegen naar metaalverwerkende bedrijven. Hier veel exemplaren in de omgeving van zo’n fabriek te Balen. Foto: Bert BERTEN.
3. Zinkvegetaties te Sippenaeken (regio 3) Sippenaeken is een deelgemeente van Plombières. In de vallei van de Geul, enkele kilometers ten oosten van Teuven (deelgemeente Voeren) komen zinkgraslanden voor. Deze graslanden strekken zich oostwaarts uit naar Plombières en Kelmis. Dergelijke vegetaties vindt men niet terug in Limburg. Bijzondere soorten zijn: Genaald schapegras (Festuca ophioliticola ssp. calaminare); Gewoon Engels gras (Armeria maritima var. halleri); Zinkviooltje (Viola calaminaria).
4. Soorten, aangetroffen buiten de provincie aangetroffen, doch niet in de drie hoger genoemde regio’s (regio 4) Het gaat over planten, die waargenomen zijn in de provincies Antwerpen, Brabant, Luik of in Nederland. Volgende soorten worden in de Limburgse Plantenatlas besproken: Boszwenkgras (Festuca altissima), Luik; Caucalis (Caucalis platycarpa), Luik; Gewoon Engels gras (Armeria maritima var. Halleri), Antwerpen; Kogelbies (Scirpus holoschoenus), Luik; Oranje havikskruid (Hieracium aurantiacum), Luik; Paarse schubwortel (Lathraea clandestina), Luik; Smalle waterweegbree (Alisma gramineum), Nederland; Stijve steenraket (Erysimum virgatum), Luik; Velderwt (Pisum sativum ssp. arvense), Brabant; Vergroeidstijlige roos (Rosa stylosa), Brabant; Wilde akelei (Aquilegia vulgaris), Nederland; Wilde ridderspoor (Delphilium consolida), Luik.
20
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3. RODE LIJST VAN PLANTEN EN PLANTENGEMEENSCHAPPEN IN LIMBURG De Rode-Lijstsoorten worden in dit hoofdstuk per socio-ecologische groep besproken. In de bespreking van de socio-ecologisch groepen wordt tevens vermeld waar deze nog voorkomen in Limburg. Op deze wijze wordt niet alleen duidelijk welke soorten “lang weg”, “weg”, met uitsterven bedreigd”, “bedreigd”, kwetsbaar” of ”zeldzaam” zijn, maar ook welke plantengemeenschappen het goed of minder goed doen in Limburg. In paragraaf 3.10 vindt men in een tabel het aantal gegevens van de verdwenen en de nieuwe soorten. De tabel bevat ook het aantal Rode-Lijstsoorten, gerangschikt per categorie.
3.1 Pioniers van plaatsen, die sterk door de mens gestoord zijn A. AKKERS 1. Situering Akkerplanten zijn in feite pioniers van gronden die pas bewerkt zijn. Op die ‘naakte’ bodems kunnen zich heel wat soorten vestigen. Maar aangezien de huidige akkers door allerlei landbouwtechnieken zoals doorgedreven chemische bestrijding, zware bemesting enz. - ten behoeve van de productie zeer sterk beïnvloed worden, is de soortenrijkdom van de akker sterk gedaald. Zo heeft men nu meer kans om op recent omgewoelde gronden aan wegbermen of in tuinen de vroegere ‘akkerplanten’ of onkruiden aan te treffen. Er worden 3 akkergemeenschappen onderscheiden: •
1a: akkers op voedselrijke kalkhoudende, maar niet kalkrijke grond;
•
1b: akkers op kalkrijke grond;
•
1c: akkers op relatief voedselarme, kalkarme grond.
Deze situeren zich op verschillende bodems. In Limburg komt ten noorden van de Demer overwegend zand en ten zuiden ervan hoofdzakelijk leem voor. Kalkrijke bodems treft men slechts zeer lokaal aan, bijvoorbeeld aan de Maas, in Voeren en in Zuidoost Limburg (Kanne, Riemst, Zichen-Zussen-Bolder, zie figuur 5.5: kalkhoudende bodems). 1a Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2 se
d1
1 mub 1a
d2
Vl
T
Ranunculus arvensis
Akkerboterbloem
1
27
5
10 zz d
Veronica agrestis
Akkerereprijs
1
59
95
8
Sonchus arvensis
Akkermelkdistel
1
154
235
6 vz a 12 zz2 1a
Agrostemma githago
Bolderik
1
24
3
10 zz d
Veronica opaca
Doffe ereprijs
1
0
0
lw
1a 1890
+
Lolium temulentum
Dolik
1
2
0
w
1a 1967
+ Ar?
Bromus secalinus
Dreps
1
17
39
9
1a
p
Alopecurus myosuroides
Duist
1
164
258
6 vz a 12 zz2 1a
Sonchus asper
Gekroesde melkdistel
1
430
603
4 va a 16 mnb 1a
Fumaria officinalis
Gewone duivekervel
1
80
179
7 vz a 12 zz2 1a
Sonchus oleraceus
Gewone melkdistel
1
424
594
4 va a 16 mnb 1a
Valerianella locusta
Gewone veldsla
1
38
63
9
z
a 11
zz
1a
Veronica polita
Gladde ereprijs
1
3
58
9
z
a 11
zz
1a
Legousia speculum-veneris Groot spiegelklokje
1
18
8
10 zz
Veronica persica
Grote ereprijs
1
192
Papaver rhoeas
Grote klaproos
1
264
z
z
a 11
zz
1 mub 1a
a 11
zz
b!! Ar
1a b!! Ar
Ar?
bed 1a
b!! Ar
382
5 va a 16 mnb 1a
Ne
379
5 va a 16 mnb 1a
Ar
c
2
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
21
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz a-z % kl 108
a 11
zz
1a
10 zz a 10
zz
1a
8
z
d1
d2
Vl
T
Aphanes arvensis
Grote leeuwenklauw
1
Bromus commutatus
Grote trosdravik
1
1
5
Sinapis arvensis
Herik
1
218
428
5 va a 16 mnb 1a
Lamium amplexicaule
Hoenderbeet
1
161
286
6 vz a 12 zz2 1a
Aethusa cynapium
Hondspeterselie
1
244
383
Lamium hybridum
Ingesneden dovenetel
1
2
9
Senecio vulgaris
Klein kruiskruid
1
662
924
2
Urtica urens
Kleine brandnetel
1
394
433
5 va a 16 mnb 1a
Chaenorrhinum minus
Kleine leeuwenbek
1
48
115
8
a 11
zz
1a
Amaranthus blitum Chenopodium polyspermum
Kleine majer
1
3
10
10 zz a 10
zz
1a
Korrelganzenvoet
1
60
187
7 vz a 12 zz2 1a
Euphorbia helioscopia
Kroontjeskruid
1
210
352
5 va a 16 mnb 1a
Avena fatua
Oot
1
16
37
9
z
a 11
Lamium purpureum
Paarse dovenetel
1
582
899
2
a
a 16 mnb 1a
Polygonum persicaria
Perzikkruid
1
424
677
4 va a 16 mnb 1a
Vicia hirsuta Anagallis arvensis ssp, arvensis
Ringelwikke
1
388
534
4 va a 16 mnb 1a
Rood guichelheil
1
142
254
6 vz a 12 zz2 1a
Geranium dissectum
Slipbladige ooievaarsbek
1
232
464
5 va a 16 mnb 1a
Kickxia elatine
Spiesleeuwenbek
1
13
25
9
Mercurialis annua
Tuinbingelkruid
1
263
377
5 va a 16 mnb 1a
Euphorbia peplus
Tuinwolfsmelk
1
81
112
8
z
Vicia tetrasperma
Vierzadige wikke
1
112
107
8
z
Lolium remotum
Vlasdolik
1
0
0
Stellaria media ssp, media Vogelmuur
1
932
1282
1 za a 16 mnb 1a
Thlaspi arvense
Witte krodde
1
59
100
8
Fallopia convolvulus
Zwaluwtong
1
412
589
4 va a 16 mnb 1a
Solanum nigrum
Zwarte nachtschade
1
364
577
4 va a 16 mnb 1a
Matricaria recutita
Echte kamille
2
439
657
Avena strigosa
Evene
2
10
4
10 zz
Abutilon theophrasti
Fluweelblad
2
0
10
10 zz nw
Oxalis corniculata
Gehoornde klaverzuring
2
4
6
10 zz a 10
1a
Ar
Galinsoga quadriradiata
Harig knopkruid
2
88
382
5 va a 16 mnb 1a
Ne
Euphorbia lathyrus
Kruisbladige wolfsmelk
2
16
81
8
Ne
Oxalis fontana
Stijve klaverzuring
2
235
316
6 vz a 12 zz2 1a
Ar
Veronica peregrina
Vreemde ereprijs
2
1
13
10 zz a 10
Ne
Barbarea verna
Vroeg barbarakruid
2
0
2
10 zz nw
22
24
kl2 se
? Ar
5 va a 16 mnb 1a 10 zz a 10 a z
z
zz
a 11
zz
zz
1a
zz
1a
b
kw
1a
6
Ar
Ar
1a
a 11 lw
z
1a
a 16 mnb 1a
b
1a 1900
a 11
zz
+
1a Ar
4 va a 16 mnb 1a
z
c
2
a 11
Ne
Ne
bed 1a
?
Ne
1a
1985 ?
Ne
zz zz zz
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
1a 1a 1a
1992
Ne
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
1b Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2 se
Anagallis arvensis ssp, coerulea
Blauw guichelheil
1
1
1
10 zz b
5
kw
Sherardia arvensis
Blauw walstro
1
46
39
9
z
6
kw
Valerianella dentata
Getande veldsla
1
1
0
Euphorbia exigua
Kleine wolfsmelk
1
15
23
9
z
a 11
zz
Vaccaria hispanica
Koekruid
1
2
0
Lathyrus aphaca
Naakte lathyrus
1
3
8
10 zz a 10
Scandix pecten-veneris
Naaldekervel
1
11
2
Lithospermum arvense
Ruw parelzaad
1
13
Galeopsis angustifolia
Smalle raai
1
8
Bromus grossus
Zware dreps
1
Linaria supina
Liggende leeuwenbek
Lathyrus hirsutus
Ruige lathyrus
b w
d1
d2
Vl
T
1b
b!!
Ar
1b
b
1b 1950
w
b!!
1b
p
1b 1954
b!! Ar?
1b
b
10 zz d
1 mub 1b
b!!
6
10 zz
c
2
bed 1b
b!!
8
10 zz b
5
kw
0
3
10 zz nw
2
4
4
10 zz b
5
kw
2
4
2
10 zz
2
c
zz
Ar
1b
b
1b
1984 b!!
Ar
1b
?
Ne
bed 1b
?
Ne
Vl
T
1c Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz a-z %
Stachys arvensis Akkerandoorn Veronica hederifolia ssp, hederifolia Akkerklimopereprijs
1
55
67
9
1
303
480
5 va a
16 mnb 1c
Misopates orontium
Akkerleeuwenbek
1
44
64
9
z
a
11
Viola arvensis
Akkerviooltje
1
470
703
3
a
a
16 mnb 1c
Galeopsis segetum
Bleekgele hennepnetel
1
24
44
9
z
a
11
Papaver dubium
Bleke klaproos
1
64
216
6 vz a
12 zz2 1c
Galeopsis speciosa
Dauwnetel
1
3
4
10 zz a
10
Viola tricolor
Driekleurig viooltje
1
150
204
7 vz a
12 zz2 1c
Scleranthus annuus
Eenjarige hardbloem
1
299
297
6 vz b
9
Chrysanthemum segetum Gele ganzebloem
1
253
372
5 va a
16 mnb 1c
Spergula arvensis
Gewone spurrie
1
391
504
4 va a
16 mnb 1c
Hypochaeris glabra
Glad biggekruid
1
3
3
10 zz b
5
Apera spica-venti
Grote windhalm
1
316
362
5 va a
16 mnb 1c
Veronica triphyllos
Handjesereprijs
1
14
6
10 zz
2
Aphanes inexpectata
Kleine leeuwenklauw
1
133
166
7 vz a
12 zz2 1c
Raphanus raphanistrum
Knopherik
1
291
479
5 va a
16 mnb 1c
Centaurea cyanus
Korenbloem
1
450
334
6 vz b
9
kw2 1c
Arnoseris minima
Korensla
1
28
17
9
z
c
4
bed 1c
Anchusa arvensis
Kromhals
1
19
50
9
z
a
11
zz
1c
Papaver argemone
Ruige klaproos
1
70
103
8
z
a
11
zz
1c
Anthemis arvensis
1
103
79
8
z
b
6
kw
1c
Myosotis discolor
Valse kamille Veelkleurig vergeet-mijnietje
1
84
78
8
z
b
6
kw
1c
Setaria pumila
Geelrode naaldaar
2
19
8
10 zz
c
2
bed 1c
Setaria viridis
Groene naaldaar
2
32
72
8
a
11
Echinochloa crus-galli
Hanenpoot
2
175
303
6 vz a
12 zz2 1c
Ar
Galinsoga parviflora
Kaal knopkruid
2
146
186
7 vz a
12 zz2 1c
Ne
Setaria verticillata
Kransnaaldaar
2
2
5
10 zz a
10
zz
1c
Ar?
Amaranthus retroflexus
Papegaaiekruid
2
6
19
9
11
zz
1c
Ne
Anthoxanthum aristatum
Slofhak
2
110
168
7 vz a
12 zz2 1c
Ar
Vicia villosa ssp, villosa
Zachte wikke
2
11
23
9
11
?
z
z
z z
a
c
a a
kl
kl2 se
11
zz
zz zz zz
1c
d1
d2
p
1c 1c 1c
p Ar b
kw2 1c
kw
1c
bed 1c
zz
zz
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
1c
1c
b!! Ar b
Ar b!! Ar
p
Ar? Ar?
23
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 75 inheemse en 19 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Ligt hoger (167.3) dan het algemene gemiddelde (159). De voedselrijke (283) en de voedselarme akkers (210) scoren beduidend hoger. De soorten van de kalkrijke akkers (aantal hokken 9) zijn verdwenen of zeer zeldzaam. De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: •
1a: Bolderik (3), Akkerboterbloem (5), Grote trosdravik (5), Groot spiegelklokje (8), Ingesneden dovenetel (9), Kleine majer (10); 1b: Blauw guichelheil (1), Naaldekervel (2), Zware dreps (3), Ruw parelzaad (6), Smalle raai (8), Naakte lathyrus (8); 1c: Glad biggekruid (3), Dauwnetel (4), Handjesereprijs (6), Korensla (17).
• •
Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: 2 •
inheems (2): 1a: Vlasdolik (<1900), Doffe ereprijs (1890);
Weg: 3 •
inheems (3): 1a: Dolik (1967); 1b: Koekruid (1954), Getande veldsla (1950);
Met uitsterven bedreigd: 3 •
inheems (3): 1a: Bolderik, Akkerboterbloem; 1b: Naaldekervel (1b);
Bedreigd: 7 •
inheems (4): 1a: Groot spiegelklokje; 1b: Ruw parelzaad; 1c: Handjesereprijs, Korensla;
•
niet inheems (3): 1a: Evene; 1b: Ruige lathyrus; 1c: Geelrode naaldaar;
Kwetsbaar: 8 •
inheems (7): 1a: Vierzadige wikke; 1b: Blauw guichelheil, Smalle raai, Blauw walstro; 1c: Glad biggekruid, Valse kamille, Veelkleurig vergeet-mij-nietje;
•
niet inheems (1): 1b: Liggende leeuwenbek;
Zeldzaam: 28 •
inheems (21): 1a: Kleine majer, Grote trosdravik, Ingesneden dovenetel, Grote leeuwenklauw, Oot, Dreps, Kleine leeuwenbek, Tuinwolfsmelk, Spiesleeuwenbek, Witte krodde, Gewone veldsla, Akkerereprijs, Gladde ereprijs; 1b: Naakte lathyrus, Kleine wolfsmelk; 1c: Dauwnetel, Kromhals, Bleekgele hennepnetel, Akkerleeuwenbek, Ruige klaproos, Akkerandoorn;
•
niet inheems (7): 1a: Gehoornde klaverzuring, Vreemde ereprijs, Kruisbladige wolfsmelk; 1c: Kransnaaldaar, Papegaaiekruid, Groene naaldaar, Zachte wikke;
Nieuw: 3 •
inheems (1): 1b: Zware dreps (1984);
•
niet inheems (2): 1a: Fluweelblad (1985), Vroeg barbarakruid (1992).
Bespreking Veel planten van zowel voedselrijke als van voedselarme akkers komen frequent voor. Dit is normaal omdat deze soorten, de zogenaamde onkruiden, niet alleen in de akkers, maar ook in wegbermen en in tuinen groeien. De meest voorkomende planten zijn Vogelmuur, Klein kruiskruid, Paarse dovenetel, Akkerviooltje, Echte kamille, Zwaluwtong, Perzikkruid, Zwarte nachtschade, Gekroesde en Gewone melkdistel, Ringelwikke, Gewone spurrie, enz. 24
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Opvallend is wel dat van de ‘algemene’ soorten enkel de Korenbloem en de Eenjarige hardbloem kwantitatief afnemen. De planten van de kalkrijke akkers komen allen in zeer weinig hokken voor. Blauw walstro en Kleine wolfsmelk zijn het minst zeldzaam. Het is logisch dat deze akkergemeenschap zeer weinig voorkomt, omdat de kalkrijke bodems in Limburg slechts sporadisch aanwezig zijn. De planten die in Limburg verdwenen zijn werden in Vlaanderen ook niet meer waargenomen. Enkel Koekruid en Getande veldsla behoren in Vlaanderen niet tot de uitgestorven soorten maar zijn wel zeer sterk bedreigd (b!!). Ook de met uitsterven begreigde en de bedreigde planten van Limburg zijn in Vlaanderen eveneens (zeer) sterk bedreigd (b!, b!!).
3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart kan men de akkers terugvinden bij de karteringseenheden bs (akker op zandgrond) en bl (akker op leem- en zandleemgrond) of bs* en bl* (waardevolle akkers). Als het om tuinen, omgewoelde bermen of terreinen gaat, worden ze niet aangeduid op de kaart. Dikwijls worden intensieve landbouwgebieden als complex aangeduid. Bijvoorbeeld bs + hx (ingezaaid grasland) + bomenrij (kb). Dit betekent dat de exacte locatie van zeldzame soorten niet rechtstreeks via de Biologische Waarderingskaart kan worden opgespoord.
Het Klein kruiskruid is als pionier te vinden op pas bewerkte gronden. De plant komt algemeen voor op akkers en in tuinen. Foto: Bert BERTEN.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
25
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
B. WEG EN WEGRAND 1. Situering Deze vegetatie staat net als de volgende – droge ruigten – op plaatsen die door de mens beinvloed worden. Er zijn op de ene of op de andere manier grondstoffen, bouwstoffen, afval en dergelijke aangevoerd. De wegen en wegranden worden in tegenstelling tot de ruigten vaak betreden. Sommige soorten van deze groep - als de betreding constant gebeurt - noemt men ook tredplanten. Deze vegetatie is het best ontwikkeld in stedelijke gebieden. De oorspronkelijke bodem samen met het aangevoerde materiaal is droog, vrij voedselrijk en niet al te basisch of te zuur. Er worden 2 gemeenschappen onderscheiden: •
1d: regelmatig betreden plaatsen op voedselrijke grond (tredplanten);
•
1e: ruigten op betreden, voedselrijke, niet humeuze, kalkhoudende maar niet kalkrijke droge grond.
1d Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz a-z %
kl
kl2
se
Lolium perenne
Engels raaigras
1
677
839
3
a
a
16 mnb 1d
Capsella bursa-pastoris
Gewoon herderstasje
1
528
1113
1
za
a
16 mnb 1d
Digitaria ischaemum
zz
d1
d2
Vl
T
Glad vingergras
1
33
92
8
z
a
11
Plantago major ssp, major Grote weegbree
1
960
1271
1
za
a
16 mnb 1d
1d
Coronopus squamatus
Grove varkenskers
1
25
43
9
z
a
11
Herniaria glabra
Kaal breukkruid
1
14
32
9
z
a
Hordeum murinum
Kruipertje
1
175
149
7
vz
b
Sagina procumbens
Liggende vetmuur
1
380
584
4
va
a
16 mnb 1d
Corrigiola litoralis
Riempjes
1
2
2
10
zz
b
5
kw
1d
Lepidium ruderale
Steenkruidkers
1
6
4
10
zz
c
2
bed
1d
Poa annua
Straatgras
1
931
1240
1
za
a
16 mnb 1d
Polygonum aviculare
Varkensgras
1
587
821
3
a
a
16 mnb 1d
Cichorium intybus
Wilde cichorei
1
56
41
9
z
b
6
1d
Ne?
Conyza canadensis
Canadese fijnstraal
2
339
485
4
va
a
16 mnb 1d
Ne
Eragrostis minor
Klein liefdegras
2
3
9
10
zz
a
10
zz
1d
Ne
Coronopus didymus
Kleine varkenskers
2
3
22
9
z
a
11
zz
1d
Ne
Matricaria discoidea
Schijfkamille
2
469
678
4
va
a
16 mnb 1d
Ne
a-z
%
zz
1d
11
zz
1d
9
kw2
1d
kw
b!!
1e Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz
kl
kl2
Bromus arvensis
Akkerdravik
1
0
0
Convolvulus arvensis
Akkerwinde
1
291
447
5
va
a
16 mnb 1e
Silene latifolia ssp, alba
Avondkoekoeksbloem
1
162
301
6
vz
a
12 zz2
1e
Vulpia bromoides
Eekhoorngras
1
7
9
10
zz
a
10
1e
Chenopodium hybridum
Esdoornganzenvoet
1
0
5
10
zz
nw
Anhemis tinctoria
Gele kamille
1
0
2
10
zz
nw
Erysimum cheiranthoides
Gewone steenraket
1
24
45
9
z
a
11
zz
1e
Vulpia myuros
Gewoon langbaardgras
1
12
72
8
z
a
11
zz
1e
Malva sylvestris
Groot kaasjeskruid
1
105
133
8
z
a
11
zz
1e
Digitaria sanguinalis
Harig vingergras
1
9
27
9
z
a
11
zz
1e
Equisetum arvense
Heermoes
1
550
844
3
a
a
16 mnb 1e
Verbena officinalis
Ijzerhard
1
204
202
7
vz
b
9
Tussilago farfara
Klein hoefblad
1
594
838
3
a
a
16 mnb 1e
26
lw
se
d1
d2
1e 1900
zz
T
b!!
b!
1e
1975
1e
1977 b!
kw2 1e
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Vl
b
? Ar?
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz
a-z
%
kl
kl2
se
vz
a
12 zz2
1e
d1
d2
Vl
T
Malva neglecta
Klein kaasjeskruid
1
177
229
6
Crepis capillaris
Klein streepzaad
1
435
718
3
a
a
16 mnb 1e
Geranium pusillum
Kleine ooievaarsbek
1
236
448
5
va
a
16 mnb 1e
Senecio viscosus
Kleverig kruiskruid
1
80
170
7
vz
a
12 zz2
1e
Cerastium glomeratum
Kluwenhoornbloem
1
95
185
7
vz
a
12 zz2
1e
Elymus repens
Kweek
1
451
744
3
a
a
16 mnb 1e
Chenopodium album Matricaria maritima ssp, inodora
Melganzevoet
1
618
852
3
a
a
16 mnb 1e
Reukeloze kamille
1
182
430
5
va
a
16 mnb 1e
?
Crepis tectorum
Smal streepzaad
1
0
3
10
zz
nw
1e
1973 b!
Cirsium vulgare
Speerdistel
1
587
921
2
a
a
16 mnb 1e
Atriplex prostrata
Spiesmelde
1
191
208
6
vz
a
12 zz2
Chenopodium vulvaria
Stinkende ganzenvoet
1
0
0
1e 1930
b!! Ar?
Anthemis cotula
Stinkende kamille
1
7
15
9
z
a
11
zz
1e
b!
Chenopodium ficifolium
Stippelganzenvoet
1
13
58
9
z
a
11
zz
1e
Atriplex patula
Uitstaande melde
1
202
326
6
vz
a
12 zz2
1e
Lepidium campestre
Veldkruidkers
1
17
23
9
z
a
11
1e
Linaria vulgaris
Vlasbekje
1
789
980
2
a
a
16 mnb 1e
Geranium molle
Zachte ooievaarsbek
1
291
413
5
va
a
16 mnb 1e
Artemisia absinthium
Absintalsem
2
8
6
10
zz
b
5
Amaranthus graecizans
Afrikaanse amarant
2
0
1
10
zz
nw
Trifolium alexandrinum
Alexandrijnse klaver
2
0
4
10
zz
nw
Ambrosia artemisiifolia
Alsemambrosia
2
20
13
10
zz
c
2
bed
1e
Lepidium virginicum
Amerikaanse kruidkers
2
33
64
9
z
a
11
zz
1e
Herniaria hirsuta
Behaard breukkruid
2
0
2
10
zz
nw
Senecio inaequidens
Bezemkruiskruid
2
2
96
8
z
a
Rapistrum rugosum
Bolletjesraket
2
0
14
9
z
nw
Vicia villosa ssp, varia
Bonte wikke
2
7
11
10
zz
Lathyrus latifolius
2
3
5
10
2
109
118
Lepidium densiflorum
Brede lathyrus Citroengele honingklaver Dichtbloemige kruidkers
2
12
Datura stramonium
Doornappel
2
16
Bromus carinatus
Gekielde dravik
2
0
Vicia lutea
Gele wikke
2
1
Senecie squalidus
Glanzend kruiskruid
2
Berteroa incana
Grijskruid
Hirschfeldia incana
Grijze mosterd
Amaranthus hybridus
lw
zz
kw
1e
p
1e
b!!
?
1e
1980
?
Ne
1e
1979
?
Ne
?
Ne
b
Ar?
1e
Ne 1983
11
zz
a
10
zz
1e
zz
a
10
zz
1e
Ne
8
z
a
11
zz
1e
?
2
10
zz
d
1
41
9
z
a
11
zz
1
10
zz
nw
6
10
zz
a
10
zz
0
1
10
zz
nw
2
41
47
9
z
a
11
zz
1e
2
1
6
10
zz
a
10
zz
1e
Groene amarant
2
0
4
10
zz
nw
1e
1987
?
Ne
Xanthium orientale
Grote stekelnoot
2
0
1
10
zz
nw
1e
1990
?
Ne
Trifolium incarnatum
Inkarnaatklaver
2
0
5
10
zz
nw
1e
1980
?
Ne
Lolium multiflorum
Italiaans raaigras
2
161
298
6
vz
a
Phalaris canariensis
Kanariezaad
2
0
49
9
z
nw
1e
1970
?
Ne
Melilotus indicus
Kleine honingklaver
2
0
2
10
zz
nw
1e
1980
?
Ne
Xanthium strumarium
Late stekelnoot
2
0
1
10
zz
nw
1e
1996
?
Medicago sativa
Luzerne
2
39
68
9
z
a
11
zz
1e
Ne?
Potentilla intermedia
Middelste ganzerik
2
6
27
9
z
a
11
zz
1e
Ne
Tanacetum parthenium Moederkruid Coincya monensis ssp, cheiranthos Muurbloemmosterd
2
91
98
8
z
a
11
zz
1e
Ne
2
0
2
10
zz
nw
Potentilla norvegica
Noorse ganzerik
2
4
11
10
zz
a
10
zz
1e
Senecio vernalis
Oostelijk kruiskruid
2
2
7
10
zz
a
10
zz
1e
Melilotus officinalis
1e 1e
Ne 1981
? ?
mub 1e
12 zz2
1997
?
Ne
?
Ne
1994
Ne Ne Ne
1e
1e
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Ne
1e 1e
?
Ne
1e 1e
Ne
Ne
1987
Ne
Ar? Ne ?
Ne
27
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz
a-z
%
kl
kl2
se
d1
d2
Vl
T
Cardaria draba
Pijlkruidkers
2
20
12
10
zz
c
2
bed
1e
Ne
Potentilla recta Heracleum mantegazzianum
Rechte ganzerik
2
18
23
9
z
a
11
zz
1e
Ne
Reuzenberenklauw
2
0
13
10
zz
nw
Myrrhis odorata
Roomse kervel
2
0
7
10
zz
nw
?
Ne
Rudbeckia hirta
Ruige rudbeckia
2
2
3
10
zz
a
10
zz
1e
?
Ne
Medicago polymorpha
Ruige rupsklaver
2
1
2
10
zz
a
10
zz
1e
?
?
Erucastrum gallicum
Schijnraket
2
0
1
10
zz
nw
1e
1988
?
Ne
Xanthium spinosum
Stekende stekelnoot
2
0
1
10
zz
nw
1e
1976
?
Ne
Artemisia biennis
Tweejarige alsem
2
0
1
10
zz
nw
1e
1980
?
Ne
Parthenocissus inserta
Valse wingerd
2
0
19
9
z
nw
1e
1970
?
Ne
Lupinus polyphyllus Chenopodium ambrosioides
Vaste lupine Welriekende ganzenvoet
2
6
19
9
z
a
2
0
4
10
zz
nw
1e
1980
Sorghum halepense
Wilde sorgo
2
0
2
10
zz
nw
1e
1986
Amaranthus albus
Witte amarant
2
1
1
10
zz
b
5
kw
1e
Melilotus albus
Witte honingklaver
2
58
112
8
z
a
11
zz
1e
Sinapis alba
Witte mosterd
2
2
6
10
zz
a
10
zz
1e
Ambrosia coronopifolia
Zandambrosia
2
0
2
10
zz
nw
Plantago arenaria
Zandweegbree
2
5
2
10
zz
c
2
bed
11
zz
1e
1980
1e
1980
Ne
1e
1e 1e
Ne Ne ?
Ne
?
Ne
?
Ne
?
Ne
?
Ne
Ar 1983
De eerste (officiële) melding van Inkarnaatklaver is van 1980. In Zuid-Europa is ze een akkerplant. Hier is ze een adventief. Foto: Bert BERTEN.
28
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 44 inheemse en 53 niet inheemse soorten. Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Ligt veel hoger dan het algemene gemiddelde van 159, namelijk 270 (= gemiddelde van 1d en 1e). De tredplanten scoren zeer hoog (336); de soorten van de wegranden (204) vrij hoog. Grootste zeldzaamheden zijn de volgende: • •
1d: Steenkruidkers (4); 1e: Gele kamille (2), Smal streepzaad (3), Esdoornganzenvoet (5), Eekhoorngras (9), Stinkende kamille (15). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: 2 •
inheems (2): 1 e: Akkerdravik (<1900), Stinkende ganzenvoet (<1930);
Weg: Met uitsterven bedreigd: 1 •
niet inheems (1): 1 e: Dichtbloemige kruidkers;
Bedreigd: 4 •
inheems (1): 1 e: Steenkruidkers;
•
niet inheems (3): 1 e: Alsemambrosia, Pijlkruidkers, Zandweegbree;
Kwetsbaar: 4 •
inheems (2): 1d: Riempjes, Wilde cichorei;
•
niet inheems (2): 1 e: Witte amarant, Absintalsem;
Zeldzaam: 33 •
inheems (11): 1d: Grove varkenskers, Glad vingergras, Kaal breukkruid; 1 e: Eekhoorngras, Stinkende kamille, Stippelganzenvoet, Harig vingergras, Gewone steenraket, Veldkruidkers, Groot kaasjeskruid, Gewoon langbaardgras;
•
niet inheems (22): 1d: Klein liefdegras, Kleine varkenskers; 1e: Grijze mosterd, Brede lathyrus, Ruige rupsklaver, Noorse ganzerik, Ruige rudbeckia, Oostelijk kruiskruid, Witte mosterd, Gele wikke, Bonte wikke, Grijskruid, Doornappel, Amerikaanse kruidkers, Vaste lupine, Luzerne, Witte honingklaver, Citroengele honingklaver, Middelste ganzerik, Rechte ganzerik, Bezemkruiskruid, Moederkruid;
Nieuw: 25 •
inheems (3): 1e: Gele kamille (1977), Esdoornganzenvoet (1975), Smal streepzaad (1973);
•
niet inheems (22): 1e: Afrikaanse amarant (1980), Groene amarant (1987), Zandambrosia (1983), Tweejarige alsem (1980), Gekielde dravik (1997), Welriekende ganzenvoet (1980), Muurbloemmosterd (1987), Schijnraket (1988), Reuzenbereklauw (1980), Behaard breukkruid (1983), Kleine honingklaver (1980), Roomse kervel (1980), Valse wingerd (1970), Kanariezaad (1970), Bolletjesraket (1981), Glanzend kruiskruid (1994), Wilde sorgo (1986), Alexandrijnse klaver (1979), Inkarnaatklaver (1980), Grote stekelnoot (1990), Stekende stekelnoot (1976), Late stekelnoot (1996).
Bespreking Bij de planten van de wegen (1d) is het aantal van de vindplaatsen van praktisch al de inheemse soorten toegenomen. Steenkruidkers en Riempjes zijn in de tweede onderzoeksperiode elk nog op twee plaatsen waargenomen, waar ze in de eerste periode ook voorkwamen. Er zijn geen nieuwe meldingen meer bekend. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
29
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Van de inheemse soorten van droge ruigten (1e) zijn er 2 na 1930 niet meer waargenomen. Al de andere taxa zijn kwantitatief toegenomen. Opvallend is wel dat er in de tweede periode 25 nieuwe soorten aan de lijst konden toegevoegd worden. De Akkerdravik en de Stinkende ganzenvoet zijn in Vlaanderen aangegeven als zeer sterk bedreigd (b!!), maar niet verdwenen.
3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart zijn de ecotopen van deze groepen, namelijk wegen, ruigten, enz., niet aangeduid.
30
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
C. DROGE RUIGTEN 1. Situering Deze vegetatie bevat biotopen die (zeer) artificieel zijn. Ze sluit aan bij de vegetatie van wegen en wegranden (vorige paragraaf). Het onderscheid tussen beide is moeilijk, omdat ze in de praktijk vaak naast elkaar voorkomen. De ruigten liggen in de onmiddellijke omgeving van wegen, maar worden weinig of niet betreden. Spoorwegbermen, rangeerstations, industriële gebieden, mijnterreinen en dergelijke zijn dikwijls afgesloten, weinig toegankelijk en hun vegetatie wordt dan ook praktisch niet betreden. De soorten van de ruigten zijn pionierplanten. Het verschil met de akkers ligt in het feit dat eens de ruigte ‘ontstaan’ is door een of andere menselijke actie (afgraven, storten, …) de gronden niet meer omgewoeld worden. De ruigte wordt dan door allerlei pionierplanten stelselmatig gekoloniseerd. Er worden 2 gemeenschappen onderscheiden: •
1f: ruigten op weinig betreden, kalkrijke, niet humeuze, droge grond;
•
1g: ruigten op weinig betreden, voedselrijke, humeuze, matig droge grond.
1f Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92
zz
a-z
%
kl
kl2
se
d1
d2
Vl
T
b!
Ar
Hyoscyamus niger
Bilzekruid
1
6
3
10
zz
c
2
bed
1f
Picris echioides
Dubbelkelk
1
16
15
9
z
b
6
kw
1f
Sisymbrium officinale
Gewone raket
1
514
773
3
a
a
16
mnb
1f
Dipsacus fullonum
Grote kaardenbol
1
44
111
8
z
a
11
zz
1f
Diplotaxis tenuifolia
Grote zandkool
1
11
15
9
z
a
11
zz
1f
Agrostis gigantea
Hoog struisgras
1
1
71
8
z
a
11
zz
1f
Centaurea calcitrapa
Kalketrip
1
2
0
Verbascum phlomoides
Keizerskaars
1
1
1
10
zz
b
5
kw
1f
Diplotaxis muralis
Kleine zandkool
1
5
12
10
zz
a
10
zz
1f
Carduus nutans
Knikkende distel
1
5
3
10
zz
c
2
bed
1f
Lactuca serriola
Kompassla
1
51
116
8
z
a
11
zz
1f
Verbascum thapsus
Koningskaars
1
73
152
7
vz
a
12
zz2
1f
Marrubium vulgare
Malrove
1
11
1
10
zz
d
1
mub
1f
Verbascum blattaria
Mottenkruid
1
3
7
10
zz
a
10
zz
1f
Chenopodium murale
Muurganzenvoet
1
3
4
10
zz
a
10
zz
1f
Echium vulgare
Slangekruid
1
81
133
8
z
a
11
zz
1f
Descurainia sophia
Sofiekruid
1
5
1
10
zz
d
1
mub
1f
Verbascum densiflorum
Stalkaars
1
7
19
9
z
a
11
zz
1f
Crepis foetida
Stinkend streepzaad
1
1
1
10
zz
b
5
kw
1f
Cynoglossum officinale
Veldhondstong
1
12
12
10
zz
b
5
kw
1f
Onopordum acanthium
Wegdistel
1
3
7
10
zz
a
10
zz
1f
b
Nepeta cataria
Wild kattekruid
1
3
9
10
zz
a
10
zz
1f
b!
Reseda lutea
Wilde reseda
1
101
177
7
vz
a
12
zz2
1f
Reseda luteola
Wouw
1
43
88
8
z
a
11
zz
1f
Ar
Saponaria officinalis
Zeepkruid
1
76
113
8
z
a
11
zz
1f
Ar?
Verbascum nigrum
Zwarte toorts
1
114
184
7
vz
a
12
zz2
1f
Bromus tectorum
Zwenkdravik
1
41
46
9
z
a
11
zz
1f
Crepis setosa
Borstelstreepzaad
2
1
6
10
zz
a
10
zz
1f
Pastinaca sativa ssp, urens Brandpastinaak
2
0
5
10
zz
nw
Hesperis matronalis
Damastbloem
2
3
8
10
zz
a
10
zz
1f
Galega officinalis
Galega
2
2
4
10
zz
a
10
zz
1f
Anchusa officinalis
Gewone ossentong
2
0
1
10
zz
nw
1f
1984
Ne
Oenothera glazioviana
Grote teunisbloem
2
0
7
10
zz
nw
1f
1980
Ne
Sisymbrium altissimum
Hongaarse raket
2
33
59
9
z
a
w
1f
1f
11
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
zz
Ar Ne 1965
+
Ar
? b
b!! Ne b
b!!
Ar? Ar
?
Ne
1983 Ne ?
1f
Ne
?
31
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92
zz
a-z
%
kl
kl2
se
zz
1f
d1
d2
Vl
T
Oenothera parviflora
Kleine teunisbloem
2
7
81
8
z
a
11
Salvia verticillata
Kranssalie
2
2
6
10
zz
a
10
zz
1f
Silybum marianum
Mariadistel Middelste teunisbloem
2
8
2
10
zz
d
1
mub
1f
2
72
106
8
z
a
11
zz
1f
Ooievaarsbek (ve)
2
0
1
10
zz
nw
Pyreneese raket
2
3
24
9
z
a
11
zz
1f
Ne
Roedewolfsmelk
Ar?
Oenothera biennis Geranium versicolor Sisymbrium austriacum ssp, chrysanthum Euphorbia esula ssp, tommasiniana
Ne Ne ?
Ne
1f
2
12
16
9
z
a
11
zz
1f
Corispermum leptopterum Smal vlieszaad
2
1
3
10
zz
a
10
zz
1f
Sisymbrium loeselii
Spiesraket
2
4
3
10
zz
b
5
kw
1f
Foeniculum vulgare
Venkel
2
0
4
10
zz
nw
Camelina sativa
Zaadhuttentut
2
2
4
10
zz
a
10
zz
1f
zz
a-z
%
kl
kl2
se
Ne
1983
?
Ne
Ne
1f
1972
?
Ne
?
Ne
?
Ne
Vl
T
b
Ar
1g Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92
d1
d2
Cirsium arvense
Akkerdistel
1
884
1249
1
za
a
16
mnb
1g
Artemisia vulgaris
Bijvoet
1
804
1088
2
a
a
16
mnb
1g
Tanacetum vulgare Chenopodium bonushenricus
Boerenwormkruid
1
669
820
3
a
a
16
mnb
1g
Brave Hendrik
1
4
0
Arctium tomentosum
Donzige klit
1
2
2
10
zz
b
5
kw
1g
Conium maculatum
Gevlekte scheerling
1
8
31
9
z
a
11
zz
1g
Arctium lappa
Grote klit
1
19
35
9
z
a
11
zz
1g
Arctium minus
Kleine klit
1
323
366
5
va
a
16
mnb
1g
Carduus crispus
Kruldistel
1
257
455
5
va
a
16
mnb
1g
Arctium pubens
Middelste klit
1
2
24
9
z
a
11
zz
1g
Campanula rapunculus
Rapunzelklokje
1
194
218
6
vz
a
12
zz2
1g
Rumex obtusifolius
Ridderzuring
1
911
1229
1
za
a
16
mnb
1g
Ballota nigra
Stinkende ballote
1
170
198
7
vz
a
12
zz2
1g
Malva alcea
Vijfdelig kaasjeskruid
1
6
19
9
z
a
11
zz
1g
Amsinckia micrantha
2
0
1
10
zz
nw
Epilobium ciliatum
Amsinckia Beklierde basterdwederik
2
1
234
6
vz
a
12
zz2
1g
Geranium pyrenaicum
Bermooievaarsbek
2
38
63
9
z
a
11
zz
1g
Borago officinalis
2
4
10
10
zz
a
10
zz
1g
Solidago canadensis
Bernagie Canadese guldenroede
2
0
46
9
z
nw
1g
1970
Lupinus luteus
Gele lupine
2
0
5
10
zz
nw
1g
1980
Guizotia abyssinica
Gingellikruid
2
2
13
10
zz
a
10
zz
1g
Mentha spicata s,l,
Groene munt
2
1
8
10
zz
a
10
zz
1g
Bunias orientalis
Grote hardvrucht
2
1
1
10
zz
b
5
kw
1g
?
Ne
Leonurus cardiaca
2
8
3
10
zz
c
2
bed
1g
b
Ar?
Fallopia japonica
Hartgespan Japanse duizendknoop
2
69
197
7
vz
a
12
zz2
1g
Cyperus esculentus
Knolcyperus
2
0
23
9
z
nw
Cydonia oblonga
Kwee
2
2
4
10
zz
a
Solidago gigantea
Late guldenroede
2
0
12
10
zz
nw
1g
1970
Lathyrus annuus Erigeron annuus ssp, septentronalis
Lathyrus (an)
2
0
2
10
zz
nw
1g
1979
Madelieffijnstraal
2
0
12
10
zz
nw
1g
1982
Armoracia rusticana
Mierikswortel Nieuw-Nederlandse aster
2
1
13
10
zz
a
2
0
7
10
zz
nw
Aster novi-belgii
32
w
1g
1g
1g 10
10
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
zz
zz
1968
b!!
1989
p
?
?
Ne Ne ?
?
Ne ? ?
Ne Ne Ar?
Ne 1985
1g
?
Ne
?
Ne Ne
?
Ne Ne
1g 1g
Ne
Ne 1979
?
Ne
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92
zz
a-z
%
kl
kl2
se
11
zz
1g
10
zz
Cardaminopsis arenosa Symphytum 'asperum' groep
Rozetsteenkers
2
19
26
9
z
a
Ruwe smeerwortel
2
0
10
10
zz
nw
Aster lanceolatus
Smalle aster
2
1
8
10
zz
a
Rumex patientia
Spinaziezuring
2
0
23
9
z
nw
1g
Cuscuta campestris
Veldwarkruid
2
0
4
10
zz
nw
1g
Prunus virginiana Erigeron annuus ssp, annuus
Virginische vogelkers
2
2
1
10
zz
c
2
bed
1g
Zomerfijnstraal
2
2
2
10
zz
b
5
kw
1g
1g
d1
d2
Vl
Ne 1974
1g
Ne ?
Ne
1980
?
Ne
1983
?
Ne
?
Ne Ne
Het Zeepkruid -afkomstig van Zuid-Europais lang ingeburgerd in onze streken. Men vindt ze veel in de Maasvallei. Foto: Bert BERTEN.
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 41 inheemse en 43 niet inheemse. Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddeld aantal hokken bedraagt 242 en ligt duidelijk hoger dan het algemeen gemiddelde (159). Dit is te wijten aan het feit dat het aantal hokken van de voedselrijke ruigte (1g) zeer hoog scoort (409). De kalkrijke ruigten (1f) scoren zeer laag (76). Grootste zeldzaamheden zijn de volgende: •
1f: Sofiekruid (1), Malrove (1), Stinkend streepzaad (1), Keizerskaars (1), Knikkende distel (3), Bilzekruid (3), Muurganzenvoet (4), Wegdistel (7), Mottenkruid (7), Wild kattekruid (9), Veldhondstong (12), Kleine zandkool (12), Dubbelkelk (15), Grote zandkool (15), Stalkaars (19); • 1g: Donzige klit (2), Vijfdelig kaasjeskruid (19). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
T
33
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Weg: 2 •
inheems (2): 1f: Kalketrip (1965); 1g: Brave Hendrik (1968);
Met uitsterven bedreigd: 3 •
inheems (2): 1f: Sofiekruid, Malrove;
•
niet inheems (1): 1f: Mariadistel;
Bedreigd: 4 •
inheems (2): 1f: Knikkende distel, Bilzekruid;
•
niet inheems (2): 1f: Virginische vogelkers ; 1g: Hartgespan;
8
Kwetsbaar: 8 •
inheems (5): 1f: Stinkend streepzaad, Veldhondstong, Keizerskaars, Dubbelkelk; 1g: Donzige klit;
•
niet inheems (3): 1f: Spiesraket, Grote hardvrucht; 1g: Zomerfijnstraal;
Zeldzaam: 37 •
inheems (18): 1f: Muurganzenvoet, Kleine zandkool, Wild kattekruid, Wegdistel, Mottenkruid, Hoog struisgras, Zwenkdravik, Grote zandkool, Grote kaardenbol, Slangekruid, Kompassla, Wouw, Zeepkruid, Stalkaars; 1g: Grote klit, Middelste klit, Gevlekte scheerling, Vijfdelig kaasjeskruid;
•
niet inheems (19): 1f: Zaadhuttentut, Smal vlieszaad, Borstelstreepzaad, Galega, Damastbloem, Kranssalie, Roedewolfsmelk, Middelste teunisbloem, Kleine teunisbloem, Hongaarse raket, Pyreneese raket; 1g: Mierikswortel, Smalle aster, Bernagie, Kwee, Gingellikruid, Groene munt, Rozetsteenkers, Bermooievaarsbek;
Nieuw: 15 •
niet inheems (15): 1f: Gewone ossentong (1984), Venkel (1972), Ooievaarsbek (versicolor) (1983), Grote teunisbloem (1980); 1g: Amsinckia (1989), Nieuw-Nederlandse aster(1979), Veldwarkruid (1983), Knolcyperus (1985), Madelieffijnstraal (1982), Lathyrus (annuus) (1979), Gele lupine (1980), Spinaziezuring (1980), Canadese guldenroede (1970), Late guldenroede (1970), Ruwe smeerwortel (1974).
Bespreking Bedreigde soorten vindt men bij de groep van de kalkrijke ruigten (1f), wat logisch is als men weet dat de kalkrijke bodems in Limburg zeer weinig voorkomen (Figuur 5.5). Kalketrip wordt vermeld bij de uitgestorven planten. Een aantal jaren geleden is ze aangetroffen op het aan Kanne grenzend Nederlands deel van de Sint-Pietersberg. De plant bevindt zich nu nog op een 100-tal meter van de grens met Vlaanderen. Waarschijnlijk verschijnt de soort binnen enkele jaren terug in Kanne. In Vlaanderen is de Kalketrip ook aangegeven als verdwenen. Voor de Brave Hendrik geldt de categorie bedreigd (b). Ook de Malrove is zeer sterk bedreigd (b!!), terwijl Sofiekruid in Vlaanderen helemaal niet bedreigd is.
3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart worden de ruigten niet apart aangeduid. Deze vegetaties vindt men aan spoorwegen, industriegebieden en dergelijke en worden op de BWK aangeduid als ui (industriële bebouwing), kc (groeve), kg (mijnterril), ki (vliegveld), ko (stort), ks (verlaten spoorweg), ku (ruderale vegetatie), kz (opgespoten terrein, industrieterrein).
8
Opmerking: LAMBINON et al. (1998) verwijzen in de Belgische Flora naar een mogelijke foutieve determinatie van de Virginische vogelkers. 34
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3.2 Planten van zoute milieus Tot deze groep behoren soorten van zeeduinen, zoute wateren, schorren en contactsituaties tussen zout en zoet milieu. In Limburg betreft het aangevoerde soorten op brakke grond.
D. ZILTE TERREINEN 1. Situering De plantengemeenschappen van zoute milieus zijn gebonden aan het maritiem district. Deze omvat de Vlaamse kust, het noorden van de provincie Oost-Vlaanderen en de Schelde met haar oevers tot Antwerpen. Ze komt dus in Limburg niet voor. Toch zijn er planten van het maritiem district in Limburg aanwezig. Deze zijn gebonden aan zilte terreinen, zoals de zinkgronden aan de Geul, de steenstorten aan de steenkoolmijnen, de fabrieksterreinen van de metaalverwerkende bedrijven en de autowegen, als gevolg van het gebruik van strooizouten. Slechts één soort van de zeeduinen vindt men in de Kempense landduinen (Helm). Er worden 3 gemeenschappen weergegeven: •
3a: stranden, zeeduinen en zandige vloedmerken;
•
3b: zoute tot sterk brakke wateren, slikken en lage schorren;
•
3c: hoge schorren en contactsituaties tussen zout en zoet milieu.
3 a, b, c Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
%
kl kl2 se
Ammophila arenaria
Helm
1
7
4
10
Salsola kali ssp, ruthenica
Zacht loogkruid
1
0
1
10
zz
c
2 bed 3a
zz
nw
Leymus arenarius
Zandhaver
1
1
10
10
zz
a
10 zz
3a
Puccinellia distans
Stomp kweldergras
1
3
11
10
zz
a
10 zz
3b
Spergularia marina
Zilte schijnspurrie
1
Aster tripolium
Zulte
1
0
1
10
zz
nw
1
5
10
zz
a
Cochlearia danica
Deens lepelblad
Scirpus maritimus
Heen
1
0
201
7
vz
nw
1
17
16
9
zz
b
6 kw
3c
Plantago coronopus
Hertshoornweegbree
1
10
7
10
zz
b
5 kw
3c
Carex distans
Zilte zegge
1
0
0
LB
40-'70 70-'92 zz
a-z
d1
3a
1992 b
3b 3c
lw
Vl T
1991 b
3b 10 zz
d2
3c
1997
1900
b
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 10 inheemse soorten Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 22.2 – 3a: 5, 3b: 5 en 3c: 56 - en ligt veel lager dan het algemene gemiddelde (159). Dit wordt verklaard door het feit dat die soorten ecologisch wel aan de kust, maar niet in Limburg thuishoren. De grootste zeldzaamheden zijn: • 3a: Zacht loogkruid (1), Helm (4); • 3b: Zilte schijnspurrie (1), Zulte (5), Stomp kweldergras (10); • 3c: Hertshoornweegbree (7), Heen (16). Tussen haakjes wordt het aantal kilometerhokken vermeld. Enkel het Deens lepelblad is (op dit ogenblik) niet zeldzaam en komt al in 201 hokken voor. Men stelt de laatste tijd ook een toename van de Hertshoornweegbree vast.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
35
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Zandhaver is een maritieme plant. Aan de kust is ze algemeen in de zeeduinen. In de landduinen van de Kempen is ze zeer zeldzaam (Lommel-Balen). Foto: Bert BERTEN.
Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: 1 •
inheems (1): 3c: Zilte zegge (<1900);
Weg: Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: 1 •
inheems (1): 3a: Helm;
Kwetsbaar: 2 •
inheems (2): 3c: Hertshoornweegbree, Heen;
Zeldzaam: 3 •
inheems (3): 3a: Zandhaver, 3b: Zulte, 3c: Stomp kweldergras;
Nieuw: 3 •
inheems (3): 3a: Zacht loogkruid (1991), 3b: Zilte schijnspurrie (1992), 3c: Deens lepelblad (1997).
36
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Bespreking Zilte zegge werd na 1900 niet meer aangetroffen. Blijkbaar groeide de plant ook op zinkgronden. Van deze groep is er één soort bedreigd: Helm. Al de rest is nieuw of gebonden aan industries of autowegen. Men constateert dat er een sterke uitbreiding is van zowel Deens lepelblad als van Hertshoornweegbree. In Vlaanderen zijn Zilte zegge, Zacht loogkruid en Zilte schijnspurrie aangegeven als bedreigd (b).
3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart worden dergelijke zilte milieus niet weergegeven. In de praktijk zijn ze in Limburg gebonden aan de volgende ‘milieus’, die wel op de kaart staan aangeduid: industriële bebouwing (ui), opgespoten terreinen, industrieterreinen (kz) en autowegen.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
37
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3.3 Planten van zoete waters en oevers Deze groepering bevat de vegetatie van de open waters en de aangrenzende biotopen. Deze laatste kunnen bestaan uit kruidige vegetaties (moerassen, natte ruigten), uit struweel of uit bomen (bronbossen). In open water treft men verschillende plantengemeenschappen aan. Enerzijds kunnen het zwevende plantjes zijn, zoals Klein kroos of diepwortelende grote kruiden zoals de Witte waterlelie. Anderzijds zijn een aantal fysische en chemische factoren bepalend voor de ‘samenstelling’ van de vegetatie, zoals onder andere: de waterdiepte, de aanwezige golfslag, de voedselrijkdom, de zuurtegraad, de aanwezigheid van (rottings)slib, de verontreinigingen, enz. De watervegetaties worden ingedeeld aan de hand van het criterium “voedselrijkdom”. Als gevolg van de verlanding van die open waters ontstaan moerassen. Deze kunnen ook opduiken op natte gronden grenzend aan deze wateren. In een later stadium worden deze kruidige vegetaties in de omgeving van open waters omgevormd tot natte ruigten, struwelen of (bron)bossen.
