o n z S
e
A M e
N
b
e
l
o
f
t
L
E
V
I
N G
e
A
A N
D
E
Instellingsplan 2012-2016
k w a p
r o
m a
s
f
e
s
s
t
e
r
s
i
o n a
i
t
e
i
t
s
k g
e
r
i
c h
t
l p
v
l
a
l
a
k
t
i
o n d
e
r
z o
a
t
i
o r
r
i
s
j
e
e
k
c
u
l
t
u u
r
Kennis in interactie Instellingsplan 2012-2016
Inclusief prestatieafspraken met de overheid
Inhoud Woord vooraf 5
Naar een hoogwaardige kennisinstelling 33
Onze visie 9
Onderzoek 49 Beroepspraktijk en regio 53
De HAN: kwaliteit en ambitie 9 Een duidelijk profiel 11
Kwaliteit is mensenwerk 60
Speerpuntenbeleid: inhoudelijke zwaartepunt
Implementatie 70
Operational excellence 67
vorming 13 De keuze van speerpunten 13 De organisatie van speerpunten 15 De internationale dimensie 16 Onderwijsvisie 19
Bijlage A De han in 2016; prestatieafspraken
met de overheid 78 Bijlage A1 Definities en bronnen bij
indicatoren prestatieafspraken 83 Bijlage B1 Honours- en
Waar staan we nu? 19 Onderwijskwaliteit bacheloropleidingen 21 Masters 23 Onderzoek 23
excellentieprogramma’s 87 Bijlage B2 De speerpunten; samenvattingen
van de ‘business cases’ 89 Bijlage B3 Centre of Expertise Logistiek 104
Contractonderwijs en adviesdiensten 24 Beroepspraktijk en regio 24 Ondernemerschap 26
Bijlage B4 Consultatieronde regiopartners
maart 2012 106
Mens en organisatie 28 Context 29 Samenvattend 30 Onderwijs 33
4
5
De koers die we in dit instellingsplan voor de periode 2012-2016 uitstippelen, bouwt voor een deel voort op de bestaande strategie. Ons ambitieniveau gaat daarbij wel omhoog. Dat vraagt de samenleving ook van ons. We gaan de HAN krachtig verder ontwikkelen tot een university of applied sciences: een instelling voor modern hoger beroepsonderwijs, met opleidingen die verweven zijn met praktijkgericht onderzoek, internationaal zijn georiënteerd en kennis leveren die van nut is voor de maatschappelijke en economische ontwikkeling van de regio.
We weten waar we goed in zijn. Op een aantal terreinen
overheid vanaf 2016 mogelijk budgettaire consequen
van onderwijs en onderzoek sluiten we in samenspraak
ties verbindt aan de realisatie.
met bedrijven en instellingen aan bij de regionale eco
Deze prestatieafspraken zijn nog in concept. Half
nomische en maatschappelijke agenda. Hierop ont
september brengt de zogeheten Reviewcommissie
wikkelen we de komende periode onze speerpunten.
over deze voorgestelde afspraken een advies uit aan staatssecretaris Zijlstra. Voor 1 november zullen de
In dit instellingsplan geven we aan wat ons te doen
prestatieafspraken definitief zijn gemaakt.
staat als maatschappelijke organisatie. Het bevat onze doelstellingen en onze beloften aan de samen
Dit plan kan niet zonder breed draagvlak en is tot
leving.
stand gekomen na zorgvuldige consultatie en overleg.
Wat betreft die doelstellingen en beloften kent dit in
Ambities en de opeenvolgende concepten van dit
stellingsplan een noviteit. Een deel ervan bevat ‘pres
plan zijn regelmatig onderwerp van gesprek geweest
tatieafspraken’ die we met de overheid zullen maken.
(in oriënterende en besluitvormende zin) met faculteits
Deze zijn direct afgeleid van onze plannen en ambi
directies, instituutsdirecties en staf en met de Mede
ties, maar hebben een bijzondere status doordat de
zeggenschapsraad en de Raad van Toezicht. 6
In de aanloop van het plan hebben we alle instituten en service units bezocht en zijn in direct gesprek ge gaan met docenten en medewerkers. De resultaten van een enquête onder onze studenten en medewerkers laten zien dat er brede steun is voor de gekozen koers. Er hebben vijf regionale consultaties met stakeholders (bijlage B4) plaatsgevonden, vooral om na te gaan of de gekozen speerpunten kunnen rekenen op steun van onze regio. In een enkel geval is afgezien van een bepaald (concept)speerpunt, in een ander geval is op verzoek van de regio een speerpunt toegevoegd. Een van de consultaties was euregionaal van aard, gezien de nauwe verwevenheid van onze regio (maatschap pelijk en economisch) met het Duitse achterland. Met de ons omringende collega-hogescholen hebben we afgestemd over de gekozen profilering en speer punten. Voor een belangrijk deel zijn we complemen tair in onze keuzes en op sommige onderdelen kun nen we goed samenwerken. We zetten ons ervoor in om onze omgeving te laten zien en ervaren dat de HAN een kennisinstelling is die dankzij een open verbinding met de beroepspraktijk en de (eu)regio een belangrijke bijdrage levert aan de sociale en economische ontwikkeling.
College van Bestuur augustus 2012
7
8
9
Onze visie
eigen verantwoordelijkheid en de wil om ook het beste
Onze maatschappelijke opdracht is helder: studenten
uit zichzelf te halen. We bieden aanvankelijk structuur,
op een hoog niveau opleiden en beantwoorden aan
maar willen dat studenten op enig moment het heft in
de vraag naar hooggeschoolde, innovatieve en onder
eigen hand nemen.
nemende mensen. Het is daarbij onze overtuiging dat dit doel het beste gediend is met wat wij ‘onderwijs
Onderzoek hoort bij ons en krijgt een natuurlijke plek
leergemeenschappen’ noemen. We willen ons onder
in wat we doen. Ons onderzoek is praktijkgericht, inno
wijs meer en meer organiseren in voor de studenten
vatief en draagt bij aan de kwaliteitsverbetering van ons
herkenbare entiteiten en in gebouwen en een omge
onderwijs. Het gaat om een continue wisselwerking:
ving die de identiteit uitstralen van het beroep waar
onderzoek innoveert en verbetert de beroepspraktijk,
we voor opleiden. Dat gaat het best met docenten en
wat ‘materiaal’ oplevert voor verbetering van het onder
medewerkers die de ruimte voelen om eigenaar van
wijs aan de toekomstige beroepsbeoefenaren.
het onderwijs te zijn en mee vormgeven aan die eigen identiteit.
We zetten de komende jaren een duidelijk HANkwaliteitskeurmerk neer en beloven dat ons onderwijs
Onze onderwijsprogramma’s zijn zo ingericht, dat als
over de hele linie aan dat keurmerk voldoet. Daarmee
onze studenten ‘afzwaaien’, ze met kennis en kunde
creëren we een brede basis van goed bacheloronder
toegerust zijn om als onderzoekende, ondernemende
wijs. Boven op dat brede en solide fundament gaan
beroepsbeoefenaren zichzelf een mooie toekomst te
we selectief concentraties ontwikkelen van onder
bezorgen én innovatieve bijdragen te leveren aan de
zoek, minoren en masteropleidingen. We gaan daar
economische en maatschappelijke ontwikkeling van
bij uit van onze eigen kracht én waar de samenleving
de samenleving. Dat is onze wettelijke plicht en we
behoefte aan heeft. We bekennen kleur.
voelen het als onze maatschappelijke verantwoorde lijkheid. Daarbij zoeken we de goede wisselwerking met de student. Wij organiseren de onderwijsleergemeen schap, ontwerpen een uitdagend en voldoende in tensief programma, nodigen onze medewerkers uit het beste uit zichzelf te halen en bieden onderwijs dat studenten een optimale kans geeft op een goede toekomst, doordat we daar met werkgevers goed over gesproken hebben. We vragen van studenten inzet,
10
11
De han wil een brede multisectorale hogeschool blijven, met een dekkend aanbod in die sectoren waar zij actief is. Recent arbeidsmarktonderzoek1 in de regio Gelderland laat zien dat er in relatieve zin voor hoger opgeleiden krapte bestaat op de arbeidsmarkt; de zogeheten ‘krapte-index’ is relatief het hoogst in de (para)medische sfeer. Dat laatste heeft te maken met het ‘Health-profiel’ van de regio. Om die relatief krappe arbeidsmarkt nu en in de toekomst te kunnen blijven bedienen, moet de han de breedte van haar assortiment behouden; zeker ook doordat vaststaat dat een relatief hoog percentage van onze studenten uit de regio komt.
De HAN is een geprofileerde instelling met een doel
Hier is in de afgelopen jaren een kwalitatief stevige
bewuste keuze voor een Nijmeegs profiel en een
basis gelegd van een economisch opleidingenaanbod
Arnhems profiel. In Nijmegen ligt de nadruk op ge
(Arnhem Business School) en van een internationaal
drag & maatschappij, gezondheid, sport en opleiden,
aanbod bij techniek (in het bijzonder Automotive).
in Arnhem op techniek. Beide campussen bieden
De keuze voor een breed assortiment van voltijdse
breed economisch onderwijs en een lerarenopleiding
bacheloropleidingen met als ambitie dat over de hele
primair onderwijs. Ze hebben ook beide een interna
linie kwaliteit en niveau stijgen, noemen wij onze
tionaal profiel. Deze profilering laten we intact, waarbij
breedtestrategie. Alle opleidingen dienen te voldoen
we op de Arnhemse campus de Engelstalige program
aan een gegarandeerde basiskwaliteit die we aan de
ma’s voor ‘degree seeking’ studenten uit het buiten
hand van heldere indicatoren doorlopend meten. In
land verder uitbouwen tot een uniek profielkenmerk.
de prestatieafspraken met de overheid garanderen we
1
Provinciale en regionale discrepantieanalyse Gelderland, Broersma en Van Rijn, Groningen, 21 maart 2012.
12
een minimale kwaliteit van onze opleidingen: ze zijn
geven aan de (selectieve) ontwikkeling van professio-
geaccrediteerd en kennen een studenttevredenheid
nal masteropleidingen en aan de ontwikkeling van ons
van minimaal een 7. Onderdeel van deze basiskwali
praktijkgerichte onderzoek in verbinding met het on
teit is dat we elke opleiding in de voor haar relevante
derwijs. We zullen terughoudend zijn in de ontwikke
context plaatsen en deze zodoende een ‘couleur loca
ling van associate degree-programma’s (Ad’s).
le’ krijgt. Elke opleiding krijgt een doorlopende leerlijn onderzoek die past bij die opleiding. Datzelfde geldt
De HAN streeft naar een internationaal profiel: alle
voor de internationale dimensie, passend bij de be
opleidingen zorgen voor internationalisering van het
treffende opleiding en de beroepspraktijk waar deze
curriculum. Ze doen dat in de vorm en de mate die
zich op richt.
passen bij het beroep waartoe ze opleiden.
Naast een strategie gericht op kwaliteitsverbetering
De HAN is een hogeschool met een publieke
en niveauverhoging in den brede, geven we ruimte
oriëntatie. In de prestatieafspraken geven we aan
aan profilering en excellentie; we hanteren naast onze
dat we een hogeschool willen zijn met een duidelijk
breedtestrategie een dieptestrategie. We doen dat op
publiek profiel. Vanuit die insteek geven we geen
verschillende manieren. Bij het onderwijs doen we dat
prioriteit aan commerciële activiteiten. Het is wel
in de vorm van speciale programma’s voor studenten
onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om een
die meer willen en kunnen. We ontwikkelen (en heb
selectief aanbod (na)scholingsfaciliteiten te bieden
ben die nu ook al) voor hen zogenoemde ‘honours’-
die het werkveld en deelnemers financieren en waarin
en excellentieprogramma’s. Boven op het palet van
private partijen niet voorzien. Overigens scharen
bacheloropleidingen en de meer basale verbinding
we hier onze (niet-bekostigde) masteropleidingen
van onderzoek met ons onderwijs ontwikkelen we
nadrukkelijk niet onder. Het verzorgen van dit
speerpunten: synergetische concentraties van hoog
onderwijs rekenen wij tot onze publieke taak en
waardig onderzoek, uitstekende masteropleidingen
vragen de overheid op dit punt dat ook als zodanig
en minoren.
te erkennen en over te gaan tot bekostiging van dit onderwijs. Deze opleidingen zijn volgens de regels
De HAN wil haar (nu al stevige) positie in de markt
van de overheid geaccrediteerd en worden allerwegen
van leren voor werkenden verder versterken en zal een
gezien – niet in de laatste plaats door de commissie
selectiever en hoogwaardig aanbod ontwikkelen van
Veerman – als een noodzakelijke aanvulling op het
haar deeltijdonderwijs. Onderwijs dat voldoet aan de
palet aan hoger onderwijs in Nederland.
criteria maatschappelijke (toegevoegde) waarde, vol doende schaal en bovengemiddelde kwaliteit. De HAN wil zich verder ontwikkelen tot een university of applied sciences (UAS). Dat houdt in dat we prioriteit
13
Speerpuntenbeleid: inhoudelijke zwaartepuntvorming
De keuze van speerpunten
De HAN wil gericht bijdragen aan het te gelde
mende mate geënt op het landelijke topsectorenbe
maken van kennis, gelooft in de claim dat kennis
leid. Regio’s stellen zich de vraag in welke sectoren
de motor is van economische ontwikkeling en
ze sterk zijn en met welke sectoren ze zich binnen dit
koppelt haar uitstekende staat van dienst op het
beleid willen profileren.
gebied van stimuleren van ondernemerschap en het
Een eerste analyse van de economische agenda’s
2
Het regionale economische beleid wordt in toene
organiseren van valorisatieprogramma’s aan haar
van de provincie Gelderland, de Stadsregio Arnhem-
speerpuntenbeleid.
Nijmegen, de kerngemeentes Arnhem, Nijmegen en Doetinchem, de ‘Exzellenz’-clusters in Nordrhein-
Leidend bij de keuze voor deze HAN-speerpunten is
Westfalen, het kaderprogramma Horizon 2020 en de
het nieuwe bedrijfslevenbeleid (het topsectoren
eigen sterktes van de HAN heeft geleid tot een eerste,
beleid), de uitgangspunten van dit beleid voor de
voorlopige keuze voor sectorale speerpunten: High
regionale sociaal-economische ontwikkeling, de mate
Tech Systemen en Materialen, Chemie, Energie- en
waarin een koppeling gelegd kan worden met onze
Milieutechnologie, Creatieve Industrie, Life Sciences
eigen sterktes en de bijdrage die wij kunnen leveren
& Health, Logistiek en Food. Naast deze economi
aan het ontwikkelen van deze regionale topsectoren.
sche sectoren hebben we daarbij ook een keuze ge
Daarbij zien we voor onszelf een drieledige rol weg
maakt voor enkele maatschappelijk relevante topsec
gelegd:
toren: Zorg & Welzijn, Sport en Onderwijs.
• Het bieden van een antwoord op het verwachte tekort (kwalitatief en kwantitatief) aan arbeids
In nauw overleg met de faculteiten is op basis van een
krachten in de diverse sectoren (de Human Capital
eerste toetskader een nadere inhoudelijke invulling
Agenda).
gegeven aan deze sectorale speerpunten.
• Het versterken van de vraagsturing tussen onder wijs, onderzoek en bedrijven/instellingen. • De innovatie via het praktijkgerichte onderzoek (valorisatie).
Vervolgens is per voorlopig vastgesteld speerpunt een ‘business case’ opgesteld. In deze business case is aangetoond hoe relevant en kansrijk de ontwikkeling van het speerpunt is.
2
alorisatie: het beschikbaar maken van kennis voor economische en V maatschappelijke benutting.
14
Daarbij zijn de volgende criteria gehanteerd3:
faculteit heen (multidisciplinariteit) en waaruit die
1 De verbinding van het speerpunt met de
betrokkenheid bestaat.
(regionale) topsectoren en de maatschappelijke uitdagingen. Het gaat om de aansluiting bij het
5 De ambities rondom het speerpunt. Hierbij gaat
landelijke topsectorenbeleid, bij het economische
het om een concrete beschrijving van doelstel
programma van de provincie Gelderland (prio
lingen en producten/diensten ten aanzien van:
ritaire programma’s en brede economie), bij
• Het onderzoek en de onderzoeks
de Human Capital Agenda’s en bij de relevante bedrijvigheid en bedrijvenclusters in de regio.
programmering. • Het onderwijs. Vooral van belang is de
Extra aandacht ook voor de aansluiting bij Nord
aansluiting bij de Human Capital Agenda’s
rhein-Westfalen en de Europese uitdagingen.
(kwalitatief en kwantitatief vergroten van in- en uitstroom voor de betreffende sector) en de
2 Het huidige ‘trackrecord’. Hierbij gaat het om het huidige onderwijsaanbod op het speerpunt, verworven onderzoeksopdrachten en resultaten
mogelijkheden voor differentiatie (minoren, honoursprogramma’s, masters). • Valorisatie: kennisdisseminatie, afstudeer
daarvan, overzicht van valorisatieactiviteiten
projecten, starters en dergelijke. Belangrijk is de
(zoals spin-offs), participatie in netwerken van
aansluiting bij ‘Gelderland valoriseert!’4.
overheden en bedrijfsleven.
Het gaat om excellentie en om het onder scheidend vermogen ten opzichte van collega-
3 De verbinding met werkveld en regio. Dit betreft
hogescholen.
de vraag hoe de omgeving (bedrijven, instellingen en overheden) bij de ontwikkeling van het speerpunt betrokken is/wordt. Vraagsturing en
6 De uitvoerbaarheid van de ambities. Dit betreft: • Een beschrijving van de strategie om de
mogelijkheden voor publiek-private samenwerking
kloof tussen huidige situatie en de ambitie te
zijn belangrijke aandachtspunten.
overbruggen. • Een realistische planning van activiteiten
4 De verankering van het speerpunt in onze breedte- en dieptestrategie. De centrale vraag hierbij is of het speerpunt voldoende verbonden
gedurende de vier jaren. • Een realistische inschatting van benodigde financiële middelen en menskracht.
is met de brede basis om als vliegwiel voor kwaliteitsverbetering te kunnen fungeren. Belangrijk daarbij is het aantal opleidingen en lectoren dat bij het speerpunt betrokken is, zowel binnen een faculteit als over de grenzen van de 3
15
De criteria zijn ontleend aan die voor een Centre of Expertise.
4 Een omvangrijk project (totaal € 12,5 miljoen) dat loopt van 2012 tot en met 2017 en waarvan de HAN penvoerder is. Hierin hebben enkele kennisinstellingen (HAN, ArtEZ en RU), bedrijven en overheden – met name de provincie Gelderland – hun krachten gebundeld voor meer innovatie en werkgelegenheid in de regio en de opbouw van een regionale valorisatie-infrastructuur. (Zie ook hoofdstuk 4, onder ‘Beroepspraktijk en regio’.)
• Een realistische inschatting van de te verwerven
Speerpunten han
Faculteit
Vooral van belang is de eigen prioriteitstelling
Automotive
Techniek
van de instelling/faculteit wat betreft de inzet
Duurzame (elektrische) energie
Techniek
Biodiscovery
Techniek
Sneller herstel
Gezondheid, Gedrag en Maatschappij
getoetst en gevalideerd. De beoordeling van de busi
Vitale leefomgevingen, kleine kernen
Gezondheid, Gedrag en Maatschappij
ness cases en de conclusies uit de consultatierondes
Talentherkenning en -ontwikkeling in sport
Gezondheid, Gedrag en Maatschappij
is besloten niet zelfstandig het speerpunt Logistiek te
Ondernemen en ondernemerschap
Economie en Management
ontwikkelen, maar gezamenlijk met de zes hogescho
Leren met ict
Educatie
baten (eerste, tweede en derde geldstroom).
van middelen en capaciteiten. Vervolgens hebben we in (eu)regionale consultatie rondes met relevante stakeholders de gemaakte keuzes
hebben geleid tot enkele wijzigingen in de keuze. Zo
len van het Kennisakkoord Logistiek een aanvraag voor een Centre of Expertise Logistiek in te dienen (zie bijlage B3). Hetzelfde geldt voor het speerpunt
Bijlage B2 bevat een korte inhoudelijke beschrijving
Creatieve Industrie: niet zelf ontwikkelen maar aan
per speerpunt aan de hand van de hiervoor genoemde
sluiten bij het initiatief van onze collega-hogeschool
zes criteria. We hebben de omliggende hogescholen
ArtEZ. Eén speerpunt is mede op verzoek van vele ex
(Saxion, Windesheim, Avans, Fontys Hogescholen en
terne stakeholders toegevoegd: Ondernemen en on
Christelijke Hogeschool Ede) geïnformeerd over onze
dernemerschap. Dit betreft een sectordoorsnijdend
speerpunten; in voorkomende gevallen voeren we af
speerpunt waarbij de HAN in de afgelopen jaren al een
stemmingsoverleg.
belangrijke reputatie heeft opgebouwd. Uiteindelijk heeft dit proces geleid tot de keuze voor 5
de volgende acht speerpunten .
De organisatie van speerpunten Met een speerpunt geven we een antwoord op de spe cifieke behoeften in de betreffende sector in termen
5
Bij de keuzebepaling zijn o.m. de volgende documenten geraad pleegd: – De innovatieagenda’s van de negen topsectoren, incl. de Human Capital Agenda’s. – Masterplan Bèta en Technologie: naar 4 op de 10 – meer techno logietalent voor Nederland (2012). – Foto economische zwaartepuntvorming HBO techniek (1 maart 2012), platform Bèta Techniek. – Sociale infrastructuur agenda (NWO 2012). – Statenvoorstel prioritair programma topsectoren en innovatie (2012). – Provinciale en regionale discrepantieanalyse Gelderland – aanslui ting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt 2015 (maart 2012).
van voldoende en voldoende gekwalificeerde beroeps krachten, vergroten van het innovatief vermogen en (nieuw) ondernemerschap. Een speerpunt vormt een samenhangend geheel van opleidingen, praktijk gericht onderzoek en kennisvalorisatie. Excellentie en profilering vormen daarbij de sleutelbegrippen. Speerpunten worden georganiseerd in de vorm van programma’s die dwars door de bestaande organi 16
satorische entiteiten van kenniscentra en onderwijs
De internationale dimensie
(bachelor, master, ‘leven lang leren’) heen lopen. Bij
Zoals hiervoor al aangegeven hebben speerpunten bij
voorkeur heeft een speerpunt een internationale en/
voorkeur ook een internationale dimensie. Een eerste
of euregionale dimensie. Vanuit een speerpunt wordt
vergelijking met de Exzellenz-clusters van de deel
interfacultaire en multidisciplinaire samenwerking ge
staat Nordrhein-Westfalen maakt duidelijk dat zeker
stimuleerd en mogelijk gemaakt.
in de euregio voldoende aanknopingspunten liggen voor gezamenlijke projecten. Maar ook breder, zoals
Vraagsturing vanuit de sector staat bij de ontwikke
in het kader van KP76 en het toekomstige kaderpro
ling van een speerpunt centraal. Nauwe samenwer
gramma Horizon 2020, liggen er goede mogelijkhe
king met regionale bedrijven(platforms)/instellingen,
den. Internationale projecten leiden tot een verhoging
overheden en andere publieke organisaties is een
van de kwaliteit van onderwijs en onderzoek binnen
voorwaarde voor succes.
de speerpunten, versterken onze profilering en ma
Middels onder andere de verbinding van de speer
ken financiering van onze regionale ambities meer
punten met het project ‘Gelderland valoriseert!’, de
mogelijk (‘Regionally integrated, globally connected’).
netwerkorganisatie Zorgalliantie en het HAN Smart
Voorwaarde daarvoor is dat we per speerpunt een hel
Business Centre worden hiervoor de nodige condities
dere strategie en de juiste partnerships ontwikkelen.
geschapen.
De gerealiseerde uitbreiding van het Subsidiebureau
Niet alle opleidingen, kenniscentra en individuele
met deskundigheid op het terrein van internationale
lectoraten zullen in eerste instantie in gelijke mate
subsidies is hiervoor een belangrijke succesfactor.
verbonden zijn aan de speerpunten. Naarmate speer punten zich verder ontwikkelen zal de bijdrage van onderwijs en onderzoek, ook vanuit de breedte maar zonder deze te verliezen, toenemen.
6
17
e volledige naam van KP7 is het 7e kaderprogramma voor onderzoek D en technologische ontwikkeling van de EU. Het zal zeven jaar duren, van 2007 tot en met 2013. Het programma heeft een totaalbudget van meer dan 50 miljard euro.
18
19
Onze doelstellingen hebben we zo realistisch mogelijk geformuleerd. We baseren ons hierbij op een (‘swot’-)analyse van de bestaande situatie, waarin we sterke en minder sterke punten kunnen aanwijzen. De sterke punten bieden een goede uitgangspositie om onze ambities verder waar te maken. Op andere punten zullen we ons eerst moeten verbeteren, wil van doorontwikkeling sprake kunnen zijn. Die beweging moeten we maken in een tijdsgewricht met veel onzekerheden en een aantal fundamentele wijzigingen in de bekostiging en in het overheidsbeleid. Onderwijsvisie
• Wij willen jonge professionals afleveren die vanuit
Onze visie op onderwijs is gebaseerd op de volgende
zelfstandigheid hun beroep gaan uitoefenen. Om
uitgangspunten:
die reden rekenen wij het tot onze opdracht jonge
• Al ons onderwijs dient het doel om professionals
mensen die zelfstandigheid bij te brengen en be
op te leiden; daarom willen wij dat studenten
vorderen het zelf verantwoordelijkheid nemen voor
onderwijs aangeboden krijgen dat in dienst staat
zowel de studie als – later – de uitoefening van hun
van dat doel. Anders gezegd: we willen de beroeps
beroep. De opbouw van onderwijsprogramma’s
gerichtheid bevorderen en we doen dat concreet
is daarop afgestemd. Studenten krijgen in de be
via het leren vanuit beroepstaken. Beroepstaken
ginfase van hun studie meer structuur en naar het
maken in het ontwerp van ons onderwijs de brug
einde toe steeds meer eigen verantwoordelijkheid.
tussen eisen die de professie stelt en het concrete
• We zijn ons ervan bewust dat niet alle studenten op
aanbod in de onderwijseenheden (owe ’s).
elkaar lijken: mensen zijn verschillend en doelgroe pen zijn verschillend. Dit geldt niet in de laatste
20
plaats voor voltijdonderwijs aan jonge mensen
Grafiek 1 Groei in studentaantallen 2001-2011
versus deeltijdonderwijs in het kader van ‘leven lang leren’.
Aantallen inschrijvingen per jaar 30.000 28.361
We hebben een breed aanbod van opleidingen, ver deeld over twee campussen. Welbewust elk met een duidelijk eigen profiel. De campus in Arnhem is hoofdzakelijk technisch en economisch. Ook is er een deel van de HAN-Pabo gevestigd. Nijmegen profileert zich vooral op gezondheid, sport, gedrag & maat
15.000
tijd, deeltijd en duaal). Veel studenten zijn onder de
23.033 18.244 18.777
19.865
20.903
0
ook economische opleidingen en ‘life sciences’.
hebben veel opleidingen verschillende varianten (vol
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Groei in % per jaar 10,2%
10% 8,4%
6,7%
20 jaar bij de start van hun opleiding en komen recht streeks van het havo, mbo en in mindere mate vwo,
5,8%
5%
anderen vallen in de categorie ‘werkend lerenden’ en
5,2%
zijn vaak wat ouder. In totaal gaat het om afgerond
2,9%
30.000 studenten (10.000 in Arnhem en 20.000 in Nijmegen), verdeeld over 63 bacheloropleidingen, 21 masteropleidingen en zeven associate degrees. Dat
29.519 29.925
26.588
7.500
schappij en op educatie, daarnaast kent deze campus
De studentenpopulatie is divers samengesteld en dus
24.968
22.500
25.771
4,1% 3,2%
3,2%
2% 1,4%
0
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
aantal studenten is in de afgelopen periode behoorlijk gegroeid: tien jaren geleden waren er nog iets meer dan 18.000 studenten. Grafiek 1 laat zien welke groei
Als we kijken waar onze studenten vandaan komen,
de HAN de afgelopen jaren heeft moeten accommo
dan zien we dat bijna 70% uit de regio komt en dat
deren. Die groei is disproportioneel hoog geweest als
56% van de afgestudeerden in Gelderland en 37% in
we deze vergelijken met de landelijke trend. De groei
een aangrenzende provincie gaat werken.1 Mede op
van de instroom bij de HAN in de periode 2005-2010
basis van dit gegeven, koestert de HAN haar regionale
bedraagt 21% en ligt fors boven het landelijk gemid
inbedding en identiteit.
delde (13%).
