Inspraakwijzer Meepraten over de aanwijzing van de Natura2000-gebieden
Meer natuur, vitale natuur. Daar staat LNV voor. De belangrijkste pijler is de ontwikkeling van een netwerk van aaneengesloten natuurgebieden door het hele land (de Ecologische Hoofdstructuur). LNV zet zich in voor behoud van de rijkdom aan planten- en diersoorten. Wanneer die wordt bedreigd, grijpt LNV in. Daarnaast financiert LNV natuurontwikkeling. Samen met natuurorganisaties wil het ministerie nieuwe paden inslaan, om het contact tussen mens en natuur te verbeteren. Natuur om te beschermen én om van te genieten.
Inhoudsopgave
Introductie
3
Voor welke gebieden liggen nu stukken ter inzage?
4
Wat is een aanwijzingsbesluit?
7
Relatie met beheerplan, vergunningen en bestaand gebruik
8
Op welke documenten kunt u inspreken?
9
Waar kunt u de documenten inzien? 10 Hoe kunt u inspreken? 12 Wat gebeurt er met uw inspraakreactie? 13 Meer informatie 13
Fochteloërveen
Strabrechtse Heide & Beuven
De natuur houdt niet op bij de grens. Het is onderdeel van een groter geheel. Daarom zijn er regels opgesteld voor alle Europese lidstaten. Het gaat om de Vogel- en Habitatrichtlijn. De Vogel- en Habitatrichtlijn beschermen Europa’s natuurpareltjes, de zogenoemde Natura2000-gebieden. Stuk voor stuk gebieden met bijzondere planten en dieren.
Introductie
Meer natuur, vitale natuur. Dat is de kern van het natuurbeleid. Een mooi landschap om met plezier in te wonen, werken en recreëren. Dit landschap is óók het leefgebied van onze 40.000 soorten dieren en planten. Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) beschermt de natuur door wetgeving, en zorgt voor onderhoud en de aanleg van nieuwe natuur. We doen veel, maar we kunnen het niet alleen. Daarom geeft het ministerie samen met de provincies geld, advies en ruimte aan mensen en bedrijven die zich actief inzetten voor natuur en landschap. Als iedereen bijdraagt om de natuur in goed evenwicht te ontwikkelen, kunnen we daar voor lange tijd van blijven genieten. De natuur houdt niet op bij de grens. Het is onderdeel van een groter geheel. Daarom zijn er regels opgesteld voor alle Europese lidstaten. Het gaat om de Vogel- en Habitatrichtlijn. De Vogel- en Habitatrichtlijn beschermen Europa’s natuurpareltjes, de zogenoemde Natura2000gebieden. Stuk voor stuk gebieden met bijzondere planten en dieren. In 2000 heeft Nederland 49 gebieden aangewezen op basis van de Vogelrichtlijn. In de jaren daarvoor zijn ook al 29 Vogelrichtlijngebieden aangewezen. De genoemde aanwijzingen gelden nog steeds. De Habitatrichtlijngebieden zijn in 2003 wel aangemeld bij de Europese Commissie, maar nog niet aangewezen. Bij zowel de aanwijzing van de Vogelrichtlijngebieden als de
aanmelding van de Habitatrichtlijngebieden hebben alle betrokkenen hun reactie kunnen geven. Dat is gebeurd tijdens een openbare procedure. Nu, in 2006-2007, wordt de Nederlandse bijdrage aan Natura 2000 afgerond met het aanwijzen van in totaal 162 Natura2000-gebieden. Ook de al aangewezen Vogelrichtlijngebieden, die grotendeels overlappen met de Habitatrichtlijngebieden, behoren hiertoe. Het aanwijzen van een Nederlands natuurgebied als Natura2000-gebied gebeurt met een aanwijzingsbesluit. Het is uiteindelijk de Minister van LNV die zo’n aanwijzingsbesluit neemt. Tijdens de voorbereiding van de aanwijzingsbesluiten heeft de minister uitgebreid met collegaministers, de Tweede Kamer, de Europese Commissie, provincies en maatschappelijke organisaties gesproken. Op basis hiervan heeft het Ministerie van LNV ontwerpaanwijzingsbesluiten gemaakt voor de Natura2000gebieden. Vervolgens liggen deze ontwerpbesluiten in een openbare procedure voor iedereen ter inzage. Na verwerking van alle ontvangen reacties neemt de Minister van LNV een definitief besluit voor elk van de 162 Natura2000-gebieden. De openbare procedure voor de ontwerpbesluiten vindt niet voor alle Natura2000-gebieden gelijktijdig plaats. Dit heeft te maken met de grote hoeveelheid gebieden. In januari 2007 start de openbare procedure voor de eerste 111 gebieden (dit noemen we de eerste tranche). De procedures voor de rest van de gebieden volgen op een later tijdstip. Deze Inspraakwijzer is speciaal geschreven voor de terinzagelegging van de ontwerpbesluiten voor de Natura2000-gebieden uit de eerste tranche. We geven uitleg over de documenten die ter inzage liggen én over de procedure zelf. Hebt u na lezing van de Inspraakwijzer nog vragen? Achter in de Inspraakwijzer leest u waar u met vragen terechtkunt.
Voor welke gebieden liggen nu stukken ter inzage?
