Inspectierapport Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. (KDV) Boeninlaan 286 1102 TP AMSTERDAM ZUIDOOST Registratienummer: 322066724
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 07-07-2014 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 12-08-2014
Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
1/23
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht A1: Randvoorwaarden voorschoolse educatie A2: Ouders A3: Doorgaande lijn en samenwerking met de basisschool A4: Uitvoering voorschoolse educatie in de praktijk Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
2/23
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op maandag 7 september 2014 is een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. In dit onderzoek zijn op grond van het risicoprofiel slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht op het gebied van de pedagogische kwaliteit, de eisen aan het personeel, de beroepskracht-kind-ratio, de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid en het ouderrecht. Tevens zijn in dit onderzoek de kwaliteitseisen voor de voorschoolse educatie in de gemeente Amsterdam onderzocht. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld.
Beschouwing Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje, locatie Venserpolder is een kinderdagverblijf in Amsterdam-Zuidoost. Naast deze locatie Venserpolder (gevestigd aan de Boeninlaan) is er nog een tweede locatie van Het Amsterdamse Poortje op Hoptille in Amsterdam Zuidoost. De derde vestiging van de houder op de Maarsenhof is in 2013 gesloten vanwege een teruglopende kindbezetting. Het Amsterdamse Poortje, locatie Venserpolder heeft twee groepen, een babygroep en een verticale groep waar momenteel dreumesen en peuters worden opgevangen. Na een dip in de kindbezetting in 2013 trekt de kindbezetting op dit moment aan op deze locatie. Het Amsterdamse Poortje heeft een geschiedenis van overtredingen en handhaving. In 2013 was er echter wel een voorzichtige verbetering in kwaliteit te zien. Zo is in 2013 geïnvesteerd in de beroepskrachten door middel van de Piramide-training, het voeren van werkoverleg en de tijdelijke aanstelling van een beleidsmedewerker. Desondanks werd in 2013 tijdens het jaarlijkse inspectieonderzoek op 11 voorwaarden een overtreding geconstateerd. Hiervoor heeft het Bureau Handhaving Kinderopvang een aanwijzing en een (voornemen) last onder dwangsom opgelegd waarna de locatie voldeed aan de wettelijke voorwaarden. In dit jaarlijkse inspectieonderzoek voor 2014 zijn wederom een aantal overtredingen geconstateerd. Deze locatie biedt reeds enige jaren voorschoolse educatie aan. Deze locatie staat geregistreerd als een locatie waar maximaal 24 kinderen voorschoolse educatie ontvangen. Oudercomissie: De toezichthouder heeft een lid van de oudercommissie benaderd. Dit lid is tevreden over de geleverde kwaliteit van de opvang op het Amsterdamse Poortje. De samenwerking tussen houder en oudercommissie voldoet volgens dit lid van de oudercommissie. Het contact verloopt in de regel met de beroepskracht met coördinerende taken. Als aandachtspunt noemt dit lid van de oudercommissie dat ouders vaker geïnformeerd kunnen worden over de VVE-activiteiten die de kinderen op het dagverblijf doen.
Advies aan college van B&W De toezichthouder adviseert om vanwege de geconstateerde overtredingen handhavend op te treden conform het handhavingsbeleid van de gemeente.
Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
3/23
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Er is een pedagogisch beleidsplan opgesteld dat geldt voor de gehele organisatie. Er is niet specifiek voor deze locatie een aanvullend plan opgesteld. De inhoud van het pedagogisch beleidsplan is observeerbaar en duidelijk beschreven, de vier pedagogische voorwaarden (het bieden van emotionele veiligheid aan de kinderen, de ontwikkeling van de persoonlijke en sociale competenties van de kinderen en het overbrengen van normen en waarden aan de kinderen) worden in voldoende mate uitgewerkt in het pedagogisch beleidsplan. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft hoe het vierogenprincipe wordt vormgegeven. De werkwijze maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroepen is eveneens opgenomen in het beleidsplan. Pedagogische praktijk De beroepskrachten van het Amsterdamse Poortje, locatie Venserpolder, kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan en handelen in voldoende mate conform dit plan. Gedurende het inspectieonderzoek heeft de toezichthouder beoordeeld dat er voldoende emotionele veiligheid aan de kinderen wordt geboden, dat de persoonlijke en sociale competenties van de kinderen worden gestimuleerd en dat er overdracht van waarden en normen plaatsvindt. Deze beoordeling blijkt uit de onderstaande observaties. In de ochtend tot half tien zijn de twee basisgroepen samengevoegd; er zijn op dat moment vijf kinderen: drie peuters en twee baby's. Op de groep zijn drie beroepskrachten aanwezig. Deze laten de peuters vrij spelen en besteden veel aandacht aan de kleinste kinderen. Tijdens het verschonen spreekt een beroepskracht met de baby en benoemt zij de verschillende handelingen. Ook tijdens het geven van een fles wordt er vriendelijk tegen een baby gesproken. Op de groep heerst een vriendelijke, rustige en ontspannen sfeer. De kinderen voelen zich zichtbaar op hun gemak bij de beroepskrachten. Even later scheiden de twee stamgroepen. De baby's gaan slapen terwijl de peuters buiten gaan spelen. Inmiddels zijn er ook meer peuters gearriveerd op de groep. Tijdens het buitenspelen wordt er nog een peuter gebracht. Eén beroepskracht let op de kinderen tijdens het buiten spelen terwijl de andere beroepskracht nog met de ouder spreekt die zojuist het kind heeft gebracht. Er wordt voldoende tijd gemaakt voor informatieuitwisseling tussen beroepskracht en ouder. Na het buiten spelen gaan de kinderen naar binnen. Aan tafel worden liedjes gezongen en heerst er een ontspannen sfeer. Een kind is erg uitgelaten tijdens het inspectiebezoek. Zij vertelt veel verhalen en de beroepskracht stimuleert dit door vragen te stellen en actief te reageren op het verhaal. Het kind heeft echter zoveel energie dat zij tijdens de lunch andere kinderen duwt. De beroepskracht waarschuwt het kind dat dit niet mag en dat zij het kind naast haar rustig moet laten eten. Het kind gaat echter door met duwen. Hierop geeft de beroepskracht een laatste waarschuwing en zegt dat als zij nog één keer duwt en een ander kind stoort bij het eten, dat ze dan even apart moet zitten zodat iedereen rustig zijn soep kan eten. Het kind wil niet apart zitten en gaat rustig haar soep eten. Gedurende het inspectieonderzoek wordt er op rustige en vriendelijke wijze met de kinderen gecommuniceerd. Er is voor de kinderen voldoende ruimte om het eigen spel te bepalen en om ervaringen op te doen. De toezichthouder heeft onvoldoende kunnen beoordelen in hoeverre er uitvoering wordt gegeven aan het programma van de voorschoolse educatie. Voorschoolse educatie Op kinderdagverblijf het Amsterdamse Poortje, locatie Venserpolder, wordt voldoende voorschoolse educatie aangeboden. Er wordt op deze locatie gewerkt met het VVE-programma Piramide. De beroepskrachten werken vanuit een themaplanning van Piramide en er is een dagprogramma waarin voldoende aandacht is voor zowel de groepsexploratie in de kring en de activiteiten in de kleine groep, als voor vrij spel en knutselactiviteiten. Gemiddeld wordt er tien uur per week aan VVE aangeboden. In de onderzochte maand bezoeken maximaal tien kinderen de peuter/dreumesgroep waarbij er afhankelijk van de kindbezetting één of twee beroepskrachten worden ingezet. Alle beroepskrachten op deze vestiging van het Amsterdamse Poortje beschikken over een relevante beroepsopleiding. De beroepskrachten beschikken tevens over het VVE-certificaat van het programma Piramide dat op deze locatie wordt gebruikt. De houder heeft een opleidingsplan opgesteld voor de beroepskrachten die werkzaam zijn bij kinderdagverblijf het Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