De HAN is met het deeltijdonderwijs relatief groot in Nederland en is als een van de weinige hogescho
21
1 Volgens de instroomgegevens 2011-2012 van de HBO-raad resp. de HBO Monitor 2011. Onze regio definiëren we als: Apeldoorn/MiddenIJsselgebied, Arnhem/Nijmegen en omstreken, Noord-Limburg, Oostelijk Maas en Waal, Zuidelijke Achterhoek.
len sinds 2001 gegroeid. Is ons marktaandeel in het voltijdse onderwijs 9,7%, in het deeltijdonderwijs be draagt dat 12,8%. Op dit moment studeert bij de HAN
Tabel 1 O verzicht van accrediteringen (nqa Instellingsportret han 2005-2011)
Onvoldoende
Voldoende
Goed
Excellent
17,2% in deeltijd. De grootste groep deeltijders is in
Doelstellingen
0
0%
39
11%
321 89%
0
0%
de leeftijd van 25-34 jaar. De HAN is dus een instelling
Programma
0
0%
369
38%
590 61%
1
0%
voor relatief jonge werkend lerenden. De omvang van
Inzet personeel
0
0%
77
21%
283 79%
0
0%
het duaal onderwijs is vrij bescheiden.
Voorzieningen
0
0%
107
45%
131 55%
2
1%
Interne kwaliteitszorg
0
0%
84
23%
273 76%
3
1%
Resultaten
2
1%
186
78%
48 20%
2
1%
Totaal
2
0%
862
34% 1646 65%
8
0%
Onderwijskwaliteit bacheloropleidingen Kijken we naar de verschillende kenmerken van onze onderwijskwaliteit, dan zien we een wat wisselend beeld. De HAN mag zich verheugen in een overwegend goe
Tabel 2 meerjarig overzicht van scores nqa % excellent
2006
2007
2008
2009
2010
0%
0%
0%
0%
0%
de beoordeling bij accreditaties.
% goed
58%
65%
73%
66%
72%
Uit die accreditaties blijkt dat we over het algemeen
% voldoende
42%
34%
27%
34%
27%
goede docenten hebben die goed onderwijs geven. De
% onvoldoende
0%
0%
0%
0%
0%
scores bij de toetsing en beoordeling en het gereali
% geen oordeel
0%
0%
0%
0%
0%
seerde eindniveau spreken iets minder tot de verbeel ding; hier gaat het bij het grootste deel om de score ‘voldoende’. Tabellen 1 en 2 geven van onze instelling
De tevredenheid van bachelorstudenten die zij jaarlijks
een aardig beeld.
in een enquête (nse) aangeven, is voor ons een twee de belangrijke kwaliteitsindicator. Hier scoort de HAN
Compact samengevat:
ten opzichte van andere hogescholen iets onder het
• Scores vertonen een stijgende lijn gelet op de ver
landelijke gemiddelde. Overigens betekent dit dat bij
houding ‘voldoende’/ ‘goed’. • Goed in programmeren; goed onderwijs door
de andere hogescholen de stijgende lijn blijkbaar iets steiler is, want bij ons is de tevredenheidscore over
goede docenten (bij 87% van de opleidingen is de
de afgelopen periode opgelopen; het totale kengetal is
score ‘goed’).
van 75% neutraal/positief in 2008 gestegen naar 83%
• Voorzieningen die variëren van voldoende tot goed.
in 2011. Vermeldenswaard is de bovengemiddelde
• Score op toetsing en beoordeling / gerealiseerd
score van bijna 89% bij het oordeel over docenten.
niveau is overwegend ‘voldoende’.
(Zie voor de historische reeks tabel 3.)
Kwaliteitszorgsystemen zijn prima op orde, maar er is aandacht nodig voor het goed en geheel doorlopen van de pdca (Plan-Do-Check-Act)-cyclus en het vol doende betrekken van externen.
22
Tabel 3 Overzicht sto/nse sinds 2007 (percentages neutraal en positief) Kengetal totaal
Onze conclusies: • Toetsen en beoordelen moet een focus zijn.
2008
2009
2010 2011
75%
77%
82%
83%
83%
83%
86%
86%
Algemene vaardigheden
-
-
93%
93%
Vaardigheden praktijkgericht onderzoek
-
-
-
86%
Voorbereiding beroepsloopbaan
84%
85%
86%
84%
Docenten
86%
87%
88%
88%
Informatie 1
73%
76%
79%
79%
Studiefaciliteiten 1
67%
70%
83%
83%
Ondersteunende diensten*
93%
95%
95%
96%
Toetsing en beoordeling 1
68%
72%
75%
75%
Studieroosters
64%
68%
76%
77%
68%
70%
77%
77%
Studiebegeleiding
-
-
86%
87%
Internationale studenten*
-
-
74%
76%
Overige faciliteiten en de studieomgeving*
-
-
81%
80%
62%
65%
75%
75%
A s pe c ten o p l eid i n g
Inhoud
1
Studielast 1
Betrokkenheid 1
• We moeten de aandacht voor verbetering van de onderwijslogistiek vasthouden. • We moeten onze kracht – kwaliteit van docenten – beter in stelling brengen. In de Keuzegids Hoger Onderwijs, die voor meer dan driekwart is gebaseerd op de NSE en voor een klein kwart op expertoordelen, staat de HAN op de ranglijst van de grotere hogescholen ex aequo op de achtste plaats met een totaalscore van 59,0. Nummer 1 scoort 71,0 en nummer 17 scoort 51,5. Opvallend in de ranking van de Keuzegids zijn de uit schieters bij ons; de hoogste score in de Keuzegids (voltijdbachelor) 2012 is 98 punten en de laagste 44. Bij de slecht scorende opleidingen gaat het behalve om het toetsingsaspect vooral om de organisatie en de informatievoorziening die voor die lage score zorgen.
* Tellen niet mee in het kengetal han-brede aandachtspunten
Kijkend naar het deeltijdonderwijs, zien we een verge
nse 2011 is leidend, bij lege cellen is voor de betreffende jaren geen informatie beschikbaar
moeten we vaststellen dat de interne aandacht voor
1
lijkbaar beeld van variatie in kwaliteit. Op onderdelen de deeltijd onvoldoende is. Het organisatorisch bij elkaar houden van voltijd en deeltijd is ten koste gegaan
Vergelijken we de HAN met het totale hbo in een cijfer
van de eigenheid van de deeltijd. Dat komt ook tot uit
op de vijfpuntsschaal, dan komen we op een 3,62 ten
drukking in de meest recente Keuzegids deeltijd 2012.
opzichte van 3,65 landelijk. Op de meeste aspecten
Weliswaar staan we nog (net) in de top 10 van grotere
van studenttevredenheid zitten we een paar honderd
hogescholen, maar we zijn een aantal plaatsen gezakt
sten onder het landelijk gemiddelde. Uitzondering is
ten opzichte van het jaar ervoor.
de score op ‘toetsing en beoordeling’. Hier staan we
Met het studierendement aan de HAN scoren we boven
op 3,20 tegenover 3,30 bij het totale hbo. Nemen we
het gemiddelde van grote hogescholen, maar verlie
dit samen met de score op dit kwaliteitsaspect bij de
zen we wel terrein. (Zie hiervoor tabel 4.)
accreditaties, dan blijkt hieruit dat we kwetsbaar zijn. 23
Tabel 4 Overzicht rendement nationaal na 5 jaar Cohort jaar
2001
2002
2003
Tabel 5 O verzicht score Keuzegids 2011 masters op hogeschoolniveau
2004
2005
han
57,5% 59,1% 60,3% 59,5%
55,9%
Totaal grote hogescholen
55,9% 57,2% 57,3% 56,2%
54,7%
han
Totaal hbo
57,1% 58,4% 58,5% 57,2%
55,9%
Artez hogschool voor de Kunsten
Christelijke hs Windesheim
De daling is bij ons bij het laatst gemeten cohort (2005)
Fontys Hogescholen Hogeschool van Amsterdam
verhoudingsgewijs wat sterker. Landelijk daalt het ren
Aantal opleidingen
Score
10
70
7
63
4
63
21
62
4
59
dement met 1,5 % naar 54,7 en bij de HAN is dat met 3,6 % naar 55,9. We hebben een verklaring. De enorme en disproportioneel grote groei heeft de HAN wat instabiel
Over de breedte van het aanbod scoort de HAN de
gemaakt, zeker doordat deze groei samenviel met een
toppositie in de Keuzegids 20112. Ook bij de tevre
HAN-brede vernieuwing van onderwijsprogramma’s.
denheidscore onder de studenten zit het prima:
Aspecten waar we goed op moeten letten:
zo goed als 90%. De masters richten zich op de ver
• De verwijzing en de studievoortgang aan het einde
dere ontwikkeling van zowel de professionals als de
van de propedeuse- en het begin van de hoofdfase.
beroepspraktijk waarin deze werkzaam zijn. Er is ook
• Het relatief behoorlijk achterblijven van het studie
een hechte band met het praktijkgerichte onderzoek.
succes bij mannelijke studenten. • Terugdringing van studievertraging (wegnemen barrières, verbeteren studiegedrag, persoonlijke
Daarmee spelen deze opleidingen een belangrijke rol in de interactie tussen studenten/professionals, docenten/onderzoekers en de beroepspraktijk.
aandacht).
Onderzoek Masters
Onderzoek bij de HAN is ondergebracht in 39 lecto
Onze masteropleidingen – kleinschalig van opzet en
raten, geclusterd in zeven facultaire kenniscentra. We
ondergebracht in het interfacultaire instituut HMP
zijn met dit praktijkgerichte en innovatieve onderzoek
(HAN Master Programma’s) – doen het zeer goed.
op de goede weg. Dat is de conclusie van de Valida
Zie hiervoor tabel 5. 2 Na vaststelling van dit plan door het CvB kwam de Keuzegids Masters 2012 uit. Daarin wordt het beeld van de HAN als hogeschool die goede masters aanbiedt, bevestigd. Nu meer hogescholen en meer opleidingen beoordeeld zijn, blijft de HAN hoog in de rangorde staan: een gedeeld tweede plek en samen met de HU op de eerste plaats waar het de grote multisectorale hogescholen betreft.
24
tiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek, VKO3. Deze
het begin van het studiejaar 2011-2012 is dit respectie
commissie toonde zich enthousiast over ons beleid,
velijk tegen de 55% en 6%.
de organisatie en de kwaliteitszorg bij het praktijkge richt onderzoek. Zij stelde de HAN ten voorbeeld aan andere hogescholen.
Contractonderwijs en adviesdiensten Als gevolg van de economische teruggang is in dit
Ook een aantal afzonderlijke onderzoeksvisitaties
deel van het portfolio ingrijpend gesneden in de kos
hebben gunstige resultaten opgeleverd. Een ander
tenstructuur, met als positief gevolg dat de activitei
blijk van kwaliteit is de toekenning van subsidies voor
ten minimaal kostendekkend en licht winstgevend
praktijkgericht onderzoek over de afgelopen vier jaren
zijn. Na een teruggang in 2008-2009 is de HAN erin
(de zogeheten RAAK-subsidies). Over het geheel ge
geslaagd om het omzetvolume vanaf 2010 stabiel te
nomen is 70% van onze aanvragen toegekend. Opval
houden.
lend en ook goed voor onze relatie met het MKB, is de toekenning van alle 11 aanvragen voor praktijkgericht onderzoek in deze belangrijke sector van het bedrijfs
Beroepspraktijk en regio
leven.
Nauwe contacten met de beroepspraktijk bestaan in veel sectoren al langere tijd. We blijven daardoor goed
Belangrijk uitgangspunt van de HAN bij haar onder
op de hoogte van vragen en ontwikkelingen in de be
zoeksbeleid is de noodzakelijke, zeer nauwe verwe
roepspraktijk. En we spelen daar met ons onderwijs
venheid van het praktijkgerichte onderzoek met het
en onderzoek goed op in via allerlei projecten die stu
onderwijs. Die keuze wordt ondersteund in een en
denten, docenten en onderzoekers in samenspraak
quête onder studenten en medewerkers. Meer dan
met bedrijven en instellingen uitvoeren. Docenten en
80% van de ondervraagde studenten vindt het wen
onderzoekers vinden – zo blijkt uit verscheidene ses
selijk dat ze onderzoek leren doen dat past bij het be
sies die de afgelopen periode zijn belegd en uit de en
roep dat ze gaan uitoefenen. Het onderzoek verhoogt
quête – die samenwerking in de regio buitengewoon
dankzij een inhoudelijk sterke relatie met de beroeps
belangrijk.4 Met dergelijke samenwerkingsprojecten
praktijk de kwaliteit van het onderwijs. Onze omge
behalen onze studenten vaak prijzen. Ook op die ma
ving vraagt steeds meer om onderzoekende profes
nier draagt de HAN bij aan de nodige innovatieve ont
sionals. Een doorlopende leerlijn onderzoek maakt al
wikkelingen in de praktijk.
bij 69% van de opleidingen deel uit van de curricula.
25
Verdere stappen zijn nodig. Onderdeel hiervan is het
Overigens is ‘de regio’ in dit geval niet beperkt tot
verhogen van het percentage docenten met een mas
Gelderland. Veel instellingen en bedrijven opereren in
tergraad en het aantal gepromoveerde docenten. Aan
toenemende mate internationaal. Dus kunnen onze
3
4
alidatierapport Kwaliteitszorg Onderzoek Hogeschool van Arnhem V en Nijmegen. Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek (VKO), Den Haag, januari 2012.
nquête Instellingsplan: bijna 70% van studenten en medewerkers E vindt het (zeer) wenselijk dat het werkveld een grote betrokkenheid heeft bij de opleidingen.
studenten, docenten en onderzoekers niet zonder een
hoog in de Nuffic-ranglijst van universiteiten en hoge
internationale oriëntatie. Internationalisering is dan
scholen met buitenlandse studenten. Vermeldens
ook een belangrijk verbindend element in de verdere
waard is dat wij als grensinstelling – evenals de top
versteviging van onze basiskwaliteit als kennisinstel
3 – relatief veel Duitse studenten hebben. (Zie onder
ling. Bij ons begint de internationalisering dicht bij
staande grafiek uit de Nuffic-publicatie ‘Mobiliteit in
huis. In de euregio bestaan al langere tijd goede sa
beeld 2011’.) Opleiden voor een euregionale arbeids
menwerkingsverbanden met kennis- en zorginstellin
markt is onderdeel van onze onderwijsvisie.
gen, bedrijven en overheden. De HAN heeft tegen de 2.700 buitenlandse studenten
Een ander verbindend element dat ons helpt bij het
(bijna 9% van het totaal) en staat daarmee relatief
up-to-date blijven als hogeschool is duurzaamheid.
Grafiek 2 Buitenlandse studenten aan universiteiten en hogescholen
Universiteit Maastricht
3629 4325 5047 5748 6095
Fontys Hogescholen
2472 2659 2823 3252 3628
Saxion Hogescholen
1854 2166 2615 2999 3285
Hogeschool Arnhem en Nijmegen
1877 2041 2221 2484 2783
Technische Universiteit Delft
1542 1776 2051 2264 2371
Stenden Hogeschool
1200 1605 1943 2261 2313
Rijksuniversiteit Groningen
862 1093 1372 1824 2207
Erasmus Universiteit Rotterdam
1066 1291 1501 1729 2154
Universiteit van Amsterdam
1438 1512 1787 2047 1874
Hogeschool Zuyd
1822 1809 1814 1873 1853
2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011
0
1.000
2.000
3.000
4.000 5.000
6.000 7.000 26
Op dit aspect staan we er goed voor. De HAN loopt bij
Ondernemerschap
voortduring voorop waar het gaat om duurzaamheid.
Het stimuleren van ondernemerschap is al geruime
Er is een meerjarenprogramma ontwikkeld dat zowel
tijd een aspect waaraan we veel aandacht geven en
betrekking heeft op de eigen bedrijfsvoering als op
waarmee we in de regio een goede reputatie hebben
onderwijs en onderzoek. De opbrengst daarvan:
opgebouwd. Het is nu dan ook een van onze acht
• Drie opleidingen met twee sterren duurzaamheid
speerpunten (zie hoofdstuk 2 en bijlage B2). De toe
en recent twee opleidingen die gehonoreerd gaan
komst van de (regionale) economie is in belangrijke
worden met drie sterren (Bouwkunde en Civiele
mate afhankelijk van de ondernemendheid van de
Techniek). Daarnaast zijn op dit moment vijf oplei
jongeren van nu. Om dit aspect zo goed mogelijk in te
dingen bezig met het verwerven van twee sterren.
bedden in de curricula heeft de HAN twee onderschei
5
• Het honoreren van een veelheid aan onderwijs- en
den organisatieonderdelen die dit bewerkstelligen.
onderzoeksprojecten (15) waar duurzaamheid cen
Het in 2002 opgerichte Centrum voor Ondernemer
traal in staat. De HAN heeft daar de afgelopen jaren
schap (CvO) heeft bijvoorbeeld de minor Onderne
k€ 869 in geïnvesteerd vanuit het speciaal daarvoor
merschap opgezet. Met circa 220 studenten per jaar
bestemde budget duurzaamheid. Cofinanciering
is deze binnen de HAN de meest populaire minor.
uit interne of externe middelen is een voorwaarde,
Young Business Society (YOB) is het 250 leden tellen
waardoor het totaal geïnvesteerde budget ongeveer
de netwerk van studenten en vooral alumni met inte
k€ 1.800 bedraagt.
resse in ondernemerschap en veelal een eigen bedrijf.
• De HAN is qua bedrijfsvoering uiterst kritisch op haar energiegebruik en wordt allerwegen gezien
Dankzij het project go! (Gelderland Onderneemt!) is
als voorloper op dat punt6; de nieuwbouw van de
gedurende de periode 2008 tot en met 2011 vanuit het
Faculteit Educatie gaat het meest duurzame onder
Centrum voor Ondernemerschap binnen de HAN een
wijsgebouw van ons land worden; in het verlengde
goede infrastructuur opgebouwd voor het stimuleren
van een bouwprogramma waarbij de HAN steeds
van ondernemend gedrag en begeleiding bij het star
geaccepteerde normen op duurzaamheidsgebied in
ten van een eigen bedrijf. Het totale budget voor die
positieve zin heeft overtroffen.
periode was € 5,8 miljoen.
• De ontwikkeling van een belangrijk speerpunt
De HAN coördineerde dit gezamenlijke project met
Duurzame Energie, waarmee de onderwijs- en
ArtEZ hogeschool voor de kunsten (met een aandeel
onderzoeksactiviteiten van onze Faculteit Techniek
van ongeveer 25%) en de Radboud Universiteit (met
richting krijgen.
een aandeel van ongeveer 20%). In de ranglijst van de in 2007 door hbo- en wo-instel lingen ingediende projecten was go! nummer 1 van de
5 6
27
ie sterren verwijzen naar AISHE (Auditing Instrument for Sustainable D Higher Education). Zie http://dho.nl/certificering/aishe-audit.html. Zie bijvoorbeeld ‘Jaarverslag HAN Duurzaam, Energiebeleid en Duur zaamheidaspecten binnen Bedrijfsvoering 2010’ en ‘Voortgangsrap portage ontwikkeling energiegebruik en energiebesparing in het hoger beroepsonderwijs over het jaar 2009, SenterNovem, oktober 2010’.
25. Uiteindelijk zijn er slechts zes goedgekeurd.
We kunnen vaststellen dat het doel van go! – het op
maken omzetprognoses en dragen zorg voor eigen
zetten, uitbouwen en verankeren van een infrastruc
startkapitaal door de verkoop van aandelen. Dit al
tuur voor ondernemerschap – is gerealiseerd (zie on
les onder begeleiding van ervaren adviseurs uit het
derstaand overzicht).
bedrijfsleven, een bedrijfsbegeleider en een financieel adviseur. Een ondernemende docent fungeert als tu
Naast het CvO hebben we het project HAN Student
tor/procesbegeleider.
Companies. Het is binnen diverse onderwijspro gramma’s een verplicht onderdeel en is gebaseerd
Jaarlijks zijn gemiddeld vijfenveertig student compa
op het principe van prikkelen, uitdagen en stimule
nies actief, wat neerkomt op een deelname van ruim
ren van ondernemendheid en ondernemerschap met
vierhonderd studenten. Door een goede samenwer
als minimale uitkomst ondernemend gedrag. Het is
king met de Stichting Jong Ondernemen Nederland
een vorm van actiegericht (uitdagend) ondernemer
heeft het project ook een stevige verankering buiten
schapsonderwijs met als basis ‘learning by doing’.
de hogeschool en beschikt daarmee over een zeer uit
Een groep van zes tot acht studenten zet een eigen
gebreid netwerk binnen ondernemend Nederland. In
onderneming op met een managementteam en be
de afgelopen periode (2008-2012) is het totaal aantal
denkt een product of dienst met als doel (meer)
student companies 187, met een totaal aantal studen
waarde te creëren. Ze doen grondig marktonderzoek,
ten van 1.329.
Belangrijkste resultaten van go! (ten opzichte van doelstellingen van de drie instellingen samen) Doel
Realisatie
Percentage
Toelichting
Aantal bereikte studenten
25.000
32.861
131%
Voorlichting, lessen, bijeenkomsten etc.
Aantal bereikte docenten
800
4.190
524%
Voorlichting, kennismaking uitleg, seminars
Docenten geschoold in masterclasses
112
369
329%
Intensieve trainingen, bijscholing voor docenten
Studenten deelgenomen aan specialisaties
540
1.287
237%
Bedrijfsopvolging, minoren, mvo, innovatie e.d.
Start en go! pas uitgereikt
600
392
65%
Pas voor gratis advies bij bank, accountant, jurist, fiscus voor de goede student-ondernemers
Aantal starters
800
732
92%
Incl. freelancers, zzp’ers en parttime ondernemers
28
Kwalitatief zijn de resultaten prima. Jaarlijks zijn stu
Een professionele organisatie hoort een geoliede
dent companies van de HAN vertegenwoordigd in re
machinerie te zijn. Als je betrouwbaar, duurzaam en
gionale, landelijke en Europese competities.7
transparant wilt zijn, moeten de bedrijfsprocessen
De laatste vier jaar is er sprake van een groeiend aan
gesmeerd lopen. Voor het realiseren van onze ambi
tal doorstarts en stichten studenten tijdens of na hun
ties is ‘operational excellence’ nodig. Dat geldt vooral
studie een eigen onderneming. Over het geheel geno
voor de organisatie van het onderwijs, de roostering,
men gaat 20% van de afgestudeerden die deelnamen
ICT-voorzieningen, kwaliteitszorg, personeelsbeleid,
aan een student company, met een eigen bedrijf aan
huisvesting en de financiële huishouding. Aan deze
de slag.
aspecten moeten we de komende tijd ruim aandacht geven. Naar aanleiding van een onderzoek van de On derwijsinspectie bij een van onze opleidingen naar de
Mens en organisatie
naleving van wettelijke voorschriften bij de toetsing
Voor het leveren van de onderwijs- en onderzoeks
en beoordeling, gaan we jaarlijks de zogenoemde
prestaties is een professionele organisatie noodzake
‘compliance’ bij alle opleidingen doorlichten.
lijk. Een organisatie die betrouwbaar is en transparant en die duurzaam opereert.
Onze financiële huishouding hebben we goed op orde. Dankzij een solide begrotingsbeleid in de afge
De HAN staat bekend als een goede werkgever. De
lopen jaren staan we er de komende tijd relatief goed
medewerkers tonen zich in toenemende mate tevre
voor. Met waarden tussen de 35% en 40% ligt de sol
den; de gemiddelde score in 2011 is een 7,8. Hoge
vabiliteit in de meerjarenraming op of boven de norm
scores zien we bij werkinhoud, sfeer en onderlinge
van 35% die binnen de hbo-sector gebruikelijk is. De
samenwerking. Op de onderdelen interne commu
liquiditeitsratio ligt tussen 0,4 en 0,7; daarmee vol
nicatie, werkdruk en invloed op het afdelingsbeleid
doen we aan de norm (0,5) die we hanteren.
8
is winst te boeken. De tevredenheid is de afgelopen jaren gegroeid, zoals blijkt uit onderstaande tabel 6.
De HAN is scherp op de verhouding tussen het primai re proces en overhead en hanteert hiervoor als indica
Tabel 6 Ontwikkeling mto sinds 2008 Kengetal
tor de verhouding OP (onderwijzend personeel) / OBP
2008
2009
2010
2011
(ondersteunend en beheerspersoneel). Ons streven is
7,5
7,7
7,7
7,8
deze ratio ten gunste van OP te laten groeien omdat we nog meer mensen en middelen direct in het onderwijs willen inzetten. We hebben in de begroting van 2012 de beweging ingezet om de personeelsgroei ten gunste
7 8
29
Zie http://www.hansc.nl/images/documenten/trackrecord.pdf In het landelijk onderzoek Beste Werkgever van Effectory bekleedde de HAN in 2010 de 13de plaats en was daarmee de hoogst genoteerde instelling voor hoger onderwijs. We scoren vooral goed op oplei dingsmogelijkheden, aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en doorgroeimogelijkheden.
van het OP te laten plaatsvinden (116 fte worden in het lopende jaar al extra voor onderwijsintensivering inge zet, waarbij de dekking gevonden is in de afbouw van
overhead, een scherpere focus op het primaire proces en scherper begroten).
• Intensiever onderwijs met een hoeveelheid contact uren per week die aan een minimumnorm voldoet. • Minder uitval van studenten.
Om onze interne doelstelling te ijken hebben wij deelgenomen aan het ‘2012 benchmarkonderzoek overhead hogescholen’ van Berenschot. Met een to taalpercentage overhead van 34,5%9 steekt de HAN
• Betere borging van en verscherpt toezicht op niveau en kwaliteit van ons onderwijs. • Hoger opleidingsniveau van docenten (in 2016 heeft 80% een mastergraad of is gepromoveerd).
gunstig af ten opzichte van het gemiddelde van de
• Betere studiekeuzebegeleiding.
deelnemende hogescholen. Bij de andere grote hoge
• Meer praktijkgericht onderzoek, voor een deel in de
scholen (meer dan 15.000 studenten) is het gemid
speerpunten die aansluiten bij de topsectoren van
deld 37% en het gemiddelde van alle deelnemende
het kabinet.
hogescholen is 35,7%.
• Meer aandacht voor de benutting van onderzoek in
Binnen deze totaalpercentages onderscheidt Beren
zowel het onderwijs als in de beroepspraktijk.
schot generieke (ook wel ‘zuivere’) overhead en ho
• Vermindering van indirecte kosten; beschikbaar
geschoolspecifieke overhead (onderwijs- en onder
budget zoveel mogelijk besteden aan onderwijs en
zoeksondersteuning). Vooral de generieke overhead
onderzoek.
is bij de HAN beduidend lager dan bij vergelijkbare ho gescholen en het gemiddelde van alle deelnemende
Wat onze financiële positie betreft, is het lastig om de
hogescholen. De HAN scoort 21,3% tegen 23,8% voor
bedreigingen in te schatten; deze komen van buitenaf.
de grote hogescholen en 24,7% voor het gemiddelde
Zo is nog onduidelijk welke consequenties er zullen
van alle deelnemers. De hogeschoolspecifieke over
zijn van aangekondigde overheidsmaatregelen in de
head (waar onderwijs- en onderzoekondersteunende
sfeer van collegegelden en studiefinanciering. Ook
activiteiten onder vallen) ligt met 13,2% op het niveau
tasten we in het duister over hoe de uitwerking zal
van de grote hogescholen (13,1%) en boven het ge
zijn van de op stapel staande vraagfinanciering van de
middelde van alle deelnemers (11,0%).
deeltijdopleidingen. Uit onze enquête blijkt dat stu denten en medewerkers zich zorgen maken over de effecten van de gewijzigde financiering op de toegan
Context
kelijkheid van het hoger beroepsonderwijs en van de
De staatssecretaris zet in de strategische onderwijs
hogeschool verwachten zij dat ze daar een standpunt
agenda sterk in op een aantal thema’s. Deze zijn ver
over inneemt. Zij vinden de verschraling van het be
taald naar een hoofdlijnenakkoord met de hogescho
kostigde aanbod tot opleidingen die relevant zijn voor
len. De door de HAN ingezette koers sluit goed aan bij
economie en arbeidsmarkt onwenselijk.
deze doelstellingen: De demografische ontwikkelingen in de regio zijn 9
Gemeten als fte overhead/fte totale organisatie.
vooralsnog gunstig. Pas vanaf 2020 treedt krimp op, 30
zij het eerder in de Achterhoek dan in de verstede
studenttevredenheid een belangrijke graadmeter blijft
lijkte gebieden. Voor de periode 2012-2016 verwacht
voor de kwaliteit van opleidingen.
de HAN nog een lichte stijging van de studentenin
Zowel studenten als medewerkers vragen om klein
stroom.
schaligheid, de menselijke maat, meer contact en be
De economische situatie brengt met zich mee dat een
geleiding passend bij de individuele student.
aantal bedrijfstakken (vooral in de technische hoek en
Docenten en onderzoekers onderstrepen het grote
bij de kleinere bedrijven) het nog zwaar hebben, re
belang van een goed scholingsaanbod voor werken
sulterend in verminderde belangstelling voor scholing
den in de regio en dat de HAN beter zou kunnen an
en advieswerk. Deze trend zal naar verwachting enige
ticiperen op regionale ontwikkelingen. Vergroting van
tijd aanhouden, maar wordt gecompenseerd door
onze bijdragen aan kennisvalorisatie en innovatie is
groei in andere sectoren.
daarbij wenselijk. We hanteren een principe van verschillende snelhe
Samenvattend
den als het gaat om doorontwikkeling. Bij opleidingen
Het kwaliteitsbeleid van de HAN is de afgelopen jaren
met lagere scores moet eerst ‘het huis op orde zijn
sterk gericht geweest op consolidatie, stabilisatie van
gebracht’. Vandaar de focus op operational excellence.
de organisatie en focus op bacheloronderwijs, wat
Studentenoordelen geven ook aan dat deze nodig is;
zijn vruchten afwerpt.
zij zijn overwegend ontevreden over de operational excellence van hun opleiding.