De ontwerp-aanwijzingsbesluiten voor de Natura2000gebieden liggen groepsgewijs ter inzage. De eerste groep of tranche ligt ter inzage van 9 januari 2007 tot en met 19 februari 2007. In deze eerste tranche zitten de hieronder genoemde 111 gebieden. Zij staan op volgorde van het gebiedsnummer. De lijst begint in Friesland en eindigt in Limburg.
9 10 11 12 13 14 16 17 19 20 21 22 23 24 26 27 28 29 30 31 32 34 35 36 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 55 56 57 59 62 63 64 69 72
Groote Wielen Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving Witte en Zwarte Brekken Sneekermeergebied Alde Feanen Deelen Wijnjeterper Schar Bakkeveense Duinen Leekstermeergebied Zuidlaardermeergebied Lieftinghsbroek Norgerholt Fochteloërveen Witterveld Drouwenerzand Drents-Friese Wold & Leggelderveld Elperstroomgebied Havelte-Oost Dwingelderveld Mantingerbos Mantingerzand Weerribben Wieden Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht Vecht- en Beneden-Reggegebied Engbertsdijksvenen Boetelerveld Sallandse Heuvelrug Wierdense Veld Borkeld Springendal & Dal van de Mosbeek Bergvennen & Brecklenkampse Veld Achter de Voort, Agelerbroek & Voltherbroek Lemselermaten Dinkelland Landgoederen Oldenzaal Lonnekermeer Boddenbroek Buurserzand & Haaksbergerveen Aamsveen Arkemheen Veluwe Teeselinkven Willinks Weust Bekendelle Wooldse Veen Bruuk IJsselmeer
74 75 76 77 78 79 84 85 86 87 88 94 96 97 98 99 100 101 107 108 109 110 111 113 116 117 118 119 121 122 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141
Zwarte Meer Ketelmeer & Vossemeer Veluwerandmeren Eemmeer & Gooimeer Zuidoever Oostvaardersplassen Lepelaarplassen Duinen Den Helder-Callantsoog Zwanenwater & Pettemerduinen Schoorlse Duinen Noordhollands Duinreservaat Kennemerland-Zuid Naardermeer Coepelduynen Meijendel & Berkheide Westduinpark & Wapendal Solleveld & Kapittelduinen Voornes Duin Duinen Goeree & Kwade Hoek Donkse Laagten Oude Maas Haringvliet Oudeland van Strijen Hollands Diep Voordelta Kop van Schouwen Manteling van Walcheren Oosterschelde Veerse Meer Yerseke en Kapelse Moer Westerschelde & Saeftinghe Groote Gat Canisvlietse Kreek Vogelkreek Markiezaat Brabantse Wal Ulvenhoutse Bos Langstraat Loonse en Drunense Duinen & Leemkuilen Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek Kampina & Oisterwijkse Vennen Regte Heide & Riels Laag Kempenland-West Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux Strabrechtse Heide & Beuven Weerter- en Budelerbergen & Ringselven Deurnsche Peel & Mariapeel Groote Peel Oeffelter Meent
142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 155 156 158 160 161
Sint Jansberg Zeldersche Driessen Boschhuizerbergen Maasduinen Sarsven en De Banen Leudal Swalmdal Meinweg Roerdal Abdij Lilbosch & voormalig Klooster Mariahoop Brunssummerheide Bemelerberg & Schiepersberg Kunderberg Savelsbos Noorbeemden & Hoogbos
Een overzicht van alle 162 Natura2000-gebieden (inclusief de hierboven genoemde 111 gebieden uit de eerste tranche) vindt u op de internetsite van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (www.minlnv.nl/ natuurwetgeving). Zie ook de kaart op de volgende pagina.
Deelen
De 162 Natura2000-gebieden in Nederland
Wat is een aanwijzingsbesluit?
Het aanwijzingsbesluit voor een Natura2000gebied valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Door de aanwijzing komt een Vogel- en/ of Habitatrichtlijngebied onder de wettelijke bescherming van de Natuurbeschermingswet 1998. In de Natuurbeschermingswet is de bescherming van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn, en daarmee Natura 2000, geregeld. Uiteindelijk komt er voor elk Natura2000-gebied een apart besluit. Bij elk besluit vindt een inspraakprocedure plaats op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Eerst ligt een ontwerp-aanwijzingsbesluit zes weken ter inzage. Hierop kan iedereen inspreken. (Dit is ook de fase waarin de aanwijzing van de eerste tranche Natura2000-gebieden zich momenteel bevindt.) De inspraakreacties zijn eventueel aanleiding om zaken in het definitieve aanwijzingsbesluit te wijzigen. Het definitieve besluit volgt na afloop van de openbare procedure. Zowel het ontwerpbesluit als het definitieve aanwijzingsbesluit wordt breed bekendgemaakt, onder andere in de Staatscourant, in streekbladen en op de internetsite van het Ministerie van LNV. Belanghebbenden die op het ontwerp-aanwijzingsbesluit voor een Natura2000gebied hebben ingesproken, kunnen nog in beroep gaan bij de Raad van State als ze het niet met het uiteindelijke besluit eens zijn.
Opbouw Hieronder gaan we in op de opbouw van de ontwerpaanwijzingsbesluiten. Dat is gezien de huidige fase van het traject ook het meest relevant. In principe hebben de definitieve besluiten dezelfde opbouw. In het ontwerp-aanwijzingsbesluit staat op basis van welke nationale wetten en internationale richtlijnen en/of verdragen het gebied beschermd wordt. Het ontwerpbesluit somt bovendien op voor welke vegetaties (of anders gezegd habitattypen) en/of soorten het gebied wordt aangewezen.
