Inspectierapport Kinderdagverblijf Doetsie B.V. (KDV) Laan van Vlaanderen 472 1066 MV Amsterdam Registratienummer: 214889154
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 08-05-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 04-06-2015
Kinderdagverblijf Doetsie B.V. - Jaarlijks onderzoek 08-05-2015
1/14
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Kinderdagverblijf Doetsie B.V. - Jaarlijks onderzoek 08-05-2015
2/14
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 8 mei 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. De locatie is in exploitatie vanaf 26 februari 2015. Er is een volledig onderzoek uitgevoerd op alle domeinen omdat voor deze locatie nog geen risicoprofiel is opgesteld.
Beschouwing Organisatie De eigenaresse van het kinderdagverblijf is Kinderdagverblijf Doetsie B.V. De B.V. heeft één bestuurder. Kinderdagverblijf Doetsie is de eerste vestiging van deze eigenaresse. Zij wordt ondersteund door een assistentleidinggevende. Tevens is de eigenaresse samen met twee familieleden, die een pedagogisch achtergrond hebben, mede-eigenaresse van een organisatie voor thuiszorg. Deze organisatie is op loopafstand van Kinderdagverblijf Doetsie. De eigenaresse is bijna dagelijks aanwezig op kantoor en verantwoordelijk voor de organisatie van het kinderdagverblijf. Er zijn twee beroepskrachten in dienst op basis van een nulurencontract die beiden vaste dagen werken. De eigenaresse en de assistent-leidinggevende werken één dag per week als beroepskracht en zijn beschikbaar als invalkracht. Bij het onderzoek na aanvraag, d.d. 26 januari 2015, is in de eerste versie van het pedagogisch beleidsplan opgenomen dat het kinderdagverblijf reguliere kinderopvang wil combineren met geïntegreerde kinderopvang aan kinderen met een chronische of langdurige ziekte. Hierbij moet gedacht worden aan kinderen met astma, nierdialyse, diabetes, kinderen met een stoma of kinderen die afhankelijk zijn van beademingsapparatuur. In de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is echter geen rekening gehouden met de specifieke risico's die de opvang van deze kinderen met zich meebrengt. Er is geen specifiek beleid opgesteld waarin is opgenomen hoe de houder de risico's met betrekking tot de opvang en verzorging van deze specifieke doelgroep wil reduceren. Tevens is in het pedagogisch beleidsplan niet uitgewerkt hoe de eigenaresse de reguliere kinderopvang en de opvang aan kinderen die extra en andere zorg nodig hebben, in de praktijk wil combineren. Na overleg met de toezichthouder is destijds besloten om in de aanvangsfase van het kinderdagverblijf alleen reguliere kinderopvang aan te bieden. Bij het huidige inspectieonderzoek verklaart de eigenaresse dat zij voornemens is de reguliere kinderopvang uit te breiden naar opvang voor kinderen met een chronische of langdurige ziekte. De planning is om dit na de zomer te gaan realiseren. Wanneer de eigenaresse ook opvang wil bieden aan de specifieke doelgroepkinderen, dienen alle voorzieningen en het beleid hierop te worden aangepast en zal de toezichthouder opnieuw beoordelen of aan de voorwaarden wordt voldaan. Locatie De locatie bestaat uit twee stamgroepsruimtes op de begane grond en twee stamgroepsruimtes op de eerste verdieping. Tevens is er op de begane grond een centrale keuken, een aangrenzende buitenruimte, een pauzeruimte voor beroepskrachten en een kantoorruimte gevestigd. Er worden dagelijks warme maaltijden bereid door de beroepskrachten, de eigenaresse of de assistent-leidinggevende. Momenteel zijn er negen kinderen aangemeld en is er één groep in gebruik: in deze verticale groep kunnen maximaal tien kinderen worden opgevangen. De eigenaresse is bezig met promotie en het werven van ouders zodat de andere groepen eveneens in gebruik kunnen worden genomen. Er is nog geen oudercommissie ingesteld.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
