Inspectierapport
Peutergroep It Lytjhus (KDV) Burgemeester van den Bergstraat 15 9166 PS Schiermonnikoog Registratienummer 172014487
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Fryslân Schiermonnikoog 17-12-2014 Onderzoek na registratie Definitief 26-02-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................8 Accommodatie en inrichting ......................................................................................... 10 Ouderrecht................................................................................................................ 11 Inspectie-items.............................................................................................................. 13 Gegevens voorziening..................................................................................................... 19 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 19 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 20
2 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek na registratie. Een onderzoek na registratie vindt plaats binnen drie kalendermaanden na registratie in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Bij startende locaties richt het toezicht zich de eerste twee jaar op alle kwaliteitsaspecten. Uitzondering hierop vormt het vaststellen van een reglement oudercommissie en het instellen van een oudercommissie. Uiterlijk binnen zes maanden na de aanvraag dient deze vastgesteld / ingesteld te worden. Op verzoek van de Gemeente Schiermonnikoog heeft GGD Fryslân op 17 december 2014 een aangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd bij kinderdagverblijf Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog. De werkzaamheden van de toezichthouder bestonden in dit onderzoek uit: een bureauonderzoek van verkregen zakelijke gegevens en bescheiden; een locatiebezoek. Daarnaast heeft de toezichthouder overleg gevoerd met de beroepskracht en de gemeente. Beschouwing Algemene gegevens kinderdagverblijf Peutergroep It Lytjhus is onderdeel van van Stichting Welzijn Schiermonnikoog. De locatie staat als dagopvang geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk met 15 kindplaatsen. Er wordt opvang geboden aan kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar op dinsdag-, woensdag- en donderdagochtend. vanwege het PGB van één van de kinderen, zijn er momenteel 2 beroepskrachten op de groep werkzaam. De peutergroep is gevesigd in de samenwerkingsschool ‘Y de mande’. Aan de andere kant van het gebouw is de andere kinderopvang voor kinderen in de leeftijd van 0 t/m 12 jaar gehuisvest. Beroepskrachten zijn op beide locaties werkzaam. Naast de eigen groepsruimte en buitenspeelruimte, kan de peutergroep gebruik maken van het speellokaal van de basisschool. Voorschoolse educatie Op de peuterspeelzaal wordt aan voorschoolse educatie gedaan aan de hand van de methode ‘Dag Jules’, om bij te kunnen dragen aan de ontwikkelingsstimulering van de kinderen. De locatie staat niet als gesubsidieerde locatie voorschoolse educatie geregisteerd in het landelijk register. Inspectiegeschiedenis Er heeft een onderzoek voor registratie plaatsgevonden op 26 augustus 2014 in verband met de omzetting van opvangvorm van peuterspeelzaal naar kinderdagverblijf. De gemeente heeft de locatie met terugwerkende kracht per 1 januari 2014 geregistreerd in het landelijk register. Inspectiebevindingen Uit het onderzoek is gebleken dat kinderdagverblijf Peutergroep It Lytjhus aan alle inspectie-items voldoet, die in dit onderzoek getoetst zijn. Er zijn bij verschillende items opmerkingen gezet. Met name doordat de term peuterspeelzaal nog wordt gebruikt. De planning is om per 1 juli 2015 de locatie weer als peuterspeelzaal te laten draaien. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein ‘pedagogisch klimaat’ belicht. Per aspect wordt eerst het pedagogisch beleidsplan en de praktijkobservatie beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Pedagogisch beleid De houder van een kindercentrum draagt zorg voor een zodanig pedagogisch beleid dat leidt tot verantwoorde kinderopvang. De inhoud van het pedagogisch beleid is aan de pedagogische praktijk getoetst. Peutergroep It Lytjhus heeft een pedagogisch beleidsplan, waarin de pedagogische visie op de omgang met kinderen wordt beschreven. De 4 pedagogische basisdoelen uit de Wet zijn summier beschreven: de sociaal emotionele veiligheid; de persoonlijke competentie; de sociale competentie; de normen en waarden. Alleen de normen en waarden zijn uitgewerkt onder het kopje 'ongewenst/goed gedrag'. Dit dient de houder in duidelijke en observeerbare termen uit te werken en zal bij een volgende jaarlijkse inspectie opnieuw beoordeeld worden. Het
pedagogisch beleidsplan bevat daarnaast informatie over: Bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. Hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. In geval van calamiteiten kan er gebruik gemaakt worden van de leerkrachten van de basisschool en/of de beroepskrachten van de nabijgelegen kinderopvang. De wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. De wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven.