E. VOEDSELRIJKE WATERS 1. Situering Men maakt een onderscheid tussen stromende en stilstaande waters. In de beken en de rivieren ligt de diversiteit aan planten beduidend lager dan in stilstaande waters. De aanwezige kruiden dienen, om hier te overleven, over een stevig wortelgestel te beschikken. Schedefonteinkruid en Vlottende waterranonkel kunnen wel gemakkelijk gedijen in snelstromende beken. Veel rivieren hebben echter een beduidend slechte waterkwaliteit zodat er nog weinig planten aanwezig zijn. De soort die het langst standhoudt is Schedefonteinkruid. Men kan ze bijna in elke beek van Zuid-Limburg aantreffen. Stilstaande waters zijn het soortenrijkst. In Limburg zijn er veel vijvers (vooral in Midden-Limburg) voor visvangst of viskweek. In elke vallei in de noordelijke helft van Limburg vindt men bij elk weekendverblijf een gegraven vijver. Ook de grachten rekent men bij stilstaande waters. In de omgeving van de woningen zijn ze, omwille van de lozing van huishoudelijk afvalwater, vaak verontreinigd en soortenarm of enkel begroeid met wieren. Tot slot zijn er de Kempense zand- en de Maaslandse grindgroeven die worden gerekend tot de diepe plassen. Deze groeven bevatten zeer weinig waterplanten. Dit is niet te wijten aan de waterkwaliteit, maar wel aan de diepte van de plassen. Enkel de drijvende planten kan men hier waarnemen. Er wordt één plantengemeenschap weergegeven: •
4a: zoete tot matig brakke, (matig) voedselrijke waters (overwegend obligate waterplanten).
4a Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
Myriophyllum spicatum
Aarvederkruid
1
Lemna gibba
Bultkroos
Potamogeton perfoliatus
Doorgroeid fonteinkruid
Potamogeton natans
40-'70 70-'92
zz
a-z
%
kl
kl2
se
zz
4a
d1
d2
Vl T
18
31
9
z
a
11
1
5
11
10
zz
a
10
zz
4a
1
13
8
10
zz
c
2
bed
4a
Drijvend fonteinkruid
1
125
126
8
z
b
6
kw
4a
Potamogeton crispus
Gekroesd fonteinkruid
1
65
85
8
z
a
11
zz
4a
Nuphar lutea
Gele plomp
1
68
61
9
z
b
6
kw
4a
Callitriche brutia
Gesteeld sterrenkroos
1
0
28
9
z
nw
Callitriche platycarpa
Gewoon sterrenkroos
1
3
30
9
z
a
11
zz
4a
Potamogeton lucens
Glanzig fonteinkruid
1
12
9
10
zz
b
5
kw
4a
Ceratophyllum demersum Grof hoornblad
1
25
57
9
z
a
11
zz
4a
Utricularia vulgaris
Groot blaasjeskruid
1
18
24
9
z
a
11
zz
4a
b!
Najas marina
Groot nimfkruid
1
0
5
10
zz
nw
4a
1985 b
Ranunculus peltatus
Grote waterranonkel
1
95
83
8
z
b
6
kw
4a
Callitriche hamulata
Haaksterrenkroos
1
6
35
9
z
a
11
zz
4a
Potamogeton trichoides
Haarfonteinkruid
1
13
35
9
z
a
11
zz
4a
38
4a
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
b!
1980 b!
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
zz
a-z
%
kl
kl2
se
20
9
z
c
4
bed
4a
40-'70 70-'92
Hydrocharis morsus-ranae Kikkerbeet
1
48
Potamogeton berchtoldii
Klein fonteinkruid
1
6
15
9
z
a
11
zz
4a
Lemna minor
Klein kroos
1
320
432
5
va
a
16
mnb
4a
Najas minor
Klein nimfkruid
1
0
0
Ranunculus trichophyllus
Kleine waterranonkel
lw
d1
4a 1900
d2
Vl T p
+
1
4
11
10
zz
a
10
zz
4a
Myriophyllum verticillatum Kransvederkruid Langstengelig Potamogeton praelongus fonteinkruid
1
4
3
10
zz
b
5
kw
4a
b
1
0
0
4a 1900
+
Utricularia australis
Loos blaasjeskruid Middelste waterranonkel
1
1
14
9
z
a
11
zz
4a
p
1
2
27
9
z
a
11
zz
4a
Paarbladig fonteinkruid Penseelbladige waterranonkel
1
2
8
10
zz
a
10
zz
4a
b
Ranunculus aquatilis Groenlandia densa Ranunculus penicillatus
lw
1
2
1
10
zz
c
2
bed
4a
b
Potamogeton compressus Plat fonteinkruid
1
7
2
10
zz
d
1
mub
4a
b
Potamogeton friesii
Puntig fonteinkruid
1
0
0
4a 1900
p
Lemna trisulca
Puntkroos
1
43
42
9
z
b
6
kw
Potamogeton nodosus
Rivierfonteinkruid
1
0
2
10
zz
nw
Potamogeton pectinatus
Schedefonteinkruid
1
38
71
8
z
a
11
zz
Potamogeton acutifolius
Spits fonteinkruid
1
0
1
10
zz
nw
Ranunculus circinatus
Stijve waterranonkel
1
3
14
9
z
a
11
zz
4a
Potamogeton obtusifolius
1
3
28
9
z
a
11
zz
4a
Callitriche obtusangula
Stomp fonteinkruid Stomphoekig sterrenkroos
1
2
7
10
zz
a
10
zz
4a
Potamogeton pusillus
Tenger fonteinkruid
1
16
21
9
z
a
11
zz
4a
Spirodela polyrrhiza
Veelwortelig kroos
1
22
20
9
z
b
6
kw
4a
Polygonum amphibium
1
261
463
5
va
a
16
mnb
4a
Ranunculus fluitans
Veenwortel Vlottende waterranonkel
1
15
21
9
z
a
11
zz
4a
b!
Nymphoides peltata
Watergentiaan
1
0
6
10
zz
nw
4a
1972 b!
Hottonia palustris
Waterviolier
1
77
69
8
z
b
6
kw
4a
Nymphaea alba
Witte waterlelie
1
72
68
9
z
b
6
kw
4a
Wolffia arrhiza
Wortelloos kroos
1
3
0
Zannichellia palustris
Zannichellia
1
3
18
9
z
a
11
zz
4a
Elodea canadensis
Brede waterpest
2
99
77
8
z
b
6
kw
4a
Ne
Lemna minuta
Dwergkroos
2
0
18
9
z
nw
4a
1983 ? Ne
Azolla filiculoides
Grote kroosvaren
2
0
7
10
zz
nw
4a
1985 b Ne
Elodea nuttallii
Smalle waterpest
2
12
39
9
z
a
4a
Ne
lw
4a 4a 4a
w
4a 1950
11
zz
1979 b!
4a 1990 b
p
b!
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 44 inheemse en 4 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 45 en ligt veel lager dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: •
4a: Spits fonteinkruid (1), Penseelbladige waterranonkel (1), Plat fonteinkruid (2), Rivierfonteinkruid (2), Kransvederkruid (3), Groot nimfkruid (5), Watergentiaan (6), Stomphoekig sterrenkroos (7), Doorgroeid fonteinkruid (8), Paarbladig fonteinkruid (8), Glanzig fonteinkruid (9), Bultkroos (11), Kleine waterranonkel (11), Stijve waterranonkel (14), Loos blaasjeskruid (14), Klein fonteinkruid (15), Zannichellia (18), Kikkerbeet (20) en Veelwortelig kroos (20).
Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
39
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
De frequentie van Kikkerbeet is met meer dan de helft verminderd. Foto: Bert BERTEN. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: 3 •
inheems (3): Klein nimfkruid (<1900), Puntig - en Langstengelig fonteinkruid (<1900);
Weg: •
inheems (1): Wortelloos kroos (1950)
Met uitsterven bedreigd: 1 •
inheems (1): Plat fonteinkruid;
Bedreigd: 3 •
inheems (3): Doorgroeid fonteinkruid, Penseelbladige waterranonkel, Kikkerbeet;
Kwetsbaar: 10 •
inheems (9): Kransvederkruid, Glanzig fonteinkruid, Waterviolier, Puntkroos, Gele plomp, Witte waterlelie, Drijvend fonteinkruid, Grote waterranonkel, Veelwortelig kroos;
•
niet inheems (1): Brede waterpest;
Zeldzaam: 21 •
inheems (20): Stomphoekig sterrenkroos, Paarbladig fonteinkruid, Bultkroos, Kleine waterranonkel, Haaksterrenkroos, Gewoon sterrenkroos, Grof hoornblad, Aarvederkruid, Klein -, Gekroesd -, Stomp -, Schede-, Tenger -, Haarfonteinkruid, Middelste -, Stijve -, Vlottende waterranonkel, Loos -, Groot blaasjeskruid, Zannichellia;
•
niet inheems (1): Smalle waterpest;
Nieuw: 7 •
inheems (5):Gesteeld sterrenkroos (1980), Groot nimfkruid (1985), Watergentiaan (1972), Spits fonteinkruid (1990), Rivierfonteinkruid (1979);
•
niet inheems (2): Grote kroosvaren (1985), Dwergkroos (1983). 40
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Bespreking Praktisch al de waterplanten zijn zeldzaam. Enkel het Klein kroos en de Veenwortel komen veel voor. Uiteraard heeft de minder goede kwaliteit van de waters daar veel mee te maken. Bovendien worden inventarisaties van vijvers en stromende waters ook zelden grondig uitgevoerd. In Vlaanderen zijn Klein nimfkruid en Langstengelig fonteinkruid ook verdwenen. Het Puntig fonteinkruid is aangegeven als potentiëel bedreigd (p) en het Wortelloos kroos als sterk bedreigd (b!). De in Limburg (sterk) bedreigde planten zijn in Vlaanderen ook bedreigd. Enkel Kikkerbeet is er minder zeldzaam. Er dient opgemerkt te worden dat niet alle waarnemingen van Veenwortel van voedselrijke waters zijn. Veenwortel komt tegenwoordig meer op akkers en vergelijkbare biotopen voor dan in water.
3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart worden de rivieren en de grachten niet aangeduid. De stilstaande voedselrijke waters worden als ae (vijvers) of als ap (zand- en grindgroeven) aangeduid.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
41
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
F. VOEDSELARME WATERS 1. Situering Deze groep bevat de planten van waters in zandige streken. Het zijn vennen, plassen of vijvers met voedselarm water. Deze waterpartijen worden voornamelijk gevoed door neerslagwater en afstromend oppervlaktewater. Het water is in mindere of meerdere mate gebufferd, naargelang er een invloed van mineralenrijker grondwater is. Meestal zijn deze waterpartijen ondiep. Ook tot deze vegetatie rekent men de pionierplanten van open, vochtige grond. Deze gemeenschap ontwikkelt zich op de bodem van drooggevallen voedselarme waters. Voorwaarden voor de ontwikkeling van de typische vegetatie zijn het voedselarme water en een open, mineraal (zandig) substraat, waar zich geen veen heeft gevormd en waar er weinig of geen slib aanwezig is. Deze omstandigheden komen echter nog zelden voor, waardoor ook de daaraan verbonden soorten zeldzaam zijn. Tegenwoordig zijn vennen verzuurd en geëutrofieerd. De meeste vijvers worden gevoed door voedselrijk water uit beken en grachten. Vijvers, die gebruikt worden voor hengelsport of voor viskweek, zijn nog eens extra belast door het gebruik van meststoffen en/of door de hoge concentraties bodemwoelende vissen. De typische pionierssoorten krijgen in dergelijke vijvers niet de kans zich te ontwikkelen, omdat de waterstand in de vijvers constant hoog wordt gehouden. Trouwens is in de meeste stilstaande waters de vijverbodem venig en/of bedekt met een laag (rottings)slib. Voedselarme wateren zijn beperkt tot de arme zandgronden en in gebieden waar door regelmatige drooglegging van de plassen het slib verdroogt of verwijderd wordt op een natuurlijke manier of door beheer. Men onderscheidt 2 gemeenschappen: •
4b: zoete, voedselarme waters en de periodiek droogvallende oevers daarvan;
•
2c: open, matig voedselrijke tot voedselarme, vochtige grond.
4b Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz
a-z
% kl
kl2 se
d1
d2
Vl T
Utricularia ochroleuca
Bleekgeel blaasjeskruid
1
0
0
lw
4b 1895
Ranunculus tripartitus
Driedelige waterranonkel
1
0
0
lw
4b 1930
Elatine triandra
Drietallig glaskroos
1
0
7
10
zz
nw
4b
1987 b
Sparganium angustifolium Drijvende egelskop
1
0
2
10
zz
nw
4b
1978 b
Luronium natans
Drijvende waterweegbree
1
22
19
9
z
b
6
kw
4b
p
Potamogeton polygonifolius Duizendknoopfonteinkruid
1
84
120
8
z
a 11
zz
4b
p
Elatine hexandra
Gesteeld glaskroos
1
13
35
9
z
a 11
zz
4b
b!
Utricularia minor
Klein blaasjeskruid
1
24
22
9
z
b
kw
4b
b
Elatine hydropiper
Klein glaskroos
1
0
23
9
z
nw
4b
1985 b
Callitriche palustris
Klein sterrenkroos
1
0
25
9
z
nw
4b
1986 p
Isoetes echinospora
Kleine biesvaren
1
4
3
10
zz
b
5
kw
4b
b
Sparganium natans
Kleinste egelskop
1
12
11
10
zz
b
5
kw
4b
p
Juncus bulbosus Baldellia ranunculoides ssp, repens
Knolrus Kruipende moerasweegbree
1
166
195
7
vz
a 12 zz2 4b
1
10
13
10
zz
a 10
zz
4b
Hypericum elodes
Moerashertshooi
1
31
38
9
z
a 11
zz
4b
p
Deschampsia setacea
Moerassmele
1
18
5
10
zz
d
1 mub 4b
b!
Eleocharis acicularis
Naaldwaterbies
1
22
38
9
z
a 11
zz
4b
p
Littorella uniflora
1
19
14
9
z
b
6
kw
4b
b
Apium inundatum
Oeverkruid Ondergedoken moerasscherm
1
12
9
10
zz
b
5
kw
4b
b!
Potamogeton gramineus
Ongelijkbladig fonteinkruid
1
6
6
10
zz
b
5
kw
4b
b!
Pilularia globulifera
Pilvaren
1
11
18
9
z
a 11
zz
4b
p
Utricularia intermedia
Plat blaasjeskruid
1
3
2
10
zz
c
bed 4b
b!!
Subularia aquatica
Priemkruid
1
?
0
42
6
2
w
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
4b 1942
+ +
b!
+
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz
a-z
% kl
kl2 se
a 10
zz
d1
d2
Potamogeton alpinus Rossig fonteinkruid Baldellia ranunculoides ssp, ranunculoides Stijve moerasweegbree
1
2
4
10
zz
1
12
7
10
zz
c
Myriophyllum alternifolium Teer vederkruid
1
0
3
10
zz
nw
Eleocharis multicaulis
Veelstengelige waterbies
1
39
44
9
z
a 11
zz
4b
Scirpus fluitans
Vlottende bies
1
31
39
9
z
a 11
zz
4b
Lobelia dortmanna
Waterlobelia
1
12
5
10
zz
c
2
Ranunculus ololeucos
Witte waterranonkel
1
7
2
10
zz
d
1 mub 4b
Juncus foliosus
Gestreepte rus
2
0
13
10
zz
nw
4b
1984 p Ne
Nymphaea candida
Noordelijke waterlelie
2
0
3
10
zz
nw
4b
1978 ? Ne
LB 40-'70 70-'92 zz
a-z
% kl
kl2 se
2
4b
Vl T b!!
bed 4b
b!
4b
1979 b
bed 4b
b!! b!
2c Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
d1
d2
Vl T
Gnaphalium luteoalbum
Bleekgele droogbloem
1
18
26
9
z
a 11
zz
2c
Scirpus setaceus
Borstelbies
1
23
50
9
z
a 11
zz
2c
Cyperus fuscus
Bruin cypergras
1
5
8
10
zz
a 10
zz
2c
b
Carex bohemica
Cyperzegge
1
0
0
2c 1890
+
Cicendia filiformis
Draadgentiaan
1
7
4
10
zz
c
Carex scandinavica
Duindwergzegge
1
1
2
10
zz
a 10
Centunculus minimus
Dwergbloem
1
2
0
Radiola linoides
Dwergvlas
1
3
1
10
zz
d
Eleocharis ovata
Eivormige waterbies
1
5
14
9
z
a 11
zz
2c
Centaurium pulchellum
Fraai duizendguldenkruid
1
7
5
10
zz
b
kw
2c
Cyperus flavescens Plantago major ssp, intermedia
Geel cypergras
1
0
0
Getande weegbree
1
4
47
Gypsophila muralis
Gipskruid
1
1
0
Illicebrum verticillatum
Grondster
1
16
Montia minor
Klein bronkruid
1
Polygonum minus
Kleine duizendknoop
1
Lythrum hyssopifolia
Kleine kattenstaart
Juncus capitatus Delia segetalis
lw 2
bed 2c zz
w
2c 2c 1963
1 mub 2c 5
lw
2c 1900
a 11
zz
b!! ? b!! b! b +
9
z
2c 1968
+
11
10
zz
b
5
kw
2c
b
40
46
9
z
a 11
zz
2c
32
57
9
z
a 11
zz
2c
1
1
2
10
zz
a 10
zz
2c
?
Koprus
1
?
0
w
2c 1945
+
Korenschijnspurrie
1
?
0
w
2c 1940
+
Hypericum humifusum
Liggend hertshooi
1
59
123
8
Potentilla supina
Liggende ganzerik
1
1
1
Gnaphalium uliginosum
Moerasdroogbloem
1
289
509
Crassula tillaea
Mosbloempje
1
0
0
Myosurus minimus
Muizenstaart
1
5
24
9
z
a 11
Spergularia rubra
Rode schijnspurrie
1
93
151
7
vz
a 12 zz2 2c
Sagina nodosa
Sierlijke vetmuur
1
0
0
Limosella aquatica
Slijkgroen
1
0
4
10
zz
Sagina apetala ssp, erecta Tengere vetmuur (er)
1
9
44
9
z
a 11
Lythrum portula
Waterpostelein
1
53
98
8
z
a 11
Juncus tenageia
Wijdbloeiende rus
1
3
2
10
zz
c
Lindernia procumbens
Liggende lindernia
2
0
1
10
zz
nw
2c
1995 ? Ne
Lindernia dubia
Schijngenadekruid
2
0
2
10
zz
nw
2c
1993 ? Ne
w
2c
z
a 11
zz
2c
10
zz
b
kw
2c
4
va
a 16 mnb 2c
5
lw
2c 1863 zz
lw
2c 1930 2c zz
2c
zz
2c
bed 2c
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
+
2c
nw
2
b!
b b 1982 b!
b!!
43
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 60 inheemse en 4 niet inheemse. Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 32 (2c: 40 en 4b: 23) en ligt veel lager dan het algemeen gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: •
2c: Dwergvlas (1), Liggende ganzerik (1), Wijdbloeiende rus (2), Kleine kattenstaart (2), Duindwergzegge (2), Slijkgroen (4), Draadgentiaan (4), Fraai duizendguldenkruid (5), Bruin cypergras (8), Grondster (11), Eivormige waterbies (14); • 4b: Witte waterranonkel (2), Plat blaasjeskruid (2), Drijvende egelskop (2), Teer vederkruid (3), Kleine biesvaren (3), Rossig fonteinkruid (4), Moerassmele (5), Waterlobelia (5), Ongelijkbladig fonteinkruid (6), Drietallig glaskroos (7), Stijve moerasweegbree (7), Ondergedoken moerasscherm (9), Kleinste egelskop (11), Kruipende moerasweegbree (13), Oeverkruid (14), Pilvaren (18), Drijvende waterweegbree (19). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Waterlobelia komt voor in vennen met een ‘kale’, zuivere zandbodem.In Limburg is dat beperkt tot enkele vennen. Foto: Jan GABRIELS.
Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: 6 •
Inheems (6): 2c: Cyperzegge (1890), Mosbloempje (1863), Geel cypergras (<1900), Sierlijke vetmuur (1930); 4b: Driedelige waterranonkel (1930), Bleekgeel blaasjeskruid (1895);
Weg: 5 •
Inheems (5): 2c: Dwergbloem (1963), Gipskruid (1968), Koprus (1945), Korenschijnspurrie (1940); 4b: Priemkruid (1942);
44
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Met uitsterven bedreigd: 3 •
inheems (3): 2c: Dwergvlas; 4b: Moerassmele, Witte waterranonkel;
Bedreigd: 5 •
inheems (5): 2c: Draadgentiaan, Wijdbloeiende rus; 4b: Stijve moerasweegbree, Waterlobelia, Plat blaasjeskruid;
Kwetsbaar: 10 •
inheems (10): 2c: Fraai duizendguldenkruid, Grondster, Liggende ganzerik; 4b: Ondergedoken moerasscherm, Kleine biesvaren, Ongelijkbladig fonteinkruid, Kleinste egelskop, Oeverkruid, Drijvende waterweegbree, Klein blaasjeskruid;
Zeldzaam: 21 •
inheems (21): 4b: Kruipende moerasweegbree, Rossig fonteinkruid, Gesteeld glaskroos, Naaldwaterbies, Veelstengelige waterbies, Moerashertshooi, Pilvaren, Duizendknoopfonteinkruid, Vlottende bies, Duindwergzegge, Bruin cypergras, Kleine kattenstaart, Eivormige waterbies, Bleekgele droogbloem, Liggend hertshooi, Waterpostelein, Klein bronkruid, Muizenstaart, Tengere vetmuur, Borstelbies, Kleine duizendknoop;
Nieuw: 10 •
inheems (6): 4b: Klein sterrenkroos (1986), Klein glaskroos (1985), Drietallig glaskroos (1987), Teer vederkruid (1979), Drijvende egelskop (1978); 2c: Slijkgroen (1982);
•
niet inheems (4): 4b: Gestreepte rus (1984), Noordelijke waterlelie (1978); 2c: Schijngenadekruid (1993), Liggende lindernia (1995).
Bespreking Praktisch alle soorten van deze groep zijn dus Rode-Lijstsoorten. Enkel de Moerasdroogbloem (2c) komt in meer dan 500 hokken voor en is momenteel niet bedreigd. De Rode schijnspurrie (2c) en de Knolrus (4b) zijn nog zeldzaam (klasse 12: zz2), maar zijn toch waargenomen in meer dan 150 hokken. De rest van de soorten is zeer kwetsbaar. Van de 11 verdwenen soorten van Limburg zijn er in Vlaanderen 9 niet meer waargenomen. De Sierlijke vetmuur is er bedreigd (b) en de Dwergbloem zeer sterk bedreigd (b!!). De in Limburg sterk bedreigde planten zijn dat ook in Vlaanderen. Van de in Vlaanderen bedreigd aangegeven soorten komt enkel de Rode schijnspurrie in Limburg nog veel voor. Opmerking: Moerasdroogbloem heeft een veel bredere ecologische amplitude. LAMBINON et al. (1998) geven aan dat de plant niet alleen kan voorkomen op vijveroevers en in drooggevallen plassen, maar ook op natte wegen en akkers.
3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart is deze vegetatie weergegeven bij de voedselarme waters (ao, aom).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
45
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
G. MOERASSEN 1. Situering Deze groep bevat de plantengemeenschappen van verlandingsvegetaties van stilstaande of stromende waters. Ook de pionierplanten van de natte gronden in de omgeving van die waters worden hierbij besproken. Deze vegetaties grenzen aan vijvers, plassen, grachten, beken, rivieren enz. die alle voedselrijk water bevatten. Deze groeiplaatsen kunnen op een natuurlijke of op een artificiële wijze ontstaan. Moerassen ontstaan in overstromingsgebieden van beken en rivieren, op plaatsen met een hoge grondwaterstand en/of waar het oppervlaktewater niet of onvoldoende kan afstromen. Ook menselijke activiteiten creëren zulke biotopen. Als gevolg van het graven van grachten, poelen, plassen,… , van het onderhoud (al dan niet mechanisch) van de rivieren, van het aanleggen van dijken in vijvergebieden en van het droogvallen van vijvers en grachten worden gronden omgewoeld en ontstaan er natte, kale bodems. In eerste instantie koloniseren de pionierplanten de naakte bodem. Als de bodem open blijft, handhaaft zich de pioniervegetatie, anders raakt de bodem (en de plas) begroeid met verlandingsvegetaties. Tot deze groep rekent men ook natte grazige plaatsen, waar er zich sterk wisselvallige milieuomstandigheden kunnen voordoen als gevolg van de aanvoer van kwelwater of van een overstroming. Er zijn 4 gemeenschappen: •
2a: relatief voedselrijke plaatsen met wisselende waterstand of anderszins sterk fluctuerende milieu-omstandigheden;
•
2b: open, voedsel- (speciaal stikstof-)rijke natte grond;
•
4c: verlandingsvegetaties in zoete, matig voedselrijke, stagnerende of lichtstromende, ondiepe tot diepe waters; dikwijls veenvormend;
•
4d: verlandingsvegetaties in zoete, voedselrijke, stromende of periodiek droogvallende waters; niet veenvormend.
2a Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz
Trifolium fragiferum
Aardbeiklaver
1
Rorippa sylvestris
Akkerkers
Mentha arvensis Trifolium hybridum ssp, hybridum
Akkermunt
Ranunculus sardous
a-z
%
kl
kl2
se
z
b
6
kw
2a
d1
d2
Vl
18
15
9
1
75
125
8
z
a
11
zz
2a
1
170
251
6
vz
a
12
zz2
2a
Basterdklaver
1
175
215
6
vz
a
12
zz2
2a
Behaarde boterbloem
1
230
268
6
vz
a
12
zz2
2a
Inula brittannica
Engelse alant
1
6
4
10
zz
c
2
bed
2a
Agrostis stolonifera
Fioringras
1
351
497
4
va
a
16 mnb 2a
Alopecurus geniculatus
Geknikte vossenstaart
1
190
270
6
vz
a
12
zz2
Gratiola officinalis
Genadekruid
1
0
1
10
zz
nw
Pulicaria dysenterica
Heelblaadjes
1
193
245
6
vz
a
12
zz2
2a
Rumex conglomeratus
Kluwenzuring
1
193
266
6
vz
a
12
zz2
2a
Ranunculus repens
Kruipende boterbloem
1
1032
1365
1
za
a
16 mnb 2a
Rumex crispus
Krulzuring
1
490
812
3
a
a
16 mnb 2a
Equisetum palustre
Lidrus
1
455
466
5
va
a
16 mnb 2a
Lysimachia nummularia
Penningkruid
1
419
453
5
va
a
16 mnb 2a
Juncus effusus
Pitrus
1
758
1044
2
a
a
16 mnb 2a
Juncus compressus
Platte rus
1
18
20
9
z
a
11
zz
2a
p
Mentha pulegium
Polei
1
1
2
10
zz
a
10
zz
2a
b!!
Festuca arundinacea
Rietzwenkgras
1
304
451
5
va
a
16 mnb 2a
Odontites vernus
Rode ogentroost
1
164
141
7
vz
b
9
Carex hirta
Ruige zegge
1
332
367
5
va
a
16 mnb 2a
46
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
? b!
2a 2a
kw2
T
2a
2000
+
Ar?
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Poa trivialis
Ruw beemdgras
LB 40-'70 70-'92 zz
a-z
%
kl
kl2
se
1
252
351
5
va
a
16 mnb 2a
Deschampsia cespitosa Ruwe smele Trifolium hybridum ssp, elegans Slanke klaver
1
375
462
5
va
a
16 mnb 2a
1
0
5
10
zz
nw
Eleocharis uniglumis
Slanke waterbies
1
0
1
10
zz
nw
Juncus tenuis
Tengere rus
1
427
453
5
va
a
16 mnb 2a
Veronica serpyllifolia
Tijmereprijs
1
107
174
7
vz
a
12
zz2
2a
Carex cuprina
Valse voszegge
1
42
77
8
z
a
11
zz
2a
Leontodon autumnalis
Vertakte leeuwentand
1
500
674
4
va
a
16 mnb 2a
Potentilla reptans
Vijfvingerkruid
1
211
258
6
vz
a
12
Trifolium repens Mentha suaveolens + hybriden
Witte klaver
1
732
947
2
a
a
16 mnb 2a
Witte munt + hybriden
1
166
171
7
vz
a
12
zz2
2a
Juncus inflexus
Zeegroene rus
1
156
178
7
vz
a
12
zz2
2a
Potentilla anserina
Zilverschoon
1
582
726
3
a
a
16 mnb 2a
Juncus articulatus
Zomprus
1
151
199
7
vz
a
12
zz2
2a
Myosotis cespitosa
Zompvergeet-mij-nietje
1
61
67
9
z
a
11
zz
2a
Rorippa austriaca
Oostenrijkse kers
2
4
5
10
zz
a
10
zz
2a
Trifolium resupinatum
Perzische klaver
2
0
3
10
zz
nw
40-'70 70-'92 zz
a-z
%
kl
5
va
a
16 mnb 2b 12
zz2
d1
d2
2a
1980
2a
1983
Vl
T
? Ne
2a
Ne
2a
1980
?
Ne
kl2 se d1
d2
Vl
T
1987
b!!
2b Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
Ranunculus sceleratus
Beklierde duizendknoop Blaartrekkende boterbloem
1
149
254
6
vz
a
Ludwigia palustris
Echt waterlepeltje
1
0
3
10
zz
nw
Rumex maritimus
Goudzuring
1
18
25
9
z
a
11
Juncus bufonius
Greppelrus
1
433
621
4
va
a
16 mnb 2b
Pulicaria vulgaris
Klein vlooienkruid
1
4
5
10
zz
a
10
zz
2b
Bidens cernua
1
56
78
8
z
a
11
zz
2b
Apium repens
Knikkend tandzaad Kruipend moerasscherm
1
1
1
10
zz
b
5
kw
2b
Senecio congestus
Moerasandijvie
1
28
7
10
zz
d
1
Rorippa islandica
Moeraskers
1
193
442
5
va
a
16 mnb 2b
Rumex palustris
Moeraszuring
1
6
41
9
z
a
11
zz
2b
Leersia oryzoides
Rijstgras
1
16
12
10
zz
b
5
kw
2b
Chenopodium rubrum
Rode ganzenvoet
1
25
89
8
z
a
11
zz
2b
Alopecurus aequalis
Rosse vossenstaart
1
44
72
8
z
a
11
zz
2b
Bidens tripartita
Veerdelig tandzaad
1
248
331
6
vz
a
12
zz2 2b
Catabrosa aquatica
Watergras
1
11
9
10
zz
b
5
kw
Myosoton aquaticum
Watermuur
1
254
425
5
va
a
16 mnb 2b
Polygonum hydropiper
Waterpeper
1
413
573
4
va
a
16 mnb 2b
Polygonum mite
Zachte duizendknoop
1
33
95
8
z
a
11
zz
2b
Chenopodium glaucum
Zeegroene ganzenvoet
1
17
26
9
z
a
11
zz
2b
Ar
Bidens connata
Smal tandzaad
2
13
44
9
z
a
11
zz
2b
Ne
Bidens frondosa
Zwart tandzaad
2
64
97
8
z
a
11
zz
2b
Ne
Polygonum lapathifolium
1
220
401
zz2 2b 2b zz
2b b!!
b!!
mub 2b
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
2b
b!
b
47
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
4c Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz
a-z
%
kl
kl2
se
Carex vesicaria
Blaaszegge
1
78
54
9
z
b
6
kw
4c
Scutellaria galericulata
1
113
159
7
vz
a
12
zz2
4c
Epilobium obscurum
Blauw glidkruid Donkergroene basterdwederik
1
12
39
9
z
a
11
zz
4c
Cladium mariscus
Galigaan
1
13
8
10
zz
c
2
bed
4c
Iris pseudacorus
Gele lis
1
500
620
4
va
a
16
mnb
4c
Ranunculus lingua
Grote boterbloem
1
10
3
10
zz
d
1
mub
4c
Sparganium erectum
Grote egelskop
1
185
308
6
vz
a
12
zz2
4c
Typha latifolia
Grote lisdodde
1
241
403
5
va
a
16
mnb
4c
Sium latifolium
Grote watereppe
1
17
4
10
zz
d
1
mub
4c
Calamagrostis canescens
Hennegras
1
154
203
7
vz
a
12
zz2
4c
Carex pseudocyperus
Hoge cyperzegge
1
50
62
9
z
a
11
zz
4c
Equisetum fluviatile
Holpijp
1
290
317
6
vz
a
12
zz2
4c
Acorus calamus
Kalmoes
1
61
70
8
z
a
11
zz
4c
Typha angustifolia
Kleine lisdodde
1
58
72
8
z
a
11
zz
4c
Glyceria maxima
Liesgras
1
264
348
5
va
a
16
mnb
4c
Scirpus lacustris
Mattenbies
1
93
80
8
z
b
6
kw
4c
Poa palustris
Moerasbeemdgras
1
53
104
8
z
a
11
zz
4c
Carex acutiformis
Moeraszegge
1
129
199
7
vz
a
12
zz2
4c
Carex riparia Cardamine pratensis ssp, paludosa
Oeverzegge
1
5
35
9
z
a
11
zz
4c
Pinksterbloem (pa)
1
7
18
9
z
a
11
zz
4c
Carex paniculata
Pluimzegge
1
74
110
8
z
a
11
zz
4c
Phragmites australis
Riet
1
435
576
4
va
a
16
mnb
4c
Scirpus tabernaemontani
Ruwe bies
1
1
2
10
zz
a
10
zz
4c
Carex acuta
Scherpe zegge
1
139
145
7
vz
a
12
zz2
4c
Calla palustris
Slangewortel
1
15
17
9
z
a
11
zz
4c
Carex elata
Stijve zegge
1
45
57
9
z
a
11
zz
4c
Carex vulpina
Voszegge
1
28
18
9
z
c
4
bed
4c
Mentha aquatica
Watermunt
1
282
375
5
va
a
16
mnb
4c
Cicuta virosa
Waterscheerling
1
15
29
9
z
a
11
zz
4c
Rumex hydrolapathum
Waterzuring
1
180
250
6
vz
a
12
zz2
4c
Lycopus europaeus
Wolfspoot
1
526
682
4
va
a
16
mnb
4c
Leucojum aestivum
Zomerklokje
1
0
1
10
zz
nw
40-'70 70-'92 zz
a-z
%
kl
kl2
se
d1
d2
Vl
b b!
p
p
p p p p
4c
1980 b!!
4d Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
Veronica beccabunga Beekpunge Veronica anagallis-aquatica ssp, an-aq Blauwe waterereprijs
1 1
Rorippa amphibia
Gele waterkers
1
Scrophularia auriculata
Geoord helmkruid
1
Glyceria declinata Getand vlotgras Scrophularia umbrosa ssp, Gevleugeld helmkruid neesii (n) Scrophularia umbrosa ssp, Gevleugeld helmkruid umbrosa (u) Gevleugeld Callitriche stagnalis sterrenkroos
1
Eleocharis palustris
Gewone waterbies
1
Apium nodiflorum
Groot moerasscherm
1
Alisma plantago-aquatica
Grote waterweegbree
1
48
174
d1
d2
Vl
276
6
vz
a
12
zz2
4d
24
47
9
z
a
11
zz
4d
109
137
8
z
a
11
zz
4d
234
376
5
va
a
16
mnb
4d
1
93
81
8
z
b
6
kw
4d
1
3
2
10
zz
c
2
bed
4d
?
1
7
7
10
zz
b
5
kw
4d
p
13
32
9
z
a
11
zz
4d
131
145
7
vz
a
12
zz2
4d
163
232
6
vz
a
12
zz2
4d
312
394
5
va
a
16
mnb
4d
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
T
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70 70-'92 zz 9
a-z
%
kl
kl2
se
z
a
11
zz
4d
d1
d2
Vl
Sparganium emersum
Kleine egelskop
1
45
48
Berula erecta
Kleine watereppe
1
23
35
9
z
a
11
zz
4d
Ranunculus hederaceus
Klimopwaterranonkel
1
7
10
10
zz
a
10
zz
4d
p
Hippuris vulgaris
Lidsteng
1
4
4
10
zz
b
5
kw
4d
p
Glyceria fluitans
1
414
483
4
va
a
16
mnb
4d
Myosotis scorpioides
Mannagras Moerasvergeet-mijnietje
1
268
355
5
va
a
16
mnb
4d
Sagittaria sagittifolia
Pijlkruid
1
78
60
9
z
b
6
kw
4d
Oenanthe fistulosa
Pijptorkruid
1
43
33
9
z
b
6
kw
4d
Phalaris arundinacea Rietgras Veronica anagallis-aquatica ssp, aquatica Rode waterereprijs
1
515
679
4
va
a
16
mnb
4d
1
12
27
9
z
a
11
zz
4d
Nasturtium microphyllum
Slanke waterkers
1
13
38
9
z
a
11
zz
4d
Alisma lanceolatum
Slanke waterweegbree
1
22
20
9
z
b
6
kw
4d
Glyceria notata
Stomp vlotgras
1
47
52
9
z
a
11
zz
4d
Oenanthe aquatica
Watertorkruid
1
141
145
7
vz
a
12
zz2
4d
Nasturtium officinale
Witte waterkers
1
7
58
9
z
a
11
zz
4d
Butomus umbellatus
Zwanebloem
1
14
20
9
z
a
11
zz
4d
p
Mimulus guttatus
Gele maskerbloem
2
0
1
10
zz
nw
4d
2000 0
T
p
Ne
Het Echt waterlepeltje is in Limburg de eerste maal (officieel) gemeld in 1987. In de Antwerpse Kempen kwam de plant al langer voor. Foto: Tom VERSCHRAEGEN.
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 115 inheemse en 5 niet inheemse
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
49
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 276 (2a: 343; 2b: 175; 4c: 172 en 4d: 140) en ligt hoger dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn: • •
2a: Slanke waterbies (1), Polei (2), Engelse alant (4), Aardbeiklaver (15), Platte rus (20); 2b: Kruipend moerasscherm (1), Echt waterlepeltje (3), Klein vlooienkruid (5), Watergras (9), Rijstgras (12); • 4c: Zomerklokje (1), Ruwe bies (2), Grote boterbloem (3), Grote watereppe (4), Galigaan (8), Slangewortel (17), Voszegge (18); • 4d: Gevleugeld helmkruid (ssp neesii: 2, ssp umbrosa: 7), Lidsteng (4), Klimopwaterranonkel (10), Slanke waterweegbree (20), Zwanebloem (20). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: Weg: Met uitsterven bedreigd: 3 •
inheems (3): 2b:Moerasandijvie; 4c:Grote boterbloem, Grote watereppe;
Bedreigd: 4 •
inheems (3): 2a: Engelse alant; 4c: Galigaan, Voszegge; 4d: Gevleugeld helmkruid (ssp neesii);
Kwetsbaar: 12 •
inheems (12): 2a: Aardbeiklaver; 2b: Kruipend moerasscherm, Watergras, Rijstgras; 4c: Blaaszegge, Mattenbies; 4d: Lidsteng, Gevleugeld helmkruid (ssp umbrosa), Slanke waterweegbree, Getand vlotgras, Pijptorkruid, Pijlkruid;
Zeldzaam: 38 •
inheems (35): 2a: Polei, Valse voszegge, Platte rus, Zompvergeet-mij-nietje, Akkerkers; 2b: Klein vlooienkruid, Rosse vossenstaart, Knikkend tandzaad, Zeegroene ganzenvoet, Rode ganzenvoet, Zachte duizendknoop, Goudzuring, Moeraszuring; 4c: Ruwe bies, Kalmoes, Slangewortel, Stijve zegge, Pluimzegge, Hoge cyperzegge, Oeverzegge, Waterscheerling, Donkergroene basterdwederik, Moerasbeemdgras, Kleine lisdodde; 4d: Klimopwaterranonkel, Kleine watereppe, Zwanebloem, Gevleugeld sterrenkroos, Stomp vlotgras, Slanke waterkers, Witte waterkers, Gele waterkers, Kleine egelskop, Blauwe- en Rode waterereprijs;
•
niet inheems (3): 2a: Oostenrijkse kers; 2b: Smal tandzaad, Zwart tandzaad;
Nieuw: 6 •
inheems (4): 2a: Slanke waterbies (1983), Genadekruid (2000); 2b: Echt waterlepeltje (1987); 4c: Zomerklokje (1980);
•
niet inheems (2): 2a: Perzische klaver (1980); 4d: Gele maskerbloem (2000).
Bespreking De cijfers geven aan dat het gemiddeld aantal hokken vrij hoog is. De biotopen komen veel voor, vooral in Midden-Limburg en in de Maasvallei. Toch zijn er verschillende soorten al jaren niet meer aangetroffen op hun vroegere standplaatsen. Dit geldt onder meer voor Moerasandijvie, Grote watereppe, Voszegge, Lidsteng, Watergras, Rijstgras, Zwanebloem en Klimopwaterranonkel. De in Limburg bedreigde soorten zijn dit ook in Vlaanderen. Enkel Moerasandijvie en Grote watereppe zijn in Vlaanderen niet als bedreigd aangegeven.
50
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart kan men deze vegetaties net als deze van de voedselrijke waters aantreffen in vijvers (ae) of diepe plassen (ap). Andere karteringseenheden waar men die kan vinden zijn, de moerassen: rietland (mr), galigaanvegetatie (mm) en grote zeggenvegetaties (mc). De grazige plaatsen met sterk wisselvallige milieu-omstandigheden worden gekarteerd als vochtig, halfnatuurlijk grasland zoals het dottergrasland (hc) of het russengrasland (hj).
H. NATTE RUIGTEN – BOSSEN OP NATTE GRONDEN EN BRONBOSSEN 1. Situering Tot deze groep rekent men de vegetaties die grenzen aan moerassen en aan beken en rivieren. De vegetatie kan bestaan uit kruiden. Het zijn natte ruigten met meestal een hoogopgaande begroeiing. Vaak zijn het verwaarloosde weilanden, al dan niet beplant met Canadapopulier. Doorgaans zijn het voedselrijke ecotopen in vochtige gebieden al dan niet grenzend aan waterlopen. Na verloop van tijd evolueert de vegetatie van de natte ruigten naar een struweel met wilg of els. Langs rivieren en beken, waar er nog een contact is met de aanliggende oevers, ontwikkelen zich aanspoelingsgordels en rivierbegeleidende struwelen. In een latere fase evolueert de vegetatie naar een bos met als kensoorten Zwarte els en allerlei wilgensoorten. In brongebieden en in de bovenlopen van de rivieren en de beken komen bronbossen voor. In Limburg vindt men deze op het Kempens plateau (bijvoorbeeld aan de Itterbeek, de Abeek, enz.) en in de Voerstreek. Er worden 2 gemeenschappen weergegeven: •
4e: aanspoelingsgordels, natte ruigten en rivierbegeleidende wilgenstruwelen van voedselrijk milieu (4 e);
•
9a: bossen op relatief voedselrijke, vochtige tot natte grond en van brongebieden.
4e Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z %
Salix triandra
Amandelwilg
1
29
54
Barbarea intermedia
Bitter barbarakruid
1
1
0
Salix purpurea
Bittere wilg
1
33
Solanum dulcamara
Bitterzoet
1
Angelica sylvestris
Gewone engelwortel
Symphytum officinale
Gewone smeerwortel
Barbarea vulgaris
Gewoon barbarakruid
Melilotus altissima
Goudgele honingklaver 1
Petasites hybridus
Groot hoefblad
1
a
kl
kl2
se
11
zz
4e
kw
9
z
23
9
z
b
6
468
754
3
a
a
16 mnb
4e
1
647
807
3
a
a
16 mnb
4e
1
407
558
4 va a
16 mnb
4e
1
119
165
7
vz a
12
zz2
4e
13
35
9
z
a
11
zz
4e
101
154
7
vz a
12
zz2
4e
39
9
a
11
zz
4e
w
4e 1961
Groot warkruid
1
14
Lythrum salicaria
Grote kattenstaart
1
398
554
4 va a
16 mnb
4e
Calystegia sepium
Haagwinde
1
493
724
3
a
16 mnb
4e
Epilobium hirsutum
Harig wilgenroosje
4e
a
d2
Vl
b
1
364
586
4 va a
16 mnb
Euphorbia esula ssp, esula Heksenmelk
1
37
45
9
z
a
11
Humulus lupulus
Hop
1
623
780
3
a
a
16 mnb
Salix viminalis
Katwilg
1
68
135
8
z
a
11
Eupatorium cannabinum
Koninginnenkruid
1
387
532
4 va a
16 mnb
4e
Salix 'fragilis' groep
Kraakwilg
1
84
270
6
vz a
12
zz2
4e
Stachys palustris
Moerasandoorn
1
231
344
6
vz a
12
zz2
4e
Senecio paludosus
Moeraskruiskruid
1
5
2
10 zz
c
2
bed
4e
b
Geranium palustre
Moerasooievaarsbek
1
1
3
10 zz a
10
zz
4e
b!
Thalictrum flavum
Poelruit
1
54
62
9
11
zz
4e
z
a
zz zz
T
4e
Cuscuta europaea
z
d1
4e 4e 4e
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
51
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z %
kl
kl2
se
d1
d2
Vl
T
Salix alba
Schietwilg
1
89
260
6
vz a
12
zz2
4e
Epilobium parviflorum
Viltige basterdwederik
1
102
199
7
vz a
12
zz2
4e
Brassica nigra
Zwarte mosterd
1
2
6
10 zz a
10
zz
4e
Ar
Helianthus tuberosus
Aardpeer
2
25
34
9
11
zz
4e
Ne?
Inula helenium
Griekse alant
2
0
2
10 zz
nw
4e
1976
Angelica archangelica
Grote engelwortel
2
0
5
10 zz
nw
4e
1978
Mentha longifolia
Hertsmunt
2
0
4
10 zz
nw
4e
Lepidium latifolium
Peperkers
2
0
1
10 zz
nw
4e
Impatiens glandulifera
Reuzenbalsemien
2
16
43
9
z
a
11
zz
4e
Ne
Barbarea stricta
Stijf barbarakruid
2
3
40
9
z
a
11
zz
4e
Ar
z
a
?
Ne
1980
b
Ar?
1996
?
Ne
Ne
9a Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
LB
40-'70
70-'92
zz
a-z
% kl
kl2 se
Cardamine amara
Bittere veldkers
1
86
121
8
z
a 11
zz
9a
Veronica montana
Bosereprijs
1
13
24
9
z
a 11
zz
9a
Stellaria nemorum
Bosmuur
1
16
23
9
z
a 11
zz
9a
p
Equisetum sylvaticum
Bospaardestaart
1
3
4
10
zz
a 10
zz
9a
b
Cardamine flexuosa
Bosveldkers
1
13
38
9
z
a 11
zz
9a
Lysimachia nemorum
Boswederik
1
15
16
9
z
a 11
zz
9a
Carex elongata
Elzenzegge
1
49
56
9
z
a 11
zz
9a
Salix aurita
Geoorde wilg
1
416
459
5
va
a 16 mnb 9a
Salix 'cinerea' groep
Grauwe wilg
1
482
650
4
va
a 16 mnb 9a
Montia fontana
Groot bronkruid
1
8
13
10
zz
a 10
Impatiens noli-tangere
Groot springzaad
1
7
10
10
zz
Carex pendula
Hangende zegge
1
4
4
10
zz
Carex remota
Ijle zegge
1
98
119
8
Osmunda regalis
Koningsvaren
1
71
91
Viscum album
Maretak
1
100
148
Stellaria uliginosa Chrysosplenium oppositifolium Cardamine pratensis ssp, picra
Moerasmuur
1
346
Paarbladig goudveil
1
Pinksterbloem (pi)
Equisetum telmateia Salix atrocinerea Carex strigosa
zz
9a
a 10
zz
9a
b
5
kw
9a
z
a 11
zz
9a
8
z
a 11
zz
9a
7
vz
a 12 zz2 9a
423
5
va
a 16 mnb 9a
11
19
9
z
a 11
1
0
35
9
z
Reuzenpaardestaart
1
30
41
9
z
a 11
zz
9a
Rossige wilg
1
7
8
10
zz
a 10
zz
9a
Slanke zegge
1
4
4
10
zz
b
kw
9a
Sporkehout Verspreidbladig Chrysosplenium alternifolium goudveil
1
674
822
3
a
a 16 mnb 9a
1
13
27
9
z
a 11
zz
9a
Ribes nigrum
Zwarte bes
1
25
42
9
z
a 11
zz
9a
Alnus glutinosa
Zwarte els
1
703
899
2
a
a 16 mnb 9a
Salix pentandra
Laurierwilg
2
6
6
10
zz
b
Frangula alnus
zz
nw
5
kw
d2
Vl T
p
p
9a 9a
5
d1
1970
b
9a
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 50 inheemse en 8 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 166 (4 e: 163 en 9a: 169) en ligt iets hoger dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn de volgende:
52
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
?
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg • •
4e: Moeraskruiskruid (2), Moerasooievaarsbek (3), Zwarte mosterd (6); 9a: Hangende zegge (4), Slanke zegge (4), Bospaardestaart (4), Rossige wilg (8), Groot springzaad (10), Groot bronkruid (13), Boswederik (16), Paarbladig goudveil (19). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
De Koningsvaren is een opvallende verschijning in natte bossen. Foto: Felix BAETEN.
Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: Weg: 1 •
Inheems (1): 4 e: Bitter barbarakruid (1961);
Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: 1 •
Inheems (1): 4 e: Moeraskruiskruid;
Kwetsbaar: 4 •
inheems (3): 4 e: Bittere wilg; 9a: Hangende zegge, Slanke zegge;
•
niet inheems (1): 9a: Laurierwilg;
Zeldzaam: 27 •
inheems (24): 4 e: Zwarte mosterd, Moerasooievaarsbek, Groot warkruid, Heksenmelk, Goudgele honingklaver, Amandelwilg, Katwilg, Poelruit; 9a: Bospaardestaart, Groot springzaad, Groot bronkruid, Rossige wilg, Bittere veldkers, Bosveldkers, Elzenzegge, Ijle zegge, Verspreidbladig goudveil, Paarbladig goudveil, Reuzenpaardestaart, Boswederik, Koningsvaren, Zwarte bes, Bosmuur, Bosereprijs;
•
niet inheems (3): 4 e: Stijf barbarakruid, Aardpeer, Reuzenbalsemien;
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
53
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Nieuw: 4 •
niet inheems (4): 4 e: Grote engelwortel (1978), Griekse alant (1976), Peperkers (1996), Hertsmunt (1980).
Bespreking De Rode Lijst geeft 2 planten aan die in Limburg niet meer werden waargenomen. Het Bitter barbarakruid is al bijna 40 jaar en het Moeraskruiskruid al meer dan 30 jaar niet meer aangetroffen (BERTEN 1993). In Vlaanderen is dezelfde tendens van bedreiging waar te nemen. De twee genoemde soorten worden in Vlaanderen als bedreigd (b) beschouwd. Het gemiddeld aantal hokken van de inheemse soorten van de natte ruigten en bronbossen ligt iets hoger dan het algemene gemiddelde, omdat deze biotopen veel voorkomen. Veel soorten van deze groep komen voor in de Maasvallei.
3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart vindt men de soorten van deze vegetatie in de ecotopen die in de paragraaf ‘Moeras’ (G) vermeld zijn. Dit geldt voor de moerassen: rietland (mr) en Grote zeggenvegetatie (mc). Bijkomende karteringseenheden zijn hf (natte ruigte); so en sf (wilgenstruwelen); va, vn, vc (alluviale elzenbossen op minerale bodem); vm (elzenbos op veengrond) en lh (populierenaanplantingen).
54
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3.4 Planten van matig bemeste weilanden I. MATIG BEMEST GRASLAND 1. Situering In deze vegetatie maakt men onderscheid in begraasde en gehooide graslanden. Men vindt ze op voedselrijke, (matig) vochtige tot natte grond. Als de bemesting en de ontwatering achterwege blijven zijn het soortenrijke vegetaties. Typische kensoorten voor deze bloemrijke graslanden zijn – van droog naar nat - Scherpe boterbloem, Pinksterbloem, Echte koekoeksbloem en Dotterbloem. In het geval dat de bemesting en de ontwatering gaan toenemen, zullen de indicatorsoorten zowel kwantitatief als kwalitatief verminderen en zullen ze na verloop van tijd verdwijnen. Men krijgt dan soortenarme graslanden met een zeer beperkt aantal kensoorten zoals de grassen Engels raaigras, Italiaans raaigras, Ruw beemdgras, Kropaar, en dergelijke. Productiegraslanden worden vaak ingezaaid met hoger vermelde grassen. Er groeien heel weinig bloeiende planten: enkel Paardebloem en Vogelmuur kunnen zich aanpassen en er plaatselijk in voorkomen. Er worden 2 gemeenschappen onderscheiden: •
5a: matig bemeste graslanden op (matig) vochtige grond;
•
5b: matig bemeste graslanden op natte grond.
5a Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
Lathyrus tuberosus
Aardaker
1
9
22
9
Torilis arvensis
Akkerdoornzaad
1
0
2
10 zz nw
Cynosurus cristatus
Beemdkamgras
1
319
325
6 vz a 12 zz2 5a
Knautia arvensis
Beemdkroon
1
242
250
6 vz a 12 zz2 5a
Festuca pratensis
Beemdlangbloem
1
183
204
7 vz a 12 zz2 5a
Carum carvi
Echte karwij
1
1
3
10 zz a 10
zz
5a
?
Alchemilla xanthochlora
Geelgroene vrouwenmantel 1
9
9
10 zz b
5
kw
5a
p
Tragopogon pratensis
Gele morgenster
1
92
124
zz
5a
Holcus lanatus
Gestreepte witbol
1
681
Medicago arabica
Gevlekte rupsklaver
1
10
Prunella vulgaris
Gewone brunel
1
384
Veronica chamaedrys
Gewone ereprijs
1
Cerastium fontanum
Gewone hoornbloem
1
Dactylis glomerata
Gewone kropaar
z
a 11
kl2 se d1 zz
8
z
a 11
931
2
a
a 16 mnb 5a
10
10 zz b
471
5 va a 16 mnb 5a
522
627
4 va a 16 mnb 5a
921
1185
1 za a 16 mnb 5a
kw
Vl
1997
+
5a 5a
5
d2
T Ar
?
