Inspectierapport Kidtopia V.O.F. (KDV) Marcantilaan 496 499 1051 MK AMSTERDAM Registratienummer: 119956226
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 24-07-2014 Type onderzoek: Nader onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 30-07-2014
Kidtopia V.O.F. - Nader onderzoek 24-07-2014
1/10
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat A1: Randvoorwaarden voorschoolse educatie A2: Ouders A4: Uitvoering voorschoolse educatie in de praktijk Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Kidtopia V.O.F. - Nader onderzoek 24-07-2014
2/10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 24 juli 2014 is er een nader onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, vijfde lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, naar aanleiding van een handhavingsbesluit dat is genomen door de gemeente. Het onderzoek is een onaangekondigd onderzoek op locatie in combinatie met een documentenonderzoek. Bij een nader onderzoek wordt de houder niet in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen.
Beschouwing Tijdens het jaarlijks onderzoek (d.d. 22 april 2014) zijn er een aantal overtredingen geconstateerd. In dit nader onderzoek is beoordeeld of de overtredingen inmiddels zijn hersteld.
Advies aan college van B&W De houder heeft de eerder geconstateerde overtredingen hersteld. De toezichthouder adviseert om de handhaving af te sluiten.
Kidtopia V.O.F. - Nader onderzoek 24-07-2014
3/10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Tijdens het jaarlijks onderzoek (d.d. 22 april 2014) is geconstateerd dat de emotionele veiligheid van de kinderen tijdens het inspectiebezoek onvoldoende werd gewaarborgd. De houder heeft een aantal acties ondernomen om dit te herstellen. Er heeft een locatieoverleg plaatsgevonden waarbij het rapport is besproken met alle beroepskrachten. De beroepskrachten hebben vervolgens mondeling en schriftelijk op het rapport gereageerd naar de houder. Vervolgens is elke week een stukje van het pedagogisch beleidsplan naar de beroepskrachten gemaild en met de beroepskrachten besproken. Tijdens het inspectiebezoek is in de ochtend geobserveerd op de babygroep en is er kort geobserveerd op de peutergroep bij het buiten spelen. Er is geconstateerd dat de emotionele veiligheid voldoende wordt gewaarborgd. Op de babygroep liggen vijf kinderen in de slaapkamer. Er is één beroepskracht op de slaapkamer om de (nog) huilende kinderen te troosten. Wanneer één kind niet kan slapen, neemt de beroepskracht het kind weer mee naar de groepsruimte. De beroepskracht gaat met het kind op schoot in een donker hoekje zitten om te kijken of het dan wel in slaap valt. De beroepskracht houdt warm contact met het kind door het aan te kijken en veel tegen het kind te praten. Wanneer het kind na enkele minuten niet in slaap valt, wordt de slaapzak van het kind uitgetrokken, krijgt zij speelgoed en mag het kind spelen. Ook tijdens het omkleden van het kind en het uitzoeken van speelgoed wordt er tegen het kind gesproken en wordt er benoemd wat er gebeurt. In de groepsruimte zijn een andere baby en een kind dat komt wennen aanwezig met (in eerste instantie) één beroepskracht. Het wen-kind speelt op een mat met een ouder in de buurt. De baby ligt op een andere speelmat. De beroepskracht zit hiernaast, maar loopt regelmatig door de ruimte om organisatorische zaken te regelen. De beroepskracht heeft weinig (non)verbaal contact met het kind. Wanneer het kind even huilt omdat het alleen ligt, reageert de beroepskracht hier wel sensitief op door tegen het kind te praten en het op te tillen. Wanneer het kind weer stil is, houdt de beroepskracht het kind vast maar doet ondertussen andere dingen. Er is weer nauwelijks (non)verbaal contact met het kind. Na het afronden van de andere bezigheden, gaat de beroepskracht met het kind op het speelkleed zitten, waar ook het wenkind zit. De beroepskracht benoemt dat zij hier nu met z'n drieën zitten, maar heeft vervolgens weer weinig (non)verbaal contact met de kinderen. Wanneer een kind schrikt van een geluid wordt het getroost door de beroepskracht. Even