4/23
Amsterdamse Poortje. In het opleidingsplan is opgenomen dat alle beroepskrachten inmiddels gecertificeerd zijn voor het VVE-programma Piramide en hierin staat ook beschreven wat de randvoorwaarden zijn voor scholing. In het oorspronkelijke opleidingsplan was niet opgenomen welke bijscholing in 2014 zal worden aangeboden en welke beroepskrachten hiervoor in aanmerking komen, waardoor er geen sprake was van een volledig opleidingsplan. In het kader van overleg en overreding heeft de houder het plan aangepast. In het nieuwe plan is opgenomen dat er met ingang van augustus 2014 een HBO-coach op de groep zal worden aangesteld en dat deze wekelijks middels werkoverleg en coaching de kwaliteit van de uitvoering van VVE zal bespreken. Het opleidingsplan voldoet hiermee aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: - Website www.het amsterdamsepoortje. nl - Pedagogisch beleidsplan Het Amsterdamse Poortje (versie februari 2014, toegezonden op 24 juni 2014) - Rooster beroepskrachten weken 24, 25, 26 en 27 2014 - Aanwezigheidsoverzicht kinderen weken 24, 25, 26 en 27 2014 - Diploma’s en certificaten van beroepskrachten - Gesprek met de houder - Gesprek met de beroepskrachten - Opleidingsplan (ontvangen 22 juli 2014) - Inspectieonderzoek
Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
5/23
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft beoordeeld dat personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. In het kader van de continue screening zijn er voor alle beroepskrachten nieuwe verklaringen omtrent het gedrag aangevraagd en afgegeven. Passende beroepskwalificatie Er zijn vier vaste beroepskrachten en twee vaste invalkrachten werkzaam op het Amsterdamse Poortje, locatie Venserpolder. De vaste beroepskrachten en invalkrachten beschikken allen over een passende beroepskwalificatie conform de cao Kinderopvang. Opvang in groepen Tijdens het inspectiebezoek worden er in de twee groepen van kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje maximaal 24 kinderen opgevangen door vier beroepskrachten. Uit de presentielijsten van de onderzochte periode (week 23 tot en met week 27 2014) blijkt dat er niet meer dan zestien kinderen per dag zijn opgevangen door vier beroepskrachten. Beroepskracht-kind-ratio Ieder kind behoort bij één stamgroep. Er zijn twee stamgroepen; één babygroep en één verticale groep waar in de praktijk dreumesen en peuters worden opgevangen. Er zijn vier vaste beroepskrachten werkzaam op deze locatie en twee vaste invalkrachten. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van week 23 tot en met week 27 en de bijbehorende werkroosters van de beroepskrachten, constateert de toezichthouder dat er in deze periode op één dag onvoldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen per stamgroep. In week 26 (dinsdag 24 juni 2014) zijn er in de babygroep zes kinderen aanwezig met één beroepskracht. Tijdens het hoor en wederhoor heeft de houder aangegeven dat het personeelsrooster deze dag niet goed is ingevuld en dat er wel twee beroepskrachten hebben gewerkt op de babygroep. Het is noodzakelijk dat de houder de roosters van de personele inzet goed bijhoudt en het inzichtelijk maakt dat er aan de beroepskracht-kind-ratio wordt voldaan. De beroepskrachten hebben dagelijks de volgende werktijden: van 07.00 uur tot 16.00 of 16.30 uur, van 08.00 uur (of 08.30 uur) tot 17.30 uur en van 09.00 uur (of 09.30 uur) tot 18.00 uur. Beroepskrachten pauzeren ieder zestig minuten waarbij de eerste beroepskracht om 12.00 uur pauzeert, de tweede beroepskracht om 13.00 uur en de laatste beroepskracht om 14.00 uur. Indien er slechts twee beroepskrachten aanwezig zijn dan wordt er vanaf 13.00 uur gepauzeerd. Op deze locatie worden warme maaltijden geserveerd aan de kinderen. Dit betekent dat er dagelijks één beroepskracht de groep verlaat om de warme maaltijd van de kinderen te bereiden. Doordat een beroepskracht voor langere tijd de groepsruimte verlaat, betekent dit dat er dan ook niet aan de beroepskracht-kind-ratio wordt voldaan. In de ochtend en in de middag wordt er alleen geopend en afgesloten in het kinderdagverblijf. Een van de andere beroepskrachten van het kinderdagverblijf fungeert als achterwacht. De afspraak is dat bij een calamiteit of als er onverwachts meer kinderen vroeger dan gepland het kinderdagverblijf bezoeken, de beroepskracht die volgens rooster de tussendienst of late dienst moet werken, wordt gebeld en eerder haar dienst begint. Het is echter onduidelijk of in alle gevallen voldaan kan worden aan de eis dat er bij een calamiteit altijd een andere volwassene binnen vijftien minuten op het kinderdagverblijf aanwezig kan zijn. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub d W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 lid 3 sub b sub c Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 12 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub c sub d W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 lid 3 sub b sub c Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Gebruikte bronnen: - Afschriften van verklaringen omtrent het gedrag - Overzicht van beroepskrachten (zowel vaste beroepskrachten als invalkrachten) en hun behaalde diploma's - Aanwezigheidslijst kinderen week 23, 24, 25, 26 en 27 2014 - Rooster beroepskrachten week 23, 24, 25, 26 en 27 2014 - Gesprek met de beroepskrachten Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
6/23
- Gesprek met de houder
Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
7/23
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Het veiligheids- en gezondheidsbeleid van kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje is vastgelegd in het 'Handboek Protocollen 0 tot 4 jarigen Het Amsterdamse Poortje'. Dit handboek beschrijft de meest voorkomende werkprocessen en de afspraken die daarbij gelden. Het handboek is overzichtelijk ingedeeld en is voor alle beroepskrachten beschikbaar. De toezichthouder heeft in dit onderzoek de werkinstructies die verband houden met veilig slapen of wiegendood beoordeeld. Niet alle beschreven werkinstructies sluiten op elkaar aan en sommige geven tegenstrijdige richtlijnen. Deze tegenstrijdigheden waren reeds geconstateerd bij een eerder inspectieonderzoek op een andere locatie van dezelfde houder. De houder heeft op basis van dit rapport het handboek nogmaals nagelopen en de inconsequenties hersteld. Dit herziene protocollenboek is binnen de onderzoekstermijn aan de toezichthouder gezonden. Hierdoor is er een samenhangend beleid geformuleerd. Op het kinderdagverblijf worden dagelijks verse maaltijden bereid. Hiervoor is in het protocollenboek het protocol voedselveiligheid opgenomen en wordt er verwezen naar de 'Hygiënecode voor kleine instellingen'. De temperatuur van de koelkast wordt dagelijks geregistreerd en blijft binnen de ideale temperaturen. Producten die geopend zijn worden voorzien van een datum van opening. