Inspectierapport Nijntje (KDV) De Wetstraat 25 8172 CK VAASSEN Registratienummer 114820144
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Noord en Oost Gelderland Epe 25-08-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 29-09-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 12
2 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 25-08-2015 Nijntje te VAASSEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op 25 augustus 2015 is Kinderdagverblijf Nijntje van Stichting Kom Kinderopvang in opdracht van de gemeente Epe bezocht voor een jaarlijks onderzoek op basis van risico-gestuurd toezicht. Het onderzoek heeft zich met name gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. De
volgende voorwaarden zijn onderzocht: Pedagogische praktijk Verklaringen Omtrent Gedrag en diploma’s Groepsgrootte Beroepskracht-kind-ratio
Omdat dit kinderdagverblijf wordt gesubsidieerd voor vroeg- en voorschoolse educatie worden ook de voorwaarden daaromtrent meegenomen in de toetsing.
Beschouwing Kinderdagverblijf (KDV) Nijntje maakt onderdeel uit van Kom kinderopvang op maat. De organisatie heeft 10 locaties in de gemeente Epe. KDV Nijntje is een KDV met 95 kindplaatsen. Er zijn 5 stamgroepen: 2 babygroepen met maximaal 12 kinderen, 2 peutergroepen met maximaal 14 kinderen en 1 peutergroep met maximaal 16 kinderen. Een aantal kinderen in de peutergroepen wordt opgevangen aan de hand van een peuterspeelzaal-contract. Het verdient de aanbeveling om de capaciteit van het KDV in het LRKP te wijzigen naar 68 kindplaatsen. Het kinderdagverblijf is alle dagdelen door de week geopend. Inspectiegeschiedenis Bij de inspectie van 22-09-2014 is een overtreding geconstateerd op het onderdeel Voorschoolse educatie. Voortgang Bij deze inspectie is gebleken dat de houder de overtreding heeft hersteld. Het kinderdagverblijf voldoet aan de voorwaarden die zijn onderzocht. In onderstaand rapport is verdere toelichting te lezen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving. Het kinderdagverblijf staat geregistreerd met 95 kindplaatsen. Dit komt niet overeen met de capaciteit in de praktijk, dit is namelijk 68 kindplaatsen. Het verdient de aanbeveling om het aantal kindplaatsen in het LRKP te wijzigen naar 68 kindplaatsen.
3 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 25-08-2015 Nijntje te VAASSEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: waarborging emotionele veiligheid ontwikkeling van persoonlijke competentie ontwikkeling van sociale competentie overdracht van normen en waarden Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is een observatie uitgevoerd. Aangezien deze locatie gesubsidieerd wordt in het kader van vroeg- en voorschoolse educatie is gecontroleerd of wordt voldaan aan de eisen die volgen uit het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Dit onderdeel komt als laatste aan bod binnen dit domein. Pedagogische praktijk Situatie praktijkobservatie De observatie vond in de ochtend plaats. De observatie vond plaats in de volgende groepen: Poesje Nel; Nijntje Pluis; Betje Big; De samengevoegde stamgroepen Borus de Beer en Snuf de Hond. De
volgende momenten zijn geobserveerd: Vrij spelen op alle groepen; Buiten spelen; Verschoonmomenten; Ophaalmoment ouders.
Het volgende is onder andere geobserveerd ten aanzien van de pedagogische basisdoelen (waarbij de schuingedrukte tekst uit het veldinstrument is overgenomen en de tekst daarna een uitwerking daarvan is in zoals deze is geobserveerd in de praktijk): Waarborging van emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen Observatie De beroepskrachten communiceren op kindhoogte met de kinderen. Ze gaan bijvoorbeeld op de hurken en hebben oogcontact. Bij de peutergroep moet een peuter die net weer terug is van de vakantie nog wat wennen. Tijdens het buitenspelen moet hij huilen. Het kind zoekt de vertrouwde nabijheid van de beroepskracht op en de beroepskracht probeert hem op te beuren. Ze knuffelt het kind en zegt: "Och jongen toch, fijn dat je er weer bent, goed om jou te zien!" Ze probeert hem vervolgens af te leiden en neemt hem aan de hand mee: "Wat wil je gaan doen? Zullen we samen iets gaan zoeken?" De beroepskrachten reageren op de non-verbale signalen die de kinderen afgeven: "Wil jij ook daarheen? Kom maar!" Respectvol contact De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen. Zij laten actief merken dat zij het kind begrijpen en reageren daar adequaat op. Conclusie De emotionele veiligheid wordt bij kinderdagverblijf Nijntje voldoende gewaarborgd. 4 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 25-08-2015 Nijntje te VAASSEN
