Inspectierapport KDV Burgemeester (KDV) Burgemeester Rauppstraat 30 5037MH Tilburg Registratienummer 105578228
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant Tilburg 07-12-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 18-02-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11
2 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 07-12-2015 KDV Burgemeester te Tilburg
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Kinderdagverblijf Burgemeester ligt in de wijk Zorgvlied en is een locatie van de Sterrekinderopvang. De locatie bestaat uit drie groepen: Per januari 2016 wordt een extra groep geopend. De groepen delen een gezamenlijke hal, deze wordt gebruikt als speelhal. Buiten is een tuin aangelegd waar de kinderen op avontuur kunnen. Inspectiegeschiedenis In augustus 2014 is er een overtreding beroepskracht- kind ratio vastgesteld. In oktober 2014 is de overtreding opgelost en wordt voldaan aan alle gestelde eisen. Huidige inspectie: Tijdens dit verkorte onderzoek wordt aan de getoetste onderdelen van de Wet Kinderopvang voldaan.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 07-12-2015 KDV Burgemeester te Tilburg
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid In het pedagogisch beleidsplan worden de volgende onderwerpen in duidelijke en observeerbare termen beschreven:
De voor het kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen. De wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. De werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroepen. Bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. Hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. De wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden.
Pedagogische praktijk De beroepskrachten weten wat de vier pedagogische basisdoelen inhouden. Ze weten in grote lijnen wat hierover in het pedagogisch beleid staat. Waarborgen van de emotionele veiligheid. De beroepskrachten communiceren met de kinderen. Beroepskrachten doen dit op een enthousiaste en persoonlijke manier. Bijvoorbeeld: Alle kinderen zitten aan tafel zitten. De beroepskracht zegt tegen elk kind iets persoonlijks. Stimuleren van de persoonlijke competentie De beroepskrachten tonen hun betrokkenheid door met aandacht naar individuele kinderen te luisteren en aan te sluiten op de inhoud en reikwijdte van wat een kind vertelt. Zij houden intussen contact met de rest van de groep, zonder dat de persoonlijke gerichtheid op het kind hieronder lijdt. Bijvoorbeeld: Een kind is verdrietig. De beroepskracht neemt het kind op schoot. De beroepskracht legt uit aan het kind, waarom ze denkt dat hij verdrietig is. De beroepskracht troost het kind maar blijft contact houden met de andere kinderen uit de groep. Stimuleren van de sociale competentie De kinderen zijn deel van de groep De beroepskrachten sluiten aan op de persoonlijke eigenheid van kinderen. Zij benoemen en waarderen individuele talenten, kwaliteiten en eigenaardigheden. Zij activeren de betrokkenheid en deelname van alle kinderen aan het groepsgebeuren op een wijze die recht doet aan het individuele kind. Kinderen worden gestimuleerd om sociale contacten met elkaar aan te gaan.
4 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 07-12-2015 KDV Burgemeester te Tilburg
Overdracht van normen en waarden Oefenen van gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn De beroepskrachten bouwen het dagprogramma op met vaste rituelen en bekende afspraken. Kinderen weten wat er gaat gebeuren en wat van hen wordt verwacht. Vierogenprincipe Het vierogenprincipe wordt overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan uitgevoerd. Conclusie: Op basis van de observatie is gebleken dat de emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden voldoende gewaarborgd is. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen Observaties Pedagogisch werkplan
5 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 07-12-2015 KDV Burgemeester te Tilburg
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een verklaring omtrent het gedrag die valt binnen de continue screening. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een passend diploma.
Opvang in groepen Kinderdagverblijf Burgemeester heeft 3 groepen: Baby/dreumesgroep (0 - 28mnd) Isadora Paradijsvogel, maximaal 10 kinderen. peutergroep (16mnd -4 jaar) Juffrouw Ooievaar, maximaal 13 kinderen. Vanaf 1 januari 2016 is het een babygroep geworden (0-28 mnd) met maximaal 10 kinderen. Peutergroep (2-4 jaar) Zoef de Haas, maximaal 13 kinderen. In januari wordt er een vierde groep geopend van 0-4 jaar (voorlopig alleen op dinsdag en donderdag) Er is een open deurenbeleid visie aanwezig in het dagverblijf . Er mag, in diverse ruimtes gespeeld worden Zij maken kennis met meerdere activiteiten en spelen met ander speelgoed dan op de eigen groep. Ook komen kinderen in contact met kinderen uit andere groepen. Ten tweede zorgt het open deurenbeleid ervoor dat de doorstroom voor kinderen naar een andere groep makkelijker wordt. Kinderen kennen de andere ruimtes, andere kinderen en andere pedagogisch medewerkers. Op de locatie kunnen de kinderen tijdens het speelblok in de ochtend en het speelblok in de middag hun eigen groep verlaten om aan activiteiten deel te nemen bij een andere groep of in de hal/keuken/speelhal. Per periode is er een planning van die activiteiten; een combinatie van specifieke ontwikkelingsgerichte activiteiten en vrijspel momenten op een andere groep, zoals vrij grof motorisch spel, thema spelletjes in de grote hal en buiten spel. Rustmomenten, eten en fruitmomenten vinden in principe in de eigen groep en de eigen groepsruimte plaats.
Beroepskracht-kindratio Op het moment van inspectie worden er voldoende beroepskrachten ingezet ten opzichte van het aantal aanwezige kinderen. Uit de presentielijsten en het rooster blijkt dat er voldoende beroepskrachten in die week werden ingezet ten opzichte van het aantal aanwezige kinderen. Conclusie De getoetste voorwaarden met betrekking tot de beroepskracht-kindratio voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
6 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 07-12-2015 KDV Burgemeester te Tilburg
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster Pedagogisch werkplan
7 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 07-12-2015 KDV Burgemeester te Tilburg
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
8 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 07-12-2015 KDV Burgemeester te Tilburg
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 07-12-2015 KDV Burgemeester te Tilburg
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
KDV Burgemeester http://www.sterrekinderopvang.nl 80 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer Aansluiting geschillencommissie
: : : : :
KC Burgemeester B.V. Piushaven 6 5017AN Tilburg 62841602 Ja
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA Tilburg 088-3686845 S van der Velden
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Tilburg : Postbus 90155 : 5000LH TILBURG
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
07-12-2015 04-02-2016 18-02-2016 18-02-2016 23-02-2016 23-02-2016
: 15-03-2016
10 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 07-12-2015 KDV Burgemeester te Tilburg
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder stemt in met het ontwerprapport.
11 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 07-12-2015 KDV Burgemeester te Tilburg