Kinderdagverblijf Doetsie B.V. - Jaarlijks onderzoek 08-05-2015
3/14
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Er is een pedagogisch beleidsplan opgesteld voor het kinderdagverblijf. Hierin wordt omschreven wat de visie is op de omgang met de kinderen en wordt voldoende duidelijk en observeerbaar beschreven hoe de emotionele veiligheid van de kinderen wordt gewaarborgd, hoe de kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competenties kunnen komen en hoe de overdracht van normen en waarden aan de kinderen plaatsvindt. Ook de wijze waarop het vierogenprincipe is gewaarborgd is op observeerbare wijze beschreven. Er wordt gebruikgemaakt van cameratoezicht op momenten dat er één beroepskracht wordt ingezet in het kinderdagverblijf. Pedagogische praktijk Het inspectiebezoek op het kinderdagverblijf heeft plaatsgevonden in de ochtenduren; er zijn zes kinderen en twee beroepskrachten aanwezig. Het pedagogisch handelen van de beroepskrachten is beoordeeld naar aanleiding van observaties op de groep tijdens het eetmoment en het vrij spelen. Uit de observaties is gebleken dat er voldoende invulling wordt gegeven aan de pedagogische basisdoelen die in het pedagogisch beleid zijn opgenomen. De beroepskrachten dragen zorg voor de emotionele veiligheid van de kinderen door zekerheid en voorspelbaarheid te bieden aan hen. De kinderen kennen de beroepskrachten en vice versa. De beroepskrachten weten waarom de kinderen verdrietig zijn en wat zij nodig hebben. Hierbij sluiten zij aan bij de emoties en behoeftes van de kinderen. De beroepskrachten communiceren duidelijk met de kinderen en benoemen wat zij gaan doen en wat er gaat gebeuren. Zo wordt aan de kinderen verteld dat zij fruit gaan eten en wordt er tijdens het eten benoemd dat de kinderen heel goed fruit eten en zichtbaar aan het smullen zijn. Eén baby is aan het huilen waarop de beroepskracht opmerkt dat zij moe is. De beroepskrachten stemmen met elkaar af hoe laat het kind wakker is geworden vanmorgen en besluiten samen dat het kind moe is en zo naar bed kan. Tijdens het verschonen communiceren de beroepskrachten eveneens met de kinderen. Zij benoemen wat ze zojuist gedaan hebben en wat er nu gaat gebeuren. De beroepskrachten sluiten aan bij de persoonlijke competenties van de kinderen doordat zij de signalen van de kinderen herkennen en interpreteren. Wanneer de kinderen aan het zingen zijn speelt de beroepskracht hierop in door te vragen: 'Zijn jullie aan het zingen?' De beroepskracht geeft de oudere kinderen in de groep een washand zodat zij zelf kunnen beginnen hun handen en gezicht te wassen na het eten. De beroepskracht ondersteunt en neemt het indien nodig over. Doordat de kinderen in de gelegenheid worden gesteld dit zelf te doen wordt hun zelfredzaamheid gestimuleerd. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan, versie 16 april 2015 - Inspectieonderzoek
Kinderdagverblijf Doetsie B.V. - Jaarlijks onderzoek 08-05-2015
4/14
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het onderzoek naar aanvraag in dienst is getreden. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het onderzoek na aanvraag in dienst is getreden. Opvang in groepen Er is momenteel één stamgroepsruimte in gebruik: groep Maya is een verticale groep waarin maximaal tien kinderen kunnen worden opgevangen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Wanneer het aantal aanmeldingen toeneemt zullen de andere stamgroepruimtes in gebruik worden genomen. In de twee groepen op de eerste verdieping kunnen ieder vijftien kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar worden opgevangen en in de andere groepsruimte op de begane grond negen kinderen in de leeftijd van 0 tot 2 jaar. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectiebezoek worden er in Maya zes kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van week 10 tot en met week 19 in 2015 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De beroepskrachten hebben dagelijks de volgende werktijden: 07.00 tot 16.30 uur en van 08.30 tot 18.00 uur. Zij pauzeren ieder 30 minuten tussen 13.00 en 14.00 uur. Aan de hand van de presentielijsten waarop de haalen brengtijden worden genoteerd, de werk- en pauzetijden en de verklaringen van de beroepskrachten, is het aannemelijk dat er niet langer van de beroepskracht-kind-ratio wordt afgeweken dan is toegestaan. Werkoverleg vindt in de avonduren plaats. Op donderdag staat er een beroepskracht alleen op de groep. De eigenaresse en de assistent-leidinggevende zijn bijna dagelijks de gehele dag aanwezig op kantoor, ondersteunen waar nodig en werken op woensdag op de groep. Met opstarten en afsluiten kan het voorkomen dat de beroepskrachten alleen in het kinderdagverblijf zijn. De achterwacht is dan als volgt geregeld: zij kunnen contact opnemen met de eigenaresse of de twee eigenaren van het kantoor van een organisatie voor Thuiszorg en die ook een pedagogische achtergrond hebben. Zij kunnen binnen tien minuten bij het kinderdagverblijf aanwezig zijn. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de achterwachtregeling die tevens is opgehangen in de groepsruimte. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag - Steekproef afschriften beroepskwalificaties - Overzicht inzet beroepskrachten, week 10 t/m 19 2015 - Presentielijsten, week 10 t/m 19 2015 - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de eigenaresse
Kinderdagverblijf Doetsie B.V. - Jaarlijks onderzoek 08-05-2015
5/14
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De eigenaar heeft op 18 februari 2015 een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd middels de risico-monitor. In de risico-inventarisatie veiligheid zijn de veiligheidsrisico's met betrekking tot de groepsruimtes, de slaapkamers, de keukens, de sanitaire ruimtes, de hal/entree en de buitenruimte geïnventariseerd. In de risicoinventarisatie gezondheid heeft de eigenaar de gezondheidsrisico's met betrekking tot de overdracht van ziektekiemen, het binnen- en buitenmilieu alsmede het (niet-)medisch handelen geïnventariseerd. Van alle aanwezige risico's is een inschatting gemaakt, en zijn er maatregelen getroffen en afspraken vastgelegd om de risico's in de praktijk te reduceren. Voor de beschreven maatregelen en afspraken wordt verwezen naar diverse protocollen en werkinstructies die in mappen op de groep te vinden zijn en op kantoor. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid is beoordeeld naar aanleiding van speerpunten. Op het gebied van veiligheid is gelet op veilig slapen, ongevallenregistratie en de buitenruimte. Op het gebied van gezondheid is gelet op het ventileren, de hygiëne en voeding. Tijdens het inspectieonderzoek blijkt dat de beroepskrachten op de hoogte zijn van de inhoud van de protocollen en hiernaar handelen. Veiligheid De buitenruimte wordt dagelijks gecontroleerd door de beroepskrachten op afval en gevaarlijke voorwerpen voordat de kinderen met de beroepskracht naar buiten gaan. Door middel van een net dat over de zandbak is gespannen wordt voorkomen dat katten of honden toegang hebben tot de zandbak. De kinderen worden nooit alleen buiten gelaten: een beroepskracht houdt altijd toezicht op de kinderen buiten. In het onderdeel slapen van het protocol veiligheid zijn maatregelen opgenomen om de veiligheidsrisico's te reduceren. De beroepskrachten zijn op de hoogte en handelen conform dit protocol. Zo weten zij dat ouders een formulier moeten ondertekenen indien kinderen