Er wordt geen gebruik gemaakt van extra dagdelen en er wordt altijd met 2 beroepskrachten of een beroepskracht en een vrijwilliger gewerkt. Deze items zijn derhalve niet beoordeeld. Opmerkingen: De maximale omvang is aangegeven in het pedagosch beleidsplan met maximaal 16 kinderen, terwijl er in de praktijk en volgens het landelijk register maximaal 15 kinderen worden opgevangen. Daarnaast wordt er nog geschreven over een peuterspeelzaal in plaats van dagopvang met een peutergroep. Conclusie: De toezichthouder constateert dat de houder met het pedagogisch beleidsplan en het locatie specifieke werkplan voldoet aan de getoetste criteria op het gebied van het pedagogisch beleid.
4 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog
Pedagogische praktijk Pedagogisch beleidsplan De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De beroepskrachten dragen actief bij aan het bijstellen van het gehele pedagogisch beleidsplan. Hun ervaringen worden benut voor het evalueren en verbeteren van het pedagogisch beleidsplan. In november 2014 is het pedagogisch beleidsplan opnieuw besproken en aangepast. Conclusie: De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder voldoet aan de getoetste criteria voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Observatie van de praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het 'Veldinstrument observatie kindercentrum'. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk heeft de toezichthouder gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk – kindercentra en peuterspeelzalen (www.rijksoverheid.nl). Het veldinstrument is ingedeeld naar de vier pedagogische basisdoelen die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang. Deze basisdoelen zijn: Het waarborgen van emotionele veiligheid; Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van persoonlijke competentie; Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van sociale competentie; Socialisatie; het overdragen van waarden en normen. Aan de hand van het genoemd veldinstrument is de pedagogische praktijk tijdens het onderzoek op de vestiging beoordeeld. Er heeft een observatie van de pedagogische praktijk plaatsgevonden tijdens vrij spel, een kringmoment, en een gerichte activiteit. Er zijn 5 kinderen en 2 beroepskrachten aanwezig. Conclusie: De beroepskrachten handelen volgens de vier basisdoelen uit de Wet kinderopvang en geven hieraan invulling zoals deze beschreven staan in het pedagogisch beleidsplannen en de groepsbeschrijving. Vierogenprincipe De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd. De houder heeft het vierogenprincipe beschreven in het pedagogsch beleidsplan. Tijdens de observatie waren er 2 beroepskrachten aanwezig. Vanuit de groepsruimte is er via ramen zicht op de toiletruimte, de gang en de buitenspeelruimte. Conclusie: De toezichthouder concludeert uit bovenstaande bevindingen dat de houder het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan uitvoert. Gebruikte bronnen:
Interview beroepskrachten Observatie tijdens vrij spel, een kringmoment en een gerichte activiteit. Pedagogisch beleidsplan november 2014, versie 2 Notulen teamoverleg 25 augustus en 8 september 2014
5 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog
Personeel en groepen In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein ‘Personeel en groepen’ belicht. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Verklaring omtrent het gedrag Per 1 juli 2013 is de nulmeting continue screening opgenomen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Alle medewerkers die een verklaring omtrent het gedrag (VOG) hebben van vóór 1 maart 2013 dienen een nieuwe VOG aan te vragen. Daarmee wordt gecontroleerd of medewerkers relevante strafbare feiten hebben gepleegd in het verleden. Het aanvragen van nieuwe verklaringen omtrent gedrag wordt gefaseerd ingevoerd. Dit betekent voor het toezicht op de VOG’s, dat er gekeken wordt naar de datum op de VOG en er getoetst wordt of de houder bijtijds een nieuwe VOG heeft laten aanvragen. Stagiaires, uitzendkrachten en vrijwilligers vallen vooralsnog niet onder de continue screening en zullen