later voegt de andere beroepskracht zich met de baby bij de beroepskracht en de twee kinderen. Eén van de baby's begint te huilen en de beroepskrachten concluderen dat het kind vast honger heeft. Een beroepskracht aait het kind eventjes over de buik en zegt een flesje te gaan halen waarna het opstaat en wegloopt terwijl het kind nog steeds huilt. De andere beroepskracht maakt oogcontact met het kind, aait het over de buik en praat lief en hartelijk tegen het kind totdat het getroost is en begint te lachen. De kinderen van de peutergroep spelen buiten. Een beroepskracht loopt samen met een kind dat naar het toilet is geweest naar de buitenruimte. De beroepskracht verwoordt de situatie: zij benoemt waar ze heen gaan, dat zij de deur opent en de deur weer achter het kind dichtdoet. Hiermee is de situatie duidelijk voor het kind. Buiten wordt er een activiteit georganiseerd. De beroepskrachten benoemen de activiteiten. Wanneer een kind niet mee wil doen wordt hierover gepraat met het kind, en kiest het kind samen met de beroepskracht een andere activiteit. Er wordt veel oogcontact gemaakt en de namen van de kinderen worden genoemd wanneer zij worden aangesproken, zodat het voor iedereen duidelijk is voor wie een opmerking of vraag is bedoeld. Al met al dragen de beroepskrachten zorg voor de emotionele veiligheid van de kinderen. Wel is er een verschil in werkwijze te zien. Waar sommige beroepskrachten een actieve sensitieve houding ten opzichte van de kinderen laten zien, laat een andere beroepskracht een passieve houding zien. Bijvoorbeeld door sensitief op de kinderen te reageren wanneer zij hierom vragen en tijdens overgangsmomenten, maar zelf weinig contact met de kinderen te initiëren. Gebruikte bronnen: -Inspectieonderzoek -Gesprek met de leidinggevende -Jaarlijks onderzoek (d.d. 22 april 2014)
Kidtopia V.O.F. - Nader onderzoek 24-07-2014
4/10
A1: Randvoorwaarden voorschoolse educatie Intensieve deelname Tijdens het jaarlijks onderzoek (d.d. 22 april 2014) is geconstateerd dat er één doelgroepkind was dat niet de minimaal vereiste 10 uur voorschoolse educatie volgde. Inmiddels is dit kind uitgeschreven bij het kinderdagverblijf en volgt elders voorschoolse educatie. Bovenstaande constateringen leiden tot de volgende beoordeling: • Het gemiddeld aantal uren dat per week per doelgroepkind aan voorschoolse educatie wordt aangeboden bedraagt: - in groepen met 50% of meer doelgroepkinderen: 12 uur; - in groepen met minder dan 50% doelgroepkinderen: 10 uur. 1. 2. √ 3. 4.
N.v.t. Het aantal uur dat voorschoolse educatie w ordt geboden is niet voldoende. Het aantal uur dat voorschoolse educatie w ordt geboden is voldoende. N.v.t.
Gebruikte bronnen: -Inspectieonderzoek -Gesprek met de leidinggevende -Jaarlijks onderzoek (d.d. 22 april 2014)
Kidtopia V.O.F. - Nader onderzoek 24-07-2014
5/10
A2: Ouders Ouderbetrokkenheid Er is een nieuw ouderbeleid opgesteld dat alle vereiste onderdelen bevat. Hierin is in duidelijke en observeerbare termen opgenomen hoe de ouders worden geïnformeerd over de VVE, welke activiteiten worden aangeboden aan ouders en hoe dit wordt vormgegeven. Het ouderbeleid voldoet aan de gestelde eisen. Bovenstaande constateringen leiden tot de volgende beoordeling: • In het ouderbeleid is minimaal beschreven de wijze waarop: • de ouders worden geïnformeerd voorafgaand aan de plaatsing van hun kind over het beleid en ambitieniveau van de voor- en eventuele bijbehorende vroegschool en de rol die van de ouders in de VVE wordt verwacht. • het intakegesprek bij aanmelding van het kind wordt georganiseerd. In het intake gesprek dienen de ouders worden bevraagd over kenmerken van hun kind, over het gezin en over hun eigen wijze van opvoeden. • de ouders regelmatig worden geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind. • de houder de ouders concrete activiteiten aanbiedt om hen te stimuleren thuis met hun kind ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen. • de houder de ouders betrekt bij de activiteiten van de voorschoolse educatie. • de coördinatie van de ouderactiviteiten is georganiseerd. 1. 2. √ 3. 4.