5a
1
881
1148
Pastinaca sativa ssp, sativa Gewone pastinaak
1
12
12
1 za a 16 mnb 5a
Achillea millefolium
Gewoon duizendblad
1
1026
1283
1 za a 16 mnb 5a
Centaurea thuillieri
Gewoon knoopkruid
1
519
618
4 va a 16 mnb 5a
Anthoxanthum odoratum
Gewoon reukgras
1
549
633
4 va a 16 mnb 5a
Phleum pratense
Gewoon timoteegras
1
285
481
5 va a 16 mnb 5a
Galium mollugo
Glad walstro
1
596
674
4 va a 16 mnb 5a
Arrhenatherum elatius
Glanshaver
1
549
800
3
a
a 16 mnb 5a
Trisetum flavescens
Goudhaver
1
119
91
8
z
b
6
kw
5a
Lathyrus nissolia
Graslathyrus
1
2
2
10 zz b
5
kw
5a
Stellaria graminea
Grasmuur
1
603
751
3
Crepis biennis
Groot streepzaad
1
252
258
6 vz a 12 zz2 5a
Pimpinella major
Grote bevernel
1
435
546
4 va a 16 mnb 5a
Alopecurus pratensis
Grote vossenstaart
1
381
502
4 va a 16 mnb 5a
Festuca trachyphylla
Hard zwenkgras
1
0
1
Carex ovalis
Hazezegge
1
173
243
10 zz b
a
5
kw
5a
b!!
a 16 mnb 5a
10 zz nw
5a
1988
?
6 vz a 12 zz2 5a
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
55
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Carex ovalis var, argyroglochin
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2 se d1
d2
Hazezegge (ar)
1
0
3
Medicago lupulina
Hopklaver
1
353
451
5 va a 16 mnb 5a
5a
1987
Alchemilla glabra
Kale vrouwenmantel
1
29
23
9
z
b
6
kw
5a
Ononis spinosa
Kattedoorn
1
147
121
8
z
b
6
kw
5a
Orobanche minor
Klavervreter
1
2
5
10 zz a 10
zz
5a
Trifolium dubium
Kleine klaver
1
469
559
4 va a 16 mnb 5a
Rhinanthus minor
Kleine ratelaar
1
64
25
9
Saxifraga granulata
Knolsteenbreek
1
237
269
6 vz a 12 zz2 5a
Centaurea jacea
Knoopkruid
1
7
3
10 zz
Centaurea decipiens
Knoopkruid (de)
1
0
2
10 zz nw
5a
1976
?
Centaurea serotina
Knoopkruid (se)
1
0
4
10 zz nw
5a
1982
?
Potentilla anglica
Kruipganzerik
1
41
36
9
z
b
Bellis perennis
Madeliefje
1
818
1031
2
a
a 16 mnb 5a
Leucanthemum vulgare Taraxacum sectio Subvulgaria
Margriet
1
637
717
3
a
a 16 mnb 5a
Paardebloem
1
0
435
5 va nw
Crepis polymorpha
Paardebloemstreepzaad
1
2
12
10 zz a 10
Daucus carota Cardamine pratensis ssp, pratensis
Peen
1
596
750
3
a
a 16 mnb 5a
Pinksterbloem (pr)
1
634
894
3
a
a 16 mnb 5a
Trifolium pratense
Rode klaver
1
786
876
3
a
a 16 mnb 5a
Festuca rubra
Rood zwenkgras
1
392
572
4 va a 16 mnb 5a
Ranunculus acris
Scherpe boterbloem
1
934
1116
1 za a 16 mnb 5a
Plantago lanceolata
Smalle weegbree
1
984
1160
1 za a 16 mnb 5a
Poa pratensis
Veldbeemdgras
1
574
676
4 va a 16 mnb 5a
Hordeum secalinum
Veldgerst
1
2
2
Lathyrus pratensis
Veldlathyrus
1
320
396
5 va a 16 mnb 5a
Rumex acetosa
Veldzuring
1
934
1134
1 za a 16 mnb 5a
Senecio erucifolius
Viltig kruiskruid
1
31
24
9
Vicia cracca
Vogelwikke
1
357
426
5 va a 16 mnb 5a
Bromus hordeaceus
Zachte dravik
1
526
618
4 va a 16 mnb 5a
Centaurea nigra
Zwart knoopkruid
1
17
16
9
b
6
kw
5a
Geranium pratense
Beemdooievaarsbek
2
6
6
10 zz b
5
kw
5a
Ne
Geranium sylvaticum
Bosooievaarsbek
2
1
1
10 zz b
5
kw
5a
Ne
Veronica filiformis
Draadereprijs
2
18
26
9
a 11
zz
5a
Ne
Rumex thyrsiflorus
Geoorde zuring
2
3
5
10 zz a 10
zz
5a
Ne
Campanula patula
Weideklokje
2
1
4
10 zz a 10
zz
5a
Ne
10 zz nw
z
c c
10 zz b
z
z
z
b
4 2
6
6
T
p b!
bed 5a
b
Ar
bed 5a
kw
5a
5a
5
Vl
zz
kw
kw
1970
5a
5a
p
5a
?
5b Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Polygonum bistorta
Adderwortel
1
105
160
Scirpus sylvaticus
Bosbies
1
298
347
Dactylorhiza fuchsii
Bosorchis
1
1
4
10 zz a 10
Dactylorhiza fistulosa
Brede orchis
1
35
19
9
Lychnis flos-cuculi
Echte koekoeksbloem
1
430
565
4 va a 16 mnb 5b
Valeriana repens
Echte valeriaan
1
576
717
3
a
a 16 mnb 5b
Hypericum quadrangulum
Gevleugeld hertshooi
1
90
128
8
z
a 11
Caltha palustris
Gewone dotterbloem
1
321
434
5 va a 16 mnb 5b
Sanguisorba officinalis
Grote pimpernel
1
8
8
10 zz b
Rhinanthus angustifolius
Grote ratelaar
1
73
76
8
Lysimachia vulgaris
Grote wederik
1
617
744
3
56
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2 se d1
d2
Vl
T
7 vz a 12 zz2 5b 5 va a 16 mnb 5b z
c
4
zz
5b
bed 5b
zz
b
5b
5
kw
5b
b
z
a 11
zz
5b
p
a
a 16 mnb 5b
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Ar
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2 se d1
Colchicum autumnale
Herfsttijloos
1
48
64
Cirsium palustre
Kale jonker
1
842
859
Peucedanum carvifolia
Karwijvarkenskervel
1
0
1
Ajuga reptans
Kruipend zenegroen
1
380
519
Veronica longifolia
Lange ereprijs
1
1
1
10 zz b
Taraxacum sectio Palustria
Moeraspaardebloem
1
0
5
10 zz nw
Lotus pedunculatus
Moerasrolklaver
1
529
657
4 va a 16 mnb 5b
Filipendula ulmaria
Moerasspirea
1
602
714
3
a
a 16 mnb 5b
Crepis paludosa
Moerasstreepzaad
1
50
48
9
z
b
6
kw
5b
Cirsium oleraceum
Moesdistel
1
60
106
8
z
a 11
zz
5b
Dactylorhiza praetermissa
Rietorchis
1
0
1
10 zz nw
Bromus racemosus s, str,
Trosdravik
1
32
18
9
Carex disticha
Tweerijige zegge
1
148
179
7 vz a 12 zz2 5b
Senecio aquaticus
Waterkruiskruid
1
20
36
9
Achillea ptarmica
Wilde bertram
1
506
522
4 va a 16 mnb 5b
Campanula rhomboidales
Bergklokje
2
3
2
10 zz b
5
kw
5b
Ne
Crocus vernus
Bonte krokus
2
1
3
10 zz a 10
zz
5b
Ne
Cirsium rivulare
Oeverdistel
2
5
2
10 zz
bed 5b
Ne
9
z
a 11
zz
3
a
a 16 mnb 5b
10 zz nw
d2
5b 5b
Vl
T
p 1974
b!
4 va a 16 mnb 5b
z z
c
5
5b 5b
5b 4
a 11
c
kw
2
bed 5b zz
5b
b 1971
b
1999
p b b
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 85 inheemse en 8 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid van de inheemse soorten Het gemiddelde is 344 (5a: 423 en 5b: 266) en ligt hoger dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: • 5a: Hard zwenkgras(1), Knoopkruid (decipiens:2), Akkerdoornzaad (2), Veldgerst (2), Graslathyrus (2), Knoopkruid (jacea:3), Echte karwij (3), Knoopkruid (serotina:4), Klavervreter (5), Geelgroene vrouwenmantel (9), Gevlekte rupsklaver (10), Paardebloemstreepzaad (12), Gewone pastinaak (12), Zwart knoopkruid (16); • 5b: Rietorchis (1), Karwijvarkenskervel (1), Lange ereprijs (1), Bosorchis (4), Moeraspaardebloem (5), Grote pimpernel (8), Trosdravik (18), Brede orchis (19). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: Weg: Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: 5 •
inheems (4): 5a: Knoopkruid (jacea), Kleine ratelaar; 5b: Trosdravik, Brede orchis;
•
niet inheems (1): 5b: Oeverdistel;
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
57
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Kwetsbaar: 17 •
inheems (14): 5a: Geelgroene vrouwenmantel, Veldgerst, Graslathyrus, Gevlekte rupsklaver, Gewone pastinaak, Kale vrouwenmantel, Zwart knoopkruid, Kattedoorn, Kruipganzerik, Viltig kruiskruid, Goudhaver; 5b: Grote pimpernel, Lange ereprijs, Moerasstreepzaad;
•
niet inheems (3): 5a: Beemdooievaarsbek, Bosooievaarsbek; 5b: Bergklokje;
De Brede orchis behoort tot de bedreigde hooilandsoorten. Foto: Tom VERSCHRAEGEN. Zeldzaam: 15 •
inheems (11): 5a: Echte karwij, Paardebloemstreepzaad, Klavervreter, Aardaker, Gele morgenster; 5b: Bosorchis, Moesdistel, Herfsttijloos, Gevleugeld hertshooi, Grote ratelaar, Waterkruiskruid;
•
niet inheems (4): 5a: Weideklokje, Geoorde zuring, Draadereprijs; 5b: Bonte krokus;
Nieuw: 8 •
inheems (8): 5a: Knoopkruid (decipiens) (1976), Knoopkruid (serotina) (1982), Hard zwenkgras (1988), Paardebloem (1970), Akkerdoornzaad (1997); 5b: Rietorchis (1999), Karwijvarkenskervel (1974), Moeraspaardebloem (1971).
Bespreking Het gemiddeld aantal hokken met soorten van graasweiden ligt beduidend hoger dan het algemene gemiddelde. Dit geldt ook voor hooilandsoorten, zij het in mindere mate. De Rode Lijst geeft geen soorten aan die verdwenen zijn of die met uitsterven bedreigd zijn. Toch is de situatie niet zo rooskleurig als ze eruit ziet. De planten van de graasweiden en hooilanden zijn in het begin van de tweede onderzoeksperiode (1970-1992) wel veelvuldig waargenomen, maar die standplaatsen namen vooral na 1980 in sterke mate af. Een onderzoek naar het voorkomen van de Brede orchis (BERTEN 1997) gaf aan dat op de 38 gekende vindplaatsen de orchidee nog slechts 13 maal voorkwam. Deze achteruitgang betekent ook dat de soortendiversiteit van het grootste deel van de hooilanden er in dezelfde mate op achteruit gaat. 58
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
De bedreiging van de soorten die voor Limburg van toepassing is, geldt ook voor Vlaanderen. De in Vlaanderen uitgestorven gewaande Akkerdoornzaad werd in 1997 in Limburg op twee plaatsen aangetroffen. Opmerking: In deze groep zijn 5 Centaurea’s (Knoopkruiden) ondergebracht. De Belgische Flora (LAMBINON et al. 1998) geeft voor het ondergeslacht 9 ‘microsoorten’ aan. De Nederlandse Flora van HEUKELS en de Nederlandse Oecologische Flora van W EEDA (1991) houden het bij één soort. Zij wijzen op een zeer grote variabiliteit van Knoopkruid. Als uitersten zien zij Zwart knoopkruid (C. nigra) en Knoopkruid (C. jacea). Al de andere microsoorten zijn tussenvormen daarvan. In de twee onderzoeksperioden heeft men 4 microsoorten aangegeven. De opgaven van Gewoon knoopkruid zijn reëel. Van de meldingen van de 3 andere microsoorten mag men geen conclusies trekken over bedreiging of kwetsbaarheid, gezien de grote variabiliteit van het Knoopkruid. De Paardebloem (Taraxacum sectie Subvulgaria) is in de periode 1940-1970 niet genoteerd, gezien de complexiteit van de soort enerzijds en omdat de plant anderzijds zowat overal kan voorkomen. Enkel van de tweede onderzoeksperiode zijn er cijfers voorhanden. Daarom wordt de Paardebloem als “nieuw” aangegeven. 3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart kan men de hooilanden terugvinden bij de karteringseenheden hu (mesofiel hooiland), hc (dottergrasland), hj (russengrasland). Voor de graasweiden gelden de volgende symbolen: hp, hp* (graasweide) en hx (soortenarm grasland). De karteringseenheid hp* geeft aan dat de graasweiden bloemrijk zijn.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
59
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3.5 Planten van droge graslanden, muren en rotsen J. MUUR 1. Situering Tot deze groep rekent men de vegetatie van stenige, steile standplaatsen. In de natuur vindt men deze laatste op rotsen. Maar ook door de mens gemaakte wallen, muren, putten, ruïnes en dergelijke zijn overeenkomende habitats. In Limburg vindt men natuurlijke ‘rotsen’ slechts plaatselijk: de grotten in Vechmaal (Mergelkuilen), Gelinden (Overbroek), Riemst (Zichen-Zussen-Bolder, Kanne, …), de ‘rots’wanden aan het Albertkanaal tussen Veldwezelt en de Sint-Pietersberg en plaatselijk een aantal groeven te Voeren. De kunstmatige groeiplaatsen (muren, wallen, e.d.) komen overal in de provincie voor. Goed ontwikkelde muurvegetaties vindt men echter vooral op oudere muren. Als de voegen tussen de stenen kalkrijk zijn is de muurvegetatie bijzonder soortenrijk. De gebouwen en de muren, die opgetrokken zijn met mergelblokken bevatten vaak dergelijke bijzondere muurvegetaties (bijvoorbeeld in het Begijnhof te Tongeren en een groot aantal kerken in (Zuid)-Limburg). Er wordt 1 gemeenschap onderscheiden: •
6a: muren en rotsen.
6a Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Cystopteris fragilis
Blaasvaren
1
3
0
Asplenium ruta-muraria
Muurvaren
LB
40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2
w
se
d1
d2 Vl, T
6a 1967
1
136
165
Gymnocarpium robertianum Rechte driehoeksvaren
1
?
0
Asplenium trichomanes
1
29
34
9
a 11
zz
6a
Asplenium adiantum-nigrum Zwartsteel
1
2
4
10 zz a 10
zz
6a
Sempervivum tectorum
Donderblad
2
4
8
10 zz a 10
zz
6a
? Ne
Pseudofumaria lutea
Gele helmbloem
2
13
13
10 zz b
kw
6a
Ne
Antirrhinum majus
Grote leeuwenbek
2
4
7
10 zz a 10
zz
6a
? Ne
Erysimum cheiri
Muurbloem
2
6
6
10 zz b
5
kw
6a
b Ne
Cymbalaria muralis
Muurleeuwenbek
2
33
58
9
a 11
zz
6a
Ar?
Rumex scutatus
2
4
5
10 zz a 10
zz
6a
Ne
Hieracium amplexicaule
Spaanse zuring Stengelomvattend havikskruid
2
2
4
10 zz a 10
zz
6a
Buddleja davidii
Vlinderstruik
2
0
10
10 zz nw
Steenbreekvaren
7 vz a 12 zz2
b!!
w z
z
6a 6a 1942
5
6a
b!! b!!
Ne 1990
Ne
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 5 inheemse en 8 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 40 en ligt veel lager dan het algemene gemiddelde (159). Twee soorten zijn verdwenen. Van de drie overgebleven muurplanten is de varen Zwartsteel de meest zeldzame. Ze komt in 4 kilometerhokken voor.
60
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
De Muurbloem op een bakstenen muur te Sint-Truiden. Foto: Eddy DUPAE. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: -
Weg: 2 •
Inheems (2): Blaasvaren (1967), Rechte driehoeksvaren (1942);
Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: Kwetsbaar: 2 •
niet inheems (2): Muurbloem, Gele helmbloem;
Zeldzaam: 7 •
inheems (2): Zwartsteel, Steenbreekvaren;
•
niet inheems (5): Grote leeuwenbek, Stengelomvattend havikskruid, Spaanse zuring, Donderblad, Muurleeuwenbek;
Nieuw: 1 •
niet inheems (1): Vlinderstruik (1990).
Bespreking Dit milieutype komt zeer beperkt voor. Dit betekent dat al de soorten, op de Muurvaren na, zeldzaam zijn.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
61
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
In oude stadscentra vindt men op grote gebouwen, die opgetrokken zijn met mergelblokken veel muurplanten. De grootste bedreiging voor de muurvegetatie ligt in het feit dat bepaalde muren ‘hersteld’ worden, waarbij de oude voegen vervangen worden door een nieuwe cementspecie en de stenen tijdens een gevelreiniging worden gekuist. De in Limburg verdwenen soorten zijn in Vlaanderen zeer sterk bedreigd (b!!).
3. Ecotopen De Biologische Waarderingskaart geeft de volgende karteringseenheden aan: km (oude muur of ruine), kr (rotswand), … Men vindt deze eenheden enkel als hun oppervlakte groter is dan 0,25 ha, hetgeen zich in Limburg waarschijnlijk niet voordoet. De gebouwen (inclusief muren) in de gemeenten worden gekarteerd als ud (dichte bebouwing) en ua (minder dichte bebouwing).
62
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
K. NATUURLIJK DROOG GRASLAND 1. Situering In Limburg kan men deze vegetatie vinden in de graslanden van Zuid-Limburg en de Kempen. In Voeren, in de Maasvallei en in Zuidoost- Limburg ( Heers, Tongeren, Riemst) bevat deze groep de droge graslanden op kalkhoudende bodems. In de Kempen omvat ze de graslanden op droge, voedselarme zandgrond. De kalkgraslanden zijn in Limburg in oppervlakte zeer beperkt. Op de Sint-Pietersberg (Maastricht, Lanaye, Eben-Emaël, Wonck, Visé,…) komen ze veel voor, maar zowat 90 % van de Sint-Pietersberg bevindt zich net over de grens in Wallonië en in Nederland. De kalkbodems liggen hier aan de oppervlakte. In Zuidoost-Limburg dagzomen deze bodems lokaal (mergels van Gelinden bijvoorbeeld), maar nemen slechts een kleine oppervlakte in beslag (Figuur 5.5). Andere plaatsen waar kalkgraslandsoorten ook lokaal voorkomen zijn de oevers van de Maas, de spoorwegbermen of de metaalverwerkende bedrijven in de Kempen. De kalkgraslanden zijn soortenrijke gemeenschappen met opvallend veel orchideeën en mossen. De droge graslanden op zandgrond komen in de Kempen veelvuldig voor. Het zijn niet altijd cultuurgraslanden, maar ze ontstaan ook natuurlijk op de landduinen, op taluds of langs wegbermen. De vegetaties zijn open tot gesloten, soortenrijk vooral wat betreft de lichenen en de bladmossen. Er worden 4 gemeenschappen weergegeven: •
6b: graslanden op droge, voedselarme tot matig voedselrijke, niet tot matig kalkhoudende, neutrale tot zwak basische grond;
•
6c: graslanden op droge, voedselarme, kalkrijke of zinkhoudende, neutrale tot basische grond;
•
6d: graslanden op zeer droge, voedselarme, kalkrijke grond, xerotherm;
•
6e: graslanden op droge, voedselarme, kalkarme zure grond.
De gemeenschappen 6c en 6d zijn duidelijk beperkt tot Zuidoost-Limburg, Voeren, de Maasvallei en de zinkhoudende gronden. De gemeenschap 6 e is beperkt tot de Kempen (bij voorkeur Kempens plateau). De soorten van de gemeenschap 6b kunnen zowel in de Kempen, in de Maasvallei als aan spoorwegbermen gevonden worden. 6b Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz
Cerastium arvense
Akkerhoornbloem
1
294
327
Filago arvensis
Akkerviltkruid
1
0
0
Trifolium filiforme Taraxacum sectio Erythrosperma Erodium cicutarium ssp, dunense
Draadklaver
1
0
1
10
Duinpaardebloem
1
0
6
Duinreigersbek
1
0
3
Filago lutescens
Geel viltkruid
1
2
0
Galium verum
Geel walstro
1
141
168
7
vz
a 12 zz2 6b
Trifolium striatum Erodium cicutarium ssp, cicutarium Lotus corniculatus ssp, corniculatus
Gestreepte klaver
1
1
1
10
zz
b
Gewone reigersbek
1
242
341
6
vz
a 12 zz2 6b
Gewone rolklaver
1
319
382
5
va
a 16 mnb 6b
Hypochaeris radicata
Gewoon biggekruid
1
772
994
2
a
a 16 mnb 6b
Thymus pulegioides
Grote tijm
1
108
76
8
z
b
6
kw
Holosteum umbellatum
Heelbeen
1
6
3
10
zz
c
2
bed 6b
Senecio jacobaea
Jacobskruiskruid
1
478
550
4
va
a 16 mnb 6b
Saxifraga tridactylites
Kandelaartje
1
20
38
9
z
a 11
zz
6b
Phleum bertolonii
Klein timoteegras
1
25
17
9
z
b
kw
6b
Pimpinella saxifraga
Kleine bevernel
1
262
277
6
vz
a 12 zz2 6b
6
a-z vz
% kl
kl2 se
d1
d2
Vl
T
a 12 zz2 6b lw
6b 1900
zz
nw
6b
1996
10
zz
nw
6b
1974
10
zz
nw
6b
1970
w
6b 1957 5
6
kw
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
6b
+ b
+ p
6b b!!
63
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz
Leontodon saxatilis
Kleine leeuwentand
1
Medicago minima
Kleine rupsklaver
1
Cardamine hirsuta
Kleine veldkers
1
Erodium lebelii
Kleverige reigersbek
1
0
Poa bulbosa
Knolbeemdgras
1
Ranunculus bulbosus
Knolboterbloem
1
Ononis repens
Kruipend stalkruid
1
10
Vicia lathyroides
Lathyruswikke
1
6
0
Trifolium campestre
Liggende klaver
1
44
Hieracium pilosella
Muizenoor
1
Sedum acre Scleranthus perennis
Muurpeper Overblijvende hardbloem
Dianthus armeria
Ruige anjer
Myosotis ramosissima
163
a-z
% kl
kl2 se kw2 6b
9
d1
d2
Vl
T
141
7
vz
b
1
3
10
zz
a 10
74
321
6
vz
a 12 zz2 6b
1
10
zz
2
5
10
zz
a 10
360
331
6
vz
b
13
10
zz
a 10
65
9
z
a 11
zz
6b
530
508
4
va
b 15
a
6b
1
132
244
6
vz
a 12 zz2 6b
1
4
1
10
zz
d
1
7
11
10
zz
a 10
zz
6b
Ruw vergeet-mij-nietje
1
102
106
8
z
a 11
zz
6b
Erigeron acer
Scherpe fijnstraal
1
54
46
9
z
b
6
kw
6b
Koeleria macrantha Cerastium pumilum ssp, glutinosum
Smal fakkelgras
1
4
6
10
zz
a 10
zz
6b
b
Steenhoornbloem
1
7
12
10
zz
a 10
zz
6b
p
Myosotis stricta
Stijf vergeet-mij-nietje
1
5
12
10
zz
a 10
zz
6b
b
Sagina apetala ssp, apetala
Tengere vetmuur (ap)
1
3
5
10
zz
a 10
zz
6b
?
Sedum rupestre
Tripmadam
1
3
8
10
zz
a 10
zz
6b
b
Veronica arvensis
Veldereprijs
1
283
624
4
va
a 16 mnb 6b
Vicia sativa
Voederwikke
1
311
382
5
va
a 16 mnb 6b
Erophila verna
Vroegeling
1
140
183
7
vz
a 12 zz2 6b
Sedum sexangulare
Zacht vetkruid
1
16
9
10
zz
c
Cerastium semidecandrum
Zandhoornbloem
1
91
174
7
vz
a 12 zz2 6b
Arenaria serpyllifolia
Zandmuur
1
235
344
6
vz
a 12 zz2 6b
Arabidopsis thaliana
Zandraket
1
235
425
5
va
a 16 mnb 6b
Carex arenaria
1
122
115
8
z
b
6
Linaria repens
Zandzegge Gestreepte leeuwenbek
2
3
1
10
zz
d
1 mub 6b
Cynodon dactylon
Handjesgras
2
5
4
10
zz
b
5
Iberis umbellata
Schermscheefbloem
2
0
1
10
zz
nw
6b
1990
Teucrium botrys
Trosgamander
2
0
1
10
zz
nw
6b
1989
?
Ne
LB 40-'70 70-'92 zz
a-z
% kl
d2
Vl
T
1996
?
zz
nw
6b
p
6b 9
zz
1995
6b
p p
kw2 6b zz
w
6b 6b 1969
1 mub 6b
2
b!! b
bed 6b
kw
kw
b!
?
6b ?
6b
Ne Ar? Ne
6c Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Orchis simia
Aapjesorchis
1
0
1
10
zz
nw
Cirsium acaule Euphrasia officinalis ssp, rostkoviana
Aarddistel
1
9
9
10
zz
b
5
kw
6c
b
Beklierde ogentroost
1
5
4
10
zz
b
5
kw
6c
b!!
Bromus erectus
Bergdravik
1
29
31
9
z
a 11
zz
6c
p
Silene vulgaris
Blaassilene
1
25
56
9
z
a 11
zz
6c
Alyssum alyssoides
Bleek schildzaad
1
1
1
10
zz
b
5
kw
6c
b!!
Euphorbia cyparissias
1
7
6
10
zz
b
5
kw
6c
b
Thlaspi perfoliatum
Cypreswolfsmelk Doorgroeide boerenkers
1
1
1
10
zz
b
5
kw
6c
?
Carlina vulgaris
Driedistel
1
20
8
10
zz
c
2
bed 6c
b!
Scabiosa columbaria
Duifkruid
1
20
20
9
z
b
6
kw
6c
p
Picris hieracioides
Echt bitterkruid
1
100
126
8
z
a 11
zz
6c
Eryngium campestre
Echte kruisdistel
1
16
15
9
z
b
kw
6c
64
kl2 se 6c
6
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
d1
Ar
b
?
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz
a-z
% kl
kl2 se
Helianthemum nummularium
Geel zonneroosje
1
9
9
Linum catharticum
Geelhartje
1
32
Brachypodium pinnatum
Gevinde kortsteel
1
20
Coeloglossum viride
Groene nachtorchis
1
0
Centaurea scabiosa
Grote centaurie
1
Primula veris
Gulden sleutelbloem
1
Rhinanthus alecterolophus
Harige ratelaar
1
2
Orchis morio
Harlekijn
1
1
0
Trifolium arvense
Hazenpootje
1
103
113
Herminium monorchis
Honingorchis
1
0
0
Asperula cynanchica
Kalkbedstro
1
2
2
10
zz
b
5
Galium pumilum
Kalkwalstro
1
6
5
10
zz
b
5
Sanguisorba minor
Kleine pimpernel
1
74
79
8
z
Acinos arvensis
Kleine steentijm
1
6
9
10
zz
Moenchia erecta
Kruismuur
1
0
0
Petrorhagia prolifera
Mantelanjer
1
3
5
10
zz
a 10
Poa compressa
Plat beemdgras
1
57
79
8
z
a 11
Aceras anthropophorum
Poppenorchis
1
3
6
10
zz
Leontodon hispidus
Ruige leeuwentand
1
158
136
8
Arabis hirsuta ssp, hirsuta
Ruige scheefkelk
1
6
7
10
Plantago media
Ruige weegbree
1
181
136
8
Medicago falcata
Sikkelklaver
1
4
5
Euphrasia stricta
Stijve ogentroost
1
19
10
Salvia pratensis
Veldsalie
1
9
9
Genista tinctoria
Verfbrem
1
1
0
Potentilla neumanniana
Voorjaarsganzerik
1
20
17
Carex caryophyllea
Voorjaarszegge
1
24
20
9
Draba muralis
Wit hongerbloempje
1
0
2
10
Sedum album
Wit vetkruid
1
16
21
9
z
a 11
Anthyllis vulneraria
Wondklaver
1
13
19
9
z
Avenula pubescens
Zachte haver
1
31
28
9
z
Carex flacca Thlaspi caerulescens ssp, calaminare
Zeegroene zegge
1
36
32
9
Zinkboerenkers
1
0
6
Securigera varia
Bont kroonkruid
2
5
4
Hieracium piloselloides
Florentijns havikskruid
2
12
Hieracium bauhinii
Hongaars havikskruid
2
8
Bromus inermis
Kweekdravik
2
Orobanche amethystea
Violette bremraap
2
d1
10
zz
b
5
kw
6c
p
24
9
z
b
6
kw
6c
b!!
18
9
z
b
6
kw
6c
1
10
zz
nw
9
8
10
zz
b
5
kw
6c
98
96
8
z
b
6
kw
6c
1
10
zz
c
2
bed 6c
8
z
2000
zz
lw
+
2000
+ b!! b!
kw
6c
b!!
kw
6c
b!!
a 11
zz
6c
a 10
zz
6c
b!!
6c 1930
+
zz
6c
b
zz
6c
a 10
zz
6c
z
b
6
kw
6c
zz
a 10
zz
6c
z
b
kw
6c
10
zz
a 10
zz
6c
10
zz
c
2
bed 6c
b
10
zz
b
5
kw
6c
b!
6c 1964
b!!
9
z
b
6
kw
6c
z
b
6
kw
6c
zz
nw
6
w
Ar
6c 6c 1900
lw
T
b!
6c 1964
a 11
Vl
p
6c
w
d2
b!! b b!
Ar?
p b
6c
1973
b
zz
6c
Ne
a 11
zz
6c
b!
b
6
kw
6c
p
z
b
6
kw
6c
10
zz
nw
10
zz
b
5
kw
6c
?
15
9
z
a 11
zz
6c
Ne
43
9
z
a 11
zz
6c
Ne
1
5
10
zz
a 10
zz
6c
0
1
10
zz
nw
LB 40-'70 70-'92 zz
a-z
% kl
zz
nw
6c
1979
b
Ne
Ar
6c
1984
?
Ne
d2
Vl
T
1990
b!
6d Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Sesleria caerulea
Blauwgras
1
0
1
10
kl2 se
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
6d
d1
65
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
6e Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz
a-z
% kl
Corynephorus canescens
Buntgras
1
232
256
Filago minima
Dwergviltkruid
1
18
17
6
vz
a 12 zz2 6e
9
z
b
Festuca filiformis
Fijn schapegras
1
429
Luzula campestris
Gewone veldbies
1
561
521
4
va
a 16 mnb 6e
640
4
va
a 16 mnb 6e
Agrostis capillaris
Gewoon struisgras
1
Campanula rotundifolia
Grasklokje
1
505
799
3
a
a 16 mnb 6e
343
302
6
vz
Spergula morisonii
Heidespurrie
1
b
43
91
8
z
a 11
zz
6e
Teesdalia nudicaulis
Klein tasjeskruid
1
Ornithopus perpusillus Rumex acetosella ssp, angiocarpus Rumex acetosella ssp, tenuifolius
Klein vogelpootje
1
79
89
8
z
a 11
zz
6e
236
283
6
vz
a 12 zz2 6e
Schapezuring (ang)
1
733
857
3
a
a 16 mnb 6e
Schapezuring (ten)
1
Hypericum perforatum
Sint-Janskruid
1
21
97
8
z
a 11
663
960
2
a
a 16 mnb 6e
Dianthus deltoides
Steenanjer
1
16
17
9
z
a 11
zz
6e
p
Potentilla argentea
Viltganzerik
1
Aira praecox
Vroege haver
1
23
21
9
z
b
6
kw
6e
p
73
107
8
z
a 11
zz
6e
Thymus serpyllum
Wilde tijm
1
8
5
10
zz
c
2
bed 6e
Jasione montana Agrostis vinealis
Zandblauwtje
1
301
293
6
vz
b
9
kw2 6e
Zandstruisgras
1
102
137
8
z
a 11
zz
6e
Aira caryophyllea
Zilverhaver
1
74
82
8
z
a 11
zz
6e
Mibora minima
Dwerggras
2
1
3
10
zz
a 10
zz
6e
6
9
kl2 se
kw
d1
d2
6e
T
b
kw2 6e
zz
6e
Het Limburgs areaal van de Steenanjer beperkte zich vroeger tot de meest noordelijk gelegen gemeenten (Hamont-Achel, Neerpelt,…). Nu breidt het areaal zich in zuidelijke richting uit: Schulensmeer, Boksbergheide,… Foto: Jan GABRIELS.
66
Vl
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
b!!
p
Ne
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 110 inheemse en 10 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 123 (6b: 165; 6c: 26; 6d: 1 en 6 e: 301) en ligt lager dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: •
6b: Kleverige reigersbek (1), Draadklaver (1), Overblijvende hardbloem (1), Gestreepte klaver (1), Heelbeen (3), Kleine rupsklaver (3), Knolbeemdgras (5), Tengere vetmuur (apetala: 5), Duinpaardebloem (6), Smal fakkelgras (6), Tripmadam (8), Zacht vetkruid (9), Ruige anjer (11), Steenhoornbloem (12), Stijf vergeet-mij-nietje (12), Kruipend stalkruid (13), Klein timoteegras (17); • 6c: Harige ratelaar (1), Bleek schildzaad (1), Doorgroeide boerenkers (1), Groene nachtorchis (1), Aapjesorchis (1), Wit hongerbloempje (2), Kalkbedstro (2), Beklierde ogentroost (4), Mantelanjer (5), Sikkelklaver (5), Zinkboerenkers (6), Cipreswolfsmelk (6), Poppenorchis (6), Ruige scheefkelk (7), Grote centaurie (8), Driedistel (8), Aarddistel (9), Geel zonneroosje (9), Veldsalie (9), Kleine steentijm (9), Stijve ogentroost (10), Echte kruisdistel (15), Voorjaarsganzerik (17), Gevinde kortsteel (18), Wondklaver (19), Duifkruid (20), Voorjaarszegge (20); • 6d: Blauwgras (1); • 6e: Wilde tijm (5), Dwergviltkruid (17), Steenanjer (17). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: 3 •
inheems (3): 6b: Akkerviltkruid (< 1900); 6c: Honingorchis (< 1900), Kruismuur (<1930);
Weg: 4 •
inheems (4): 6b: Geel viltkruid (1957), Lathyruswikke (1969); 6c: Verfbrem (1964), Harlekijn (1964);
Met uitsterven bedreigd: 2 •
inheems (1): 6b: Overblijvende hardbloem;
•
niet inheems (1): 6b: Gestreepte leeuwenbek;
Bedreigd: 6 •
inheems (6): 6b: Heelbeen, Zacht vetkruid; 6c: Driedistel, Stijve ogentroost, Harige ratelaar; 6e: Wilde tijm;
Kwetsbaar: 30 •
inheems (28): 6b: 5: Gestreepte klaver, Zandzegge, Scherpe fijnstraal, Klein timoteegras, Grote tijm; 6c: 21: Bleek schildzaad, Kalkbedstro, Grote centaurie, Aarddistel, Cypreswolfsmelk, Beklierde ogentroost, Kalkwalstro, Geel zonneroosje, Veldsalie, Doorgroeide boerenkers, Zachte haver, Gevinde kortsteel, Voorjaarszegge, Zeegroene zegge, Echte kruisdistel, Ruige leeuwentand, Geelhartje, Ruige weegbree, Voorjaarsganzerik, Gulden sleutelbloem, Duifkruid; 6e: 2: Dwergviltkruid, Viltganzerik;
•
niet inheems (2): 6b: 1: Handjesgras, 6c: 1: Bont Kroonkruid;
Zeldzaam: 35 •
inheems (31): 6b: 12: Steenhoornbloem, Ruige anjer, Smal fakkelgras, Kleine rupsklaver, Stijf vergeet-mij-nietje, Kruipend stalkruid, Knolbeemdgras, Tengere veldmuur (apetala), Tripmadam, Ruw vergeet-mij-nietje, Kandelaartje, Liggende klaver; 6c: 13: Poppenorchis, Kleine steentijm, Ruige scheefkelk, Sikkelklaver, Mantelanjer, Wondklaver, Bergdravik, Echt bitterkruid, Plat beemdgras, Kleine pimpernel, Wit vetkruid, Blaassilene, Hazepootje; 6e: 6: Zandstruisgras, Zilverhaver, Vroege haver, Steenanjer, Heidespurrie, Klein tasjeskruid;
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
67
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg •
niet inheems (4): 6c: 3: Kweekdravik, Hongaars havikskruid, Florentijns havikskruid; 6e: 1: Dwerggras
Nieuw: 11 •
inheems (8): 6b: 3: Kleverige reigersbek (1995), Duinpaardebloem (1979), Draadklaver (1996); 6c: 4: Groene nachtorchis (2000), Wit hongerbloempje (1973), Aapjesorchis (1996), Zinkboerenkers (1979); 6d: 1: Blauwgras (1990);
•
niet inheems (3): 6b: 2: Schermscheefbloem (1990), Trosgamander (1989); 6c: 1: Violette bremraap (1984).
Bespreking De soorten van de graslanden op kalkhoudende bodem (6c en 6d) zijn zowat alle zeldzaam, omdat het voorkomen van kalkgronden in oppervlakte zeer beperkt is. Dit geldt onder meer voor de opduikingen in Zuid-Limburg, lokale Maasoevers, zinkhoudende gronden aan de fabrieksterreinen in NoordLimburg, enz. Aangezien het een grote groep is en de oppervlakte, waar ze kan voorkomen, zeer klein is, zijn er ook heel wat planten plaatselijk al een tijd verdwenen. Toch kunnen bepaalde soorten lokaal in grote getale aanwezig zijn. De Harige ratelaar is in 2000 aangetroffen in Limburg. Men dacht dat de soort in Limburg (en in Vlaanderen) uitgestorven was. Vroeger was ze enkel gekend van de Sint-Pietersberg (in de provincie Luik, grenzend aan Riemst). De planten van de graslanden op droge zandgronden (6e) zijn niet zo zeldzaam en niet zo bedreigd. Behalve dan voor de Wilde tijm. Deze laatste is zeer sterk afgenomen en mogelijk verdwenen (laatste melding in 1982 (BERTEN 1993). De gemeenschap 6b heeft een ‘hokkengemiddelde’ (165) dat overeenkomt met het algemene gemiddelde (159). Toch zijn er in deze groep ook zeer zeldzame soorten. Ze zijn gevonden in de Kempen, in de Maasvallei en in de spoorwegbermen. De Rode Lijst bevat zelfs verdwenen als (sterk) bedreigde planten uit deze groep. Er is sprake van een achteruitgang van de soorten van de gemeenschappen 6b, 6c en 6d. In de tweede periode stelt men geen kwantitatieve achteruitgang vast, maar door de toename van het aantal onderzochte hokken is er wel een procentuele afname waar te nemen. De achteruitgang van deze groep in zijn geheel is hoofdzakelijk te wijten aan biotoopverlies meestal door uitbreiding van de menselijke activiteiten. Door de aanleg van de grindplassen in de Maasvallei, de uitbreiding van de industriezones, de toename van de woonwijken, de aanleg van verkeerswegen zijn vele van deze graslanden gewoonweg verdwenen. In Vlaanderen zijn Akkerviltkruid, Kruismuur, Geel viltkruid ook uitgestorven. Harige ratelaar is in 1993 (COSYNS) aangegeven als verdwenen in Vlaanderen. Later werd de soort op meerdere plaatsen aangetroffen. Honingorchis, Verfbrem en Harlekijn zijn zeer sterk bedreigd (b!!). De bedreigde ‘Limburgse soorten’ zijn in Vlaanderen (sterk) bedreigd (b!, b!!). Opmerking: de grassen Zandstruisgras, Zilverhaver en Vroege haver zijn vermoedelijk niet zo zeldzaam. Vaak worden ze over het hoofd gezien, omdat ze niet zo opvallend zijn.
3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart gelden de volgende karteringseenheden: ha (struisgrasvegetatie, Kempen), hn (zure borstelgrasvegetatie, Kempen), hk (kalkgrasland, Zuid-Limburg), hv (zinkgrasland, industrie), cg (droge struikheide-vegetatie, Kempen), dm (stuifduin, Kempen), ks (verlaten spoorweg), …
68
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3.6 Planten van heiden, vennen en zuur laagveen L. ZUUR LAAGVEEN, DROGE, VOCHTIGE EN NATTE HEIDE 1. Situering Het zuur laagveen omvat gemeenschappen van natte tot vochtige, matig voedselarme substraten (SCHAMINEE, 1995). Het milieu is in het algemeen minder waterrijk dan dat van de rietmoerassen (G), minder voedselarm dan dat van de natte heide (zie verder). De vegetatie is meestal soortenrijk. De grondwaterstand blijft gedurende het vegetatieseizoen (zomer) op dezelfde hoogte als het maaiveld. Op de zeer voedselarme zandgronden vindt men voor de Kempen zeer typische begroeiingen. Op de droge bodems komen vlaktes voor met Struikhei, Bochtige smele, enz. . Op de vochtige gronden groeien onder meer Gewone dophei en Pijpenstrootje. Vennen zijn natuurlijke plassen in heidegebieden. Deze vennen worden vooral of zelfs uitsluitend gevoed door neerslagwater en afstromend oppervlaktewater. De vegetatie is typisch voor dergelijke voedselarme waters. Door de ontwikkeling van veenmossen is op meerdere plaatsen hoogveen ontstaan. Andere (niet-natuurlijke) plassen zijn ontstaan waar turf of ijzeroer werd ontgonnen. Op vele plaatsen in de Kempen zijn heiden, vennen, hoogveen, laagveen en plassen zeer kenmerkend. De belangrijkste heide- en laagveengebieden zijn ondertussen beschermd als natuurreservaat. De reservaten worden in functie van het behoud van deze typische vegetaties beheerd. Er worden 5 gemeenschappen onderscheiden: •
7a: matig voedselarme, kalkarme, zure laagveenmoerassen;
•
7c: onbemeste graslanden op vochtige tot natte voedselarme, zwak zure grond;
•
7d: hoogvenen, natte heiden en onbemeste graslanden op natte zeer voedselarme, zure, humeuze grond;
•
7e: droge heiden op zeer voedselarme grond;
•
7f: onbemeste, heischrale graslanden op matig vochtige tot droge, voedselarme, zure, humeuze grond.
7a Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2
se
d1
d2
Vl
Juncus filiformis
Draadrus
1
52
59
9
z
a 11
zz
7a
p
Carex lasiocarpa
Draadzegge
1
16
15
9
z
b
kw
7a
b!!
Ranunculus flammula
Egelboterbloem
1
366
420
5
va
a 16 mnb
7a
Carex demissa
Geelgroene zegge
1
20
26
9
z
a 11
zz
7a
Dryopteris cristata
Kamvaren
1
2
5
10
zz
a 10
zz
7a
Peucedanum palustre
Melkeppe
1
252
306
6
vz
a 12 zz2
7a
Epilobium palustre
Moerasbasterdwederik
1
73
101
8
z
a 11
7a
Pedicularis palustris
Moeraskartelblad
1
4
0
w
7a 1957
Agrostis canina
Moerasstruisgras
1
188
198
7
vz
a 12 zz2
7a
Thelypteris palustris
Moerasvaren
1
5
3
10
zz
c
bed
7a
Viola palustris
Moerasviooltje
1
82
130
8
z
a 11
zz
7a
Galium palustre
Moeraswalstro
1
432
536
4
va
a 16 mnb
7a
Lysimachia thyrsiflora
Moeraswederik
1
8
7
10
zz
b
5
kw
7a
b
Pyrola rotundifolia
Rond wintergroen
1
1
5
10
zz
a 10
zz
7a
p
Galium uliginosum
Ruw walstro
1
137
149
7
vz
a 12 zz2
7a
Veronica scutellata
Schildereprijs
1
42
48
9
z
a 11
zz
7a
Carex rostrata
Snavelzegge
1
126
136
8
z
a 11
zz
7a
Carex echinata
Sterzegge
1
41
43
9
z
a 11
zz
7a
Dactylorhiza sphagnicola
Veenorchis
1
0
8
10
zz nw
6
2
zz
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
7a
T
p
b! p
1981
b!
69
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
Comarum palustre
Wateraardbei
1
Menyanthes trifoliata
Waterdrieblad
1
Hydrocotyle vulgaris
Waternavel
1
Stellaria palustris
Zeegroene muur
1
Carex canescens
Zompzegge
Carex nigra
Zwarte zegge
181
204
7
85
79
179
187
109
1 1
kl2
se
zz2
7a
vz
a 12
8
z
b
6
kw
7a
7
vz
a 12
zz2
7a
92
8
z
b
kw
7a
103
109
8
z
a 11
zz
7a
259
229
6
vz
b
kw2
7a
6 9
d1
d2
Vl
T
p
7c Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2
se
d1
d2
Vl
Juncus conglomeratus
Biezenknoppen
1
324
371
5 va a 16 mnb
7c
Succisa pratensis
Blauwe knoop
1
255
164
7 vz c
8
kw2
7c
Carex panicea
Blauwe zegge
1
100
62
9
c
4
bed
7c
p
Carex hostiana
Blonde zegge
z
1
1
1
10 zz b
5
kw
7c
b!!
Carex viridula Dwergzegge Dactylorhiza maculata ssp, maculata Gevlekte orchis
1
17
19
9
z
a 11
zz
7c
p
1
49
24
9
z
c
4
bed
7c
b
Ophioglossum vulgatum
Gewone addertong
1
41
23
9
z
c
4
bed
7c
p
Hypericum dubium
Kantig hertshooi
1
485
544
4 va a 16 mnb
7c
Selinum carvifolia
Karwijselie
1
8
15
9
z
a 11
zz
7c
p
Scutellaria minor
Klein glidkruid
1
13
16
9
z
a 11
zz
7c
p
Valeriana dioica
Kleine valeriaan
1
15
7
10 zz c
bed
7c
b
Wahlenbergia hederacea
Klimopklokje
1
0
0
lw
7c 1900
b!
Carum verticillatum
Kranskarwij
1
0
4
10 zz nw
2
7c
Salix repens ssp, argentea Kruipwilg (arg)
1
2
10
10 zz a 10
Salix repens ssp, repens
Kruipwilg (rep)
1
292
218
6 vz b
Huperzia selago Taraxacum sectio Spectabilia
Plompe wolfsklauw
1
0
0
Schraallandpaardebloem 1
15
34
Senecio helenitis
Spatelkruiskruid
1
0
0
Juncus acutiflorus
Veldrus
1
242
281
Carex pulicaris
Vlozegge
1
0
0
lw
Platanthera bifolia
Welriekende nachtorchis 1
11
10
10 zz b
5
Serratula tinctoria
Zaagblad
1
3
1
10 zz d
1 mub
Spiranthes aestivalis
Zomerschroeforchis
1
1
0
w
9
zz
7c
kw2
7c
lw 9
z
a 11
zz
lw 6 vz a 12 zz2 kw
1975
T
b! ?
7c 1900
+
7c
p
7c 1900
+
7c 7c 1900
b!!
7c
b!
7c
b
7c 1950
+
7d Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
Narthecium ossifragum
Beenbreek
1
62
42
Rhynchospora fusca
Bruine snavelbies
1
33
Eriophorum vaginatum
Eenarig wollegras
1
9
Erica tetralix
Gewone dophei
1
327
Pedicularis palustris Heidekartelblad Dactylorhiza maculata ssp, elodes Heide-orchis
1
Vaccinium oxycoccus Drosera intermedia
kl2
se
d1
d2
Vl
9
z
b
6
kw
7d
p
22
9
z
c
4
bed
7d
b
9
10 zz b
5
kw
7d
b
277
6
vz b
9
kw2
7d
54
31
9
z
4
bed
7d
b
1
5
8
10 zz a 10
zz
7d
b
Kleine veenbes
1
39
31
9
z
b
6
kw
7d
Kleine zonnedauw
1
57
65
9
z
a 11
zz
7d
Gentiana pneumonanthe
Klokjesgentiaan
1
78
66
9
z
b
6
kw
7d
p
Drosera longifolia
Lange zonnedauw
1
0
0
7d 1888
+
Andromeda polifolia
Lavendelhei
1
21
18
9
z
b
6
kw
7d
b
Lycopodiella inundata
Moeraswolfsklauw
1
51
64
9
z
a 11
zz
7d
p
70
c
lw
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
T
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
Molinia caerulea
Pijpenstrootje
1
681
744
Drosera rotundifolia
Ronde zonnedauw
1
98
Carex limosa
Slijkzegge
1
2
Juncus squarrosus Scirpus cespitosus ssp, cespitosus Scirpus cespitosus ssp, germanicus
Trekrus
1
164
151
Veenbies (ce)
1
0
1
Veenbies (ge)
1
62
53
9
Scheuchzeria palustris
Veenbloembies
1
0
1
10 zz nw
Hammarbya paludosa
Veenmosorchis
kl2
se
3
a
a 16 mnb
7d
88
8
z
b
6
kw
7d
1
10 zz
c
2
bed
7d
vz b
9
kw2
7d
7
10 zz nw z
b
d1
kw
Vl
1996
?
7d
p
7d
1975 b!!
1
1
1
10 zz b
5
kw
7d
b!!
Eriophorum angustifolium Veenpluis
1
151
119
8
z
6
kw
7d
p
Myrica gale
Wilde gagel
1
182
201
7
vz a 12 zz2
7d
Rhynchospora alba
Witte snavelbies
1
48
39
9
z
b b
6
kw
7d
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2
se
a
7e
T
b!!
7d 6
d2
b
7e Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
d1
d2
Vl
Cytisus scoparius
Brem
1
736
743
3
a
b 15
Ulex europaeus
Gaspeldoorn
1
22
21
9
z
b
6
kw
7e
p
Lycopodium clavatum
Grote wolfsklauw
1
18
14
9
z
b
6
kw
7e
b!
Orobanche rapum-genistae Gtote bremraap
1
6
11
10 zz a 10
zz
7e
b!
Spiranthes spiralis
Herfstschroeforchis
1
0
0
7e 1900
0
Juniperus communis
Jeneverbes
1
54
52
b
Cuscuta epithymum
Klein warkruid
lw 9
z
b
6
kw
7e
z
c
4
1
53
35
9
Diphasiastrum tristachyum Kleine wolfsklauw
1
11
2
10 zz d
bed
7e
p
1 mub
7e
b!!
Carex pilulifera
Pilzegge
1
195
216
6
vz a 12 zz2
7e
Vaccinium vitis-idaea
Rode bosbes
1
33
Erica cinerea
Rode dophei
1
69
46
9
z
a 11
zz
7e
p
63
9
z
b
6
kw
7e
Genista anglica
Stekelbrem
1
b
338
263
6
vz b
9
kw2
7e
Calluna vulgaris
Struikhei
1
695
698
3
a
a
7e
kl2
se
b 15
T
7f Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
Briza media
Bevertjes
1
42
30
Nardus stricta
Borstelgras
1
369
277
Euphrasia nemorosa Luzula multiflora ssp, congesta
Bosogentroost
1
9
4
Dichtbloemige veldbies
1
56
Botrychium lunaria
1
7
Polygala vulgaris
Gelobde maanvaren Gewone vleugeltjesbloem
1
Viola canina
Hondsviooltje
Scorzonera humilis
Kleine schorseneer
Genista pilosa Galium saxatile
9
z
b
6
kw
7f
6
vz b
9
kw2
7f
2
bed
7f
d1
d2
Vl b
10 zz
c
63
9
a 11
zz
7f
?
5
10 zz b
5
kw
7f
b!
28
25
9
z
b
6
kw
7f
b
1
98
32
9
z
d
3
bed
7f
b
1
1
3
10 zz a 10
zz
7f
b!!
Kruipbrem
1
187
126
8
z
bed
7f
p
1
139
188
7
vz a 12 zz2
7f
Polygala serpyllifolia
Liggend walstro Liggende vleugeltjesbloem
1
54
62
9
z
Veronica officinalis
Mannetjesereprijs
1
68
72
8
z
Antennaria dioica
Rozenkransje
1
0
0
Hieracium umbellatum
Schermhavikskruid
1
413
424
Hieracium lactucella
Spits havikskruid
1
36
9
Danthonia decumbens
Tandjesgras
1
244
199
z
c
4
a 11
zz
7f
a 11
zz
7f
lw
7f
5 va a 16 mnb
7f
10 zz d
1 mub
7f
7
9
7f
vz b
kw2
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
T
?
p 1930
0 b!!
71
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
Potentilla erecta
Tormentil
1
387
334
Arnica montana Luzula multiflora ssp, multiflora
Valkruid
1
0
0
Veelbloemige veldbies
1
263
279
6
vz b
9
kl2
se
kw2
7f
lw 6
vz a 12 zz2
7f
d1
1900
d2
Vl
T
0
7f
De Grote wolfsklauw komt nog zeer weinig voor. Foto: © Wildlife Pictures.
