Inspectierapport Kinderdagverblijf Pippeloentje (KDV) Burgemeester Nawijnlaan PZ ZANDVOORT Registratienummer

Inspectierapport Kinderdagverblijf Pippeloentje (KDV) Burgemeester Nawijnlaan 101 2042PZ ZANDVOORT Registratienummer 104229998

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:

GGD Kennemerland ZANDVOORT 13-10-2014 Regulier onderzoek Definitief

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8 Ouderrecht ..................................................................................................................... 9 Inspectie-items .................................................................................................................. 10 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 12 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 13

2 van 14 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 13-10-2014 Kinderdagverblijf Pippeloentje te ZANDVOORT

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van de Wet Kinderopvang. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Op 13 oktober 2014 heeft GGD Kennemerland, in opdracht van gemeente Zandvoort, een onaangekondigde inspectie uitgevoerd bij KDV Pippeloentje in Zandvoort. Tijdens dit risicogestuurde inspectiebezoek zijn enkele voorwaarden (welke verder zijn uitgewerkt in het rapport) uit de Wet Kinderopvang getoetst. Pippeloentje is één van de twee kinderdagverblijven van SKiP kinderopvang in Zandvoort. Het kinderdagverblijf is gevestigd in een eigen vleugel van Huis in het Kostverloren. Pippeloentje staat geregistreerd met 35 kindplaatsen voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. De buitenspeelplaats is ruim en groen. Op dit moment voldoet het kinderdagverblijf niet volledig aan de tijdens deze inspectie getoetste voorwaarden van de Wet Kinderopvang: * een van de beroepskrachten heeft een verklaring omtrent gedrag die ouder is dan 2 jaar * een van de medewerkers heeft een ongeldige beroepskwalificatie * op de peutergroep komt het voor dat de maximale groepsgrootte van 16 kinderen wordt overschreden * de beroepskracht-kindratio is overschreden Zie voor een verdere toelichting de betreffende items in het rapport. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.


Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens deze inspectie is de pedagogische praktijk getoetst op alledrie de groepen tijdens tussen de middag. Het pedagogisch beleid is niet getoetst tijdens deze inspectie. De houder heeft aangegeven het pedagogisch beleid te evalueren en aan te passen. Wettelijke eisen zoals achterwachtregeling en vierogenprincipe worden hierin vermeld of naar de betreffende notities verwezen. Pedagogische praktijk Emotionele veiligheid Sfeer Er is een ontspannen, open sfeer in de groep. Op de babygroep is een wenbaby. De beroepskracht legt uit dat ze de baby extra aandacht moet geven. "Het is toch allemaal spannend hier". Als de baby huilt, pakt ze hem op, praat tegen het kindje en loopt met de kinderwagen heen en weer totdat de baby in slaap gevallen is. Respectvolle houding Een kindje op de dreumesgroep is niet lekker. De beroepskracht neemt hem op schoot en geeft hem extra aandacht. Met haar collega overlegt ze wat te doen en besluit ze hem op bed te leggen en in de gaten te houden. Het kind huilt een beetje en wordt getroost: 'we gaan je speentje even zoeken en dan mag je slapen". Persoonlijke competentie Onderlinge interactie Er is een goede interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen. Een meisje op de dreumesgroep is met zindelijkheid bezig. Hier wordt op ontspannen manier mee om gegaan. "Ga maar op het potje". Even later als het meisje van de pot af gaat, zegt de medewerker: "dat heb je snel gedaan; kwam er een plasje uit?; nee?, was het gewoon voor de gezelligheid?; ging je het even proberen?; kom, dan doen we weer een luier aan". Leermomenten Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal van kinderen belangrijk. Tijdens het verschonen op de dreumesgroep wijst een meisje naar een plaat aan de wand. De medewerker reageert en praat met het meisje: "kijk, dat zijn kippetjes"; je opa en oma hebben ook kippetjes hè?!". Het meisje reageert en wijst nu naar haar luier: "luider" zegt ze. De medewerker neemt haar mee en zegt: "kom, gaan we lekker slapen". Sociale competentie De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. Op de peutergroep wachten de kinderen op hun beurt. "Juffie, mag ik een bruine boterham?". "Even wachten, je bent nog niet aan de beurt". Om beurten mogen de kinderen kiezen wat ze op hun brood willen. Ondertussen praten de kinderen met elkaar en wachten ze tot iedereen een broodje heeft: "eet smakelijk allemaal". Onderlinge interactie Tijdens de lunch op de peutergroep laat een kind haar 'melksnor' zien. "Kijk eens juffie, ik heb een snor". De andere kinderen drinken hun melk en laten elkaar ook hun 'snor' zien. Als de beroepskracht haar bril afdoet, zegt een meisje dat de beroepskracht haar nu niet kan zien. "Dat valt wel mee hoor" zegt de beroepskracht. Even later gaat het gesprek over het land waar een van de ouders van de kinderen voor zijn werk naar toe is, Quade Lumpur. "Koelawoela" zeggen de kinderen, "dat is een grappige naam".


Normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig Op de peutergroep gaan de kinderen lunchen: "kom, we gaan handen wassen; als jullie klaar zijn, mogen jullie aan tafel". "De grond hoeft niet gewassen; dat doe ik vanavond wel" grapt de beroepskracht. Aan tafel worden de kinderen regelmatig gecorrigeerd: "niet met je brood in je melk"; "niet alles in je mond proppen"; "ik wil niet dat je steeds met je handen aan het eten zit". Uitleg afspraken, regels en omgangsvormen Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd. Als een kind een ander kind op de dreumesgroep opzij duwt, legt de beroepskracht rustig en op ooghoogte uit: "dat kan toch niet; hij mag ook even kijken". Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatiehoofd)  Interview anderen (beroepskrachten en groepshulp)  Observaties  Pedagogisch beleidsplan


Personeel en groepen KDV Pippeloentje heeft 3 groepen: een babygroep, dreumesgroep en een peutergroep. Er werken maximaal 6 beroepskrachten (afhankelijk van de kindaantallen) die in hun werkzaamheden worden ondersteund door een groepshulp. Ook de houder staat geregeld op de groep. Tevens is er een BOL-stagiaire die boventallig op de groep staat. Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de verklaringen omtrent het gedrag zijn gebaseerd op een steekproef. Een medewerker uit de steekproef beschikt niet over een geldige verklaring omtrent het gedrag. De betreffende medewerker is in bezit van een verouderde verklaring omtrent het gedrag; deze is vóór 1 maart 2013 afgegeven en ouder dan twee jaar. Na constatering door de GGD is er door de houder direct een nieuwe aanvraag gedaan bij de gemeente. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie De toetsing van de beroepskwalificatie zijn gebaseerd op een steekproef. Een van de medewerkers uit de steekproef beschikt niet over een passende beroepskwalificatie. Het betreft de groepshulp die niet gekwalificeerd is om de functie van pedagogisch medewerker uit te oefenen. De houder was hiervan niet op de hoogte en heeft aangegeven haar niet meer intallig in te roosteren zolang de beroepskwalificatie niet voldoet. De betreffende medewerker heeft o.a. als beroepskracht gewerkt op maandag 29 september, maandag 6 oktober en maandag 13 oktober. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen: een babygroep, een dreumesgroep en een peutergroep. Vanwege het kindaantal worden de groepen op rustige dagen soms samengevoegd waarbij beroepskrachten van beide groepen werkzaam zijn. Er wordt niet met kinderen 'geschoven'. De peutergroep voldoet op sommige dagen niet aan de maximale stamgroepsgrootte. Op donderdag 9 oktober waren er 19 kinderen in de ochtend en 18 in de middag gepland; feitelijk waren er die dag 18 resp. 17 kinderen. Hiermee wordt niet voldaan aan de eis dat een stamgroep met kinderen van 0 tot 4 jaar uit maximaal 16 kinderen mag bestaan. De houder heeft aangegeven dat dit knelpunt van tijdelijke aard is. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Beroepskracht-kindratio Uit het personeelsrooster, bezettingslijsten en presentielijsten van 22 september tot en met 13 oktober blijkt dat niet aan de eisen wordt voldaan: * op 22 september waren er 7/6 kinderen op de dreumesgroep met 1 beroepskracht waar er 2 hadden moeten staan * op 29 september waren er 6/7 kinderen op de dreumesgroep met 1 beroepskracht waar er 2 hadden moeten staan * op donderdag 9 oktober waren er 18/17 peuters met twee beroepskrachten (en een stagiaire) waar er drie beroepskrachten hadden moeten staan. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatiehoofd)  Interview anderen (beroepskrachten en groepshulp)  Observaties  Verklaringen omtrent het gedrag  Diploma's beroepskrachten  Plaatsingslijsten  Presentielijsten  Personeelsrooster


Veiligheid en gezondheid De meldcode en het vierogenprincipe is tijdens deze inspectie getoetst. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen en bevordert de kennis en gebruik van de meldcode. De beroepskrachten zijn geïnformeerd over de meldcode. Begin dit jaar is er een informatieavond geweest en in december staat het onderwerp weer geagendeerd. Dan wordt er extra aandacht besteed aan de meldplicht in geval de vermoedelijke dader een beroepskracht is. Dit onderdeel (incl. de afwijkende route) van de meldcode is minder goed bekend. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Het beleid wordt in de praktijk ook uitgevoerd; er wordt in de ochtend samen gestart, op rustige dagen samen gevoegd of samen gewerkt, er zijn altijd twee medewerkers in huis. De ruimtes zijn open en transparant en in de slaapkamers is een babyfoon. De oudercommissie is betrokken bij dit beleid en heeft advies kunnen geven. Het beleid is niet (als verwijzing) opgenomen in het pedagogisch beleid. De houder heeft aangegeven dit op te zullen pakken. Dit item wordt daarom als voldoende beoordeeld. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatiehoofd)  Interview anderen (beroepskrachten en groepshulp)  Observaties  Meldcode kindermishandeling  Pedagogisch beleidsplan  mailcontact met houder


