Inspectierapport Tok Tokkie Kinderopvang (BSO) Dorpsstraat 46a 5735EE AARLE-RIXTEL Registratienummer 156481765
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Brabant-Zuidoost Laarbeek 04-04-2016 Jaarlijks onderzoek Definitief 25-04-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11
2 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 Tok Tokkie Kinderopvang te AARLE-RIXTEL
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Het onderzoek richt zich alleen op de wettelijk verplichte domeinen Pedagogisch klimaat en Personeel en groepen. Beschouwing Kinderdagverblijf Tok Tokkie is een kleinschalig particulier kindercentrum dat opgericht is in november 1999. Sinds 2002 is het kindercentrum gevestigd is in een voormalig winkelpand in het centrum van Aarle-Rixtel. Het winkelpand heeft destijds een grondige verbouwing ondergaan. De ingang van het kindercentrum ligt aan de achterzijde van het pand aan de Dijkmanstraat, tussen nummer 7 en 9. Tok Tokkie Kinderopvang heeft één groep buitenschoolse opvang (bso) met maximaal 20 kinderen, de Krekels genaamd. Naast de bso zijn er twee groepen dagopvang, De Kevertjes en De Torretjes. De bso heeft de beschikking over twee ruimtes in het pand en maakt incidenteel gebruik van de speelhal (44 m²). Er is een aangrenzende buitenruimte voor de dagopvang en die incidenteel door de bso wordt gebruikt. De kinderen maken gebruik van het openbare speelveldje dat aan de achterkant van het kindercentrum ligt. Er wordt ook voorschoolse opvang (VSO) geboden van maandag t/m vrijdagochtend. Inspectiegeschiedenis De BSO wordt sinds 2008 jaarlijks bezocht door de GGD. De laatste reguliere inspectie waarbij alle items van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen zijn getoetst dateert van 2011. De afgelopen drie jaar hebben er inspectiebezoeken plaats gevonden op 15 augustus 2013, 21 januari 2014 en 14 april 2015. Deze inspectie waren onaangekondigd en op grond van kernelementen van de wet Kinderopvang, namelijk Pedagogisch klimaat en Personeel en groepen. Tijdens deze inspecties is geconstateerd dat de getoetste inspectie items volledig voldeden aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Inspectiebezoek op 4 en 12 april 2016 Tijdens het inspectie bezoek heeft de houder tijd vrijgemaakt om de verschillende documenten en werkwijze toe te lichten. Er wordt al jaren gewerkt met een vast team beroepskrachten die zowel bij de dagopvang als de BSO werkzaam zijn. De meeste kinderen komen van de basisschool Brukelum en worden te voet gehaald met twee personen. een beroepskracht haalt met de auto een kind op bij basisschool De Mozaïek in Helmond. een andere beroepskracht haalt met de auto een kind bij basisschool in Beek en Donk. Drie kinderen komen zelfstandig lopend vanuit de brede school Driehoek naar het kindercentrum. Conclusie Tijdens de huidige inspectie is geconstateerd dat de bso voldoet op de wettelijk verplichte domeinen, Pedagogisch klimaat en Personeel en groepen, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 Tok Tokkie Kinderopvang te AARLE-RIXTEL
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het "pedagogisch klimaat". Binnen de praktijkobservatie zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het 'Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4 – 12 jaar'. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de cursieve beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Elk onderdeel eindigt met een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Pedagogische praktijk De houder draagt op de volgende wijze zorg voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan: in artikel 8 van de Huisregels staat het volgende "Tok Tokkie heeft samen met de groepsleiding en in overleg met de ouderraad een pedagogisch beleid opgesteld. Dit ligt ter inzage op het kindercentrum." in de notulen van november 2015 aangegeven dat : "Per januari nemen we het pedagogisch beleid weer met zijn allen door elke vergadering. Even kijken hoe we denken over alles." de beroepskrachten kunnen het pedagogisch beleidsplan inzien in de map die in de sanitaire ruimte ligt. Tijdens de team overleggen worden gedeelten uit het pedagogisch beleidsplan besproken, echter in de notulen is niet terug te vinden welke onderwerpen dit zijn. Observatie De observatie heeft plaatsgevonden op maandag 4 april 2016 in de groep Krekels. Er waren 14 kinderen met twee beroepskrachten. De kinderen kwamen van verschillende basisscholen, namelijk de Brukelum in Aarle-Rixtel, Mozaïek in Helmond, Brede school De Driehoek in Aarle-Rixtel en