tweejaarlijks een nieuwe VOG moeten aanleveren. De toezichthouder is tot een oordeel gekomen op basis van de aangeboden verklaringen omtrent het gedrag (VOG) van 3 beroepskrachten en 1 coördinator. Conclusie: De getoetste verklaringen omtrent het gedrag voldoen aan de gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie Voor de kindercentra worden de beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken, genoemd in de collectieve arbeidsovereenkomst kinderopvang, aangemerkt als passende beroepskwalificaties. De toezichthouder is tot een oordeel gekomen op basis van de aangeboden diploma's van 3 beroepskrachten. Conclusie: Uit de toetsing is gebleken dat de beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Een stamgroep is een vaste groep kinderen in de dagopvang in een passend ingerichte vaste groepsruimte. De opvang in groepen is beoordeeld aan de hand van het gesprek met de beroepskracht en een steekproef van de aanwezigheidslijsten kinderen van november t/m 17 december 2014: Per dagdeel zijn er maximaal 15 kinderen in de stamgroep geweest in de leeftijd van 2 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen beëindigt. Er is één stamgroep gevormd die in één stamgroepsruimte verblijft. Er wordt in de getoetste periode gewerkt met een vast rooster waarbij er altijd 1 beroepskracht op de dinsdag-, woensdag- en donderdagochtend werkzaam is. Vanwege het PGB van een kind, wordt daarnaast een 2e beroepskracht ingezet. Dit wordt ingevuld door 2 verschillende beroepskrachten. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Conclusie: De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder voldoet aan de getoetste criteria in bovenstaande periode op het gebied van de opvang in groepen.
6 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog
Beroepskracht-kindratio Het minimale aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezige kinderen bij een gemengde leeftijdsgroep in een kindercentrum wordt, met in achtneming van uitzonderingen in de wet- en regelgeving, bepaald met behulp van een rekentool die bekend is gemaakt via de website www.rijksoverheid.nl. Hierbij is er de mogelijkheid bij openingstijden van 10 uur of langer om maximaal 3 uur af te wijken betreffende het begin van de dag, de lunchpauze en het einde van de dag. Gedurende de schooldagen kan dit ten hoogste een half uur per dag zijn. Uit de steekproef van aanwezigheidslijsten van de kinderen en de roosters van de beroepskrachten van de maanden november t/m 17 december 2014 blijkt dat de beroepskracht-kindratio op de groep voldoet aan de eisen vanuit de Wet kinderopvang. Tijdens de inspectie zijn er 5 kinderen aanwezig in de leeftijd van 2 - 4 jaar en 2 beroepskrachten. De achterwachtregeling is beschreven in het pedagogisch beleidsplan van de locatie. Er wordt niet afgeweken van de beroepskracht-kindratio. Conclusie: De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder voldoet aan de getoetste criteria in bovenstaande perdiode op het gebied van de beroepskracht-kindratio. Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal van Nederlands en/of Fries dient gebruikt te worden en wordt getoetst in de praktijk. De documenten voor de ouders zijn in het Nederlands opgesteld. Op het kindercentrum wordt in de praktijk Nederlands gesproken. Conclusie: Uit de documenten en de praktijk blijkt dat de houder voldoet aan het gebruik van de voorgeschreven taal. Gebruikte bronnen: Interview beroepskrachten Verklaringen omtrent het gedrag van 3 beroepskrachten en 1 coördinator Diploma’s van 3 beroepskrachten Observatie van het aantal kinderen en beroepskrachten op de groep tijdend de inspectie Presentielijsten kinderen en rooster beroepskrachten november t/m 17 december 2015 (ingezien op locatie)
7 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog