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 103 inheemse. Geen niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 111 (7a: 123; 7c: 138; 7d: 88; 7e: 94 en 7f: 112) en ligt lager dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: •
7a: Moerasvaren (3), Kamvaren (5), Rond wintergroen (5), Moeraswederik (7), Veenorchis (8), Draadzegge (15); • 7c: Zaagblad (1), Blonde zegge (1), Kranskarwij (4), Kleine valeriaan (7), Kruipwilg (argentea: 10), Welriekende nachtorchis (10), Karwijselie (15), Klein glidkruid (16), Dwergzegge (19); • 7d: Slijkzegge (1), Veenbies (cespitosus: 1), Veenbloembies (1), Veenmosorchis (2), Heide-orchis (8), Eenarig wollegras (9), Lavendelhei (18) • 7e: Kleine wolfsklauw (2), Grote bremraap (11), Grote wolfsklauw (14); • 7f: Kleine schorseneer (3), Bosogentroost (4), Gelobde maanvaren (5), Spits havikskruid (9). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: inheems (8): 7c: Vlozegge (< 1900), Plompe wolfsklauw (<1900), Spatelkruiskruid (<1900), Klimopklokje (<1900); 7d: Lange zonnedauw (1888); 7 e: Herfstschroeforchis (<1900); 7f: Rozenkransje (<1900), Valkruid (<1900);
72
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Weg: 2 •
inheems (2): Moeraskartelblad (1957); 7c: Zomerschroeforchis (1950);
Met uitsterven bedreigd: 3 •
inheems: 7c: Zaagblad; 7e: Kleine wolfsklauw; 7f: Spits havikskruid;
Bedreigd: 12 •
inheems (12 ): 7a: Moerasvaren; 7c: Kleine valeriaan, Blauwe zegge, Gevlekte orchis, Gewone addertong; 7d: Slijkzegge, Heidekartelblad, Bruine snavelbies; 7e: Klein warkruid; 7f: Bosogentroost, Hondsviooltje, Kruipbrem;
Kwetsbaar: 22 •
inheems (22): 7a: Moeraswederik, Draadzegge, Waterdrieblad, Zeegroene muur; 7c: Blonde zegge, Welriekende nachtorchis; 7d: Eenarig wollegras, Lavendelhei, Ronde zonnedauw, Veenpluis, Klokjesgentiaan, Beenbreek, Witte snavelbies, Veenbies (cespitosus), Kleine veenbes; 7e: Rode bosbes, Jeneverbes, Grote wolfsklauw, Gaspeldoorn; 7f: Gelobde maanvaren, Bevertjes, Gewone vleugeltjesbloem;
Zeldzaam: 25 •
inheems ( 25): 7a: Kamvaren, Rond wintergroen, Zompzegge, Geelgroene zegge, Sterzegge, Snavelzegge, Moerasbasterdwederik, Draadrus, Schildereprijs, Moerasviooltje; 7c: Kruipwilg (argentea), Dwergzegge, Klein glidkruid, Karwijselie, Schraallandpaardebloem; 7d: Heideorchis, Veenmosorchis, Kleine zonnedauw, Moeraswolfsklauw; 7 e: Grote bremraap, Rode bosbes; 7f: Kleine schorseneer, Dichtbloemige veldbies, Liggende vleugeltjesbloem, Mannetjesereprijs;
Nieuw: 4 •
inheems (4): 7a: Veenorchis (1981); 7c: Kranskarwij (1975); 7d: Veenbloembies (1975), Veenbies (cespitosus: 1996);
Bespreking Het gemiddeld aantal hokken ligt overal lager dan het algemene gemiddelde. Ondanks het feit dat in de Kempen de ideale omstandigheden aanwezig zijn, zijn meer dan de helft (54/103) van de soorten zeer zeldzaam (29), bedreigd (15) of zelf verdwenen (10). De meest voor de hand liggende verklaring is de algemene achteruitgang van de milieukwaliteit: verzuring, vervuiling en verdroging. Verzuring en eutrofiëring van de vennen, vergrassing van de heide, verdroging van de natte gebieden zijn de moeilijke of zelf onomkeerbare gevolgen daarvan. Het uitblijven van enig beheer is nog een oorzaak van het verdwijnen van een aantal soorten. Het zijn immers halfnatuurlijke cultuurlandschappen, die door ontbreken van enig beheer, snel evolueren naar hun climaxvegetatie. Het beheer (maaien, kappen, branden, begrazen, plaggen) is zeer arbeidsintensief en dus kostelijk, waardoor het behoud van deze plantengemeenschappen niet evident is. Van de 10 verdwenen soorten zijn alle, op Vlozegge (b!!) en Moeraskartelblad (b!) na, niet meer waargenomen in Vlaanderen. Ook de in Limburg bedreigde planten zijn dat ook in Vlaanderen, zij het in mindere mate. Moerasvaren, Blauwe zegge, Gewone addertong, Klein warkruid en Kruipbrem zijn in Vlaanderen als potentiëel bedreigd aangegeven.
3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart komen de volgende karteringseenheden in aanmerking voor deze groep: ao (oligotroof water, ven), hm (onbemest, vochtig Pijpenstrootjesgrasland), ha (struisgrasvegetatie op zure bodem), hn (zure borstelgrasvegetatie), cg (droge struikheivegetatie), ce (vochtige of natte dopheivegetatie), cm-cd-cp (gedegradeerde heide), cv (droge heide met Bosbes), ct (venige heide met Bosbes), sm (gagelstruweel), t (hoogveen), tm (gedegradeerd hoogveen), dm (duin), …
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
73
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3.7 Planten van kalkmoerassen M. BASISCH LAAGVEEN 1. Situering Deze vegetatie omvat gemeenschappen van natte tot vochtige, matig voedselarme alkalische substraten. Deze gemeenschappen vindt men in kalkrijke duinvalleien en bepaalde contactmilieus in kalkrijke streken in het binnenland. Op dit ogenblik komen in Limburg slechts 3 soorten uit deze socio-ecologische groep voor. De rest is verdwenen. Het echte basisch laagveenmoeras komt in Limburg niet voor. Er wordt 1 gemeenschap weergegeven: •
7b: voedselarme, kalkrijke, basische laagveenmoerassen.
7b Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2 se
d1
d2
Vl
Eleocharis quinqueflora
Armbloemige waterbies
1
1
0
w
7b 1951
b!!
Liparis loeselii
Groenknolorchis
1
2
0
w
7b 1953
b!!
Epipactis palustris
Moeraswespenorchis
1
1
0
w
7b 1967
b!
Triglochin palustre
Moeraszoutgras
1
8
4
10 zz c
Juncus subnodulosus
Padderus
1
0
0
lw
7b 1900
b
Parnassia palustris
Parnassia
1
0
0
lw
7b 1930
b!!
Blysmus compressus
Platte bies
1
0
0
lw
7b 1900
b!!
Carex diandra
Ronde zegge
1
2
0
w
7b 1964
b!!
Carex lepidocarpa
Schubzegge
1
2
0
w
7b 1952
b!
Eriophorum gracile
Slank wollegras
1
?
0
w
7b 1948
b!
Anagallis tenella
Teer guichelheil
1
4
9
Carex dioica
Tweehuizige zegge
1
0
0
lw
Dactylorhiza incarnata
Vleeskleurige orchis
1
3
2
10 zz c
2
10 zz a 10
bed 7b
zz
7b 7b 1930
2
T
bed 7b
b b!! b
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 13 inheemse en geen niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 1. Dit is de laagste waarde van de socio-ecologische groepen. De grootste zeldzaamheden zijn: Vleeskleurige orchis (2), Moeraszoutgras (4), Teer guichelheil (9). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: 4 •
inheems (4) : Platte bies (<1900), Tweehuizige zegge (<1930), Padderus (<1900), Parnassia (<1930);
Weg: 6 •
inheems (6): Ronde zegge (1964), Schubzegge (1952), Armbloemige waterbies (1951), Slank wollegras (1949), Moeraswespenorchis (1967), Groenknolorchis (1953);
Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: 2 •
inheems (2): Vleeskleurige orchis, Moeraszoutgras;
Kwetsbaar: 74
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Zeldzaam: 1 •
inheems (1): Teer guichelheil;
Nieuw: -
Teer guichelheil groeit op verschillende plaatsen op een opgespoten (kalkhoudend) terrein aan het Albertkanaal. Door toename van concurrerende kruiden is ze al op meerdere plaatsen verdwenen. Foto: Felix BAETEN. Bespreking De verdwenen soorten Slank wollegras, Groenknolorchis, Armbloemige waterbies,… werden in 1949 nog waargenomen in het Hageven (VANDEN BERGHEN 1950). De Moeraswespenorchis werd in 1967 nog gevonden in een vloeiweide. Het Hageven en de vloeiweiden werden immers met kalkrijkwater uit het Kempens kanaal bevloeid. Het Moeraszoutgras vindt men nog steeds in het Hageven. Het Teer guichelheil treft men veel aan op de opgespoten terreinen aan het Albertkanaal. In Vlaanderen is geen enkele van de opgesomde planten verdwenen. Wel zijn alle bedreigd tot zeer sterk bedreigd (b-b!!).
3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart wordt dit aangeduid als mk (alkalisch laagveen). In Limburg niet aanwezig, wel in de nabije omgeving van Lommel, namelijk in het gebied Buitengoor te Mol.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
75
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3.8 Planten van kaalslagen, zomen en struwelen N. KAALSLAG 1. Situering Deze groep bevat gemeenschappen die ontstaan op plaatsen waar loofhout- of naaldhoutbos is gekapt, gedund of afgebrand. Gezien de laatste jaren de trend bestaat het naaldhout te vervangen door loofbomen komen nu praktisch alle kaalslagen enkel in naaldbossen voor. De kappingen in populierenbestanden horen niet thuis bij deze groep. De vegetatie, die te voorschijn komt na het kappen van de populieren is de oorspronkelijke vegetatie - zij het onder een verruigde vorm - en is niet te vergelijken met de ondergroei van een bos. Er wordt 1 gemeenschap weergegeven: •
8a: kaalslagen op matig vochtige tot droge, matig voedselrijke tot voedselrijke grond.
8a LB 40-'70 70-'92 zz a-z % kl
kl2 se d1
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Stachys alpina
Alpenandoorn
1
Carex pallescens
Bleke zegge
1
Fragaria vesca
Bosaardbei
1
Gnaphalium sylvaticum
Bosdroogbloem
1
49
Arctium nemorosum
Bosklit
1
2
Senecio sylvaticus Carex muricata ssp, lamprocarpa
Boskruiskruid
1
76
104
Dichte bermzegge
1
2
Centaurium erythraea
Echt duizendguldenkruid
1
48
Rubus idaeus
Framboos
1
295
332
6 vz a 12 zz2 8a
Galeopsis bifida
Gespleten hennepnetel
1
37
79
8
z
a 11
zz
8a
Senecio ovatus
Gewoon schaduwkruiskruid 1
52
69
8
z
a 11
zz
8a
Calamagrostis epigejos
Gewoon struisriet
1
145
227
6 vz a 12 zz2 8a
Digitalis purpurea
Gewoon vingerhoedskruid
1
47
75
8
z
a 11
Epilobium angustifolium Epilobium tetragonum ssp, lamyi Epilobium tetragonum ssp, tetragonum
Gewoon wilgenroosje
1
747
963
2
a
a 16 mnb 8a
Harde basterdwederik
1
8
31
9
z
a 11
zz
8a
Kantige basterdwederik
1
16
90
8
z
a 11
zz
8a
Dipsacus pilosus
1
11
21
9
z
a 11
zz
8a
p
Epilobium lanceolatum
Kleine kaardenbol Lancetbladige basterdwederik
1
1
4
10 zz a 10
zz
8a
b
Ceratocapnos claviculata
Rankende helmbloem
1
0
3
10 zz nw
Hypericum hirsutum
Ruig hertshooi
1
14
23
9
Bromus ramosus
Ruwe dravik
1
8
5
10 zz
c
Sambucus racemosa
Trosvlier
1
40
52
9
a 11
76
1
d2
Vl
1
10 zz b
5
kw
8a
p
29
20
9
z
b
6
kw
8a
p
112
109
8
z
b
6
kw
8a
66
9
z
a 11
zz
8a
p
4
10 zz a 10
zz
8a
p
8
a 11
zz
8a
7
10 zz a 10
zz
8a
90
8
zz
8a
z
z
z z
a 11
zz
2
zz
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Ne
1980
8a
bed 8a zz
b
8a
8a
a 11
T
8a
b
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 22 inheemse en geen niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 107. Het ligt lager dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn: •
Alpenandoorn (1), Rankende helmbloem (3), Lancetbladige basterdwederik (4), Bosklit (4), Ruwe dravik (5), Dichte bermzegge (7), Bleke zegge (20). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Gewoon vingerhoedskruid kent de laatste jaren een sterke uitbreiding. Foto: © Wildlife Pictures.
Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: Weg: Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: 1 •
inheems (1): Ruwe dravik;
Kwetsbaar: 3 •
inheems (3): Alpenandoorn, Bleke zegge, Bosaardbei;
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
77
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Zeldzaam: 14 •
inheems (14): Bosklit, Dichte bermzegge, Lancetbladige basterdwederik, Echt duizendguldenkruid, Gewoon vingerhoedskruid, Kleine kaardenbol, Harde basterdwederik, Kantige basterdwederik, Gespleten hennepnetel, Bosdroogbloem, Ruig hertshooi, Trosvlier, Gewoon schaduwkruiskruid, Boskruiskruid;
Nieuw: 1 •
inheems (1): Rankende helmbloem (1980);
Bespreking Er zijn geen soorten verdwenen. Enkel de Ruwe dravik is bedreigd. Kwantitatief komt naast de Ruwe dravik ook de Bleke zegge in minder hokken voor in de tweede onderzoeksperiode. In Vlaanderen worden Dichte bermzegge, Lancetbladige basterdwederik en Ruwe dravik als bedreigd (b) beschouwd.
3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart wordt een kapvlakte aangeduid met de karteringseenheid se, meestal vergezeld van de karteringseenheid van de oorspronkelijke begroeiing.
78
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
O. ZOOM 1. Situering Deze groep omvat vegetaties van licht beschaduwde zomen van bomen en struwelen of van ruderaal beïnvloede grensstroken op voedselrijke grond tussen het bos of het struweel en hun omgeving. Tot deze vegetatie rekent m en ook jonge aanplanten op voedselrijke grond. Er wordt 1 gemeenschap weergegeven: •
8b: jonge aanplanten en zomen op voedsel- (vooral stikstof-) rijke, neutrale, humeuze matig vochtige grond.
8b Wetenschappelijke naam Gagea villosa Lapsana communis
Nederlandse naam
Akkergeelster Akkerkool Akkervergeet-mijMyosotis arvensis nietje Epilobium montanum Bergbasterdwederik Epilobium roseum Bleke basterdwederik Myosotis sylvatica Bosvergeet-mij-nietje Silene dioica Dagkoekoeksbloem Chaerophyllum temulum Dolle kervel Geranium columbinum Fijne ooievaarsbek Anthriscus sylvestris Fluitenkruid Geum urbanum Geel nagelkruid Lamium maculatum Gevlekte dovenetel Heracleum sphondylium Gewone berenklauw Carex spicata Gewone bermzegge Galeopsis tetrahit Gewone hennepnetel Sambucus nigra Gewone vlier Ornithogalum umbellatum Gewone vogelmelk Parietaria officinalis Groot glaskruid Urtica dioica Grote brandnetel Torilis japonica Heggendoornzaad Fallopia dumetorum Heggenduizendknoop Stellaria media ssp, neglecta Heggenvogelmuur Vicia sepium Heggenwikke Sedum telephium Hemelsleutel Glechoma hederacea Hondsdraf Bromus sterilis Ijle dravik Galium aparine Kleefkruid Orobanche hederae Klimopbremraap Allium vineale Kraailook Sambucus ebulus Kruidvlier Cruciata laevipes Kruisbladwalstro Alliaria petiolata Look-zonder-look Viola odorata Maarts viooltje Malva moschata Muskuskaasjeskruid Fumaria capreolata Rankende duivekervel Geranium robertianum Robertskruid Chelidonium majus Stinkende gouwe Lamium album Witte dovenetel Aegopodium podagraria Zevenblad Geranium phaeum Donkere ooievaarsbek
LB
40-'70
70-'92
zz a-z
%
kl
1 1
0 515
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2
kl2
0 764
3
a
lw a
8b 1900 16 mnb 8b
164 79 32 48 336 566 30 294 339 36 755 45 500 701 96 3 1019 276 123
369 111 67 111 543 835 28 520 513 46 1035 62 774 1152 103 3 1375 362 125
5 8 9 8 4 3 9 4 4 9 2 9 3 1 8 10 1 5 8
va z z z va a z va va z a z a za z zz za va z
a a a a a a b a a a a a a a a b a a a
16 11 11 11 16 16 6 16 16 11 16 11 16 16 11 5 16 16 11
0 154 167 841 216 717 0 195 16 261 344 158 9 5 385 411 715 718 3
2 247 147 1091 287 1095 2 254 31 332 598 287 19 10 652 587 960 957 5
10 6 7 2 6 2 10 6 9 6 4 6 9 10 4 4 2 2 10
zz nw vz a vz b a a vz a a a zz nw vz a z a vz a va a vz a z a zz a va a va a a a a a zz a
mnb zz zz zz mnb mnb kw mnb mnb zz mnb zz mnb mnb zz kw mnb mnb zz
se
d2
Vl
T
0
8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b 8b
8b 12 zz2 8b 9 kw2 8b 16 mnb 8b 12 zz2 8b 16 mnb 8b 8b 12 zz2 8b 11 zz 8b 12 zz2 8b 16 mnb 8b 12 zz2 8b 11 zz 8b 10 zz 8b 16 mnb 8b 16 mnb 8b 16 mnb 8b 16 mnb 8b 10 zz 8b
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
d1
p
b
1973
1983 b!!
b b
?
Ar
Ne
79
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Vinca major Arum italicum Impatiens parviflora Geranium nodosum
Grote maagdenpalm Italiaanse aronskelk Klein springzaad Knopige ooievaarsbek Overblijvende Pentaglottis sempervirens ossentong Lysimachia punctata Puntwederik Claytonia perfoliata Witte winterpostelein
LB
40-'70
70-'92
zz a-z
%
kl
kl2
se
2 2 2 2
0 4 11 0
3 4 24 1
10 zz 10 zz 9 z 10 zz
nw b a nw
kw zz
8b 8b 8b 8b
1978
5 11
2 2 2
0 1 5
1 2 20
10 zz 10 zz 9 z
nw a a
8b 8b 8b
1983
10 11
zz zz
d1
d2
Vl p
1978
?
?
T Ne Ne Ne Ne Ne Ne Ne
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 39 inheemse en 8 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 433. Dat ligt hoger dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: Klimopbremraap (2), Groot glaskruid (3), Rankende duivekervel (10), Muskuskaasjeskruid (19). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
In de Maasvallei komt de Gewone vogelmelk vrij veel voor. Foto: © Wildlife Pictures.
80
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: 1 •
inheems (1): Akkergeelster (<1900);
Weg: Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: Kwetsbaar: 3 •
inheems (2): Groot glaskruid, Fijne ooievaarsbek;
•
niet inheems (1): Italiaanse aronskelk;
Zeldzaam: 14 •
inheems (10): Rankende helmbloem, Gewone bermzegge, Bergbasterdwederik, Bleke basterdwederik, Heggenduizendknoop, Gevlekte dovenetel, Muskuskaasjeskruid, Bosvergeet-mijnietje, Gewone vogelmelk, Kruidvlier;
•
niet inheems (4): Donkere ooievaarsbek, Puntwederik, Witte winterpostelein, Klein springzaad;
Nieuw: 4 •
inheems (1): Klimopbremraap (1983);
•
niet inheems (3): Knopige ooievaarsbek (1978), Overblijvende ossentong (1983), Grote maagdenpalm (1978).
Bespreking Er zijn slechts twee zeldzaamheden: Klimopbremraap en Groot glaskruid. Voor 1900 verdween de Akkergeelster. Er zijn na 1970 geen soorten meer verdwenen. Er zijn geen soorten bedreigd. Zelfde tendens voor Vlaanderen. Daar is Akkergeelster ook niet meer waargenomen.
3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart worden jonge aanplanten aangegeven als n (aanplant loofhout) of als n-gmn (aanplant gemengd naaldhout). De recente kaarten duiden in de meeste gevallen met een symbool ook aan over welke boomsoort het gaat. Zomen en bossen vormen een geheel op de Biologische Waarderingskaart.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
81
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
P. STRUWEEL 1. Situering Deze vegetatie bevat struwelen (inclusief zomen) op enerzijds kalkhoudende, lemige droge grond en anderzijds op matig vochtige, matig voedselrijke grond. Struwelen kunnen op verschillende manieren ontstaan. De vegetatie van een kapvlakte of van een open plaats in een bos evolueert via een struweelvegetatie naar een nieuwe bosvegetatie. De houtkanten langs wegen, beken of akkerranden bestaan hoofdzakelijk uit jonge bomen, struiken en kruiden. Ondanks het feit dat daar ook grote bomen in kunnen voorkomen wordt deze vegetatie gerekend bij het struweel, gezien de beperkte breedte en hoogte. Bij het uitblijven van enig beheer zullen (cultuur)graslanden na verloop van tijd evolueren naar een struweel. In een latere fase zal dan een bosvegetatie ontstaan. Struwelen bevatten dan veel kruiden, veel struiken en jonge bomen. Er worden 2 gemeenschappen onderscheiden: •
8c: zomen op kalkhoudende, lemige, matig vochtige tot droge grond;
•
8d: struwelen op matig vochtige tot droge, voedselarme tot matig voedselrijke grond.
8c Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz
% kl
kl2
se
zz
b
5
kw
8c
b!!
d1
d2
Vl
Platanthera chlorantha
Bergnachtorchis
1
4
4
Stachys officinalis
Betonie
1
17
21
9
z
a 11
zz
8c
p
Trifolium medium
Bochtige klaver
1
3
4
10
zz
a 10
zz
8c
b
Clinopodium vulgare
Borstelkrans
1
32
37
9
z
a 11
zz
8c
p
Lathyrus sylvestris
Boslathyrus
1
17
29
9
z
a 11
zz
8c
Orchis purpurea
Bruine orchis
1
9
12
10
zz
a 10
zz
8c
b
Inula conyza
Donderkruid
1
43
71
9
z
a 11
zz
8c
p
Agrimonia eupatoria
Gewone agrimonie
1
286
297
6
vz
a 12 zz2
8c
Carex divulsa ssp, divulsa Ijle bermzegge
1
1
3
10
zz
a 10
8c
Thalictrum minus
Kleine ruit
1
0
1
10
zz
nw
Orchis mascula
Mannetjesorchis
1
6
2
10
zz
d
1 mub
8c
Verbascum lychnitis
Melige toorts
1
5
5
10
zz
b
5
kw
8c
Allium oleraceum
Moeslook
1
2
1
10
zz
c
2
bed
8c
b!!
Campanula persicifolia
Prachtklokje
1
4
1
10
zz
d
1 mub
8c
+
Viola hirta
Ruig viooltje
1
14
14
9
z
b
6
kw
8c
p
Arabis glabra
Torenkruid
1
1
3
10
zz
a 10
zz
8c
b!!
Ophrys insectifera
Vliegenorchis
1
3
4
10
zz
a 10
zz
8c
b!!
Agrimonia repens
Welriekende agrimonie
1
7
11
10
zz
a 10
zz
8c
b
Astragalus glycyphyllos
Wilde hokjespeul
1
12
23
9
z
a 11
zz
8c
b
Origanum vulgare
Wilde marjolein
1
236
288
6
vz
a 12 zz2
8c
Vincetoxicum hirundinaria Witte engbloem
1
5
6
10
zz
a 10
zz
8c
Campanula rapunculoides Akkerklokje
2
9
15
9
z
a 11
zz
8c
Laburnum anagyroides
Goudenregen
2
0
2
10
zz
nw
Aristolochia clematis
Pijpbloem
2
5
5
10
zz
b
82
10
a-z
zz
8c
8c 5
kw
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
8c
T
b 1987
p b!
b! 1972
p
Ar
?
Ne
b!!
Ar
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
8d Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB 40-'70 70-'92 zz a-z %
kl
kl2
se
d1
d2
Vl
T
Clematis vitalba
Bosrank
1
134
182
7
vz a
12
zz2
8d
Rubus caesius
Dauwbraam
1
163
265
6
vz a
12
zz2
8d
Crataegus monogyna
Eenstijlige meidoorn
1
656
989
2
a
a
16
mnb
8d
Rosa rubiginosa
Egelantier
1
22
28
9
z
a
11
zz
8d
Rubus sectio Rubus
Gewone braam
1
800
1000
2
a
a
16
mnb
8d
Lithospermum officinale
Glad parelzaad
1
1
1
10 zz b
5
kw
8d
Bryonia dioica
Heggenrank
1
291
410
5 va a
16
mnb
8d
Rosa canina
Hondsroos
1
493
664
4 va a
16
mnb
8d
Rosa corymbifera
Hondsroos (cor)
1
28
66
9
z
a
11
zz
8d
?
Crataegus rhipidophylla
Koraalmeidoorn
1
4
2
10 zz
c
2
bed
8d
b!!
Rosa agrestis
Kraagroos
1
2
4
10 zz a
10
zz
8d
b!
Ribes uva-crispa
Kruisbes
1
151
284
6
vz a
12
zz2
8d
Mespilus germanica
Mispel
1
11
15
9
z
a
11
zz
8d
Cornus sanguinea
Rode kornoelje
1
300
433
5 va a
16
mnb
8d
Prunus spinosa
Sleedoorn
1
529
691
3
a
a
16
mnb
8d
Asparagus officinalis
Tuinasperge
1
19
48
9
z
a
11
zz
8d
Rosa tomentosa
Viltroos
1
57
64
9
z
a
11
zz
8d
Rhamnus catharticus
Wegedoorn
1
9
8
10 zz b
5
kw
8d
Euonymus europaeus
Wilde kardinaalsmuts
1
116
163
7
vz a
12
zz2
8d
Ligustrum vulgare
Wilde liguster
1
22
14
9
z
c
4
bed
8d
Viburnum lantana
Wollige sneeuwbal
1
1
3
10 zz a
10
zz
8d
p
Berberis vulgaris
Zuurbes
1
0
1
10 zz nw
8d
1997 b!!
Lycium barbarum
Boksdoorn
2
1
2
10 zz a
10
zz
8d
Pyrus communis
Gekweekte peer
2
10
23
9
a
11
zz
8d
?
Ne
Cornus mas
Gele kornoelje
2
3
5
10 zz a
10
zz
8d
?
Ne?
Fragaria moschata
Grote bosaardbei
2
1
3
10 zz a
10
zz
8d
b
Ne
Mahonia aquifolium
Mahonia
2
0
50
9
z nw
Symphoricarpos albus
Sneeuwbes
2
44
67
9
z
a
11
zz
8d
Prunus cerasus
Zure kers
2
21
28
9
z
a
11
zz
8d
z
8d
b
Ar
b
?
p
? Ne
1970
Ne Ne ?
Ne
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 43 inheemse en 10 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 140 (8c: 39 en 8d: 242). Het ligt veel lager voor de droge, kalkrijke struwelen en hoger voor de vochtige, voedselrijke struwelen dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: •
8c: Prachtklokje (1), Moeslook (1), Kleine ruit (1), Mannetjesorchis (2), Torenkruid (3), IJle bermzegge (3), Bergnachtorchis (4), Vliegenorchis (4), Bochtige klaver (4), Melige toorts (5), Witte engbloem (6), Welriekende agrimonie (11), Bruine orchis (12), Ruig viooltje (14); • 8d: Glad parelzaad (1), Zuurbes (1), Koraalmeidoorn (2), Wollige sneeuwbal (3), Kraagroos (4), Wegedoorn (8), Wilde liguster (14), Mispel (15). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
83
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
De Bruine orchis is een imposante orchidee aan de bosranden (van Voeren). Foto: Bert BERTEN. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: Weg: Met uitsterven bedreigd: 2 •
inheems (2): 8c: Prachtklokje, Mannetjesorchis;
Bedreigd: 3 •
inheems (3): 8c: Moeslook; 8d: Koraalmeidoorn, Wilde liguster;
Kwetsbaar: 6 •
inheems (5): 8c: Bergnachtorchis, Melige toorts, Ruig viooltje; 8d: Glad parelzaad, Wegedoorn;
•
niet inheems (1): 8c: Pijpbloem;
Zeldzaam: 26 •
inheems (19): 8c: Welriekende nachtorchis, Torenkruid, IJle bermzegge, Vliegenorchis, Bruine orchis, Bochtige klaver, Witte engbloem, Wilde hokjespeul, Borstelkrans, Donderkruid, Boslathyrus, Betonie; 8d: Kraagroos, Wollige sneeuwbal, Tuinasperge, Mispel, Hondsroos (corymbifera), Egelantier, Viltroos;
•
niet inheems (7): 8c: Akkerklokje; 8d: Gele kornoelje, Grote bosaardbei, Boksdoorn, Zure kers, Gekweekte peer, Sneeuwbes;
Nieuw: 4 •
inheems (2): 8c: Kleine ruit (1987); 8d: Zuurbes (1997);
•
niet inheems (2): 8c: Goudenregen (1972); 8d: Mahonie (1970).
84
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Bespreking De struwelen van kalkhoudende, lemige droge grond komen in Limburg niet veel voor. Ze beperken zich tot Zuidoost-Limburg en enkele opduikingen van kalkgronden in de Maasvallei en in Haspengouw (Figuur 5.5). Daarom ligt het aantal hokken laag (39) en is twee derde van de soorten (14 van de 21) zeer zeldzaam. Alleen de Wilde marjolein en de Gewone agrimonie komen in ongeveer 300 kilometerhokken voor en zijn niet zeldzaam noch bedreigd. De voedselrijke struwelen komen vooral in Zuid-Limburg voor. Dit betekent dat het aantal bedreigde soorten ook beduidend minder is dan deze van de kalkhoudende grond. Toch zijn er nog 8 zeldzame soorten, waarvan de Koraalmeidoorn en de Wilde liguster er verder op achteruitgaan. Deze laatstgenoemde soorten vindt men ook in Zuidoost-Limburg op kalkrijke gronden. In Vlaanderen is het Prachtklokje verdwenen. De andere soorten die bedreigd zijn, zijn in Limburg ook zeldzaam. Opmerking: van bomen en struiken is het verspreidingsbeeld slecht gekend. De geslachten Roos, Braam, Meidoorn, enz. worden vaak foutief of niet gedetermineerd. Bovendien zijn er heel wat gekweekte soorten bij, zoals Tuinasperge, Mispel, Boksdoorn, Zure kers, Gekweekte peer, Sneeuwbes, Gele kornoelje, Wilde liguster, enz. Bij controle van deze waarnemingen, door iemand anders dan de oorspronkelijke waarnemer, is niet altijd meer op te maken in welke mate de plant verwilderd was of niet. Dit betekent dat men met wat betreft de bovengenoemde soorten zeer voorzichtig moet zijn bij de conclusies over bedreiging of kwetsbaarheid.
3. Ecotopen De ecotopen, die met de hier besproken struweelvegetaties overeenkomen, zijn op de Biologische Waarderingskaart aangeduid als sp (doornstruweel), sk (struweel op kalkhoudende bodem), sz (opslag van allerlei aard), kh (houtwal), khw (houtwal), kb (bomenrij), kw (holle weg), … Andere karteringseenheden van struwelen zijn op de Biologische Waarderingskaart aangeduid als so en sf (vochtige wilgenstruwelen) of sm (gagelstruweel). Ze komen respectievelijk overeen met de volgende vegetaties: natte ruigten en bronbossen (zie par. H) en planten van heiden, vennen en zuur laagveen (zie par. L).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
85
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3.9 Bosplanten De bosplanten zijn hier verdeeld in 2 groepen. Deze indeling is gebeurd op basis van de bodem. Een eerste groep bossen komt voor in Zuid-Limburg en in de Maasvallei en vindt men op voedselrijke bodems. De tweede groep heeft betrekking op de bossen in de Kempen, de Zandleemstreek en Voeren, waar voedselarme gronden voorkomen.
Q. VOEDSELRIJK BOS 1. Situering 9
In deze groep vindt men de bossen op voedselrijke (matig) droge bodems . Over het algemeen gaat het hier over eikenbossen met onder andere kensoorten als Beuk, Haagbeuk, Esdoorn, … Er worden 5 gemeenschappen onderscheiden: •
9b: bossen op voedselarme tot matig voedselrijke, neutrale tot kalkhoudende grond;
•
9c: alluviale bossen op min of meer hydromorfe grond;
•
9d: bossen op gerijpte, zwak zure tot kalkrijke, relatief droge grond;
•
9f: bossen op gerijpte, matig voedselrijke tot voedselrijke, matig vochtige tot droge grond, samen voorkomend met 9b tot 9d;
•
9g: Bossen op jonge, weinig stabiele, matig vochtige puinbodem (ravijnbossen).
9b Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
70-'92
zz
a-z
% kl
kl2 se
1
4
10
zz
a 10
zz
9b
18
20
9
z
a 11
zz
9b
40-'70
d1
d2
Vl T
Cephalanthera damasonium
Bleek bosvogeltje
1
Melica uniflora
Eenbloemig parelgras
1
Gymnocarpium dryopteris Gebogen driehoeksvaren 1
?
0
Galium odoratum
Lievevrouwebedstro
1
15
14
9
z
b
6
kw
9b
b
Mycelis muralis
Muursla
1
25
19
9
z
b
6
kw
9b
p
Lonicera xylosteum
Rode kamperfoelie
1
12
16
9
z
a 11
zz
9b
Carex digitata
Vingerzegge
1
3
0
Neottia nidus-avis
Vogelnestje
1
2
2
10
zz
b
Euonymus latifolius
Brede kardinaalsmuts
2
0
1
10
zz
nw
9b
1992 ? Ne
Physalis alkekengi
Lampionplant
2
0
5
10
zz
nw
9b
1976 ? Ne
Taxus baccata
Taxus
2
0
1
10
zz
nw
9b
1970 ?
Scrophularia vernalis
Voorjaarshelmkruid
2
0
1
10
zz
nw
9b
1997 ? Ne
LB
40-'70
70-'92
zz
a-z
% kl
w
b!! p
9b 1945
w 5
kw
b!!
b
9b 1968
b!!
9b
b!
?
9c Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
kl2 se
Ribes rubrum
Aalbes
1
167
254
6
vz
a 12 zz2 9c
Rumex sanguineus
Bloedzuring
1
72
127
8
z
a 11
zz
9c
Gagea lutea
Bosgeelster
1
1
2
10
zz
a 10
zz
9c
Brachypodium sylvaticum
Boskortsteel
1
154
216
6
vz
a 12 zz2 9c
Allium ursinum
Daslook
1
8
26
9
z
a 11
zz
9c
Hypericum pulchrum
Fraai hertshooi
1
28
19
9
z
b
6
kw
9c
Anemone ranunculoides
Gele anemoon
1
1
4
10
zz
a 10
zz
9c
9
d1
d2
Vl T
b!
b!!
De bossen van de valleien (elzen-, essenbossen, …) worden besproken bij de natte ruigten en de bronbossen (zie par. H).
86
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70
70-'92
2
0
zz
% kl
a-z
kl2 se
w
Aconitum vulparia
Gele monnikskap
1
Pulmonaria officinalis
Gevlekt longkruid
1
3
6
10
zz
a 10
Ulmus minor
Gladde iep
1
249
446
5
va
a 16 mnb 9c
Circaea lutetiana
Groot heksenkruid
1
80
120
8
z
a 11
zz
9c
Ranunculus auricomus
Gulden boterbloem
1
63
83
8
z
a 11
zz
9c
Doronicum pardalianches
Hartbladzonnebloem
1
3
7
10
zz
a 10
zz
9c
Elymus caninus
Hondstarwegras
1
15
15
9
z
b
kw
9c
Adoxa moschatellina
Muskuskruid
1
195
316
6
vz
a 12 zz2 9c
Festuca gigantea
Reuzenzwenkgras
1
99
116
8
z
a 11
zz
9c
Equisetum hyemale
Schaafstro
1
7
10
10
zz
a 10
zz
9c
Primula elatior
Slanke sleutelbloem
1
190
292
6
vz
a 12 zz2 9c
Corydalis solida
Vingerhelmbloem
1
21
23
9
z
a 11
Prunus padus
Vogelkers
1
114
225
6
vz
a 12 zz2 9c
Allium scorodoprasum
Slangelook
2
10
6
10
zz
c
Galanthus nivalis
Sneeuwklokje
2
16
37
9
z
Matteucia struthiopteris
Struisvaren
2
0
1
10
zz
Eranthis hyemalis
Winterakoniet
2
2
3
10
zz
a 10
Alnus incana Populus alba + (P x canescens)
Witte els
2
82
124
8
z
a 11
Witte/Grauwe abeel
2
0
25
9
z
LB
40-'70
70-'92
zz
a-z
% kl
129
148
7
vz
a 12 zz2 9d
zz
6
zz
2
d2
d1
Vl T
9c 1967
+
9c
b
Ne ?
b
b
9c
bed 9c
a 11
zz
Ne
9c
Ar?
9c
1988 ? Ne
zz
9c
Ne
zz
9c
Ne
nw
nw
9c
1970
Ne
d2
Vl T
9d Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
kl2 se
Potentilla sterilis
Aardbeiganzerik
1
Poa chaixii
Bergbeemdgras
1
1
8
10
zz
a 10
Rosa arvensis
Bosroos
1
46
26
9
z
c
Stellaria holostea
Grote muur
1
424
460
5
va
a 16 mnb 9d
Carpinus betulus
Haagbeuk
1
281
326
6
vz
a 12 zz2 9d
Vinca minor
Kleine maagdenpalm
1
76
108
8
z
a 11
zz
9d
Campanula trachelium
Ruig klokje
1
40
65
9
z
a 11
zz
9d
Acer campestre
Spaanse aak
1
85
102
8
z
a 11
zz
9d
Ranunculus ficaria
Speenkruid
1
488
772
3
a
a 16 mnb 9d
Monotropa hypopitys
Stofzaad
1
3
3
10
zz
b
Hyacinthoides non-scripta
Wilde hyacint
1
0
2
10
zz
nw
Tilia cordata
Winterlinde
1
6
33
9
Prunus avium
Zoete kers
1
377
632
Phyteuma nigrum
Zwartblauwe rapunzel
1
15
9
LB
40-'70
4
zz
d1
9d
p
bed 9d
5
kw
9d
z
a 11
zz
4
va
a 16 mnb 9d
10
zz
c
b!!
9d
2
1979
9d
bed 9d
b
9f Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
70-'92
zz
a-z
% kl
kl2 se
Euphorbia amygdaloides
Amandelwolfsmelk
1
1
4
10
zz
a 10
zz
9f
Fagus sylvatica
Beuk
1
154
214
6
vz
a 12 zz2
9f
Viola riviniana
Bleeksporig bosviooltje
1
122
118
8
z
b
9f
Stachys sylvatica
Bosandoorn
1
389
656
4
va
a 16 mnb 9f
Anemone nemorosa
Bosanemoon
1
222
291
6
vz
a 12 zz2
9f
Mercurialis perennis
Bosbingelkruid
1
14
20
9
z
a 11
zz
9f
Milium effusum Veronica hederifolia ssp, lucorum
Bosgierstgras
1
71
113
8
z
a 11
zz
9f
Bosklimopereprijs
1
0
65
9
z
6
nw
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
kw
9f
d1
d2
Vl T b!
1973
87
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70
70-'92
zz
a-z
% kl
kl2 se
Salix caprea
Boswilg
1
547
866
3
a
a 16 mnb 9f
Carex sylvatica
Boszegge
1
109
112
8
z
a 11
zz
9f
Viola reichenbachiana
Donkersporig bosviooltje
1
71
87
8
z
a 11
zz
9f
Moehringia trinervia
Drienerfmuur
1
396
525
4
va
a 16 mnb 9f
Paris quadrifolia
Eenbes
1
40
48
9
z
a 11
Viburnum opulus
Gelderse roos
1
438
598
4
va
a 16 mnb 9f
Lamium galeobdolon
Gele dovenetel
1
174
234
6
vz
a 12 zz2
Dryopteris affinis
Geschubde niervaren
1
64
16
9
z
d
Arum maculatum
Gevlekte aronskelk
1
171
305
6
vz
a 12 zz2
Fraxinus excelsior
Gewone es
1
559
789
3
a
a 16 mnb 9f
Polygonatum multiflorum
Gewone salomonszegel
1
231
306
6
vz
a 12 zz2
9f
Listera ovata
Grote keverorchis
1
74
90
8
z
a 11
9f
Corylus avellana
Hazelaar
1
564
722
3
a
a 16 mnb 9f
Sanicula europaea
Heelkruid
1
20
30
9
z
a 11
Hedera helix
Klimop
1
556
819
3
a
a 16 mnb 9f
Scrophularia nodosa
Knopig helmkruid
1
591
771
3
a
a 16 mnb 9f
Dryopteris filix-mas
Mannetjesvaren
1
519
737
3
a
a 16 mnb 9f
Poa nemoralis
Schaduwgras
1
503
761
3
a
a 16 mnb 9f
Crataegus laevigata
Tweestijlige meidoorn
1
76
141
7
vz
a 12 zz2
Athyrium filix-femina
Wijfjesvaren
1
584
712
3
a
a 16 mnb 9f
Malus sylvestris
Wilde appel
1
11
20
9
z
a 11
Narcissus pseudonarcissus Wilde narcis
1
29
54
9
z
Oxalis acetosella
1
120
121
8
z
Witte klaverzuring
3
zz
d2
9f
bed 9f
zz zz
Vl T
9f
p
9f
9f
p
9f
zz
9f
a 11
zz
9f
b
kw
9f
6
d1
9g Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
LB
40-'70
70-'92
zz
a-z
% kl kl2 se
Actaea spicata Phegopteris connectilis Cardamine impatiens
Christoffelkruid Smalle beukvaren Springzaadveldkers
1 1 1
1 4 0
6 1 3
10 10 10
zz zz zz
a 10 zz d 1 mub 9g nw 9g
Polystichum aculeatum
Stijve naaldvaren
d1
d2
Vl T
b!! b!! 1983 ?
1
4
8
10
zz
a 10 zz
9g
b
Asplenium scolopendrium Tongvaren Lunaria rediviva Wilde judaspenning
1 1
4 0
11 1
10 10
zz zz
a 10 zz nw
9g 9g
p 1998 ?
Helleborus viridis
Wrangwortel
1
1
3
10
zz
a 10 zz
9g
p
Acer pseudoplatanus Acer platanoides Ulmus glabra Tilia 'platyphyllos' groep
Gewone esdoorn Noorse esdoorn Ruwe iep Zomerlinde
2 2 2 2
290 38 18 21
426 63 10 49
5 9 10 9
va z zz z
a 16 mnb a 11 zz c 2 bed a 11 zz
9g 9g 9g 9g
Ne Ne ? ?
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 94: 80 inheemse en 14 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 132 (9b: 9; 9c: 115; 9d: 192; 9f: 342 en 9g: 4) en ligt lager dan het algemene gemiddelde van 159. De grootste zeldzaamheden zijn de volgende: •
9b: Vogelnestje (2), Bleek bosvogeltje (4), Lievevrouwebedstro (14), Rode kamperfoelie (16), Muursla (19), Eenbloemig parelgras (20); 9c: Bosgeelster (2), Gele anemoon (4), Gevlekt longkruid (6), Hartbladzonnebloem (7), Schaafstro (10), Hondstarwegras (15), Fraai hertshooi (19);
•
88
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg • • •
9d: Wilde hyacint (2), Stofzaad (3), Bergbeemdgras (8), Zwartblauwe rapunzel (9); 9f: Amandelwolfsmelk (4), Geschubde niervaren (16), Wilde appel (20), Bosbingelkruid (20); 9g: Smalle beukvaren (1), Wilde judaspenning (1), Springzaadveldkers (3), Wrangwortel (3), Christoffelkruid (6), Stijve naaldvaren (8), Tongvaren (11). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld.
Het Bleek bosvogeltje geeft de voorkeur aan bossen op een kalkhoudende bodem. Foto: © Wildlife Pictures.
Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: Weg: 3 •
inheems (3): 9b: Vingerzegge (1968), Gebogen driehoeksvaren (1945); 9c: Gele monnikskap (1967);
Met uitsterven bedreigd: 1 •
inheems (1): 9g: Smalle beukvaren;
Bedreigd: 5 •
inheems (3): 9d: Zwartblauwe rapunzel, Bosroos; 9f: Geschubde niervaren;
•
niet inheems (2): 9c: Slangelook; 9g: Ruwe iep;
Kwetsbaar: 8 •
inheems (8): 9b: Vogelnestje, Lievevrouwebedstro, Muursla; 9c: Hondstarwegras, Fraai hertshooi; 9d: Stofzaad; 9f: Witte klaverzuring, Bleeksporig bosviooltje;
Zeldzaam: 38 •
inheems (33) : 9b: Bleek bosvogeltje, Rode kamperfoelie, Eenbloemig parelgras; 9c: Gele anemoon, Hartbladzonnebloem, Schaafstro, Bosgeelster, Gevlekt longkruid, Daslook, Groot Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
89
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
heksenkruid, Vingerhelmbloem, Reuzenzwenkgras, Gulden boterbloem, Bloedzuring; 9d: Bergbeemdgras, Spaanse aak, Ruig klokje, Winterlinde, Kleine maagdenpalm; 9f: Amandelwolfsmelk, Boszegge, Grote keverorchis, Wilde appel, Bosbingelkruid, Bosgierst, Wilde narcis, Eenbes, Heelkruid, Donkersporig viooltje; 9g: Christoffelkruid, Tongvaren, Wrangwortel, Stijve naaldvaren; •
extern (5): 9c: Winterakoniet, Witte els, Sneeuwklokje; 9g: Noorse esdoorn, Zomerlinde;
Nieuw: 9 •
inheems (3): 9d: Wilde hyacint (1979); 9g: Springzaadveldkers (1983), Wilde judaspenning (1998);
•
niet inheems (6): 9b: Brede kardinaalsmuts (1992), Lampionplant (1976), Voorjaarshelmkruid (1997), Taxus (1970); 9c: Struisvaren (1988), Witte/Grauwe els (1970).
Bespreking De meeste Rode-Lijstsoorten komen voor in bossen op kalkhoudende grond (9b) en in de ravijnbossen (9g). Dat is normaal omdat dergelijke milieutypen in Limburg vrij weinig voorkomen. De andere bossen (9c, 9d, 9f) bevatten minder Rode-Lijstsoorten, omdat deze bossen een ‘goede bescherming’ genieten. Ze worden meer natuurvriendelijk beheerd door de privé-eigenaars of de diensten van Aminal (Bos en Groen en Natuur). In Vlaanderen is enkel de Gele monnikskap verdwenen. De andere planten, die in Limburg niet meer waargenomen zijn, zijn dat wel voor Vlaanderen. Opmerking: de houtige gewassen, die vaak worden aangeplant, zoals deze van de geslachten Linde, Appel, Esdoorn, Taxus, Abeel, enz. zijn dikwijls geïnventariseerd als verwilderd. Ze geven dan ook geen goed beeld van de reële zeldzaamheid van de echte ‘wilde’ bomen en struiken. Andere houtsoorten zoals de geslachten Wilg, Iep, Abeel, enz. worden vaak foutief of niet gedetermineerd. Voor al deze planten is kwetsbaarheid of bedreiging dus niet altijd van toepassing.
3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart worden de bossen van deze groep als volgt aangeduid: eikenhaagbeukenbos (qa, qk) en beukenbos (fa, fk, fm). Enkel in Voeren kunnen de kalkrijke bossen (qk, fk en de beukenbossen met Lievevrouwebedstro) voorkomen.
90
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
R. VOEDSELARM BOS 1. Situering Tot deze vegetatie rekent men de bossen op zure, droge bodems. Deze komen voor in de Kempen en op de zandige opduikingen in de Zandleemstreek en in Voeren. Er wordt 1 gemeenschap onderscheiden: •
9e: bossen op matig voedselarme, droge zure grond ( 9 e).
9e Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
LB 40-'70
70-'92
zz
a-z
%
kl
kl2 se d1
Pteridium aquilinum
Adelaarsvaren
1
Vaccinium myrtillus
Blauwe bosbes
1
478
536
4
va
a
16
mnb 9e
458
470
5
va
a
16
mnb 9e
Deschampsia flexuosa
Bochtige smele
Hieracium sabaudum
Boshavikskruid
1
657
716
3
a
a
16
mnb 9e
1
103
171
7
vz
a
12
zz2 9e
Dryopteris dilatata Epipactis helleborine
Brede stekelvaren
1
264
371
5
va
a
16
mnb 9e
Brede wespenorchis
1
176
322
6
vz
a
12
zz2 9e
Maianthemum bifolium
Dalkruid
1
75
102
8
z
a
11
zz
9e
Hieracium lachenalii
Dicht havikskruid
1
92
66
9
z
b
6
kw
9e
Blechnum spicant
Dubbelloof
1
99
84
8
z
b
6
kw
9e
Solidago virgaurea Polypodium vulgare ssp, prionodes Polypodium vulgare ssp, vulgare
Echte guldenroede
1
230
147
7
vz
c
8
kw2 9e
Eikvaren (pr)
1
9
8
10
zz
b
5
kw
Eikvaren (vu)
1
175
103
8
z
c
4
bed 9e
Holcus mollis
Gladde witbol
1
286
531
4
va
a
16
mnb 9e
Luzula sylvatica
Grote veldbies
1
16
18
9
z
a
11
zz
9e
Melampyrum pratense
Hengel
1
154
133
8
z
b
6
kw
9e
Ilex aquifolium
Hulst
1
229
292
6
vz
a
12
zz2 9e
Pyrola minor
Klein wintergroen
1
2
5
10
zz
a
10
zz
9e
Convallaria majalis
Lelietje-van-dalen
1
105
121
8
z
a
11
zz
9e
Hieracium murorum
Muurhavikskruid
1
49
33
9
z
c
4
bed 9e
Populus tremula
Ratelpopulier
1
390
547
4
va
a
16
mnb 9e
Luzula pilosa
Ruige veldbies
1
106
90
8
z
b
6
Betula pendula
Ruwe berk
1
712
898
2
a
a
16
mnb 9e
Dryopteris carthusiana
Smalle stekelvaren
1
540
668
4
va
a
16
mnb 9e
Hieracium laevigatum
Stijf havikskruid
1
188
357
5
va
a
16
mnb 9e
Oreopteris limbosperma
Stippelvaren
1
7
7
10
zz
b
5
Teucrium scorodonea
Valse salie
1
541
576
4
va
a
16
Carex reichenbachii
Valse zandzegge
1
0
3
10
zz
nw
Lonicera periclymenum
Wilde kamperfoelie
1
740
851
3
a
a
16
mnb 9e
Sorbus aucuparia
Wilde lijsterbes
1
619
849
3
a
a
16
mnb 9e
Quercus petraea
Wintereik
1
183
88
8
z
c
4
bed 9e
Luzula luzuloides
Witte veldbies
1
14
8
10
zz
c
2
bed 9e
Betula pubescens
Zachte berk
1
497
625
4
va
a
16
mnb 9e
Trientalis europaea
Zevenster
1
0
2
10
zz
nw
Quercus robur
1
1009
1334
1
za
a
16
Amelanchier lamarckii
Zomereik Amerikaans krenteboompje
2
49
57
9
z
a
11
Quercus rubra
Amerikaanse eik
2
0
446
5
va
nw
Prunus serotina
Amerikaanse vogelkers 2
521
761
3
a
a
16
Goodyera repens
Dennenorchis
2
2
3
10
zz
a
10
Robinia pseudoacacia
Gewone robinia
2
365
476
5
va
a
16
kw
kw
9e
Vl T
?
p
9e
9e
b!
mnb 9e 9e
9e
1975 b
b! 1982 b!
mnb 9e zz
9e 9e
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
d2
mnb 9e zz
Ne 1970
Ne Ne
9e
b Ne
mnb 9e
Ne
91
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
LB 40-'70
Pinus sylvestris
Grove den
2
Castanea sativa
Tamme kastanje
2
70-'92
zz
a-z
%
0
500
4
va
nw
137
196
7
vz
a
kl
12
kl2 se d1
d2
9e
1970
zz2 9e
Vl T Ne ? Ar
De Zomereik is in Limburg de meest voorkomende boom. Foto: © Wildlife Pictures.
2. Cijfers en bespreking Cijfergegevens: 41: 34 inheemse en 7 niet inheemse Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Het gemiddelde is 327 en ligt duidelijk hoger dan het algemene gemiddelde (159). De grootste zeldzaamheden zijn: Zevenster (2), Valse zandzegge (3), Klein wintergroen (5), Stippelvaren (7), Eikvaren (prionodes:8), Witte veldbies (8), Grote veldbies (18). Tussen haakjes wordt het aantal hokken vermeld. Rode Lijst (inheems en niet inheems) Lang weg: Weg: Met uitsterven bedreigd: Bedreigd: 4 •
inheems (4): Witte veldbies, Muurhavikskruid, Eikvaren (vulgare), Wintereik;
Kwetsbaar: 6 •
inheems (6): Stippelvaren, Eikvaren (prionodes), Dubbelloof, Dicht havikskruid, Ruige veldbies, Hengel;
Zeldzaam: 6
92
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg •
inheems (4): Klein wintergroen, Lelietje-van-dalen, Grote veldbies, Dalkruid;
•
niet inheems (2):Dennenorchis, Amerikaans krenteboompje;
Nieuw: 4 •
inheems (2): Valse zandzegge (1975), Zevenster (1982);
•
niet inheems (2):Grove den (1970), Amerikaanse eik (1970).
Bespreking Voedselarme bossen zijn niet zeldzaam in Limburg. Er zijn geen soorten verdwenen, noch ernstig bedreigd. Hetzelfde geldt voor Vlaanderen. Opmerking: de ondersoorten van de Eikvaren worden de laatste jaren niet systematisch gedetermineerd, zodat de conclusie van bedreiging en kwetsbaarheid ook voorzichtig geïnterpreteerd moet worden. De Grove den en de Amerikaanse eik worden gerangschikt als nieuw, omdat ze in de eerste onderzoeksperiode niet werden gekarteerd terwijl ze wel aanwezig waren.