Er zijn drie verschillende ontwerp-aanwijzingsbesluiten. De uiteindelijke vorm is afhankelijk van de richtlijn waarop de aanwijzing van het gebied berust. We onderscheiden een ontwerp-aanwijzingsbesluit: 1. voor een Natura2000-gebied dat alleen op basis van de Vogelrichtlijn is aangewezen; 2. voor een Natura2000-gebied dat alleen op basis van de Habitatrichtlijn wordt aangewezen; 3. als een combinatie van 1 en 2. Een belangrijk onderdeel van de ontwerpaanwijzingsbesluiten vormt de instandhoudingsdoelstelling. Een instandhoudingsdoelstelling geeft aan welke natuurwaarden in het Natura2000-gebied worden nagestreefd. Het gaat dan bijvoorbeeld om de gewenste draagkracht van het gebied voor het aantal broedparen van een bepaalde vogelsoort. Ook kan zijn beschreven welke vegetaties (habitattypen) moeten worden behouden of ontwikkeld. Alle ontwerpbesluiten bevatten een Nota van Toelichting en één of meerdere kaarten van het gebied. Beide maken integraal deel uit van het ontwerpbesluit. De Nota van Toelichting heeft altijd dezelfde opbouw. De nota begint met een algemeen hoofdstuk. Vervolgens gaat hoofdstuk 2 over de aanmelding als Habitatrichtlijngebied en over de aanwijzing als Vogelrichtlijngebied. In dit hoofdstuk komen ook de eventueel aanwezige Beschermde Natuurmonumenten of Staatsnatuurmonumenten aan de orde. (Beschermde Natuurmonumenten en Staatsnatuurmonumenten zijn gebieden die zijn aangewezen onder de oude Natuurbeschermingswet uit 1967.) Hoofdstuk 3 gaat over de begrenzing. Hoofdstuk 4, ten slotte, noemt alle instandhoudingsdoelstellingen die in het betreffende gebied gelden.
Relatie met beheerplan, vergunningen en bestaand gebruik
Het aanwijzen van een natuurgebied als Natura2000gebied is de eerste stap in de (wettelijke) bescherming van de natuur in het gebied. Een aanwijzingsbesluit voor een Natura2000-gebied is pas definitief als het door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is getekend.
Beheerplan Voor elk gebied zal vervolgens een eigen beheerplan worden gemaakt. Daarin staan onder andere de maatregelen vermeld die helpen bij de realisatie van de natuurdoelen. Het beheerplan geeft daarnaast aan welke maatregelen of activiteiten in en rond het gebied geen direct effect hebben op de soorten en habitattypen waarvoor het gebied is aangewezen of op het bereiken van de natuurdoelen. Het beheerplan gaat ten slotte in op maatregelen of activiteiten die vallen onder de term ‘bestaand gebruik’ (zie hieronder). In het beheerplan zijn onder andere maatregelen en activiteiten beschreven waarvoor géén vergunning nodig is op grond van de Natuurbeschermingswet 1998.
Vergunningen Voor maatregelen of activiteiten die niet in het beheerplan staan en die een effect (kunnen) hebben op de beschermde soorten en habitattypen in een Natura2000-gebied is een vergunning nodig. Het juridisch kader voor het verlenen van een vergunning is vastgelegd in de Natuurbeschermingswet 1998. Zowel het aanwijzingsbesluit als het beheerplan voor een Natura2000-gebied zijn juridische bouwstenen om te bepalen of een vergunning kan worden verleend.
Bestaand gebruik Onder ‘bestaand gebruik’ verstaan we alle activiteiten of handelingen die op 1 oktober 2005 (toen de Natuurbeschermingswet 1998 in werking trad) in en om een Natura2000-gebied plaatsvonden of werden verricht. Een verdere voorwaarde is dat de activiteiten sindsdien niet (wezenlijk) veranderd zijn. Dit bestaand gebruik krijgt in principe ook een plek in het beheerplan. Tot het moment dat het beheerplan wordt vastgesteld is bestaand gebruik nu vergunningplichtig. In de periode tot het vaststellen van het beheerplan wil de Minister van LNV als volgt met het bestaand gebruik omgegaan. Onder voorbehoud van instemming door de Europese Commissie brengt de Minister van LNV een wetswijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 in procedure. De opzet is om de vergunningplicht voor bestaand gebruik op te heffen totdat het eerste beheerplan voor een gebied is vastgesteld. Wanneer de wetswijziging van kracht wordt is er geen vergunning meer nodig voor bestaand gebruik tót het beheerplan is vastgesteld.
Alde Feanen
Op welke documenten kunt u inspreken?
Inspraak is mogelijk op de ontwerp-aanwijzingsbesluiten voor de eerste tranche Natura2000-gebieden (inclusief Nota van Toelichting en kaarten). De volgende documenten liggen hiervoor ter inzage: 1. Ontwerp-aanwijzingsbesluiten (inclusief Nota van Toelichting en kaarten) De documenten waar het om gaat zijn de ontwerpaanwijzingsbesluiten, inclusief de Nota van Toelichting en de kaarten. In één van de voorgaande hoofdstukken is uitgelegd wat een ontwerp-aanwijzingsbesluit is en wat erin staat. 2. Achtergrondinformatie Deze achtergrondinformatie bestaat uit een aantal rapporten en andere stukken die ten grondslag liggen aan de ontwerp-aanwijzingsbesluiten. Deze stukken zijn bedoeld om u te ondersteunen bij uw inspraakreactie. Een overzicht van alle achtergronddocumenten vindt u in de bijlage.