De voorschool heeft geen ouderbeleid vastgesteld. De voorschool heeft een ouderbeleid vastgesteld, maar het beleid is niet volledig. De voorschool heeft een volledig ouderbeleid vastgesteld. Het ouderbeleid is zeer goed ontw ikkeld en aantoonbaar een voorbeeld voor anderen.
Gebruikte bronnen: -Inspectieonderzoek -Gesprek met de leidinggevende -Jaarlijks onderzoek (d.d. 22 april 2014) -Ouderbeleid (versie juni 2014, ontvangen op 28 juli 2014)
Kidtopia V.O.F. - Nader onderzoek 24-07-2014
6/10
A4: Uitvoering voorschoolse educatie in de praktijk Inrichting van de accommodatie De groepsruimte voldoet aan de voorwaarden. De ruimte bevat verschillende hoeken; er is een leeshoek, een huishoek met speelkeuken, verkleedkleren en poppen, een bouwhoek en een themahoek (tijdens het inspectiebezoek is dit een leuk aangekleed IJswinkeltje). De hoeken zijn gelabeld. Er hangen dagritmekaarten van Puk & Ko in de ruimte. Er is divers speelgoed aanwezig dat laag is opgeborgen zodat de kinderen hier zelf bij kunnen. Bovenstaande constateringen leiden tot de volgende beoordeling: • De groepsruimte is ingericht conform de voorwaarden van het VVE-programma dat op de locatie wordt gebruikt. 1. 2. √ 3. 4.
De inrichting van De inrichting van De inrichting van Aan de inrichting
de ruimte voldoet niet aan de richtlijnen die in het VVE-programma zijn opgenomen. de ruimte voldoet ten dele aan de richtlijnen die in het VVE-programma zijn opgenomen. de ruimte voldoet aan de richtlijnen die in het VVE-programma zijn opgenomen. van de ruimte is veel aandacht besteed en is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen.
Gebruikte bronnen: -Inspectieonderzoek -Gesprek met de leidinggevende -Jaarlijks onderzoek (d.d. 22 april 2014)
Kidtopia V.O.F. - Nader onderzoek 24-07-2014
7/10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
A1: Randvoorwaarden voorschoolse educatie Intensieve deelname Het gemiddeld aantal uren dat per week per doelgroepkind aan voorschoolse educatie wordt aangeboden bedraagt: - in groepen met 50% of meer doelgroepkinderen: 12 uur; - in groepen met minder dan 50% doelgroepkinderen: 10 uur.
A2: Ouders Ouderbetrokkenheid In het ouderbeleid is minimaal beschreven de wijze waarop: • de ouders worden geïnformeerd voorafgaand aan de plaatsing van hun kind over het beleid en ambitieniveau van de voor- en eventuele bijbehorende vroegschool en de rol die van de ouders in de VVE wordt verwacht. • het intakegesprek bij aanmelding van het kind wordt georganiseerd. In het intake gesprek dienen de ouders worden bevraagd over kenmerken van hun kind, over het gezin en over hun eigen wijze van opvoeden. • de ouders regelmatig worden geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind. • de houder de ouders concrete activiteiten aanbiedt om hen te stimuleren thuis met hun kind ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen. • de houder de ouders betrekt bij de activiteiten van de voorschoolse educatie. • de coördinatie van de ouderactiviteiten is georganiseerd.
A4: Uitvoering voorschoolse educatie in de praktijk Inrichting van de accommodatie De groepsruimte is ingericht conform de voorwaarden van het VVE-programma dat op de locatie wordt gebruikt.
Kidtopia V.O.F. - Nader onderzoek 24-07-2014
8/10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Kidtopia V.O.F. 000005785618
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Kidtopia V.O.F. Marcantilaan 499 1051 MJ AMSTERDAM 34310634 www.kidtopia.nl
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. E.A. Leyen, MSc.
71 Ja
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
Kidtopia V.O.F. - Nader onderzoek 24-07-2014
: 24-07-2014 : : : 30-07-2014 : : :
9/10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, artikel 1.62, vijfde lid, wordt de houder bij een nader onderzoek niet in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen. Dit onderzoek wordt wel openbaar gemaakt in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen.
Kidtopia V.O.F. - Nader onderzoek 24-07-2014
10/10