3. Ecotopen Op de Biologische Waarderingskaart vindt men in de Kempen, in de Zandleemstreek en in Voeren de voedselarme bossen bij de karteringseenheden: qb, qs ( (arm), zuur eikenbos), fs (zuur beukenbos) en fl, ql (bos met Witte veldbies).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
93
Rode lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
3.10 Het aantal uitgestorven, bedreigde en nieuwe soorten In de vorige paragrafen 3.1 – 3.9 wordt in detail ingegaan op de verdwenen, de bedreigde (Rode Lijst) en de nieuwe soorten. In de volgende tabel - 3.10 - wordt dat aantal weergegeven : De verdwenen vindt men in de kolommen lw (lang weg) en w (weg); de soorten, die behoren tot de Rode Lijst, in de kolommen mub (met uitsterven bedreigd), bed (bedreigd), kw (kwetsbaar) en zz (zeldzaam); de niet bedreigde in kolom (n.bed) en de nieuwe in kolom nw.
1a:voedselrijke akker 1b:kalkrijke akker 1c:voedselarme akker 1d:tredplant 1e:betreden ruigte 1f:kalkrijke ruigte 1g:voedselrijke ruigte 2a:wisselend milieu 2b:rijke, natte grond 2c:bodem, v, arm water 3a:strand 3b:slik 3c:schor 4a:voedselrijk water 4b:voedselarm water 4c:verlanding water 4d:verlanding rivier 4e:natte ruigte 5a:bemest grasland 5b:bemest hooiland 6a:muur 6b:droog, arm grasland 6c:kalkgrasland 6d:zeer droog grasland 6e:kalkarm grasland 7a:zuur laagveen 7b:basisch laagveen 7c:arm, nat grasland 7d:natte heide 7e:droge heide 7f:heischraal grasland 8a:kaalslag 8b:zoom 8c:kalkstruweel 8d:voedselrijk struweel 9a:bronbos 9b:voedselrijk bos 9c:alluviaal bos 9d:'kalkrijk' bos 9e:voedselarm bos 9f:'rijk, vochtig' bos 9g:'ravijn'bos Som
94
lw 2
w 1 2
% 6 17
mub 2 1
1 1
3 2 3
1 3
4
4
25
1 3 2
1 1
25 8 9
1
3
2 2 2
15 6 8
1 6 1
4 77 22 4 8 11
2
1 2
4 4 1 1 2 1
1 1
2 1
1 2 2
3 3 2 1 1 2 3
2
2 3
1 1 1
1 1 2 4 3 1 3 1
2 2
2 1
30
bed 2 2 3 1 3 2 2 1
29
17 4
1 2
1
1 2 4 1 1
22
67
kw 1 4 3 2 2 5 3 1 3 3
2 10 7 2 6 1 13 4 2 6 22 2 4 2 10 4 3 3 3 4 2 3 3 2 1 6 2
156
zz 16 2 10 5 28 25 12 6 10 13 1 2 21 9 12 11 11 8 7 7 12 16
% 40 75 53 47 43 78 44 21 64 59 67 67 50 73 66 56 64 41 36 48 69 45 82
8 10 1 5 3 2 4 14 14 13 13 16 3 14 5 6 10 6
55 60 23 52 70 62 58 82 36 83 59 73 50 65 57 39 42 73
391
n.bed 26 0 14 9 19 4 10 26 7 2 0 0 0 2 1 13 9 14 35 12 1 18 0 0 9 8 0 5 4 4 6 3 24 2 10 6 0 6 5 21 17 1 353
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
% 50 0 47 53 24 9 26 68 32 6 0 0 0 4 3 41 32 44 55 41 8 37 0 0 45 32 0 22 17 31 32 14 51 8 34 23 0 23 36 51 55 9
nw 2 1 0 0 25 5 11 4 1 3 1 1 1 7 7 1 1 4 6 3 1 6 5 1 0 1 0 1 2 0 0 1 5 2 2 1 4 2 1 4 1 2 126
% 4 8 0 0 31 11 28 11 5 9 33 33 25 15 22 3 4 13 9 10 8 12 10 100 0 4 0 4 9 0 0 5 11 8 7 4 33 8 7 10 3 18
Σ 52 12 30 17 80 45 39 38 22 32 3 3 4 48 32 32 28 32 64 29 13 49 50 1 20 25 13 23 23 13 19 22 47 24 29 26 12 26 14 41 31 11 1174
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
4. VERDWENEN EN NIEUWE SOORTEN IN LIMBURG 4.1 Verdwenen soorten Door vergelijking van oude Flora’s en de gegevens verzameld tijdens de verschillende onderzoeksperiodes krijgt men een beeld van de evolutie van het plantenbestand in Limburg. Bepaalde soorten zijn reeds geruime tijd niet meer waargenomen (Tabel 4.1), andere soorten zijn recent verdwenen (Tabel 4.3)
4.1.1 Verdwenen vóór 1900 Tabel 4.1 vermeldt de soorten die nog in de Prodrome staan beschreven, maar die sindsdien niet meer zijn waargenomen. Tabel 4.1. Soorten reeds verdwenen vóór 1900. Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Standplaats
Locatie
Arnica montana Blysmus compressus Bromus arvensis Carex bohemica Carex distans Carex pulicaris Crassula tillaea Cyperus flavescens Drosera logifolia Filago arvensis Gagea villosa Herminium monorchis Huperzia selago Juncus subnodulosus Lolium remotum Najas minor Potamogeton friesii Potamogeton praelongus Senecio helenitis Spiranthes spiralis Utricularia ochroleuca Veronica opaca Wahlenbergia hederacea
Valkruid Platte bies Akkerdravik Cyperzegge Zilte zegge Vlozegge Mosbloempje Geel cypergras Lange zonnedauw Akkerviltkruid Akkergeelster Honingorchis Plompe wolfsklauw Padderus Vlasdolik Klein nimfkruid Puntig fonteinkruid Langstengelig fonteinkruid Spatelkruiskruid Herfstschroeforchis Bleekgeel blaasjeskruid Doffe ereprijs Klimopklokje
Heischraal grasland Basisch laagveen Betreden ruigte Voedselarm water Zilt terrein Voedselarm grasland Droogvallend water Droogvallend water Natte heide Voedselarm grasland Zoom Kalkgrasland Voedselarm grasland Basisch laagveen Voedselrijke akker Voedselrijk water Voedselrijk water Voedselrijk water Vedselarm grasland Droge heide Voedselarm water Voedselrijke akker Voedselarm grasland
Kerkhoven Donk Sint-Truiden Hasselt Sint-Truiden Genk Genk Diepenbeek Zelem Lanaken Lanaken Teuven Genk Sint Truiden Sint-Truiden Stokrooi Lummen Lummen Kortenbos Sint-Pietersberg Helchteren Sint-Truiden Beverlo
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
95
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
De Herfstschroeforchis verdween (volgens de literatuur) al van voor 1900 uit Limburg. Toch komt ze nu nog op enkele kilometer van de grens met Limburg voor (SintPietersberg). Foto: Felix BAETEN.
4.1.2 Verdwenen vóór 1970 (de tweede onderzoeksperiode) De preciese data van de soorten, die na 1970 niet meer waargenomen werden, zijn afkomstig van de gegevens van de Limburgse Plantenwerkgroep. De data, die niet exact aangeduid zijn, maar weergegeven worden als < 1930, zijn afkomstig van de ‘Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora van Van Rompaey en Delvosalle (1972, 1979). Het Rozenkransje wordt in de Prodrome als uitgestorven beschouwd, maar Cauberghs et al. (1956) geven aan dat deze plant nog op verschillende plaatsen in de Limburgse Kempen aanwezig is. Tabel 4.2. Soorten niet meer waargenomen na 1970. Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Standplaats
Vindplaats - Datum
Aconitum vulparia Antennaria dioica Carex diandra Carex digitata Carex dioica Carex lepidocarpa Centaurea calcitrapa Centunculus minimus Chenopodium b.-henricus Chenopodium vulvaria Cystopteris fragilis Delia segetalis Eleocharis quinqueflora Epipactis palustris Eriophorum gracile Filago lutescens
Gele monnikskap Rozenkransje Ronde zegge Vingerzegge Tweehuizige zegge Schubzegge Kalketrip Dwergbloem Brave Hendrik Stinkende ganzenvoet Blaasvaren Korenschijnspurrie Armbloemige waterbies Moeraswespenorchis Slank wollegras Geel viltkruid
Alluviaal bos Heischraal grasland Basisch laagveen Voedselrijk bos Basisch laagveen Basisch laagveen Kalkrijke ruigte Droogvallend water Voedselrijke ruigte Betreden ruigte Muur Droogvallend water Basisch laagveen Basisch laagveen Basisch laagveen Voedselarm grasland
Moelingen, 1967 Kempen, < 1930 Hechtel, 1964 Sint-Pietersberg, 1968 Neeroeteren, < 1930 Zonhoven, 1952 Uikhoven, 1965 De Maten, 1963 Moelingen, 1968 Sint-Truiden, < 1930 Alden Biesen, 1967 Neeroeteren, 1940 Hageven, 1951 Lozen, 1967 Hageven, 1948 Diest, 1957
96
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Standplaats
Vindplaats - Datum
Genista tinctoria Gymnocarpium dryopteris Gymnocarpium robertianum Gypsophila muralis Juncus capitatus Liparis loeselii Lolium temulentum Moenchia erecta Orchis morio Parnassia palustris Pedicularis palustris Ranunculus tripartitus Sagina nodosa Spiranthes aestivalis Subularia aquatica Vaccaria hispanica Valerianella dentata Vicia lathyroides Wolffia arrhiza
Verfbrem Gebogen driehoeksvaren Rechte driehoeksvaren Gipskruid Koprus Groenknolorchis Dolik Kruismuur Harlekijn Parnassia Moeraskartelblad Driedelige waterranonkel Sierlijke vetmuur Zomerschroeforchis Priemkruid Koekruid Getande veldsla Lathyruswikke Wortelloos kroos
Kalkgrasland Voedselrijk bos Muur Droogvallend water Droodvallend water Basisch laagveen Voedselrijke akker Kalkgrasland Kalkgrasland Basisch laagveen Zuur laagveenmoeras Voedselarm water Droogvallend water Voedselarm grasland Voedselarm water Kalkrijke akker Kalkrijke akker Voedselarm grasland Voedselrijk water
Tessenderlo, 1964 Moelingen, 1945 Sint-Pietersberg, < 1930 Leopoldsburg, 1968 Genk, 1945 Hageven, 1953 Leopoldsburg, 1967 Sint-Pietersberg, < 1930 Tessenderlo, 1964 Maaseik, < 1930 Webbekom, 1957 Zonhoven, < 1930 Genk, < 1930 Genk, 1950 De Maten, 1942 Velm, 1954 Sint-Pietersberg, 1950 Diest, 1969 Hasselt, 1950
In de vloeiweiden te Lozen werd de Moeraswespenorchis nog in 1967 aangetroffen. Foto: G. MATAGNE.
De verdwenen soorten behoren tot plantengemeenschappen milieuverslechtering erop achteruit zijn gegaan, namelijk: • • •
die
door
de
algemene
De plantengemeenschappen die op kalkhoudende of kalkrijke gronden voorkomen; Heide- en venvegetaties; Vegetaties van waters, oevers en zuur laagveen.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
97
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
4.1.3 Verdwenen na 1970 In de tweede onderzoeksperiode werd een groot aantal planten in het begin van de jaren ’70 nog waargenomen, maar bij herinventarisaties in de jaren ’90 werden ze niet meer aangetroffen. Dit geldt voor 15 soorten (Tabel 4.3). Tabel 4.3. Soorten die recent niet meer werden aangetroffen. Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Laatste (officiële) Standplaats vondst
Locatie
Agrostemma githago
Bolderik
1971
Voedselrijke akker
Anagallis arvensis ssp. coerulea Asperula cynanchica Campanula persicifolia Descurainia sophia Hammarbya paludosa Hieracium lactucella Holosteum umbellatum Marrubium vulgare Potamogeton compressus Ranunculus arvensis Scandix pecten-veneris Senecio paludosus Sium latifolium Thymus serpyllum
Blauw guichelheil
1972
Kalkrijke akker
KolverenZonhoven Moelingen
Kalkbedstro Prachtklokje Sofiekruid Veenmosorchis Spits havikskruid Heelbeen Malrove Plat fonteinkruid Akkerboterbloem Naaldekervel Moeraskruiskruid Grote watereppe Wilde tijm
1970 1970 1978 1975 1976 1970 1976 1970 1974 1979 1970 1979 1981
Kalkgrasland Bos:voedselrijk, kalk Kalkrijke ruigte Hoogveen, natte heide Heischraal grasland Voedselarm grasland Kalkrijke ruigte Voedselrijk water Voedselrijke akker Kalkrijke akker Natte ruigte Verlanding stilstaand water Voedselarm, kalkarm grasland
A. B. C. D. E. F. G. H. J K L.M. N.O.P.Q.
Opglabbeek Sint-Pietersberg Tessenderlo Maasmechelen Meldert Heppen Lauw Lommel-Kolonie Boorsem Kortessem Lozen Herk-de-stad Beringen-mijn
Bloeiende plant Blad, onderaanzicht Bloem Bloem zonder kroon Opengevouwen kroon Meeldraden Stuifmeelkorrels Opengevouwen kelk en stamper Stamper, overlangse doorsnede Vruchtbeginsel, dwarse doorsnede Vruchten Nootjes
Wilde tijm nog aangetroffen op de terril van Beringen-Mijn in 1981. Foto: © Collectie Nationale Plantentuin van België – Meise.
98
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
4.2 Nieuwe soorten Inheemse soorten zijn per definitie soorten die reeds vóór 1500 tot de Vlaamse flora behoorden. Deze soorten vermeerderen zich op een natuurlijke manier en komen standvastig op hun groeiplaatsen voor. Neofyten zijn soorten die nadien zijn ingevoerd, maar die ondertussen ingeburgerd zijn en zich gedragen als een wilde, inheemse soort, dit wil zeggen dat ze ter plaatse stand houden en zich op een natuurlijke manier vermenigvuldigen.
4.2.1 Nieuwe inheemse soorten Tabel 4.4 geeft soorten weer die recent voor de eerste keer in Limburg en soms zelfs voor de eerste keer in Vlaanderen werden waargenomen. Ondanks het feit dat er een aantal soorten verdwenen zijn, stelt men toch vast dat er constant een evolutie te merken is in het plantenbestand. De soorten zijn soms maar één keer waargenomen. Soms was het maar één plant (zoals Orchis simia (Aapjesorchis), Scheuchzeria palustris (Veenbloembies), Thalictrum minus (Kleine ruit), …). Ze vertonen in Limburg geen standvastig patroon en kunnen dus nog niet echt als inheems beschouwd worden. Op hun vindplaats komen de Kleine ruit en de Veenbloembies niet meer voor en was hun aanwezigheid eenmalig. Maar mogelijk verschijnen ze morgen dan weer op een andere plaats.. Andere soorten zijn na hun eerste officiële melding op die groeiplaatsen nog altijd veelvuldig aanwezig. Dit geldt voor enkele waterplanten in de vijvers van Midden-Limburg als Elatine triandra (Drietallig glaskroos), Elatine hydropiper (Klein glaskroos), Ludwigia palustris (Echt waterlepeltje), Callitriche brutia en C. palustris (Gesteeld en Klein sterrekroos). Ook andere soorten ziet men steeds weer op hun groeiplaatsen: Trientalis europaea (Zevenster), Thlaspi caerulescens ssp. calaminare (Zinkboerenkers), Centaurea decipiens en serotina (Knoopkruid), enz. Planten die net over de grens van Limburg op de Sint-Pietersberg en in Nederlands-Limburg groeien, zijn sinds 2000 ontdekt op Limburgse bodem. Dit geldt voor Rhinanthus alectorolophus (Harige ratelaar) en Coeloglossum viride (Groene nachtorchis). Ze werden gevonden in enkele graslanden in Zuid-Limburg.
Het Gesteeld glaskroos (rechts) en het Klein glaskroos (links) op een vijverbodem in Midden-Limburg. Foto: André STEEGMANS.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
99
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
Het Klein glaskroos in detail. Foto: André STEEGMANS.
100
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Groene Nachtorchis, een verdwenen gewaande soort Coeloglossum viride is een soort die - volgens de Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora - in Vlaanderen in de periode 1930-1972 eenmaal is waargenomen. Dit in de omgeving van Mechelen. Daarna is er geen melding meer van. Deze orchidee werd recent ontdekt op een steil hellend weilandje in Haspengouw. Hoewel deze weide regelmatig omwille van de voorkomende Gevlekte orchis werd bezocht door leden van de Limburgse Plantenwerkgroep, die ook actief zijn binnen SEMO (Studiegroep voor Europese en Mediterrane orchideeën), is deze Groene nachtorchis pas ontdekt in 2000. Of deze orchis steeds over het hoofd is gezien en of ze er recent terug is gekomen is niet duidelijk. De Groene nachtorchis is immers een vrij onopvallend, geelgroen orchideetje van amper 15 de cm hoog, dat amper 3 weken bloeit (van begin tot de 3 week van mei). Het heeft trouwens een extreem korte levenscyclus: de gemiddelde levensduur bedraagt drie jaar, gerekend vanaf het tijdstip dat de zaailingen voor het eerst boven de grond komen. Als kortlevende soort kent ze een grote zaadproductie. Volgens W ILLEMS (2001) bevatten de vruchten circa 2.300 zaden. Het behoud en de uitbreiding van de populatie is bovendien afhankelijk van de vestiging van nieuwe zaailingen en een goed verloop van de ontwikkeling van de noodzakelijke mycorrhiza’s. Het feit dat deze fase in de levenscyclus zeer kwetsbaar is, is waarschijnlijk één van de redenen voor de zeldzaamheid van deze soort. In Europa heeft de Groene Nachtorchis een montaan en arctisch verspreidingspatroon. In Scandinavië bijvoorbeeld is het één van de meest voorkomende orchideeënsoorten. Buiten de berggebieden komt deze soort eerder sporadisch voor. Ze komt meestal voor in goed ontwikkelde extensief gebruikte graslanden, met name op gradiënten van kalkarme naar kalkrijke omstandigheden (C.A.J. KREUTZ).
De Groene Nachtorchis is een kensoort van de associatie van Betonie en Gevinde kortsteel (BetonicoBrachypodietum). Deze associatie behoort tot het verbond van de heischrale graslanden, maar komt in tegenstelling tot de andere associaties eerder voor op kalkhoudende, zwak zure bodems. Het Betonico-Brachypodietum wordt aangetroffen op vrij droge en warme standplaatsen, meestal in stroken aan de bovenkant van hellingen, met een hellingshoek van 5-25°, die op het westen, zuidwesten en zuiden zijn geëxposeerd. Naast de kenmerkende soorten Betonie (Stachys officinalis) en Groene nachtorchis (Coeloglossum viride) zijn ook Borstelgras (Nardus stricta), Tormentil (Potentilla erecta), Hondviooltje (Viola canina), Tandjesgras (Danthonia decumbens), Stekelbrem (Genista anglica), Pilzegge (Carex pilulifera) en Gewone vleugeltjesbloem (Polygala vulgaris) typisch. Deze associatie onderscheidt zich van de andere associaties doordat het ook soorten uit het Mesobromion herbergt, zoals: Ruige leeuwentand (Leontodon hispidus), Zachte haver (Avenula pubescens), Gevinde kortsteel (Brachypodium pinnatum), Kleine bevernel (Pimpinella saxifraga), Voorjaarszegge (Carex caryophyllea), Kleine pimpernel (Sanguisorba minor) en Aarddistel (Cirsium acaula). Andere veel voorkomende soorten zijn Gewoon duizendblad (Achillea millefolium), Gewoon struisgras (Agrostis capillaris), Grasklokje (Campanula rotundifolia), Rood zwenkgras (Festuca rubra), Knoopkruid (Centaurea jacea), Sint-Janskruid (Hypericum perforatum), Gewone rolklaver (Lotus corniculatus var. corniculatus), Smalle weegbree (Plantago lanceolata), Veldzuring (Rumex acetosa), Blauwe knoop (Succisa pratensis) en Schermhavikskruid (Hieracium umbellatum) (SCHAMINÉE et al. 1996).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
101
Uit bovenvermeld werk blijkt dat deze associatie enkel in Zuid-Limburg voorkomt, onder andere op het Belgisch gedeelte van de Sint-Pietersberg. De totale oppervlakte zou zich in Nederland beperken tot 10 à 15 hectare. Ze komt er voor op hellingen waar het krijt in mozaïek voorkomt met lemige tot kleiige, vaak min of meer zure afzettingen. Van de verspreiding van deze associatie in Vlaanderen is weinig of niets bekend. Deze soort is erg gevoelig voor bemesting en is wellicht daardoor verdwenen. De weide, waar Groene nachtorchis is gevonden, beantwoordt wel aan boven geschetst profiel. Tijdens een gedetailleerde inventaris van dit perceeltje van ca. 0,6 ha werden maar liefst 197 soorten waargenomen. Deze weide is naar het zuidwesten geëxposeerd. Ze is beplant met populieren en wordt begraasd door 1 à 2 pony’s. De weide is gemeentelijk eigendom, maar wordt verpacht. Met de pachter wordt een provinciale ondersteuningsovereenkomst afgesloten, zodat het beheer van deze weide wordt verzekerd. De mogelijke inspoeling van meststoffen van bijvoorbeeld erboven gelegen akkers vormt momenteel nog een bedreiging.
Foto: Felix BAETEN.
102
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
Tabel 4.4. Nieuwe inheemse planten. Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Eerste (officiële) vondst
Standplaats
Anthemis tinctoria Berberis vulgaris Bromus grossus Callitriche brutia Callitriche palustris Cardamine impatiens Carex reichenbachii Carum verticillatum
Gele kamille Zuurbes Zware dreps Gesteeld sterrekroos Klein sterrekroos Springzaadveldkers Valse zandzegge Kranskarwij
1977 1997 1984 1980 1986 1983 1975 1975
Centaurea decipiens Centaurea serotina Ceratocapnos claviculata Chenopodium hybridum Cochlearia danica Coeloglossum viride Crepis tectorum Dactylorhiza praetermissa Dactylorhiza sphagnicola Draba muralis Elatine hydropiper Elatine triandra Eleocharis uniglumis
Knoopkruid (de) Knoopkruid (se) Rankende helmbloem Esdoornganzevoet Deens lepelblad Groene nachtorchis Smal streepzaad Rietorchis Veenorchis Wit hongerbloempje Klein glaskroos Drietallig glaskroos Slanke waterbies
1976 1982 1980 1975 1997 2000 1973 1999 1981 1973 1985 1987 1983
Erodium lebelii
Kleverige reigersbek
1995
Festuca trachyphylla Gratiola officinalis
Hard zwenkgras Genadekruid
1988 2000
Hyacinthoides nonscripta Leucojum aestivum Limosella aquatica Ludwigia palustris Lunaria rediviva Myriophyllum alternifolium Najas marina Nymphoides peltata Orchis simia Orobanche hederae Peucedanum carvifolia Potamogeton acutifolius Potamogeton nodosus Salsola kali ssp. ruthenica Scheuchzeria palustris Scirpus cespitosus ssp. cespitosus Sesleria caerulea Sparganium angustifolium Spergularia marina Taraxacum s. Erythrosperma
Wilde hyacint Zomerklokje Slijkgroen Echt waterlepeltje Wilde judaspenning Teer vederkruid Groot nimfkruid Watergentiaan Aapjesorchis Klimopbremraap Karwijvarkenskervel Spits fonteinkruid Rivierfonteinkruid Zacht loogkruid Veenbloembies Veenbies (ce)
1979 1980 1982 1987 1998 1979 1985 1972 1996 1983 1974 1990 1979 1991 1975 1996
Betreden ruigte Voedselrijk, vochtig struweel Kalkrijke akker Voedselrijk water Voedselarm water Ravijnbos Voedselarm bos Onbemest, nat, voedselarm grasland Matig bemest grasland Matig bemest grasland Kaalslag Betreden ruigte Zilt terrein Kalkgrasland Betreden ruigte Matig bemest hooiland Zuur laagveenmoeras Kalkgrasland Voedselarm water Voedselarm water Wisselende milieu-(water)omstandigheden Voedselarm grasland (kalkhoudend) Matig bemest grasland Wisselende milieu-(water)omstandigheden Droog, kalkrijk bos Verlanding stilstaand water Droogvallend voedsel-arm water Voedselrijke, natte grond Ravijnbos Voedselarm water Voedselrijk water Voedselrijk water Kalkgrasland Zoom Matig bemest hooiland Voedselrijk water Voedselrijk water Zilt terrein Hoogveen. Natte heide Hoogveen. Natte heide
Blauwgras Drijvende egelskop Zilte schijnspurrie Duinpaardebloem
1990 1978 1992 1974
Taraxacum s. Palustria Taraxacum s. Taraxacum Thalictrum minus Thlaspi caerulescens ssp. calaminare
Moeraspaardebloem Paardebloem Kleine ruit Zinkboerenkers
1971 1970 1987 1979
Zeer droog kalkgrasland Voedselarm water Zilt terrein Voedselarm grasland (kalkhoudend) Matig bemest hooiland Matig bemest grasland Droog struweel (kalkhoudend) Kalkgrasland
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
103
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Eerste (officiële) vondst
Standplaats
Torilis arvensis Trientalis europaea Trifolium filiforme
Akkerdoornzaad Zevenster Draadklaver
1997 1982 1996
Matig bemest grasland Voedselarm bos Voedselarm grasland (kalkhoudend)
Een verklaring voor het weer verschijnen van verdwenen geachte soorten is niet altijd duidelijk. Mogelijkerwijs werden ze steeds over het hoofd gezien, omdat ze klein en weinig opvallend zijn, zoals de Glaskroossoorten. In sommige gevallen is de groeiplaats niet gemakkelijk of zelfs (on)bereikbaar: als je geen laarzen (of zelfs waadbroek) aan hebt, zijn bijvoorbeeld tal van waterplanten buiten handbereik en worden ze niet gedetermineerd. Andere soorten verschijnen weer door gewijzigde omstandigheden. Dit kan een gevolg zijn van de verbetering van de waterkwaliteit. Ook kan het beheer van voormalige of potentieel geschikte groeiplaatsen de groei-omstandigheden verbeteren zodat de soorten er zich weer gaan vestigen. Dit geldt onder meer voor een aantal waterplanten zoals Sterrenkroos of Glaskroos.
4.2.2 Nieuwe exoten (neofyten) In tabel 4.5 worden maar liefst 88 neofyten opgesomd, die de laatste jaren in Limburg genoteerd zijn. Naast de datum en het (officiëel) aantal kilometerhokken wordt ook de standplaats aangegeven. Tabel 4.5. Nieuwe exoten (neofyten). Wetenschappelijke Naam
Nederlandse naam
Aantal Eerste (officiële) kilometerhokken vondst
Standplaats
Abutilon theophrasti Agrostis scabra Allium paradoxum Amaranthus graecizans Amaranthus hybridus Ambrosia coronopifolia Ammi majus Amsinckia micrantha Anchusa officinalis Angelica archangelica Artemisia biennis Aster novibelgii Azolla filiculoides Barbarea verna Brassica juncea Bromus carinatus Chenopodium ambrosioides Cicerbita macrophylla Coincya monensis ssp. Cheiranthos Coriandrum sativum Crypsis schoenoides Cuscuta campestris Cyperus esculentus Echinochloa utilis Eragrostis cilianensis Eragrostis pilosa Eragrostis tenuifolia Erigeron annuus ssp. septentrionalis
Fluweelblad Struisgras (sc) Look (pa) Afrikaanse amarant Groene amarant Zandambrosia Groot akkerscherm Amsinckia Gewone ossen-tong Grote engelwortel Tweejarige alsem Nieuw-nederlandse aster Grote kroosvaren Vroeg barbarakruid Sareptamosterd Gekielde dravik Welriekende ganzen-voet Grote bergsla Muurbloemmosterd
10 1 1 1 4 2 2 1 1 5 1 7 7 2 1 2 4 1 2
1985 1998 1999 1980 1987 1983 1995 1989 1984 1978 1980 1979 1985 1992 1993 1997 1980 1998 1987
Voedselrijke akker Adventief, akker Adventief Betreden ruigte, Maas Betreden ruigte, Maas Betreden ruigte Voedselrijke akker Voedselrijke ruigte Kalkrijke ruigte Natte ruigte, Maas Betreden ruigte, Herk Wegranden Voedselrijk water Voedselrijke akker Adventief-haven Betreden ruigte Betreden ruigte Adventief Betreden ruigte
Koriander Crypsis (sc) Veldwarkruid Knolcyperus Hanenpoot (u) Liefdegras (ci) Straatliefdegras Liefdegras (te) Madelieffijnstraal
1 1 4 23 1 1 1 1 12
1997 1999 1983 1985 1995 1998 1998 1998 1982
Adventief, Maas Adventief, vijvergebied Adventief, tuin (Maïs)akker Adventief, akker Adventief Adventief Adventief Voedselrijke ruigte
104
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
Wetenschappelijke Naam
Nederlandse naam
Aantal Eerste (officiële) kilometerhokken vondst
Standplaats
Erucastrum gallicum Euonymus latifolius
Schijnraket Brede kardinaalsmuts
1 1
1988 1992
Euphorbia maculata Foeniculum vulgare Geranium nodosum Geranium versicolor Heracleum mantegazzianum Herniaria hirsuta Hydrocotyle ranunculoides Iberis umbellata Inula helenium Juncus foliosus Laburnum anagyroides Lathyrus annuus
Gevlekte wolfsmelk Venkel Knopige ooievaarsbek Ooievaarsbek (ve) Reuzenberenklauw Behaard breukkruid Waternavel (ra) Schermscheefbloem Griekse alant Bladgreppelrus Goudenregen Lathyrus (an)
1 4 1 1 13 2 1 1 2 13 2 2
1995 1972 1978 1983 1980 1983 1999 1990 1976 1984 1972 1979
Lemna minuta Lepidium latifolium Lindernia dubia Lindernia procumbens Ludwigia peploides Lupinus luteus Lythrum junceum Matteucia struthiopteris Melilotus indicus Mentha longifolia Mimulus guttatus Myriophyllum bresiliense Myrrhis odorata Nicandra physalodes Nymphaea candida Oenothera glazioviana Orobanche amethystea Parthenocissus inserta Pentaglottis sempervirens Phacelia tanacetifolia Physalis alkekengi Physalis angulata Physalis peruviana Portulaca oleracea Rapistrum rugosum Rumex patientia Rumex salicifolius Scrophularia vernalis Senecio squalidus Setaria faberi Sida spinosa Solanum lycopersicum Solanum sisymbriifolium Sorghum halepense Symphytum ‘asperum’ groep Taxus baccata Teucrium botrys Trifolium alexandrinum Trifolium incarnatum Trifolium resupinatum Verbesina alternifolia
Dwergkroos Peperkers Schijngenadekruid Liggende lindernia Postelein-waterlepeltje Gele lupine Kruipkattenstaart Struisvaren Kleine honingklaver Hertsmunt Gele maskerbloem Vederkruid (br) Roomse kervel Zegekruid Noordelijke waterlelie Grote teunisbloem Violette bremraap Valse wingerd Overblijvende ossen-tong Phacelia Lampionplant Lampionplant (an) Lampionplant (pe) Postelein Bolletjesraket Spinaziezuring Wilgzuring Voorjaarshelmkruid Glanzend kruiskruid Naaldaar (fa) Sida Tomaat Nachtschade (si) Wilde sorgo Ruwe smeerwortel Taxus Trosgamander Alexandrijnse klaver Inkarnaatklaver Perzische klaver Verbesina
18 1 2 1 1 5 1 1 2 4 1 1 7 3 3 7 1 19 1 10 5 1 1 1 14 23 2 1 1 1 1 10 1 2 10 1 1 4 5 3 1
1983 1996 1993 1995 1995 1980 1997 1988 1980 1980 2000 1999 1980 1995 1978 1980 1984 1970 1983 1980 1976 1995 1995 1996 1981 1980 1995 1997 1994 1998 1998 1978 1995 1986 1974 1970 1989 1979 1980 1980 1998
Betreden ruigte Bos:voedselrijk, kalkhoudend Adventief, spoor Verwilderd, weg Zoom Kalkrijke ruigte Verwilderd, weg Adventief, spoor Voedselrijk water Adventief, terril Natte ruigte, Maas Vijverbodem Verwilderd, weg Voedselrijke ruigte, Maas Voedselrijk water Adventief, Maas Vijverbodem Vijverbodem Adventief Adventief, weg Adventief Verwilderd Adventief, Maas Natte ruigte Verwilderd, puin Voedselrijk water Betreden ruigte Adventief, Maas Voedselarm water Verwilderd, weg Adventief Verwilderd, muur Adventief Verwilderd Adventief, Maas Adventief, Maas Adventief, Maas Verwilderd Betreden ruigte Voedselrijke ruigte Adventief Adventief, bosrand Adventief, spoor Adventief Adventief Adventief, Maas Adventief Adventief Voedselrijke ruigte Verwilderd Verwilderd, spoor Verwilderd, weg Verwilderd Verwilderd, weg Adventief
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
105
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
Wetenschappelijke Naam
Nederlandse naam
Aantal Eerste (officiële) kilometerhokken vondst
Standplaats
Vinca major Xanthium orientale Xanthium spinosum Xanthium strumarium
Grote maagdenpalm Grote stekelnoot Stekende stekelnoot Late stekelnoot
3 1 1 1
Verwilderd Adventief, Maas Adventief, Maas Adventief, Maas1996
1978 1990 1976 1996
Deze groep nieuwe soorten zou ingedeeld kunnen worden op basis van de manier waarop ze naar hier zijn gevoerd.
1. Transport via verkeers- en waterwegen Via autowegen, spoorwegen, rivieren, kanalen en zelfs via het luchtverkeer worden heel wat planten aangevoerd. Langs de Grensmaas worden bijvoorbeeld heel veel neofyten en adventieven gevonden. Opvallende zijn de soorten die onder andere in de keuken worden gebruikt: tomaten, Koriander, Physalis (Lampionplant), Peperkers, … Andere adventieven die er zijn gevonden zijn: Stekelnoot, Zegekruid, Amarant, …
De Lampionplant (Physalis peruviana) op een grindbank in de Maas. Op de achtergrond tomaten. Foto: Bert BERTEN.
106
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Verdwenen en nieuwe soorten in Limburg
Rond bloemmolens aan kanalen vindt men onder meer Sareptamosterd en Bolletjesraket. Gevlekte wolfsmelk is een mediterrane soort gevonden aan het spoorwegcomplex te Lanaken.
2. Invoer van vis uit het buitenland Sinds in de jaren ’80 vis uit Oost- en Zuid-Europa wordt ingevoerd in het Vijvergebied Midden-Limburg, worden er bijzonder soorten waargenomen, zoals: Schijngenadekruid, Liggende lindernia, Grote kroosvaren, Dwergkroos en Genadekruid.
3. Gebruik van strooizouten, industriële activiteiten Op terreinen waar een verhoogde zoutconcentratie aanwezig is, zoals de steenkoolmijnen en de metaalverwerkende bedrijven, en langs de wegen komen tegenwoordig soorten voor die oorspronkelijk thuis horen op de zilte grond in de kustgebieden. Hertshoornweegbree en Stomp kweldergras komen al enige tijd voor. Recentere soorten zijn: Zilte schijnspurrie, Zacht loogkruid en Zinkboerenkers. Deens lepelblad is een soort die zich, zeer waarschijnlijk door het gebruik van strooizouten, heeft gevestigd langs de vierbaanswegen.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
107
108
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
5. EVOLUTIE VAN HET PLANTENBESTAND IN LIMBURG 5.1 Samengevatte resultaten. Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Cijfergegevens: 973 inheemse en 228 niet inheemse soorten zijn in beide onderzoeksperioden gekarteerd. Aantal hokken (zeldzaamheid) van de inheemse soorten Tabel 5.1 geeft het gemiddeld aantal hokken per socio-ecologische groep weer. De gemiddelde waarde voor het aantal hokken in de tweede periode 1970-1992 bedraagt 159 (varieert van 1 tot 479) (Tabel 2.3). Dit wordt geïllustreerd in figuur 5.1. Al de socio-ecologische groepen zijn in de figuren 5.1, 5.2 en 5.4 gekleurd:
Aantal hokken van de inheemse soorten 70-92 550
Gemidd. aantal kmhokken
500 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 6d 7b 9g 3a 3b 1b 9b 4b 6c 8c 2c 6a 4a 3c 1f 7d 7e 8a 7f 9c 7a 7c 4d 4e 6b 9a 4c 2b 9d 1c 8d 5b 1a 6e 1e 9e 9f 2a 1g 5a 8b 1d
Socio-ecologische groep Figuur 5.1.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
109
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
Aantal hokken van de inheemse soorten 40-70
Gemidd. aantal kmhokken
400 350 300 250 200 150 100 50 0
6d 3b 7b 9g 3a 3c 9b 1b 4b 2c 6c 4a 8c 6a 1f 9c 8a 7d 7e 2b 4d 7a 7f 6b 4c 9a 9d 7c 1c 8d 1a 4e 1e 5b 6e 9f 2a 9e 8b 1g 1d 5a
Socio-ecologische groep
Figuur 5.2.
Verdwenen en bedreigde soorten 100 90 80 70
%
60 50 40 30 20 10 0 3b 2a 1e 9a 8b 9f 4e 1g 9g 9c 1a 6e 8a 8d 5b 4c 2b 9d 5a 1c 1d 7a 6b 4d 8c 9e 1f 3a 4a 6a 7f 2c 4b 7c 7e 7d 9b 6c 1b 3c 7b
Socio-ecologische groep Figuur 5.4.
De ‘kalkvegetaties’ (1b, 1f, 6a, 6b, 6c, 6d, 7b, 8c, 9b, 9d, 9g) zijn rood gekleurd, de zilte vegetaties (3a, 3b, 3c) blauw, de voedselarme (1c, 6e, 7d, 7e, 7f, 9e) groen, de voedselarme waters en natte zones 110
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
(2c, 4b, 7a, 7c) geel , de voedselrijke waters en natte zones (2a, 4a, 4c, 4d, 4e, 9a) oranje en de andere voedselrijke milieus (1a, 1d, 1e, 1g, 2b, 5a, 5b, 8a, 8b, 8d, 9c, 9f) paars. De gemiddelde waarde voor het aantal hokken per socio-ecologische groep in de eerste periode 19401970 bedraagt 122 (met een variatie van 0 tot 338). De socio-ecologische groepen die een lagere waarde dan gemiddeld hebben worden in het vet weergegeven. Deze groepen komen weinig voor ofwel omdat ze bedreigd zijn, ofwel omdat het vereiste milieutype gewoonweg zeldzaam is. Figuur 5.2 illustreert dit.
Gemidd. aantal hokken
Vergelijking periode 40-70 met 70-92 550 500 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 6d 7b 9g 3a 3b 1b 9b 4b 6c 8c 2c 6a 4a 3c
1f 7d 7e 8a 7f
9c 7a 7c 4d 4e 6b 9a 4c 2b 9d 1c 8d 5b 1a 6e 1e 9e 9f 2a 1g 5a 8b 1d
Socio-ecologische groep 70-92
40-70
Figuur 5.3.
In figuur 5.3 worden de gemiddelden van de twee onderzoeksperioden met elkaar vergeleken. De ecologische groepen waarvan het gemiddelde afneemt zijn de kalkvegetaties (1b, 6c), de planten van waters en oevers (4 e) en de soorten van heiden en vennen (7c, 7d, 7e, 7f). Rode Lijst Van elke socio-ecologische groep wordt nagegaan hoeveel soorten er zijn verdwenen of bedreigd. Men heeft daarvoor de Rode-Lijstcategorieën gebruikt en de soorten die verdwenen zijn daaraan toegevoegd. Het aantal Rode-Lijstsoorten en verdwenen soorten wordt per socio-ecologische groep in procenten omgezet. Op deze wijze wordt duidelijk welke socio-ecologische groepen het meeste bedreigd zijn. Is meer dan 25 % van de soorten in een socio-ecologische groep bedreigd of verdwenen dan wordt de groep in het vet aangeduid in tabel 5.1. Een voorbeeld: socio-ecologische groep 1a (voedselrijke akkers): 2 lang weg, 1 weg, 2 met uitsterven bedreigd, 1 bedreigd en 1 kwetsbaar. Dit houdt dus in dat 7 van de 43 soorten of 16 % verdwenen zijn of bedreigd zijn. In figuur 5.4 geeft men in opklimmende volgorde het percentage verdwenen en bedreigde soorten weer.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
111
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
Tabel 5.1. Gemiddeld aantal hokken per socio-ecologische groep in de twee onderzoeksperioden. Periode Periode 1970-1992 1940-1970 1. Pioniers antropogeen gestoorde plaatsen A. Akkers 1a. Voedselrijk 1b. Kalkrijk 1c. Voedselarm B. Weg en wegrand 1d. Tredplant 1 e. Betreden ruigten C. Droge (onbetreden) ruigten 1f. Kalkrijke ruigten 1g. Voedselrijke ruigten
% verdwenen/ bedreigde soorten
283 9 210
184 10 162
16 70 23
479 311
336 204
23 6
76 45 409 303 2. Planten van zoute milieus D. Zilte terreinen (3a, 3b, 3c) 66 9 3. Planten van zoete waters en oevers E. Voedselrijke waters (4a) 45 32 F. Voedselarme waters 2c.Droogvallende voedselarme waters 40 23 4b. Voedselarme waters 23 18 G. Moerassen 2a.Wisselende milieu(water)-omstandig343 266 heden 2b. Voedselrijke, natte grond 175 108 4c. Verlanding stilstaand water, veen172 131 vormend 4d.Verlanding stromend water, niet 140 108 venig H. Natte ruigten. Bronbossen. 4 e. Natte ruigten 163 190 9a. Bronbos 169 133 4. Planten van bemeste weilanden I. Bemest grasland 5a. Matig bemest grasland 423 338 5b. Matig bemest hooiland 266 222 5.Planten van droog grasland, muren, rotsen J.Muur (6a) 40 34 K. Natuurlijk droog grasland 6b.Voedselarm grasland (+kalkhoudend) 165 127 6c. Kalkgrasland 26 26 6d. Zeer droog kalkgrasland 1 0 6 e. Voedselarm, kalkarm grasland 301 246 6. Planten van heide, ven, zuur laagveen L. Zuur laagveen. Droge en natte heide 7a. Zuur laagveenmoeras 123 110 144 7c. Onbemest, nat, voedselarm grasland 138 7d. Hoogveen, natte heide 88 92 7 e. Droge heide 94 96 126 7f. Heischraal grasland 112 7. Planten van kalkmoerassen 1 M. Basisch laagveen (7b) 1 8.Planten van kaalslagen, zomen, struwelen
112
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
33 14 33, 0, 75 39 48 50 6 20 19 26
12 8
22 19 40 25 62 0 17
24 52 57 54 47 92
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
Periode Periode 1970-1992 1940-1970 107 79 433 296
N. Kaalslag (8a) O. Zoom (8b) P. Struweel 8c. Op droge, kalkhoudende grond 39 8d.Matig voedselrijk, vrij vochtig struweel 242 9. Bosplanten Q. Voedselrijk bos 9b. Voedselrijke, kalkhoudende grond 9 9c. Alluviaal bos 115 9d. Bos op kalkrijke, droge grond 192 9f. Bos op voedselrijke, matig vochtige 342 grond 9g. ‘Ravijn’bos 4 R. Voedselarm bos (9e) 327 Gemiddeld 159
% verdwenen/ bedreigde soorten 18 8
33 173
29 18
9 73 140 254
62 15 21 10
2 270 122
14 29
5.2 Conclusies 5.2.1 Meest kwetsbare en bedreigde plantengemeenschappen- en hun bedreiging Tabel 5.1 geeft per socio-ecologische groep enerzijds de evolutie in de vorige eeuw weer en anderzijds het percentage Rode-Lijstsoorten in deze groep De meest zeldzame én meest kwetsbare en bedreigde plantengemeenschappen zijn: •
Plantengemeenschappen van voedselarme situaties: Onbemeste, natte, voedselarme (7c) en heischrale graslanden (7f) Hoogveen, natte heide (7d) en droge heide (7e) Zuur laagveenmoeras (7a) Matig bemest hooiland (5b) Voedselarm, kalkarm grasland (6 e) Voedselarm bos (9 e)
Deze plantengemeenschappen zijn de laatste decennia sterk achteruitgegaan. Heel wat soorten zijn bedreigd of zelfs verdwenen en staan op de Rode Lijst. De belangrijkste oorzaak voor deze achteruitgang is de verslechtering van de algemene milieukwaliteit. Door de luchtvervuiling valt er in Limburg jaarlijks 26-40 kg N/ha, hetgeen de maximale normen voor het behoud van deze vegetaties ver overschrijdt. Naast de eutrofiëring via atmosferische depositie is er de aanrijking via het water. Door het gebruik van meststoffen, door de lozing van afvalwaters zijn zowel oppervlaktewater als het grondwater verrijkt. Eutrofiëring van natte gebieden is hierdoor moeilijk te voorkomen. Een ander probleem is het wegvallen van het oorspronkelijk beheer dat verschralend werkte. Doordat er niet meer wordt gekapt, gemaaid, gehooid en geplagd zoals voorheen wijzigen de concurrentieverhoudingen en aldus de vegetatie.
De plantengemeenschappen waarvan het voorkomen de laatste decennia weinig is gewijzigd (aantal hokken blijft ongeveer status-quo), doch waarvan een zeer groot aantal soorten verdwenen of bedreigd is, zijn plantengemeenschappen van kalkhoudende of -kalkrijke grond enerzijds en van waters en oevers anderzijds: •
Plantengemeenschappen op kalkhoudend of –kalkrijk substraat
Het betreft plantengemeenschappen van kalkrijke akkers (1b), kalkrijke ruigten (1f), muren (6a), kalkhoudende graslanden (6b, 6c, 6d), basisch laagveen (7b), struwelen op kalkhoudende grond (8c) en bossen op kalkhoudende grond (9b, 9g). Het voorkomen van deze plantengemeenschappen is Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
113
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
gebonden aan de bodem. De vereiste kalkrijke of (in mindere mate) kalkhoudende gronden komen enkel voor in Zuidoost-Limburg (Figuur 5.5) en deze vegetaties dus ook. Door het beperkt voorkomen van deze kalkhoudende of kalkrijke gronden enerzijds of gebieden met kalkhoudend water anderzijds zijn de typische soorten (natuurlijk) zeldzaam, maar niet noodzakelijk bedreigd. •
Plantengemeenschappen van waters en oevers
De planten van voedselrijke waters (4a), voedselarme waters (4b, 2c), zuur laagveen (7a), zijn allemaal zeldzaam omdat het milieutype niet zóveel voorkomt. Anderzijds zijn de planten op en in het water niet gemakkelijk bereikbaar en daarbij komt nog eens dat ze zeer variabel kunnen zijn en moeilijk te determineren. De bedreiging van beide gemeenschappen komt ook van een verslechterende milieukwaliteit. Verdroging, verzuring en eutrofiëring maken dat de typische soorten niet kunnen standhouden. Maar ook het gewijzigd beheer en grondgebruik hebben bijgedragen tot de achteruitgang van deze soorten.
Het valt tevens op dat niet alle socio-ecologische groepen, die in een beperkt aantal hokken voorkomen (dus zeldzaam zijn) en eventueel een groot aantal Rode-Lijstsoorten herbergen, in negatieve zin evolueren, zoals de •
Planten van zoute milieus (3a, 3b, 3c)
Deze plantengemeenschap is in Limburg zeldzaam, omdat ze zich buiten haar normaal areaal bevindt. Ten opzichte van de eerste periode is het aantal soorten, gebonden aan zoute milieus, echter opvallend toegenomen. Dit is louter te wijten aan menselijk ingrijpen. Door de exploitatie van metaalverwerkende bedrijven en steenkoolmijnen zijn heel wat zouten als afval in de omgeving terechtgekomen. Daarbij komt nog eens dat het gebruik van strooizouten ertoe heeft geleid dat zoutminnende soorten, zoals Deens lepelblad, talrijk voorkomen langs de gewestwegen.
Plantengemeenschappen die in positieve zin evolueren en dus méér voorkomen, zijn •
Planten van houtige begroeiingen
Deze vindt men in zomen (8b), struwelen (8d) en bossen (9c, 9d, 9f, 9g) (uitgezonderd deze op kalkhoudende en voedselarme grond ). •
Planten van voedselrijke plaatsen
De gemeenschappen van antropogeen gestoorde plaatsen komen zeer veel voor en ze nemen grote oppervlakten in. Dit is van toepassing voor de tredplanten (1d), de ruigten ( 1 e, 1g), de planten van voedselrijke, natte grond (2b) en de voedselrijke plaatsen met wisselende waterstand (2a).
5.2.2 Voorkomen in Limburg – en mogelijke beschermingsmaatregelen. A. AKKERS De bedreigde soorten (Bolderik, Akkerboterbloem, Naaldekervel,…) komen niet meer voor op de vroegere plaatsen. De moderne landbouwer weert alle mogelijke ‘akkeronkruiden’ omwille van de productieverhoging. Het behouden van bepaalde soorten is enkel mogelijk als er ‘akkerreservaten’ worden aangelegd 10 worden of mogelijkerwijze ook door ‘akkerrandbeheer’ .
10
“Botanisch beheer”, is één van de nieuwe beheerspakketten* waarvoor subsidies kunnen worden aangevraagd. Deze beheersdoelstelling beoogt de handhaving van botanisch waardevolle graslanden en kruidengemeenschappen in akkers. * De beheersovereenkomsten in uitvoering van de verordening 2078/92 (Europese verordening van 30 juni 1992 betreffende landbouwmethoden die verenigbaar zijn met de eisen inzake milieubeheer en betreffende natuurbeheer) zijn recent opgenomen in een “Programma voor Plattelandsontwikkeling” in toepassing van verordening 1257/99 en naar aanleiding daarvan is het aantal beheerspakketten uitgebreid. 114
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
B. WEG EN WEGRAND Tredplanten en ruigtekruiden op voedselrijke al dan niet betreden grond zijn typische weg- en bermplanten. Een aantal ‘wegplanten’ zijn samen met het verharden van de vroegere karrensporen met hun karakteristieke middenberm - op verschillende wegranden verdwenen. Dit geldt onder meer voor Wilde cichorei, Riempjes en Grove varkenskers. Anderzijds zijn er veel ‘andere’ soorten in de bermen verschenen: •
Wegbermen zijn ideale plaatsen voor adventieven om er zich te vestigen: het rijtje nieuwe soorten is dan ook niet onaanzienlijk.
•
Van de soorten die vroeger in akkers groeiden -akkeronkruiden- overleven een aantal in de wegbermen. Het is zelfs zo dat een aantal soorten bijna uitsluitend nog in die wegbermen te vinden zijn. Voor het behoud van deze soorten is het natuurvriendelijk bermbeheer belangrijk. Voorbeelden zijn Naakte lathyrus en Aardaker.
Een natuurvriendelijk wegbermbeheer, dat rekening houdt met het bloeitijdstip van de bijzondere soorten en waarbij het maaisel wordt afgevoerd, is belangrijk voor het behoud van de soortenrijkdom op deze lintvormige landschapselementen.
C. DROGE RUIGTEN De droge (kalkrijke) ruigten vindt men aan de Sint-Pietersberg (tussen Kanne, Maastricht en Visé), rond mergelgrotten (Zichen-Zussen-Bolder), te Teuven en op de terreinen van de steenkoolmijnen. Kensoorten zijn onder meer: Kleine zandkool, Grote zandkool en Veldhondstong. Ondertussen zijn de mijnterreinen met gras ingezaaid en bevatten ze geen (of zeer weinig) adventieve soorten meer. Het behoud van de niet-ingezaaide stukken is een noodzaak. Enkel op de terril van Heusden-Zolder komen momenteel nog een groot aantal planten van droge ruigten voor. Voorbeelden daarvan zijn de drie soorten Teunisbloem en het Slangekruid. Door het gebruik van de - van elders aangevoerde - stenen voor de aanleg van spoorwegtracés, herbergen spoorwegen ook soorten (zowel inheemse als niet inheemse) van kalkrijke ruigten. Er zijn trouwens opvallend veel niet inheemse, adventieve planten op dergelijke tracés aanwezig, die er al jaren standhouden (bijvoorbeeld Madelieffijnstraal, Gevlekte wolfsmelk, Behaard breukkruid). Verlaten spoorwegen zouden in functie van deze soorten kunnen worden beheerd. Interessante tracés liggen in de omgeving van de mijngebieden en van daaruit naar Hasselt of Bilzen-Lanaken-Maastricht. De oprichting van een ‘spoorweg-reservaat’ (Genk, Lanaken) is meer dan aan te bevelen.
D. ZOUTE MILIEUS De soorten zijn van maritieme afkomst (kust of stroomafwaarts Schelde) en bevinden zich in Limburg in de omgeving van industrieën (metaalverwerkende bedrijven, mijnterreinen). Ze komen hier ver buiten hun areaal voor. Langs autostrades en vierbaanswegen hebben zich, door het gebruik van strooizouten, zoutminnende soorten gevestigd. Verlaten industriële sites met een bijzondere zoutminnende vegetatie zouden kunnen worden beschermd door de oprichting van een reservaatgebied, eventueel gekoppeld aan andere industrieelarcheologische instandhoudingsprojecten.
E. VOEDSELRIJKE EN F. VOEDSELARME WATERS De grootste oppervlakte aaneengesloten voedselrijke waters vindt men in het Vijvergebied MiddenLimburg, hierbij rekent men het hele vijvergebied van de vijvers van Terlaemen tot en met het reservaat de Platwijers, Balleweiers, De Maten, Het Wik en Bokrijk. Het Schulensmeer en omgeving zijn eveneens belangrijke watergebieden. In sloten en (sterk) stromende waterlopen in de omgeving van de vloeiweiden (Lommel, Neeroeteren, Sint-Huibrechts-Lille) en in de Voerstreek vindt men bedreigde soorten als Doorgroeid fonteinkruid en Vlottende waterranonkel. Voedselarme waters met hun karakteristieke vegetaties vindt men hoofdzakelijk op het Kempens plateau meestal in (voormalige) heidegebieden: belangrijke vennen zijn het Lobeliaven, het Heuvelsven, het Ven-onder-de-berg, vennen in De Maten, …
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
115
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
Drijvende waterweegbree, een volgens de Europese Habitatrichtlijn te beschermen soort, is een kwetsbare soort die in de vijvers van Midden-Limburg en van de Hoge Kempen lokaal frequent voorkomt. Bedreigde soorten als Grondster, Waterlobelia of Fraai duizendguldenkruid komen er occasioneel voor. Voor het behoud van deze soorten is goede waterkwaliteit en een aangepast vijverbeheer noodzakelijk. Bescherming en (integraal) beheer van grotere vijvergebieden als reservaat is zeker aangewezen.