van een basisschool uit Beek en Donk. De voorschoolse opvang is geobserveerd op 12 april 2016. Er waren 17 kinderen met twee beroepskrachten aanwezig. Conclusie Tijdens de observaties is gezien, dat er wordt voldaan aan de vier pedagogische basisdoelen, namelijk: emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden. Emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen. Bron: 'Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4 - 12 jaar'. Veldinstrument: ‘De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen’ en 'Er heerst een ontspannen en open sfeer in de groep’ De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn, ze geven complimentjes, gaan in gesprek, maken grapjes en treden bemoedigend op. De kinderen zijn enthousiast te maken en te motiveren door de beroepskracht. De kinderen schakelen de beroepskracht in als het nodig is. De beroepskrachten bieden op een passende wijze steun aan de kinderen die vanwege fysiek, sociale of gedragsmatige beperking extra kwetsbaar zijn. Er wordt gericht steun gegeven aan kinderen die moeite hebben zich te handhaven in de groep. Enkele voorbeelden:
4 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 Tok Tokkie Kinderopvang te AARLE-RIXTEL
de kinderen krijgen individuele aandacht wanneer ze zelf uit school komen of door de beroepskracht opgehaald zijn met de auto. De kinderen worden lopend gehaald van de basisschool Brukelum. De reeds aanwezige kinderen worden een half uurtje opgevangen door de beroepskrachten van de dagopvang. De kinderen wachten op elkaar in de gang van de school voordat ze aanlopen naar het kindercentrum; de kinderen van de bso komen van vier verschillende locaties van de basisscholen. De twee kinderen die van andere scholen komen sluiten zich wisselend aan bij het spel van de andere kinderen. Beroepskracht daagt de kinderen uit om te gaan schommelen of mee te gaan knutselen. Deze kinderen zoeken zelf wat te gaan doen; er heerst een open en ontspannen sfeer, zowel tijdens de voorschoolse als naschoolse opvang op de groep. De kinderen weten waar ze het speelgoed kunnen vinden en gaan hun eigen gang met buiten spelen en in de huishoek. Conclusie In het kindercentrum wordt de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd. Persoonlijke competentie Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. Bron: 'Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4 - 12 jaar'. Veldinstrument: 'Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer) ervaring op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting.’ Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde individuele en groepsactiviteiten. Ieder kind krijgt de leer- en ervaringskansen naar eigen wens of behoefte in te vullen. Beroepskrachten geven de kinderen passende uitleg, aanwijzingen en correcties. Kinderen kunnen zelf kiezen en meedenken. Er is binnen en buiten voldoende spelmateriaal voor de verschillende ontwikkelingsgebieden en leeftijdsgroepen. De groep maakt gebruik van twee ruimten: een kleine en grote ruimte. De kleine ruimte wordt gebruikt om na school wat te drinken en te knutselen. In de grote groepsruimte zijn verschillende activiteitenhoeken, zoals een poppenhoek, bouwhoek, een bank en een tv en leeshoek. In een nis van deze ruimte is een computerhoek en kan er een bouwwerk gemaakt worden. Kinderen gaan dagelijks naar buiten en hebben spelmateriaal dat aanzet tot individueel en gezamenlijk spel. Enkele voorbeelden: er is veel vrij spel gezien met het buiten spelen en in de groepsruimten. De beroepskrachten lopen rond en helpen kinderen en zijn in gesprek met de kinderen en sluiten op een positieve wijze aan in het spel van de kinderen; bij de voorschoolse opvang zitten kinderen te kleuren aan tafel, doen een spelletje met de beroepskracht, lezen een boekje of bouwen een "tank" met blokken. Conclusie In het kindercentrum wordt de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd. Sociale competentie Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. Bron: 'Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4 - 12 jaar'. Veldinstrument: 'De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interacties' De kinderen krijgen de informatie en hulp om contact met groepsgenootjes te maken en te onderhouden. De beroepskrachten begeleiden ook de positieve interacties tussen de kinderen. Ze helpen de kinderen om actief sociale vaardigheden met groepsgenootjes te ontwikkelen. De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om kinderen samen te laten spelen. De beroepskrachten moedigen interacties aan.
