Inspectierapport
Kinderdagverblijf De Regenboog Sara de Bronovoland 7 1705 MD HEERHUGOWAARD Registratienummer 824611184
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hollands Noorden HEERHUGOWAARD 21 januari 2014 Regulier onderzoek Definitief 14 februari 2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................5 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................6 Inspectie-items................................................................................................................8 Gegevens voorziening..................................................................................................... 11 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 12
2 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014 De Regenboog te HEERHUGOWAARD
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Algemeen: Kindercentrum De Regenboog behoord tot de kinderopvangorganisatie Stichting Kinderopvang Heerhugowaard (SKH). Kindercentrum De Regenboog bestaat uit 3 groepen kinderdagopvang, 2 groepen buitenschoolse opvang en een peuterspeelzaal. Het kindercentrum is geopend van 07.30-18.00 uur. Inspectiegeschiedenis: Tijdens de inspecties van december 2012 en augustus 2013 heeft de houder aangetoond te voldoen aan de eisen van de Wet Kinderopvang. De inspectie: Sinds 1 januari 2014 is een wetswijziging van kracht. Met de herschikking van domeinen zijn verschillende inspectie-items samengevoegd. Dit resulteert in een nieuwe opmaak van het inspectierapport. Ongeacht een enkele tekstuele aanpassing, is de strekking van de voorwaarden onveranderd gebleven. Achterin het inspectierapport staan de verschillende inspectie- items en voorwaarden genoemd, met daarbij de verwijzing naar het betreffende wetsartikel. In de voorgaande jaren zijn bij dit kindercentrum geen overtredingen geconstateerd. Hierdoor heeft de gemeente Heerhugowaard geoordeeld dat een onderzoek op een beperkt aantal items op deze locatie mogelijk is. In dit onderzoek is de nadruk gelegd op het pedagogisch klimaat, het aantal beroepskrachten op de groepen en hun diploma’s en verklaringen omtrent het gedrag, de beroepskracht-kindratio en de aspecten rondom de veiligheid en hygiëne. Conclusie: Uit het huidige onderzoek is gebleken dat de houder aan bijna alle voorwaarden voldoet. Zie voor meer informatie de inhoud van het inspectierapport. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014 De Regenboog te HEERHUGOWAARD
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat SKH beschikt over een overkoepelend pedagogisch beleid en daarnaast over locatiespecifieke werkplannen. In deze locatiespecifieke werkplannen wordt de vertaalslag gemaakt van het overkoepelend pedagogisch beleid naar de praktijk. Het locatiespecifieke werkplan van het KDV wordt momenteel door de locatieverantwoordelijke herzien, waarna inhoudelijk met de beroepskrachten besproken tijdens teamoverleg. De verschillende groepen hebben elke 8 weken werkoverleg. Daarin worden aspecten als samenwerken, welzijn van kinderen, herzien beleid, veiligheid en gezondheid, arbozaken of lopende aandachtspunten besproken. Eénmaal per jaar vindt een teamvergadering plaats waarbij alle beroepskrachten aanwezig zijn. Deze vergadering is vaak themagericht. Er wordt op het KDV gewerkt vanuit de educatieve gedachte van het voor- en vroegschoolse educatieprogramma (VVE) Puk en Ko. De locatie ontvangt voor het werken met het VVE programma geen subsidiegelden, maar gebruikt de methode vanuit het educatieve aspect en de bijdrage in de ontwikkeling van kinderen. Het strikt uitdragen van het VVE programma gebeurt niet. De beroepskrachten hebben een cursus 'Kijk' aangeboden gekregen, dat een VVE cursus betreft, die gaat over het observeren van kinderen en hun ontwikkeling. Voor de deskundigheidsbevordering heeft de SKH de SKH-academie opgericht. Beroepskrachten kijken hier op filmpjes en vergelijken dat met de eigen praktijk. Per beroepskracht is een aantal