Het generieke kwaliteitsbeeld van de HAN stemt ech
Maar we richten ons ook op inhoudelijke thema’s,
ter nog niet tot tevredenheid. Het geeft juist aanlei
met als belangrijkste het organiseren van adequate
ding om – daar waar opleidingen kwalitatief gemid
toetsing en beoordeling ter borging van het niveau.
deld of onvoldoende zijn – de kwaliteitsverbetering
Pas dan kan voor deze opleidingen sprake zijn van
van het bacheloronderwijs blijvend centraal te stellen.
doorontwikkeling van onderwijs en onderzoek, dat wil
Studenten en docenten geven in meerderheid aan dat
zeggen verdere differentiatie en profilering.
het studieklimaat ambitieuzer moet; de lat mag best hoger worden gelegd. Dat blijkt ook uit de enquête die we hebben gehouden onder studenten en medewer kers om de uitgangspunten van dit instellingsplan te ijken. Studenten en medewerkers geven de voorkeur aan hoge kwaliteit in plaats van een fraai ogend rende ment, maar zijn pessimistisch over de waarschijnlijk heid van die ontwikkeling. Studenten zien graag dat
31
32
33
Hiervoor hebben we in vogelvlucht aangegeven wat de stand van zaken is bij de fundering, de basiskwaliteit van de han. We hebben ook aangegeven hoe de han invulling geeft en gaat geven aan de noodzaak om scherpe keuzes te maken en onze strategie geduid in termen van een combinatie van een breedte- en een dieptestrategie. In dit hoofdstuk werken we onze profilering en ambities voor onderwijs, onderzoek, werkveld en regio, en mens en organisatie verder uit.
Onderwijs
ces organiseren en (externe) kwaliteitskaders borgen.
Algemeen: de kern
Onze medewerkers moeten dat proces dragen en zich
De interactie tussen studenten, docenten en de be
eigenaar voelen van de inhoudelijke keuzes die daar
roepspraktijk is bepalend voor alles wat we doen. De
bij gemaakt worden.
intensiteit én kwaliteit van die interactie is de kern. Daarmee introduceren we als uitgangspunt dat de
We vinden ondernemendheid en zelfstandigheid van
maat der dingen is of we die kern weten te verbeteren.
onze studenten belangrijk. Die kenmerken hebben ze
Hoe dat precies moet, zal dicht bij die kern bepaald
later nodig als professional. Maar om een dergelijke
moeten worden. Met een goed gevoel voor wat de be
houding vol zelfvertrouwen te kunnen aannemen,
roepspraktijk vereist, goed kijkend naar wat studenten
moet dit gefundeerd zijn in een stevige kennisbasis,
willen en met hen ook actief het gesprek zoekend, ver
vakinhoud en de bijbehorende beroepsvaardigheden.
wachten we dat onze docenten daarin het voortouw
We gaan er ook niet a priori van uit dat zelfstandigheid
nemen. Couleur locale als uitdrukking van de nood
vanaf de eerste studiedag een feit is, maar dat onze
zaak te differentiëren omdat de ene beroepspraktijk
studenten daar als het ware naartoe groeien, de een
de andere niet is, de ene student de andere niet is, dat
sneller dan de andere. De opbouw van onderwijspro
is het adagium. Zodoende zijn we in staat opleidin
gramma’s is daarop afgestemd. Studenten krijgen in
gen neer te zetten waar onze professionals zich mee
de beginfase van hun studie meer structuur en naar
verbonden voelen. Leidinggevenden moeten dat pro
het einde toe steeds meer een eigen verantwoorde 34
lijkheid. Van begin tot eind is het nodig de studenten goed te begeleiden om de kans op studie-uitval te ver kleinen en die op studiesucces te vergroten. Studenten doen gedurende hun opleiding actuele kennis op, ontwikkelen een nieuwsgierige houding en verkrijgen onderzoeksvaardigheden. Zij moeten nieuwe kennis kunnen identificeren, ontwikkelen en benutten. Uiteindelijk zijn ze toegerust om ten minste praktijkgericht onderzoek op resultaten te beoordelen en om die resultaten toe te passen in hun werk. Of studenten de benodigde kennis en competenties hebben verworven, moeten we uiteraard toetsen. Bij het toetsbeleid hanteren wij twee uitgangspunten. Het eerste uitgangspunt is dat de kwaliteit van toet sing en die van het toetsbeleid omhoog moeten, bin nen accreditatie- en wetgevingskaders, interne regels als het Onderwijs- en Examenreglement en vanuit de wens te komen tot een niveauverhoging. Het tweede uitgangspunt is dat opleidingen vrijheden hebben om het toetsbeleid daarbinnen in te vullen op een manier die zij vinden passen binnen hun onderwijskundige uitgangspunten en het beroep waar ze voor opleiden. Er is daarbij één HAN-brede afspraak: de opleidingen van de HAN onderscheiden zich doordat er drie mo menten zijn waarop we dat op een zogeheten ‘inte grale’ manier doen: aan het eind van de propedeuse en bij de start en aan het einde van de afstudeerfase. Op die momenten kijken we of de student al op weg is naar die zelfstandige beroepsbeoefenaar, waarbij alle daarbij behorende facetten in samenhang getoetst worden.
35
Wat gaan we doen? Uit onze analyse bleek dat we relatief kwetsbaar zijn op het aspect toetsing. Dat is ook aanleiding om de
1.
komende jaren systematisch alert te zijn op de kwa liteit van onze toetsing. We doen dat door interne au dits. Deze voeren we uit in een rooster gekoppeld aan de accreditatie, maar ook themagewijs, gericht lettend
2.
op toetsing. We treffen indien nodig maatregelen. De regionale vraag van werknemers op mbo-niveau die hun kwalificaties willen verbeteren met een asso ciate degree-programma is klein en blijft naar ver wachting beperkt tot enkele disciplines. De HAN
3.
kiest voor een terughoudende opstelling bij nieuwe initiatieven. Met het oog op doelmatigheid dienen de
e bieden veel ruimte voor variëteit, een W beperkt aantal goed in het Onderwijs- en Examenreglement verankerde uitgangspunten en zijn vooral gericht op hoge kwaliteit. Het eigenaarschap van het onderwijs komt nadrukkelijker bij onze docenten terecht. Zij geven daar invulling aan met een goed gevoel voor wat de beroepspraktijk vraagt én in interactie met studenten. We werken met prioriteit aan het verbeteren van de toetsing en houden strak de vinger aan de pols door middel van interne audits.
maatschappelijk toegevoegde waarde van een nieuw Ad-programma en de omvang van de vraag voldoen de groot te zijn alvorens het op te zetten. Dit betekent concreet dat de HAN zelf geen nieuwe Ad’s zal ont wikkelen, maar bereid is medewerking te verlenen aan overtuigende initiatieven van ROC’s waarmee wij sa menwerken.
Studenteninstroom, diversiteit en kwaliteit Als brede, regionale hogeschool staan wij open voor
We kiezen ervoor om geen apart beleid te ontwikkelen
studenten die verschillen in vooropleiding, studie
voor groepen studenten met een specifieke etnische
loopbaan en achtergrond. Sommigen komen van het
achtergrond. We zijn ons wel bewust van het feit dat
mbo of havo, anderen hebben al enige tijd een baan.
vooral deze groep studenten soms achterop raakt
Er zijn voltijdstudenten, anderen studeren in deeltijd,
door een relatieve taalachterstand. Daar focussen we
in combinatie met werk en/of gezin. Sommigen stre
ons op, opdat ook deze studenten maximaal geëqui
ven naar een volwaardig diploma, anderen hebben
peerd zijn om met succes de opleiding te doorlopen.
voldoende aan bijscholing. Wij houden dus goed re
We zetten meer in op kwaliteit dan op kwantiteit.
kening met de verschillen tussen studenten, waar ze
Onze huidige omvang en relatieve positie ten opzich
vandaan komen en welke capaciteiten en mogelijk
te van vergelijkbare hogescholen willen we daarbij wel
heden ze hebben. Daarbij horen faciliteiten voor een
handhaven. Groei van de instroom is dus geen doel
goede instroom, doorstroom en studievoortgang.
op zich. 36
Uitzonderingen hierop zijn:
In voorkomende gevallen herzien we dus ons aanbod
• Opleidingen die qua schaal kwetsbaar zijn en
op basis van landelijke afspraken die zijn afgeleid van
waarbij het maatschappelijke belang van groei re
sectorale verkenningen.
latief groot is. Zo is er bijvoorbeeld veel vraag naar hoogopgeleide technici en doet de regio Gelderland
De HAN zal specifieke en uitdagende trajecten ont
vooral een appel op het opleiden van (para)medici.
wikkelen voor vwo’ers. Het gaat om bacheloroplei
• Opleidingen die landelijk uniek zijn. (In bijlage
dingen die de lat voor studenten hoger leggen door
B1 geven we precies aan om welke opleidingen
de programma’s te versnellen en/of te verzwaren
dat gaat.)
(honoursprogramma’s), waarbij de juiste balans tus sen praktische en theoretische studieonderdelen
De HAN kiest ervoor een breed assortiment aan ho
wordt gezocht. We ontwikkelen deze speciale trajec
gere beroepsopleidingen aan te bieden. In hoofdstuk
ten in het bijzonder bij opleidingen waarvoor geen
2 is duidelijk gemaakt dat de HAN voor een belangrijk
universitaire pendant bestaat en bij technische en
deel – bij landelijke unieke opleidingen ligt dat anders
medische opleidingen om daar voor de noodzakelijke
– regionaal rekruteert en ook professionals aflevert
instroomgroei te zorgen.
voor met name de regionale arbeidsmarkt. Vanuit die
Daarbij creëren we in voorkomende gevallen de mo
dubbele maatschappelijke verantwoordelijkheid wil
gelijkheid om aansluitend een professionele master
de HAN haar assortiment handhaven, waar het de vol
opleiding te volgen waarin de studenten ook werk
tijdse bacheloropleidingen betreft. Dat wil niet zeggen
ervaring opdoen, dan wel door te stromen naar een
dat de HAN zich niet openstelt voor andere vormen
wetenschappelijke master zonder overbruggingsjaar.
van ordening van haar assortiment in CROHO (Cen
Bijlage B1 geeft aan bij welke opleidingen die trajecten
traal Register Opleidingen Hoger Onderwijs)-licen
in elk geval zullen zijn ontwikkeld in 2016.
ties. De positie van de HAN is het beste te illustreren in de vorm van haar reactie op het verkenningsrap
De instroom bij de opleidingen in Arnhem neemt de
port techniek1. Deze commissie, onder voorzitter
laatste jaren af. Het verschil in omvang tussen onze
schap van Martin van Pernis, pleit voor meer herken
campussen groeit daardoor. Die tendens willen we ke
baarheid door de bestaande licenties te bundelen in
ren omwille van de onderwijskwaliteit, het profiel van
een beperkt aantal, te weten vier. Wij delen de opstel
de Arnhemse campus en de verbinding met de stad
ling van de HBO-raad in dezen: een dergelijke bunde
en het achterland.
ling is wenselijk, maar vermoedelijk zal een aantal van 10 à 15 licenties de uitkomst zijn van een in samen
Goede studiekeuzevoorlichting, minder uitval
spraak met het bedrijfsleven uit te voeren bundeling.
Het is in ieders belang dat de juiste student op de juiste plaats komt. Dit bevordert het studiesucces van
1
37
BO Techniek in BEDRIJF. Advies van de Sectorale Verkenningscom H missie HBO Techniek, Den Haag, december 2011.
studenten en het rendement. Ook heeft het een posi
Wat gaan we doen? 01. 02. 03. 04. 05.
06. 07. 08. 09. 10.
E xtra letten op Nederlandse taalvaardigheid als onderdeel van start- of intakegesprekken om na te gaan of een student hierin ondersteuning of passende training nodig heeft; als dat het geval is, bieden we extra taalondersteuning aan. Investeren in/prioriteit geven aan de werving voor technische* en paramedische opleidingen. Investeren in/prioriteit geven aan de werving voor landelijk unieke opleidingen. Programma’s ontwikkelen die driejarig en/of verzwaard zijn – we noemen dat honours- of excellentieprogramma’s – voor vwo’ers. Programma’s ontwerpen vanuit een aantal uitgangspunten: het gaat om de juiste balans tussen praktische en theoretische studieonderdelen; hierbij ligt het accent op opleidingen die geen universitaire pendant kennen. Het gaat, conform onze strategie, zeker ook om technische en paramedische opleidingen om daar voor de nodige groei te zorgen. We zoeken koppelingen met (professional) masterprogramma’s, om daarmee de aantrekkelijkheid voor vwo’ers extra te vergroten. (Bijlage B1 geeft aan bij welke opleidingen die trajecten in elk geval zullen zijn ontwikkeld in 2016.)** Terughoudendheid betrachten bij decentrale selectie; de han houdt toegankelijkheid hoog in haar vaandel. (Zie bijlage B1 voor de lijst van opleidingen.) We handhaven de aard en hoeveelheid opleidingslicenties waar het de voltijdse bachelor opleidingen betreft, om die geprofileerde, brede hogeschool te zijn die we willen zijn. Nieuw aanbod van bacheloronderwijs ontwikkelen we uitsluitend vanuit onze speerpunten strategie. Ons assortiment herzien we eventueel op basis van landelijke afspraken die zijn afgeleid van sectorale verkenningen. * In het licht van het Masterplan Bèta en Technologie (februari 2012). ** Daar waar voor de implementatie van deze lijn nadere wetgeving noodzakelijk is, zijn we uiteraard daarvan afhankelijk.
tieve invloed op de sfeer en de studiecultuur. Voor de
hebben om uit te vallen en meer kans op een succes
aansluiting en doorstroom van havisten, vwo’ers en
vol verloop van hun studie. En daar waar ze vaststel
mbo’ers is een goede studiekeuzevoorlichting nodig.
len dat ze een verkeerde keuze gemaakt hebben, moe
Studenten moeten kunnen rekenen op een adequate
ten ze goed begeleid worden naar een alternatief voor
studieloopbaanbegeleiding, zodat ze minder kans
hun opleiding. 38
De HAN wil benadrukken dat kwaliteit en niveau de doorslaggevende criteria zijn en wil op geen enkele manier het signaal afgeven dat in het hoger onder wijs het denken in termen van rendement de norm zou moeten zijn. Dat is vooral bedoeld in de richting van onze docenten. En hoewel het beleid gericht op verhoging van de studenttevredenheid, op de ontwik keling van onderwijsleergemeenschappen én op een verdere verbetering van de voorlichting een gunstig rendementeffect zal hebben, stuurt de HAN niet expli ciet op rendement, anders dan dat we beloven ons in te spannen om de huidige rendementpositie te hand haven. Bij de beoordeling van het presteren van stu denten moeten docenten autonoom tot een oordeel komen op basis van hun eigen professionele inzicht en in het licht van de normeringen zoals die vastge legd zijn in de onderwijs- en examenregelingen. Op geen enkele wijze moet dat proces beïnvloed worden doordat rendement van groter belang zou zijn. Daar naast spelen er nogal wat onzekere factoren bij het rendement. De overheid verandert op dit moment de condities waaronder gestudeerd kan worden ste vig en die kunnen een positief, maar ook een negatief effect hebben op het rendement. Ons beleid bestaat uit een sterke en eenduidige focus op kwaliteit en het sturen op aspecten die de kwaliteit bevorderen. Zeker de kwaliteitsaspecten die van doen hebben met het onderwijsproces, maar ook maatrege len gericht op de studeerbaarheid van programma’s, zullen niet alleen een gunstig effect hebben op de kwa liteit, maar zeker ook op de kwa liteitsbeleving van studenten – en dus op het rendement. 39
Wat gaan we doen? 1. 2.
3.
4.
5.
6.
I nvoering van start- en intakegesprekken bij opleidingen met een weinig geprofileerd beeld van het beroep en/of van de noodzakelijke competenties om succesvol te kunnen zijn. Studenten beter begeleiden op het moment dat zij tot de conclusie komen te willen stoppen met de studie. Hiervoor komen ‘studiewisselpunten’ voor studenten die niet de juiste studie hebben gekozen. Er zijn hiermee goede ervaringen opgedaan bij een aantal opleidingen. Bij de (organisatie van de) begeleiding van studenten willen we meer letten op de diversiteit binnen de studentenpopulatie; we gaan onze mensen additioneel scholen op dat punt. Aankomende studenten krijgen meer feitelijke en vergelijkbare informatie over de inhoud en de inrichting van opleidingen: ‘Studie in cijfers’, als onderdeel van het voorlichtingsmateriaal over opleidingen. Instelling van een onafhankelijke commissie – met vertegenwoordiging vanuit studentenbonden – die het voorlichtingsmateriaal screent op onafhankelijkheid en zorgvuldigheid. Een 100% focus op kwaliteit, met een inspannings verplichting om de huidige rendementspositie te handhaven.
40
Onderwijsintensiteit Zeker in de eerste twee jaar van de studie is de kwaliteit en kwantiteit van de interactie tussen student en docent van belang voor de kwaliteit die we willen leveren. Het gaat ons om een ambitieus studieklimaat dat inzet vraagt van studenten en docen ten. Kijkend naar de kwaliteit van de HAN, kunnen we vaststellen dat de HAN bewe zen heeft mooie onderwijsprogramma’s te maken; ook blijkt steeds weer dat onze docenten hoog gewaardeerd worden. Deze relatief gunstige uitgangspositie maakt het mogelijk dat we ons de komende jaren vooral gaan concentreren op het verhogen van de in tensiteit waarmee ons onderwijs aangeboden en genoten wordt. We realiseren ons dat intensiteit gepaard moet gaan met kwaliteit en niet geïsoleerd gepropageerd moet worden. Maar dat is ook precies wat we gaan doen. Er is zowel een onderwijskundige als een inhoudelijke aanleiding om meer onderwijs aan te bieden; omdat het bijdraagt aan studiesucces, omdat we meer kennis willen en moeten meegeven, omdat we onze studenten met meer vaardigheden als jonge professional willen afleveren, niet in de laatste plaats met die additio nele onderzoeksvaardigheden die wij passend vinden in het huidige tijdsgewricht.
Studenttevredenheid Studenten moeten tevreden zijn over het aangeboden onderwijs. Niet vanuit een soort ideologie van ‘consu mentisme’, maar omdat we de overtuiging hebben dat studenttevredenheid een indicatie is van de geleverde kwaliteit. Daar komt bij dat tevreden studenten in de hier 41
Wat gaan we doen? 1.
2.
3.
e garanderen bij onze voltijdopleidingen 15 uren W geprogrammeerde contacttijd gemiddeld per onderwijsweek in het eerste en tweede jaar buiten de stageperiode, als een minimumnorm. Het jaarrooster van de han bestaat uit vier blokken, waarvan steeds acht onderwijsweken; in de overige weken vinden toetsen en examens plaats en worden de schoolvakanties geprogrammeerd. Verkleining van de groepen waar mogelijk, respectievelijk intensivering van de begeleiding van studenten.
42
voor genoemde kern waar het allemaal om draait, ge
bij ook baseren op een handleiding hoe een dergelijke
makkelijker te motiveren zijn om hard te werken en
gemeenschap op te bouwen, de betrokkenheid van de
beter uitgedaagd kunnen worden om het beste uit
studenten te vergroten en de uitval te verminderen.4
zichzelf te halen.
De uitgangspunten van professional communities leiden tot aandacht voor de schaal waarop het onder
Het sturen op studenttevredenheid wordt voor een
wijs is georganiseerd en ook voor de wens dat groe
belangrijk deel gedicteerd uit de analyses die te maken
pen docenten zich eigenaar voelen van dat onderwijs
zijn op basis van de resultaten van de Nationale Stu
(professionele autonomie). Ook van belang voor ons
denten Enquête (NSE). Dat leidt tot gerichte aandacht
onderwijs is het rekening houden met de menselijke
voor het beter organiseren van het onderwijs (vooral
maat bij de fysieke inrichting van onze gebouwen,
roostering, maar ook de wijze van communiceren met
die bovendien een uitstraling krijgen die past bij de
studenten) en gerichte aandacht voor ‘toetsen en be
beroepen of sectoren waar we voor opleiden (‘voca
oordelen’. Daarmee continueren we het ingezette – en
tional branding’) en die docenten en studenten een
succesvolle – beleid van de afgelopen jaren.
‘thuisgevoel’ geven. Dit beleid is inmiddels ingezet, maar we willen dit de komende vier jaar verder door
Wat we anders gaan doen, is dat we dit in de context
denken en invullen. Daartoe zetten we de volgende
gaan plaatsen van het ontwikkelen van onderwijsleer
stappen:
gemeenschappen (professional communities, of ook
Er wordt een strategisch huisvestingsplan opgesteld,
kortweg: leergemeenschappen). Daarmee introduce
niet gericht op nieuwbouw, maar gericht op interne
ren we een onderliggend concept dat vergaande ge
verbouw, met als doel het aanbrengen van ‘couleur
volgen gaat hebben voor de manier waarop wij ons
locale’.
onderwijs verzorgen én hoe we georganiseerd zijn.
Binnen opleidingen wordt gekeken naar het zodanig
Onderzoek bevestigt dat studenten in leergemeen
inrichten van groepen en van de begeleiding, dat stu
schappen over het algemeen beter scoren op vakin
denten meer betrokkenheid ervaren van een relatief
houdelijke kennis en vaardigheden, op het leren com
vaste en in omvang overzichtelijke groep docenten.
municeren, op het leren problemen op te lossen en op
We zijn er alert op dat onderwijsleergemeenschap
ethische en sociale aspecten van het beroep waartoe
pen studenten wel verbinden met de opleiding, maar
ze worden opgeleid. Uit een ander onderzoek onder
dat zij er niet in ‘opgesloten’ raken en we stimuleren
ruim 80.000 studenten blijkt, dat het participeren in
studenten met behulp van het minorenbeleid, (bui
een actieve onderwijsleergemeenschap een positieve
tenlandse) stages en dergelijke, om ook buiten hun
invloed heeft op de betrokkenheid, de studieresulta
major te treden.
2
ten en de studenttevredenheid. We kunnen ons hier 3
2
3
43
alvin Smith and Debra Bath. The role of the Learning Community in C the Development of Discipline Knowledge and Generic Graduate Outcomes. In: Higher Education, Vol. 51, No. 2 (Mar., 2006), pp. 259-286. Chun-Mei Zhao and George D. Kuh (2004). ADDING VALUE: Learning Communities and Student Engagement. Research in Higher Educa tion, Vol. 45, No. 2, March 2004.
4
hristenson, S. L. et al. (2008). Check and connect: A comprehensive C student engagement intervention manual. Mineapolis: University of Minnesota.
Wat gaan we doen? 1. 2. 3. 4.
5.
e gaan het onderwijs organiseren in onderwijsleer W gemeenschappen, waardoor sociale cohesie ontstaat én meer identificatie met de opleiding en het werkveld. We blijven hoge prioriteit geven aan studenttevredenheid en streven naar een verhoging van het gemiddelde bij de voltijd bacheloropleidingen van 7,17 naar 7,3. Onze toppositie bij het assortiment masteropleidingen willen we handhaven met een gemiddelde studenttevredenheid van 7,4 of hoger. We garanderen daarbij een minimale kwaliteit van onze opleidingen: een nvao-accreditatie en een studenttevredenheid van ten minste 7. Opleidingen die daar niet aan kunnen voldoen en waarbij geen uitzicht is op verbetering, worden vanaf 2016 beëindigd. Drie thema’s uit tevredenheidsmetingen krijgen voorrang: toetsen en beoordelen, beter communiceren met studenten en beter organiseren van het onderwijs (operational excellence).
44
Studenten een actievere werkhouding? Een opvallend ‘wringpunt’ dat uit de enquête naar het instellings plan naar voren komt, is het verschil tussen de wenselijkheid en de waarschijnlijkheid van een veel actievere werkhouding van studenten. Van de medewerkers en studenten vindt ruim 80% dit (zeer) wenselijk en 25% acht dit waarschijnlijk. We verwachten dat de ontwikkeling van onderwijsleergemeen schappen de waarschijnlijkheid in de nabije toekomst kan vergroten.
45
Accreditaties Het oordeel van de visitatiepanels respectievelijk van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) is een andere gewichtige kwaliteitsindicator. Vooral het expertoordeel over de toetsing en de hbowaardigheid van het diploma (het ‘gerealiseerde eind niveau’) willen we over de hele linie hoger. Het valt namelijk op, dat ook bij prima accreditaties dit aspect relatief vaker ‘voldoende’ scoort dan ‘goed’. Dat maakt kwetsbaar, want een onvoldoende hier betekent dat er geen accreditatie wordt afgegeven.
46
Wat gaan we doen? 1. 2. 3. 4. 5.
e hanteren het systeem van aangescherpte interne W audits. We maken betere en meer transparante Onderwijs- en Examenreglementen, zodat helder is op welk (hoog) niveau we toetsen. We zorgen ervoor dat bij alle afstudeerprocedures onafhankelijke externe betrokkenheid is geborgd (vast te leggen in het Onderwijs Examenreglement). We scholen onze mensen daar waar nodig. We vertrouwen bovenal op het integere en professionele oordeel van onze mensen.
Meer onderzoek in het onderwijs
de vaardigheden die van belang zijn om onderzoek en
Zowel de regionale consultaties als de toetsing van de
innovatie een plek te geven in de beroepspraktijk, zo
strategische koers onder studenten en medewerkers
als ondernemendheid en communicatief vermogen.
onderschrijven het belang van praktijkgericht onder
47
zoek. Studenten en medewerkers vinden het wenselijk
Professional masteropleidingen
dat studenten onderzoek leren doen dat past bij het
Wat niet goed is, moet beter en wat goed is, moet
beroep dat ze gaan uitoefenen. Als antwoord daarop
goed blijven. Dat laatste is het uitgangspunt voor de
versterkt de HAN haar keuze voor een nauwe verwe
HAN-masteropleidingen. De HAN heeft een lijn ont
venheid van het onderwijs met praktijkgericht onder
wikkeld die succesvol is: kleinschalig qua organisatie,
zoek.
een sterke nadruk op beroepsgerichte invulling en
De betrokkenheid van (associate) lectoren en docen
geen compromissen wat betreft de kwaliteit. De HAN
ten-onderzoekers bij de ontwikkeling van curricula is
streeft naar handhaving van haar toppositie bij haar
hierbij essentieel. Studenten krijgen de tools aange
masterassortiment. Deze strategie van behoud van
reikt om (stage)onderzoek te doen en resultaten op
topkwaliteit leidt tot terughoudendheid bij de kwanti
innovatieve relevantie te beoordelen respectievelijk
tatieve uitbouw van ons assortiment. De uitstekende
toe te passen. In ons onderwijs ontwikkelen we ook
beoordelingen willen we immers bestendigen. We
voeren een toelatingsbeleid om het een excellent en kleinschalig instituut met een professionele oriëntatie te laten blijven. Doel is professionals
Wat gaan we doen? 1.
(met ervaring) tot een niveau op te leiden waar op zij een (innovatieve) bijdrage kunnen leve ren aan het oplossen van complexe vraagstuk ken in de beroepspraktijk. Zij maken daarbij gebruik van praktijkgericht onderzoek. Ons masteraanbod is gebundeld in het inter facultaire instituut HAN Masterprogramma’s (HMP). In cocreatie met het werkveld en met behoud van excellentie bouwen we het as
2.
sortiment de komende jaren terughoudend uit, aansluitend bij het speerpuntenbeleid van de HAN en de regionale en landelijke Human Capital Agenda’s.
Internationalisering Het merendeel van onze afgestudeerden
3. 4.
blijft weliswaar werkzaam in de regio maar ze moeten wel kunnen omgaan met interna tionale kennisontwikkeling en samenwerking, met buitenlandse klanten, cliënten, collega’s en leveranciers. In haar beleidsvisie op internationa
5.