Inspraak op eerder aangewezen Vogelrichtlijngebieden Voor de Vogelrichtlijn zijn in 2000 en in de jaren daarvoor al gebieden aangewezen. Natuurlijk zijn deze aanwijzingsbesluiten toen ook voorafgegaan door een wettelijke inspraakprocedure. De ‘oude’ Vogelrichtlijnbesluiten vullen we nu aan met instandhoudingsdoelstellingen. Daarmee wordt duidelijker waar de bescherming van het gebied zich op moet richten. Soms worden ook grenscorrecties doorgevoerd. Omdat de ‘oude’ Vogelrichtlijnbesluiten voor een groot deel hetzelfde blijven, kunt u voor deze gebieden alleen inspreken op de wijzigingen. Of er sprake is van een wijziging staat in het ontwerp-aanwijzingsbesluit. Het oude besluit ligt ook als één van de achtergronddocumenten ter inzage.
3. Inspraakwijzer De Inspraakwijzer (de brochure die u nu leest) is bedoeld om u wegwijs te maken in de stapel documenten en de procedure zelf. Hij geeft uitleg over de documenten die ter inzage liggen en over de inspraakprocedure.
Meijendel & Berkheide
Waar kunt u de documenten inzien?
U kunt de documenten van 9 januari 2007 tot en met 19 februari 2007 inzien op de volgende locaties. Houdt daarbij rekening met de normale openingstijden van de gebouwen/ instanties. • De vestigingen van de Directie Regionale Zaken van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in Groningen, Deventer, Eindhoven en Utrecht. • Alle Provinciehuizen, die zijn gevestigd in Arnhem, Assen, ’s-Gravenhage, Groningen, Haarlem, ’s-Hertogenbosch, Leeuwarden, Lelystad, Middelburg, Utrecht en Zwolle, en het Gouvernement in Maastricht. • De hoofdkantoren van de volgende waterschappen en hoogheemraadschappen: - Aa en Maas in ’s-Hertogenbosch - Amstel, Gooi en Vecht in Amsterdam - Brabantse Delta in Breda - De Dommel in Boxtel - Delfland in Delft - Fryslân in Leeuwarden - Groot Salland in Zwolle - Hollands Noorderkwartier in Edam - Hollandse Delta in Dordrecht - Hunze en Aa’s in Veendam - Noorderzijlvest in Groningen - Peel en Maasvallei in Venlo - Reest en Wieden in Meppel - Regge en Dinkel in Almelo - Rijn en IJssel in Doetinchem - Rijnland in Leiden - Rivierenland in Tiel - Roer en Overmaas in Sittard - Vallei en Eem in Leusden - Velt en Vecht in Coevorden - Veluwe in Apeldoorn - Zeeuwse Eilanden in Middelburg - Zeeuws-Vlaanderen in Terneuzen - Zuiderzeeland in Lelystad
10
• De hoofdvestigingen van openbare bibliotheken in de hieronder genoemde gemeenten. • De gemeentehuizen van de volgende gemeenten: Aa en Hunze Albrandswaard Almere Ambt Montfort Andijk Apeldoorn Arcen en Velden Arnhem Assen Asten Barendrecht Barneveld Beesel Bergeijk Bergen (L) Bergen (NH) Bergen op Zoom Berkelland Bernisse Beverwijk Binnenmaas Bladel Blaricum Bloemendaal Boarnsterhim Borger-Odoorn Borsele Boxmeer Boxtel Breda Brummen Brunssum Bunschoten Bussum Castricum Cranendonck Cromstrijen Cuijk Dalfsen De Wolden Den Helder Deurne Dinkelland Dirksland Dordrecht Dronten Echt-Susteren Ede Eemnes Eersel Eijsden Eindhoven Elburg Enkhuizen Enschede Epe Ermelo Gaasterlân-Sleat Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Gennep Goedereede Goes Goirle Graafstroom 's-Gravenhage Groesbeek Groningen Haaksbergen Haaren
Haarlem Haelen Hardenberg Harderwijk Haren Hattem Heemskerk Heemstede Heerde Heerenveen Heerlen Heeze-Leende Helden Hellendoorn Hellevoetsluis Hengelo 's-Hertogenbosch Heusden Hilvarenbeek Hilversum Hof van Twente Hoogeveen Hoogezand-Sappemeer Horst aan de Maas Huizen Hulst Kampen Kapelle Katwijk Korendijk Landgraaf Leek Leeuwarden Lelystad Lemsterland Liesveld Loon op Zand Losser Maastricht Margraten Medemblik Meijel Middelburg Middelharnis Midden-Drenthe Moerdijk Mook en Middelaar Muiden Naarden Nederweert Nieuw-Lekkerland Nijefurd Nijkerk Noord-Beveland Noordenveld Noordoostpolder Noordwijk Noordwijkerhout Nunspeet Oirschot Oisterwijk Oldebroek Oldenzaal Ommen Oostflakkee Ooststellingwerf Opsterland Oud-Beijerland Putten Raalte
Reimerswaal Renkum Reusel-De Mierden Rheden Rijssen-Holten Roerdalen Roermond Roggel en Neer Roosendaal Rotterdam Rozendaal Schouwen-Duiveland Sevenum Simpelveld Sint-Michielsgestel Skarsterlân Sluis Smallingerland Sneek Someren Spijkenisse Staphorst Steenbergen Steenwijkerland Strijen Swalmen Terneuzen Tholen Tilburg Tubbergen Twenterand Tynaarlo Tytsjerksteradiel Urk Valkenburg aan de Geul Valkenswaard Veere Veldhoven Velsen Venray Vlagtwedde Vlissingen Voerendaal Vught Waalre Waalwijk Wageningen Wassenaar Weert Weesp Wervershoof Westerveld Westland Weststellingwerf Westvoorne Wierden Wieringen Wieringermeer Wijdemeren Winterswijk Woensdrecht Wûnseradiel Wymbritseradiel Zandvoort Zeewolde Zijpe Zwartewaterland Zwolle