Veiligheid en gezondheid In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein ‘Veiligheid en gezondheid’ belicht. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder van een kindercentrum voert een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen in elk door hem geëxploiteerd kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder van het kindercentrum legt in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico's de opvang van kinderen met zich meebrengt. Tijdens de inspectie is de risicoinventarisatie veiligheid en gezondheid steekproefsgewijs getoetst aan de verschillende ruimtes en aan de praktijk. De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is volgens de Risico-monitor uitgevoerd in november 2014. Alle ruimtes zijn in de inventarisatie meegenomen, waaronder het speellokaal. Er is naar aanleiding van de risico-inventarisatie een plan van aanpak opgesteld. In het actieplan wordt verwezen naar reeds bestaande protocollen. Daarnaast wordt er gebruikt gemaakt van vaste schoonmaakschema’s. Uit de steekproef van de praktijk zijn geen bijzonderheden naar voren gekomen. De beroepskrachten handelen conform de afspraken en zij kunnen de genomen maatregelen in de praktijk benoemen. De protocollen zijn op de locatie aanwezig, zodat de documenten voor de beroepskrachten en vrijiwlliger inzichtelijk zijn. Tijdens de inspectie is er aandacht voor onder andere: de handhygiëne; de ventilatie van ruimtes; het gebruik van materialen; Er is een systeem voor het registreren van ongevallen; dit systeem wordt daadwerkelijk toegepast in de praktijk. Er zijn in 2014 kleine ongevallen geregistreerd, waarna regels/afspraken met de kinderen zijn aangepast of aangevuld. Conclusie: De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder hiermee voldoet aan de getoetste criteria op het gebied van veiligheid en gezondheid. Meldcode kindermishandeling Ter versterking van de aanpak van kindermishandeling is vanaf 1 juli 2013 de 'Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling' van kracht. Stichting Welzijn Schiermonnikoog beschikt over een meldcode kindermishandeling die is aangepast aan de eigen organisatie. De meldcode kindermishandeling is op de locatie aanwezig en de beroepskrachten hebben in een teamoverleg het protocol besproken. Op het eiland wordt gewerkt met een Zorg Advies Team. Conclusie: De toezichthouder constateert dat de houder met het pedagogisch beleidsplan en het locatie specifieke werkplan voldoet aan de getoetste criteria op het gebied van het pedagogisch beleid.
8 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog
Vierogenprincipe Vanaf 1 juli 2013 is het vierogenprincipe verplicht voor de kinderdagverblijven. Dit houdt in dat er altijd een andere volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met de beroepskracht. Het vierogenprincipe is bedoeld om de veiligheid in de kinderdagverblijven te vergroten. De houder geeft aan zorg te dragen dat alle beroepskrachten bij hun werkzaamheden gezien en gehoord kunnen worden door een andere volwassene. Hiervoor maakt de houder gebruik van 2 beroepskrachten of een beroepskracht met een vrijwilliger. Daarnaast zijn er ramen die zicht geven op de toiletruimte, gang en buitenspeelruimte. Personeel van de basisschool en de nabij gelegen kinderopvang kunnen onverwachts binnenkomen. Conclusie: Uit de getoetste criteria blijkt dat de houder de opvang op zodanige wijze organiseert, dat de beroepskracht de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij/zij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Gebruikte bronnen: Interview beroepskrachten Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid met actieplan 11 september 2013 Risici-monitor management rapport van 11 september 2014 Ongevallenregistraties (ingezien op locatie) Protocollen: veilig slapen, geneesmiddelen, veiligheid, vermissing en wennen (ingezien op locatie) Schoonmaakschema’s en agenda (ingezien op locatie) Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ van de Brancheorganisatie kinderopvang (juli 2013) Pedagogisch beleidsplan november 2014, versie 2 Notulen teamoverleg 25 augustus en 8 september 2014
9 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog