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid wordt tijdens het werkoverleg besproken. Het afgelopen jaar is er een studiedag georganiseerd waarin de verschillende werkinstructies en protocollen zijn besproken. De beroepskracht met coördinerende taken op deze locatie verklaart tevens dat in de middagpauze er ook informeel werkoverleg wordt gehouden. In dit overleg worden met name zaken met betrekking tot de hygiëne en gezondheid besproken. De toezichthouder concludeert dat de houder in voldoende mate zorgt dat de beroepskrachten kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisaties en het hieruit voortvloeiende beleid. Meldcode kindermishandeling Er wordt bij het kindercentrum gebruikgemaakt van de meldcode die is opgesteld door de Brancheorganisatie Kinderopvang versie juli 2013. De meldcode is toegespitst op de eigen organisatie en er is een ingevulde sociale kaart aan de meldcode toegevoegd. De houder is tevens de aandachtsfunctionaris kindermishandeling. De meldcode is het afgelopen jaar besproken tijdens een studiedag. De beroepskrachten waarmee tijdens dit inspectieonderzoek is gesproken, kunnen signalen noemen van kindermishandeling en verklaren dat zij bij een dergelijk vermoeden dit in eerste instantie met elkaar zullen bespreken om vervolgens de leidinggevende/aandachtsfunctionaris in te lichten om de vervolgstappen te bespreken. Vierogenprincipe De houder heeft beleid opgesteld met betrekking tot het vierogenprincipe, wat is opgenomen in het pedagogisch beleidsplan. De houder heeft in de groepsruimtes camera's geïnstalleerd volgens het 'Protocol cameratoezicht kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje'. Daarnaast zijn de twee groepsruimtes via een hal met elkaar verbonden. De groepsruimte van de babygroep heeft veel inkijk vanuit deze hal en ook de groepsruimte van de verticale groep is voldoende transparant. Gedurende de dag lopen beroepskrachten van de twee groepen bij elkaar de groep binnen waardoor er sprake is van een open cultuur. Aan het begin en einde van de dag werken beroepskrachten alleen in het kinderdagverblijf. De organisatie stelt dat door middel van het cameratoezicht het vierogenprincipe voldoende gewaarborgd zou moeten zijn binnen dit kinderdagverblijf. Gebruikte bronnen: - Handboek Protocollen 0 tot 4 jarigen Het Amsterdamse Poortje (versie ontvangen op 22 juli 2014) - Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld (versie juli 2013) - Gesprek met de beroepskrachten - Inspectieonderzoek
Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
8/23
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Kinderdagverblijf het Amsterdamse Poortje, locatie Venserpolder beschikt over twee stamgroepsruimtes. De babygroep heeft een oppervlakte van ongeveer 45 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van maximaal twaalf kinderen. De peutergroep heeft een oppervlakte van 70 m² en is daarmee wat betreft beschikbare oppervlakte, geschikt voor de opvang van twintig kinderen. De groepsruimtes zijn ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. In de peutergroep zijn verschillende hoeken gecreëerd en op de babygroep is divers spelmateriaal aanwezig. Er zijn in het kindercentrum twee slaapkamers met in totaal zeventien bedden beschikbaar voor de kinderen; daarnaast zijn er voor de peuters voldoende stretchers. Buitenspeelruimte De buitenruimte is toegankelijk en aangrenzend. In de buitenruimte staat een glijbaan en een wipkip. Daarnaast wordt er gebruikgemaakt van los buitenspeelgoed. Rond de buitenruimte staan bomen waardoor er in de tuin voldoende schaduwplekken zijn bij zonnig weer. Gebruikte bronnen: - Plattegrond (onbekende versie) - Pedagogisch beleidsplan Het Amsterdamse Poortje (versie februari 2014, toegezonden op 24 juni 2014) - Inspectieonderzoek
Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
9/23
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders door middel van een intakegesprek, de website, een informatieboekje en het pedagogisch beleid. Deze informatiebronnen zijn toegankelijk voor alle ouders. Ouders worden er voldoende van op de hoogte gebracht door welke beroepskrachten de kinderen worden opgevangen. Op iedere groep hangt een actueel rooster van de beroepskrachten die gedurende die week werkzaam zijn op de groep. Ouders worden tijdens het informatiegesprek tevens geïnformeerd over de werkwijze op de groep en de inzet van beroepskrachten. In de entree van de groepen hangen de diploma's en de VVE-certificaten van de beroepskrachten die werkzaam zijn op de groepen. Het laatste inspectierapport is op de locatie in te zien en is door de houder op de website van het kinderdagverblijf geplaatst. Oudercommissie Er is een oudercommissie aanwezig op kinderdagverblijf het Amsterdamse Poortje, locatie Boeninlaan. Deze oudercommissie bestaat uit drie ouders. Dit aantal is in overeenstemming met het aantal leden genoemd in het reglement oudercommissie. Er is het afgelopen jaar advies gevraagd over de omvorming van de peutergroep naar een verticale groep waar met name peuters en dreumesen worden opgevangen en er is advies gevraagd over het prijsbeleid van 2014. Op beide adviesaanvragen heeft de oudercommissie positief geadviseerd. De toezichthouder heeft met één lid van de oudercommissie telefonisch gesproken. Dit lid geeft aan tevreden te zijn over de werkwijze van de oudercommissie en het contact met de houder. Er is met name mondelinge afstemming met de beroepskracht met coördinerende taken. Zij informeert de oudercommissie tijdig over de gang van zaken en indien noodzakelijk over beleidswijzigingen. Gebruikte bronnen: - www.hetamsterdamsepoortje.nl (bezocht d.d. 17 juli 2014) - Pedagogisch beleidsplan 'Handboek pedagogische visie op kinderopvang voor 0 tot 4 jarigen' (versie februari 2014) - Overzicht leden oudercommissie - Gesprek met de houder d.d. 7 juli 2014 - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met een lid van de oudercommissie (d.d. 17 juli 2014)
Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
10/23
A1: Randvoorwaarden voorschoolse educatie Intensieve deelname Het aantal doelgroepkinderen per groep bedraagt meer dan 50%. Er wordt verspreid over vier dagdelen minimaal twaalf uur voorschoolse educatie aangeboden aan de doelgroepkinderen; dit is voldoende. Bovenstaande constateringen leiden tot de volgende beoordeling: • Het gemiddeld aantal uren dat per week per doelgroepkind aan voorschoolse educatie wordt aangeboden bedraagt: - in groepen met 50% of meer doelgroepkinderen: 12 uur; - in groepen met minder dan 50% doelgroepkinderen: 10 uur. 1. 2. √ 3. 4.
N.v.t. Het aantal uur dat voorschoolse educatie w ordt geboden is niet voldoende. Het aantal uur dat voorschoolse educatie w ordt geboden is voldoende. N.v.t.
Registratie Niet alle kinderen zijn geregistreerd in EL-VVE. Volgens de presentielijst van week 27 is één kind niet vermeld in EL-VVE. Drie kinderen die wel in EL-VVE staan, ontvangen formeel geen VVE omdat zij in de babygroep worden opgevangen. De beroepskrachten van de babygroep zijn weliswaar wel VVE-geschoold, maar hier wordt geen VVE-programma aangeboden. De gegevens uit EL-VVE zijn daardoor nog niet volledig actueel. De gegevens worden tot op heden niet maandelijks bijgewerkt. De houder verklaart dat EL-VVE wel is bijgewerkt en dat dit nu maandelijks zal gebeuren. Dit dient bij een volgend onderzoek te worden gecontroleerd. Het totale aantal maanden en het aantal dagdelen per week dat de kinderen voorschoolse educatie hebben ontvangen wordt bijgehouden. Dit is vastgesteld aan de hand van een steekproef van de kopieën van het Amsterdams Uniform Voorblad van kinderen die het afgelopen jaar zijn doorgestroomd naar de basisschool. Bovenstaande constateringen leiden tot de volgende beoordeling: • De houder registreert ieder kind dat deelneemt aan voorschoolse educatie in EL-VVE. 1. √ 2. 3. 4.
N.v.t. De gegevens van de kinderen die deelnemen aan de voorschool zijn niet of niet volledig geregistreerd in EL-VVE. De gegevens van de kinderen die deelnemen aan de voorschool zijn volledig geregistreerd in EL-VVE. N.v.t.
• De houder draagt zorg dat de gegevens van de geregistreerde kinderen in EL-VVE actueel blijven. 1. √ 2. 3. 4.
N.v.t. De gegevens van de geregistreerde kinderen zijn niet actueel. De gegevens van de geregistreerde kinderen zijn actueel. N.v.t.
• De houder houdt het precieze aantal maanden en dagdelen bij dat een kind voorschoolse educatie ontvangt. 1. 2. √ 3. 4.
N.v.t. Het precieze aantal maanden en aantal dagdelen voorschoolse educatie w ordt niet per kind bijgehouden. Het precieze aantal maanden en aantal dagdelen voorschoolse educatie w ordt per kind bijgehouden. N.v.t.