G. MOERASSEN De moerassen zijn vaak verbonden met open waters. Het Vijvergebied Midden-Limburg is het geschikte biotoop voor soorten als: Goudzuring, Moeraszuring, Rijstgras, Klimopwaterranonkel en Lidsteng. In de reservaatgebieden is het beheer afgestemd op het behoud en het herstel van moerasvegetaties. Soorten in niet beschermde gebieden worden in hun voortbestaan bedreigd. Grote boterbloem komt voor in een reservaat, in Noord(oost)-Limburg. Polei en Aardbeiklaver houden stand in de 11 uiterwaarden van de Maas. Het zeer zeldzame Kruipend moerasscherm (Schulensmeer), het Vlooienkruid en Watergras komen slechts zeer plaatselijk voor ergens in West- en Zuid-Limburg. Of deze soorten er zullen stand houden is niet zeker; de huidige groeiplaatsen van het Vlooienkruid en Watergras zijn vrij bedreigd. Grote watereppe en Moerasandijvie zijn al lang niet meer waargenomen en waarschijnlijk verdwenen op die plaatsen waar ze vroeger groeiden.
H. NATTE RUIGTEN - BOSSEN OP NATTE GRONDEN EN BRONBOSSEN De groeiplaatsen van de belangrijke en bedreigde soorten Bospaardestaart, Moerasooievaarsbek, Boswederik liggen in kleine valleien in de Kempen zoals die van de Stiemerbeek, Zutendaalbeek, Laambeek, Asbeek en in de bovenlopen van de Herk. Hun groeiplaatsen blijven bedreigd omdat ze meestal op privé-eigendommen liggen die niet in functie van de aanwezige natuurwaarden worden beheerd. De beekvalleien waar Groot bronkruid werd waargenomen, zijn ook bedreigd. Hetzelfde geldt voor de bossen met Slanke zegge in Haspengouw. Het Moeraskruiskruid is al meer dan 30 jaar niet meer aan de Maas aangetroffen.
I. BEMESTE GRASLANDEN Soorten van licht bemeste graslanden zijn op het eerste zicht niet bedreigd. Toch nam het aantal standplaatsen na 1980 duidelijk af. Kensoorten als Brede en Gevlekte orchis zijn sterk achteruitgegaan. Deze graasweiden en hooilanden liggen versnipperd in het landschap en zijn vaak verlaten. De weilanden in de valleien met kritische soorten als Veldgerst, Grote pimpernel, Moeraspaardebloem en Brede orchis zijn niet beschermd. Vloeiweiden waren bijzonder soortenrijk omdat ze werden bevloeid met het kalkhoudende water uit de kanalen dat oorspronkelijk afkomstig is uit de Ardennen. Bekende gebieden met vloeiweiden zijn: Lommel-Kolonie, Sint-Huibrechts-Lille, Hageven, Lozen, ..... In de vloeiweiden van Noord-Limburg groeien belangrijke inheemse en niet inheemse soorten. Moesdistel, een inheemse soort die eerder in Haspengouw is terug te vinden, komt er voor. Niet inheemse planten zijn Oeverdistel, Bergklokje, Weideklokje en Bonte krokus. Slechts enkele delen van de oorspronkelijk gebieden die werden bevloeid zijn beschermd als reservaat. De grootste oppervlaktes zijn ondertussen beplant met populieren, waardoor de kensoorten geen schijn van kans maken en dus gewoon verdwijnen.
J. MUREN Hoewel de muren van historische gebouwen vaak zijn beschermd, geldt dit zeker niet voor de eventueel aanwezige muurvegetatie. Kerken en oude woningen in Zuid-Limburg zijn vaak (zij het gedeeltelijk) gebouwd met mergelblokken of met bakstenen waartussen kalkrijk cement werd gevoegd. Voorbeelden zijn: de gebouwen in het Begijnhof te Tongeren, de Romeinse wallen in Tongeren, Bij de restauratie van historische monumenten wordt er meestal geen rekening gehouden 11
Kruipend moerasscherm komt enkel aan de kust en in Limburg voor.
116
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
met de aanwezige vegetatie en wordt ze gewoon verwijderd. Nochtans kan door gebruikmaking van consolidatie-technieken de muurvegetatie perfect behouden blijven. Overleg met eigenaars, meestal openbare besturen, is hiervoor noodzakelijk. Vaak is voor hen de bijzondere waarde van de muurvegetatie onbelangrijk en zijn ze niet bekend met de mogelijkheden om deze te behouden.
K. DROGE GRASLANDEN De natuurlijke droge graslanden komen voor op al dan niet kalkhoudende gronden. In de Kempen vindt men bedreigde soorten langs spoorwegen (Heelbeen) en op zandgronden in Genk (Overblijvende hardbloem, Dwergviltkruid, Viltganzerik). Bepaalde groeiplaatsen van Overblijvende hardbloem en Dwergviltkruid liggen in een natuurreservaat en zijn dus beschermd. De andere zijn niet verzekerd van hun voortbestaan. Aan de Maasoevers of op de winterdijken groeien bedreigde planten als Wit vetkruid, Tripmadam, Zacht vetkruid en Veldsalie. De winterdijken zijn ‘beschermd’, omdat ze in de eerste plaats als waterwerende dijk fungeren en zo behouden worden. Het behoud echter van de vegetaties op de Maasoevers en de dijken is afhankelijk van werkzaamheden voor of na overstromingen. De kalkvegetaties in Limburg zijn in oppervlakte klein en zeer plaatselijk (Figuur 5.5.). Men vindt in Haspengouw de volgende kalksoorten: Voorjaarsganzerik, Voorjaarszegge, Harige ratelaar, Duifkruid, Groene nachtorchis en Bergdravik. Deze kalkgraslanden zijn meestal privé-eigendom waardoor het behoud van deze soorten helemaal niet is verzekerd. In de Kempen vindt men ook plaatselijk kalkvegetaties, met onder meer Driedistel, Geelhartje, Draadklaver, Zinkboerenkers, Beklierde ogentroost, Mantelanjer en Kleine steentijm. Twee laatstgenoemde soorten groeien in beschermde gebieden gelegen (mijnterreinen). De anderen komen hier en daar voor en zijn daar niet beschermd. De meeste planten van de droge zandgronden zijn niet bedreigd, omdat ze in de Kempen heel veel aanwezig zijn. De Wilde tijm is in de tabel aangegeven als ‘bedreigd’. Bij controle van de laatst gekende standplaatsen kwam ze daar evenwel niet meer voor.
L. ZUUR LAAGVEENMOERASSEN, DROGE EN NATTE HEIDE De zure laagveenmoerassen, de heischrale graslanden en de onbemeste graslanden op zure grond herbergen heel wat zeldzame en bedreigde soorten. Sommige bevinden zich in natuurreservaten of ‘veilige’ gebieden. Voorbeelden daarvan zijn Moerasvaren (Bokrijk, Noordoost Limburg), Rond wintergroen (mijngebieden), Draadzegge (Teut, Mechelse heide), Veenorchis (Teut), Kranskarwij (Diepenbeek en de Dommelvallei), enz. De Kleine schorseneer (Diepenbeek) en de Kleine valeriaan (Kolberg) komen zelfs buiten de reservaten (vermoedelijk) nergens meer voor! Het voorkomen van andere soorten is niet beveiligd, zoals: Kamvaren, Moeraswederik, Welriekende nachtorchis, Maanvaren, Addertong, Hondsviooltje en Bosogentroost. Ze groeien op plaatsen buiten reservaten. Spits havikskruid is al heel lang niet meer opgemerkt in Limburg. De droge en natte heide (inclusief het hoogveen) zijn typisch voor Limburg. Ondanks dat de heidegebieden nog een behoorlijke oppervlakte innemen en zelfs beschermd zijn als natuurreservaten, zijn heel wat soorten er sterk op achteruitgegaan; het aantal groeiplaatsen is verminderd. De volgende soorten groeien nog in een zeer beperkt areaal: Grote wolfsklauw (Lanaken), Jeneverbes (Zutendaal, As, Genk), Grote bremraap (Bolderberg), Veenmosorchis (Maasmechelen), Slijkzegge (Maasmechelen). Kleine zonnedauw, Bruine snavelbies en Lavendelhei komen nog in meerdere gebieden voor.
M. KALKMOERASSEN (BASISCH LAAGVEEN) Dit biotoop komt in Limburg niet meer voor. De laatste meldingen van soorten behorend tot deze plantengemeenschap komen uit het Hageven (1949) en Lozen (1967). Het huidige bodemgebruik van deze gebieden is sterk veranderd in vergelijking met vroeger, doordat er niet meer wordt bevloeid zijn typische soorten als Padderus, Parnassia, .... verdwenen.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
117
Evolutie van het plantenbestand in Limburg
N. KAALSLAGEN, O. ZOMEN, P. STRUWELEN In deze biotopen vindt men de meest zeldzame en bedreigde soorten op kalkhoudende gronden. Uiteraard heeft dit te maken met het feit dat kalkbodems in Limburg zeer weinig voorkomen (Figuur 5.5: Zuidoost-Limburg, Voeren, lösshoudende leem in Zuid-Limburg). De soorten, die bedreigd zijn en slechts lokaal voorkomen, zijn Zuurbes (Groot Gelmen), Ruig viooltje (Voeren), Borstelkrans (mijngebied, winterdijk Maas), Betonie (Zuid-Limburg, mijngebied), Bruine orchis (Voeren), Mannetjesorchis (Voeren), Bergnachtorchis (Voeren).
Q. VOEDSELRIJKE EN R. VOEDSELARME BOSSEN De meeste soorten van de bossen op voedselrijke bodems zijn niet onmiddellijk bedreigd. Toch is de Gele monnikskap na 1967 (Moelingen) niet meer waargenomen. Soorten van bossen op kalkhoudende grond, zoals Zwartblauwe rapunzel (Lommel-Kolonie, Nieuwerkerken), Bleek bosvogeltje (Voeren), Gele anemoon (Kortessem), Vingerhelmbloem (Kanne en Voeren), Bosgeelster (Stevoort), Gevlekt longkruid (Loksbergen, Teuven), Fraai hertshooi (Bolderberg), zijn zeldzaam omdat het bostype waarin ze voorkomen in Limburg zeer weinig voorkomt. Bossen op kalkhoudende gronden zouden meer aandacht moeten krijgen. Bescherming is meer dan wenselijk! Bossen op voedselarme bodems komen in de Kempen en in Voeren veel voor. Het grootste aantal soorten is niet bedreigd. De meest kwetsbare is Stippelvaren. Deze is in Limburg slechts bekend van 2 plaatsen: Beverst en Lozen. De zeer zeldzame Zevenster is recent ontdekt in Voeren en in Bolderberg (privé-bos). De groeiplaatsen van beide soorten blijven evenwel al jaren ongewijzigd.
5.2.3 Te beschermen gebieden in Limburg De gebieden in Limburg, die relatief veel zeldzame planten en plantengemeenschappen bevatten en die voor het behoud zouden moeten beschermd worden, zijn: Vloeiweiden: Lommel-Kolonie, Lozen, Sint-Huibrechts-Lille (voedselrijke sloten, weilanden, bosjes); Noordoost-Limburg: bossen, moerassen; Maas: oevers, droge graslanden (winterdijken), weilanden en poelen (uiterwaarden); Mijngebieden: Heusden-Zolder, en andere (droge ruigten, niet ingezaaide terreinen, spoorwegen, zoutrijke zones); Vijvergebieden Midden-Limburg: De Maten, Het Wik, Bokrijk, Vijvercomplex Midden-Limburg, Welleke, Ballewijer; Pomperik (Weilanden, laagveen); Heidegebieden met hun vennen, Maasmechelen, Lanaken, Zutendaal, Lanklaar, Teut, Tenhaagdoornheide, de heidegebieden op de militaire domeinen, Bolderberg (voedselrijke en voedselarme waters, heiden), Beken Noord- en Midden-Limburg: onder andere Itterbeek, Zwarte beek, Stiemerbeek, Mangelbeek, Laambeek; Hoge Kempen: Zutendaalbeek, Asbeek; Schulensmeer: weilanden, waters; Spoorwegen: van de mijnterreinen naar Hasselt en naar Bilzen-Lanaken-Maastricht; Zuid-Limburg: Kortessem, Heers, Borgloon (kalkhoudende graslanden), Riemst (mergelgrotten, droge ruigten), begijnhof Tongeren (omwallingen, gebouwen), kerken, Kanne (bos, rand Albertkanaal); Voeren: snelstromende beken, kalkgraslanden, bossen (Veursbos, Alsbos, e.a.).
118
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Nabeschouwingen
6. NABESCHOUWINGEN 6.1 Botanische kwaliteit van Limburg in een Vlaams perspectief Uit gegevens van de Florabank blijkt dat in Vlaanderen ooit 1279 soorten hogere planten, behorend tot de “wilde flora”, zijn waargenomen, waarvan 1011 als inheems en 175 als “ingeburgerd” worden beschouwd. Ongeveer 6% van de soorten is uitgestorven, 29% is min of meer bedreigd en 15% is 12 zeldzaam. Figuur 6.1 toont de “hot spots ” in Vlaanderen wat betreft de Rode-Lijstsoorten van hogere planten (Natuurrapport, 1999).
S #
# S# # S S S #
# S
S #
S #
S #
##S S#SS #
S #
S #
S #
S #
# S
S # S #
S #
S #
S #
S #
S # S #
S #
S #
S #
S #
S #
S #
S #
S #
S #
S #
S #
# S
S #
S #
S #
# S
S #
# S
S #
S #
S #
S #
# S
S #
S #
S # S #
S # S #
# S # S
# S
# S S #
S #
# S
S #
S #
S #
# S
S #
S #
S #
S #
S #
S # S #
#S # S
S # S #
# S
S #
S #
S #
S #
S #
S #
S #
S # S #
S #
S #
S #
S #
S # S #
# S
S #
S #
S # S #
S #
S # S #
# S
S #
# S S #
S #
S #
S #
S #
S # S #
S #
S #
S # S #
S #
#S # S
S #
S #
S # S #
# S # S
S # S # S #
S # S #
# S # S S #
#S # S # S # S # S
S #
S #
S #
# S
S #
S# # S
S #
S #
# S
S #
S #
S #
S #
S #
S #
S #
S #
S # S #
S #
S #
S #
S #
S #
# S
S # S #
S #
S #
S # S #
# S
S #
Figuur 6.1. Rode-Lijstsoorten “hot spots” van hogere planten in verschillende ecoregio’s.
In de periode 1997-2000 werd een studie uitgevoerd naar de evolutie van de botanische kwaliteit van 13 ecotopen in Vlaanderen (VAN LANDUYT et al. 2000). De in deze studie gebruikte ecotoopindeling verschilt weliswaar van deze in de Rode Lijst, maar ze overlapt met de indeling in socio-ecologische groepen, waardoor vergelijking mogelijk is. In het rapport worden voor Vlaanderen 30 ecotoopgroepen (CML) onderscheiden en wordt de verspreiding van deze ecotopen ervan besproken. De resultaten uit beide rapporten maken het mogelijk om de gegevens in deze Rode Lijst in een ruimere context te plaatsen. Zo wordt duidelijk dat bepaalde plantengemeenschappen ofwel méér of beter ontwikkeld voorkomen in Limburg ofwel zelfs uitsluitend nog in Limburg voorkomen. Dit zijn bijkomende argumenten om maatregelen te nemen voor het behoud en het herstel van deze vegetaties.
12
Aan de hand van de ruimtelijke verspreiding van “hot spots” is getracht gebieden te lokaliseren waar een opvallend groot aantal soorten of veel Rode-Lijstsoorten aanwezig zijn. Een “hot spot” is een karteringshok dat behoort tot de 5% (resp. 10%) soortenrijkste hokken voor de beschouwde groep organismen. 13 De ecotoopindeling werd in 1987 uitgewerkt door het Centrum voor Milieukunde in Leiden (RUNHAAR & STEVERS et al.) en is gebaseerd op milieukenmerken en de structuur van de vegetatie. Eenheden in andere ecologische indelingen, waarmee de ecotoopgroep van het Centrum voor Milieukunde in Leiden (CML) volledig of ten dele overlapt worden in de studie van VAN LANDUYT opgesomd. Op die manier worden er verbanden gelegd met de indeling in socio-ecologische groepen van STIEPERAERE & FRANSEN (1982) en met de ecotopen, die onderscheiden worden in de Biologische waarderingskaarten.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
119
Nabeschouwingen
1.
Verlandings- en waterplantenvegetaties
ECOTOOPINDELING VOLGENS CML
OVEREENKOMENDE SOCIOECOLOGISCHE GROEP VOLGENS STIEPERAERE
Voedselrijke en matig voedselrijke waters
4a: voedselrijke waters, 4c: verlandingsvegetaties in stilstaand voedselrijk water 4d: verlandingsvegetaties in stromend voedselrijk water.
4% van de kenmerkende planten van (matig) voedselrijke waters is uitgestorven en 27 % is bedreigd. Deze ecotooptypes zijn in Vlaanderen goed ontwikkeld en komen voor in de valleigebieden van OostVlaanderen, Vlaams Brabant, Antwerpen en Limburg. Stilstaande, voedselarme, (neutrale tot basische) waters
4b: voedselarme waters
Kenmerkende plantensoorten van oligotrofe wateren zijn sterk bedreigd. Van deze soorten is 10% uitgestorven in Vlaanderen, terwijl 59% bedreigd is. Dit type is beperkt tot de Kempen (Figuur A12).
2. Pioniersvegetaties, graslanden en ruigtevegetaties op brakke of zilte grond Hier worden vier ecotoopgroepen onderscheiden die overeenkomen met 3a: stranden, 3b: slikken, lage schorren en 3c: hoge schorren: Vegetaties op een droge brakke of zilte grond bodem zijn beperkt tot de zeereep. Vegetaties op een vochtige of natte, brakke of zilte bodem komen voor in de kustduinen, de polders, het Schelde estuarium ter hoogte van Antwerpen. De pioniersvegetaties en graslanden op natte brakke of zilte bodem komen goed ontwikkeld voor in het Zwin, de Kustpolders, de Scheldepolders en ter hoogte van Antwerpen. Minder goed ontwikkelde vegetaties beperken zich buiten het maritiem district tot Limburg . Vermits deze soorten van zilte milieus ver buiten hun normale verspreidingsgebied zitten, zijn deze plantengemeenschappen niet volledig ontwikkeld aanwezig en zijn deze soorten in Limburg zeldzaam. Men treft slecht enkele 120
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Nabeschouwingen
soorten aan bijvoorbeeld langs vierbaanswegen (via strooizouten), aan metaalverwerkende bedrijven of aan de steenkoolmijnen. Figuur bk 20 toont ons de polders, estuaria en de zilte mijnplassen nabij Eisden.
3. Pioniersvegetaties en graslanden op natte voedselarme bodem Men kan deze waarnemen op een zuur, een neutraal of een basisch substraat. Pioniersvegetaties en graslanden op natte, voedselarme 7b: basisch laagveen basische bodems In Vlaanderen vindt men de vegetaties op dit substraat in de duinen, op opgespoten terreinen aan de benedenloop van de Schelde ter hoogte van Antwerpen, de omgeving van Berg (Brabant). In Limburg komen dergelijke vegetaties, die zwak ontwikkeld zijn, voor op opgespoten terreinen aan het Albertkanaal te Genk-Zutendaal. Pioniersvegetaties en graslanden op natte, voedselarme neutrale bodems
7c: onbemest nat, voedselarm grasland, 7a: zuur laagveenmoeras In Vlaanderen komen deze vegetaties het meest voor in de Kempen (Antwerpen en Limburg). Toch zijn er op andere plaatsen nog goed ontwikkelde vegetaties zoals te Berg, omgeving Gent en de duinen.
Pioniersvegetaties en graslanden op natte, voedselarme 7d: hoogveen, natte heide. zure bodems Planten van natte heiden en hoogvenen vormen een groep met een hoog aandeel bedreigde soorten: 8% van de soorten is uitgestorven in Vlaanderen, 50% is bedreigd. In Vlaanderen is deze ecotoopgroep nagenoeg volledig beperkt tot de Kempen. De enige goed ontwikkelde locatie buiten de Kempen is gelegen in het natuurreservaat ‘de Gulke Putten’ te Wingene. (Figuur k21).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
121
Nabeschouwingen
4. Pioniersvegetaties, graslanden en ruigten op natte matig voedselrijke tot natte voedselrijke bodem Deze ecotoopgroep komt overeen met volgende socio-ecologische groepen 5b: matig bemest hooiland, 4c: verlandingsvegetatie in stilstaand voedselrijk water, 2b: voedselrijke, natte grond, 2c: droogvallende voedselarme waters en:4d: verlandingsvegetatie in voedselrijk stromend water. Deze vegetaties komen zowat overal in Vlaanderen voor, maar hoofdzakelijk in de valleigebieden die de voorkeur genieten.
5. Pioniersvegetaties en graslanden op vochtige voedselarme bodem Ofwel zijn het zure, neutrale of basische bodems. Pioniersvegetaties en graslanden op vochtige, 6c: kalkgrasland voedselarme basische bodem In Vlaanderen zijn de vegetaties op basische bodems hoofdzakelijk gelokaliseerd in West-Vlaanderen (duinen) en in Limburg (Figuur k 43). In Limburg vindt men dergelijke graslanden in de Leemstreek (Heers, Tongeren), in de Voerstreek en langs de Maas. In de Kempen zijn de locaties verbonden aan mijnterreinen.
122
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Nabeschouwingen
Pioniersvegetaties en graslanden op vochtige, voedselarme neutrale bodem
7c: onbemest, nat, voedselarm grasland, 2c: droogvallende voedselarme waters en 7f: heischraal grasland. De vegetaties op neutrale bodem komen verspreid voor in Vlaanderen. Pioniersvegetaties en graslanden op vochtige, voedselarme zure bodem
7d: hoogveen, natte heide, 7e: droge heide 7f: heischraal grasland De goed ontwikkelde vegetaties op vochtige, voedselarme zure bodems zijn in hoofdzaak beperkt tot de Kempen (Antwerpen en Limburg). Buiten de Kempen komen minder goed ontwikkelde vormen voor in de Vlaamse zand- en zandleemstreek. (Figuur k41).
6. Pioniersvegetaties, graslanden en ruigten op vochtige bodem Ofwel op een matig voedselrijk of op een zeer voedselrijk substraat. Pioniersvegetaties, graslanden en ruigten op vochtige, matige voedselrijke bodems Pioniersvegetaties, graslanden en ruigten op vochtige, zeer voedselrijke bodems
5a: matig bemest grasland, 1c: voedselarme akker, 1e: betreden ruigte 1a: voedselrijke akker, 1g: voedselrijke ruigte
Deze vegetaties komen overal in Vlaanderen voor (Figuur k46).
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
123
Nabeschouwingen
7. Pioniersvegetaties en graslanden op droge, voedselarme bodem. Men kan deze waarnemen op een zuur, neutraal of basisch substraat. Pioniersvegetaties en graslanden op droge, voedselarme basische bodems
6b: voedselarm (kalkhoudend) grasland 6c: kalkgrasland In de groep hogere planten, kenmerkend voor kalkgraslanden’ is een hoog percentage bedreigde soorten: 15% is uitgestorven en 47% is bedreigd. Dit type is nagenoeg beperkt tot de duinen, waar ze het best vertegenwoordigd is langsheen de Westkust. Buiten de duinen is ze enkel aanwezig op de kalkhellingen van Kanne (Figuur k63).
124
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Nabeschouwingen
Pioniersvegetaties en graslanden op droge, voedselarme neutrale bodems
6e: voedselarm, kalkarm grasland 6b: voedselarm (kalkhoudend) grasland. De vegetaties op neutrale bodems komen veel in Midden-Limburg en aan de Westkust voor. Ook andere plaatsen in Vlaanderen (onder andere Krekengebied) kennen deze vegetatie. Pioniersvegetaties en graslanden op droge, voedselarme 7e: droge heide zure bodems 6e: voedselarm, kalkarm grasland De ecotoopgroep van de zure bodems is hoofdzakelijk beperkt tot de Kempen met het zwaartepunt Midden-Limburg. (figuren k21 en k41).
8. Pioniersvegetaties, graslanden en ruigtevegetaties op droge bodem Deze vegetaties vindt men op een matig voedselrijke, maar ook op een zeer voedselrijke bodem. Pioniersvegetaties, graslanden en ruigtevegetaties op droge, matig voedselrijke bodems
Pioniersvegetaties, graslanden en ruigtevegetaties op droge, zeer voedselrijke bodems
6b: voedselarm (kalkhoudend) grasland, 1c: voedselarme akker, 1d: tredplant 1e: betreden ruigte 1f: kalkrijke ruigte 1a: voedselrijke akker, 1d: tredplant 1g: voedselrijke ruigte
Ze komen zowat overal in Vlaanderen voor. We verwijzen naar Figuur k46 (zie hoger).
Bossen en struwelen op natte bodem. De bodems kunnen qua voedselrijkdom zeer verschillend zijn: van zeer voedselrijk, tot matig voedselrijk of tot voedselarm. Bossen en struwelen op natte, matig of zeer voedselrijke gronden
9a: bronbos 4e: natte ruigte
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
125
Nabeschouwingen
Dergelijke bossen vindt men op veel plaatsen in Vlaanderen. Het meest frequent komen ze voor in valleigebieden. Bossen en struwelen op natte, voedselarme, neutrale 9a: bronbos bodems 4e: natte ruigte Dit type is niet zo algemeen. Men vindt deze in bronbossen van de Vlaamse Ardennen, Halle, Rodebos, Meerdaal en Voeren. In de Kempen beperkt het zich tot elzen- en wilgenbosjes in de valleien (Figuur h22).
9. Bossen en struwelen op vochtige bodem Ofwel zijn de bodems matig voedselrijk, voedselarm en basisch of voedselarm en neutraal of voedselarm en zuur. Bossen en struwelen op vochtige, matig voedselrijke bodems
8b: zoom 9d: bos op kalkrijke, droge grond en 9f: bos op voedselrijke, matig vochtige grond.
De ecotoopgroep op een matig voedselrijk substraat kent de grootste verspreiding in Vlaanderen, in de Leemstreek en in Voeren. Toch komt deze ook nog op verschillende andere plaatsen voor. Bossen en struwelen op vochtige, voedselarme, basische en neutrale bodems
9f: bos op voedselrijke, matig vochtige grond, 9d: bos op kalkrijke, droge grond, 9b: bos op voedselrijke, kalkhoudende grond 8c: struweel op droge, kalkhoudende grond.
Van de soorten bijvoorbeeld gebonden aan struwelen op kalkhoudende gronden (8c) is 7% uitgestorven en 63% bedreigd. Van de groep van het eiken-haagbeukenbos en beukenbos op kalkhoudende grond (9b) is maar liefst 75% van de soorten bedreigd. Op een voedselarme vochtige bodem vindt men de bossen in Vlaanderen in de Leemstreek (Zoniënwoud, Halle, Vlaamse Ardennen). In de Limburgse Leemstreek is het de omgeving van Sint-Truiden, Heers, Tongeren, Bilzen, Kanne. Ook in de Leemstreek vindt men dergelijke bossen (Figuur h43).
126
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Nabeschouwingen
Bossen en struwelen op vochtige, voedselarme, zure bodems
9e: voedselarm bos 9f: bos op voedselrijke, matig vochtige grond
De ecotoopgroep op een zure bodem is frequent aanwezig in de Kempen, ook elders in Vlaanderen komt deze groep veel voor. De Leemstreek is het voornaamste verspreidingsgebied van de bossen en de struwelen op vochtige, voedselarme neutrale bodem. Ook in de Voerstreek en enkele valleien in de Kempen vindt men deze groep.
10. Bossen en struwelen op droge, voedselarme, neutrale of basische bodem Bossen en struwelen op droge, voedselarme, basische en neutrale bodems
8c: struweel op droge, kalkhoudende grond, 8d: matig voedselrijk, vrij vochtig struweel 9e: voedselarm bos.
De vegetaties van neutrale bodem komen verspreid in Vlaanderen voor (zowel de Leemstreek als de Kempen). De bossen en de struwelen op droge basische bodems zijn beperkt tot de kustduinen en Kanne. Zelfde verspreidingspatroon als figuur k63 (zie § 7. Pioniersvegetaties en graslanden op droge, voedselarme bodem). Bossen en struwelen op droge, voedselarme, zure bodems 9e: voedselarm bos
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
127
Nabeschouwingen
Deze ecotoopgroep kent voor Vlaanderen zijn hoofdverspreiding in de Kempen.(Figuur h41-61).
6.2 Botanische kwaliteit van Limburg in het NATURA2000 perspectief De EU-Habitatrichtlijn (richtlijn 92/43/EEG) beoogt het waarborgen van de biologische diversiteit door het instandhouden van de natuurlijke habitats en van de wilde flora en fauna binnen de EU-lidstaten. 14 In Vlaanderen komen 46 habitats van communautair belang voor, waarvan 25 typen ook in Limburg voorkomen (Tabel 6.1). Ter bescherming van deze habitats zijn in Vlaanderen speciale beschermingszones (SBZ-H) afgebakend met een totale oppervlakte van ongeveer 102.000 ha, waarvan ongeveer 35.500 ha (35%) gelegen is in Limburg. Deze SBZ-H moeten op dit moment (dd. 15 dec. 2001) nog worden goedgekeurd door de Europese commissie , daarna worden het pas Habitatrichtlijngebieden en vormen ze samen met de EU-Vogelrichtlijngebieden (richtlijn 79/409/EEG) het NATURA2000 netwerk. Deze SBZ-H herbergen het grootste deel van de besproken RodeLijstsoorten. In bijlage II van de Habitatrichtlijn worden specifiek enkele te beschermen plantensoorten opgesomd. Twee daarvan, namelijk Drijvende waterweegbree (Luronium natans) en Kruipend moerasscherm (Apium repens) komen voornamelijk in Limburg voor.
14 15
Van belang voor de Europese Unie Er wordt nagegaan of volledig en voldoende is afgebakend (alle habitats in voldoende oppervlakte)
128
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Nabeschouwingen
Figuur 6.2. Verspreiding van Drijvende waterweegbree (Luronium natans) in Vlaanderen. De bescherming, het beheer en de ontwikkeling van deze in Limburg voorkomende SBZ-H met de voorkomende habitats en -soorten speelt een essentiële rol bij de bescherming van onze RodeLijstsoorten.
De Drijvende waterweegbree is in Europa erkend als bedreigde soort. Foto: Lily GORA.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
129
Nabeschouwingen
Tabel 6.1. In Limburg voorkomende habitats van internationaal belang volgens de Habitatrichtlijn. (De vetgedrukte habitats zijn prioritaire habitats die verplicht moeten worden opgenomen in het NATURA2000 netwerk). Code 2310 2330 3110 3130
3150 4010 4030 5130 6210 6410 6430 6510 7110 7120 7140 7150 8310 9110 9120 9130 9160 9190 91D0 91E0
Habitattype Psammofiele heide met Calluna- en Genista-soorten Open grasland met Corynephorus- en Agrostis-soorten op landduinen Mineraalarme oligotrofe wateren van de Atlantische zandvlakten met amfibische vegetatie: Lobelia, Littorellia en Isoëtes Oligotrofe wateren van het Middeneuropese en peri-alpiene gebied met Littorella- of isoëtes-vegetatie of met eenjarige vegetatie op droogvallende oevers (Nanocyperetalia) Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type Magnopotamium of Hydrocharition Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix Droge heide (alle subtypen) Juniperus communis-formaties in heidevelden of kalkgrasland Gebieden waar zeldzame orchideeën groeien (Festuco-Brometalia) Grasland met Molinia op kalkhoudende bodem en kleibodem (EuMolinion) Voedselrijke ruigten Laaggelegen, schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba officinalis) Actief hoogveen Aangetast hoogveen Overgangs- en trilveen Slenken in veengronden (Rhynchosporion) Niet voor publiek opengestelde grotten Beukenbosssen van het type Luzulo-Fagetum Beukenbosssen van het type met Ilex- en Taxus-soorten rijk aan epifyten (Ilici-Fagetum) Beukenbosssen van het type Asperula-Fagetum Eikenbossen van het type Stellario-Carpinetum Oude zuurminnende bossen met Quercus robur op zandvlakten Veenbossen Overblijvende of relictbossen op alluviale grond (Alnion-glutinosoincanae)
BWK-Code cg Delen van ha Delen van ao Delen van ao
Delen van ae ce cg, hn, cv (cg) hk hm Delen van sp, sk en ku* Delen van hu, hpu t, ces, ct tm, ctm md, ms ce / fl qs en delen van fs (niet fs°) fm, qe, fe qa, fa Delen van qb vo, vt, vm, va, vc, vn, vf
6.3 Aanbevelingen met betrekking tot behoud en bescherming van Rode-Lijstsoorten Het Natuurdecreet maakt het mogelijk om maatregelen te nemen ter bescherming van soorten, doch bepaalt niet welke organismen in aanmerking komen voor bescherming. De Rode-Lijstsoorten zijn alleszins wettelijk beschermd in het kader van het Koninklijk Besluit van 1976 houdende maatregelen ter bescherming van in het wild groeiende plantensoorten. Bij de afbakening van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) moet er rekening worden gehouden met de habitats van de RodeLijstsoorten; deze gebieden zouden in de GEN of GENO-gebieden moeten liggen. In de praktijk is dit echter niet altijd het geval – in Limburg bijvoorbeeld ligt 40% van de Speciale Beschermingszones (SBZ), afgebakend in het kader van de EU-Habitatrichtlijn, buiten het VEN. Voor alle SBZ, maar speciaal voor de bedreigde habitats met Rode-Lijstsoorten buiten het VEN, hebben de voor Limburg bevoegde overheden de verantwoordelijkheid voor de bescherming en het behoud van vermelde habitatgebieden en –soorten. Zij moeten de nodige beheer- en beschermingsmaatregelen treffen om te verzekeren dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats in deze Speciale Beschermingszones niet verslechtert en er geen storende factoren optreden voor de soorten. De vereiste instandhouding van de gebieden vraagt een permanente bestuurlijke oplettendheid bij de 130
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Nabeschouwingen
beoordeling van ontwikkelingen op ruimtelijk vlak en een geïntegreerde beleidsaanpak. Liggen bijzondere habitats met Rode-Lijstsoorten noch in VEN, noch in Habitatrichtlijngebied, maar is het gebied “habitatrichtlijn-waardig”, dan nog hebben overheden de verantwoordelijkheid te zoeken naar andere mogelijkheden om deze gebieden te beschermen en het behoud van voorkomende RodeLijstsoorten te verzekeren. De meest geschikte basis voor een duurzame instandhouding te verzekeren is een groene gewestplanbestemming voor tenminste alle SBZ te realiseren. Bij de opmaak van de Ruimtelijke structuurplannen en de uitvoeringsplannen moet weldegelijk rekening worden gehouden met de EU-habitats in het algemeen en meer specifiek met de habitats van de Rode-Lijstsoorten.
Tijdens de aankoopprocedures moeten gebieden die deel uitmaken van VEN of rijk zijn aan Rode-Lijstsoorten prioritair worden behandeld. Erkende terreinverwervende natuurverenigingen zouden bijkomend financieel door provincie en gemeenten kunnen worden gesteund bij hun aankoop van natuurgebieden. Deze verenigingen moeten immers, in tegenstelling tot Nederland waar ze voor 100% door de overheid worden gesubsidieerd, nog 10 % van de aankoopsom zelf betalen. Ontsnippering en vergroting van de belangrijke, kwetsbare en zeldzame habitats zijn immers nodig om de nodige randvoorwaarden voor behoud van deze Rode-Lijstsoorten te kunnen creëren.
Uit het Milieu- en Natuurrapport Vlaanderen (2000) blijkt dat verdroging, vermesting en verzuring de biodiversiteit significant aantasten. Voedselarme leefgebieden, zoals vochtige of droge, schrale graslanden, heiden en duinen staan door deze achteruitgaande milieukwaliteit onder zware druk en dit uit zich ook door het hoge aantal Rode Lijst soorten in deze voedselarme biotopen. De habitatkwaliteit moet verbeterd worden door te zorgen voor het handhaven of herstellen van een optimale milieukwaliteit en door een degelijke inrichting en beheer. In het kader van het MINA-plan 2 werden activiteiten opgestart die toelaten om meer gericht beleid te ontwikkelen. Een belangrijk stimulerende maatregel zijn de beheersovereenkomsten, waarvan reeds melding is gemaakt. Op dit moment bestaat in het kader van het “Programma voor Plattelandsontwikkeling 20002006” reeds de mogelijkheid om beheersovereenkomsten met beroepslandbouwers af te sluiten. Het betreft de beheerspakketten: weidevogelbeheer, perceelsrandenbeheer en het pakket herstel, ontwikkeling en onderhoud van kleine landschapselementen. Recent werden aan de bestaande beheerspakketten enkele nieuwe toegevoegd, met name: • botanisch beheer. De beheerdoelstelling beoogt de handhaving van botanisch waardevolle graslanden en kruidengemeenschappen in akkers. • Natuur. Deze kan worden afgesloten voor percelen waar het bemestingsverbod en verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen van kracht is en waar bepaalde natuurwaarden aanwezig zijn. • Water. Deze kan worden afgesloten in kwetsbare gebieden en heeft betrekking op verminderd gebruik van stikstof uit dierlijk mest. Voor de natuurgebieden in privé-gebruik bestaan er tot op heden nog geen beheersovereenkomsten. Nochtans is ook daar de natuurkwaliteit achteruitgegaan wegens het ontbreken van elke vorm van beheer – denk maar eens aan de natte dotterbloemgraslanden die door gebrek aan beheer evolueren naar natte ruigtes met moerasspirea. Voorlopig zijn er nog geen instrumenten, die privé-eigenaars zouden stimuleren het beheer van deze gebieden te hervatten. Dergelijke stimulerende maatregelen voor het beheer van natuurgebieden zouden kunnen resulteren in het herstel van een aantal bedreigde habitats en de eventueel aanwezige Rode-Lijstsoorten. Het is dus belangrijk dat de Vlaamse overheid werk maakt van dergelijke beheersovereenkomsten. In de provincie Limburg bestaat een dergelijk initiatief in de vorm van de provinciale ondersteuningsovereenkomsten, die met privé-eigenaars en grondgebruikers kunnen worden afgesloten. In de bepalingen betreffende deze provinciale ondersteuningsovereenkomsten zou moeten worden opgenomen, dat alle percelen waarop plantensoorten uit voorliggende Rode Lijst voorkomen, in aanmerking komen voor een dergelijke overeenkomst.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
131
Nabeschouwingen
Vermits deze beheers- en ondersteuningsovereenkomsten nieuwe of nog vrij onbekende instrumenten zijn, is het belangrijk dat ook de gemeenten meewerken door bijvoorbeeld het initiatief te nemen om eigenaars of gebruikers van gebieden, die Rode-Lijstsoorten herbergen, te contacteren en aan te moedigen een dergelijke overeenkomst af te sluiten. Tenslotte kunnen gemeenten voor de gebieden met Rode-Lijstsoorten in het kader van het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (GNOP) natuurgerichte projecten, die het herstel en/of het behoud van deze soorten bewerkstelligen, uitwerken en uitvoeren Om te voorkomen dat de nu reeds bedreigde tot zeer sterk bedreigde soorten voorgoed verloren zouden gaan, doordat hun biotoop volledig is vernietigd, heeft de Nationale Plantentuin de zaden van deze soorten verzameld en ingevroren (zie intermezzo “Zaadinzameling 1994-1995”). Op deze wijze wordt het genetisch materiaal voor de toekomst bewaard. Laten we hopen dat het nooit nodig zal zijn om deze genenbron aan te spreken. Het is ieders zorg om ervoor te zorgen dat we de huidige biodiversiteit minstens kunnen behouden.
132
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Zaadinzameling van bedreigde tot zeer sterk bedreigde soorten Gedurende de periode 1994-1995 heeft de Limburgse Plantenwerkgroep haar medewerking verleend aan een zaadinzamelingsproject van de Nationale Plantentuin. Daar had men het initiatief genomen om in België zaad in te zamelen van bedreigde planten om zo het genetisch materiaal voor de toekomst te bewaren. De inzamelacties waren voor 1994 gebeurd in het maritiem district, het Ardens district en het Maasdistrict. In de jaren 1994 en 1995 volgden het Kempens district en Limburg. De équipe van de Nationale Plantentuin bestond uit Frieda Billiet, Leo Vanhecke en Thierry Vanderborght. Men had de planten uitgekozen, die zowel in Limburg als in Vlaanderen een redelijke graad van bedreiging kenden. Ook de planten die een meer typisch Limburgse verspreiding kenden en daar niet zo zeldzaam zijn, werden opgenomen. Voor de Limburgse Plantenwerkgroep verleenden Leo Andriessen, Bert Berten, Cécile Nagels en Luc Vanoppen hun medewerking. De zaden werden zodanig ingevroren dat het zaad na 100 jaar nog voldoende kiemkracht zal hebben. Er werden zaden verzameld van 78 planten en sporen van 2 varens en 2 wolfsklauwen. Van sommige soorten waren in de natuur grote voorraden zaad aanwezig. Zo zijn er ongeveer 20.000 zaadjes van de Platte rus en 15.000 van de Grote bremraap geoogst. Andere planten zetten minder zaad. Het aantal ingezamelde van de Draadzegge was 12 en dat van Eenarig wollegras 25. Hierna worden de planten, waarvan de zaden werden ingezameld opgesomd. Ze zijn gerangschikt volgens de bedreigingsgraad in Vlaanderen.
Van Oeverkruid werd in 1995 een hoeveelheid zaad ingezameld. Foto: Lily GORA. Uitgestorven: Harige ratelaar; Zeer sterk bedreigd: Draadzegge, Slijkzegge, Stinkend streepzaad, Kleine wolfsklauw, Beklierde ogentroost, Graslathyrus, Waterlepeltje, Pilvaren, Overblijvende hardbloem; Sterk bedreigd: Stinkende kamille, Wondklaver, Veenorchis, Rijstgras, Watergentiaan, Klavervreter, Grote bremraap; Bedreigd: Lavendelhei, Kruipende moerasweegbree, Bruin cypergras, Gesteeld glaskroos, Klein glaskroos, Veelstengelige waterbies, Eivormige waterbies, Eenarig wollegras, Grondster, Jeneverbes, Naakte lathyrus, Oeverkruid, Kleine ratelaar, Witte snavelbies, Bruine snavelbies, Drijvende egelskop; Potentiëel bedreigd: Slangewortel, Voorjaarssterrekroos, Waterscheerling, Klein warkruid, Klokjesgentiaan, Kikkerbeet, Moerashertshooi, Platte rus, Gestreepte rus, Drijvende waterweegbree, Moeraswolfsklauw, Waterdrieblad, Beenbreek, Rondbladig wintergroen, Klein glidkruid, Grote watereppe, Kleinste egelskop, Moerasvaren.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
133
134
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Literatuurlijst
LITERATUURLIJST Berten, R., 1990. Natuur en Flora Limburg. Eigen uitgave. Genk, 235 pp. Berten, R., 1993. Limburgse plantenatlas (Pteridofyten en Spermatofyten). LISEC. LIKONA. Vier delen. Blab, J., Nowak, E., Trautmann, W. & Sukopp, H., 1984. Rote Liste der gefährdeten Tier und Pflanzen e in der Bundesrepublik Deutschland, 4 erweiterte und neubearbeitete Auflage. Naturschutz Aktuel Nr. 1. Kilda-Verlag, Greven, 270 pp. Cortenraad, J. & Mulder, T., 1989. Bedreigde planten van Limburg (incl. Rode Lijst). Natuurhistorisch Maandblad 78 (11), 181-184. Cosyns, E., Leten, M., Hermy, M., Triest, L. & Vanhecke, L., 1993. Voorlopige standaardlijst van de Vlaamse vaatplanten. Vrije Universiteit Brussel. Rapport in opdracht van het Instituut voor Natuurbehoud. Cosyns, E., Leten, M., Hermy, M., Triest, L. & Vanhecke, L., 1994. Checklist van de Vlaamse Flora. Vrije Universiteit Brussel. Instituut voor Natuurbehoud. De Knijf, G. & Anselin, A., 1997. Een gedocumenteerde Rode Lijst van de libellen van Vlaanderen. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 4, 1-90. Delvosalle, L., Demaret, F., Lambinon, J. & Lawalrée, A., 1969. Plantes rares, disparues ou menacées de disparition en Belgique: l’ apprauvissement de la flore indigène. Bestuur van Waters en Bossen. Dienst domaniale Natuurreservaten en Natuurbescherming 4, 1-129. Desender, K., Maes, D., Maelfait, J-P & Van Kerckvoorde, M., 1995. Een gedocumenteerde Rode Lijst van de zandloopkevers en loopkevers van Vlaanderen. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 1, 1-208. De Wildeman, E. & Durand, T., 1898, 1899. Prodrome de la Flore belge. III Phanérogames, 1112 pp. Lambinon, J., De Langhe, J., Delvosalle, L. & Duvigneaud, J., 1998. Flora van België, het Groothertogdom Luxemburg, Noord-Frankrijk en aangrenzende gebieden (Pteridofyten en de Spermatofyten), 3 druk. Nationale Plantentuin Meise. Maes, D., Maelfait, J-P. & Kuijken, E., 1995. Rode Lijsten: een onmisbaar instrument in het moderne Vlaamse Natuurbehoud. Wielewaal, 61 (5): 149-156. Maes, D. & Van Dyck, H., 1996. Een gedocumenteerde Rode Lijst van de dagvlinders van Vlaanderen. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 3, 1-154. Mennema, J., Quene-Boterenbrood, A. & Plate, C., 1980-1985. Atlas van de Nederlandse Flora. Amsterdam. Stieperaere, H. & Fransen, K., 1982. Standaardlijst van de Belgische vaatplanten met aanduiding van hun zeldzaamheid en socio-ecologische groep. Dumortiera 22, 1-41. Van der Meijden, R., 1996. Heukels’ Flora van Nederland, 22
ste
druk. Wolters-Noordhoff. Groningen.
Vanhecke, L., Charlier, G. & Verelst, L., 1981. Landschappen in Vlaanderen vroeger en nu. Nationale Plantentuin van België. Meise Vanhecke, L., 1986. Onze flora verwelkt. Natuurreservaten 8 (5), 140-143. Van Landuyt, W., Heylen, O., Vanhecke, L., Van den Bremt, P. & Baeté, H., 2000. Verspreiding en evolutie van de botanische kwaliteit van ecotopen: gebaseerd op combinaties van indicatorsoorten uit Florabank. Rapport Vlina project 96/02. Van Rompaey, E. & Delvosalle, L., 1972. Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora (Pteridofyten ste en Spermatofyten). 1 uitgave. Nationale Plantentuin Meise. Van Rompaey, E. & Delvosalle, L., 1979. Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora (Pteridofyten de en Spermatofyten). 2 uitgave. Nationale Plantentuin Meise.
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
135
Literatuurlijst
Weeda, E., Westra, R., Westra, C. & Westra, T., 1985-1991.Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. 5 delen. Willems, J.H., 2001. De Groene nachtorchis (Coeloglossum viride) een kortlevende orchideeënsoort in Zuid-Limburg. Natuurhistorisch Maandblad, 90: 11-15. Wynhoff, I. & Van Swaey, C., 1995. Bedreigde en kwetsbare dagvlinders in Nederland, basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst. De Vlinderstichting, Wageningen, 84 pp.
136
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Bijlagen
BIJLAGEN
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
137
%LMODJH
Bijlage 1 /(*(1'(±DDQGXLGLQJSDUDJUDDI .RORP Wetenschappelijke naam ( LAMBINON et. al. 1998) - ; .RORPNederlandse naam ( LAMBINON et.al. 1998) ; .RORPSymbool /% (= Limburg): (= inheems); (= niet inheems) - ; .RORPSymbool ¶µ: aantal hokken periode 1940-1970; maximum 1191 - ± ; .RORPSymbool ¶µ: aantal hokken periode 1970-1992; maximum 1375 - ±± .RORPSymbool ]]: De zeldzaamheid wordt uitgedrukt in getallen - : zeer algemeen , & : algemeen, & : vrij algemeen, & : vrij zeldzaam, & : zeldzaam, : zeer zeldzaam; EODQFR: plant is verdwenen ; .RORPSymbool D]: De zeldzaamheid wordt uitgedrukt in symbolen - DD : zeer algemeen, D: algemeen, YD: vrij algemeen, Y]: vrij zeldzaam, ]: zeldzaam, ]]: zeer zeldzaam - .RORP Symbool geeft trendcriterium aan - D: vooruitgang of achteruitgang 1-25 %, E: achteruitgang 2650 %, F: achteruitgang 51-75 %, G: achteruitgang 76-100 %, OZ: lang weg (voor de eerste onderzoeksperiode), Z: weg (voor de tweede onderzoeksperiode), QZ: nieuw - ±± .RORPSymbool NO: ,8&1FDWHJRULHsQ : : met uitsterven bedreigd, & & : bedreigd, & : kwetsbaar, & & : kwetsbaar2, & : zeldzaam, : zeldzaam2, & & : achteruitgaand, : niet met uitsterven bedreigd; %ODQFR : geen categorie voor soorten die weg of nieuw zijn. De 5RGH/LMVWVRRUWHQ behoren tot en - ± .RORPSymbool NO: ,&81FDWHJRULHsQ: PXE: met uitsterven bedreigd, EHG: bedreigd, NZ: kwetsbaar, NZ: kwetsbaar 2, ]]: zeldzaam, ]]: zeldzaam 2, D: achteruitgaand, PQE: momenteel niet bedreigd. De 5RGH/LMVWVRRUWHQbehoren tot PXEEHGNZen ]] - ± .RORPSymbool VH: socio-ecologische groepen: D Í J, ": komt niet voor in de lijst Stieperaere & Fransen - .RORPSymbool G: laatste melding voor verdwenen soort - .RORPSymbool G: eerste melding nieuwe soort - .RORPSymbool 9O= De bedreigingsgraad in Vlaanderen; S: potentieel bedreigd, E: bedreigd, E: sterk bedreigd, E: zeer sterk bedreigd, : verdwenen, ": niet bekend - .RORPSymbool 7: $U: archeofyt (ingevoerd voor 1500), 1H: neofyt (ingevoerd na 1500) -
9HUGZHQHQVRRUWHQ %HGUHLJGHVRRUWHQ 1LHXZHVRRUWHQ
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
1
%LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Abutilon theophrasti Acer campestre Acer platanoides Acer pseudoplatanus Aceras anthropophorum Achillea millefolium Achillea ptarmica Acinos arvensis
Fluweelblad Spaanse aak Noorse esdoorn Gewone esdoorn Poppenorchis Gewoon duizendblad Wilde bertram Kleine steentijm
2 1 2 2 1 1 1 1
0 85 38 290 3 1026 506 6
10 102 63 426 6 1283 522 9
10 8 9 5 10 1 4 10
zz nw z a 11 z a 11 va a 16 zz a 10 za a 16 va a 16 zz a 10
Aconitum vulparia Acorus calamus Actaea spicata Adoxa moschatellina Aegopodium podagraria Aethusa cynapium Agrimonia eupatoria Agrimonia repens Agrostemma githago Agrostis canina Agrostis capillaris Agrostis gigantea Agrostis scabra Agrostis stolonifera Agrostis vinealis Aira caryophyllea Aira praecox Ajuga reptans Alchemilla glabra Alchemilla xanthochlora Alisma lanceolatum Alisma plantago-aquatica Alliaria petiolata Allium oleraceum Allium paradoxum Allium scorodoprasum Allium ursinum Allium vineale Alnus glutinosa Alnus incana Alopecurus aequalis Alopecurus geniculatus Alopecurus myosuroides Alopecurus pratensis Alyssum alyssoides Amaranthus albus Amaranthus blitum Amaranthus graecizans Amaranthus hybridus Amaranthus retroflexus Ambrosia artemisiifolia Ambrosia coronopifolia Amelanchier lamarckii Ammi majus Ammophila arenaria Amsinckia micrantha Anagallis arvensis ssp. arvensis Anagallis arvensis ssp. coerulea Anagallis tenella
Gele monnikskap Kalmoes Christoffelkruid Muskuskruid Zevenblad Hondspeterselie Gewone agrimonie Welriekende agrimonie Bolderik Moerasstruisgras Gewoon struisgras Hoog struisgras Struisgras (sc) Fioringras Zandstruisgras Zilverhaver Vroege haver Kruipend zenegroen Kale vrouwenmantel Geelgroene vrouwen-mantel Slanke waterweegbree Grote waterweegbree Look-zonder-look Moeslook Look (pa) Slangelook Daslook Kraailook Zwarte els Witte els Rosse vossenstaart Geknikte vossenstaart Duist Grote vossenstaart Bleek schildzaad Witte amarant Kleine majer Afrikaanse amarant Groene amarant Papegaaiekruid Alsemambrosia Zandambrosia Amerikaans krente-boompje Groot akkerscherm Helm Amsinckia Rood guichelheil Blauw guichelheil Teer guichelheil
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1 2 1 2 2 2 2 2 2 2 1 2 1 1 1
2 61 1 195 718 244 286 7 24 188 505 1 0 351 102 74 73 380 29 9 22 312 344 2 0 10 8 195 703 82 44 190 164 381 1 1 3 0 0 6 20 0 49 0 7 0 142 1 4
0 70 6 316 957 383 297 11 3 198 799 71 1 497 137 82 107 519 23 9 20 394 598 1 1 6 26 254 899 124 72 270 258 502 1 1 10 1 4 19 13 2 67 3 4 1 254 1 9
8 10 6 2 5 6 10 10 7 3 8 10 4 8 8 8 4 9 10 9 5 4 10 10 10 9 6 2 8 8 6 6 4 10 10 10 10 10 9 10 10 9 10 10 10 6 10 10
z zz vz a va vz zz zz vz a z zz va z z z va z zz z va va zz zz zz z vz a z z vz vz va zz zz zz zz zz z zz zz z zz zz zz vz zz zz
2
/%
]] D]
w a a a a a a a d a a a nw a a a a a b b b a a c nw c a a a a a a a a b b a nw nw a c nw a nw c nw a b a
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
NO
NO
VH
zz zz mnb zz mnb mnb zz
1a 9d 9g 9g 6c 5a 5b 6c
11 10 12 16 16 12 10 1 12 16 11
zz zz zz2 mnb mnb zz2 zz mub zz2 mnb zz
16 11 11 11 16 6 5 6 16 16 2
mnb zz zz zz mnb kw kw kw mnb mnb bed
2 11 12 16 11 11 12 12 16 5 5 10
11 2
bed zz zz2 mnb zz zz zz2 zz2 mnb kw kw zz
zz bed
11
zz
2
bed
12 5 10
zz2 kw zz
9c 4c 9g 9c 8b 1a 8c 8c 1a 7a 6e 1f ? 2a 6e 6e 6e 5b 5a 5a 4d 4d 8b 8c ? 9c 9c 8b 9a 9c 2b 2a 1a 5a 6c 1e 1a 1e 1e 1c 1e 1e 9e ?? 3a 1g 1a 1b 7b
G
G
9O
7
1985
?