Accommodatie en inrichting In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein ‘Accommodatie en inrichting’ belicht. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Binnenruimte Er zijn eisen gesteld aan de accommodatie en inrichting van een binnenruimte van een kindercentrum, onder andere dat er ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind is. Peutergroep It Lytjhus beschikt over een binnenruimte van 79 m². Per kind is er 5,0666 m² aan binnenruimte beschikbaar. Dit is conform het landelijk register. De binnenspeelruimte heeft diverse speelhoeken, zoals een winkeltje, een bouw- /autohoek en een leeshoek. Er staat een klimtoestel met glijbaan. Er is divers speelgoed aanwezig wat is afgestemd op de leeftijd van de kinderen en de mogelijkheid biedt om verschillende ontwikkelingsgebieden te stimuleren. Bij de lage tafels kunnen de kinderen knutselen, puzzels maken en spelletjes doen. Er zijn open kieskasten waar de kinderen zelf het speelgoed uit kunnen halen, zoals kralen, duplo, auto’s, Woody clix, etc. Daarnaast is er binnen rijdend materiaal aanwezig. Bij slecht weer kan de opvang gebruik maken van het speellokaal van de basisschool voor grof motorisch spel. Vanwege de beperkte openingstijden en de opvang voor kinderen vanaf 2 jaar, is een aparte slaapkamer niet noodzakelijk en derhalve niet beoordeeld. Conclusie: De toezichthouder constateert dat de binnenruimte over voldoende vierkante meters beschikt en is ingericht naar de leeftijd- en ontwikkelingsgebonden behoeften van de kinderen Buitenspeelruimte Er zijn eisen gesteld aan de accommodatie en inrichting van een buitenspeelruimte van een kindercentrum, onder andere dat er is ten minste 3 m² buitenspeelruimte per aanwezig kind is. Er is een aangrenzende buitenspeelruimte van 150 m². Per kind is er 10 m² aan buitenspeelruimte beschikbaar. Dit is conform het landelijk register. Via de entree is de aangrenzende buitenspeelruimte voor de kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is middels een hek omheind en bestaat uit tegels en gras. Er is een houten speelhuis en een zandbak aanwezig. Daarnaast is er klein spelmateriaal aanwezig, zoals diverse (loop)fietsen, trekkers, poppenwagens, zandbakmaterialen en ballen. Conclusie: De buitenspeelruimtes voldoen aan de getoetste criteria op het gebied van de buitenspeelruimte. Gebruikte bronnen: Interview beroepskrachten Vorige inspectierapport van 26 augustus 2014 en vragenlijsten Observatie van binnenruimtes en buitenspeelruimte
10 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog
Ouderrecht In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein ‘Ouderrecht’ belicht. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria Informatie De houder van een kindercentrum informeert de ouders van de kinderen over het te voeren beleid. De informatie aan ouders moet voldoende gedetailleerd zijn om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven. De houder informeert ouders en personeel over het meest recente inspectierapport door het op een eenvoudig vindbare plek op de eigen website te plaatsen. De ouders worden geïnformeerd via een informatieboekje, formulieren, een intakegesprek aan de hand van een checklist, nieuwsbrieven, een informatiebord en huisregels. Er wordt een diversiteit van informatie gegeven over de werkwijze, welke aansluit bij de waarnemingen in de praktijk. Middels de informatiebrief worden de ouders geïnformeerd over de peutergroep en bij het intakegesprek wordt vermeld welke beroepskrachten en vrijwillgers werkzaam zijn op de groep. Bij het kennismakingsgesprek worden ouders in zijn algemeenheid over de inspectierapporten geïnformeerd. Deze zitten in een map die op de groep ligt. Het vorige inspectierapport van 26 augustus 2014 is via de website, www.kittiwake.nl te vinden. Opmerkingen: Het inspectierapport is niet gemakkelijk vindbaar. Er is geen directe link naar het inspectierapport of de mogelijkheid van een menu of zoekopdracht. In de informatie wordt geschreven over peuterspeelzaal in plaats van een peutergroep die onder de dagopvang valt. Conclusie: De toezichthouder constateert dat de houder voldoet aan de getoetste criteria op het gebied van informatie aan ouders. Oudercommissie De houder stelt een oudercommissie in en een reglement oudercommissie op, in ieder geval binnen zes maanden na aanvraag tot registratie. Op 11 september 2014 is er op een ouderavond een nieuwe