Op alle locaties vindt u gedrukte exemplaren van de ontwerp-aanwijzingsbesluiten (inclusief Nota van Toelichting en kaarten). Op de vestigingen van de Directie Regionale Zaken van het Ministerie van LNV liggen de ontwerpbesluiten van alle 111 Natura2000-gebieden. Op de andere locaties gaat het steeds om de Natura2000-gebieden die liggen binnen het grondgebied van de betreffende provincie, gemeente of het waterschap. Op de provinciehuizen, het gouvernement en de vier vestigingen van de Directie Regionale Zaken van het Ministerie van LNV is alle achtergrondinformatie in gedrukte vorm aanwezig. Op de overige locaties liggen alleen de belangrijkste achtergronddocumenten. In de bijlage leest u welke documenten waar precies te vinden zijn. U kunt de ontwerp-aanwijzingsbesluiten en de meeste achtergronddocumenten ook downloaden vanaf de website www.minlnv.nl/natuurwetgeving of opvragen bij het LNVloket (zie pagina 13).
Groote Peel
11
Hoe kunt u inspreken?
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) kondigt de inspraak eerst aan. Dit gebeurt met een advertentie in de Staatscourant en een groot aantal landelijke en regionale dagbladen. Vanaf 9 januari 2007 hebt u gedurende zes weken de mogelijkheid in te spreken. Er zijn drie manieren om in te spreken: mondeling op een hoorzitting, schriftelijk per post of via internet. Om dit proces in goede banen te leiden krijgt het Ministerie van LNV ondersteuning van het Inspraakpunt. Het Inspraakpunt verzamelt alle reacties. Vandaar dat we u hieronder een aantal malen verwijzen naar het Inspraakpunt in plaats van naar het Ministerie van LNV.
A. Informatiebijeenkomsten/hoorzittingen Tijdens de terinzagelegging organiseert het ministerie inspraakbijeenkomsten. In elke provincie is er één bijeenkomst. De data en locaties vindt u in de advertentie in uw krant of huis-aan-huisblad die de terinzagelegging aankondigt. De bijeenkomsten bestaan uit een informatiegedeelte en een hoorzitting. Het informatiegedeelte begint met een informatiemarkt, waar LNV-medewerkers uw vragen beantwoorden. Daarna volgt een presentatie. Naar aanleiding daarvan kunt u ook vragen stellen. Tijdens de hoorzitting kunt u mondeling inspreken. De hoorzitting wordt voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter.
Het programma 18.00 uur 19.00 uur 19.30 uur 20.15 uur 20.30 uur
Wilt u tijdens de hoorzitting mondeling inspreken? Wij vragen u vriendelijk om dit uiterlijk twee dagen vóór de betreffende hoorzitting te melden bij het Inspraakpunt, telefoon 070 - 351 96 02. Van uw mondelinge reactie maken we verslag op. Een mondelinge reactie wordt verder op precies dezelfde manier behandeld als de schriftelijke reacties (zie onder B. en C.).
B. Schriftelijke reactie per post Stuur uw schriftelijke inspraakreactie uiterlijk 19 februari 2007 naar: Inspraakpunt Natura 2000 t.a.v.
Postbus 30316 2500 GH Den Haag Vergeet niet om boven aan uw inspraakreactie het nummer én de naam van het gebied waarop u wilt inspreken te vermelden! Hebt u een opmerking over de begrenzing van een gebied? Voeg dan een kaart bij die een en ander verduidelijkt.
C. Schriftelijke reactie via internet Behalve per post kunt u ook inspreken via het inspraakformulier op de website www.minlnv.nl/ natuurwetgeving. Vergeet niet om op het formulier het nummer en de naam van het gebied te vermelden waarop u wilt inspreken!
zaal open en start informatiemarkt presentatie over Natura2000 plenair vragenuurtje pauze hoorzitting
Westduinpark & Wapendal
12
Wat gebeurt er met uw inspraakreactie?
Het Inspraakpunt bundelt alle inspraakreacties. De bundel met reacties gaat onder andere naar de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en de twaalf provincies. Om er zeker van te zijn dat uw inspraakreactie goed is weergegeven, krijgt u de gelegenheid de bundel te controleren. Meer informatie hierover staat in de ontvangstbevestiging. Vervolgens komt de Minister van LNV met een Nota van Antwoord. In de Nota van Antwoord geeft de minister zijn reactie op alle inspraakreacties. Op basis van de Nota van Antwoord schrijven we uiteindelijk de definitieve aanwijzingsbesluiten voor de verschillende Natura2000gebieden.