Beroepskwalificatie en scholing De vaste beroepskrachten zijn in het bezit van een certificaat van het VVE-programma Piramide dat op de locatie wordt gebruikt. Tijdens het inspectiebezoek is gebleken dat de beroepskrachten beschikken over het vereiste taalniveau. Ook de invalkrachten beschikken over een VVE-certificaat. De beroepskrachten hebben in de periode najaar 2013 tot juli 2014 geen bijscholing ontvangen. De houder verklaart dat zij een HBO-geschoolde pedagogisch medewerker gaat aannemen en dat zij een training gaat volgen om de beroepskrachten te kunnen trainen en begeleiden bij de uitvoering van de VVE-taken. Bovenstaande constateringen leiden tot de volgende beoordeling: • De vaste beroepskrachten zijn gecertificeerd voor het werken met het VVE-programma dat op de locatie wordt gebruikt. 1. De vaste beroepskrachten hebben geen scholing gevolgd gericht op een VVE-programma. 2. De vaste beroepskrachten zijn bezig met scholing gericht op het VVE-programma dat op de locatie w ordt gebruikt, of hebben scholing afgerond gericht op een VVE-programma dat niet op de locatie w ordt gebruikt. √ 3. De vaste beroepskrachten hebben scholing afgerond gericht op het VVE-programma dat op de locatie w ordt gebruikt. 4. De vaste beroepskrachten hebben naast de vereiste scholing aantoonbaar aanvullende VVE-cursussen gevolgd.
• Alle invalkrachten zijn gecertificeerd voor het werken met één van de in Amsterdam erkende VVE-programma's, of hebben een certificaat van de startmodule VVE behaald. 1. n.v.t. 2. Niet alle invalkrachten zijn gecertificeerd voor het w erken met één van de in Amsterdam erkende VVE-programma's, of hebben een certificaat van de startmodule VVE behaald. √ 3. Alle invalkrachten zijn gecertificeerd voor het w erken met één van de in Amsterdam erkende VVE-programma's, of hebben een certificaat van de startmodule VVE behaald. 4. n.v.t.
Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
11/23
• De beroepskrachten (vaste krachten en invalkrachten) voldoen aan de Amsterdamse taalnorm; zij beschikken voor de mondelinge taalvaardigheid en de leesvaardigheid over niveau B2 (3F) en voor de schriftelijke taalvaardigheid over niveau B1 (2F). 1. 2. √ 3. 4.
De De De De
beroepskrachten beroepskrachten beroepskrachten beroepskrachten
beschikken beschikken beschikken beschikken
niet over het vereiste taalniveau. niet over het vereiste taalniveau, maar volgen aantoonbaar nascholing. over het vereiste taalniveau. over een hoger taalniveau dan het vereiste niveau.
• De beroepskrachten (vaste en invalkrachten) volgen bij- en nascholing om het kennisniveau actueel te houden en te voldoen aan de (nieuwe) eisen van de overheid. 1. √ 2. 3. 4.
De De De De
beroepskrachten volgen geen bij- en nascholing. beroepskrachten volgen onvoldoende bij- en nascholing. beroepskrachten volgen voldoende bij- en nascholing. w ijze w aarop of de mate w aarin de beroepskrachten bij- en nascholing volgen is een voorbeeld voor anderen.
Gebruikte bronnen: - Overzicht beroepskrachten KDV Het Amsterdamse Poortje 2014 - Rooster beroepskrachten weken 23, 24, 25, 26 en 27 2014 - Uitdraai EL-VVE (geraadpleegd op 23 juli 2014) - Plaatsings- en presentielijsten kinderen weken 23, 24, 25, 26 en 27 2014 - Telefoongesprek met de beleidsmedewerker (d.d. 17 juli 2014) - E-mailbericht van de beleidsmedewerker (d.d. 22 juli 2014) - Kopieën van het Amsterdams Uniform Voorblad - Afschriften kwalificaties VVE-programma - Afschriften kwalificaties taalvaardigheid - Gesprek met de beroepskrachten - Inspectieonderzoek
Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
12/23
A2: Ouders Informatie Ouders worden voorafgaand aan de plaatsing geïnformeerd over de voorschoolse educatie door middel van een intakegesprek, het pedagogisch beleidsplan en de website. Per kind vindt er een intakegesprek met de ouders plaats. Dit gebeurt op basis van een standaard intakeformulier. Dit gesprek richt zich naast praktische zaken rondom de opvang ook op de voorschoolse educatie, het VVE-programma en de actieve rol die van ouders wordt verwacht binnen de VVE. Wanneer een kind van de babygroep naar de peutergroep doorstroomt, wordt tijdens het oudergesprek nogmaals de werkwijze van VVE besproken met de ouders. Gemiddeld vinden er tweemaal per jaar oudergesprekken plaats. In deze gesprekken wordt de ontwikkeling van het kind en de toetsresultaten vanuit het VVE-programma besproken. Een lid van de oudercommissie geeft echter aan dat de informatieverstrekking vanuit de organisatie beter kan en dat zij de indruk heeft dat niet alle ouders van de peutergroep goed weten wat er aan VVE-activiteiten op de groep plaatsvinden. Bovenstaande constateringen leiden tot de volgende beoordeling: • Ouders worden aantoonbaar voorafgaand aan de plaatsing van hun kind geïnformeerd over de VVE, het ouderbeleid en de actieve rol die van ouders binnen de VVE wordt verwacht. 1. Ouders w orden voorafgaand aan de plaatsing van hun kind niet geïnformeerd over het beleid en de actieve rol die verw acht w ordt. 2. Ouders w orden voorafgaand aan de plaatsing van hun kind niet voldoende geïnformeerd over het beleid en de actieve rol die verw acht w ordt. √ 3. Ouders w orden voorafgaand aan de plaatsing van hun kind adequaat geïnformeerd over het beleid en de actieve rol die verw acht w ordt. 4. Ouders w orden voorafgaand aan de plaatsing van hun kind geïnformeerd over het beleid en de actieve rol die verw acht w ordt, w aarbij de verw achtingen en afspraken hierover w orden vastgelegd.
• Bij aanmelding van ieder kind vindt een intakegesprek plaats, waarbij de ouders bevraagd worden over kenmerken van hun kind, over het gezin en over hun eigen wijze van opvoeden. 1. Er vindt geen intakegesprek met ouders plaats. 2. Er vindt geen volledige intakegesprek plaats: er is geen standaard intakeprocedure, niet alle punten w orden systematisch besproken/vastgelegd of dit gebeurt niet bij alle kinderen. √ 3. Er w ordt gew erkt met een standaard intakeprocedure. Alle informatie w ordt besproken en vastgelegd. 4. De uitvoering van de intakeprocedure is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen.
• Ouders worden regelmatig geïnformeerd over de ontwikkelingen van hun kind. 1. Ouders w orden niet geïnformeerd over de ontw ikkeling van hun kind. 2. Ouders w orden niet geïnformeerd over de ontw ikkeling van hun kind, maar dit gebeurt niet regelmatig; óf ouders w orden w el geïnformeerd, maar hierbij komt de ontw ikkeling van hun kind onvoldoende aan bod. √ 3. Ouders w orden regelmatig geïnformeerd over de ontw ikkeling van hun kind. 4. Het informeren over de ontw ikkeling van de kinderen gebeurt planmatig en van de gesprekken is een schriftelijk verslag beschikbaar.
