Inspectierapport 't Opstapje (PSZ) Irissenstraat 2 5151TN DRUNEN
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant Heusden 15-09-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 28-09-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8 Ruimte en inrichting ......................................................................................................... 9 Inspectie-items .................................................................................................................. 10 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 13 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 13 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 14
2 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 15-09-2015
't Opstapje te DRUNEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Algemeen Peuterspeelzaal 't Opstapje is sinds februari 2013 gevestigd in basisschool Jong Leren in Drunen. De peuterspeelzaal heeft een groepsruimte, een verschoonruimte en een toiletgroep ter beschikking. De groepsruimte is gesitueerd naast en tegenover een kleutergroep. Dit zorgt ervoor dat kinderen elkaar tegenkomen in de gang en er contactmomenten zijn. Ook de kinderen van de andere groepen komen regelmatig naar de peutergroep, bijvoorbeeld om te trakteren als ze jarig zijn. Ook dit zorgt voor contactmomenten. Dit jaar zijn er wisselingen/verschuivingen geweest bij het personeel. 2 beroepskrachten zijn gestopt en 1 andere beroepskracht is op een andere locatie gaan werken. Overleg en overreding De toezichthouder heeft overleg en overreding toegepast op de volgende documenten; Een diploma Het VVE-opleidingsplan De documenten zijn, binnen de afgesproken termijn, opgestuurd naar de toezichthouder en meegenomen in de beoordeling. Inspectiegeschiedenis In april 2013 heeft er een onderzoek voor registratie plaatsgevonden. De toezichthouder stelt vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de eisen. In juni 2013 heeft er een onderzoek 3 maanden na start exploitatie plaatsgevonden. Tijdens deze inspectie stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de eisen. Tijdens de inspectie van november 2014 stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de eisen Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Conclusie Tijdens de huidige inspectie van 15-9-2015 blijkt dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld.
Advies aan College van B&W Geen handhaving. De coördinator Stichting Peuterspeelzalen Heusden heeft in een mail aangegeven accoord te zijn met de inhoud van het rapport en geen gebruik te willen maken van het recht om een zienswijze in te dienen.
3 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 15-09-2015
't Opstapje te DRUNEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (GGD GHOR Nederland/ NJI, 2015). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument (schuin gedrukt) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richt zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Pedagogische praktijk Er is een pedagogisch werkplan dat specifiek voor deze locatie is geschreven. Het werkplan dateert van 2015. De beroepskrachten werken volgens dit pedagogisch werkplan. Emotionele veiligheid De beroepskrachten kennen ieder kind in de groep; ze kennen hen bij naam en weten persoonlijke bijzonderheden. Voorbeeld: Tijdens het kringmoment worden alle kinderen individueel begroet door de beroepskrachten. De beroepskrachten kennen bijzonderheden van de kinderen en benoemen deze ook. Een beroepskracht vertelt dat kind X graag de kat uit de boom kijkt maar dat zij het wel leuk vindt om aan activiteiten mee te doen zoals bijvoorbeeld schilderen. De beroepskrachten laten merken dat zij de kinderen accepteren zoals ze zijn; ze geven complimentjes, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. Voorbeeld: De kinderen zitten in de kring en een beroepskracht zegt tegen kind X;'X ik hoorde dat jij zonder tutje hebt geslapen. Knap hoor!' Enkele andere kinderen in de groep geven ook aan dat zij al zonder tutje slapen. Persoonlijke competentie De beroepskrachten helpen het kind bij contacten met andere kinderen als dit nodig is of de situatie onveilig wordt. Zij geven op een passende manier steun zodat het kind de betreffende situatie weer zelf aan kan. Voorbeeld: In de kring wordt er een spel gespeeld met behulp van knuffel 'biggetje Bram' zodat de kinderen elkaar en elkaars naam beter leren kennen. Zodra een kind 'biggetje Bram' vast heeft mag hij/zij zijn/haar voor-en achternaam noemen en vervolgens het knuffeltje aan iemand anders geven. Sommige kinderen durven dit niet. De beroepskracht vraagt aan deze kinderen die het niet durven:'Zullen we 't samen doen?' De kinderen die het betreffen stemmen hier mee in en de beroepskracht loopt samen met ieder kind dat niet alleen durft naar het andere kind om het knuffeltje af te geven. Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde activiteiten. De activiteiten zijn gevarieerd en stimuleren diverse ontwikkelingsgebieden. Ieder kind krijgt leer/ervaringskansen. Voorbeeld: Er is ruimte voor vrij spel. Een aantal kinderen spelen in de autohoek, een aantal in de huishoek. Een paar kinderen zijn aan het puzzelen of spelen met legoblokken. Alle kinderen mogen 4 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 15-09-2015
't Opstapje te DRUNEN