Westerschelde & Saeftinghe
Hebt u ingesproken? U ontvangt dan een ontvangstbevestiging. Daarin vindt u ook nadere informatie over de procedure.
Meer informatie De ontwerp-aanwijzingsbesluiten voor de eerste tranche Natura2000-gebieden zijn opgesteld door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Meer informatie over Natura 2000 en gerelateerde onderwerpen vindt u op de website www.minlnv.nl/ natuurwetgeving. Hier kunt u ook de documenten die ter inzage liggen downloaden. Voor vragen over Natura 2000 kunt u op werkdagen van 08.30 tot 16.30 uur contact opnemen met het LNV-loket: 0800 - 223 33 22 (gratis). Voor vragen over de inspraakprocedure kunt u contact opnemen met het Inspraakpunt op telefoonnummer 070 - 351 96 02.
13
Bijlage
Lijst van (achtergrond)documenten: De (achtergrond)documenten zijn onderverdeeld in vijf categorieën. De documenten in categorie A1 zijn op alle ter inzage locaties aanwezig. Op de vestigingen van de Directie Regionale Zaken van LNV liggen alle ontwerpaanwijzingsbesluiten. Op de andere locaties liggen alleen de ontwerp-aanwijzingsbesluiten voor de Natura2000-gebieden op het grondgebied van de betreffende provincie, gemeente of het waterschap. De documenten in de categorieën A2 t/m E zijn alleen op de vier vestigingen van de Directie Regionale Zaken van LNV, de provinciehuizen en het gouvernement in te zien, tenzij anders is aangegeven.
toelichting en ontwerpkaarten. Deze documenten geven voor elk van de Natura2000-gebieden aan voor welke soorten en/of habitattypen het betreffende gebied wordt aangewezen; kaarten (schaal circa 1:25000) geven de begrenzing van de gebieden aan. De nota van toelichting geeft achtergrond over de aanwijzing op basis van de Vogel- en Habitatrichtlijn, een gebiedsbeschrijving, beschrijving begrenzing en toelichting bij de kaart en de instandhoudingsdoelen. • Natura 2000 Doelendocument (2006): Het doelendocument geeft een toelichting op de (landelijke) instandhoudingsdoelen en de daarbij gehanteerde systematiek.
De vijf categorieën zijn: A. Producten van het Ministerie van LNV. Dit zijn de ontwerpaanwijzingsbesluiten waartoe ook een nota van toelichting en één of meerdere ontwerpkaarten met de begrenzing behoren. En de inspraakwijzer en de beleidsdocumenten die ten grondslag liggen aan de formulering van de instandhoudingsdoelstellingen. B. Door derden opgestelde documenten die zijn vervaardigd ten behoeve van de samenstelling van bovengenoemde beleidsdocumenten of ten behoeve van de onder categorie C genoemde stukken. C. De documenten die zijn opgesteld ten behoeve van de Nederlandse aanmelding van de Habitatrichtlijngebieden bij de Europese Commissie in 2003. D. Documenten die onder verantwoordelijkheid van de Europese Commissie zijn opgesteld met betrekking tot de aanmelding en monitoring van Habitatrichtlijngebieden. E. Alle ‘oude’ aanwijzingsbesluiten voor Vogelrichtlijngebieden of beschermde natuurmonumenten waarvan (1) wijziging / aanvulling wordt beoogd (Vogelrichtlijn) of (2) die van rechtswege zijn of komen te vervallen (in Natura2000-gebieden gelegen beschermde natuurmonumenten). Deze laatste besluiten zijn in verband met informatie over de instandhoudingsdoelen in hun geheel aan de ontwerp-aanwijzingsbesluiten van de betreffende Natura2000-gebieden gevoegd (zie categorie A).
A1. Producten van Ministerie LNV: Natura2000-besluiten (op alle relevante locaties aanwezig) • Inspraakwijzer (2006): De inspraakwijzer geeft uitleg over de documenten die ter inzage liggen én over de inspraakprocedure. • Ontwerp-aanwijzingsbesluiten (2006), inclusief nota’s van
14
A2. Producten van Ministerie LNV: Natura2000-besluiten (op 16 locaties aanwezig) • Natura 2000 Profielendocument (2006): Het profielendocument geeft een gedetailleerde beschrijving van alle habitattypen en soorten waarvoor gebieden zijn of worden aangewezen (o.a. verspreiding, bijdrage gebieden, relatief belang, staat van instandhouding, bronnen). • Natura 2000 Gebiedendocumenten (2006 ): De gebiedendocumenten bevatten voor elk gebied de volgende onderdelen: kenschets, gebiedsbeschrijving, wijziging begrenzing, habitattypen/-soorten, kernopgaven, instandhoudingsdoelen, wijzigingen in database (plus motivering) en synopsis. • Leeswijzer Natura 2000 Gebiedendocumenten (2006): Dit document is een uitgebreide leeswijzer voor de gebiedendocumenten en levert informatie voor de instandhoudingsdoelen van de ontwerpaanwijzingsbesluiten.