ingebakerd moeten worden of op hun buik slapen en kennen zij de risico's van inbakeren en buikslapen. Er hebben zich nog geen ongevallen voorgedaan in het kinderdagverblijf. Er is een ongevallenregistratieformulier dat de beroepskracht en de eigenaresse tijdens het inspectiebezoek niet hebben kunnen vinden. Dit formulier is echter later aan de toezichthouder toegestuurd. Op dit formulier kan de aard, plaats en datum van het ongeval en een overzicht van getroffen maatregelen worden opgenomen. De eigenaresse dient er zorg voor te dragen dat de beroepskrachten toegang hebben tot dit formulier. Gezondheid In de groepsruimte wordt voldoende geventileerd. Ten tijde van het inspectiebezoek staan alle ramen open. De toezichthouder heeft met behulp van een CO2-meter geconcludeerd dat de CO2-waarde 908 ppm bedraagt. Dit valt binnen de marges voor een gezond binnenklimaat. Er is pas sprake van een slechte ventilatie wanneer de waarde hoger is 1000 ppm. De temperatuur in de groepsruimte bedraagt 20,5 graden Celsius. De beroepskracht verklaart dat zij nog een CO2-meter willen aanschaffen, zodat zij weten of er voldoende geventileerd wordt. Met name in de winter vinden de beroepskrachten dit van belang omdat er dan niet altijd de hele dag ramen openstaan. In de slaapkamer hangt een thermometer en een registratielijst voor de temperatuur die dagelijks wordt bijgehouden. Op de lijst is aangegeven dat de temperatuur minimaal 15 en maximaal 25 graden Celsius mag zijn. Indien de temperatuur boven of onder deze waardes komt, dienen de beroepskrachten direct de eigenaresse in te schakelen. In het protocol Hygiëne en Gezondheid is opgenomen dat er maatregelen dienen te worden genomen indien de temperatuur te laag is of te hoog oploopt. Ook is opgenomen dat de luchtvochtigheid in groepsruimten en slaapkamers regelmatig gecontroleerd dient te worden en in de winter niet langdurig hoger mag zijn dan 60%. Het is een aandachtspunt dat het in de praktijk echter aan mogelijkheden ontbreekt om de luchtvochtigheid, CO2-waardes en temperatuur te meten aangezien er, op de thermometer in de slaapkamer na, geen (thermo)meters aanwezig zijn. De eigenaresse dient er zorg voor te dragen dat wat er in het protocol omschreven staat uitgevoerd kan worden. Met betrekking tot de hygiëne werken de beroepskrachten conform het protocol. Na iedere verschoonbeurt wassen zij hun handen en reinigen zij het verschoonkussen met allesreiniger. Na het eten krijgt ieder kind een eigen washand om het gezicht en de handen mee schoon te maken. Na gebruik gaan de washanden direct in de was. Er is een schoonmaakschema gemaakt waarop is aangegeven welke werkzaamheden dagelijks, wekelijks en maandelijks moeten worden uitgevoerd. De beroepskrachten houden dit dagelijks bij. Voor de grote werkzaamheden komt er een schoonmaker na sluitingstijd. Dagelijks wordt er een warme maaltijd door de beroepskrachten, de eigenaresse of haar zus bereid. In de keuken hangt het protocol voeding waarop is aangegeven aan welke voorwaarden moet worden voldaan bij het opbergen, bewaren en bereiden van voedsel. De beroepskrachten kennen dit protocol en handelen conform de afspraken. Zo hangt er een lijst in de keuken waarop dagelijks wordt genoteerd wat de kerntemperatuur van de bereide maaltijd is. Op deze lijst staat duidelijk aangegeven dat de temperatuur minimaal 60 en maximaal 75 graden Celsius dient te zijn. Om de temperatuur te meten wordt gebruikgemaakt van een voedselthermometer. Alle producten worden voorzien van een label waarop is aangegeven wanneer het product geopend is. Tijdens het inspectiebezoek constateert de toezichthouder dat de gemeten temperatuur van de koelkast 4 graden Celsius is. Dit is in overeenstemming met het protocol waarin is opgenomen dat voedsel bij maximaal 7 graden Celsius bewaard moet worden om de voedselveiligheid te waarborgen. Kinderdagverblijf Doetsie B.V. - Jaarlijks onderzoek 08-05-2015