beurtelings in kleine groepjes een plaat schilderen dat betrekking heeft op het thema 'Welkom' waarmee zij bezig zijn. Sociale competentie De beroepskrachten grijpen adequaat in bij negatieve interacties tussen kinderen. Zij helpen om de betreffende situatie stop te zetten of op te lossen. Kinderen krijgen de kans voor 'hoor en wederhoor'. De beroepskrachten leggen doorgaans uit waarom er wordt ingegrepen en geven aan wat wel de bedoeling is. Voorbeeld: Een kind komt huilend naar de beroepskracht toegelopen. De beroepskracht vraagt wat er aan de hand is waarop het kind vertelt dat X hem aan zijn t-shirt trok. De beroepskracht loopt samen met het kind naar kind X en geeft uitleg dat het niet leuk is als je iemand aan zijn t-shirt trekt. De beroepskracht stelt voor om elkaar een hand te geven en sorry te zeggen. De kinderen geven elkaar een hand waarop kind X zegt:'Sorry, niks aan de hand!' Overdracht van normen en waarden Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij gedrag en behoefte van individuele kinderen. Voorbeeld: Als de kinderen buiten gaan spelen gaan kinderen middels een evacuatiekoord naar buiten. Het is zichtbaar dat kinderen weten dat zij aan de hand van dit koord naar buiten gaan. Kinderen wachten buitjes netjes achter het evacuatiekoord totdat de beroepskracht de fietsen en dergelijke heeft gepakt uit de schuur. In de kring wordt herhaaldelijk door beiden beroepskrachten aangegeven dat de kinderen netjes op hun stoel moeten blijven zitten. Conclusie Alle getoetste voorwaarden met betrekking tot de pedagogische praktijk voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Voorschoolse educatie Peuterspeelzaal 't Opstapje is 4 dagdelen (ochtenden) open van 08.30-11.00 uur; Maandagochtend - woensdagochtend Dinsdagochtend -donderdagochtend Dinsdagmiddag en vrijdagmiddag zijn komen te vervallen vanwege de afname van het aantal kinderen. Per dagdeel worden er 16 kinderen opgevangen. Een aantal kinderen komen 4 dagdelen per week naar de peuterspeelzaal. Voor de voorschoolse educatie wordt gebruik gemaakt van het programma Piramide. De beroepskrachten zijn in het bezit van een VVE-certificaat. Zij zijn alle drie Piramide geschoold. De coördinator heeft een opleidingsplan 2015-2016 opgesteld voor de beroepskrachten. De toezichthouder heeft O&O toegepast met betrekking tot het VVE Opleidingsplan daar deze te summier beschreven was. De coördinator heeft binnen de gestelde termijn het nieuwe document toegestuurd aan de toezichthouder. Conclusie Alle getoetste voorwaarden met betrekking tot VVE voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen..
Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (15-9-2015) Website (www.peuterspeelzalenheusden.nl) Pedagogisch beleidsplan (2015) Pedagogisch werkplan (2015) 5 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 15-09-2015
't Opstapje te DRUNEN
VVE-certificaten (Piramide) Opleidingsplan voorschoolse educatie (2015-2016)
6 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 15-09-2015
't Opstapje te DRUNEN
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag In verband met de continue screening zijn alle verklaringen omtrent het gedrag (VOG) beoordeeld. Alle beroepskrachten beschikken over een recente VOG en zijn opgenomen in de continue screening. Passende beroepskwalificatie De (aanwezige) beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Op de dag van inspectie worden er 15 kinderen opgevangen met 2 beroepskrachten die beiden een VVE-certificaat Piramide in hun bezit hebben. Dit voldoet aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (15-9-2015) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten
7 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 15-09-2015
't Opstapje te DRUNEN
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Tijdens de inspectie van 26-11-2014 werd het volgende geconstateerd; Er zijn huisregels die voortvloeien uit de risico-inventarisatie. Deze huisregels worden gehanteerd door de beroepskrachten en zijn bekend bij de kinderen maar staan nog niet genoteerd. Dit gaat in de loop van het jaar gebeuren. Tijdens de huidige inspectie heeft de toezichthouder het document van de huisregels gezien en bekeken. Conclusie Alle getoetste voorwaarden met betrekking tot de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Gebruikte bronnen: Huisregels/groepsregels (juli 2015)
8 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 15-09-2015
't Opstapje te DRUNEN
Ruimte en inrichting
Buitenspeelruimte De buitenruimte is aangrenzend, het betreft de speelplaats waar ook de kleuters van de basisschool gebruik van maken. Er is een rooster gemaakt, de peuters spelen niet tegelijk met de kleuters buiten. De buitenspeelplaats beschikt over een speelhuisje en een zandbak. Als de peuters buiten gaan spelen wordt er op het speelhuisje een schot geplaatst waardoor de peuters geen gebruik kunnen maken van de "glijpaal". De peuterspeelzaal kan ook gebruik maken van de speelzaal, ook hiervoor is een rooster opgesteld. Tijdens het vorige inspectie bezoek kwam het volgende aandachtspunt naar voren; De toezichthouder heeft aangegeven dat er sprake is van achterstallig onderhoud met betrekking tot de glijbaan. Tijdens de huidige inspectie zag de toezichthouder dat de glijbaan wat afgebladderde verf had. De coördinator van stichting peuterspeelzalen Heusden heeft dit gemeld bij de directeur van de basisschool. Deze heeft per email laten weten dat e.e.a. gemeld is bij de onderhoudsdienst van Scala (overkoepelende organisatie van basisscholen in Heusden). De contactpersoon ziet er op toe dat de toezegging wordt nagekomen. Tijdens de volgende inspectie wordt het buitentoestel opnieuw bekeken. Conclusie Alle getoetste voorwaarden met betrekking tot de buitenspeelruimte voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Gebruikte bronnen: Observaties (15-9-2015)
9 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 15-09-2015
't Opstapje te DRUNEN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
10 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 15-09-2015
't Opstapje te DRUNEN
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 15-09-2015
't Opstapje te DRUNEN
Ruimte en inrichting Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
12 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 15-09-2015
't Opstapje te DRUNEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
't Opstapje http://www.peuterspeelzalenheusden.nl 16 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Stichting Peuterspeelzalen Heusden Sint Catharinastraat 30 5251AR VLIJMEN 41099465
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 L. van Ingen
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Heusden : Postbus 41 : 5250AA VLIJMEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
15-09-2015 23-09-2015 Niet van toepassing 28-09-2015 28-09-2015 28-09-2015
: 19-10-2015
13 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 15-09-2015
't Opstapje te DRUNEN
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
14 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 15-09-2015
't Opstapje te DRUNEN