B. Producten van derden vervaardigd ten behoeve van de voorbereiding van de Natura2000-besluiten • KIWA & EGG (2005/2006) Knelpunten- en kansenanalyse Natura 2000 gebieden. In dit rapport wordt voor de habitattypen ingegaan op de kansen en knelpunten. De huidige en potentiële knelpunten worden in beeld gebracht, de mogelijke maatregelen om de knelpunten op te heffen en er wordt aangegeven welke knelpunten met voorrang opgelost zouden moeten worden. • SOVON & CBS (2006) Trends van vogels in het Nederlandse Natura 2000 netwerk. SOVON-informatierapport 2005/09. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Dit document geeft informatie over aantallen en trends van alle vogelsoorten waarvoor Vogelrichtlijngebieden zijn
aangewezen. De kwantitatieve instandhoudingsdoelen voor vogels zijn ontleend aan de cijfers in dit rapport. • LEI rapportage inzake kostenanalyse 2006. In deze rapportage wordt aangegeven welke kosten voor de realisering van de Natura 2000 doelen niet gedekt worden door bestaand beleid. Tevens wordt aangegeven welke baten voortkomen uit Natura 2000. • Instandhoudingsdoelstellingen en analyse begrenzing Habitatrichtlijngebieden voor kamsalamander (Triturus cristatus Laurenti, 1768), RAVON, Nijmegen. Dit document (2005) omvat voorstellen voor zowel de gebiedsdoelen als voor de aanpassing van de begrenzing van relevante gebieden ten behoeve van de voorbereiding van de (definitieve) aanwijzing van de Habitatrichtlijngebieden. • Pleisterplaatsen van Dwergganzen Anser erythropus in Nederland, SOVON-informatierapport 2005/06, SOVON, Beek-Ubbergen. Dit document (2005) is een onderzoek naar het landelijk voorkomen van de Dwerggans. Het vormt de onderbouwing voor de toevoeging van deze soort aan de Vogelrichtlijngebieden Haringvliet en Oudeland van Strijen. Dit rapport is in deze procedure alleen relevant in Noord- en Zuid-Holland en ligt alleen ter inzage op de Provinciehuizen van deze provincies en op de LNV-Vestiging West te Utrecht. • Gegevensvoorziening vis- en amfibiesoorten Annex II Habitatrichtlijn. Overzicht beste leefgebieden Kamsalamander, Grote modderkruiper, Kleine modderkruiper, Bittervoorn en Rivierdonderpad. RAVON, Nijmegen. Dit document betreft een overzicht van verspreiding en leefgebieden van Kamsalamander, Grote modderkruiper, Kleine modderkruiper, Bittervoorn en Rivierdonderpad. Het is opgesteld ter voorbereiding van de aanmelding van de Habitatrichtlijngebieden in 2003. Dit betreft de eindrapportage die bestond uit in twee fasen opgeleverde tussenrapporten. • Speciale beschermingszones voor de noordse woelmuis (3e tranche). Rapport VZZ 2002.04, Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming, Arnhem. Rapport vervaardigd ten behoeve van de aanmelding van Habitatrichtlijngebieden voor de noordse woelmuis in 2003. • Nadere toetsing van aanwijzing en begrenzing van negen Vogelrichtlijngebieden. (Alterra-rapport 328) Alterra, Wageningen. Dit rapport (2001) is één van de bronnen waarnaar in het ontwerpbesluit Strabrechtse Heide & Beuven wordt verwezen. Het is in deze procedure alleen relevant voor Noord-Brabant en ligt daarom alleen ter
inzage op het Provinciehuis van deze provincie en op de LNV-Vestiging Zuid te Eindhoven. • “Inhaalslag Verspreidingsonderzoek mollusken van de Europese habitatrichtlijn” Inventarisatieperiode 2004-2005. Nauwe korfslak Vertigo angustior. Stichting Anemoon, Hillegom. Dit rapport (2006) beschrijft resultaten van verspreidingsonderzoek naar de Nauwe Korfslak in diverse Natura2000-gebieden.
C. Producten van Ministerie LNV: Habitatrichtlijn (2003-2004) • Verantwoordingsdocument (2003): Dit document behandelt de selectiemethodiek die is toegepast voor de aanmelding van de Habitatrichtlijngebieden in 2003. • Lijstdocument (2004): Het lijstdocument vermeldt afzonderlijk voor elk habitattype (bijlage I) en elke soort (bijlage II) welke Habitatrichtlijngebieden aan de selectiecriteria voldoen en geeft daarop een korte toelichting. • Gebiedendocument (2004): Dit document behandelt de begrenzingsmethodiek, omvat de kaarten met begrenzing van de aangemelde Habitatrichtlijngebieden en geeft een opsomming van habitattypen en soorten waarvoor elk gebied is aangemeld. • Reactiedocument (2004): Het Reactiedocument bevat de nota van antwoord met betrekking tot de openbare voorbereidingsprocedure voor de aanmelding van Habitatrichtlijngebieden, die begin 2003 heeft plaatsgevonden.