oudercommissie gevormd met 2 ouders. De oudercommissie vergadert samen met de oudercommissie van locatie KDV en BSO Schiermonnikoog. Door de nieuwe situatie met de peuteropvang, is er nog geen reglement oudercommissie per lokale oudercommissie ondertekend. Dit zal bij een volgende inspectie beoordeeld worden. De oudercommissies van beide locaties kunnen samen vergaderen, maar behouden door het ondertekenen van een eigen regelment oudercommissie het adviesrecht over de eigen locatie. Uit de notulen blijkt dat de oudercommissie ongevraagd en gevraagd advies hebben gegeven over onder andere de openingstijden, ouderavonden, pedagogische onderwerpen en informatie naar ouders. Conclusie: De toezichthouder constateert dat de houder voldoet aan de getoetste criteria op het gebied van de oudercommissie.
11 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog
Klachten Iedere houder dient een klachtenregeling te hebben voor de ouders (Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector) en voor de oudercommissies waarin de mogelijkheid tot klagen staat beschreven. Een oudercommissie mag niet als klachtencommissie fungeren. Dit behoort niet tot de taken van een oudercommissie, de privacy is dan niet gewaarborgd. Stichting Welzijn Schiermonnikoog heeft een interne klachtenregeling. Daarnaast is de organisatie aangesloten bij een externe klachtencommissie, Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK). Voor de klachten oudercommissie is de stichting eveneens aangesloten bij SKK. In het informatieboekje worden ouders en de oudercommissie over de interne en externe klachtenregeling geïnformeerd. Een folder van de externe klachtenregeling hangt op het informatiebord op de gang. De GGD heeft het jaarverslag klachten ouders en oudercommisie over 2013 voor 1 juni 2014 van Stichting Welzijn Schiermonnikoog ontvangen. Voor Peutergroep It Lytjhus is dit jaarverslag niet van toepassing, omdat ze pas per 2014 in exploitatie zijn gegaan. Conclusie: De toezichthouder constateert dat de houder voldoet aan de getoetste criteria op het gebied van de klachtenregeling voor ouders en de oudercommissie. Gebruikte bronnen: Interview beroepskrachten Informatiemateriaal vouders: informatieboekje 2014/2015, formulieren en een checklist intakegesprek Websites: www.kittiwake.nl, www.klachtkinderopvang.nl Agenda en notulen oudercommissie vergadering 11 juli en 1 september 2014 Klachtenregeling stichting Jaarverslag klachten en oudercommissie van 2013
12 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 4, 5 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
14 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7, 8 en 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
15 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
16 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid.
(art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.50 lid 2 en 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
(art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum, zijn geen lid. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De leden worden gekozen uit en door de ouders. (art 1.58 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. (art 1.58 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
17 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog
Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
18 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Peutergroep It Lytjhus http://www.kittiwake.nl 15 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Welzijn Schiermonnikoog Van Starkenborghstraat 17 9166 PL SCHIERMONNIKOOG www.kittiwake.nl 01114596
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Fryslân Postbus 612 8901 BK LEEUWARDEN 088-2299222 Y. Kamp
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Schiermonnikoog : Postbus 20 : 9166 ZP SCHIERMONNIKOOG
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : :
17-12-2014 28-01-2015 26-02-2015 26-02-2015
: 26-02-2015 : 27-02-2015
19 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
20 van 20 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 17-12-2014 Peutergroep It Lytjhus te Schiermonnikoog