I n 2016 willen we dat 100% van onze voltijd bacheloropleidingen een doorlopende leerlijn onderzoek in het curriculum hebben geïmple menteerd. Nu is dat het geval bij 69%. De onder delen uit het curriculum die behoren tot deze leerlijn onderzoek worden als zodanig benoemd en omvatten in termen van studiebelasting minimaal 10% van de opleiding. Deze leerlijn leidt onder andere tot verhoogde deelname van docenten en studenten aan han-onderzoekprogramma’s. We koppelen die leerlijn naar inhoud en vorm aan de specifieke eisen van het beroep waarop de betreffende opleiding is gericht; de leerlijn is afgestemd met het betreffende kenniscentrum. We plaatsen een senior onderzoeker in elke examencommissie; bij voorkeur iemand die is verbonden aan een kenniscentrum van de han. We verplichten elke curriculumcommissie iemand met onderzoekservaring op te nemen, bij voorkeur iemand die is verbonden aan een kenniscentrum van de han. We organiseren betrokkenheid van (associate) lectoren bij de minoren en de masteropleidingen.
lisering5 brengt de HAN dit tot uitdrukking. Behalve het sterker profileren van het internationaal georiënteerde aanbod in Arnhem, zullen we alle op leidingen voorzien van een internationale dimensie.
van internationalisering. Dit kan variëren van inten
De vorm en mate waarin dat gebeurt, hangt af van het
siever gebruik van internationale literatuur tot speci
beroep waar de opleiding zich op richt. Opleidingen
fieke curriculumonderdelen zoals wereldburgerschap,
verschillen daardoor in werkvormen en de intensiteit
internationale minoren en internationale stages tot
5
aar een internationale en interculturele omgeving. Strategisch N beleidsplan internationalisering 2010-2013 van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
48
Wat gaan we doen? 1. 2. 3. 4. 5. 6.
7. 8.
49
e versterken het internationale profiel van het Arnhemse aanbod. W We passen daar ons assortiment op aan, met name bij techniek en introduceren een sterke interculturele component bij de Arnhemse Pabo. We zorgen, in samenspraak met de gemeente en woningbouwcoöperaties, voor goede huisvesting voor internationale studenten. We ondersteunen de ontwikkeling van internationale studentenverenigingen. De werving in Duitsland beperken we tot het verstrekken van feitelijke informatie over mogelijkheden die we studenten bieden. De han bestendigt haar rol als opleider voor de euregionale arbeidsmarkt van zorg en hulpverlening. Opleidingsroutes gericht op de euregionale arbeidsmarkt zijn met ingang van instroom september 2013 tweetalig (Nederlands-Duits). In 2016 beschikken deze opleidingen over het nvao bijzonder kenmerk Euregionalisering. Met werkgevers aan weerszijden van de grens voeren we overleg om de opties voor Nederlandse en Duitse studenten voor stage en werk aan beide zijden van de grens te vergroten. We intensiveren de aansluiting bij landelijke en internationale (subsidie) voorzieningen zoals ‘Erasmus for all’.
volledig internationale opleidingen6. Ook taalbeleid is
Praktijkgericht onderzoek neemt in belang flink toe.
hier een wezenlijk onderdeel van. In de visieontwik
Doordat ons onderzoek altijd praktijkgericht is, speelt
keling op curriculuminternationalisering gebruiken
het een belangrijke rol bij de toepassing en benutting
we het bijzonder kenmerk Internationalisering van
van kennis. Deze ‘valorisatie’ komt almaar meer in de
de NVAO als referentie. De HAN is onderdeel van een
publieke, economische en politieke belangstelling te
euregio, liggend in een gebied dat sterk verbonden is
staan.
met de Duitse regio net over de grens. De HAN heet Duitse studenten welkom als uitdrukking van deze
Breedte- en dieptestrategie
verbondenheid. We ambiëren daarbij geen groei van
Ons praktijkgericht onderzoek is een van de hefbo
het aantal studenten. Het onderwijsaanbod aan Duit
men voor verdere kwaliteitsverbetering van de oplei
se studenten zal tweetalig zijn. Daarmee krijgen zij
dingen. In 2016 willen we voor alle opleidingen een
een grotere kans op de Nederlandse arbeidsmarkt en
inhoudelijk dekkend aanbod aan (associate) lectoren
Nederlandse studenten op de Duitse.
hebben. Elke opleiding is een verbinding aangegaan met een of meerdere (associate) lectoren, leidend tot bijdragen aan de curricula (breedtestrategie). Voorts
Onderzoek
heeft elke opleiding een doorlopende leerlijn onder
Praktijkgericht onderzoek beschouwen we als een
zoek geïmplementeerd.
kerntaak en het dient drie doelen: kennisontwikke
Op een aantal onderwerpen kiezen we voor synerge
ling binnen het onderzoeksdomein; doorwerking naar
tische concentraties van praktijkgericht onderzoek en
de opleidingen; innovatie en ontwikkeling van de be
excellent onderwijs (dieptestrategie). Deze speerpun
roepspraktijk.
ten kleuren nadrukkelijk het onderzoeksprofiel van
Ons praktijkgericht onderzoek kent een aantal speci
de HAN7. (Bijlage B2 bevat een uitgebreid overzicht
fieke kenmerken. De vraagstelling van het onderzoek
van de speerpunten.) In 2016 willen we dat dergelijke
wordt ingegeven door de beroepspraktijk. Het onder
concentraties zijn gerealiseerd. Deze zijn met hun on
zoek vindt plaats in netwerken met interne en externe
derwijs- en onderzoeksprogramma aangesloten bij de
stakeholders en is vaak multi- en interdisciplinair van
regionale maatschappelijke en economische agenda’s
aard. Het genereert kennis, inzichten en producten
en bij enkele van de zogenoemde topsectoren. Deze
die bijdragen aan de ontwikkeling van de beroeps
sectoren heeft het kabinet aangewezen om de econo
praktijk en aan de opleidingen van de HAN. Resultaten
mische ontwikkeling te stimuleren en de concurren
worden op uiteenlopende manieren met de diverse
tiekracht van ons land te vergroten.
doelgroepen gedeeld: via publicaties in vakbladen,
Op bovenstaande wijze draagt onderzoek bij aan
protocollen, producten, workshops, lezingen, het on
zowel onze breedte- als onze dieptestrategie. Bij de
derwijs, Communities of Practice, of wetenschappe lijke publicaties. 6
I n 2012 heeft de HAN 7 Engelstalige bacheloropleidingen, 4 Engelsta lige masteropleidingen en 15 Engelstalige minoren.
7
De speerpunten zijn: Automotive, Biodiscovery, Duurzame (elek trische) energie, Sneller herstel, Vitale leefomgevingen en kleine kernen, Talentherkenning en -ontwikkeling in sport, Ondernemen en ondernemerschap, Leren met ICT, Logistiek.
50
breedtestrategie gaat het dan vooral om programme
Om op deze manier onderzoek te ontwikkelen en in te
ring van leerlijnen onderzoek in ons onderwijs, om
zetten voor het onderwijs, is het nodig dat onderzoek
aansluiting van onze opleidingen bij de lectoraten en
– dat nog relatief beperkt is qua volume – adequaat
om focus en massa in de kenniscentra. Bij de diep
aangestuurd wordt. Opdat focus en massa tot hun
testrategie gaat het om een specifieke inhoudelijke
recht komen, is besloten die organisatie op facultair
profilering die gaat leiden tot een samengaan van on
niveau te laten plaatsvinden. Met andere woorden:
derzoek, masters en minoren, met daaromheen een
het onderzoek gebeurt in de bestaande facultaire ken
krachtig netwerk van (regionale) organisaties waar we
niscentra, waarin de lectoraten zijn geclusterd. We
ons op dat thema mee verbinden en die ook bereid
gaan dat zodanig doen, dat interfacultair samenwer
zijn ons te helpen om de activiteiten rondom die the
ken in gezamenlijke, multi- en interdisiciplinaire on
ma’s verder uit te bouwen.
derzoeksprojecten wordt bevorderd.
Wat gaan we doen? 1. 2. 3. 4. 5.
51
nderzoek sterker verbinden met het onderwijs. O De kenniscentra goed positioneren binnen de facultaire managementteams en goed verbinden met besluitvormingsprocessen in het onderwijs (via examencommissies en curriculumcommissies). De speerpunten verder ontwikkelen, in overleg met het beroepenveld en de betrokken opleidingen. Verder ontwikkelen van minoren en masteropleidingen in de context van de speerpunten en voorzien van een adequate onderzoeksbasis. Instellen van een commissie van deskundigen die advies aan het CvB gaat uitbrengen om de ritmes van onderwijs (roosters) en onderzoek (projectmatig en met variabele tijdhorizon) beter met elkaar te verbinden.
Wat gaan we doen? 1. 2. 3.
I n 2016 is het aantal fte voor onderzoek met 15% gegroeid en komt op 135 fte. In 2016 heeft elke voltijdopleiding een leerlijn onderzoek ingebouwd, gekoppeld naar inhoud en vorm aan de specifieke eisen die voor het desbetreffende beroep gelden. In 2016 verwerft elke faculteit per fte lector minimaal 150.000 euro uit externe (2de, 3de en 4de) geldstromen voor onderzoek. We streven naar een gemiddelde (han-breed) van 200.000 euro per fte lector.
Omvang onderzoek
zoeksopdrachten van studenten, promovendi en
We gaan meer inzetten op onderzoek. Dat doen we
docenten-onderzoekers. Programmering op deze ma
door in de begroting meer ruimte te reserveren en
nier voorkomt versnippering, leidt tot kwaliteitsver
externe financiering aan te trekken. Dat doen we te
betering van het onderzoek en vergroot de impact op
vens door het onderzoekspotentieel in zowel de ken
het onderwijs en de beroepspraktijk. Onderzoeksmid
niscentra als in de breedte van de HAN te versterken:
delen kunnen zo efficiënter worden ingezet en de her
de inzet van docent-onderzoekers bij de kenniscentra
kenbaarheid van ons onderzoek vergroot, waardoor er
groeit, we stellen meer master-opgeleide en gepro
meer kansen ontstaan voor het verwerven van externe
moveerde docenten aan, en we scholen medewerkers
onderzoeksmiddelen.
op het gebied van onderzoeksvaardigheden en het be
geleiden en beoordelen daarvan.
Onderzoeksprogrammering Om de interne en externe impact van ons onder
Wat gaan we doen?
zoek te vergroten en de verbinding met externe sta keholders te intensiveren geven we bijzondere aan dacht aan focus in de onderzoeksprogrammering. In samenspraak met het beroepenveld en de oplei dingen formuleren we meerjarige onderzoekspro gramma’s voor de kenniscentra (breedtestrategie) met als inhoudelijke leidraad ons speerpuntenbeleid
I n 2014 hebben alle kenniscentra hun missie, onderzoekslijnen, programmering en strategisch plan ontwikkeld in samenspraak met opleidingen en regionale partners.
(dieptestrategie). Dit vormt de bedding voor onder 52
Wat gaan we doen? 1.
2.
e handhaven ons hoge niveau van kwaliteitszorg. We W implementeren de adviezen van de vko. Daarin geven we bijzondere aandacht aan de koppeling tussen kwaliteitszorg onderwijs en onderzoek, de bijdrage van stakeholders bij bijvoorbeeld onderzoeksprogrammering en hun rol als opdrachtgever, en de balans tussen ontwikkelingsgerichte en controlerende kwaliteitszorg. We implementeren de adviezen van de externe visitatiecommissies onderzoek. Aanbevelingen geldend voor alle kenniscentra worden opgevolgd met een instellingsbrede aanpak, gericht op kennisdeling.
Kwaliteitszorg
het onderwijs. Als we de kwaliteitszorg zo aanpakken,
De vergroting van ons onderzoekvolume gaat samen
bereiken we tegelijkertijd een versnellend effect op de
met de verdere ontwikkeling van het instrumentarium
verdere ontwikkeling van het onderzoek aan de HAN.
van onze kwaliteitszorg. Onze uitgangspositie is uit
Uiteraard willen we ook dat het zorgsysteem voor on
stekend; door de landelijke Validatiecommissie Kwa
derzoek borg staat voor goede beoordelingen van ex
liteitszorg Onderzoek (VKO) zijn we gekwalificeerd als
terne visitatiecommissies.
een voorbeeldhogeschool. Daarnaast besteden we veel aandacht aan de inbedding van het onderzoek in de curricula en het effect ervan op de kwaliteit van 53
Relatiemanagement en -beheer Het werkveld benadrukt de noodzaak van een structu
Beroepspraktijk en regio
rele verbinding en samenwerking tussen het werkveld
Het onderwijs en praktijkgerichte onderzoek van de
en de HAN. Dit vraagt om een georganiseerde, syste
HAN zijn onlosmakelijk verbonden met de beroeps
matische aanpak die niet afhankelijk is van toeval of
praktijk. Belangrijk voor onze kwaliteit is de voortdu
van de affiniteit van individuele medewerkers. Zowel
rende en systematische interactie tussen studenten,
de opleidingen als de lectoraten zullen hun relatie
docenten, onderzoekers en de beroepspraktijk.
met het werkveld intensiveren. Dat vraagt ook om een
Gezien onze geografische positie ten opzichte van
versterking van de verbinding tussen kenniscentra en
collega-hogescholen richten we ons in eerste instan
opleidingen. Medewerkers geven in de enquête aan
tie op de (brede) regio, inclusief die over de grens met
dat zij de samenwerking in de regio met bedrijven
Duitsland (euregio). Voor opleidingen met een lande
en instellingen buitengewoon belangrijk vinden voor
lijke of internationale arbeidsmarkt wordt ‘regio’ op
betrokkenheid en innovatie in het onderwijs en voor
die schaal gedefinieerd.
kennisdeling. 54
Wat gaan we doen? 1. 2.
e professionaliseren het relatiemanagement, W ondersteund door ict-oplossingen. We behouden de koppeling tussen opleiding en werkveld en intensiveren de verbinding met de lectoraten. Minoren, stages, praktijken afstudeeropdrachten koppelen we waar mogelijk aan de onderzoeksprogramma’s.
Ten slotte sluiten we zoveel mogelijk aan bij regi onale voorzieningen voor innovatie en ontwikkeling, zoals de Regionale Centra voor Technologie (RCT’s). Een goed voorbeeld van hoe dat kan, is het Kennis centrum in de Achterhoek, waarin we samenwerken met de gemeente Doetinchem en met het regionale opleidingencentrum het Graafschap College. Dit cen
Verbinding met het werkveld intensiever
trum profileert zich als toegankelijk transferpunt van
De HAN staat bekend om een sterke verbinding met
kennis voor zowel individuele cursisten als groepen,
het werkveld in Gelderland en de (eu)regio. De ko
bedrijven en maatschappelijke instellingen. Voor een
mende periode willen we die kwaliteit verder uitbou
aantal (economische) bacheloropleidingen kunnen
wen en intensiveren. Bedrijven en instellingen be
studenten in de komende periode daar het eerste half
trekken we bij de ontwikkeling van het bachelor- en
jaar van hun propedeuse volgen.
mastercurriculum en de onderzoeksagenda. Op een aantal vakgebieden geven we de Beroepenveld Ad
Werkend lerenden
viescommissies een impuls. Zij spelen een belang
De regio heeft grote en groeiende behoefte aan ho
rijke rol in de aansluiting van het curriculum bij de
ger opgeleide werknemers. Om het welvaartsniveau
ontwikkelingen in het veld. Verder zorgen we ervoor
hier op peil te houden is menselijk kapitaal nodig dat
dat bij al onze afstudeerprocedures onafhankelijke ex
zijn kennis permanent onderhoudt. Onze relatie met
terne betrokkenheid vanuit het veld geborgd is (vast
de beroepspraktijk en de regio kunnen we bestendi
te leggen in het Onderwijs Examenreglement).
gen en verstevigen door ons opleidingenaanbod voor
In de brede waaier aan interacties tussen werkveld en
werkenden. De deeltijdopleidingen vormen kwanti
opleidingen (stages, praktijk- en afstudeeropdrachten,
tatief de hoofdmoot van onze opleidingsportefeuille
gastdocentschappen, begeleiding start-ups, curricu
voor werkend lerenden, die verder ook masters, duale
lumontwikkeling) zorgen we voor meer kennisdeling,
trajecten, een aantal associate degrees, commerciële
cocreatie en een transparante zoek- en verwijzings
trainingen en cursussen bevat.
tructuur voor het werkveld. 55
De maatschappelijke en politieke omgeving van het
meest succesvolle deeltijdopleidingen van de HAN
bekostigde deeltijdonderwijs gaat veranderen. Het
zijn sterk in de verbindingen met buiten. Ons doel is
macro-doelmatigheidsbeleid van de overheid is aan
een hernieuwd en beperkter assortiment op basis van
gescherpt in het voordeel van de onbekostigde aan
kwaliteit, maatschappelijke relevantie en betaalbaar
bieders. Zij heeft hiertoe ook een bestuursakkoord
heid. Voor de samenstelling van dat assortiment doen
gesloten met de koepel van onbekostigde opleidings
de faculteiten voorstellen en laten we ons adviseren
instituten (NRTO).
door een commissie met externe deskundigen.
Daarnaast heeft de overheid aangekondigd vanaf stu diejaar 2017-2018 een vorm van vraagfinanciering in
De HAN blijft gericht op de volwassen student die
te willen voeren (via studenten die hiervoor een beurs
voor een bachelordiploma gaat en niet op personen
hebben) bij het deeltijdonderwijs. Hoe dan ook – dat
die min of meer vrijblijvend certificaten verzamelen
wil zeggen: los van de vraag of een vorm van privati
zonder diplomadoel voor ogen. Uiteraard hebben we
sering gaat plaatsvinden – heeft de HAN de ambitie
wel aandacht voor vormende aspecten die niet direct
een belangrijke speler te blijven bij het deeltijdonder
aan het specifieke beroep gekoppeld worden, waaron
wijs. Dat betekent wel dat we scherpe keuzes moeten
der onderzoeksvaardigheden.
maken. We kiezen strategisch voor de bachelordeel tijdopleidingen en voor de kwaliteit ervan. De huidige
56
Om hiervo0r genoemde ambities mogelijk te maken zullen we de deeltijdopleidingen anders gaan organi seren: ze krijgen een eigenstandig gezicht en een ei genstandige organisatievorm op het niveau dat past bij de specifieke kenmerken van de betreffende bran che. Dat kan per faculteit variëren. Er is een apart competentieprofiel nodig voor docen ten die volwassenen opleiden, met daaraan gekop pelde scholingsmogelijkheden. De ict-ondersteuning zullen we moeten aanpassen aan de wensen van de doelgroep.
57
Wat gaan we doen? 1. 2. 3.
4.
5. 6.
e blijven kiezen voor een profilerend aanbod op het W gebied van werkend lerenden, los van de vraag of een ander bekostigingsregime ingevoerd gaat worden. We stappen af van het automatisme dat een voltijdopleiding een deeltijdvariant heeft. Het huidige aanbod van deeltijdopleidingen snijden we geheel toe op de specifieke wensen en behoeften van werknemers en werkgevers. We vragen een commissie van externen ons te adviseren over een vernieuwd assortiment en over de randvoorwaarden en de financieringsmogelijkheden hiervoor. We sluiten zoveel mogelijk aan op onze speerpunten en de economische sectoren in de regio. Hiervoor zetten we een geselecteerd aantal deeltijdopleidingen en duale trajecten in. E-learning en blended learning nemen we mee in het aanbod op. De organisatie van de deeltijd, de bemensing én facilitering snijden we toe op de specifieke doelgroep. We gaan het vernieuwde aanbod voor 23+’ers duidelijker ‘vermarkten’. Dat is ook van wederzijds belang. Werknemers die wij een opleiding bieden, brengen ons actuele praktijkkennis en contacten met instellingen en bedrijven.
58
Wat gaan we doen? 1.
2.
3.
e professionaliseren onze valorisatie-infrastructuur in nauwe W samenwerking met de andere partners in ‘Gelderland valoriseert!’. Met ondernemers, kennisinstellingen en overheden bouwen we gezamenlijk aan het Gelderse Valorisatienetwerk. We streven niet naar groei in aantal mensen en middelen maar vooral naar verbetering van de kwaliteit: betere verankering van valorisatie in instelling en regio, versterking van de vraagsturing en transparantie, effectievere en slimmere verbinding van onze valorisatievoorzieningen en -activiteiten en opvulling van witte vlekken. We verbreden en herschikken ons aanbod aan ondernemerschaps onderwijs met bijzondere aandacht voor het Centrum voor Ondernemerschap en de han Student Company.
Kennisvalorisatie Het praktijkgerichte onderzoek dat we in volume zul
verbeteringen mogelijk zijn zoals:
len uitbreiden, heeft ook een belangrijke rol bij het
• Meer transparantie intern en vooral ook extern in
verstevigen van de verbinding met de beroepspraktijk
wat we te bieden hebben.
en de regio. Al dan niet in opdracht verricht, levert on
• Meer focus rondom de speerpunten.
derzoek kennis op die van nut is voor economie en
• Meer samenhang in en samenwerking tussen de
samenleving. Deze valorisatie is ook voor ons in toe
valorisatievoorzieningen en het opvullen van witte
nemende mate van belang. In de onderzoeksvisitaties
vlekken.
en de regionale consultatie komt de samenwerking met het werkveld naar voren als een sterk punt. In het voorjaar van 2012 heeft prof. dr. Paul Iske (hoogleraar Open Innovation and Business Venturing,
• Beter faciliteren van de ontwikkeling van onderne merschap naar werkelijke startups. • Versterken van de integratie van valorisatie in het primaire proces.
Maastricht University) binnen de HAN de stand van
59
zaken bij kennisvalorisatie onderzocht. Daaruit komt
Wat dat laatste betreft: belangrijke instrumenten voor
naar voren dat de HAN al veel voorzieningen en faci
kennisvalorisatie vanuit het beroepsonderwijs zijn
liteiten voor valorisatie in huis heeft, maar dat er ook
de stage- en afstudeeropdrachten. Door middel van
deze opdrachten worden de nieuwste inzichten uit
bedding van ondernemerschaponderwijs in curricula.
onderwijs en onderzoek door onze studenten naar en
We kunnen voortbouwen op het succes van het pro
in de beroepspraktijk gebracht. Een mooi voorbeeld
ject Gelderland Onderneemt! en gebruik maken van
hiervan zijn de zogenaamde innovatiecenters zoals
de expertise van ons lectoraat Ondernemerschap en
die onder andere in de Achterhoek gestalte krijgen.
ondernemendheid.
Wisselende groepen studenten werken vanuit deze centra, onder leiding van een alumnus, in stage- en
Branding, profilering en marketing
afstudeeropdrachten continu aan praktijkproblemen
Belangrijke voorwaarde voor kennisvalorisatie is een
en innovaties die door een bedrijf of bedrijven zijn in
betere bekendheid bij het werkveld van ons praktijkge
gebracht.
richte onderzoek en de branding van de HAN als ken nisinstelling. Alle onderzoeksvisitaties onderstrepen
De komende periode gaan we de kennisvalorisatie
dit in hun aanbevelingen. We hebben veel te bieden
mede op basis van de resultaten van het onderzoek
maar worden nog onvoldoende gevonden.
van professor Iske verder ontwikkelen en ons daarop onderscheiden. Motor daarvoor is het omvangrijke project ‘Gelderland valoriseert!’ dat loopt van 2012 tot en met 2017 en waarvan de HAN penvoerder is. Hierin hebben een aantal kennisinstellingen (HAN, ArtEZ en RU), bedrijven en overheden – met name de provin cie Gelderland – hun krachten gebundeld voor meer innovaties en werkgelegenheid in de regio en de op bouw van een regionale valorisatie-infrastructuur. Het gaat in eerste instantie om regionale samenwerking
Wat gaan we doen? 1.
binnen en tussen de topsectoren Creatieve industrie, Chemie en Energie. Minister Verhagen van Economi sche Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) heeft voor de periode 2012 tot 2016 een stimuleringssubsidie van vijf miljoen euro toegekend, door regionale par tijen aangevuld tot 12,5 miljoen euro.
2. 3.
E en infrastructuur inrichten voor verspreiding van kennis in de beroepspraktijk. De han profileren als een kwaliteitsmerk voor kennisontwikkeling en innovatie. Het werkveld actief betrekken bij de onderzoeksprogrammering van de kenniscentra.
Een deel van onze afgestudeerden zal op enig mo ment werkzaam zijn als zelfstandig ondernemer. Een ondernemende attitude is ook in loondienst een voor waarde voor innovatie. Daarvoor verbreden we de in
60
Proactief alumnibeleid
De meeste alumni-organisaties kennen een bestuur
Alumni vervullen een belangrijke functie in de verbin
van alumni op vrijwillige basis. Dat ondersteunt de
ding met ons (eu)regionale en internationale werkveld
vraagsturing en de verbinding met het werkveld, maar
en het beroepsgerichte karakter van de opleidingen.
beperkt de mogelijkheden. De behoefte aan (bij)scho
De HAN telt 52 alumni-organisaties, alle opererend op
ling op andere terreinen dan de oorspronkelijke op
het niveau van de opleiding. Een uitzondering hierop
leiding stijgt naarmate alumni verder komen in hun
is YOB (zie in hoofdstuk 3 onder ‘Ondernemerschap’).
loopbaan. Dat vraagt om een HAN-brede aanpak.
Behalve de functie van netwerkplatform hebben ze tot doel pas afgestudeerden een vangnet te bieden, leden op de hoogte te houden van nieuwe ontwikkelingen
Kwaliteit is mensenwerk
en mogelijkheden voor bijscholing (kennisvalorisa
Onze maatschappelijke opdracht en onze ambities
tie), bij te dragen aan curriculumontwikkeling, prak
zijn de ene kant van het verhaal. De vervulling en rea
tijkstages en gastcolleges te faciliteren en de kwaliteit
lisering ervan de andere. Voor de ontwikkeling tot een
van de opleiding te volgen (borging diplomawaarde).
geprofileerde kennisinstelling kunnen we niet zonder een organisatie van en door professionals. De komende periode zal de HAN haar reputatie van goed werkgeverschap blijven waarmaken, blijkend uit een hoge medewerkertevredenheid. De doorontwik
Wat gaan we doen? 1.
2. 3.
keling naar een university of applied sciences en de kwaliteitsverbetering van het onderwijs vragen erom dat we in de deskundigheidsbevordering en professi
e laten een onderzoek verrichten W naar de mogelijkheden van een hanalumnibeleid met een duidelijke plek voor de opleidingsverbonden alumni-organisaties en internationale alumni. We gaan één relatiemanagement systeem van alumni opzetten en het aanbod voor hen uitbreiden. We onderzoeken de bereidheid en mogelijkheden van alumni om financieel bij te dragen aan het praktijkgericht onderzoek.
onalisering enkele belangrijke stappen zetten.
Scholing en ontwikkeling De pensioenleeftijd schuift op en de overheid ont moedigt vroegtijdige pensionering. Medewerkers zullen langer vitaal inzetbaar moeten zijn. Studenten verwachten dat docenten investeren in hun profes sionaliteit. Wie dat onvoldoende doet, zou naar hun mening de lesbevoegdheid moeten verliezen.8 Perma nente scholing, professionalisering en ontwikkeling worden de norm en de kern van ons personeelsbe leid. Uit de consultaties van medewerkers en studen ten in de aanloop naar het instellingsplan blijkt dat 8
61
ie Enquête Instellingsplan HAN. 70% Van de studenten vindt dit Z (zeer) wenselijk.
men intensief gebruik van ICT en social media in het onderwijs als de meest waarschijnlijke toekomstige ontwikkeling ziet. Didactische
Wat gaan we doen? 1.
ervaring en praktijkkennis worden gezien als een belangrijke kwaliteit van docenten. In lijn met onze onderzoeksambities en onder steund door de consultaties van studenten en medewerkers streven wij ernaar dat 80% van onze bachelordocenten in 2016 een
2. 3.
mastergraad heeft dan wel gepromoveerd is. Docenten in de masteropleidingen zijn overwegend gepromoveerd. We vinden het
4.
daarnaast belangrijk dat ook de ondersteu nende (beleids)medewerkers beter op de hoogte raken van wat onderzoek inhoudt. Onderwijs voor werkende volwassenen,
5.
ten slotte, vraagt om specifieke compe tenties van docenten. Hetzelfde geldt voor internationale oriëntatie en competenties; internationalisering is immers van toene
6.
mend belang voor onderwijs en onderzoek en vergt een goede taalvaardigheid van medewerkers. Bij het taalbeleid voor docen
7.
ten hanteren we een internationaal erkende norm. In meer algemene zin vinden we het voor de
8.
dynamiek binnen een grotere organisatie als de onze en voor de vitaliteit van mensen belangrijk dat medewerkers periodiek in elk geval voor een deel van hun taken en soms van functie wisselen. Voor het management geldt dat elke vier jaar geke ken wordt of mobiliteit aan de orde is. Voor andere medewerkers komt wisseling van (deel)taken perio
9.
e richten een han Academy in met een W opleidingsaanbod op het gebied van onderwijs, onderzoek, ondersteuning, leidinggeven en persoonlijke effectiviteit. In 2016 besteden we minimaal 5% van de totale personele lasten aan professionalisering. Het aantal docenten dat een mastergraad heeft of is gepromoveerd, neemt toe van respectievelijk 55% en 6% in 2012 naar 72% en 8% in 2016. Voor de opscholing van docenten is een masterfonds, een fonds voor promotieonderzoek en een pakket aan faciliterende maatregelen beschikbaar. Het selectiebeleid voor nieuwe docenten, leidinggevenden en ondersteunende staf passen we aan aan de onderzoekambities en aan ons internationale profiel. Het behalen van de pedagogisch-didactische bekwaamheid blijft een voorwaarde voor een vaste aanstelling als docent. Alle medewerkers hebben jaarlijks een R&Ogesprek, waarin scholing en ontwikkeling expliciet aan bod komen. De afdeling Vitaliteit zal medewerkers actief adviseren over interne mobiliteit, loopbaanmogelijkheden en over re-integratie en coaching. Het ziekteverzuim zal maximaal op het niveau van het branchegemiddelde blijven. De mede werkertevredenheid blijft op de huidige 7,8 of wordt hoger.
diek aan de orde in het R&O-gesprek.