Ouderrecht Informatie Naar aanleiding van het vorige inspectiebezoek is getoetst of het laatste inspectierapport geplaatst is op de eigen website. Dat is het geval; hierdoor is het rapport zichtbaar voor ouders en personeel. Gebruikte bronnen:  Website


Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Ouderrecht Informatie De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)


Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie

: : : :

Kinderdagverblijf Pippeloentje http://www.pippeloentje-pluk.nl 35 Nee

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer

: : : :

Stichting Kinderdagverblijven Pippeloentje-Pluk Burgemeester Nawijnlaan 101 2042PZ ZANDVOORT 41224309

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD Kennemerland Postbus 5514 2000GM HAARLEM 023-7891613 L. den Ouden

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: ZANDVOORT : Postbus 2 : 2040AA ZANDVOORT

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: 13-10-2014 : 15-10-2014 : 29-10-2014 : : :


Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

Zienswijze SKiP, kinderdagverblijf Pippeloentje SKiP (Stichting Kinderdagverblijven Pippeloentje-Pluk) is een kinderopvangorganisatie met een eigen identiteit, waarbij de kwaliteit zeker heel hoog in het vaandel staat en waar wij trots op zijn! Wij hebben een enthousiast, gevarieerd en deskundig team dat bestaat uit ervaren mensen met een diversiteit aan opleidingsniveau. Hoewel wij ervan overtuigd zijn dat onze opvang bijzonder èn van hoge kwaliteit is, kwamen er tijdens de inspectie toch enkele knelpunten naar voren. Omdat we het jammer vinden als er daarom mogelijk een verkeerd beeld ontstaat, hebben we deze knelpunten en aanbevelingen direct opgepakt en zijn ze inmiddels opgelost. 

Betreffende de verlopen Verklaring Omtrent Gedrag van één van de medewerkers: Door omstandigheden is deze er vorig jaar, ten tijde van de aangevraagde VOG’s, bij ingeschoten. Dit is natuurlijk een fout van onze administratie, er is direct een VOG aangevraagd die inmiddels binnen is en dus kan de pm-er weer volledig aan de slag.



Wij maken altijd gebruik van de rekentool van de overheid om de leidster-kind-ratio te bepalen. De directeur is op momenten dat er een beroepskracht extra nodig is altijd achter de hand om op de groep te staan. Dit was in het verleden echter niet duidelijk in de roosters terug te vinden. Daarom zal dit beter genoteerd worden.



SKiP heeft ook een groepshulp in dienst, zij zal uitsluitend als extra ondersteuning boventallig worden ingezet. Mogelijk zal zij in de toekomst een spw-opleiding aangeboden krijgen.



Door het creëren van een peuter-plus-groep zal de peutergroep op drukke dagen ontlast/gesplitst worden.

Kinderopvang staat midden in de maatschappij en is daarom continu in ontwikkeling. Het pedagogisch beleid (vanuit onze visie, waaruit een bepaalde houding en ons gedrag voortvloeit) vormt de basis van onze kinderopvang en is daarom ook aan verandering onderhevig. Wij evalueren ons beleid regelmatig binnen het team en diverse actuele thema’s/onderwerpen worden besproken en toegelicht in ons ouderblad ‘de Blazoen’. Op dit moment wordt het pedagogisch beleid opnieuw herschreven en opgefrist met alle input van de afgelopen 2 jaar. De pedagogische visie van de stichting:

Kinderen opvangen buiten de huiselijke kring, op een wijze die aansluit bij de wensen en de behoeften van het kind en die kinderen stimuleert in hun groei naar volwassenheid. ‘Buiten de huiselijke kring’ betekent voor SKiP: aandacht geven aan de eigenheid van de opvang. ‘Wensen en behoeften’ betekent dat belang wordt gehecht aan: geborgenheid, veiligheid 13 van 14 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 13-10-2014 Kinderdagverblijf Pippeloentje te ZANDVOORT

en respect voor de autonomie en individualiteit van het kind. ‘Stimuleert’ wil zeggen: aandacht geven aan de ontwikkeling op alle vlakken, met in achtneming van de eigenheid van ieder kind. Met ‘groei naar volwassenheid’ bedoelt SKiP: bevorderen zelfstandigheid, maar ook: kennis laten nemen van de wereld om ons heen en de maatschappij waarin we leven, inclusief het bijbrengen van normen en waarden. In al deze aspecten is natuur en natuurbeleving een belangrijke focus.


Inspectierapport Kinderdagverblijf Pippeloentje (KDV) Burgemeester Nawijnlaan PZ ZANDVOORT Registratienummer

Recommend Documents