5 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 Tok Tokkie Kinderopvang te AARLE-RIXTEL
Enkele voorbeelden: kinderen zijn tijdens het lopen naar het kindercentrum in gesprek met de beroepskracht en met elkaar. Er worden grapjes gemaakt en kinderen hebben duidelijk plezier; kinderen kiezen na het drink moment zelf wat te gaan doen namelijk buiten spelen, de poppenhoek of knutselen. Aangezien de meeste kinderen voor buiten spelen kiezen overleggen beroepskrachten waar de knutselactiviteit te gaan doen. Er wordt besloten deze in de grote ruimte te gaan doen om zodoende zicht te hebben op de "moedertjes" in de poppenhoek. Conclusie In het kindercentrum wordt de sociale competentie voldoende gewaarborgd. Overdracht van waarden en normen Veldinstrument observatie: Het gedrag van de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie. Bron: 'Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4 – 12 jaar'. Veldinstrument observatie: 'Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast' Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op een eenduidige wijze. De beroepskrachten leggen uit waarom regels en omgangsvormen belangrijk zijn. Kinderen worden betrokken bij en hebben invloed op het opstellen en evalueren van regels en afspraken. Ze passen deze in de meeste situaties consequent toe. Enkele voorbeelden: in de kleine ruimte hangt een oranje papier met 22 groepsregels; de kinderen verzamelen in de gang van de school. De beroepskracht legt aan de nieuwe kinderen uit dat ze eerst moeten wachten en tegen de muur moeten staan zodat andere mensen er door kunnen lopen. Er wordt uitgelegd dat er hand in hand gelopen wordt en dat bij de stoep gewacht wordt. De kinderen moeten vijf keer een oversteek maken waarbij er gewacht wordt en gekeken wordt of het veilig is om over te steken; kinderen weten dat de handen gewassen worden voordat er aan tafel gegaan wordt; kinderen ruimen op voordat ze met iets anders gaan spelen. Conclusie In het kindercentrum worden de waarden en normen voldoende gewaarborgd. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw W. Strik) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (maandag 4 april 2016 van 14.00 t/m 16.30 uur en dinsdag 12 april van 7.45 t.m 8.15 uur)
6 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 Tok Tokkie Kinderopvang te AARLE-RIXTEL
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). De beroepskracht-vrijwilliger-kindratio en de groep zijn gecontroleerd tijdens de observatie en door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Verklaring omtrent het gedrag De houder en alle personen werkzaam bij de onderneming beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag (in het kader van de continue screening). De beroepskrachten zijn gescreend op de functieaspecten 84 (belast met zorg voor minderjarigen) en 86 (kinderopvang). Aandachtspunt bij openen andere locatie De twee houders hebben een VOG natuurlijke personen (NP) overlegd. Het kindercentrum is bij de Kamer van Koophandel geregistreerd als een "VOF". Betrokken rechtspersonen dienen een VOG "Rechtspersoon" te hebben indien de houder een extra locatie opent of indien het kindercentrum gaat verhuizen moet een VOG RP worden overlegd die niet ouder is dan twee maanden. Om deze reden voldoet de VOG NP van de houders. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie conform de CAO kinderopvang. Opvang in groepen De BSO bestaat uit één basisgroep van maximaal 20 kinderen. Er is een zestal kinderen die flexibel komen. De ouders geven ruim van tevoren door op welke dagen de kinderen komen. Er wordt voorschoolse opvang geboden voor de kinderen die scholen in Aarle-Rixtel bezoeken. In het Pedagogisch beleidsplan staat hiervan niets vermeld. De bezetting in de maand april (week 14-2016) is als volgt: De Krekels Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
Planning VSO in week 14 5 kinderen 18 kinderen 5 kinderen 11 kinderen 9 kinderen
Planning BSO in week 14 18 kinderen 17 kinderen geen kinderen 20 kinderen 6 kinderen
Beroepskracht-kindratio Uit de informatie van de beroepskrachten blijkt dat er voldoende beroepskrachten ingezet worden voor de voorschoolse opvang en de bso. Er zijn twee vaste beroepskrachten voor de bso. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw W. Strik) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (maandag 4 april 2016 van 14.00 t/m 16.30 uur en dinsdag 12 april van 7.45 t.m 8.15 uur) Verklaringen omtrent het gedrag (map personeel) Diploma's beroepskrachten (map personeel) Presentielijsten (inzage op locatie in agenda 2016; ontvangen 31 maart 2016) Personeelsrooster (ontvangen 31 maart 2016)
7 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 Tok Tokkie Kinderopvang te AARLE-RIXTEL
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 Tok Tokkie Kinderopvang te AARLE-RIXTEL
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 Tok Tokkie Kinderopvang te AARLE-RIXTEL
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: Tok Tokkie Kinderopvang : http://www.toktokkiekinderopvang.nl : 20
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer Aansluiting geschillencommissie
: : : : :
Tok Tokkie Kinderopvang Dorpsstraat 46a 5735EE AARLE-RIXTEL 17116133 Ja
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 5605KR EINDHOVEN 088 0031 377 Mirjam van den Brand
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Laarbeek : Postbus 190 : 5740AD BEEK EN DONK
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
04-04-2016 13-04-2016 27-04-2016 25-04-2016 26-04-2016 26-04-2016
: 16-05-2016
10 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 Tok Tokkie Kinderopvang te AARLE-RIXTEL
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Op 25 april 2016 is onderstaande zienswijze van de houder per e-mail ontvangen. Aarle Rixtel, 19 april 2016 Geachte lezer, Op 4 april jongstleden heeft de inspecteur van de GGD ons bezocht voor een inspectiebezoek. De inspecteur heeft een aantal documenten ingezien en de leidsters tijdens hun werkzaamheden geobserveerd. Tijdens dit bezoek waren twee leidsters op de buitenschoolse opvang aan het werk. De inspecteur heeft de leiding een aantal vragen gesteld en gekeken hoe de omgang met de kinderen is. Dit bezoek is van beider kanten positief verlopen. De inspecteur heeft vastgesteld dat er een positieve sfeer hangt en dat de kinderen worden opgevangen in een veilige omgeving. Kortom een positief inspectiebezoek! Willeke Strik Tok Tokkie kinderopvang
11 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 Tok Tokkie Kinderopvang te AARLE-RIXTEL