6/14
Meldcode kindermishandeling De organisatie heeft een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld vastgesteld in februari 2015. Er is hiervoor gebruikgemaakt van het model dat is opgesteld door de Brancheorganisatie Kinderopvang en de meldcode is toegespitst op kinderdagverblijf Doetsie B.V. Eén van de beroepskrachten is aandachtsfunctionaris kindermishandeling. De beroepskrachten hebben de meldcode onderling besproken en deze is recent tijdens het werkoverleg ter sprake gekomen. De beroepskrachten kennen de signalen en weten de stappen die bij zorgen ondernomen moeten worden. Het stappenplan is opgehangen op de kastdeuren in de groepsruimte. Vierogenprincipe Het vierogenprincipe op het kinderdagverblijf wordt door middel van babyfoons en camera's gewaarborgd. Wanneer de beroepskracht een kind naar bed brengt wordt direct de babyfoon in de slaapkamer aangezet zodat de andere beroepskracht kan horen wat er in de slaapkamer gebeurt. De camera's zijn opgehangen in de vier groepsruimtes, de twee slaapkamers op de begane grond, de keuken, de entree van het kinderdagverblijf en de toiletruimte voor de peuters op de eerste verdieping van het pand. Er hangen schermen op kantoor waar de eigenaresse en de assistent-leidinggevende bijna dagelijks aanwezig zijn. De beroepskrachten zelf kunnen de beelden ook volgen aangezien het kantoor altijd open is. Tevens kan er meegekeken worden door de eigenaren van de organisatie voor thuiszorg waarmee wordt samengewerkt. De beelden worden een aantal weken bewaard. Het kinderdagverblijf streeft naar transparantie door middel van ramen in de deuren en veel bij elkaar naar binnen te lopen. Gebruikte bronnen: - Risico-inventarisatie veiligheid, d.d. 18 februari 2015 - Risico-inventarisatie gezondheid, d.d. 18 februari 2015 - Beleid vierogenprincipe en cameratoezicht, toegestuurd op 03 februari 2015 - Protocol Veiligheid, toegestuurd op 03 februari 2015 - Protocol Hygiëne en Gezondheid, toegestuurd op 03 februari 2015 - Ongevallenregistratieformulier, toegestuurd op 12 mei 2015 - Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld, versie juli 2013 - Pedagogisch beleidsplan, versie 16 april 2015 - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de eigenaresse
Kinderdagverblijf Doetsie B.V. - Jaarlijks onderzoek 08-05-2015
7/14
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De eerste stamgroepsruimte heeft een oppervlakte van 34,1 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van maximaal 9 kinderen. De tweede stamgroepsruimte heeft een oppervlakte van 36,4 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van maximaal 10 kinderen. De derde stamgroepsruimte heeft een oppervlakte van 55,5 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van maximaal 15 kinderen. De vierde stamgroepsruimte heeft een oppervlakte van 54,6 m² en is daarmee tevens geschikt voor de opvang van maximaal 15 kinderen. De twee groepen beneden zijn passend ingericht voor het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een hoge box, verschoonruimte, een tafel met banken en stoeltjes, een speelmat met zachte kussens, een keukentje en zitje voor de kinderen en een kast met divers speelmateriaal waar de kinderen zelf bij kunnen. Verder zijn er boekjes en puzzels in de groep beschikbaar voor de kinderen. De beide groepen beschikken over een eigen slaapkamer. In totaal zijn er genoeg bedden beschikbaar voor het aantal op te vangen kinderen. Boven zijn de ruimtes wel ingericht maar nog niet in de huisstijl zoals de groepen beneden. De eigenaresse verklaart deze ruimtes pas in stijl in te richten wanneer het aantal aanmeldingen dit toelaat. Boven is er