D. Producten van de Europese Commissie en/of European Environment Agency • Interpretation Manual of European Union Habitats EUR25, adopted by the Habitats Committee on 4 October 1999 and consolidated with the new and amended habitat types for the 10 accession countries as adopted by the Habitats Committee on 14 March 2002. Dit betreft de officiële door het Habitat Comité vastgestelde interpretatie van alle habitattypen opgenomen in bijlage I van de Habitatrichtlijn (alleen in het Engels beschikbaar). • Atlantic Region. Reference List of habitat types and species present in the region (Doc. Atl/B/fin. 5, July 2002). Habitattypen en soorten waarvoor de Lidstaten gelegen in de Atlantische regio gebieden dienen aan te wijzen. Deze lijst vormde het uitgangspunt voor de selectie van Habitatrichtlijngebieden en de beoordeling daarvan door
15
de Europese Commissie. • Atlantic Region. Conclusions on representativity within pSCI of habitat types and species. Seminar held at Den Haag, The Netherlands. June 2002 (Doc. Atl./C/ rev.2, July 2002). Beoordeling van de Europese Commissie van de lijst door Nederland in 1998 aangemelde Habitatrichtlijngebieden. Op grond hiervan heeft Nederland de aanmelding in 2003 aanmerkelijk uitgebreid. • Assessment, monitoring and reporting of conservation status – preparing the 2001-2007 report under Article 17 of the Habitats Directive (DocHab-03-04/ 03 rev. 3). Deze nota van de Europese Commissie, die is goedgekeurd door het Habitat Comité, beschrijft de wijze waarop uitvoering dient te worden gegeven aan de rapportageverplichting opgenomen in artikel 17 van de Habitatrichtlijn. Het beschrijft onder meer hoe de staat van instandhouding van habitattypen en soorten dient te worden beoordeeld (zie evaluation matrices opgenomen in Annex C en E; alleen in het Engels beschikbaar). • Beschikking van de Commissie 2004/813/EG van 7 december 2004 tot vaststelling, op grond van Richtlijn 92/43/EEG, van de lijst van gebieden van communautair belang voor de Atlantische biogeografische regio (Pb EG L 387). Door de Europese Commissie ingevolge artikel 4 van de Habitatrichtlijn vastgestelde lijst van aangemelde Habitatrichtlijngebieden (“Gebieden van Communautair Belang”) in de Atlantische regio die door de Lidstaten moeten worden aangewezen.
daarop met betrekking tot algemene punten. Bijlage 1 geeft een uitvoerige toelichting op de selectiecriteria en begrenzingsmethodiek van de Vogelrichtlijngebieden zoals die sinds 2000 worden gehanteerd; (2) Gebiedsspecifieke zienswijzen en antwoorden en (3) Thematische vragenindex en lijst van indieners van zienswijzen. • Beslissingen genomen op bezwaren tegen de aanwijzing als Vogelrichtlijngebied die tot wijziging van het oorspronkelijke besluit hebben geleid. Tegen de in het jaar 2000 aangewezen Vogelrichtlijngebieden bestond de mogelijkheid om bezwaar te maken. De bezwarenprocedures hebben in een aantal gevallen tot wijzigingen geleid.
E2. Producten van Ministerie LNV (en CRM): beschermde natuurmonumenten (1971-98) • Aanwijzingsbesluiten beschermde en staatsnatuurmonumenten, die samenvallen met Natura2000gebieden (incl. nota’s van toelichting). De status van deze natuurmonumenten komt bij de aanwijzing als Vogel- of Habitatrichtlijngebied te vervallen. Deze documenten geven voor de natuurmonumenten onder meer aan waarom het betreffende gebied indertijd is aangewezen, een beschrijving van het gebied en daarin voorkomende te beschermen natuurwaarden, en een toelichting op de begrenzing. Kaarten geven de begrenzing aan. De besluiten inclusief nota van toelichting zijn als bijlage bij ontwerp-aanwijzingsbesluit van het betreffende Natura2000-gebied opgenomen (zie categorie A).
E1. Producten van Ministerie LNV: Vogelrichtlijn (1986-2005) • Aanwijzingsbesluiten Vogelrichtlijngebieden (incl. nota’s van toelichting, kaarten en eventuele wijzigingsbesluiten). De formele besluiten van de Minister van LNV waarmee de Vogelrichtlijngebieden indertijd zijn aangewezen. De nota van toelichting bij elk besluit geeft een overzicht van vogelsoorten waarvoor het gebied is aangewezen. De besluiten van 2000 en later geven in beknopte vorm selectiecriteria en begrenzingsmethodiek (nader uitgewerkt in de Nota van Antwoord Vogelrichtlijn, 2000). • Nota van Antwoord Vogelrichtlijn (2000). Deze nota van antwoord is uitgebracht naar aanleiding van de zienswijzen die zijn ingediend tijdens de openbare voorbereidingsprocedure die is gevolgd voorafgaand aan de aanwijzing van 49 Vogelrichtlijngebieden in maart 2000. De nota bestaat uit drie delen: (1) Algemeen deel met de ingediende zienswijzen en antwoorden
16
Colofon Uitgave:
Ministerie van LNV Postbus 20401 2500 EK Den Haag
Redactie: Fotografie: Productie: Vormgeving: Drukwerk:
Directie Regionale Zaken Tineke Dijkstra, Den Haag IFZ bedrijfsuitgeverij Vorm Vijf, Den Haag Opmeer, Den Haag
November 2006
Onder dit motto werkt het ministerie van LNV aan veilig, verantwoord geproduceerd voedsel en een vitale natuur. Het platteland moet economisch gezond blijven met behoud van landschap en cultuur. Tenslotte wil LNV de internationale concurrentiekracht van de agrarische sector versterken, met maatschappelijk verantwoord ondernemen als uitgangspunt. LNV heeft anderen nodig om dit te realiseren. Alle betrokkenen moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Transparante besluitvorming is daarbij voorwaarde. LNV geeft richting, stelt waar nodig kaders, stimuleert en financiert.