62
Cultuur
de beroepsopvatting en van het feitelijke gedrag. De
Onze bedrijfscultuur past op onderdelen niet bij de re
komende jaren zullen we veel tijd en energie besteden
alisatie van onze ambities. Het instellingsplan vraagt
aan het opbouwen van een gedeeld kwaliteitsbewust
dat medewerkers gedreven worden door de wens een
zijn.
hoge kwaliteit te leveren, als individu en als team. De
De HAN stamt uit een tijdperk van een bedrijfscultuur
kwaliteitsopvattingen lopen nog sterk uiteen. Zo is er
die gekenmerkt kon worden als een taakgerichte, hi
vanuit een onvolledige beroepsopvatting bij sommige
ërarchische bureaucratie met een sterke actiegericht
medewerkers onvoldoende aandacht voor formele
heid, focus op het eigen organisatieonderdeel en
wet- en regelgeving, bedrijfsprocessen en infrastruc
weinig aandacht voor kritische (zelf)reflectie en dia
tuur, terwijl die onlosmakelijk deel uitmaken van de
loog. Vanuit een verleden als fusieorganisatie ligt er
kwaliteit en de betrouwbaarheid van onderwijs en
een opgave tot verdere ontschotting en groei naar een
onderzoek. Het afdwingen van een betere compli
HAN-identiteit.
ance kan langs de weg van meer regels en strakkere handhaving. Dat is een noodzakelijke tussenfase,
Zowel medewerkers als studenten spraken zich in de
maar niet ons einddoel. In een volwassen organisatie
enquête over het instellingsplan nadrukkelijk uit voor
moeten medewerkers in staat zijn om zelfstandig ver
het werken in kleine eenheden. Medewerkers vragen
antwoordelijkheid te dragen binnen de afgesproken
om invoering van kleinschaligheid met behoud van de
kaders en moet het bestuur erop kunnen vertrouwen
mogelijkheden, voordelen en (financiële) robuustheid
dat men die ruimte op deze wijze invult. Om dat te
van een grote organisatie. Om daaraan tegemoet te
kunnen bereiken zal een integraal en volwassen kwa
komen kiezen we voor een dubbele beweging.
liteitsbesef intrinsiek onderdeel moeten worden van
63
Wat gaan we doen? 1.
2.
3.
e zetten sterk in op het bouwen W van onderwijsleergemeenschappen voor elke opleiding; kleinschalige professional communities van docenten en studenten. We versterken onze activiteiten rond han-brede kennisdeling en professionalisering, interne netwerkvorming als instrument voor beleidsontwikkeling en implementatie en het multi- en interdisciplinair samenwerken over de facultaire grenzen heen. Om de bedrijfskosten te minimaliseren en de interfacultaire samenwerking te ondersteunen bouwen we aan gemeen schappelijke standaarden voor de kernbedrijfsprocessen.
64
Leiderschap Onze strategische doelstellingen zijn ambitieus maar realistisch. Ze stellen hoge eisen aan sturing en per soonlijk leiderschap in termen van kennis, vaardighe den en attitude. Medewerkers en studenten geven aan dat ze te veel afstand ervaren tot het manage ment en last hebben van de bureaucratie. Men vraagt meer aandacht voor de menselijke maat. De cultuur omslag van een bureaucratische top-down organisa tie naar een kennisinstelling van professionals, geor ganiseerd in professional communities met oog voor operational excellence, vraagt om nieuwe vormen van aansturing, beleidsontwikkeling (cocreatie), samen werking en communicatie en een betere verbinding tussen medewerkers en leidinggevenden. Leidingge venden moeten die omslag kunnen voorleven en vormgeven.
65
Wat gaan we doen? 1.
2.
3. 4.
e breiden het managementontwikkelingsprogramma uit. Naast W de bestaande leergang voor instituutsdirecteuren, hoofden van service units en hun directies (het Leerplatform) start een programma voor coördinatoren en een voor projectmanagers en projectleiders. We brengen de profielkenmerken voor leidinggevenden op de verschillende niveaus geheel in lijn met de ambities van het instellingsplan. Kennis van, dan wel affiniteit met onderzoek en bedrijfsvoering wordt een standaard selectie-eis. We starten met een instellingsbrede aanpak voor het herkennen en ontwikkelen van (potentieel) leidinggevend talent. We besteden in de jaarlijkse onderzoeken naar medewerkertevredenheid bijzondere aandacht aan de ervaren kwaliteit van de leidinggevenden.
66
Bedrijfstijd Docenten geven aan dat ze graag meer uren per week aan hun kerntaken willen besteden: onderwijs verzorgen en onderzoek doen. Wat hen daarvan afhoudt is de als zwaar ervaren administratieve kant van het werk, de bureaucratie en de veelheid aan rollen en deeltaken. Uit de enquête blijkt dat medewerkers ervan uitgaan dat ze in de toekomst meer zullen moeten werken, uitgedrukt in de ophoging van hun jaartaaknorm van 1659 uur naar 1750 uur. Deze ontwikkeling wordt als niet wenselijk, maar wel als waarschijnlijk gezien.
Hoe gaan we hiermee om? Een deel van de oplossing ligt binnen ons bereik. De keuze voor kleinschaligheid en een verscherpte focus op de kwaliteit van de ondersteuning en op de proceskwaliteit van het onderwijs (operational excellence) moet leiden tot vermindering van de administratieve belasting en terugdringing van de bureaucratie. Het andere deel van de oplossing ligt op de cao-tafel en daarmee buiten de beïnvloedingsfeer van de han.
67
Operational excellence Een grote hogeschool als de onze is een complexe, professionele organisatie met een mooie en uitdagen de maatschappelijke opdracht. Een goede, geoliede bedrijfsvoering ten dienste van onderwijs en onder zoek is dus essentieel. Het gaat dan om operational excellence: het bereiken van een hoog niveau van betrouwbaarheid en samenhang in de verschillende ondersteunende diensten en processen binnen de fa culteiten en het Service Bedrijf. De strategische keuze voor operational excellence in het verbeteren van de onderwijs en onderzoekskwaliteit vindt weerklank bij de interne en externe betrokkenen. Studenten en medewerkers geven in meerderheid als wenselijke ontwikkeling aan dat docenten meer uren per week kunnen besteden aan hun kerntaken: onderwijs ver zorgen en onderzoek doen. De verdere professiona lisering van de onderwijsondersteuning zal daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Uit studenttevreden heidsmetingen blijkt dat klachten relatief vaker gaan over de proceskwaliteit van het onderwijs en minder over de inhoud. Zo is verdere verbetering van de on derwijslogistiek noodzakelijk voor de kwaliteitsverbe tering van het onderwijs. Het uitbouwen van onderzoek vraagt optimalisering van de onderzoeksinfrastructuur. Verbinding met het werkveld vraagt een herkenbare toegang en soepele doorverwijzing voor werkgevers. En een serieuze po sitionering van de HAN als kennisinstelling voor werk end lerenden, ten slotte, vereist een herbezinning op de inrichting van de daaraan ondersteunende proces sen.
68
Wat gaan we doen? 1.
2.
3. 4.
5.
69
e handhaven – gezien onze relatief lage W overhead – het concept van een centraal Shared Service Centre in de vorm van het Service Bedrijf. We gaan experimenteren met klantspecifieke producten en dienstverlening, ondersteunend aan de onderwijsleergemeenschappen en aan een beleving van kleinschaligheid. De jaarlijkse 0,5 procentpunt krimp op de kosten van het Service Bedrijf zetten we voort. Om de overhead binnen faculteiten verder te reduceren gaan we de komende periode de middelentoekenning aan onderwijs en onderzoek normeren en verhogen, leidend tot een daling van het facultaire Onderwijs Beheer Personeel. We streven naar een optimale verhouding Onderwijzend Personeel / Onderwijs Beheer Personeel van nu 60,9%/39,1% naar 65,0%/35,0% in het jaar 2016.
Dit alles willen we realiseren binnen de bestaande
ren we ict in het onderwijs en optimaliseren we het
budgettaire kaders door te innoveren, efficiënter te
relatiebeheer met het werkveld en de alumni. Door
werken en kritisch te kijken naar de verleende diensten.
standaardisering en betere onderlinge afstemming
Om dit proces in goede banen te leiden stellen we een
verhogen we de kwaliteit van de stuurinformatie en de
meerjarenagenda op voor kwaliteitsverbetering.
(administratieve) ondersteuning van het onderwijs en onderzoek. Tot slot ontwikkelen we bij de huisvesting
Voorzieningen
en (digitale) informatievoorzieningen meer facilitei
Uiteraard moeten we materieel goed toegerust zijn
ten voor de groep buitenlandse studenten.
voor het geven van onderwijs en het doen van onder
Deze doelen en uitgangspunten bij de ict-voorzienin
zoek. Voorzieningen als huisvesting en ict zijn essen
gen gaan we nog meer en duidelijker koppelen aan
tieel. De afgelopen vier jaar hebben we zwaar geïnves
onze duurzaamheidsambities. Het gaat dan om ener
teerd in de vernieuwing van laboratoria die nu state of
giezuinige computerwerkplekken, het samenbrengen
the art zijn.
van enkele servers op één energiezuinige server, het
In 2013 ronden we het voorlopig laatste nieuwbouw
efficiënter opslaan van data en dergelijke.
project af. Het gaat om Nederlands meest duurzame onderwijsgebouw voor de Faculteit Educatie. Hier
Verbetering van de interne informatievoorziening en
zijn nagenoeg alle aspecten van ons beleid voor duur
communicatie is een belangrijk aandachtspunt in de
zaamheid samengebald: in materialen, energiehuis
tevredenheid van student en medewerker. Goede toe
houding van het gebouw én in de curricula van de
gankelijkheid van databases en van studiecentra is
verschillende opleidingen.
essentieel. We richten ons op de verbetering van de
De nadruk komt nu te liggen op onderhoud en ver
interne media, de website en de kwaliteit van de inter
nieuwing van bestaande huisvesting. De beleving van
actie tussen docenten en studenten, tussen leiding
kleinschaligheid en verbinding met de praktijk (voca
gevenden en medewerkers. Het inrichten van klein
tional branding) nemen we als leidraad. Ook zullen
schalige onderwijsleergemeenschappen werkt daarin
we de groeiende onderzoeksruimte voor de docenten-
ondersteunend.
onderzoekers accommoderen.
Om de vindbaarheid van ons onderwijs en onderzoek voor specifieke doelgroepen (bedrijven, instellingen
Bij de ICT-voorzieningen – als conditio sine qua non
en werkend lerenden) te verhogen, ontwikkelen we
voor onze studenten, docenten, onderzoekers en on
een gefocuste voorlichtingsstrategie.
dersteunende medewerkers – vernieuwen we de drie belangrijkste systemen: het financiële systeem, het HR(Human Resources)-systeem en het studentenin formatiesysteem (HAN-SIS). Daarnaast bouwen we de digitale onderzoeksinfrastructuur verder uit, facilite
70
Toezicht
Onze financiering komt voor het overgrote deel uit
Onderwijs en onderzoek vallen onder landelijke wet
publieke middelen. Dat stelt hoge eisen aan de kwali
ten en regels. We moeten over de naleving daarvan re
teit en doelmatigheid van de activiteiten die we onder
gelmatig verantwoording afleggen. Ook de komende
nemen. Ons risicomanagement gaan we verder pro
periode zal de landelijke controle eerder toe- dan af
fessionaliseren. De HAN handhaaft haar beleid van
nemen: Onderwijsinspectie en NVAO zullen hun toe
transparantie en openheid in het afleggen van maat
zicht en beoordeling verscherpen. De HAN zal haar
schappelijke verantwoording. Op dit punt van gover
compliance verder op orde brengen en houden, en in
nance heeft een evaluatiecommissie vastgesteld dat
vesteren in bewustwording, laagdrempelige scholing
de HAN behoort tot de hogescholen die de hiervoor
en interne kennisdeling onder docenten.
geldende branchecode volledig naleven.9
Hiermee laat de HAN zien lessen te willen trekken uit het feit dat het afgelopen jaar een van haar opleidin
Implementatie
gen om die reden door de Inspectie als ‘zorgelijk’ is
Algemeen
aangemerkt. De inhoud van de betreffende opleiding
Succesvolle implementatie vraagt om draagvlak en
bleek in orde te zijn, de formele borging van de kwa
commitment. Zoals in de inleiding is aangegeven
liteit was dat niet. Inmiddels is dat op orde gebracht
zijn aan dit instellingsplan twee jaren voorafgegaan
en hebben we besloten de ervaringen die bij deze op
van interne en externe consultaties en voorbereidend
leiding opgedaan zijn, breder te trekken. Compliance
beleidswerk. Zomer 2010 is de ambitie gelanceerd
borgen we samen met de onderwijsprofessionals
om onderzoek een nadrukkelijke rol te geven in ons
door het ontwikkelingsgerichte interne toezicht op de
profiel en in het onderwijs. Aan de hand van werk
kwaliteit van de WHW-uitvoering te continueren.
bezoeken van het College van Bestuur aan alle orga nisatieonderdelen en consultatie van werkgevers is
Op een vast moment in het voorjaar zullen we al onze
die ambitie doorgesproken, bijgesteld en verfijnd. In
opleidingen beoordelen op drie facetten:
2011 zijn de hoofdlijnen van dit plan tot stand geko
• Staat het programma inhoudelijk goed uitontwik
men, getoetst, aangescherpt en verder ingevuld door
keld klaar om uitgevoerd te worden.
deelonderzoeken, interne werkbezoeken, werkcon
• Zijn alle condities aanwezig opdat dit inhoudelijk
ferenties en externe en interne consultaties van alle
goede programma ook goed uitgevoerd gaat wor
stakeholders. Een enquête onder alle medewerkers en
den (we letten dan vooral op de roostering).
studenten bracht mogelijke wrijfpunten tussen wens
• Is de kwaliteit van dit programma formeel goed
en werkelijkheid in beeld. De speerpuntenaanpak, ten
geborgd, waarbij we vooral kijken naar de adequaat
slotte, is ontwikkeld in nauw overleg met het werk
heid van de Onderwijs- en Examenregeling.
veld, het bedrijfsleven en de lokale overheden. Met de 9
71
oed bestuur in het hbo. Advies van de evaluatiecommissie brancheG code governance hbo, Den Haag, april 2012.
ons omringende hogescholen is overlegd over speer
Planning en control
punten en profilering.
De ambities van het instellingsplan zijn kaderstel
Parallel aan dit proces en aansluitend op het instel
lend en worden vertaald in beleidsrijke begrotingen
lingsbeleid hebben alle faculteiten en het Service Be
en deelstrategieën. De voortgangsbewaking op de
drijf hun strategische beleidsplan ontwikkeld en wor
realisatie van onze strategische koers gebeurt op de
den de voornaamste strategische koersdocumenten
vijf kernthema’s (onderwijs, onderzoek, mens en or
(onderwijs, onderzoek, HR) herijkt, leidend tot con
ganisatie, regio en werkveld, operational excellence)
gruentie van beleid en het scheppen van de randvoor
en aan de hand van een select aantal kernindicato
waarden voor de uitvoering van de instellingstrategie.
ren. Hierin zijn de prestatieafspraken met de staats
Onze koersontwikkeling is in lijn met de strategische
secretaris vervat. Dit ‘mainframe IP’ vormt de basis
agenda van OCW/EL&I en het hoofdlijnenakkoord.
voor de planning & controlcyclus en wordt vertaald in
Dat alles heeft geresulteerd in een breed gedragen en
jaarlijkse managementcontracten en periodieke ma
visiegedreven ontwikkelingskoers van de HAN. Een
nagementrapportages. Indicatoren hebben een sig
verhaal dat bindt, verbindt, inspireert en waar ieder
naalfunctie. Het zijn zo realistisch mogelijke benade
een de schouders onder zet.
ringen van de werkelijkheid. Waar de meetresultaten aanleiding geven tot zorg volgt nadere analyse.
Een organisatie van verschillende snelheden
De voortgangsbewaking van het instellingsbestuur op
Alle opleidingen en onderzoek moeten voldoen aan
de realisatie van de strategie is proportioneel en risi
een bepaalde, meetbare basiskwaliteit. Bovenop deze
cogericht. Eenheden die conform de norm presteren
basisinfrastructuur geven we ruimte aan excellentie in
op de kernindicatoren rapporteren in de gebruikelijke
de vorm van het speerpuntenbeleid en speciale pro
frequentie, op het hoogste aggregatieniveau en op de
gramma’s voor studenten die meer willen en kunnen
standaardwijze. Voor eenheden die onder de norm
(dieptestrategie).
presteren wordt de rapportagefrequentie aan het in
De sturingsfilosofie van de HAN kenmerkt zich door
stellingsbestuur verhoogd en het analyseniveau ver
beleidsontwikkeling in cocreatie, balans tussen cen
diept. Periodiek vindt voortgangsoverleg plaats met
trale kaders en decentrale ruimte, en periodieke
het instellingsbestuur.
voortgangstoetsing en verantwoording aan het in stellingsbestuur over de realisatie van de doelen.
Financiering
Organisatie-eenheden kennen hierbij verschillende
Doorrekening van de meerjarige ambities uit dit plan
uitgangsposities. Sommige voldoen al grotendeels
leidt tot de conclusie dat we – naast de investeringen
aan de ambities, andere hebben nog een weg te gaan.
die nu al in de meerjarenraming van de begroting
Er komen afspraken over hun mix aan prioriteiten en
2012 voor onderwijs en onderzoek zijn opgenomen
over de fasering van invoering. Het huidige sturings
– eenmalig nog € 0,8 miljoen additioneel moeten
instrumentarium is toereikend voor de realisatie van
investeren om de streefwaarde voor het aantal do
het instellingsplan.
centen met een mastergraad in 2016 te kunnen rea liseren. We gaan er daarbij van uit dat die investering 72
gevonden moet worden in een interne reallocatie en
waarde voor toekenning van deze middelen over de
slechts voor een deel (met name onderzoek) via exter
periode 2013-2016 is de met OCW getekende pres
ne fondsen gefinancierd zal kunnen worden. Ook om
tatieafspraak.10 Voorwaarde voor continuering van
die reden is het noodzakelijk de overhead verder terug
deze financiering in de periode 2017-2020 is realisa
te brengen. De doelstelling van groei van Onderwij
tie van de prestatieafspraken in 2016. Indien in 2016
zend Personeel ten opzichte van Onderwijs Beheer
blijkt dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd, kan
Personeel is daarmee niet slechts beredeneerd vanuit
de HAN met een korting van 5% over de rijksbijdrage
de wens zoveel mogelijk geld direct in onderwijs en
2017-2020 te maken krijgen. Uitgaande van een rijks
onderzoek in te zetten, maar vloeit ook rechtstreeks
bijdrage van circa € 170 miljoen in 2012 is het bedrag
voort uit de noodzaak additioneel te investeren in on
dat hiermee jaarlijks gepaard gaat circa € 8,5 miljoen.
derwijs en onderzoek op basis van dit instellingsplan.
Daarnaast wordt voor de periode 2013-2016 een deel (2%) van het beschikbare onderwijsbudget selectief
Bij de doorrekening van de kosten om dit instellings
toegekend op basis van de ingediende voorstellen.
plan te realiseren zijn wij uitgegaan van de veronder
Uitgaande van de rijksbijdrage 2012 betekent dit een
stellingen uit de meerjarenraming van de laatste be
bedrag van € 3,4 miljoen op jaarbasis.
groting (2012) uit het vorige instellingsplan. Op het moment van schrijven van dit instellingsplan is een
Aan de lastenkant zijn er enkele onzekere factoren.
aantal overheidsmaatregelen aangekondigd waarvan
Na afloop van de lopende cao in 2012 is voor 2012
de financiële impact, al dan niet direct, nog niet goed
en verder een nulgroei voorzien. Onzeker is nog wat
is in te schatten. Deze worden hierna toegelicht.
de verwachte loonontwikkeling zal worden. De pensi oenlasten zijn in 2012 in verband met de herstelop
De eerste doorrekening van het nieuwe instellings
slag ABP gestegen. Ook voor de toekomst blijft de
plan wijst erop dat realisatie binnen de beschikbare
ontwikkeling van de pensioenlast ongewis. Het effect
ruimte zoals die in de meerjarenbegroting 2012 was
van de voor studiejaar 2012/2013 ingevoerde langstu
opgenomen, kan worden gerealiseerd, waarbij naar
deerdersmaatregel is nog niet in te schatten. In de be
verwachting realisatie van de doelstelling voor 2016
groting 2012 is aangenomen dat het aantal studenten
van 72% master / 8% gepromoveerden zal leiden tot
waarover de HAN een strafkorting ontvangt gelijk is
circa € 0,8 miljoen extra kosten.
aan het aantal dat het verhoogde collegegeld betaalt. In studiejaar 2012/2013 gaat het om 1.924 studenten.
De belangrijkste potentiële verlagingen van inkom
Wegvallen van al deze studenten zou leiden tot een
sten zijn gerelateerd aan de rijksbijdrage en college
inkomstenderving van € 3,1 miljoen in 2012. In 2013
gelden. De voor de prestatieafspraken beschikbare
zou dat op jaarbasis € 9,3 miljoen betekenen. Hoeveel
middelen beslaan in totaal ruim 7% van het onder
kostenreductie met een dergelijke potentiële reductie
wijsbudget voor het hbo. Het grootste deel hiervan, ruim 5%, betreft voorwaardelijke financiering. Voor 73
10 De prestatieafspraken zullen naar verwachting vóór 1 november zijn gemaakt.
in studentaantallen gepaard gaat, is nog niet bere
tuur (werken met een op de faculteiten afgestemd
kend.
basispakket en een aanvullend pakket op basis van specifieke wensen).
Het ministerie van OCW heeft aangekondigd dat na de periode van dit instellingsplan, dus pas in 2017, deeltijdonderwijs vraaggestuurd gefinancierd zal wor den. Dit geeft ons vier jaar de tijd om, zoals al opge
• Afspraken met afzonderlijke faculteiten over het inregelen van ketenprocessen in de ondersteuning, alsmede specifieke rolverdeling. • Invoeren van accountmanagement om beter en
nomen in dit instellingsplan, de deeltijdportefeuille
sneller te kunnen inspelen op vragen en behoeften
bij te stellen op basis van een grondige portfolioana
die zich uitstrekken over meerdere disciplines.
lyse. Bij de HAN gaat het om ruim 5.000 deeltijdstu
• Verder verbinden van de service units door de inzet
denten. In de portfolioanalyse zullen zowel aan de in
van expertteams en Skilled Service Desks waarin
komsten- als aan de kostenkant meerdere scenario’s
de deskundigheid vanuit verschillende disciplines
worden doorgerekend om te kunnen bepalen hoe wij
tegelijkertijd kan worden ingezet.
de wijzigingen kunnen accommoderen. Service Centrum Onderwijs
Aanscherping beleid Service Bedrijf Om de hiervoor genoemde ambities te realiseren zal de ondersteuning aan het onderwijs en onderzoek
• Doorontwikkelen tot een unit die de faculteiten ondersteuning kan bieden bij de realisatie van specifieke thema’s uit het instellingsplan.
optimaal moeten zijn. In het voorafgaande is op ver
• Adviseren van College van Bestuur en het Manage
schillende plekken aangegeven wat dat impliceert
mentteam van de HAN in de beleidsontwikke
voor ons Service Bedrijf. Hierna worden focus en prio
ling en beleidsimplementatie op het gebied van
ritering van de verschillende units op een rij gezet.
onderwijs. • Ondersteuning bij de vormgeving en implementa
Service Bedrijf algemeen
tie van de leerlijn onderzoek.
• Handhaving van de reductie van de overhead door jaarlijkse terugloop van de kosten van het Service
Studentzaken
Bedrijf ten opzichte van de totale omzet van 0,5%.
• Blijvende focus op optimalisatie van roostering
• Het terugdringen van de kosten van het basispak
en andere onderwijsondersteunende logistieke
ket door het ‘lean’ maken van gestandaardiseerde processen met behulp van onder andere Lean Six Sigma. • Ontwikkeling van een nieuwe systematiek van aan sturing van de dienstverlening door modernisering van de Dienstverlenings Overeenkomsten-struc
processen. • Samen met andere service units werken aan de kwalitatieve verbetering van de HAN-brede processen gericht op een optimaal resultaat tegen minimale kosten. • Het inrichten van de dienstverlening dicht bij het
74
onderwijs.
nieuwe structuur, ingericht langs de taken Financië
International Office
le Administratie, Internal Control, Business Control
• De internationale werving en de zoektocht naar
en Informatiemanagement.
strategische internationale partners koppelen aan het speerpuntenbeleid. • Het ondersteunen bij curriculuminternationalise ring.
• Het excellent administreren van transacties, het optimaal ondersteuning bieden aan besluitvor mingsprocessen en er zorg voor dragen dat de organisatie voortdurend in control is.
Informatie- en CommunicatieTechnologie
Marketing, Communicatie en Voorlichting
• Het verschaffen van een, in hoge mate beschikbaar
• Ondersteuning van de ontwikkeling en het proces
en betrouwbaar, pakket aan basisvoorzieningen op
van herziening van het voorlichtingsmateriaal,
het huidige kwaliteitsniveau.
inclusief een bijsluiter met geobjectiveerde infor
• Het verschaffen en ontwikkelen van een gevarieerd pakket aan dienstverlening en ondersteuning op
matie. • Ontwikkeling van een marketing- en communica
basis van het onderscheid tussen voltijd-, deel
tieaanpak op basis van een strategie met betrekking
tijd- en duaal onderwijs, alsmede het onderscheid
tot specifieke groei voor onder andere driejarige
bachelor en master.
trajecten voor vwo’ers, technische opleidingen en
• Het leveren van maatwerk en flexibiliteit ten behoeve van onderwijs en onderzoek binnen de overeengekomen standaards.
werkend lerenden. • Het ontwikkelen van dienstverlening gericht op de branding van de HAN als kennisinstelling (UAS) voor onderwijs en onderzoek.
Hogeschool Informatie Architectuur en -Management (HIAM) • Implementatie van het nieuwe SIS-systeem, salaris systeem en e-HRM-systeem. • Het samen met de faculteiten bepalen en indien nodig bijstellen van de positie in de digitale wereld. • Het verder verplaatsen van handelingen van de
• Coördinatie en ondersteuning van het relatiema nagement door middel van een CRM-systeem. • Het in samenspraak met de klant ontwikkelen van nieuwe kaders en doelstellingen en de daarbij pas sende ondersteuning onderscheiden naar voltijd-, deeltijd- en duaal onderwijs, en ook naar bachelorof masteronderwijs.
fysieke naar de digitale wereld, zoals het digitaal aanbieden van onderwijsmateriaal, onderzoek
Human Resources
langs digitale weg en van selfservice-functies in
• Door implementatie van nieuw aan te schaffen
plaats van papieren formulieren.
HR- en salarissystemen komen tot een verdere uniformering en standaardisering om zodoende de
Financieel Economische Zaken • Het omvormen van de huidige afdeling tot een 75
kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren. • Het ziekteverzuim terugbrengen en de re-integratie
en mobiliteit bevorderen. • Via de nieuw opgerichte HAN Academy de deskun digheid bevorderen op het gebied van onderwijs, onderzoeksvaardigheden, meertaligheid en com municatie- en managementvaardigheden.
Juridische Zaken • Verdere juridische borging van processen en beheersing van risico’s ten behoeve van good governance en compliance. • Het verschaffen van juridische kennis, advies en informatie ten behoeve van onderwijs, samen
Facilitaire Zaken
werkingsverbanden met externe organisaties en
• Het in samenwerking met onder andere de Service
bedrijfsvoering, beheer en vermarkting.