Ouderbetrokkenheid De houder heeft ten tijde van het inspectiebezoek geen ouderanalyse aan de toezichthouder kunnen overleggen. Binnen de onderzoekstermijn heeft de houder een ouderananlyse aan de toezichthouder toegestuurd. Voor de ouderanalyse heeft de houder een enquêteformulier opgesteld met daarin de vragen die betrekking hebben op de thuissituatie van het kind, zoals vragen met betrekking tot de gesproken thuistaal en gezinssamenstelling. De uitslagen van deze ouderenquête zijn verwerkt in een overzicht met oudergegevens waarin ondermeer het opleidingsniveau van de ouders, de thuistaal van de kinderen en de aanvullende VVEactiviteiten die thuis worden ondernomen, zijn opgenomen. Deze ouderanalyse voldoet echter niet geheel aan de in de Amsterdamse verordening VVE-gestelde eisen, omdat op basis van deze gegevens ook samenhangende uitspraken dienen te worden gedaan over de ouderpopulatie. Aan de hand van deze uitspraken zou het ouderbeleid kunnen worden afgestemd. Doordat er echter een volledig cijfermatig beeld wordt gegeven van de ouderpopulatie heeft de toezichthouder deze analyse als voldoende beoordeeld met als aandachtspunt dat er een volgend jaar ook conclusies zouden moeten worden getrokken waarop het beleid zou kunnen worden aangepast. Tevens strekt het tot aanbeveling om de ouderanalyse te voorzien van een datum waarop de analyse is uitgevoerd en opgesteld zodat de geldigheid en actuele status kan worden getoetst. Er is een protocol opgesteld waarin de samenwerking met ouders beschreven staat. Dit ouderbeleid voldoet echter niet volledig aan de gestelde eisen. Zo wordt er niet duidelijk beschreven welke rol en bijdrage van ouders wordt verwacht binnen de VVE. De samenwerking met ouders wordt wel beschreven, maar in relatie tot de verschillende VVE-activiteiten wordt niet duidelijk beschreven wat er van ouders wordt verwacht. Tevens ontbreekt er een overzicht van concrete activiteiten die ouders worden aangeboden om thuis uit te voeren. De wijze waarop ouders worden geïnfomeerd en mogelijk worden uitgenodigd om VVE-activiteiten uit te voeren wordt wel benoemd. Ten slotte ontbreekt een beschrijving van de wijze waarop de coördinatie van verschillende activiteiten plaatsvindt in dit protocol. Wel is opgenomen dat een aantal activiteiten uitgevoerd zal worden door de nieuw aan te stellen HBO-coach op de groep. De toezichthouder interpreteert dat deze coach derhalve ook verantwoordelijk wordt voor de coördinatie van de werkzaamheden. De beroepskrachten geven aan dat zij onderling wel bespreken hoe zij de ouderbetrokkenheid kunnen vergroten. Initiatieven om de ouderbetrokkenheid te vergroten zijn dat de ouders regelmatig worden uitgenodigd bij de thema-tafel (bijvoorbeeld bij het ophalen) om zo de onderwerpen van de VVE met hen te bespreken, maar het lijkt erop dat een deel van de ouders hier geen interesse in heeft. Het contact met een aantal ouders is vluchtig en Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
13/23
vooral gericht op het bespreken van het dagelijks welbevinden van de kinderen zonder dat de ontwikkeling van het kind of de VVE-activiteiten worden besproken. Bovenstaande constateringen leiden tot de volgende beoordeling: • De houder maakt jaarlijks een analyse van de ouderpopulatie van de betreffende locatie. 1. Er is geen analyse van de ouderpopulatie gemaakt. 2. Er is geen actuele analyse van de ouderpopulatie of de analyse sluit niet aan bij de ouderpopulatie van de betreffende locatie. √ 3. Er is een actuele analyse die aansluit bij de ouderpopulatie van de betreffende locatie. 4. De analyse van de ouderpopulatie is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen.
• De houder formuleert jaarlijks per locatie ouderbeleid dat aansluit op analyse van de ouderpopulatie. 1. 2. √ 3. 4.
De voorschool heeft geen actueel ouderbeleid vastgesteld. De voorschool heeft een actueel ouderbeleid vastgesteld, maar dat is niet gebaseerd op de analyse van de ouderpopulatie. De voorschool heeft een ouderbeleid, gebaseerd op de jaarlijkse analyse van de ouderpopulatie. Het ouderbeleid is zeer goed ontw ikkeld en aantoonbaar een voorbeeld voor anderen.
• In het ouderbeleid is minimaal beschreven de wijze waarop: • de ouders worden geïnformeerd voorafgaand aan de plaatsing van hun kind over het beleid en ambitieniveau van de voor- en eventuele bijbehorende vroegschool en de rol die van de ouders in de VVE wordt verwacht. • het intakegesprek bij aanmelding van het kind wordt georganiseerd. In het intake gesprek dienen de ouders worden bevraagd over kenmerken van hun kind, over het gezin en over hun eigen wijze van opvoeden. • de ouders regelmatig worden geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind. • de houder de ouders concrete activiteiten aanbiedt om hen te stimuleren thuis met hun kind ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen. • de houder de ouders betrekt bij de activiteiten van de voorschoolse educatie. • de coördinatie van de ouderactiviteiten is georganiseerd. 1. √ 2. 3. 4.
De voorschool heeft geen ouderbeleid vastgesteld. De voorschool heeft een ouderbeleid vastgesteld, maar het beleid is niet volledig. De voorschool heeft een volledig ouderbeleid vastgesteld. Het ouderbeleid is zeer goed ontw ikkeld en aantoonbaar een voorbeeld voor anderen.
• De ouders worden door de houder actief betrokken bij de activiteiten van de voorschoolse educatie. 1. 2. √ 3. 4.
Ouders w orden door de Ouders w orden door de Ouders w orden door de Ouders w orden door de de effectiviteit hiervan.
houder niet actief betrokken bij de activiteiten van de voorschoolse educatie. houder onvoldoende actief betrokken bij de activiteiten van de voorschoolse educatie. houder voldoende actief betrokken bij de activiteiten van de voorschoolse educatie. houder actief betrokken bij de activiteiten van de voorschoolse educatie en er is aantoonbaar zicht op
• De houder biedt concrete activiteiten aan om ouders te stimuleren thuis met hun kind ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen. 1. De houder biedt geen concrete activiteiten aan om ouders te stimuleren thuis met hun kind ontw ikkelingsstimulerende activiteiten te doen. 2. De houder biedt onvoldoende concrete activiteiten aan om ouders te stimuleren thuis met hun kind ontw ikkelingsstimulerende activiteiten te doen. √ 3. De houder biedt concrete activiteiten aan om ouders te stimuleren thuis met hun kind ontw ikkelingsstimulerende activiteiten te doen. 4. De houder biedt concrete activiteiten aan voor het stimuleren van ouders om thuis ontw ikkelingsstimulerende activiteiten uit te voeren en heeft zicht op de effectiviteit en uitvoering hiervan.
Gebruikte bronnen: - www.hetamsterdamsepoortje.nl (bezocht d.d. 17 juli 2014) - Pedagogisch beleidsplan 'Handboek pedagogische visie op kinderopvang voor 0 tot 4 jarigen' (versie februari 2014) - Losse formulieren ouderenquête - Ouderenquête (ontvangen 25 juli 2014) - Protocol Samenwerking met ouders (toegezonden op 22 juli 2014) - E-mailbericht van de beleidsmedewerker (d.d. 24 juni 2014 en 22 juli 2014) - E-mailbericht van de houder (d.d. 24 en 25 juli 2014) - Gesprek met de beroepskrachten
Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
14/23
A3: Doorgaande lijn en samenwerking met de basisschool Samenwerking kindercentrum en basisschool Er is een samenwerking met basisschool Het Klaverblad. Deze basisschool werkt met hetzelfde VVE-programma als de voorschool. Deze samenwerking tussen het kinderdagverblijf en de basisschool is nog niet geregeld door middel van een jaarlijks overleg. De HBO-coach zal deze taak het komend schooljaar op zich gaan nemen volgens de houder. Kinderdagverblijf het Amsterdamse Poortje volgt de thema's en jaarplanning van basisschool het Klaverblad. Een beroepskracht verklaart dat er enkele keren per jaar een overleg is met deze basisschool. Bovenstaande constateringen leiden tot de volgende beoordeling: • Er is een nauwe samenwerking met tenminste één basisschool die bij voorkeur hetzelfde programma hanteert en waarnaar gemiddeld de meeste kinderen doorstromen. 1. 2. √ 3. 4.