Ne Ne Ne
b!!
b!! 1967
+ p b!!
1998
Ne
b b!!
Ar
?
Ne
p p
1998
b!! ?
Ne Ne
Ne
Ar? b!! ? 1980 1987
? ?
1983
? ?
1995
?
1989
? b!! b
Ne Ne Ne Ne Ne Ne Ne Ne Ne Ar Ar
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Anchusa arvensis Anchusa officinalis Andromeda polifolia Anemone nemorosa Anemone ranunculoides Angelica archangelica Angelica sylvestris Antennaria dioica Anthemis arvensis Anthemis cotula Anthemis tinctoria Anthoxanthum aristatum Anthoxanthum odoratum Anthriscus sylvestris Anthyllis vulneraria Antirrhinum majus Apera spica-venti Aphanes arvensis Aphanes inexpectata
Kromhals Gewone ossentong Lavendelhei Bosanemoon Gele anemoon Grote engelwortel Gewone engelwortel Rozenkransje Valse kamille Stinkende kamille Gele kamille Slofhak Gewoon reukgras Fluitenkruid Wondklaver Grote leeuwenbek Grote windhalm Grote leeuwenklauw Kleine leeuwenklauw
/% 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1
]] D] 19 0 21 222 1 0 647 0 103 7 0 110 549 294 13 4 316 24 133
50 1 18 291 4 5 807 0 79 15 2 168 633 520 19 7 362 108 166
9 10 9 6 10 10 3
NO
NO
VH
zz
8 9 10 7 4 4 9 10 5 8 7
z a 11 zz nw z b 6 vz a 12 zz a 10 zz nw a a 16 lw z b 6 z a 11 zz nw vz a 12 va a 16 va a 16 z a 11 zz a 10 va a 16 z a 11 vz a 12
zz2 mnb mnb zz zz mnb zz zz2
1c 1f 7d 9f 9c 4e 4e 7f 1c 1e 1e 1c 5a 8b 6c 6a 1c 1a 1c
Apium inundatum Apium nodiflorum Apium repens Arabidopsis thaliana Arabis glabra Arabis hirsuta ssp. hirsuta Arctium lappa Arctium minus Arctium nemorosum Arctium pubens Arctium tomentosum Arenaria serpyllifolia Aristolochia clematitis Armoracia rusticana Arnica montana Arnoseris minima Arrhenatherum elatius Artemisia absinthium Artemisia biennis Artemisia vulgaris Arum italicum Arum maculatum Asparagus officinalis Asperula cynanchica Asplenium adiantum-nigrum Asplenium ruta-muraria Asplenium scolopendrium Asplenium trichomanes Aster lanceolatus Aster novi-belgii Aster tripolium Astragalus glycyphyllos Athyrium filix-femina Atriplex patula Atriplex prostrata Avena fatua Avena strigosa
Ondergedoken moerasscherm Groot moerasscherm Kruipend moerasscherm Zandraket Torenkruid Ruige scheefkelk Grote klit Kleine klit Bosklit Middelste klit Donzige klit Zandmuur Pijpbloem Mierikswortel Valkruid Korensla Glanshaver Absintalsem Tweejarige alsem Bijvoet Italiaanse aronskelk Gevlekte aronskelk Tuinasperge Kalkbedstro Zwartsteel Muurvaren Tongvaren Steenbreekvaren Smalle aster Nieuw-Nederlandse aster Zulte Wilde hokjespeul Wijfjesvaren Uitstaande melde Spiesmelde Oot Evene
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 2 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 2
12 163 1 235 1 6 19 323 2 2 2 235 5 1 0 28 549 8 0 804 4 171 19 2 2 136 4 29 1 0 1 12 584 202 191 16 10
9 232 1 425 3 7 35 366 4 24 2 344 5 13 0 17 800 6 1 1088 4 305 48 2 4 165 11 34 8 7 5 23 712 326 208 37 4
10 6 10 5 10 10 9 5 10 9 10 6 10 10
zz vz zz va zz zz z va zz z zz vz zz zz
5 12 5 16 10 10 11 16 10 11 5 12 5 10
kw zz2 kw mnb zz zz zz mnb zz zz kw zz2 kw zz
9 3 10 10 2 10 6 9 10 10 7 10 9 10 10 10 9 3 6 6 9 10
z a zz zz a zz vz z zz zz vz zz z zz zz zz z a vz vz z zz
4 16 5
bed mnb kw
b a b a a a a a a a b a b a lw c a b nw a b a a b a a a a a nw a a a a a a c
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
16 5 12 11 5 10 12 10 11 10 10 11 16 12 12 11 2
kw zz2 zz mnb kw zz
mnb kw zz2 zz kw zz zz2 zz zz zz zz zz mnb zz2 zz2 zz bed
4b 4d 2b 6b 8c 6c 1g 1g 8a 1g 1g 6b 8c 1g 7f 1c 5a 1e 1e 1g 8b 9f 8d 6c 6a 6a 9g 6a 1g 1g 3b 8c 9f 1e 1e 1a 1a
G
G
9O
1984
7 Ne
b b!! 1978
Ne
1930
+ b! b!
1977
Ar
b! ?
Ne Ar
b! b!! b!! b
p b!! b!! 1900
Ar Ne
+ b!!
1980
b!! ?
? Ne
p
Ne
b b!! b!!
?
p ? ?
1979
Ne Ne
b
?
3
Ar Ne
%LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
NO
NO
VH
Avenula pubescens Azolla filiculoides
Zachte haver Grote kroosvaren
1 2
31 0
28 7
9 10
z b zz nw
6
kw
6c 4a
Stijve moerasweegbree
1
12
7
10
zz
c
2
bed
4b
b!
Kruipende moerasweegbree Stinkende ballote Bitter barbarakruid Stijf barbarakruid Vroeg barbarakruid Gewoon barbarakruid Madeliefje Zuurbes Grijskruid Kleine watereppe Ruwe berk Zachte berk Knikkend tandzaad Smal tandzaad Zwart tandzaad Veerdelig tandzaad Dubbelloof Platte bies Bernagie Gelobde maanvaren Gevinde kortsteel Boskortsteel Sareptamosterd Zwarte mosterd Bevertjes Akkerdravik Gekielde dravik Grote trosdravik Bergdravik Zware dreps Zachte dravik Kweekdravik Trosdravik Ruwe dravik Dreps IJle dravik Zwenkdravik Heggenrank Vlinderstruik Grote hardvrucht Zwanebloem Hennegras Gewoon struisriet Slangewortel Gesteeld sterrenkroos Haaksterrenkroos Stomphoekig sterrenkroos Klein sterrenkroos Gewoon sterrenkroos Gevleugeld sterrenkroos Struikhei Gewone dotterbloem
1 1 1 2 2 1 1 1 2 1 1 1 1 2 2 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
10 170 1 3 0 119 818 0 41 23 712 497 56 13 64 248 99 0 4 7 20 154 0 2 42 0 0 1 29 0 526 1 32 8 17 216 41 291 0 1 14 154 145 15 0 6 2 0 3 13 695 321
13 198 0 40 2 165 1031 1 47 35 898 625 78 44 97 331 84 0 10 5 18 216 1 6 30 0 1 5 31 3 618 5 18 5 39 287 46 410 10 1 20 203 227 17 28 35 7 25 30 32 698 434
10 7
zz vz
10 12
zz zz2
z zz vz a zz z z a va z z z vz z
11
zz
10 10 9 6 10 10 9
zz zz z vz zz zz z
4b 1g 4e 4e 1a 4e 5a 8d 1e 4d 9e 9e 2b 2b 2b 2b 9e 7b 1g 7f 6c 9c ? 4e 7f 1e 1e 1a 6c 1b 5a 6c 5b 8a 1a 8b 1f 8d 6a 1g 4d 4c 8a 4c 4a 4a 4a 4b 4a 4d 7e 5b
b
9 10 7 2 10 9 9 2 4 8 9 8 6 8
a a w a nw a a nw a a a a a a a a b lw a b b a nw a b lw nw a a nw a a c c a a a a nw b a a a a nw a a nw a a b a
Baldellia ranunculoides ssp. ranunculoides Baldellia ranunculoides ssp. repens Ballota nigra Barbarea intermedia Barbarea stricta Barbarea verna Barbarea vulgaris Bellis perennis Berberis vulgaris Berteroa incana Berula erecta Betula pendula Betula pubescens Bidens cernua Bidens connata Bidens frondosa Bidens tripartita Blechnum spicant Blysmus compressus Borago officinalis Botrychium lunaria Brachypodium pinnatum Brachypodium sylvaticum Brassica juncea Brassica nigra Briza media Bromus arvensis Bromus carinatus Bromus commutatus Bromus erectus Bromus grossus Bromus hordeaceus Bromus inermis Bromus racemosus s.str. Bromus ramosus Bromus secalinus Bromus sterilis Bromus tectorum Bryonia dioica Buddleja davidii Bunias orientalis Butomus umbellatus Calamagrostis canescens Calamagrostis epigejos Calla palustris Callitriche brutia Callitriche hamulata Callitriche obtusangula Callitriche palustris Callitriche platycarpa Callitriche stagnalis Calluna vulgaris Caltha palustris
4
/%
]] D]
10 10 9 10 4 10 9 10 9 6 9 5 10 10 9 7 6 9 9 9 10 9 9 9 3 5
zz zz z zz va zz z zz z vz z va zz zz z vz vz z z z zz z z z a va
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
12 16
zz2 mnb
11 11 16 16 11 11 11 12 6
zz zz mnb mnb zz zz zz zz2 kw
10 5 6 12
zz kw kw zz2
10 6
zz kw
10 11
zz zz
16 10 4 2 11 12 11 16
mnb zz bed bed zz zz2 zz mnb
5 11 12 12 11
kw zz zz2 zz2 zz
11 10
zz zz
11 11 15 16
zz zz a mnb
G
G
9O
7
1985
p b
Ne
1961
b Ar Ne
1992
1997
b!! Ne
Ne Ne
1900
b!! ? b! p 1993
1900 1997
1984
? b b!! ? ? p b!!
Ne
Ne Ar
Ne
Ar Ar
b b p
1990 ? p
p 1980
1986
p
Ne Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
/%
Calystegia sepium Camelina sativa Campanula patula Campanula persicifolia Campanula rapunculoides Campanula rapunculus Campanula rhomboidalis Campanula rotundifolia Campanula trachelium Capsella bursa-pastoris Cardamine amara Cardamine flexuosa Cardamine hirsuta Cardamine impatiens Cardamine pratensis ssp, paludosa Cardamine pratensis ssp, picra Cardamine pratensis ssp, pratensis Cardaminopsis arenosa Cardaria draba Carduus crispus Carduus nutans Carex acuta Carex acutiformis Carex arenaria Carex bohemica Carex canescens Carex caryophyllea Carex cuprina Carex demissa Carex diandra Carex digitata Carex dioica Carex distans Carex disticha Carex divulsa ssp. divulsa Carex echinata Carex elata Carex elongata Carex flacca Carex hirta Carex hostiana Carex lasiocarpa Carex lepidocarpa Carex limosa Carex muricata ssp. lamprocarpa Carex nigra Carex ovalis Carex ovalis var, argyroglochin Carex pallescens Carex panicea Carex paniculata Carex pendula Carex pilulifera Carex pseudocyperus Carex pulicaris Carex reichenbachii
Haagwinde Zaadhuttentut Weideklokje Prachtklokje Akkerklokje Rapunzelklokje Bergklokje Grasklokje Ruig klokje Gewoon herderstasje Bittere veldkers Bosveldkers Kleine veldkers Springzaadveldkers
1 2 2 1 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1
]] D] 493 2 1 4 9 194 3 343 40 528 86 13 74 0
724 4 4 1 15 218 2 302 65 1113 121 38 321 3
3 10 10 10 9 6 10 6 9 1 8 9 6 10
a a zz a zz a zz d z a vz a zz b vz b z a za a z a z a vz a zz nw
Pinksterbloem (pa) Pinksterbloem (pi)
1 1
7 0
18 35
9 9
z z
a 11 nw
Pinksterbloem (pr) Rozetsteenkers Pijlkruidkers Kruldistel Knikkende distel Scherpe zegge Moeraszegge Zandzegge Cyperzegge Zompzegge Voorjaarszegge Valse voszegge Geelgroene zegge Ronde zegge Vingerzegge Tweehuizige zegge Zilte zegge Tweerijige zegge IJle bermzegge Sterzegge Stijve zegge Elzenzegge Zeegroene zegge Ruige zegge Blonde zegge Draadzegge Schubzegge Slijkzegge Dichte bermzegge Zwarte zegge Hazezegge Hazezegge (ar) Bleke zegge Blauwe zegge Pluimzegge Hangende zegge Pilzegge Hoge cyperzegge Vlozegge Valse zandzegge
1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
634 19 20 257 5 139 129 122 0 103 24 42 20 2 3 0 0 148 1 41 45 49 36 332 1 16 2 2 2 259 173 0 29 100 74 4 195 50 0 0
894 26 12 455 3 145 199 115 0 109 20 77 26 0 0 0 0 179 3 43 57 56 32 367 1 15 0 1 7 229 243 3 20 62 110 4 216 62 0 3
3 9 10 5 10 7 7 8
a z zz va zz vz vz z
8 9 8 9
z z z z
a a c a c a a b lw a b a a w w lw lw a a a a a b a b b w c a b a nw b c a b a a lw nw
7 10 9 9 9 9 5 10 9
vz zz z z z z va zz z
10 10 6 6 10 9 9 8 10 6 9
zz zz vz vz zz z z z zz vz z
10
zz
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
NO
NO
VH
16 10 10 1 11 12 5 9 11 16 11 11 12
mnb zz zz mub zz zz2 kw kw2 zz mnb zz zz zz2
4e 1f 5a 8c 8c 1g 5b 6e 9d 1d 9a 9a 6b 9g
1983
4c 9a
1970
zz
16 11 2 16 2 12 12 6
mnb zz bed mnb bed zz2 zz2 kw
11 6 11 11
zz kw zz zz
12 10 11 11 11 6 16 5 6
zz2 zz zz zz zz kw mnb kw kw
2 10 9 12
bed zz kw2 zz2
6 4 11 5 12 11
kw bed zz kw zz2 zz
5a 1g 1e 1g 1f 4c 4c 6b 2c 7a 6c 2a 7a 7b 9b 7b 3c 5b 8c 7a 4c 9a 6c 2a 7c 7a 7b 7d 8a 7a 5a 5a 8a 7c 4c 9a 7e 4c 7c 9e
G
G
9O
7
?
Ne Ne
+ p
Ar Ne
?
Ne Ne b
1890
+ b
1964 1968 1930 1900
b!! b!! b!! b b
b!! b!! b! b!! b
1952
1987 p p
1900
b!! b
1975
5
%LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Carex remota Carex riparia Carex rostrata Carex scandinavica Carex spicata Carex strigosa Carex sylvatica Carex vesicaria Carex viridula Carex vulpina Carlina vulgaris Carpinus betulus Carum carvi Carum verticillatum Castanea sativa Catabrosa aquatica Centaurea calcitrapa Centaurea cyanus Centaurea decipiens Centaurea jacea Centaurea nigra Centaurea scabiosa Centaurea serotina Centaurea thuillieri Centaurium erythraea Centaurium pulchellum Centunculus minimus Cephalanthera damasonium Cerastium arvense Cerastium fontanum Cerastium glomeratum Cerastium pumilum ssp. glutinosum Cerastium semidecandrum Ceratocapnos claviculata Ceratophyllum demersum Chaenorrhinum minus Chaerophyllum temulum Chelidonium majus Chenopodium album Chenopodium ambrosioides Chenopodium bonus-henricus Chenopodium ficifolium Chenopodium glaucum Chenopodium hybridum Chenopodium murale Chenopodium polyspermum Chenopodium rubrum Chenopodium vulvaria Chrysanthemum segetum Chrysosplenium alternifolium Chrysosplenium oppositifolium Cicendia filiformis Cicerbita macrophylla Cichorium intybus Cicuta virosa Circaea lutetiana
IJle zegge Oeverzegge Snavelzegge Duindwergzegge Gewone bermzegge Slanke zegge Boszegge Blaaszegge Dwergzegge Voszegge Driedistel Haagbeuk Echte karwij Kranskarwij Tamme kastanje Watergras Kalketrip Korenbloem Knoopkruid (de) Knoopkruid Zwart knoopkruid Grote centaurie Knoopkruid (se) Gewoon knoopkruid Echt duizendguldenkruid Fraai duizendguldenkruid Dwergbloem Bleek bosvogeltje Akkerhoornbloem Gewone hoornbloem Kluwenhoornbloem
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
98 5 126 1 45 4 109 78 17 28 20 281 1 0 137 11 2 450 0 7 17 9 0 519 48 7 2 1 294 921 95
119 35 136 2 62 4 112 54 19 18 8 326 3 4 196 9 0 334 2 3 16 8 4 618 90 5 0 4 327 1185 185
8 9 8 10 9 10 8 9 9 9 10 6 10 10 7 10
Steenhoornbloem Zandhoornbloem Rankende helmbloem Grof hoornblad Kleine leeuwenbek Dolle kervel Stinkende gouwe Melganzenvoet Welriekende ganzenvoet Brave Hendrik Stippelganzenvoet Zeegroene ganzenvoet Esdoornganzenvoet Muurganzenvoet Korrelganzenvoet Rode ganzenvoet Stinkende ganzenvoet Gele ganzebloem Verspreidbladig goudveil Paarbladig goudveil Draadgentiaan Grote bergsla Wilde cichorei Waterscheerling Groot heksenkruid
1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1
7 91 0 25 48 566 411 618 0 4 13 17 0 3 60 25 0 253 13 11 7 0 56 15 80
12 174 3 57 115 835 587 852 4 0 58 26 5 4 187 89 0 372 27 19 4 1 41 29 120
10 7 10 9 8 3 4 3 10
6
/%
]] D]
6 10 10 9 10 10 4 8 10 10 6 1 7
9 9 10 10 7 8 5 9 9 10 10 9 9 8
NO
NO
VH
z a 11 z a 11 z a 11 zz a 10 z a 11 zz b 5 z a 11 z b 6 z a 11 z c 4 zz c 2 vz a 12 zz a 10 zz nw vz a 12 zz b 5 w vz b 9 zz nw zz c 2 z b 6 zz b 5 zz nw va a 16 z a 11 zz b 5 w zz a 10 vz a 12 za a 16 vz a 12
zz zz zz zz zz kw zz kw zz bed bed zz2 zz
9a 4c 7a 2c 8b 9a 9f 4c 7c 4c 6c 9d 5a 7c 9e 2b 1f 1c 5a 5a 5a 6c 5a 5a 8a 2c 2c 9b 6b 5a 1e
zz a 10 vz a 12 zz nw z a 11 z a 11 a a 16 va a 16 a a 16 zz nw w z a 11 z a 11 zz nw zz a 10 vz a 12 z a 11 lw va a 16 z a 11 z a 11 zz c 2 zz nw z b 6 z a 11 z a 11
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
zz2 kw kw2 bed kw kw mnb zz kw zz zz2 mnb zz2 zz zz2 zz zz mnb mnb mnb
zz zz zz zz2 zz mnb zz zz bed kw zz zz
6b 6b 8a 4a 1a 8b 8b 1e 1e 1g 1e 2b 1e 1f 1a 2b 1e 1c 9a 9a 2c ? 1d 4c 9c
G
G
9O
7
? b
p p b!
1975
? b!
? Ar
b +
1965 1976
?
1982
? b! ?
1963
Ar Ar
b!! b!!
p 1980
Ar 1980 1968
b
Ne Ar Ar
1975
1930
b b
b!!
1998
b!! ? p
Ar?
Ne Ne?
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Cirsium acaule Cirsium arvense Cirsium oleraceum Cirsium palustre Cirsium rivulare Cirsium vulgare Cladium mariscus Claytonia perfoliata Clematis vitalba Clinopodium vulgare Cochlearia danica Coeloglossum viride Coincya monensis ssp. cheiranthos Colchicum autumnale Comarum palustre Conium maculatum Convallaria majalis Convolvulus arvensis Conyza canadensis Coriandrum sativum Corispermum leptopterum Cornus mas Cornus sanguinea Coronopus didymus Coronopus squamatus Corrigiola litoralis Corydalis solida Corylus avellana Corynephorus canescens Crassula tillaea Crataegus laevigata Crataegus monogyna Crataegus rhipidophylla Crepis biennis Crepis capillaris Crepis foetida Crepis paludosa Crepis polymorpha Crepis setosa Crepis tectorum Crocus vernus Cruciata laevipes Crypsis schoenoides Cuscuta campestris Cuscuta epithymum Cuscuta europaea Cydonia oblonga Cymbalaria muralis Cynodon dactylon Cynoglossum officinale Cynosurus cristatus Cyperus esculentus Cyperus flavescens Cyperus fuscus Cystopteris fragilis Cytisus scoparius
Aarddistel Akkerdistel Moesdistel Kale jonker Oeverdistel Speerdistel Galigaan Witte winterpostelein Bosrank Borstelkrans Deens lepelblad Groene nachtorchis
/% 1 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1
]] D] 9 884 60 842 5 587 13 5 134 32 0 0
9 1249 106 859 2 921 8 20 182 37 201 1
10 1 8 3 10 2 10 9 7 9 7 10
zz b za a z a a a zz c a a zz c z a vz a z a vz nw zz nw
Muurbloemmosterd Herfsttijloos Wateraardbei Gevlekte scheerling Lelietje-van-dalen Akkerwinde Canadese fijnstraal Koriander Smal vlieszaad Gele kornoelje Rode kornoelje Kleine varkenskers Grove varkenskers Riempjes Vingerhelmbloem Hazelaar Buntgras Mosbloempje Tweestijlige meidoorn Eenstijlige meidoorn Koraalmeidoorn Groot streepzaad Klein streepzaad Stinkend streepzaad Moerasstreepzaad Paardebloemstreepzaad Borstelstreepzaad Smal streepzaad Bonte krokus Kruisbladwalstro Crypsis (sc) Veldwarkruid Klein warkruid Groot warkruid Kwee Muurleeuwenbek Handjesgras Veldhondstong Beemdkamgras Knolcyperus Geel cypergras Bruin cypergras Blaasvaren Brem
2 1 1 1 1 1 2 2 2 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 1 2 2 1 1 2 2 2 1 1 2 1 1 1 1
0 48 181 8 105 291 339 0 1 3 300 3 25 2 21 564 232 0 76 656 4 252 435 1 50 2 1 0 1 261 0 0 53 14 2 33 5 12 319 0 0 5 3 736
2 64 204 31 121 447 485 1 3 5 433 22 43 2 23 722 256 0 141 989 2 258 718 1 48 12 6 3 3 332 1 4 35 39 4 58 4 12 325 23 0 8 0 743
10 9 7 9 8 5 4 10 10 10 5 9 9 10 9 3 6
zz nw z a 11 vz a 12 z a 11 z a 11 va a 16 va a 16 zz nw zz a 10 zz a 10 va a 16 z a 11 z a 11 zz b 5 z a 11 a a 16 vz a 12 lw vz a 12 a a 16 zz c 2 vz a 12 a a 16 zz b 5 z b 6 zz a 10 zz a 10 zz nw zz a 10 vz a 12 zz nw zz nw z c 4 z a 11 zz a 10 z a 11 zz b 5 zz b 5 vz a 12 z nw lw zz a 10 w a b 15
7 2 10 6 3 10 9 10 10 10 10 6 10 10 9 9 10 9 10 10 6 9 10 3
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
NO
NO
VH
5 16 11 16 2 16 2 11 12 11
kw mnb zz mnb bed mnb bed zz zz2 zz
6c 1g 5b 5b 5b 1e 4c 8b 8d 8c 3c 6c
zz zz2 zz zz mnb mnb zz zz mnb zz zz kw zz mnb zz2 zz2 mnb bed zz2 mnb kw kw zz zz zz zz2
bed zz zz zz kw kw zz2
zz a
1e 5b 7a 1g 9e 1e 1d ? 1f 8d 8d 1d 1d 1d 9c 9f 6e 2c 9f 8d 8d 5a 1e 1f 5b 5a 1f 1e 5b 8b ? 1g 7e 4e 1g 6a 6b 1f 5a 1g 2c 2c 6a 7e
G
G
9O
7
b
Ne b Ne p 1997 2000
+
1987
Ar? p
1997
? ?
Ne Ne Ne Ne? Ne
b!!
1863
+
b!!
b!!
? b!
1973
Ne Ne
1999 1983
1985 1900 1967
7
? ? p
Ne Ne
?
Ne Ar? Ar?
? + b b!!
Ne
%LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
NO
NO
VH
Dactylis glomerata Dactylorhiza fistulosa Dactylorhiza fuchsii Dactylorhiza incarnata Dactylorhiza maculata ssp. elodes Dactylorhiza maculata ssp. maculata Dactylorhiza praetermissa Dactylorhiza sphagnicola Danthonia decumbens Datura stramonium Daucus carota Delia segetalis Deschampsia cespitosa Deschampsia flexuosa Deschampsia setacea Descurainia sophia Dianthus armeria Dianthus deltoides Digitalis purpurea Digitaria ischaemum Digitaria sanguinalis Diphasiastrum tristachyum Diplotaxis muralis Diplotaxis tenuifolia Dipsacus fullonum Dipsacus pilosus Doronicum pardalianches Draba muralis Drosera intermedia Drosera longifolia Drosera rotundifolia Dryopteris affinis Dryopteris carthusiana Dryopteris cristata Dryopteris dilatata Dryopteris filix-mas Echinochloa crus-galli Echinochloa utilis Echium vulgare Elatine hexandra Elatine hydropiper Elatine triandra Eleocharis acicularis Eleocharis multicaulis Eleocharis ovata Eleocharis palustris Eleocharis quinqueflora Eleocharis uniglumis Elodea canadensis Elodea nuttallii Elymus caninus Elymus repens Epilobium angustifolium Epilobium ciliatum Epilobium hirsutum
Gewone kropaar Brede orchis Bosorchis Vleeskleurige orchis
1 1 1 1
881 35 1 3
1148 19 4 2
1 9 10 10
za z zz zz
a c a c
16 4 10 2
mnb bed zz bed
5a 5b 5b 7b
Heide-orchis
1
5
8
10
zz
a
10
zz
7d
Gevlekte orchis Rietorchis Veenorchis Tandjesgras Doornappel Peen Korenschijnspurrie Ruwe smele Bochtige smele Moerassmele Sofiekruid Ruige anjer Steenanjer Gewoon vingerhoedskruid Glad vingergras Harig vingergras Kleine wolfsklauw Kleine zandkool Grote zandkool Grote kaardenbol Kleine kaardenbol Hartbladzonnebloem Wit hongerbloempje Kleine zonnedauw Lange zonnedauw Ronde zonnedauw Geschubde niervaren Smalle stekelvaren Kamvaren Brede stekelvaren Mannetjesvaren Hanenpoot Hanenpoot (ut) Slangekruid Gesteeld glaskroos Klein glaskroos Drietallig glaskroos Naaldwaterbies Veelstengelige waterbies Eivormige waterbies Gewone waterbies Armbloemige waterbies Slanke waterbies Brede waterpest Smalle waterpest Hondstarwegras Kweek Gewoon wilgenroosje Beklierde basterdwed Harig wilgenroosje
1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 2 1
49 0 0 244 16 596 ? 375 657 18 5 7 16 47 33 9 11 5 11 44 11 3 0 57 0 98 64 540 2 264 519 175 0 81 13 0 0 22 39 5 131 1 0 99 12 15 451 747 1 364
24 1 8 199 41 750 0 462 716 5 1 11 17 75 92 27 2 12 15 111 21 7 2 65 0 88 16 668 5 371 737 303 1 133 35 23 7 38 44 14 145 0 1 77 39 15 744 963 234 586
9 10 10 7 9 3
z c 4 zz nw zz nw vz b 9 z a 11 a a 16 w va a 16 a a 16 zz d 1 zz d 1 zz a 10 z a 11 z a 11 z a 11 z a 11 zz d 1 zz a 10 z a 11 z a 11 z a 11 zz a 10 zz nw z a 11 lw z b 6 z d 3 va a 16 zz a 10 va a 16 a a 16 vz a 12 zz nw z a 11 z a 11 z nw zz nw z a 11 z a 11 z a 11 vz a 12 w zz nw z b 6 z a 11 z b 6 a a 16 a a 16 vz a 12 va a 16
bed
7c 5b 7a 7f 1e 5a 2c 2a 9e 4b 1f 6b 6e 8a 1d 1e 7e 1f 1f 1f 8a 9c 6c 7d 7d 7d 9f 9e 7a 9e 9f 1c ? 1f 4b 4b 4b 4b 4b 2c 4d 7b 2a 4a 4a 9c 1e 8a 1g 4e
8
/%
]] D]
5 3 10 10 10 9 8 8 9 10 10 9 8 9 10 10 9 8 9 4 10 5 3 6 10 8 9 9 10 9 9 9 7 10 8 9 9 3 2 6 4
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
kw2 zz mnb mnb mnb mub mub zz zz zz zz zz mub zz zz zz zz zz zz kw bed mnb zz mnb mnb zz2 zz zz
zz zz zz zz2
kw zz kw mnb mnb zz2 mnb
G
G
9O
7
b b b
1999 1981
b p b! Ne
1940
+
b! b p
? b!! Ne
1973 1888
p b b
Ne?
+ p p
1995
?
1985 1987
b b b p
Ar Ne
b 1951 1983
b!! ? Ne Ne
Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Epilobium lanceolatum Epilobium montanum
Lancetbladige basterdwederik Bergbasterdwederik
1 1
1 79
4 111
10 8
zz z
Epilobium obscurum Epilobium palustre Epilobium parviflorum Epilobium roseum Epilobium tetragonum ssp. lamyi
Donkergroene basterdwederik Moerasbasterdwederik Viltige basterdwederik Bleke basterdwederik Harde basterdwederik
1 1 1 1 1
12 73 102 32 8
39 101 199 67 31
9 8 7 9 9
Epilobium tetragonum ssp. tetragonum Epipactis helleborine Epipactis palustris Equisetum arvense Equisetum fluviatile Equisetum hyemale Equisetum palustre Equisetum sylvaticum Equisetum telmateia Eragrostis cilianensis Eragrostis minor Eragrostis pilosa Eragrostis tenuifolia Eranthis hyemalis Erica cinerea
Kantige basterdwederik Brede wespenorchis Moeraswespenorchis Heermoes Holpijp Schaafstro Lidrus Bospaardestaart Reuzenpaardestaart Liefdegras (ci) Klein liefdegras Straatliefdegras Liefdegras (te) Winterakoniet Rode dophei
1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 1
16 176 1 550 290 7 455 3 30 0 3 0 0 2 69
90 322 0 844 317 10 466 4 41 1 9 1 1 3 63
Erica tetralix Gewone dophei Erigeron acer Scherpe fijnstraal Erigeron annuus ssp. annuus Zomerfijnstraal Erigeron annuus ssp. septentrionalis Madelieffijnstraal Eriophorum angustifolium Veenpluis Eriophorum gracile Slank wollegras Eriophorum vaginatum Eenarig wollegras Erodium cicutarium ssp, cicutarium Gewone reigersbek Erodium cicutarium ssp, dunense Duinreigersbek Erodium lebelii Kleverige reigersbek Erophila verna Vroegeling Erucastrum gallicum Schijnraket Eryngium campestre Echte kruisdistel Erysimum cheiranthoides Gewone steenraket Erysimum cheiri Muurbloem Euonymus europaeus Wilde kardinaalsmuts Euonymus latifolius Brede kardinaalsmuts Eupatorium cannabinum Koninginnenkruid Euphorbia amygdaloides Amandelwolfsmelk Euphorbia cyparissias Cipreswolfsmelk Euphorbia esula ssp. esula Heksenmelk Euphorbia esula ssp. tommasiniana Roedewolfsmelk Euphorbia exigua Kleine wolfsmelk Euphorbia helioscopia Kroontjeskruid Euphorbia lathyrus Kruisbladige wolfsmelk Euphorbia maculata Gevlekte wolfsmelk Euphorbia peplus Tuinwolfsmelk Euphrasia nemorosa Bosogentroost
1 1 2
327 54 2
2 1 1 1
Euphrasia officinalis ssp. rostkoviana
Beklierde ogentroost
/%
]] D]
NO
NO
VH
a a
10 11
zz zz
8a 8b
z z vz z z
a a a a a
11 11 12 11 11
zz zz zz2 zz zz
4c 7a 4e 8b 8a
8 6
z vz
11 12
zz zz2
3 6 10 5 10 9 10 10 10 10 10 9
a vz zz va zz z zz zz zz zz zz z
a a w a a a a a a nw a nw nw a b
16 12 10 16 10 11
mnb zz2 zz mnb zz zz
10
zz
10 6
zz kw
8a 9e 7b 1e 4c 9c 2a 9a 9a ? 1d ? ? 9c 7e
277 46 2
6 9 10
vz z zz
b b b
9 6 5
kw2 kw kw
7d 6b 1g
0 151 ? 9
12 119 0 9
10 8
6
kw
10
zz nw z b w zz b
5
kw
1 1 1 1 2 1 1 2 1 2 1 1 1 1
242 0 0 140 0 16 24 6 116 0 387 1 7 37
341 3 1 183 1 15 45 6 163 1 532 4 6 45
6 10 10 7 10 9 9 10 7 10 4 10 10 9
vz zz zz vz zz z z zz vz zz va zz zz z
12
zz2
2 1 1 2 2 1 1
12 15 210 16 0 81 9
16 23 352 81 1 112 4
1
5
4
a nw nw a nw b a b a nw a a b a
12
zz2
6 11 5 12
kw zz kw zz2
16 10 5 11
mnb zz kw zz
9 9 5 8 10 8 10
z a 11 z a 11 va a 16 z a 11 zz nw z a 11 zz c 2
zz zz mnb zz
10
zz
b
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
5
1g 7d 7b 7d 6b 6b 6b 6b 1e 6c 1e 6a 8d 9b 4e 9f 6c 4e
zz bed
1f 1b 1a 1a ? 1a 7f
kw
6c
G
G
9O
7
b
Ne
1967
b!
b b 1995 1995 1998
?
Ne Ne Ne Ne Ne
b
Ne 1982
Ne p b! b
1948
1970 1995
p
1988
1992
? b
Ne
b
Ne
?
Ne
b! b
Ar? p
1995
? ? b!!
9
Ne Ne
%LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Euphrasia stricta Fagus sylvatica Fallopia convolvulus Fallopia dumetorum Fallopia japonica Festuca arundinacea Festuca filiformis Festuca gigantea Festuca pratensis Festuca rubra Festuca trachyphylla Filago arvensis Filago lutescens Filago minima Filipendula ulmaria Foeniculum vulgare Fragaria moschata Fragaria vesca Frangula alnus Fraxinus excelsior Fumaria capreolata Fumaria officinalis Gagea lutea Gagea villosa Galanthus nivalis Galega officinalis Galeopsis angustifolia Galeopsis bifida Galeopsis segetum Galeopsis speciosa Galeopsis tetrahit Galinsoga parviflora Galinsoga quadriradiata Galium aparine Galium mollugo Galium odoratum Galium palustre Galium pumilum Galium saxatile Galium uliginosum Galium verum Genista anglica Genista pilosa Genista tinctoria Gentiana pneumonanthe Geranium columbinum Geranium dissectum Geranium molle Geranium nodosum Geranium palustre Geranium phaeum Geranium pratense Geranium pusillum Geranium pyrenaicum Geranium robertianum Geranium sylvaticum Geranium versicolor
Stijve ogentroost Beuk Zwaluwtong Heggenduizendknoop Japanse duizendknoop Rietzwenkgras Fijn schapegras Reuzenzwenkgras Beemdlangbloem Rood zwenkgras Hard zwenkgras Akkerviltkruid Geel viltkruid Dwergviltkruid Moerasspirea Venkel Grote bosaardbei Bosaardbei Sporkehout Gewone es Rankende duivekervel Gewone duivekervel Bosgeelster Akkergeelster Sneeuwklokje Galega Smalle raai Gespleten hennepnetel Bleekgele hennepnetel Dauwnetel Gewone hennepnetel Kaal knopkruid Harig knopkruid Kleefkruid Glad walstro Lievevrouwbedstro Moeraswalstro Kalkwalstro Liggend walstro Ruw walstro Geel walstro Stekelbrem Kruipbrem Verfbrem Klokjesgentiaan Fijne ooievaarsbek Slipbladige ooievaarsbek Zachte ooievaarsbek Knopige ooievaarsbek Moerasooievaarsbek Donkere ooievaarsbek Beemdooievaarsbek Kleine ooievaarsbek Bermooievaarsbek Robertskruid Bosooievaarsbek Ooievaarsbek (ve)
10
/% 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 2 1 2 1 2 2
]] D] 19 154 412 123 69 304 429 99 183 392 0 0 2 18 602 0 1 112 674 559 5 80 1 0 16 2 8 37 24 3 500 146 88 717 596 15 432 6 139 137 141 338 187 1 78 30 232 291 0 1 3 6 236 38 385 1 0
10 214 589 125 197 451 521 116 204 572 1 0 0 17 714 4 3 109 822 789 10 179 2 0 37 4 8 79 44 4 774 186 382 1095 674 14 536 5 188 149 168 263 126 0 66 28 464 413 1 3 5 6 448 63 652 1 1
10 6 4 8 7 5 4 8 7 4 10
9 3 10 10 8 3 3 10 7 10 9 10 10 8 9 10 3 7 5 2 4 9 4 10 7 7 7 6 8 9 9 5 5 10 10 10 10 5 9 4 10 10
zz c vz a va a z a vz a va a va a z a vz a va a zz nw lw w z b a a zz nw zz a z b a a a a zz a vz a zz a lw z a zz a zz b z a z a zz a a a vz a va a a a va a z b va a zz b vz a vz a vz a vz b z c w z b z b va a va a zz nw zz a zz a zz b va a z a va a zz b zz nw
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
NO
NO
VH
2 12 16 11 12 16 16 11 12 16
bed zz2 mnb zz zz2 mnb mnb zz zz2 mnb
6c 9f 1a 8b 1g 2a 6e 9c 5a 5a 5a 6b 6b 6e 5b 1f 8d 8a 9a 9f 8b 1a 9c 8b 9c 1f 1b 8a 1c 1c 8b 1c 1a 8b 5a 9b 7a 6c 7f 7a 6b 7e 7f 6c 7d 8b 1a 1e 8b 4e 8b 5a 1e 1g 8b 5a 1f
6 16
kw mnb
10 6 16 16 10 12 10
zz kw mnb mnb zz zz2 zz
11 10 5 11 11 10 16 12 16 16 16 6 16 5 12 12 12 9 4
zz zz kw zz zz zz mnb zz2 mnb mnb mnb kw mnb kw zz2 zz2 zz2 kw2 bed
6 6 16 16
kw kw mnb mnb
10 10 5 16 11 16 5
zz zz kw mnb zz mnb kw
G
G
9O
7
b
Ne
1988
? + + b
1972
? b
1900 1957
Ne Ne
b b! +
1900
? b
Ar? Ne
p b Ne Ne
b b!!
p b!! p
1964
1978
? b!
Ar?
Ne Ne Ne ?
1983
?
Ne Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Geum urbanum Glechoma hederacea Glyceria declinata Glyceria fluitans Glyceria maxima Glyceria notata Gnaphalium luteoalbum Gnaphalium sylvaticum Gnaphalium uliginosum Goodyera repens Gratiola officinalis Groenlandia densa Guizotia abyssinica Gymnocarpium dryopteris Gymnocarpium robertianum Gypsophila muralis Hammarbya paludosa Hedera helix Helianthemum nummularium Helianthus tuberosus Helleborus viridis Heracleum mantegazzianum Heracleum sphondylium Herminium monorchis Herniaria glabra Herniaria hirsuta Hesperis matronalis Hieracium amplexicaule Hieracium bauhinii Hieracium lachenalii Hieracium lactucella Hieracium laevigatum Hieracium murorum Hieracium pilosella Hieracium piloselloides Hieracium sabaudum Hieracium umbellatum Hippuris vulgaris Hirschfeldia incana Holcus lanatus Holcus mollis Holosteum umbellatum Hordeum jubatum Hordeum murinum Hordeum secalinum Hottonia palustris Humulus lupulus Huperzia selago Hyacinthoides non-scripta Hydrocharis morsus-ranae Hydrocotyle vulgaris Hyoscyamus niger Hypericum dubium Hypericum elodes Hypericum hirsutum Hypericum humifusum Hypericum perforatum
Geel nagelkruid Hondsdraf Getand vlotgras Mannagras Liesgras Stomp vlotgras Bleekgele droogbloem Bosdroogbloem Moerasdroogbloem Dennenorchis Genadekruid Paarbladig fonteinkruid Gingellikruid Gebogen driehoeksvaren Rechte driehoeksvaren Gipskruid Veenmosorchis Klimop Geel zonneroosje Aardpeer Wrangwortel Reuzenberenklauw Gewone berenklauw Honingorchis Kaal breukkruid Behaard breukkruid Damastbloem Stengelomv, havikskruid Hongaars havikskruid Dicht havikskruid Spits havikskruid Stijf havikskruid Muurhavikskruid Muizenoor Florentijns havikskruid Boshavikskruid Schermhavikskruid Lidsteng Grijze mosterd Gestreepte witbol Gladde witbol Heelbeen Kwispelgerst Kruipertje Veldgerst Waterviolier Hop Plompe wolfsklauw Wilde hyacint Kikkerbeet Waternavel Bilzekruid Kantig hertshooi Moerashertshooi Ruig hertshooi Liggend hertshooi Sint-Janskruid
/% 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2 1 2 1 1 1 2 2 2 2 1 1 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
]] D] 339 841 93 414 264 47 18 49 289 2 0 2 2 ? ? 1 1 556 9 25 1 0 755 0 14 0 3 2 8 92 36 188 49 530 12 103 413 4 1 681 286 6 1 175 2 77 623 0 0 48 179 6 485 31 14 59 663
513 1091 81 483 348 52 26 66 509 3 1 8 13 0 0 0 1 819 9 34 3 13 1035 0 32 2 8 4 43 66 9 357 33 508 15 171 424 4 6 931 531 3 1 149 2 69 780 0 2 20 187 3 544 38 23 123 960
4 2 8 4 5 9 9 9 4 10 10 10 10
10 3 10 9 10 10 2 9 10 10 10 9 9 10 5 9 4 9 7 5 10 10 2 4 10 10 7 10 8 3 10 9 7 10 4 9 9 8 2
NO
NO
VH
va a 16 a a 16 z b 6 va a 16 va a 16 z a 11 z a 11 z a 11 va a 16 zz a 10 zz nw zz a 10 zz a 10 w w w zz b 5 a a 16 zz b 5 z a 11 zz a 10 zz nw a a 16 lw z a 11 zz nw zz a 10 zz a 10 z a 11 z b 6 zz d 1 va a 16 z c 4 va b 15 z a 11 vz a 12 va a 16 zz b 5 zz a 10 a a 16 va a 16 zz c 2 zz b 5 vz b 9 zz b 5 z b 6 a a 16 lw zz nw z c 4 vz a 12 zz c 2 va a 16 z a 11 z a 11 z a 11 a a 16
mnb mnb kw mnb mnb zz zz zz mnb zz
8b 8b 4d 4d 4c 4d 2c 8a 2c 9e 2a 4a 1g 9b 6a 2c 7d 9f 6c 4e 9g 1e 8b 6c 1d 1e 1f 6a 6c 9e 7f 9e 9e 6b 6c 9e 7f 4d 1e 5a 9e 6b ? 1d 5a 4a 4e 7c 9d 4a 7a 1f 7c 4b 8a 2c 6e
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
zz zz
kw mnb kw zz zz mnb zz zz zz zz kw mub mnb bed a zz zz2 mnb kw zz mnb mnb bed kw kw2 kw kw mnb
bed zz2 bed mnb zz zz zz mnb
G
G
9O
7
p b + b ? b!! b!! + b!!
2000
1945 1942 1968
Ne Ar? Ne
p Ne? p 1980
Ne
1900
b! 1983
b
Ar? Ne Ne Ne
b!!
Ne
p Ne
b!! ?
Ne
p
1900
+ 1979 p b! p
11
Ar
%LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
/%
Hypericum pulchrum Hypericum quadrangulum Hypochaeris glabra Hypochaeris radicata Iberis umbellata Ilex aquifolium Illecebrum verticillatum Impatiens glandulifera Impatiens noli-tangere Impatiens parviflora Inula britannica Inula conyzae Inula helenium Iris pseudacorus Isoetes echinospora Jasione montana Juncus acutiflorus Juncus articulatus Juncus bufonius Juncus bulbosus Juncus capitatus Juncus compressus Juncus conglomeratus Juncus effusus Juncus filiformis Juncus foliosus Juncus inflexus Juncus squarrosus Juncus subnodulosus Juncus tenageia Juncus tenuis Juniperus communis Kickxia elatine Knautia arvensis Koeleria macrantha Laburnum anagyroides Lactuca serriola Lamium album Lamium amplexicaule Lamium galeobdolon Lamium hybridum Lamium maculatum Lamium purpureum Lapsana communis Lathyrus annuus Lathyrus aphaca Lathyrus hirsutus Lathyrus latifolius Lathyrus nissolia Lathyrus pratensis Lathyrus sylvestris Lathyrus tuberosus Leersia oryzoides Legousia speculum-veneris Lemna gibba Lemna minor Lemna minuta
Fraai hertshooi Gevleugeld hertshooi Glad biggekruid Gewoon biggekruid Schermscheefbloem Hulst Grondster Reuzenbalsemien Groot springzaad Klein springzaad Engelse alant Donderkruid Griekse alant Gele lis Kleine biesvaren Zandblauwtje Veldrus Zomprus Greppelrus Knolrus Koprus Platte rus Biezenknoppen Pitrus Draadrus Gestreepte rus Zeegroene rus Trekrus Padderus Wijdbloeiende rus Tengere rus Jeneverbes Spiesleeuwenbek Beemdkroon Smal fakkelgras Goudenregen Kompassla Witte dovenetel Hoenderbeet Gele dovenetel Ingesneden dovenetel Gevlekte dovenetel Paarse dovenetel Akkerkool Lathyrus (an) Naakte lathyrus Ruige lathyrus Brede lathyrus Graslathyrus Veldlathyrus Boslathyrus Aardaker Rijstgras Groot spiegelklokje Bultkroos Klein kroos Dwergkroos
1 1 1 1 2 1 1 2 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2
12
]] D] 28 90 3 772 0 229 16 16 7 11 6 43 0 500 4 301 242 151 433 166 ? 18 324 758 52 0 156 164 0 3 427 54 13 242 4 0 51 715 161 174 2 36 582 515 0 3 4 3 2 320 17 9 16 18 5 320 0
19 128 3 994 1 292 11 43 10 24 4 71 2 620 3 293 281 199 621 195 0 20 371 1044 59 13 178 151 0 2 453 52 25 250 6 2 116 960 286 234 9 46 899 764 2 8 2 5 2 396 29 22 12 8 11 432 18
9 8 10 2 10 6 10 9 10 9 10 8 10 4 10 6 6 7 4 7 9 5 2 9 10 7 7 10 5 9 9 6 10 10 8 2 6 6 10 9 2 3 10 10 10 10 10 5 9 9 10 10 10 5 9
NO
NO
VH
z b 6 z a 11 zz b 5 a a 16 zz nw vz a 12 zz b 5 z a 11 zz a 10 z a 11 zz c 2 z a 11 zz nw va a 16 zz b 5 vz b 9 vz a 12 vz a 12 va a 16 vz a 12 w z a 11 va a 16 a a 16 z a 11 zz nw vz a 12 vz b 9 lw zz c 2 va a 16 z b 6 z a 11 vz a 12 zz a 10 zz nw z a 11 a a 16 vz a 12 vz a 12 zz a 10 z a 11 a a 16 a a 16 zz nw zz a 10 zz c 2 zz a 10 zz b 5 va a 16 z a 11 z a 11 zz b 5 zz c 2 zz a 10 va a 16 z nw
kw zz kw mnb
9c 5b 1c 6b 6b 9e 2c 4e 9a 8b 2a 8c 4e 4c 4b 6e 7c 2a 2b 4b 2c 2a 7c 2a 7a 4b 2a 7d 7b 2c 2a 7e 1a 5a 6b 8c 1f 8b 1a 9f 1a 8b 1a 8b 1g 1b 1b 1e 5a 5a 8c 5a 2b 1a 4a 4a 4a
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
zz2 kw zz zz zz bed zz mnb kw kw2 zz2 zz2 mnb zz2 zz mnb mnb zz zz2 kw2 bed mnb kw zz zz2 zz zz mnb zz2 zz2 zz zz mnb mnb zz bed zz kw mnb zz zz kw bed zz mnb
G
G
9O
7
b!! 1990
Ne b Ne Ne
1976
b! p ?
Ne
b
1945
+ p
1984
1900
p p
Ne
b b!! Ne b b
1972
b ?
Ne
p
1979
? b ?
Ne Ar Ne Ne
b!!
Ar
1983
b! b!!
Ar
?
Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Lemna trisulca Leontodon autumnalis Leontodon hispidus Leontodon saxatilis Leonurus cardiaca Lepidium campestre Lepidium densiflorum Lepidium latifolium Lepidium ruderale Lepidium virginicum Leucanthemum vulgare Leucojum aestivum Leymus arenarius Ligustrum vulgare Limosella aquatica Linaria repens Linaria supina Linaria vulgaris Lindernia dubia Lindernia procumbens Linum catharticum Liparis loeselii Listera ovata Lithospermum arvense Lithospermum officinale Littorella uniflora Lobelia dortmanna Lolium multiflorum Lolium perenne Lolium remotum Lolium temulentum Lonicera periclymenum Lonicera xylosteum Lotus corniculatus ssp. corniculatus Lotus pedunculatus Ludwigia palustris Ludwigia peploides Lunaria annua Lunaria rediviva Lupinus luteus Lupinus polyphyllus Luronium natans Luzula campestris Luzula luzuloides Luzula multiflora ssp. congesta Luzula multiflora ssp. multiflora Luzula pilosa Luzula sylvatica Lychnis flos-cuculi Lycium barbarum Lycopodiella inundata Lycopodium clavatum Lycopus europaeus Lysimachia nemorum Lysimachia nummularia Lysimachia punctata
Puntkroos Vertakte leeuwentand Ruige leeuwentand Kleine leeuwentand Hartgespan Veldkruidkers Dichtbloemige kruidkers Peperkers Steenkruidkers Amerikaanse kruidkers Margriet Zomerklokje Zandhaver Wilde liguster Slijkgroen Gestreepte leeuwenbek Liggende leeuwenbek Vlasbekje Schijngenadekruid Liggende lindernia Geelhartje Groenknolorchis Grote keverorchis Ruw parelzaad Glad parelzaad Oeverkruid Waterlobelia Italiaans raaigras Engels raaigras Vlasdolik Dolik Wilde kamperfoelie Rode kamperfoelie
/% 1 1 1 1 2 1 2 2 1 2 1 1 1 1 1 2 2 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1
]] D] 43 500 158 163 8 17 12 0 6 33 637 0 1 22 0 3 4 789 0 0 32 2 74 13 1 19 12 161 677 0 2 740 12
42 674 136 141 3 23 2 1 4 64 717 1 10 14 4 1 4 980 2 1 24 0 90 6 1 14 5 298 839 0 0 851 16
9 4 8 7 10 9 10 10 10 9 3 10 10 9 10 10 10 2 10 10 9
z va z vz zz z zz zz zz z a zz zz z zz zz zz a zz zz z
8 10 10 9 10 6 3
z zz zz z zz vz a
3 9
a z
b a b b c a d nw c a a nw a c nw d b a nw nw b w a c b b c a a lw w a a
Gewone rolklaver Moerasrolklaver Echt waterlepeltje Postelein-waterlepeltje Tuinjudaspenning Wilde judaspenning Gele lupine Vaste lupine Drijvende waterweegbree Gewone veldbies Witte veldbies Dichtbloemige veldbies Veelbloemige veldbies Ruige veldbies Grote veldbies Echte koekoeksbloem Boksdoorn Moeraswolfsklauw Grote wolfsklauw Wolfspoot Boswederik Penningkruid Puntwederik
1 1 1 2 2 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 2
319 529 0 0 0 0 0 6 22 561 14 56 263 106 16 430 1 51 18 526 15 419 1
382 657 3 1 50 1 5 19 19 640 8 63 279 90 18 565 2 64 14 682 16 453 2
5 4 10 10 9 10 10 9 9 4 10 9 6 8 9 4 10 9 9 4 9 5 10
va va zz zz z zz zz z z va zz z vz z z va zz z z va z va zz
a a nw nw nw nw nw a b a c a a b a a a a b a a a a
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
NO
NO
VH
6 16 6 9 2 11 1
kw mnb kw kw2 bed zz mub
4a 2a 6c 6b 1g 1e 1e 4e 1d 1e 5a 4c 3a 8d 2c 6b 1b 1e 2c 2c 6c 7b 9f 1b 8d 4b 4b 1e 1d 1a 1a 9e 9b
2 11 16
bed zz mnb
10 4
zz bed
1 5 16
mub kw mnb
6
kw
11 2 5 6 2 12 16
zz bed kw kw bed zz2 mnb
16 11
mnb zz
16 16
mnb mnb
11 6 16 2 11 12 6 11 16 10 11 6 16 11 16 10
zz kw mnb bed zz zz2 kw zz mnb zz zz kw mnb zz mnb zz
6b 5b 2b ? ? 9g 1g 1e 4b 6e 9e 7f 7f 9e 9e 5b 8d 7d 7e 4c 9a 2a 8b
G
G
1996
9O
7
b p
Ar?