Units ICT, SZ en MCV meer grip krijgen op de reser verings-, meldings- en ketenprocessen waarbij lean, efficiency, korte doorlooptijden en betrouwbare en constante kwaliteit geborgd worden. • Het splitsen van de dienstverlening in front- en backoffice waarbij de klant centraal staat om daar mee vraaggestuurd te kunnen werken tegen zo laag mogelijke kosten. • Focus op herbouw/inrichting van bestaande gebou wen met de nadruk op de couleur locale van kleine herkenbare eenheden. • Strakke sturing op de flexibele schil in Nijmegen. • Beleid ontwikkelen voor het Nijmeegs vastgoed in combinatie met de nieuwbouw voor de Facul teit Educatie en de locaties Pabo Groenewoud en Gymnasion. Kwaliteitszorg • Het borgen van de basiskwaliteit en stimuleren van interne kwaliteitszorg en -cultuur afgestemd op externe kaders ten behoeve van de instellingstoets kwaliteitszorg. • Het in samenwerking met lectoren implementeren van het ontwikkelde kwaliteitszorgmodel voor on derzoek gericht op externe onderzoeksevaluaties.
76
77
We hebben in dit instellingsplan uiteengezet wat onze
tieafspraken’ (mogelijk per 1 november 2012) met de
mogelijkheden en ambities zijn. Op het gebied van
overheid. Deze afspraken passen weliswaar naadloos
onderwijs, onderzoek, de (regionale) beroepsprak
in onze plannen, maar hebben wel een aparte plek
tijk en onze HAN-organisatie hebben we aangegeven
in dit instellingsplan; de minister en staatssecretaris
welke thema’s we belangrijk vinden en waarop we
kunnen budgettaire consequenties verbinden aan de
ons willen verbeteren respectievelijk willen profileren.
mate waarin we ons aan die afspraken houden. Aan
Dat hebben we heel concreet aangegeven. Onder de
het einde van de planperiode (2016) is duidelijk welke
kopjes ‘Wat gaan we doen?’ hebben we per thema de
consequenties dat zullen zijn. Die aparte plek voor de
beloften aan onszelf en aan de samenleving geformu
prestatieafspraken hebben we ingeruimd in de navol
leerd. Die beloften staan er in de vorm van prestatie-
gende, eerste bijlage (A) van dit plan.
indicatoren en streefwaarden. Naar onze overtuiging zijn dat de zowel ambitieuze als realistische handvat
Al werkend aan de realisatie van onze doelen res
ten om onze uitdagende maatschappelijke opdracht
pectievelijk aan het nakomen van onze beloften en
te vervullen. Daar kunnen en willen we op worden af
afspraken, ontwikkelen we ons als HAN verder tot de
gerekend.
instelling waar we hoogwaardige kennis in interactie ontwikkelen. In 2016 hopen en verwachten we dan
Dat afrekenen is voor een deel van de doelen en be
een heel eind op weg te zijn als university of applied
loften heel letterlijk: het deel dat gaat over de ‘presta
sciences!
78
Bijlage A De han in 2016; prestatie afspraken met de overheid De HAN kan op basis van het fundament dat is be
• De HAN handhaaft haar (nu al stevige) positie in de
schreven en onderbouwd in het instellingsplan voor
markt van leren voor werkenden en zal een meer
2012-2016 de samenleving beloven dat niveau en kwa
selectief, maar hoogwaardig aanbod ontwikkelen
liteit van ons onderwijs en onderzoek de komende ja
van haar deeltijdonderwijs; onderwijs dat voldoet
ren omhoog gaat. We laten dat tot uitdrukking komen
aan de criteria maatschappelijk (toegevoegde)
in de hieronder volgende Prestatieafspraken 1 die we
waarde, voldoende schaal én meer dan gemiddelde
met de overheid willen maken:
kwaliteit; zij laat zich daarbij extern adviseren. • De HAN ontwikkelt zich verder tot een university of applied sciences (UAS). Dat houdt in dat we
Een duidelijk profiel
prioriteit geven aan de selectieve ontwikkeling
• De HAN blijft een brede multisectorale hogeschool,
van professional masteropleidingen en aan de
met een dekkend aanbod in die sectoren waar zij
ontwikkeling van ons praktijkgerichte onderzoek in
actief is.
verbinding met het onderwijs. We zullen terughou
• De HAN handhaaft/versterkt daarbij haar keuze
dend zijn bij de ontwikkeling van Ad’s.
voor een specifiek Nijmeegs profiel (nadruk op
• De HAN bestendigt en versterkt ondernemendheid,
gedrag, gezondheid, sport en opleiden) versus
ondernemerschap en valorisatie als profielkenmer
een Arnhems profiel (nadruk op techniek), met in
ken en maakt daar een belangrijk speerpunt van
beide steden breed economisch onderwijs en een
(zie bijlage B2).
lerarenopleiding primair onderwijs; zij versterkt het
• De HAN houdt duurzaamheid hoog in het vaandel
internationale karakter van haar Arnhemse campus.
waar het haar eigen bedrijfsprocessen betreft en laat duurzaamheid een focus zijn in haar acti
1 De indicatoren waar de HAN in haar prestatieafspraken mee werkt, worden steeds door middel van voetnoten toegelicht bij de betreffende afspraak. In Bijlage A1 is die indicering technisch nader toegelicht en is tevens aangegeven welke het bronbestand is en op welk moment de meting op de betreffende indicator heeft plaatsgevonden.
79
viteiten op het gebied van onderwijs en onder zoek, onder andere blijkend uit het speerpunt Duurzame(Elektrische) Energie (zie bijlage B2).
• De HAN ambieert een internationaal profiel: alle
• De HAN zal programma’s ontwikkelen die driejarig
opleidingen worden voorzien van een internationa
en/of verzwaard zijn (we noemen dat Honours-
lisering van het curriculum, passend bij het beroep
of excellentieprogramma’s) voor vwo’ers. Deze
waarvoor wordt opgeleid.
programma’s worden ontworpen vanuit een aantal
• De HAN wil werken vanuit een publiek profiel.
uitgangspunten: het gaat om opleidingspro
Vanuit die insteek geven we geen prioriteit aan
gramma’s met de juiste balans tussen praktische
commerciële activiteiten. We zien het wel als onze
en theoretische studieonderdelen; de opleidingen
maatschappelijke verantwoordelijkheid om een se
die geen universitaire pendant kennen. Het gaat
lectief aanbod aan (na)scholingsfaciliteiten aan te
ook om technische en paramedische opleidingen
bieden die het werkveld en deelnemers financieren
om daar voor de nodige groei te zorgen. (Bijlage B1
en waarin private partijen niet voorzien. De HAN
geeft aan bij welke opleidingen die trajecten in elk
zal haar reputatie van goed werkgeverschap blijven waarmaken.
geval zullen zijn ontwikkeld in 2016.) • Koppelingen worden gezocht met (professional). masterprogramma’s, om daarmee de aantrekkelijk heid voor vwo’ers extra te vergroten.
Assortiment: breed aan de basis, selectief aan de top • De HAN handhaaft haar assortiment waar het gaat
Kwaliteit: het doorslaggevende criterium
om haar voltijdse bacheloropleidingen. Ons aan
• We garanderen bij onze voltijdopleidingen 15 uren
bod herzien we eventueel op basis van landelijke
geprogrammeerde contacttijd gemiddeld per on
afspraken die zijn afgeleid van sectorale verkennin
derwijsweek in het eerste en tweede jaar buiten de
gen, zoals bijvoorbeeld de Verkenningscommissie
stageperiode, als een minimumnorm.2
Techniek.
• We blijven hoge prioriteit geven aan studenttevre
• Nieuw aanbod van bacheloronderwijs ontwikkelen
denheid en streven naar een verhoging van het
we uitsluitend vanuit onze speerpuntenstrategie.
gemiddelde bij de bacheloropleidingen van 7,17 naar 7,3.3
• De HAN houdt haar assortiment van deeltijdonder wijs tegen het licht en gaat het zo organiseren dat duidelijk is dat ze hiermee een andere categorie studenten bedient. • De HAN komt tot een uitbouw van haar assortiment
2
van professionele masteropleidingen in lijn met haar keuzes voor speerpunten. • De HAN ontwikkelt op eigen initiatief geen nieuwe Ad’s, maar is bereid tot samenwerking bij initiatie ven van ROC’s uit de regio.
3
etreft de in de opleiding geprogrammeerde klokuren (60 minuten) B per leerjaar voor onderwijsactiviteiten waarbij de docent fysiek aanwe zig is, exclusief tentamentijd, gemiddeld per week. Het aantal weken betreft de onderwijsweken buiten de stageperiode. Bij de nulmeting bedroeg het percentage voltijd bacheloropleidingen met minimaal 15 uur geprogrammeerde contacttijd in het eerste leerjaar: 82% en het tweede leerjaar 57%. Eind 2015 moeten beide percentages op 100% uitkomen. Studentenoordeel over de opleiding in het algemeen (bron: NSE) om gerekend naar een rapportcijfer op basis van de transformatieformule van ResearchNed zoals gehanteerd voor het Elsevieronderzoek ‘Beste studies 2011’.
80
• Onze toppositie bij het assortiment masteroplei
• De HAN spant zich in om haar huidige positie op
dingen willen we handhaven met een gemiddelde
het studiesucces van de voltijd bachelor 4 te hand
studenttevredenheid van 7,4 of hoger.
haven. De HAN wil een eenduidig signaal afgeven: de focus moet de komende jaren liggen op kwaliteit
• We garanderen een minimale kwaliteit van onze op
en niveau.
leidingen: een NVAO-accreditatie en een studentte vredenheid van ten minste 7. Opleidingen die daar niet aan kunnen voldoen en waarbij geen uitzicht is
Voorlichting: eerlijk en transparant
op verbetering, worden vanaf 2016 beëindigd.
• Aankomende studenten krijgen meer feitelijke
• Het onderwijs van de HAN is in 2016 georganiseerd
en vergelijkbare informatie over de inhoud en de
in onderwijsleergemeenschappen (professional
inrichting van opleidingen: ‘Studie in cijfers’, als
communities), waardoor sociale cohesie ontstaat
onderdeel van het voorlichtingsmateriaal over opleidingen.
én meer identificatie met de opleiding en het werkveld.
• Instelling van een onafhankelijke commissie – met
• De HAN zorgt ervoor dat bij al haar afstudeerpro
vertegenwoordiging vanuit studentenbonden – die
cedures onafhankelijke externe betrokkenheid
het voorlichtingsmateriaal screent op onafhanke lijkheid en zorgvuldigheid.
geborgd is (vast te leggen in het Onderwijs- en Examenreglement).
• De HAN organiseert intake- en startgesprekken bij opleidingen met een weinig geprofileerd beeld van
• De HAN heeft toegankelijkheid hoog in haar vaan del en is om die reden terughoudend met decen
het beroep en/of de noodzakelijke competenties
trale selectie. (Bijlage B1 geeft aan waar dat plaats
om succesvol te zijn; bijlage B1 geeft aan waar dat
zal vinden.)
in elk geval zal zijn. • De HAN biedt studenten begeleiding aan op het moment dat zij tot de conclusie komen te willen
Kwaliteit boven kwantiteit en rendement
stoppen met de studie. Hiervoor komen ‘studiewis
• De HAN hanteert als uitgangspunt geen groeistra
selpunten’ voor hen die niet de juiste studie hebben
tegie en gaat uit van handhaving van haar markt
gekozen.
aandeel. • De HAN hanteert wél een groeistrategie voor haar Bèta en Technologie – en voor de paramedische
Onderzoek: meer volume en dichter op het onderwijs
opleidingen gezien de specifieke regionale vraag.
• De HAN verhoogt het volume van onderzoek.
techniekaanbod – overeenkomstig het Masterplan
• Daarnaast hanteert de HAN een groeistrategie bij
• In 2016 is het aantal fte voor onderzoek met 15% gegroeid en komt van 116,7 fte op 135 fte.5
opleidingen die landelijk uniek zijn; bijlage B1 geeft uitputtend aan welke dat zijn. 4
81
5
it komt overeen met de volgende streefwaardes voor 2015: uitval ≤ D 30%, switch < 13% en bachelorrendement ≥ 66%. Zie hiervoor ook het overzicht van de definities in bijlage A1. Het aantal fte voor onderzoek in het afgelopen kalenderjaar op basis van de definitie van de HBO-raad ten behoeve van de brancherappor tage voor OCW.
• In 2016 verwerft elke faculteit per fte lector mini
B2 bevat een toelichting op de acht speerpunten.
maal 150.000 euro uit externe (2de, 3de en 4de)
• Deze speerpunten worden grotendeels bepalend
geldstromen6. We streven naar een gemiddelde
voor de ontwikkeling van ons masteraanbod en
(HAN-breed) van 200.000 euro per fte lector.
ook voor het aanbod van (unieke) minoren die
• In 2016 heeft 100% van onze voltijd bachelorop
toegankelijk zijn voor alle Nederlandse studenten
leidingen een doorlopende leerlijn onderzoek in
in het hoger onderwijs.Daarnaast zal de HAN met
het curriculum geïmplementeerd7. Nu is dat het
vijf andere hogescholen gezamenlijk een landelijk
geval bij 69%. De onderdelen uit het curriculum
Centre of Expertise Logistiek ontwikkelen. Zie
die behoren tot deze leerlijn onderzoek worden als
bijlage B3 ter toelichting.
zodanig benoemd en omvatten in termen van stu diebelasting minimaal 10% van de opleiding. Deze leerlijn leidt onder andere tot verhoogde deelname
Valorisatie
van docenten en studenten aan HAN-onderzoeks
• Onze personele inzet in valorisatie en ondernemer schap handhaven we op het relatief hoge niveau
programma’s.
van 8% (in 2012: 190 fte)8.
• De studiebelastingsnorm van de leerlijn onderzoek voor de deeltijd-, duale en masteropleidingen, die
• De investeringen in onze valorisatie-infrastructuur
per 1 januari 2013 ingaat, wordt in de loop van 2012
en in ondernemerschapsonderwijs handhaven we
vastgesteld.
op het niveau van 5,5 % van onze omzet (in 2012: €14,2 miljoen)9.
• We koppelen die leerlijn naar inhoud en vorm aan de specifieke eisen van het beroep waarop
• In 2016 bevatten alle opleidingen ondernemer schapsonderwijs; vorm en intensiteit passen bij de
de betreffende opleiding is gericht. De leerlijn is
betreffende beroepspraktijk.
afgestemd met het desbetreffende kenniscentrum van de HAN.
• Bij 65% van de (voltijd)opleidingen bestrijkt het ondernemerschapsonderwijs10 minimaal tussen de 1% en 3% van de opleiding – in studiebelasting tus
Excelleren en profileren met behulp van speerpunten
sen de 70 en 200 uren. Bij 30% van de opleidingen is dat meer dan 3% – in studiebelasting 200 uren
• Boven op de brede hoogwaardige basis van goede bacheloropleidingen, ontwikkelt de HAN acht speer
of meer. • In 2016 heeft 1% van de afgestudeerden de minor
punten, zijnde synergetische concentraties van
Ondernemerschap gevolgd.
onderzoek, bachelor- en masteropleidingen. Bijlage 8 6
7
iddelen voor onderzoek (2de, 3de en 4de geldstroom) op basis van de M definitie van de HBO-raad ten behoeve van de brancherapportage voor OCW met die uitzondering dat ook de verworven middelen buiten de kenniscentra hierin zijn meegenomen. Doorlopende leerlijn onderzoek: logisch op elkaar volgende onder delen in het gehele curriculum waarin studenten onderzoeksvaardig heden ontwikkelen die zij nodig hebben om aan te tonen dat zij de competenties / beroepstaken op eindniveau beheersen.
e personele inzet in fte voor de valorisatie-infrastructuur binnen de D instelling betreffende: beleidsontwikkeling, projectmanagement, ac countmanagement en relatiebeheer, vraagarticulatie en matching en subsidieverwerving, ondernemerschap, projectuitvoering, voorzienin gen, organisatie stages en afstudeeropdrachten en contractonderwijs. 9 Het betreft hier de kosten voor personele inzet (zie hierboven), extra middelen (in cash) voor infrastructuur en activiteiten zijnde geen loonkosten en de financiële bijdrage aan relevante netwerken. 10 Onderwijsactiviteiten gericht op het bevorderen van ondernemend heid en ondernemerschap van studenten.
82
ondernemerschapsonderwijs met bijzondere aan
Focus op kwaliteit en efficiënte implementatie
dacht voor de Student Company en het Centrum
• De HAN beperkt de overhead en wil een verhou
• We verbreden en herschikken ons aanbod aan
voor Ondernemerschap. • We handhaven de omzet van ons contractonderwijs op het huidige niveau: 6% van de totale omzet (in
ding Onderwijzend Personeel / Onderwijs Beheer Personeel (in fte) van 65,0%/35,0%. Deze is nu 60,9/39,1.15
2012: € 15,6 miljoen).11 • We professionaliseren onze valorisatie-infra structuur in nauwe samenwerking met de andere partners in Gelderland valoriseert!. Met onderne mers, kennisinstellingen en overheden bouwen we gezamenlijk aan het Gelderse Valorisatienetwerk.
Kwaliteit is mensenwerk • In 2016 heeft 80 % van het onderwijsgevend perso neel van de HAN een mastergraad of is gepromo veerd.12 • In 2016 wordt minimaal 5% van de loonsom van de HAN besteed aan professionalisering.13 • In 2016 tonen HAN-medewerkers zich tevreden over hun werk en werkgever, door blijvend hoog (7,8) of hoger te scoren op de meting van de mede werkertevredenheid.14
11 D it omvat de omzet van de contractafdelingen wat betreft het verzor gen van contractonderwijs (open opleidingen, maatwerkopleidingen, trainingen en consultatie) ten behoeve van bedrijven, instellingen, overheden en individuele beroepsbeoefenaren. 12 Voor 2015 ligt deze streefwaarde op 76%. Het betreft hier alle mede werkers die conform de Hay-functie zijn ingedeeld in de functie van hoofddocent, docent, onderzoeker, lector, associate lector of opleider/ trainer/adviseur, geteld in headcount. 13 Berekening op basis van de percentages uit “dynamisch overzicht factsheets werkgeversdelegatie” t.b.v. CAO overleg (pagina 35 t/m 37) plus de kosten voor de masteropleidingen en de promotietrajecten. 14 De gemiddelde score over alle items in het medewerkertevreden heidsonderzoek waarbij de vijfpuntsschaal is omgerekend naar een rapportcijfer.
83
15 D e verhouding OP/OBP is berekend op basis van de Hay-functie per medewerker zoals geregistreerd in de instellingsadministratie Edukaat.
Bijlage A1 Definities en bronnen bij indicatoren prestatieafspraken Geprogrammeerde contacttijd
rapportcijfer op basis van de volgende transformatie
Definitie: het betreft hier de in betreffende studiejaar
formule: Rapportcijfer =
door de opleiding geprogrammeerde klokuren (60
(AlgemeenOordeel _01 * 1.1247634467092)
minuten) per leerjaar voor onderwijsactiviteiten waar
+ 3.0916424726512.
bij de docent fysiek aanwezig is, exclusief tentamen tijd, gemiddeld per week. Het aantal weken betreft de
Deze omrekenformule is tot stand gekomen op basis
onderwijsweken buiten de stageperiode. Het jaar
van regressieformules, waarin rekening wordt gehou
rooster van de HAN bestaat uit vier blokken, waarvan
den met het verschil in antwoordpatronen op een
steeds acht onderwijsweken; in de overige weken vin
5-puntsschaal en een 10-puntsschaal zoals die door
den toetsen en examens plaats en worden de school
Researchned is berekend en ook gehanteerd is voor
vakanties geprogrammeerd. De stageweken worden
het Elsevieronderzoek Beste studies 2011. Het betreft
berekend door het aantal stageuren te delen door
een gewogen gemiddelde conform de weegfactor die
veertig uur.
is opgenomen in het benchmarkbestand.
Bron: beschrijving onderwijseenheden (als onderdeel
Bron: NSE benchmarkbestand versie 2.1.
bijlage bij het Onderwijs Examenreglement).
Meetmoment: 2011.
Meetmoment: januari 2012.
Uitval Studenttevredenheid: Studentenoordeel over de opleiding in het algemeen
Definitie: Het aandeel van het totaal aantal voltijd ba
Definitie: de gemiddelde score op de vraag uit de Na
meer bij dezelfde instelling in het hoger onderwijs
tionale Studentenenquête ‘Hoe tevreden ben je over
staat ingeschreven.
je studie in het algemeen?’, weergegeven als een rap
Bron: 1cijferHO. Leverancier DUO.
portcijfer. De vijfpuntsschaal is omgerekend naar een
Meetmoment: 2011, cohort 2010.
chelorstudenten (eerstejaars HO) dat na één jaar niet
84
Switch
Bron: jaarverslagen kenniscentra, overzicht promo
Definitie: Het aandeel van het totaal aantal voltijdse
vendi Programmamanager Onderzoek, afgestemd
bachelorstudenten (eerstejaars HO) dat na 1 jaar stu
met beleidsmedewerkers onderzoek faculteiten en
die staat ingeschreven bij een andere studie bij de
P&O, fte extern gefinancierd onderzoek buiten de
zelfde instelling.
kenniscentra, via jaarrekening controllers en be
Bron: 1cijferHO. Leverancier DUO.
leidsmedewerkers onderzoek.
Meetmoment: 2011, cohort 2010.
Meetmoment: de jaarverslagen maken deel uit van de P&C-cyclus van het kenniscentrum en de jaarreke ning. Data gebaseerd op het aantal fte van de kennis
Bachelorrendement
centra over het gehele jaar 2011.
Definitie: Het aandeel van de voltijd bachelorstuden ten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij de de nominale studietijd + één jaar (C+1) bij dezelfde
Implementatie leerlijn onderzoek in curriculum
instelling het bachelordiploma behaalt.
Definitie: de doorlopende leerlijn onderzoek bestaat
Bron: 1cijferHO. Leverancier DUO.
uit logisch op elkaar volgende onderdelen in het cur
Meetmoment: 2011, cohort 2006.
riculum waarin studenten onderzoeksvaardigheden
zelfde instelling inschrijven (herinschrijvers) dat in
ontwikkelen die zij nodig hebben om aan te tonen dat zij de competenties / beroepstaken op eindniveau
Aantal fte voor onderzoek
beheersen. Hierbij wordt geredeneerd vanaf het in
Definitie: is afgeleid van de definitie die de HBO-raad
stroomniveau in jaar 1 tot en met afronding in jaar 4
hanteert, waaraan de HAN jaarlijks rapporteert ten be
(inclusief afstuderen), gerelateerd aan de eindtermen
hoeve van de brancherapportage voor OCW. Het aan
van de opleiding.
tal fte voor onderzoek in het afgelopen kalenderjaar
Bron: instituutsdirecteuren op basis van beschrijving
dat verbonden is aan de activiteiten van de kennis
onderwijseenheden (als onderdeel bijlage bij het
centra in het afgelopen kalenderjaar, de promotieon
Onderwijs Examenreglement).
derzoeken die door de HAN (mede) worden gefinan
Meetmoment: maart 2012.
cierd waarvan de fte niet zijn ondergebracht bij de kenniscentra, en de omvang fte aan onderzoek in de
85
faculteiten die extern wordt gefinancierd maar niet is
Middelen voor onderzoek
ondergebracht in de kenniscentra. Het betreft hier de
Definitie: is afgeleid van de definitie die de HBO-raad
volgende personeelscategorieën: lectoren, associate
hanteert, waaraan de HAN jaarlijks rapporteert ten be
lectoren, docenten en andere onderzoekers, promo
hoeve van de brancherapportage voor OCW met die
vendi, ondersteuning, studenten.
uitzondering dat ook de verworven middelen buiten
de kenniscentra hierin zijn meegenomen. Het betreft
en de financiële bijdrage aan relevante netwerken.
hier: tweede geldstroom bestaande uit RAAK-midde
Bron: uitvraag binnen de instelling.
len en overige tweedegeldstroommiddelen, derde
Meetmoment: kalenderjaar 2012.
geldstroom bestaande uit contractinkomsten en col lectebusfondsen en vierde geldstroom bestaande uit buitenlandse inkomsten en filantropische inkomsten
Omzet contractonderwijs
voor onderzoek inclusief middelen buiten het kennis
Definitie: de indicator omvat de omzet van de afdelin
centrum.
gen ECEM (FEM), CPM (FT), VDO (GGM), Interstudie-
Bron: Decentrale middelen: jaarverslagen kenniscen
NDO en ILS–academie (FED) in 2011 wat betreft het
tra (jaarrekening faculteiten). Centrale middelen: jaar
verzorgen van contractonderwijs (open opleidingen,
rekening HAN.
maatwerkopleidingen, trainingen en consultatie) ten
Meetmoment: Jaarlijkse P&C-cyclus van de kennis
behoeve van bedrijven, instellingen overheden en in
centra, de faculteit en de instelling. 2011.
dividuele beroepsbeoefenaren. Bron: jaarrekening 2011. Meetmoment: 2011.
Personele inzet in valorisatie en ondernemerschap ling van een) valorisatie-infrastructuur binnen de in
Deelname studenten aan ondernemerschapsonderwijs
stelling betrekking hebbende op: beleidsontwikkeling,
Definitie: substantiële programmering van onderne
projectmanagement, accountmanagement en relatie
merschaps-/ondernemendheidonderwijs in het curri
beheer, vraagarticulatie en matching en subsidiever
culum (voltijd) dat naar inhoud en vorm gekoppeld is
werving, ondernemerschap, projectuitvoering, voor
aan de specifieke eisen van het beroep.
zieningen, organisatie stages en afstudeeropdrachten
Bron: Centrum voor Ondernemerschap op basis van
en contractonderwijs.
uitvraag bij directies op basis van beschrijving onder
Bron: uitvraag binnen de instelling.
wijseenheden (als onderdeel bijlage bij het Onderwijs
Meetmoment: kalenderjaar 2012.
Examenreglement).
Definitie: De personele inzet in fte voor de (ontwikke
Meetmoment: maart/april 2012.
Middelen voor valorisatie en ondernemerschap Definitie: het betreft hier de kosten voor personele
Docenten met een mastergraad dan wel gepromoveerd
inzet (zie hierboven), extra middelen (in cash) voor
Definitie: percentage docenten met een mastertitel
infrastructuur en activiteiten zijnde geen loonkosten
dan wel een doctorgraad. Het OP betreft alle mede
86
werkers die conform de Hay-functie zijn ingedeeld
Professionaliseringsuitgaven
in de functie van hoofddocent, docent, onderzoeker,
Definitie: Berekening op basis van de percentages uit
lector, associate lector of opleider/trainer/adviseur,
“dynamisch overzicht factsheets werkgeversdelegatie”
geteld in headcount. Onderwijsassistenten en sport/
ten behoeve van CAO overleg (pag 35 t/m 37) plus de
bewegingsadviseurs zijn, hoewel OP, niet meegeno
kosten voor de masteropleidingen en de promotietra
men in de telling omdat zij niet horen tot de hier be
jecten.
treffende OP/selectie. De Hay-functie per medewerker
Bron: jaarrekening 2011.
is bepaald op basis van het HAN-functiebouwwerk dat
Meetmoment: 2011.
is opgebouwd uit functieprofielen die zijn beschreven volgens de Hay-methode. Bron: instellingsadministratie Edukaat (via IMD). Meetmoment: 27-2-2012.
Verhouding op/obp (in fte) Definitie: de verhouding OP/OBP is berekend op basis van de Hay-functie per medewerker zoals geregistreerd in de instellingsadministratie Edukaat. De Hay-functie per medewerker is bepaald op basis van het HANfunctiebouwwerk dat is opgebouwd uit functieprofie len zoals beschreven volgens de Hay-methode. Bron: instellingsadministratie Edukaat. Peildatum: 31-12-2011 (op dat moment in dienst).
Medewerkertevredenheid Definitie: De gemiddelde score over alle items in het medewerkertevredenheidsonderzoek waarbij de vijf puntsschaal is omgerekend naar een rapportcijfer. Bron: Medewerkertevredenheidsonderzoek HAN. Meetmoment: mei 2011.
87
Bijlage B1
Driejarige programma’s voor vwo’ers:
N.B. Voor Engineering zal in 2016 eveneens een op
• Opleidingskunde
vwo’ers gericht traject zijn ontwikkeld waarbij nader
• Verpleegkunde
marktonderzoek onder vwo’ers de gewenste mix tus
• Chemie
sen versnelling en verzwaring van het curriculum zal
• Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek
bepalen.