Er is geen samenw erking met een basisschool. Er is niet structureel samenw erking met de basisschool w aar de meeste kinderen naar doorstromen. Er is een nauw e samenw erking met de basisschool w aar de meeste kinderen naar doorstromen. De samenw erking met de basisschool is aantoonbaar een voorbeeld is voor anderen.
• De samenwerking tussen kinderdagverblijf en basisschool wordt per kindercentrum geregeld door middel van jaarlijks overleg, waarbij in ieder geval de volgende onderwerpen worden besproken en schriftelijk vastgelegd: - de aansluiting tussen de VVE programma’s; - het pedagogisch klimaat; - het educatief handelen; - de omgang met ouders; - de interne begeleiding en zorg. 1. Er vindt geen jaarlijks overleg plaats tussen de voorschool en basisschool. √ 2. Tijdens het overleg dat plaats vindt tussen de voorschool en basisschool komen niet alle noodzakelijke gespreksonderw erpen aan bod of het is niet schriftelijk vastgelegd. 3. Er vindt jaarlijks een volledig overleg plaats tussen de voorschool en basisschool, w aarbij het gesprek schriftelijk w ordt vastgelegd. 4. Het overleg dat plaatsvindt is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen.
Overdracht Voor de overdracht van kinderen die doorstromen naar de basisschool wordt structureel het Amsterdams Uniform Voorblad ingevuld. Als bijlage bij het Amsterdams Uniform Voorblad worden de Cito-toetsen van Piramide toegevoegd. Indien het bekend is naar welke basisschool het kind doorstroomt, bieden de beroepskachten altijd de mogelijkheid aan voor een overdrachtsgesprek. Dit gesprek vindt plaats volgend op de dossieroverdracht. Bovenstaande constateringen leiden tot de volgende beoordeling: • Per kind dat het programma voor voorschoolse educatie heeft doorlopen, vindt er een overdracht van kindgegevens plaats naar de basisschool met behulp van het Amsterdamse Uniforme Voorblad en een bijlage naar keuze. 1. Er vindt geen overdracht van kindgegevens plaats tussen voorschool en basisschool w aar de uitstromende peuters naar toe gaan. 2. Er vindt niet structureel of volledig een overdracht van kindgegevens plaats tussen voorschool en basisschool w aar de uitstromende peuters naar toe gaan. √ 3. Er vindt structureel een volledige overdracht van kindgegevens plaats tussen voorschool en basisschool w aar de uitstromende peuters naar toe gaan. 4. De overdracht van kindgegevens tussen voorschool en basisschool is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen.
• De instelling draagt er zorg voor dat overdracht van het dossier plaatsvindt na goedkeuring en ondertekening door een ouder van het kind. 1. 2. √ 3. 4.
De De De De
overdracht van dossier vindt niet plaats na goedkeuring en ondertekening door de ouder. overdracht van dossier vindt niet altijd plaats na goedkeuring en ondertekening door de ouder. overdracht van dossier vindt plaats na goedkeuring en ondertekening door de ouder. w ijze w aarop ouders betrokken w orden bij de overdracht is een voorbeeld voor anderen.
• De overdracht van kinderen die externe zorg of ondersteuning ontvangen of dit op korte termijn nodig hebben vindt plaats door middel van bovengenoemde dossieroverdracht aangevuld met een gesprek tussen de instelling en de basisschool. 1. 2. √ 3. 4.
De De De De
overdracht overdracht overdracht overdracht
van van van van
zorgkinderen zorgkinderen zorgkinderen zorgkinderen
w ordt niet aangevuld met een gesprek tussen de instelling en de basisschool. w ordt niet structureel aangevuld met een gesprek tussen de instelling en de basisschool. w ordt aangevuld met een gesprek tussen de instelling en de basisschool. is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen.
Gebruikte bronnen: - Notulen overleg KDV het Amsterdamse Poortje en OBS KLaverblad - Kopieën van het Amsterdams Uniform Voorblad - Gesprek met de beroepskracht - Inspectieonderzoek
Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
15/23
A4: Uitvoering voorschoolse educatie in de praktijk Effectief programma De voorschool werkt met VVE-programma Piramide. Er wordt structureel gewerkt met een weekplanning die aansluit op het VVE-programma en waarin wordt aangegeven welke VVE-activiteiten op welk moment worden ondernomen. Het activiteitenaanbod klimt in beperkte mate op in moeilijkheidsgraad en wordt in beperkte mate afgestemd op de verschillende leeftijdsgroepen. In principe krijgt ieder kind hetzelfde aanbod aan VVE-activiteiten waarbij er extra oefening of aandacht kan worden gegeven indien een kind dit verlangt. Ook wordt er incidenteel onderscheid gemaakt in activiteiten voor de jongste dreumesen en peuters en de oudste kinderen. Het is een groot aandachtspunt dat er zowel in 2013 als in 2014 geen tutorkinderen aangewezen zijn en dat er derhalve geen tutoractiviteiten plaatsvinden. Hoewel het natuurlijk mogelijk is dat er inderdaad geen tutorkinderen zijn, lijkt dit onwaarschijnlijk gezien de ouderanalyse waarin blijkt dat er toch veel kinderen meertalig worden opgevoed. Er is sprake van een dekkend taalaanbod. Er wordt niet gewerkt met een aanvullend taalprogramma maar het VVE-programma Piramide zou bij een volledig juiste uitvoer voldoende moeten zijn voor een dekkend taalaanbod. Er wordt gewerkt met thema's, met themawoorden en de beroepskrachten gebruiken praatplaten voor het gesprek met de kinderen. Bovenstaande constateringen leiden tot de volgende beoordeling: • Voor de voorschoolse educatie wordt een VVE-programma gebruikt dat door Amsterdam erkend is. 1. 2. √ 3. 4.
N.v.t. Er w ordt niet gew erkt met een door Amsterdam erkend VVE-programma. Er w ordt gew erkt met een door Amsterdam erkend VVE-programma. N.v.t.
• De voorschool werkt met een doelgerichte planning die aansluit bij de doelen en ontwikkelingslijnen van het betreffende VVE-programma. 1. 2. √ 3. 4.
Er is geen doelgericht planning opgesteld. Er is een planning opgesteld maar deze sluit niet voldoende aan bij het VVE-programma. Er is een doelgericht planning opgesteld die aansluit bij het VVE-programma. De doelgerichte planning w aarmee w ordt gew erkt is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen.
• Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd naar leeftijd en ontwikkelingsniveau. 1. Het dagelijkse activiteitenaanbod bestaat uit losse, niet samenhangende activiteiten. 2. Er is sprake van een samenhangend activiteitenaanbod, maar het aanbod klimt niet op in moeilijkheidsgraad en/of er w ordt niet gedifferentieerd naar leeftijd en ontw ikkelingsniveau. √ 3. Er is sprake van een samenhangend activiteitenaanbod, w aarbij het aanbod opklimt in moeilijkheidsgraad en er w ordt gedifferentieerd naar leeftijd en ontw ikkelingsniveau. 4. De w ijze w aarop het samenhangende aanbod opklimt in moeilijkheidsgraad en differentieert naar leeftijd en ontw ikkelingsniveau is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen.
• Er is een voldoende dekkend activiteitenaanbod gericht op taalontwikkeling, zo nodig in aanvulling op het VVEprogramma. 1. 2. √ 3. 4.
Er is geen activiteitenaanbod gericht op taalontw ikkeling. Er is een activiteitenaanbod gericht op taalontw ikkeling maar dit is niet voldoende dekkend. Er is een voldoende dekkend activiteitenaanbod gericht op taalontw ikkeling. Het activiteitenaanbod gericht op taalontw ikkeling is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen.