?
Ne Ne Ne
1980
b!!
1982
b! ? ?
1993 1995
? ? b!! b!!
1953
Ne Ne Ne Ne
b!! b b b!! Ne 1900 1967
+ +
Ne Ar?
b
1987 1995 1972 1998 1980
b!! ? ? ? ?
Ne Ne Ne Ne
p b! ?
Ne p b!
?
13
Ne
%LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Lysimachia thyrsiflora Lysimachia vulgaris Lythrum hyssopifolia Lythrum junceum Lythrum portula Lythrum salicaria Mahonia aquifolium Maianthemum bifolium Malus sylvestris Malva alcea Malva moschata Malva neglecta Malva sylvestris Marrubium vulgare Matricaria discoidea Matricaria maritima ssp, inodora Matricaria recutita Matteucia struthiopteris Medicago arabica Medicago falcata Medicago lupulina Medicago minima Medicago polymorpha Medicago sativa Melampyrum pratense Melica uniflora Melilotus albus Melilotus altissima Melilotus indicus Melilotus officinalis Mentha aquatica Mentha arvensis Mentha longifolia Mentha pulegium Mentha spicata sl Mentha suaveolens + hybriden Menyanthes trifoliata Mercurialis annua Mercurialis perennis Mespilus germanica Mibora minima Milium effusum Mimulus guttatus
Moeraswederik Grote wederik Kleine kattenstaart Kruipkattenstaart Waterpostelein Grote kattenstaart Mahonia Dalkruid Wilde appel Vijfdelig kaasjeskruid Muskuskaasjeskruid Klein kaasjeskruid Groot kaasjeskruid Malrove Schijfkamille Reukeloze kamille Echte kamille Struisvaren Gevlekte rupsklaver Sikkelklaver Hopklaver Kleine rupsklaver Ruige rupsklaver Luzerne Hengel Eenbloemig parelgras Witte honingklaver Goudgele honingklaver Kleine honingklaver Citroengele honingklaver Watermunt Akkermunt Hertsmunt Polei Groene munt Witte munt + hybriden Waterdrieblad Tuinbingelkruid Bosbingelkruid Mispel Dwerggras Bosgierstgras Gele maskerbloem
1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 2 1 1 1 1 2 2 1 1 2 1 2 2 1 1 2 1 2 1 1 1 1 1 2 1 2
8 617 1 0 53 398 0 75 11 6 9 177 105 11 469 182 439 0 10 4 353 1 1 39 154 18 58 13 0 109 282 170 0 1 1 166 85 263 14 11 1 71 0
7 744 2 1 98 554 50 102 20 19 19 229 133 1 678 430 657 1 10 5 451 3 2 68 133 20 112 35 2 118 375 251 4 2 8 171 79 377 20 15 3 113 1
10 3 10 10 8 4 9 8 9 9 9 6 8 10 4 5 4 10 10 10 5 10 10 9 8 9 8 9 10 8 5 6 10 10 10 7 8 5 9 9 10 8 10
zz a zz zz z va z z z z z vz z zz va va va zz zz zz va zz zz z z z z z zz z va vz zz zz zz vz z va z z zz z zz
b a a nw a a nw a a a a a a d a a a nw b a a a a a b a a a nw a a a nw a a a b a a a a a nw
Misopates orontium Moehringia trinervia Moenchia erecta Molinia caerulea Monotropa hypopitys Montia fontana Montia minor Mycelis muralis Myosotis arvensis Myosotis cespitosa Myosotis discolor Myosotis ramosissima Myosotis scorpioides Myosotis stricta
Akkerleeuwenbek Drienerfmuur Kruismuur Pijpenstrootje Stofzaad Groot bronkruid Klein bronkruid Muursla Akkervergeet-mij-nietje Zompvergeet-mij-nietje Veelkleurig vergeet-mij-nie Ruw vergeet-mij-nietje Moerasvergeet-mij-nietje Stijf vergeet-mij-nietje
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
44 396 0 681 3 8 40 25 164 61 84 102 268 5
64 525 0 744 3 13 46 19 369 67 78 106 355 12
9 4
z va
3 10 10 9 9 5 9 8 8 5 10
a zz zz z z va z z z va zz
a a lw a b a a b a a b a a a
14
/%
]] D]
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
NO
NO
VH
5 16 10
kw mnb zz
7a 5b 2c ? 2c 4e 8d 9e 9f 1g 8b 1e 1e 1f 1d 1e 1a 9c 5a 6c 5a 6b 1e 1e 9e 9b 1e 4e 1e 1e 4c 2a 4e 2a 1g 2a 7a 1a 9f 8d 6e 9f 4d
11 16
zz mnb
11 11 11 11 12 11 1 16 16 16
zz zz zz zz zz2 zz mub mnb mnb mnb
5 10 16 10 10 11 6 11 11 11
kw zz mnb zz zz zz kw zz zz zz
11 16 12
zz mnb zz2
10 10 12 6 16 11 11 10 11
zz zz zz2 kw mnb zz zz zz zz
11 16
zz mnb
16 5 10 11 6 16 11 6 11 16 10
mnb kw zz zz kw mnb zz kw zz mnb zz
1c 9f 6c 7d 9d 9a 2c 9b 8b 2a 1c 6b 4d 6b
G
G
9O
7
b
1975
? ?
1970
Ne
Ne
p b
? ?
b!!
Ne Ne
? 1988
?
Ne Ne
b! p ?
? Ne?
p Ar 1980
?
Ne ?
1980
b b!!
Ar? Ar?
p
2000
1930
p
Ar Ne
+
Ne
+ b!! p p
b
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Myosotis sylvatica Myosoton aquaticum Myosurus minimus Myrica gale Myriophyllum alternifolium Myriophyllum spicatum Myriophyllum verticillatum Myrrhis odorata Najas marina Najas minor Narcissus pseudonarcissus Nardus stricta Narthecium ossifragum Nasturtium microphyllum Nasturtium officinale Neottia nidus-avis Nepeta cataria Nicandra physalodes Nuphar lutea Nymphaea alba Nymphaea candida Nymphoides peltata Odontites vernus Oenanthe aquatica Oenanthe fistulosa Oenothera biennis Oenothera glazioviana Oenothera parviflora Ononis repens Ononis spinosa Onopordum acanthium Ophioglossum vulgatum Ophrys insectifera Orchis mascula Orchis morio Orchis purpurea Orchis simia Oreopteris limbosperma Origanum vulgare Ornithogalum umbellatum Ornithopus perpusillus Orobanche amethystea Orobanche hederae Orobanche minor Orobanche rapum-genistae Osmunda regalis Oxalis acetosella Oxalis corniculata Oxalis fontana Papaver argemone Papaver dubium Papaver rhoeas Parietaria officinalis Paris quadrifolia Parnassia palustris Parthenocissus inserta Pastinaca sativa ssp, sativa
Bosvergeet-mij-nietje Watermuur Muizenstaart Wilde gagel Teer vederkruid Aarvederkruid Kransvederkruid Roomse kervel Groot nimfkruid Klein nimfkruid Wilde narcis Borstelgras Beenbreek Slanke waterkers Witte waterkers Vogelnestje Wild kattekruid Zegekruid Gele plomp Witte waterlelie Noordelijke waterlelie Watergentiaan Rode ogentroost Watertorkruid Pijptorkruid Middelste teunisbloem Grote teunisbloem Kleine teunisbloem Kruipend stalkruid Kattedoorn Wegdistel Gewone addertong Vliegenorchis Mannetjesorchis Harlekijn Bruine orchis Aapjesorchis Stippelvaren Wilde marjolein Gewone vogelmelk Klein vogelpootje Violette bremraap Klimopbremraap Klavervreter Grote bremraap Koningsvaren Witte klaverzuring Gehoornde klaverzuring Stijve klaverzuring Ruige klaproos Bleke klaproos Grote klaproos Groot glaskruid Eenbes Parnassia Valse wingerd Gewone pastinaak
/% 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 2 1
]] D] 48 254 5 182 0 18 4 0 0 0 29 369 62 13 7 2 3 0 68 72 0 0 164 141 43 72 0 7 10 147 3 41 3 6 1 9 0 7 236 96 236 0 0 2 6 71 120 4 235 70 64 264 3 40 0 0 12
111 425 24 201 3 31 3 7 5 0 54 277 42 38 58 2 9 3 61 68 3 6 141 145 33 106 7 81 13 121 7 23 4 2 0 12 1 7 288 103 283 1 2 5 11 91 121 6 316 103 216 379 3 48 0 19 12
8 5 9 7 10 9 10 10 10 9 6 9 9 9 10 10 10 9 9 10 10 7 7 9 8 10 8 10 8 10 9 10 10 10 10 10 6 8 6 10 10 10 10 8 8 10 6 8 6 5 10 9 9 10
NO
NO
VH
z a 11 va a 16 z a 11 vz a 12 zz nw z a 11 zz b 5 zz nw zz nw lw z a 11 vz b 9 z b 6 z a 11 z a 11 zz b 5 zz a 10 zz nw z b 6 z b 6 zz nw zz nw vz b 9 vz a 12 z b 6 z a 11 zz nw z a 11 zz a 10 z b 6 zz a 10 z c 4 zz a 10 zz d 1 w zz a 10 zz nw zz b 5 vz a 12 z a 11 vz a 12 zz nw zz nw zz a 10 zz a 10 z a 11 z b 6 zz a 10 vz a 12 z a 11 vz a 12 va a 16 zz b 5 z a 11 lw z nw zz b 5
zz mnb zz zz2
8b 2b 2c 7d 4b 4a 4a 1e 4a 4a 9f 7f 7d 4d 4d 9b 1f ? 4a 4a 4b 4a 2a 4d 4d 1f 1f 1f 6b 5a 1f 7c 8c 8c 6c 8c 6c 9e 8c 8b 6e 6c 8b 5a 7e 9a 9f 1a 1a 1c 1c 1a 8b 9f 7b 1e 5a
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
zz kw
zz kw2 kw zz zz kw zz kw kw
kw2 zz2 kw zz zz zz kw zz bed zz mub zz kw zz2 zz zz2
zz zz zz kw zz zz2 zz zz2 mnb kw zz
kw
G
G
9O
1979
b
1980 1985
b ? b +
1900
7
Ne
p
b! b! 1995
1978 1972
? b!
Ar? Ne
Ne
Ne Ne Ne
1980
b p b!! b! b!! b ? b!
1964 1996
1984 1983
? b!! b! b! p
Ne
Ar Ar Ar Ar Ar b 1930
b!! ?
1970
15
Ne
%LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Pastinaca sativa ssp, urens Pedicularis palustris Pedicularis sylvatica Pentaglottis sempervirens Petasites hybridus Petrorhagia prolifera Peucedanum carvifolia Peucedanum palustre Phacelia tanacetifolia Phalaris arundinacea Phalaris canariensis Phegopteris connectilis Phleum bertolonii Phleum pratense Phragmites australis Physalis alkekengi Physalis angulata Physalis peruviana Phyteuma nigrum Picris echioides Picris hieracioides Pilularia globulifera Pimpinella major Pimpinella saxifraga Pinus sylvestris Plantago arenaria Plantago coronopus Plantago lanceolata Plantago major ssp, intermedia Plantago major ssp, major Plantago media Platanthera bifolia Platanthera chlorantha Poa annua Poa bulbosa Poa chaixii Poa compressa Poa nemoralis Poa palustris Poa pratensis Poa trivialis Polygala serpyllifolia Polygala vulgaris Polygonatum multiflorum Polygonum amphibium Polygonum aviculare Polygonum bistorta Polygonum hydropiper Polygonum lapathifolium Polygonum minus Polygonum mite Polygonum persicaria Polypodium vulgare ssp. prionodes Polypodium vulgare ssp. vulgare Polystichum aculeatum Populus alba + (P x canescens)
Brandpastinaak Moeraskartelblad Heidekartelblad Overblijvende ossentong Groot hoefblad Mantelanjer Karwijvarkenskervel Melkeppe Phacelia Rietgras Kanariezaad Smalle beukvaren Klein timoteegras Gewoon timoteegras Riet Lampionplant Lampionplant (an) Lampionplant (pe) Zwartblauwe rapunzel Dubbelkelk Echt bitterkruid Pilvaren Grote bevernel Kleine bevernel Grove den Zandweegbree Hertshoornweegbree Smalle weegbree Getande weegbree Grote weegbree Ruige weegbree Welriekende nachtorchis Bergnachtorchis Straatgras Knolbeemdgras Bergbeemdgras Plat beemdgras Schaduwgras Moerasbeemdgras Veldbeemdgras Ruw beemdgras Liggende vleugeltjesbloem Gewone vleugeltjesbloem Gewone salomonszegel Veenwortel Varkensgras Adderwortel Waterpeper Beklierde duizendknoop Kleine duizendknoop Zachte duizendknoop Perzikkruid
2 1 1 2 1 1 1 1 2 1 2 1 1 1 1 2 2 2 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
0 4 54 0 101 3 0 252 0 515 0 4 25 285 435 0 0 0 15 16 100 11 435 262 0 5 10 984 4 960 181 11 4 931 2 1 57 503 53 574 252 54 28 231 261 587 105 413 220 32 33 424
5 0 31 1 154 5 1 306 10 679 49 1 17 481 576 5 1 1 9 15 126 18 546 277 500 2 7 1160 47 1271 136 10 4 1240 5 8 79 761 104 676 351 62 25 306 463 821 160 573 401 57 95 677
10 9 10 7 10 10 6 10 4 9 10 9 5 4 10 10 10 10 9 8 9 4 6 4 10 10 1 9 1 8 10 10 1 10 10 8 3 8 4 5 9 9 6 5 3 7 4 5 9 8 4
zz nw w z c zz nw vz a zz a zz nw vz a zz nw va a z nw zz d z b va a va a zz nw zz nw zz nw zz c z b z a z a va a vz a va nw zz c zz b za a z a za a z b zz b zz b za a zz a zz a z a a a z a va a va a z a z b vz a va a a a vz a va a va a z a z a va a
Eikvaren (pr) Eikvaren (vu) Stijve naaldvaren Witte/Grauwe abeel
1 1 1 2
9 175 4 0
8 103 8 25
10 8 10 9
16
/%
]] D]
NO
NO
4
bed
12 10
zz2 zz
12
zz2
16
mnb
1 6 16 16
mub kw mnb mnb
2 6 11 11 16 12
bed kw zz zz mnb zz2
2 5 16 11 16 6 5 5 16 10 10 11 16 11 16 16 11 6 12 16 16 12 16 16 11 11 16
bed kw mnb zz mnb kw kw kw mnb zz zz zz mnb zz mnb mnb zz kw zz2 mnb mnb zz2 mnb mnb zz zz mnb
zz b 5 z c 4 zz a 10 z nw
kw bed zz
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
VH 1f 7a 7d 8b 4e 6c 5b 7a ? 4d 1e 9g 6b 5a 4c 9b ? ? 9d 1f 6c 4b 5a 6b 9e 1e 3c 5a 2c 1d 6c 7c 8c 1d 6b 9d 6c 9f 4c 5a 2a 7f 7f 9f 4a 1d 5b 2b 2b 2c 2b 1a 9e 9e 9g 9c
G
G
9O
7
1983 1957
b! b 1983
Ne
1974
b b!
1980
?
Ne
1970
? b!!
Ne
1976 1995 1995
? ? ? b
Ne Ne Ne
p
1970 ?
Ne? Ne
b! b!! p p
p b
? b 1970
Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Populus tremula Portulaca oleracea Potamogeton acutifolius Potamogeton alpinus Potamogeton berchtoldii Potamogeton compressus Potamogeton crispus Potamogeton friesii Potamogeton gramineus Potamogeton lucens Potamogeton natans Potamogeton nodosus Potamogeton obtusifolius Potamogeton pectinatus Potamogeton perfoliatus Potamogeton polygonifolius Potamogeton praelongus Potamogeton pusillus Potamogeton trichoides Potentilla anglica Potentilla anserina Potentilla argentea Potentilla erecta Potentilla intermedia Potentilla neumanniana Potentilla norvegica Potentilla recta Potentilla reptans Potentilla sterilis Potentilla supina Primula elatior Primula veris Prunella vulgaris Prunus avium Prunus cerasus Prunus padus Prunus serotina Prunus spinosa Prunus virginiana Pseudofumaria lutea Pteridium aquilinum Puccinellia distans Pulicaria dysenterica Pulicaria vulgaris Pulmonaria officinalis Pyrola minor Pyrola rotundifolia Pyrus communis Quercus petraea Quercus robur Quercus rubra Radiola linoides Ranunculus acris Ranunculus aquatilis Ranunculus arvensis Ranunculus auricomus Ranunculus bulbosus
Ratelpopulier Postelein Spits fonteinkruid Rossig fonteinkruid Klein fonteinkruid Plat fonteinkruid Gekroesd fonteinkruid Puntig fonteinkruid Ongelijkbladig fonteinkruid Glanzig fonteinkruid Drijvend fonteinkruid Rivierfonteinkruid Stomp fonteinkruid Schedefonteinkruid Doorgroeid fonteinkruid Duizendknoopfonteinkruid Langstengelig fonteinkruid Tenger fonteinkruid Haarfonteinkruid Kruipganzerik Zilverschoon Viltganzerik Tormentil Middelste ganzerik Voorjaarsganzerik Noorse ganzerik Rechte ganzerik Vijfvingerkruid Aardbeiganzerik Liggende ganzerik Slanke sleutelbloem Gulden sleutelbloem Gewone brunel Zoete kers Zure kers Vogelkers Amerikaanse vogelkers Sleedoorn Virginische vogelkers Gele helmbloem Aderlaarsvaren Stomp kweldergras Heelblaadjes Klein vlooienkruid Gevlekt longkruid Klein wintergroen Rond wintergroen Gekweekte peer Wintereik Zomereik Amerikaanse eik Dwergvlas Scherpe boterbloem Middelste waterranonkel Akkerboterbloem Gulden boterbloem Knolboterbloem
/% 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1
]] D] 390 0 0 2 6 7 65 0 6 12 125 0 3 38 13 84 0 16 13 41 582 23 387 6 20 4 18 211 129 1 190 98 384 377 21 114 521 529 2 13 478 3 193 4 3 2 1 10 183 1009 0 3 934 2 27 63 360
547 1 1 4 15 2 85 0 6 9 126 2 28 71 8 120 0 21 35 36 726 21 334 27 17 11 23 258 148 1 292 96 471 632 28 225 761 691 1 13 536 11 245 5 6 5 5 23 88 1334 446 1 1116 27 5 83 331
4 10 10 10 9 10 8 10 10 8 10 9 8 10 8 9 9 9 3 9 6 9 9 10 9 6 7 10 6 8 5 4 9 6 3 3 10 10 4 10 6 10 10 10 10 9 8 1 5 10 1 9 10 8 6
NO
NO
VH
va a 16 zz nw zz nw zz a 10 z a 11 zz d 1 z a 11 lw zz b 5 zz b 5 z b 6 zz nw z a 11 z a 11 zz c 2 z a 11 lw z a 11 z a 11 z b 6 a a 16 z b 6 vz b 9 z a 11 z b 6 zz a 10 z a 11 vz a 12 vz a 12 zz b 5 vz a 12 z b 6 va a 16 va a 16 z a 11 vz a 12 a a 16 a a 16 zz c 2 zz b 5 va a 16 zz a 10 vz a 12 zz a 10 zz a 10 zz a 10 zz a 10 z a 11 z c 4 za a 16 va nw zz d 1 za a 16 z a 11 zz d 1 z a 11 vz b 9
mnb
9e ? 4a 4b 4a 4a 4a 4a 4b 4a 4a 4a 4a 4a 4a 4b 4a 4a 4a 5a 2a 6e 7f 1e 6c 1e 1e 2a 9d 2c 9c 6c 5a 9d 8d 9c 9e 8d 1g 6a 9e 3b 2a 2b 9c 9e 7a 8d 9e 9e 9e 2c 5a 4a 1a 9c 6b
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
zz zz mub zz kw kw kw zz zz bed zz zz zz kw mnb kw kw2 zz kw zz zz zz2 zz2 kw zz2 kw mnb mnb zz zz2 mnb mnb bed kw mnb zz zz2 zz zz zz zz zz bed mnb mub mnb zz mub zz kw2
G
G
9O
7
1996 1990
? b b!!
Ne
b 1900
p b! b! 1979
b!
b! p +
1900
p Ne p Ne Ne
b!
?
Ne Ne
?
b!! b p p ?
1970
Ne Ne
Ne
Ne b!
b!!
17
Ar
%LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Ranunculus circinatus Ranunculus ficaria Ranunculus flammula Ranunculus fluitans Ranunculus hederaceus Ranunculus lingua Ranunculus ololeucos Ranunculus peltatus
Stijve waterranonkel Speenkruid Egelboterbloem Vlottende waterranonkel Klimopwaterranonkel Grote boterbloem Witte waterranonkel Grote waterranonkel
1 1 1 1 1 1 1 1
3 488 366 15 7 10 7 95
14 772 420 21 10 3 2 83
9 3 5 9 10 10 10 8
z a va z zz zz zz z
Ranunculus penicellatus Ranunculus repens Ranunculus sardous Ranunculus sceleratus Ranunculus trichophyllus Ranunculus tripartitus Raphanus raphanistrum Rapistrum rugosum Reseda lutea
Penseelbladige waterranonkel Kruipende boterbloem Behaarde boterbloem Blaartrekkende boterbloem Kleine waterranonkel Driedelige waterranonkel Knopherik Bolletjesraket Wilde reseda
1 1 1 1 1 1 1 2 1
2 1032 230 149 4 0 291 0 101
1 1365 268 254 11 0 479 14 177
10 1 6 6 10
zz za vz vz zz
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1
43 9 2 73 64 48 33 25 167 151 365 109 4 193 75 2 46 493 28 22 57 163 295 800 2 934
1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 2
733 21 193 490 180 18 911 6 0 0 72 4
Reseda luteola Wouw Rhamnus catharticus Wegedoorn Rhinanthus alectorolophus Harige ratelaar Rhinanthus angustifolius Grote ratelaar Rhinanthus minor Kleine ratelaar Rhynchospora alba Witte snavelbies Rhynchospora fusca Bruine snavelbies Ribes nigrum Zwarte bes Ribes rubrum Aalbes Ribes uva-crispa Kruisbes Robinia pseudoacacia Gewone robinia Rorippa amphibia Gele waterkers Rorippa austriaca Oostenrijkse kers Rorippa islandica Moeraskers Rorippa sylvestris Akkerkers Rosa agrestis Kraagroos Rosa arvensis Bosroos Rosa canina Hondsroos Rosa corymbifera Hondsroos (cor) Rosa rubiginosa Egelantier Rosa tomentosa Viltroos Rubus caesius Dauwbraam Rubus idaeus Framboos Rubus sectie Rubus Gewone braam Rudbeckia hirta Ruige rudbeckia Rumex acetosa Veldzuring Rumex acetosella ssp, angiocarpus Schapezuring (ang) Rumex acetosella ssp, tenuifolius Schapezuring (ten) Rumex conglomeratus Kluwenzuring Rumex crispus Krulzuring Rumex hydrolapathum Waterzuring Rumex maritimus Goudzuring Rumex obtusifolius Ridderzuring Rumex palustris Moeraszuring Rumex patientia Spinaziezuring Rumex salicifolius Wilgzuring Rumex sanguineus Bloedzuring Rumex scutatus Spaanse zuring
18
/%
]] D]
NO
NO
VH
11 16 16 11 10 1 1 6
zz mnb mnb zz zz mub mub kw
4a 9d 7a 4a 4d 4c 4b 4a
2 16 12 12 10
bed mnb zz2 zz2 zz
5 9 7
c a a a a lw va a z nw vz a
16
mnb
12
zz2
4a 2a 2a 2b 4a 4b 1c 1e 1f
88 8 1 76 25 39 22 42 254 284 476 137 5 442 125 4 26 664 66 28 64 265 332 1000 3 1134
8 10 10 8 9 9 9 9 6 6 5 8 10 5 8 10 9 4 9 9 9 6 6 2 10 1
z zz zz z z z z z vz vz va z zz va z zz z va z z z vz vz a zz za
11 5 2 11 4 6 4 11 12 12 16 11 10 16 11 10 4 16 11 11 11 12 12 16 10 16
zz kw bed zz bed kw bed zz zz2 zz2 mnb zz zz mnb zz zz bed mnb zz zz zz zz2 zz2 mnb zz mnb
1f 8d 6c 5b 5a 7d 7d 9a 9c 8d 9e 4d 2a 2b 2a 8d 9d 8d 8d 8d 8d 8d 8a 8d 1e 5a
857 97 266 812 250 25 1229 41 23 2 127 5
3 8 6 3 6 9 1 9 9 10 8 10
a a 16 z a 11 vz a 12 a a 16 vz a 12 z a 11 za a 16 z a 11 z nw zz nw z a 11 zz a 10
mnb zz zz2 mnb zz2 zz mnb zz
6e 6e 2a 2a 4c 2b 1g 2b 1g ? 9c 6a
a a a a a d d b
a b c a c b c a a a a a a a a a c a a a a a a a a a
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
zz zz
G
G
9O
7
b! p b! b!
b
1930
+ 1981
?
Ne Ar Ar
2000
p + p b b b
Ar Ar Ar
Ne Ne
b!
?
1980 1995
?
Ne
?
Ne Ne Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Rumex thyrsiflorus Geoorde zuring Sagina apetala ssp. apetala Tengere vetmuur (ap) Sagina apetala ssp. erecta Tengere vetmuur (er) Sagina nodosa Sierlijke vetmuur Sagina procumbens Liggende vetmuur Sagittaria sagittifolia Pijlkruid Salix alba Schietwilg Salix atrocinerea Rossige wilg Salix aurita Geoorde wilg Salix caprea Boswilg Salix ’cinerea’ groep Grauwe wilg Salix ’fragilis’ groep Kraakwilg Salix pentandra Laurierwilg Salix purpurea Bittere wilg Salix repens ssp. argentea Kruipwilg (arg) Salix repens ssp. repens Kruipwilg (rep) Salix triandra Amandelwilg Salix viminalis Katwilg Salsola kali ssp. ruthenica Zacht loogkruid Salvia pratensis Veldsalie Salvia verticillata Kranssalie Sambucus ebulus Kruidvlier Sambucus nigra Gewone vlier Sambucus racemosa Trosvlier Sanguisorba minor Kleine pimpernel Sanguisorba officinalis Grote pimpernel Sanicula europaea Heelkruid Saponaria officinalis Zeepkruid Saxifraga granulata Knolsteenbreek Saxifraga tridactylites Kandelaartje Scabiosa columbaria Duifkruid Scandix pecten-veneris Naaldekervel Scheuchzeria palustris Veenbloembies Scirpus cespitosus ssp. cespitosus Veenbies (ce) Scirpus cespitosus ssp. germanicus Veenbies (ge) Scirpus fluitans Vlottende bies Scirpus lacustris Mattenbies Scirpus maritimus Heen Scirpus setaceus Borstelbies Scirpus sylvaticus Bosbies Scirpus tabernaemontani Ruwe bies Scleranthus annuus Eenjarige hardbloem Scleranthus perennis Overblijvende hardbloem Scorzonera humilis Kleine schorseneer Scrophularia auriculata Geoord helmkruid Scrophularia nodosa Knopig helmkruid Scrophularia umbrosa ssp. neesii Gevleugeld helmkruid (n) Scrophularia umbrosa ssp. umbrosa Gevleugeld helmkruid (u) Scrophularia vernalis Voorjaarshelmkruid Scutellaria galericulata Blauw glidkruid Scutellaria minor Klein glidkruid Securigera varia Bont kroonkruid Sedum acre Muurpeper Sedum album Wit vetkruid Sedum rupestre Tripmadam
/%
]] D] a a a lw a b a a a a a a b b a b a a nw b a a a a a b a a a a b d nw
NO
NO
VH
10 10 11
zz zz zz
16 6 12 10 16 16 16 12 5 6 10 9 11 11
mnb kw zz2 zz mnb mnb mnb zz2 kw kw zz kw2 zz zz
5 10 11 16 11 11 5 11 11 12 11 6 1
kw zz zz mnb zz zz kw zz zz zz2 zz kw mub
5a 6b 2c 2c 1d 4d 4e 9a 9a 9f 9a 4e 9a 4e 7c 7c 4e 4e 3a 6c 1f 8b 8b 8a 6c 5b 9f 1f 5a 6b 6c 1b 7d
2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
3 3 9 0 380 78 89 7 416 547 482 84 6 33 2 292 29 68 0 9 2 16 701 40 74 8 20 76 237 20 20 11 0
5 5 44 0 584 60 260 8 459 866 650 270 6 23 10 218 54 135 1 9 6 31 1152 52 79 8 30 113 269 38 20 2 1
10 10 9
zz zz z
4 9 6 10 5 3 4 6 10 9 10 6 9 8 10 10 10 9 1 9 8 10 9 8 6 9 9 10 10
va z vz zz va a va vz zz z zz vz z z zz zz zz z za z z zz z z vz z z zz zz
1
0
1
10
zz nw
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
62 31 93 17 23 298 1 299 4 1 234 591 3
53 39 80 16 50 347 2 297 1 3 376 771 2
9 9 8 9 9 5 10 6 10 10 5 3 10
z z z z z va zz vz zz zz va a zz
1 2 1 1 2 1 1 1
7 0 113 13 5 132 16 3
7 1 159 16 4 244 21 8
10 10 7 9 10 6 9 10
zz b 5 zz nw vz a 12 z a 11 zz b 5 vz a 12 z a 11 zz a 10
b a b b a a a b d a a a c
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
7d 6 11 6 6 11 16 10 9 1 10 16 16 2
kw zz kw kw zz mnb zz kw2 mub zz mnb mnb bed
7d 4b 4c 3c 2c 5b 4c 1c 6b 7f 4d 9f 4d
kw
4d 9b 4c 7c 6c 6b 6c 6b
zz2 zz kw zz2 zz zz
G
G
9O
7 Ne
? 1930
b p
? ?
1991
b b! Ne
b p Ar?
1975
p b!! b!!
1996
? p
p b!! b!!
? p ?
1997
Ne
p ? Ne b
19
%LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Sedum sexangulare Sedum telephium Selinum carvifolia Sempervivum tectorum Senecio aquaticus Senecio congestus Senecio erucifolius Senecio helenitis Senecio inaequidens Senecio jacobaea Senecio ovatus Senecio paludosus Senecio squalidus Senecio sylvaticus Senecio vernalis Senecio viscosus Senecio vulgaris Serratula tinctoria Sesleria caerulea Setaria faberi Setaria pumila Setaria verticillata Setaria viridis Sherardia arvensis Sida spinosa Silene dioica Silene latifolia ssp. alba Silene vulgaris Silybum marianum Sinapis alba Sinapis arvensis Sisymbrium altissimum
Zacht vetkruid Hemelsleutel Karwijselie Donderblad Waterkruiskruid Moerasandijvie Viltig kruiskruid Spatelkruiskruid Bezemkruiskruid Jacobskruiskruid Gewoon schaduwkruiskruid Moeraskruiskruid Glanzend kruiskruid Boskruiskruid Oostelijk kruiskruid Kleverig kruiskruid Klein kruiskruid Zaagblad Blauwgras Naaldaar (fa) Geelrode naaldaar Kransnaaldaar Groene naaldaar Blauw walstro Sida Dagkoekoeksbloem Avondkoekoeksbloem Blaassilene Mariadistel Witte mosterd Herik Hongaarse raket
1 1 1 2 1 1 1 1 2 1 1 1 2 1 2 1 1 1 1 2 2 2 2 1 2 1 1 1 2 2 1 2
16 167 8 4 20 28 31 0 2 478 52 5 0 76 2 80 662 3 0 0 19 2 32 46 0 336 162 25 8 2 218 33
9 147 15 8 36 7 24 0 96 550 69 2 1 104 7 170 924 1 1 1 8 5 72 39 1 543 301 56 2 6 428 59
10 7 9 10 9 10 9
zz vz z zz z zz z
8 4 8 10 10 8 10 7 2 10 10 10 10 10 8 9 10 4 6 9 10 10 5 9
z va z zz zz z zz vz a zz zz zz zz zz z z zz va vz z zz zz va z
c b a a a d b lw a a a c nw a a a a d nw nw c a a b nw a a a d a a a
Sisymbrium austriacum ssp. chrysanthum Sisymbrium loeselii Sisymbrium officinale Sium latifolium Solanum dulcamara Solanum lycopersicum Solanum nigrum Solanum sisymbriifolium Solidago canadensis Solidago gigantea Solidago virgaurea Sonchus arvensis Sonchus asper Sonchus oleraceus Sorbus aucuparia Sorghum halepense Sparganium angustifolium Sparganium emersum Sparganium erectum Sparganium natans Spergula arvensis Spergula morisonii Spergularia marina Spergularia rubra
Pyreneese raket Spiesraket Gewone raket Grote watereppe Bitterzoet Tomaat Zwarte nachtschade Nachtschade (si) Canadese guldenroede Late guldenroede Echte guldenroede Akkermelkdistel Gekroesde melkdistel Gewone melkdistel Wilde lijsterbes Wilde sorgo Drijvende egelskop Kleine egelskop Grote egelskop Kleinste egelskop Gewone spurrie Heidespurrie Zilte schijnspurrie Rode schijnspurrie
2 2 1 1 1 2 1 2 2 2 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1
3 4 514 17 468 0 364 0 0 0 230 154 430 424 619 0 0 45 185 12 391 43 0 93
24 3 773 4 754 10 577 1 46 12 147 235 603 594 849 2 2 48 308 11 504 91 1 151
9 10 3 10 3 10 4 10 9 10 7 6 4 4 3 10 10 9 6 10 4 8 10 7
z zz a zz a zz va zz z zz vz vz va va a zz zz z vz zz va z zz vz
a b a d a nw a nw nw nw c a a a a nw nw a a b a a nw a
20
/%
]] D]
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
NO
NO
VH
2 9 11 10 11 1 6
bed kw2 zz zz zz mub kw
11 16 11 2
zz mnb zz bed
6b 8b 7c 6a 5b 2b 5a 7c 1e 6b 8a 4e 1e 8a 1e 1e 1a 7c 6d ? 1c 1c 1c 1b ? 8b 1e 6c 1f 1e 1a 1f
11 10 12 16 1
2 10 11 6
zz zz zz2 mnb mub
bed zz zz kw
16 12 11 1 10 16 11
mnb zz2 zz mub zz mnb zz
11 5 16 1 16
zz kw mnb mub mnb
16
mnb
8 12 16 16 16
kw2 zz2 mnb mnb mnb
11 12 5 16 11
zz zz2 kw mnb zz
12
zz2
1f 1f 1f 4c 4e ? 1a ? 1g 1g 9e 1a 1a 1a 9e 1e 4b 4d 4c 4b 1c 6e 3b 2c
G
G
1900
9O
7
b!
?
p ? b
Ne
+ Ne
b 1994
Ne ?
1990 1998
1998
b b! ? p
b ?
? ?
?
Ne
Ne Ar? Ar? Ar? Ne
Ar Ne Ne Ar ? Ne Ne Ar
p 1978
?
1995 1970 1970
?
1986 1978
? b
p
1992
b b
Ne Ar Ne Ne Ne
Ne
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Spiranthes aestivalis Spiranthes spiralis Spirodela polyrrhiza Stachys alpina Stachys arvensis Stachys officinalis Stachys palustris Stachys sylvatica Stellaria graminea Stellaria holostea Stellaria media ssp, media Stellaria media ssp, neglecta Stellaria nemorum Stellaria palustris Stellaria uliginosa Subularia aquatica Succisa pratensis Symphoricarpos albus Symphytum ’asperum’ groep Symphytum officinale Tanacetum parthenium Tanacetum vulgare Taraxacum s. Erythrosperma Taraxacum s. Palustria Taraxacum s. Spectabilia Taraxacum sectie Subvulgaria Taxus baccata Teesdalia nudicaulis Teucrium botrys Teucrium scorodonia Thalictrum flavum Thalictrum minus Thelypteris palustris Thlaspi arvense
Zomerschroeforchis Herfstschroeforchis Veelwortelig kroos Alpenandoorn Akkerandoorn Betonie Moerasandoorn Bosandoorn Grasmuur Grote muur Vogelmuur Heggenvogelmuur Bosmuur Zeegroene muur Moerasmuur Priemkruid Blauwe knoop Sneeuwbes Ruwe smeerwortel Gewone smeerwortel Moederkruid Boerenwormkruid Duinpaardebloem Moeraspaardebloem Schraallandpaardebloem Paardebloem Taxus Klein tasjeskruid Trosgamander Valse salie Poelruit Kleine ruit Moerasvaren Witte krodde
/% 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 2 1 1 1 1 1 2 1 2 1 1 1 1 1
]] D] 1 0 22 1 55 17 231 389 603 424 932 0 16 109 346 ? 255 44 0 407 91 669 0 0 15 0 0 79 0 541 54 0 5 59
0 0 20 1 67 21 344 656 751 460 1282 2 23 92 423 0 164 67 10 558 98 820 6 5 34 435 1 89 1 576 62 1 3 100
Thlaspi caerulescens ssp. calaminare Thlaspi perfoliatum Thymus pulegioides Thymus serpyllum Tilia cordata Tilia ’plathyphyllos’ groep Torilis arvensis Torilis japonica Tragopogon pratensis Trientalis europaea Trifolium alexandrinum Trifolium arvense Trifolium campestre Trifolium dubium Trifolium filiforme Trifolium fragiferum Trifolium hybridum ssp, elegans Trifolium hybridum ssp, hybridum Trifolium incarnatum Trifolium medium Trifolium pratense Trifolium repens
Zinkboerenkers Doorgroeide boerenkers Grote tijm Wilde tijm Winterlinde Zomerlinde Akkerdoornzaad Heggendoornzaad Gele morgenster Zevenster Alexandrijnse klaver Hazenpootje Liggende klaver Kleine klaver Draadklaver Aardbeiklaver Slanke klaver Basterdklaver Inkarnaatklaver Bochtige klaver Rode klaver Witte klaver
1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1
0 1 108 8 6 21 0 276 92 0 0 103 44 469 0 18 0 175 0 3 786 732
6 1 76 5 33 49 2 362 124 2 4 113 65 559 1 15 5 215 5 4 876 947
9 10 9 9 6 4 3 5 1 10 9 8 5
z zz z z vz va a va za zz z z va
7 9 10 4 8 3 10 10 9 5 10 8 10 4 9 10 10 8
vz z zz va z a zz zz z va zz z zz va z zz zz z
w lw b b a a a a a a a nw a b a w c a nw a a a nw nw a nw nw a nw a a nw c a
10 10 8 10 9 9 10 5 8 10 10 8 9 4 10 9 10 6 10 10 3 2
zz zz z zz z z zz va z zz zz z z va zz z zz vz zz zz a a
nw b b c a a nw a a nw nw a a a nw b nw a nw a a a
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
NO
NO
6 5 11 11 12 16 16 16 16
kw kw zz zz zz2 mnb mnb mnb mnb
11 6 16
zz kw mnb
8 11
kw2 zz
16 11 16
11
mnb zz mnb
zz
11
zz
16 11
mnb zz
2 11
bed zz
5 6 2 11 11
kw kw bed zz zz
16 11
mnb zz
11 11 16
zz zz mnb
6
kw
12
zz2
10 16 16
zz mnb mnb
VH
G
7c 7e 4a 8a 1c 8c 4e 9f 5a 9d 1a 8b 9a 7a 9a 4b 7c 8d 1g 4e 1e 1g 6b 5b 7c 5a 9b 6e 6b 9e 4e 8c 7a 1a
1950 1900
6c 6c 6b 6e 9d 9g 5a 8b 5a 9e 1e 6c 6b 5a 6b 2a 2a 2a 1e 8c 5a 2a
G
9O
7
+ + p p p p
1973 p
1942
+ Ne Ne
1974
Ne 1974 1971
b p
1970 1970
?
?
1989
?
Ne
1987
p p
1979
b ?
Ne ?
b!! ? 1997
+
1982 1979
b! ?
1996
b
Ne
1980 1980
? b
21
? Ne
%LMODJH :HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
/%
Trifolium resupinatum Trifolium striatum Triglochin palustre Trisetum flavescens Tussilago farfara Typha angustifolia Typha latifolia Ulex europaeus Ulmus glabra Ulmus minor Urtica dioica Urtica urens Utricularia australis Utricularia intermedia Utricularia minor Utricularia ochroleuca Utricularia vulgaris Vaccaria hispanica Vaccinium myrtillus Vaccinium oxycoccus Vaccinium vitis-idaea Valeriana dioica Valeriana repens Valerianella dentata Valerianella locusta
Perzische klaver Gestreepte klaver Moeraszoutgras Goudhaver Klein hoefblad Kleine lisdodde Grote lisdodde Gaspeldoorn Ruwe iep Gladde iep Grote brandnetel Kleine brandnetel Loos blaasjeskruid Plat blaasjeskruid Klein blaasjeskruid Bleekgeel blaasjeskruid Groot blaasjeskruid Koekruid Blauwe bosbes Kleine veenbes Rode bosbes Kleine valeriaan Echte valeriaan Getande veldsla Gewone veldsla
2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
0 1 8 119 594 58 241 22 18 249 1019 394 1 3 24 0 18 2 458 39 33 15 576 1 38
3 1 4 91 838 72 403 21 10 446 1375 433 14 2 22 0 24 0 470 31 46 7 717 0 63
10 10 10 8 3 8 5 9 10 5 1 5 9 10 9
9
zz nw zz b 5 zz c 2 z b 6 a a 16 z a 11 va a 16 z b 6 zz c 2 va a 16 za a 16 va a 16 z a 11 zz c 2 z b 6 lw z a 11 w va a 16 z b 6 z a 11 zz c 2 a a 16 w z a 11
Verbascum blattaria Verbascum densiflorum Verbascum lychnitis Verbascum nigrum Verbascum phlomoides Verbascum thapsus Verbena officinalis Verbesina helianthoides Veronica agrestis
Mottenkruid Stalkaars Melige toorts Zwarte toorts Keizerskaars Koningskaars IJzerhard Verbesina (he) Akkerereprijs
1 1 1 1 1 1 1 2 1
3 7 5 114 1 73 204 0 59
7 19 5 184 1 152 202 1 95
10 9 10 7 10 7 7 10 8
zz a 10 z a 11 zz b 5 vz a 12 zz b 5 vz a 12 vz b 9 zz nw z a 11
1
24
47
9
z
a
1 1 1 1 2
12 283 174 522 18
27 624 276 627 26
9 4 6 4 9
z va vz va z
a a a a a
1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1
303 0 1 13 68 0 1 192 3 42 107 14 1 438
480 65 1 24 72 0 13 382 58 48 174 6 3 598
5 9 10 9 8
Veronica anagallis-aquatica ssp. an-aq Blauwe waterereprijs Veronica anagallis-aquatica ssp. aquatica Rode waterereprijs Veronica arvensis Veldereprijs Veronica beccabunga Beekpunge Veronica chamaedrys Gewone ereprijs Veronica filiformis Draadereprijs Veronica hederifolia ssp, hederifolia Akkerklimopereprijs Veronica hederifolia ssp, lucorum Bosklimopereprijs Veronica longifolia Lange ereprijs Veronica montana Bosereprijs Veronica officinalis Mannetjesereprijs Veronica opaca Doffe ereprijs Veronica peregrina Vreemde ereprijs Veronica persica Grote ereprijs Veronica polita Gladde ereprijs Veronica scutellata Schildereprijs Veronica serpyllifolia Tijmereprijs Veronica triphyllos Handjesereprijs Viburnum lantana Wollige sneeuwbal Viburnum opulus Gelderse roos
22
]] D]
9 5 9 9 10 3
10 5 9 9 7 10 10 4
NO
NO kw bed kw mnb zz mnb kw bed mnb mnb mnb zz bed kw zz mnb kw zz bed mnb zz
2a 6b 7b 5a 1e 4c 4c 7e 9g 9c 8b 1a 4a 4b 4b 4b 4a 1b 9e 7d 7e 7c 5b 1b 1a
zz
1f 1f 8c 1f 1f 1f 1e ? 1a
11
zz
4d
11 16 12 16 11
zz mnb zz2 mnb zz
4d 6b 4d 5a 5a
va a 16 z nw zz b 5 z a 11 z a 11 lw zz a 10 va a 16 z a 11 z a 11 vz a 12 zz c 2 zz a 10 va a 16
mnb
1c 9f 5b 9a 7f 1a 1a 1a 1a 7a 2a 1c 8d 9f
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
zz zz kw zz2 kw zz2 kw2
VH
kw zz zz zz mnb zz zz zz2 bed zz mnb
G
G
9O
7
1980
? p
Ne
p ?
p b!! b + b! b!!
1895 1954
Ar?
p b 1950
b!!
?
1998
?
Ar? Ne
Ne
1973 b
1890
+ Ne Ne
b p
?
%LMODJH
:HWHQVFKDSSHOLMNHQDDP
1HGHUODQGVHQDDP
Vicia cracca Vicia hirsuta Vicia lathyroides Vicia lutea Vicia sativa Vicia sepium Vicia tetrasperma Vicia villosa ssp. varia Vicia villosa ssp. villosa Vinca major Vinca minor Vincetoxicum hirundinaria Viola arvensis Viola canina Viola hirta Viola odorata Viola palustris Viola reichenbachiana Viola riviniana Viola tricolor Viscum album Vulpia bromoides Vulpia myuros Wahlenbergia hederacea
Vogelwikke Ringelwikke Lathyruswikke Gele wikke Voederwikke Heggenwikke Vierzadige wikke Bonte wikke Zachte wikke Grote maagdenpalm Kleine maagdenpalm Witte engbloem Akkerviooltje Hondsviooltje Ruig viooltje Maarts viooltje Moerasviooltje Donkersporig bosviooltje Bleeksporig bosviooltje Driekleurig viooltje Maretak Eekhoorngras Gewoon langbaardgras Klimopklokje
/% 1 1 1 2 1 1 1 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
]] D] 357 388 6 1 311 154 112 7 11 0 76 5 470 98 14 158 82 71 122 150 100 7 12 0
426 534 0 6 382 247 107 11 23 3 108 6 703 32 14 287 130 87 118 204 148 9 72 0
Wolffia arrhiza Xanthium orientale Xanthium spinosum Xanthium strumarium Zannichellia palustris
Wortelloos kroos Grote stekelnoot Stekende stekelnoot Late stekelnoot Zannichellia
1 2 2 2 1
3 0 0 0 3
0 1 1 1 18
5 4
va va
10 5 6 8 10 9 10 8 10 3 9 9 6 8 8 8 7 7 10 8
zz va vz z zz z zz z zz a z z vz z z z vz vz zz z
10 10 10 9
a a w a a a b a a nw a a a d b a a a b a a a a lw
NO
NO
VH
16 16
mnb mnb
10 16 12 6 10 11
zz mnb zz2 kw zz zz
11 10 16 3 6 12 11 11 6 12 12 10 11
zz zz mnb bed kw zz2 zz zz kw zz2 zz2 zz zz
5a 1a 6b 1e 6b 8b 1a 1e 1c 8b 9d 8c 1c 7f 8c 8b 7a 9f 9f 1c 9a 1e 1e 7c
w zz nw zz nw zz nw z a 11
(YROXWLHYDQKHWSODQWHQEHVWDQGLQGHSURYLQFLH/LPEXUJ 5RGH/LMVWYDQSODQWHQHQSODQWHQJHPHHQVFKDSSHQLQ/LPEXUJ
zz
4a 1e 1e 1e 4a
G
G
9O
7
?
Ne
?
? ? Ne
1969
1978 b! b p
b! 1900
b!
1950
b! ? ? ?
1990 1976 1996
23
Ne Ne Ne
Bijlage 2
Bijlage 2
Figuur 5.5. Kalkhoudende gronden in Limburg Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg
Wijze van citeren : Berten R., & Gora L., 2002. Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg. Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg. Rapport Instituut voor Natuurbehoud 2002.02. Brussel
Het Instituut voor Natuurbehoud Het Instituut voor Natuurbehoud (IN) is een wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Gemeenschap; het telt momenteel een 100-tal medewerkers. Het werd op 1 maart 1986 operationeel met als algemene taakstelling: “alle passende wetenschappelijke studies, onderzoeken en werkzaamheden uit te voeren in verband met het natuurbehoud, inzonderheid met het oog op het uitwerken van actiemiddelen en wetenschappelijke criteria tot het voeren van een beleid inzake natuurbehoud; hiertoe verzamelt het alle nuttige documentatie, onderneemt het de nodige studies en onderzoekingen, richt enquêtes in en zorgt voor de overdracht van de verworven kennis aan de bevoegde overheden...”
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
Colofon Auteurs: Robert Berten en Lily Gora Voorpagina: De Drijvende waterwegbree is in Europa erkend als bedreigde soort. Foto: Lily Gora Verantwoordelijke uitgever: Eckhart Kuijken Algemeen directeur van het Instituut voor Natuurbehoud Opmaak en druk: Katrien Van den Broeck, Helen Blow - Instituut voor Natuurbehoud Drukkerij van de Vlaamse Gemeenschap, departement LIN D/2002/3241/153 ISBN 90-403-0151-4 NUR 941 Kostprijs : 8 euro (plus 5 euro verzendingskosten voor 1 tot 5 exemplaren) Hoe bestellen? Door een storting te doen op rekening 091-2226013-86 op naam van het Eigen Vermogen van het Instiuut voor Natuurbehoud met vermelding van ‘Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg, IN.R.2002.02’. Gelieve tegelijkertijd een briefje of mail te sturen t.a.v. Helen Blow, Instituut voor Natuurbehoud, Kliniekstraat 25, 1070 Brussel (
[email protected]). Na ontvangst van uw betaling sturen wij u het rapport op, tesamen met een factuur waarop de vermelding ‘betaald’ staat.
© 2002, Instituut voor Natuurbehoud, Brussel 2e druk gedrukt op gerecycleerd, chloorvrij papier. Robert Berten Instituut voor Natuurbehoud Kliniekstraat 25, B-1070 Brussel e-mail:
[email protected] website:www.instnat.be tel: 02-558 18 11 fax: 02-558 18 05
Lily Gora Voorzitter van de Limburgse Plantenwerkgroep Correspondentieadres: Het Groene Huis - Provinciaal domein Bokrijk 3600 Genk tel: 011-26 54 62 fax: 011-26 54 55 e-mail:
[email protected] website: www.limburg.be/likona
Het onderzoek heeft vooral betrekking op de diverse aspecten van de biodiversiteit, meer bepaald de inventarisatie, monitoring en ecologie van planten- en diersoorten, populaties en levensgemeenschappen in relatie tot hun omgeving. In het landschapsecologisch onderzoek gaat de aandacht vooral naar ecohydrologie, habitatfragmentatie en ecosysteemprocessen. De wetenschappelijke kennis ligt aan de basis van referentiekaders (zoals Rode Lijsten van diverse taxonomische groepen), karteringen van het natuurlijk milieu (zoals de Biologische waarderingskaart, BWK) en gebiedsgerichte acties inzake natuurontwikkeling, -herstel en -beheer. Dit beoogt het beleidsmatig inpassen van ruimtelijke en kwalitatieve noden van natuurbehoud in landinrichting, ruimtelijke planning, integraal waterbeheer en milieubeheer. Toepassingen liggen o.m. in de sfeer van het afbakenen van ecologische netwerken en gebieden van internationale betekenis en soortbeschermingsplannen. Het Instituut is betrokken bij verschillende regionale, nationale en internationale onderzoeksprogramma’s en netwerken. Daarnaast is er nauwe samenwerking met universiteiten en andere wetenschappelijke instellingen in binnen- en buitenland. Adviesverlening is een belangrijke taak van het Instituut. Deze gebeurt zowel ten behoeve van het Kabinet van de bevoegde Minister, de Vlaamse Hoge Raad voor Natuurbehoud , de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, AMINAL, AHROM en andere entiteiten van de Vlaamse Gemeenschap. In opdracht van derden kunnen via het Eigen Vermogen specifieke studies, karteringen en expertises worden uitgevoerd, waarvoor tijdelijke contractuele medewerkers kunnen worden aangetrokken. Het Instituut voor Natuurbehoud publiceert rapporten en mededelingen in een eigen reeks. De bibliotheek biedt een ruim aanbod van tijdschriften en referentiewerken inzake milieu en natuur. Daarnaast biedt het Instituut diverse informatie aan via internet. Algemeen Directeur: Prof. Dr. Eckhart Kuijken.
Instituut voor Natuurbehoud - Kliniekstraat 25 - 1070 Brussel - België Tel : +32 2-558 18 11 - Fax : +32 2 558 18 05 www.instnat.be -
[email protected]
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg
Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Gemeenschap
Evolutie van het plantenbestand in de provincie Limburg Rode Lijst van planten en plantengemeenschappen in Limburg Robert Berten en Lily Gora
instituut voor