• Informatica • Technische Informatica • Bedrijfskundige Informatica
Decentrale selectie bij: • Fysiotherapie • Mondzorgkunde
Excellentie- en Honoursprogramma’s voor vwo’ers:
• Medische Hulpverlening
• Verpleegkunde
• Communicatie Multimedia Design
• Fysiotherapie (ingebed in 5-jarig BaMa-programma
• HBO-rechten (eventueel; is afhankelijk van evaluatie
/ professional master) • Ergotherapie (ingebed in 5-jarig BaMa-programma
• Toegepaste Psychologie
studiestartgesprekken) • Sport Gezondheid en Management
/ professional master) • Logopedie • Voeding & Diëtetiek • Sociaal Pedagogische Hulpverlening • Autotechniek (ingebed in BaMa-programma) • Academische Pabo • Alle opleidingen van de FEM: voor succesvolle studenten; niet exclusief voor vwo’ers 88
Groeistrategie bij landelijk unieke opleidingen:
Additioneel:
• Medische Hulpverlening
komsten voor geselecteerde doelgroepen; voor ove
• Embedded Systems Engineering
rige studenten desgewenst.
• Autotechniek
Alle Educatie-opleidingen voor studenten die nadere
• Bioinformatica
oriëntatie wensen.
Alle FEM-opleidingen arrangeren studiestartbijeen
• Food & Business • Opleidingskunde
Intake-gesprekken bij: • Alle GGM-opleidingen • Alle ICA-opleidingen • Autotechniek • Deeltijd Engineering • Deeltijd Tweedegraads lerarenopleidingen
89
Bijlage B2 De speerpunten; samenvattingen van de ‘business cases’ Automotive
studie van Roland Berger1 noemt een schatting van
De HAN voert al jaren Automotive als speerpunt. De
een benodigde groei van het aantal studenten met
opleiding Bachelor Autotechniek bestaat al 70 jaar
100% tot 2020. De Nederlandse automotive sector
(sinds 1942) en heeft ruim 4.500 afgestudeerden
bestaat onder andere uit ruim 500 productiebedrij
(ruim 200 per jaar). De HAN is hofleverancier van af
ven.
gestudeerden in de automotive branche in Nederland en ver daarbuiten. Tot voor kort was deze opleiding
Trackrecord
de enige in de Benelux op het technische automotive
Vanuit het speerpunt kan voortgebouwd worden op
terrein. En nog steeds is het de grootste automotive
een gedegen reputatie zowel wat betreft opleidingen
opleiding in Nederland. Ambitie van het 2010 gestarte
(bachelor, master en arrangementen voor leven lang
Automotive Center of Expertise (ACE) is de komende
leren) als concrete onderzoeksprojecten met het be
jaren uit te groeien tot een TOP instituut met internati
drijfsleven.
onale erkenning van de onderwijs- en onderzoekskwa liteiten en met een selfsupporting financiële structuur
Verbinding met werkveld en regio
na 2015.
In Gelderland bevinden zich veel MKB-bedrijven en StartUps en in (Oost) Brabant een flink aantal grote
Verbinding met (regionale) topsectoren en maatschappelijke uitdagingen
bedrijven. In Helmond wordt, vanuit Brainport, de Au
Automotive is één van de speerpunten binnen de top
scholen en bedrijfsleven hebben in 2010 het initiatief
sector High Tech Systemen en Materialen (HTSM). De
genomen voor de vorming van het Automotive Center
Nederlandse auto-industrie wil haar sterke positie in
of Expertise (ACE) met vestigingen in Arnhem en Hel
tomotive Campus vorm gegeven. HAN, Fontys Hoge
het High Tech mondiale speelveld verder uitbouwen. Gespecialiseerd onderwijs en hoogwaardig toegepast onderzoek spelen daarbij een cruciale rol. Een 90
1
Berger, R. (2010). Vision for the Dutch Automotive sector 2010-2020. Federatie Holland Automotive.
mond. Ook de Hogeschool Rotterdam maakt deel uit
vatie, ondernemerschap en kennisvalorisatie waarin
van het ACE-consortium.
duurzaam nieuwe kennis wordt ontwikkeld en toege past.
Verankering in breedte- en dieptestrategie han
Ambities die gerealiseerd worden
Met ACE willen partijen een substantiële bijdrage le
De ambitie van het ACE is om binnen vijf jaar uit te
veren aan zowel het verder verhogen van de kwaliteit
groeien tot hét hbo kenniscentrum voor toegepast on
en kwantiteit van de uitstromende studenten als aan
derzoek en gespecialiseerd onderwijs op het gebied
het scheppen van een structuur gericht op open inno
van High Tech mobiliteit. Deze ambitie wordt vertaald naar de volgende concrete doelstellingen2:
Doelen
Prestatie-indicatoren
Toename van de wervingskracht voor aankomende studenten resulterend in een groeiende instroom in de automotive bachelor
Stijgende instroom van 220 in 2010 naar 300 in 2015
Toename van het aantal automotive afgestudeerden door een interne rendementsverbetering
Uitstroom groeit van 140 in 2010 naar 150 in 2015
Opleiden van top studenten ten behoeve van de Automotive sector door middel van de verkoop van opleidingspakketten aan han en Fontys voor hun 3e en 4e jaars studenten
Groeiend aantal 3e en 4e jaars studenten dat door ace wordt opgeleid. Groeiend naar 30% in 2015
Stijging van de kwaliteit van het onderwijs door de koppeling aan onderzoek
Minimaal gelijkblijvende studenttevredenheid en tevredenheid van het afnemende beroepenveld. Terugkoppeling via de programmaraad van ace
Groei van de Automotive onderzoeksomzet van het ace waarbij een significant deel wordt uitgevoerd ten behoeve van het mkb
Stijgende omzet van 1,4 M€ in 2010 naar 1,9 M€ in 2015. Aandeel door mkb betaalde opdrachten: significant.
Groei van cursussen en opleidingen aan derden
Stijgende omzet van 100k€ in 2010 naar 350 k€ in 2015
StartUp’s van nieuwe bedrijven groeit
Minimaal 3 nieuwe starters tot 2015
Uitbouw van het internationale netwerk
Docenten nemen deel aan onderzoeksprojecten van het ace
Stijging van het aantal internationale contacten Stijgend aantal docenten dat deelneemt, naar 35% van de docenten in 2015
2
I n dit overzicht worden alleen de deeldoelstellingen genoemd waarvoor HAN Automotive operationeel verantwoordelijk is. Deze zijn vastgelegd in het prestatiecontract met het Platform Bèta Techniek.
91
Deze doelstellingen worden geoperationaliseerd in
de opleidingen van het Instituut Applied Sciences.
concrete onderwijsproducten en diensten voor ba
Doel is de activiteiten in omvang en kwaliteit te ver
chelor- en masterstudenten, voor docenten en voor
sterken. Biodiscovery zal sterker worden geïntegreerd
medewerkers van bedrijven en onderzoeksproducten
in het (bachelor- en master)onderwijs, er zal een ho
voor nationale en internationale overheden, bedrijven
noursprogramma op dit terrein worden ontwikkeld en
en organisaties. Het toegepast onderzoek van de lec
het onderzoek zal worden opgeschaald en verbonden
toren in ACE heeft in Arnhem specifieke aandachtsvel
worden met regionale netwerken. De HAN zal hiermee
den die samenhangen met de landelijke thema’s van
een verdere bijdrage leveren aan de ‘groene groei’ van
AutomotiveNL: innovaties in zwaar verkeer, mens-
de economie.
machine interactie, schone brandstoffen en elektrifi cering van de aandrijflijn. ACE sluit hierbij aan bij het speerpunt Duurzame (elektrische) Energie.
Verbinding met de (regionale) topsectoren en de maatschappelijke uitdagingen Biodiscovery is verbonden met ontwikkelingen bin
De uitvoerbaarheid van de ambities
nen de topsectoren Life Sciences & Health, Agro-
ACE is een publiekprivate samenwerkingsconstructie
food, Chemie en Energie en in het bijzonder met de
(PPS), vormgegeven op basis van samenwerkings
Biobased Economy, aangewezen als ‘doorsnijdend’
overeenkomsten. Het samenwerkingsverband heeft
thema van deze topsectoren.
een bestuur bestaande uit afgevaardigden van HAN,
Ook de provinciale agenda richt zich op deze thema
Fontys Hogescholen en partijen uit het bedrijfsleven.
tiek.
Daarnaast is er een Programmaraad ingesteld met partijen uit kennisinstellingen (universiteiten en TNO) en bedrijven.
Trackrecord Onderwijs: De HAN heeft 3 bacheloropleidingen die zijn gerelateerd aan dit speerpunt. Verder is er een excellente masteropleiding Molecular Life Sciences
92
Biodiscovery
met landelijke en zelfs internationale uitstraling. Deze
Biodiscovery richt zich op het ontdekken, analyseren
opleiding wordt extreem hoog gewaardeerd door
en produceren van biomoleculen met behulp van
studenten en bedrijfsleven. Het inbedden van delen
biologische productiemethoden. Dit proces leidt tot
van onderzoek in het onderwijs heeft geleid tot een
nieuwe commercieel toepasbare stoffen en tot alter
enorme verhoging van de kwaliteit van het onderwijs.
natieve productiemethoden voor bestaande stoffen,
Ten slotte heeft de HAN zich onderscheiden met de
ter vervanging van chemische productiemethoden.
ontwikkeling en uitvoering van een landelijk toptalen
Bij de HAN is uitgebreide expertise aanwezig op het
tenprogramma voor de analytische chemie.
gebied van biodiscovery bij het Expertisecentrum voor
Onderzoeksopdrachten: Zowel via contractonderzoek
Life Sciences & Chemistry, het HAN BioCentre, en bij
als via gesubsidieerd onderzoek vinden bedrijven hun
weg naar de specialistische kennisinfrastructuur van
brandstoffen. De samenwerking met kennisinstellin
het HAN BioCentre. De expertise blijkt uit een hoge
gen zorgt voor een stevige verankering in het weten
waardering van de kwaliteit en focus van het onder
schappelijke domein. Participatie binnen DAS en het
zoek en uit het binnenhalen van diverse subsidiegel
Centre of Biobased Economy (in voorbereiding) leidt
den (o.a. Agentschap NL, RAAK-pro).
tot afstemming tussen de verschillende hogescholen.
Cursussen voor bedrijfsleven: De HAN geeft jaarlijks diverse nascholingscursussen aan bedrijven. Uit de
Ambities die gerealiseerd worden
evaluatie van de cursussen en de toenemende belang
Biodiscovery zal sterker worden geïntegreerd in het
stelling blijkt dat de cursussen voldoen aan een grote
(bachelor- en master-)onderwijs, er zal een honours
behoefte uit de markt.
programma op dit terrein worden ontwikkeld, en het onderzoek zal worden opgeschaald en verbonden
Verbinding met werkveld en regio
worden met regionale netwerken. De HAN levert
Het speerpunt is tot stand gekomen in overleg met
hiermee een bijdrage aan innovaties en kennisont
kennisinstellingen en bedrijfsleven. Het bedrijfsleven
wikkeling bij bedrijven, een bijdrage aan de Human
ondersteunt de gekozen insteek en benadrukt daarbij
Capital Agenda, een vergroot onderwijsaanbod en een
de noodzaak van het uitvoeren van onderzoek en van
versterkte onderzoeksfaciliteit en –infrastructuur (ex
het opleiden van nieuw personeel. De HAN is actief
pertisecentrum) met een goede toegankelijkheid voor
in een groeiend aantal relevante netwerken met regi
bedrijven.
onale industrie en kennisinstellingen. Op dit moment is participatie in voorbereiding in het Centre of Bioba
De uitvoerbaarheid van de ambities
sed Economy (Wageningen University) en het Kluyver
De HAN bouwt voort op de ingezette richting door
Centre of Genomics & Industrial Fermentation (sa
hoogwaardig onderzoek en onderwijs uit te voeren, in
menwerkingsverband van TU Delft, de Rijksuniversi
nauwe samenwerking met relevante stakeholders. De
teit Groningen, Universiteit Leiden, Vrije Universiteit,
HAN heeft aantoonbare ervaring met het opzetten en
Wageningen University, Universiteit Utrecht, NIZO
uitvoeren van een succesvol toptalentenprogramma.
Food Research en een platform van bedrijven).
Verankering in de breedte – dieptestrategie van de han
Duurzame Elektrische Energie
Het onderwijs en onderzoek van het HAN BioCentre
dat het aan de gehele elektrische energieketen (bespa
en het Instituut Applied Sciences zijn ingebed in de
ring, opwekking, opslag en netten) waarde weet toe te
Faculteit Techniek & Life Sciences en het Kenniscen
voegen. Onze focus op elektrische energie is ingege
trum Technologie & Samenleving. Daarbij wordt o.a.
ven door onze omgeving, het beroepenveld waarvoor
samengewerkt binnen de thematiek van duurzame
wij opleiden en vanwege de dominante trend naar
energie, bijv. bij het produceren en toepassen van bio
elektrificering van de maatschappij. Aan dit speerpunt
De HAN is toonaangevend en uniek op dit thema om
93
wordt invulling gegeven door het opzetten en inrich
Trackrecord
ten van een Expertisecentrum ( Centre of Expertise)
Als één van de eerste hogescholen heeft de HAN op
Duurzame Elektrische Energie. Het onderzoek focust
strategisch, bestuurlijk en operationeel niveau vorm
op de innovatieve decentrale elektriciteitopwekking,
en inhoud gegeven aan duurzame ontwikkeling. Vanaf
decentrale energieopslag en de effecten op het smart
2009 is het HAN programma ‘Duurzame ontwikke
grid. Het expertisecentrum richt zich via kwalitatief
ling’ in uitvoering waarvoor geheel uit eigen mid
hoogstaand onderzoek op kennisontwikkeling met
delen tien miljoen euro is vrijgemaakt. Hieruit zijn
een spin-off naar het onderwijs.
tientallen projecten gefinancierd waardoor onderwijs, onderzoek en de eigen bedrijfsvoering een enorme
Verbinding met de (regionale) topsectoren en maatschappelijke uitdagingen
duurzaamheidimpuls hebben gekregen. Veel van deze
Wereldwijd wordt onderkend dat een transitie naar
voorziening.
duurzame c.q. hernieuwbare energie noodzaak is:
De HAN heeft inmiddels drie opleidingen met twee
fossiele brandstoffen raken op en de wereldregio’s
sterren4 duurzaamheid en recent twee opleidingen die
waar een groot deel van de fossiele brandstoffen zich
gehonoreerd gaan worden met drie sterren (Bouw
bevinden zijn politiek instabiel. Daarnaast heeft het
kunde en Civiele techniek). Daarnaast zijn op dit mo
gebruik van fossiele brandstoffen allerlei klimaateffec
ment vijf opleidingen bezig met het verwerven van
ten, zoals CO2 en fijnstof. Energie is door het kabinet
twee sterren.
projecten betroffen het verduurzamen van de energie
aangemerkt als een van de economische topsectoren. De energietransitie moet economisch voordeel op
Verbinding met werkveld en regio
leveren voor het land: groen én groei. De provincie
Zowel de landelijke als de regionale overheden en de
Gelderland heeft Energie- en MilieuTechnologie (EMT)
bedrijven benoemen de arbeidsmarkt in de energie
aangemerkt als speerpunt en Arnhem is vanouds Ne
sector als krap tot zeer krap. Gezien het relatief grote
derlands elektriciteitsstad. In de zomer van 2011 heeft
aantal energiegerelateerde bedrijven in onze regio is
de gemeente de Energieraad ingesteld die adviseert
de kwantitatieve vraag hier groter dan in de rest van
over de toepassing van innovatie en acties op het ter
het land. In Oost Nederland (Gelderland en Overijs
rein van energie, technologie en duurzaamheid. De
sel) zijn 800 bedrijven actief in de energiesector en
HAN is in deze zevenkoppige raad vertegenwoordigd
er werken 60.000 personen. De behoefte richt zich
door de CvB-voorzitter3. Het gezamenlijke doel is bij
vooral op afgestudeerden op het gebied van energie
te dragen aan nieuwe technologieën, nieuwe bedrij
techniek c.q. de energievoorziening van de toekomst.
vigheid, nieuwe werkgelegenheid en een beter, scho
De HAN heeft een intensieve en duurzame verbinding
ner (leef)milieu in Arnhem en omgeving.
met de diverse regionale programma’s en initiatieven, onder andere door de verbinding met ‘kiEMT’, een
3
94
e Energieraad bestaat verder uit de directeur van Burgers Zoo, de diD recteur van Industriepark Kleefse Waard, de voorzitter van de raad van bestuur van de KEMA, de voorzitter van de Stichting kiEMT, de directeur van woningcorporatie Portaal en de wethouder Stadsregio, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Openbare Ruimte van de gemeente Arnhem.
4
ie sterren verwijzen naar AISHE (Auditing Instrument for Sustainable D Higher Education). Zie http://dho.nl/certificering/aishe-audit.html
sterk netwerk van EMT-gerelateerde bedrijven, overhe den en kennisinstellingen in Oost-Nederland.
• kennisvalorisatie: startup’s, innovaties in het MKB en aan het thema gerelateerde afstudeerprojecten
Verankering in breedte- en dieptestrategie van de han
De uitvoerbaarheid van de ambities
Door middel van het speerpunt wordt een kwaliteit
op dit terrein wil de HAN samen met het bedrijfsle
simpuls gegeven aan meerdere HAN-opleidingen
ven een publiekprivate samenwerking inrichten in de
doordat docenten geprofessionaliseerd worden door
vorm van een Centre of Expertise Duurzame Elektri
onderzoek- en valorisatietrajecten, doordat de be
sche Energie. Het bedrijfsleven en vooraanstaande
roepspraktijk nog sterker bij het onderwijs wordt be
kennisinstellingen krijgen hierin zeggenschap via het
trokken en doordat flink wordt geïnvesteerd in onder
bestuur en een Raad van Advies.
Vanuit de ruime ervaring in onderwijs en onderzoek
zoeksapparatuur.
Ambities die gerealiseerd worden
Sneller herstel
De gezamenlijke belangen van bedrijfsleven en ken
Het speerpunt Sneller Herstel bouwt de bestaande
nisinstelling vertalen zich in de ambities van het ex
onderzoeks-, onderwijs- en contractactiviteiten op
pertisecentrum: meer instroom (en minder uitval)
het gebied van revalidatiezorg binnen de HAN uit tot
van voltijd- en deeltijdstudenten (energie)techniek
een interdisciplinair Centre of Expertise (CoE) Snel
en het toerusten van studenten van andere discipli
ler Herstel in 2016. De ambitie van het speerpunt is
nes met competenties op het gebied van (de transitie
om het herstel na letsel of bij chronische ziekte te
naar) een duurzame energievoorziening.
versnellen en te optimaliseren. Het speerpunt brengt
Vanuit deze ambitie hebben we de volgende doelstel
focus en massa aan en verankert de interdisciplinaire
lingen opgesteld:
samenhang tussen diverse lecoraten en de paramedi
• meer studenten: meer instroom, meer doorstroom
sche en verpleegkundige opleidingen. De HAN draagt
en minder uitval; concreet: 100% meer instroom,
met het speerpunt Sneller Herstel op een unieke en
van ca. 150 nu naar 300 in 2016
onderscheidende wijze bij aan innovatie van de reva
• betere afgestudeerden die toegerust zijn voor de
lidatiesector en verhoging van de onderwijskwaliteit
energievoorziening van morgen via het TOPtalen
naar excellent niveau. Allereerst door interdisciplinair
tenprogramma; concreet: deelname van 20% van
onderzoeken en opleiden. Ten tweede door duurzame
de energiegerelateerde studenten in 2016
samenwerking met topinstellingen op het gebied van
• cursusomzet stijgend van 200 k€ nu naar 350 k€ in 2016
revalidatiezorg zoals UMC St Radboud, St. Maartens kliniek, RU, ZZG-groep, Tolbrug, Groot Klimmendaal.
• onderzoeksomzet van het HAN lectoraat Duurzame
Ten derde door de uitrol van een vernieuwende, voor
energie (incl. Energieneutraal bouwen) stijgend van
onderzoek, onderwijs en professionalisering succes
600 k€ nu naar 800 k€ in 2016
vol gebleken fieldlabstructuur, waarin HAN- en prak 95
tijkprofessionals en studenten op de werkvloer van de
zoeksopbrengsten in het onderwijs (o.a. het lande
patiëntenzorg samenwerken.
lijk grootste en als beste gewaardeerde aanbod aan masteropleidingen, waarvan twee uniek), (3) spin-offs
Verbinding met topsectoren en maatschappelijke uitdagingen
zoals het Computergestuurd Articulatie Instrument
Nut en noodzaak van het speerpunt worden ontleend
mende omvang van 2e en 3e geldstromen (€ 900.000
aan de maatschappelijke uitdaging om de kosten van
voor Neurorevalidatie in 2012), (5) partnership in
revalidatiezorg te beperken binnen een context van
meerdere toonaangevende allianties, (6) een innove
vergrijzing en schaarser wordende arbeidskracht. Het
rende fieldlabstructuur van 10 tot 15 projecten in 2012
saldo van kosten en baten van revalidatie kan worden
rondom de patiëntenzorg, en (7) het BeweegLAB.
(CAI) en specifieke behandelrichtlijnen, (4) een toene
vergroot door het versterken van onderzoek naar de effectiviteit van behandeling en organisatie van de
Verbinding werkveld en regio
revalidatie, valorisatie van nieuwe behandelingsricht
De regio Nijmegen (‘Health Valley’) is qua praktijk- en
lijnen en -instrumenten alsmede vernieuwing van
kennisinfrastructuur op het gebied van de revalidatie
onderwijs. Het speerpunt Sneller Herstel past naad
zorg kwantitatief en kwalitatief van uniek niveau. De
loos bij het Topsectorplan Life Sciences & Health en
HAN vervult hierbij een sleutelrol vanwege de uitvoe
het economisch innovatiebeleid van de provincie
ring van vraaggestuurd toepassingsgericht onderzoek
Gelderland. Met het speerpunt levert de HAN een bij
en tal van professionaliseringstrajecten ten behoeve
drage aan de Human Capital Agenda Life Sciences &
van de revalidatiepraktijk. Uniek is de hechte relatie
Health. De ambities worden gerealiseerd binnen be
van kenniscirculatie tussen UMC St. Radboud, RU en
staande (inter)nationale samenwerkingsverbanden,
de HAN: de praktijk, fundamenteel en toepassingsge
door uitbouw van de samenwerking met NordRhein
richt onderzoek.
Westfalen en passen bovendien binnen de grote Euro pese uitdagingen en het overheidsbeleid van taakher schikking in de zorg.
Verankering speerpunt in breedte- en dieptestrategie han De HAN heeft als strategische ambitie om de innova
Trackrecord
tiekracht van de regio te versterken en economische
Met het speerpunt Sneller herstel en de daarbij be
en maatschappelijke waarde toe te voegen. De bijdra
trokken lectoraten (Neurorevalidatie, Langdurige
ge aan de innovatie van de revalidatiesector is binnen
Zorg, Muskuloskeletale Revalidatie, Arbeid & Ge
deze strategische ambitie een belangrijk speerpunt.
zondheid en Management van de Zorg) heeft de
Vanaf 2016 wordt de inzet van het speerpunt/CoE ver
HAN een hoogwaardig trackrecord opgebouwd op
breed naar de lectoraten van de beleids- en organisa
het gebied van revalidatie. De belangrijkste resultaten
tiekant en relevante onderdelen binnen de faculteiten
zijn: (1) aansprekende onderzoeken, (inter)nationale
Techniek en Economie & Management.
publicaties en presentaties, (2) vertaling van onder 96
Ambities speerpunt Sneller Herstel
Vitale leefomgevingen, kleine kernen
Met de uitbouw van het speerpunt naar het CoE Snel ler Herstel heeft de HAN de ambitie om de huidige
Bevolkingskrimp, ontgroening en vergrijzing hebben
hoogwaardige kwaliteit van het speerpunt duurzaam
een negatief effect op de leefkwaliteit en de econo
te borgen en te intensiveren: (1) lopende onderzoeken
mische ontwikkeling in kleine kernen5. Dit wordt nog
vanuit lectoraten, promotietrajecten en contractactivi
eens versterkt door de terugtredende overheid. Te
teiten worden geïntensiveerd; (2) in cocreatie met het
gelijkertijd neemt de vraag naar ondersteuning van
veld vindt interdisciplinair onderzoek en (inter)pro
kwetsbare groepen toe. Vitale leefomgevingen, kleine
fessionalisering plaats; (3) de unieke fieldlabstructuur
kernen doorbreekt deze neerwaartse spiraal. Met een
wordt ingezet in innoverende ‘koploperpraktijken’ zo
unieke aanpak, gericht op innovatie en samenwer
als Herstelhotel Dekkerswald, de ‘eerstelijnsvoorzie
king. Een beknopte samenvatting.
ning nieuwe stijl’ Thermion en de doorbraakprojecten op de revalidatieafdelingen van UMC St Radboud; (4)
De uitdagingen in de kleine kernen vragen om een
de opbrengsten worden ingebracht in het onderwijs.
anders denkende hulpverlener: de professional 2.0. Maar ook om een andere manier van managen. Want
Uitvoerbaarheid ambities
door de arbeidsmarktdiscrepantie staat de bedrijvig
Op dit moment worden de eerste stappen gezet met
heid onder druk. Beleid op het gebied van innovatie
het oog op de doorontwikkeling van het speerpunt
en economie moet richting geven aan de kleine ker
Sneller Herstel naar het CoE Sneller Herstel in 2016.
nen. Tot slot is een betere inzet van technologie no
Samen met onze partners worden in juli 2012 de on
dig. Daarom zet het speerpunt gericht in op levens
derzoeksprogrammering, -opbrengsten en organisa
fasebestendig wonen, domotica, e-health en social
tie van het beoogde CoE vastgesteld.
media.
Verbinding topsectoren en maatschappelijke uitdagingen Vitale leefomgevingen, kleine kernen draagt bij aan het Topsectorenplan Life Sciences & Health. Hoe? Door de leefkwaliteit op het gebied van wonen, zorg en welzijn te verbeteren. Maar ook door het oplei dingsniveau in de sociale sector te verhogen, een van 5
eestal wordt een kleine kern gedefiniëerd als ‘aaneengesloten M bebouwde gebieden van minimaal 5 hectare met 10 - 2000 woningen’. In dit speerpunt wordt uitgegaan van een bredere definitie waarop een integrale gebiedsgebonden aanpak mogelijk is. dat geldt bijvoorbeeld ook voor wijken.
97
topsector. Bestaande activiteiten van het speerpunt
Verankering speerpunt in de breedte- en dieptestrategie van de han
werken we verder uit in een ‘eigen’ HCA. Op interna
Binnen de faculteit Techniek en de faculteit Gezond
tionaal niveau zijn er ook mogelijkheden voor ver
heid, Gedrag en Maatschappij zijn verschillende lec
binding. Bijvoorbeeld met de ‘Exzellenz’ clusters in
toraten en opleidingen bij het speerpunt betrokken.
Duitsland (Nordrhein-Westfalen) en met het Euro
Vertegenwoordigers werken nauw met elkaar samen.
pese programma Horizon 2020.
Ook is er een verbinding met de faculteit Educatie.
de kerndoelen van de Human Capital Agenda van de
Het speerpunt biedt een unieke kans om activiteiten
Trackrecord: wat hebben we al gerealiseerd?
op elkaar af te stemmen en een kwalitatieve impuls
Binnen het speerpunt zijn inmiddels 15 bachelors, 5
te geven aan excellentie. Enerzijds door multidiscipli
minors, 5 post-hbo opleidingen en 4 masters verte
nariteit te verbinden, anderzijds door te focussen in
genwoordigd. Ook werden er resultaten geboekt in
programmering.
het praktijkgerichte onderzoek van de HAN, en is de gebiedsgebonden aanpak van het speerpunt getoetst
Ambities speerpunt
in experimentele settings. Grote, relevante partijen
Onze ambitie is te excelleren op het gebied van onder
hebben meerjarige onderzoeksprogramma’s onderge
wijs, onderzoek en valorisatie. Gemeenschappelijke
bracht bij de lectoren. Valorisatie is nauw verbonden
deler? Integraal werken aan innovatieve oplossingen
met onderwijs en onderzoek, en komt altijd tot stand
voor vraagstukken in kleine kernen, in samenspraak
op basis van vragen vanuit het werkveld. Verschillen
met het werkveld. Daarnaast hebben we ook een ideo
de gremia houden zich hiermee bezig. De totale om
logische ambitie: we willen écht een verschil maken
vang van deze activiteiten is ruim 2,6 miljoen euro.
door een kwalitatief hoogwaardige bijdrage te leveren aan de vitaliteit van de kleine kernen, zowel sociaal-
Verbinding werkveld en regio
maatschappelijk als economisch. De verbinding tus
De HAN kiest voor een brede, multidisciplinaire,
sen technologische oplossingen, de professional 2.0
gebiedsgebonden aanpak en een publiekprivate
en de nieuwe managementlogica’s maken de aanpak
infrastructuur. Die is opgebouwd uit een Kennislo
van het speerpunt uniek. Om dit te bereiken is er een
ket Kleine kernen en een consortium, bestaande uit
multidisciplinair meerjarig programma voor onder
overheden (gemeenten, provincie, ministeries), in
zoek, onderwijs en valorisatie opgesteld. Bestaande
stellingen (universiteiten, hogescholen, zorg- en wel
succesvolle activiteiten worden geïntensiveerd en op
zijnsinstellingen), bedrijven (zorgverzekeraars, tech
geschaald naar een integrale aanpak.
nologische en bouwbedrijven, woningcorporaties) en burgers (cliëntenraden, Wmo-raden, verenigingen en
Uitvoerbaarheid van de ambities
kleine kernen).