punten verstrekt, die zij kunnen 'wegspelen' door verschillende filmpjes te kijken. Met elkaar en de locatiemanager bespreken zij de situaties. Één van de beroepskrachten is samen met een collega bezig met een bijdrage aan de SKH-academie, door het onderwerp 'hoe ga je om met baby's' op de kaart te zetten. Pedagogische praktijk De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch werkplan en dragen actief bij aan het bijstellen daarvan. De ervaring van de beroepskrachten wordt benut voor het evalueren en het verbeteren van het pedagogisch werkplan. Beroepskrachten ontvangen de (nieuwe of herziene) werkinstructies, protocollen of ander beleid voorafgaand of tijdens de werkoverleggen. Tijdens het overleg worden vragen en opmerkingen aangaande behandeld en de nodige aanpassingen doorgevoerd. Het pedagogisch werkplan en handelen staat jaarlijks in zijn geheel of tussentijds in delen op de agenda van het overleg. Voor het toetsen van de pedagogische kwaliteit is een observatie-instrument gebruikt. Uit het inspectiebezoek is gebleken dat de pedagogische praktijk tijdens de observatie voldoet aan alle gestelde voorwaarden. In de dagelijkse praktijk geven de beroepskrachten elkaar feedback, met de methode die zij hebben geleerd tijdens cursussen. Ze vragen elkaar waarom ze doen wat ze doen, iets dat zij tevens trachten over te dragen aan de stagiaires. Gebruikte bronnen:
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw J. Medley) Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan
4 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014 De Regenboog te HEERHUGOWAARD
Personeel en groepen KDV De Regenboog heeft vanaf 1 januari 2014 3 groepen in plaats van 4 groepen. Er zijn nu 2 horizontale groepen (een baby- en een peutergroep) en 1 verticale groep (0-4 jaar), in plaats van 4 horizontale groepen. De centrale planning van de SKH is verantwoordelijk voor de planning en plaatsing. De beroepskracht-kindratio wordt berekend met behulp van de rekentool van het Ministerie. Verklaring omtrent het gedrag Het kabinet heeft besloten dat alle mensen die in de kinderopvang of peuterspeelzalen werken, continue moeten worden gescreend op de functieaspecten passende bij hun functie. Deze continue screening is ingegaan vanaf1 maart 2013. Landelijk is afgesproken per regio de nieuwe verklaringen omtrent het gedrag (VOG) aan te vragen, waarbij de regio Noord Holland vanaf oktober 2013 is gestart. Binnen dit domein zijn zowel de pedagogisch medewerkers als het kantoorpersoneel steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. Tijdens de steekproef zijn geen overtredingen geconstateerd. De personeelsleden die zijn beoordeeld, beschikken over een actueel VOG. Passende beroepskwalificatie Tijdens de steekproef van beroepskwalificaties van de beroepskrachten zijn geen overtredingen geconstateerd. De beroepskrachten die zijn beoordeeld beschikken over een passende beroepskwalificatie, zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep, bedroeg tijdens de inspectie: Babygroep Kleine Beer: 9 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten en 1 stagiaire. Peutergroep Pluto: 12 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten. Luna (verticaal): 12 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten. Er is een steekproef gedaan uit de feitelijke kindbezetting en rooster personeel. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep is conform de eis. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in totaal 3 stamgroepen. Babygroep Kleine Beer: maximaal 9 kinderen in de leeftijd van 0 t/m 2 jaar. Peutergroep Pluto: maximaal 14 kinderen in de leeftijd van 2 t/m 4 jaar. Verticaal Luna: maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 0 t/m 4 jaar. Vanaf 1 januari en voor de komende 2 maanden, staan wegens een fout in de planning op maandag 13 kinderen ingepland op de groep Luna. Wanneer daadwerkelijk alle 13 kinderen aanwezig zijn, wordt een 3e beroepskracht ingezet.