Ontwikkeling van persoonlijke competentie Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting Observatie De ochtend begint met vrij spelen. Kinderen kunnen in de hoeken spelen. De beroepskracht vertelt dat ze op de peutergroepen met de liedjeskaarten en memory hebben gewerkt. Op de bakken met speelgoed staan picto's, zodat de kinderen weten waar welk materiaal in zit. Kinderen kunnen en mogen zelf het spelmateriaal pakken. Tijdens het buitenspelen kunnen de kinderen experimenteren met natuurlijke materialen en divers buitenspelmateriaal waarmee de grove motoriek gestimuleerd wordt. Op de babygroep gaat een beroepskracht bellen blazen. De kinderen mogen de geblazen bellen vangen en kapot maken. Op een andere babygroep zit de beroepskracht met de kinderen op de grond. Ze zingt liedjes met de kinderen en gebruikt hierbij gebaren. De activiteiten passen in algemene zin bij de interesse en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Conclusie De persoonlijke competentie wordt bij kinderdagverblijf Nijntje voldoende gewaarborgd. Ontwikkeling van sociale competentie De kinderen zijn deel van de groep Observatie Tijdens de vrije spelmomenten doen de kinderen diverse sociale leerervaringen op met elkaar. Kinderen zoeken elkaar op en komen in groepjes tot fantasiespel. Ze voeren onderling gesprekjes en hebben plezier met elkaar. Als kinderen met het delen van spelmaterialen er samen niet uitkomen, ondersteunt de beroepskracht de kinderen met een groepsgesprekje waarna de kinderen in harmonie het samenspel voortzetten. Leren samenspelen De beroepskrachten laten veel initiatief voor samenspel over aan de kinderen, maar grijpen in als kinderen niet mee mogen of kunnen doen. Zij helpen kinderen om er weer samen uit te komen. Conclusie De sociale competentie wordt bij kinderdagverblijf Nijntje voldoende gewaarborgd. Overdracht van normen en waarden Beroepskrachten vervullen een voorbeeldfunctie in spreken en handelen Observatie De beroepskrachten hebben een vriendelijke houding. Ze informeren regelmatig of de kinderen ondersteuning nodig hebben en helpen als dit nodig is. Volwassenen, zoals ouders, worden hartelijk en op professionele manier te woord gestaan. In de omgang met de kinderen en elkaar hebben de beroepskrachten een geduldige en vriendelijke houding. Ze zijn positief ondersteunend aanwezig. De beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen; ze zijn vriendelijk, luisteren, leven mee, troosten en helpen, werken samen. Conclusie De overdracht van normen en waarden wordt bij kinderdagverblijf Nijntje voldoende gewaarborgd.
5 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 25-08-2015 Nijntje te VAASSEN
Voorschoolse educatie Voor de voorschoolse educatie wordt gebruik gemaakt van de methode Startblokken. Dit is een erkende interventiemethode voor vroeg- en voorschoolse educatie. Op het moment van onderzoek is er sprake van een stopweek. Het thema 'Zomer' is net afgesloten. VVE gerelateerde activiteiten worden wel gedurende de stopweek aangeboden. Er vindt dagelijks een kringmoment plaats. Daarnaast zijn er dagelijks activiteiten waarmee de ontwikkeling van de kinderen worden gestimuleerd: puzzelen, knutselen, fijn motorische activiteiten, geheugenspelletjes, oefeningen met kleuren en activiteiten die de zintuiglijke ontwikkeling stimuleren, zoals het spelen met scheerschuim. Tijdens de themaweken worden activiteiten aangeboden aan de hand van een draaiboek. De babygroepen bieden hieruit de activiteiten aan die aansluiten bij de ontwikkelingsleeftijd van de kinderen in deze groepen. Per week wordt er, conform het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie, minimaal 10 uur aan activiteiten aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling besteed aan voorschoolse educatie. Op het moment van onderzoek vindt opvang plaats volgens de volgende groepssamenstellingen: Poesje Nel: 7 kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 2 jaar door 2 beroepskrachten; Nijntje Pluis: 5 kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 2 jaar door 1 beroepskracht; Betje Big: 7 kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar door 1 beroepskracht. Borus de Beer en Snuf de Hond: 15 kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar worden op het moment van onderzoek samengevoegd opgevangen door 2 beroepskrachten. De beroepskrachten op locatie hebben aangegeven dat op de peutergroepen maximaal 16 peuters dan wel 14 kinderen worden opgevangen. Hiermee wordt voldaan aan de eis dat er ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen zijn op de groep. De vaste beroepskrachten die worden ingezet voor vroeg en voorschoolse educatie zijn adequaat geschoold. Ze zijn zowel in het bezit van een diploma conform CAO Welzijn als in het bezit van een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma's. Van de tijdens de inspectie aanwezige invalberoepskracht is tevens een bewijs overlegd dat met gunstig gevolg de scholing is afgerond specifiek gericht op het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma's. De houder heeft een opleidingsplan van 2015 aan de toezichthouder overlegd. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan (Kinderdagopvang KOM januari 2015) Pedagogisch werkplan (Nijntje versie 2015) VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie (versie 2015)