Inrichting van de accommodatie De groeprsuimte van de verticale groep (met daarin de dreumesen en peuters die VVE aangeboden krijgen) voldoet aan de gestelde eisen van het VVE-programma Piramide. In de groepsruimte is ondermeer een huishoek, leeskhoek, autohoek, een bouwhoek en thematafel. De hoeken en belangrijkste voorwerpen in de groepsruimte zijn voorzien van een woordlabel conform de voorwaarden van het VVE-programma Piramide. Het speelgoed is geordend opgeruimd en de kinderen kunnen zelf het speelgoed pakken en opbergen. In de inrichting van de groepsruimte is het actuele thema zichtbaar en aan de muren hangen door de kinderen gemaakte werkjes die een relatie hebben met het VVE-thema. Bovenstaande constateringen leiden tot de volgende beoordeling: • De groepsruimte is ingericht conform de voorwaarden van het VVE-programma dat op de locatie wordt gebruikt. 1. 2. √ 3. 4.
De inrichting van De inrichting van De inrichting van Aan de inrichting
de ruimte voldoet niet aan de richtlijnen die in het VVE-programma zijn opgenomen. de ruimte voldoet ten dele aan de richtlijnen die in het VVE-programma zijn opgenomen. de ruimte voldoet aan de richtlijnen die in het VVE-programma zijn opgenomen. van de ruimte is veel aandacht besteed en is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen.
Ontwikkeling, begeleiding en zorg Op deze locatie wordt de ontwikkeling van de individuele kinderen gevolgd door middel van een kindvolgsysteem, namelijk het kindvolgsysteem van Piramide (Cito). De afspraak binnen het kinderdagverblijf is dat de kinderen vanaf het derde jaar tweemaal worden getoetst conform de Piramide-methode. Tijdens het inspectieonderzoek is echter geconstateerd dat er in heel 2014 nog geen toetsing heeft plaatsgevonden. De getoonde toetsen komen uit de eerste helft van 2013. De houder verklaart dat de samenwerkende basisschool heeft gevraagd om de Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
16/23
kinderen na het derde jaar niet meer te toetsen. Dit verzoek dient verder te worden afgestemd met de basisschool omdat de Piramide-methodiek juist vraagt dat het kind tweemaal wordt getoetst vanaf het derde jaar. De ontwikkeling van de groep als geheel wordt eveneens niet gevolgd door middel van hetzelfde kindvolgsysteem. Voor ieder kind is er een mapje aangemaakt waarin de beroepskrachten (informele) observaties bijhouden, knutselwerkjes van de kinderen worden bewaard en de voortgang wordt beschreven. Deze mapjes kunnen altijd door de ouders worden ingezien en worden bij afscheid aan de kinderen meegegeven. De toetsgegevens zijn niet in dit dossier opgeslagen. Er wordt niet regelmatig bepaald welke begeleiding of zorg er nodig is voor de hele groep, de kleine groep en het individuele kind. Ieder kind krijgt hetzelfde aanbod van voorschoolse educatie, waarbij slechts onderscheid wordt gemaakt tussen activiteiten voor de jongste en de oudste peuters. Voor de kinderen over wie de beroepskrachten zich zorgen maken, worden nog geen handelingsplannen opgesteld voor de begeleiding die intern wordt aangeboden door de beroepskrachten. Volgens de beroepskracht zijn er geen kinderen waarover zij zich zorgen maken en er is nog geen noodzaak om een handelingsplan op te stellen. Dit was ook al ten tijde van het inspectieonderzoek in 2013 en het is onwaarschijnlijk dat er in twee jaar geen kinderen zijn die een handelingsplan behoeven (of die tutoring nodig hebben). Wel is er een format handelingsplan opgesteld en een werkinstructie voor handelingsplannen. Derhalve heeft de toezichthouder deze voorwaarde niet beoordeeld in het rapport. Er is structureel contact met JGZ of Alert4you. Er is tevens contact geweest met JGZ over logopedie en een aantal kinderen hebben momenteel logopedie. Bovenstaande constateringen leiden tot de volgende beoordeling: • De beroepskrachten volgen de ontwikkeling van alle kinderen (als groep en ieder kind apart) met een kindvolgsysteem dat aansluit op het VVE-programma dat op de locatie gebruikt wordt. 1. De beroepskrachten volgen de ontw ikkeling van de kinderen niet of nauw elijks. √ 2. De beroepskrachten volgen de ontw ikkeling van alle kinderen, maar maken geen onderscheid naar de groep en ieder kind apart en/of gebruiken geen kindvolgsysteem. 3. De beroepskrachten volgen regelmatig en systematisch de ontw ikkeling van alle kinderen (als groep en ieder kind apart) met een kindvolgsysteem dat aansluit op het VVE-programma. 4. De w ijze w aarop de beroepskrachten de ontw ikkeling van individuele kinderen en de gehele groep met een kindvolgsysteem volgen is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen.
• De observatie- en eventuele toetsgegevens worden vastgelegd in een peuterdossier en geven zicht op de ontwikkeling of de eventuele stagnatie per kind. 1. √ 2. 3. 4.
Er w orden geen individuele peuterdossiers bijgehouden. De peuterdossiers w orden niet systematisch bijgehouden. De peuterdossiers w orden systematisch bijgehouden. De w ijze w aarop de peuterdossiers w orden bijgehouden is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen.
• De beroepskrachten analyseren en bepalen regelmatig welke begeleiding en zorg nodig is voor de hele groep, de kleine/tutorgroep en het individuele kind. 1. De beroepskrachten analyseren niet w elke begeleiding en zorg nodig is voor de hele groep en de individuele kinderen. √ 2. De beroepskrachten analyseren niet regelmatig en systematisch w elke begeleiding en zorg nodig is voor de hele groep en de individuele kinderen. 3. De beroepskrachten analyseren en bepalen regelmatig w elke begeleiding en zorg nodig is voor de hele groep, de kleine/tutorgroep en het individuele kind. 4. De w ijze w aarop er geanalyseerd w ordt w elke begeleiding voor de kinderen nodig is, is een aantoonbaar voorbeeld voor anderen.
• Kinderen die zorg nodig hebben van een externe zorginstelling worden bij JGZ / OKC aangemeld. 1. 2. √ 3. 4.
N.v.t. Kinderen die zorg nodig hebben van een externe zorginstelling w orden niet bij JGZ / OKC aangemeld. Kinderen die zorg nodig hebben van een externe zorginstelling w orden bij JGZ / OKC aangemeld. N.v.t.
Gebruikte bronnen: - Map met cito toetsen van de kinderen - Kindmapjes - Gesprek met de houder (d.d. 7 juli 2014) - E-mailbericht van de beleidsmedewerker (d.d. 24 juni en 22 juli 2014) - Weekplanning - Format handelingsplannen - Gesprek met de beroepskracht - Inspectieonderzoek
Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
17/23
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. A. Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. Of B. De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. Beroepskracht-kind-ratio Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
18/23
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
19/23
De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.
A1: Randvoorwaarden voorschoolse educatie Intensieve deelname Het gemiddeld aantal uren dat per week per doelgroepkind aan voorschoolse educatie wordt aangeboden bedraagt: - in groepen met 50% of meer doelgroepkinderen: 12 uur; - in groepen met minder dan 50% doelgroepkinderen: 10 uur. Registratie De houder registreert ieder kind dat deelneemt aan voorschoolse educatie in EL-VVE. De houder draagt zorg dat de gegevens van de geregistreerde kinderen in EL-VVE actueel blijven. De houder houdt het precieze aantal maanden en dagdelen bij dat een kind voorschoolse educatie ontvangt. Beroepskwalificatie en scholing De vaste beroepskrachten zijn gecertificeerd voor het werken met het VVE-programma dat op de locatie wordt gebruikt. Alle invalkrachten zijn gecertificeerd voor het werken met één van de in Amsterdam erkende VVE-programma's, of hebben een certificaat van de startmodule VVE behaald. De beroepskrachten (vaste krachten en invalkrachten) voldoen aan de Amsterdamse taalnorm; zij beschikken voor de mondelinge taalvaardigheid en de leesvaardigheid over niveau B2 (3F) en voor de schriftelijke taalvaardigheid over niveau B1 (2F). De beroepskrachten (vaste en invalkrachten) volgen bij- en nascholing om het kennisniveau actueel te houden en te voldoen aan de (nieuwe) eisen van de overheid.