geen slaapkamer aanwezig; indien dit aan de orde is zal één van de groepsruimtes in de middag dienstdoen als slaapruimte. De groepen hebben bovendien de beschikking over een gedeelde badkamer/verschoonruimte. Buitenspeelruimte De toegankelijke en aangrenzende buitenruimte heeft volgens de plattegrond een oppervlakte van 251 m². Dit is voldoende voor de opvang van het gewenste aantal van 49 kinderen. In de buitenruimte staat een zandbak, een speelhuis en is een overdekt, apart afgeschermd gedeelte voor de baby's waar zij op een zachte ondergrond kunnen spelen. Er is voldoende los speelmateriaal, zoals fietsjes en speelgoed voor in de zandbak. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Inspectieonderzoek, d.d. 26 januari 2015
Kinderdagverblijf Doetsie B.V. - Jaarlijks onderzoek 08-05-2015
8/14
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders door middel van de website, een informatiebrochure en flyers. In het kader van overleg en overreding is de eigenaresse in de gelegenheid gesteld een link op de website te plaatsen die uitkomt op de locatiespecifieke pagina van het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen waar de inspectierapporten bekeken kunnen worden. Hier is direct gehoor aan gegeven. De toezichthouder heeft op 13 mei 2015 de website bezocht en geconcludeerd dat het inspectierapport op de website is geplaatst. Oudercommissie Conform artikel 1.59 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen dient binnen zes maanden na aanvraag tot exploitatie een reglement oudercommissie vastgesteld te zijn. De eigenaresse heeft de aanvraag tot exploitatie op 22 december 2014 ingediend, waardoor zij tot 22 juni 2015 in de gelegenheid wordt gesteld aan deze eis te voldoen. De eigenaresse geeft aan hiermee bezig te zijn door middel van het betrekken van ouders hierin. Er zijn al enkele ouders geïnteresseerd in deelname aan de oudercommissie. Klachten De eigenaresse heeft een klachtenregeling voor ouders ingesteld. Deze regeling is te vinden in het pedagogisch beleidsplan en in de informatiebrochure. De eigenaresse is aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie, namelijk de sKK. De eigenaresse brengt de klachtenregeling op passende wijze onder de aandacht van ouders door middel van de informatiebrochure en het pedagogisch beleidsplan. De regeling geeft duidelijk weer dat een ouder zich te allen tijde tot de onafhankelijke klachtencommissie kan richten. Gebruikte bronnen: - Klachtenregeling Doetsie, toegestuurd op 03 februari 2015 - Website: www.kdvdoetsie.nl, bekeken op 12 en 18 mei 2015 - Gesprek met de eigenaresse
Kinderdagverblijf Doetsie B.V. - Jaarlijks onderzoek 08-05-2015
9/14
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: Kinderdagverblijf Doetsie B.V. - Jaarlijks onderzoek 08-05-2015
10/14
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen Kinderdagverblijf Doetsie B.V. - Jaarlijks onderzoek 08-05-2015
11/14
kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement.
Kinderdagverblijf Doetsie B.V. - Jaarlijks onderzoek 08-05-2015
12/14
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Kinderdagverblijf Doetsie B.V. 000030799708 http://www.kdvdoetsie.nl 49 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Kinderdagverblijf Doetsie B.V. Laan van Vlaanderen 472 1066 MV Amsterdam 61721964 www.kdvdoetsie.nl
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw, G. Colegem
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
08-05-2015 18-05-2015 04-06-2015 04-06-2015 10-06-2015
: 10-06-2015 :
Kinderdagverblijf Doetsie B.V. - Jaarlijks onderzoek 08-05-2015
13/14
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft afgezien van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.
Kinderdagverblijf Doetsie B.V. - Jaarlijks onderzoek 08-05-2015
14/14