6 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 25-08-2015 Nijntje te VAASSEN
Personeel en groepen Dit domein belicht de inspectiebevindingen over het domein "Personeel en groepen". Er worden eisen gesteld aan het personeel, in dit domein wordt toegelicht of aan de eisen hieromtrent wordt voldaan. Tevens worden er eisen gesteld aan hoe de houder met de opvang in groepen dient om te gaan. De bevindingen over deze voorwaarden worden beschreven en beoordeeld. Verklaring omtrent het gedrag Uit de beoordeling van de Verklaringen Omtrent Gedrag blijkt dat de houder, de aanwezige beroepskrachten en de aanwezige beroepskrachten werkzaam op het hoofdkantoor gevestigd op deze locatie in het bezit zijn van een VOG die voldoet aan de voorwaarden. Passende beroepskwalificatie Uit een beoordeling van de diploma's en getuigschriften blijkt dat alle beroepskrachten in het bezit zijn van een beroepskwalificatie conform CAO. Opvang in groepen In het pedagogisch werkplan van het kinderdagverblijf staat de indeling in stamgroepen als volgt beschreven. "Binnen KDV Nijntje kennen wij de 2 babygroepen en 3 peutergroepen. Dit zijn de stamgroepen voor de kinderen. In de babygroep worden maximaal 12 kinderen van 10 weken tot en met 24 maand opgevangen. In 2 peutergroepen worden maximaal 14 kinderen in de leeftijd van 24 maanden tot 4 jaar opgevangen. Eén peutergroep vangt maximaal 16 kinderen op. Elke stamgroep heeft een eigen groepsruimte. Aan iedere stamgroep zijn vaste medewerkers gekoppeld." Op het moment van onderzoek vindt opvang plaats volgens de volgende groepssamenstellingen: Poesje Nel: 7 kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 2 jaar door 2 beroepskrachten; Nijntje Pluis: 5 kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 2 jaar door 1 beroepskracht; Betje Big: 7 kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar door 1 beroepskracht. Borus de Beer en Snuf de Hond: 15 kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar worden op het moment van onderzoek samengevoegd opgevangen door 2 beroepskrachten. Borus de Beer en Snuf de Hond vangen de kinderen op het moment van onderzoek met samengevoegde identieke stamgroepen op. De toezichthouder heeft op het moment van onderzoek de presentielijsten en de planningslijsten ingezien. Conclusie Kinderen worden in een vaste stamgroep opgevangen.
7 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 25-08-2015 Nijntje te VAASSEN
Beroepskracht-kindratio Ten tijde van het onderzoek worden de stamgroepen volgens onderstaand schema opgevangen: Poesje Nel: 7 kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 2 jaar door 2 beroepskrachten; Nijntje Pluis: 5 kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 2 jaar door 1 beroepskracht; Borus de Beer en Snuf de Hond: 15 kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar worden op het moment van onderzoek samengevoegd opgevangen door 2 beroepskrachten; Betje Big: 7 kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar door 1 beroepskracht. Borus de Beer en Snuf de Hond worden op het moment van onderzoek samengevoegd opgevangen door 2 beroepskrachten. De beroepskrachten nemen om de beurt pauze en blijven in het gebouw tijdens de pauzemomenten. De op het kantoor werkzame beroepskracht wordt tevens als gediplomeerde beroepskracht ingezet voor het aflossen van de pauzes op de groepen. Uit de steekproef genomen uit de aanwezige presentielijsten en het personeelsrooster blijkt dat de houder de inzet van het aantal beroepskrachten op het aantal aanwezige kinderen per dag berekent aan de hand van de rekentool op www.rijksoverheid.nl. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster
8 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 25-08-2015 Nijntje te VAASSEN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
9 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 25-08-2015 Nijntje te VAASSEN
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt dat op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 25-08-2015 Nijntje te VAASSEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Nijntje http://www.komkinderopvang.nl 95 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
KOM Kinderopvang op Maat De Wetstraat 25 8172 CK VAASSEN www.komkinderopvang.nl 41040162
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Noord en Oost Gelderland Postbus 51 7300 AB APELDOORN 088-4433000 Mw. M. Poortinga
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Epe : Postbus 600 : 8160 AP EPE
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
25-08-2015 25-09-2015 Niet van toepassing 29-09-2015 30-09-2015 30-09-2015
: 05-10-2015
11 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 25-08-2015 Nijntje te VAASSEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
12 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 25-08-2015 Nijntje te VAASSEN