A2: Ouders Informatie Ouders worden aantoonbaar voorafgaand aan de plaatsing van hun kind geïnformeerd over de VVE, het ouderbeleid en de actieve rol die van ouders binnen de VVE wordt verwacht. Bij aanmelding van ieder kind vindt een intakegesprek plaats, waarbij de ouders bevraagd worden over kenmerken van hun kind, over het gezin en over hun eigen wijze van opvoeden. Ouders worden regelmatig geïnformeerd over de ontwikkelingen van hun kind. Ouderbetrokkenheid De houder maakt jaarlijks een analyse van de ouderpopulatie van de betreffende locatie. De houder formuleert jaarlijks per locatie ouderbeleid dat aansluit op analyse van de ouderpopulatie. In het ouderbeleid is minimaal beschreven de wijze waarop: • de ouders worden geïnformeerd voorafgaand aan de plaatsing van hun kind over het beleid en ambitieniveau van de voor- en eventuele bijbehorende vroegschool en de rol die van de ouders in de VVE wordt verwacht. • het intakegesprek bij aanmelding van het kind wordt georganiseerd. In het intake gesprek dienen de ouders worden bevraagd over kenmerken van hun kind, over het gezin en over hun eigen wijze van opvoeden. • de ouders regelmatig worden geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind. • de houder de ouders concrete activiteiten aanbiedt om hen te stimuleren thuis met hun kind ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen. • de houder de ouders betrekt bij de activiteiten van de voorschoolse educatie. • de coördinatie van de ouderactiviteiten is georganiseerd. De ouders worden door de houder actief betrokken bij de activiteiten van de voorschoolse educatie. De houder biedt concrete activiteiten aan om ouders te stimuleren thuis met hun kind ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen. Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
20/23
A3: Doorgaande lijn en samenwerking met de basisschool Samenwerking kindercentrum en basisschool Er is een nauwe samenwerking met tenminste één basisschool die bij voorkeur hetzelfde programma hanteert en waarnaar gemiddeld de meeste kinderen doorstromen. De samenwerking tussen kinderdagverblijf en basisschool wordt per kindercentrum geregeld door middel van jaarlijks overleg, waarbij in ieder geval de volgende onderwerpen worden besproken en schriftelijk vastgelegd: - de aansluiting tussen de VVE programma’s; - het pedagogisch klimaat; - het educatief handelen; - de omgang met ouders; - de interne begeleiding en zorg. Overdracht Per kind dat het programma voor voorschoolse educatie heeft doorlopen, vindt er een overdracht van kindgegevens plaats naar de basisschool met behulp van het Amsterdamse Uniforme Voorblad en een bijlage naar keuze. De instelling draagt er zorg voor dat overdracht van het dossier plaatsvindt na goedkeuring en ondertekening door een ouder van het kind. De overdracht van kinderen die externe zorg of ondersteuning ontvangen of dit op korte termijn nodig hebben vindt plaats door middel van bovengenoemde dossieroverdracht aangevuld met een gesprek tussen de instelling en de basisschool.
A4: Uitvoering voorschoolse educatie in de praktijk Effectief programma Voor de voorschoolse educatie wordt een VVE-programma gebruikt dat door Amsterdam erkend is. De voorschool werkt met een doelgerichte planning die aansluit bij de doelen en ontwikkelingslijnen van het betreffende VVE-programma. Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd naar leeftijd en ontwikkelingsniveau. Er is een voldoende dekkend activiteitenaanbod gericht op taalontwikkeling, zo nodig in aanvulling op het VVEprogramma. Inrichting van de accommodatie De groepsruimte is ingericht conform de voorwaarden van het VVE-programma dat op de locatie wordt gebruikt. Ontwikkeling, begeleiding en zorg De beroepskrachten volgen de ontwikkeling van alle kinderen (als groep en ieder kind apart) met een kindvolgsysteem dat aansluit op het VVE-programma dat op de locatie gebruikt wordt. De observatie- en eventuele toetsgegevens worden vastgelegd in een peuterdossier en geven zicht op de ontwikkeling of de eventuele stagnatie per kind. De beroepskrachten analyseren en bepalen regelmatig welke begeleiding en zorg nodig is voor de hele groep, de kleine/tutorgroep en het individuele kind. Kinderen die zorg nodig hebben van een externe zorginstelling worden bij JGZ / OKC aangemeld.
Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
21/23
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. 000009860304
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. Hoptille 176 184 1102 PT AMSTERDAM ZUIDOOST 41210310 www.hetamsterdamsepoortje.nl
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Dhr. R. van den Berg
24 Ja
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
07-07-2014 28-07-2014 12-08-2014 12-08-2014 14-08-2014
: 14-08-2014 :
Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
22/23
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Bijgaand de zienswijze m.b.t. Venserpolder Afwijking meer dan 3 uur: In het inspectierapport staat dat we tot 15:30 uur pauze houden, dit klopt niet. We doen het als volgt: afwijken van de vereiste beroepskracht- kind ratio is niet toegestaan tussen 9.30 en 12.30 uur en 15:00 – 16:30 uur. Vóór 09.30 uur en na 16.30 uur mag de afwijking van de PKR niet langer duren dan anderhalf uur aaneengesloten en in de pauzeperiode tussen 12.30u en 15.00 uur niet langer dan twee uur aaneengesloten. Op het Amsterdamse Poortje, Venserpolder: We houden presentielijsten bij. De ouders hebben vaste contracttijden dus we weten vanaf hoe laat de kinderen mogen komen tot hoe laat. De afspraak is dat de tussendienst altijd opbelt naar vroege dienst voor bezetting en overleg met elkaar of iemand langer moeten blijven voor pkr. De diensten 07:00 – 16:00 uur 08:00 – 17:30 uur (afwijking pkr eerder dan 8 uur dan is deze dienst eerder aanwezig, afspraak is dat ze (vroege en tussendienst elkaar bellen) 09:00 - 18:00 uur (afhankelijk van bezetting pw’er blijft langer als dit nodig mocht zijn bij afwijking pkr) (Ama: 07:00-15:30 of 09:30 – 18:00). Pauzetijden 12:30 – 13:30 uur vroege dienst 13:30 – 14:00 uur tussendienst 14:00 – 15:00 uur late dienst Afwijking 07:00-08:00 : geen afwijking 08:00-09:00 : geen afwijking 16:00-17:30 : geen afwijking 17:30-18:00 : geen afwijking De pw’ers blijven langer als de pkr afwijkt. Afwijking PKR Er wordt afgeweken in de pauzetijden van met name de donderdagen. Dan zijn er meer dan 12 kinderen andere dagen niet. De kans dat er afgeweken wordt is dus klein omdat de afspraak is dat er altijd iemand blijft tot pkr. Als er afgeweken wordt dan dus als er 1 of 2 pw’ers is met meer kinderen dan toegestaan dan is er een tweede volwassene in het pand. Deze volwassene behoeft niet gediplomeerd te zijn. We hebben twee groepen dus grootste deel van de tijd twee volwassenen in het pand. Achterwacht: is aangepast in het pedagogisch beleidsplan en in handboek. Maaltijden bereiden: alleen als er aan de pkr wordt voldaan dan wordt er gekookt. VVE Ouderbeleid protocol: aangepast Doorgaande lijn: niet alles wordt schriftelijk vastgelegd, we zullen dit punt verbeteren. Geen onderscheid naar de groep en ieder kind en/of gebruiken geen kindvolgsysteem: wordt in El-VVE bijgehouden, geen nieuwe 3 jarige kinderen in het afgelopen jaar. We zullen contact opnemen met school en in februari en september toetsen. De peutertoetsen zijn in het bezit van de GGD.
Kinderdagverblijf Het Amsterdamse Poortje B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-07-2014
23/23