5 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014 De Regenboog te HEERHUGOWAARD
Gebruikte bronnen:
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw J. Medley) Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster
Veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie wordt jaarlijks uitgevoerd door een medewerker van het hoofdkantoor. Er wordt gebruik gemaakt van het model van Consument en Veiligheid, wat is aangepast naar de wensen van de organisatie. De inventarisaties worden aan de beroepskrachten aangeboden ter inzage. Bijzonderheden worden aan de locatiemanager doorgegeven. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie voor de groep Luna is in januari 2014 opgesteld. De overige groepen zijn in mei 2013 geïnventariseerd. Omdat de evaluatie voor de risico-inventarisatie van groep Luna mooi samenvalt met de nieuwe inventarisatie van de andere groepen, wordt in mei het gehele kindercentrum opnieuw geïnventariseerd. De nieuwe inventarisaties worden aan de beroepskrachten voorgelegd ter inzage en feedback. Met de leidinggevende is gesproken over het niet kunnen uitsluiten van risico's waarvan de bron wel aanwezig is, bijvoorbeeld 'lamp wordt stukgegooid', risico's omtrent glas in deuren en 'kind botst tegen ander kind'. Tevens telt elke groepsruimte meer dan één slaapkamer. Op papier staat slechts één slaapkamer geïnventariseerd per groep. De risico's ontstaan door een combinatie van bouwkundige staat, inrichting en gedrag. Zo zijn bijvoorbeeld de risico's in de peuterslaapkamer niet gelijk aan die van een babyslaapkamer. Er is geen onderscheid gemaakt. Bij alle risico's is de 'kans op ongeval' als klein geïnventariseerd. Navraag hierover leerde dat werd uitgegaan van de gedachte, dat wanneer beleid is ontwikkeld het risico nauwelijks meer voorkomt. Voor praktische zaken geldt dit inderdaad, mits goed nageleefd in de praktijk. Voor gedragsmatige zaken, bijvoorbeeld 'kind botst tegen ander kind' of 'kind botst tegen object' is dit niet toepasbaar. De kans dat een dergelijk voorval zich voordoet in de praktijk van spelende kinderen is groot, het mogelijk letsel vervolgens klein. Hierdoor is naast de huidige gedragsregels geen verdere actie noodzakelijk, maar dient het risico wel juist te worden ingeschat. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
Meldcode kindermishandeling Alle locatiemanagers van de SKH zijn opgeleid tot aandachtsfunctionaris kindermishandeling. De beroepskrachten zijn door de locatiemanager geïnformeerd. Noodzakelijke informatie aangaande de meldcode, zoals het telefoonnummer van de vertrouwensinspecteur, is voor de beroepskrachten toegankelijk. Tijdens het gesprek met de beroepskrachten bleek dat de beroepskrachten inhoudelijk goed zijn geïnformeerd. Nieuwe beroepskrachten en 1 maal in de 3 jaar bestaande beroepskrachten, krijgen de interne opleiding 'Aanpak Kindermishandeling'. 6 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014 De Regenboog te HEERHUGOWAARD
Vierogenprincipe Er is binnen dit aspect één onderdeel dat niet voldoet, namelijk de deur van één van de slaapkamers op de verticale groep Luna. Deze slaapkamerdeur is niet voorzien van glas, waardoor naar binnen kan worden gekeken, zoals bij alle andere slaapkamerdeuren. Omdat de deur wordt vervangen voor een deur waarbij die mogelijkheid er wel is, is de voorwaarde goedgekeurd. Gebruikte bronnen:
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw J. Medley) Interview anderen (Beroepskrachten) Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Ongevallenregistratie Huisregels/groepsregels Meldcode kindermishandeling Observatie groepsruimten
7 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014 De Regenboog te HEERHUGOWAARD
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014 De Regenboog te HEERHUGOWAARD
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014 De Regenboog te HEERHUGOWAARD
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014 De Regenboog te HEERHUGOWAARD
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening
: De Regenboog
Aantal kindplaatsen
: 50
Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: Nee
Gegevens houder Naam houder
: Stichting Kinderopvang Heerhugowaard
Adres houder
: W. M. Dudokweg 47
Postcode en plaats
: 1703 DA HEERHUGOWAARD
Website
: www.kinderopvang-heerhugowaard.nl
KvK nummer
: 41238064
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD
: GGD Hollands Noorden
Adres
: Postbus 324
Postcode en plaats
: 1740 AH SCHAGEN
Telefoonnummer
: 0224-720620
Onderzoek uitgevoerd door
: Mevrouw R. Kuipers
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente
: HEERHUGOWAARD
Adres
: Postbus 390
Postcode en plaats
: 1700AJ HEERHUGOWAARD
Planning Datum inspectie
: 21-01-2014
Opstellen concept inspectierapport
: 05-02-2014
Hoor en wederhoor
: 12-02-2014
Zienswijze houder
: 12-02-2014
Vaststelling inspectierapport
: 14-02-2014
Verzenden inspectierapport naar houder
: 14-02-2014
en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar
: 14-02-2014
gemeente Openbaar maken inspectierapport
: 15-02-2014
11 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014 De Regenboog te HEERHUGOWAARD
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Reactie op concept inspectierapport Kinderdagverblijf De Regenboog Sara de Bronovoland 7 1705MD HEERHUGOWAARD Hartelijk dank voor het inspectierapport. Wij zijn blij te lezen dat de GGD geconstateerd heeft dat de pedagogische praktijk voldoet aan alle gestelde voorwaarden Uiteraard zullen de acties met betrekking tot het invullen van de risico-inventarisaties per direct uitgevoerd worden. Met vriendelijke groet, Ans Dalenberg Beleidsmedewerker kwaliteitzorg
12 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014 De Regenboog te HEERHUGOWAARD