We starten met doorontwikkelen van de bestaande activiteiten. Daarvoor is een investeringsplan opge
98
steld, dat voorziet in versterking en uitbreiding van
vormen van sporten en bewegen die passen bij de in
bestaande activiteiten. Bestaande publiekprivate sa
dividuele vermogens en interesses van ‘gewone’ kin
menwerkingsverbanden worden in een ‘Consortium
deren/jongeren, zodat zij ook buiten school en later
Kleine kernen’ geïntensiveerd en georganiseerd. In
in hun leven als volwassenen kiezen voor sport- en
dat consortium werken we samen aan de uitvoering
bewegingsactiviteiten die passen bij hun voorkeuren
van de ambities.
en mogelijkheden. De keuze voor een zwaartepunt
Het speerpunt krijgt een bestuur, waarin werkveld,
specifiek gericht op de rol van het onderwijs bij ta
burgers en onderwijs zijn vertegenwoordigd. Ook
lentherkenning en talentontwikkeling op het gebied
komt er een Raad van Advies. Er wordt een ‘Kennis
van sport en bewegen is strategisch van groot belang
loket Kleine kernen’ ingericht als onderdeel van de
(Olympische en maatschappelijke ambities Kabinet;
kennisinfrastructuur en randvoorwaarden. We sturen
Sectorplan Sportonderzoek en –onderwijs; visiedocu
proactief aan op samenhang en synergie tussen on
ment SLO, KVLO en ALODO): alle ‘talenten in de dop’
derzoek, onderwijs en valorisatie. Een programma
verkeren tijdens de sleutelfase voor talentherkenning
manager (0,5 fte) is verantwoordelijk voor de aanstu
en -ontwikkeling immers langdurig binnen het onder
ring.
wijs. De HAN heeft de ambitie om in de periode 20132016 in samenwerking met regionale en (inter)nati onale partners uit te groeien tot een toonaangevend
Talentherkenning en -ontwikkeling in sport
expertisecentrum in Nederland op het gebied van
Het speerpunt Talentherkenning en –ontwikkeling in
het onderwijs op het gebied van sport en bewegen.
talentherkenning en talentontwikkeling in en rondom
sport richt zich op de doorontwikkeling van bestaan binnen de HAN ten aanzien van talentherkenning en
Verbinding topsectoren en maatschappelijke uitdagingen
talentontwikkeling op het gebied van sport en be
Nut en noodzaak van het speerpunt worden ontleend
wegen. In de voorbije jaren heeft de HAN op dit ge
aan (1) de Olympische en maatschappelijke ambities
bied een solide trackrecord opgebouwd. Binnen het
van het Kabinet, (2) het Sectorplan Sportonderzoek
speerpunt wordt in de periode 2013-2016 meer focus
en –onderwijs, opgesteld door de Nederlandse ken
en massa gecreëerd rondom de rol van het onder
nisinstituten op het gebied van sport en bewegen on
wijs bij talentherkenning en talentontwikkeling. Cen
der leiding van NOC*NSF, en (3) het door SLO, KVLO
traal hierbij staat de vraag: ‘Op welke wijze kan het
en de gezamenlijke ALO’s opgestelde visiedocument
onderwijs optimaal bijdragen aan talentherkenning
‘Human movement and sports in 2028’ over de toe
en talentontwikkeling van kinderen en jongeren op
komst van het bewegingsonderwijs in Nederland. Het
het gebied van sport en bewegen?’. Hierbij gaat het
speerpunt heeft de ambitie om bouwstenen (kennis,
niet alleen om toptalent, maar om het ontdekken van
instrumenten) te genereren voor de Human Capital
de onderzoeks-, onderwijs- en contractactiviteiten
99
Agenda van bovenstaande strategische ambities, vi
Het onderzoek komt tot stand op basis van weten
sies en plannen. De ambities worden gerealiseerd
schappelijke inzichten en vragen van de genoemde
binnen bestaande (inter)nationale samenwerkingsre
samenwerkingspartners.
laties en passen binnen de grote Europese uitdagin gen.
Verankering speerpunt in breedte- en diepte strategie han
Trackrecord
De focus van het speerpunt is in eerste instantie ge
In de relatief korte periode dat de HAN zich gericht
richt op het creëren van toegevoegde waarde voor het
heeft op de ontwikkeling van het thema Talentontdek
vakgebied sport en bewegen. Op middellange termijn
king en –ontwikkeling (vanaf 2007 binnen het Insti
(vanaf circa 2016) liggen inhoudelijke verbindingen
tuut voor Sport en Bewegingsstudies) zijn op het vlak
tussen het speerpunt Talent en verwante vakgebieden
van onderzoek, onderwijs en valorisatie een groot
binnen de HAN zoals HRD en educatie voor de hand.
aantal aansprekende resultaten geboekt: (1) gezag hebbende onderzoeken, publicaties en presentaties
Ambities speerpunt Talent
(ruim 35 publicaties 2010-03/2012, (2) structurele
Met de doorontwikkeling van het speerpunt naar een
samenwerking met de RUG, (3) vertaling onderzoeks
CoE heeft de HAN de ambitie om de huidige hoog
opbrengsten in onderwijs (o.a. minor ‘Sports Perfor
waardige kwaliteit van het speerpunt te borgen en te
mance Enhancement’, speciaal programma afstu
verduurzamen. Het onderzoek binnen het speerpunt
deerprojecten talentherkenning en talentontwikkeling
Talent bestaat allereerst uit lopend onderzoek in het
(15-20 per jaar)), en (4) veel aandacht voor contract-
kader van de lectoraatsopdracht, promotietrajec
activiteiten en valorisatie: ruim 300.000 euro omzet
ten en contractactiviteiten. Met het creëren van een
2 en 3 geldstroom per jaar; meer dan 10 structurele
zwaartepunt rondom de bijdrage van het onderwijs
samenwerkingsovereenkomsten met externe partners
aan talentherkenning en talentontdekking ontstaat
(o.a. NOC*NSF, InnoSport NL, Gelderse Sportfedera
een inhoudelijk onderscheidend onderzoekscluster.
tie, NEC); tal van kleine en grote spin-offs (testinstru
De opbrengsten worden vertaald naar het onderwijs
ment talentherkenning; ict-infrastructuur ‘Sportfo
(minor, honourscourse, vernieuwing bestaande ISBS-
lio’).
opleidingen) en spin-offs voor het onderwijsveld (o.a.
e
e
modelcurriculum plus didactisch model gedifferenti
Verbinding werkveld en regio
eerd bewegingsonderwijs).
Het speerpunt bouwt voort op een traditie van samen
100
werking tussen de HAN, overheden, kennisinstituten
Uitvoerbaarheid ambities
en het werkveld (sportbonden, sportverenigingen en
Met de doorontwikkeling van het speerpunt naar een
scholen). Deze samenwerking krijgt in belangrijke
Centre of Expertise per 1 januari 2013 is reeds begon
mate gestalte op regionaal c.q. provinciaal niveau.
nen. In de periode 2013 – 2016 zal de HAN het huidige
speerpunt uitbouwen naar een volwaardig Centre of
Trackrecord: wat is er al gerealiseerd?
Expertise. Bij de doorgroei naar een CoE is ook de in
Binnen het speerpunt zijn een lector Ondernemer
stelling van een tweede lectoraat aan de orde, speci
schap, het Centrum voor Ondernemerschap (CvO),
fiek gericht op talentherkenning en talentontwikkeling
het eerste en grootste expertisecentrum ondernemer
in sport binnen het onderwijs. De huidige formatie
schap in Nederland, student companies en het Smart
van het speerpunt zal hierbij uitgebreid worden van
Business Center actief.
circa 12 fte naar circa 20 fte, waarbij een uitgangspunt
Er zijn in het studiejaar 2011-2012 ruim 40 student
van de HAN is, dat vanaf 2016 minimaal 25 procent
companies gestart. Over de jaren heen ging dit om
van de begroting van het CoE gedekt dient te worden
een kleine 400 ondernemingen.
uit 2 en 3 geldstroomactiviteiten (conform huidige
Bij de bacheloropleiding Small Business & Retail Ma
financieringsmodel ISBS).
nagement zijn de afgelopen 5 jaar 400 studenten per
e
e
jaar opgeleid. Er zijn twee masterprogramma’s waar binnen ondernemerschap een prominente rol speelt
Ondernemen en ondernemerschap
in het curriculum.
Voor het succesvol opereren van mens en bedrijf is
Bij het project go! was de HAN penvoerder en trekker,
een hoog kennisniveau en een ondernemende hou
ook namens ArtEZ en de Radboud Universiteit. CvO
ding van belang. Om de regio aantrekkelijk te houden
was nummer 1 bij de start van de 6 landelijke Centers
en te maken voor de werkende samenleving is het sti
of Entrepreneurship in het hoger onderwijs (looptijd
muleren en ondersteunen van ondernemerschap en
2008-2011, budget 5,8 miljoen Euro). In dit project
ondernemen essentieel.
zijn 400 docenten geschoold, 32.000 studenten be reikt en 700 bedrijven gestart. Het vervolg op Go! is
Verbinding van het speerpunt met de (regionale) topsectoren
het programma Gelderland valoriseert, waar de HAN
Belangrijke ‘drivers’ voor de ontwikkeling van de ne
budget 12,5 miljoen Euro). Gelderland valoriseert richt
gen topsectoren zijn ondernemerschap en valorisatie.
zich op de topsectoren Energie, Creatieve industrie en
Dit vraagt om samenwerking tussen de 4 O’s: Onder
Chemie. Faciliteiten voor ondernemers, studenten en
nemers, Onderzoek, Onderwijs en Overheid wat bij
onderzoekers in dit project zijn onder andere inno
draagt aan de ontwikkeling van ‘human capital’ voor
vatieve broedplaatsen, advies bij eigendomsbescher
de topsectoren.
ming, financiering en netwerken.
ook trekker en penvoerder van is (looptijd 2012 – 2017,
In het Expertise Centrum Ondernemen (ECO) wordt kennis vormgegeven over de ontwikkeling van onder
De verbinding met werkveld en regio
nemerschap naar een combinatie van ondernemer
Primair richt het speerpunt zich op Oost-Nederland
schap en managen. Dit speelt vooral bij de doorgroei
en Nordrhein-Westfalen om een bijdrage te leveren
van klein naar middelgroot bedrijf, de moeilijkste ont
aan de ambitie van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen
wikkeling die bedrijven doormaken.
om in 2020 de economisch best presterende regio buiten de Randstad te zijn. 101
Het speerpunt opereert daarbij in een uitgebreid net werk met externe partijen.
• de doorgroei van startende ondernemingen facili teren.
De HAN vervult voor ondernemend Gelderland de rol
Deze nieuwe kennis maken we toegankelijk voor
van kennis- en innovatie-instituut.
studenten van de HAN in diverse opleidingsarrange
Vanuit Gelderland valoriseert! wordt een valorisatie
menten. Voor ondernemers, zowel landelijk als in de
netwerk in samenwerking met de Kamer van Koop
regio, komen er een kennisbank en diverse dienstver
handels en Oost N.V. opgezet.
leningsconcepten.
Verankering van het speerpunt in de breedteen dieptestrategie van de han
Uitvoerbaarheid
De HAN beschouwt het speerpunt ondernemen als
nemen actieve gremia wordt verder vormgegeven. Op
een sectordoorsnijdend thema voor onderzoek en
basis van de ambitie wordt de geoperationaliseerde
onderwijs. Het ECO zal als kennisbank voor onder
missie geformuleerd en de human capital verder inge
nemend Gelderland functioneren (in samenwerking
vuld. Daarmee groeit de omzet van 4 miljoen Euro, in
met Radboud Universiteit, Wageningen Universiteit
2013 naar 10 miljoen Euro in 2015.
De clustering van de op ondernemerschap en onder
Research en de regionale opleidingscentra).
Ambitie
Leren met ict
Met de verdere ontwikkeling van dit speerpunt On
De vraag naar onderwijs op maat, talentontwikke
dernemen en ondernemerschap tot een Expertisecen
ling, een leven lang leren en een bijbehorend flexibe
trum Ondernemerschap heeft de HAN de ambitie om
ler onderwijssysteem wordt steeds urgenter, zowel
de huidige hoogwaardige kwaliteit op het gebied van
vanuit een economisch perspectief (Nederland een
onderzoek, onderwijs en valorisatie op een excellent
koppositie in de kennismaatschappij) als vanuit een
niveau te brengen. Het ECO is de plek waar onderne
maatschappelijk perspectief (uitval, segregatie). Tech
mend Gelderland terecht kan met vraagstukken over
nologie maakt gedifferentieerd en flexibel onderwijs
ontwikkeling van ondernemerschap en de transfer
in toenemende mate mogelijk, maar wordt nog sterk
naar ondernemen. Binnen de HAN is ondernemer
onderbenut in onderwijs en opleidingen. De Faculteit
schap en ondernemen vervlochten met al haar activi
Educatie van de HAN heeft zich met onderwijs- en
teiten, wat de HAN maakt tot een innovatieve en dyna
kennispartners in de regio ten doel gesteld aan het ge
mische organisatie.
bruik van ICT in het onderwijs een sterke impuls te ge ven. Zij heeft voorts de ambitie om direct en indirect
In de onderzoeksprogrammering ligt het accent op de
via het professionaliseren van leraren, jongeren op te
ontwikkeling van interventies en instrumenten die:
leiden tot creatieve, ondernemende, ICT-geletterde
• het ondernemend gedrag in organisaties verster
netwerkers. De faculteit ontwikkelt zich via dit speer
ken; 102
punt tot hét Expertisecentrum Leren met ICT binnen
de maatschappelijke topsector onderwijs. Dit doen
Stevig ingebed in de (inter)nationale kennisinfrastruc
we in nauwe samenwerking met het regionale (onder
tuur rond leren met ICT zijn door het lectoraat de af
wijs)werkveld. ICT is in het speerpunt zowel een doel
gelopen jaren vele praktijkonderzoeken uitgevoerd in
(ICT-geletterdheid bevorderen) als een middel (ICT ter
en met het onderwijsveld ten behoeve van effectieve
realisatie van onderwijs op maat).
en efficiënte inzet van ICT voor leren. In nauwe rela tie met het werkveld heeft het lectoraat bijgedragen
Verbinding met maatschappelijke uitdagingen.
aan de integratie van Leren met ICT in de lerarenop
Twee maatschappelijke uitdagingen liggen ten grond
leidingen van de HAN. Met name Pabo Arnhem wordt
slag aan het speerpunt Leren met ICT:
inmiddels landelijk als voorloper op dit terrein be
Kennis wordt de grondstof van onze samenleving.
schouwd. In het lectoraat is een cyclische methodiek
Deze samenleving heeft in toenemende mate behoef
ontwikkeld en beproefd om samen met leraren, op
eeuwse competenties
leiders, onderzoekers en studenten onderzoeksmatig
te aan kenniswerkers die 21
ste
beheersen; in het bijzonder ICT-geletterdheid.
ICT-leerarrangementen te ontwerpen. Het startpunt
De diversiteit in het onderwijs neemt toe, de instroom
is altijd een concrete onderwijsvraag uit de praktijk.
wordt heterogener zowel wat betreft culturele achter
In het speerpunt wordt deze methodiek grootschalig
gronden als leerbehoeften en leerpotenties. Ook de
ingezet.
druk op talentontwikkeling en rendement wordt gro ter. Dit vraagt om specifieke deskundigheid en han
Verbinding met werkveld en regio
delingsbekwaamheid van leraren, waarbij vooral ge
De Faculteit Educatie heeft een stevige samenwer
bruikmaking van ICT ter ondersteuning van het leren
kingsinfrastructuur met het (educatieve) werkveld in
van de leerlingen grote kansen biedt.
de brede provincie Gelderland, waarin het speerpunt
In het speerpunt Leren met ICT integreren we de the
is ingebed. Het lectoraat Leren met ICT, onderdeel van
ma’s: recht doen aan verschillen, de inzet van tech
het Kenniscentrum Kwaliteit van Leren, is hier nauw
nologie en onderzoeksmatig en opbrengstgericht
bij betrokken door middel van onderzoeks- en profes
werken.
sionaliseringsactiviteiten. De Faculteit Educatie heeft, samen met de school
Trackrecord
besturen voor primair onderwijs Delta, de Basis en
Alle (leraren)opleidingen van de Faculteit Educatie en
Fluvius6 het iXPERIUM in Pabo Arnhem geopend. Het
de educatieve masters van het HAN Masterprogram
iXPERIUM is een uitdagende experimenteer- en leer
ma zijn inhoudelijk betrokken bij het speerpunt Leren
werkomgeving voor leren met behulp van nieuwe
met ICT, evenals het HAN-lectoraat Leren met ICT.
technologieën van en voor leraren in opleiding en le
Dit lectoraat, gestart in 2003, is in Nederland één van
raren uit het regionale scholenveld.
de toonaangevende onderzoeksgroepen als het gaat om de inzet van ICT in met name het po, vo en mbo.
6
e han vormt samen met de besturen voor primair onderwijs Delta, de D Basis en Fluvius het Community Learning Centre Arnhem.
103
Verankering in de breedte- en dieptestrategie van de han
Uitvoerbaarheid ambities
In het speerpunt werken we zowel aan de basiskwa
planning van personele inzet en activiteiten en een
liteit van de opleidingen van de Faculteit Educatie
gedegen uitgewerkte begroting.
(breedte) als aan een excellentieprogramma (diepte) in het kader van Leren met ICT.
Ambities van het speerpunt Leren met ICT Het speerpunt Leren met ICT is in 2016 een toonaan gevende onderzoeksorganisatie voor onderwijsont wikkeling met gebruikmaking van technologie en me dia in de provincie Gelderland. Het speerpunt heeft twee centrale ambities: bijdragen aan de ontwikkeling van onderwijs waarin met behulp van technologie het recht doen aan ver schillen (waarin excellentie en talentontwikkeling een uitdrukkelijke plek hebben) daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Micro-mesoconsistentie is hierin een essentiële voorwaarde. Het speerpunt richt zich dan ook op het faciliteren van maatwerkoplossingen met technologie voor leren (micro) en op het ontwikkelen van klas- en school-organisatiemodellen die dit maat werk mogelijk maken (meso). bijdragen aan het opleiden van leerlingen, studenten, leraren en opleiders in de benodigde 21ste eeuwse competenties, specifiek ICT-geletterdheid. Deze ambities worden uitgewerkt in de volgende ac tiviteiten: praktijkgericht onderzoek, promotieonder zoeken, ontwikkeling van de lerarenopleidingen voor de 21ste eeuw, minor Ontwerpen van ICT-rijke leer arrangementen, honoursprogramma SALTO, master Recht doen aan verschillen met behulp van ICT, iXPE RIUM in Arnhem en Nijmegen, iXPERIUM ontwikkel kringen, in- en externe dienstverlening.
104
De business case is voorzien van een gedetailleerde
Bijlage B3 Centre of Expertise Logistiek
Om voor de logistieke sector focus en massa te be
De centra krijgen hiermee een regionale verankering.
reiken zijn zes hogescholen, te weten NHTV (Breda),
Daarnaast zal ook de samenwerking worden opge
Fontys Hogescholen (Venlo), Hogeschool van Am
zocht met relevante kennisinstituten, waaronder an
sterdam, Hogeschool Rotterdam, Windesheim (Zwol
dere onderwijsinstellingen in de zes regio’s (horizon
le) en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen een
taal en verticaal) en Dinalog.
samenwerking aangegaan op het gebied van logistiek
Elk regionaal centre specialiseert en profileert zich
onderwijs, praktijkgericht onderzoek en innovatieve
onderscheidend op een of enkele thema’s binnen de
ontwikkeling. Binnen het kader van profilering wil
logistiek die essentieel zijn voor innovatie binnen de
len deze zes hogescholen gezamenlijk een landelijk
Topsector Logistiek. Specialisatie en regionale the
Centre of Expertise Logistiek ontwikkelen, met zes
matisering zullen plaatsvinden op basis van econo
regionale expertise centra. Hogeschool van Amster
mische zwaartepunten van het regionale logistieke
dam treedt hierbij op als penvoerder. Dit voorstel is
bedrijfsleven1, de trackrecord van de hogeschool en
in samenwerking met de Topsector Logistiek en in af
de ambitie die de hogeschool heeft voor de komende
stemming met de andere hogescholen met logistiek
periode.
onderwijs tot stand gekomen. Binnen elk regionaal centre werken de hogeschool en het bedrijfsleven samen aan excellent onderwijs, prak
Visie en doelstellingen
tijkgericht onderzoek en innovatieve ontwikkeling. Be
De zes hogescholen hebben de ambitie gezamenlijk
drijfsleven en onderwijs nemen elk vanuit hun exper
de hbo-kennisinfrastructuur te vormen voor de Top
tise hierin hun verantwoordelijkheid. Elke hogeschool
sector Logistiek. Het Centre of Expertise Logistiek
heeft een lectoraat Logistiek dat bijdraagt aan prak
wordt gevormd door zes regionale centra, elk een
tijkgericht onderzoek. De zes regionale centra werken
publiekprivate samenwerking tussen het regionale lo gistieke bedrijfsleven en een van de zes hogescholen.
1 Zie hiervoor ook Verkenningscommissie Van Pernis: HBO Techniek in bedrijf.
105
daarnaast samen als landelijk Centre of Expertise voor
(Co)Financiering
kennisuitwisseling en circulatie, samenwerking op
Dit voorstel heeft, aangezien op huidige infrastruc
het snijvlak van verschillende en elkaar aanvullende
tuur en initiatieven kan worden voortgebouwd, een
thema’s, en bijvoorbeeld uitwisseling van studenten
kansrijk ontwikkelingsperspectief. Om een extra ont
via minoren.
wikkelingsimpuls te geven aan dit Centre of Expertise met zes regionale centra met eigen thematisch profiel binnen de logistiek, wordt een overheidsinvestering
Voortbouwen op bestaande kennisinfrastructuur
gevraagd van in totaal 7,4 miljoen Euro voor de pe
Het ontwikkelen van een Centre of Expertise Logis
worden met 50% cofinanciering uit het bedrijfsleven.
tiek sluit aan bij de ontwikkelingen van de afgelopen
Na deze ontwikkelingsfase zal het Centre of Expertise
periode binnen de sector: in samenwerking met de
zelfvoorzienend zijn.
riode van vier jaar. In deze periode zal dit gematcht
(Top)sector Logistiek, het Platform Kennisakkoord Logistiek en het kennisinstituut Dinalog is er een hbokennisinfrastructuur opgezet. De zes hogescholen,
Vooruitblik
verspreid over Nederland, vormen op dit moment
Medio 2013 leveren de zes hogescholen, met als
een publiekprivate samenwerking in de vorm van een
penvoerder Hogeschool van Amsterdam, een busi
Regionaal KennisDistributieCentrum (RKDC) met cofi
nessplan op waarin zowel de business case als het
nanciering (nog deels in ontwikkeling).
businessmodel voor het Centre of Expertise is uitge werkt. Concreet zal hierin worden aangegeven welke partners (bedrijfsleven en kennisinstituten) binnen het CoE samenwerken, een begroting en hoe de cofinanciering is georganiseerd.
106
Bijlage B4 Consultatieronde regiopartners maart 2012
Organisatie
Functie
Arcadis
Directeur Divisie Mobiliteit
AkzoNobel
Market Development Manager
Syntens
Resourcemanager
Witteveen + Bos
Directeur
vno/ncw Midden (regio Arnhem/Nijmegen)
Voorzitter
vno/ncw Midden
Bestuurslid
Kiwa Gas Technology bv
Senior Consultant/productmanager
Tennet
Senior Manager
nv nuon Energy
Businessmanager
Alliander
Directeur hrm
nv kema
ceo
Waterschap Rijn & IJssel
Manager Projecten
vdl Bus & Coach
Leader Concept Development
daf Trucks
Project manager advanced technology & external contact
fev Motorentechnik GmbH
Sr. Automotive Projects Manager
Bosch Transmission Technology bv
Directeur
Dyadic Netherlands
General Manager
Euro-Diagnostica
Directeur
Synthon
Head upstream biotechnology
dsm Biotechnology
Senior scientist
csk Food Enrichment
Director R & D
Friesland Campina Research
Principal scientist
Sanquin Bloedvoorziening
Directeur
107
108
Organisatie
Functie
O2S – Life Sciences Park Oss
Project manager screening
Kenniscentrum Wonen en Zorg
Directeur
Talis Nijmegen
Directeur Goede Woning
Klokbouw
Bedrijfsleider divisie Zorg
tno
Projectmanager
coast (Comprehensive Analytical Science and Technology)
Managing Director
Kamer van Koophandel
Algemeen Directeur
De Liemerse Ondernemersvereniging Lindus
Voorzitter
Deutsch-Niederländischer Businessclub Kleve
Vorsitzender
Stadt Kleve
Geschäftsführer der Wirtschaftsförderungsgesellschaft
Euregio Rhein-Waal
Geschäftsführer
Wirtschaftsförderung Kreis Kleve
Geschäftsführer
vno/ncw Midden (Stedendriehoek)
Voorzitter
act (Achterhoeks centrum voor technologie)
Directeur
Platform Creatieve Technologie Midden Gelderland
Innovatiemakelaar
Regionaal Nijmeegs Centrum voor Technologie
Innovatiemakelaar
Regionaal Centrum voor Technologie Rivierenland
Directeur
Regionaal Centrum voor Technologie de Vallei
Innovatiemanager
Stichting Innovatienetwerk Stedendriehoek
Innovatiemakelaar
Veluws Centrum voor Technologie
Innovatiedirecteur
Stichting kiemt
Directeur
Platform Onderwijs Arbeidsmarkt (poa Achterhoek)
Secretaris
Ontwerpersplatform Arnhem O.P.A.
Voorzitter
Siza (zorg en dienstverlening voor mensen met een handicap)
Voorzitter Raad van Bestuur
Dr. Leo Kannerhuis
Voorzitter Raad van Bestuur
Zorggroep Zuid Gelderland (zzg)
Voorzitter Raad van Bestuur
BrabantZorg
Voorzitter College van Bestuur
nim Maatschappelijk werk
Directeur/Bestuurder
Kamer van Koophandel Gelderland
Regiomanager
sg Rijk van Nijmegen
Directeur Bestuurder
Insituut Leraar en School Radboud Universiteit
Algemeen Directeur
roc Nijmegen
Voorzitter College van Bestuur
Graafschap College (roc)
Lid College van Bestuur
roc Aventus
Voorzitter College van Bestuur
Organisatie
Functie
Artez hogeschool voor de kunsten
Voorzitter College van Bestuur
Artez hogeschool voor de kunsten
Lid College van Bestuur
Conexus (Scholengroep primair onderwijs)
Bestuursvoorzitter
Hochschule Rhein-Waal Kleve/Kamp-Lintfort
Präsidentin
Ons Middelbaar Onderwijs
Voorzitter College van Bestuur
Quadraam
Voorzitter College van Bestuur
Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het land van Maas en Waal
Voorzitter College van Bestuur
Radboud Universiteit Nijmegen
Rector Magnificus
Radboud Universiteit Nijmegen
Vice-voorzitter College van Bestuur
Radboud Universiteit Nijmegen
Hoofd Marktverkenning, Strategie & Ontwikkeling
Provincie Gelderland
Gedeputeerden
Gemeente Nijmegen
Wethouder Financiën, Economie & Toerisme en Stadsregio
Gemeente Nijmegen
Wethouder Cultuur Mobiliteit en Onderwijs
Gemeente Nijmegen
Hoofd Economische Zaken
Gemeente Arnhem
Wethouder Werken, Cultuur en Vrije Tijd
Gemeente Doetinchem
Wethouder Onderwijs
Stadsregio Arnhem Nijmegen
Bestuursvoorzitter
109
b
a
s
i
s
b
a
c h e
k w a l
l
t
e
i
o r o n d
e
rs w
g o
e
d
w e
r
k g
i
e
v
e
r
t
s
i
j
s
c h a
g o
e
d
w e
r
k n
I
J
K G E R
I
r
s
c h a
p
o n a
l
i
r
p
e
P R A K T
e m e
r n a
t
i
s
e
i
C H T
O N D e R Z O E K o p e r a t
i o n a l
e x c e l l e e n c e
n g